Microbiële ecologie is de studie van micro-organismen in hun natuurlijke milieu.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Microbiële ecologie is de studie van micro-organismen in hun natuurlijke milieu."

Transcriptie

1 Karakteristieken van levende cellen/(micro-) organismen: 1. Compartmentalisatie en metabolisme: cellen nemen nutriënten op uit de omgeving, transformeren die en geven het afval weer af. Cel = open systeem. 2. Reproductie: bestaande cellen vormen (door werking genen)chemicaliën uit de omgeving om tot nieuwe cellen. Growth = vermeerdering aantal cellen. 3. Differentiatie: sommige cellen kunnen nieuwe celsoorten maken (spore, deel van levenscyclus) 4. Communicatie: door chemicaliën die worden losgelaten of opgenomen. 5. Beweging: sommige cellen kunnen zichzelf voortbewegen 6. Evolutie: cellen bevatten genen en evolueren nieuwe eigenschappen. Micro-organismen en in het bijzonder bacteriën/archaea zijn de oudste bewoners op aarde (3,8 miljard jaar) en zij hebben de condities op aarde voor een belangrijk deel gemaakt zoals zij nu zijn. Microbiële ecologie is de studie van micro-organismen in hun natuurlijke milieu. Prokaryoten: bacteriën en archaea. Esentiële ( housekeeping ) genen op chromosoom, speciale genen op plasmide. Hebben nucleoid, kern zonder membraan. Archaea: chromosoom(omen) lijkt op dat van bacteriën, maar het opgerold/gepakt zijn en de replicatie komt meer overeen met die van eukaryoten. Een virus is een gesloten (!) systeem, geen cel. Plasmiden: - Genetische elementen die onafhankelijk van het gastheer chromosoom repliceren. - Dubbelstrengs DNA. - Veelal circulair maar ook lineair (B. burgdorferi). - Duizenden verschillende plasmiden bekend. - Grootte: 1000 baseparen tot 1 miljoen bp. - Aantal van een bepaald plasmide in een cel kan verschillen ( copy number ). - Deel van genen is betrokken bij start van replicatie. - Sommige plasmiden kunnen geïntegreerd raken in het chromosoom. - Bevatten onnodige genen, maar ze komen wel vaak van pas. - Overdracht tussen prokaryoten onderling, maar ook tussen prokaryoten en eukaryoten (planten/schimmels): veelal via conjugatie. Lichen (korstmos):

2 Schimmel: buitenkant. Houd water vast, scheidt zuur uit (opname mineralen +), schaduw, gif tegen vijand. Alg: binnenkant (fotonsynthese, suikeralcoholen). actinomyceten (lijken op schimmels) afmetingen van 0,2 tot 750 µm gemiddeld 1 bij 2 µm Waarom groot? - Epulopiscium fishelsoni: veel (duizenden) kopieën van het genoom omdat de cel zo groot is - Thiomargarita namibiensis en Beggiatoa soorten (chemolithotrofe bacteriën): opslag van nitraat (respiratie) en zwavel (als energiebron). Hypothese: maat wordt bepaald door voedselopname snelheid. Minimale grootte: moet wel alles kwijt kunnen in cel. Voordeel/noodzaak van klein zijn: - O/V wordt groter naarmate cel kleiner wordt. - Hogere voedselopname-snelheid per eenheid van cel volume. - Kleinere cellen groeien sneller - Omdat kleinere cellen sneller groeien en delen (en prokaryoten doorgaans haploid zijn) evolueren ze sneller Membranen: Celmembranen zijn unit (fosfolipiden) membranen. In het membraan= integrale eiwitten, erop = perifere eiwitten. Sterolen en hopanoïden stabiliteit van de membranen. Moeilijk afbreekbaar: grootste onderdeel van fossiele brandstoffen. Bacterien en eukaryoten: Vetzuren dmv ester verboden aan glycerol. Archea: ether en geen vetzuren maar kettingen isopropeeneenheden.

3 Diglycerol tetraethers lipid monolayers (hitte resistent, in prokaryoten in hete omstandigheden. Ook: mengsel tussen mono en bilayers. In veel archeale vetten zitten koolstofringen. Functies celmembraan: 1.Selectief permeabele wand : houdt verbindingen binnen en buiten 2.Plaats van eiwitten : enzymen voor processen (o.a. transport en energiegeneratie) en receptoren (chemotaxis = verplaatsen naar waar veel is) 3. Energieconservering: energiegeneratie en opbouwen van proton motive force (OH in en H buiten cel) Celwand in bacteriën beschermt tegen openbarsten (lysis) t.g.v. osmotische druk, geeft vorm, stevigheid. Sommige leven zonder wand, sterk membraan of in beschermde habitats (dierlijk lichaam).

4 De grampositieve celwand simpeler, één type molecuul (peptidoglycaan = polysaccharide uit twee afgeleiden van suikers en een aantal aminozuren). Onderling verbondend in glycan tetrapeptide. Meer crosslink = sterker. Lysozym kan deze wand afbreken, penicilline voorkomt de vorming. Perifere eiwitten en integrale zuren(negatieve lading, verbonden aan de peptig.wand (teichoisch) of aan het membraan (lipoteichoisch). De negatieve celwand peptiglaag=10% van celwand, daarboven membraan uit fosfolipiden en uitstekende polysaccharide = lipopolysaccharide: LPS. Suiker van LPS bestaat uit de kern en O- polysacharide. Vetgedeelte = vet A, vooral giftig. Functies/eigenschappen van lipidepolysacchariden: - negatieve lading - verstevigen membraanstructuur - beschermen bacterie tegen aanvallen van buiten - lipide A is vaak giftig (endotoxine) Buitenmembraan gramnegatieve cellen = poreuzer dan celmembraan porie-eiwitten. Ruimte tussen cel en buitenmembraan = periplasma (kan hydrolytische (voedselafbraak), bindings- en receptoreiwitten bevatten). Gramkleuring: onoplosbaar paars joodcomplex gevormd in cel. Gramnegatief = (opgelost door alcohol) de cel uit. Grampositief = niet uit, celwand droogt uit door alcohol de poriën dicht. Archea: Geen celwand met peptidoglycaan (dus niet gevoelig voor penicilline!), doorgaans ook geen buitenmembraan. Celwand archea = pseudomurein (lijkt op peptidoglycaan) of andere polysacharide. Een van suikers is anders. Waarschijnlijk niet van convergente evolutie, maar gemeenschappelijke voorouder. Meest voorkomende celwand = s-laag (in elkaar hakende (suiker-)eiwitten).

5 Andere oppervlakte structuren. Veel prokaryoten: suiker of eiwit laag die niet bijdraagt aan sterkte van celwand en er dus geen deel van uitmaken. Genetisch bepaald en beïnvloed door de omgeving. Helpen met het vastplakken. Capsule: dichte matrix waar kleine moleculen niet doorkunnen, anders = slijmlaag. Cellen met capsule zijn moeilijker te verteren voor fagocyten. fimbriën: ø 3-10 nm (~ 1000/bacteriecel), eiwitten van enkele micrometers voor hechting aan oppervlakken flagellen: ø 20 nm, eiwitten μm voor beweging pili: ø 9-10 nm (1-10/bacteriecel), korter dan flagellen, variatie in soorten: contact tussen bacteriën (conjugatie), hechting, transport van elektronen Insluitsels: - Poly- β-hydroxybutryric acid (PHB), vet (esterbond) opslag C, afbraak voor energie of biosynthese - Glycogeen: opslag C en energie - Polyfosfaat: fosfaat voor DNA en membranen. - Zwavel: voor chemilithotrofie of CO2 fixatie (in periplasma van gramnegatief) - Magnetosomen: Fe3O4, magnetotaxis = oriëntatie en beweging langs magnetisch veld aarde. (Hypothese: leiden bacterie (gram negatief, flagellen) naar bodem oceaan worden veel gevormd in aquatische organismen bij laag O2 Planktonische prokaryoten drijven door gas vesikels (spoelvormig structuur van eiwit, hol, stijf en variabele vorm). Basiseiwit GvpA: klein, hydrofoob, stijf vormt wand. Minder voorkomend GvpC: maakt sterker door GvpA crosslink. Endosporen: - Overlevingsstrukturen van bepaalde bacteriën - Bacillus en Clostridium (alleen in Gram(+) bacteriën) - hitte, gevaarlijke chemicaliën, straling, uitdroging, ph - alleen bij afwezigheid genoeg voedsel activatie (hogere maar niet dodelijke temp.) ontkieming (snel, minder resistent/meer permeabel) uitgroei (wateropname en synthese DNA, RNA, eiwit) exosporium: dunne eiwit laag spore coat: lagen spore-specifieke eiwitten cortex: los gecrosslinkte peptidoglycaan core: kernwand, cel In de core: dipicolinic acid, hogere calciumwaarde helpt uitdroging.

6 Beweging: Vorming van flagel: - meer dan 50 genen - opbouw vanuit cytoplasmamembraan - flagelline gevormd in cytoplasma Flagellen in Archaea - veel voorkomend - dunner dan in bacteriën (10-14 nm) - meerdere (glyco)eiwiten - struktuur en aanhechting onbekend Glijdende beweging - veel bacteriesoorten - staafvormig/filamenteus - oppervlak is vereist - verschillende mechanismen Polysaccharide slijm- uitscheiding, cel trekt zich voort over het oppervlak (pmf). Chemotaxis is geen reactie op ruimtelijke gradiënt, maar op vergelijking concentratie omgeving met omgeving enkele momenten geleden. Andere vormen van taxis: aerotaxis, osmotaxis, hydrotaxis (cyanobacteria)

7 Macro (C, N, P, S, K, Mg, Ca, Na veelgebruikt) en micronutriënten (weinig gebruikt) Fosfor: ATP, D/RNA, fosfolipiden Zwavel: aminozuren, vitaminen Kalium: enzymen Calcium: endosporen, celwand Natrium: vooral marine m.o. n Magnesium: stabilisering ribosomen, membranen en nucleïne zuur, nodig voor enzymen Mangaan: in sommige m.o. n vervanging van ijzer. Ijzer: belangrijk metaal ademhalingsketen, zonder zuurstof F 2+ opgelost, met zuurstoffe 3+ uit onoplosbaar mineraal met sideroforen (bijvoorbeeld hydroxamaat). Deze gaan de cel uit, binden Fe en gaan de cel weer in. Groeifactoren: organische stoffen nodig voor groei (kleine hoeveelheden): aminozuren, vitaminen. Veel m. organismen maken zelf. Enzymremming: - competitieve remming: substraat analoge verbindingen: sulfanilamide (geneesmiddel tegen infecties) - niet-competitieve remming: metaalionen: nikkel, koper, antibiotica - ph, temperatuur (denaturering) constitutieve enzymen = altijd aanwezig adaptieve enzymen = worden op aanvraag gemaakt Fysiologische en structuur adaptaties gerelateerd aan lage temperatuur 1) enzymen met lagere temperatuur optima - door verschillen in secundaire struktuur (verhouding in α- helix en β-sheet) en in polaire en hydrofobe eigenschapppen (andere aminozuren) blijven deze enzymen flexibel en actief bij lagere temperaturen. 2) onverzadigde vetzuren (dubbele bindingen) in de lipiden in de membranen; daardoor blijven membranen langer vloeibaar. 3) Cold-shock proteins. Ook al vindt er geen groei meer plaats, enzymen kunnen beneden een bepaalde temperatuur nog wel actief blijven: Fysiologische en structuur adaptaties gerelateerd aan hoge temperatuur 1) hittestabiele enzymen en ribosomen; o.a. door kleine veranderingen in aminozurensamenstelling, door aanwezigheid van zoutbruggen (sterkere bindingen) en door de vorming van eiwit stabiliserende stoffen (o.a. diglycerolfosfaat).

8 2) verzadigde vetzuren (enkele bindingen) in de lipiden in de membranen; daardoor blijven membranen langer stabiel. 3) Hyperthermofiele Archaea hebben C40 koolwaterstoffen (enkele laag) in hun membranen: geven grotere stabiliteit dan dubbellaag van vetzuren in bacteriën. Binaire deling - DNA verdubbeling wordt gestuurd door massa en/of door lengte/grootte - Peptidoglycaan moet oplossen : autolysines (strict gereguleerd) Autolysines en bindingsenzymen zoals transglycosylases en transpeptidases. Antibioticum penicilline remt transpeptidases terwijl autolysines actief blijven. ph tolerant acidofiele 1-5,5 neutrofiele 5,5-8 alkalofiele 8,5-11,5 extreem alkalofiele > 10 schimmels groeien graag bij wat lagere ph groeibereik 2-3 ph eenheden melkzuurbacteriën tot ph ~3,5 Thiobacillus (chemolithotroof) (ph ~2) oxideert H2S tot H2SO4) Interne ph van micro-organismen ligt tussen 5/6 en 7/8, met als uitzonderingen 4,6 (Picrophilus oshimae) en 9,5 (alkalofiele organismen)

9 oxygene fotosynthese: O2 productie, algen en cyanobacteriën anoxygene fotosynthese: paarse en groene bacteriën Hoe wordt nu energie gemaakt? 1. Via een reactie die exogeen is: substraat fosforylering (ATP-vorming) bijvoorbeeld de ATP-vorming in de glycolyse. 2. Via een respiratie- of ademhalingsketen: oxidatieve fosforylering. Hiervoor zijn elektronen noodzakelijk. Oxidatiereacties en reductiereacties (redox) zijn INDIRECT betrokken bij energievorming door de opslag van energie in ATP. Elektronen van energie bron (gereduceerde stof) elektrondragers: NAD+, NADP+, (co-enzymen), FAD en FMN (flavo eiwitten, prosthetische groepen), coenzym Q (quinon), cytochromen terminale elektronacceptor (bijv. O2 of NO3-) Belangrijk: in cellen beperkte hoeveelheid van de elektrondragers gereduceerde vormen steeds weer geoxideerd moeten worden ATP = kortdurende opslag/direct gebruik. Landurige opslag = onoplosbare polymeren. - organische polymeren - polyhydroxyboterzuur (PHB60) - glycogeen, vetten - fosforus: (HPO3)n Acinetobacter (n >500) - zwavel: o.a. fototrofe bacteriën enthiomargarita namibiensis ATP vorming door oxidatieve fosforylering t.g.v. proton motive force die opgebouwd is over het cytoplasmamembraan van prokaryoten (mitochondriën in eukaryoten) Glycolyse: Fase 1, voorbereidingsreacties: - Embden-Meyerhof route - anoxisch (zonder zuurstof) - geen oxidaties/reducties - investering van energie (2 ATP) Fase 2, ATP en druivenzuur - anoxisch (zonder zuurstof) - oxidaties, met 2 NADH vorming - 4 ATP productie

10 Fase 3, fermentatie Pyruvaat lactaat, ethanol of co2. Bij fermentaties komt maar 2 ATP per mol glucose vrij. De resterende energie zit nog in de gevormde producten. Dat wordt anders bij het gebruik van een externe elektronacceptor: O2, NO3-. Dan wordt pyruvaat wordt verder afgebroken via citroenzuurcyclus (CZC). In de TCA-cyclus worden de koolstofatomen van pyruvaat volledig geoxideerd (via Acetyl-CoA) waarbij 2 CO2 ontstaat. De vrijkomende elektronen worden overgedragen op NAD+ en FAD. De volledige cyclus is in veel aërobe bacteriën, protozoa, algen en schimmels aanwezig. Drie verbindingen worden ook in anabole reacties gebruikt. NADH wordt bij complex 1 geoxideerd tot NAD (2 elektronen en 4 H eruit). FADH tot FAD bij complex 2 (minder negatief). Proton motor force voor: 1.ATP-produktie 2. Actief transport (permeasen) 3. Voortbeweging ( motortje van flagel) Groeiopbrengst ( growth yield ) in (gram/gram of gram/mol) Y = hoeveelheid m.o. n gevormd / hoeveelheid substraat verbruikt

11 Limiterend substraat: er is een verband tussen groeisnelheid (ų) en nutriëntconcentratie In het voorbeeld kan het limiterende nutriënt boven een concentratie van ~0,1 mg/ml niet sneller worden opgenomen. Aantal en activiteit van transporteiwitten worden beperkend. Ks is concentratie van substraat waarbij ų = 1/2 ųmax ( constante ) Voorbeeld: E. coli heeft een Ks = 0,18 mg/l voor glucose. Soorten reacties op zuurstof 1. obligaat aërobe micro-organismen groeien alleen maar met O2 incl. micro-aërofiele (2-10%O2) Pseudomonas, Arthrobacter, Azotobacter 2. facultatief (an)aërobe m.o. n wel/niet; maar betere groei met O2 gisten, E. coli, Bacillus soorten 3. aërotolerante anaërobe m.o. n - O2? Maakt niet uit! Melkzuurbacteriën 4. obligaat anaërobe m.o. n gaan dood met O2 methanogene organismen, Clostridia, sulfaat reduceerders Toxische zuurstof - Thermodynamisch (niet echt remmend) vanwege de plaats onder in de redox-toren (aëroob organisme wint omdat zuustof een vet goeie elektronenacceptor) - Biochemisch: remt specifieke eiwitten op enzymniveau (bijvoorbeelde het enzym nitraatreductase in denitrificerende bacteriën) - Chemisch: a. directe oxidatie (bijv. SH-groepen in aminozuren, Fe2+-groep in nitrogenase) b. triplet naar singlet door licht (singlet = reactiever) c. radicaalvorming op molecuulniveau

12 Anaërobe organismen kunnen deze stoffen niet kwijt. Aerobe organismen kunnen dat zo: Primaire productie: Lichtenergie wordt omgezet in chemische energie. Sommige organismen gebruiken organische verbindingen als C-bron, zijn dus heterotroof. Elektrondonor is water of anorganische stof zoals H2S. Zuurstof is een afvalproduct van reductie van koolstofbron tot koolwaterstof. Licht om water te splitsen en koolstof te reduceren. Oxygene fotosynthese: Systeem 1: P700 P700 + elektronen vallen terug ADP + P = ATP en een deel NAD + H = NADH CO2 reductie met NADH en cyclische elektronenstroom met ATP (genereert proton motive force ) Op gegeven moment te weinig elektronen Systeem 2: Water naar P680 P680+ systeem 1 Anoxygene fotosynthese: Uitwendige electronen donor (bv. H2S) P870 P870+ ADP + P = ATP en NAD + H = NADH (omgekeerd elektronentransport, kost energie) NADH voor CO2 reductie Calvin cyclus: reductie CO2 1. Carboxyleringsfase = 6 C5 + 6 CO2 rubisco 12 C3 2. Reductiefase: 12 C3 12 ATP en 12 NADPH 12 C3 2 fructose-6-fosfaat in omgekeerde glycolyse 3. Regeneratiefase: 10 C3 ATP 6 C5

13 Chemolitotrofe organismen Gebruiken een anorganische verbinding/element als energiebron (ATP) en vaak CO2 als koolstofbron. Voor dat laatste is reducerend vermogen nodig (NAD(P)H). Energiegenerering is hetzelfde als bij chemo-organotrofe m.o. n (elektronentransportketen, ATPases). Vorming van NAD(P)H: 1.Direct van de anorganische verbinding 2.Via omgekeerd elektronentransport (meeste chemolithotrofe organismen): dit kost energie; organismen volgen de wetten van de thermodynamica. Vaak energietekort en dus langzame groei. Waterstofoxidatie: - 2 H2 + O2 hydrogenase 2H2O + xatp (zeer snelle groei) - veel verschillende soorten (ook Archaea) - alle facultatief chemolithoautotroof (CO2 of organische stof) - groei bij lage O2-concentratie, want hydrogenases zijn zuurstofgevoelig - Calvin cyclus geremd bij aanwezigheid organische stof, die wordt dan eerst gebruikt - H2 is bijna helemaal afkomstig van fermentatieve omzettingen (E.coli) - een aantal H2-oxiderende bacteriën kan ook CO gebruiken als energiebron - belangrijke sink voor CO in bovenste laag van de bodem Zwavelverbindingen - 6 elektronen eraf of 2 erbij, om buitenste schil vol te maken IJzeroxidatie - Fe 2+ + O2 + 2H Fe 3+ + H2O + xatp (zeer langzame groei bij lage ph) - FeOH3 neerslag oranje sloten - Neutrale ph: chemisch (ijzer snel weg, bacteriën geen kans) - Lage ph: biologisch + chemisch - In afwezigheid van O2 is Fe2+ stabiel. - In aanwezigheid van O2 is Fe2+ alleen stabiel bij lage ph. - ijzeroxiderende bacteriën bij neutrale ph voornamelijk voorkomen op het grensvlak anoxischoxisch. Nitrificatie - Elektronen van N naar O - 2 NH3 + 3 O2 2 NO2- + 2H+ + 2H2O + x ATP - 2 NO2- + O2 2 NO3- + y ATP - Sneller dan ijzeroxiderend (want redoxpotentiaalverschil groter) lage groeisnelheid en groeiopbrengst: - autotroof - klein potentiaalverschil tussen NH3 en O2 - NAD(P)H is nodig voor celopbouw in Calvin cyclus Zure regen: ammonium uit landbouw, op monument omgezet in nitriet en nitraat, dan pas zuur Annamox - membraan beschermt cel tegen toxisch intermediair H2N=NH2 (hydrazine: raketbrandstof) - autotroof CO2 + 2NO2- + 2H2O CH2O + 2NO3 - O2 werkt remmend - kan grote betekenis hebben voor onze kennis over de globale stikstofkringloop maar ook in bijv. afvalwaterzuivering (kostenbesparing doordat O2 niet nodig is)

14 Syntrofie - Metabool proces waarbij minimaal twee verschillende micro-organismen moeten samenwerken om een verbinding af te breken. - wordt voornamelijk gevonden bij fermentatieprocessen, oftewel in ecosystemen waarin geen uitwendige elektronacceptoren aanwezig zijn. - Interspecies waterstof overdracht (IH2T) Ethanol fermentatie heeft positieve dg dus verloopt niet spontaan. Methagonese gaat wel vanzelf, maar H nodig. Anaërobe respiratie - i.p.v. zuurstof worden andere elektronacceptoren gebruikt: bijv. NO3-, SO42-, CO2, Fe3+, Mn4+, S0, C2Cl4 - De redoxpotentialen van al deze verbindingen en hun meer gereduceerde vorm zijn lager (zitten hoger in de redoxtoren) dan die van zuurstof/water. - Reacties zijn ecologisch en industrieel gezien van groot belang. - Denitrificatie (waterzuiveringsinstallaties) NO3-? - Sulfaatreductie (mariene milieus: wadlopen) SO42- - Methanogenese (pens herkauwers, energie in afvalwaterzuiveringsinstallaties - CH4) - Bodemreiniging (halorespiratie) C2Cl4 (tetrachlooretheen of PCE) Dissimilatief metabolisme: gebruiken de verbinding als elektronacceptor; grote hoeveelheden; uitscheiding van gereduceerde vorm. (ademhaling) Assimilatief metabolisme: bouwen de verbinding in in celmateriaal; kleine hoeveelheden; geen uitscheiding. Acetogenesis (14.9) tot Organisms and Pathway, p.416) - CO2 komt veelvuldig voor als afbraakproduct van organische verbindingen. - CO2 (HCO3 - ) heeft een oxidatietoestand van + 4 en kan dus dienen als elektronacceptor. Twee groepen anaërobe prokaryoten maken daar gebruik van, waterstof is daarbij de voornaamste elektrondonor. Concurrentie om H2. Methanogene micro-organismen behoren tot de Archaea en ze zijn strict anaëroob. Coccolithoforen: vastleggen van CO2 in de oceanen. - maakt alkenonen = stabiele, vetachtige verbindingen, niet altijd dezelfde samenstelling - lagere temperaturen = meer dubbele bindingen (onverzadigd) membraan langer stabiel? - Alkenonen gebruikt men als klimaat "signalen" uit het verleden (proxy s).

15 Koolstofcyclus - CO2 en (CH2O)n - Vastlegging: - fotosynthese (planten en microorganismen) - chemolithotrofe m.o. n - Vrijkomen: - respiratie van organische stof door chemoorganotrofe m.o. n - CO2 + CH4 en (CH2O)n - acetogene m.o. n - Methanogene m.o. n Gevoelig voor zuurstof Geen andere elektronen acceptor, want concurrentie Halen maar weinig uit reactie Nauwelijks in zout water (sulfaat) Methaan hydraten: bevroren methaan (met water), bodem oceaan (kou en hoge druk). Veel meer dan aardgasreserves. Secundaire fermentatie = syntrofie.

16 Nitrificatie: energie uit oxidatie NH3 en NO2- Assimilatie = vastgelegd in eiwitten. Ammonificatie is afbraak van eiwitten. Denitrificatie: ademhalen met nitraat. Ook weer assimilatie en ammonificatie. Zwavelcyclus H2S oxideren - aeroob - Tot S of SO4 - Chemolithoautotroof - H2S ook als H/elektron donor - Anaeroob - Fototroof - H2S als donor Chemolithotrofe oxidatie Sulfaatreductie - anaërobe bacteriën - chemo-organotroof - halen adem met SO4 2- Sulfaat ingebouwd in eiwit, en weer kapot gemaakt. Herkauwers - anaërobe protisten (106/ml) - anaërobe schimmels - normaal en fermentatie (acetaat, proprionaat, butyraat) Termieten - Anaërobe protozoa - Acetaat + andere producten - methanogene m.o. n vnl. in protozoa (endosymbiose) - acetogene m.o. n vnl. buiten protozoa - Stikstofbindende bacteriën (voor andere m.o. n en zichzelf)

Microbiology & Biochemistry (MIB-10306, microbiologie deel)

Microbiology & Biochemistry (MIB-10306, microbiologie deel) Microbiology & Biochemistry (MIB-10306, microbiologie deel) 1. Morfologie (vorm, grootte, onderdelen) a. Teken schematisch de doorsnede van een bacterie en benoem 10 structuren. vacuole met reservestoffen,

Nadere informatie

a. 38 b. 38 c. 0 d. 36/38

a. 38 b. 38 c. 0 d. 36/38 Microbiologiedeel: Hieronder staan vier vragen die de stijl en diepgang hebben van de vragen van het microbiologiedeel zoals ze op het tentamen gevraagd kunnen worden. 1.a. Hoeveel ATP kan de gram negatieve

Nadere informatie

Methanobrevibacter Methanospirillum. Methanosarcina Methanocaldococcus. Methanotorris. Methanosaeta. Methanothermus

Methanobrevibacter Methanospirillum. Methanosarcina Methanocaldococcus. Methanotorris. Methanosaeta. Methanothermus Methanobrevibacter Methanospirillum Methanosarcina 13. 6 Methanocaldococcus Methanotorris Methanosaeta Methanothermus Grote % GC spreiding, = grote fylogenetische heterogeniteit Andere electronen acceptoren

Nadere informatie

Celademhaling & gisting

Celademhaling & gisting Celademhaling & gisting Tekst voor de leerlingen V. Rasquin - 1 - DISSIMILATIE - TEKST VOOR DE LEERLINGEN celademhaling & GISTING Wij weten dat heel wat processen endergonisch zijn (ze vergen energie).

Nadere informatie

Studiehandleiding Biochemie I

Studiehandleiding Biochemie I Studiehandleiding Biochemie I 2006-2007 1 Proeftentamen Biochemie I 1. Vul de juiste term uit de lijst op de open plaatsen in onderstaande tekst in. Elke term mag maar éénmaal worden gebruikt maar niet

Nadere informatie

Nutriënten: stikstof, fosfor. Assimilatie: opbouw van levend materiaal

Nutriënten: stikstof, fosfor. Assimilatie: opbouw van levend materiaal Nutriënten: sleutelrol bij de groei van organismen en het functioneren van ecosystemen Jos Verhoeven Assimilatie: opbouw van levend materiaal In de eerste plaats: Fotosynthese! 6 CO 2 + 6 H 2 O C 6 H 12

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

1. A. Noem de drie domeinen waarin alle levende organismen worden ingedeeld.

1. A. Noem de drie domeinen waarin alle levende organismen worden ingedeeld. Microbiële diversiteit (COO) Hand-out bij de COO-module, versie 2 oktober 2013 Indeling A. Noem de drie domeinen waarin alle levende organismen worden ingedeeld. B. Alle levende organismen worden in drie

Nadere informatie

Tentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST,

Tentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, Tentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 1. Tijdens fotosynthese ontstaat O 2. Uit welke grondstof(fen) wordt dit O 2 gevormd? De reactie vereist energie. Hoeveel moleculen ATP worden

Nadere informatie

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van foto

Nadere informatie

Bacteriële ijzer reductie

Bacteriële ijzer reductie Bacteriële ijzer reductie Een aantal bacteriën zijn in staat om ferri ijzer te reduceren. Dit gebeurt bv in sedimenten van meren. Dit gereduceerde ijzer kan dan worden getransporteerd over zelfs grote

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van

Nadere informatie

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Celstofwisseling I Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Inleiding 1-12 Deze module gaat over de omzetting van voedsel in energie

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting door Fabienne 1166 woorden 24 oktober 2017 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

Naam: Student nummer:

Naam: Student nummer: Vraag 1. a. Vergelijk de elektronen transportketen van de ademhaling met de elektronentransport keten van de licht reactie (eventueel met tekening). Geef aan waar ze plaats vinden, wie de elektronen donors

Nadere informatie

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart) Bacterie cel: prokaryoot: geen kern, geen chromosomen zoals wij ze kennen maar cirkelvormig Chromosoom: dus wel DNA Sommige autotroof: als ze pigmenten hebben waarmee ze fotosynthese kunnen uitvoeren Meeste

Nadere informatie

1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie

1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie Samenvatting door A. 1427 woorden 12 april 2013 6,5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H3 - Energie 1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie Stofwisseling (metabolisme):

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie

Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Elektronen-transportketen 1. Van enkele processen in

Nadere informatie

Achtergronden bij het Metabolaspel

Achtergronden bij het Metabolaspel Achtergronden bij het Metabolaspel Colofon Naar idee: dr. M. Lopes Cardozo, Universiteit Utrecht prof. dr. M.C.E. van Dam Mieras, Universiteit Leiden Projectleiding: J. Berkhout, Open Universiteit Nederland

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Stofwisseling

Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting door een scholier 1466 woorden 13 juni 2006 5,6 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Thema 1 Stofwisseling Doelstelling

Nadere informatie

Biochemische principes Hans V. Westerhoff

Biochemische principes Hans V. Westerhoff Hans V. Westerhoff Leerstof: Voet, Voet & Pratt: Fundamentals of Biochemistry (1999 editie) Hoofdstukken 13-17, 21 (zie syllabus voor details) Syllabus: de principes van het metabolisme (III.A-E) Syllabus:

Nadere informatie

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn

Nadere informatie

4,5. Samenvatting door L woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Vrije en gebonden energie.

4,5. Samenvatting door L woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Vrije en gebonden energie. Samenvatting door L. 1850 woorden 17 december 2012 4,5 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Vrije en gebonden energie. Vrije energie (kinetische energie) komt voor als warmte en

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden door een scholier 1478 woorden 16 februari 2009 5,6 56 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jouw Havo 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

SAMENVATTING 141 Aminozuren zijn bouwstenen voor de synthese van eiwitten die nodig zijn voor de groei van een organisme. De synthese van aminozuren kost energie dat wordt gewonnen uit de voedingstoffen

Nadere informatie

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106. Examentrainer Vragen Fotosynthese Vanuit tussenproducten van de fotosynthese worden niet alleen koolhydraten gevormd, maar ook vetten, vetzuren, aminozuren en andere organische zuren. Dag- en seizoensgebonden

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Tentamen BIOCHEMIE. (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008)

Tentamen BIOCHEMIE. (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008) Tentamen BIOCHEMIE (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008) Enzymkinetiek en Signaaltransductie 1a Geef twee redenen waarom de snelheid v 0 van een enzymgekatalyseerde reactie S P wordt gemeten op t =

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied

Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied Hoofdstuk 8 Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Het menselijk lichaam heeft er 10 14 oftewel rond de 100 biljoen, terwijl bacteriën

Nadere informatie

Proteobacteria. welke groepen bevatten fototrofen? β Proteobacteria. chemoorganotrophs. chemolithotrophs. chemoorganotrophs γ Proteobacteria

Proteobacteria. welke groepen bevatten fototrofen? β Proteobacteria. chemoorganotrophs. chemolithotrophs. chemoorganotrophs γ Proteobacteria Plants Proteobacteria welke groepen bevatten fototrofen? β Proteobacteria chemolithotrophs chemoorganotrophs α Proteobacteria chemoorganotrophs chemolithotrophs chemoorganotrophs γ Proteobacteria chemolithotrophs

Nadere informatie

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin Meerkeuzevragen Fotosynthese, celademhaling en gisting V. Rasquin MEERKEUZEVRAGEN FOTOSYNTHESE 1. Een brandende kaars dooft vlug onder een glazen stolp. Plaatst men naast de kaars ook een plant onder de

Nadere informatie

APS = adenosinefosfosulfaat. PAPS = Fosfo-adenosine-5 -fosfosulfaat

APS = adenosinefosfosulfaat. PAPS = Fosfo-adenosine-5 -fosfosulfaat APS = adenosinefosfosulfaat PAPS = Fosfo-adenosine-5 -fosfosulfaat Dissimilatief Assimilatief Dissimilatief? electronen ATP-vorming 4H 2 + SO 4 2- + H + HS - + 4H 2 O Desulfovibrio desulfuricans Acetaat

Nadere informatie

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1 de cel Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende onderdelen van een cel. We bespreken het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen.

Nadere informatie

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Wat is stofwisseling? Wat is stofwisseling? Stofwisseling of metabolisme is het geheel van chemische processen in een levend organisme of in levende cellen Een organisme

Nadere informatie

Bio- organische chemie, Biochemie & Celbiologie Deeltentamen 2 26 oktober 2009

Bio- organische chemie, Biochemie & Celbiologie Deeltentamen 2 26 oktober 2009 Vraag 1. Fototrofen en chemotrofen zijn sterk van elkaar afhankelijk omdat: 1. Fototrofen energie leveren aan de chemotrofen en de chemotrofen leveren suikers aan de fototrofen. 2. Fototrofen de chemotrofen

Nadere informatie

VIII Samenvatting voor alle anderen

VIII Samenvatting voor alle anderen VIII Samenvatting voor alle anderen Voor het bestuderen van biologische processen, zoals die plaatsvinden in alle levende cellen van zowel flora als fauna, wordt vaak gebruik gemaakt van bacteriën. Bacteriën

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen

Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen stoffen op uit hun milieu. Enzymen maken de omzettingsprocessen

Nadere informatie

Ecosysteem voedselrelaties

Ecosysteem voedselrelaties Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.

Nadere informatie

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken. Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Archaea en hyperthermofielen De levende organismen op onze aarde kunnen verdeeld worden in twee groepen, de prokaryoten en de eukaryoten. Eukaryote cellen hebben een celkern, een

Nadere informatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18

Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Reactietypen Substitutiereactie Een atoom(groep) wordt vervangen door een andere atoomgroep. Bij halogenen gebeurt dat alleen onder straling.

Nadere informatie

Waar leven is, zijn ook Enzymen

Waar leven is, zijn ook Enzymen Waar leven is, zijn ook Enzymen De verschillende functies van de Enzymen zijn ontelbaar veelzijdig, net zo als bij Microorganismen, maar Enzymen zijn geen Micro organismen. Het betreft hier dus geen levende

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Energie

Samenvatting Biologie Energie Samenvatting Biologie Energie Samenvatting door een scholier 3111 woorden 20 januari 2008 6,9 197 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting biologie Thema 3, Energie Basisstof

Nadere informatie

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41 3 1 Functionele morfologie van de cel 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 2.1 Bouw en functie van het eenheidsmembraan 10 2.2 Overzicht van de celorganellen

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Cellen

Examen Voorbereiding Cellen Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum

Nadere informatie

Biosynthese. Biosynthese. Metabolic engineering. 8 Oktober 2014

Biosynthese. Biosynthese. Metabolic engineering. 8 Oktober 2014 Biosynthese Metabolic engineering 8 Oktober 2014 CV 1982 Studie Moleculaire Wetenschappen, WU 1989 Promotie productie monoklonale antilichamen Bioprocestechnologie&RIVM 1994-2001 Post-docs 2001 Universitair

Nadere informatie

Stoffen, structuur en bindingen

Stoffen, structuur en bindingen Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar 17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume

Nadere informatie

4. Toevoeging van een ontkoppelaar zal in mitochondrien de snelheid van NADH consumptie doen en de snelheid van ATP synthese doen

4. Toevoeging van een ontkoppelaar zal in mitochondrien de snelheid van NADH consumptie doen en de snelheid van ATP synthese doen 1. Ontkoppeling van mitochondriale oxidatieve fosforylatie a. laat nog steeds mitochondriale ATP vorming toe, maar zal het verbruik van O 2 doen stoppen b. zal alle mitochondriale metabolisme doen stilvallen

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat

4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat a. bij de hydrolyse van ATP warmte vrijkomt b. de hydrolyse van ATP de entropie doet toenemen c. ATP sterk bindt aan het substraat van enzymen d. ATP thermodynamisch

Nadere informatie

Micro-organismen: diversiteit en bouw van de cel

Micro-organismen: diversiteit en bouw van de cel Micro-organismen: diversiteit en bouw van de cel Micro-organismen spelen een belangrijk rollen in ons dagelijks leven: in de landbouw, energie, milieu, ziektes, voedselindustrie en de biotechnologie. Op

Nadere informatie

De eukaryotische cel. Inleiding¹

De eukaryotische cel. Inleiding¹ De eukaryotische cel Bronvermelding: 1 Theorie: Junqueira L.C. en Carneiro J. (2004, tiende druk), Functionele histologie, Maarssen. Uitgeverij Elsevier. Hoofdstuk 3, 'De cel'. 2 Wikipedia, de vrije encyclopedie,

Nadere informatie

Micro-organismen. organismen

Micro-organismen. organismen Micro-organismen organismen Agenda Wat zijn micro-organismen? Verschil tussen bacteriën en virussen Wat zijn micro-organismen? Een micro-organisme is niet zichtbaar met het blote oog: Bacteriën (gram positief/negatief)

Nadere informatie

13 Energietransport in cellen

13 Energietransport in cellen Heterotrofe organismen (bv de meeste bacteriën, schimmels en dieren) kunnen geen organische stoffen vormen uit alleen anorganische stoffen; zij zijn niet in staat tot koolstofassimilatie. Zij moeten organische

Nadere informatie

1. Covalent. 2. Ionogene fosfaat bindingen. 3. Niet- covalent. 4. Van der Waals interacties tussen de basen.

1. Covalent. 2. Ionogene fosfaat bindingen. 3. Niet- covalent. 4. Van der Waals interacties tussen de basen. Vraag 1. Welk antwoord is niet juist? 1. Bacteriële genoom is circulair. 2. DNA replicatie begint bij de geboorte van een bacterie. 3. DNA replicatie is bi- directioneel. 4. Het bacteriële genoom heeft

Nadere informatie

BASISSTOF. 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese Functionele bouw van een chloroplast Fotosynthesereacties 48

BASISSTOF. 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese Functionele bouw van een chloroplast Fotosynthesereacties 48 3 1 De cel 3 Autotrofe voeding 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese 44 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 3 Verband cel - weefsel - orgaan - stelsel

Nadere informatie

Bemesting actueel en uitdagingen toekomst. Piet Riemersma Specialist ruwvoer

Bemesting actueel en uitdagingen toekomst. Piet Riemersma Specialist ruwvoer Bemesting actueel en uitdagingen toekomst Piet Riemersma Specialist ruwvoer 1 Stikstof in de lucht (N 2 ) Verliezen Denitrificerende bacteriën Rhizobium bacterie Assimilatie Stikstof fixatie door bacteriën

Nadere informatie

Archaebacteriën. Eubacteriën. Eukaryoot

Archaebacteriën. Eubacteriën. Eukaryoot H5n 10-09-2001 16:41 Pagina 100 Samenvatting De gist Saccharomyces cerevisiae is bij de meeste mensen bekend als bakkersgist en wordt behalve voor het bereiden van brood onder andere ook gebruikt voor

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek LTO42 Toets 5.1 Boek: Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk, Blz 321-324, Blz 328-332, Blz 336-345)

Nadere informatie

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire

Nadere informatie

Hand-out Microbiologie

Hand-out Microbiologie Hand-out Microbiologie COO-module bij hoofdstuk 25, 26, 27, 28 en 31 uit Biology van Campbell. NB In de module krijg je een random selectie van 18 van deze vragen. Hieronder staan dus meer vragen dan je

Nadere informatie

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal)

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) LTO42 Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk,

Nadere informatie

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel Auteurs: Sjoerd Schouten & Kelly Simons Studentnr: 0889861, 0879682 Datum: 8 Februari 2015 instituut: Hogeschool

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Gisten zijn ééncellige organismen. Er zijn veel verschillende soorten gisten, waarvan Saccharomyces cerevisiae, oftewel bakkersgist, de bekendste is. Gisten worden al sinds de

Nadere informatie

Ontwikkelingen analyses weerbaar substraat. Natasja Poot - Productmanager Bodemgezondheid

Ontwikkelingen analyses weerbaar substraat. Natasja Poot - Productmanager Bodemgezondheid Ontwikkelingen analyses weerbaar substraat Natasja Poot - Productmanager Bodemgezondheid 1 Weerbaar substraat belangrijk? Biologische substraatkwaliteit wordt steeds belangrijker Meer belangstelling en

Nadere informatie

ANORGANISCHE STOFKLASSEN

ANORGANISCHE STOFKLASSEN ANORGANISCHE STOFKLASSEN 1. ATOMEN... 3 1.1. STRUCTUUR VAN HET ATOOM...3 1.2. DE ELEKTRONCONFIGURATIE...4 2. STOFFEN EN MENGSELS...5 2.1. ZUIVERE STOFFEN... 5 2.1.1. Soorten zuiveren stoffen...5 2.1.2.

Nadere informatie

De strijd tegen nosocomiale infecties, een multidisciplinaire aanpak

De strijd tegen nosocomiale infecties, een multidisciplinaire aanpak De strijd tegen nosocomiale infecties, een multidisciplinaire aanpak Els Van Mechelen 19 december 2013 Micro organismen Overzicht Inleiding Biomoleculen Virussen : Bouw en vermenigvuldiging Bacteriën :

Nadere informatie

vwo energie en materie 2010

vwo energie en materie 2010 vwo energie en materie 2010 De Noordzee Allerlei activiteiten en ingrepen van de mens hebben effect op het ecosysteem van de Noordzee. Zo is de aanvoer van zouten toegenomen door de landbouw en als gevolg

Nadere informatie

Tentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, Antwoorden

Tentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, Antwoorden Tentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 Antwoorden 1. Hieronder is de structuur weergegeven van octadecyl rhodamine B chloride. Let op de alifatische (CH 2 ) 17 keten die is veresterd

Nadere informatie

Sneller en goedkoper saneren van vervuilde bodems met behulp van

Sneller en goedkoper saneren van vervuilde bodems met behulp van Sneller en goedkoper saneren van vervuilde bodems met behulp van Sneller en goedkoper saneren van vervuilde bodems Bron: Chemisch Weekblad, juli 2009 Chloorvreters opjutten Door: poly-lactaat als slurry

Nadere informatie

Cellen van drie domeinen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Cellen van drie domeinen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 16 december 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/93532 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie

Nadere informatie

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Inkuilproces Proces bij het inkuilen: In de kuil ondergaat het gewas een biochemisch proces onder invloed van micro-organismen Een

Nadere informatie

+ 6CO2 + 6H2O = C6H12O6 + 6O2

+ 6CO2 + 6H2O = C6H12O6 + 6O2 FPMO De Kok Fotosynthese: licht energie + 6CO2 + 6H2O = C6H12O6 + 6O2 (suikers en zuurstof) Net primary production = carbon fixatie per m2 per jaar In praktijk is fotosynthese complexer: zie plaatje. Fotosynthese

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H1+2

Samenvatting Biologie H1+2 Samenvatting Biologie H1+2 Samenvatting door Marjolein 2356 woorden 20 december 2017 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-h12

Nadere informatie

- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur

- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier

Nadere informatie

Metabolisme in Archaea

Metabolisme in Archaea Archaea Archaea Metabolisme in Archaea Chemoorganotrofen Entner Doudoroff Glycolyse Citroenzuurcyclus Acetyl-CoA weg Electron transport: cytochroom a, b en c Electron acceptor: O 2, S Chemolithotrophy

Nadere informatie

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 11 Biomoleculen bladzijde 1 Opgave 1 Geef de reactie van de verbranding van glucose (C 6H 12O 6) tot CO 2 en water. C 6H 12O 6 + 6 O 2 6 CO 2 + 6 H 2O Opgave 2 Hoe luidt de reactie (bruto formules)

Nadere informatie

Chapter 9. Samenvatting

Chapter 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting 125 126 Samenvatting De familie van Nudix hydrolase enzymen omvat een groep verwante eiwitten die een specifieke chemische omzetting in nucleotieden kunnen faciliteren. In dit proefschrift

Nadere informatie

Scheikundige begrippen

Scheikundige begrippen Scheikundige begrippen Door: Ruby Vreedenburgh, Jesse Bosman, Colana van Klink en Fleur Jansen Scheikunde begrippen 1 Chemische reactie Ruby Vreedenburgh Overal om ons heen vinden er chemische reacties

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

Samenvatting voor de leek

Samenvatting voor de leek Samenvatting voor de leek 185 186 Bacteriën zijn overal.. Bacteriën zijn overal om ons heen aanwezig. Geregeld zijn deze kleine beestjes negatief in het nieuws, zodra bepaalde soorten bacteriën weer een

Nadere informatie

PHA productie uit Organische reststromen. BIONND THE FUTURE. 8 mei 2014 Henk Doddema

PHA productie uit Organische reststromen. BIONND THE FUTURE. 8 mei 2014 Henk Doddema PHA productie uit Organische reststromen. BIONND THE FUTURE 8 mei 2014 Henk Doddema Meer dan 300 soorten bacteriën kunnen PHA s maken en opslaan in hun cellen Rhodomonas sp. Halomonas sp. Alcaligenes (nu

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Leuk dat je een cursus biologie komt volgen! Maak deze opgaven als voorbereiding. Zoals je weet moet je veel stof bestuderen voor het eindexamen biologie. Tijdens

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Examencursus

Voorbereidende opgaven Examencursus Voorbereidende opgaven Examencursus Tips: Maak de volgende opgaven voorin in één van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een som niet lukt, werk hem dan uit tot waar je kunt en

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015

Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015 Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015 Vragen bij COO over hoofdstuk 11, 12 en 17 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk Membranen 1. Je wordt gevraagd een kunstmatige membraan te

Nadere informatie

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding

Nadere informatie

ENZYMEN. Hoofdstuk 6

ENZYMEN. Hoofdstuk 6 ENZYMEN Hoofdstuk 6 H6 ENZYMEN opbouw en werking mechanisme Invloeden op de enzymactiviteit Temperatuur ph Enzym-substraatconcentratie Remstoffen Naamgeving Toepassing mogelijkheden enzymen Spijsverteringsenzymen

Nadere informatie

Moderne biotechnologie

Moderne biotechnologie Moderne biotechnologie 6 vwo Van cel naar fabriek 1 COLOFON Het ontwikkelteam: Ingeborg de Kooter, Christelijk Lyceum te Delft Daan Robeerst, student LST, TU Delft Sander Haemers, Stanislas College te

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort.

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN OERSOEP TOT OERMENS. College 1 Introductie evolutie Aarde en kosmos, Big Bang en Oersoep

EVOLUTIE VAN OERSOEP TOT OERMENS. College 1 Introductie evolutie Aarde en kosmos, Big Bang en Oersoep EVOLUTIE VAN OERSOEP TOT OERMENS College 1 Introductie evolutie Aarde en kosmos, Big Bang en Oersoep EVOLUTIE, VAN OERSOEP TOT OERMENS Uw docent Kees Boele PROGRAMMA 1. Aarde en Kosmos, van Big Bang tot

Nadere informatie