Bestemmingsplan Binnenstad. Advies Hoorcommissie

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Binnenstad Advies Hoorcommissie Inleiding In 2004 is gestart met het actualisatie-proces van het bestemmingsplan Binnenstad via het maken van een ruimtelijke visie voor de Binnenstad. Deze visie is opgesteld in samenspraak met de samenleving. Zo is er bijvoorbeeld een Binnenstadsdebat geweest en zijn diverse gesprekken gearrangeerd met specifieke doelgroepen waaronder jongeren, Hart van Tiel en het Stadspanel. Begin 2007 ( , nr.8) is de ruimtelijke visie vastgesteld door de gemeenteraad. De ruimtelijke visie heeft aan de basis gelegen van het daarna opgestelde voorontwerp bestemmingsplan, dat in het kader van de Tielse Inspraakverordening ter inzage heeft gelegen in september-oktober Daarbij was het voor het eerst mogelijk om naast schriftelijk of mondeling ook digitaal een inspraakreactie op het plan te geven. Het voorontwerp is bij wijze van proef ook digitaal en interactief op het internet gepubliceerd. Daarnaast is er vooroverleg gevoerd in het kader van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (1985) met onder andere de Provincie. De inspraak en het wettelijk vooroverleg hebben geleid tot diverse aanpassingen. Het college heeft vervolgens het ontwerp bestemmingsplan vastgesteld, aan de hand van deze aanpassingen. Dit besluit is genomen vóór 1 juli 2008 (ingangsdatum van de 'nieuwe' Wet ruimtelijke ordening), wat impliceert dat de procedure gevolgd wordt van de 'oude' Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Het ontwerp bestemmingsplan heeft ter visie gelegen van 26 mei 2008 tot en met 7 juli 2008 (artikel 23 WRO). Gedurende deze termijn bestond de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen, waarvan ook gebruik is gemaakt. De indieners van een zienswijze zijn op 23 en 24 juli 2008 in de gelegenheid gesteld hun zienswijze mondeling toe te lichten aan de hoorcommissie (Verordening op de commissies van de gemeenteraad 2006, artikel 25 lid 1). De hoorcommissie adviseert en rapporteert over deze zienswijzen aan de raadscommissie Ruimte, die op haar beurt de raad adviseert over de vaststelling van het bestemmingsplan. De voorliggende rapportage bevat een samenvatting van alle zienswijzen, het bijbehorend collegestandpunt en het advies van de hoorcommissie. Tevens is een kolom opgenomen met behulp waarvan de zienswijzen getypeerd zijn (1:archeologie en cultuur, 2:bouwhoogten, 3:detailhandel, 4:dienstwoningen, 5:divers, 6:horeca, 7:parkeren/Echteldsedijk). Na vaststelling van het bestemmingsplan wordt het ter goedkeuring aangeboden aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland. 9 september 2008

2 01 A. Kap, H. van Gool, J. Erven, J. de Leeuw, B.D.G. Teerink, N.J. Versteegh, W.C. Kommeren, T.H. Kommeren-Timmerman, A.F. Deickmann, P.C.L. Smits, D. van Amerongen-van Tintelen, Hui Yu, H.J. Wijzenbroek en M.J. Peperkamp, Fam. Daniels, G.A. Zegveld, H.J. Kreuger, mevr. Tukker, A. Verkooijen-Bakx, Fam. Pluim, J.A.H. Kersten, T. de Leeuw en I. Vermeulen, F.G. Weber, C.M. Stegeman, N. Mahieu, W.Y. van den Berg-van Rooy, F. Tan, J.H.G. Essing, S.F.A. Segeren, A. Mondt (29 identieke zienswijzen) Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn De hoorcommissie adviseert om het college te verzoeken contact op te nemen met de heer A. Kap (deze vertegenwoordigt ruim twintig bewoners van het complex Echteldsedijk) om de parkeersituatie nader toe te lichten. 01.a 7 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het opnemen van het gebied Echteldsedijk/ Fabriekslaantje (fase parkeergarage) in het bestemmingsplan. 01.b 7 Er wordt verzocht om korte en lange termijn plannen voor de parkeerproblematiek rond de Echteldsedijk/ Fabriekslaantje. De parkeergarage in het plan Echteldsedijk is en was nooit bedoeld voor de bewoners van de Echteldsedijk, maar voor de bezoekers van de Binnenstad. Daarom is er ook voor gekozen om dit deel in het bestemmingsplan Binnenstad op te nemen. Een bestemmingsplan is een planologisch instrument om bijvoorbeeld ruimtelijke plannen mogelijk te maken. In het ontwerp bestemmingsplan Binnenstad is de geplande parkeergarage met woningen vanuit het plan Echteldsedijk (fase Havendijk) gewoon uitvoerbaar. Er is ook geen sprake van het loskoppelen van deze fase uit het plan Echteldsedijk. In januari 2008 is door de Raad de Parkeervisie vastgesteld. Hierin zijn alle voorziene ruimtelijke ontwikkelingen voor de korte, middellange en lange termijn in relatie tot parkeerontwikkelingen uiteengezet. In het bestemmingsplan is ruimte gereserveerd om toekomstige parkeeroplossingen ten behoeve van de binnenstad te kunnen realiseren. 02 W.M. Velders Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 02.a 7 Er worden volgens krantenberichten meer woningen gerealiseerd in het plan Echteldsedijk. Hierdoor neemt de parkeerdruk toe en moet er extra capaciteit worden gevonden in de te realiseren parkeergarage. In het parkeerbeleid wordt met parkeernormen gewerkt. Wanneer er meer woningen worden gerealiseerd betekent dit dat er ook meer parkeerplaatsen worden aangelegd. advies d.d pag. 2 van 24

3 02.b 7 De verkeerssituatie rond de Prins Willem Alexander school is onoverzichtelijk. Een toename van het aantal woningen in het gebied en het invoeren van betaald parkeren op de Waalkade betekent een verkeerschaos. Dit punt is niet relevant voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Genoemde problematiek wordt namelijk niet met het bestemmingsplan Binnenstad gestuurd. 02.c 7 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het opnemen van het gebied Echteldsedijk/ Fabriekslaantje in het bestemmingsplan. 02.d 7 Er wordt verzocht om bewoners van de woningen aan de Echteldsedijk die geen eigen parkeerplaats hebben, een parkeerplaats toe te wijzen of te verkopen. 03 C.J. Bruin van Housselt, F.A. de Bie, C.M.A.G. Lamers, W.A.C.A. Smits (4 identieke zienswijzen) 03.a 7 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het opnemen van het gebied Echteldsedijk/ Fabriekslaantje in het bestemmingsplan. De parkeergarage in het plan Echteldsedijk is en was nooit bedoeld voor de bewoners van de Echteldsedijk, maar voor de bezoekers van de Binnenstad. Daarom is er ook voor gekozen om dit deel in het bestemmingsplan Binnenstad op te nemen. Een bestemmingsplan is een planologisch instrument om bijvoorbeeld ruimtelijke plannen mogelijk te maken. In het ontwerp bestemmingsplan Binnenstad is de geplande parkeergarage met woningen vanuit het plan Echteldsedijk (fase Havendijk) gewoon uitvoerbaar. Er is ook geen sprake van het loskoppelen van deze fase uit het plan Echteldsedijk. Het toewijzen of verkopen van parkeerplaatsen is geen onderdeel van een bestemmingsplan. De parkeergarage in het plan Echteldsedijk is en was nooit bedoeld voor de bewoners van de Echteldsedijk, maar voor de bezoekers van de Binnenstad. Daarom is er ook voor gekozen om dit deel in het bestemmingsplan Binnenstad op te nemen. Een bestemmingsplan is een planologisch instrument om bijvoorbeeld ruimtelijke plannen mogelijk te maken. In het ontwerp bestemmingsplan Binnenstad is de geplande parkeergarage met woningen vanuit het plan Echteldsedijk (fase Havendijk) gewoon uitvoerbaar. Er is ook geen sprake van het loskoppelen van deze fase uit het plan Echteldsedijk. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn advies d.d pag. 3 van 24

4 03.b 7 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het invoeren van betaald parkeren op de Waalkade voordat de parkeergarage is gerealiseerd. Dit vanwege een te verwachten toename van de parkeerdruk op de 30 vrije parkeerplaatsen. Het realiseren van een parkeergarage noch het invoeren van betaald parkeren wordt in een bestemmingsplan geregeld. 03.c 7 Er wordt verzocht om korte en lange termijn plannen voor de parkeerproblematiek rond de Echteldsedijk/ Fabriekslaantje. 03.d 7 Er wordt verzocht om bewoners van de woningen aan de Echteldsedijk die geen eigen parkeerplaats hebben, een parkeerplaats toe te wijzen of te verkopen. In januari 2008 is door de Raad de Parkeervisie vastgesteld. Hierin zijn alle voorziene ruimtelijke ontwikkelingen voor de korte, middellange en lange termijn in relatie tot parkeerontwikkelingen uiteengezet. In het bestemmingsplan is ruimte gereserveerd om toekomstige parkeeroplossingen te kunnen realiseren. Het toewijzen of verkopen van parkeerplaatsen is geen onderdeel van een bestemmingsplan. 04 Fam. Huiberts Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 04.a 7 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het realiseren van 93 woningen achter de G.J. Petersstraat. Het betreffende gebied maakt geen onderdeel uit van het plangebied van het bestemmingsplan Binnenstad. 04.b 7 Er wordt verzocht om bewoners van de woningen aan de Echteldsedijk die geen eigen parkeerplaats hebben, een parkeerplaats toe te wijzen of te verkopen. Het toewijzen of verkopen van parkeerplaatsen is geen onderdeel van een bestemmingsplan. 05 A.L.J. van den Bosch Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 05.a 7 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het opnemen van het gebied Echteldsedijk/ Fabriekslaantje in het bestemmingsplan. De parkeergarage in het plan Echteldsedijk is en was nooit bedoeld voor de bewoners van de Echteldsedijk, maar voor de bezoekers van de Binnenstad. Daarom is er ook voor gekozen om dit deel in het bestemmingsplan Binnenstad op te nemen. Een bestemmingsplan is een planologisch instrument om bijvoorbeeld ruimtelijke plannen mogelijk te maken. In het ontwerp bestemmingsplan Binnenstad is de geplande parkeergarage met woningen vanuit het plan Echteldsedijk (fase Havendijk) gewoon uitvoerbaar. Er is ook geen sprake van het loskoppelen van deze fase uit het plan Echteldsedijk. advies d.d pag. 4 van 24

5 05.c 7 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het invoeren van betaald parkeren op de Waalkade. Dit vanwege een te verwachten toename van de parkeerdruk op de 30 vrije parkeerplaatsen. 05.d 7 Er wordt verzocht om een oplossing voor de parkeerproblematiek voor de bewoners van de appartementen en stadswoningen aan de Echteldsedijk. Gedacht wordt aan het toewijzen of verkopen van parkeerplaatsen aan deze bewoners. Nr. T Samenvatting zienswijzen Collegestandpunt Concept-advies n.a.v hoorcommissie-overleg 4 aug b 7 Er wordt gevreesd voor een parkeerprobleem rond het plan Echteldsedijk. In januari 2008 is door de Raad de Parkeervisie vastgesteld. Hierin zijn alle voorziene ruimtelijke ontwikkelingen voor de korte, middellange en lange termijn in relatie tot parkeerontwikkelingen uiteengezet. In het bestemmingsplan is ruimte gereserveerd om toekomstige parkeeroplossingen ten behoeve van de binnen- stad te kunnen realiseren. Het realiseren van een parkeergarage noch het invoeren van betaald parkeren wordt in een bestemmingsplan geregeld. Het toewijzen of verkopen van parkeerplaatsen is geen onderdeel van een bestemmingsplan. 06 Bierman Advocaten, namen Uijen B.V. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 06.a 5 De inspraakreactie wordt overgenomen. Hierin staan de volgende bezwaren: 1) Er wordt verzocht de bestemming van het perceel Oude Haven 2 te wijzigen en de bouwhoogten te verruimen naar goothoogte 12 meter en nokhoogte 15 meter ten behoeve van een bouwplan voor de bouw van appartementen met op de begane grond bedrijven/ detailhandel. Wanneer het bovengenoemde bouwplan niet mogelijk is, wordt verzocht in ieder geval de bouwhoogten te verruimen ten behoeve van de uitbreiding van het bedrijf. Het pand is gelegen in het ontwikkelgebied Santwijcksepoort. Dit gebied is opgenomen in het Masterplan Waalfront. Voor de ontwikkeling van dit gebied stelt het college voor dat een samenhangende visie wordt opgesteld welke de basis is voor verdere ontwikkelingen en gesprekken. Derhalve is ervoor gekozen om de huidige situatie in dit ontwerp bestemmingsplan als zodanig te bestemmen en ontwikkelingen in de toekomst mogelijk te maken middels de wijzigingsbevoegdheid. Naar mening van het college zijn er op dit moment geen argumenten om op basis van de zienswijze het bestemmingsplan op dit punt te wijzigen. advies d.d pag. 5 van 24

6 06.b 5 2) Er wordt bezwaar gemaakt tegen het verlagen van de maximale goot- en nokhoogte van het perceel Oude Haven 2 ten opzichte van het geldende bestemmingsplan (verlaging met 2 respectievelijk 3 meter). Deze verlaging is ook niet gemotiveerd. 06.c 5 Er wordt niet ingezien waarom de verzochte ontwikkeling op het perceel Oude Haven niet rechtstreeks mogelijk wordt gemaakt maar wellicht wel middels een wijzigingsbevoegdheid. Motivatie voor het verlagen van de maximale goot- en nokhoogte is gelegen in het feit dat er voornemens zijn om het gebied te herontwikkelen in het kader van het Waalfront (Santwijcksepoort). Het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen los van een samenhangende visie voor het gehele gebied wordt onder andere door de provincie afgeraden (zie de reactie vanuit het vooroverleg). Zie de reactie op 6a. Voorlopig advies: ongegrond, met overname van het standpunt van B&W Het betreft hier een advies onder voorbehoud. Nader onderzoek vindt nog plaats naar wetgeving / jurisprudentie op dit onderdeel. Het definitieve advies wordt tijdens de vergadering d.d. 23 september bekend gemaakt en toegelicht. 07 A.H. van Klinken Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 07.a 5 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de verkeersbestemming strak tegen het pand Achterweg 1-3. Een strook van 1 meter diep is namelijk in eigendom van de bewoner. De eigendomssituatie is planologisch gezien niet relevant. De bedoelde strook grond is in gebruik als trottoir. Dit rechtvaardig naar de mening van het college de bestemming verkeer. Bovendien verandert er niets aan de planologische situatie. Deze strook is reeds in het 07.b 5 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de bestemming Groen op de achtertuin van het perceel Achterweg 1-3 en verzoekt om de bestemming Tuin. geldende plan bestemd als verkeer (stadserf). In vergelijkbare gevallen (bijvoorbeeld Westluidensestraat) heeft de achtertuin de bestemming tuin gekregen. Het college vindt dat de indiener van de zienswijze gelijk heeft en stelt voor het bestemmingsplan op dit punt gewijzigd vast te stellen, door de betreffende tuin en de aangrenzende tuinen te bestemmen als "Tuin". Advies: gegrond, met overname van het standpunt van B&W. 08 Mevrouw B. Gentle Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 08.a 3 Er wordt verzocht de bestemming van het pand Zoutkeetstraatje 4 te wijzigen dusdanig dat detailhandel mogelijk wordt overeenkomstig het huidig gebruik. Advies: gegrond, met overname van het standpunt van B&W. Er is in dit bestemmingsplan ervoor gekozen bestaande situaties in principe in te passen. Het college stelt voor het bestemmingsplan op dit punt gewijzigd vast te stellen en de bestaande winkel in te passen middels een aanduiding. 09 Mevrouw B. Van Leeuwen Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn advies d.d pag. 6 van 24

7 09.a 5 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de uitbreiding van het aantal ligplaatsen voor woonschepen in de haven zoals Het onderzoeksrapport in bijlage 7 is gebaseerd op het voorontwerp bestemmingsplan. Naar aanleiding van het genoemd in bijlage 7 van het bestemmingsplan. vooroverleg is de uitbreiding van het aantal ligplaatsen reeds uit het bestemmingsplan verwijderd. 10 H. Noppen H. Noppen heeft zijn zienswijze bij brief d.d. 8 augustus 2008 ingetrokken 10.a 6 Er wordt verzocht om logiesverstrekkende horeca toe te staan in het pand St. Agnietenstraat SCW 11.a 6 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de toegestane horecafunctie in de gaanderij op het Korenbeursplein. Men wil overlast voorkomen (stank) maar ook het ontstaan van schoorstenen en ventilatiekanalen voor de ramen van de woningen. Dit wordt gezien als een aantasting van het woongenot wat mogelijk huurderving als gevolg heeft. 11.b Ter zitting overhandigt de woordvoerder van de SCW, de heer H.W.J. Suijdendorp een brief met een nieuw verzoek/ nieuwe zienswijze. Op basis van een in de brief nader omschreven onderbouwing verzoekt indiener de functie van drie objecten in de vorm van een nieuwe aanduiding in het bestemmingsplan te verankeren. Onbekend H.W.J. Suijdendorp heeft namens de SCW de zienswijze van 18 juni 2008 bij brief d.d. 2 oktober 2008 ingetrokken Advies: de zienswijze is niet ontvankelijk. De hoorcommissie geeft de heer Suijdendorp in overweging om het verzoek in te dienen bij het college. 12 D.J. Spies Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 12.a 5 Er wordt positief gereageerd op het toestaan van horeca Waarvan akte. n.v.t. op de verdieping op het Plein. 12.b 5 Voor het Plein is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding detailhandel te verwijderen. Er wordt verzocht deze bevoegdheid te laten vervallen. Dit artikel is opgenomen om de beleidsintenties voor een horecaplein te ondersteunen. Het is een bevoegdheid van het college, geen verplichting. Wanneer het college hiervan gebruik zou maken, wordt nader onderzoek gedaan naar de haalbaarheid hiervan. advies d.d pag. 7 van 24

8 12.c 5 Er wordt verzocht op de verdiepingen op het Plein naast de woonfunctie en publieksfuncties expliciet ook Dit is reeds toegestaan, echter niet expliciet. Opslag of magazijnruimte van een winkel past binnen de bestemming magazijnruimte toe te staan. detailhandel, ditzelfde geldt voor horeca. Wanneer detailhandel of horeca ook op de verdieping is toegestaan, dan is magazijnruimte of opslag behorende bij dat bedrijf daar ook mogelijk. Opslag of magazijnruimte als zijnde zelfstandige bedrijven zijn niet toegestaan. Dit zou alleen binnen de bestemming bedrijf kunnen. Het college is van mening dat zelfstandige opslagbedrijven of magazijnen niet passen in de binnenstad maar horen op een bedrijventerrein. 13 Van der Reijd Groep, namens Exploitatiemaatschappij Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde ter- Aan de Schedde B.V. 13.a 3 Er wordt verzocht de bestemming van het perceel Hoogeinde te wijzigen naar C Van Zelm C.S. namens R.J. Polmans en mw W.A. Polmans 14.a 3 Er wordt verzocht de bestemming van de panden aan de Zoutkeetstraat 4 te wijzigen zodanig dat detailhandel mogelijk blijft. In het bestemmingsplan is ervoor gekozen (gebaseerd op de ruimtelijke visie) om het kernwinkelgebied te bestemmen als Centrum-1. Het betreffende pand is niet gelegen in het kernwinkelgebied (Waterstraat, Groenmarkt en Voorstad) en heeft daarom geen C-1 bestemming. Er is in dit bestemmingsplan ervoor gekozen bestaande situaties in principe in te passen. Het college stelt voor het bestemmingsplan op dit punt gewijzigd vast te stellen en de bestaande winkel in te passen middels een aanduiding. mijn Advies: gegrond. De hoorcommissie is van mening dat de winkel-as uit de Ruimtelijke Visie Binnenstad ruimte biedt aan een bredere interpretatie, dan zoals gehanteerd in het collegestandpunt. Met het oog op de toekomst (mogelijke herontwikkeling van het postkantoor aan de overkant van de straat) acht de hoorcommissie het voor de hand te liggen om het perceel Hoogeinde te wijzigen naar C1. De hoorcommissie geeft om diezelfde reden de commissie Ruimte in overweging om de oostwand in zijn geheel tot de hoekwoning aan de Gasthuisstraat (dus t/m nr. 10a, zie ook zienswijze nr. 35.a) binnen de C1- bestemming te brengen. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn Advies: gegrond, met overname van het standpunt van B&W. advies d.d pag. 8 van 24

9 14.b 3 Er wordt verzocht de bestemming van de panden aan de Zoutkeetstraat 6 te wijzigen zodanig dat detailhandel mogelijk blijft. De locaties voor detailhandel binnen bestemmingen zijn gebaseerd op de ruimtelijke visie op de binnenstad. Hierin is het kernwinkelgebied en de aanloopstraten aangegeven. Dit is ook mede gebaseerd op de marktruimte zoals beschreven in de detailhandelsnota. Het Zoutkeetstraatje is hierin niet aangewezen voor detailhandel. Het nu geldende bestemmingsplan voor het gebied staat ook geen detailhandel toe. Het huidig gebruik, een zonnestudio, past binnen de toegewezen bestemming. Inpassen door middel van de aanduiding 14.c 3 Er wordt verzocht om een motivering waarom aan de andere zijde van het Zoutkeetstraatje (voormalig Leenbakker) wel detailhandel mogelijk is gemaakt in het bestemmingsplan. detailhandel is niet nodig. De bedoelde panden zijn gelegen in het zogenaamde Santwijcksepoort gebied. Dit gebied behoort tot het kernwinkelgebied. Bovendien zijn deze panden in het geldende plan ook al bestemd voor detailhandel. Advies: overname van de motivering 15 Tielse Watersportvereniging De Waal Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 15.a 5 Er wordt verzocht voor de plankaart uit te gaan van kaartmateriaal anno b 5 Er wordt verzocht de breedte van de dubbelbestemming Waterkering te verkleinen tot aan de damwand aan de voet van het dijkprofiel. Dit ter voorkoming van mogelijke toekomstige beperkingen voor ontwikkelingen in het havengebied. Als ondergrond wordt gebruik gemaakt van de Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN). Bij het opstellen van het ontwerp bestemmingsplan is de nieuwste versie van de GBKN gebruikt, te weten versie 1 april 2008; De dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering heeft de bescherming van de dijk als doel. De breedte van deze zone is gebaseerd op de door het waterschap Rivierenland gehanteerde legger. De breedte van deze zone komt overigens overeen met het nu geldende bestemmingsplan binnenstad (bestemmingen Waaloever en Waterkering). De basisbestemming is Water-Haven. Ontwikkelingen in het havengebied - passend binnen de bestemming Water-Haven - zijn ook binnen de werkingszone van de dubbelbestemming mogelijk, echter enkel en alleen wanneer deze ontwikkelingen geen onevenredige aantasting van de waterkering tot gevolg hebben. Het college ziet daarom geen reden om het bestemmingsplan op dit punt gewijzigd vast te stellen. advies d.d pag. 9 van 24

10 15.c 2 Er wordt verzocht de goot- en nokhoogte van het clubgebouw van de Tielse Watersportvereniging aan te passen aan 4,15m respectievelijk 6,80m Het pand is opgemeten. De maximale goot- en nokhoogte zijn 3,95m en 6,80m. Het college stelt voor het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen en de maximale goot- en nokhoogte vast te stellen op 4m respectievelijk 7m Advies: gegrond, met overname van het standpunt van B&W. De hoorcommissie merkt op, dat dit advies impliceert: goothoogte wijzigen in 4m en nokhoogte wijzigen in 7m. 16 Nosy Be B.V. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 16.a 5 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de verkeersbestemming op een stuk grond behorende bij de tuin van het perceel Stationsstraat 2 en verzoekt deze te wijzigen in de bestemming tuin. Op het Taluud wordt betaald parkeren ingevoerd. Hiervoor is naast de inrit aan de Stationsstraat een uitrit nodig. Deze uitrit is gepland aan de Voor de Kijkuit op de bedoelde grond. Om deze uitrit mogelijk te maken heeft deze grond de bestemming verkeer. 16.b 5 De aanduiding (k) voor kantoor wordt gemist op het perceel Stationsstraat Horeca Vereniging Tiel, namens M. Konca (Café-bar XXCELL) 17.a 6 Men verzoekt de aanduiding h 3 toe te voegen voor het perceel Korte Nieuwsteeg 6, wanneer dit niet reeds is gebeurt. 17.b 4 Er wordt verzocht vanwege milieuregelgeving, de dienstwoningen Korte Nieuwsteeg 2, 4 en 8 als zodanig aan te duiden. Het college is van mening dat kantoren generiek toegestaan zouden kunnen worden in de bestemming GD-1. Daarmee worden kantoren op de begane grond toegestaan. Omdat het betreffende bedrijf ook de verdieping gebruikt voor kantoren, stelt het college voor dit in te passen middels een aanduiding kantoor (k) waardoor ook de verdieping gebruikt kan worden. Het betreffende perceel heeft in het ontwerp de verzochte aanduiding h 3. Het bestemmingsplan is niet het instrument hiervoor. Advies: gegrond. De hoorcommissie is van mening, dat - gelet op de monumentale status van het pand (gemeentelijk monument) en de beperkende invloed daarvan op de ruimte die is geboden aan initiatieven in het verleden - het standpunt van B&W onvoldoende gemotiveerd is om de huidige bestemming 'verkeer' te rechtvaardigen. De hoorcommissie adviseert dan ook om het tot het gemeentelijk monument behorende deel onder de bestemming 'tuin' te brengen. Advies: gegrond, met overname van het standpunt van B&W. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn Voor kennisgeving aangenomen. Advies: ongegrond. De hoorcommissie wijst erop dat in de (planologische) definitie van een dienstwoning - zoals die in den lande wordt toegepast - de term noodzaak zit. Bewoning dient noodzakelijk te zijn gelet op bestemming en/of gebruik. Een voorbeeld van bedoelde noodzaak is een veehouderij waar de veehouder te allen tijde snel bij zijn vee moet kunnen komen. In (vrijwel) alle andere gevallen advies d.d pag. 10 van 24

11 moet de noodzaak van een dienstwoning bij een bedrijf expliciet worden aangetoond door de aanvrager. In voorliggende gevallen is hiervan geen sprake. Voorts wijst de hoorcommissie erop dat in de bestemmingsplanstandaard van Tiel, die recent door de raad is vastgesteld, het fenomeen dienstwoningen in het geheel niet meer voor komt (de raad heeft uitsluitend aangevuld dat dienstwoningen op Latenstein toegestaan moeten blijven). Daarnaast is de hoorcommissie van mening dat een bestemmingsplan een oneigenlijk instrument is om (kosten te besparen op maatregelen om) geluidhinder te voorkomen. Bovendien speelt een bestemmingsplan geen rol bij toetsing in het kader van het zogenaamde Activiteitenbesluit, want daarin wordt getoetst aan de feitelijke situatie en niet aan de planologische situatie. Het Activiteitenbesluit kent weliswaar een overgangsregeling voor horecabedrijven van vóór de inwerkingtreding ( ), waardoor voor dienstwoningen boven en rond deze bedrijven géén geluidsnormen gelden. Echter bij toetsing wordt bij àlle dienstwoningen desondanks het feitelijke gebruik geïnventariseerd. Ergo wanneer een dienstwoning wordt bewoond door iemand die niet daadwerkelijk in dienst is van het bedrijf (of eigenaar is), gelden toch de reguliere geluidsnormen. Tot slot argumenteert de hoorcommissie dat indien in het bestemmingsplan - zoals in de zienswijze wordt verzocht - uitsluitend nog dienstwoningen worden toegestaan boven de horecabedrijven, dan betekent dit dat alle "gewone" woningen worden wegbestemd. Aangezien het bestemmingsplan een overgangsregeling bevat, mogen bewoners van bestaande woningen de 'bewoning' weliswaar voortzetten en de woning ook verkopen of verhuren als "gewone" woning. Maar zodra de woning feitelijk in gebruik wordt genomen als dienstwoning, is deze overgangssituatie beëindigd en kan de dienstwoning planologisch gezien niet meer advies d.d pag. 11 van 24

12 verhuurd of verkocht worden als "gewone" woning. Dit betekent een beperking van het zogenaamde 'meest doelmatige gebruik' en leidt daarmee tot waardevermindering van de betreffende panden. Waardevermindering kan vervolgens weer tot planschadeclaims leiden bij de gemeente. In vergelijkbare gevallen wordt dat planschaderisico via een privaatrechtelijke overeenkomst door de 'vragende' partij geaccepteerd (theoretisch zou dit in voorliggend geval dus inhouden dat eerst met de gemeente afspraken worden vastgelegd over mogelijke planschade. Andersom impliceert het dat in geval een bewoner van een dienstwoning uit dienst treed bij het bijbehorende bedrijf, deze volgens het bestemmingsplan feitelijk verplicht is ook te verhuizen (het is tenslotte een dienstwoning). Nog los van de maatschappelijke (on) wenselijkheid van een dergelijke constructie lijdt het geen twijfel, dat dit - in de sfeer van handhaving - voor problemen zal gaan zorgen. 18 Horeca Vereniging Tiel, namens diverse horeca ondernemingen Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 18.a 4 Er wordt verzocht vanwege milieuregelgeving, de dienstwoningen Markt 13, Plein 1, 3/5, 45 59, Kerkstraat 7 en Korte Nieuwsteeg 2 als zodanig aan te duiden. Het bestemmingsplan is niet het instrument hiervoor. Advies: ongegrond. De hoorcommissie verwijst naar de motivering over dienstwoningen en milieuregelgeving onder zienswijze 17.b. 19 Milieuwerkgroep Tiel Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde ter- 19.a 1 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het verlaten van het uitgangspunt dat nieuwbouw door hoogte, geleding en architectuur in het bestaande zijn plaats moet krijgen en verzoekt dit via het bestemmingsplan te beschermen. Het college is van mening dat dit uitgangspunt niet verlaten wordt met het bestemmingsplan. Echter worden zaken als geleding en architectuur bewaakt door een ander instrument, namelijk de welstandsnota. Voor de hoogte geeft het bestemmingsplan maxima. Deze maxima zijn enerzijds gebaseerd op bestaande hoogtes en anderzijds op het geldende bestemmingsplan en afgestemd per bouwblok. Op een aantal plaatsen wordt een grotere hoogte mogelijk gemaakt, zie daarvoor 19b. mijn advies d.d pag. 12 van 24

13 19.b 2 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de mogelijkheid voor de realisatie van hoge gebouwen aan de Schoolstraat, Walburgbinnensingel en de Tolhuiswal. Bij de Schoolstraat (plan Slokker) worden losse bouwvolumes met een maximale goot- en nokhoogte van 17m respectievelijk 25m toegestaan. Dit komt voort uit het Masterplan Waalfront. Bovendien staat het geldende bestemmingsplan een maximale goothoogte van 10 meter toe en is de nokhoogte niet begrensd. Bij de Tolhuiswal (Molenhoek) wordt middels een wijzigingsbevoegdheid een maximale goot- en nokhoogte toegestaan van 12 respectievelijk 15 meter. Ook dit komt voort uit het Masterplan Waalfront. Bovendien kent het geldende bestemmingsplan geen maximale nokhoogte maar alleen een maximale goothoogte van 10 meter. Bij de Walburgbinnensingel (plan Dominicuskwartier) is een maximale hoogte van 18 meter opgenomen. Dit is lager dan de onlangs gesloopte St. Andreashage (20m). Het college is van mening dat beperkt hoogbouw toestaan tot 25 meter stedenbouwkundig verantwoord is in de binnenstad. Dit standpunt wordt ondersteund door de hoogbouwvisie waarin deze maximale hoogte is 19.c 1 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de lage inschatting van de waarde van het bodemarchief zoals aangegeven op de archeologische waardenkaart voor Tiel opgenomen voor de binnenstad. De archeologische waardenkaart voor Tiel is vastgesteld door de gemeenteraad en is de basis voor het archeologiebeleid in dit bestemmingsplan. Op deze waardekaart is vrijwel het gehele plangebied van de binnenstad aangeduid met een hoge verwachtingswaarde. 20 Venstuco B.V. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 20.a 5 Vraagt naar de gevolgen van het ontbreken van een functiekaart voor de percelen Hoogeindsestraat en Hoogeindsestraat Er zijn geen gevolgen want in het ontwerp bestemmingsplan zijn deze functies middels een aanduiding rechtstreeks op de plankaart aangeduid. (De daar aanwezige winkel is overigens binnen de bestemming centrum-1 toegestaan.) advies d.d pag. 13 van 24

14 21.a 5 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het toestaan van prostitutiebedrijven in de directe omgeving van het pand Oliemolenwal 13 en 13A in verband met mogelijke waardedaling. De locaties voor het toestaan van prostitutiebedrijven zijn gebaseerd op het door de gemeenteraad vastgestelde integraal prostitutiebeleid. In het ontwerp bestemmingsplan is de ruimtelijke component van dit beleid vertaald. Eventuele waardedaling kan worden verhaald door gebruik te maken van afdeling 6.1 van de Wet op de ruimtelijke ordening. Nr. T Samenvatting zienswijzen Collegestandpunt Concept-advies n.a.v hoorcommissie-overleg 4 aug b 5 Vraagt naar de locaties van de op de kaart aangegeven verontreinigingen, de ernst hiervan en wat dit betekent Deze vraag heeft geen relevantie voor de vaststelling van het bestemmingsplan. De vraag wordt derhalve Niet ontvankelijk, onder verwijzing naar het standpunt voor de percelen sectie E 3271 en E apart per brief beantwoordt. 21 Foppen Holding B.V. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 22 Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en Omstreken Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn De aanvullende brieven d.d en d.d worden evenwel niet in aanmerking genomen bij de advisering. Op grond van artikel 25 sub 13 van de Verordening op de raadscommissies 2006 worden eventuele stukken die na een hoorzitting worden ingediend bij de hoorcommissie, tenzij hierover tijdens de hoorzitting afspraken zijn gemaakt, buiten beschouwing gelaten. De eventuele informatie uit dergelijke stukken wordt op grond van dit artikel niet bij de advisering betrokken. 22.a 1 Voorgestelde nieuwbouw dient qua schaal, maat en parcelering aan te sluiten aan het historisch stratenpatroon. 22.b 5 In de beantwoording van de inspraak wordt verwezen naar de hoogbouwvisie welke geen onderdeel uitmaakt van het bestemmingsplan. Wanneer we dergelijke zaken willen regelen in een bestemmingsplan, dan komen de toetsingscriteria voort uit de aanwijzing tot een beschermd stadsgezicht. Aangezien de binnenstad van Tiel tot op heden geen beschermd stadsgezicht is, kunnen deze zaken niet via het bestemmingsplan worden geregeld. Deze problematiek ligt daarom alleen voor bij het welstandsbeleid. Sectoraal beleid maakt per definitie geen deel uit van een bestemmingsplan. advies d.d pag. 14 van 24

15 22.c 2 De in artikel 27 toegestane bouwhoogte houdt geen rekening met de schaal en maat van de oude binnenstad. Deze vraag is onderzocht in de hoogbouwvisie. De conclusie hieruit is dat er in de binnenstad ruimte is voor accenten tot maximaal 25 meter hoog. 22.d 1 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het ontbreken van een aanduiding historische gevelparcelering. 22.e 1 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het opnemen van de voorschriften voor de binnenstad, voor de poortgebieden vanuit het Waalfront. Hogere bouw dient voorkomen te worden. 22.f 1 Men is van mening dat het historisch stratenpatroon als uitgangspunt in het bestemmingsplan en de voorschriften moet worden opgenomen. 22.g 1 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het wegvallen van de dubbelbestemming archeologische waarden op een aantal delen van de gracht. Objectieve toetsingscriteria ontbreken om te bepalen voor welke gebieden een dergelijke nadere eis in aanmerking kan komen. Zonder objectieve toetsingscriteria kan de rechtsgelijkheid niet worden gegarandeerd en is handhaving niet mogelijk. Daarom kan een dergelijke nadere eis niet in het bestemmingsplan worden opgenomen. Met dit bestemmingsplan kan middels een wijzigingsbevoegdheid uitvoering worden gegeven aan de in het plangebied gelegen delen van het Masterplan Waalfront. Hiermee is dit bestemmingsplan de eerste planologische stap in de uitvoering van het Masterplan Waalfront. De in de wijzigingsbevoegdheid opgenomen maximale hoogtes zijn naar de mening van het college stedenbouwkundig verantwoord. Deze komen voort uit de hoogbouwvisie en uit het Masterplan Waalfront. In het bestemmingsplan wordt het historisch stratenpatroon naar de mening van het college gerespecteerd. Het opnemen hiervan in de voorschriften (tegenwoordig planregels genoemd) is naar de mening van het college niet zinvol. De plankaart biedt voldoende bescherming. De dubbelbestemming Waarde- Archeologie is in overeenstemming met de Cultuurhistorische waardenkaart gemeente Tiel. Er is in dit geval geen sprake van het wegvallen van de dubbelbestemming maar van een beleidsmatige keuze vanuit de door de Raad vastgestelde Cultuurhistorische waardenkaart. Het college adviseert het bestemmingsplan op dit punt niet te wijzigen. De hoorcommissie merkt nog op, dat - gelet op het Welstandsbeleid - er geen concreet risico bestaat op aantasting van de historische gevelparcellering. advies d.d pag. 15 van 24

16 22.h 1 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de in artikel 21.2 lid b genoemde uitzondering voor archeologisch onderzoek op percelen kleiner dan 100m2. Er wordt voorgesteld een kleinere oppervlakte op te nemen, bijvoorbeeld 30m2. 22.i 1 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de ontheffingsbevoegdheid van het college voor het toestaan van bouwen groter dan 100m2. Men is van mening dat dit nooit mag lijden tot het passeren van de monumentale waarde. 22.j 1 De inspraakreactie wordt overgenomen. Hierin staan de volgende bezwaren: Het betreffende artikel is gebaseerd op de laatste versie van de Monumentenwet en op een advies van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten. De wet geeft inderdaad een mogelijkheid om de uitzondering (het oppervlak) te vergroten danwel te verkleinen. Echter dient dit (beleidsmatig) gemotiveerd te worden. Op dit moment is er geen beleidsmatige motivering om van de in de wet genoemde 100m2 af te wijken. Er is alleen een ontheffing mogelijk nadat er door deskundigen onderzoek is gedaan. Het college houdt dus rekening met de monumentale waarde bij de besluitvorming over de ontheffing. De hoorcommissie voegt daar nog het volgende aan toe. In het kader van de behandeling van de wijziging van de Monumentenwet blijkt uit het gewijzigde wetsontwerp dat de Eerste Kamer is aangeboden, dat projecten met een oppervlakte van minder dan 100 m2 buiten de reikwijdte van de wet dienen te vallen. Het betreft het amendement Vroonhoven-Kok dat - via het invoegen van een artikel 41a - ervoor zorgt dat bodemverstoringen op huis-, tuin-, en keukenniveau buiten de wettelijke reikwijdte blijven. In het oorspronkelijke wetsvoorstel was geen beperkende regeling voor de situatie of de omvang van een project opgenomen, terwijl in het verdrag uitdrukkelijk is bepaald dat de nieuwe eisen alleen hoeven te gelden voor "grote projecten". Zo wordt bewerkstelligd dat kleine bouwprojecten in principe gevrijwaard zijn van de implicaties van het Verdrag van Malta. De commissie ziet op dit moment geen aanleiding om hier in Tiel van af te wijken. Waarvan acte. advies d.d pag. 16 van 24

17 22.k 1 Men is van mening dat de gemeente Tiel onvoldoende gelegenheid biedt aan onderzoek voorafgaand aan ingrepen aan gebouwen en in de grond; In het geldende bestemmingsplan wordt de bescherming van gebouwen niet geregeld. Dit mag ook niet, want dit wordt geregeld middels de Monumentenwet. Om die reden wordt de bescherming van gebouwen ook niet in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen. Met betrekking tot archeologie is dit wel mogelijk. Daarom heeft het college een dubbelbestemming Waarde- Archeologie opgenomen. De voorschriften van deze dubbelbestemming zijn gebaseerd op de aanbeveling 22.l 1 Men is van mening dat de kwalificering van de archeologische waarde van de binnenstad is ondergewaardeerd, de archeologische waardekaart is gedateerd. Stelt voor de gehele binnenstad aan te geven als historisch monument; 22.m 1 Men is van mening dat de concurrentiepositie van Tiel versterkt wordt door zich te onderscheiden. In dit kader is men van mening dat het bestemmingsplan onvoldoende behoud en versterkt van de historische structuur; 22.n 1 Men is van mening dat het historisch stratenpatroon niet geheel wordt behouden en is tegen het verdwijnen van de verbindingsweg naar het Korenbeursplein (behoudens een tunneltje); 22.o 1 Men is van mening dat de aangewezen historische gevelparcellering te beperkt is. Dit gebied zou moeten worden uitgebreid met de St. Agnietenstraat, Voorstad, Waterstraat en de nog niet aangewezen delen van de Tolhuisstraat, Weerstraat en Kerkstraat; van de RACM; De archeologische waardenkaart voor Tiel is vastgesteld door de gemeenteraad en is de basis voor het archeologiebeleid in dit bestemmingsplan. Op deze waardekaart is vrijwel het gehele plangebied van de binnenstad aangeduid met een hoge verwachtingswaarde. Voor kennisgeving aangenomen. De verbindingsweg blijft bestaan middels de in het plan opgenomen verplichte onderdoorgang. Op dit moment ontbreken de objectieve toetsingscriteria op basis waarvan kan worden bepaald welke gebieden voor nadere eisen in aanmerking komen. In afwachting daarvan is de aanduiding en de daaraan gekoppelde nadere eisen niet in het bestemmingsplan opgenomen, ondanks het belang dat er aan wordt toegekend. Zonder objectieve toetsingscriteria kan de rechtsgelijkheid niet worden gegarandeerd en is handhaving niet mogelijk. Voor kennisgeving aangenomen. advies d.d pag. 17 van 24

18 22.p 2 Men heeft bezwaar tegen de toegestane bouwhoogte langs de Schoolstraat en binnen de wijzigingsbevoegdheid van het gebied bij de Tolhuiswal en de Santwijcksepoort; Bij de Schoolstraat (plan Slokker) worden losse bouwvolumes met een maximale goot- en nokhoogte van 17m respectievelijk 25m toegestaan. Dit komt voort uit het Masterplan Waalfront. Bovendien staat het geldende bestemmingsplan een maximale goothoogte van 10 meter toe en is de nokhoogte niet begrensd. Bij de Tolhuiswal (Molenhoek) wordt middels een wijzigingsbevoegdheid een maximale goot- en nokhoogte toegestaan van 12 respectievelijk 15 meter. Ook dit komt voort uit het Masterplan Waalfront. Bovendien kent het geldende bestemmingsplan geen maximale nokhoogte maar alleen een maximale goothoogte van 10 meter. Bij de Santwijcksepoort wordt middels een wijzigingsbevoegdheid een maximale hoogte toegestaan van 25 meter. Het betreft hier eveneens een vanuit het Masterplan Waalfront geïnitieerde ontwikkellocatie. In het huidige bestemmingsplan is gedeeltelijk geen maximale nokhoogte vastgelegd en gedeeltelijk een maximale 22.q 5 Er wordt verzocht de wijzigingsbevoegdheid van de Westluidensepoort en de Santwijcksepoort te beperken tot enerzijds buiten de Huf van Burenstraat en anderzijds buiten de Oude Haven; 22.r 1 Er wordt gevraagd om aandacht voor de schijnbaar aanwezige gangen en of pakhuizen onder de Oliemolenwal; hoogte van 13 meter. De begrenzing van de wijzigingsbevoegdheid voor deze twee gebieden is gebaseerd op twee ontwikkelgebieden vanuit het door de gemeenteraad vastgestelde Masterplan Waalfront. Daarbij behoren ook de delen binnen de doorgetrokken stadsgrachten; Het al dan niet aanwezig zijn van pakhuizen of gangenstelsels onder de Oliemolenwal heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan. Er is een dubbelbestemming Waarde-Archeologie opgenomen voor dit gebied waarmee de archeologische belangen gewaarborgd worden; advies d.d pag. 18 van 24

19 22.s 2 Men is tegen de bouwhoogte aan de St. Walburgbinnensingel; De toegestane hoogte de St. Walburgbinnensingel (Dominicuskwartier) is gebaseerd op een ontwikkelingsplan voor het gebied. Er is een maximale hoogte van 18 meter opgenomen. Dit is lager dan de onlangs gesloopte St. Andreashage (20m). Het college is van mening dat beperkt hoogbouw toestaan tot 25 meter stedenbouwkundig verantwoord is in de binnenstad. Dit standpunt wordt ondersteund door de hoogbouwvisie waarin deze maximale hoogte is 22.t 1 Er wordt verzocht een passage uit de monumentennota van de gemeente Schiedam te gebruiken als handleiding bij het bijstellen van het ontwerp bestemmingsplan; 23 Roos A&M, namens mevrouw M. Verbeek, restaurant Bij de Buurvrouw 23.a 5 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het ontbreken van de lage bebouwing aan de voorzijde van het pand Plein 2-4 op de plankaart. 24 Roos A&M, namens mevrouw P.C.T. van den Brink, café Twice 24.a 5 Er wordt bezwaar gemaakt tegen de bestemming GD-1 aan de achterzijde van het perceel Plein 29. Er wordt verzocht de achterzijde hetzelfde te bestemmen als de voorzijde. 25 Roos A&M, namens mevrouw M. Verbeek, café La Liberté 25.a 4 Er wordt verzocht vanwege milieuregelgeving, de dienstwoning Plein 10 als zodanig aan te duiden. opgenomen voor de binnenstad. Het college heeft met interesse kennisgenomen van de passage en is van mening dat de genoemde aandachtspunten meegenomen zijn bij het opstellen van de Ruimtelijke visie voor de binnenstad, het ontwerp bestemmingsplan en de welstandsnota. Het betreft een bestaande uitbouw. Het college is van mening dat deze dient te worden ingepast. Overeenkomstig de ruimtelijke visie op de binnenstad is ervoor gekozen avondhoreca te concentreren op het Plein. Dit was overigens in het geldende bestemmingsplan ook al het geval. De ontwikkeling van horeca in het Zoutkeetstraatje is ongewenst. Het bestemmingsplan is niet het instrument hiervoor. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn Advies: gegrond, met overname van het standpunt van B&W. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn Advies: ongegrond. De hoorcommissie verwijst naar de motivering over dienstwoningen en milieuregelgeving onder zienswijze 17.b. 26 Roos A&M, namens R. van Baal, café de Merckt Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn advies d.d pag. 19 van 24

20 27.a 6 Er wordt verzocht de aanduiding h 2 op het perceel Markt 2 te wijzigen in h 3. Overeenkomstig de ruimtelijke visie op de binnenstad is ervoor gekozen avondhoreca te concentreren op het Plein. Dit was overigens in het geldende bestemmingsplan ook al het geval. De ontwikkeling van horeca in de categorie 3 op de Markt is ongewenst. Het bestemmingsplan is niet het instrument hiervoor. Nr. T Samenvatting zienswijzen Collegestandpunt Concept-advies n.a.v hoorcommissie-overleg 4 aug a 4 Er wordt verzocht vanwege milieuregelgeving, de dienstwoningen Plein 31, 33 en 35 als zodanig aan te duiden. Het bestemmingsplan is niet het instrument hiervoor. Advies: ongegrond. De hoorcommissie verwijst naar de motivering over dienstwoningen en milieuregelgeving onder zienswijze 17.b. 27 Roos A&M, namens Lunchroom de Betuwe B.V. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 27.b 4 Er wordt verzocht vanwege milieuregelgeving, de dienstwoningen Markt 2 en 14, Waterstraat 2, 3 en 4, Voorstad 1B en 3 als zodanig aan te duiden. Advies: ongegrond. De hoorcommissie verwijst naar de motivering over dienstwoningen en milieuregelgeving onder zienswijze 17.b. 28 Roos A&M, namens A. Konak, café Fame Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 28.a 4 Er wordt verzocht vanwege milieuregelgeving, de dienstwoningen Plein 7B en Plein 3 als zodanig aan te duiden. Het bestemmingsplan is niet het instrument hiervoor. Advies: ongegrond. De hoorcommissie verwijst naar de motivering over dienstwoningen en milieuregelgeving onder zienswijze 17.b. 29 Roos A&M, namens B. Voigt, café Bas Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde ter- 29.a 5 Er wordt verzocht de aanduiding op het perceel Weerstraat 49 in overeenstemming te brengen met het huidig gebruik waardoor ook op de verdieping bedrijfsactiviteiten mogelijk blijven. 29.b 4 Er wordt verzocht vanwege milieuregelgeving, de dienstwoning op in het pand Weerstraat 49 annex Kleibergsestraat 1A als zodanig aan te duiden. De betreffende aanduiding h 2 maakt horeca tot categorie 2 ook op de verdieping mogelijk. Opslag en ontvangstruimten behorende bij het horecabedrijf zijn hierin ook toegestaan. Binnen deze aanduiding is het bestaande gebruik van café niet toegestaan. Dit betreft een niet eerder geconstateerde onjuistheid. Het college stelt voor het bestemmingsplan op dit punt gewijzigd vast te stellen en de aanduiding te wijzigen in h 3. Het bestemmingsplan is niet het instrument hiervoor. mijn Advies: gegrond, met overname van het standpunt van B&W. Advies: ongegrond. De hoorcommissie verwijst naar de motivering over dienstwoningen en milieuregelgeving onder zienswijze 17.b. 30 C.J. Kreuk Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn advies d.d pag. 20 van 24

21 31.a 5 Er wordt verzocht om een aanpassing van het bouwvlak aan het Bleekveld overeenkomstig bijgevoegde tekening. Het college is van mening dat de gevraagde aanpassing van het bouwvlak noodzakelijk is voor de realisatie van voldoende parkeerplaatsen in het plan Bleekveld en stelt voor het bestemmingsplan op dit punt gewijzigd vast te stellen. Nr. T Samenvatting zienswijzen Collegestandpunt Concept-advies n.a.v hoorcommissie-overleg 4 aug a 3 Er wordt verzocht de bestemming van het pand Gasthuisstraat 12 te wijzigen zodat wonen, dienstverlening, In feite wordt verzocht om detailhandel toe te voegen aan de bestemming van het pand. De locaties voor maatschappelijke voorzieningen en detailhandel is toegestaan. detailhandel binnen bestemmingen zijn gebaseerd op de ruimtelijke visie op de binnenstad. Hierin is het kernwinkelgebied en de aanloopstraten aangegeven. Dit is ook mede gebaseerd op de beschikbare marktruimte zoals beschreven in de detailhandelsnota. De Gasthuisstraat is in de Ruimtelijke visie niet aangewezen voor detailhandel, maar voor wonen en cultuur, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen. Derhalve is het college van mening dat niet aan deze zienswijze tegemoet gekomen moet worden. 31 Slokker Vastgoed B.V. Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn Advies: gegrond, met overname van het standpunt van B&W. 32 Slaapkenner van Gelderen, W van Gelderen Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn 32.a 3 Er wordt verzocht het perceel naast het pand van de ABN-AMRO bank te voorzien van de aanduiding detailhandel. Advies meerderheid: ongegrond, met overname van het standpunt Het betreffende perceel is gelegen in de Burense Poort (Masterplan Stationsgebied). Voor de ontwikkeling van dit gebied stelt het college voor dat een samenhangende visie wordt opgesteld welke de basis is voor verdere ontwikkelingen en gesprekken. Derhalve is ervoor gekozen om de huidige situatie in dit ontwerp bestemmingsplan als zodanig te bestemmen en ontwikkelingen in de toekomst mogelijk te maken middels de wijzigingsbevoegdheid. Overigens is het betreffende perceel in eigendom van de gemeente Tiel. De heer Kooijman (lid hoorcommissie) is van mening dat de aanduiding detailhandel nu reeds op zijn plaats is en adviseert om de zienswijze gegrond te verklaren advies d.d pag. 21 van 24

22 33 C. Spies tevens namens R. Spies Ontvankelijk: de zienswijze is binnen de gestelde termijn De aanvullende brief d.d wordt evenwel niet in aanmerking genomen bij de advisering. Op grond van artikel 25 sub 13 van de Verordening op de raadscommissies 2006 worden eventuele stukken die na een hoorzitting worden ingediend bij de hoorcommissie, tenzij hierover tijdens de hoorzitting afspraken zijn gemaakt, buiten beschouwing gelaten. De eventuele informatie uit dergelijke stukken wordt op grond van dit artikel niet bij de advisering betrokken. 33.a 5 Maakt bezwaar tegen het feit dat het perceel Markt 4 twee verschillende bestemmingen heeft voor de vooren de achterzijde. 33.b 6 Er wordt bezwaar gemaakt tegen het toestaan van cafe, discotheek of andere harde horeca in het pand links van Markt 4 gelegen in de Marktgang. Eveneens wordt bezwaar gemaakt tegen de mogelijkheid van het realiseren van een terras in de open ruimte tussen Markt 4, de wijnwinkel, de schoenenwinkel aan de Weerstraat en het restaurant gelegen aan de Marktgang. De achterzijde van het pand ligt aan de Pleinzijde. In de Ruimtelijke visie en in andere beleidsdocumenten is het beleid weergegeven om op het Plein horeca te concentreren en het Plein als zodanig te bestemmen. Het feit dat een pand in verschillende bestemmingen is gelegen, betekend niet dat dit pand gesplitst moet worden. In beide bestemmingen zijn overeenstemmende functies toegestaan; Het college streeft een concentratie van horeca en andere uitgaansgelegenheden na op het Plein. Hiervoor is het gehele Plein aangewezen met de bestemming Centrum-4 waarbinnen alle vormen van horeca en cultuur en ontspanning mogelijk is. Horeca (ook zogenaamde harde horeca) in het betreffende pand is overigens op basis van het geldende bestemmingsplan ook al mogelijk. Het college ziet geen reden om het bestemmingsplan op dit punt te wijzigen. Terras op de binnenplaats is overigens alleen mogelijk voor horeca categorie 1 (lunchroom, theehuis e.d.) omdat deze valt binnen de bestemming Centrum-1. Het college vindt horeca in de categorie 1 passen binnen het kernwinkelgebied en adviseert het plan op dit punt niet te wijzigen. advies d.d pag. 22 van 24