Prevalentie van gediagnosticeerde en ongediagnosticeerde coeliakie in Nederland*
|
|
- Hugo de Boer
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 oorspronkelijke stukken Prevalentie van gediagnosticeerde en ongediagnosticeerde coeliakie in Nederland* J.J.Schweizer, B.M.E.von Blomberg, H.B.Bueno de Mesquita en M.L.Mearin Zie ook het artikel op bl. 797 en 801. Doel. De prevalentie vaststellen van gediagnosticeerde en ongediagnosticeerde coeliakie in de algemene Nederlandse bevolking, alsmede eventuele verschillen in gezondheidstoestand en sociaal-economische situatie tussen personen met en zonder coeliakie. Opzet. Retrospectief cohortonderzoek. Methoden. Gediagnosticeerde coeliakie werd onderzocht bij deelnemers aan 2 bevolkingsonderzoeken die werden uitgevoerd in Zelfgerapporteerd gebruik van een glutenvrij dieet werd geïdentificeerd, waarna een aanvullende vragenlijst werd aangeboden. Ongediagnosticeerde coeliakie werd onderzocht in een gerandomiseerde steekproef van 1440 deelnemers door serologische coeliakie screening en HLA-typering. Resultaten. De prevalentie van gediagnosticeerde coeliakie was 0,016% (95%-BI: 0,008-0,031), die van ongediagnosticeerde coeliakie was 0,35% (95%-BI: 0,15-0,81). Bij vrouwen met gediagnosticeerde coeliakie trad de menarche significant later op. Verder waren er geen aantoonbare verschillen tussen de groepen. Conclusie. De prevalentie van coeliakie in de algemene bevolking van Nederland is vergelijkbaar met die in andere landen, maar het aantal gediagnosticeerde patiënten in Nederland is het laagste in Europa. Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:821-5 De kennis van de epidemiologie van coeliakie veranderde sterk na de invoering van de bepaling op IgA-anti-endomysiumantistoffen (EmA), waarmee populatiescreening op coeliakie mogelijk werd. 1 Het is nu duidelijk dat coeliakie met een prevalentie van 0,5-1% de meest voorkomende door voedsel veroorzaakte enteropathie is in Europa, de Verenigde Staten, Zuid-Amerika en Australië. 1-3 Coeliakie is bij de meeste patiënten ongediagnosticeerd. Voor elke gediagnosticeerde patiënt worden er 4-11 niet gediagnosticeerd, 4 van wie ongeveer de helft wel klachten heeft, 3 die echter niet door de geconsulteerde arts worden herkend. 5 Bovendien kan langdurig onbehandelde coeliakie leiden tot complicaties die voorkómen kunnen worden door vroegtijdige diagnose en behandeling. 6 Omdat het aantal niet-gediagnosticeerde patiënten zeer groot is, naar schatting 0,25-0,5% van de bevolking ouder dan 1 jaar, is het van belang een goed inzicht te hebben in de epidemiologie van coeliakie in de algemene Nederlandse bevolking. Eerder werd in Nederland de frequentie van gediagnosticeerde coeliakie onderzocht door registratie van alle nieuwe diagnosen bij kinderen, 7 en door het vaststellen van het aantal volwassen leden van de Nederlandse Coeliakie Vereniging. 8 De frequentie van ongediagnosticeerde coeliakie werd onderzocht bij kinderen 9 en bij volwassen bloeddonoren, 10 maar niet bij volwassenen uit de algemene bevolking. Wij onderzochten de prevalentie, de klinische verschijnselen en de sociaal-economische aspecten van gediagnosticeerde en ongediagnosticeerde coeliakie in een grote groep volwassenen uit de algemene Nederlandse bevolking. patiënten en methoden * Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in het Scandinavian Journal of Gastroenterology (2004;39:359-64) met als titel Coeliac disease in the Netherlands. Leids Universitair Medisch Centrum, Willem-Alexander Kinder- en Jeugdcentrum, J6-S, Postbus 9600, 2300 RC Leiden. Hr.dr.J.J.Schweizer en mw.dr.m.l.mearin, kindergastro-enterologen (beiden tevens: VU Medisch Centrum, afd. Kindergeneeskunde, Amsterdam). VU Medisch Centrum, Laboratorium voor Immunologie, Amsterdam. Mw.dr.B.M.E.von Blomberg, immunoloog. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven. Hr.dr.H.B.Bueno de Mesquita, epidemioloog. Correspondentieadres: hr.dr.j.j.schweizer (j.j.schweizer@lumc.nl). Onderzoeksgroep. In een retrospectief cohortonderzoek werden personen bestudeerd; 46% was man; de gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 40,6 jaar (uitersten: 20-59). Zij waren als deelnemers betrokken bij 2 opeenvolgende bevolkingsonderzoeken die verricht werden in 3 Nederlandse steden (Amsterdam, Doetinchem en Maastricht) in de perioden en Diepgevroren bloedmonsters en bestanden met informatie over voeding, gezondheidstoestand en sociaal-economische situatie waren beschikbaar voor anoniem onderzoek. Ned Tijdschr Geneeskd april;149(15) 821
2 tabel 1. Leeftijdsverdeling van deelnemers in een onderzoek naar de prevalentie van coeliakie leeftijd in jaren gehele cohort waarin onderzoek werd gedaan steekproef waarin onderzoek werd gedaan naar naar patiënten met gediagnosticeerde coeliakie ongediagnosticeerde coeliakie (n = ) (n = 1 440) mannen vrouwen mannen vrouwen n coeliakie* n coeliakie* n coeliakie n coeliakie totaal *Vastgesteld door dunnedarmbiopsie. Vastgesteld door positieve uitslagen op IgA-antiweefseltransglutaminaseantistoffen en IgA-anti-endomysiumantistoffen in plasma en tevens door een met coeliakie verband houdend HLA-type. Onderzoek naar gediagnosticeerde coeliakie. Alle deelnemers die tijdens beide bevolkingsonderzoeken rapporteerden een glutenvrij dieet te gebruiken, werden geïdentificeerd in de onderzoeksdatabase. Wij stuurden deze deelnemers per post een kleine vragenlijst over de manier waarop de diagnose coeliakie was gesteld. Onderzoek naar ongediagnosticeerde coeliakie. Bij 1440 deelnemers die met een gerandomiseerde steekproef uit de cohort van waren geselecteerd, werden in plasma bepaald: EmA door middel van indirecte immunofluorescentie met apenslokdarm als substraat, en IgA-antiweefseltransglutaminaseantistoffen (ttga) bepaald met een ELISA met transglutaminase uit caviaweefsel als substraat. De grootte van de steekproef werd bepaald door een ander onderzoek, waarin de plasmamonsters ook zouden worden gebruikt. Als de uitslagen van EMA en ttga positief waren, werd HLA-DQA1- en HLA-DQB1-typering verricht. 15 Door de anonimiteit kon geen dunnedarmbiopsie worden aangeboden aan deelnemers van wie de tests een positieve uitslag hadden. Wij definieerden coeliakie als de gelijktijdige aanwezigheid van EmA en ttga in combinatie met een van de met coeliakie verband houdende HLA-DRB1-DQA1-DQB1- haplotypen. 16 Overige gegevens. Gegevens over lengte, gewicht, diabetes mellitus, kanker, verlate menarche, verminderde vruchtbaarheid, kwaliteit van leven en sociaal-economische toestand werden uit de onderzoeksdatabase gehaald. Statistische analyse. Deelnemers met gediagnosticeerde coeliakie werden vergeleken met deelnemers met ongediagnosticeerde coeliakie en deelnemers zonder coeliakie, dat wil zeggen personen met negatieve antistoftestuitslagen. Lengte werd gecorrigeerd voor krimp en seculaire trend, en uitgedrukt als standaarddeviatiescore (SDS). 17 Voor multivariate vergelijkingen werd logistische-regressieanalyse toegepast, voor univariate vergelijkingen ofwel de exacte toets van Fisher (voor discrete variabelen) ofwel de t-toets (voor continue variabelen). Ethische aspecten. De oorspronkelijke cohortonderzoeken werden goedgekeurd door de commissie Medische Ethiek van TNO Voeding; ons onderzoek naar gediagnosticeerde en ongediagnosticeerde coeliakie werd goedgekeurd door de commissie Medische Ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum en de Wetenschappelijke Adviesraad tabel 2. Met coeliakie verband houdende HLA-typen bij 5 patiënten met positieve uitslagen op IgA-antiweefseltransglutaminaseantistoffen en IgA-anti-endomysiumantistoffen in het plasma; de haplotypen van patiënten A-E zijn compatibel met coeliakie, maar het haplotype van patiënt F niet 16 patiënt A B C D E F haplotype DRB1*03-DQA1*0501-DQB1*0201/ander DRB1*03-DQA1*0501-DQB1*0201/ander DRB1*03-DQA1*0501-DQB1*0201/DRB1*03-DQA1*0501- DQB1*0201 DRB1*03-DQA1*0501-DQB1*0201/DRB1*07-DQA1*0201- DQB1*0201 DRB1*07-DQA1*0201-DQB1*02/DRB1*11-DQA1*05- DQB1*0301 DRBI*11-DQA1*0505-DQB1*0301/ander 822 Ned Tijdschr Geneeskd april;149(15)
3 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). resultaten De verdeling van leeftijd en geslacht van de gehele cohort en de gerandomiseerde steekproef daaruit staan vermeld in tabel 1. Onderzoek naar gediagnosticeerde coeliakie. Uit de hele cohort hadden 12 deelnemers opgegeven een glutenvrij dieet te gebruiken; allen beantwoordden de aanvullende vragenlijst. Bij 8 van de 12 was coeliakie vastgesteld met een dunnedarmbiopsie, bij de overigen niet. De prevalentie van gediagnosticeerde coeliakie was derhalve (8/50.760) 100 = 0,016% (95%-BI: 0,008-0,031). Bij 2 coeliakiepatiënten was de diagnose gesteld op de kinderleeftijd en bij 6 op de volwassen leeftijd. De gemiddelde leeftijd was 39 jaar (uitersten: 28-54). De gemiddelde behandelduur was 13,1 jaar (uitersten: 2,0-41,5). Onderzoek naar ongediagnosticeerde coeliakie. Er was geen overlap tussen de 12 deelnemers met een glutenvrij dieet in de gehele cohort en de steekproef. Van de 1440 bloedmonsters waren 1432 geschikt voor analyse. Bij 6 van de 1432 deelnemers werden EmA en ttga aangetoond. Bij 5 van de 6 was er tevens een met coeliakie verband houdend HLAtype (tabel 2). In het plasma van 10 deelnemers werden wel ttga, maar geen EmA aangetoond. De prevalentie van ongediagnosticeerde coeliakie was (5/1432) 100 = 0,35% (95%-BI: 0,15-0,81). Alle gevallen van coeliakie. De prevalentie van zowel gediagnosticeerde als ongediagnosticeerde coeliakie werd geschat op 1:275. Details van klinische verschijnselen en sociaal-economische toestand worden getoond in tabel 3 en 4. De menarche trad significant later op bij vrouwen met gediagnosticeerde coeliakie dan bij vrouwen zonder coeliakie. Verder waren er geen verschillen tussen de groepen. beschouwing Prevalentie van coeliakie. Uit onze resultaten concluderen wij dat coeliakie in Nederland sterk wordt ondergediagnosticeerd. Wij onderzochten de prevalentie van gediagnosticeerde en ongediagnosticeerde coeliakie in een grote groep Nederlandse volwassenen uit de algemene bevolking. In ons onderzoek was de prevalentie van gediagnosticeerde coeliakie zeer laag (0,016%), terwijl die van ongediagnosticeerde coeliakie (0,35%) overeenkwam met die in andere Europese landen en de Verenigde Staten. 1 2 De door ons gevonden prevalenties moeten daarbij nog worden beschouwd als minimale getallen. Het onderzoek naar gediagnosticeerde coeliakie was gebaseerd op zelfrapportage van een glutenvrij dieet. Eventuele gediagnosticeertabel 3. Lichamelijke kenmerken en zelfgerapporteerde, met coeliakie samenhangende gezondheidsproblemen van 8 patiënten die een glutenvrij dieet gebruikten vanwege gediagnosticeerde coeliakie, van 5 patiënten bij wie de coeliakie nog niet eerder was gediagnosticeerd en van 1427 patiënten zonder coeliakie kenmerk gediagnos- ongediag- geen coeliakie ticeerde nosticeerde (n = 1 427) coeliakie coeliakie (n = 8) (n = 5) gemiddelde leeftijd in jaren 42,4 35,8 38,3 geslacht (mannen:vrouwen) 1:7 3:2 713:714 gemiddelde lengte als SDS* 0,14 1,1 0,06 gemiddeld gewicht in kg 62,2 79,0 73,5 diabetes mellitus type 1; n kanker; n roken; n gemiddelde leeftijd bij de menarche in jaren 14,9 14,0 13,1 gemiddeld aantal eigen kinderen; n 1,7 0 1,7 * SDS = standaarddeviatiescore gecorrigeerd voor krimp en seculaire trend. 17 Significant verschil met de groep zonder coeliakie: p = 0,0023 (t-toets). Geen significant verschil met de groep met niet eerder gediagnosticeerde coeliakie: p = 0,6 (t-toets). Geen significant verschil met de groep zonder coeliakie: p = 0,4 (t-toets). tabel 4. Zelfgerapporteerde gezondheidstoestand, maximaal onderwijsniveau en werksituatie van 8 patiënten die een glutenvrij dieet gebruikten vanwege gediagnosticeerde coeliakie, van 5 patiënten bij wie de coeliakie nog niet eerder was gediagnosticeerd en van 1427 patiënten zonder coeliakie* kenmerk gediagnos- ongediag- geen coeliakie ticeerde nosticeerde (n = 1 427) coeliakie coeliakie (n = 8) (n = 5) gezondheidstoestand; n slecht matig redelijk goed uitstekend hoogste onderwijs; n lagere school middelbare school (laag) middelbare school (middel) middelbare school (hoog) wetenschappelijk onderwijs aantal personen met werk *Niet van alle patiënten was de betreffende informatie bekend. Ned Tijdschr Geneeskd april;149(15) 823
4 de coeliakiepatiënten die geen glutenvrij dieet gebruikten en ook niet in de steekproef serologisch werden onderzocht konden in ons onderzoek niet worden geïdentificeerd. Er waren 10 deelnemers bij wie wel ttga, maar geen EMA werden aangetoond. Omdat te verwachten is dat circa 33% van deze ttga-positieve en EMA-negatieve patiënten toch coeliakie heeft, is het waarschijnlijk dat ook de prevalentie van ongediagnosticeerde coeliakie door ons is onderschat. Dit wordt ondersteund door aanwijzingen dat serologische screening bij volwassenen minder sensitief lijkt dan bij kinderen 21 en doordat screening met caviatransglutaminase minder sensitief is dan met humaan recombinanttransglutaminase. 18 Prevalentie in andere landen. In een onderzoek onder de leden van de Nederlandse Coeliakie Vereniging in 1992 was de prevalentie van coeliakie bij jarigen 0,01% (95%- BI: 0,009-0,011). 8 Dit verschilt niet van onze resultaten. Het ledental van de Nederlandse Coeliakie Vereniging lijkt dus een goede afspiegeling te geven van de prevalentie van gediagnosticeerde coeliakie in Nederland. In andere Europese landen is deze prevalentie hoger, variërend van 1:675 in Zweden tot 1:2178 in Denemarken De prevalentie van ongediagnosticeerde coeliakie in ons onderzoek is vergelijkbaar met die in andere Europese landen, die varieert tussen 1:99 bij Finse kinderen tot 1:540 bij Duitse volwassenen Het onderzoek naar ongediagnosticeerde coeliakie was gebaseerd op een combinatie van serologische screening en HLA-typering. Anderen gebruikten deze strategie eerder De positief voorspellende waarde van dubbelpositieve serologische screening voor vlokatrofie passend bij coeliakie (100%) kan worden afgeleid uit verscheidene onderzoeken waarin de beide antistoftests werden vergeleken met de gouden standaard, het dunnedarmbiopt Het is op grond hiervan zeer onwaarschijnlijk dat deze patiënten geen coeliakie hadden. De HLA-typering werd uitgevoerd vanwege de (zeer kleine) kans op fout-positiviteit. De door ons gekozen strategie voor de identificatie van ongediagnosticeerde coeliakie is niet geschikt voor individuele patiëntenzorg. Bij een individuele patiënt moet de diagnose coeliakie altijd zo zeker mogelijk worden gesteld, dus met een dunnedarmbiopsie. 28 Onze strategie is wel geschikt voor epidemiologisch onderzoek. Als de prevalentie van coeliakie vergeleken wordt tussen verschillende populaties, kan serologische screening bij een voldoende grootte van de steekproef (in verband met de grootte van het betrouwbaarheidsinterval) in betrouwbare mate aangeven hoe groot de prevalentie van coeliakie minimaal is. De door ons gevonden verschillen en overeenkomsten tussen gediagnosticeerde (behandelde) en ongediagnosticeerde (onbehandelde) coeliakie moeten voorzichtig worden geïnterpreteerd vanwege de kleine aantallen patiënten. Het significant latere tijdstip waarop de menarche optrad bij vrouwen met gediagnosticeerde coeliakie kan worden verklaard doordat bij 6 van de 8 patiënten met gediagnosticeerde coeliakie (5 vrouwen) de diagnose coeliakie na het 27e levensjaar werd gesteld. Verlate puberteit is een bekend symptoom van actieve coeliakie bij adolescenten. 29 Vrouwen met ongediagnosticeerde coeliakie hadden geen verlate menarche (zie tabel 3). Mogelijk hadden deze vrouwen asymptomatische coeliakie, maar dit kon met de beschikbare gegevens niet worden bewezen. conclusie Door een toegenomen bewustzijn bij artsen stijgt de incidentie van gediagnosticeerde coeliakie, maar het gat tussen gediagnosticeerde en ongediagnosticeerde coeliakie is nog steeds groot Het blijft van groot belang dat coeliakie vaker overwogen wordt, omdat geschat wordt dat de helft van de ongediagnosticeerde patiënten klachten heeft. Patiënten met langdurig onbehandelde coeliakie lopen het risico om hiervan complicaties te krijgen. 6 Huisartsen, kinderartsen, internisten, maag-darm-leverartsen en andere specialisten die te maken hebben met extra-intestinale manifestaties van coeliakie, zoals hematologen (in verband met non-hodgkinlymfoom), gynaecologen (onvruchtbaarheid, habituele abortus, pre- en dysmaturiteit), endocrinologen (auto-immuunthyreoïditis, diabetes mellitus), orthopeden (osteoporose), neurologen (migraine, ataxie) en dermatologen (dermatitis herpetiformis, cutaan T-cellymfoom) zouden daarom coeliakie vaker moeten overwegen. 6 Dr.R.B.Geskus, afdeling Medische Statistiek van het Leids Universitair Medisch Centrum, gaf advies over de statistische analyse. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Maag Lever Darm Stichting (WS97-29), Zorgonderzoek Nederland ( ) en Nutricia Nederland BV. Aanvaard op 8 februari 2005 Literatuur 1 Catassi C, Ratsch IM, Fabiani E, Rossini M, Bordicchia F, Candela F, et al. Coeliac disease in the year 2000: exploring the iceberg. Lancet 1994;343: Fasano A, Berti I, Gerarduzzi T, Not T, Colletti RB, Drago S, et al. Prevalence of celiac disease in at-risk and not-at-risk groups in the United States: a large multicenter study. Arch Intern Med 2003;163: Gomez JC, Selvaggio G, Viola M, Pizarro B, la Motta G, de Barrio S, et al. Prevalence of celiac disease in Argentina: screening of an adult population in the La Plata area. Am J Gastroenterol 2001;96: Catassi C, Fabiani E, Ratsch IM, Coppa GV, Giorgi PL, Pierdomenico R, et al. The coeliac iceberg in Italy. A multicentre antigliadin antibodies screening for coeliac disease in school-age subjects. Acta Paediatr 1996;412(Suppl): Ned Tijdschr Geneeskd april;149(15)
5 5 Johnston SD, Watson RG, McMillan SA, Sloan J, Love AH. Coeliac disease detected by screening is not silent-simply unrecognized. QJM 1998;91: Sneeuw KCA, Brodin H, Bröker M, Verkerk PH, Csizmadia CGDS, Mearin ML, et al. Screening for coeliac disease in the Netherlands: estimation of costs and benefits [TNO rapport ] Leiden: TNO Preventie en Gezondheid; p George EK, Mearin ML, Franken HC, Houwen RH, Hirasing RA, Vandenbroucke JP. Twenty years of childhood coeliac disease in the Netherlands: a rapidly increasing incidence? Gut 1997;40: Jansen TL, Mulder CJJ, Karssen PH, Wagenaar CG. Epidemiological survey of the Dutch Coeliac Society: an update Eur J Gastroenterol Hepatol 1993;5: Csizmadia CG, Mearin ML, Blomberg BM von, Brand R, Verloove- Vanhorick SP. An iceberg of childhood coeliac disease in the Netherlands. Lancet 1999;353: Rostami K, Mulder CJ, Werre JM, Beukelen FR van, Kerchhaert J, Crusius JB, et al. High prevalence of celiac disease in apparently healthy blood donors suggests a high prevalence of undiagnosed celiac disease in the Dutch population. Scand J Gastroenterol 1999; 34: Verschuren WM, Leer EM van, Blokstra A, Seidell JC, Smit HA, Bueno de Mesquita HB, et al. Cardiovascular disease risk factors in the Netherlands. Neth J Cardiol 1993;4: Riboli E, Kaaks R. The EPIC project: rationale and study design. Int J Epidemiol 1997;26(Suppl 1):S Lemer A, Kumar V, Iancu TC. Immunological diagnosis of childhood coeliac disease: comparison between antigliadin, antireticulin and antiendomysial antibodies. Clin Exp Immunol 1994;95: Dieterich W, Laag E, Schopper H, Volta U, Ferguson A, Gillett H, et al. Autoantibodies to tissue transglutaminase as predictors of celiac disease. Gastroenterology 1998;115: Olerup O, Zetterquist H. HLA-DR typing by amplification with sequence-specific primers (PCR-SSP) in 2 hours: an alternative to serological DR typing in clinical practice including donor-recipient matching in cadaveric transplantation. Tissue Antigens 1993;39: Louka AS, Nilsson S, Olsson M, Talseth B, Lie BA, Ek J, et al. HLA in coeliac disease families: a novel test of risk modification by other haplotype when at least one DQA1*05-DQB1*02 haplotype is carried. Tissue Antigens 2002;60: Niewenweg R, Smit ML, Walenkamp MJE, Wit JM. Adult height corrected for shrinkage and secular trend. Ann Hum Biol 2003;30: Wolters V, Vooijs-Moulaert AF, Burger H, Broolmans R, Schryver J de, Rijkers G, et al. Human tissue transglutaminase enzyme linked immunosorbent assay outperforms both the guinea pig based tissue transglutaminase assay and the anti-endomysium antibodies when screening for celiac disease. Eur J Pediatr 2002;161: Salmaso C, Ocmant A, Pesee G, Altrinetti V, Montagna P, Descalzi D, et al. Comparison of ELISA for tissue transglutaminase autoantibodies with antiendomysium antibodies in pediatric and adult patients with celiac disease. Allergy 2001;56: Sulkanen S, Halttunen T, Laurila K, Kolho KL, Korponay Szabo IR, Samesto A, et al. Tissue transglutaminase autoantibody enzymelinked immunosorbent assay in detecting celiac disease. Gastroenterology 1998;115: Dickey W, Hughes DF, McMillan SA. Reliance on serum endomysial antibody testing underestimates the true prevalence of coeliac disease by one fifth. Scand J Gastroenterol 2000;35: Hallert C, Gotthard R, Jansson G, Norrby K, Walan A. Similar prevalence of coeliac disease in children and middle-aged adults in a district of Sweden. Gut 1983;24: Bode SH, Gudmand HE. Incidens og praevalens af symptomgivende coliaki blandt voksne i Danmark. Ugeskr Laeger 1998;160: Mäki M, Mustalahti K, Kokkonen J, Kulmala P, Haapalahti M, Karttunen T, et al. Prevalence of celiac disease among children in Finland. N Engl J Med 2003;348: Henker J, Losel A, Conrad K, Hirsch T, Leupold W. Prevalence of asymptomatic coeliac disease in children and adults in the Dresden region of Germany. Dtsch Med Wochenschr 2002;127: Not T, Horvath K, Hill ID, Partanen J, Hammed A, Magazzu G, et al. Celiac disease fisk in the USA: high prevalence of antiendomysium antibodies in healthy blood donors. Scand J Gastroenterol 1998;33: Weile I, Grodzinsky E, Skogh T, Jordal R, Cavell B, Krasilnikoff PA. High prevalence rates of adult silent celiac disease, as seen in Sweden, must be expected in Denmark. APMIS 2001;109: Mulder C, Rostami K, Marsh MN. When is a coeliac a coeliac? Gut 1998;42: Collin P, Vilska S, Heinonen PK, Hallstrom O, Pikkarainen P. Infertility and coeliac disease. Gut 1996;39: Collin P, Reunala T, Rasmussen M, Kyronpalo S, Pehkonen E, Laippala P, et al. High incidence and prevalence of adult coeliac disease. Augmented diagnostic approach. Scand J Gastroenterol 1997;32: George EK, Mearin ML, Kanhai SM, Franken HC, Houwen RH, Hirasing RA, et al. Twintig jaar coeliakie bij kinderen in Nederland: meer diagnosen en een veranderde verschijningsvorm. Ned Tijdschr Geneeskd 1998;142: Abstract Prevalence of diagnosed and undiagnosed coeliac disease in the Netherlands Objective. To determine the prevalence of diagnosed and undiagnosed coeliac disease in the Dutch general population, and possible differences in health status and socio-economic characteristics between subjects with and without coeliac disease. Design. Retrospective cohort study. Methods. Diagnosed coeliac disease was investigated in 50,760 subjects that who participated in 2 population-based studies performed conducted in , through identification of subjects that who selfreported the use of a gluten-free diet and a subsequent postal inquiry. Undiagnosed coeliac disease was investigated in a randomised sample of 1440 subjects, through serologic screening for coeliac disease and HLAtyping. Results. The prevalence of diagnosed coeliac disease was 0.016% (95% CI: ). The prevalence of undiagnosed coeliac disease was 0.35% (95% CI: ). In women with diagnosed coeliac disease, menarcheal age was significantly higher. There were no other differ ences between groups. Conclusion. The prevalence of coeliac disease in the general population of the Netherlands was comparable to other countries, but the number of diagnosed patients was the lowest in Europe. Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:821-5 Ned Tijdschr Geneeskd april;149(15) 825
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieDiabetes Mellitus Type 1 en Coeliakie
Diabetes Mellitus Type 1 en Coeliakie Suat Simsek Internist-endocrinoloog Medisch Centrum Alkmaar 24 mei 2013 Agenda Diabetes mellitus type 1 Coeliakie Diabetes mellitus type 1 en Coeliakie Classificatie
Nadere informatiePost HBO cursus Nederlandse Vereniging van Dietisten 1 oktober 2012. Peter J. Wahab MDL arts Rijnstate Ziekenhuis Arnhem
Post HBO cursus Nederlandse Vereniging van Dietisten 1 oktober 2012 Peter J. Wahab MDL arts Rijnstate Ziekenhuis Arnhem Coeliakie is een ziekte die voornamelijk bij kinderen voorkomt. Stellingen Coeliakie
Nadere informatieStellingen. Stellingen 2. Post HBO cursus Nederlandse Vereniging van Dietisten 1 oktober 2012
Tropical Sprue Post HBO cursus Nederlandse Vereniging van Dietisten 1 oktober 2012 Peter J. Wahab MDL arts Rijnstate Ziekenhuis Arnhem Non tropical sprue Gee - Herter s disease Idiopathic Steatorrhea?
Nadere informatieHLA-B*27 diagnostiek: is sequentie analyse the way to go?
HLA-B*27 diagnostiek: is sequentie analyse the way to go? 14 juni 2011 Bouke Hepkema Transplantatie-Immunologie Laboratoriumgeneeskunde UMCG Kwaliteit in Harmonisatie of Harmonisatie in Kwaliteit UMCG
Nadere informatieCoeliakie diagnostiek
Coeliakie diagnostiek Nuttige en noodzakelijke diagnostiek Ruben Smeets Medisch Immunoloog/Klinisch Chemicus Afdeling Laboratoriumgeneeskunde Laboratorium Medische Immunologie Radboudumc Laboratorium voor
Nadere informatieCOELIAKIE. Coeliakie is een frequent maar vaak niet herkend. Auteurs. M.L. Mearin en F. Koning
COELIAKIE Auteurs Trefwoorden M.L. Mearin en F. Koning coeliakie, transglutaminase, glutenpeptide, HLA-DQ-genen Samenvatting Coeliakie is een intolerantie voor gluten. Dit zijn eiwitten uit onder andere
Nadere informatieNederlandse samenvatting
11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 156 Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op nieuwe strategieën voor het identificeren, diagnosticeren, vervolgen en de preventie van coeliakie. Hoofdstuk
Nadere informatie9 Coeliakie. etiologie
9 Coeliakie Definitie en etiologie Incidentie Bij coeliakie bestaat er intolerantie voor gluten. Gluten ( lijm ) is de verzamelnaam voor de in alcohol oplosbare eiwitten van tarwe, rogge, haver en spelt
Nadere informatieRichtlijn Coeliakie en dermatitis herpetiformis
Richtlijnen Richtlijn Coeliakie en dermatitis herpetiformis Wouter P. Nieuwenhuis, C.M. (Frank) Kneepkens, Roderick H.J. Houwen, Hans J.A. de Beer, Chris J. Mulder, M. Luisa Mearin Gerelateerd artikel:
Nadere informatieThe PreventCD studie. Kan wijze van voeding baby s coeliakie voorkomen? Dr. S.L. Vriezinga, arts-onderzoeker Leids Universitair Medisch Centrum
The PreventCD studie Kan wijze van voeding baby s coeliakie voorkomen? Dr. S.L. Vriezinga, arts-onderzoeker Leids Universitair Medisch Centrum GEEN BELANGENVERSTRENGELINGEN 2 Voorkomen van coeliakie 3
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieFocus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc
Focus 2016-2017 wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Nationale
Nadere informatieEen retrospectief onderzoek
Vertraagde diagnosestelling bij coeliakie Een retrospectief onderzoek J. Eising, R. Damoiseaux, M. Meijssen Achtergrond In vroegere studies is aangetoond dat coeliakie een aanzienlijke diagnostische vertraging
Nadere informatieImplementatie van immunologie en genetica in de diagnostiek van coeliakie
Implementatie van wetenschap 43 Drs. S.L. (Sabine) Vriezinga, arts-onderzoeker, Leids Universitair Medisch Centrum, afdeling Kindergeneeskunde E-mail: s.l.vriezinga@lumc.nl Dr. M.L. (Luisa) Mearin, kinderarts-mdl,
Nadere informatieSamenvatting 3. Referentielijst 14
Samenvatting 3 1. Introductie 4 2. Methode 6 3. Resultaten 7 3.1 Verbetering na instellen dieet coeliakie? 7 3.2 Verbetering van de bloedsuikerregulatie na ontdekking en therapie coeliakie? 8 3.3 Kwaliteit
Nadere informatieSekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Nadere informatieGenes, Molecular Mechanisms and Risk Prediction for Abdominal Aortic Aneurysm
Genes, Molecular Mechanisms and Risk Prediction for Abdominal Aortic Aneurysm Arne IJpma Clinical Genetics Department, Erasmus MC, Rotterdam, The Netherlands Financial Disclosure I have no financial relationships
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieNabespreking rondzendingen coeliakie 2013, 2014 en Ingrid van Hoogstraten MI VUmc, Amsterdam
Nabespreking rondzendingen coeliakie 2013, 2014 en 2015 Ingrid van Hoogstraten MI VUmc, Amsterdam Diagnostiek van coeliakie Richtlijnen (2008): (Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen) Klinische
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieDe Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen
Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of
Nadere informatieBloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige
Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald
Nadere informatieLandelijk Diabetes Congres 2016
Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder
Nadere informatieCOELIAKIE: HET BELANG VAN ANTISTOFBEPALINGEN. B.M.E. von Blomberg, M.W.J. Schreurs en I.M.W. van Hoogstraten, medisch immunologen (i.o.
COELIAKIE: HET BELANG VAN ANTISTOFBEPALINGEN B.M.E. von Blomberg, M.W.J. Schreurs en I.M.W. van Hoogstraten, medisch immunologen (i.o.) Klinisch beeld Coeliakie is een ziekte van de dunne darm die wordt
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatiePrediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga
Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga Inhoudsweergave Wie is at risk & Diagnose Prevalentie Klinisch belang van
Nadere informatieEpidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l
Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l. - 217 Auteurs: T. Lernout, M. Depypere, S. Patteet, K. Lagrou, D. Van Cauteren, B. Kabamba- Mukadi Hoofdpunten - In 217 werden
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatie1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )
1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) (1978-2016) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatieKennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose?
Hoe denkt de arts? 2 Kennis toepassen, en beslissingen nemen Dr. Peter Moorman Medische Informatica ErasmusMC 1 Hoe weet je of een ziektebeeld waarschijnlijk is? de differentiaal diagnose Hoe wordt een
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieTesten op coeliakie: de stand van zaken
Ned Tijdschr Klin Chem 2003; 28: 145-149 Testen op coeliakie: de stand van zaken D.C.W. POLAND en C. BEIJER Coeliakie of glutenovergevoeligheid, met een onlangs beschreven incidentie van 1:100-300 voor
Nadere informatieLaboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium
Laboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: - Laboratorium aanvraagformulier huisartsen - Mededeling referentiewaarden
Nadere informatieIndicatorenset Coeliakie. Uitvraag 2011
Indicatorenset Coeliakie Uitvraag 2011 Inhoudsopgave Overzicht indicatoren Coeliakie en invulformulier 3 Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren 10 1. Algemene informatie over zorginhoudelijke indicatoren
Nadere informatieCoeliakie. Martin Hiele
Coeliakie Martin Hiele Coeliakie Geschiedenis Prevalentie Pathofysiologie (en genetische factoren) Diagnose (biopsies - serologische testen) Risico s op complicaties tumoren osteoporose Screening? Glutenvrij
Nadere informatieInzetbaarheid op hogere leeftijd
Inzetbaarheid op hogere leeftijd Nr. 2018/14B, Den Haag 26 juni 2018 Achtergronddocument bij: Gezondheid en langer doorwerken Nr. 2018/14, Den Haag 26 juni 2018 Inzetbaarheid op hogere leeftijd pagina
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieSuïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )
Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatievan Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw
De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44708 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Vriezinga, S.L. Title: Coeliac disease : prevention and improvement of care Issue
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieDe Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Nadere informatieVoorbereiding Eindwerk
Voorbereiding Eindwerk Dirk Devroey 29 september 2006 Lesdoelstellingen Hulp bij het maken van het eindwerk Hoe doe ik een literatuur onderzoek - Systemic review - Meta-analyse Hoe verzamel ik mijn gegevens
Nadere informatiePRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten
PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard
Nadere informatieCoeliakie diagnostiek
Coeliakie diagnostiek HC 1:200 CD 1. Pathogenese 2. Antistoffen in diagnostiek en screening 3. Richtlijnen diagnostiek 4. DGPA GVD 5 april 2011 Pathogenese Immunogenic gluten peptides toxic Lumen epithelium
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieVUmc Basispresentatie
Samenwerking waarover? Richtlijnen en zorgstandaarden Cardiovasculair risicomanagement (zorgstandaard) Samenwerking e en e lijn Prof dr Piet ter Wee Afdeling Nefrologie Hypertensie Diabetes mellitus (zorgstandaard)
Nadere informatieLaatste onwikkelingen in de diagnose van coeliakie.. Blijft een dundarmbiopt noodzakelijk?
Laatste onwikkelingen in de diagnose van coeliakie.. Blijft een dundarmbiopt noodzakelijk? Dr E De Greef Kindergastroenterologie UZ Brussel www.pedigastro.com Vlaamse Coeliakie Vereniging Malle 2011 Overzicht
Nadere informatieHoe kan wetenschappelijk onderzoek versneld worden met de diagnosethesaurus? Jan Verschuuren. Symposium DHD 24 september 2015
Hoe kan wetenschappelijk onderzoek versneld worden met de diagnosethesaurus? Jan Verschuuren Symposium DHD 24 september 2015 Spierziekten ALS Polyneuropathie Myasthenia Myopathie Spierziekten ALS Polyneuropathie
Nadere informatieKinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.
Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatie15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) ( )
15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) (2010-2012) Inleiding Tijdens de opleiding leren huisartsen systematisch en door middel van vragen en onderzoek tot een diagnose te komen.
Nadere informatieMeer zelfdoding bij militairen die op missie zijn geweest? Onderzoek naar zelfdoding onder mannelijke militairen op basis van sterftecijfers
Meer zelfdoding bij militairen die op missie zijn geweest? Onderzoek naar zelfdoding onder mannelijke militairen op basis van sterftecijfers In de Verenigde Staten is onderzoek gepubliceerd dat suggereert
Nadere informatiePneumonie vaststellen bij onderzoek in verpleeghuizen
Pneumonie vaststellen bij onderzoek in verpleeghuizen dr.ir. Jenny T. van der Steen VU medisch centrum, EMGO+ Instituut Afdeling Verpleeghuisgeneeskunde Definitie pneumonie bij onderzoek Definitie bepaalt
Nadere informatiegegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.
Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens
Nadere informatieIs screening bij longkanker zinvol?
Is screening bij longkanker zinvol? Dr. Karl Govaert 1 LUNG CANCER Leading cause of cancer-related death among men and women in US Second leading cause of cancer in US 75% present with advanced local or
Nadere informatieCOGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Nadere informatieEffecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Nadere informatieK-immunisatie en zwangerschap
K-immunisatie en zwangerschap 1. immunisatie voorkomen door K-gematchte transfusie 2. nieuws over laboratoriummonitoring bij anti-k Jessie Luken, Sanquin Diagnostiek Yolentha Slootweg, Sanquin en LUMC
Nadere informatie9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )
9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2012) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieKennislacunes NHG-Standaard Buikpijn bij kinderen
Kennislacunes Buikpijn bij kinderen Kennislacunes 1. Prevalentie prikkelbare darm syndroom bij kinderen met chronische buikpijn (noot 5, 15). 2. Verschil in prognose van kinderen met prikkelbare darm syndroom
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de
Nadere informatieHet Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Nadere informatiePneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. A.B. van Gageldonk-Lafeber, RIVM ( , )
Pneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. A.B. van Gageldonk-Lafeber, RIVM (2007-2010, 2012-2016) Inleiding Dankzij de peilstations bestaat er al vele jaren een goed inzicht in het vóórkomen van influenza-achtig
Nadere informatieSLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het
SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications
Nadere informatieSeksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014)
Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties
Nadere informatieSerology and endoscopy in coeliac disease: applications and limitations Dickey, W.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Serology and endoscopy in coeliac disease: applications and limitations Dickey, W. Link to publication Citation for published version (APA): Dickey, W. (2000). Serology
Nadere informatieDe Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking
Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory
Nadere informatiePreventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen<45 jaar Zien we effect?
Preventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieLeidraad type 1 diabetes en coeliakie bij kinderen en adolescenten. Definitieve versie, december 2015
Leidraad type 1 diabetes en coeliakie bij kinderen en adolescenten. Definitieve versie, december 2015 I de Kruijff 1, P. van Setten 2, G. Hoorweg-Nijman 3, D. Mul 4, C. Westerlaken 5, Advies mbt CD: M.M.S.
Nadere informatieCoeliakie bij kinderen
Coeliakie bij kinderen Bij uw kind is coeliakie geconstateerd, of wordt er onderzoek gedaan naar coeliakie. Coeliakie (spreek uit seuliakie, met de klemtoon op de laatste lettergreep) is een levenslange
Nadere informatieCommon Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016
Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016 Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences
Nadere informatieAcute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )
Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2016) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt
Nadere informatieDutch Summary. Samenvatting
Dutch Summary Samenvatting 168 Samenvatting Ongeveer 1 op de 100 mensen kan geen pasta, brood of koekjes eten, omdat ze lijden aan de ziekte coeliakie. Coeliakie wordt veroorzaakt door een van de meest
Nadere informatie10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )
10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2012) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties
Nadere informatieAfbakening presentatie Gaat niet zo zeer over technische aspecten, b.v. meetstrategie, representativiteit, adembescherming, retrospectief inschatten v
Het gebruik van blootstellingsgegevens in epidemiologisch onderzoek Gerard Swaen, Dow 20 november 2008 Afbakening presentatie Gaat niet zo zeer over technische aspecten, b.v. meetstrategie, representativiteit,
Nadere informatieRichtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015
Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 VSG2267-1 - Goedgekeurd door ALV op 17-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Algemeen 3 Meting en nauwkeurigheid 3 Interpretatie
Nadere informatie20 jaar SMART: wat is het laatste nieuws? Hart- en Vaatdag 22 juni 2019
20 jaar SMART: wat is het laatste nieuws? Hart- en Vaatdag 22 juni 2019 Deelnemers aan de UCC-SMART studie (n = 13.466) Mannen: 8749 Vrouwen: 4717 Diagnose bij de start van UCC-SMART Aantal jaren gevolgd
Nadere informatieEetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG ( en ) Inleiding
Eetstoornissen Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG (1985-1989 en 1995-2015) Inleiding Anorexia nervosa en boulimia nervosa zijn ernstige eetstoornissen waarvan het onduidelijk is
Nadere informatieLaboratoria Nieuwsbrief December 2011 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium
Laboratoria Nieuwsbrief December 2011 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: - Vitamine D - Coeliakie diagnostiek Inleiding Voor u ligt de nieuwe
Nadere informatieResearchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt The role of mobility in higher education for future employability
The role of mobility in higher education for future employability Jim Allen Overview Results of REFLEX/HEGESCO surveys, supplemented by Dutch HBO-Monitor Study migration Mobility during and after HE Effects
Nadere informatieVerbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking
2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën
Nadere informatieHoofdpijn bij kinderen. THEMA dagen 2010 Drs. M.C.G. Beeren. Kinderarts H.C. Stael. Semi-arts St. Anna ziekenhuis, Geldrop
Hoofdpijn bij kinderen THEMA dagen 2010 Drs. M.C.G. Beeren. Kinderarts H.C. Stael. Semi-arts St. Anna ziekenhuis, Geldrop Inhoudsopgave Epidemiologie Kinderen met hoofdpijn Multidisciplinair carrousel
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatieBehandeling en follow-up van coeliakie
Gastro-enterologie Behandeling en follow-up van coeliakie Joachim Schweizer Luisa Mearin Dr. J.J. Schweizer, kindergastroenteroloog, Willem-Alexander Kinder- en Jeugdcentrum, Leids Universitair Medisch
Nadere informatieNRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012.
NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. Inleiding In 2012 bevestigden de twee laboratoria van het Nationaal Referentie Centrum Bordetella pertussis een
Nadere informatieAcute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013)
Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt
Nadere informatieTe veel type-2-diabetespatiënten worden in de tweede lijn behandeld
Te veel type-2-diabetespatiënten worden in de tweede lijn behandeld dr. Paul Janssen, huisarts Nederlands Huisartsen Genootschap, afd. Richtlijnontwikkeling en Wetenschap 1. Toenemende prevalentie type
Nadere informatieWetenschappelijke studies FODMAP-beperkt dieet
Wetenschappelijke studies FODMAP-beperkt dieet Dr Laurens van der Waaij, MDL-arts Martini Ziekenhuis Groningen 11 april 2014 FODMAP-beperkte dieet Recent een aantal gerandomiseerde studies 68-87% significante
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieOuderen en niertransplantatie
Ouderen en niertransplantatie Hessel Peters-Sengers Academisch Medisch Centrum (AMC) Afdeling Nefrologie PhD student & epidemioloog h.peterssengers@amc.nl Nier-donatie op 4 november om 00:30u Vrouw 71
Nadere informatieType Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Nadere informatieIk voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:
Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression
Nadere informatie17/04/2013. 1. Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi
Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Katia Verhamme, MD, PhD Epidemioloog OLV Ziekenhuis-Aalst Erasmus MC Rotterdam 20 april 2013
Nadere informatieDe Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider
Nadere informatie