Zienswijzennota bestemmingsplan Museum De Lakenhal Januari 2014

Transcriptie

1 Zienswijzennota bestemmingsplan Museum De Lakenhal Januari Inleiding Op 5 november 2013 heeft het college van B en W besloten een bestemmingsplanprocedure op te starten voor de nieuwbouw en restauratie van Museum De Lakenhal. Deze procedure is van start gegaan door de ter inzage legging van een ontwerpbestemmingsplan Museum De Lakenhal (NL.IMRO.0546.BP ). Gedurende de termijn van ter inzage legging, van 7 november 2013 tot en met 18 december 2013, is het ontwerpbestemmingsplan tevens in het kader van het vooroverleg ex artikel Bro aan de diverse vooroverleginstanties gezonden (Provincie, Waterschap). Gedurende de zienswijzentermijn zijn twee zienswijzen door de gemeenteraad ontvangen. Er zijn geen vooroverlegreacties ontvangen. In deze notitie worden de zienswijzen behandeld. De notitie rondt af met een conclusie. 2 Zienswijzen In onderstaande tabel worden de zienswijzen behandeld. In de eerste kolom wordt de zienswijze met een cijfer aangegeven. In de tweede kolom wordt de inhoud van de zienswijze samengevat. De derde kolom geeft de reactie van het college weer. In de vierde kolom tenslotte wordt aangegeven of de zienswijze gevolgen heeft voor het te nemen besluit. Zienswijze Samenvatting ingekomen zienswijze Reactie van het college Gevolgen voor het te nemen besluit Indiener 1 1 Door verminderde privacy, een vermindering van de lichtinval en aantasting van het uitzicht treedt onevenredige hinder op. Deze aantasting van de woonomgeving en hiermee ook de waardevermindering van de woningen, zijn onvoldoende meegewogen in het ontwerpbestemmingsplan. De stedenbouwkundige inpassing van de nieuwbouw is een belangrijke opgave. Door de ligging van het museum in de historische binnenstad is het noodzakelijk de nieuwbouw zorgvuldige in te passen in de bestaande omgeving. Voor de uitbreiding van Museum de Lakenhal is een uitvoerige stedenbouwkundige en cultuurhistorische analyse uitgevoerd. Er is onder andere gekozen om de nieuwbouw aan de zijde van de Lammermarkt te bouwen. Op deze manier wordt niet alleen de Lammermarkt een nieuw gezicht voor het museum gebouwd, maar wordt ook eventuele hinder voor omwonenden beperkt. Daarnaast wordt de bouwhoogte van de nieuwbouw 1

2 beperkt richting de Oude Singel. De nieuwbouw ligt ten noorden van de woning van indieners van deze zienswijze: hierdoor vindt er minder schaduwwerking plaats van de nieuwbouw. Aan de andere kant: wij ontkennen niet dat er direct naast de woning en de tuin van indieners van deze zienswijze een gebouw gebouwd kan worden. Hierbij willen wij wel opmerken dat de bouwmogelijkheden van het nieuwe ten opzichte van het huidige bestemmingsplan niet worden vergroot ter plaatse van de woning en de tuin. In het huidige bestemmingsplan bestaat ook al de mogelijkheid naast de woning en de tuin nieuwbouw te plegen met een maatschappelijke functie tot een hoogte van 12 meter. Deze mogelijkheden blijven gelijk, met dien verstande dat nu een deel in hoogte beperkt wordt: in het nieuwe bestemmingsplan wordt de bouwhoogte deels van 12 m teruggebracht tot tuin die niet bebouwd mag worden met gebouwen maar alleen met bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een maximale hoogte van 3 meter. Dit betekent dus een verbetering ten opzichte van de huidige (planologische) situatie. Vergelijken we de huidige en de nieuwe planologische situatie, dan vindt dus concluderend een verbetering in de plaats van een verslechtering plaats. Er is naar ons oordeel dan ook geen sprake van vermindering van privacy, vermindering van lichtinval en aantasting van uitzicht. Hiermee is er ook geen sprake van waardevermindering van de woning als gevolg van bouwmogelijkheden. Wij denken dat er sprake is van een goede en zorgvuldige ruimtelijke inpassing en deze zienswijze niet hoeft te leiden tot aanpassingen aan het bestemmingsplan. 2

3 Indiener 2 2 De panden met adres Lammermarkt 29 en 31 zijn niet alleen karakteristiek, maar ook van historische betekenis voor de Lammermarkt. In nummer 29 was ten tijde van de veemarkt een café gevestigd, nummer 31 is een wevershuisje. In beide panden zijn achter de gipsplaatbetimmeringen nog originele elementen aanwezig. De panden met adres Lammermarkt 29 en 31 zijn aangemerkt als karakteristieke panden. Dit zijn panden die niet de status van monument hebben maar een onderdeel vormen van een karakteristieke stedenbouwkundige context. Bescherming van deze panden vindt, bij het ontbreken van een monumentenstatus, plaats via het bestemmingsplan en niet via de Monumentenwet. In dit bestemmingsplan zijn de betreffende panden niet opgenomen, en dus ook niet beschermd, als karakteristiek pand. Dat de panden waarde hebben staat buiten kijf. De panden vormen inderdaad een waardevol onderdeel van de gevelwand en in hun schaal, hoofdvorm en typologie een karakteristiek onderdeel van de bebouwing in dit deel van het beschermd stadsgezicht. De objectwaarde van de pandjes is in die zin beperkt dat door verbouwingen in de 20e eeuw er nauwelijks nog sprake is van interieurwaarden in de afwerking. In nummer 29 zit waarschijnlijk nog grotendeels het 17e eeuw bouwskelet, in nummer 30 is dat bij een verbouwing in het verleden grotendeels verwijderd. Het is bekend dat in nummer 29 een café was gevestigd dat, net als de andere horeca langs de Nieuwe Beestenmarkt, een rol speelde bij de veehandel. De panden hebben, ondanks het bovenstaande, echter niet de status van monument bereikt. Wij hebben het belang afgewogen van behoud van deze panden, die dus met name in de stedenbouwkundige context een historische waarde vertegenwoordigen, of het toestaan dat deze gesloopt worden ten behoeve van nieuwbouw. Voor de duidelijkheid: de panden mogen gesloopt worden, maar dit hoeft niet. Het is gebleken dat de 3

4 ruimte van deze panden nodig is ten behoeve van de uitbreiding van het museum. Wij zijn van mening dat het eventueel slopen van deze panden geen onevenredige afbreuk doet aan de historische, stedenbouwkundige context. Wij zijn dan ook, alles overwegende, tot het oordeel gekomen dat deze panden niet als karakteristiek in het bestemmingsplan opgenomen hoeven te worden. Indiener 2 3 Het komt vreemd over dat een museum, dat juist de geschiedenis van Leiden voor een zo breed mogelijk publiek toegankelijk behoort te maken, zo weinig waarde hecht aan juist deze panden. Dit is des te meer vreemd omdat in de Marktsteeg met veel extra kosten een historische muur overeind wordt gehouden. Juist ook de functie van Museum de Lakenhal, zoals in de zienswijze terecht gesteld, om de historie van Leiden voor een breed publiek toegankelijk te maken heeft er toe geleid dat het museum nu gerestaureerd en uitgebreid wordt. De nieuwbouw aan de Lammermarkt zorgt er niet alleen voor dat het museum ook aan dit deze kant een gezicht krijgt en herkenbaar wordt in de stad, maar maakt het ook mogelijk dat het museum een groter en breder publiek kan ontvangen. Wij staan dus achter de restauratie en de uitbreiding van het museum. De zienswijze dat het museum weinig waarde hecht aan de panden op de Lammermarkt is niet terecht. Door onder meer het stapelen van verschillende functies wordt het te bebouwen oppervlak, en daarmee het aantal benodigde panden aan de Lammermarkt, juist geminimaliseerd. De mogelijkheid tot sloop van de panden wordt gevormd doordat het museum de panden Lammermarkt 29 en 31 nodig heeft voor de uitbreiding, niet een gebrek aan respect voor deze panden. Bij het maken van een afweging tussen sloop en nieuwbouw of behoud van de panden spelen diverse argumenten een rol. Een belangrijk argument hierbij is dat de panden geen monument zijn en dus met name het 4

5 gevelbeeld van de panden bepalend is voor het beschermd stadsgezicht. Ook met nieuwbouw kan een goede inpassing in het beschermd stadsgezicht bereikt worden. De situatie in de Marktsteeg is anders. In de eerste plaats is het niet een historische muur maar een historische gevel die hier behouden blijft. Daarnaast vormt deze historische gevel een groot deel van de gehele gevelwand van de steeg en is dus meer bepalend voor het beeld van de steeg. Tenslotte viel de historische gevel hier goed te combineren met de nieuwbouw. De Lammermarkt kent al een meer gemengd uiterlijk: het plan bestaat slechts uit twee gevelwanden waarvan één wand nieuwbouw uit de jaren 90 van de vorige eeuw. De andere wand is ook gemengder in opzet. De Lammermarkt tenslotte is een groot plein, veel groter dan een smalle steeg. Deze stedenbouwkundige context maakt dat een gevelwand aan deze Lammermarkt op een andere manier benaderd moet worden. Wij concluderen dat het museum, inclusief de nieuwbouw, zorgt voor een goede ruimtelijke inpassing in de bestaande stad en op die manier een goede bijdrage kan leveren aan het voor een breed publiek toegankelijk maken van haar historisch kapitaal. Indiener 2 4 Het slopen van de panden Lammermarkt 29 en 31 ten behoeve van kantoorruimte is onnodig. Met Oude Singel 28 en de extra bouwmogelijkheden in de nieuwbouw is extra kantoorruimte eenvoudig te realiseren. De ruimtebehoefte en het daarvoor benodigde te bebouwen oppervlak is uitvoerig onderzocht. Daaruit blijkt dat de panden nodig zijn voor de noodzakelijke uitbreiding van het museum. Dit komt onder andere doordat aan de zijde van de Lammermarkt een laad- en losruimte gemaakt moet worden. De extra bouwhoogte is niet voldoende om extra etages in te creëren. Het museum vraagt een bepaalde plafondhoogte, 5

6 twee meter toevoeging is onvoldoende voor een volwaardige (kantoor)laag. Een nog grotere bouwhoogte zou betekenen dat de nieuwbouw te dominant in de omgeving zou worden en zou hinder voor de molenbiotoop van de nabijgelegen molen De Valk opleveren. De ruimte moest dus in de breedte in niet in de hoogte gevonden worden. Oude Singel 28 huisvest op dit moment inderdaad een deel van de kantoorfuncties van het museum. Dit woonpand is echter niet toereikend voor deze functie. Wij concluderen daarom dat het noodzakelijk is het te bebouwen oppervlak voor het museum uit te breiden aan de Lammermarkt. Indiener 2 5 Hoe verhoudt zich het nieuwbouwvolume tegenover de bestaande bebouwing van de Lammermarkt? De Lammermarkt is aangemerkt als beschermd stadsgezicht maar hier blijven slechts vier panden van over na sloop van Lammermarkt 29 en 31. Deze vier overgebleven panden vormen dan wel een heel mager tegenwicht tegenover de nieuwbouw. Het nieuwbouwvolume dient zorgvuldig ingepast te worden in de bestaande historische omgeving. Terecht wordt gesteld dat de Lammermarkt onderdeel is van het beschermd stadsgezicht. Van dit beschermd stadsgezicht blijven echter wel meer dan vier panden bestaan: het beschermd stadsgezicht beslaat de gehele Leidse binnenstad binnen de singels en ook aan de Lammermarkt blijven geen vier, maar tien panden staan die als historisch aangemerkt kunnen worden. Hiernaast is deze gevelwand, zoals wij ook al onder 3 hebben gesteld, van een andere orde dan op andere locaties in het beschermd stadsgezicht. De eventueel te slopen panden kunnen ook ingevuld worden met nieuwbouw die juist een goede overgang vormt tussen de grootschaliger nieuwbouw van het museum en de bestaande omgeving. Als de gehele gevelwand van de Lammermarkt wordt bezien dan blijft de historische parcellering voldoende gewaarborgd. Wij zijn dan ook van mening dat het nieuwe bestemmingsplan voldoet aan de eisen die 6

7 gesteld mogen worden vanuit het beschermd stadsgezicht. Indiener 2 6 De panden Lammermarkt 29 en 31 dienen behouden te blijven, met inbegrip van de huidige woonfunctie. Deze panden kunnen op basis van het nieuwe bestemmingsplan ook behouden blijven: er geldt geen sloopplicht voor. De panden kunnen echter ook plaats maken voor nieuwbouw. Uiteraard streven wij te allen tijde een zorgvuldige inpassing in het beschermd stadsgezicht na. De panden hebben in het huidige bestemmingsplan een bestemming Gemengde Doeleinden 1. Binnen deze bestemming is wonen in het gehele pand toegestaan, op de begane grond is ook onder andere- een maatschappelijke functie toegestaan. In het nieuwe bestemmingsplan krijgen de panden een bestemming Maatschappelijk, hetgeen wonen uitsluit. De panden worden dus niet wegbestemd, de functie wel. De panden zijn in eigendom van de gemeente. De gemeente streeft er met Museum De Lakenhal voor om dit museum de benodigde ruimte te geven en tegelijkertijd een zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing in het beschermd stadsgezicht te waarborgen. Gezien de ruimtebehoefte van het museum zijn wij van oordeel dat een wijziging van de functie van deze panden mogelijk en noodzakelijk is. Wij zullen de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen regels dan ook handhaven. 3 Conclusie Met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan Museum de Lakenhal zijn twee schriftelijke zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn allen beoordeeld, afgewogen en beantwoord. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen heeft opnieuw een belangenafweging plaatsgevonden. Uit de zienswijzen kwam naar voren dat de belangen van een deel van de huidige bewoners in de directe omgeving onvoldoende zou zijn afgewogen en dat er onvoldoende rekening zou zijn gehouden met de 7

8 historische context. Nadat opnieuw is gekeken naar alle belangen kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat een zorgvuldige belangenafweging heeft plaatsgevonden. Ook is in voldoende mate onderzocht wat de effecten van het bestemmingsplan op de omgeving zijn. Daarbij is ook nogmaals gekeken naar de belangen van de omgeving. De eindconclusie na de beoordeling van de zienswijzen luidt dan ook dat het plan doorgang kan vinden en dat het bestemmingsplan aan de raad ter vaststelling aangeboden kan worden. 8