Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: Civiele Techniek

Transcriptie

1 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: Civiele Techniek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Uitvoeringsregeling OER HZ 1.1 algemeen De onderwijs- en examenregeling (OER HZ) omvat de kern van de onderwijs binnen de HZ. Dat document geeft een algemeen beeld van alle opleidingen die door de HZ worden verzorgd. De OER HZ bevat instellingsspecifieke bepalingen, die dus voor de gehele HZ gelden. Voor elke opleiding wordt jaarlijks door het college van bestuur een opleidingsspecifieke Uitvoeringsregeling OER HZ (hierna: Uitvoeringsregeling) vastgesteld. 1.2 opleidingscommissie De opleidingscommissie wordt in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de vaststelling van de betreffende Uitvoeringsregeling advies uit te brengen aan het college van bestuur De opleidingscommissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van de onderwijs- en examenregeling en de betreffende Uitvoeringsregeling. 1.3 academiedirecteur De betrokken academiedirecteur is verantwoordelijk voor: a. de uitvoering van de OER HZ; b. invulling en uitvoering van de Uitvoeringsregeling; c. jaarlijkse evaluatie ten behoeve van het college van bestuur van de OER HZ en de Uitvoeringsregeling, waarbij hij het tijdsbeslag weegt voor de studenten, dat daaruit voortvloeit ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast (art WHW); d. voorbereiding van aanpassingen van de Uitvoeringsregeling. Hoofdstuk 2 Uitvoeringsregeling OER HZ per opleiding: naam Civiele techniek, deeltijd 2.1 Inschrijving, vooropleidingseisen en toelatingsbeleid Overzicht nadere vooropleidingseisen (art. 2.3 OER HZ in aanvulling op de eisen zoals verwoord in artikel 2.2 OER HZ) Havo-profielen NT NG EM CM Opleiding: Student met havo-diploma tot Student met havo-diploma vanaf Met: na of nl&t Met: na of nl&t Vwo-profielen NT NG EM CM Opleiding: Student met na of nl&t Na 1

2 vwo-diploma tot Student met vwo-diploma vanaf na of nl&t Na toegangsrecht (evt. met deficiëntie) geen toegangsrecht Deficiëntie-onderzoek (art. 2.4 OER HZ) Omdat er in studiejaar , , , geen deeltijdgoep civiele techniek is gestart n.v.t Aanvullende eisen (art. 2.5 OER HZ) Geen Toelatingseisen werkkring bij deeltijdopleiding (art OER HZ) Er zijn geen aanvullende eisen voor de werkplek, voor stage en afstuderen dient de student een Civieltechnische werkplek/ stageplaats te hebben Toelatingseisen werkkring bij duale opleidingsvariant (art OER HZ) n.v.t. omdat het hier een deeltijd opleiding betreft 2.2 Inrichting opleiding en onderwijs, supplement bij getuigschrift Opleidingsprofiel (art 3.2 OER HZ) Het domein Built Environment Beroepsbeoefenaars binnen het domein Built Environment richten zich in hun werkzaamheden op de ontwikkeling, de inrichting en het gebruik van de ruimte en van de bebouwde omgeving. Doorgaans hebben ze een opleiding achter de rug als Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde, Civiele Techniek, Ruimtelijke Ordening & Planologie, Verkeerskunde, Geodesie of Milieukunde. Bij de ontwikkeling, ontwerp, bouw en het beheer en onderhoud van infrastructurele projecten en bouwobjecten is de inbreng van andere disciplines een voorwaarde. Opvallend is dat er niet alleen gebruikgemaakt wordt van de expertise en/of de ontwikkelde producten van ICT ers en professionals uit andere technische domeinen (zoals uit de installatietechniek). De wisselwerking met zeer uiteenlopende disciplines is typerend voor het domein Built Environment. Die hangt af van bijvoorbeeld de maatschappelijke context waarbinnen men moet opereren. Zo zullen planologen andersoortige samenwerkingsverbanden aangaan dan bijvoorbeeld civiel ingenieurs. 2

3 Beroepsbeoefenaars uit de BBE werken samen met professionals uit onder andere de economische wereld (zoals organisatieadviseurs), uit de gezondheidszorg (ten behoeve van woonzorgcomplexen) of uit de toeristenbranche (adviseurs op het gebied van groene ruimte en recreatie). Professionals met een sociale, economische of bestuurlijke achtergrond zijn er eveneens zeer nauw bij betrokken. Dit betekent dat beroepsbeoefenaren binnen het domein BBE hun plaats achter de tekentafel voor een groot deel van hun tijd hebben verruild voor een plek in multidisciplinaire teams die gezamenlijk aan complexe projectopgaven werken. De sterke inbedding in de maatschappelijke context maakt dat BBE ers het politieke spel van handelen en onderhandelen meespelen. Daarbij is hun aandacht verschoven van uitsluitend het eindproduct naar ook het proces. Multidisciplinair in de opleiding Tijdens de studie wordt de student beschouwd als junior medewerker bij het ingenieurs-bureau Civiele Techniek van de HBO-opleiding te Vlissingen. De student bevindt zich in de situatie dat hij start met een voorlopige aanstelling van één jaar, waarna continuering van de tijdelijke aanstelling in functioneringsgesprekken nader aan de orde wordt gesteld (en hij bij niet voldoen een negatief studieadvies krijgt).de junior medewerker krijgt, naast het aanbod van frontale lessen, de gelegenheid om zich gedurende circa de helft van de week in een projectgroep te bekwamen in de uitwerking van actuele opdrachten in mulitidisciplinaire teams. Deze opdrachten kunnen eng begrensd en/of thematisch zijn, maar bevatten gaandeweg ook integrale problemen. Het projectwerk vormt daarbij een simulatie van de praktijksituatie. In toenemende mate worden de projecten in de vorm van zelfsturend leren uitgevoerd. Beroepsuitoefening De meeste beroepsbeoefenaars binnen het domein Built Environment hebben een baan bij de overheid (gemeenten, provincies en rijk), ingenieursbureaus, kleine tot grote aannemers, toeleverende industrieën, woningbouwverenigingen, projectontwikkelaars of architectenbureaus. Een minderheid is werkzaam bij banken, verzekeringsmaatschappijen, cultuurtechnische bedrijven, ontwikkelingsmaatschappijen, karteringsbureaus of grote bedrijven als NS of TNO. Het domein is onder te verdelen in de drie contexten Gebied/leefomgeving, Infrastructuur en Gebouw. De scheidslijn hiertussen is echter lang niet altijd scherp te trekken, omdat de drie contexten elkaar weer ontmoeten met name bij complexe opgaven, zoals binnen de stedelijke vernieuwing. Gebied/leefomgeving De beroepsbeoefenaars zijn gespecialiseerd in ruimtelijke ordening en planologie, verkeerskunde, milieukunde of geodesie. Zij staan vooral voor de opgave de fysieke ruimte aan te passen en de kwaliteit ervan te verbeteren. Voorts moeten zij ervoor zorgen dat er meer samenhang komt tussen (toekomstige) maatschappelijke ontwikkelingen en het ruimtegebruik. Infrastructuur De aanleg van (vaar)wegen, bruggen, sluizen, tunnels en viaducten heeft een grote ruimtestructurerende werking. Binnen de context Infrastructuur werken dan ook zowel beroepsbeoefenaars die gespecialiseerd zijn in de ruimtelijke ordening en planologie, de geodesie en verkeerskunde als professionals uit de civiele techniek en als onderdeel daarvan het watermanagement. Hierboven kwamen reeds de centrale beroepstaken van planologen en verkeerskundigen aan de orde; hier worden de taakgebieden van specialisten in de civiele techniek uitgewerkt: CIVIELE TECHNIEK: beroepsbeoefenaars binnen het domein Built Environment die gespecialiseerd zijn in civiele techniek, hebben tot taak een goede en veilige infrastructuur te ontwikkelen. Ze zijn tevens inzetbaar voor offshore-werk, drinkwatervoorzieningen, milieutechnisch werk, onderzoeks- en 3

4 ontwikkelingswerk. De beroepstaken omvatten het ontwerp, de constructie en de uitvoering van infrastructurele bouwwerken. Deze taakgebieden gelden ook voor het ontwikkelen van bouwkundige objecten. Daarbij is het van belang dat zij in multidisciplinaire teams werken en dat zij goed overweg kunnen met schijnbaar onverenigbare belangen, onvoldoende afstemming en uitwisseling van informatie. Ook moeten zij een goede afweging maken tussen kwaliteit en budget. WATERMANAGEMENT: civiel-technische beroepsbeoefenaars die zich gespecialiseerd hebben in watermanagement, hebben tot taak gebieden met hun gebruikers te beschermen tegen wateroverlast, overstromingen en watertekort. Zij zullen wateroverlast, (potentiële) overstromingen maar ook watertekort in gebieden in kaart brengen. Op basis van deze analyse kunnen zij de gebieden opnieuw indelen en/of (civiel-)technische maatregelen ontwerpen om het water binnen dit gebied in gewenste banen te leiden. De beroepsbeoefenaar werkt veelal in multidisciplinaire teams en kan daarin verschillende rollen hebben: het leveren van een bijdrage aan beleidsontwikkeling; het ontwerpen van (civiel-)technische oplossingen; het implementeren en (technisch) uitvoeren van het beleid; het adviseren van het bevoegd gezag (overheidsinstanties); het communiceren met belanghebbenden. CONSTRUCTIES: Civiel-technische beroepsbeoefenaars die zich gespecialiseerd hebben op het gebied van het ontwerpen van constructies, hebben tot taak constructies van beton, hout en staal zo te ontwerpen dat zij veilig zijn voor de gebruikers en hun omgeving, gedurende hun vooraf vastgestelde levensduur. Zij zullen meedenken in het constructieve deel van het architectonische ontwerp van een civiel technisch kunstwerk (brug, sluis, aquaduct, tunnel, etc.) of een (utiliteits)gebouw; op basis van dit ontwerp zullen zij zelfstandig of als onderdeel van een ontwerpteam de constructie verder technisch doorrekenen zodat het ontwerp voldoet aan alle vastgestelde normen. Indien een constructie het einde van zijn levensduur bereikt heeft, kunnen zij een nieuw constructief ontwerp maken van de renovatie hiervan of een voorstel doen voor de veilige sloop van de constructie. Gebouw De derde context binnen het domein Built Environment omvat alle fasen van de levenscyclus van bouwkundige werken: programma, ontwerp, uitwerking/aanbesteding en gunning, realisering/uitvoering, beheer en gebruik. Het zijn met name bouwkundigen en bedrijfskundigen met een bouwtechnische achtergrond die binnen de context gebouw werkzaam zijn. Integrale benadering van de drie contexten Hierboven is reeds aangegeven dat de drie contexten in de praktijk niet scherp van elkaar te onderscheiden zijn. Integendeel, ze hangen nauw met elkaar samen en kunnen moeilijk los van elkaar worden gezien. Dit wordt met name zichtbaar binnen de projecten stedelijke vernieuwing, waarbij bestaande stedelijke en sinds het verschijnen van de nota Ruimte, ruimte voor ontwikkeling (2005) tevens agrarische gebieden worden getransformeerd in fysiek-ruimtelijke zin en/of sociaaleconomische zin. Beroepsbeoefenaren die zich met stedelijke vernieuwing bezighouden, werken integraal aan de gebiedsontwikkeling. Dat wil zeggen dat ze de transformatie van zowel gebied, grond als opstallen in samenhang vormgeven, rekening houdend met de diverse functies die ze hebben en moeten krijgen. De methodiek integrale gebiedsontwikkeling houdt echter ook in dat er niet alleen wordt gewerkt aan een fysiek-ruimtelijke transformatie, maar tevens dat er sprake is van flankerende sociale, economische en leefbaarheidsprogramma s. In alle gevallen leidt het tot de noodzaak tot multidisciplinaire aanpak van de complexe opgaven van stedelijke vernieuwing. 4

5 Om de complexe stedelijke vernieuwingsprojecten tot een goed einde te brengen, is het noodzakelijk dat er regie wordt gevoerd. Beroepsbeoefenaren dienen zich hiervan bewust te zijn en hun handelen hiernaar te richten. Zo dienen zij rekening te houden met de verschillende gebiedstypen (variërend van vooroorlogse woonwijken tot bedrijventerreinen, kantorencomplexen en agrarische gebieden). Bovendien werken ze met een grote verscheidenheid aan belanghebbenden samen aan die gebiedsontwikkeling (variërend van burgers en belangengroepen tot publieke, semi-publieke en private belanghebbenden). Die samenwerking kan op verschillende manieren gestalte krijgen, hetgeen gevolgen heeft voor de taken, verantwoordelijkheden en werkwijze van de beroepsbeoefenaren Competenties (art 3.2 OER HZ) Hanteer onderstaand schema. Beschrijving van de competentie van de opleiding: 1 BBE 1 Eisen voor een ontwerp ontwikkelen 1.1 CiT 1 Programma van eisen opstellen en ontwerpen 2 BBE 2 Een integraal ontwerp maken en verantwoorden 2.1 CiT 2 Alternatieven en varianten opstellen 2.2 CiT 3 Alternatieven en varianten beoordelen en kiezen 3 BBE 3 Een ontwerp specificeren 3.1 CiT 4 Detailleren berekenen en tekenen 3.2 CiT 5 Contractdocumenten opstellen 3.3 CiT 6 Begroting opstellen 4 BBE 4 Het uitvoeringsproces sturen en bewaken 4.1 CiT 7 Uitvoeringsplan opstellen 4.2 CiT 8 Planning opstellen 4.3 CiT 9 Projectgebonden kwaliteitsbeschrijving beschrijven 4.4 CiT 10 Bouwplaatsmanagement voeren 4.5 CiT 11 Directie voeren 5 BBE 5 Een beheersplan implementeren 5.1 CiT 12 Plan opstellen voor beheer en onderhoud van infrastructuur BBE: domein competentie Built Environment CiT: landelijk vastgestelde competentie Civiele techniek Inrichting opleiding (art 3.3, 3.13, OER HZ) Inrichting van de opleiding: Nationale naam: Civiele Techniek International naam: Civil Engineering Verleende graad: Bachelor Built Environment Studieduur: 4 jaar Studielast propedeutische fase: 60 EC Studielast hoofdfase: 180 EC Variant: Deeltijd Croho-code: Locatie: Vlissingen Voertaal: Nederlands & Engels Datum begin accreditatie: Vervaldatum accreditatie: Associate degree: n.v.t. Gezamenlijke opleiding: n.v.t. Versneld traject n.v.t. 5

6 6

7 De deeltijdopleidng Civiele techniek is gestart in studiejaar In de studiejaren , , , en zijn er geen nieuwe deeltijdgroepen gestart In onderstaande tabel is het studieprogramma opgenomen zoals het in is aangeboden aan de deeltijdopleiding civiele techniek. In het studiejaar worden geen cursussen aangeboden aan deze groep uitgezonderd van CU11020 (afstuderen). S 8 S 7 S 6 S 5 S 4 S 3 Project enabling o.b. CU04783 Ontw & Beheer infrastructuur CU Constructief ontwerpen 3 CU04139 Afstuderen CU11020 baggeren & ecologie Water in de stad CU CU Minor system support management Kanalen en havens Kust- en oever-bescherming CU03292 CU04156 Water-beheersing CU04144 Bouwplaats- management CU VPS CU04585 COVA CU05728 Engels 2 CU04805 Het is mogelijk om de studie civiele techniek in deeltijd te volgen. De deeltijd opleiding wordt gegeven op de dinsdag avond (19:00-22:00) en donderdag overdag (9:00 tot 17:45) Het deeltijd traject is opgezet voor studenten met een MBO-civiele techniek voor opleiding of met ervaring in het civiele vakgebied. Indien een student geen ervaring heeft in het civiele vakgebied zullen er nog aanvullende cursussen gevolgd moeten worden. Ten opzichte van het reguliere programma kunnen de volgende cursussen worden vrijgesteld op basis van vooropleiding en/of werkervaring: Oriëntatie Civiele Techniek CU (alleen indien de student een MBO diploma civiele techniek heeft of als de student werkzaam is in het civieltechnische werkveld) Nederland en techniek CU07382 (alleen indien de student een MBO diploma civiele techniek heeft; de tekenvaardigheden(digitaal tekenen) kennis van Nederland waterland en de Nederlandse bodem worden bijgeschoold in CU03420) Oriënterende stage CU 4148,4149,4151,4916 (alleen indien de student een MBO diploma civiele techniek heeft of als de student werkzaam is in het civieltechnische werkveld) 7,5 EC vrije compositieruimte S 2 S 1 Constructief ontwerpen 2 CU03290 Constructief ontwerpen 1 CU03174 Waterstroming CU03287 Construeren in en met grond CU03420 Wegontwerp in en om de stad CU03281 Engels 1 CU04804 IPR CU03132 Wiskunde stat CU03078 Basis wiskunde CU03079 SPA CU03133 Wiskunde diff CU03072 De student dient om recht te hebben op bovenstaande vrijstellingen aan te kunnen tonen dat leerdoelen geformuleerd voor deze cursussen eerder behaald zijn. 7

8 2.2.4 Cursussen propedeutische fase (art 3.5, 3.11 OER HZ) Omdat de deeltijd opleiding in studiejaar niet van start gaat worden er geen cursussen aangeboden in de propedeutische fase Cursussen hoofdfase (art 3.6, 3.11 OER HZ) Omdat er in studiejaar , , , geen deeltijdgoep civiele techniek is gestart worden er in semester 3 t/m 7 geen cursussen aangeboden. Voor studenten met studievertraging wordt semester 8 wel aangeboden. 8

9 Semester 8 CU Titel: Afstuderen Delta Academy/ Final thesis Aantal EC s:30 Verplicht Voertaal:NL Voorwaarden voor deelname: Voor deelname aan de afstudeerfase van de opleiding Civiele Techniek geldt dat de student: Minimaal 175 EC ( incl voorlopige studiepunten) behaald heeft uit de Propedeutische en Hoofdfase bij aanvang van de afstudeer periode. Voordat het afstudeeronerzoek ingediend wordt ter beoordeling 210 studiepunten behaald heeft uit de Propedeutische en Hoofdfase zoals gedefinieerd in het opleidingsprogramma. De afstudeeropdracht uitvoert bij een bedrijf,overheiden, instantie of afdeling binnen het kennisgebied van de Civiele Techniek Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): n.v.t. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Uitvoeren onderzoek: complexe praktijkopdracht in complexe situatie zelfstandig onderzoeken en daarbij keuze maken uit relevante methodieken gerelateerd aan de civieltechnische beroeps praktijk Toets nr Vorm Inhoud ( Wegings factor Bodemcijfer Planning toets in week M S A Vorm 1 X X Beroepsspecifieke competenties 1.1, 2.1, 2.2, % 5.5 S.2. Wk 25/26 2 X X Onderzoekscompetenties HZ onderzoekscomp etenties Semester 8 50% 5.5 S.2. Wk 25/26 Inzage werk (< 10 werkdagen na ontvangs cijfer) Planning herkansing in week Inzage herkansing in week S2 wk 28 S2 Wk 36 S1 wk 38 S2 wk 28 S2 Wk 36 S1 Wk 38 9

10 Het Jaarrooster van de HZ is opgenomen op de HZ website => over de HZ => oprganisatie => jaarrooster => of via onderstaande link: 10

11 2.2.6 Vrije compositiecursussen (art 3.12 OER HZ) De delta academy heeft de curussen CU04635,CU06280, CU06281 en CU06282 opgenomen in de vrije studieruimte Afstudeerrichtingen (art 3.10 OER HZ) De opleiding Civiele Techniek kent geen afstudeer richtingen Stage (art 3.9 OER HZ) Omdat er in studiejaar , , , geen deeltijdgoep civiele techniek is gestart is dit artikel niet van toepassing Minor (art 3.8 OER HZ) Voor deelname aan een minor geldt dat de student van de opleiding Civiele Techniek moet voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden: Om toegelaten te kunnen worden tot de minor fase moet tenminste een totaal van 120 EC (inclusief voorlopige studiepunten) behaald zijn uit semester 1,2,3,4 en 5, Als onderdeel van bovenstaande 120 EC dient: De oriënterende stage uit semester 4 volledig met 30 EC afgerond te zijn. De propedeuse behaald te zijn Het actuele HZ minoren overzicht is opgenomen in de HZ- minoren catalogus Deelname internationaal uitwisselingsprogramma (art 4.5 OER HZ) De opleiding civiele techniek kent geen nadere voorwaarden voor deelname aan een internationaal uitwisselingsprogramma Afstuderen (art OER) Voor deelname aan de afstudeerfase van de opleiding Civiele Techniek geldt dat de student: Minimaal 175 EC ( incl voorlopige studiepunten) behaald heeft uit de Propedeutische en Hoofdfase bij aanvang van de afstudeer periode. Voordat het afstudeerrapport ingediend wordt ter beoordeling 210 studiepunten behaald heeft uit de Propedeutische en Hoofdfase zoals gedefinieerd in het opleidingsprogramma. De afstudeeropdracht uitvoert bij een bedrijf, instantie of afdeling binnen het kennisgebied van de Civiele Techniek Het toetsplan is opgenomen in het artikel Cursussen hoofdfase semester 8 Maximale periode waarin door de student aan dezelfde afstuderopdracht gewerkt mag worden: De periode waarin een speicifieke afstudeeropdracht (opbasis van het in CU13435 opgestelde startdocument) wordt uitgewerkt heeft de duur van 1 semester. Belangrijke data: n.b. voor beschrijving van de genoemde documenten wordt verwezen naar de afstudeergids Semester 1 11

12 1 september2014 start afstudeerperiode 30 oktober 2014 Aanleveren A4 samenvatting 7 januari 2015 Inleveren afstudeerrapport bij TWZ in viervoud voor 15:00 28,29,30 januari 2015 Eindpresentatie dagen Herkansing semester 1 16 maart 2015 inleveren afstudeerrapport bij TWZ in viervoud voor 15:00 8,9 april 2014 Eindpresentatie dagen Semester 2 2 februari 2015 start afstudeerperiode 16 maart 2015 Aanleveren A4 samenvatting 1 juni 2054 inleveren afstudeerrapport bij TWZ in viervoud voor 15:00 18 t/m 24 juni Eindpresentatie dagen Herkansingen semester 2 4 augustus 2015 inleveren afstudeerrapport bij TWZ in viervoud voor 15:00 25,26 augustus Eindpresentatie dagen Supplement bij getuigschrift (art OER HZ) Het Supplement bij het getuigschrift is opgesteld in het nederlands. Het supplement bevat een toelichting op het Nederlandse HBO onderwijs en de cijferlijst met de behaalde resultaten 2.3. Studieadvies Uitwerking voorwaarden inschrijving opleiding na nbsa (art. 8.1 lid 9 OER HZ) Indien een student een NBSA heeft ontvangen voor de opleiding Civiele Techniek aan de HZ gelden er geen restricties voor het volgen van een andere opleiding aan de HZ 3.1 Vaststelling De looptijd van de uitvoeringsregeling is gelijk aan de looptijd van de Onderwijs- en Examenregeling HZ Deze uitvoeringsregeling is vastgesteld door het college van bestuur op 26/08/