Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Transcriptie

1 Besluit /ES. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV MARPOBEL EN VAN DE NV VAN GANSEWINKEL MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING VOOR VERWERKING EN OVERSLAG VAN AFVALSTOFFEN, GELEGEN TE 2030 ANTWERPEN, HAVEN BLAUWE WEG 7, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE. De deputatie van de provincie Antwerpen; Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op de mededeling op 10 januari 2008 ingediend door de en door de nv van Gansewinkel inzake de gedeeltelijke overname van een vergunde inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen, gelegen te 2030 Antwerpen, Haven Blauwe weg 7, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 14-B-34x3, en vergund op naam van de nv Marpobel; Gelet op de mededeling op 10 januari 2008 ingediend door de, gevestigd Haven Blauwe Weg 7 te 2030 Antwerpen, en door de, gevestigd Berkebossenlaan 7 te 2400 Mol, strekkende tot het bekomen van een akte neming om voormelde inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen, te veranderen door wijziging door het niet plaatsen van de branders met een warmtevermogen van kw en kw en het bijplaatsen van een stoomketel met een warmtevermogen van kw (43.1.3); Gelet op het feit dat de mededeling tevens de vergunningstechnische opsplitsing betreft van een klasse 1-bedrijf, vergund op naam van de in twee aparte vergunningen, één op naam van en één op naam van de, zodat: de nv Van Gansewinkel beschikt over een vergunning voor de exploitatie van een inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen gelegen te 2030 Antwerpen, Haven Blauwe weg 7, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer): 14-B-34x3, omvattende: opslag van afvalstoffen van zowel maritieme oorsprong als afkomstig van activiteiten op het vaste land (2.1.1): - papier en karton in de overslaghal ton; - niet-gevaarlijke slibs in een container - 50 ton; - kunststoffen in een container - 50 ton; Koningin Elisabethlei Antwerpen 1 T F

2 2 / 12 - metaal in container - 50 ton; - glas in container - 50 ton; - GFT in de overslaghal ton. overslag van ton/jaar vuilnisafval van schepen en het vaste land (2.1.2.b); opslag en sortering van 400 ton inerte afvalstoffen (2.2.1.a); opslag, overslag en sortering van 600 ton niet-gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.c.2); opslag, overslag en sortering van 600 ton andere niet-gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.d.2); opslag, overslag en sortering van 10 ton gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.e.2); het lozen van huishoudelijk afvalwater in de dokken met een maximum debiet van 120 m³/jaar (3.2); het stallen van maximum 10 voertuigen (15.1.1); de opslag van 800 kg schadelijke producten in 4 vaten van 200 l, o.a. koelvloeistof en ruitenwisservloeistof ( ); de opslag van liter stookolie in een bovengrondse houder ( b); de opslag van liter motoroliën in vaten ( ); 1 verdeelslang voor stookolie ( ); Vlaremrubricering: b a c d e b ; de beschikt over een vergunning voor de exploitatie van een inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen gelegen te 2030 Antwerpen, Haven Blauwe weg 7, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer): 14-B-34x3 omvattende: de opslag van afvalstoffen van maritieme oorsprong - vaste afval eigen aan binnen- en zeeschepen in 10 containers, elk met een volume van 25 m³ (2.1.1); de overslag van ton/jaar vuilnisafval van schepen (2.1.2.b); de opslag en sortering van 400 ton inerte afvalstoffen (2.2.1.a); de opslag en sortering van ton niet-gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.c.2); de opslag en sortering van ton andere niet-gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.d.2); de opslag en sortering van 290 ton gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.e.2); de reiniging van tankwagens, containers, spoorwagens, scheepsruimten en vaten (2.2.6.a, b, c, d); de verwerking en opslag van ton/jaar niet-gevaarlijke slibs met een maximale opslag van 200 ton (2.3.2.a); de verwerking en opslag van ton/jaar gevaarlijke slibs met een maximale opslag van 200 ton (2.3.2.b); ton/jaar ontwatering van afvalolie; de gravitaire ontwatering van ton/jaar plantaardige olie en de gravitaire ontwatering van ton/jaar schadelijke vloeistoffen (2.3.2.c, d, e, f); de ontvangst van afvalwaters van derden voor fysisch-chemische behandeling ton/jaar (2.3.2.e, f); de ontwatering van ton/jaar niet-gevaarlijke afvalstoffen en ton/jaar gevaarlijke afvalstoffen (2.3.3.a, b); de ontvangst van afvalwaters van derden voor biologische behandeling met een capaciteit van ton/jaar voor niet-gevaarlijke- en t/jaar voor gevaarlijke afvalwaters (2.3.3.a, b); een afvalwaterzuiveringsinstallatie met inbegrip van het lozen van bedrijfsafvalwater in het vierde havendok met een maximaal debiet van 50 m³/uur ( ); een transformator met een vermogen van kva (12.2.2); het stallen van maximum 15 voertuigen (15.1.1); een wasplaats voor het wassen van minder dan 10 eigen voertuigen per dag (15.4.1); twee luchtcompressoren met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 200 kw ( );

3 3 / 12 de opslag van samen liter gassen in verplaatsbare recipiënten bestaande uit 250 liter stikstof, 300 liter zuurstof, 200 liter acetyleen, 600 liter argon, liter propaan, liter butaan, 150 liter waterstof, 150 liter droge lucht en 150 liter helium (16.7.2); de opslag van 195 ton zeer giftige en giftige stoffen (17.2.1); de opslag van oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen ( ): kg stoffen die vallen onder Marpol II; kg ijzertrichloride (C); kg waterstofchloride (C); kg calciumhydroxide (Xi); kg waterstoffosfaat (C); kg ammoniumhydroxide (C); kg natriumhydroxide (C); kg waterbehandelingsproducten; kg detergenten; kg diverse producten. de opslag van P1-producten ( ): - 0,2 m³ white spirit; - 0,2 m³ verven; - 0,2 m³ ontvettingsmiddel; - 1 m³ aceton; - 1 m³ thinner; - 1 m³ tolueen; m³ diverse producten. de opslag van P2-producten ( ): m³ afvalolie; m³ diverse producten. de opslag van P3-producten ( ): m³ afvalolie; m³ bunkers; - 78,85 m³ stookolie; - 2 m³ petroleum; m³ diverse producten; de opslag van P4-producten ( ): m³ afvalolie; - 1,2 m³ smeermiddelen; m³ plantaardige olie; - 498,88 m³ diverse producten. de opslag van milieugevaarlijke stoffen ( ): m³ diverse producten. twee verdeelslangen voor stookolie ( ); laboratoria ( ); inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen met een vermogen van 100 kw ( ); een stoomketel met een waterinhoudsvermogen van liter (39.1.3); warmtewisselaars met een waterinhoud van liter (39.2.2); een brander met een warmtevermogen van kw horende bij een stoomketel (43.1.3);

4 4 / 12 Vlaremrubricering: b a c d e a b c d a b c d e f a b ; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde mededeling: Besluit nr. MLAV1/ dd. 9 juli 1998 van de deputatie van Antwerpen houdende vergunning voor het exploiteren van een overslagcentrum voor (rest)afvalstoffen voor een termijn verstrijkend op 9 juli 2018; Besluit nr. MLAV1/ dd. 20 juli 2000 van de deputatie van Antwerpen houdende vergunning voor het veranderen door toevoeging, wijziging en uitbreiding van een overslagcentrum voor (rest)afvalstoffen voor een termijn verstrijkend op 9 juli 2018; Besluit nr. MLAV1/ dd. 11 september 2003 van de deputatie van Antwerpen houdende vergunning voor het veranderen door uitbreiding van een inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen voor een termijn verstrijkend op 9 juli 2018; Ontvangstmelding dd. 12 december 2007 door de deputatie van Antwerpen, kenmerk MLOV/ , van de melding van de gedeeltelijke overname van een inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen, vergund op naam van door de nv van Gansewinkel; Gelet op het feit dat de mededeling van verandering voor de eerste maal werd ingediend op 14 december 2007 en werd vervolledigd op 10 januari 2008; op het feit dat op datum van 22 januari 2008 de mededeling ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op het gunstig advies dd. 4 februari 2008 van de afdeling Milieuvergunningen (AMV) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) (kenmerk AMV/A/08/3620); op volgende elementen uit dit advies: 1. De melding heeft betrekking op een opsplitsing van vergunde activiteiten tussen 2 verschillende exploitanten zijnde van Gansewinkel nv en Marpobel nv. Er wordt tevens nog een wijziging gevraagd m.b.t. het opnemen van het werkelijk warmtevermogen van de stookinstallatie in de milieuvergunning in plaats van het vergund vermogen (zie verder in dit verslag). 2. Bijlage 4 van de melding bevat 3 lijsten waarin per sub-indelingsrubriek de vergunde bijhorende activiteiten worden vermeld: a) De eerste lijst geeft een overzicht van de thans vergunde toestand. b) De tweede lijst geeft een overzicht van de activiteiten die na de opsplitsing door van Gansewinkel zullen geëxploiteerd worden. c) De derde lijst geeft een overzicht van de activiteiten die na de opsplitsing door Marpobel zullen geëxploiteerd worden. Hierbij kan het volgende opgemerkt worden: d) R a en b (Marpobel nv): De vergunde opslag van gevaarlijk slib bedraagt 200 ton en de vergunde opslag van niet-gevaarlijk slib bedraagt ook 200 ton en niet 400 ton zoals vermeld in de derde lijst. Dit werd bevestigd via een fax. van e) R (Marpobel nv): De opslag van diverse producten bedraagt 500 ton en niet 498,88 ton. f) R : Door de opslag van 195 ton zeer giftige en giftige stoffen is minstens rubriek van toepassing in plaats van Dit werd aangepast in de bovenstaande omschrijving van de vergunde situatie na de opsplitsing.

5 5 / 12 Op basis van de 3 lijsten en op basis van de 2 grondplannen (grondplan site Marpobel en grondplan site van Gansewinkel) is het duidelijk wie wat exploiteert en waar de diverse inrichtingen gesitueerd zijn. 3. De kadastrale percelen vermeld in de verleende vergunningen stemmen niet meer overeen met het kadastraal perceel dat nu vermeld wordt in de melding, namelijk het perceel 14- B-34x3. De melding bevat een opmetingsplan met de vermelding van de vorige nummering van de kadastrale percelen en ook een uitreksel van het kadasterplan waaruit blijkt dat na de opsplitsing de beide bedrijven gesitueerd zijn op het perceel 14-B-34x en dat dit perceel een oppervlakte heeft van 8,4572 ha. 4. De beide exploitaties zijn volledig gescheiden en de opsplitsing heeft niet tot gevolg dat er probleem ontstaat met het respecteren van veiligheidsafstanden tot de eigendomsgrens. De beide inrichtingen beschikken over een eigen weegbrug. Via het besluit MLAV1/ werd er een ontheffing verleend van de verplichting tot de aanleg van een groenscherm langsheen de randen van de inrichting. De inrichting die geëxploiteerd wordt door van Gansewinkel is in praktijk wel voor ca. driekwart omgeven door een groenscherm. Er wordt voorgesteld om voor van Gansewinkel het groenscherm, zoals aangeduid op het grondplan bij de aanvraag, op te leggen in de milieuvergunning. 5. Uit aanvullende informatie blijkt dat de inrichting geregistreerd is als een lage drempel Seveso bedrijf en dat dit ook vastgesteld werd door de cel Seveso van de FOD Tewerkstelling en Arbeid en door de afdeling Milieu-inspectie. Om te voorkomen dat een hoge Seveso-drempel wordt overschreden wordt er gebruik gemaakt van een computerprogramma waardoor er een automatische opvolging mogelijk is van alle aanwezige stocks met de bijhorende gevaarskenmerken waardoor er ten allen tijde kan nagegaan worden of de hoge Seveso-drempel niet wordt overschreden. De indelingsrubriek is van toepassing op de vergunde opslag van zeer giftige en giftige stoffen en er wordt voorgesteld om een bijkomende vergunningsvoorwaarde op te nemen ter verduidelijking dat er door via vergunde hoeveelheden geen overschrijding van de hoge Seveso-drempel mag optreden. 6. Via het besluit MLAV1/ werd er een stoomketel met een warmtevermogen van kw en een stookinstallatie met een warmtevermogen van kw vergund waardoor Marpobel nv een BKG-inrichting zou zijn. Marpobel beschikt echter niet over emissierechten voor de emissie van CO 2. Via een fax. van heeft de exploitant laten weten dat er in praktijk enkel een stoomketel met een warmtevermogen van kw in gebruik is en er wordt voorgesteld om dit vermogen op te nemen in de milieuvergunning als wijziging m.b.t. de indelingsrubriek De bijzondere vergunningsvoorwaarden voor Marpobel zoals vermeld op de blz. 80 en 81 van de mededeling kunnen opgelegd worden. Hierbij dient de eerste lozingvoorwaarde CCl 4-extraheerbare stoffen 5 mg/l vervangen te worden door perchloorethyleen extraheerbare apolaire stoffen 5 mg/l ; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap RO-Vlaanderen (ARO); Overwegende dat de meegedeelde verandering geen toevoeging van kadastrale percelen betreft; Overwegende dat de verandering geen indeling van de inrichting in een hogere klasse tot gevolg heeft; Overwegende dat de meegedeelde verandering onder de toepassing valt van de bepalingen van artikel 6 bis 3 van het Vlarem; Overwegende dat uit de toepassing van de in artikel 3 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 vermelde beoordelingsschema s blijkt dat de gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze niet relevant zijn voor wat betreft invloed op het watersysteem; dat derhalve de

6 6 / 12 aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003; Overwegende dat, vermits de impact op het leefmilieu van de opslag van de zeer giftige en giftige producten reeds bij het verlenen van de vergunning MLAV1/ werd getoetst en een wijziging van indeling (rubriek naar ) in essentie niets aan deze bestaande en getoetste activiteit verandert, het voorstel van de AMV m.b.t. de indeling van deze stoffen (en het opleggen van de bijhorende bijzondere voorwaarde) kan gevolgd worden; Overwegende dat uit telefonisch contact met de AMV blijkt dat het voorstel om de parameter CCl 4- extraheerbare stoffen te vervangen door perchloorethyleen extraheerbare apolaire stoffen ingegeven is door het feit dat CCl 4 niet meer mag gebruikt worden vermits dit kankerverwekkend is; dat het voorstel van de AMV terzake kan gevolgd worden, met dien verstande dat ook de tweede bijzondere voorwaarde voor Marpobel in die zin dient aangepast te worden; Overwegende dat uit de uitgebrachte adviezen blijkt dat akte kan genomen worden van de verandering door opsplitsing van de vergunde inrichting; dat de meegedeelde verandering niet van die aard is dat ze een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhoudt en dat de bestaande hinder niet vergroot; dat de meegedeelde verandering bijgevolg overeenkomstig artikel 6 quater, 4 van het Vlarem in aanmerking komt voor aktename geldend als vergunning; ARTIKEL 1 Voorwerp van de akte B E S L U I T : Akte wordt genomen van de mededeling van de en van de dd. 10 januari 2008 ingediend, inzake de verandering door wijziging van de vergunde inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen te 2030 Antwerpen, Haven Blauwe weg 7, kadastergegevens 14-B-34x3, op naam van de door wijziging door het niet plaatsen van de branders met een warmtevermogen van kw en kw en het bijplaatsen van een stoomketel met een warmtevermogen van kw (43.1.3). Akte wordt genomen van de mededeling van de en van de dd. 10 januari 2008 ingediend, inzake de verandering van de vergunde inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen te 2030 Antwerpen, Haven Blauwe weg 7, kadastergegevens 14- B-34x3, op naam van de, door opsplitsing van de vergunning in twee aparte vergunningen, één op naam van en één op naam van de zodat: de nv Van Gansewinkel beschikt over een vergunning voor de exploitatie van een inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen gelegen te 2030 Antwerpen, Haven Blauwe weg 7, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer): 14-B-34x3, omvattende: opslag van afvalstoffen van zowel maritieme oorsprong als afkomstig van activiteiten op het vaste land (2.1.1): - papier en karton in de overslaghal ton; - niet-gevaarlijke slibs in een container - 50 ton; - kunststoffen in een container - 50 ton; - metaal in container - 50 ton; - glas in container - 50 ton; - GFT in de overslaghal ton. overslag van ton/jaar vuilnisafval van schepen en het vaste land (2.1.2.b); opslag en sortering van 400 ton inerte afvalstoffen (2.2.1.a); opslag, overslag en sortering van 600 ton niet-gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.c.2);

7 7 / 12 opslag, overslag en sortering van 600 ton andere niet-gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.d.2); opslag, overslag en sortering van 10 ton gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.e.2); het lozen van huishoudelijk afvalwater in de dokken met een maximum debiet van 120 m³/jaar (3.2); het stallen van maximum 10 voertuigen (15.1.1); de opslag van 800 kg schadelijke producten in 4 vaten van 200 l, o.a. koelvloeistof en ruitenwisservloeistof ( ); de opslag van liter stookolie in een bovengrondse houder ( b); de opslag van liter motoroliën in vaten ( ); 1 verdeelslang voor stookolie ( ). Vlaremrubricering: b a c d e b de beschikt over een vergunning voor de exploitatie van een inrichting voor verwerking en overslag van afvalstoffen gelegen te 2030 Antwerpen, Haven Blauwe weg 7, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer): 14-B-34x3 omvattende: de opslag van afvalstoffen van maritieme oorsprong - vaste afval eigen aan binnen- en zeeschepen in 10 containers, elk met een volume van 25 m³ (2.1.1); de overslag van ton/jaar vuilnisafval van schepen (2.1.2.b); de opslag en sortering van 400 ton inerte afvalstoffen (2.2.1.a); de opslag en sortering van ton niet-gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.c.2); de opslag en sortering van ton andere niet-gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.d.2); de opslag en sortering van 290 ton gevaarlijke afvalstoffen (2.2.1.e.2); de reiniging van tankwagens, containers, spoorwagens, scheepsruimten en vaten (2.2.6.a, b, c, d); de verwerking en opslag van ton/jaar niet-gevaarlijke slibs met een maximale opslag van 200 ton (2.3.2.a); de verwerking en opslag van ton/jaar gevaarlijke slibs met een maximale opslag van 200 ton (2.3.2.b); ton/jaar ontwatering van afvalolie; de gravitaire ontwatering van ton/jaar plantaardige olie en de gravitaire ontwatering van ton/jaar schadelijke vloeistoffen (2.3.2.c, d, e, f); de ontvangst van afvalwaters van derden voor fysisch-chemische behandeling ton/jaar (2.3.2.e, f); de ontwatering van ton/jaar niet-gevaarlijke afvalstoffen en ton/jaar gevaarlijke afvalstoffen (2.3.3.a, b); de ontvangst van afvalwaters van derden voor biologische behandeling met een capaciteit van ton/jaar voor niet-gevaarlijke- en t/jaar voor gevaarlijke afvalwaters (2.3.3.a, b); een afvalwaterzuiveringsinstallatie met inbegrip van het lozen van bedrijfsafvalwater in het vierde havendok met een maximaal debiet van 50 m³/uur ( ); een transformator met een vermogen van kva (12.2.2); het stallen van maximum 15 voertuigen (15.1.1); een wasplaats voor het wassen van minder dan 10 eigen voertuigen per dag (15.4.1); twee luchtcompressoren met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 200 kw ( ); de opslag van samen liter gassen in verplaatsbare recipiënten bestaande uit 250 liter stikstof, 300 liter zuurstof, 200 liter acetyleen, 600 liter argon, liter propaan, liter butaan, 150 liter waterstof, 150 liter droge lucht en 150 liter helium (16.7.2); de opslag van 195 ton zeer giftige en giftige stoffen (17.2.1); de opslag van oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen ( ): kg stoffen die vallen onder Marpol II;

8 8 / kg ijzertrichloride (C); kg waterstofchloride (C); kg calciumhydroxide (Xi); kg waterstoffosfaat (C); kg ammoniumhydroxide (C); kg natriumhydroxide (C); kg waterbehandelingsproducten; kg detergenten; kg diverse producten. de opslag van P1-producten ( ): - 0,2 m³ white spirit; - 0,2 m³ verven; - 0,2 m³ ontvettingsmiddel; - 1 m³ aceton; - 1 m³ thinner; - 1 m³ tolueen; m³ diverse producten. de opslag van P2-producten ( ): m³ afvalolie; m³ diverse producten. de opslag van P3-producten ( ): m³ afvalolie; m³ bunkers; - 78,85 m³ stookolie; - 2 m³ petroleum; m³ diverse producten; de opslag van P4-producten ( ): m³ afvalolie; - 1,2 m³ smeermiddelen; m³ plantaardige olie; - 498,88 m³ diverse producten. de opslag van milieugevaarlijke stoffen ( ): m³ diverse producten. twee verdeelslangen voor stookolie ( ); laboratoria ( ); inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen met een vermogen van 100 kw ( ); een stoomketel met een waterinhoudsvermogen van liter (39.1.3); warmtewisselaars met een waterinhoud van liter (39.2.2); een brander met een warmtevermogen van kw horende bij een stoomketel (43.1.3). Vlaremrubricering: b a c d e a b c d a b c d e f a b

9 9 / 12 ARTIKEL 2 De meegedeelde verandering waarvan akte wordt genomen mag niet langer geëxploiteerd worden dan de vergunningstermijn van de lopende vergunning, zijnde 9 juli ARTIKEL 3 De volgende voorwaarden worden opgelegd en dienen strikt nageleefd te worden bij de exploitatie van de verandering die het voorwerp is van de akteneming: Voor de nv Van Gansewinkel: 1. Algemene: V01: Algemene milieuvoorwaarden algemeen - Hoofdstuk 4.1, 4.6, 4.7, 4.8 en bijlage 4.1.8; V02: Algemene milieuvoorwaarden geluid - Hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, en 4.5.6; V03: Algemene milieuvoorwaarden oppervlaktewater -Hoofdstuk 4.2 en bijlagen , en ; 2. Sectorale: Afdeling afvalstoffen van Vlarem II; V13: Opslag en behandeling van bepaalde ongevaarlijke vaste afvalstoffen - subafdeling ; V17: Opslag en behandeling van gevaarlijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen, niet elders vermeld - subafdeling ; V37: Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen - Hoofdstuk 5.15 V46: Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders - Afdelingen , en en bijlagen , , , , , en ; V57: Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen - Afdeling ; 3. Bijzondere: In afwijking van de bepalingen van artikel van Vlarem II mag het groenscherm langsheen de randen van de inrichting worden uitgevoerd zoals aangeduid op het grondplan bij de mededeling MLVER/ van Gansewinkel Werkplan_terreintekening - gewijzigd 08/11/2007 ; Voor de : 1. Algemene: V01: Algemene milieuvoorwaarden algemeen - Hoofdstuk 4.1, 4.6, 4.7, 4.8 en bijlage 4.1.8; V02: Algemene milieuvoorwaarden geluid - Hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, en 4.5.6; V03: Algemene milieuvoorwaarden oppervlaktewater -Hoofdstuk 4.2 en bijlagen , en ; V05: Algemene milieuvoorwaarden lucht - Hoofdstuk 4.4. en bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, en 4.4.5; 2. Sectorale: Afdeling afvalstoffen van Vlarem II; V13: Opslag en behandeling van bepaalde ongevaarlijke vaste afvalstoffen - subafdeling ; V17: Opslag en behandeling van gevaarlijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen, niet elders vermeld - subafdeling ; V19: Afvalolie subafdelingen en ;

10 10 / 12 V23: Reinigen van recipiënten waarin stoffen werden opgeslagen of vervoerd - subafdeling ; V26: Lozing van bedrijfsafvalwaters - Afdeling en bijlagen 5.3.2; V35: Elektriciteit - Hoofdstuk 5.12; V37: Garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen - Hoofdstuk 5.15; V38: Gassen algemeen - Afdeling ; V40: Gassen - koelinrichtingen compressoren - Afdeling ; V44: Gassen - opslagplaatsen in verplaatsbare recipiënten - Afdeling en bijlage , bijlage ; V46: Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders - Afdelingen , en en bijlagen , , , , , en ; V57: Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen - Afdeling ; V61: Luchtverontreiniging - thermische centrales, stookinstallaties en verbrandingsovens - Hoofdstuk 5.20 (uitgezonderd Afdeling : petroleumraffinaderijen) en Hoofdstuk 5.43; V67: Metalen - Hoofdstuk 5.29; V81: Stoomtoestellen - Hoofdstuk 5.39; 3. Bijzondere: Onverminderd de algemene en sectorale lozingsvoorwaarden voor de sector "reinigen van wagens en binnenschepen welke vloeibare producten transporteren (inrichtingen bedoeld in subrubriek 2.10 van de indelingslijst)" mogen volgende emissiegrenswaarden niet worden overschreden: Perchloorethyleen extraheerbare apolaire stoffen 5 mg/l; Detergent 3 mg/l; BZV 50 mg/l; Chloor oxideerbaar cyanide 0,1 mg/l; Chroom VI 0,2 mg/l; CZV 600 mg/l; Fenolen 0,8 mg/l; Totaal stikstof 60 mg/l; TOC 200 mg/l; Totaal Aluminium 6 mg/l; Totaal Chroom 0,5 mg/l; Totaal ijzer 6 mg/l; Totaal lood 0,5 mg/l; Totaal zink 3 mg/l; Totaal cadmium 0,01 mg/l; Totaal kwik 0,001 mg/l; Totaal fosfor 10 mg/l; PAKS 0,01 mg/l; MAKS 0,2 mg/l; EOX 0,5 mg/l; Chloriden mg/l; Ter controle van de goede werking van de waterzuivering, wordt een debietsproportioneel monster genomen waarop de volgende parameters worden geanalyseerd: per batchlozing : ph, temperatuur, CZV en bezinkbare stoffen. om de 10 batch-lozingen : BZV en TOC. maandelijks: zwevende stoffen, totaal stikstof en totaal fosfor. gedurende de derde week van elke maand (bij niet lozing tijdens de eerstvolgende week met lozing) een mengstaal van een monstername per batch : PAK's, MAK, chloorbenzenen en de niet genoemde zwartelijststoffen.

11 11 / 12 halfjaarlijks: Perchloorethyleen extraheerbare apolaire stoffen, detergenten en vistest. bepaling van het ogenblikkelijk debiet met registratie van het uurdebiet. Teneinde in de 4de havendok de gestelde kwaliteitsdoelstelling te kunnen bereiken en de invloed van de lozing op de oppervlaktewaterkwaliteit te kunnen vastleggen zal, in samenspraak met de Vlaamse Milieumaatschappij en de Afdeling Milieuvergunningen van de AMINAL, vanaf de opstart van de waterzuivering een monitoring van de oppervlaktewaterkwaliteit gebeuren. Op basis van deze monitoring en de resultaten van de bemonstering volgens punt 3 hierboven zal na één jaar bedrijfsactiviteit een voorstel tot verstrenging van de lozingsvoorwaarden bij de vergunningverlenende overheid ingediend worden. In dit voorstel dienen eventueel mogelijke bijkomende maatregelen ter verbetering van de effluentkwaliteit te worden geëvalueerd aan de hand van een kosten-baten studie. Deze studie dient er rekening mee te houden dat na een periode van maximaal 5 jaar de oppervlaktewaterkwaliteitsdoelstelling kan gehaald worden. Olie-water-slibmengsels van olie- en slibafscheiders en van cleaningsactiviteiten, oliehoudende boorspoeling en boorgruis en boor-, snij-, slijp- en walsolie mogen slechts door Marpobel aanvaard worden indien hun samenstelling reeds vóór menging voldoet aan de parameters waaraan de door Marpobel geproduceerde oliën, halffabricaten of afvalstoffen moeten beantwoorden, met uitzondering van het water- en sedimentgehalte. Voor de aanvaarding van afgewerkte olie van motoren, transmissiesystemen, hydraulische systemen,... van landzijde, dient jaarlijks een toelating van de OVAM bekomen te worden. In afwijking van de bepalingen van artikel van Vlarem II dient langsheen de randen van de inrichting geen groenscherm te worden aangelegd. De exploitant dient een acceptatieprocedure op te stellen waarbij de acceptatiecriteria bepaald worden op welke basis de aangeboden afvalstoffen worden aanvaard en/of worden verwerkt. Tevens dient de toegepaste procedure inzake een strenge ingangscontrole voor de inkomende afvalstoffen te worden opgemaakt. De procedures dienen uiterlijk 2 maanden na het bekomen van de milieuvergunning ter goedkeuring overgemaakt te worden aan de bevoegde toezichthoudende overheid. De (parkeer)ruimte waar de containers met ladingen conform Marpol 3, 4 en 5 worden geplaatst, dient te worden gebruikt als tussenopslagplaats vóór verwijdering. Deze ladingen dienen zo snel mogelijk te worden afgevoerd naar vergunde inrichtingen. De containers dienen gesloten te zijn of minstens voorzien te worden van een afdekzeil wanneer zij niet in belading of ontlading zijn. De afvalwaters die ontstaan bij het reinigen van vrachtwagens dienen afgevoerd en behandeld te worden in een aangepaste waterzuiveringsinstallatie. De aanwezige hoeveelheden afvalstoffen en gevaarlijke stoffen dienen steeds zodanig beperkt te worden dat, na toepassing van de verschillende cumulatieregels vermeld in bijlage 6 van titel I van VLAREM, de drempel voor een hogedrempel Seveso bedrijf nooit overschreden wordt. Hiertoe dient er steeds een digitale update van de hoeveelheid opgeslagen stoffen, met hun gevareneigenschappen ter beschikking te zijn van de toezichthoudende overheid en zonodig uitgeprint te worden op vraag van deze overheid. De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II (of bijgevoegde cd-rom). Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. ARTIKEL 4 Onderhavige akteneming doet geen afbreuk aan de rechten van derden;

12 12 / 12 ARTIKEL 5 Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 6 Tegen onderhavige akte, bedoeld onder artikel 1, kan bij aangetekend schrijven binnen 30 dagen na de bekendmaking ervan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel. Antwerpen, in zitting van 03 april Aanwezig: de heer C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, de heren J. Geuens, K. Helsen, M. Wellens, mevrouw I. Verhaert, de heer B. De Nijn, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever: Jos Geuens In opdracht: De Provinciegriffier, De Voorzitter, D. Toelen C. Paulus