Plan van aanpak verplaatsen paddenpoel en inrichting en beheer nieuwe biotoop in Warande Lelystad.

Transcriptie

1 Plan van aanpak verplaatsen paddenpoel en inrichting en beheer nieuwe biotoop in Warande Lelystad. 24 februari 2016

2 Inleiding en aanleiding. De huidige paddenpoel in Warande (zie bijlage 1.), die tevens dient als compensatie gebied voor de rugstreeppad, functioneert niet: hij is te diep, de wanden zijn te steil en de omgeving is te begroeid. Tevens is het gebied niet dynamisch genoeg. Door het huidige beheer is een dichte zode ontstaan in het gebied rondom de poel. En het oppervlak dat beheerd wordt is te klein. Onlangs is geconstateerd dat de poel niet op de juiste plaats is aangelegd. Hij bevind zich in voor woningbouw uit te geven gebied. En ook is zijn ligging in conflict met het uit te voeren waterplan. Daarom is de keus gemaakt de paddenpoel in 2015 te verplaatsen. Plan van aanpak verplaatsen paddenpoel. Het is de bedoeling de huidige poel na het voortplantingsseizoen van de rugstreeppad, dus na september, te dichten. Daarom wordt een nieuw leefgebied ingericht voor de rugstreeppad. Dit gebied ligt aansluitend aan de huidige poel en wordt begrensd door de nieuw te graven watergang, het fietspad Larserdreef, Strak Park en deelplan 2. Hieronder is het voorstel voor de nieuwe biotoop. Legenda: Rode gedeelte met grijze arcering = uit te geven grond, deelplan2. Blauwe lijn = waterloop, onderdeel van peilbesluit. Dit gebied is veel groter dan de huidige paddenpoel (ongeveer 10.00m2). Het bestrijkt een groot deel van het oude gronddepot Buizerdweg. Dit vormt nu al een goed leefmilieu voor de rugstreeppad door de daar plaats vindende activiteiten, waardoor minder vegetatie ontwikkeling en vaak ondiep water wat in de diepere rijsporen blijft staan. Hier komen nu al rugstreeppadden voor, meer dan in en rond de compensatiepoel. 2

3 In het gebied wordt door middel van de aanwezige grond heuvels en laagtes aangelegd (zie tekening hier boven). De overtollige grond wordt afgevoerd. De 2 lichtgele laagtes zullen voor het grootste deel van het jaar water bevatten (50-100m2). Het is de bedoeling een gebied te creëren dat niet allen voor de rugstreep pad aantrekkelijk is, maar ook voor kinderen om te spelen, zodat dynamiek gegarandeerd is. Het gebied zal zo beheerd worden dat er open gedeelten blijven met spaarzame vegetatie en plaatselijk rulle zandige zandbodems. Voor de verandering van het compensatiegebied van de huidige ontheffing voor de rugstreeppad met kenmerk FF/75C/2014/0301, die geldig is van 24 november 2014 t/m 23 november 2019, is 12 juni 2015 een wijzingsverzoek ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Deze is verleend op 4 november De ontheffing met bovenvermeld kenmerk is daarmee vervallen en wordt vervangen door de ontheffing met kenmerk: FF/75C/2014/0301A. 3

4 Voorwaarden gebied. Het nieuwe gebied moet een duurzaam voortplantingsgebied voor de rugstreeppad worden. Het moet daarbij aan de volgende voorwaarden voldoen. Voortplanting: Er moet voldoende geschikt water (stilstaand, niet te zuur) zijn op het moment van de voortplanting in april/mei. Er komt minimaal één poel met voldoende water en met geleidelijk aflopende oevers, bij voorkeur 1:10. In het water moet geen vis aanwezig zijn en het water moet in het voorjaar snel kunnen opwarmen. Daarom rond het water weinig of geen opgaande begroeiing, zodat het water door de zon beschenen kan worden en verwarmd, en niet te diep zijn (max. 50cm). Verder niet te veel waterplanten (ondergedoken of drijvend) door gefaseerd uit te voeren beheer. Er mogen geen werkzaamheden uitgevoerd worden tijdens het voortplantingseizoen in de voortplantingswateren. Deze periode loopt globaal van april t/m september. De werkzaamheden in voortplantingswateren pas beginnen als met zekerheid is vastgesteld dat de poelen of plassen verlaten zijn. Voedsel: Er moet voldoende voedsel aanwezig zijn. Schuilen en overwinteren: Er moet in de nabije omgeving voldoende gelegenheid zijn om te schuilen en de winter door te brengen in de vorm van obstakels zoals: houtstammen, rietmaaisel, holen en een open en toegankelijke zode. Er moet voldoende vergraafbaar zand aanwezig zijn waar de rugstreeppad kan foerageren en zich kan ingraven. Werkzaamheden ter plaatse van de overwinteringlocaties uitstellen tot na de winterrust periode. Deze loopt globaal van oktober t/m maart. Werkzaamheden ter plaatse van overwinteringlocaties mag pas plaatsvinden nadat met zekerheid is vastgesteld dat deze verlaten zijn. Werkzaamheden: De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd onder leiding van een deskundige op het gebied van de rugstreeppad om zoveel mogelijk directe schade te voorkomen tijdens de werkzaamheden en duurzame vestiging van de rugstreeppad te bewerkstelligen. Hiervoor is ondersteuning ingeroepen van landschapsbeheer Flevoland, zij zullen beoordelen of de voorgestelde werkzaamheden zullen leiden tot het beoogde doel. Voor verder informatie verwijzen wij naar de soortenstandaard voor de rugstreeppad van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van maart

5 Uitvoering (eerste jaar/ 2015) De werkzaamheden zullen bestaan uit de voorbereiding van het gebied (rugstreeppad klaar maken) en het in stand houden van voor de rugstreeppad gunstige omstandigheden. De uitvoeringstekening van het nieuwe gebied voor de rugstreeppad is als bijlage 2. toegevoegd. Voorbereiding gebied februari/maart 2015 Een aantal werkzaamheden in het gebied zal voor half maart uitgevoerd moeten worden. Werkzaamheden februari/maart: - Het gebied toegankelijk maken voor machines (kraan en maaimachine). Is reeds afgerond. - Aanwezige begroeiing (v.n.l. wilgen opslag) maaien met bosmaaier/ motorzaag. Dit is al gebeurd. - Maaisel afvoeren naar nabij gelegen locatie (op hopen leggen). Dit is inmiddels afgerond. Werkzaamheden juli/augustus tot heden - Grond afvoeren tbv belasting terrein nieuw te bouwen MultiFunctionele Accommodatie (MFA). - Aanleg nieuw compensatiegebied met de resterende grond conform het voorstel paddenpoel Warande van 30 april Eventuele overtollige grond afvoeren en verwerken in deelplan 2. - Nieuwe poel(en) aanleggen (niet te diep en met geleidelijk aflopend talud, 1:10). Dit is inmiddels afgerond. - Om voldoende vergraafbare grond te hebben worden in maart/april 2016 twee vrachten zand aangebracht bij de poelen. Werkzaamheden eind september De oude poel dempen. Dit gebeurt vanaf 1 kant zodat eventueel nog aanwezige padden kunnen ontsnappen. - Graven watergang t.b.v. uitvoering peilbesluit 2013 ( afhankelijk van verlening ontgrondingsvergunning). 5

6 Jaarlijks terugkerende werkzaamheden Juni/juli/augustus - Het maaien van het direct omliggende gebied van de poel(en) met een klepelmaaier 2-6x. - Zorgen voor minimaal 5m2 vergraafbaar zand in omgeving van de poel(en) door 1x in de 3 jaar afschrapen van de zode of met een bosklepelmaaier. - Het water in de poel(en) ontdoen van riet (50%) en waterplanten (jaarlijks 1/3 deel) d.m.v. maaien met handzeis. September/oktober november/december - Controle - Het verwijderen van boom en struikvormers aan de oost, west en zuidzijde van de poel(en) binnen een afstand van 25m. Het najaarsbeeld is een lage en matige begroeiing van riet en vaste planten in en om de poel(en). De poel(en) dient/dienen gemiddeld eens per 5 jaar voor ¾ deel gebaggerd te worden in september/ oktober. De eerste keer in Algemeen: Graaf en beheeractiviteiten in de landbiotoop dienen altijd gefaseerd uitgevoerd te worden. Het hele jaar door verblijft altijd een deel van de rugstreeppadden op het land. 6

7 Werkprotocol - Medewerkers die in dit gebied werkzaamheden verrichten moeten in het bezit zijn van het certificaat zorgvuldig handelen flora en faunawet, of werken o.l.v. iemand die in het bezit is van het certificaat zorgvuldig handelen flora en faunawet (minimaal 1 per werkeenheid per werklocatie). - Alleen geïnstrueerde medewerkers mogen dit gebied betreden en werkzaamheden verrichten. Dit betekent dat alle personen die werkzaamheden gaan verrichten in dit gebied voor de aanvang van de werkzaamheden geïnformeerd moeten worden hoe zij met dit gebied om moeten gaan. - Alle medewerkers die werkzaamheden in dit gebied verrichten moeten het werkprotocol gelezen hebben en bij zich dragen. - Voorafgaand aan werkzaamheden wordt het te bewerken gebied verkent onder begeleiding van een deskundige en aanwezige dieren zo verplaatst dat deze geen risico lopen om tijdens de werkzaamheden gedood of beschadigd te worden. Als tijdens werkzaamheden toch nog rugstreeppadden aangetroffen worden dient het werk stil gelegd te worden. De aanwezige dieren dienen opgepakt en naar een vergelijkbaar habitat buiten het werkterrein te worden gebracht. - Bijzonderheden moeten worden gemeld, dit kunnen zijn: schade, vervuiling en de aanwezigheid van andere bijzondere soorten. - Dode dieren moeten worden gemeld. - De werkzaamheden worden strikt volgens de planning uitgevoerd, tenzij de directie anders beslist. - Tijdens de uitvoering van werkzaamheden dient een afschrift van de ontheffing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op de locatie aanwezig te zijn en op verzoek kunnen worden getoond. Evaluatie Tijdens het eerste seizoen zal de gemeente na elke periode, zoals aangegeven bij de werkzaamheden, Landschapsbeheer Flevoland vragen om een evaluatie. Is gewerkt volgens de gemaakte afspraken en hebben de genomen maatregelen tot het gewenste effect geleid. Of zijn er nog aanvullende acties nodig. De daarop volgende jaren zal het gebied periodiek door Landschapsbeheer Flevoland geïnventariseerd worden om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen. Het gebied zal gemonitoord worden op zijn functionaliteit als voortplantings- en vaste rust- of verblijfsplaats voor de rugstreeppad. Deze monitoring wordt uitgevoerd binnen het Monitoringplan Flora en Fauna Lelystad. De bevindingen worden aan het eind van het jaar via een monitoringverslag gerapporteerd en op de website gepubliceerd. Deze verslagen zullen de komende 5 jaar jaarlijks voor 31 december van het lopend kalenderjaar ter informatie aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voorgelegd te worden. 7