Océ-Technologies B.V. R.W.R. Rutten Postbus MA VENLO. Datum 3 februari 2017 Betreft Beslissing op de aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Océ-Technologies B.V. R.W.R. Rutten Postbus MA VENLO Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T F ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer Betreft Beslissing op de aanvraag Ruimtelijke ingrepen Kenmerk FF/75C/2016/0546.toek.kg Bijlagen 1 Geachte heer Rutten, Op 11 november 2016 heeft u een ontheffing aangevraagd. Ik heb uw aanvraag met de aanvullingen van 16 januari 2017 en 18 januari 2017 beoordeeld. In deze brief licht ik dit nader toe en leest u wat mijn beslissing is. De Wet natuurbescherming Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht geworden. Het overgangsrecht in deze wet bepaalt dat aanvragen die onder de Flora- en faunawet zijn ingediend en waarop nog geen besluit is genomen, worden beoordeeld volgens de Wet natuurbescherming. Dit kan van invloed zijn op dit besluit, omdat vanaf 1 januari 2017 een aantal soorten niet meer bij wet zijn beschermd of dat juist wel zijn geworden. Het kan ook zo zijn dat in uw projectgebied soorten voorkomen die beschermd zijn, maar waar u nu nog geen ontheffing voor heeft. In dat geval dient u mogelijk een aanvullende ontheffing aan te vragen bij het bevoegd gezag. Inhoud aanvraag De aanvraag heeft betrekking op het verwijderen van Tijdelijke Natuur voor het gebied Tijdelijke natuur Océ Venlo, gelegen in de gemeente Venlo. Ontheffing wordt gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 3.1, 3.5 en 3.10 van de Wet natuurbescherming voor wat betreft exemplaren van de soorten zoals opgenomen op de soortenlijst behorende bij de biogeografische regio s zandgebied, rivierengebied en stedelijk gebied van de provincie Limburg. Pagina 1 van 8

2 Besluit Ik verleen u voor de periode van tot en met 12 november 2026 ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 3.5 en 3.10 van de Wet natuurbescherming voor zover dit betreft het vernielen, beschadigen, ontwortelen of op enigerlei andere wijze van de groeiplaats verwijderen van planten; alsmede van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 3.1, 3.5 en 3.10 van de Wet natuurbescherming voor zover dit betreft het beschadigen, vernielen van nesten of andere voortplantings- of rustplaatsen voor de verschillende vogels met jaarrond beschermd nest, zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en insecten, zoals opgenomen in de tabel behorende bij de biogeografische regio s zandgebied, rivierengebied en stedelijk gebied van de provincie Limburg en zoals opgenomen in de tabellen behorende bij de beleidslijn Tijdelijke Natuur 1. Het is echter mogelijk dat zich in de toekomst soorten gaan vestigen die niet in deze ontheffing zijn genoemd. Als soorten worden aangetroffen op welke deze ontheffing geen betrekking heeft moet u deze melden bij het bevoegd gezag. In het geval er een beschermde soort wordt aangetroffen die nog niet is vermeld op de soortenlijst, die van toepassing is op de biogeografische regio s waarvoor de ontheffing is afgegeven, zal deze soort op initiatief van het bevoegd gezag alsnog aan de soortenlijst worden toegevoegd zonder gevolgen voor grondeigenaar of verleende ontheffing. De overwegingen die ten grondslag hebben gelegen aan dit besluit worden in bijlage 1 toegelicht. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften a. De ontheffing wordt slechts voor de boven aangegeven soorten en beschreven verboden handelingen verleend. b. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden nodig voor het verwijderen van Tijdelijke Natuur, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. c. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met het bevoegd gezag indien aan het einde van de ontheffingsperiode bij het verwijderen van Tijdelijke Natuur om de nieuwe bestemming te kunnen realiseren andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift a noodzakelijk zijn. d. Het gebied waarvoor de ontheffing geldt, betreft planlocaties 2B en 4 gelegen in de gemeente Venlo, één en ander zoals is weergegeven op figuur 1 van het bij het aanvraag gevoegde rapport Tijdelijke Natuur Océ; aanvraag ontheffing flora- en faunawet voor Tijdelijke Natuur van 18 oktober Beleidslijn Tijdelijke Natuur. Stcrt. 2015, Pagina 2 van 8

3 e. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. f. Het terrein dient minimaal één jaar beschikbaar te zijn voor Tijdelijke Natuur vanaf de datum ontheffingverlening. g. Daarnaast dient u de overige regels uit de beleidslijn Tijdelijke Natuur in acht te nemen. h. Bij activiteiten die binnen de ontheffingsperiode plaatsvinden op terrein waar Tijdelijke Natuur op rust, dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. Specifieke voorschriften i. Maatregelen die ertoe leiden dat de kans op kolonisatie door de soorten waarvoor deze ontheffing geldt wordt verkleind, dienen zoveel mogelijk achterwege te worden gelaten vanaf het begin van de ontheffingsperiode tot het moment van ingebruikname van het plangebied. j. Maatregelen die ertoe leiden dat de kans op verspreiding vanuit het plangebied naar de omgeving, van de soorten waarvoor deze ontheffing geldt wordt verkleind, dienen zoveel mogelijk achterwege te worden gelaten vanaf het begin van de ontheffingsperiode tot het moment van ingebruikname van het plangebied. k. Een jaar voor het aflopen van de ontheffing of voor het opruimen van de Tijdelijke Natuur dient het terrein gemonitord/geïnventariseerd te worden op welke soorten aanwezig zijn. De methodologie en de timing van deze inventarisatie dient afgestemd te zijn op de soorten die redelijkerwijs kunnen worden verwacht in het gebied, gebaseerd op boven aangegeven soorten waar deze ontheffing op van toepassing is. l. Op basis van de inventarisatie dienen maatregelen te worden opgesteld die schade aan planten en dieren zo veel mogelijk dienen te voorkomen of tot een minimum te beperken. Hiertoe dienen onderstaande voorwaarden te worden uitgevoerd: 1. In het plangebied aangetroffen planten en diersoorten dienen op zorgvuldige wijze te worden verplaatst naar een geschikt biotoop in de directe omgeving van het plangebied. 2. Bij de planning van de werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met de seizoensactiviteiten van de soorten waarvoor ontheffing wordt verleend, om verstoring in de meest kwetsbare perioden (zaadzetting, voortplanting, winterrust) te voorkomen. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige op het gebied van de betreffende soorten. Pagina 3 van 8

4 3. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient, indien de soort aanwezig is, de groeiplaats, voortplantings- of andere rustplaats en/of het foerageergebied van de betreffende soort op het juiste moment (buiten de kwetsbare periode van die soort) ongeschikt gemaakt te worden, om herkolonisatie tegen te gaan. Dit dient onder begeleiding van een deskundige van de betreffende soort(en) uitgevoerd te worden. m. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. n. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte te worden gesteld. Overige voorschriften o. Indien blijkt dat het opruimen van Tijdelijke Natuur niet binnen de gestelde termijn gaat plaatsvinden, dient u, zeker zes maanden voor het verstrijken van deze termijn een verlengingsverzoek in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. p. Aanspreekpunt in het kader van deze ontheffing en de daaruit voortvloeiende voorschriften is het bevoegd gezag. Opmerking q. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Pagina 4 van 8

5 Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Pagina 5 van 8

6 Bijlage 1: overwegingen Wet natuurbescherming Beleidslijn Tijdelijke Natuur Het ministerie van EZ wil de ontwikkeling van Tijdelijke Natuur in Nederland bevorderen. Door het verlenen van een ontheffing aan eigenaren van braakliggende terreinen kunnen de kansen voor beschermde pioniersoorten vergroot worden. Een aanvraag voor Tijdelijke Natuur kan worden ingediend wanneer voldaan is aan de volgende voorwaarden: a) de uiteindelijke bestemming van het terrein ligt vast, dan wel de bestemming is duidelijk, d.w.z. er moet overtuigend aangetoond worden dat de bestemming gaat veranderen en dat daarover geen discussie meer is, b) die bestemming is nog niet gerealiseerd, c) die bestemming in de regel niet natuur is 2, d) er spontane (of op beperkte schaal geleide) natuurontwikkeling plaats vindt tussen het moment dat (vooraf) ontheffing is verleend voor het ruimen van de beschermde soorten die zich mogelijk in het gebied zullen vestigen en het moment van daadwerkelijke realisatie van de uiteindelijke bestemming, e) de natuur minimaal één jaar 3 de tijd krijgt om zich te ontwikkelen, en f) aan noodzakelijke compensatievoorwaarden is voldaan of juridisch afdoende vastgelegd is hoe dat zal gebeuren. Binnen de aanvraag wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden van Tijdelijke Natuur. Océ in Venlo wil de biodiversiteit op het bedrijventerrein stapsgewijs vergroten. De Tijdelijke Natuur is onderdeel van het meerjarenprogramma biodiversiteit. Océ heeft het voornemen sommige delen van het bedrijventerrein geheel vrij te laten waardoor de natuur zich hier op spontane wijze kan ontwikkelen. Door sommige delen van het terrein met hekwerken af te zetten wordt menselijke verstoring voorkomen en de rust voor diersoorten gewaarborgd. Océ heeft de intentie gedeeltelijk specifieke beheer- en inrichtingsmaatregelen door te voeren, zoals bijvoorbeeld het aanleggen van een poel in de plangebieden 2B en 4 zuidoost. In het belang van de ontwikkeling van Océ Venlo en de veiligstelling van (beschermde) natuurwaarden in het plangebied kiest Océ doelbewust voor een gebiedsgerichte aanpak. Biogeografische regio s Binnen Tijdelijke Natuur is gebruik gemaakt van de biogeografische kaart van Nederland en bijbehorende soortenlijst. Voor alle biogeografische regio s is de vestigingskans per beschermde soort onderzocht. Deze soortenlijst geeft per biogeografische regio een indicatie welke soorten zich in een gebied voor Tijdelijke Natuur zouden kunnen vestigen. 2 Een uitzondering wordt gemaakt voor terreinen die wel de uiteindelijke bestemming natuur hebben, maar die om enigerlei reden nog niet definitief als zodanig kunnen worden ingericht. 3 De termijn kan langer zijn omdat niet in elk jaargetijde Tijdelijke Natuur opgeruimd kan worden. Pagina 6 van 8

7 Het plangebied is gelegen in de gemeente Venlo, betreffende planlocaties 2b en 4. Het plangebied valt daarmee onder de biogeografische regio s zandgebied, rivierengebied en stedelijk gebied van de provincie Limburg. Alle soorten waarvoor ontheffing is aangevraagd of verleend, vallen onder deze biogeografische regio s. Instandhouding van de soorten Er bestaat een kans dat de soorten zich binnen de looptijd van de ontheffingsperiode van Tijdelijke Natuur in het plangebied kunnen gaan vestigen. Het concept Tijdelijke Natuur zal succesvol zijn als soorten daadwerkelijk de kans krijgen om zowel het gebied te koloniseren, als vanuit het gebied nieuwe gebieden te koloniseren. Daarom is het van belang dat de soorten waarvoor ontheffing wordt verleend gedurende de periode dat Tijdelijke Natuur wordt toegestaan, de kans krijgen het gebied te kunnen koloniseren en/of zich kunnen verspreiden vanuit het plangebied naar de omgeving. Deze maatregelen dienen te worden bepaald en uitgevoerd door een deskundige. Om deze maatregelen te kunnen uitvoeren dient één jaar voorafgaand aan het aflopen van de ontheffing of vóórafgaand aan de werkzaamheden door een deskundige geïnventariseerd te worden of de soort aanwezig is in het plangebied. Bovenstaande mitigerende maatregelen dienen in een ecologisch werkprotocol te worden opgenomen. Dit ecologisch werkprotocol dient op de locatie aanwezig te zijn en onder betrokken werknemers bekend te zijn. Werkzaamheden dienen conform dit protocol te worden uitgevoerd. De gunstige staat van instandhouding van de soorten binnen de hierboven aangegeven biogeografische regio s komt niet in gevaar. Andere bevredigende oplossing Een alternatievenafweging is niet aan de orde. De terreinen waar nu natuur wordt geweerd kunnen door het toestaan van natuurontwikkeling de kans krijgen zich te ontwikkelen tot biotopen waar allerlei soorten flora en fauna profijt van kunnen hebben. De alternatievenafweging ziet dan meer toe op de te treffen maatregelen in het kader van de zorgplicht. Vóórafgaand aan het verwijderen van de Tijdelijke Natuur dienen een aantal mitigerende maatregelen te worden genomen om zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Hiermee is het voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Belang van de ingreep U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van het belang: ter bescherming van flora en fauna. Tijdelijke Natuur draagt bij aan de duurzame instandhouding van de inheemse flora en fauna; het biedt mogelijkheden om de verspreiding van soorten te bevorderen. Met name pioniersoorten en vroege soorten die afhankelijk zijn van dynamiek in het landschap, zullen profiteren. In een volgend stadium van natuurlijke successie zullen deze soorten vanzelf verdwijnen, maar biedt ruimte aan andere beschermde soorten. Pagina 7 van 8

8 Tijdelijke Natuur kan daarom een permanente winst zijn. Soorten kunnen zich in het tijdelijke gebied versterken en van daaruit nieuwe terreinen bezetten. Het belang waarop ontheffing wordt verleend is de bescherming van de flora en fauna. Gelet op het voorgaande en door het treffen van de in de ontheffing genoemde maatregelen ben ik van oordeel dat het verbeteren van de situatie voor de eerdergenoemde soorten van een zodanig belang is dat de negatieve effecten op beschermde dier- en plantensoorten die als gevolg van de opruiming van de Tijdelijke Natuur van het project zullen optreden rechtvaardigen. Pagina 8 van 8