Bestemmingsplan Binnenstad Bijlagen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Binnenstad Bijlagen"

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Binnenstad Bijlagen

2

3 Bestemmingsplan Binnenstad Bijlagen Inhoud: Bijlagen 15 mei 2008 Projectnummer

4

5 I n h o u d s o p g a v e B i j l a g e 1 L i g g i n g w o o n s c h e p e n B i j l a g e 2 : E i n d v e r s l a g i n s p r a a k B i j l a g e 3 : V e r s l a g i n s p r a a k a v o n d B i j l a g e 4 : A k o e s t i s c h o n d e r z o e k B i j l a g e 5 : R e t r o s p e c t i e v e t o e t s B i j l a g e 6 : H i s t o r i s c h b o d e m o n d e r z o e k B i j l a g e 7 : R a p p o r t N a t u u r w e t g e v i n g B i j l a g e 8 : O n d e r z o e k l u c h t k w a l i t e i t B i j l a g e 9 : R a p p o r t E x t e r n e V e i l i g h e i d

6

7 B i j l a g e 1 : L i g g i n g w o o n s c h e p e n

8

9 B i j l a g e 1 : L i g g i n g w o o n s c h e p e n

10

11 Eindverslag inspraak bestemmingsplan Binnenstad 18 maart 2008

12 Inleiding Op grond van de Inspraakverordening Tiel is op het voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad inspraak verleend. In de Zakengids en in de Staatscourant van 21 september 2007 is gepubliceerd dat in de periode van 24 september 2007 daarna, gedurende zes weken, een schriftelijke inspraakreactie op het voorontwerp bestemmingsplan kon worden ingediend bij burgemeester en wethouders van Tiel. Een mondelinge inspraakreactie kon worden gegeven tijdens de informatie- en inspraakavond, welke op 16 oktober 2007 heeft plaatsgevonden. Er zijn in totaal 55 inspraakreacties ingediend. Tijdens de inspraaktermijn is bij wijze van experiment de mogelijkheid geboden om via het internet een inspraakreactie te geven. Daarvan is door twee insprekers gebruik gemaakt. Tijdens de informatie- en inspraakavond is de mogelijkheid geboden mondelinge reacties te geven. Er zijn tijdens deze avond een aantal vragen gesteld welke direct zijn beantwoord. Deze vindt u terug in het verslag van de informatie- en inspraakavond die als bijlage is opgenomen. Dit eindverslag bestaat uit twee delen. Deel A. bestaat uit een samenvatting van de ingediende inspraakreacties en de reactie van het college daarop. Deel B. bestaat uit een samenvatting van de reacties uit het vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit Ruimtelijke Ordening (BRO) en de reactie van het college daarop. In beide delen zijn de reacties gethematiseerd weergegeven. Hierbij zijn de volgende thema's gehanteerd: 1. Archeologie en cultuur 2. Externe Veiligheid 3. Bouwhoogten 4. Horeca 5. Parkeren 6. Poortgebieden/ Waalfront 7. Plankaart 8. Voorschriften 9. Overige 1

13 Inhoudsopgave A. Inspraakreacties Nr. Naam Thema 13.d. De heer W.T.J. Spekking, Gasthuisstraat Archeologie en cultuur 48.a. Milieuwerkgroep Tiel 1. Archeologie en cultuur 48.b. Milieuwerkgroep Tiel 1. Archeologie en cultuur 48.d. Milieuwerkgroep Tiel 1. Archeologie en cultuur 49.a. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 1. Archeologie en cultuur 49.b. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 1. Archeologie en cultuur 49.c. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 1. Archeologie en cultuur 49.d. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 1. Archeologie en cultuur 49.e. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 1. Archeologie en cultuur 49.h. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 1. Archeologie en cultuur 49.j. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 1. Archeologie en cultuur 48.c. Milieuwerkgroep Tiel 3. Bouwhoogten 49.f. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 3. Bouwhoogten 49.i. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 3. Bouwhoogten 55.e. Kamer van Koophandel Rivierenland, mede 3. Bouwhoogten namens Hart van Tiel en Horeca Vereniging Tiel 15.a. De heer D.J. Spies 4. Horeca 15.b. De heer D.J. Spies 4. Horeca 18. SCW Tiel, de heer H. Suijdendorp 4. Horeca 46.i. De heer C. Spies, Markt 4 4. Horeca 46.j. De heer C. Spies, Markt 4 4. Horeca 46.k. De heer C. Spies, Markt 4 4. Horeca 53.a. De heer F.J.B. Bruggeman 4. Horeca 53.b. De heer F.J.B. Bruggeman 4. Horeca 54.a. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.b. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.d. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.e. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.g. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.l. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.m. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.n. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.q. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.r. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 54.s. Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca 55.a. Kamer van Koophandel Rivierenland, mede namens Hart van Tiel en Horeca Vereniging Tiel 4. Horeca Nr. Naam Thema 55.b. Kamer van Koophandel Rivierenland, mede 4. Horeca namens Hart van Tiel en Horeca Vereniging Tiel 08.a. De heer A. Kap, G.J. Petersstraat Parkeren 08.c. De heer A. Kap, G.J. Petersstraat Parkeren 08.d. De heer A. Kap, G.J. Petersstraat Parkeren 11. Tandartsenpraktijk Sint Walburg, de heer E. 5. Parkeren Derks, St. Walburg Tandartsenpraktijk Sint Walburg, de heer 5. Parkeren Koekebakker 55.g. Kamer van Koophandel Rivierenland, mede 5. Parkeren namens Hart van Tiel en Horeca Vereniging Tiel 06. Croissanterie/lunchroom "Merlijn", 6. Poortgebieden/ Waalfront Hoogeindsestraat Bierman Advocaten, namens Uijen B.V. 6. Poortgebieden/ Waalfront Glashandel, Oude Haven De heer A. de Heus, Hoogeindsestraat 8 6. Poortgebieden/ Waalfront 20. Oostendorp, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 21. Zeeman Textielsupers, Hoogeindsestraat Poortgebieden/ Waalfront 22. Dolcis, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 23. SNS bank, Waterstraat 94a 6. Poortgebieden/ Waalfront 24. Firma Duthler, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 25. Bart Smit, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 26. DIDI Tiel, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 27. Zijzoen, Waterstraat 94b 6. Poortgebieden/ Waalfront 28. Febo, Hoogeindsestraat 1 6. Poortgebieden/ Waalfront 29. Livera, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 30. De Rode Winkel, Waterstraat 91a 6. Poortgebieden/ Waalfront 31. Bakkerij Bart, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 32. Music Store, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 33. De heer H. Schroot, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 34. Intersport Tiel, Hoogeindsestraat Poortgebieden/ Waalfront 35. Izaks Mode voor Mannen, Hoogeindsestraat Poortgebieden/ Waalfront 36. Stomerij Van der Schaft, Hoogeindsestraat Poortgebieden/ Waalfront 37. C'estbon Tiel, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 38. De Snelherstel, Hoogeindsestraat Poortgebieden/ Waalfront 39. Euroland Tiel, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 40. Team Kapsalon, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 41. Fam. Blom-Oostendorp, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 2

14 Nr. Naam Thema 42. Serbee, Waterstraat Poortgebieden/ Waalfront 43. R. Ghoudane, Chasséstraat 1 6. Poortgebieden/ Waalfront 49.g. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 6. Poortgebieden/ Waalfront 50.c. Tielse Watersportvereniging De Waal, Nieuwe 6. Poortgebieden/ Waalfront Havendijk 2 50.d. Tielse Watersportvereniging De Waal, Nieuwe 6. Poortgebieden/ Waalfront Havendijk Rhodos, de heer D. Alexandrakis, Vleesstraat Plankaart 02.a. De heer M. Tas, Westluidensestraat 4 7. Plankaart 02.b. De heer M. Tas, Westluidensestraat 4 7. Plankaart 03.a. BBN Adviseurs, namens Modehuis Blijdesteijn 7. Plankaart 03.b. BBN Adviseurs, namens Modehuis Blijdesteijn 7. Plankaart 04.a. De heer en mevrouw Van Lent, Damstraat Plankaart 05.a. De heer en mevrouw Van Lent, Plein 16c 7. Plankaart 05.b. De heer en mevrouw Van Lent, Plein 16c 7. Plankaart 09. Unicare VOF, de heer J. van Ooijen, Sint 7. Plankaart Walburgstraat Kapsalon Jean Gerritsen, de heer J.A. Gerritsen, 7. Plankaart Kalverbos 1b 44.a. Pandeigenaren Plein 47-49, 53 t/m 57 en 7. Plankaart Zoutkeetstraatje 20 t/m b. Pandeigenaren Plein 47-49, 53 t/m 57 en 7. Plankaart Zoutkeetstraatje 20 t/m De heer W. Daamen, Zoutkeetstraat Plankaart 47.a. Brood Banket Chocola G. van Ooijen, 7. Plankaart Westluidensestraat b. Brood Banket Chocola G. van Ooijen, 7. Plankaart Westluidensestraat c. Brood Banket Chocola G. van Ooijen, 7. Plankaart Westluidensestraat a. Tielse Watersportvereniging De Waal, Nieuwe 7. Plankaart Havendijk 2 52.a. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart 52.b. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart 52.f. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart 52.g. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart 52.h. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart 52.k. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart 52.l. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart Nr. Naam Thema 52.m. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart 52.n. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart 52.o. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 7. Plankaart 54.aa. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.bb. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.cc. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.ee. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.t. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.u. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.v. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.w. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.x. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.y. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 54.z. Horeca Vereniging Tiel 7. Plankaart 04.b. De heer en mevrouw Van Lent, Damstraat Voorschriften 13.a. De heer W.T.J. Spekking, Gasthuisstraat Voorschriften 13.c. De heer W.T.J. Spekking, Gasthuisstraat Voorschriften 46.a. De heer C. Spies, Markt 4 8. Voorschriften 52.p. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 8. Voorschriften 54.f. Horeca Vereniging Tiel 8. Voorschriften 54.h. Horeca Vereniging Tiel 8. Voorschriften 54.k. Horeca Vereniging Tiel 8. Voorschriften 55.c. Kamer van Koophandel Rivierenland, mede 8. Voorschriften namens Hart van Tiel en Horeca Vereniging Tiel 55.d. Kamer van Koophandel Rivierenland, mede 8. Voorschriften namens Hart van Tiel en Horeca Vereniging Tiel 55.f. Kamer van Koophandel Rivierenland, mede 8. Voorschriften namens Hart van Tiel en Horeca Vereniging Tiel 08.b. De heer A. Kap, G.J. Petersstraat Overige 10. Waalfront "Forum", de heer R. Tukkers 9. Overige 13.b. De heer W.T.J. Spekking, Gasthuisstraat Overige 14.a. Handelsonderneming Mens Tiel BV, de heer 9. Overige J.J.W.M. Mens 14.b. Handelsonderneming Mens Tiel BV, de heer 9. Overige J.J.W.M. Mens 16. Stichting Burgerweeshuis Tiel, de heer H.W. van 9. Overige Kempen 46.b. De heer C. Spies, Markt 4 9. Overige 46.c. De heer C. Spies, Markt 4 9. Overige 3

15 Nr. Naam Thema 46.d. De heer C. Spies, Markt 4 9. Overige 46.e. De heer C. Spies, Markt 4 9. Overige 46.f. De heer C. Spies, Markt 4 9. Overige 46.g. De heer C. Spies, Markt 4 9. Overige 46.h. De heer C. Spies, Markt 4 9. Overige 49.k. Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken 9. Overige 50.b. Tielse Watersportvereniging De Waal, Nieuwe 9. Overige Havendijk Roos A&M advies/management namens Visielux 9. Overige B.V. 52.c. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 9. Overige 52.d. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 9. Overige 52.e. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 9. Overige Nr. Naam Thema 52.i. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 9. Overige 52.j. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 9. Overige 52.q. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 9. Overige 52.r. Roos A&M advies/management, de heer J. Roos 9. Overige 54.c. Horeca Vereniging Tiel 9. Overige 54.dd. Horeca Vereniging Tiel 9. Overige 54.i. Horeca Vereniging Tiel 9. Overige 54.j. Horeca Vereniging Tiel 9. Overige 54.o. Horeca Vereniging Tiel 9. Overige 54.p. Horeca Vereniging Tiel 9. Overige 55.h. Kamer van Koophandel Rivierenland, mede namens Hart van Tiel en Horeca Vereniging Tiel 9. Overige B. Reacties vooroverleg (art. 10 BRO) Nr. Naam Thema V06.a. Waterschap Rivierenland V06.c. Waterschap Rivierenland V08.a. Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap 1. Archeologie en cultuur en Monumenten (RACM) V08.b. Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap 1. Archeologie en cultuur en Monumenten (RACM) V10.l. Provincie Gelderland 1. Archeologie en cultuur V07.g. VROM-inspectie en Rijkswaterstaat 2. Externe Veiligheid V07.h. VROM-inspectie en Rijkswaterstaat 2. Externe Veiligheid V09.a. Brandweer Gelderland Zuid 2. Externe Veiligheid V09.b. Brandweer Gelderland Zuid 2. Externe Veiligheid V09.c. Brandweer Gelderland Zuid 2. Externe Veiligheid V10.o. Provincie Gelderland 2. Externe Veiligheid V10.p. Provincie Gelderland 2. Externe Veiligheid V10.q. Provincie Gelderland 2. Externe Veiligheid V10.a. Provincie Gelderland 6. Poortgebieden/ Waalfront V10.c. Provincie Gelderland 6. Poortgebieden/ Waalfront V10.d. Provincie Gelderland 6. Poortgebieden/ Waalfront V10.f. Provincie Gelderland 6. Poortgebieden/ Waalfront V10.g. Provincie Gelderland 6. Poortgebieden/ Waalfront V10.h. Provincie Gelderland 6. Poortgebieden/ Waalfront V10.i. Provincie Gelderland 6. Poortgebieden/ Waalfront Nr. Naam Thema V10.j. Provincie Gelderland 6. Poortgebieden/ Waalfront V06.b. Waterschap Rivierenland 8. Voorschriften V07.d. VROM-inspectie en Rijkswaterstaat 8. Voorschriften V07.f. VROM-inspectie en Rijkswaterstaat 8. Voorschriften V10.b. Provincie Gelderland 8. Voorschriften V01. N.V. Nederlandse Gasunie 9. Overige V02. Vitens 9. Overige V03. KPN 9. Overige V04 Gemeente West Maas en Waal 9. Overige V06.d. Waterschap Rivierenland 9. Overige V07.a. VROM-inspectie en Rijkswaterstaat 9. Overige V07.b. VROM-inspectie en Rijkswaterstaat 9. Overige V07.c. VROM-inspectie en Rijkswaterstaat 9. Overige V07.e. VROM-inspectie en Rijkswaterstaat 9. Overige V10.e. Provincie Gelderland 9. Overige V10.k. Provincie Gelderland 9. Overige V10.m. Provincie Gelderland 9. Overige V10.n. Provincie Gelderland 9. Overige V10.r. Provincie Gelderland 9. Overige V05 Kamer van Koophandel Rivierenland Zie inspraak nr. 55 4

16 A. Inspraakreacties Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College 13.d. 1 de kaartbijlage Archeologische waarden is onjuist. Deze kaartbijlage is gebaseerd op de IKAW en de AMK van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten. Echter is het doel van deze kaartbijlage om aan te geven waar de dubbelbestemming Archeologisch waardevol terrein op van toepassing is. Het college is van mening dat de gebruikte kaartbijlage daar geen goed instrument voor is. De kaartbijlage wordt vervangen door een arcering op de plankaart waarop de dubbelbestemming betrekking heeft. Deze wordt gebaseerd op de Cultuurhistorische waardenkaart gemeente Tiel. 48.a. 1 Men is positief over het uitgangspunt in het bestemmingsplan dat de historische identiteit af v.k.a. hangt van een samenspel van perceelsgrootte, hoogte en bebouwing; 48.b. 1 Men is van mening dat nieuwbouw door hoogte geleding en architectuur een plaats moet v.k.a. krijgen en dit gebeurt in grote delen van de stad niet. Met name de toegestane hoogten hebben hun zorg (Bleekveld, St. Agnietenstraat, Walburgbinnensingel); 48.d. 1 Men is van mening dat de archeologische waardekaart onjuist is. Het bestemmingsplan wordt op dit punt gewijzigd. De Cultuurhistorische waardenkaart gemeente Tiel is inmiddels door de gemeenteraad vastgesteld. Deze wordt de basis van de 49.a. 1 Men is van mening dat de gemeente Tiel onvoldoende gelegenheid biedt aan onderzoek voorafgaand aan ingrepen aan gebouwen en in de grond; 49.b. 1 Men is van mening dat de kwalificering van de archeologische waarde van de binnenstad is ondergewaardeerd, de archeologische waardekaart is gedateerd. Stelt voor de gehele binnenstad aan te geven als historisch monument; 49.c. 1 Men is van mening dat de concurrentiepositie van Tiel versterkt wordt door zich te onderscheiden. In dit kader is men van mening dat het bestemmingsplan onvoldoende behoud en versterkt van de historische structuur; 49.d. 1 Men is van mening dat het historisch stratenpatroon niet geheel wordt behouden en is tegen het verdwijnen van de verbindingsweg naar het Korenbeursplein (behoudens een tunneltje); 49.e. 1 Men is van mening dat de aangewezen historische gevelparcellering te beperkt is. Dit gebied zou moeten worden uitgebreid met de St. Agnietenstraat, Voorstad, Waterstraat en de nog niet aangewezen delen van de Tolhuisstraat, Weerstraat en Kerkstraat; 49.h. 1 Er wordt gevraagd om aandacht voor de schijnbaar aanwezige gangen en of pakhuizen onder de Oliemolenwal; dubbelbestemming Archeologisch waardevol terrein, in plaats van de IKAW. In het geldende bestemmingsplan wordt de bescherming van gebouwen niet geregeld. Dit mag ook niet, want dit wordt geregeld middels de Monumentenwet. Om die reden wordt de bescherming van gebouwen ook niet in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen. Met betrekking tot archeologie is dit wel mogelijk. Daarom heeft het college een dubbelbestemming 'Archeologisch waardevol terrein' opgenomen. De voorschriften van deze dubbelbestemming zijn gebaseerd op de aanbeveling van de RACM; Het bestemmingsplan wordt op dit punt gewijzigd. De Cultuurhistorische waardenkaart gemeente Tiel is inmiddels door de gemeenteraad vastgesteld. Deze wordt de basis van de dubbelbestemming Archeologisch waardevol terrein, in plaats van de IKAW. v.k.a. De verbindingsweg blijft bestaan middels de in het plan opgenomen verplichte onderdoorgang. Op dit moment ontbreken de objectieve toetsingscriteria op basis waarvan kan worden bepaald welke gebieden voor nadere eisen in aanmerking komen. In afwachting daarvan wordt de aanduiding en de daaraan gekoppelde nadere eisen uit het bestemmingsplan verwijderd, ondanks het belang dat er aan wordt toegekend. Zonder objectieve toetsingscriteria kan de rechtsgelijkheid niet worden gegarandeerd en is handhaving niet mogelijk. Het al dan niet aanwezig zijn van pakhuizen of gangenstelsels onder de Oliemolenwal heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan. Er is een dubbelbestemming Archeologisch waardevol terrein opgenomen voor dit gebied waarmee de archeologische belangen gewaarborgd worden; 5

17 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College 49.j. 1 Het college wordt verzocht een passage uit de monumentennota van de gemeente Schiedam te gebruiken als handleiding bij het bijstellen van het voorontwerp bestemmingsplan; 48.c. 3 De indiener van de inspraakreactie is tegen de toegestane bouwhoogten binnen de wijzigingsbevoegdheid bij de Tolhuiswal; 49.f. 3 Men heeft bezwaar tegen de toegestane bouwhoogte langs de Schoolstraat en binnen de wijzigingsbevoegdheid van het gebied bij de Tolhuiswal en de Santwijcksepoort; Het college heeft met interesse kennisgenomen van de passage en is van mening dat de genoemde aandachtspunten meegenomen zijn bij het opstellen van de Ruimtelijke visie voor de binnenstad, het voorontwerp bestemmingsplan en de welstandsnota; Het geldend bestemmingsplan kent een maximale goothoogte van 10 meter en de nokhoogte is niet gedefinieerd. De wijzigingsbevoegdheid gaat uit van een maximale goothoogte van 12 meter en een maximale nokhoogte van 15 meter. De opgenomen hoogten komen voort uit het door de raad vastgestelde Masterplan Waalfront. Dit besluit wordt met dit bestemmingsplan uitgevoerd. De bedoelde toegestane hoogte voor de Schoolstraat is gebaseerd op een in ontwikkeling zijnd plan. Hierbij is rekening gehouden met de voorgeschreven maximale hoogten uit de Hoogbouwvisie. De wijzigingsbevoegdheid voor de Tolhuiswal en de Santwijcksepoort zijn gebaseerd op het Masterplan Waalfront, waarbij eveneens rekening is gehouden met de Hoogbouwvisie. 49.i. 3 Men is tegen de bouwhoogte aan de St. Walburgbinnensingel; De toegestane hoogte de St. Walburgbinnensingel (Dominicuskwartier) is gebaseerd op een ontwikkelingsplan voor het gebied. Hierbij is rekening gehouden met de voorgeschreven maximale hoogten uit de Hoogbouwvisie. 55.e. 3 Er wordt verzocht de goot- en nokhoogten zoveel mogelijk te standaardiseren per deelgebied; 15.a. 4 Verzoekt het college op het Plein ook horeca op de verdieping toe te staan, overeenkomstig de mogelijkheden in de Waterstraat. 15.b. 4 Verzoekt het college artikel 6.4 te laten vervallen om toekomstige leegstand van winkelpanden op het Plein te voorkomen Is van mening dat de bestemming horeca niet past op de gaanderij op het Korenbeursplein in verband met geluid en stankoverlast en verzoekt het college het bestemmingsplan op dit punt aan te passen. 46.i. 4 De indiener van de inspraakreactie verbaasd zich over de verplichting van wonen op de verdieping op het Plein; Het college hecht waarde aan de historische identiteit van de binnenstad. Daarom zal er altijd een onderscheid blijven in de maximale goot- en nokhoogten. Echter zijn er gebieden waarin standaardiseren per deelgebied wel mogelijk is. Bij het opstellen van het ontwerp bestemmingsplan worden de maximale hoogten nogmaals bekeken; Het college is van mening dat het toestaan van publieksfuncties op de verdieping binnen de bestemming C-H3 in overeenstemming is met de systematiek van de centrum-bestemming. Ook de beleidsmatige keuze voor een concentratie van horeca op het Plein en de mogelijkheden voor het optimaliseren daarvan onderschrijven dit verzoek. Het college stemt in met het verzoek en past de voorschriften hierop aan; Dit artikel is opgenomen om de beleidsintenties voor een horecaplein te ondersteunen. Het is een bevoegdheid van het college, geen verplichting. Wanneer het college hiervan gebruik zou maken, wordt nader onderzoek gedaan naar de haalbaarheid hiervan. Het college is dan ook niet voornemens deze wijzigingsbevoegdheid te laten vervallen. In de Ruimtelijke visie voor de binnenstad is aangegeven dat horeca op het Korenbeursplein wenselijk is. De Ruimtelijke visie is samen met de Tielse bevolking opgesteld en vastgesteld door de gemeenteraad. In de galerij is horeca tot maximaal categorie 2 toegestaan (lunchroom, restaurant, ijssalon e.d.). Dit betreft geen nachthoreca. Met betrekking tot stankoverlast zijn er technische oplossingen om dit te voorkomen. Deze worden in het kader van de milieuvergunning indien nodig geregeld. Gezien het voorgaande is het college niet voornemens de bestemming van de galerij te wijzigen en horeca hier uit te sluiten. Het college is van mening dat het toestaan van publieksfuncties op de verdieping binnen de bestemming C-H3 in overeenstemming is met de systematiek van de centrum-bestemming. Ook de beleidsmatige keuze voor een concentratie van horeca op het Plein en de mogelijkheden 6

18 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College voor het optimaliseren daarvan onderschrijven dit verzoek. Het college stemt in met het verzoek en past de voorschriften hierop aan; 46.j. 4 Er wordt afgevraagd of het aanwijzen van het Plein voor uitsluitend horeca wel realistisch is en verzoekt om een ruimere bestemming; 46.k. 4 Er wordt afgevraagd of sommige horeca bedrijven op het Plein niet vallen onder de categorie horeca 4. In de Ruimtelijke visie is het Plein aangewezen als concentratiegebied voor avondhoreca. Avondhoreca op het Plein blijft primair voor het college. Echter blijven de bestaande detailhandel en dienstverlenende bedrijven positief bestemd met een aanduiding. Het college heeft besloten de horeca categorie 4 te laten vervallen en deze functies onder te brengen in categorie 3. Het college is namelijk van mening dat er geen planologisch relevant onderscheid is tussen categorie 3 en a. 4 Verzoekt het college op het Korenbeursplein een stadshotel toe te staan; Het college ondersteunt dit initiatief. De voorschriften worden op dit punt gewijzigd zodat hotels binnen de bestemmingen C-H2 en C-H3 planologisch mogelijk worden. Dit is in lijn met de door de raad vastgestelde beleidsnota Recreatie en Toerisme; 53.b. 4 Verzoekt het college op het Korenbeursplein in de Galerij detailhandel toe te staan. Het college denkt graag mee over een (kwaliteits)verbetering van het Korenbeursplein. In de ruimtelijke visie is het Korenbeursplein aangewezen voor horeca en cultuur. Het college is echter van mening dat gezien de huidige situatie deze bestemming te beperkt is. Het college stelt voor om in afwijking van de visie de bestemming voor de galerij te verruimen met de functies detailhandel, dienstverlening, cultuur en ontspanning en maatschappelijk. 54.a. 4 Er wordt gepleit voor een inventarisatie van de horecalocaties die onder het overgangsrecht vallen en de exploitatie van die locaties uitvoerig te rapporteren; In principe zijn alle bestaande horecabedrijven in de binnenstad positief bestemd. Alle horecabedrijven die niet zijn opgenomen en die niet legaal aanwezig zijn bij de vaststelling van het bestemmingsplan, vallen onder het overgangsrecht; 54.b. 4 Men dringt er op aan het overgangsrecht niet toe te passen op horecapanden; In principe worden alle bestaande (legale) horecabedrijven planologisch ingepast, danwel met 54.d. 4 Er wordt gepleit voor een andere categorie indeling van de horeca, de gebruikte indeling is subjectief en past niet in de huidige praktijk; 54.e. 4 De indiener van de inspraakreactie is van mening dat erotische shows mogelijk moet zijn binnen de bestemming horeca en niet valt onder een prostitutiebedrijf; 54.g. 4 Er wordt aangegeven dat in veel gevallen horeca ook op de verdieping plaats vindt en pleit ervoor dit planologisch mogelijk te maken; een positieve bestemming, danwel met een aanduiding; Het college is van mening dat de horeca-indeling op hoofdlijnen voldoende is. Op een aantal onderdelen is de indeling onvoldoende en wordt daarop aangepast. Hierbij wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de indelingen zoals toegepast in andere gemeenten zoals Arnhem en Utrecht. Voornaamste aanpassing betreft het vervallen van de horeca categorie 4 en deze functies onder te brengen in categorie 3. Het college is namelijk van mening dat er geen planologisch relevant onderscheid is tussen categorie 3 en 4.; Erotische shows zijn mogelijk binnen de bestemming horeca; Het college is van mening dat het toestaan van publieksfuncties op de verdieping binnen de bestemming C-H3 in overeenstemming is met de systematiek van de centrum-bestemming. Ook de beleidsmatige keuze voor een concentratie van horeca op het Plein en de mogelijkheden voor het optimaliseren daarvan onderschrijven dit verzoek. Het college stemt in met het verzoek en past de voorschriften hierop aan; 54.l. 4 Er wordt afgevraagd hoe omgegaan wordt met terrassen binnen de horecabestemming; Terrassen zijn een specifieke horecafunctie/ -activiteit. Dit past binnen de bestemming 'Horeca'; 54.m. 4 Het college wordt verzocht horeca in de categorieën 1, 2 en 3 in de haven alleen toe te Het college is voornemens om het gebruik van de haven verder te stimuleren voor ander andere staan ter ondersteuning van de haven en categorie 4 in de haven alleen mogelijk te maken 'vertier' (zie de ruimtelijke visie voor de binnenstad). Daarbij hoort ook horeca. Een na een uitwerking; pannenkoekenboot of iets vergelijkbaars is een prima initiatief voor de haven. Het is niet de bedoeling dat de haven gaat concurreren als horeca concentratiegebied. De ontheffingsmogelijkheid voor horeca categorie 4 wordt uit het bestemmingsplan gehaald; 7

19 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College 54.n. 4 Men is verbaasd over de mogelijkheden voor nieuwe horecabedrijven in de wijzigingsbevoegdheid; In de Ruimtelijke visie is een concentratie van avond/nacht horeca beschreven voor het Plein. In de Santwijckse- en Westluidensepoort is na uitwerking mogelijk ruimte voor bijvoorbeeld een hotel, restaurant en lunchroom en dergelijke. Dit ter ondersteuning van deze gebieden (beperkt 54.q. 4 Het college wordt verzocht standpunt in te nemen inzake coffeeshops en deze niet binnen het begrip horeca te plaatsen; 54.r. 4 Er wordt opgemerkt dat diverse horecabedrijven aan het Plein doorlopen tot de Zoutkeetstraat en vallen binnen twee bestemmingen. De vereniging verzoekt het college ook de zijde aan de Zoutkeetstraat aan te merken als horeca; 54.s. 4 Er wordt opgemerkt dat een deel van de locatie Plein is aangemerkt als opslag en verzoekt ook hier horeca mogelijk te maken; 55.a. 4 De uitbreiding van horeca op het plein wordt onderschreven. Echter worden grote risico's voorzien op leegstand en het uit blijven van investeringen bij de wijzigingsbevoegdheid voor het verwijderen van de diverse aanduidingen. Het college wordt verzocht deze wijzigingsbevoegdheid te verwijderen; 55.b. 4 Er wordt geconstateerd dat de gebruikte horeca indeling niet aansluit op de praktijk en het college wordt verzocht deze aan te passen of te verwijderen; 02.a. 5 Er wordt gevraagd rekening te houden met de mogelijkheid voor bewoners tot parkeren op loopafstand, ook tijdens de bouwwerkzaamheden van de Westluidense- en de Santwijcksepoort; 02.b. 5 Er wordt gevraagd de parkeertarieven betaalbaar te houden voor mensen met lage en midden inkomens. 08.a. 5 Zorgen worden geuit voor de parkeerproblematiek rond de Echteldsedijk en het college wordt verzocht korte- en langere termijn plannen te maken voor de parkeerproblematiek; 08.c. 5 De nieuwe plannen binnen het project Echteldsedijk voor de fase bij het Fabriekslaantje betreffen meer woningen dan de oorspronkelijke plannen. Daardoor neemt de parkeerdruk toe; 08.d. 5 Door invoering van betaald parkeren op de Waalplaat neemt de parkeerdruk van de onbetaalde parkeerplaatsen in het plangebied Echteldsedijk toe. aantal). Deze functies komen voort uit het Masterplan Waalfront en de Ruimtelijke visie; Planologisch gezien is er geen onderscheid tussen coffeeshops en bijvoorbeeld een café. Het coffeeshopbeleid wordt derhalve niet binnen het bestemmingsplan uitgevoerd maar binnen de APV; Het beleid is erop gericht dat horeca zich concentreert op het Plein. In de Zoutkeetstraat is horeca niet gewenst. Het bestemmingsplan wordt daarom op dit punt niet aangepast; Horeca is binnen de bestemming mogelijk. Aanduidingen geven extra toegestane functies aan binnen de bestemming; Dit artikel is opgenomen om de beleidsintenties voor een horecaplein te ondersteunen. Het is een bevoegdheid van het college, geen verplichting. Wanneer het college hiervan gebruik zou maken, wordt nader onderzoek gedaan naar de haalbaarheid hiervan. Het college is dan ook niet voornemens deze wijzigingsbevoegdheid te laten vervallen. Het college is van mening dat de horeca-indeling op hoofdlijnen voldoende is. Op een aantal onderdelen is de indeling onvoldoende en wordt daarop aangepast. Hierbij wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de indelingen zoals toegepast in andere gemeenten zoals Arnhem en Utrecht. Voornaamste aanpassing betreft het vervallen van de horeca categorie 4 en deze functies onder te brengen in categorie 3. Het college is namelijk van mening dat er geen planologisch relevant onderscheid is tussen categorie 3 en 4.; In het Masterplan Waalfront en in de Ruimtelijke visie voor de Binnenstad zijn ambities weergegeven voor het verplaatsen van de parkeerplaatsen van de Waalkade naar al dan niet bebouwde parkeergelegenheden in de Santwijckse- en Westluidensepoort. Het bestemmingsplan Binnenstad kent een wijzigingsbevoegdheid in deze twee gebieden voor onder andere het bouwen van parkeergarages. De parkeerplaatsen op de Waalkade zullen niet eerder worden opgeheven dan dat er elders voldoende parkeergelegenheid is gerealiseerd; Parkeertarieven kunnen en worden niet geregeld in een bestemmingsplan. Dit punt wordt door de gemeenteraad meegenomen in de overwegingen bij het vaststellen van de parkeertarieven. In januari 2008 is door de raad de Parkeervisie vastgesteld. Hierin zijn alle voorziene ruimtelijke ontwikkelingen voor de korte, middellange en lange termijn in relatie tot parkeerontwikkelingen uiteengezet. In het bestemmingsplan is ruimte gereserveerd om toekomstige parkeeroplossingen te kunnen realiseren. De toename van de parkeerdruk door toename van woningen wordt in principe opgelost binnen het betreffende plan. Wanneer dit niet mogelijk blijkt te zijn, wordt gezocht naar andere mogelijkheden, waaronder het aanleggen van parkeerplaatsen in de directe omgeving; Betaald parkeren is een beleidskeuze welke los staat van het bestemmingsplan. De effecten van het al dan niet invoeren van betaald parkeren worden onderzocht in het kader van de invoering daarvan. 8

20 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College 11. en Er wordt een verdere toename in de parkeerdruk door de plannen voor het Dominicuskwartier geconstateerd. Hierdoor komt de bedrijfsvoering van de tandartsenpraktijk aan de St. Walburg 9 in het gedrang. 55.g. 5 Er wordt om aandacht gevraagd voor parkeren en in het bijzonder voor de te realiseren parkeergarages. De Kamer verzoekt deze parkeergarages te ontwikkelen voordat parkeerplaatsen worden onttrokken. De Kamer gaat er van uit dat er altijd minimaal eenzelfde aantal parkeerplaatsen van dezelfde kwaliteit terug keren. Indien dat niet gegarandeerd wordt, verzoekt de Kamer het parkeerterrein aan de Echteldsedijk alsnog als zodanig te bestemmen; t/m Men verzoekt om een wijziging van de bestemming aan het Burgemeester Hasselmanplein van kantoren naar winkels met daarboven wonen. Daarbij zouden goot- en nokhoogte minimaal gelijk moeten zijn aan die van de panden in de Stationsstraat. Dit versterkt deze zijde van de binnenstad Er wordt verzocht de bestemming van het perceel Oude Haven 2 te wijzigen en de bouwhoogten te verruimen naar goothoogte 12 meter en nokhoogte 15 meter ten behoeve van een bouwplan voor de bouw van appartementen met op de begane grond bedrijven/ detailhandel. Wanneer het bovengenoemd bouwplan niet mogelijk is, wordt verzocht in ieder geval de bouwhoogten te verruimen ten behoeve van de uitbreiding van het bedrijf. In januari 2008 is door de raad de Parkeervisie vastgesteld. Hierin zijn alle voorziene ruimtelijke ontwikkelingen voor de korte, middellange en lange termijn in relatie tot parkeerontwikkelingen uiteengezet. Doel hiervan is het bestaande evenwicht tussen de parkeervraag en het parkeeraanbod in en rond de binnenstad te handhaven. De ontwikkelingen in het Dominicuskwartier zijn voorzien binnen de Parkeervisie. De toename van de parkeerdruk die niet binnen het plangebied kan worden opgevangen, wordt binnen de parkeervisie elders voorzien. In het Masterplan Waalfront en in de Ruimtelijke visie voor de Binnenstad zijn ambities weergegeven voor het verplaatsen van de parkeerplaatsen van de Waalkade naar al dan niet bebouwde parkeergelegenheden in de Santwijckse- en Westluidensepoort. Het bestemmingsplan Binnenstad kent een wijzigingsbevoegdheid in deze twee gebieden voor onder andere het bouwen van parkeergarages. De parkeerplaatsen op de Waalkade zullen niet eerder worden opgeheven dan dat er elders voldoende parkeergelegenheid is gerealiseerd; Het Burgemeester Hasselmanplein is in de Ruimtelijke visie voor de Binnenstad aangewezen als de poort naar de stad met functies gericht op de stad, zoals een grote parkeervoorziening, dienstverlening en detailhandel gericht op levensmiddelen en dagelijkse boodschappen. De uitwerking van dit gebied volgt vanuit een ander project: het Stationsgebied. Voor het Stationsgebied wordt op dit moment een Masterplan ontwikkeld waarin meer duidelijkheid komt op de inrichting van dit gebied. Omdat de exacte toekomstige invulling van het gebied nog niet bekend is, is er voor gekozen om de huidige situatie te bestemmen en een wijzigingsbevoegdheid voor het college op te nemen. Het college kan met deze bevoegdheid het bestemmingsplan wijzigen binnen bepaalde kaders, zodra de plannen voor het Stationsgebied uitgewerkt zijn. Het pand is gelegen in het ontwikkelgebied Santwijcksepoort. Vanuit het Waalfront wordt een andere uitwerking gemaakt voor de ontwikkeling van dit gebied. Er is voor gekozen om de huidige situatie in dit gebied te bestemmen. Toekomstige ontwikkelingen kunnen in de toekomst mogelijk gemaakt worden door gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid. Het college is niet voornemens het bestemmingsplan op dit moment op dit punt aan te passen. 49.g. 6 Er wordt verzocht de wijzigingsbevoegdheid van de Westluidensepoort en de Santwijcksepoort te beperken tot enerzijds buiten de Huf van Burenstraat en anderzijds buiten de Oude Haven; 50.c. 6 Men is van mening dat het gebied voor de jachthaven te beperkt is en niet overeenkomstig de gestelde groeidoelstelling vanuit het Waalfront naar 150 ligplaatsen; 50.d. 6 Men is van mening dat het gebied voor woonschepen de toegang tot de jachthaven, de brandweerboot en RWS beperkt De aanduiding h2 op perceel Vleesstraat 10 is onjuist weergegeven op de plankaart. Daarnaast wordt verzocht om een verruiming van de aanduiding ten behoeve van de aanleg van een terras. De begrenzing van de wijzigingsbevoegdheid voor deze twee gebieden is gebaseerd op twee ontwikkelgebieden vanuit het door de gemeenteraad vastgestelde Masterplan Waalfront. Daarbij behoren ook de delen binnen de doorgetrokken stadsgrachten; de aanduiding jachthaven wordt van de plankaart verwijderd en de functie jachthaven wordt toegevoegd aan de bestemming WA-H; Bij de inrichting van het gebied wordt rekening gehouden met de bereikbaarheid van de verschillende andere functies in de haven. Deze inrichting ligt niet vast binnen de aanduiding 'woonschepen'. De geconstateerde onjuistheid wordt hersteld. Het gehele perceel wordt aangeduid met de aanduiding h2. 9

21 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College 03.a. 7 De hoogte in het voorontwerp komt niet overeenkomt met de hoogtes uit het ontwerp voor het nieuwe modehuis aan de Voorstad, Ruiterstraat en Varkensmarkt. Er wordt verzocht deze aan te passen; 03.b. 7 Het college wordt verzocht de goot- en nokhoogte van het pand op de hoek Ruiterstraat/Varkensmarkt/Oude Haven te vergoten tot een totale hoogte van 15 meter. 04.a. 7 Op het perceel Damstraat 9-11 is een pizzeria gevestigd. Op de plankaart is geen aanduiding aangegeven voor horeca. Op het aangrenzende perceel in het Jodenstraatje is dit wel gebeurd, doch zit daar geen horecabedrijf. Er wordt verzocht de pizzeria te voorzien van de betreffende aanduiding; 05.a. 7 Het pand Plein 16c ligt gedeeltelijk in de bestemming C-H3 en gedeeltelijk in GD-DH. Het college wordt verzocht het gehele pand te bestemmen met C-H3. 05.b. 7 In het pand Plein 16c is een winkel gevestigd. Het college wordt verzocht de aanduiding dh toe te voegen In het pand Sint Walburgstraat 8 is een winkel gevestigd. Echter is dit niet in het bestemmingsplan opgenomen. Men verzoekt dit alsnog op te nemen Het college wordt verzocht het bestemmingsplan voor het perceel Kalverbos 1b aan te De toegepaste bouwhoogten zijn voor dit perceel onjuist in het voorontwerp en worden aangepast; Het plan aan de Ruiterstraat ligt in het gebied waarvoor een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor het college. Plannen voor dit gebied kunnen mogelijk gemaakt worden door gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid. De aanduiding is op de verkeerde plaats terecht gekomen. Dit wordt hersteld; De geconstateerde onjuistheid wordt hersteld; Het pand wordt alsnog voorzien van de aanduiding dh. Het pand wordt alsnog voorzien van de aanduiding dh. De nu voorliggende bestemming is inderdaad onjuist. De bestemming wordt gewijzigd in GD-D. passen aan dienstverlening, overeenkomstig de feitelijke situatie. 44.a. 7 Er wordt verzocht om adres en/ of kadastrale gegevens aan het plan te koppelen; Aan een bestemmingsplan wordt een ondergrond gekoppeld. Voor deze ondergrond wordt gebruik gemaakt van de GBKN. Dit is in overeenstemming met bindende afspraken met de provincie. Adresgegevens zijn (beperkt) opgenomen op het GBKN. Kadastrale gegevens worden in principe niet gekoppeld aan het bestemmingsplan, aangezien dit privaatrechtelijke zaken betreft en planologisch niet relevant is. In het kader van de digitalisering van ruimtelijke plannen zal gekeken worden of kadastrale gegevens als apart oproepbare laag toegevoegd kan worden en wordt gekeken of een zoeksysteem op adres toegevoegd kan worden. 44.b. 7 Er wordt verzocht om de bestaande bestemming voor de panden Plein 47-49, 53 t/m 57 en Zoutkeetstraatje 20 t/m 28 te handhaven. Men vindt het onlogische dat deze panden in twee bestemmingen liggen. Dit beperkt de verhuurbaarheid. Ook de bestemming horeca is niet gewenst vanwege de grote oppervlakte en de diverse veiligheids- en milieu eisen Er wordt verzocht de bestaande bestemming van het pand Zoutkeetstraat 7-9 te handhaven. Er is nu detailhandel gevestigd en men wil deze bestemming voortzetten. 47.a. 7 Het college wordt verzocht de bestemming van het pand Westluidensestraat 43 te wijzigen van wonen naar GD-DH; 47.b. 7 Er wordt verzocht de maximale goothoogte te verhogen naar 10 meter overeenkomstig het huidige bestemmingsplan, zodat zijn bouwplan kan worden uitgevoerd; 47.c. 7 Er wordt verzocht de voortuin van het pand Westluidensestraat 45 te bestemmen als GD- DH en buiten de wijzigingsbevoegdheid te houden. In het vigerende bestemmingsplan zijn de panden reeds gelegen in twee bestemmingen: 'uitgaansgebied' aan het Plein en 'achtergebied' aan de Zoutkeetstraat. Deze systematiek is in het voorontwerp gehandhaafd. In de Ruimtelijke visie voor de Binnenstad is ervoor gekozen om het Plein te bestemmen als horecaplein. De reeds aanwezige detailhandel is aangeduid met een aanduiding. Er is geconstateerd dat een aantal van de genoemde panden nog niet zijn voorzien van deze aanduiding. Dit wordt hersteld. In het geldende bestemmingsplan is detailhandel mogelijk gemaakt door een aanduiding. In het ontwerp bestemmingsplan wordt het pand voorzien van de aanduiding dh waardoor detailhandel mogelijk blijft. De geconstateerde onjuistheid wordt hersteld. De gehele bakkerij wordt bestemd als GD-DH; Over dit bouwplan is reeds overleg gevoerd met de gemeente. De goothoogte wordt aangepast in overeenstemming met het vigerende bestemmingsplan; De indiener van de inspraakreactie heeft gelijk. De voortuin wordt betrokken bij het bouwblok van het pand Westluidensestraat 45, overeenkomstig het geldende bestemmingsplan. 10

22 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College De wijzigingsbevoegdheid wordt van de voortuin verwijderd en wordt in lijn met de voorgevelrooilijn van de Westluidensestraat getrokken. 50.a. 7 Er wordt opgemerkt dat een verouderde ondergrond van de plankaart is gebruikt; Als ondergrond wordt gebruik gemaakt van de GBKN. Bij het opstellen van het ontwerp bestemmingsplan wordt de nieuwste versie van de GBKN van dat moment gebruikt; 52.a. 7 Een aantal onderdoorgangen ontbreken op de plankaart (Ambtmanstraat, Westluidensestraat, Tolhuisstraat, 2 e Achterstraat en Kerkstraat); De op de plankaart aangeduide onderdoorgangen zijn onderdoorgangen die van belang zijn voor de verbinding van diverse openbare ruimtes. De genoemde onderdoorgangen zijn onderdoorgangen naar privé terreinen; 52.b. 7 Het brandstofverkooppunt aan het Molenstraatje is onjuist, dit is alleen een lpg-vulpunt; Dit is correct. Echter is onze systematiek erop gericht dat een lpg-vulpunt alleen gelegen kan zijn binnen de bestemming DH-VM. De grootte van dit bestemmingsvlak wordt verkleind tot het vulpunt; 52.f. 7 Binnen de bestemming GD-D zijn een aantal winkels gevestigd die niet zijn aangeduid op de plankaart, waaronder het postkantoor, de computerwinkel aan de St. Walburgstraat en een witgoed zaak aan het Hoogeinde; Deze winkels worden alsnog aangeduid; 52.g. 7 Aan de Kloosterstraat is een bedrijf gevestigd met op de verdieping de kantoorruimte, dit is Het betreffende pand wordt voorzien van een aanduiding 'kantoor'; volgens de voorschriften niet toegestaan; 52.h. 7 Voor de functie wonen worden twee kleuren gebruikt, echter is dit niet duidelijk op de plankaart; Het kleuronderscheid tussen bestemmingsvlak onbebouwd en bouwvlak zijn in de standaarden van het ministerie van VROM verwijderd. De legenda wordt hierop aangepast; 52.k. 7 Op de kop van de Hoogeindsestraat is een winkel gevestigd. Er wordt geadviseerd de Deze winkel past binnen de toegewezen bestemming; bestemming te wijzigen in C-DH; 52.l. 7 Het sportcentrum aan de oude haven is gesloten. Deze aanduiding kan vervallen; Deze constatering is correct. De aanduiding komt te vervallen; 52.m. 7 De dierenwinkel in de Zoutkeetstraat is niet als zodanig aangeduid; Het pand wordt voorzien van de aanduiding dh. 52.n. 7 Een kantoor aan het Sint Walburgkerkpad is niet aangeduid; Dit is correct. Dit kantoor wordt alsnog aangeduid op de plankaart; 52.o. 7 De tandartspraktijk aan de St. Walburg maakt gebruik van het gehele pand. Dit past niet Dit is correct. Dit wordt opgelost met een aanduiding op de plankaart. binnen de voorschriften; 54.aa. 7 Het college wordt verzocht de aanduiding h3 op de Koornmarkt 8 te heroverwegen; Akkoord. Deze aanduiding wordt vervangen door de aanduiding Cultuur en Ontspanning; 54.bb. 7 Er wordt verzocht de aanduiding h2 op het blok Kalverbos/Chassestraat te verkleinen tot Het betreft hier een onjuistheid in het voorontwerp. Dit punt wordt hersteld; alleen het pand van restaurant Juffrouw Tok; 54.cc. 7 Er wordt verzocht het poolcentrum op de verdieping van de hoek Waterstraat/Walstraatje Akkoord. Het poolcentrum krijgt de aanduiding Cultuur en Ontspanning; planologisch mogelijk te maken; 54.ee. 7 Er wordt verzocht de aanduiding h2 op Vleesstraat 10 aan te passen. De geconstateerde onjuistheid wordt hersteld. Het gehele perceel wordt aangeduid met de aanduiding h2. 54.t. 7 Er wordt opgemerkt dat Plein 2 niet is aangeduid als horeca en dat het restaurant is uitgebreid aan de rechterzijde; Dit pand ligt in de bestemming C-H3 waarbinnen horecabedrijven zich kunnen vestigen. Er is ten onrechte een aanduiding dh toegevoegd waardoor zich hier ook detailhandel kan vestigen. Deze aanduiding wordt verwijderd; 54.u. 7 Er wordt afgevraagd voor welk restaurant de aanduiding h2 aan de Kleibergsestraat is bedoeld. Daarnaast is voor beide panden ook de verdieping in gebruik voor de functie horeca; De aanduiding is geen pandspecifieke aanduiding. In alle panden binnen het aanduidingsvlak zijn deze horecabedrijven toegestaan. Ook is horeca op de verdieping binnen dit aanduidingsvlak toegestaan. 54.v. 7 Er wordt verzocht de aanduiding h2 van de volgende panden te verwijderen: Tolhuisstraat Er is inderdaad geen horecagelegenheid gevestigd in het pand Tolhuisstraat 19. De aanduiding 11

23 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College 19 en Hoogeindsestraat locatie Zeeman; daar is gebaseerd op verouderde informatie. De aanduiding wordt verwijderd. Op de locatie Zeeman op de Hoogeindsestraat is geen aanduiding in het plan opgenomen en behoeft dan ook geen aanpassing; 54.w. 7 Er wordt afgevraagd welk horecabedrijf nog meer gevestigd is in het Jodenstraatje buiten Deze aanduiding is op de verkeerde plaats terechtgekomen en wordt verplaatst naar het Jam-inn; 54.x. 7 Er wordt verzocht diverse horecabedrijven als zodanig aan te duiden op de plankaart of te voorzien van de juiste aanduiding: Kleibergsestraat 2, Damstraat 11, Westluidensestraat 35, Tolhuisstraat 12, restaurant Paloma Blanca (westluidensestraat), Eerste Bleekveldstraat 8, Kerkstraat 5a, Kerkstraat 6, Kerkstraat 25, Hoogeindsestraat 13-15, Hoogeindsestraat 9, Hoogeindsestraat 6, Chassestraat 1, Chassestraat 19, Waterstraat 42a, Markt 2 (inclusief vergroten) en Korte Nieuwsteeg 6; restaurant op de hoek met de Damstraat; De aangegeven bedrijven krijgen zonodig een passende aanduiding op de plankaart; 54.y. 7 Er wordt opgemerkt dat de aanduiding h2 bij restaurant Lotus te klein is; Deze constatering is juist. Het aanduidingsvlak wordt vergroot; 54.z. 7 Er wordt voor diverse panden verzocht horeca ook op de verdieping toe te staan: Korenbeursplein 2, Hoogeinde 2, Hoogeindsestraat 13-15, Kalverbos 1-3, Waterstraat 42a, Markt 2; adressen wordt het plan aangepast; 04.b. 8 Er wordt opgemerkt dat in de voorschriften sprake is van de bestemming GD-DD en op de plankaart van GD-DH. 13.a. 8 heeft bezwaar tegen de algemene ontheffingsbevoegdheid (artikel 25) vanwege de opeenstapeling van ontheffingen voor de maximale bouwhoogte; Voor de horecabedrijven op de volgende adressen is horeca op de verdieping in het voorontwerp al toegestaan: Markt 2, Waterstraat 42a, en Kalverbos 1-3. Voor de overige Er is bij het opstellen van de voorschriften en de plankaart een afstemmingsfout opgetreden. Dit wordt hersteld. Hier is sprake van een interpretatie verschil. Het is niet mogelijk om ontheffing op ontheffing te verlenen. De ontheffing wordt verleend van de maximaal toelaatbare hoogte zoals aangegeven op de plankaart. Dit artikel is noodzakelijk om op bepaalde (ondergeschikte) punten een zekere mate van flexibiliteit te houden. 13.c. 8 heeft bezwaar tegen de algemene wijzigingsbevoegdheid in verband met de te hoge bouwhoogten (maximaal 20% verhogen); In de algemene wijzigingsbevoegdheid is geen mogelijkheid opgenomen voor het verhogen van de maximale hoogte met maximaal 20%; 46.a. 8 Er wordt opgemerkt dat in de voorschriften sprake is van de bestemming GD-DD en op de plankaart van GD-DH. Er is bij het opstellen van de voorschriften en de plankaart een afstemmingsfout opgetreden. Dit wordt hersteld. 52.p. 8 De bestemming GD-B (Hoek Kerkstraat/ St. Agnietenstraat) komt niet voor in de Deze constatering is juist. Deze bestemming had GD-D moeten zijn en wordt hersteld; voorschriften; 54.f. 8 Er wordt verzocht in art. 1 lid ww aan te sluiten bij de NEN-normen; De begripsomschrijving in het bestemmingsplan is een planologische regeling. De NEN is een technische regeling. De opgenomen begripsomschrijving is voor het planologische doel voldoende duidelijk omschreven; 54.h. 8 Er wordt afgevraagd wat bedoelt wordt met beëindigen van de bedrijfsvoering zoals genoemd in art. 9.4; 54.k. 8 Er wordt afgevraagd of art. 12 lid c impliceert dat de Agnietenhof en Big Apple in dezelfde functie als prostitutie bedrijven worden geschaard? 55.c. 8 Er wordt voorgesteld reisbureaus en eventuele andere dienstverlenende bedrijven middels een vrijstelling toe te staan in de bestemming C-DH; Dit onderdeel wordt verwijderd; Nee, dat wordt niet geïmpliceerd; Het college deelt de mening van de Kamer dat reisbureaus en eventuele andere dienstverlenende bedrijven zich zouden moeten kunnen vestigen in het kernwinkelgebied. Het college stelt voor om dienstverlenende bedrijven rechtstreeks toe te staan binnen de bestemming C-DH; 12

24 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College 55.d. 8 Er wordt verzocht evenementen overeenkomstig de toelichting ook toe te staan in de bestemming Water; Dit is een onjuistheid in de voorschriften. De voorschriften worden aangepast dusdanig dat evenementen worden ingepast in de bestemming 'Water'; 55.f. 8 Er wordt opgemerkt dat de bestemming GD-DD in de voorschriften niet overeen komt met de plankaart; Er is bij het opstellen van de voorschriften en de plankaart een afstemmingsfout opgetreden. Dit wordt hersteld. 08.b. 9 Er wordt gewezen op het loskoppelen van de parkeergarage-fase van het project Echteldsedijk en het feit dat deze nu is opgenomen in het plangebied van de binnenstad; Het opnemen van een deel van het project Echteldsedijk in het bestemmingsplan Binnenstad betekent niet dat dit plandeel nu losgekoppeld is van het project Echteldsedijk; Men is van mening dat de aanbevelingen van het Waalfrontforum naar het Masterplan Waalfront niet of onvoldoende zijn meegenomen in het bestemmingsplan. Dit doet geen recht aan burgerparticipatie en inspraak. Men verzoekt de aanbevelingen te overwegen. De Ruimtelijke visie is in samenspraak met de Tielse bevolking opgesteld en door de raad vastgesteld. Het Masterplan Waalfront is daarin meegenomen. Het bestemmingsplan is een juridische vertaling van de Ruimtelijke visie en daarmee van de betreffende onderdelen van het Masterplan Waalfront. De aanbevelingen van het Waalfront Forum zijn overigens op het niveau van een masterplan en niet voor de juridische vertaling. 13.b. 9 het is onduidelijk wat bedoeld wordt met de term peil; De term peil wordt bij de wijze van meten omschreven. Deze omschrijving wordt aangescherpt; 14.a. 9 In hoofdlijnen is men positief over het voorontwerp. De mogelijkheden voor de Varkensmarkt zijn te rigide. Men ziet graag mogelijkheden voor een uitbouw van het HEMA-pand op de Varkensmarkt Het college heeft diverse argumenten om de rooilijn aan de Varkensmarkt niet te wijzigen: behoud van het historisch stedelijk weefsel, behoud van de zichtlijn en looproute tussen het Plein en de Voorstad. Deze argumenten zijn reeds uitgebreid toegelicht in onze brief van 9 14.b. 9 Er wordt verzocht om een nadere uitwerkingsbevoegdheid of wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor het gebied rond de Marktgang. Gedacht wordt aan verlegging of onttrekking van de steeg aan de openbare ruimte Verzoekt het college de bestemming van het weeshuisgebouw aan de Achterweg te verruimen. Daarbij wordt gedacht aan wonen, kantoor, (kinder)opvang, artsenpraktijk, notarispraktijk, hotel, restaurant e.d. 46.b. 9 Het bevreemd de indiener van de inspraakreactie dat wonen is toegestaan op de begane grond in de Weerstraat en verplicht is op de verdieping. Het college wordt verzocht de verplichting tot wonen op de verdieping te schrappen; 46.c. 9 Het bevreemd de indiener van de inspraakreactie dat wonen op de begane grond in de Kleibergsestraat is toegestaan aangezien dit Promenade gebied wordt; 46.d. 9 Verschillende panden aan de Markt en de Weerstraat hebben aan de voorzijde een andere bestemming dan aan de achterzijde. De indiener van de inspraakreactie verzoekt om één bestemming op te nemen; oktober 2007; Op dit moment is er nog geen onderbouwing voor het opleggen van een wijzigingsbevoegdheid voor dit gebied. Om de wijzigingsbevoegdheid (of uitwerkingsverplichting) toe te passen dient daar een goede argumentatie voor te zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een visie of masterplan. Dat is bij dit verzoek nog niet het geval. Het voorontwerp bestemmingsplan wordt op dit punt dan ook niet aangepast. Bij een eventueel concreet plan kan een herziening van het bestemmingsplan voor het betreffende gebied worden overwogen. Het college is van mening dat de bestemming maatschappelijk niet de meest passende bestemming is voor het pand. De bestemming wordt gewijzigd in 'Gemengd-Dienstverlening'. In de Ruimtelijke visie voor de Binnenstad is aangegeven dat de verplichting van wonen boven winkels voor het gebied Waterstraat, Groenmarkt en Voorstad wordt losgelaten. In de andere winkelstraten en gemengde straten zoals de Weerstraat en de Westluidensestraat blijft wonen boven winkels gehandhaafd. Dit heeft te maken met enerzijds de kleinschaligheid van de winkels in deze straten en anderzijds met het stimuleren van de leefbaarheid en sociale veiligheid in de stad. Het college is niet voornemens de bestemming op dit punt te wijzigen. Het promenade regiem heeft geen relatie met het bestemmingsplan. Op de begane grond is zowel wonen als detailhandel toegestaan. Hierdoor is er ruimte voor de markt om in te spelen op marktontwikkelingen. De achterzijde van de bedoelde panden aan de Weerstraat en de Markt liggen aan het Plein. In de Ruimtelijke visie en in andere beleidsdocumenten is het beleid weergegeven om op het Plein horeca te concentreren en het Plein als zodanig te bestemmen. Het feit dat een pand in verschillende bestemmingen is gelegen, betekend niet dat dit pand gesplitst moet worden. In beide bestemmingen zijn overeenstemmende functies toegestaan; 13

25 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College 46.e. 9 Verzoekt eventuele afsluiting van de Marktgang in het bestemmingsplan mogelijk te maken; De Marktgang heeft de bestemming 'verkeer'. Een fysieke afsluiting ter uitvoering van een verkeersbesluit valt binnen de gebruiksvoorschriften van deze bestemming; 46.f. 9 Het bevreemd de indiener van de inspraakreactie dat wonen op de begane grond aan de Markt is toegestaan; In de Ruimtelijke visie is de Markt aangewezen als kernwinkelgebied en valt daarmee onder hetzelfde planologisch regiem als de Waterstraat en de Voorstad. De bestemming wordt voor de betreffende panden gewijzigd in C-DH. 46.g. 9 De indiener heeft vraagtekens bij het opsplitsen van het pand Markt 4 in twee bestemmingen en de verplichting tot wonen op de verdieping; Overeenkomstig de Ruimtelijke visie wordt de bestemming van het pand Markt 4 gewijzigd in C- DH; 46.h. 9 Er wordt opgemerkt dat ook panden aan het Plein doorlopen tot aan de achterliggende straat en geconfronteerd wordt met twee verschillende bestemmingen; Dit is een juiste constatering. Deze situatie ontstaat doordat er een beleidsmatige keuze is gemaakt om het Plein te bestemmen als horecaplein en de Weerstraat als winkelstraat; 49.k. 9 Voorts zijn er een aantal informatieve vragen gesteld: Beantwoording van de gestelde informatieve vragen: 1. wanneer wordt opgetreden tegen overtreding van art. 19 en art. 24? 1. Wanneer opgetreden wordt, wordt bezien in het kader van het handhavingsbeleid; 2. is er een algehele opgravingsverplichting bij bodemingrepen van dieper dan 0,3 m? 2. Nee, er is geen algehele opgravingsplicht; 3. waarop wordt het peil gemeten/ bepaald? 3. Zie onder 13b; 4. Hoe worden de maximale bouwhoogten bepaald gezien vanuit de diverse wijzigingsbevoegdheden en ontheffingsbepalingen? 4. Zie onder 13a. 50.b. 9 De indiener van de inspraakreactie heeft vraagtekens bij de grootte van de zone aangewezen als Waterkering vanwege de beperkte bruikbaarheid van de binnenhaven De grootte van de zone 'Waterkering' wordt bepaald door de noodzakelijke bescherming van die waterkering. Dit wordt vastgesteld op advies van het Waterschap Rivierenland; daardoor; Het college wordt verzocht in het pand Korte Nieuwsteeg 3 de functie te wijzigen zodanig dat kookworkshops gegeven kunnen worden op de verdieping. Het beleid voor deze locatie is erop gericht om wonen op de verdieping te stimuleren. Een kookstudio past daar niet in. 52.c. 9 Het garagebedrijf aan de Veemarkt doet meer dan de voorschriften toelaten; Nader onderzoek heeft geen feiten in die zin opgeleverd; 52.d. 9 De woningen aan de Stationsstraat zijn inmiddels gesloopt; Dit is correct. Echter is deze opmerking niet relevant. Het bestemmingsplan is geen blauwdruk van de feitelijke situatie. In dit geval is de vigerende bestemming overgenomen in het voorontwerp; 52.e. 9 Het voorterrein bij de Rabobank heeft de bestemming Groen maar is feitelijk meer ingericht De inrichting als plein past ook binnen de bestemming 'Groen'; als een plein; 52.i. 9 De brug aan de Oliemolenwal heeft geen verkeersbestemming; Binnen de bestemming 'Water' zijn ook bruggen toegestaan; 52.j. 9 Tussen Het Plein en de Weerstraat is een openbare weg aangeduid, deze is echter privé; De openbaarheid van een weg staat los van de bestemming. Een privé weg kan dus bestemd worden met de bestemming 'Verkeer'; 52.q. 9 Er worden een aantal tekstuele vragen gesteld en tekstuele aanpassingsvoorstellen Beantwoording van de tekstuele vragen en aanpassingsvoorstellen: gedaan: 1. De gemeente heeft het bestaande gebruik in de binnenstad geïnventariseerd door middel 1. hoe is het huidig gebruik vastgelegd (art. 1 lid m); van de zogenaamde retrospectieve toets. U kunt hier meer informatie over vinden in de 2. art. 1 lid p: vastgebouwd aan het hoofdgebouw, lijkt strijdig met volgende zin; toelichting; 3. de hoogte van het hek van de Ambtmanstuin is volgens de voorschriften niet 2. De strijdigheid die vermoed wordt is niet aanwezig. Een bijgebouw kan vastgebouwd zijn toegestaan; tegen een hoofdgebouw. Er mag echter geen directe verbinding (doorgang) tussen het 4. binnen de bestemming GD-DH komt op een aantal plaatsen de winkelfunctie voor; bijgebouw en het hoofdgebouw aanwezig zijn; 5. de verwijzing in art is onjuist; 3. Deze constatering is juist. Het hekwerk in de Ambtmanstuin wordt door het toevoegen van 6. T blz. 14 gerestaureerde Waterpoort moet zijn herbouwde; een aanduiding op de plankaart en de voorschriften mogelijk gemaakt; 7. T blz. 15: Ambtmantuin moet zijn Ambtmanstuin; 4. De winkelfunctie is toegestaan (op de begane grond) binnen de bestemming GD-DH; 8. T blz. 16: Alleen de Waterstraat, Markt, Plein, enz. moet zijn: Waterstraat, 5. Deze constatering is juist. De verwijzing wordt aangepast; 14

26 Nr. T Samenvatting inspraakreactie Reactie College Hoogeindsestraat, Hoogeinde (ged.), Markt, Weerstraat en Voorstad. 6. De tekst wordt op dit punt aangepast; westzijde van de Waterstraat moet zijn westzijde van de Weerstraat; 7. Dit is correct en wordt aangepast; 9. T blz. 18: waar liggen de Stadstuinen? 8. De voornaamste straten zijn genoemd. Daaraan is toegevoegd: 'en omgeving' waarmee de 10. T blz. 20: Voorstad toevoegen aan onderschrift foto; overige straten worden bedoeld; 11. T blz. 22: concentratie van horeca op het Korenbeursplein is overtrokken; 12. T blz. 32: supermarkt is gelegen aan de Veemarkt/ Molenstraatje; 9. Met de stadstuinen worden de tuinen/ binnenterreinen bedoeld aan de westzijde van de binnenstad; 13. T blz. 34: de ING bank (onderschrift foto) is gelegen aan de Veemarkt 14. T blz de zin: grootschalig is wat overtrokken. Het Korenbeursplein functioneert nu nauwelijks als horecaplein 15. T blz. 48: alsnog de weekmarkt op de Burensepoort? 16. T blz. 49: De Waterstraat ontwikkelt zich verder, enz. Hiermee wordt een tekort gedaan aan de andere straten; 10. De tekst wordt op dit punt aangepast; 11. De tekst wordt op dit punt aangepast; 12. De tekst wordt op dit punt aangepast; 13. De tekst wordt op dit punt aangepast; 14. De tekst wordt op dit punt aangepast; 15. er is niet bedoeld dat de weekmarkt verplaatst wordt naar de Burense Poort, maar dat dit gebied geschikt is voor de een eventuele verplaatsing; 16. De tekst wordt op dit punt aangepast; 52.r. 9 Er wordt gewezen op jurisprudentie inzake aanbestedingsregels welke van belang zijn voor Dit punt is niet relevant voor het bestemmingsplan en wordt voor kennisgeving aangenomen. diverse projecten. 54.c. 9 Er wordt gevraagd naar wat de definitie is van een vermaaksfunctie? (art. 1 ii) Dit is niet nader gedefinieerd in het voorontwerp bestemmingsplan. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan live muziek, stand up comedie, karaoke of erotische shows; 54.dd. 9 Er wordt verzocht om verduidelijking van de aanduiding h3 op Vleesstraat 19; In dit pand is een coffeeshop gevestigd. Planologisch gezien past deze in de horecacategorie 3; 54.i. 9 Bij evenementen worden vaak tijdelijke bouwwerken opgericht. Er wordt verzocht deze mogelijk te maken door een ontheffingsmogelijkheid voor het college op te nemen; Voor tijdelijke bouwwerken kent de Wet op de Ruimtelijke Ordening een aparte procedure. Het is niet nodig dit in het bestemmingsplan te regelen; 54.j. 9 Er wordt afgevraagd of horeca activiteiten binnen de bestemming maatschappelijk toegestaan zijn. Bij bijvoorbeeld kerken en het stadhuis; Ondersteunende horeca ten dienste van de bestemming (bedrijfsrestaurant/ kantines) zijn mogelijk; 54.o. 9 Er wordt geadviseerd de toelichting op benamingen te laten controleren door iemand die bekend is in Tiel; Vanuit de inspraak zijn diverse tekstuele aanpassingen voorgesteld. Deze worden door het college overgenomen; 54.p. 9 Er wordt gevraagd of het college voornemens is horecavestigingsbeleid op te stellen; Deze vraag staat los van het voorontwerp bestemmingsplan. Er zijn op korte termijn geen voornemens om horecavestigingsbeleid op te stellen; 55.h. 9 Het college wordt verzocht de bestemming van de panden aan de Weerstraat te wijzigen in C-DH. In de Ruimtelijke visie op de binnenstad is een onderscheid gemaakt tussen het kernwinkelgebied (Waterstraat Voorstad) en de aanloopstraten (waaronder Weerstraat). Dit onderscheid uit zich in het bestemmingsplan in twee verschillende bestemmingen, respectievelijk C-DH en G-DH. 15

27 B. Reacties vooroverleg (art. 10 BRO) Nr. T Samenvatting art. 10 reactie Reactie College V05. Zie inspraakreactie nr. 55. Zie inspraakreactie nr. 55. V06.a. Er wordt verzocht de zone dubbelbestemming Waterkering ter hoogte van de Santwijcksepoort te vergroten conform de bijlage; Het college gaat in overleg met het Waterschap over de inhoudelijke en financiële consequenties van dit verzoek. V06.c. Er wordt verzocht voor de bestemmingen Bedrijf, Centrum-Detailhandel, Gemengd- Detailhandel en dienstverlening, Gemengd-Bedrijf, Gemengd-Dienstverlening, Maatschappelijk en Ontspanning en vermaak de functies waterhuishoudkundige doeleinden en voorzieningen, waterberging en waterlopen op te nemen; Het college past het bestemmingsplan op dit punt niet aan. De verzochte toevoeging biedt planologisch geen meerwaarde en veroorzaakt verwarring. V08.a. 1 Er wordt verzocht artikel 19 verder te verfijnen; Het college deelt de mening van het RACM en past dit artikel aan in overeenstemming met het door het RACM uitgebrachte voorbeeld voorschrift voor Archeologisch waardevolle terreinen; V08.b. 1 Er wordt verzocht om een koppeling van artikel 19 met de plankaart in plaats van een koppeling met een kaartbijlage. V10.l. 1 Er wordt geadviseerd de dubbelbestemming Archeologie rechtstreeks op de plankaart op te nemen in plaats van een verwijzing naar een bijlage; V07.g. 2 Er wordt opgemerkt dat in de plantoelichting afstanden opgenomen zijn met betrekking tot het plaatsgebonden risico, afkomstig uit het Revi. Echter geldt de vigerende afstand van 110 meter voor het plaatsgebonden risico; V07.h. 2 Er wordt opgemerkt dat een verantwoording van het groepsrisico ontbreekt. Er wordt verzocht dit alsnog toe te voegen aan het bestemmingsplan en het plan naar aanleiding hiervan aan te passen. V09.a. 2 Het college wordt geadviseerd de hoogte van het groepsrisico voor de twee lpg-vulpunten vast te stellen en de bepaling daarvan ter toetsing aan de regionale brandweer voor te leggen; V09.b. 2 Er wordt geadviseerd bij de realisering van het plangebied een aantal maatregelen te nemen ter bevordering van de rampenbestrijding en ter bevordering van de zelfredzaamheid: 1. saneren van het LPG-verkoopdeel van het tankstation (Beatrixlaan) 2. de losplaats van de LPG-tankwagen voorzien van een sprinklerinstallatie 3. realiseren van een bluswatervoorziening bij de Havendijk 4. realiseren van een vaste opstelplaats aan de Sint Walburgbuitensingel of de Veemarkt 5. operationele en bestuurlijke geoefendheid in het voorkomen van een dreigende Bleve 6. regelen dat vultijden zo min mogelijk samenvallen met de aanwezigheid van personen in het gebied 7. geen gevelopeningen realiseren aan de zijde van het LPG vulpunt bij nieuwe ontwikkelingen 8. voorlichten van werknemers en bezoekers rondom de LPG-vulpunten Deze onjuistheid wordt hersteld. De dubbelbestemming Archeologisch waardevol terrein wordt op de plankaart aangegeven met een arcering. Deze onjuistheid wordt hersteld. De dubbelbestemming Archeologisch waardevol terrein wordt op de plankaart aangegeven met een arcering. De risicozone Externe Veiligheid wordt aangepast en vergroot naar een straal van 45m om het vulpunt heen. Er is een traject in het kader van de wet milieubeheer gestart om een doorzet van m 3 vast te leggen; Het ontbreken van een verantwoording van het groepsrisico berust op een misverstand. Deze wordt alsnog uitgevoerd en toegevoegd aan het bestemmingsplan. De hoogte van het groepsrisico is inmiddels berekend voor het vulpunt aan de Beatrixlaan. Voor het vulpunt aan de Havendijk is geen groepsrisico berekend omdat deze is wegbestemd. De Brandweer Gelderland Zuid geeft een aantal mogelijke maatregelen weer om de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid te bevorderen bij de uitvoering van het plan. Deze worden voor kennisgeving aangenomen en worden op een ander moment met de brandweer door gesproken. De geadviseerde maatregelen geven geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. V09.c. 2 Er wordt geadviseerd het restrisico expliciet te accepteren en te verantwoorden. Het college neemt dit advies over en neemt dit mee in de besluitvorming van het ontwerp 16

28 Nr. T Samenvatting art. 10 reactie Reactie College bestemmingsplan. V10.o. 2 Er wordt aangegeven dat er twee LPG stations aanwezig zijn in de Burense Poort. Het station aan de Beatrixlaan heeft geen beperking van de doorzet. Daarom moet uitgegaan worden van een doorzet van 1.500m3. Dit betekent een contour van 110m vanaf het vulpunt; Het LPG-station aan het Burgemeester Hasselmanplein is al enige jaren gesaneerd. De risicozone Externe Veiligheid wordt aangepast en vergroot naar een straal van 45m om het vulpunt heen. Er is een traject in het kader van de wet milieubeheer gestart om een doorzet van m 3 vast te leggen; V10.p. 2 Er wordt opgemerkt dat de verantwoording van het groepsrisico ontbreekt; Het ontbreken van een verantwoording van het groepsrisico berust op een misverstand. Deze wordt alsnog uitgevoerd en toegevoegd aan het bestemmingsplan. V10.q. 2 Men is van mening dat voor het wegbestemde LPG station aan de Havendijk risicocontouren In nader overleg heeft de provincie ambtelijk deze mening herzien. gelden voor zowel het plaatsgebonden risico als het groepsrisico; V10.a. 6 In het kader van het Waalfront heeft de Provincie een voorkeur voor een uitwerkingsverplichting voor de Westluidense- en de Santwijckse Poort; V10.c. 6 Er wordt verzocht de mogelijkheid van een ondergrondse parkeergarage in de Westluidensepoort te borgen; Het is nog niet bekend wanneer en hoe deze gebieden ontwikkeld gaan worden. Het college heeft ervoor gekozen om deze gebieden ruim te begrenzen zodat binnen dit bestemmingsplan de plannen voor deze gebieden gerealiseerd kunnen worden. Binnen de gebieden liggen bedrijven en woningen. Het college is van mening dat de ondernemers en bewoners van deze gebieden niet onnodig belemmerd moeten worden door een uitwerkingsverplichting op te leggen. Met het instrument van de wijzigingsbevoegdheid kan het college haar toekomstplannen voor deze gebieden ook realiseren. Daarnaast is er nog onvoldoende inzicht met betrekking tot de economische uitvoerbaarheid; In het bestemmingsplan worden functies en bouwvoorschriften geregeld. Planologische gezien is het onderdeel "ondergrondse" te regelen in de bouwvoorschriften en is dit geen functie op zich. In het bestemmingsplan zijn geen beperkingen opgenomen voor ondergronds bouwen. Derhalve is de mogelijkheid van het realiseren van ondergrondse parkeergarages in het bestemmingsplan geborgd en is een toevoeging zoals voorgesteld niet noodzakelijk; V10.d. 6 Er wordt afgevraagd of het GGR-gas gebouw wel positief bestemd moet worden aangezien Het college heeft ervoor gekozen om in de ontwikkelgebieden het reeds geldende dit gebouw in de planperiode gesloopt wordt. Zij vinden het overgangsrecht meer voor de planologisch regiem te handhaven. Op deze wijze kunnen bestaande panden in de periode hand liggen; voor de herontwikkeling van het gebied nog gebruikt blijven worden en eventueel (tijdelijk) een nieuwe invulling krijgen. Daarnaast heeft het wegbestemmen financiële consequenties. Dit is een risico voor de financiële uitvoerbaarheid van het plan; V10.f. 6 Er wordt een toelichting gemist op de verplaatsing(ambitie) van het bedrijf Van Dijkhuizen; Aan de toelichting wordt een beschrijving van deze ambitie toegevoegd; V10.g. 6 Er worden vragen gesteld bij de omvang van het bouwvlak ten behoeve van de bestemming Het bedoelde bouwvlak is gelijk aan het bouwvlak uit het nu geldende bestemmingsplan "Wonen" ter plaatse van garagebedrijf Van Dijkhuizen; Binnenstad uit Deze planologische situatie is in het voorontwerp overgenomen; V10.h. 6 Er wordt gepleit voor een maatbestemming van het bedrijf aan het Zoutkeetstraatje in plaats Het college heeft er voor gekozen om bestaande rechten te handhaven. Daarnaast heeft het van de opgenomen ruimere bedrijfsbestemming. Dit gezien de toekomstige ontwikkelingen; wegbestemmen financiële consequenties. Dit is een risico voor de financiële uitvoerbaarheid van het plan; V10.i. 6 Er wordt geadviseerd de relatie tussen de realisatie van parkeergarages in de poortgebieden Het college deelt de mening van de Provincie dat de relatie tussen de bouw van en een afname van de parkeerplaatsen op de Waalplaat, nadrukkelijk te leggen. Daarbij parkeergarages en het terugbrengen van het aantal parkeerplaatsen op de Waalplaat adviseert de provincie een beschrijving in hoofdlijnen toe te voegen aan de bestemming onvoldoende in de toelichting is beschreven. De toelichting zal hierop worden aangevuld. "Verkeer"; Het college is niet voornemens deze relatie op te nemen in een beschrijving in hoofdlijnen. Deze methodiek past niet meer binnen het huidige Tielse denken over planologie en ruimtelijke beleid. Belangrijkst argument hiervoor is de grote rechtsonzekerheid die dit instrument met zich meebrengt. Daarnaast is deze methodiek ook niet meer opgenomen in de 17

29 Nr. T Samenvatting art. 10 reactie Reactie College bestemmingsplan standaarden van het ministerie van VROM (SVBP2008); V10.j. 6 Er wordt afgevraagd waarom de beoogde strandpaviljoens ten westen van de Waalplaat niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen; Op het abstractieniveau van de poortgebieden is er een aanleiding om een wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor de verdere invulling en uitwerking. Dit omdat er reeds zicht is op het programma. Op het lager abstractieniveau is de gemeente nog niet verder dan eerste schetsen in de vorm van voorbeeld uitwerkingen. Dit is te weinig aanleiding V06.b. 8 Er wordt verzocht binnen de wijzigingsbevoegdheid de regel op te nemen dat voorafgaand aan de wijziging de watertoetsprocedure dient te worden doorlopen en dat de waterbeheerder schriftelijk wordt gehoord; V07.d. 8 Het college wordt verzocht de raadpleging van de waterbeheerder in artikel 16.5 te wijzigen in verklaring van geen bezwaar van de waterbeheerder; V07.f. 8 Er wordt opgemerkt dat in artikel 16.5 een bepaling moet worden opgenomen met een wijzigingsbevoegdheid voor het vergroten van woonschepen met meer dan 10%; V10.b. 8 Men is van mening dat de bestemming "Ontspanning en Vermaak" te ruim is. Zij vinden "Culturele doeleinden" een passendere bestemming waarbij de mogelijkheid van kartbanen, amusementshallen en erotisch getinte vermaaksfuncties worden uitgesloten; om dit planologisch te concretiseren in dit bestemmingsplan. Een dergelijk artikel wordt toegevoegd aan de wijzigingsbevoegdheid; Het artikel wordt gewijzigd in overeenstemming met het voorstel; Het college is voornemens uitsluitend de locatie van ligplaatsen te beperken door een gebiedsaanduiding op de plankaart. Deze aanduiding wordt gebaseerd op de locaties van de huidige ligplaatsen. Een inventarisatie van de huidige situatie wordt als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd, maar krijgt juridisch geen status. Voor het overige ziet het college geen aanleiding om nadere sturing te geven. Bij het opstellen van het voorontwerp is gebruik gemaakt van het "handboek (digitale) bestemmingsplannen Gelderland 2006" (uitgave provincie Gelderland) en van de "standaard vergelijkbare bestemmingsplannen 2006", afgekort SVBP (uitgave ministerie van VROM). In deze handboeken zijn onder andere afspraken gemaakt over de hoofdindeling van bestemmingen. De gemeente Tiel conformeert zich hieraan. Daarmee valt het theater Agnietenhof in de hoofdbestemming "Ontspanning en Vermaak". Echter is in januari 2008 een nieuwe versie van de SVBP verschenen waarin de hoofdbestemming "Ontspanning en Vermaak" is gewijzigd in "Cultuur en Ontspanning". Het college zal de bestemming "Ontspanning en Vermaak" wijzigen in "Cultuur en Ontspanning". In het kader van de gewijzigde SVBP wordt ook de functie kartbaan verwijderd. Ook de functie erotisch getinte vermaaksfunctie wordt verwijderd; V01. 9 Geen leidingen of stations aanwezig. v.k.a. V02. 9 Geen op- of aanmerkingen. v.k.a. V03. 9 Geen aanleiding tot opmerkingen. v.k.a. V04. 9 Er wordt verzocht om het gebruik van de veerverbinding (veerstoep) planologisch te borgen. Het gebruik van de veerstoep als aanlegplaats voor de veerpont is planologisch ingepast. V06.d. 9 Er wordt verzocht in de legenda van de figuur op blz 26 van de toelichting aan te geven dat de gestippelde lijn een indicatieve ligging betreft. V07.a. 9 Er wordt opgemerkt dat er geen dubbelbestemming waterstaatsdoeleinden is opgenomen. Deze dubbelbestemming behartigt de belangen vanuit de beleidslijn grote rivieren; V07.b. 9 Er wordt opgemerkt dat in de dubbelbestemming waterstaatsdoeleinden in ieder geval een bepaling opgenomen moet worden dat voor de wijzigingsbevoegdheid van de gebieden III en IV, voorzover in de rivier gelegen, een verklaring van geen bezwaar van de rivierbeheerder noodzakelijk is; De legenda wordt overeenkomstig het verzoek aangepast. De beleidslijn grote rivieren wordt door het college onderschreven. Er wordt een dubbelbestemming waterstaatsdoeleinden opgenomen ter behartiging van de belangen; Voor de wijzigingsgebieden wordt in de voorschriften de voorwaarde van een verklaring van geen bezwaar van de waterbeheerder toegevoegd; V07.c. 9 Er wordt opgemerkt dat het maximaal toegestane aantal woonschepen op de plankaart groter Het college is voornemens uitsluitend de locatie van ligplaatsen te beperken door een 18

30 Nr. T Samenvatting art. 10 reactie Reactie College is dan de feitelijke situatie en verzoekt dit te wijzigen in het nu feitelijk aantal aanwezige woonschepen; gebiedsaanduiding op de plankaart. Deze aanduiding wordt gebaseerd op de locaties van de huidige ligplaatsen. Een inventarisatie van de huidige situatie wordt als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd, maar krijgt juridisch geen status. Voor het overige ziet het college V07.e. 9 Er wordt verzocht een inventarisatie van de oppervlakte van de bestaande woonschepen als bijlage op te nemen, waarin een uitbreiding van maximaal 10% is toegestaan; V10.e. 9 Er wordt opgemerkt dat in de toelichting in de tabel met potentiële woningbouwlocaties, de Santwijcksepoort ontbreekt; geen aanleiding om nadere sturing te geven. Het college is voornemens uitsluitend de locatie van ligplaatsen te beperken door een gebiedsaanduiding op de plankaart. Deze aanduiding wordt gebaseerd op de locaties van de huidige ligplaatsen. Een inventarisatie van de huidige situatie wordt als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd, maar krijgt juridisch geen status. Voor het overige ziet het college geen aanleiding om nadere sturing te geven. De bedoelde tabel is gebaseerd op de woonvisie 2007 en op de visie Wonen en Werken welke zijn vastgesteld door de gemeenteraad. Abusievelijk zijn de locaties Havenkade en Echteldsedijk fase II (gedeeltelijk) niet in de tabel opgenomen. Deze worden alsnog toegevoegd; V10.k. 9 Er wordt een klimaat (adaptatie) paragraaf gemist; Het bedoelde provinciaal (klimaat adaptatie) beleid is recent verschenen. Het college vraagt zich af wat de ruimtelijke relevantie is van dit beleid. Daarom gaat de gemeente met de provincie over dit punt in overleg. V10.m. 9 Er wordt verzocht het Rapport 'Retrospectieve toets' in de bijlage op te nemen; Het rapport 'Retrospectieve toets' wordt alsnog in de bijlagen opgenomen; V10.n. 9 Er wordt geadviseerd de onlangs verschenen spelregels EHS toe te voegen aan de paragraaf "uitvoeringsaspecten"; Het college neemt dit advies over en voegt de onlangs verschenen spelregels EHS toe aan de toelichting; V10.r. 9 Er wordt opgemerkt dat onderzoek naar luchtkwaliteit en geluid nog ontbreken. Dit is juist opgemerkt. De betreffende onderzoeken worden alsnog toegevoegd aan het bestemmingsplan. 19

31 B i j l a g e 3 : V e r s l a g i n s p r a a k a v o n d

32

33 VERSLAG Bijeenkomst voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad Datum : 16 oktober 2007 Locatie : Raadhuis, Tiel Aanvang : uur Einde : uur Aanwezig: Voorzitter Wethouder Ambtelijke ondersteuning Notulen Mevrouw N. Roelen De heer W. Gradisen De heer D. Kramer (projectleider bestemmingsplan Binnenstad) Schipper Management Support Verder aanwezig Bewoners/belangstellenden Ongeveer 50 personen 1. Opening De voorzitter opent de informatieavond met een hartelijk welkom voor de aanwezigen. Aan deze bespreking van het voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad is reeds een heel traject voorafgegaan. In het kader van de voorbereiding heeft een stadswandeling plaatsgevonden, maar ook heeft een binnenstadsdebat plaatsgevonden en is een informatieavond over de ruimtelijke visie georganiseerd. 2. Toelichting portefeuillehouder Wethouder Gradisen legt uit dat omstreeks de jaarwisseling 2005/2006 is gestart met het nieuwe bestemmingsplan voor de binnenstad. Het vigerende bestemmingsplan is inmiddels tien jaar oud. In de Binnenstad spelen diverse belangen, die niet alleen de bewoners van de binnenstad raken, maar in feite alle inwoners van Tiel en zelfs vanuit de regio. In het voortraject zijn gesprekken gevoerd met onder andere de ondernemersorganisatie en met de bewoners van de binnenstad. In februari 2006 heeft een binnenstaddebat plaatsgevonden, waarin gevraagd werd welke thema s belangrijk zijn. Vervolgens zijn die avond themagroepen samengesteld. Alle informatie is plenair teruggekoppeld, met als centrale aandachtspunten: het verkeer, het wonen, de openbare ruimte en het concentreren van de horeca. Duidelijk mag zijn, dat vanuit verschillende gezichtspunten naar de binnenstad wordt gekeken. Het binnenstadsdebat en de diverse gesprekken hebben uiteindelijk geleid tot een totaalinventarisatie, die haar beslag heeft gekregen in een Nota van Uitgangspunten. Deze is ook voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Vervolgens heeft in september 2006 een bijeenkomst plaatsgevonden, waarbij drie scenario s zijn besproken. De wethouder schetst de drie scenario s, die toentertijd zijn besproken: 1. In het scenario Laaghangend fruit was het uitgangspunt om niet te veel te willen veranderen. Hieronder lag de gedachte dat het bestemmingsplan, dat indertijd is gemaakt, een goed bestemmingsplan is. Het advies was om dit als uitgangspunt te nemen en niet te veel nieuwe zaken toe te voegen. Verslag bijeenkomst voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad 16 oktober

34 2. In het scenario Gekonfijte vruchten wordt uitgegaan van verlenging van de houdbaarheid. De kleinschaligheid en de cultuurhistorie, die vanuit de geschiedenis worden meegebracht, worden hierbij sterk benadrukt. 3. Het scenario Exotische melange creëert mogelijkheden voor grootschalige ontwikkelingen en voegt nieuw beleid toe. De werkelijkheid is natuurlijk veel complexer dan dergelijke scenario s doen denken. De drie scenario s maken de discussie los. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de conclusie te komen tot een evenwicht tussen de verschillende denkrichtingen. De conclusies van die avond vormde de basis voor het maken van de ruimtelijke visie. Deze ruimte visie is in februari 2007 vastgesteld door de Gemeenteraad. Bepalend in deze ruimtelijke visie, zijn de poortgebieden. Twee poortgebieden, zijnde de Westluidense Poort en de Santwijckse Poort, maken onderdeel uit van Masterplan Waalfront en worden beschouwd als een entree waar het parkeren wordt ondergebracht en tevens verschillende thema s aan gehangen zijn. Bij de Westluidense Poort is het thema parkeren, wonen en cultureel kwartier. Dit in het verlengde van de culturele instellingen, die reeds in het betreffende poortgebied zijn gevestigd, zoals de schouwburg en de bibliotheek.. Het centrum voor kunstzinnige vorming De Plantage zou zich in dit poortgebied kunnen vestigen, alsmede een bioscoop. De Santwijckse Poort kent een totaal andere functie. Naast parkeren en wonen vormt deze entree de poort naar de detailhandel. Er is ruimte voor uitbreiding van het vloeroppervlak voor winkels met vijfduizend tot zevenduizend vierkante meter. De Burense Poort is de schakel tussen woon-werkgebieden in Tiel en de binnenstad met ook een parkeeropgave. In de Ruimtelijke Visie is aangegeven dat men grootschalige ontwikkelingen aan de noordzijde van de stad, richting de Santwijckse Poort, mogelijk wil maken. Elders, zoals in de Weerstraat, is juist de kleinschaligheid en de cultuurhistorie uitgangspunt. De mogelijkheid van wonen boven winkels blijft bestaan, maar het dogma van wonen boven winkels in de Waterstraat en de Voorstad is losgelaten ten behoeve van het realiseren van meer economische ruimte op de verdiepingen. Vanuit de ondernemers blijkt hiervoor belangstelling. Vanuit de Ruimtelijke Visie, die in 2007 door de Raad is vastgesteld, is een vertaalslag gemaakt naar een voorontwerp bestemmingsplan. 3. Nadere toelichting voorontwerp bestemmingsplan De heer Kramer wijst er op dat het Voorontwerp via de website ingezien kan worden. Het opstellen van een bestemmingsplan is wenselijk omdat dit aan alle partijen de nodige rechtsbescherming biedt. Het realiseren van het ambitieniveau wat betreft de gewenste ruimtelijke kwaliteit, zoals vastgelegd in de ruimtelijke visie en in het Masterplan Waalfront, wordt met het bestemmingsplan gestimuleerd. Daarnaast regelt een bestemmingsplan de mogelijkheden. Zodoende weten partijen waar ze concreet aan toe zijn. Het bestemmingsplan omvat een plankaart van de binnenstad. De diverse bestemmingen zijn hierin toegewezen. De voorschriften met bijbehorende toelichting zijn schriftelijk beschikbaar en te downloaden via De heer Kramer toont, aan de hand van een gedeelte van de plankaart, wat middels een bestemmingsplan wordt vastgelegd. Dit betreft onder meer de bestemmingsvlakken. De bibliotheek kent bijvoorbeeld een maatschappelijke bestemming. Dit is op de plankaart met de letter M aangegeven. Spreker verwijst naar de legenda en de voorschriften, waarin per bestemming de mogelijkheden zijn geschetst. De heer Kramer licht een aantal andere aanduidingen toe. Cirkel met twee getallen: het bovenste getal geeft de maximale groothoogte aan en het onderste getal betreft maximale nokhoogte. GD-DH: deze aanduiding in het bestemmingsvlak betekent Gemengd Detailhandel. Binnen deze bestemming zijn geen maatschappelijke functies toegestaan. re: aanduiding voor een religieus gebouw / kerk. h2 staat voor horeca categorie twee. Verslag bijeenkomst voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad 16 oktober

35 Driehoekjes geven aan dat op de betreffende locatie een verplichte historische gevelparcellering geldt. In de voorschriften staat dat het College de bevoegdheid heeft nadere eisen te stellen aan een bouwplan om die historische gevelparcellering te beschermen en in stand te houden. Blokjes: aanduiding van de waterkering in de vorm van stadsmuren of een dijk. Een zogenaamde dubbelbestemming zorgt ervoor dat het gebied wordt beschermd. Het Waterschap stelt strenge eisen voor aanpassingen in de zones met een waterkerende functie. Ruitjespatroon: dit patroon duidt op een wijzigingsbevoegdheid van het College op de betreffende locatie. In het bestemmingsplan zijn een aantal locaties aangewezen, waar een wijzigingsbevoegdheid geldt. Daar liggen bestemmingen op, zoals men die ziet in het huidige bestemmingsplan. Onder bepaalde voorwaarden, zoals omschreven in de voorschriften, kan een wijziging van het bestemmingsplan worden voorgelegd. Bijvoorbeeld kan een andere stedenbouwkundige indeling van het gebied worden voorgesteld. Vanzelfsprekend biedt de hiermee samenhangende procedure de nodige rechtsbescherming. Hoofdpunten van de Ruimtelijke Visie De Ruimtelijke Visie is doorvertaald naar het bestemmingsplan. Een van de hoofdpunten van de visie waren de drie poortgebieden. Op de plankaart zijn deze te zien: De Westluidense Poort, De Santwijckse Poort en De Burense Poort. In deze gebieden is het ruitjespatroon zichtbaar, waarmee dus wordt geduid op een wijzigingsbevoegdheid van het College. Op dit moment is nog niet precies bekend hoe de invulling van de poortgebieden er uit zal zien. Door deze wijzigingsbevoegdheid toe te kennen, kan het College het plan wijzigen zodra er meer informatie bekend is. Het wonen boven de winkels heeft geresulteerd in een bestemming Centrum Doeleinden Detailhandel. Binnen die bestemming is op de begaande grond een publieksfunctie in de vorm van winkels verplicht. Op de verdieping mag worden gekozen voor wonen dan wel detailhandel. De avondhoreca wordt zoveel mogelijk geconcentreerd op het Plein. Op de plankaart is dit gebied met een specifieke bestemming aangeduid. Dit wil echter niet zeggen dat horeca en cafés elders niet meer zouden zijn toegestaan. In het nieuwe bestemmingsplan is ook het Korenbeursplein bestemd voor horeca, gecombineerd met cultuur. Deze hoofdpunten zijn terug te vinden in het bestemmingsplan. Bezwaar maken De heer Kramer geeft aan dat het voorontwerp, dat ter inzage ligt, gezien moet worden als een eerste versie van het bestemmingsplan. Ook inspraakreacties kunnen bijdragen aan planverbetering. Wanneer iemand een inspraakreactie wil geven, dient hij zich uiterlijk 5 november a.s. tot het College van Burgemeester en Wethouders te richten. Het is mogelijk mondeling of schriftelijk een inspraakreactie te geven. Ook via Internet kan een inspraakreactie worden ingediend. Het College zal de ontvangen inspraakreacties afwegen en zal hier in januari 2008 op reageren. Ongeveer op dat moment zal ook het ontwerp bestemmingsplan gereed zijn. Dit wordt door het College ter vaststelling aan de Gemeenteraad voorgelegd. Op het ontwerp bestemmingsplan kan men desgewenst bij de Gemeenteraad een zienswijze indienen om een persoonlijk bezwaar kenbaar te maken. Wanneer geen gebruik van deze mogelijkheid wordt gemaakt, zijn er ook verder in het traject in principe geen mogelijkheden meer hiertoe. De Gemeenteraad kan het ontwerp bestemmingsplan gewijzigd vaststellen. Vaststelling door de Gemeenteraad wordt verwacht in de zomer van 2008, maar de planning is van diverse actoren afhankelijk, zoals de Provincie en het Waterschap. Na vaststelling, treedt een bestemmingsplan nog niet direct in werking. Dit moet eerst nog worden goedgekeurd door de Provincie. In dit stadium kunnen eventuele bedenkingen worden ingediend bij het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland. Verwacht wordt dat de Provincie in de winter van 2008 een goedkeuringsbesluit neemt. Hierna treedt het bestemmingsplan in werking. Er staat dan echter nog wel een beroepsmogelijkheid open bij de Raad van State. 4. Mogelijkheid tot het stellen van vragen/ geven van (inspraak)reacties Inspreker, de heer Van Haarlem, voert het woord namens het Weeshuis. Op het Weeshuis staat de aanduiding van een maatschappelijke bestemming, maar het pand zou een andere bestemming krijgen, zoals een advocatenkantoor of een notariskantoor. Het pand heeft momenteel een woonfunctie. Spreker vraagt zich af of het woonelement in het nieuwe plan is opgenomen. Inspreker zal zijn reactie ook schriftelijk indienen. Verslag bijeenkomst voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad 16 oktober

36 De heer Kramer bevestigt dat het de bedoeling was dat het pand een andere bestemming zou krijgen. Hij zegt toe, dat het voorontwerp naar aanleiding van deze inspraakreactie zal worden aangepast. Wethouder Gradisen bevestigt deze toezegging. De heer Lases, spreekt in namens de Vereniging Oudheidkamer Tiel. Spreker heeft reeds een schriftelijke reactie ingediend op twee punten in het voortraject. Dit betreft de bouwhoogte en het uitgangspunt van moderne architectuur. De Oudheidkamer is van mening dat in de oude binnenstad het accent moet liggen op historische gebouwen. De gevels moeten in het bestaande stratenpatroon passen, zodat men een oude binnenstad kan beleven. Hij vindt hiervan niets terug in het plan. Het vigerende bestemmingsplan kent een beperkte bouwhoogte. De Oudheidkamer wenst dit uitgangspunt te handhaven om zodoende kwaliteit te kunnen behouden en versterken. Spreker vraagt zich af hoe men de oude binnenstad wil versterken. De heer Kramer legt uit, dat in het bestemmingsplan niets is geregeld over de uiterlijke verschijningsvorm van gebouwen en architectuur. Dit valt binnen de verantwoordelijkheid van het Welstandsbeleid. De heer Kramer verwijst naar de hoogbouwvisie, waarin voor de binnenstad uitgegaan wordt van een maximum van vijfentwintig meter. In de nog bestaande historische delen van de stad wordt zoveel mogelijk vastgehouden aan de bestaande bouwhoogtes. Spreker merkt op dat op een aantal nieuwbouwlocaties afwijkende hoogtes mogelijk zijn. De historische parcellering is op de plankaart terug te vinden in de markering van een driehoekig patroon in de aanloopstraten. Spreker verwijst naar de Weerstraat en delen van de Tolhuisstraat. Wethouder Gradisen geeft aan dat in de binnenstad een evenwicht moet worden gevonden tussen enerzijds het conserverende element en het element van de cultuurhistorie, waarbij de kleinschaligheid wordt gekoesterd. Anderzijds moet ook worden gekeken naar de dynamiek in de binnenstad en de economische ontwikkeling. Daarom worden ook grootschaliger mogelijkheden geboden aan de noordkant van de binnenstad. Geprobeerd is om een goede balans te vinden. Cultuurhistorie geeft overigens ook juist weer extra aantrekkingskracht aan een binnenstad. De kracht van een historische binnenstad versus een nieuwe stad vormt een belangrijk verschil voor veel mensen. De wethouder is van mening dat men die kracht moet benutten. Tegelijkertijd ziet hij zich met een pleidooi geconfronteerd om ontwikkelingen mogelijk te maken en de economische positie van de binnenstad te versterken. Er vloeit nu teveel koopkracht weg naar andere plaatsen. De hoogbouwvisie geeft een maximum aan als denkrichting. De heer Lases informeert naar de status van de hoogbouwvisie. De vraag is of de binnenstad moet worden beschermd tegen de grote hoogteverschillen met nieuwbouw. Onduidelijk is vanaf welke positie bij de Wal de goothoogte / nokhoogte wordt bepaald. De heer Kramer geeft aan dat deze laatste vraag, inzake de meetpositie, te maken heeft met peilhoogten. Dit is een vraag voor planjuristen. De planjuristen nemen met de heer Lases contact op. Wethouder Gradisen legt uit dat de hoogbouwvisie een bepaalde denkrichting aangeeft, wat maximaal mogelijk is. Het heeft geen formeel-juridische status. In tegenstelling tot een bestemmingsplan, kun je er geen rechten of verplichtingen aan ontlenen. Als voorbeeld noemt de wethouder de locatie Vijverberg op de hoek van Amsterdam-Rijnkanaal-Waal waar men volgens de hoogbouwvisie zeer hoog mag bouwen, maar dat wil niet zeggen dat een dergelijke bouwhoogte verplicht is. De hoogbouwvisie geeft dus een mogelijkheid aan. In de binnenstad wordt juist met meer voorzichtigheid met hoogbouw omgegaan. Het bestemmingsplan is echter bepalend. De heer Reijnen, voorzitter van de Milieuwerkgroep Tiel, geeft aan dat de Werkgroep zich richt op de kwaliteit van het historisch milieu. In het verleden heeft de Werkgroep zich hard gemaakt voor het bestemmingsplan Binnenstad. Men is tevreden over het vigerende bestemmingsplan. Bij het nieuwe bestemmingsplan mist spreker het publieke debat. Het nieuwe bestemmingsplan maakt schaalvergroting van bouwvlakken en een grotere bouwhoogte mogelijk. Onduidelijk is met welk hoogteverschil rekening moet worden gehouden. Spreker meent dat er rekening gehouden moet worden met aanmerkelijke effecten, waardoor bestaande panden onder druk komen te staan. Spreker informeert naar de reden van de wijzigingsbevoegdheid op de Wal en wil graag weten wat hier mogelijk kan zijn. Ook vraagt hij zich af hoe het College omgaat met een controversieel bouwplan. Welstandtoezicht is hierbij erg belangrijk, terwijl hij heeft vernomen dat dit toezicht mogelijk wordt afgeschaft. Het publieke debat moet worden gewaarborgd. Verslag bijeenkomst voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad 16 oktober

37 Wethouder Gradisen geeft aan dat er een uitgebreid voortraject heeft plaatsgevonden en veel input vanuit de stad is geleverd. Het welstandstoezicht blijft zeker voor de binnenstad.. De Raad heeft aan de Commissie Welstandstoezicht kritische vragen gesteld inzake de ruimtelijke kwaliteit en de opdracht van de Kwaliteitscommissie. De discussie over een verdere invulling van Welstandsbeleid ligt bij de Raad. De bestaande kwaliteit van de binnenstad is een belangrijk uitgangspunt. Voor een groot gedeelte is overigens op het huidige bestemmingsplan voortgedacht. De wethouder pleit daarnaast voor dynamiek in de binnenstad. Als men het centrum van Tiel wil versterken ten opzichte van concurrerende centra, dan zal men goed moeten nadenken over het uitbreiden van de vierkante meters van onder ander de detailhandel. De kracht van de binnenstad is de combinatie van de bestaande voorzieningen qua infrastructuur en winkelaanbod. Men kan echter niet blind zijn voor de ontwikkelingen, die zich in de samenleving voordoen. Men moet ook mogelijkheden bieden voor economische ontplooiing. Bepaalde formules hebben belangstelling getoond voor vestiging in Tiel. Aan die wensen kan momenteel niet tegemoet worden gekomen. De Santwijckse Poort biedt hiertoe mogelijkheden. De wethouder merkt op dat voor het afgeven van een sloopvergunning de regelgeving leidend is. Voor een monument geldt uiteraard een specifieke bescherming. Er is geen sprake van principiële verschillen tussen het huidige bestemmingsplan en het nieuwe bestemmingsplan. De wijzigingsbevoegdheid van het College is uiteraard nog onderwerp van studie. De programma s zijn nog niet ingevuld. Bij de wijzigingsbevoegdheid hoort een specifieke procedure. De Gemeente wenst hierin zelf ook transparantie naar de burgers. De heer Kramer licht toe dat het College, wanneer zij gebruik wil maken van haar wijzigingsbevoegdheid, een wijzigingsplan moet maken. Een dergelijk wijzigingsplan wordt ter inzage gelegd en daar kunnen zienswijzen op worden ingediend. Bij de ontwikkeling van de poortgebieden zal vooraf overleg plaatsvinden met belanghebbenden en omwonenden. De heer Reijnen informeert naar de wijzigingsbevoegdheid op de Tolhuiswal. De heer Kramer legt uit dat deze wijzigingsbevoegdheid voortkomt uit het Masterplan Waalfront. Het betreffende gebied is aangewezen als een van de gebieden waar ontwikkelingen mogelijk zijn. De wijzigingsbevoegdheid is onderdeel van studie. Desgevraagd geeft de heer Kramer aan dat er momenteel nog geen sprake is van concrete initiatieven voor het betreffende gebied. De vergadering wordt geschorst. De vergadering wordt hervat. De heer Kramer geeft een toelichting op de procedure in geval van een zienswijze. Na het indienen van een zienswijze bij de Gemeenteraad, wordt vanuit de Gemeenteraad een Hoorcommissie samengesteld. De bezwaarmakers kunnen desgewenst hun zienswijze mondeling toelichten aan de Hoorcommissie. Deze commissie bestaat uit leden van de Gemeenteraad. Mevrouw Bakker, algemeen directeur van de Basisbibliotheek Rivierenland, spreekt in namens de vestiging in Tiel. Zij maakt zich zorgen over de maatschappelijke bestemming van de bibliotheek. De functie van de Bibliotheek verbreedt zich en kan in de toekomst samensmelten met bijvoorbeeld de detailhandel of een boekhandel. Mevrouw Bakker is van mening dat de maatschappelijke bestemming in combinatie met wonen tot ongewenste spanning zal leiden. Zij kondigt dan ook een inspraakreactie aan gericht op functiewijziging over de middellange termijn. De voorzitter concludeert dat de kern van de vraag is of de bestaande bestemming van de bibliotheek in de toekomst te beperkend zou kunnen zijn voor een bibliotheek, zoals deze zich momenteel ontwikkelt. De heer Kramer geeft aan dat de inbreng van mevrouw Bakker op een nieuw concept voor de bibliotheken wijst. Hij wil daarover graag met mevrouw Bakker van gedachten wisselen om samen te zoeken naar een passende oplossing in het kader van het bestemmingsplan. De heer Holdijk bewoont een monumentaal pand in de binnenstad. Hij vraagt aandacht voor de situatie op en rond Bleekveld. Dit gebied is aangemerkt als woningbouwlocatie. De vestiging van een Verslag bijeenkomst voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad 16 oktober

38 discotheek past - naar zijn mening - niet in het beeld van een comfortabele en rustige woonomgeving. Hij vraagt waarom er voor is gekozen om dit bestemmingsplan te handhaven en informeert naar de visie van de Gemeente. Hij is van mening dat nacht- en avondhoreca geconcentreerd moet zijn op het Plein. De heer Kramer legt uit dat op een aantal locaties in de binnenstad buiten het Plein reeds avondhoreca mogelijk is. De Gemeente heeft er voor gekozen om deze bedrijven niet zomaar weg te bestemmen, maar middels een aanduiding mogelijk te maken. In de voorschriften kan men echter vinden, dat de Gemeente een wijzigingsbevoegdheid heeft met betrekking tot deze aanduiding. Het College kan een aanduiding van de plankaart verwijderen. Op het moment dat deze horeca zou verdwijnen, kan het College gebruik maken van haar bevoegdheid en dan is het niet langer mogelijk om daar bijvoorbeeld een café te realiseren. De heer Holdijk vraagt of dit op basis van een initiatief of een faillissement van een ondernemer kan gebeuren. Hij vraagt zich af of de Gemeente samen met ondernemers tot een oplossing kan komen inzake woningbouw. De heer Kramer geeft aan dat daarvoor op dit moment geen initiatieven bestaan. 6. Sluiting De voorzitter geeft aan dat de inspraaktermijn op 5 november a.s. afloopt. Ingekomen reacties zullen door het College worden beantwoord. Zij vat de gedane toezeggingen kort samen. De heer Lases heeft contactinformatie gegeven zodat de planjuristen met hem contact op kunnen nemen. Er zal voorts een afspraak worden gemaakt met mevrouw Bakker van de bibliotheek. De voorzitter meldt, dat diegenen die op de presentielijst staan het verslag van deze bijeenkomst krijgen toegezonden. De voorzitter dankt ieder die een bijdrage aan de discussie heeft geleverd en sluit om uur de bijeenkomst. Verslag bijeenkomst voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad 16 oktober

39 B i j l a g e 4 : A k o e s t i s c h o n d e r z o e k

40

41 Opdrachtgever: Onderwerp: Gemeente Tiel Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai: Bestemmingsplan Binnenstad Tiel. Datum: 7 februari 2008 Rapport: /R01

42 INHOUD: 1. Inleiding pag Grenswaarden wegverkeerslawaai pag Uitgangspunten geluidsberekeningen pag Verkeersgegevens 3.2 Overige uitgangspunten 4. Geluidsberekeningen pag Rekenmethode- en apparatuur 4.2 Rekenresultaten 5. Conclusie pag. 6 BIJLAGEN: Bijlage 1: Plankaart (voorontwerp) Bestemmingsplan Binnenstad Tiel. Bijlage 2: Verkeersgegevens Bijlage 3: Resultaten geluidsberekeningen c.q. tekeningen met geluidscontouren 3a. Burensepoort 3b. Santwycksepoort 3c. Westluidensepoort en Molenhoek 1. Inleiding

43 In opdracht van de gemeente Tiel is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit in verband met de herziening van het bestemmingsplan Binnenstad, dat nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen (woningen) binnen geluidszones van wegen mogelijk maakt. Het betreft de volgende locaties en wegen: - Burensepoort binnen de zones van de Beatrixlaan/ Veemarkt/ Voor de Kijkuit en de Stationsstraat, - Santwycksepoort binnen de zone van de Havendijk, - Westluidensepoort binnen de zone van de Nieuwe Tielseweg/ Havendijk, - Molenhoek binnen de zone van de Havendijk. De zones van bovengenoemde wegen bestrijken een gebied van 200 meter aan weerszijde van de weg. Uitgaande van verkeersprognoses en de ruimtelijke- en fysieke gegevens in de betreffende situatie zijn er geluidsberekeningen uitgevoerd. Omdat de locaties van de woningbouw nog niet bekend zijn, zijn de geluidscontouren van de gezoneerde wegen bepaald. Het betreft de 48 db contour die overeenkomt met de voorkeursgrenswaarde. De 63 db contour die overeenkomt met de maximaal te ontheffen grenswaarde (voor woningen) en een tweetal contouren die daartussenin liggen, namelijk de 53 en 58 db contour. De geluidscontouren zijn op tekeningen weergegeven, zodat de gebruiksmogelijkheden van de beoogde woningbouwgebieden zichtbaar worden. De contouren zijn voor drie verschillende situaties berekend die in hoofdstuk 3 en 4 zijn beschreven. 2

44 2. Grenswaarden wegverkeerslawaai Bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan, waarbij geluidsgevoelige bestemmingen worden geprojecteerd binnen een geluidszone, moet de gemeente de grenswaarden voor "nieuwe situaties" van de Wet geluidhinder (Wgh) in acht te nemen. In beginsel mag de geluidsbelasting op de gevels van de geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger zijn dan 48 db (L den ), de zogenaamde voorkeursgrenswaarde. Burgemeester en Wethouders kunnen, in bepaalde gevallen en voorwaarden, hogere waarden toestaan dan de voorkeursgrenswaarde. Dit bijvoorbeeld als geluidsreducerende maatregelen niet mogelijk of doelmatig zijn. De maximaal toe te laten geluidsbelasting wordt bij wegverkeerslawaai bepaald door de stedelijke of buitenstedelijke situatie. In deze situatie gaat het om een zogenaamd binnenstedelijk gebied: een gebied binnen de bebouwde kom, niet liggende binnen een zone van een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens. De van toepassing zijnde grenswaarden zijn in tabel 1 samengevat. Tabel 1: Grenswaarden wegverkeerslawaai in db (L den ) voor situaties in een stedelijk gebied. geluidsgevoelige bestemmingen voorkeurswaarde maximale ontheffingswaarde woningen scholen en ziekenhuizen/verpleeghuizen andere gezondheidszorggebouwen * woonwagenstandplaatsen andere geluidsgevoelige terreinen ** 48 db 48 db 48 db 48 db 53 db 63 db 63 db 53 db 53 db 58 db * verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven. ** terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen/verpleeghuizen, voor zover die bestemd zijn voor de in die gebouwen verleende zorg. De grenswaarden in tabel 1 betreffen zogenaamde juridische waarden, waarop ingevolge artikel 110g Wet geluidhinder een aftrek kan worden toegepast. Die aftrek is 2 db(a) voor wegen waar de representatief te achten rijsnelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt en 5 db(a) voor de overige wegen (artikel 3.6 RMG 2006). 3

45 3. Uitgangspunten geluidberekeningen 3.1 Verkeersgegevens Voor de berekeningen van de geluidscontouren is uitgegaan van verkeersprognoses afkomstig van de gemeente Tiel. Het betreft prognoses uit de mobiliteitsvisie c.q. TVVP (Tiels Verkeersen Vervoersplan) voor het jaar 2020, die zijn omgerekend naar het jaar Het betreft daarbij twee situaties: - mobiliteitsvisie/ TVVP 2018: inclusief parkeervisie, - mobiliteitsvisie/ TVVP 2018: exclusief parkeervisie. Deze verkeersgegevens (etmaalintensiteiten) zijn opgenomen in onderstaande tabel 2. Tabel 2: Verkeersgegevens prognoses 2018 gebaseerd op de mobiliteitsvisie/ TVVP. wegvak Nieuwe Tielseweg (Brugstraat - Rechtbankstraat) Havendijk (Rechtbankstraat - Echteldsedijk) Havendijk (Echteldsedijk - Santwycksepoort) Havendijk (Santwycksepoort - GBGrintweg) aantal motorvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde) excl. parkeervisie incl. parkeervisie Veemarkt Stationsstraat Voor de Kijkuit De geluidscontouren zijn echter niet voor beide verkeersituaties bepaald, maar alleen voor de maatgevende verkeersgegevens uit de mobiliteitsvisie/ TVVP. Dit is voor de Havendijk (wegvak Rechtbankstraat - Echteldsedijk) exclusief parkeervisie en voor de overige wegen/wegvakken inclusief parkeervisie. Een overzicht van alle verkeersgegevens, inclusief de verdeling van het verkeer naar periode en voertuigcategorie is opgenomen in bijlage 2. De verdeling is daarbij gebaseerd op verkeerstellingen die zijn uitgevoerd in Overige uitgangspunten De geluidscontouren zijn berekend voor een drietal wegdeksituaties, namelijk: - huidige situatie c.q. dicht asfaltbeton (DAB) op de alle wegvakken met uitzondering van een groot deel van de Veemarkt en de verkeersdrempels/plateaus op de Havendijk, - dicht asfaltbeton (DAB) op alle wegvakken, - "dunne geluidsreducerende deklaag type 2" (DGD2) op alle wegvakken. Voor de rijsnelheid is voor alle wegvakken uitgegaan van 50 km/uur voor alle voertuigcategorieën. De ruimtelijke- en fysieke gegevens zijn ontleend aan kaartmateriaal van de gemeente Tiel. Dit betreft de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), hoogtekaarten en de plankaart uit het voorontwerp bestemmingsplan. De waarneemhoogtes waarvoor de geluidscontouren berekend zijn is 5 meter ten opzichte van plaatselijk maaiveld. 4

46 4. Geluidsberekeningen 4.1 Rekenmethode en -apparatuur De berekeningen van de geluidscontouren zijn uitgevoerd met "Standaard rekenmethode II" (SRM II) uit bijlage III (betreft wegen) van het "Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006" (RMG 2006). Daarbij is gebruik gemaakt van het programma "Geonoise" (versie V5.41) dat ontwikkeld is door het adviesbureau DGMR. Van de situaties zijn geluidsmodellen opgezet, waarin alle relevante ruimtelijke gegevens vastgelegd worden in knooppunten c.q. coördinaatpunten in een driedimensionaal coördinatenstelsel. De volgende gegevens zijn (indien relevant) ingevoerd: - wegen (wegdektype; verkeersintensiteit en rijsnelheid per voertuigtype en periode), - objecten (gebouwen, schermen) - bodemgebieden (wegdek/trottoir zijn ingevoerd als reflecterende/harde bodemgebieden; daarbuiten is een bodemfactor van 0,5 verondersteld) - hoogtelijnen, - eventueel aanwezige snelheidsafremmende objecten (verkeerslichten; rotondes; verkeersdrempels). - grids (gebieden met rekenpunten, waarvoor de contouren bepaald worden) Het computerprogramma berekent de geluidsbelastingen op de waarneempunten binnen de opgegeven grids. Met die resultaten tekent het programma vervolgens de geluidscontouren binnen de grids. De contouren zijn berekend voor een waarneemhoogte van 5 meter boven plaatselijk maaiveld. 4.2 Rekenresultaten De resultaten van de geluidsberekeningen zijn weergegeven in bijlage 3. De resultaten zijn tekeningen met geluidscontouren in de volgende drie situaties: - huidig wegdektype (glad asfalt en op sommige gedeelten klinkers) - wegdektype glad asfalt op alle weggedeelten - stil wegdektype (dunne geluidsreducerende deklaag type 2) Met kleuren zijn de verschillende geluidsbelaste gebieden weergegeven, waarmee ook de locaties van de verschillende geluidscontouren (ter plaatse van kleurovergangen) zichtbaar zijn. Deze contouren zijn: - 63 db contour: maximaal te ontheffen grenswaarden voor o.a. woningen, - 58 db contour, - 53 db contour, - 48 db contour: (voorkeurs)grenswaarde voor woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen. Deze geluidsniveaus zijn L den -waarden inclusief 5 db aftrek ingevolge artikel 110g Wet geluidhinder. 5

47 5. Conclusie Voor de herziening van het bestemmingsplan Binnenstad is er een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit omdat dit plan nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen (woningen) binnen geluidszones van wegen mogelijk maakt. Het betreft de volgende locaties en wegen: - Burensepoort binnen de zones van de Beatrixlaan/ Veemarkt/ Voor de Kijkuit en de Stationsstraat, - Santwycksepoort binnen de zone van de Havendijk, - Westluidensepoort binnen de zone van de Nieuwe Tielseweg/ Havendijk, - Molenhoek binnen de zone van de Havendijk. De zones van bovengenoemde wegen bestrijken een gebied van 200 meter aan weerszijde van de weg. Omdat de locaties van de woningbouw nog niet bekend zijn, zijn er geluidscontouren van de gezoneerde wegen bepaald. Het betreft de 48 db contour die overeenkomt met de voorkeursgrenswaarde. De 63 db contour die overeenkomt met de maximaal te ontheffen grenswaarde (voor woningen) en een tweetal contouren die daar tussenin liggen, namelijk de 53 en 58 db contour. Berekend zijn de geluidscontouren voor een drietal wegdeksituaties. De tekeningen met de geluidscontouren zijn opgenomen in bijlage 3. Uit de tekeningen kan worden afgelezen bij welke uitgangspunten en waar geluidsgevoelige bestemmingen gerealiseerd kunnen worden zonder dat er een ontheffing c.q. hogere grenswaarden vastgesteld hoeft te worden. Als het nodig/wenselijk is om binnen de 48 db contour geluidsgevoelige bestemmingen te realiseren, kan uit de tekeningen globaal worden afgelezen welke geluidsniveaus daar dan te verwachten zijn. Nadere analyse, met berekening van geluidsbelastingen, is noodzakelijk als plannen voor de realisatie van geluidsgevoelige bestemmingen worden uitgewerkt. Tiel, E.J.L. Kuijs 6 pagina s 3 bijlagen 6

48

49 BIJLAGE 1. Plankaart (voorontwerp) Bestemmingsplan Binnenstad Tiel. 7

50

51 C:\geocomm\wmut\kader.dgn :06:44

52

53 BIJLAGE 2. Verkeersgegevens 8

54

55 Verkeersgegevens Binnenstad Tiel wegvak verkeersintensiteit (mvt./etm.) verkeersmodel TVVP (mvt./etm.) Telling 2007 omreken-factor parkeervisie spits 2020 etmaal 2020 etmaal incl. parkeervisie Nieuwe Tielseweg (tp 173 / 312) , zuidelijke rijbaan Brugstraat - Rechtbankstraat , noordelijke rijbaan Rechtbankstraat - Brugstraat , totaal , Nieuwe Tielseweg (tp 173 / 312) 173 zuidelijke rijbaan Sterrebos - Rechtbankstraat noordelijke rijbaan Rechtbankstraat - Sterrebos totaal Nieuwe Tielseweg telpunt 193 Heiligestraat -Teisterbandlaan Havendijk (tp 451 / 452) , noordelijke rijbaan Waalkade - Nieuwe Tielseweg , zuidelijke rijbaan Nieuwe Tielseweg - Waalkade , totaal , Havendijk (tp 171 / 034) , oostelijke rijbaan Echteldsedijk - Santwycksepoort , westelijke rijbaan Santwycksepoort - Echteldsedijk , totaal , Havendijk (tp 450 / 453) , westelijke rijbaan GBGrintweg - Santwycksepoort , oostelijke rijbaan Santwycksepoort - GBGrintweg , totaal , Veemarkt (tp 161) Molenstraatje - Kalverbos , Stationsstraat (tp 113) Hasselmanplein - Lingedijk , Voor de Kijkuit (tp 089 / 177) , oostelijke rijbaan Konijnenwal - Kijkuit , westelijke rijbaan Kijkuit - Konijnenwal , totaal , Voor de Kijkuit (tp 089 / 177) 89 oostelijke rijbaan Konijnenwal - Kijkuit westelijke rijbaan Kijkuit - Konijnenwal totaal Voor de Kijkuit (tp 153) Kijkuit - Hoveniersweg Omrekenfactor > ,04

56 Verkeersgegevens Binnenstad Tiel wegvak Nieuwe Tielseweg (tp 173 / 312) 173 zuidelijke rijbaan 312 noordelijke rijbaan totaal Nieuwe Tielseweg (tp 173 / 312) 173 zuidelijke rijbaan 312 noordelijke rijbaan totaal Nieuwe Tielseweg telpunt 193 dagperiode (verdeling in %) avondperiode (verdeling in %) nachtperiode (verdeling in %) datum telling dagperiode t.o.v. etmaal lichte mvt. middelzware mvt. zware mvt. avond t.o.v. etmaal lichte mvt. middelzware mvt. zware mvt. nacht t.o.v. etmaal lichte mvt. middelzware mvt. zware mvt. 6,49 97,14 2,12 0,75 4,18 98,25 1,3 0,45 0,68 98,03 1,68 0,29 12 t/m 18 okt ,5 97,25 2,03 0,72 4,16 98,46 1,11 0,43 0,68 97,77 1,68 0,55 12 t/m 18 okt ,5 97,2 2 0,8 4,1 98,3 1,2 0,5 0,7 97,8 1,7 0,5 6,53 98,21 0,99 0,79 3,91 98,9 0,34 0,76 0,75 99,09 0,63 0,28 26 jan-1 febr ,31 97,13 1,94 0,94 4,45 98,5 1,01 0,49 0,81 97,92 1,51 0,57 26 jan-1 febr ,53 97,39 2,01 0,6 4,07 98,7 1,1 0,2 0,67 97,43 2,19 0,39 2 t/m 8 febr.2006 Havendijk (tp 451 / 452) 451 noordelijke rijbaan 452 zuidelijke rijbaan totaal 6,61 99,82 0,14 0,04 4,08 99,94 0,04 0,01 0,55 99,99 0, t/m 18 okt ,56 99,07 0,53 0,4 4,14 99,62 0,14 0,24 0,6 99,75 0, t/m 7 okt ,57 99,1 0,5 0,4 4,1 99,6 0,2 0,2 0,6 99,5 0,3 0,2 Havendijk (tp 171 / 034) 171 oostelijke rijbaan 034 westelijke rijbaan totaal 6,59 96,92 2,07 1,01 3,88 98,24 1,22 0,55 0,67 96,94 1,81 1,25 1 t/m 7 okt ,49 96,92 2,11 0,98 4,1 98,42 1,14 0,44 0,71 97,13 1,75 1,12 14 t/m 20 sept ,53 96,9 2, ,3 1,2 0,5 0,7 97 1,8 1,2 Havendijk (tp 450 / 453) 450 westelijke rijbaan 453 oostelijke rijbaan totaal Veemarkt (tp 161) Stationsstraat (tp 113) 6,6 98,01 1,32 0,67 4, ,62 0,38 0,58 97,47 1,57 0,96 14 t/m 20 sept ,48 98,39 1,01 0,6 3,97 98,91 0,73 0,37 0,8 96,98 2,18 0,84 14 t/m 20 sept ,53 98,2 1,2 0,7 4 98,9 0,7 0,4 0,7 97,2 1,9 0,9 6,28 96,24 2,66 1,1 4,58 98,45 1,21 0,34 0,79 96,96 2,67 0,37 16 t/m 22 mei ,72 97,23 2,4 0,37 3,64 99,22 0,74 0,04 0,6 95,65 3,88 0,48 1 t/m 7 okt.2007 Voor de Kijkuit (tp 089 / 177) 89 oostelijke rijbaan 177 westelijke rijbaan totaal Voor de Kijkuit (tp 089 / 177) 89 oostelijke rijbaan 177 westelijke rijbaan totaal Voor de Kijkuit (tp 153) 6,82 96,82 1,89 1,29 3,31 98,54 0,96 0,5 0,62 95,13 4,72 0,14 12 t/m 18 apr ,67 96,3 2,13 1,57 3,48 97,71 1,39 0,9 0,76 96,53 2,94 0,53 12 t/m 18 apr ,7 96,5 2 1,5 3,5 98,1 1,2 0,7 0,7 95,8 3,8 0,4 6,58 96,84 2,19 0,97 3,5 98,07 1,35 0,58 0,88 97,57 1,91 0,52 20 t/m 26 jun ,55 97,84 1,1 1,05 3,84 98,63 0,81 0,57 0,76 97,76 1,9 0,34 20 t/m 26 jun ,68 97,62 1,74 0,64 3,73 98,59 1,03 0,39 0,61 98,38 1,29 0,33 21 t/m 27 nov.2006 Omrekenfactor > 2018

57 BIJLAGE 3. Resultaten geluidsberekeningen c.q. tekeningen met geluidscontouren: 3a 3b 3c Burensepoort Santwycksepoort Westluidesepoort en Molenhoek 9

58

59 BIJLAGE 3a. Geluidscontouren Burensepoort voor situaties: - huidig wegdektype (glad asfalt en op sommige gedeelten klinkers) - wegdektype glad asfalt (DAB) op alle wegvakken - wegdektype dunne geluidsreducerende deklaag type 2 (DGD 2) op alle wegvakken 10

60

61 Burense Poort - geluidscontouren incl. 5 db aftrek Verkeersmodel TVVP wegdek huidige situatie Regio Rivierenland Afdeling Milieu Dr Bosstraat Molenstraatje Stationsstraat b LEGENDA periode: Bodemgebied Gebouw Grid 48 Hoogtelijn Minirotonde Obstakel Scherm Weg 7688 < 48,0 db 48,0-53,0 db 53,0-58,0 db 58,0-63,0 db ,0-100,0 db Lden Binnenstad 39a - TVVP - huidig wegdek - contoure a Boterkampsteeg Burgemeester Hass m 30 m schaal = 1 : 1250 oorsprong = , b Hof van Arkel Walstraatje Mr Troelstrastraat Veemarkt a Chassestraat Hoogeindsestraat Waterstraat 97a Postkantoor a a Veemarkt Kalverbos Hoogeinde 10a 96 54a Sint Walburgstraat Sint Walburgker School Sint Walburgstraat Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Tiel - BP Binnenstad Binnenstad - TVVP - huidig wegdek - contouren [G:\mad\geonoise projecten\geonoise 5\gemeente Tiel\17-WL-Tiel totaal\], Geonoise V5.41

62 Burense Poort - geluidscontouren, incl. 5 db aftrek Verkeersmodel TVVP wegdektype DAB (asfalt) Regio Rivierenland Afdeling Milieu Dr Bosstraat Molenstraatje Stationsstraat b LEGENDA periode: Bodemgebied Gebouw Grid 48 Hoogtelijn Minirotonde Obstakel Scherm Weg 7688 < 48,0 db 48,0-53,0 db 53,0-58,0 db 58,0-63,0 db ,0-100,0 db Lden Binnenstad 39a - TVVP - DAB - contouren a Boterkampsteeg Burgemeester Hass m 30 m schaal = 1 : 1250 oorsprong = , b Hof van Arkel Walstraatje Mr Troelstrastraat Veemarkt a Chassestraat Hoogeindsestraat Waterstraat 97a Postkantoor a a Veemarkt Kalverbos Hoogeinde 10a 96 54a Sint Walburgstraat Sint Walburgker School Sint Walburgstraat Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Tiel - BP Binnenstad Binnenstad - TVVP - DAB - contouren [G:\mad\geonoise projecten\geonoise 5\gemeente Tiel\17-WL-Tiel totaal\], Geonoise V5.41

63 Burense Poort - geluidscontouren, incl. 5 db aftrek Verkeersmodel TVVP wegdek DGD 2 Regio Rivierenland Afdeling Milieu Dr Bosstraat Molenstraatje Stationsstraat b LEGENDA periode: Bodemgebied Gebouw Grid 48 Hoogtelijn Minirotonde Obstakel Scherm Weg 7688 < 48,0 db 48,0-53,0 db 53,0-58,0 db 58,0-63,0 db ,0-100,0 db Lden Binnenstad 39a - TVVP - DGD 2 - contouren a Boterkampsteeg Burgemeester Hass m 30 m schaal = 1 : 1250 oorsprong = , b Hof van Arkel Walstraatje Mr Troelstrastraat Veemarkt a Chassestraat Hoogeindsestraat Waterstraat 97a Postkantoor a a Veemarkt Kalverbos Hoogeinde 10a 96 54a Sint Walburgstraat Sint Walburgker School Sint Walburgstraat Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Tiel - BP Binnenstad Binnenstad - TVVP - DGD 2 - contouren [G:\mad\geonoise projecten\geonoise 5\gemeente Tiel\17-WL-Tiel totaal\], Geonoise V5.41

64

65 BIJLAGE 3b. Geluidscontouren Santwycksepoort voor situaties: - huidig wegdektype (glad asfalt en op sommige gedeelten klinkers) - wegdektype glad asfalt (DAB) op alle wegvakken - wegdektype dunne geluidsreducerende deklaag type 2 (DGD 2) op alle wegvakken 11

66

67 6856 Santwyckse Poort - geluidscontouren incl. 5 db aftrek Verkeersmodel TVVP wegdek huidige situatie Regio Rivierenland Afdeling Milieu Oliemolenwal bos Santwijcksepoort Havendijk 1b t/m C. de Kleinstraat Echteldsedijk t/m 60 G.J. Petersstraat LEGENDA 20 t/m 60 periode: Bodemgebied Gebouw Grid Hoogtelijn Minirotonde Obstakel Scherm Weg < 48,0 db 48,0-53,0 db 53,0-58,0 db 58,0-63,0 db 63,0-100,0 db Lden Binnenstad - TVVP - huidig wegdek - contoure a a Korte Nieuwsteeg Voorstad Varkensmarkt Ruiterstraat Oudehaven Haven m 30 m schaal = 1 : 1250 oorsprong = , a t/m a Damstraat Markt Jodenstraatje Marktgang Weerstraat Het Plein Zoutkeetstraat t/m t/m Vluchthaven 4157 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Tiel - BP Binnenstad Binnenstad - TVVP - huidig wegdek - contouren [G:\mad\geonoise projecten\geonoise 5\gemeente Tiel\17-WL-Tiel totaal\], Geonoise V5.41

68 6856 Santwyckse Poort - geluidscontouren, incl. 5 db aftrek Verkeersmodel TVVP wegdektype DAB (asfalt) Regio Rivierenland Afdeling Milieu Oliemolenwal bos Santwijcksepoort Havendijk 1b t/m C. de Kleinstraat Echteldsedijk t/m 60 G.J. Petersstraat LEGENDA 20 t/m 60 periode: Bodemgebied Gebouw Grid Hoogtelijn Minirotonde Obstakel Scherm Weg < 48,0 db 48,0-53,0 db 53,0-58,0 db 58,0-63,0 db 63,0-100,0 db Lden Binnenstad - TVVP - DAB - contouren a a Korte Nieuwsteeg Voorstad Varkensmarkt Ruiterstraat Oudehaven Haven m 30 m schaal = 1 : 1250 oorsprong = , a t/m a Damstraat Markt Jodenstraatje Marktgang Weerstraat Het Plein Zoutkeetstraat t/m t/m Vluchthaven 4157 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Tiel - BP Binnenstad Binnenstad - TVVP - DAB - contouren [G:\mad\geonoise projecten\geonoise 5\gemeente Tiel\17-WL-Tiel totaal\], Geonoise V5.41

69 6856 Santwyckse Poort - geluidscontouren, incl. 5 db aftrek Verkeersmodel TVVP wegdek DGD 2 Regio Rivierenland Afdeling Milieu Oliemolenwal bos Santwijcksepoort Havendijk 1b t/m C. de Kleinstraat Echteldsedijk t/m 60 G.J. Petersstraat LEGENDA 20 t/m 60 periode: Bodemgebied Gebouw Grid Hoogtelijn Minirotonde Obstakel Scherm Weg < 48,0 db 48,0-53,0 db 53,0-58,0 db 58,0-63,0 db 63,0-100,0 db Lden Binnenstad - TVVP - DGD 2 - contouren a a Korte Nieuwsteeg Voorstad Varkensmarkt Ruiterstraat Oudehaven Haven m 30 m schaal = 1 : 1250 oorsprong = , a t/m a Damstraat Markt Jodenstraatje Marktgang Weerstraat Het Plein Zoutkeetstraat t/m t/m Vluchthaven 4157 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Tiel - BP Binnenstad Binnenstad - TVVP - DGD 2 - contouren [G:\mad\geonoise projecten\geonoise 5\gemeente Tiel\17-WL-Tiel totaal\], Geonoise V5.41

70

71 BIJLAGE 3c. Geluidscontouren Westluidensepoort en Molenhoek voor situaties: - huidig wegdektype (glad asfalt en op sommige gedeelten klinkers) - wegdektype glad asfalt (DAB) op alle wegvakken - wegdektype dunne geluidsreducerende deklaag type 2 (DGD 2) op alle wegvakken 12

72

73 Westluidense Poort / Molenhoek - contouren incl. 5 db aftrek Verkeersmodel TVVP wegdek huidige situatie Regio Rivierenland Afdeling Milieu Kerk Theater Sint Agnietenstraat Bibliotheek Westluidensestraat 4210 Borchgang Tolhuistraat Tolhuistraat Molenhoek Tolhuiswal Waalstra LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Hoogtelijn Minirotonde Obstakel Scherm Weg < 48,0 db 48,0-53,0 db 53,0-58,0 db 58,0-63,0 db 63,0-100,0 db Schoolstraat Eerste Bleekvelds Kloosterstraat 3570 Bibliotheek Kerk Koninginnestraat Tolhuiswal periode: Lden Binnenstad TVVP - huidig wegdek - contoure 0 m 30 m schaal = 1 : 1250 oorsprong = , Bleekveld 7338 Wethouderskade Huf van Burenstraat Westluidensestraat Veerweg bos Rechtbankstraat Nieuwe Tielseweg Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Tiel - BP Binnenstad Binnenstad - TVVP - huidig wegdek - contouren [G:\mad\geonoise projecten\geonoise 5\gemeente Tiel\17-WL-Tiel totaal\], Geonoise V5.41

74 Westluidense Poort / Molenhoek - contouren incl. 5 db aftrek Verkeersmodel TVVP wegdektype DAB (asfalt) Regio Rivierenland Afdeling Milieu Kerk Theater Sint Agnietenstraat Bibliotheek Westluidensestraat 4210 Borchgang Tolhuistraat Tolhuistraat Molenhoek Tolhuiswal Waalstra LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Hoogtelijn Minirotonde Obstakel Scherm Weg < 48,0 db 48,0-53,0 db 53,0-58,0 db 58,0-63,0 db 63,0-100,0 db Schoolstraat Eerste Bleekvelds Kloosterstraat 3570 Bibliotheek Kerk Koninginnestraat Tolhuiswal periode: Lden Binnenstad TVVP - DAB - contouren 0 m 30 m schaal = 1 : 1250 oorsprong = , Bleekveld 7338 Wethouderskade Huf van Burenstraat Westluidensestraat Veerweg bos Rechtbankstraat Nieuwe Tielseweg Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Tiel - BP Binnenstad Binnenstad - TVVP - DAB - contouren [G:\mad\geonoise projecten\geonoise 5\gemeente Tiel\17-WL-Tiel totaal\], Geonoise V5.41

75 Westluidense Poort / Molenhoek - contouren incl. 5 db aftrek Verkeersmodel TVVP wegdek DGD 2 Regio Rivierenland Afdeling Milieu Kerk Theater Sint Agnietenstraat Bibliotheek Westluidensestraat 4210 Borchgang Tolhuistraat Tolhuistraat Molenhoek Tolhuiswal Waalstra LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Hoogtelijn Minirotonde Obstakel Scherm Weg < 48,0 db 48,0-53,0 db 53,0-58,0 db 58,0-63,0 db 63,0-100,0 db Schoolstraat Eerste Bleekvelds Kloosterstraat 3570 Bibliotheek Kerk Koninginnestraat Tolhuiswal periode: Lden Binnenstad TVVP - DGD 2 - contouren 0 m 30 m schaal = 1 : 1250 oorsprong = , Bleekveld 7338 Wethouderskade Huf van Burenstraat Westluidensestraat Veerweg bos Rechtbankstraat Nieuwe Tielseweg Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Tiel - BP Binnenstad Binnenstad - TVVP - DGD 2 - contouren [G:\mad\geonoise projecten\geonoise 5\gemeente Tiel\17-WL-Tiel totaal\], Geonoise V5.41

76

77 Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel Definitief rapport Datum 25 mei 2007 Rapportage Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel Rapportnummer tma/ Versienummer 2 Auteur(s) Ing. H. Tomassen Tomassen Milieu Advies B.V. P. Flintstraat JV Deventer Telefoon Telefax tomassen@daxis.nl

78 Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 1

79 Inhoudsopgave 1 Inleiding Onderzoeksdoelstelling Begrenzing onderzoeksgebied Werkwijze Voorbereidingsfase Historisch en administratief onderzoek Opstellen tussenrapportage Uitvoeren veldonderzoek Resultaten retrospectieve toets binnenstad Tiel Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen...14 Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 2

80 1 Inleiding Een retrospectieve toets geeft aan welke situaties in bouw en gebruik er bestaan en niet in overeenstemming zijn met de vigerende bestemmingsplannen en de verleende vrijstellingen. In de toets moet gemotiveerd aangegeven worden in welke situaties wordt voorgesteld de oude bestemming te handhaven (na de strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties wordt voorgesteld een nieuwe bestemming te geven, waarmee de strijdige situatie gelegaliseerd wordt). Blijkens het schrijven van de provincie Gelderland van 6 april 2004 aan de Gelderse gemeenten kan een dergelijk inzicht in verband met de expliciete toetsingstaak van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland en de meer op handhaving gerichte taak van de VROM-inspectie niet worden gemist en zal uiteindelijk de kwaliteit van het bestemmingsplan en daarmee een goede ruimtelijke ordening ten goede komen. Om deze redenen verzoeken Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland in voornoemd schrijven dan ook met klem om in de toelichting bij bestemmingsplannen (met name bij de plannen voor het buitengebied) dat inzicht te verschaffen. De afdeling Bouwen, milieu & monumenten van de gemeente Tiel heeft Tomassen Milieu Advies B.V. gevraagd een model te ontwikkelen voor de uitvoering van een retrospectieve toets. Dit model is in het laatste kwartaal van 2006 ontwikkeld. In paragraaf 1.3 is werkwijze c.q. de opzet van de model-toets beschreven. Op verzoek van de gemeente Tiel is ervoor gekozen om het genoemde model in de praktijk te toetsen bij het lopende project voor de ontwikkeling van een nieuw bestemmingsplan voor de binnenstad. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de uitvoering van de retrospectieve toets voor het binnenstadsgebied. In paragraaf 1.1 zal allereerst een beschrijving worden gegeven van de onderzoeksdoelstelling. In paragraaf 1.2 wordt de begrenzing van het onderzoeksgebied behandeld. In paragraaf 1.3 wordt de tijdens het onderzoek gehanteerde werkwijze uiteengezet. In hoofdstuk 2 zijn de resultaten van de retrospectieve toets gegeven. In hoofdstuk 3 wordt afgesloten met enkele conclusies en aanbevelingen. 1.1 Onderzoeksdoelstelling Het onderzoek heeft tot doel om vast te stellen welke situaties in bouw en gebruik er binnen het onderzoeksgebied niet in overeenstemming zijn met de vigerende bestemmingsplannen en de verleende vrijstellingen. Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 3

81 1.2 Begrenzing onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied binnenstad gemeente Tiel omvat het gebied van de historische stad binnen de omgrachting, waarbij de begrenzing is gelegd aan de buitenzijde van het water. Daaraan zijn toegevoegd de zogenaamde poortgebieden, het Waalfront, het gebied aan de Konijnenwal bij de Looierstraat en het gebied begrensd door het Molenstraatje en de Stationsstraat. De poortgebieden zijn de omgevingen die in belangrijke mate de entrees naar de binnenstad bepalen en er in functionele en ruimtelijke zin ook nauw mee verbonden zijn. Het Waalfront is de overgang van de binnenstad naar de Waal, een gebied dat in het verleden aan veel transformaties heeft blootgestaan. Het gebied aan de Konijnenwal bij de Looierstraat is aan het plangebied toegevoegd, omdat hier onder meer ten behoeve van de binnenstad een parkeerterrein is gerealiseerd. In figuur 1. is de begrenzing van het binnenstadsgebied weergegeven. figuur 1 begrenzing onderzoeksgebied (binnenstad gemeente Tiel) 1.3 Werkwijze Per perceel is vastgesteld: 1. het van toepassing zijnde bestemmingsplan; 2. de op grond van het bestemmingsplan geldende hoofd- en of subbestemming; 3. de voor het perceel geldende bebouwingsvoorschriften. De op de bestemmingsplankaart vermelde bebouwingspercentages, bouwhoogten, rooilijnen en bouwgrenzen zijn per bestemmingsgebied aan de hand van luchtfoto s en door middel van veldonderzoek globaal getoetst; 4. het actuele gebruik van het perceel; 5. of het gebruik van het perceel in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan; 6. of er (in geval van afwijkend gebruik) een vrijstelling is verleend; 7. tot slot is vastgesteld of het afwijkend gebruik onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan valt. Het onderzoek is in vijf fases uitgevoerd. Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 4

82 1.3.1 Voorbereidingsfase Tijdens de voorbereidingsfase zijn de benodigde gegevens verzameld. Het betreft ondermeer: Kaartmateriaal GBKN; Luchtfoto s binnenstad; De van toepassing zijnde bestemmingsplannen; Registratie bedrijven van de productgroep Milieu; Registratie bevolkingsgegevens binnenstad (afdeling bevolking); Registratie bedrijven binnenstad (afdeling Economische Zaken); Registratie in het kader van de Wet waardering onroerende zaken; Registratie verleende vrijstellingen binnenstad (productgroep Bouwen). Daarnaast is een eenvoudige database ontwikkeld waarin per perceel de voor de toetsing relevante gegevens zijn vastgelegd. Ten behoeve van deze pilot zijn per object de volgende gegevens in de database opgenomen. Het betreft: naam van het object; Woz-objectnummer en sluimerend Woz-objectnummer. Onder de Woz-objectnummers zijn de verschillende objecten in het kader van de Wet waardering onroerende zaken geregistreerd. De sluimerende Woz-objectnummers geven de koppeling van de Wozobjecten met de kadastrale gegevens zoals deze op maaiveldniveau op de grootschalige basiskaart zijn vastgelegd. Via de sluimerende Woz-objectnummers kan dus ook de situering van een appartement of bovenwoning worden achterhaald; straatnaam; huisnummer; kadastrale gegevens; naam bestemmingsplan; hoofdbestemming; subbestemming; de bedrijfscategorie toegestaan volgens het bestemmingsplan; de actuele bedrijfscategorie; actuele hoofdbestemming (feitelijk gebruik perceel vertaald naar hoofdbestemming); actuele subbestemming (feitelijk gebruik perceel vertaal naar subbestemming); gebruik volgens Woz-registratie; gebruik volgens bedrijvenregistratie afdeling Economische Zaken; gebruik volgens bedrijvenregistratie productgroep Milieu; gebruik volgens bevolkingsregistrer; strijdigheid gebruik (oppervlakte/hoogte); strijdigheid bestemming; overgangsrecht; opmerkingen veld: motivatie actie. De database van het gebied binnenstad omvat 1635 objecten (woningen, appartementen, flatwoningen, bedrijfsruimten, bedrijfspanden, etc.). De database maakt in principe onderdeel uit van deze rapportage en zal apart worden meegeleverd. Vanwege het grote aantal objecten die geregistreerd zijn, is er niet voor gekozen alle geregistreerde gegevens uit te printen en als bijlage bij deze rapportage te voegen. Wel zijn in hoofdstuk 2 de relevante gegevens (geconstateerde afwijkingen) vermeld. Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 5

83 1.3.2 Historisch en administratief onderzoek Bestemmingsplan analyse Op de eerste plaats is een analyse van de betrokken bestemmingslannen uitgevoerd. Het betreft: Het bestemmingsplan Binnenstad d.d. 5 februari 1996; Uitwerkingsplan Waaloever d.d. 23 december 1997; West I 1995 Garage Mulders; Tiel Oost 1988; Binnenstad 1975 nr.1; Uitbreidingsplan Tiel centrum partieel herzien 1964 nr. 3. Voor een klein deel van het onderzoeksgebied (de percelen gelegen aan de Stationsstraat en het gebied hoek Nieuweweg/Veemarkt is geen bestemmingsplan vastgesteld. Vergelijking Grootschalige BasisKaart met bestemmingsplankaart Op de tweede plaats is de GBK vergeleken met de bestemmingsplankaart. Hierbij is met name gekeken of de op de GBK aangegeven percelen en de objecten passen binnen de op de bestemmingsplankaart aangegeven bestemmingsgrenzen en bebouwingsvoorschriften. Vergelijking Grootschalige BasisKaart met functiekaart bestemmingsplan Binnenstad Op grond van artikel 3.1.i. van het bestemmingsplan Binnenstad zijn tevens de op het moment van het ter inzage van het ontwerp van het betreffende plan uitgeoefende functies zoals aangegeven op de functiekaart toegestaan. Derhalve is ook het volgens de functiekaart vastgelegde gebruik apart per object getoetst. Vergelijking luchtfoto s van het onderzoeksgebied met bestemmingsplankaart Op de vierde plaats zijn luchtfoto s van het onderzoeksgebied vergeleken met de bestemmingsplankaart. Ook hierbij is met name gekeken of de op de luchtfoto s afgebeelde percelen en objecten passen binnen de op de bestemmingsplankaart aangegeven bestemmingsgrenzen en bebouwingsvoorschriften. Vergelijking gemeentelijke registraties met bestemmingsplan Aanvankelijk was het de bedoeling om de grootschalige basiskaart van het onderzoeksgebied als basis te nemen en dus per perceel op basis van de op de GBK per perceel vermelde straat/huisnummers en kadastrale gegevens de Access-database op te bouwen en vervolgens per perceel het gebruik volgens de Woz-registratie, het bevolkingsregister, de bedrijvenregistraties van de productgroep Milieu en de afdeling Economische zaken hierin vast te leggen. Echter al snel bleek dat op de GBK een groot aantal huisnummers niet zijn aangegeven. Hierdoor was het niet goed mogelijk om de gemeentelijke registraties (die over het algemeen gebaseerd zijn op basis van straat/huisnr. aanduiding) te koppelen aan de op de GBK aangegeven percelen. In de Woz-registratie is wel per object een link gelegd tussen straatnaam, huisnummer en de kadastrale perceelsaanduiding. Knelpunt hierbij was dat in de Woz-registratie ook het gebruik op verdiepingsniveau is vastgelegd. De kadastrale gegevens van het gebruik van percelen op verdiepingniveau ( flatwoningen, appartementen) zijn echter weer niet op de GBK vermeld. Hierdoor was de situering van het gebruik op verdiepingsniveau vaak niet of moeilijk te koppelen aan de kadastrale gegevens op maaiveldniveau zoals deze op de GBK zijn vastgelegd. Uiteindelijk bleek dat via het zogenaamde sluimerende Woz-objectnummer de koppeling van het gebruik op verdiepingsniveau te kunnen worden gelinked aan de kadastrale gegevens zoals deze op maaiveldniveau op de GBK zijn vastgelegd. Voor dit onderzoek is daarom de Woz-registratie als basis genomen voor de opbouw van de Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 6

84 database en de vergelijking met de overige registraties en het volgens de bestemmingsplannen toegestane gebruik Opstellen tussenrapportage Na het uitvoeren van het historisch en administratief onderzoek zoals beschreven in paragraaf is een uitdraai gemaakt van de per perceel / object geregistreerde gegevens. Deze uitdraai vormde de tussenrapportage Uitvoeren veldonderzoek Het veldonderzoek is op basis van de tussenrapportage uitgevoerd. Hierbij is in het veld per perceel het gebruik van het perceel voor zover dit aan de buitenzijde kan worden vastgesteld nagegaan en vastgelegd. De veldwaarnemingen zijn vervolgens weer in de database verwerkt. Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 7

85 2 Resultaten retrospectieve toets binnenstad Tiel In onderstaande tabellen zijn de afwijkingen in gebruik ten opzichte van de vigerende van toepassing zijnde bestemmingsplannen vermeld. In de eerste tabel zijn de afwijkingen vermeld waarop het overgangsrecht van de vigerende bestemmingsplannen niet van toepassing is. In de tweede tabel zijn de afwijkingen vermeld die wel onder het overgangsrecht van de vigerende bestemmingsplannen vallen. Tabel 1 Afwijkingen in gebruik ten opzicht van vigerende bestemmingsplannen (gebruik valt niet onder overgangsrecht) Naam object Straat Huisnr Actueel Bestemming gebruik 1. Zonnecentrum Zoutkeetstraatje 6 Ba Zonnebank Tiel centrum Constatering Zonnecentra zijn niet als zodanig in de Staat van inrichtingen van het Bestemmingsplan Binnenstad opgenomen. Op grond van artikel 3.1.d van het bestemmingsplan Binnenstad is dit gebruik niet toegestaan. 2. Model Carfreak Zoutkeetstraatje 4 Ba Modelbouwwinkel Detailhandel is op grond van artikel 3.1.d van het bestemmingsplan Binnenstad niet toegestaan. 3. Wellness & Life style Tiel 4. Van Ommeren, radio tv antenne service 5. Woning + Schildersatelier Oude Haven 5 Bs Sport en recreatie Gasthuisstraat 23 Br Woning + Showroom / werkplaats Gasthuisstraat 51 Br Woning + schildersatelier Op de begane grond Ter plaatse is een fitnesscentrum gevestigd. Fitnesscentra zijn echter niet opgenomen in de Staat van bedrijven behorende bij het bestemmingsplan. Op grond van artikel 3.1.h van het bestemmingsplan Binnenstad is dit gebruik niet toegestaan. In het pand is een showroom en een elektronicawerkplaats gevestigd. Klanten kunnen in de showroom een witgoedartikel uitzoeken en deze wordt dan vervolgens thuisbezorgd. Dit gebruik is op grond van artikel 3.1.c van het bestemmingsplan Binnenstad niet toegestaan. In het pand is op de begane grond een schildersatelier gevestigd. Dit gebruik is echter op grond van artikel 3 1.c. van het Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 8

86 6. Stadhuis gemeente Tiel 7. Hexagon Stadscafé Achterweg 2 Bbd + Stadstuinen I. Kantoren/ raadzaal bestemmingsplan Binnenstad niet toegestaan. Blijkens de functiekaart was voorheen op dit perceel een winkel gevestigd. Een klein deel van de 1995 nieuwgebouwde raadzaal is buiten de gronden met de bestemming Bbd gelegen. De raadzaal blijkt gedeeltelijk te zijn gelegen op gronden waarop de bestemming stadstuinen I rust. Dit is in strijd met artikel 5. lid 2. onder c. van het bestemmingsplan Binnenstad. Hierin is nadrukkelijk gesteld dat nieuwe gebouwen op deze gronden niet zijn toegestaan. Uit de op 7 mei 1996, voor de verbouwing en renovatie van het Stadhuiscomplex verleende bouwvergunning, blijkt niet dat deze strijdigheid d.m.v. een wijziging of vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan is gelegaliseerd. Korenbeursplein 1 Br Horeca Op grond van artikel 3.1.c van het bestemmingsplan Binnenstad is horeca op gronden met de bestemming Br niet toegestaan. 8. Klavertje 5 Korenbeursplein 5 Br Antiekhandel Op grond van artikel 3.1.c van het bestemmingsplan Binnenstad is detailhandel op gronden met de bestemming Br niet toegestaan. 9. Bridgis Cartografie Sint Walburgkerkpad 10. Atelier Sint Walburgkerkpad 11. Bennani Atelier Sint Walburgkerkpad 3 Bbd Kantoor/bedrijf Op grond van artikel 3.1.g van het bestemmingsplan Binnenstad zijn kantoren c.q. bedrijven op gronden met de bestemming Bbd niet toegestaan. 43a Bwo Atelier Op grond van artikel 3.1.f van het bestemmingsplan Binnenstad zijn op gronden met de bestemming Bwo alleen woningen toegestaan. 43b Bwo Atelier kunstschilder Op grond van artikel 3.1.f van het Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 9

87 12. Fitnesscentrum Velders 13. Stichting Wereldzending Johan Maasbcht 14. Cafetaria t Veerhuis Tweede Achterstraat Tweede Achterstraat bestemmingsplan Binnenstad zijn op gronden met de bestemming Bwo alleen woningen toegestaan Bwo Sport Op grond van artikel 3.1.f van het bestemmingsplan Binnenstad zijn op gronden met de bestemming Bwo alleen woningen toegestaan. Op grond van artikel 3 lid 6 is beroep of bedrijf aan huis slechts onder enkele voorwaarden toegestaan. In onderhavige situatie wordt hier niet aan de voorwaarde voldaan dat de woonfunctie als overwegende functie (van het perceel) niet mag worden aangetast. 13 Bwo Kerk Op grond van artikel 3.1.f van het bestemmingsplan Binnenstad zijn op gronden met de bestemming Bwo alleen woningen toegestaan. Veerweg 0 Uitwerkingsplan Waaloever Bestemming verkeer Horeca Op grond van het uitwerkingsplan Waaloever is horeca onder de bestemming verkeer niet toegestaan. Verklaring afkortingen Br = subbestemming representatief stadsgebied Bw = subbestemming winkelgebied Bg = subbestemming detailhandel Ba = subbestemming achtergebied Bwo = subbestemming wonen Bbd = subbestemming bijzondere doeleinden Tabel 2. Afwijkingen in gebruik ten opzicht van vigerende bestemmingsplannen (gebruik valt onder overgangsrecht) Naam object Straat Huisnr 1. Van Dijkhuizen Havendijk / Echteldsedijk 13 4 Bestemming Waaloever WO Actueel gebruik Benzinestation Opslag goederen Constatering Benzinestation is gedeeltelijk gelegen op de bestemming Waaloever en WO Volgens bestemmingsplan Binnenstad is de bestemming Waaloever uitsluitend bestemd voor wegen, parkeren, e,d. De bestemming WO is uitsluitend bestemd voor wonen en de daarbij behorende Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 10

88 2. Cafetaria de Brug 3. Cafetaria de Halte 4. Metro Bioscoop 5. Bistro de Buurvrouw Burgemeester Hasselmanplein 1 Openbare ruimte / Stadsgracht Veemarkt 0 Openbare ruimte / Stadsgracht tuinen, etc. Het gebruik van het perceel Havendijk 13 / Echteldsedijk 4 valt echter nog onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan. Cafetaria Op grond van artikel 7 van het bestemmingsplan Binnenstad is horeca onder de hoofdbestemming openbare ruimte en de subbestemming stadgracht niet toegestaan. Het gebruik van dit perceel valt echter nog onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan. Cafetaria Op grond van artikel 7 van het bestemmingsplan Binnenstad is horeca onder de hoofdbestemming openbare ruimte en de subbestemming stadgracht niet toegestaan. Het gebruik van dit perceel valt echter nog onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan. Walstraatje 2-4 Ba/Bw Bioscoop Bioscoop is gevestigd op gronden met de bestemming gedeeltelijk Ba en gedeeltelijk Bw. Bioscopen zijn echter niet opgenomen in de Staat van bedrijven behorende bij het bestemmingsplan. Bioscopen vallen in het kader van de standaard bedrijfsindeling van het CBS onder het filmwezen. Dit is dus geen horeca. Het gebruik van dit perceel valt echter nog onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan. Plein 2 Bu Stadsserf Horeca Het pand is voorzien van een uitbouw. Deze is gerealiseerd op gronden met de bestemming Stadserf. Op grond van artikel 7.d van het Bestemmingsplan Binnenstad zijn dit soort Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 11

89 6 Woonboten Haven 2 t/m Woning Sint Walburgkerkpad Verklaring afkortingen Br = subbestemming representatief stadsgebied Bw = subbestemming winkelgebied Bg = subbestemming detailhandel Ba = subbestemming achtergebied Bwo = subbestemming wonen Bbd = subbestemming bijzondere doeleinden Bestemmingsplan Tiel Oost 1988 Bestemming Haven I bouwwerken binnen de bestemming `Stadserf`niet toegestaan. Noch op de bestemmingsplankaart als op de functiekaart is de uitbouw duidelijk aangegeven en zodoende positief bestemd. Bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan moet hier rekening mee worden gehouden. Het gebruik van de uitbouw valt echter nog onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan. Woonboten Op grond van artikel 40 lid 1, sub a. onder 4 is bewoning alleen toegestaan middels daartoe dienende dienstwoning t.b.v. toezicht en beheer. De woonboten vallen echter nog onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan. 5 Bbd Woning Op grond van artikel 3.1.g van het bestemmingsplan Binnenstad zijn woningen op gronden met de bestemming Bbd niet toegestaan. Op de bij het bestemmingsplan behorende functiekaart Is voor dit perceel niet duidelijk aangegeven of de functie wonen hier is toegestaan. Hier moet bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan rekening mee worden gehouden. Het gebruik van dit perceel valt echter nog onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan. Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 12

90 Uit voorgaande tabellen blijkt dat het strijdig gebruik zich beperkt tot 35 percelen (inclusief de in de haven gelegen woonboten). In relatie tot het grote aantal objecten en percelen dat in het onderzoeksgebied is gelegen is dit een vrij lage afwijkingsscore. Ons inziens valt deze te verklaren. Op de eerste plaats betreft het hier een voor de gemeente Tiel gezien relatief jong bestemmingsplan (vastgesteld door de gemeenteraad op 19 juli 1995). Op de tweede plaats is er door middel van de bepaling onder artikel 3.1.i (toestaan uitgeoefende functies zoals aangegeven op de functiekaart) al relatief veel strijdig gebruik gelegaliseerd. Op de derde plaats is het toegestane gebruik van de gronden in het vigerende bestemmingsplan Binnenstad over het algemeen zeer ruim omschreven. Op basis hiervan zijn verschillende functies en combinaties daarvan binnen de verschillende bestemmingen mogelijk. Op de vierde plaats zijn ook de bebouwingsvoorschriften zodanig dat ook hier niet snel sprake van strijdig gebruik zal zijn. Voor grote delen van het gebied (met name de gebieden waar juist de afgelopen jaren relatief vrij veel veranderingen hebben plaatsgevonden) geldt bijvoorbeeld een 100% bebouwingspercentage. Op de vijfde plaats zijn enkele belangrijke gevallen van strijdig gebruik door de sloop van de panden gelegen aan het Fabriekslaantje 2 tot en met 14 afgelopen jaar weggenomen. Tot slot bestaat ook de indruk dat vergunningverleners bij toetsing van bouwaanvragen de bestemmingsplanvoorschriften strikt hebben toegepast. 3 Conclusies en aanbevelingen 3.1 Conclusies 1. In totaal is ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen op 35 percelen (inclusief 14 woonboten) strijdig gebruik aangetroffen. 2. In relatie tot het grote aantal objecten en percelen dat binnen het onderzoeksgebied is gelegen is dit een vrij lage afwijkingsscore. 3. Het lage afwijkingspercentage is als volgt te verklaren: het bestemmingsplan Binnenstad is relatief jong bestemmingsplan (vastgesteld door de gemeenteraad op 19 juli 1995). door middel van de bepaling onder artikel 3.1.i van het bestemmingsplan Binnenstad (toestaan uitgeoefende functies zoals aangegeven op de functiekaart) is in het verleden al relatief veel strijdig gebruik gelegaliseerd. het toegestane gebruik van de gronden is in het vigerende bestemmingsplan Binnenstad over het algemeen zeer ruim omschreven. de bebouwingsvoorschriften zijn zodanig dat ook hier niet snel sprake van strijdig gebruik zal zijn. afgelopen jaar zijn enkele belangrijke gevallen van strijdig gebruik (door de sloop van de panden gelegen aan het Fabriekslaantje 2 tot en met 14) weggenomen. de indruk bestaat dat vergunningverleners bij toetsing van bouwaanvragen de bestemmingsplanvoorschriften strikt hebben toegepast. 4. De geconstateerde afwijkingen hebben in alle gevallen betrekking op het bestemmingsplan Binnenstad. 5. De strijdigheid heeft in de meeste gevallen te maken met de functie die momenteel op bepaalde percelen wordt uitgeoefend of waarvoor deze geschikt is gemaakt. Voor wat betreft het vaststellen van strijdigheid is getoetst aan de vrijstellingenregistratie zoals deze door de productgroep Bouwen is bijgehouden. In het kader van dit onderzoek zijn niet de individuele bouwvergunningen getoetst. Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 13

91 3.2 Aanbevelingen Bij de uitvoering van de retrospectieve toets is gebleken dat er in het vigerende bestemmingsplan Binnenstad enkele onduidelijkheden zitten die in de praktijk kunnen leiden tot verschillende interpretaties omtrent het toegestane gebruik. Het betreft: Onder artikel 3.i. van het bestemmingsplan Binnenstad is vermeld dat de op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan uitgeoefende functies, zoals aangegeven op de functiekaart zijn toegelaten. Artikel 3. heeft echter alleen betrekking op de hoofdbestemming B Binnenstadvoorzieningen maar niet op de overige hoofdbestemmingen en de daaraan gekoppelde subbestemmingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan. Waarschijnlijk is het in het verleden bij het opstellen van het bestemmingsplan de bedoeling geweest om al het gebruik (zoals vermeld op de functiekaart) dat de op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van het vigerende bestemmingsplan werd uitgeoefend toe te staan. Juridisch gezien is dit dus niet goed vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan. Aanbevolen wordt dit bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan duidelijk te regelen. Onder artikel 3.i. van het bestemmingsplan Binnenstad is vermeld dat de op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan uitgeoefende functies zoals aangegeven op de functiekaart zijn toegelaten. Bij de uitvoering van de retrospectieve toets is gebleken dat begrenzing van de geïnventariseerde functies zoals deze destijds werden uitgeoefend niet altijd duidelijk zijn aangegeven. Bij toetsing kan dan onduidelijkheid bestaan of een bepaalde functie op een bepaald perceel op grond van deze bepaling nu dan wel of niet is toegestaan. Het gevolg is rechtsonzekerheid van de bestaande en toekomstige gebruikers van deze percelen. Aanbevolen wordt om bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan er voor zorg te dragen dat de percelen en de functies (bestaand gebruik) duidelijk zijn aangegeven en begrensd. Op grond van artikel 3.1.i zijn (op gronden met de bestemming Binnenstadsvoorzieningen ) toegelaten de bij deze doeleinden behorende tuinen, erven, paden, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen. Tevens zijn ten dienste van en in verband met de bestemming toegestaan, gebouwen, andere bouwwerken, verhardingen, beplantingen. Deze formulering is erg ruim. Op grond hiervan is het mogelijk om bijvoorbeeld een oud winkel- of bedrijfspand gelegen binnen de bestemming Br Representatief stadgebied geheel als zogenaamde garage in gebruik te nemen. Aanbevolen wordt om bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan de reikwijdte van deze bepaling te begrenzen. Aanbevolen wordt om het toegestane gebruik van garage/bergruimtes direct te koppelen aan het gebruik van een bepaald perceel en niet zoals dat nu het geval is aan een complete bestemming. Voorts wordt aanbevolen om de omvang van dit soort voorzieningen per perceel qua oppervlakte of gebouwinhoud te begrenzen. In het bestemmingsplan Binnenstad is de functie opslag van goederen t.b.v. de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten juridisch niet eenduidig vastgelegd. Op grond van het vigerende bestemmingsplan is het mogelijk dat bijvoorbeeld een horecabedrijf een compleet pand gebruikt voor de opslag van goederen. In principe is dit onder alle subbestemmingen toegestaan. Dus bijvoorbeeld ook onder de subbestemming Representatief stadsgebied. Als voorbeeld van zo n situatie wordt hier genoemd Pizzeria Bitonte gevestigd aan de Vleesstraat 6. Deze pizzeria gebruikt het complete perceel Koornmarkt 7 voor de functie opslag. Onder artikel 3 lid 2 onder g (Beschrijving in hoofdlijnen) van het bestemmingsplan Binnenstad is gesteld dat opslag van goederen aan de achterzijde van gebouwen en op de binnenterreinen van de subbestemmingen is toegestaan. Voorwaarde is wel dat de opslagactiviteiten niet vanaf de openbare weg waarneembaar mogen zijn. Opslag is in geen geval toegestaan als zelfstandige functie. Bij het perceel Koornmarkt 7 is hier wel sprake van. Het complete perceel wordt gebruikt voor opslag van goederen. Bovendien is onder artikel 3. lid 2. onder g. gesteld dat het creëren van nieuwe opslagmogelijkheden uitsluitend is toegestaan indien hiervoor Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 14

92 vrijstelling is verleend. Het vervelende is dat artikel 3. lid 2.slechts de beschrijving in hoofdlijnen van de bestemmingen onder artikel 3. betreft. Hieraan kun je juridisch gezien een bestemming niet keihard en eenduidig toetsen. Aanbevolen wordt om in het nieuwe bestemmingsplan Binnenstad. Het gestelde onder artikel 3. lid 2. goed vast te leggen zodat hieraan bij vestiging van nieuwe opslagfuncties kan worden getoetst. Bij de uitvoering van de retrospectieve toets is gebleken dat de vestiging van bepaalde bedrijven zoals reparatiebedrijven voor gebruiksgoederen, (goud- en zilversmederijen, schoenmakers, etc.) niet eenduidig is geregeld. Dit soort bedrijven zijn namelijk genoemd in bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij het bestemmingsplan en kunnen eventueel ook onder detailhandel worden geschaard. Indien wordt getoetst aan bijlage 1. is bijvoorbeeld een goud- en zilversmederij of een schoenmakerij niet toegestaan onder bijvoorbeeld de subbestemmingen Bw, Bg en Bu. Worden dit soort bedrijven onder de detailhandel geschaard dan mogen ze zich daar wel vestigen. Aanbevolen wordt om bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan de bedrijvenlijst eenduidig af te stemmen op de overige bepalingen in het bestemmingsplan. Bij de uitvoering van de retrospectieve toets is gebleken dat er bij bestemmingsplantoetsers onduidelijkheid bestaat over de reikwijdte van de bij het bestemmingsplan behorende bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten. Opgemerkt wordt dat het een limitatieve lijst betreft. Aanbevolen wordt om in het nieuwe bestemmingsplan nadrukkelijk op te nemen dat het een limitatieve lijst betreft. Bij de uitvoering van de retrospectieve toets is gebleken dat er bij bestemmingsplantoetsers onduidelijkheid bestaat over de interpretatie van de bij het bestemmingsplan behorende bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten. Met andere woorden het is niet altijd duidelijk onder welke categorie of activiteit een bepaald bedrijf valt. Aanbevolen wordt om in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen dat bij de interpretatie van de bedrijvenlijst uit dient te worden gegaan van de standaard bedrijfsindeling van het CBS. Indien deze indeling er naast wordt gehouden blijkt duidelijk welke bedrijven of bedrijfsactiviteiten niet positief zijn meegenomen in de bijlage bij het bestemmingsplan. Tot slot zal door de gemeente Tiel in het kader van de ontwikkeling van het nieuwe bestemmingsplan voor de binnenstad, voor bovengenoemde gevallen gemotiveerd moeten worden aangegeven in welke situaties wordt voorgesteld de oude bestemming te handhaven (na de strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties wordt voorgesteld een nieuwe bestemming te geven, waarmee de strijdige situatie gelegaliseerd wordt). Retrospectieve toets binnenstad gemeente Tiel 15

93 B i j l a g e 6 : H i s t o r i s c h b o d e m o n d e r z o e k

94

95 HISTORISCH ONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN BINNENSTAD Afdeling Bouwen, milieu & monumenten Steller: Ing. M.R.A. van Herwijnen rapportnummer: TIEL datum: 8 januari 2008

96 Inhoudsopgave 1. Inleiding Locatiegegevens Algemene locatiegegevens Bodemopbouw en geohydrologie Algemene bodemkwaliteit Historisch bodembestand (HBB-bestand) Uitwerkingsgebieden Uitwerkingsgebied I, Bleekveld/GGR-terrein Verdachte locaties Uitgevoerde onderzoeken Vervolg Uitwerkingsgebied II, Burense Poort Verdachte locaties Uitgevoerd onderzoek Vervolg Uitwerkingsgebied III, Santwijkse Poort Verdachte locaties Verrichte onderzoeken Vervolg Uitwerkinggebied IV, Veerweg Verdachte gebieden Verrichte onderzoeken Vervolg Uitwerkingsgebied V, Tolhuiswal Verdachte gebieden Uitgevoerde onderzoeken Vervolg Conclusie Bijlagen Kaartbijlage 1 Kaartbijlage 2 Kaartbijlage 3a Kaartbijlage 3b onderzoeksgebied bodemkwaliteitszones verontreinigde lokaties uitgevoerde onderzoeken 1

97 1. Inleiding In verband met de herziening van het bestemmingsplan Binnenstad is door de afdeling bouwen, milieu & monumenten een bodemonderzoek uitgevoerd. Vanwege het grotendeels conserverend karakter van het nieuwe bestemmingsplan is volstaan met het uitvoeren van een historisch bodemonderzoek. Aan de 5 gebieden die middels een artikel 11 WRO-procedure kunnen worden uitgewerkt, is nader aandacht besteed. Hier zal het feitelijke verkennend en eventueel nader bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd bij het opstellen van het uitwerkingsplan. 2. Locatiegegevens 2.1 Algemene locatiegegevens De onderzoekslocatie is grotendeel gelegen binnen de stadgrachten en de Havendijk. Ten oosten omvat de onderzoekslocatie ook een gebied langs de Echteldsedijk en de haven. Ten westen omvat het plan ook het gebied tussen het Molenstraatje en de Stationsstraat. In bijlage 1 is de onderzoekslocatie weergegeven. Het onderzoeksgebied heeft een oppervlakte van ongeveer 52 hectare. De gemiddelde hoogteligging varieert van 6 tot 9 meter +NAP. 2.2 Bodemopbouw en geohydrologie De navolgende gegevens zijn ontleend aan de Grondwaterkaart van Nederland, blad Tiel (TNO- Dienst Grondwaterverkenning, 1976). De regionale bodemopbouw in de gemeente Tiel kan globaal als volgt worden geschematiseerd: Tabel 1: Regionale bodemopbouw Diepte tov NAP Geologische omschrijving Lithostratigrafie Bodemsoort 5 tot 0 Slecht tot matig doorlatende deklaag Klei 0 tot-25 Eerste watervoerend pakket Formatie van Kreftenheije, Urk (matig) grof zand en Sterksel -25 tot -40 Slecht doorlatende laag Formatie van Klei Kedichem Vanaf -40 Tweede watervoerend pakket (matig) grof zand De maaiveldhoogte in Tiel varieert van 4 tot 9 m+nap en bedraagt op de onderzoekslocatie gemiddeld circa 7,5 m+nap. Het eerste watervoerend pakket heeft een doorlaatvermogen (transmissiviteit) van 2000 tot 3000 m 2 /dag. 2

98 De locatie ligt in een gebied waar regionaal afwisselend kwel en infiltratie optreden. Het grondwater bevindt zich op een diepte van circa 1,5-2,0 m-mv. Het grondwater in het eerste watervoerend pakket stroomt binnen Tiel in noordwestelijke richting (Syncera Geodata, S , d.d ). In Tiel worden op enkele punten hoeveelheden grondwater onttrokken. De onderzoekslocatie is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied. Het dichtstbijzijnde grondwaterbeschermingsgebied bevindt zich circa 3 kilometer ten noordwesten van de onderzoekslocatie (bron: Atlas milieu informatie, Provincie Gelderland). 3. Algemene bodemkwaliteit De Gemeente Tiel beschikt over een bodemkwaliteitskaart en een bodembeheerplan (BKK, Syncera de Straat, rapport B03B0654, 2005, BBP, CSO, projectcode 05.K095, d.d. 29 augustus 2006). De onderzoekslocatie valt grotendeels in zone Wonen voor Een deel van de onderzoekslocatie ligt in de zone "Wonen tussen 1880 en 1950". De ligging van de kwaliteitszones is weergegeven in bijlage 2. De kwaliteit van de zones "Wonen voor 1880"en "Wonen tussen 1880 en 1950"is weergegeven in de onderstaande tabel. tabel 2: bodemkwaliteitszones zone diepte As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn Pak Eox Wonen voor ,0-1,0 9 0, , ,6 0,13 1,0-2,0 10 0, , ,6 0,15 Wonen tussen 1880 en ,0-1,0 12 0, , ,61 0,30 1,0-2,0 11 0, , ,8 0,10 Streefwaarde 29 0, , ,0 0,30 De gemeten concentraties zijn getoetst aan samenstellingswaarde schone grond uit het Bouwstoffenbesluit, samenstellingswaarde 1. Wanneer het gemiddelde van de gemeten concentraties van alle bepaalde stoffen kleiner is dan de samenstellingswaarde wordt een deelgebied getypeerd als schoon. Ter plaatse van de zone "Wonen voor 1880" is de boven- en ondergrond verontreinigd. Ter plaatse van de zone "Wonen tussen 1880 en 1950" is alleen de bovengrond verontreinigd. De ondergrond is schoon. Op grond van het bodembeheerplan is geen vrij grondverzet toegelaten. 3

99 4. Historisch bodembestand (HBB-bestand) In het kader van het project Landsdekkend beeld zijn door de gemeente Tiel in samenwerking met de provincie Gelderland in 2004 alle (potentieel) ernstige verontreinigingen in beeld gebracht. Uit de resultaten van dit project blijkt dat er ca. 200 verontreinigde locaties binnen het plangebied aanwezig zijn. Van deze verontreinigde locaties zijn er ca. 150 locaties (potentieel) ernstig waarvan ca. 25 (potentieel) spoedeisend. De locaties zijn weergegeven in de bijlage 3a Op grond van rijksbeleid moeten alle spoedeisende locaties uiterlijk in 2015 zijn gesaneerd. De overige ernstige gevallen moeten uiterlijk in 2030 zijn gesaneerd of worden beheerd. Voor zover onderzoek en sanering niet door de eigenaar of veroorzaker moet worden uitgevoerd, zal de provincie Gelderland in 2008 beleid ontwikkeld op welke wijze verdere aanpak van deze locaties zal plaatsvinden. Op een groot aantal lokaties in het plangebied is al onderzoek of een sanering uitgevoerd. In de bijlage 3b zijn de reeds uitgevoerde onderzoeken in het plangebied aangegeven. 4

100 5. Uitwerkingsgebieden 5.1 Uitwerkingsgebied I, Bleekveld/GGR-terrein Dit gebied omvat het parkeerterrein aan het Bleekveld, het kantoorgebouw van de voormalige GGR en de groenstrook ten westen van de Rechtbankstraat Verdachte locaties Op het huidige parkeerterrein aan het Bleekveld zat vanaf ca een garage met tankstation. Deze garage is rond het midden van de jaren '70 gesloopt. Hiervoor stond op deze plaats de stadgevangenis. Om de bouw van deze gevangenis mogelijk te maken is destijds een deel van de stadsgracht aan de noordzijde van de Huf van Burenstraat gedempt. Aan de Westluidensestraat 46 is rond 1850 de gemeentelijk gasfabriek gebouwd. Deze is tot begin jaren '70 in gebruik geweest. Rond 1975 zijn de opstallen en gashouders gesloopt op nieuwbouw van een kantoorgebouw mogelijk te maken. Tussen de gasfabriek en de Huf van Burenstraat was vanaf ca tot 1880 een garancinefabriek (fabricage van rode kleurstof) gevestigd. Nadien zijn de gebouwen gebruikt tot ca gebruikt als boter en eierenmarkt. Vanaf 1920 zijn de gebouwen gebruikt oor de gemeentelijke brandweer en de dienst gemeentewerken Uitgevoerde onderzoeken In de onderstaande tabel zijn de binnen dit uitwerkinggebied uitgevoerde bodemonderzoeken weergegeven. tabel 3: uitgevoerde onderzoeken in uitwerkingsgebied I: Locatie Bureau Type onderzoek Rapportnummer Datum Nieuwe Tielseweg 2-4 CSO Adviesbureau Verkennend Nieuwe Tielseweg 2-4 CSO Adviesbureau Nader Westluidensestraat 38 Chemielinco Verkennend Westluidensestraat 46 CSO Adviesbureau Historisch 07L Westluidensestraat 46 Tauw Orienterend /R Westluidensestraat 46 Chemielinco Verkennend Westluidensestraat 46 Oranjewoud B.V. Verkennend Westluidensestraat 46 Tauw Verkennend R H01/ECL Westluidensestraat 46 Tauw Nader Uit het onderzoek ter plaatse van het parkeerterrein aan het Bleekveld (lokatie Westluidensestraat 38) blijkt dat de bodem licht verontreinigd is met zware metalen en PAK's. Bij het voormalige tankstation is een matig tot sterke verontreiniging bij minerale olie aangetroffen. 5

101 Op een deel van de groenstrook is een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd (lokatie Nieuwe Tielseweg 2-4). Hierbij zijn matig tot sterk verhoogde gehalten aan zware metalen geconstateerd. Voor deze lokatie is een beschikking op grond van de Wet bodembescherming door de provincie afgegeven. Er is geen sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Ter plaatse van het gasfabrieksterrein is een historisch onderzoek uitgevoerd. Ook is op een deel van het terrein enkele verkennende bodemonderzoeken uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat de bodem en het grondwater sterk verontreinigd zijn met PAK's Vervolg Ter plaatse van het tankstation zal bij verder ontwikkeling van het gebied een nader bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd. Ook bij het gasfabriekterrein is nader onderzoek nodig voorafgegaan aan een verkennend bodemonderzoek. De noodzaak tot verder onderzoek bij de groenstrook is afhankelijk van de inrichting van dit deel van het gebied. Voor het overige gebied is in het kader van de bouwvergunning nieuw verkennend onderzoek noodzakelijk omdat de uitgevoerde onderzoeken ouder zijn dan 5 jaar. 6

102 5.2. Uitwerkingsgebied II, Burense Poort Dit uitwerkingsgebied omvat de tankstations aan de Veemarkten de Prinses Beatrixlaan, de detailhandel zuidelijk en noordelijk van het Molenstraatje, de kantoorgebouwen langs de Veemarkt en de Burgemeester Hasselmanplein Verdachte locaties Aan de Veemarkt 1 en de Prinses Beatrixlaan 2 zijn tankstations gevestigd. Voordat Veemarkt 1 een tankstation werd, werd het gebouw gebruikt als smederij. Ter plaatse van de huidige Albert Heijn aan de Veemarkt 6 zat vroeger de fietsenfabriek de Bato. Na de fietsenfabriek heeft hier tot ca, 1970 een fietsenfabriek gezeten. Aan de burgemeester Hasselmanplein 2 was tot midden jaren 90 een tankstation. Op dit moment wordt het terrein gebruikt als parkeerterrein. Bij de begrafenisonderneming aan het Molenstraatje 12 liggen 2 gesaneerd ondergrondse tanks. Tot slot was er tot de jaren 60 aan de Stationsweg 3 een smederij gevestigd Uitgevoerd onderzoek In de onderstaande tabel zijn de binnen dit uitwerkingsgebied uitgevoerde bodemonderzoeken weergegeven. tabel 4: uitgevoerde onderzoeken in uitwerkingsgebied II Locatie Bureau Type onderzoek Rapportnummer Datum Boterkampsteeg Interproject Verkennend Burg Hasselmanplein 2 DIBEC bv Orienterend Burg Hasselmanplein 2 DIBEC bv Nader Burg Hasselmanplein 2 Arnicon Nader C Burg Hasselmanplein 2 De Straat Nader B02B Burg Hasselmanplein 2 De Straat Nader B03B Pr Beatrixlaan 2-4 Iwaco Nader Pr Beatrixlaan 2-4 Iwaco Nader Pr Beatrixlaan 2-4 Iwaco Nader Pr Beatrixlaan 2-4 Iwaco Saneringsplan Pr Beatrixlaan 2-4 Haskoning B.V. Evaluatie sanering 39508/R0313/CK Veemarkt 1 Verhoeven B.V. Verkennend Veemarkt 1 Verhoeven B.V. Orienterend Veemarkt 1 Verhoeven B.V. Nader CN/0344.BR Veemarkt 1 Verhoeven B.V. Saneringsplan Veemarkt 1 Verhoeven B.V. Saneringsplan Veemarkt 1 Verhoeven B.V. Evaluatie sanering Veemarkt 2b Tukkers Verkennend Veemarkt 2b Tukkers Nader Bij de tankstations aan de Veemarkt en de Prinses Beatrixlaan zijn bodemonderzoeken en saneringen uitgevoerd in het kader van het werkprogramma tankstations. In beide gevallen is er een beperkte bodemverontreiniging achtergebleven. 7

103 Op het parkeerterrein bij de Veemarkt 6 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Hierbij is een PAK-verontreiniging geconstateerd. Bij het kantoorgebouw aan de Veemarkt 2b is een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd. Hierbij is een verontreiniging met zware metalen aangetoond. Er is blijkens een beschikking van de provincie sprake van een ernstig, niet-spoedeisend geval. Bij het voormalige tankstation aan de Burgemeester Hasselmanplein 2 is eveneens een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd. Er is hier een sterke verontreiniging met minerale olie en aromaten aangetroffen. Tot slot is bij de ondergrondse tanks aan de Boterkampsteeg 12 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek een beperkte verontreiniging met olie. De provincie heeft hierover op grond van de Wet bodembescherming vastgesteld dat er geen sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging Vervolg Het voormalige tankstation aan het Hasselmanplein 2 is op dit moment voldoende onderzocht. Voordat deze lokatie kan worden ontwikkeld zal een saneringsplan moeten worden opgesteld en een sanering moeten worden uitgevoerd. Ook het perceel Veemarkt 2b zal moeten worden gesaneerd wanneer het gebruik veranderd. Voor de overige percelen zal eerst een verkennend bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd. 8

104 5.3 Uitwerkingsgebied III, Santwijkse Poort Dit uitwerkingsgebied omvat het gebied ten oosten van de Havendijk, het parkeerterrein aan de Oude Haven en de driehoek Oude Haven, Ruiterstraat en Zoutkeetstraat Verdachte locaties Aan de Havendijk 13 is een tankstation gevestigd. Het terrein is in het verleden gebruikt voor stalling van autobussen en opslag van olieproducten van Shell. Ter hoogte van de Havendijk 1 tot 9 heeft een metaalwarenfabriek Dovo en een meubelfabriek gezeten. Ter hoogte van het Fabriekslaantje 2 zat vroeger een graanmalerij. Het pand Oude Haven 1 was vroeger eveneens een graanmalerij, daarna werd het gebruikt als garagebedrijf met tankstation. Hiernaast aan de Oude Haven 3 ter plaatse van de huidige Leen Bakker zat voorheen een handel in bouwmaterialen. Voor de oorlog was hier een moffelinrichting en een tankstation. Op de Oude Haven 2 was vanaf 1955 een garage voor autobussen met tankstation gevestigd. Het pand wordt nu gebruikt als glashandel. Hiernaast tegenover het Zoutkeetstraatje 14 was nog een tankstation. Het parkeerterrein aan de Oude Haven was vroeger de haven van Tiel. Deze is in de jaren 20 gedempt Verrichte onderzoeken In de onderstaande tabel zijn de binnen dit uitwerkingsgebied uitgevoerde bodemonderzoeken weergegeven. tabel 5: uitgevoerde onderzoeken in uitwerkingsgebied III Locatie Bureau Type onderzoek Rapportnummer Datum Havendijk Verhoeven B.V. Verkennend Havendijk Verhoeven B.V. Verkennend B Havendijk Grontmij Orienterend Havendijk Verhoeven B.V. Orienterend Havendijk Chemielinco Nader 54/ Havendijk Verhoeven B.V. Nader B /NO Havendijk Verhoeven B.V. Nader B Havendijk Verhoeven B.V. Nader B Havendijk Verhoeven B.V. Evaluatie sanering S Havendijk Grontmij Historisch J Fabriekslaantje 2 Chemielinco Verkennend 55/92078 Fabriekslaantje ong. (I) Chemielinco Verkennend 4061/92361 Fabriekslaantje ong. (I) CSO Adviesbureau Nader Fabriekslaantje ong. (I) Chemielinco Saneringsplan Fabriekslaantje ong. (I) Infrasoil B.V. Evaluatie sanering Fabriekslaantje ong. (I) Infrasoil B.V. Evaluatie sanering Oude Haven 2 Haskoning B.V. Verkennend C0398 Stadswallen Heidemij Verkennend 634/OA95/2735/

105 Ter plaatse van de voormalige haven is in het kader van de dijkverzwaring in 1995 een beperkt verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (lokatie stadswallen). Hierbij zijn sterk verhoogde gehalten aan zware metalen en PAK's geconstateerd. Bij het tankstation aan de Havendijk 13 zijn diverse verkennende en nadere bodemonderzoeken uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de lokatie ernstig verontreinigd is met minerale olie en aromaten. Blijkens de beschikking van de provincie is de verontreiniging ernstig en urgent waarbij de sanering voor 2015 moet zijn uitgevoerd. Rond de Havendijk 1-9 (lokaties Fabriekslaantje ong en Fabriekslaantje 2) is een verontreiniging met zware metalen aangetoond. Hiervoor is een saneringsplan door de provincie goedgekeurd. Het saneringsplan is al gedeeltelijk uitgevoerd. Tot slot is een ter plaatse van het voormalige tankstation aan de Oude Haven 2 een indicatief onderzoek uitgevoerd. Hierbij is in het grondwater een sterk verhoogd gehalte minerale olie waargenomen. Aanvullend onderzoek is niet uitgevoerd Vervolg Bij het tankstation aan de Havendijk 13 en het terrein Havendijk 1-9 is in het kader van de bestemmingsplanprocedure voldoende onderzoek uitgevoerd. Voor beide lokaties zal vóór herontwikkeling een sanering moeten uitgevoerd. Voor het overige gebied zal nog verkennend en nader onderzoek moet plaatsvinden. 10

106 5.4 Uitwerkinggebied IV, Veerweg Dit gebied omvat een strook grond langs de Veerweg Verdachte gebieden De Waalkade is ontstaan na baggerwerkzaamheden in de Waal rond 1950 waarbij een grondplaat is verwijderd. Her vrijkomend materiaal is gebruikt voor de aanleg van de Waalkade. Voor zover bekend zijn er geen bedrijfsactiviteiten op de Waalkade geweest Verrichte onderzoeken In de onderstaande tabel zijn de binnen dit uitwerkingsgebied uitgevoerde bodemonderzoeken weergegeven. tabel 5: uitgevoerde onderzoeken in uitwerkingsgebied IV Locatie Bureau Type onderzoek Rapportnummer Datum Waalstraat en Veerweg De Straat Verkennend B00B Waalkade De Straat Verkennend B00B Waalkade De Straat Nader B00B In 2000 is op de Waalkade een verkennend en nader bodem onderzoek uitgevoerd waarbij ook het wijzigingsgebied is onderzocht. Hierbij zijn in het wijzigingsgebied geen verontreinigingen aangetroffen die een belemmering vormen voor wijziging van de bestemming. Vanwege de ouderdom van de onderzoeken zal bij het aanvragen van bouwvergunningen te zijner tijd nieuw onderzoek moeten worden uitgevoerd Vervolg Voor de ruimtelijke ordeningsprocedure is op deze lokatie voldoende onderzoek uitgevoerd. Er zijn geen saneringsmaatregelen noodzakelijk. Vanwege de ouderdom van de onderzoeken zal bij het aanvragen van bouwvergunningen te zijner tijd nieuw onderzoek moeten worden uitgevoerd. 11

107 5.5. Uitwerkingsgebied V, Tolhuiswal Dit gebied omvat de Molenhoek tussen de Tolhuisstraat en de Tolhuiswal Verdachte gebieden Ter plaatse van de Tolhuiswal 29 was vroeger een graanmalerij met stoommachine. In het pand Molenhoek 3 heeft een metaalwarenfabriek met ondergrondse HBO-tank gezeten Uitgevoerde onderzoeken In de onderstaande tabel zijn de binnen dit uitwerkingsgebied uitgevoerde bodemonderzoeken weergegeven. tabel 6: uitgevoerde onderzoeken in uitwerkingsgebied V Locatie Bureau Type onderzoek Rapportnummer Datum Stadswallen Heidemij Verkennend 634/OA95/2735/ In het kader van de dijkverzwaring is rond de Tolhuiswal in 1995 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. bij zijn sterk verhoogde gehalten aan zware metalen aangetroffen Vervolg In het kader van de uitwerkingsprocedure zal voor het gehele gebied nog bodemonderzoek moet plaatsvinden. 12

108 6. Conclusie Uit onderhavige historisch onderzoek blijkt dat op vrijwel alle uitwerkingsgebieden rekening moet worden gehouden met saneringsmaatregelen. Verder onderzoek in het kader van de uitwerkingsprocedure zal inzicht in de omvang en kosten van de noodzakelijke maatregelen moeten geven. Uitwerkingsgebied IV, Veerweg is hierop een uitzondering. Hier is vooralsnog voldoende onderzoek uitgevoerd. De lokatie is zonder verdere maatregelen geschikt voor de beoogde bestemming. 13

109 Kaartbijlage 1 onderzoeksgebied

110

111

112

113 Kaartbijlage 2 bodemkwaliteitszones

114

115

116

117 Kaartbijlage 3a verontreinigde lokaties

118

119

120

121 Kaartbijlage 3b uitgevoerde onderzoeken

122

123

124

125 B i j l a g e 7 : R a p p o r t N a t u u r w e t g e v i n g

126

127 Effecten op beschermde soorten en gebieden Waalkade / Veerweg en haven, Tiel Oriënterend onderzoek (quick scan, voortoets) in het kader van de natuurwetgeving A.D.G. Koopman P.H.N. Boddeke

128

129 Effecten op beschermde soorten en gebieden Waalkade / Veerweg en haven, Tiel Oriënterend onderzoek (quick scan, voortoets) in het kader van natuurwetgeving A.D.G. Koopman P.H.N. Boddeke opdrachtgever: Gemeente Tiel 15 oktober 2007 rapport nr

130 Status uitgave: eindrapport Rapport nr.: Datum uitgave: 15 oktober 2007 Titel: Subtitel: Samenstellers: Effecten op beschermde soorten en gebieden Waalkade / Veerweg en haven, Tiel Oriënterend onderzoek (quick scan, voortoets) in het kader van natuurwetgeving Drs. A.D.G. Koopman Ing. P.H.N. Boddeke Aantal pagina s inclusief bijlagen: 53 Project nr.: Projectleider: Naam en adres opdrachtgever: Referentie opdrachtgever: Akkoord voor uitgave: Drs. A.D.G. Koopman Gemeente TIel Postbus HH Tiel Brief dd , kenmerk BM/J.Mineur Directeur Bureau Waardenburg bv drs. A.J.M. Meijer Paraaf i.o. drs. G.F.J. Smit (Teamleider): Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Gemeente Tiel Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig BRL 9990:2001 / ISO 9001:

131 Voorwoord Gemeente TIel is voornemens om op de Waalkade aan de Veerweg te Tiel een horecavoorziening te realiseren. Ook is de gemeente voornemens een uitbreiding van de haven voor woonschepen te realiseren. De locatie grenst aan het Natura 2000 gebied Waal en is gelegen nabij de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Hierbij zal rekening gehouden moeten worden met het huidige voorkomen van soorten planten en dieren die beschermd zijn krachtens de Flora- en faunawet. Tevens zal rekening gehouden moeten worden met de wezenlijk waarden en kernmerken van de EHS en de instandhoudingsdoelen van de Natuurbeschermingswet Gemeente Tiel heeft Bureau Waardenburg opdracht verstrekt om een oriënterend onderzoek / quick scan naar beschermde soorten in op de Waalkade en in de haven uit te voeren, alsmede een voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en een EHS-toetsing. In dit rapport wordt verslag gedaan van de bevindingen. Aan de totstandkoming van dit rapport werkten mee: Drs. A.D.G. Koopman projectleiding, rapportage Ing. P.H.N. Boddeke veldwerk, rapportage, fotografie Genoemde personen zijn door opleiding, werkervaring en zelfstudie gekwalificeerd voor de door hun uitgevoerde werkzaamheden. Het project is uitgevoerd volgens het Kwaliteitshandboek van Bureau Waardenburg. Het kwaliteitsmanagementsysteem is ISO gecertificeerd. Vanuit Gemeente Tiel werd de opdracht begeleid door mevrouw J. Mineur 3

132 4

133 Inhoud Voorwoord Inleiding Aanleiding en doel Aanpak natuurtoets Het plangebied Voorgenomen ingreep Effecten Bronnenonderzoek Effecten op flora en fauna Flora Vissen Amfibieën Reptielen Grondgebonden zoogdieren Vleermuizen Vogels Beschermde soorten ongewervelden Effecten Natura Invloedsfeer van het project Ligging plangebieden en ligging N2000-gebied Relevante soorten Waal Habitattypen HR Amfibieën HR - Vissen HR - Zoogdieren VR - Vogels Natuurlijke kenmerken Effecten EHS Natuurdoeltypen Natuurlijke kenmerken

134 5 Conclusies en aanbevelingen Flora- en faunawet: conclusies ten aanzien van ontheffingsaanvraag Natura 2000: conclusies ten aanzien van vergunningsaanvraag EHS: conclusies ten aanzien van vergunning Aanbevelingen Literatuur...33 Bijlage 1 Wettelijk kader...35 Bijlage 2 Doelen Uiterwaarden Waal...41 Bijlage 3 Kernkwaliteiten EHS Waal...49 Bijlage 4 Natuurloket...51 Bijlage 5 Jurisprudentie

135 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Gemeente TIel is voornemens om op de Waalkade aan de Veerweg te Tiel een horecavoorziening te realiseren. Ook is de gemeente voornemens een uitbreiding van de haven voor woonschepen te realiseren. Hiervoor is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. De locatie grenst aan het Natura 2000 gebied Uiterwaarden Waal en is gelegen nabij de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Bij de uitvoering van de uitbreiding van de haven en de aanleg van de horecavoorziening op de Waalkade te Tiel zal rekening moeten worden gehouden met het huidige voorkomen van krachtens de Flora- en faunawet beschermde soorten planten en dieren. Als de voorgenomen ingreep naar verwachting leidt tot het overtreden van verbodsbepalingen betreffende beschermde soorten, zal moeten worden nagegaan of een vrijstelling geldt of dat ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet moet worden verkregen (zie Bijlage 1). Bovendien dient rekening te worden gehouden met eventuele effecten op beschermde natuurgebieden. De voorliggende rapportage beschrijft de resultaten van een oriënterend veldonderzoek naar beschermde soorten en habitattypen. Deze rapportage geeft antwoord op de volgende vragen: - Welke beschermde soorten en habitattypen zijn in het plangebied aanwezig en/of kunnen in het plangebied verwacht worden? - Welke functie heeft het plangebied voor de aanwezige beschermde natuurwaarden? - Welke effecten op beschermde natuurwaarden heeft de ingreep? - Worden verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden? Zo ja, welke? - Moet hiervoor ontheffing worden aangevraagd? - Is nader onderzoek nodig? - Zijn er mogelijkheden voor mitigatie (vermindering) en compensatie van schade aan beschermde natuurwaarden? Deze rapportage kan dienst doen bij de onderbouwing van de ontheffingsaanvraag ex artikel 75 in het kader van de Flora- en faunawet. Tevens zal rekening gehouden moeten worden met de instandhoudingsdoelen van de Natuurbeschermingswet 1998 en met de wezenlijk waarden en kenmerken van de EHS. Natuurbeschermingswet Het plangebied grenst aan het Natura 2000 gebied Uiterwaarden Waal. De Natuurbeschermingswet 1998 vormt de invulling van de gebiedsbescherming van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn en heeft als doel het beschermen en instandhouden van bijzondere gebieden in Nederland. Projecten en handelingen, die negatieve effecten op Natura 2000-gebieden kunnen hebben en die niet nodig zijn voor of verband houden 7

136 met het beheer, zijn verboden. Hiervoor kan door het bevoegd gezag (meestal Gedeputeerde Staten, soms de minister van LNV) vergunning worden verleend op grond van artikel 19d. Voor plannen (bij voorbeeld bestemmingsplannen, streekplannen, waterhuishoudingsplannen) geldt dat goedkeuring van het bevoegd gezag op grond van artikel 19j nodig is. Ook activiteiten buiten het Natura 2000-gebied kunnen vergunningplichtig zijn als er negatieve effecten door externe werking kunnen optreden (zie Bijlage 1). Deze rapportage kan dienst doen bij de onderbouwing van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet. Een beschrijving van de instandhoudingsdoelen en wezenlijke kenmerken van het Natura 2000 gebied is opgenomen in Bijlage 2. EHS Het plangebied is gelegen in de directe nabijheid van het EHS-gebied Waal. In of in de nabijheid van EHS-gebied geldt het nee, tenzij -principe: nieuwe plannen of projecten zijn niet toegestaan als ze de wezenlijke (potentiële) waarden en kenmerken van het EHS-gebied significant aantasten, tenzij er sprake is van redenen van groot openbaar belang en er geen reële alternatieven zijn. De schade dient in dat geval door mitigerende maatregelen zoveel mogelijk beperkt te worden. De restschade dient te worden gecompenseerd. Betreft de EHS-toetsing geeft de voorliggende rapportage antwoord op de volgende vragen: - Welke effecten op de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS heeft de ingreep in het plangebied? - Zijn deze effecten als significant te kwalificeren? Een beschrijving van de wezenlijke kenmerken van het EHS gebied is opgenomen in Bijlage Aanpak natuurtoets De natuurtoets betreft een beoordeling van de huidige aanwezigheid van in het kader van de natuurwetgeving beschermde habitattypen en beschermde soorten planten en dieren in het plangebied en in het nabij gelegen deel van het Natura 2000 gebied. Verder zijn de functie van het plangebied en de directe omgeving voor deze habitattypen en soorten beschreven en de te verwachten directe en indirecte effecten van de voorgenomen ingreep op deze habitattypen en soorten en het Natura 2000 gebied Waal. De natuurtoets vindt plaats op grond van: - Bronnenonderzoek - Oriënterend terreinbezoek - Expert judgement. Bronnenonderzoek Het bronnenonderzoek gaat uit van bestaande en beschikbare gegevens. Voor een actueel overzicht van beschermde soorten die in de regio voorkomen, is het Natuurloket op internet ( bezocht en zijn diverse verspreidingsatlassen van 8

137 relevante soortgroepen en (jaar)verslagen van Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (PGO s) geraadpleegd (zie literatuurlijst). Oriënterend terreinbezoek Het plangebied Waalkade en haven is op 13 september 2007 bezocht. Tijdens het terreinbezoek is zoveel mogelijk concrete informatie verzameld met betrekking tot de aan- of afwezigheid van beschermde soorten (zicht- en geluidswaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van pootafdrukken, nesten, holen, uitwerpselen, haren, etc). Ook is op verschillende plaatsen binnen beide plangebieden met een steeknet de oeverzone van de Waal bemonsterd. Op basis van terreinkenmerken is beoordeeld of het terrein geschikt is voor de in de regio voorkomende beschermde soorten. Expert judgement De quick scan is een momentopname en kan slechts in beperkte mate uitsluitsel geven over de afwezigheid van soorten. De quick scan betreft geen veldinventarisatie. Een veldinventarisatie omvat verscheidene opnamerondes die seizoensgebonden zijn en volgens standaardmethoden worden uitgevoerd. Daarom is expert judgement nodig om de geschiktheid van het plangebied voor mogelijk voorkomende soorten te beoordelen. Als de beschikbare gegevens onvoldoende houvast bieden om tot een goed beoordeling te komen, zal dit expliciet worden aangegeven. 1.3 Het plangebied De Waalkade ligt aan de zuidrand van gemeente Tiel langs de Waal. Het grootste deel van deze locatie bestaat uit parkeerterrein zonder opgaande beplanting. De twee planlocaties liggen beide binnen de Waalkade. De haven bevindt zich aan de oostzijde en de nieuwe horecavoorziening (-bestemming) bevindt zich aan de zuidwestelijke hoek van de Waalkade. Het gebied vormt de harde overgang tussen het stedelijke gebied en het open landelijke gebied van de Waal en de uiterwaarden aan de overzijde van de rivier. Op de volgende pagina is een luchtfoto van Google Earth opgenomen met daarop beide locaties aangegeven. Op pagina 21 en 31 zijn afbeeldingen opgenomen van de beide planlocaties. 9

138 Afbeelding 1. Ligging plangebieden horecavoorziening Veerweg (Waalkade) en haven. Bron: Google Earth 1.4 Voorgenomen ingreep Het zuidwestelijk hoekje van de Waalkade zal een horecabestemming krijgen. Momenteel bestaat deze locatie uit verharde steenhelling en parkeerruimte. Op dit moment staat de huidige snackbar in de noordwesthoek van de Waalkade. Het aantal ligplaatsen in de haven van Tiel zal worden uitgebreid zodat het plaats biedt voor maximaal 24 woonschepen. Momenteel liggen er ongeveer tien woonschepen. Een groot deel van de ruimte waar de woonschepen komen te liggen is momenteel in gebruik als ligplaats voor diverse type schepen. Langs de haven bevindt zich een groenstrook met opgaande beplanting. Deze strook ligt vlak buiten de plangrens. 10

139 De effecten op beschermde soorten zijn beoordeeld op basis van de voorgenomen ingreep. Uitgangspunt hiervoor zijn: Deze ingreep kan omschreven worden als ingreep in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. De ingreep wordt mogelijk uitgevoerd volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode. Voor het uitvoeren van de ingreep geldt een vrijstelling van soorten in tabel 1 (zie Bijlage 1). De gedragscode van de gemeente Tiel is ten tijde van het voorliggende rapport nog in de goedkeuringsprocedure. Een ontwerpgoedkeuringsbesluit is bekendgemaakt op 2 augustus Het definitieve goedkeuringsbesluit wordt binnenkort verwacht. 1.5 Effecten Mogelijke relevante effecten op beschermde gebieden en soorten De volgende mogelijke effecten worden in dit rapport beschreven en hieronder toegelicht: - Verlies van areaal / biotoop. - Verstoring door licht gedurende de werkzaamheden. - Verstoring door licht in de gebruiksfase. - Samenhang / versnippering. Ruimtebeslag van de ingreep Het project voor de horecavoorziening en de herinrichting van de haven zullen geen ruimtebeslag opleveren binnen het Natura en EHS-gebied. Mogelijk wel voor beschermde soorten. Verstoring door licht tijdens de werkzaamheden Het gebruik van sterke verlichting in de avonduren en nacht kan leiden tot verstoring van vogels en vleermuizen. In het voorliggende rapport wordt aan dit onderdeel aandacht besteed. Toekomstig gebruik In het kader van toekomstig gebruik is ook het element licht van belang. Verstoring door licht wordt in de voorliggende rapportage getoetst. Samenhang / versnippering De beide plangebieden liggen aan de rand van het beschermde gebied en zijn (zeer) beperkt van oppervlakte. De ontwikkeling van beide locaties zal niet leiden tot aantasting van de samenhang of tot versnippering van de Waal. Voor beschermde soorten kan mogelijk versnippering optreden. 11

140 Geen relevante effecten Ten aanzien van de volgende parameters worden op voorhand geen relevante effecten op beschermde soorten verwacht: - Trillingen - Emissies van schadelijke stoffen - Grondwater - Verkeersintensiteiten buiten het plangebied - Recreatie - Beweging - Geluid Trillingen De aard van de voorgenomen ingrepen (uitbreiding haven en realisatie horecavoorziening) veroorzaakt geen trillingen met enige effecten op beschermde soorten. Ook heiwerkzaamheden die voor de horecavoorziening zou moeten plaatsvinden zijn naar verwachting niet verstorend op beschermde soorten op grond van de afstand van de locatie ten opzichte van broed- en andere verblijfplaatsen. Emissies De beoogde ingrepen zullen niet leiden tot veranderingen stikstofbelasting, fosfaatbelasting en voedingsstoffen in wateren. Effecten als gevolg van emissie van schadelijk stoffen worden in dit rapport daarom niet nader besproken. Grondwater De beoogde ontwikkeling zal niet leiden tot veranderingen in de grondwaterhuishouding. Effecten met betrekking tot de grondwaterhuishouding worden in dit rapport daarom niet nader besproken. Verkeersintensiteiten buiten de beide plangebieden, beweging Beide locaties liggen aan de rand van de stad, in directe nabijheid van een drukke ontsluitingsweg (Binnenhoek). De horecavoorziening ligt op de Waalkade, waar veel recreatief verkeer reeds aanwezig is (ook s avonds). De locatie Haven ligt langs een relatief rustige ontsluitingsroute, maar de uitbreiding betreft ligplaatsen voor een beperkt aantal woonboten. Het ligt niet voor de hand dat de uitbreiding van de haven en de nieuw te bouwen horecavoorziening tot een sterke toename van de hoeveelheid (gemotoriseerd) verkeer zal leiden met verstorende effecten op beschermde soorten. Recreatie en geluid Aangezien de locatie voor de horecavoorziening reeds intensief recreatief wordt gebruikt, is het niet aannemelijk dat deze ingreep zal leiden tot een sterke toename van aantallen recreanten wat mogelijk kan leiden tot verstoring van beschermde soorten. Hieruit volgt hetzelfde voor de parameter geluid. Ook de uitbreiding van de haven zal vanuit recreatief oogpunt geen waarneembare verstorende effecten veroorzaken. Het grotere aantal woonschepen zal geen 12

141 geluidsverstoring veroorzaken dat een negatief effect kan hebben op beschermde soorten. Deze parameters zijn in de studie verder buiten beschouwing gelaten. 1.5 Bronnenonderzoek Het plangebied Haven ligt in het kilometerhok x:158 / y:433. Een eerste indruk van mogelijk aanwezige beschermde soorten geeft het Natuurloket ( zie tabel 1.1). Het plangebied beslaat minder dan 7% van het kilometerhok waarvan brongegevens beschikbaar zijn. Het plangebied Horecavoorziening Veerweg ligt in het kilometerhok x:158 / y:432. Een eerste indruk van mogelijk aanwezige beschermde soorten geeft het Natuurloket ( zie tabel 1.1). Het plangebied beslaat minder dan 3% van het kilometerhok waarvan brongegevens beschikbaar zijn. Het plangebied heeft een beperkte betekenis voor de binnen de regio voorkomende of mogelijk voorkomende soorten. Het aantal op Natuurloket genoemde soorten is niet representatief voor het plangebied. Bijlage 4 geeft een overzicht van de beschikbare gegevens van de kilometerhokken bij het Natuurloket. Om een zo goed beeld te krijgen van in de regio voorkomende beschermde soorten is gebruik gemaakt van openbaar toegankelijke en betrouwbare bronnen, waaronder verspreidingsatlassen, recente artikelen en internetsites (zie literatuurlijst). Verder is gebruik gemaakt van de gebundelde gegevens die in de Natuurwaardenkaart Tiel (Koopman et al., 2006) zijn opgenomen. 13

142 14

143 2 Effecten op flora en fauna 2.1 Flora Huidige functie plangebied voor beschermde planten In de gemeente Tiel komen voor zover bekend de volgende strikter beschermde soorten (Tabel 2 Flora- en faunawet) planten voor: tongvaren, steenbreekvaren, rapunzelklokje, wilde marjolein, klein glaskruid en veldsalie, die in het plangebied mogelijk geschikt habitat vinden (Koopman 2006). Binnen het kilometerhok is het voorkomen van tongvaren bekend (Natuurloketabonnement, 2007). Tijdens het veldbezoek zijn op de locatie voor de horecavoorziening geen beschermde soorten waargenomen (tabel 2.1). De Waalkade en haar steenhellingen zijn voornamelijk begroeid met algemene ruige plantensoorten die regelmatige inundatie met rivierwater overleven. Meest voorkomend zijn rietgras, vijfvingerkruid en bijvoet. In de noordwesthoek ligt een klein strandje met rietbegroeing. Op hogere delen van de Waalkade groeit veel Engels raaigras, witte klaver en smalle weegbree. Er zijn twee typische rivierbegeleidende soorten aangetroffen: bieslook en late stekelnoot. Beide soorten zijn niet beschermd of bedreigd. De haven heeft ruiger begroeide steenhellingen dan de Waalkade. Er zijn geen beschermde soorten aangetroffen. Incidenteel staan er rivierbegeleidende soorten als wit vetkruid, muurpeper, wede, bieslook, hertsmunt en sikkelklaver. Op het zuidelijke deel van de locatie van de oostelijke havendam staat een opgaande vegetatie bestaande uit diverse wilgsoorten, populier en es. Op de noord-westpunt van de locaties staan tevens een aantal wilgen. De zuidkant van de Haven wordt gevormd door een meters hoge bakstenen kademuur. Zeldzame of beschermde muurplanten zijn daar niet aanwezig. Op grond van de aangetroffen vegetaties en terreinkenmerken worden geen andere beschermde soorten verwacht. Effecten en verbodsbepalingen De ingreep zal naar verwachting niet leiden tot vernietiging van groeiplaatsen van beschermde plantensoorten. Er worden als gevolg van de ingreep geen verbodsbepalingen overtreden. 2.2 Vissen Huidige functie plangebied voor beschermde vissen Rivierdonderpad is uit de regio bekend en zou op grond van de aanwezige watertypen in de haven kunnen voorkomen: (Koopman et al., 2006). De stenige oevers langs de horecavoorziening vormen ook geschikt habitat. Tijdens het veldbezoek zijn met behulp van het steeknet geen beschermde soorten waargenomen. Rivierdonderpad wordt op grond van het aanwezige stenige onderwaterbiotoop bij alle stortsteenoevers en krib in beide plangebieden verwacht (tabel 2.2). De wateren in het plangebied maken onderdeel uit van het leefgebied van de deze soort. Ten opzichte van 15

144 het in de omgeving aanwezige vergelijkbare biotoop hebben de haven en de oevers langs de horecavoorziening geen speciale betekenis binnen het leefgebied. Bij uitvoering van de werkzaamheden kan rekening worden gehouden met de aanwezigheid van deze soort. Hiervoor worden aanbevelingen gedaan in 5.4. Effecten en verbodsbepalingen De ingreep zal naar verwachting leiden tot een tijdelijk beperkt verlies van leefgebied en een tijdelijke vernietiging van voortplantingsgebied van rivierdonderpad in de haven. Het betreft de verbodsbepalingen in artikel 11. De ingreep heeft geen negatieve invloed op de gunstige staat van instandhouding van rivierdonderpad, omdat de ingreep te beperkt is en het aantal dieren dat hiermee gemoeid waarschijnlijk relatief klein is en de dieren tijdens werkzaamheden naar rustiger water kunnen uitwijken. Ook is de invloed slechts tijdelijk van aard. De voorgenomen ingreep zal naar verwachting niet leiden tot verstoring (met wezenlijke invloed), omdat de verstoring slechts tijdelijk is en de vissen gemakkelijk naar ander water kunnen vluchten. Aangenomen wordt dat de realisatie van de horecavoorziening niet de stortsteenoevers zal beïnvloeden. Bij herinrichting van de haven met meer oppervlakte stortsteen-onderwatertaluds (nieuw habitat) kan op termijn zelfs positieve effecten opleveren voor rivierdonderpad. In de definitieve planvorming dient rekening te worden gehouden met het voorkomen van rivierdonderpad. In 5.4 zijn mitigerende maatregelen opgenomen om de schade aan deze soort te verminderen of te voorkomen. Tabel 2.2 Te verwachten effecten op beschermde soorten vissen Soort Voorkomen Effecten Overtreding Rivierdonderpad Mogelijk tijdelijk verlies areaal, vernietiging verblijfplaatsen verbodsbepalingen artikel Amfibieën Huidige functie plangebied voor amfibieën De volgende soorten amfibieën zijn uit de regio bekend en zouden op grond van de aanwezige watertypen en landbiotoop in het plangebied kunnen voorkomen: bruine kikker, gewone pad (Koopman et al., 2006). Tijdens het veldbezoek zijn geen amfibieën waargenomen. Het rivierwater in beide plangebieden heeft geen functie als voortplantingswater, andere voortplantingswateren ontbreken. De strook beplanting langs de haven kan een functie als land- of winterbiotoop hebben voor algemene soorten zoals bruine kikker en gewone pad. De delen van deze groenstrook die s winters overstromen hebben geen functie als wintergebied. Beide planlocaties hebben geen functie als leefgebied van groot belang voor algemeen voorkomende amfibieën. Beide planlocaties hebben geen betekenis voor strikt beschermde soorten. 16

145 Effecten en verbodsbepalingen De ingreep kan naar verwachting leiden tot een beperkt verlies van leefgebied van algemeen voorkomende soorten amfibieën (Tabel 1 Flora- en faunawet). Dit heeft geen negatieve invloed op de gunstige staat van instandhouding, omdat het aantal dieren dat hiermee gemoeid zal zijn erg klein is. Voor soorten van Tabel 1 geldt een vrijstelling in het kader van ruimtelijke ontwikkeling. In de definitieve planvorming dient rekening te worden gehouden met het voorkomen van amfibieën. In 5.4 zijn in het kader van de zorgplicht maatregelen opgenomen om de schade aan deze soorten te verminderen of te voorkomen. Tabel 2.3 Te verwachten effecten op beschermde soorten amfibieën Soort Voorkomen Effecten Overtreding verbodsbepalingen Bruine kikker Mogelijk verlies areaal geen Gewone pad Mogelijk verlies areaal geen 2.4 Reptielen Huidige functie plangebied voor reptielen In de omgeving van Tiel komen geen reptielen voor. 2.5 Grondgebonden zoogdieren Huidige functie plangebied voor zoogdieren Er zijn geen strikt beschermde soorten zijn uit de regio bekend en zouden op grond van de aanwezige houtwal en opgaande vegetatie bij de haven kunnen voorkomen: (Koopman et al., 2006). Bij de locatie van de horecavoorziening worden geen strikt beschermde soorten grondgebonden zoogdieren verwacht anders dan incidenteel langsvliegende vleermuizen. Tijdens het veldbezoek zijn geen (sporen van) strikt beschermde soorten waargenomen. De bosschages en de rommelige bermen bij de haven zijn geschikt als leefgebied voor algemeen voorkomende soorten zoogdieren zoals huisspitsmuis en bosmuis. De locatie van de horecavoorziening is geheel ongeschikt voor grondgebonden zoogdieren. Bij uitvoering van de werkzaamheden kan rekening worden gehouden met de aanwezigheid van minder strikt beschermde soorten grondgebonden zoogdieren. Hiervoor worden aanbevelingen gedaan in 5.4. Effecten en verbodsbepalingen De ingreep kan naar verwachting leiden tot een beperkt verlies van leefgebied algemeen voorkomende soorten muizen (Tabel 1 Flora- en faunawet). Dit heeft geen negatieve invloed op de gunstige staat van instandhouding van deze soorten, omdat de ingreep te beperkt is. De voorgenomen ingreep zal naar verwachting niet leiden tot verstoring (met wezenlijke invloed), omdat de verstoring slechts tijdelijk is en de dieren gemakkelijk naar 17

146 ander plek kunnen vluchten. Voor soorten van Tabel 1 geldt een vrijstelling in het kader van ruimtelijke ontwikkeling. Tabel 2.5 Te verwachten effecten op beschermde soorten zoogdieren. Soort Voorkomen Effecten Overtreding Algemene soorten muizen Mogelijk verlies areaal, vernietiging verblijfplaatsen verbodsbepalingen artikel Vleermuizen Voorkomen en functie plangebied De volgende beschermde soorten vleermuizen zijn uit de regio bekend en zouden in het plangebied kunnen voorkomen: gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis, watervleermuis (Koopman et al., 2006). Bij de locatie van de horecavoorziening worden geen strikt beschermde soorten grondgebonden zoogdieren verwacht anders dan incidenteel langsvliegende vleermuizen. Tijdens het veldbezoek zijn geen soorten waargenomen, het veldbezoek heeft overdag plaatsgevonden. Langs de rand van de haven bevindt zich een rand met opgaande beplanting van bomen en struiken. Deze strook is geschikt als foerageergebied voor bijvoorbeeld de algemeen voorkomende gewone dwergvleermuis. De westzijde van de haven is door deze groenstrook relatief beschut. Soorten als gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en meervleermuis kunnen (incidenteel) foeragerend worden aangetroffen. Aanwezige individuen hebben dan wel enige tolerantie voor de verlichting vanaf de bestaande boten, omliggende gebouwen en straatverlichting. Verblijfplaatsen worden niet verwacht op grond van de geringe leeftijd van de bomen. De betekenis van het groenstrook voor vleermuizen is echter vrij beperkt als gevolg van de vrij geïsoleerde ligging en de beperkte omvang. Effecten en verbodsbepalingen Indien de groenstrook bij de haven deels of geheel verdwijnt, kan de ingreep naar verwachting leiden tot een beperkt verlies van jachtgebied van vleermuizen. Dit heeft geen negatieve invloed op de gunstige staat van instandhouding, omdat het aantal dieren dat hiermee gemoeid is relatief klein is en de invloed slechts tijdelijk van aard is. Het foerageergebied heeft geen belangrijke betekenis voor vleermuizen. Er vindt dan ook geen overtreding van verbodsbepalingen plaats. De voorgenomen ingreep zal naar verwachting niet leiden tot verstoring met wezenlijke invloed. In de definitieve planvorming dient rekening te worden gehouden met het voorkomen van vleermuizen. In 5.4 zijn mitigerende maatregelen opgenomen om de schade aan deze soorten te verminderen of te voorkomen. 18

147 Tabel 2.6 Te verwachten effecten op beschermde soorten vleermuizen. Soort Voorkomen Effecten Overtreding Vleermuizen Mogelijk Mogelijk beperkt verlies oppervlakte jachtgebied verbodsbepalingen geen 2.7 Vogels Voorkomen en functie In de beide planlocaties kunnen betrekkelijk algemene soorten broedvogels van stedelijk gebied worden verwacht. Volgens de broedvogelgegevens uit de database van het Natuurloket-abonnement (Koopman et al., 2006) en de broedvogelatlas (SOVON, 2002) komen in de regio de volgende broedvogels van de Rode Lijst voor, waarvoor in of nabij het plangebied mogelijk geschikt broedhabitat voorkomt: grauwe vliegenvanger, gele kwikstaart, graspieper en spotvogel. Beide plangebieden hebben geen betekenis voor winter-/watervogels. Er zijn geen soorten van de Rode Lijst tijdens het veldbezoek waargenomen. Daarnaast zijn algemene soorten waargenomen, zoals wilde eend en tamme ganzen. Tijdens het veldbezoek is gezocht naar nestplaatsen in rietkraagjes, struiken en bomen. Er zijn geen nesten of broedplaatsen gevonden. Het is niet uitgesloten dat één of meerdere van de bovengenoemde Rode lijstsoorten sporadisch in de bos- en struweelrijke rand langs de haven broeden. Deze soorten hebben geen nesten die jaarrond als beschermde verblijfplaatsen worden beschouwd. Het plangebied fungeert voor broedvogels als onderdeel van het leefgebied zonder groot belang vanwege de stedelijke karakter van de locatie en de hoeveelheid menselijke verstoring. De ingreep kan naar verwachting leiden tot een zeer beperkt verlies van leefgebied. Dit heeft geen negatieve invloed op de gunstige staat van instandhouding van wilde eend, omdat het aantal dieren dat hiermee gemoeid is relatief klein is. De voorgenomen ingreep zal naar verwachting niet leiden tot verstoring (met wezenlijke invloed) van de wilde eend, omdat de verstoring slechts tijdelijk is en de dieren gemakkelijk naar andere locatie kunnen vluchten. In de definitieve planvorming dient rekening te worden gehouden met het voorkomen van broedvogels. In 5.4 zijn mitigerende maatregelen opgenomen om de schade aan deze soorten te verminderen of te voorkomen. Tabel 2.7 Te verwachten effecten op beschermde soorten vogels. Soort Voorkomen Effecten Overtreding wilde eend zeker tijdelijk verlies beperkt areaal leefgebied Enkele Rode lijst vogelsoorten mogelijk mogelijk verlies beperkt areaal leefgebied verbodsbepalingen geen geen 19

148 2.8 Beschermde soorten ongewervelden Huidige functie plangebied voor beschermde ongewervelden Rivierrombout is bekend langs de Waal en kan op grond van de aanwezige biotopen (rivieroevers) in of nabij het plangebied mogelijk voorkomen (Koopman et al., 2006). Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde soorten ongewervelden waargenomen. Voor de beschermde rivierrombout ontbreken geschikte strandjes in de haven en langs de horecavoorziening waarop larven kunnen uitsluipen. Van de soort zijn daarom hooguit incidenteel volwassen dieren te verwachten rond de havendam. Echter, er zijn (nog) geen waarnemingen bekend van deze soort op het traject van de Waal ter hoogte van Tiel. De betekenis van beide plangebieden voor beschermde soorten ongewervelden is beperkt. Effecten en verbodsbepalingen Als gevolg van de ingreep worden geen effecten op beschermde ongewervelden verwacht, de gunstige staat van instandhouding is voor de genoemde soort niet in het geding. 20

149 3 Effecten Natura Invloedsfeer van het project Beide planlocaties bevinden zich langs de rand van het beschermde gebied Uiterwaarden Waal. De invloedsfeer van de beide projecten reikt met een beperkte afstand in het beschermde gebied. De invloed betreft met name het aspect licht. Verder is het aanvullende aspect openheid voor de locatie voor de horecavoorziening aan de orde. Figuur 3.1 Mogelijke invloedsfeer van een project ten op zicht van een Natura-2000 gebied. Bron: LNV, Voor het project Haven en Realisatie Horecavoorziening is figuur B in de bovenstaande figuur van toepassing: ligt buiten het Natura-2000 gebied, de invloedsfeer reikt tot in het Natura 2000-gebied. Foto 3.2 Locatie horecavoorziening links achter. Het voetveer Hendrikus meert aan. 21

150 3.2 Ligging plangebieden en ligging N2000-gebied Beide plangebieden grenzen aan het beschermde gebied Uiterwaarden Waal. De onderstaande afbeelding geeft een deel van het beschermde gebied weer, ter hoogte van de plangebieden. Afbeelding 3.3 Ligging beschermd gebied Uiterwaarden Waal (blauw) ten opzichte van de twee plangebieden (rood omlijnd). 3.3 Relevante soorten Waal Uiterwaarden Waal is binnen het conceptaanwijzingsbesluit (oftewel gebiedsdocument) aangewezen voor de volgende habitattypen en soorten: Habitattypen H3270 Slikkige rivieroevers H6510 Glanshaver- en vossenstaarthooilanden H91E0 Vochtige alluviale bossen Habitatrichtlijnsoorten H1166 Kamsalamander 22

151 Vogelrichtlijnsoorten A005 Fuut n A391 Aalscholver n A026 Kleine zilverreiger n A037 Kleine zwaan n A041 Kolgans n A043 Grauwe gans n A045 Brandgans n A050 Smient n A051 Krakeend n A054 Pijlstaart n A056 Slobeend - n A059 Tafeleend - n A061 Kuifeend - n A068 Nonnetje - n A103 Slechtvalk - n A119 Porseleinhoen - b A122 Kwartelkoning - b A125 Meerkoet - n A142 Kievit - n A156 Grutto - n A160 Wulp - n Ambtelijk voorstel vanuit Nederland voor het aanvullen van de database van de Europese Commissie (Brussel): H6120 Stroomdalgraslanden A197 Zwarte stern - b Voor een b soort heeft Uiterwaarden Waal een drempeloverschrijdende betekenis als broedgebied. Drempeloverschrijdend houdt in dat meer dan 1% van de Noordwest- Europese/West-Siberische populatie van de soort broedt in Uiterwaarden Waal. Voor een n soort heeft Uiterwaarden Waal een drempeloverschrijdende betekenis als overwinteringsgebied of rustplaats. Concept-instandhoudingsdoelen Voor de verschillende habitatypen en soorten zijn concept-instandhoudingsdoelen opgesteld (bekendgemaakt 5 december 2005). In bijlage 1 staat een overzicht van deze doelen. Daarnaast zijn enkele aanvullende doelen opgesteld voor de volgende habitats en soorten: Habitattypen H6120 *Kalkminnend grasland op dorre zandbodem H91E0 *Bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno- Padion, Alnion incanae, Salicion albae) Soorten H1095 Zeeprik H1099 Rivierprik H1102 Elft H1106 Zalm H1145 Grote modderkruiper H1166 Kamsalamander (binnen het huidige vogelrichtlijngebied). H1337 Bever A156 Grutto 23

152 Ambtelijk voorstel vanuit Nederland voor het verwijderen uit de database van de Europese Commissie (Brussel): H1095 Zeeprik H1099 Rivierprik 3.4 Habitattypen De ingreep vindt plaats buiten het Natura 2000 gebied. Er is dus geen sprake van directe aantasting van beschermde habitattypen. De voor de verschillende habitattypen geformuleerde doelen zijn gericht op uitbreiding en behoud van kwaliteit, deze worden niet door de ingreep beïnvloed. De beschermde habitattypen zijn onder andere afhankelijk van bodem, grondwater, het waterbeheer, de waterkwaliteit en het gevoerde vegetatiebeheer. De huidige situatie mag daarbij als randvoorwaarde worden gesteld. Daar deze situatie met betrekking tot deze belangrijke parameters niet verandert, worden geen effecten met betrekking tot de geformuleerde instandhoudingsdoelen voorzien. Habitattypen zijn niet gevoelig voor de in het kader van de ingreep belangrijke parameter verlichting. De achter de haven gelegen Kleine Willemspolder ondervindt geen hinder van verlichting. De haven en de Kleine Willemspolder worden door een opgaande houtwal gescheiden. Het is niet aannemelijk dat verlichting de zijde van de Polder kan bereiken. Ook is de afstand vanaf de beide projectlocaties tot de overzijde van de Waal (ook beschermde uiterwaarden) te ver om eventueel indirect effect te hebben. 3.5 HR Amfibieën De herinrichting van beide projectlocaties heeft geen effect op de kamsalamander, noch op zijn instandhoudingsdoelen. De soort komt naar verwachting niet voor in de uiterwaarden aan weerszijden van de beide plangebieden. Mogelijk komt de soort voor in de Wamelse Uiterwaarden aan de overzijde van de rivier, dit is momenteel niet bekend. De afstand is in dat geval ook te groot om enig indirect effect te kunnen hebben. Er zijn verder in de nabije omgeving van Tiel geen waarnemingen van kamsalamander bekend in de database van RAVON (RAVON, 2005). 3.6 HR - Vissen Over verspreiding van vissoorten in de Waal ter hoogte van Tiel is weinig bekend. Gezien hun ecologie worden zeeprik, rivierprik, zalm en grote modderkruiper niet verwacht met vaste voortplantings- of verblijfplaatsen in de haven. De soorten kunnen er wel langs migreren. Uit de wateren binnen de Kleine Willemspolder zijn geen waarnemingen met betrekking tot vissen bekend. Mogelijk zijn tijdelijk beperkte effecten 24

153 te verwachten als gevolg van het tijdelijk verlies aan leefgebied en voortplantingsplaatsen. Dit is echter verwaarloosbaar. 3.7 HR - Zoogdieren Er zijn geen waarnemingen bekend van de bever ter hoogte van Tiel. Aangenomen wordt dat de soort niet aanwezig is, potentieel habitat ontbreekt tevens. Effecten zijn dan ook niet te verwachten. 3.8 VR - Vogels Binnen beide planlocaties worden geen broedende of overwinterende (water)vogels verwacht die zijn opgenomen als relevante soort in het concept-aanwijzingsbesluit voor de Waal. Indirect zijn ook geen effecten te verwachten op locaties waar deze vogels in kunnen verblijven, zoals de Kleine Willemspolder en de Wamelse Uiterwaarden. De directe invloedsfeer van de parameter verlichting reikt niet zover (minder dan circa twintig meter). Bovendien bevindt zich tussen de Kleine Willemspolder en de haven een houtwal. Zolang geplande verlichting bij de nieuw te bouwen horecavoorziening niet veel sterker is dan de huidige mate van verlichting op de Waalkade, zullen over de Waal langstrekkende vogelsoorten hiervan geen hinder ondervinden. 3.9 Natuurlijke kenmerken Openheid Beide planlocaties grenzen aan het Natura 2000-gebied. Er vindt op één planlocatie verandering van openheid plaats, namelijk op de planlocatie van de horecavoorziening op de Waalkade. Door de relatief open ligging van de locatie horecavoorziening in het omringende landschap op circa 200 meter van de dichtstbijzijnde aaneengesloten bebouwing van Tiel zijn mogelijk effecten op het aspect openheid te verwachten voor het Natura 2000-gebied. Dit aspect is in hoofdstuk 4 Effecten EHS nader besproken. Samenhang / versnippering De beide plangebieden liggen aan de rand van het beschermde gebied en zijn (zeer) beperkt van oppervlakte. De ontwikkeling van beide locaties zal niet leiden tot aantasting van de samenhang of tot versnippering van de Waal. 25

154 26

155 4 Effecten EHS 4.1 Natuurdoeltypen De voorgenomen ingrepen vindt plaats buiten de EHS. Als gevolg van het ruimtebeslag van de ingrepen zal geen directe aantasting van de EHS plaatsvinden en ook niet tot direct tot verlies van oppervlak voor natuurdoeltypen. 4.2 Natuurlijke kenmerken Een volledig overzicht van de natuurlijke kenmerken voor het Gelderse rivierengebied en de Waal zijn opgenomen in Bijlage 3 (Provincie Gelderland, 2006). Hieronder wordt met name ingegaan op de relevante kenmerken. Samenhang en uitwisseling De voorgenomen ingrepen vinden plaats buiten de EHS aan de rand van de bebouwingskern van Tiel. Als gevolg van de ingreep zullen geen veranderingen optreden ten aanzien van uitwisselingsmogelijkheden voor planten en dieren binnen de EHS. Openheid Als gevolg van de realisatie van de horecavoorziening wordt de parameter openheid aangetast. In de huidige situatie bevindt zich geen gebouw op de planlocatie. Op de Waalkade bevindt zich één gebouw, namelijk de snackbar langs de Binnenhoek. De Waalkade is momenteel zeer open van karakter, ondanks de ligging in de nabijheid van de bebouwing van Tiel. De grens van de stedelijke bebouwing bevindt zich aan de noordzijde van de Binnenhoek. De afstand tussen de dichtstbijzijnde aaneengesloten bebouwing en het plangebied betreft circa 200 meter. De Waalkade steekt als een plat vlak uit in de rivier, en past daarom in de landschappelijke openheid van het omringende landschap. Het nieuw te bouwen pand op de hoek van de Waalkade met de rivier wordt dus geprojecteerd op de rand van het beschermde gebied in een volledig open ruimte. Het kan daarom als dissonant in de openheid van het landschap worden opgevat. Voorbeeld als dissonant in een open omgeving is de radarpost van Rijkswaterstaat in de Kleine Willemspolder op de hoek van het Amsterdam-Rijnkanaal en de Waal. Het aspect openheid voor de horecavoorziening zal nog nader moeten worden getoetst omdat inrichtingsschetsen nog niet bekend zijn. Als gevolg van de realisatie van de haven wordt de parameter openheid niet aangetast. 27

156 Voedselrijkdom De beoogde ingrepen zullen niet leiden tot veranderingen in de stikstofbelasting, fosfaatbelasting en voedingsstoffen in wateren waardoor mogelijk de doelstellingen voor het beschermde gebied in gevaar kunnen komen. Dynamiek en kwel De beoogde ontwikkelingen zullen niet leiden tot veranderingen in de grondwaterhuishouding, dynamiek van de rivier en kwelstromen. Donkerte Het aspect verlichting zal geen effecten opleveren indien niet (veel) meer lichtbronnen worden geplaatst ten opzichte van de huidige situatie. Ook geldt dat in de bouwperiode rekening moet worden gehouden met het aspect verlichting. Dit aspect is in paragraaf 2.6 nader toegelicht. Overige kenmerken Als gevolg van de herinrichting van de haven verandert niets aan de natuurlijke kenmerken van het beschermde gebied. De herinrichting vindt plaats binnen de huidige haven, waarbij het huidige karakter bewaard blijft. 28

157 5 Conclusies en aanbevelingen 5.1 Flora- en faunawet: conclusies ten aanzien van ontheffingsaanvraag Bij werkzaamheden aan de stortsteenoevers (vergraven, bijstorten) zal rekening moeten worden gehouden met de beschermde rivierdonderpad. Andere beschermde planten zijn niet aangetroffen. Aanbevelingen zijn opgenomen in paragraaf 5.4. Bij het verwijderen van de beplanting langs de haven moet rekening worden gehouden met het broedseizoen. In de beplanting zijn algemene broedvogels aangetroffen. De bermen en bossages bij de haven hebben betekenis voor algemene soorten amfibieën en zoogdieren. Voor deze soorten geldt een vrijstelling ten aanzien van ruimtelijke ingrepen en bestendig beheer en onderhoud. Als gevolg van de ingreep wordt geen afbreuk gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de aangetroffen beschermde soorten. Ontheffing Flora- en faunawet In de onderstaande tabel zijn de zeker of mogelijk in het plangebied voorkomende strikt(er) beschermde soorten opgenomen waarvoor een ontheffingsaanvraag ex artikel 75 van de Flora- en faunawet aan de orde is. Aangegeven is tevens welke verbodsbepalingen worden overtreden. Hierbij is er van uitgegaan dat de mitigerende en compenserende maatregelen zoals verwoord in de volgende paragraaf zullen worden uitgevoerd. Tabel 5.1 Strikter beschermde soorten in het plangebied, overtredingen Flora- en faunawet Soort Voorkomen Verbodsbepaling Ontheffing nodig? Rivierdonderpad mogelijk artikel 11 gedragscode of: ja, lichte toetsing Nader onderzoek Het uitvoeren van nader veldonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Jurisprudentie Op 13 augustus is een uitspraak gedaan door een Haarlemse rechtbank, waaruit blijkt dat de rechter in een voorlopige voorzieningenzaak twijfelt of de vrijstellingsregeling van de Flora- en faunawet voor ruimtelijke inrichtingsprojecten strijdig is met de Vogel- of Habitatrichtlijn ( AWB en 4923), zie bijlage 5. Voor gemeente Tiel kan deze uitspraak van belang zijn voor de ontheffingsaanvraag voor rivierdonderpad. Deze soort is op de Habitatrichtlijn opgenomen. 29

158 5.2 Natura 2000: conclusies ten aanzien van vergunningsaanvraag Habitattypen en soorten In en in directe nabije omgeving van beide plangebieden zijn geen beschermde habitattypen aangetroffen. In en in directe nabije omgeving van beide plangebieden zijn geen beschermde soorten aangetroffen. Effecten habitattypen De ingreep herinrichting haven en locatie horecavoorziening heeft geen effect op kernopgaven en instandhoudingsdoelen ten aanzien van habitattypen. Effecten natuurlijke kenmerken De aanleg van de horecavoorziening heeft een effect op het kenmerk openheid. Dit aspect is in het kader EHS nader beschreven. De ingreep in de haven zal geen aantasting van natuurlijke kenmerken van het beschermde gebied tot gevolg hebben. Vergunning Naar verwachting treedt mogelijk een negatief effect op op het aspect openheid van het beschermd natuurgebied Uiterwaarden Waal. Dit dient nog nader getoetst te worden aan de hand van een nog op te stellen (definitief) ontwerp. Voor de projectlocatie horecavoorziening wordt mogelijk vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig geacht. Voor de projectlocatie haven wordt geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig geacht. De beoordeling van de noodzaak voor een vergunning ligt bij het bevoegd gezag. 5.3 EHS: conclusies ten aanzien van vergunning De herinrichting van de haven heeft naar verwachting geen effect op de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS. De aanleg van de horecavoorziening heeft een effect op het kenmerk openheid. Dit aspect is niet nader getoetst. Definitieve ontwerpen zijn nog niet beschikbaar. Een vergunning kan aan de orde zijn. 5.4 Aanbevelingen Hieronder worden enkele mitigerende maatregelen aanbevolen, waarmee tevens invulling wordt gegeven aan de eis van zorgvuldig handelen en aan de zorgplicht. Aanbevolen wordt ten behoeve van de definitieve inrichtingschets de rand met struweel en bomen langs de haven in stand te houden. Deze zoom vormt een structuurrijk 30

159 element tussen de rivier en de uiterwaard van de Kleine Willemspolder. Broedvogels van de Rode lijst en vleermuizen kunnen gebruik maken van deze rand. Bij het verwijderen van bomen en/of beplanting dient verstoring van broedvogels te worden voorkomen. Aanbevolen wordt de bomen en/of beplanting buiten het broedseizoen te verwijderen. Het broedseizoen loopt vanaf half maart tot en met augustus. Indien de werkzaamheden binnen dit seizoen zijn gepland kunnen deze worden uitgevoerd indien is vastgesteld dat er met de werkzaamheden geen nesten van broedvogels worden verstoord. Dit kan door voorafgaande aan de uitvoering van de werkzaamheden de bomen en/of beplanting te controleren op nesten. Bij werkzaamheden aan de stortsteen oevers en onderwater-taluds worden geen specifieke maatregelen aanbevolen. Vissen kunnen eenvoudig op eigen kracht vluchten naar vergelijkbare habitats grenzend aan de locaties waar werkzaamheden plaatsvinden. Voor de definitieve inrichting wordt aangeraden om weinig lichtbronnen en lage lichtniveaus toe te passen. Dit om vleermuizen en langstrekkende vogels zo min mogelijk te verstoren. Dit geldt ook voor de bouwfase. Aanbevolen wordt ten behoeve van de definitieve inrichtingschets de horecavoorziening zoveel mogelijk in te passen in het karakter van het rivierenlandschap. Gedacht kan worden aan een laag gebouw van maximaal 1 verdieping, een in de omgeving passende kleurstelling en een op vleermuizen en (trek)vogels afgestemd verlichtingsontwerp. NB: Beide projectlocaties dienen te worden meegenomen in het kader van de aanbevolen toetsing op cumulatieve effecten op het onderdeel licht dat in onze rapportage Oriëntatiefase voor 10 locaties te Tiel is opgenomen. Foto 5.2 Locatie uitbreiding haven. 31

160 32

161 6 Literatuur Abonnement Natuurloket gemeente Tiel, Opgave plantensoorten voor km-hok Backes, C.W., P.J.J. van Buuren & A.A. Freriks (2004). Hoofdlijnen natuurbeschermingsrecht. Sdu Uitgevers, Den Haag. Lensink, R., J. Reitsma, S. Dirksen & J. van der Winden, Ecologische effecten van het structuurmodel Kust (gemeente Lelystad). Rapport , Bureau Waardenburg bv, Culemborg. LNV, Structuurschema Groene Ruimte: het landelijk gebied de moeite waard. Ministerie van LNV, Den Haag. LNV, Besluit Rode lijsten flora en fauna. Ministerie van LNV, Den Haag. LNV, Checklist gewijzigde Natuurbeschermingswet LNV, 2005a. Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten! Ministerie van LNV, Den Haag. LNV, 2005b. Algemene Handreiking Natuurbeschermingswet Ministerie van LNV, Den Haag. LNV, Spelregels EHS. Beleidskader voor compensatiebeginsel, EHSsaldobenadering en herbegrenzen EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Koopman, A.D.G., Natuurwaardenkaart Tiel. Toelichting en kalender. Rapport Bureau Waardenburg bv, Culemborg. Provincie Gelderland, Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur. Streekplanuitwerking. RAVON, Instandhoudingsdoelstelling en analyse Habitatrichtlijngebieden voor kamsalamander. SOVON, Atlas van de Nederlandse broedvogels. Nederlands Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij en EIS-Nederland, Leiden. Woldendorp. H.E., Wetgeving natuurbescherming. Teksten en toelichting. Editie Sdu Uitgevers. Den Haag. 33

162 34

163 Bijlage 1 Wettelijk kader 1.1 Inleiding In deze bijlage worden in het kort het wettelijk kader en de toepassing op ruimtelijke ingrepen en beheer beschreven. Het geeft weer hoe de wettelijke toetsingskaders door Bureau Waardenburg worden gehanteerd bij het opstellen van ecologische beoordelingen. De bescherming van natuur in Nederland is vastgelegd in Europese en nationale wet- en regelgeving, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen soortenbescherming en gebiedsbescherming. De soortenbescherming is in Nederland verankerd in de Flora- en faunawet ( 1.2 van deze bijlage), de gebiedsbescherming in de Natuurbeschermingswet 1998 ( 1.3). Tevens wordt kort ingegaan op de betekenis van Rode lijsten ( 1.4) en de Ecologische Hoofdstructuur ( 1.5) bij ecologische toetsingen. 1.2 Flora- en faunawet 1 Het doel van de Flora- en faunawet is het instandhouden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. De Flora- en faunawet kent zowel een zorgplicht als verbodsbepalingen. De zorgplicht geldt te allen tijde voor alle in het wild levende dieren en planten en hun leefomgeving, voor iedereen en in alle gevallen. De verbodsbepalingen zijn gebaseerd op het nee, tenzij principe. Dat betekent dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten- en diersoorten in principe verboden zijn (zie kader). Verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet (verkort) Artikel 8: Het plukken, verzamelen, afsnijden, vernielen, beschadigen, ontwortelen of op een andere manier van de groeiplaats verwijderen van beschermde planten. Artikel 9: Het doden, verwonden, vangen of bemachtigen of met het oog daarop opsporen van beschermde dieren. Artikel 10: Het opzettelijk verontrusten van beschermde dieren. Artikel 11: Het beschadigen, vernielen, uithalen, wegnemen of verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfsplaatsen van beschermde dieren. Artikel 12: Het zoeken, beschadigen of uit het nest halen van eieren van beschermde dieren. Artikel 13: Het vervoeren en onder zich hebben (in verband met verplaatsen) van beschermde planten en dieren. Artikel 75 bepaalt dat vrijstellingen en ontheffingen van deze verbodsbepalingen kunnen worden verleend. Het toetsingskader is begin 2005 gewijzigd door middel van een Algemene Maatregel van Bestuur, doorgaans aangeduid als de AMvB artikel 75. Er gelden verschillende regels voor werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ingrepen en die in het kader van bestendig gebruik en beheer. 1 Deze paragraaf is in belangrijke mate gestoeld op de brochure Buiten aan het werk? (LNV, 2005a). 35

164 Er bestaan drie beschermingsregimes corresponderend met drie verschillende groepen beschermde soorten, opgenomen in drie bijbehorende tabellen in de LNV- brochure. Tabel 1. De algemene beschermde soorten Voor deze soorten geldt een vrijstelling voor ruimtelijke ingrepen en bestendig gebruik en beheer. Ontheffing ten behoeve van andere activiteiten kan worden verleend, mits de gunstige staat van instandhouding niet in het geding is ( lichte toetsing ). Tabel 2. De overige beschermde soorten Voor deze soorten geldt een vrijstelling voor werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting en van bestendig gebruik en beheer, als op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode wordt gewerkt. Anders is ontheffing noodzakelijk, na lichte toetsing. Tabel 3. De strikt beschermde soorten Dit zijn alle vogelsoorten en de planten- en diersoorten vermeld in Bijlage 4 van de Habitatrichtlijn of in Bijlage 1 van de AMvB artikel 75. Voor bestendig gebruik en beheer geldt ook voor deze soorten een vrijstelling, mits men werkt op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Voor verstoring (met wezenlijke invloed) van deze soorten kan geen vrijstelling of ontheffing worden verkregen. Voor ruimtelijke ingrepen is altijd een ontheffing op grond van artikel 75 van de Flora- en faunawet noodzakelijk. Deze kan worden verleend na een uitgebreide toetsing. De uitgebreide toetsing houdt in dat ontheffing alleen kan worden verleend als: 1. Er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort; 2. Er geen andere bevredigende oplossing voorhanden is; 3. Er sprake is van een in de wet genoemde reden van openbaar belang; 4. Er zorgvuldig wordt gehandeld. Bestendig gebruik, bestendig beheer en onderhoud in de bosbouw en landbouw en uitvoering in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling worden genoemd als openbaar belang. Zorgvuldig handelen betekent het actief optreden om alle mogelijke schade aan een soort te voorkomen, zodanig dat geen wezenlijke negatieve invloed op de relevante populatie van de soort optreedt. Mitigatie (het vermijden of verzachten van negatieve effecten) en compensatie (het aanbieden van vervangend leefgebied) kunnen deel uitmaken van het zorgvuldig handelen. Samenvatting toetsingskader Flora- en faunawet Het toetsingskader van de Flora- en faunawet voor werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting en bestendig gebruik en beheer luidt dus: 1. Komen er soorten uit Tabel 1 voor? Hiervoor geldt een vrijstelling. Alleen de zorgplicht is van toepassing. 2. Komen er soorten uit Tabel 2 voor? Dan geldt een vrijstelling (mits gedragscode) of moet ontheffing worden aangevraagd (lichte toetsing). 3. Komen er soorten uit Tabel 3 voor? Er geldt een vrijstelling voor bestendig gebruik en beheer (mits gedragscode; niet voor art. 10). In overige gevallen is altijd ontheffing nodig (uitgebreide toetsing). 36

165 1.3 Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 (kortweg: Nbwet) vormt de invulling van de gebiedsbescherming van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn en heeft als doel het beschermen en instandhouden van bijzondere gebieden in Nederland. De Nbwet kent verschillende soorten beschermde gebieden. De belangrijkste zijn de Natura gebieden (oftewel Vogel- en Habitatrichtlijngebieden oftewel Speciale Beschermingszones) en de beschermde natuurmonumenten. De aanwijzingsbesluiten van deze gebieden bevatten een kaart en een toelichting, waarin de instandhoudingsdoelstellingen staan verwoord (zie Voor Natura 2000-gebieden dient een beheersplan te worden opgesteld. Daarin staat o.a. welke maatregelen nodig zijn om de natuurdoelen te halen en welk (bestaand en toekomstig) gebruik al dan niet vergunningplichtig is. Projecten en handelingen, die negatieve effecten op Natura 2000-gebieden kunnen hebben en die niet nodig zijn voor of verband houden met het beheer, zijn verboden. Hiervoor kan door het bevoegd gezag (meestal Gedeputeerde Staten, soms de minister van LNV) vergunning worden verleend op grond van artikel 19d. Voor plannen (bij voorbeeld bestemmingsplannen, streekplannen, waterhuishoudingsplannen) geldt dat goedkeuring van het bevoegd gezag op grond van artikel 19j nodig is. Ook activiteiten buiten het Natura 2000-gebied kunnen vergunningplichtig zijn als er negatieve effecten door externe werking kunnen optreden. De vergunning of goedkeuring kan pas worden afgegeven nadat een habitattoets het bevoegd gezag de zekerheid heeft gegeven dat het gebied niet wordt aangetast. Habitattoets In de oriëntatiefase voorheen ook wel voortoets genoemd wordt onderzocht of een plan, project of handeling (kortweg: activiteit ), gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, mogelijk schadelijke gevolgen heeft voor een Natura 2000-gebied en zo ja of deze gevolgen significant kunnen zijn. De gevolgen moeten worden beoordeeld in samenhang met die van andere plannen en projecten ( cumulatieve effecten ). Als er geen effecten zijn, is de kous daarmee af. Als de effecten klein zijn, volgt een verslechterings- en verstoringstoets. Bij mogelijke significante effecten volgt een passende beoordeling. In de verslechterings- en verstoringstoets worden de effecten gespecificeerd. Daarbij hoeft dan niet meer naar cumulatieve effecten te worden gekeken. Het bevoegd gezag beoordeelt of de effecten aanvaardbaar zijn of niet. Aan de vergunning kunnen beperkende voorwaarden (mitigatie en compensatie, zie onder) worden verbonden. 2 Hierbij is in belangrijke mate gebruik gemaakt van de brochure Algemene handreiking natuurbeschermingswet 1998 (LNV, 2005b) 37

166 De passende beoordeling is veel uitgebreider. Op basis van de beste wetenschappelijke kennis dienen de effecten op de habitats en soorten te worden ingeschat, rekening houdende met cumulatieve effecten. Als de passende beoordeling uitwijst dat er slechts beperkte effecten zijn, dan dient vergunning te worden aangevraagd, die wordt verleend indien de effecten aanvaardbaar worden geacht. Als er significante effecten zijn, dan mag vergunning alleen worden verleend als er voldaan is aan alle drie onderstaande ADC-criteria: - Er zijn geen geschikte Alternatieven. - Er is sprake van Dwingende redenen van groot openbaar belang, waaronder redenen van sociale en economische aard. - Er is voorzien in exacte en tijdige Compensatie. Als er sprake is van aantasting van een gebied dat is aangewezen ter bescherming van prioritair natuurlijk habitat of een prioritaire soort, dient eerst door de minister van LNV aan de Europese Commissie advies te worden gevraagd. Bovendien is het aantal redenen van groot openbaar belang beperkt. Het toetsingskader voor beschermde natuurmonumenten is zeer vergelijkbaar, echter de procedure en de speelruimte van het bevoegd gezag wijken op enkele ondergeschikte punten af. Zorgplicht Artikel 19l legt aan iedereen een zorgplicht voor beschermde natuurgebieden op. Deze zorg houdt in ieder geval in dat ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat een handeling nadelige gevolgen heeft, verplicht is die handeling achterwege te laten of, als dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd, eventuele gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. De nadelige handelingen hebben betrekking op de instandhoudingsdoelen in het geval van een Natura 2000-gebied en op de wezenlijke kenmerken in het geval van een beschermd natuurmonument. 1.4 Rode lijsten Rode lijsten zijn geen wettelijke instrumenten, maar zijn sturend voor beleid. Zij dienen om prioriteiten in middelen en maatregelen te kunnen bepalen. Bij het beoordelen van maatregelen en ingrepen kunnen de Rode lijsten echter wel een belangrijke rol spelen. Er zijn nu landelijke Rode lijsten vastgesteld voor paddestoelen, korstmossen, mossen, vaatplanten, platwormen, land- en zoetwaterweekdieren, bijen, dagvlinders, haften, kokerjuffers, libellen, sprinkhanen en krekels, steenvliegen, vissen, amfibieën, reptielen, zoogdieren en vogels (LNV 2004). Een aantal provincies heeft aanvullende provinciale Rode lijsten opgesteld. Van soorten op de Rode lijst moet worden aangenomen dat negatieve effecten van ingrepen de gunstige staat van instandhouding relatief gemakkelijk in gevaar brengen. Waar het beschermde soorten betreft zal er dus extra aandacht aan mitigatie en compensatie moeten worden besteed. Bij niet-beschermde soorten of soortgroepen kunnen op grond van de zorgplicht extra maatregelen worden gevergd. Bij een aantal 38

167 soortgroepen gaat het echter om tientallen of honderden moeilijk vast te stellen soorten, waardoor de waarde voor praktische toepassingen vaak beperkt is. 1.5 Ecologische Hoofdstructuur De Planologische Kernbeslissing (PKB) Structuurschema Groene Ruimte (LNV, 1993) bevat de doelstellingen, de hoofdlijnen en de belangrijkste maatregelen van het nationaal ruimtelijk beleid voor onder meer natuur en landschap. Onderdeel hiervan is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), die bestaat uit een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden verbonden door verbindingszones. De begrenzing van de EHS is een provinciale taak. De Ecologische Hoofdstructuur wordt in provinciale streekplannen uitgewerkt. Ruimtelijke plannen van gemeenten moeten hieraan worden getoetst. De EHS is de afgelopen jaren in gebiedsplannen nader begrensd (vaak op perceelsniveau), waarbij per begrensde eenheid natuurdoeltypen zijn aangewezen. In of in de nabijheid van beschermde natuurgebieden geldt het nee, tenzij -regime. Nieuwe plannen, projecten of handelingen zijn niet toegestaan als zij de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied aantasten. Hiervan kan alleen worden afgeweken als er geen reële alternatieven zijn én er sprake is van redenen van groot openbaar belang. In dat geval moet de initiatiefnemer maatregelen treffen om de nadelige effecten weg te nemen of te ondervangen, en waar dat niet volstaat te compenseren door het realiseren van gelijkwaardige gebieden, liefst in of nabij het aangetaste gebied. Ook financiële compensatie is mogelijk. 39

168 40

169 Bijlage 2 Doelen Uiterwaarden Waal Kernopgaven 3.07 Vochtige alluviale bossen: Vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen en essen- iepenbossen) 91E0_A en 91E0_B uitbreiden mede ten behoeve van bever Grasetende watervogels: Behoud voldoende slaapplaatsen- en foerageerterrein voor ganzen, kleine en wilde zwanen en smienten Plas-dras situaties: Behoud en uitbreiding areaal van plas-dras situaties voor eenden, kwartelkoning, porseleinhoen en steltlopers Droge graslanden: Kwaliteitsverbetering en uitbreiding van stroomdalgraslanden 6120, glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) 6510_A. Instandhoudingsdoelen Habitattypen H3270 Rivieren met slikoevers met vegetaties behorend tot het Chenopodion rubri p.p. en Bidention p.p. Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit. Toelichting De gehele Waal is door zijn relatief hoge dynamiek en lage uiterwaarden de belangrijkste rivier voor het habitattype slikkige rivieroevers, het deel dat is aangewezen onder de Habitatrichtlijn bevat echter slechts een beperkte oppervlakte aan oevers en levert dan ook een kleine bijdrage aan de landelijke instandhoudingdoelstelling. H6120 *Kalkminnend grasland op dorre zandbodem Doel Behoud oppervlakte, behoud kwaliteit locaties waar het habitattype stroomdalgraslanden goed ontwikkeld is en verbetering kwaliteit locaties waar het habitattype stroomdalgraslanden matig ontwikkeld is. Toelichting Het habitattype stroomdalgraslanden komt in een jonge pioniervorm en als soortenrijk grasland voor in de Kil van Hurwenen. De soortenrijkdom van de pionierbegroeiing kan toenemen bij adequaat beheer. H6510 Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) Doel Behoud van oppervlakte en kwaliteit glanshaver- en vossenstaarthooilanden, glanshaver (subtype A). Toelichting De Rijswaard is verreweg het belangrijkste terrein voor dit habitattype langs de Waal en één van de belangrijkste gebieden voor glanshaverhooiland (subtype A) in ons land; bovendien komt het habitattype ook in de Kil van Hurwenen voor. H91E0 *Bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) Doel Behoud van oppervlakte en kwaliteit vochtige alluviale bossen, zachthoutooibossen (subtype A). Toelichting De Waal is door zijn grootte en breedte van de lage uiterwaarden een van de belangrijkste rivieren voor ontwikkeling van zachthoutooibossen (subtype A). Het type komt over een aanzienlijke oppervlakte voor in de Rijswaard (in de luwte van de spoorbrug) en op kleine schaal in de Kil van Hurwenen. 41

170 Soorten H1166 Kamsalamander Doel Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. Toelichting De kamsalamander komt voor in de zuidelijk gelegen Hurwenense Uiterwaarden en in de aan de noordkant gelegen Rijswaard en Heeseltse Uiterwaarden. Het volledige Natura 2000 gebied vormt een belangrijk leefgebied, vooral het traject Weurt-Wamel. Habitattypen H3270 Rivieren met slikoevers met vegetaties behorend tot het Chenopodion rubri p.p. en Bidention p.p. Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit. Toelichting De gehele Waal is door zijn relatief hoge dynamiek en lage uiterwaarden de belangrijkste rivier voor het habitattype slikkige rivieroevers, het deel dat is aangewezen onder de Habitatrichtlijn bevat echter slechts een beperkte oppervlakte aan oevers en levert dan ook een kleine bijdrage aan de landelijke instandhoudingdoelstelling. H6120 *Kalkminnend grasland op dorre zandbodem Doel Behoud oppervlakte, behoud kwaliteit locaties waar het habitattype stroomdalgraslanden goed ontwikkeld is en verbetering kwaliteit locaties waar het habitattype stroomdalgraslanden matig ontwikkeld is. Toelichting Het habitattype stroomdalgraslanden komt in een jonge pioniervorm en als soortenrijk grasland voor in de Kil van Hurwenen. De soortenrijkdom van de pionierbegroeiing kan toenemen bij adequaat beheer. H6510 Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) Doel Behoud van oppervlakte en kwaliteit glanshaver- en vossenstaarthooilanden, glanshaver (subtype A). Toelichting De Rijswaard is verreweg het belangrijkste terrein voor dit habitattype langs de Waal en één van de belangrijkste gebieden voor glanshaverhooiland (subtype A) in ons land; bovendien komt het habitattype ook in de Kil van Hurwenen voor. H91E0 *Bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) Doel Behoud van oppervlakte en kwaliteit vochtige alluviale bossen, zachthoutooibossen (subtype A). Toelichting De Waal is door zijn grootte en breedte van de lage uiterwaarden een van de belangrijkste rivieren voor ontwikkeling van zachthoutooibossen (subtype A). Het type komt over een aanzienlijke oppervlakte voor in de Rijswaard (in de luwte van de spoorbrug) en op kleine schaal in de Kil van Hurwenen. Soorten H1166 Kamsalamander Doel Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. Toelichting De kamsalamander komt voor in de zuidelijk gelegen Hurwenense Uiterwaarden en in de aan de noordkant gelegen Rijswaard en Heeseltse Uiterwaarden. Het volledige Natura 2000 gebied vormt een belangrijk leefgebied, vooral het traject Weurt-Wamel. 42

171 Broedvogels A119 Porseleinhoen Doel Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor herstel lokale populatie van ten minste 10 paren in gunstige jaren ten behoeve van behoud sleutelpopulatie grote rivieren. Toelichting Van oudsher vormen de uiterwaarden van de grote rivieren een belangrijk broedgebied voor de porseleinhoen, met sterk wisselende aantallen. Essentieel is de waterstand in mei juni. Bij omvangrijke inundaties in deze periode vestigen zich enkele tientallen paren. In droge voorjaren worden hooguit enkele paren vastgesteld. Eind 70-er jaren broedden een 10-tal paren in dit deel van de grote rivieren. Belangrijkste deelgebieden waren de Kil van Hurwenen en de Heeseltsche uiterwaarden. Inventarisatiegegevens zijn schaars; in 2000 werden 3 paren vastgesteld. A122 Kwartelkoning Doel Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor behoud huidige sleutelpopulatie van ten minste 30 paren. Toelichting De rijk gestructureerde hooilanden in de rivieruiterwaarden vormen, naast de akkergebieden van het Oldambt, het belangrijkste broedgebied van de kwartelkoning in Nederland. Het afgelopen decennium vormen de uitwaarden van de Waal daarvan een belangrijk deelgebied ( gemiddeld 8 paren en paren (maximaal 33 in 2002)). A197 Zwarte stern Doel Herstel omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor herstel sleutelpopulatie van ten minste 20 paren. Toelichting In de periode werden jaarlijks 5-10 paren zwarte sterns vastgesteld. Niet-broedvogels A005 Fuut Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 800 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen futen zijn niet van nationale of internationale betekenis. Tot 1985 zijn aantallen afgenomen, daarna fluctuerend zonder duidelijke trend. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijk matige staat van instandhouding heeft vooral betrekking op de situatie in het IJsselmeergebied. A391 Aalscholver Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 1500 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen aalscholvers zijn niet van nationale of internationale betekenis. In de jaren tachtig zijn aantallen sterk toegenomen, daarna fluctuerend zonder duidelijke trend. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A026 Kleine zilverreiger Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 2 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen kleine zilverreigers zijn niet van nationale of internationale betekenis. Data zijn nog niet geschikt voor trendanalyse. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. 43

172 A037 Kleine zwaan Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 100 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen kleine zwanen zijn van internationale betekenis. Het aantalsverloop toont een optimum in begin jaren tachtig, daarna een afname. Handhaving van de huidige situatie is voldoende ondanks de landelijk matig ongunstige staat van instandhouding, omdat het landelijke aantalsverloop vooral door omstandigheden in de broedgebieden wordt gestuurd. A041 Kolgans Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste vogels (maandgemiddelde), achteruitgang ten gunste van habitattype 6120 stroomdalgraslanden en habitattype 91F0 vochtige alluviale bossen, zachthoutooibossen (subtype A) is toegestaan. Toelichting Aantallen kolganzen zijn van nationale en internationale betekenis. Sinds begin jaren tachtig zijn aantallen sterk toegenomen. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A043 Grauwe gans Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 8000 vogels (maandgemiddelde), achteruitgang ten gunste van habitattype 6120 stroomdalgraslanden en habitattype 91F0 vochtige alluviale bossen, zachthoutooibossen (subtype A) is toegestaan. Toelichting Aantallen grauwe ganzen zijn van nationale en internationale betekenis. Sinds begin jaren negentig zijn aantallen sterk toegenomen. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A045 Brandgans Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 8000 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen brandganzen zijn niet van nationale of internationale betekenis. Sinds begin jaren negentig zijn aantallen sterk toegenomen. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A050 Smient Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste vogels (maandgemiddeld), achteruitgang ten gunste van habitattype 6120 stroomdalgraslanden en habitattype 91F0 vochtige alluviale bossen, zachthoutooibossen (subtype A) is toegestaan. Toelichting Aantallen smienten zijn van internationale betekenis. In de jaren tachtig zijn aantallen sterk toegenomen, vanaf 1990 weer iets afgenomen. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A051 Krakeend Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 1200 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen krakeenden zijn niet van nationale of internationale betekenis. Sinds begin jaren tachtig zijn aantallen sterk toegenomen. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. 44

173 A054 Pijlstaart Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 130 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen pijlstaarten zijn niet van nationale of internationale betekenis. Tot 1985 was een sterke afname zichtbaar, daarna een lichte positieve tendens, maar er is geen sprake van een significante toename. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want er is geen landelijke herstelopgave. A056 Slobeend Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 400 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen slobeenden zijn niet van nationale of internationale betekenis. In de tweede helft van de jaren tachtig zijn aantallen toegenomen, daarna fluctuerend zonder duidelijke trend. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A059 Tafeleend Doel Herstel omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan herstel populatie regio Rivierengebied van ten minste 2000 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen tafeleenden zijn niet (meer) van nationale of internationale betekenis. Erwaren verhoogde aantallen in de jaren tachtig, begin jaren negentig was een opvallende afname, daarna fluctuerend op een laag niveau. Handhaving van de huidige situatie is niet voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is ongunstig en binnen het landelijke aantalsverloop is de afname in het rivierengebied relatief sterk. A061 Kuifeend Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 6000 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen kuifeenden zijn niet van nationale of internationale betekenis. Het aantalsverloop toonde een piek rond eind jaren tachtig en recent een nieuwe toename (verg. IJssel). Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de internationale populatieomvang neemt toe en de landelijk matig ongunstige staat van instandhouding is verbonden aan keuzes voor herstel van zoet-zout overgangen en verminderde voedselrijkdom van het oppervlaktewater, waarop de landelijke drempelwaarde is afgestemd. A068 Nonnetje Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 50 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen nonnetjes zijn niet van nationale of internationale betekenis. Het aantalsverloop toonde een optimum rond 1980, daarna een afname. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de internationale populatieomvang neemt toe en de landelijk matig ongunstige staat van instandhouding heeft vooral betrekking op de situatie in het IJsselmeergebied. A103 Slechtvalk Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied. Toelichting Aantallen slechtvalken zijn niet van nationale of internationale betekenis. Data zijn nog niet geschikt voor trendanalyse. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. 45

174 A125 Meerkoet Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen meerkoeten zijn niet van nationale of internationale betekenis. Het aantalsverloop toonde een optimum rond begin jaren tachtig, daarna een afname (verg. IJssel). Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want er is geen landelijke herstelopgave. A142 Kievit Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 8000 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen kieviten zijn niet (meer) van nationale of internationale betekenis. Het aantals verlooptoonde een optimum begin jaren negentig, daarna een sterke afname. Handhaving van de huidige situatie (populatie) is voldoende, want er is geen landelijke herstelopgave. A156 Grutto Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 700 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen grutto s zijn niet (meer) van nationale of internationale betekenis. Aantallen zijn sterk fluctuerend, met significante afname. Handhaving van de huidige situatie is voldoende ondanks een matig ongunstige staat van instandhouding en een negatieve Toelichting Aantallen tafeleenden zijn niet (meer) van nationale of internationale betekenis. Er waren verhoogde aantallen in de jaren tachtig, begin jaren negentig was een opvallende afname, daarna fluctuerend op een laag niveau. Handhaving van de huidige situatie is niet voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is ongunstig en binnen het landelijke aantalsverloop is de afname in het rivierengebied relatief sterk. A160 Wulp Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Rivierengebied van ten minste 600 vogels (maandgemiddelde). Toelichting Aantallen wulpen zijn niet van nationale of internationale betekenis. Er is een sprake van een toename in aantallen. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. Aanvullende doelen Habitattypen H6120 *Kalkminnend grasland op dorre zandbodem Doel Uitbreiding verspreiding, oppervlakte en kwaliteit. Toelichting Het habitattype stroomdalgraslanden verkeert landelijk in een zeer ongunstige staat van instandhouding, verder heeft Nederland een grote internationale verantwoordelijkheid voor dit type. In het Vogelrichtlijngebied is het habitattype stroomdalgraslanden plaatselijk aanwezig in verschillende uiterwaarden (op zandige oeverwallen). Uitbreidingsmogelijkheden bestaan met name op hoge oeverwallen. 46

175 H91E0 *Bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) Doel Uitbreiding oppervlakte en behoud kwaliteit vochtige alluviale bossen, zachthoutooibossen (subtype A). Toelichting De Waal is door zijn grootte en breedte van de lage uiterwaarden een van de belangrijkste rivieren voor ontwikkeling van zachthoutooibossen (subtype A). Voor de bever is uitbreiding van het habitattype van belang. Soorten H1095 Zeeprik Doel Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. Toelichting Doortrekgebied van groot belang en opgroeigebied van vermoedelijk groot belang. Uitbreiding van de populatie kan tot stand komen door het elders verbeteren van de trekroute en door verbetering van de functie als opgroeigebied. H1099 Rivierprik Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. Toelichting De populatie zal duurzamer worden door het elders verbeteren van de trekroute. H1102 Elft Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. Toelichting Doortrekgebied van groot (potentieel) belang. Vroeger bovenstrooms (buiten Nederland) paaipopulaties in Rijn, Maas, Schelde en Eems. Uitbreiding van de populatie kan tot stand komen door het elders verbeteren van de trekroute. H1106 Zalm Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. Toelichting Doortrekgebied van groot belang voor de Rijn en Maaspopulatie. Uitbreiding van de populatie kan tot stand komen door het elders verbeteren van de trekroute. H1145 Grote modderkruiper Doel Uitbreiding verspreiding en omvang leefgebied, verbetering kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. Toelichting Omdat het hier een wijdverspreide soort betreft, die slechts voor een beperkt deel binnen de Habitatrichtlijngebieden voorkomt en waarvoor het rivierengebied relatief belangrijk is, geldt een aanvullend doel voor het Vogelrichtlijngebied. Om de soort landelijk in een gunstige staat van instandhouding te krijgen wordt beoogd het natuurlijke leefgebied (overstromingsvlaktes) in het rivierengebied te vergroten, hiertoe bestaan in de Waaluiterwaarden goede kansen, dankzij de brede, laaggelegen uitwaarden waarin genoeg ruimte is voor laagdynamische situaties. H1166 Kamsalamander Doel Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied, uitbreiding verspreiding en verbetering verbinding populaties onderling en met belangrijke leefgebieden buiten het Natura 2000 gebied voor behoud populatie. 47

176 Toelichting Omdat de soort slechts voor een beperkt deel binnen de Habitatrichtlijngebieden voorkomt en in een ongunstige staat van instandhouding verkeert, is een aanvullende instandhoudingsdoelstelling geformuleerd voor het deel van het Natura 2000 gebied dat alleen onder de Vogelrichtlijngebied is aangemeld. Binnen het Vogelrichtlijn-gebied komt de soort verspreid voor en vormt het in zijn geheel een belangrijk leefgebied, vooral het traject Weurt- Wamel. Gezien de verspreiding, de ongunstige staat van instandhouding en de afstanden tot andere populaties zijn de onderlinge verbindingen en verbindingen met verder gelegen leefgebieden van belang voor de kamsalamander in dit gebied. H1337 Bever Doel Ontwikkeling leefgebied van voldoende omvang en kwaliteit voor behoud van populatie. Toelichting Ontwikkeling van één of meerdere beverpopulaties langs de Waal (Vogelrichtlijngebied), is van belang als verbinding tussen beverpopulaties in de Gelderse Poort en de Biesbosch. Het leefgebied bestaat met name uit zachthoutooibossen in laagdynamische omstandigheden. Broedvogels A156 Grutto Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied en behoud huidige sleutelpopulatie van ten minste 100 paren. Toelichting Recente tellingen wijzen op een populatie van circa 100 paren. 48

177 Bijlage 3 Kernkwaliteiten EHS Waal Uit: Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur (Provincie Gelderland, 2006) Het Rivierengebied Kwaliteiten Hoewel vrijwel heel Gelderland opgebouwd is uit rivierafzettingen, is dit in het rivierengebied het meest tastbaar. Hier is ook de morfologie van het landschap duidelijk door de (strijd tegen de) rivier gevormd: oeverwallen, kommen, uiterwaarden, oude rivierlopen, kolken, dijken. De jonge, vruchtbare kleiafzettingen zijn zeer geschikt voor landbouw en worden intensief gebruikt. In het bedijkte gebied ligt dan ook maar een kleine oppervlakte EHS. Buiten de EHS liggen hier wel diverse open graslanden, die voor weidevogels en ganzen van belang zijn. In het buitendijkse gebied wordt nog jaarlijks klei en zand afgezet en weer door de rivier meegenomen. Hier liggen dan ook unieke mogelijkheden om de natuur zelf het werk te laten doen: natuurterreinen te laten vormen door de natuurlijke processen van overstroming, sedimentatie en erosie, en de aanvoer van zaden etc. door de rivier. De Gelderse Poort, waar de Rijn zich splitst, en de rivieren Maas, Waal en Nederrijn/Lek verschillen duidelijk van elkaar en hebben ieder hun eigen waarden en ontwikkelingsmogelijkheden. De IJssel valt onder het deelgebied IJsselvallei. Het beleid voor de uiterwaarden is sterk in ontwikkeling vanwege de uitdaging, die de klimaatsverandering vormt waar het gaat om de veiligheid voor overstromingen. De provincie staat op het standpunt dat maatregelen zoveel mogelijk moeten samengaan met verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Versterking van de natuur is daar onderdeel van. De stuurgroep Ruimte voor de Rivier heeft in het Regionaal Ruimtelijk Kader een integrale visie op de ruimtelijke kwaliteit van de rivieren neergelegd. De Waal De Waal is een zeer dynamische rivier in een nauw winterbed. Langs het gehele zomerbed liggen zandige oevers waarop bij hoge afvoeren zand wordt afgezet, maar waar ook sterke erosie kan optreden. In de uiterwaarden liggen oude rivierlopen grote zandwinplassen, kleiputten met zachthoutooibos en weidse graslandgebieden. Deze laatste fungeren als weidevogelgebied en als foerageergebied voor duizenden ganzen en eenden. De uiterwaarden zijn grotendeels vergraven voor klei- en zandwinning, zodat de oorspronkelijke hooggelegen oeverwallen en meanderruggen nog maar op enkele plekken aanwezig zijn. Ook relatief geïsoleerde en minder dynamische moerassen zijn zeldzaam, met de Kil van Hurwenen als beste voorbeeld. 49

178 De Beneden-Waal heeft meer het karakter van benedenrivier, met kleinere waterstandsschommelingen. Daardoor kunnen hier rietmoerassen in de uiterwaarden voorkomen. Op dit traject zijn enkele meestromende nevengeulen aangelegd, waarin de oorspronkelijke fauna van de rivier zich spectaculair herstelt. Rondom kasteel Loevestein wordt gewerkt aan een grootschalig natuurterrein door kleiwinning. In het kader van Ruimte voor de rivier kan het Munnikeland hieraan toegevoegd worden, waardoor een samenhangend natuurgebied van ruim 500 ha kan ontstaan. De omgeving van kasteel Loevestein is tesamen met de binnendijks gelegen Boezem van Brakel aangewezen als Habitatrichtlijngebied. Het gebied is aangewezen vanwege het voorkomen van de habitattypen slikkige rivieroevers, glanshaver- en vossenstaarthooilanden, stroomdalgrasland en meren met krabbescheer en fonteinkruid en voor de soorten bittervoorn, grote en kleine modderkruiper, rivierdonderpad en kamsalamander. Stroomopwaarts vanaf de Kil van Hurwenen zijn de uiterwaarden van de Waal aangewezen als Vogelrichtlijngebied vanwege de broedvogel kwartelkoning en de trekvogels kleine zwaan, kolgans, grauwe gans en smient. Delen van de Rijswaard en de Hurwenense uiterwaard zijn aangemeld voor de Habitatrichtlijn vanwege het voorkomen van de habitattypen glanshaver-hooiland en alluviale bossen, en vanwege het voorkomen van de kamsalamander. Kernkwaliteiten van het Rivierengebied De rivier met zijn bijbehorende dynamiek en morfologie, als bron van natuurlijke processen, en als as van een keten natuurterreinen en natuurrijke cultuurlandschappen in de uiterwaarden en de daarbij behorende bijzondere natuur zoals rivierduinen, stroomdalgraslanden, natte schraalgraslanden, hardhoutooibos en nevengeulen. De relatie tussen open voedselrijke foerageergebieden en rustgebieden (open water) voor overwinterende en doortrekkende ganzen, eenden en andere watervogels. Het Rijk van Nijmegen als samenhangende geheel van bossen en natuurterreinen met zeer gevarieerde overgangen naar de omringende rivierkleigronden (Ooijpolder) met de bij deze overgangen behorende natuur met onder andere bronnen en bronbeekjes. De uitwisselingsmogelijkheden voor planten en dieren die De Gelderse Poort en het Rijk van Nijmegen herbergen door de centrale ligging in het Europese natuurnetwerk met verbindingen naar de Veluwe en Oostvaardersplassen, het Reichswald en de Eiffel, het bovenstroomse en benedenstroomse (Duitse) rivierengebied en de bosgebieden in het Limburgs-Duitse grensgebied. De Nieuwe Hollandse Waterlinie als samenhangend en herkenbaar geheel van moerasgebieden en open (weidevogel-)graslanden. Het samenhangende geheel van Linge en natuurgebied en landgoederen langs de Linge in het westelijk rivierengebied. De combinatie van gedempte rivierdynamiek en kwel in het Rijnstrangengebied met als resultaat een gevarieerd rietmoeras met bijzondere soorten als moerasvogels en waterspitsmuis. De verbinding tussen het Maas- en het Rijnecosysteem in Fort Sint Andries. Het open, grazige en natte karakter van binnen- en buitendijkse weidevogel- en ganzengebieden. 50

179 Bijlage 4 Natuurloket Datum kilometerhokken:

180 52

181 Bijlage 5 Jurisprudentie Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht zaaknummers: AWB en AWB uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 augustus 2007 Verweerder heeft ontheffing ingevolge artikel 75 Ffw verleend met het oog op het belang van de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling, zoals genoemd in artikel 2, derde lid, onder j, Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (vrijstellingsbesluit). De voorzieningenrechter overweegt dat het belang van de uitvoering van werkzaamheden in het kader van de ruimtelijke inrichting en ontwikkeling niet in artikel 9 van de Vogelrichtlijn en artikel 16 van de Habitatrichtlijn staat genoemd als afwijkingsgrond van de daarin opgenomen verboden. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft de uitzonderingsgrond van artikel 2, derde lid, onder j, vrijstellingsbesluit een beduidend ruimere strekking dan de in de richtlijnen opgenomen uitzonderingsgronden. Bij de voorzieningenrechter bestaat gerede twijfel of dit artikel zich verdraagt met de Vogel- en Habitatrichtlijn en of verweerder de aanvraag aan deze bepaling had mogen toetsen. Nu evenmin op voorhand gesteld kan worden of de realisering van het project is aan te merken als een dwingende reden van groot openbaar belang, een uitzonderingsgrond die uit de Habitatrichtlijn voortvloeit, en de onomkeerbare gevolgen die uitvoering van de ontheffing met zich zal brengen, schorst de voorzieningenrechter de ontheffing. Bron: 53

182

183

184 Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu Postbus 365, 4100 AJ Culemborg Telefoon , Fax

185 B i j l a g e 8 : O n d e r z o e k l u c h t k w a l i t e i t

186

187 Bestemmingsplan Binnenstad Onderzoek luchtkwaliteit gemeente Tiel, afdeling Bouwen, milieu en monumenten steller: Ing. M.R.A. van Herwijnen 5 maart 2008

188 1. Inleiding: In het bestemmingsplan Binnenstad is de mogelijkheid opgenomen om in een viertal gebieden middels een wijzigingbevoegdheid woningbouw toe te laten. Op grond van de Wet milieubeheer is de gemeente verplicht om bij ruimtelijke besluiten rekening te houden met de effecten op de luchtkwaliteit. Deze verplichting geldt niet wanneer de projecten onder een categorie uit de ministeriele regeling "niet in betekende mate bijdragen" vallen. Voor woningenbouw is de grenswaarde 1500 bij één ontsluitingsweg en 3000 woningen bij twee ontsluitingwegen. Aangezien er minder dan 1500 woningen zijn voorzien, hoeft het effect van de woningbouw op de luchtkwaliteit niet verder onderzocht te worden. Wel moet in het kader van een goede ruimtelijk ordening worden nagegaan of ter plaatse van de beoogde woningbouwlocaties wordt voldaan aan de luchtkwaliteitsnormen. Met onderhavig onderzoek is dit onderzocht. 2. Toetsingskader: In bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn voor verschillende stoffen normen opgenomen. Deze normen zijn een implementatie van EU-regelgeving over luchtkwaliteit namelijk de eerste en tweede Europese Dochterrichtlijn luchtkwaliteit. In onderhavig onderzoek is alleen aandacht besteed aan stikstofdioxiden (NO2) en fijn stof (PM10) aangezien alleen deze stoffen lokaal een knelpunt kunnen vormen. Voor de overige stoffen wordt overal in Tiel aan de normen voldaan. De luchtkwaliteitsnormen zijn vastgelegd in de vorm van grenswaarden, plandrempels en alarmdrempels. De grenswaarden voor 2010 die aan bovengenoemde stoffen zijn gesteld, zijn in tabel 1 opgenomen. Indien de grenswaarde niet wordt overschreden voldoet de luchtkwaliteit aan de wettelijke norm en zijn geen maatregelen vereist. Voor de stoffen met een plandrempel, (benzeen en NO2) zijn er pas maatregelen nodig als de plandrempel overschreden wordt. Voor stoffen met een plandrempel moet op de vastgestelde termijn (2010) aan de grenswaarde worden voldaan. Tabel 1: Toetsingskader Wet milieubeheer, zoals deze gelden in de toekomstige situatie 2010 Stof NO2 Grenswaarde Toetsingsperiode µg/m³ jaargemiddelde 200 µg/m³ uurgemiddelde, mag max. 18x per kalenderjaar overschreden worden CO µg/m³ 8 uurgemiddelde C6H6 5 µg/m³ jaargemiddelde (benzeen) SO2 125 µg/m³ 24 uurgemiddelde, mag max. 3x per kalenderjaar overschreden worden 40 µg/m³ jaargemiddelde Fijn Stof (PM10) 50 µg/m³ 24 uurgemiddelde, mag maximaal 35 maal per kalenderjaar overschreden worden

189 3. Uitgangspunten: 3.1 Berekeningen: De berekeningen zijn uitgevoerd volgens de in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit voorgeschreven berekeningsmethode1. Hiervoor is het CAR II-model versie gebruikt die aan deze methode voldoet. Conform de regeling zijn de berekeningen voor stikstofoxide op 5 meter vanaf de wegrand en voor fijn stof op 10 meter vanaf de wegrand uitgevoerd. 3.2 Reductie fijn stof afkomstig van natuurlijke bronnen (zeezout) De aftrek voor de concentraties fijn stof die zich van nature in de lucht bevinden, is opgenomen in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit Zeezout is een niet schadelijke fijn stof-fractie die van nature in de lucht voorkomt. Op basis van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 is er sprake van een reductie: - op jaargemiddeld niveau een aftrek van 3-7 µg/ m³, afhankelijk per regio; - op etmaalgemiddelde niveau een aftrek van 6 dagen voor heel Nederland. Voor de gemeente Tiel geldt conform de meetregeling een aftrek van 4 µg/ m³ voor het jaargemiddelde fijn stof. 3.3 Verkeersgegevens: De verkeersgegevens zijn afkomstig van verkeerstellingen uit Voor de prognoses is gebruik gemaakt van de mobiliteitsvisie waarbij tevens met parkeervisie rekening is gehouden. De berekeningen voor de jaren 2008 en 2010 zijn uitgevoerd met de verkeersintensiteiten van De berekeningen voor de jaren 2015 en 2020 zijn uitgevoerd met de verkeersintensiteiten van het jaar De voertuigonderverdeling is voor alle berekeningen gebaseerd op de tellingen uit Voor het snelheidstype van de wegen is uitgegaan van normaal stadsverkeer met een beperkte mate van stagnatie (20%). 3.4 Overige uitgangspunten: De ruimtelijke en fysieke gegevens zijn ontleend aan de grootschalige basiskaart van Tiel. Bij de keuze voor het wegtype is uitgegaan van de meest ongunstige situatie die bij planontwikkeling zou kunnen ontstaan. Op grond daarvan is bij een deel van de Havendijk en bij de Stationsstraat een "street canyon", wegtype 3b mogelijk. Voor de Nieuwe Tielseweg is uitgegaan van wegtype 3a als maximale invulling. Bij de overige wegen is alleen wegtype 4 mogelijk. De berekeningen zijn uitgevoerd voor de meteorologische conditie "ongunstige meteorologie".

190 4. Berekeningen: In de onderstaande tabellen zijn de uitkomsten van de berekeningen voor de verschillende jaren weergegeven. De uitkomsten zijn gecorrigeerd voor van nature voorkomend fijn stof. Tabel 2: jaargemiddeld gehalte NO2 in µg/m³ Plaats Norm Nieuwe Tielseweg 30,8 28,2 24,9 20,2 40 Havendijk 33,5 31,1 25,1 20,1 40 Havendijk 34,1 31,5 27,2 21,8 40 Havendijk 35,0 32,5 31,6 24,6 40 Veemarkt 29,3 26,8 24,1 19,7 40 Stationsstraat 28,2 25,7 22,0 18,1 40 Tabel 3: jaargemiddeld gehalten fijn stof (PM10) in µg/m³ Plaats Norm Nieuwe Tielseweg 24,7 22,8 21,3 20,1 40 Havendijk 25,3 23,5 21,3 20,1 40 Havendijk 25,3 23,4 21,5 20,3 40 Havendijk 25,7 23,7 22,4 20,9 40 Veemarkt 24,3 22,4 21,0 19,9 40 Stationsstraat 24,2 22,3 20,8 19,7 40 Tabel 4: aantal overschrijdingen per jaar van de dagnorm voor fijn stof (PM10) Plaats Norm Nieuwe Tielseweg Havendijk Havendijk Havendijk Veemarkt Stationsstraat Conclusie: Uit de berekeningen blijkt dat op alle beoogde woningbouwlocaties aan de luchtkwaliteitsnormen van de Wet milieubeheer wordt voldaan zowel in de huidige situatie als in de toekomst. Woningbouw op deze locaties is derhalve op dit aspect niet in strijd met goede ruimtelijke ordening. Bijlagen: bijlage 1: invoergegevens bijlage 2: CAR II-berekeningen

191 Bijlage 1: invoergegevens

192

193

194

195 Bijlage 2: CAR II berekeningen

196

197

198

199 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel Project : Datum : 25 februari 2008 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: Tomassen Milieu Advies B.V.

200 Adviesgroep AVIV BV Langestraat HA Enschede Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel Opdrachtgever: Project : Datum : 25 februari 2008 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: Tomassen Milieu Advies B.V.

201 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding Gegevens risicoberekening LPG-tankstation Inleiding Initiële faalfrequentie Ongevalsscenario s ondergronds drukvat Ongevalsscenario s tankauto BLEVE-frequentie tankauto Parameters Aanwezigen rond het tankstation Resultaat groepsrisico LPG-tankstation Groepsrisico Waal Gegevens Resultaat groepsrisico Conclusie Referenties Bijlage 1. Herkomst BLEVE-frequentie LPG-tankauto... 16

202 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 2 1. Inleiding De gemeente Tiel is bezig met het opstellen van het bestemmingsplan Binnenstad. Voor de onderbouwing van het aspect externe veiligheid dient het groepsrisico veroorzaakt door het LPG-tankstation gevestigd aan de Prinses Beatrixlaan en door het transport van gevaarlijke stoffen over de Waal te worden beoordeeld. De gegevens voor de risicoberekening voor het LPG-tankstation worden samengevat in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt inzicht gegeven in het groepsrisico veroorzaakt door het LPG-tankstation. Hoofdstuk 4 bevat een evaluatie van het risico veroorzaakt door het transport van gevaarlijke stoffen over de Waal. Hoofdstuk 5 bevat de conclusie.

203 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 3 2. Gegevens risicoberekening LPG-tankstation 2.1. Inleiding Informatie betreffende de ligging van het LPG-tankstation is verkregen van de opdrachtgever. De berekening van het groepsrisico wordt uitgevoerd voor een doorzet van 1000 m 3 /jr en voor bevoorrading tussen 7:00 en 9:00 uur s ochtends. De aanwezigheid van personen in de objecten binnen het invloedsgebied van het groepsrisico is afgeleid uit de topografische ondergrond en gegevens verstrekt door de opdrachtgever. Voor een LPG-tankstation wordt het extern veiligheidsrisico bepaald door ongevalsscenario s van de ondergrondse tank en de tankauto aanwezig tijdens de bevoorrading. Andere ongevalsscenario s, bijvoorbeeld het falen van de vloeistofleiding tussen het vulpunt en de tank of tussen de tank en de afleverzuil, leveren veelal een te verwaarlozen bijdrage aan het risico. De berekening van het risico wordt uitgevoerd volgens de voorschriften opgenomen in de Handleiding risicoberekeningen Bevi [7] en een specifiek berekeningsvoorschrift [9]. Deze voorschriften zijn gebaseerd op TNO-rapporten [3 t/m 5] die de risicoanalyse beschrijven voor een generiek LPG-tankstation en waarmee de standaard afstanden zijn afgeleid zoals genoemd in het Revi. Tevens houdt het specifieke berekeningsvoorschrift rekening met de invloed van de omgeving op de BLEVEfrequentie van de lossende tankauto [8]. Op de website van het RIVM is een gewijzigde versie van het specifieke berekeningsvoorschrift te vinden. In deze versie is de BLEVE van de tankauto wat conservatiever gemodelleerd omdat er bij een aantal scenario s geen rekening wordt gehouden met een variabele vullingsgraad, maar wordt uitgegaan van een volledig gevulde tankauto. Deze benadering leidt tot een inconsistentie in de modellering. Tevens strookt deze aanpak niet met de rekentool op de website voor de verantwoording van het groepsrisico. In deze studie wordt daarom het rekenvoorschrift behorende bij de rekentool gevolgd Initiële faalfrequentie Tabel 1 toont de initiële faalfrequentie voor een drukvat en een tankauto [3]. Voor een ondergrondse tank worden in principe dezelfde ongevalscenario s gebruikt als voor een bovengronds opgestelde tank, met als uitzondering dat instantaan falen niet veroorzaakt kan worden door een externe brand. De BLEVE van de tankauto veroorzaakt door externe oorzaken wordt voor een LPG-tankstation specifiek gemodelleerd, zoals ook aangegeven in de Handleiding risicoberekeningen Bevi [7]. De frequentie voor breuk van de losslang is voor een LPG-tankstation een factor tien lager dan de standaard waarde [9].

204 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 4 Component Faalwijze Frequentie Drukvat Instantaan /jr Continu 10 min /jr Continu 10 mm gat /jr Afblazen veiligheidsventiel /jr Leidingen Breuk ondergrondse leiding /m-jr Lekkage ondergrondse leiding /m-jr Tankauto Instantaan /jr Continu grootste aansluiting /jr Pomp breuk /jr Pomp lekkage /jr Losslang breuk /uur Losslang lekkage /uur BLEVE door brand tijdens verlading specifiek Tabel 1. Initiële faalfrequentie voor een drukvat en een tankauto 2.3. Ongevalsscenario s ondergronds drukvat Het drukvat heeft een inhoud van 20 m 3 met een maximale inhoud van 9.2 ton. De berekening wordt uitgevoerd voor de maximale vullingsgraad. Tabel 2 toont de frequentie en bronsterkte voor de ongevalsscenario s. Het afblazen van het veiligheidsventiel en falen van de (ondergrondse) leidingen zijn wegens te verwaarlozen letale effecten op grondniveau niet meegenomen in de risicoberekening. Voor deze tank wordt ervan uitgegaan dat bij instantane uitstroming het scenario vuurbal niet optreedt. Scenario Frequentie Bronsterkte Toelichting [/jr] Instantaan ton Maximale inhoud. Continu 10 min kg/s Maximale inhoud in 600 s. Continu 10 mm kg/s Vloeistofuitstroming met uitstroomcoëfficiënt Cd=0.62. Tabel 2. Ongevalsscenario s ondergronds drukvat 2.4. Ongevalsscenario s tankauto Voor een doorzet van 1000 m 3 /jr zijn er 70 lossingen nodig van elk 30 min. De lostijd per jaar is dan 35 uur, 0.4% van de tijd. Bevoorrading vindt plaats overdag met een tankauto van 60 m 3 en een maximale inhoud van 26.7 ton. De tankauto kan bij aankomst op de inrichting voor 100%, 67% of 33% gevuld zijn. Deze gegevens worden gebruikt om met een initiële ongevalsfrequentie de frequentie van de ongevalsscenario s voor de inrichting af te leiden. Voor de ongevalsscenario s instantaan falen en uitstroming uit de grootste aansluiting wordt de initiële ongevalsfrequentie vermenigvuldigd met de fractie gedurende het jaar dat de betreffende tankauto aanwezig is binnen de inrichting. Voor volledige breuk van de pomp is rekening gehouden met de beperking van de uitstroomtijd door een doorstroombegrenzer. De kans dat de doorstroombegrenzer niet sluit is Voor

205 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 5 volledige breuk van de losslang is rekening gehouden met de beperking van de uitstroomtijd door een andere doorstroombegrenzer. De kans dat de doorstroombegrenzer niet sluit is Tabel 3 toont de ongevalsscenario s per tankauto. Wegens de geringe bronsterkte zijn er geen ongevalsscenario s beschouwd voor de dampretourleiding. Scenario Frequentie Bronsterkte Toelichting [/jr] Instantaan vulgraad 100% ton Maximale inhoud 100% Instantaan vulgraad 67% ton Maximale inhoud 67% Instantaan vulgraad 33% ton Maximale inhoud 33% Continu grootste aansluiting kg/s Vloeistof 3 inch gat, uitstroomcoëfficiënt Cd=0.60 Breuk pomp doorstroombegrenzer sluit kg/s Leiding 5 m, diameter 3, duur 5 s en leidinginhoud 23 kg Breuk pomp doorstroombegrenzer sluit kg/s Leiding 5 m, diameter 3, duur 1800 s niet Lekkage pomp kg/s Vloeistof 7.6 mm gat, uitstroomcoëfficiënt Cd=0.60 Breuk losslang doorstroombegrenzer sluit kg/s Leiding 5 m, diameter 2, duur 5 s en leidinginhoud 23 kg Breuk losslang doorstroombegrenzer sluit niet kg/s Leiding 5 m, diameter 2, duur 1800 s Lekkage losslang kg/s Vloeistof 5 mm gat, uitstroomcoëfficiënt Cd=0.60 Tabel 3. Ongevalsscenario s overslag tankauto doorzet 1000 m 3 /jr 2.5. BLEVE-frequentie tankauto Voor de frequentie van een BLEVE door brand wordt de modellering in het stappenplan voor de berekening van het groepsrisico gevolgd [8]. In bijlage 1 is aangegeven hoe deze standaard BLEVE-frequentie is afgeleid en welke onderliggende oorzaken hierbij van belang zijn. De belangrijkste oorzaak is een omgevingsbrand. De afspraak in het LPGconvenant om een hittewerende coating aan te brengen op de tankauto is mede ingegeven door de mogelijkheid om de gevolgen van een omgevingsbrand beter te kunnen beheersen. In de bijlage is ook aangegeven dat, mits bepaalde afstanden tot objecten worden aangehouden, de frequentie op een BLEVE door een omgevingsbrand wel een factor tien kleiner kan zijn. Deze afstanden zijn voorgeschreven in het Besluit LPG-tankstations Hinderwet uit 1988 (maar zijn aangepast in het stappenplan van het RIVM). Een andere belangrijke oorzaak is de mechanische inslag veroorzaakt door een voertuig dat botst met de lossende tankauto. Voor een omgevingsbrand geldt dat de afstand tussen de opstelplaats van de LPGtankauto en de genoemde objecten groter moet zijn dan de minimaal benodigde afstand. Dit geldt voor de LPG- en de benzine afleverzuil en voor de opstelplaats van de benzinetankauto (er wordt nooit tegelijkertijd benzine en LPG gelost). Deze oorzaken zijn

206 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 6 daarmee uit te sluiten. De tankauto staat wel opgesteld binnen de benodigde afstand tot gebouwen. Tabel 4 vat deze beoordeling samen. De bijdrage van de omgevingsbrand aan de BLEVE-frequentie is hiermee / 0.3 x 100% = 8.3%. Object omgevingsbrand Afstand benodigd [m] Kans maximaal Afstand specifiek Kans specifiek LPG-afleverzuil personenauto s Groter 0.0 Benzine afleverzuil personenauto s Groter 0.0 Opstelplaats benzinetankauto Groter 0.0 Gebouwen zonder brandbescherming Groter 0.0 (hoogte >10 m) Overig n.v.t Totaal Tabel 4. Bijdrage omgevingsbrand aan de BLEVE-frequentie (benodigde afstanden conform stappenplan RIVM) Tabel 5 toont de drie BLEVE ongevalsscenario s veroorzaakt door een externe brand afhankelijk van de vulgraad voor 70 verladingen. De kans op een BLEVE gegeven een brand is afhankelijk van de vulgraad. Deze kans is 0.19, 0.46 of 0.73 voor een vulgraad van respectievelijk 100%, 67% en 33%. De BLEVE wordt gemodelleerd met de barstdruk gelijk 24.5 bar. Als de tankauto is voorzien van een hittewerende coating, dan wordt aangenomen dat deze BLEVE-frequentie kan worden verlaagd met een factor twintig tot 5% van de waarde getoond in tabel 5. Deze aanname is opgenomen in de notitie specifieke risicoberekeningen BEVI van het RIVM [9]. Scenario Frequentie Bronsterkte Toelichting [/jr] BLEVE vulgraad 100% ton Maximale inhoud 100% BLEVE vulgraad 67% ton Maximale inhoud 67% BLEVE vulgraad 33% ton Maximale inhoud 33% Tabel 5. Specifieke BLEVE frequentie tankauto doorzet 1000 m 3 /jr door externe brand Een BLEVE van de tankauto kan ook plaatsvinden door externe impact (aanrijdingen). De frequentie is afhankelijk van het type opstelplaats. Voor dit tankstation wordt uitgegaan van de waarde voor een geïsoleerde opstelplaats van /jr voor 70 verladingen. Tabel 6 toont de drie ongevalsscenario s. De BLEVE wordt gemodelleerd met de barstdruk gelijk aan de evenwichtsdruk bij omgevingstemperatuur.

207 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 7 Scenario Frequentie Bronsterkte Toelichting [/jr] BLEVE vulgraad 100% ton Maximale inhoud 100% BLEVE vulgraad 67% ton Maximale inhoud 67% BLEVE vulgraad 33% ton Maximale inhoud 33% Tabel 6. Specifieke BLEVE frequentie tankauto doorzet 1000 m 3 /jr door mechanische inslag (aanrijdingen) 2.6. Parameters De standaard parameters van SAFETI-NL zijn gebruikt voor de berekening. De gegevens voor het weerstation Soesterberg worden gebruikt voor de kans op het voorkomen van een bepaalde weersklasse. De ruwheidslengte is 0.3 m Aanwezigen rond het tankstation Voor een schatting van het aantal dodelijke slachtoffers van een BLEVE geldt dat binnen de (cirkelvormige) 35 kw/m 2 contour iedereen zal overlijden, ongeacht beschermende factoren zoals kleding of het verblijf in een gebouw. Buiten deze contour geldt dat alleen personen gedood kunnen worden die zich buitenshuis bevinden, waarbij tevens conform CPR 18 het beschermende effect van de kleding (een reductiefactor voor de kans op overlijden van 0.14) nog mee dient te worden genomen. De bijdrage aan het totaal aantal dodelijke slachtoffers buiten de 35 kw/m 2 contour is te verwaarlozen. In het Revi wordt daarom ook als invloedsgebied voor het groepsrisico een cirkelvormig gebied met een straal van 150 m voorgeschreven. Figuur 1 toont het invloedsgebied van het LPG-tankstation (een gebied met een straal van 150 m rond de tank en het vulpunt). De figuur toont tevens de ligging van de gemodelleerde bebouwing. Tabel 7 vat de gegevens van deze objecten gelegen in het invloedsgebied samen. De naam in de tabel stemt overeen met de aanduiding in de figuur. De gegevens zijn als volgt verkregen: Het aantal woningen is afgeleid uit de topografische ondergrond. Voor de woningen en appartementen is uitgegaan van 2.4 personen per woning. Op werkdagen overdag is 50% van de bewoners aanwezig en anders 100%. Voor de kantoren van ING, ABNAMRO, Makelaardij Rosenhage en Bureau Jeugdzorg is telefonisch navraag gedaan naar het aantal werknemers. Voor de kantoren geldt dat de werknemers alleen gedurende werkdagen overdag aanwezig zijn. Aan de Stationsstraat en de Prinses Beatrixlaan zijn behalve woningen ook kleinschalige bedrijven gevestigd. Het aantal werknemers van deze bedrijven is niet opgevraagd. Er is aangenomen dat door deze bedrijven als woningen te modelleren er voldoende rekening wordt gehouden met het hier aanwezige aantal personen.

208 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 8 Voor de winkelpanden van Albert Hein en de Schoenenreus-Action is uitgegaan van respectievelijk 2400 en 1500 m 2 oppervlak en de aanwezigheid van één persoon per 30 m 2. Voor de winkels geldt dat de werknemers en bezoekers ook zaterdag gedurende de dag aanwezig zijn. Aan de noordzijde van het invloedsgebied worden 19 nieuwe appartementen gerealiseerd met op de begane grond kleinschalige bedrijvigheid. Voor de bedrijvigheid zijn overdag 20 personen aanwezig verondersteld. Voor de kerk wordt uitgegaan van 50 personen aanwezig alleen op zondag gedurende de dag. Figuur 1. Invloedsgebied LPG-tankstation (gebied met straal van 150 m rond de tank en het vulpunt)

209 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 9 Naam Aantal woningen Aantal werknemers bezoekers dag Aantal personen dag Aantal personen nacht ABNAMRO AlbertHeijn AppartementenNieuw Chiropractie Huisarts ING Jeugdzorg Kerk (alleen zondag) Makelaardij Schoenenreus-Action Woning Woning Woning Woning Woning Woning Woning Woning Woning Tabel 7. Schatting personen aanwezig rond het LPG-tankstation voor berekening van het groepsrisico (huidige situatie) Voor de winkelpanden van Albert Hein en de Schoenenreus-Action is aangenomen dat het vast te stellen bestemmingsplan de bouw van respectievelijk 24 en 10 appartementen boven deze winkelruimtes mogelijk maakt. De aanwezigheid van bewoners wordt meegenomen in de berekening voor de toekomstige situatie. Tabel 8 toont deze gegevens. Naam Aantal woningen Aantal werknemers bezoekers dag Aantal personen dag Aantal personen nacht AlbertHeijn Schoenenreus-Action Tabel 8. Schatting personen aanwezig rond het LPG-tankstation voor berekening van het groepsrisico (toekomstige situatie)

210 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel Resultaat groepsrisico LPG-tankstation Figuur 2 toont het groepsrisico voor een doorzet van 1000 m 3 /jr. De kans op voorkomen van een BLEVE van de tankauto kan o.a worden gereduceerd door het aanbrengen van een hittewerende coating op de tankauto. De hittewerende coating leidt tot een reductie van de kans op een BLEVE door een brand met een factor twintig. Het groepsrisico zonder hittewerende coating is groter dan de oriëntatiewaarde en wordt nagenoeg volledig bepaald door het lossen van de tankauto. Met hittewerende coating neemt het groepsrisico af tot onder de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico wordt nu tot circa 100 slachtoffers bepaald door de ondergrondse tank en voor meer dan 100 slachtoffers door het lossen van de tankauto. Figuur 2. Groepsrisico LPG-tankstation huidige situatie zonder en met coating Figuur 3 toont het groepsrisico voor de huidige en toekomstige situatie zonder hittewerende coating. Het groepsrisico is in beide situaties groter dan de oriëntatiewaarde. Er is een toename van het groepsrisico omdat de bouw van appartementen boven de winkels naast het LPG-tankstation wordt mogelijk gemaakt. Hierdoor zijn er tijdens de bevoorrading circa 94 personen meer aanwezig in het invloedsgebied. Figuur 4 toont het groepsrisico voor de toekomstige situatie zonder en met hittewerende coating. Met hittewerende coating ligt het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde.

211 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 11 Figuur 3. Groepsrisico LPG-tankstation huidige en toekomstige situatie Figuur 4. Groepsrisico LPG-tankstation toekomstige situatie zonder en met coating

212 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel Groepsrisico Waal 4.1. Gegevens Het risico van het transport wordt berekend met RBM II, ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor evaluatie van transportroutes. Voor de berekening zijn de volgende gegevens nodig: De transportintensiteit van gevaarlijke stoffen. De uitstromingsfrequentie, de kans per vaartuigkilometer dat een binnenvaartschip met gevaarlijke stoffen betrokken raakt bij een ongeval zodanig dat er uitstroming van de stof optreedt. De breedte van de vaarweg. Het aantal personen dat langs de route blootgesteld wordt aan de gevolgen van een ongeval. De bevolkingsdichtheden worden aangegeven in vierhoeken langs de route met een uniforme dichtheid per vierhoek. Tabel 9 toont de transportintensiteit over de Waal zoals gebruikt in de risicoatlas hoofdvaarwegen Nederland [10]. De uitstromingsfrequentie is /vaartuigkilometer. De breedte van de vaarweg is 375 m. Hoofdcategorie Stofcategorie Voorbeeld Aantal stof Brandbaar gas GF3 Propaan 1209 Toxisch gas GT3 Ammoniak 9 Brandbare vloeistof LF2 enkelwandig Benzine 5871 Toxische vloeistof LT1 51 Tabel 9. Jaarlijkse transportintensiteit gevaarlijke stoffen Tabel 10 toont de bebouwing langs de Waal. Er worden twee berekeningen van het groepsrisico uitgevoerd namelijk zonder en met evenementen op de Waalkade. Voor de berekening zonder evenementen zijn geen personen aanwezig in het betreffende gebied. Voor de berekening met evenementen zijn er wel personen aanwezig, maar slechts gedurende twee dagen per jaar. Om deze situatie te modelleren is de uitstromingsfrequentie verlaagd. Nr Type objecten Aantal personen dag Aantal personen nacht 1 Evenement Waalkade Woonboten Bebouwing bestaand Bebouwing bestaand Tabel 10. Schatting personen voor berekening van het groepsrisico Figuur 5 toont de geografische ligging van de bebouwingsgebieden.

213 Externe veiligheid bestemmingsplan Binnenstad Tiel 13 Figuur 5. Geografische weergave berekeningsgebied Waal 4.2. Resultaat groepsrisico De berekening met RBM II leidt voor beide gemodelleerde situaties niet tot een groepsrisico. Dit betekent dat de (cumulatieve) frequentie op een ongeval met tien of meer slachtoffers kleiner is dan /jr.

Bestemmingsplan Binnenstad. Advies Hoorcommissie

Bestemmingsplan Binnenstad. Advies Hoorcommissie Bestemmingsplan Binnenstad Advies Hoorcommissie Inleiding In 2004 is gestart met het actualisatie-proces van het bestemmingsplan Binnenstad via het maken van een ruimtelijke visie voor de Binnenstad. Deze

Nadere informatie

Nota inspraak en vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Nuenen Centrum Gemeente Nuenen

Nota inspraak en vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Nuenen Centrum Gemeente Nuenen Nota inspraak en vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Nuenen Centrum 2012 Nota inspraak en vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Datum: Februari 2013 Projectgegevens: NOT02-0251325-01c Postbus 435

Nadere informatie

Inspraakverslag. Hieronder zal een samenvatting van de reacties en een standpunt daarop worden gegeven.

Inspraakverslag. Hieronder zal een samenvatting van de reacties en een standpunt daarop worden gegeven. Inspraakverslag Het voorontwerp bestemmingsplan Kern Swalmen heeft ter inzage gelegen van 10 maart 2010 tot en met 20 april 2010. Gedurende deze periode is het voorontwerpbestemmingsplan voor overleg toegezonden

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Haaften Bundeling van ingekomen zienswijzen

Bestemmingsplan Kern Haaften Bundeling van ingekomen zienswijzen Bestemmingsplan Kern Haaften Bundeling van ingekomen zienswijzen Nr. Inspreker (+adviseur) Reactie Antwoord Gevolg 1. Inspreker 1 Verzoekt om bevestiging van de vigerende bestemmingen van het te ontwikkelen

Nadere informatie

Adviesbureau RBOI 195.12171.01 Rotterdam / Middelburg

Adviesbureau RBOI 195.12171.01 Rotterdam / Middelburg Bijlage 6 Nota inspraak Adviesbureau RBOI 195.12171.01 Rotterdam / Middelburg Eindverslag inspraak Voorontwerpbestemmingsplan Reeuwijk-Brug I Inleiding De mogelijkheid tot het geven van inspraak over

Nadere informatie

INVENTARISATIE STELLINGEN BINNENSTAD. A. Kernwinkelgebied en dwaalmilieu EENS ONEENS

INVENTARISATIE STELLINGEN BINNENSTAD. A. Kernwinkelgebied en dwaalmilieu EENS ONEENS INVENTARISATIE STELLINGEN BINNENSTAD A. Kernwinkelgebied en dwaalmilieu EENS ONEENS 1 Het kernwinkelgebied bestaat uit: Hoogeindse straat, Waterstraat, Markt, Varkensmarkt, Voorstad en de winkelpromenade

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Overzicht belangrijkste wijzigingen* In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen

Nadere informatie

Door de raad van de gemeente Bergen op Zoom is op 26 maart 2009 het bestemmingsplan Binnenstad vastgesteld vastgesteld.

Door de raad van de gemeente Bergen op Zoom is op 26 maart 2009 het bestemmingsplan Binnenstad vastgesteld vastgesteld. Inleiding Door de raad van de gemeente Bergen op Zoom is op 26 maart 2009 het bestemmingsplan Binnenstad vastgesteld vastgesteld. De binnenstad heeft een meervoudige functie. Op de eerste plaats is de

Nadere informatie

bestemmingsplan Binnenstad 2017 Evaluatie bestemmingsplan Binnenstad 2008

bestemmingsplan Binnenstad 2017 Evaluatie bestemmingsplan Binnenstad 2008 bestemmingsplan Binnenstad 217 Evaluatie bestemmingsplan Binnenstad 28 april 216 versie 1. team Stad en team Beleid Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 aanleiding... 3 1.2 doel... 3 1.3 leeswijzer... 3 2. Evaluatie

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

VERENIGING OUDHEIDKAMER VOOR TIEL EN OMSTREKEN. Opgericht 13 mei 1901

VERENIGING OUDHEIDKAMER VOOR TIEL EN OMSTREKEN. Opgericht 13 mei 1901 VERENIGING OUDHEIDKAMER VOOR TIEL EN OMSTREKEN Opgericht 13 mei 1901 SECRETARIAAT: H.W. RIJNEKE, WILHELMINALAAN 10, 4002 AX TIEL tel: 0344 627 529, fax 0842 258 385, e-mail: info@oudheidkamer-tiel.nl www.oudheidkamer-tiel.nl

Nadere informatie

Geacht college, A A N T E K E N E N TEVENS PER Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus GX ARNHEM. Tiel, 10 december 2008

Geacht college, A A N T E K E N E N TEVENS PER  Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus GX ARNHEM. Tiel, 10 december 2008 A A N T E K E N E N TEVENS PER E-MAIL Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM Tiel, 10 december 2008 Betreft: Bedenkingen tegen het bestemmingsplan Binnenstad Tiel 2008 Geacht college,

Nadere informatie

VERSLAG INGEDIENDE ZIENSWIJZEN. ontwerp bestemmingsplan Maaskernen

VERSLAG INGEDIENDE ZIENSWIJZEN. ontwerp bestemmingsplan Maaskernen VERSLAG INGEDIENDE ZIENSWIJZEN ontwerp bestemmingsplan Maaskernen Januari 2009 I. INLEIDING De huidige planologische regeling voor het bestemmingsplan Maaskernen wordt op dit moment gevormd door 21 verschillende

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Zuidpolder-Oost. derde partiële herziening 2009

Bestemmingsplan. Zuidpolder-Oost. derde partiële herziening 2009 Bestemmingsplan Zuidpolder-Oost derde partiële herziening 2009 Gemeente Edam-Volendam Vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 21 oktober 2010 Inhoud toelichting 1. Inleiding 1.1 Vigerende bestemmingsplannen

Nadere informatie

Nota inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan Geleen Zuid 1

Nota inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan Geleen Zuid 1 Nota inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan Zuid 1 Vooroverleg ex. art. 3.1.1 Bro Conform art. 3.1.1 Bro is bij de voorbereiding van dit voorontwerpbestemmingsplan vooroverleg gevoerd met de betrokken

Nadere informatie

Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Binnenstad 2017

Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Binnenstad 2017 Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Binnenstad 2017 Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Binnenstad 2017 Datum: 6 november 2017 Projectgegevens: NOT04-0253703-01C Vestiging Oosterhout Beneluxweg

Nadere informatie

Nota overleg en inspraak voorontwerp bestemmingsplan Polderweijde 1e partiële herziening

Nota overleg en inspraak voorontwerp bestemmingsplan Polderweijde 1e partiële herziening Nota overleg en inspraak Polderweijde 1e partiële herziening Inhoudsopgave 1. overlegreacties reacties es 3.1.1... Bro en 2. overzicht ingediende iende en PAGINA 2 1. O verlegreact ies 3.1.1 Bro Het voor

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht Toelichting op het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne Stadsontwikkeling Dordrecht Augustus 2009 1. Inleiding Het bestemmingsplan Leerpark is op 1 maart 2005

Nadere informatie

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG: BESTEMMINGSPLAN. Bennekom-Centrum

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG: BESTEMMINGSPLAN. Bennekom-Centrum NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG: BESTEMMINGSPLAN Bennekom-Centrum december 2011 1 Inleiding Het voorontwerpbestemmingsplan Bennekom-Centrum heeft van donderdag 13 oktober tot en met woensdag 26 oktober 2011

Nadere informatie

EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE EN VOOROVERLEG. VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN Marslanden, van Tuellstraat Hardenberg

EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE EN VOOROVERLEG. VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN Marslanden, van Tuellstraat Hardenberg EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE EN VOOROVERLEG VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN Marslanden, van Tuellstraat Hardenberg AFDELING RUIMTE EN ECONOMIE CLUSTER RUIMTE APRIL 2011 2 INHOUD: I. OVERZICHT GEVOLGDE PROCEDURE

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN HOGE STEENWEG VERSLAG VOOROVERLEG EX ARTIKEL BESLUIT RUIMTELIJKE ORDE- NING

BESTEMMINGSPLAN HOGE STEENWEG VERSLAG VOOROVERLEG EX ARTIKEL BESLUIT RUIMTELIJKE ORDE- NING BESTEMMINGSPLAN HOGE STEENWEG 58-66 VERSLAG VOOROVERLEG EX ARTIKEL 3.1.1 BESLUIT RUIMTELIJKE ORDE- NING Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Loon op Zand op DATUM 1. INLEIDING Algemeen Familie

Nadere informatie

gemeente eijsdervmargraten

gemeente eijsdervmargraten gemeente eijsdervmargraten Aan de gemeenteraad Raadsvoorstel Nummer: 11IN002555 1. Vermelding onderwerp en beslispunten Voorstel tot vaststelling 'Partiële herziening bestemmingsplan Kern Cadier en Keer

Nadere informatie

Notitie Inspraak Voorontwerp bestemmingsplan Centrum Rucphen, Raadhuisstraat 32

Notitie Inspraak Voorontwerp bestemmingsplan Centrum Rucphen, Raadhuisstraat 32 Notitie Inspraak Voorontwerp bestemmingsplan Centrum Rucphen, Raadhuisstraat 32 Inspraak Ingevolge artikel 7 van de inspraakverordening van de gemeente Rucphen, vastgesteld door de raad op 13 december

Nadere informatie

De inspraakreactie is op 3 augustus 2009 bij de gemeente binnengekomen. De inspraakreactie is binnen de aangegeven termijn ingediend.

De inspraakreactie is op 3 augustus 2009 bij de gemeente binnengekomen. De inspraakreactie is binnen de aangegeven termijn ingediend. Beantwoording zienswijze 1. Waterschap Rivierenland, De Blomboogerd 1, 4003 BX Tiel. De inspraakreactie is op 3 augustus 2009 bij de gemeente binnengekomen. De De inspraakreactie richt zich op de A-watergang

Nadere informatie

Zienswijzen nota. Gemeente Epe. bestemmingsplan "Wissel Schaveren Correctieve Herziening" Anonieme versie

Zienswijzen nota. Gemeente Epe. bestemmingsplan Wissel Schaveren Correctieve Herziening Anonieme versie Gemeente Epe Zienswijzen nota bestemmingsplan "Wissel Schaveren Correctieve Herziening" Anonieme versie Zienswijzen nota. 2013-00607 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll nhoudsopgave

Nadere informatie

Nota van inspraakreacties en wettelijk vooroverleg. voorontwerpbestemmingsplan Centrum Werkendam

Nota van inspraakreacties en wettelijk vooroverleg. voorontwerpbestemmingsplan Centrum Werkendam Nota van inspraakreacties en wettelijk vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Centrum Werkendam 1 2 1. Inleiding Toelichting Vanaf 18 december 2014 heeft het voorontwerpbestemmingsplan Centrum Werkendam

Nadere informatie

Inspraak bestemmingsplan Binnenstad van de gemeente Hattem

Inspraak bestemmingsplan Binnenstad van de gemeente Hattem Inspraak bestemmingsplan Binnenstad van de gemeente Hattem Indiener 1 Albert Heijn supermarkt Vosselman, Vechtstraat 7, 8051 JM HATTEM In hoofdstuk 3.2.1 bij Gemeentelijk beleid/ditstributieplanologisch

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlage bij toelichting 3. Gemeente Roermond. Bijlage 1 Verslag inspraak en vooroverleg 4

Inhoudsopgave. Bijlage bij toelichting 3. Gemeente Roermond. Bijlage 1 Verslag inspraak en vooroverleg 4 Roer en Hambeek Gemeente Roermond Inhoudsopgave Bijlage bij toelichting 3 Bijlage 1 Verslag inspraak en vooroverleg 4 bestemmingsplan Roer en Hambeek ontwerp Inhoudsopgave 2 Gemeente Roermond Bijlage bij

Nadere informatie

NOTA VAN INSPRAAK EN VOOROVERLEG BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN MIDDENWEG EN GIESSENBURG

NOTA VAN INSPRAAK EN VOOROVERLEG BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN MIDDENWEG EN GIESSENBURG NOTA VAN INSPRAAK EN VOOROVERLEG BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN MIDDENWEG EN GIESSENBURG Het voorontwerp van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Middenweg en Giessenburg heeft van 27-01-2012 tot en

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Vigerende bestemmingsplan 5 2. Bestaande situatie 6 2.1 ruimtelijke

Nadere informatie

Notitie vaststelling uitgangspunten bestemmingsplannen "Woonwijken Zuidoost", "Woonwijken Zuid en West" en "Woonwijken Noordoost".

Notitie vaststelling uitgangspunten bestemmingsplannen Woonwijken Zuidoost, Woonwijken Zuid en West en Woonwijken Noordoost. Notitie vaststelling uitgangspunten bestemmingsplannen "Woonwijken Zuidoost", "Woonwijken Zuid en West" en "Woonwijken Noordoost". Inleiding De gemeente werkt aan de actualisering van de bestaande bestemmingsplannen.

Nadere informatie

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d.

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d. www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d. 10 september 2014 1. Artikel 12 Horeca 12. 1. Bestemmingsomschrijving De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. horeca

Nadere informatie

TERNEUZEN Bestemmingsplan Terneuzen Centrum

TERNEUZEN Bestemmingsplan Terneuzen Centrum TERNEUZEN Bestemmingsplan Terneuzen Centrum Antwoordnota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen INHOUD 1. Inleiding 1.1. Procedure 1.2. Leeswijzer 2. Zienswijzen 2.1. Overzicht ingebrachte zienswijzen

Nadere informatie

MEMO BERICHT. aan: CommissieRuimte. van: Burgemeesteren Wethouders. datum: 29maart2017. onderwerp: Ophefenparkeerplaatsen Waalkade

MEMO BERICHT. aan: CommissieRuimte. van: Burgemeesteren Wethouders. datum: 29maart2017. onderwerp: Ophefenparkeerplaatsen Waalkade GemeenteTiel Achterweg2,4001MVTiel Postbus6325,4000HHTiel Telefoon: (0344)637111 Telefax: (0344)637299 Doorkiesnummer:(0344)637403 MEMO BERICHT aan: van: datum: CommissieRuimte Burgemeesteren Wethouders

Nadere informatie

Bijlage 1 Eindverslag inspraak

Bijlage 1 Eindverslag inspraak Bijlage 1 Eindverslag inspraak Nota inspraak en vooroverleg voorontwerp van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Krawinkel versie 08.08.2012_2 1 In het kader van het vooroverleg en de inspraak zijn 5 schriftelijke

Nadere informatie

Resultaten inspraakprocedure ingevolge de gemeentelijke inspraakverordening.

Resultaten inspraakprocedure ingevolge de gemeentelijke inspraakverordening. Eindverslag van de ingediende zienswijzen op grond van de gemeentelijke inspraakverordening en van de ingekomen vooroverlegreacties in het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan Centrum Venlo.

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Nr. :

Raadsinformatiebrief Nr. : Raadsinformatiebrief Nr. : Reg.nr. : 5241196 B&W verg. : 14 oktober 2015 Onderwerp: Ontwerpbestemmingsplan Molengat 1) Status Het voorliggende bestemmingsplan Molengat betreft een ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en Waalwijk DEEL 1: INLEIDING

NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en Waalwijk DEEL 1: INLEIDING NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en 409-413 Waalwijk DEEL 1: INLEIDING Het voorontwerpbestemmingsplan Grotestraat 403 en 409-413 Waalwijk heeft op grond van de

Nadere informatie

Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid

Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid Januari 2012 1. Inleiding Conform het gestelde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient het bestemmingsplan gedurende

Nadere informatie

BIJLAGE 1 tekst herziene voorschriften van Wipstrik

BIJLAGE 1 tekst herziene voorschriften van Wipstrik BIJLAGE 1 tekst herziene voorschriften van Wipstrik Artikel 1 - Begripsomschrijvingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: 22. erf: de grond deel uitmakende van een bouwperceel, behorende bij één

Nadere informatie

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning 8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds 2013-0068 0595 42 1140 2 mei 2013 Projectomgevingsvergunning (Adres) (Aanhef), Burgemeester en wethouders hebben op 2 mei 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost Inleiding Het voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-0ost en de bijbehorende stukken

Nadere informatie

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUI. Inspraaknota Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Detailhandel - Tuincentra.

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUI. Inspraaknota Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Detailhandel - Tuincentra. Gemeente Epe Inspraaknota Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Detailhandel - Tuincentra *2015-09568* IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUI Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding 2.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858 Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0093 A 10 12/858 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Emmen, Emmerhout Portefeuillehouder: A.J. Sleeking Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN PARTIËLE HERZIENING STADHOUDERSPARK VUGHT GEMEENTE VUGHT

BESTEMMINGSPLAN PARTIËLE HERZIENING STADHOUDERSPARK VUGHT GEMEENTE VUGHT BESTEMMINGSPLAN PARTIËLE HERZIENING STADHOUDERSPARK VUGHT GEMEENTE VUGHT Gemeente Vught Bestemmingsplan Partiële herziening Stadhouderspark Vught Toelichting Voorschriften Overzicht deelplankaarten Deelplankaarten

Nadere informatie

ZIENSWIJZENNOTA. Bestemmingsplan Bezemronde 3, kernen

ZIENSWIJZENNOTA. Bestemmingsplan Bezemronde 3, kernen ZIENSWIJZENNOTA Bestemmingsplan Bezemronde 3, kernen januari 2017 1 Het ontwerp van het bestemmingsplan Bezemronde 3, kernen heeft van donderdag 23 juni 2016 tot en met woensdag 3 augustus 2016 ter inzage

Nadere informatie

TERNEUZEN. Bestemmingsplan Terneuzen Midden, 1 ste herziening. Antwoordnota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen

TERNEUZEN. Bestemmingsplan Terneuzen Midden, 1 ste herziening. Antwoordnota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen TERNEUZEN Bestemmingsplan Terneuzen Midden, 1 ste herziening Antwoordnota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen Inhoud 1. Inleiding 1.1. Procedure 1.2. Leeswijzer 2. Zienswijzen 2.1. Overzicht ingebrachte

Nadere informatie

HOOFDSTUK 9 Inspraak en vooroverleg

HOOFDSTUK 9 Inspraak en vooroverleg HOOFDSTUK 9 Inspraak en vooroverleg Op grond van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening dient overleg te worden gepleegd met de besturen van de betrokken gemeenten, waterschappen en die diensten

Nadere informatie

dat een verslag van de inspraak en het gevoerde overleg is opgenomen in hoofdstuk 7.1 van de toelichting van het plan;

dat een verslag van de inspraak en het gevoerde overleg is opgenomen in hoofdstuk 7.1 van de toelichting van het plan; gemeente Den Helder Geamendeerd raadsbesluit Raadsvergadering d.d. : 26 september 2011 Besluit nummer ; RB11.0123 Onderwerp : Vaststellen bestemmingsplan Stadshart Centrum 2010 De raad van de gemeente

Nadere informatie

Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD

Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD Gemeente Bergen op Zoom Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Team Ruimtelijke Ordening en Vergunningen INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Rapportnummer: 211X07057.079344_1

Nadere informatie

VERSLAG VAN INSPRAAK EN VOOROVERLEG BESTEMMINGSPLAN LINDEPLEIN E.O. GEMEENTE BRUNSSUM

VERSLAG VAN INSPRAAK EN VOOROVERLEG BESTEMMINGSPLAN LINDEPLEIN E.O. GEMEENTE BRUNSSUM VERSLAG VAN INSPRAAK EN VOOROVERLEG BESTEMMINGSPLAN LINDEPLEIN E.O. GEMEENTE BRUNSSUM INLEIDING In het kader van de gemeentelijke inspraakverordening is met ingang 4 juli 2013 gedurende 6 weken een voorontwerp-bestemmingsplan

Nadere informatie

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG) Documentenlijst Besluit (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201814438 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het verbouwen van de winkel met de woning Brouwersgracht 25 tot 3 woningen Adres: Brouwersgracht

Nadere informatie

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173 Gemeente Wijdemeren Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173 Toelichting, regels en analoge verbeelding juli 2011 Kenmerk 1696-18-T01 Projectnummer 1696-18 Toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.

Nadere informatie

EINDVERSLAG voorontwerpbestemmingsplan Middelland en Honthorst OVERLEG. Ingekomen overlegreacties

EINDVERSLAG voorontwerpbestemmingsplan Middelland en Honthorst OVERLEG. Ingekomen overlegreacties EINDVERSLAG voorontwerpbestemmingsplan Middelland en Honthorst OVERLEG Ingekomen overlegreacties Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg naar diverse instanties gestuurd. Van

Nadere informatie

8 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

8 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad GEMEENTE BERGEN OP ZOOM 8 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad tbv splitsing in gestapelde woningen INHOUDSOPGAVE Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel wijzigingsplan 1.2 Ligging

Nadere informatie

Zienswijzennota. Bestemmingsplan West I en II. Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608

Zienswijzennota. Bestemmingsplan West I en II. Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608 Zienswijzennota Bestemmingsplan West I en II Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Status zienswijzennota 1.2 Procedure bestemmingsplan

Nadere informatie

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: Artikel 9 Gemengd 9.1 Bestemmingsomschrijving 9.2 Bouwregels 9.3 Specifieke gebruiksregels 9.4 Afwijken van de gebruiksregels 9.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363.

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363. Bestemmingsplan Middenweg 89 Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: 160161 ID: NL.IMRO.0363.M1605BPSTD-OW01 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging plangebied

Nadere informatie

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Het voorontwerp bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 heeft met de bijbehorende stukken met ingang van donderdag 3 oktober 2013 gedurende

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing verenigingsgebouw De Knar

Ruimtelijke onderbouwing verenigingsgebouw De Knar Ruimtelijke onderbouwing verenigingsgebouw De Knar Watersportvereniging FLEVO Harderwijk, februari 2014 Ruimtelijke onderbouwing verenigingsgebouw De Knar Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding en doel

Nadere informatie

Documentenlijst Besluit-verlenen heroverweging (P) (GG)

Documentenlijst Besluit-verlenen heroverweging (P) (GG) Documentenlijst Besluit-verlenen heroverweging (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201608017 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het veranderen van het kinderdagverblijf Tesselseplein 12 tot een woning

Nadere informatie

Ontwerpbouwvergunning 1 e fase (08-149) tevens projectbesluit NL.IMRO.0852.PBKMONoord41010

Ontwerpbouwvergunning 1 e fase (08-149) tevens projectbesluit NL.IMRO.0852.PBKMONoord41010 Ontwerpbouwvergunning 1 e fase (08-149) tevens projectbesluit NL.IMRO.0852.PBKMONoord41010 Nummer: 08-149 Burgemeester en Wethouders van Waterland, namens dezen, het hoofd van de afdeling Volkshuisvesting,

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN KOM BEEK EN DONK 1 E HERZIENING GEMEENTE LAARBEEK. 28 januari 2016 vastgesteld

BESTEMMINGSPLAN KOM BEEK EN DONK 1 E HERZIENING GEMEENTE LAARBEEK. 28 januari 2016 vastgesteld BESTEMMINGSPLAN KOM BEEK EN DONK 1 E HERZIENING 28 januari 2016 vastgesteld 51-017 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Plangebied... 6 1.3 Vigerend bestemmingsplan...

Nadere informatie

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235 *Z0502439E79* Registratienummer: Z -14-29221 / 46235 In de periode 2010 2014 zijn binnen de gemeente Goeree-Overflakkee vele bestemmingsplannen herzien. Bestemmingsplannen gaan vaak over grote grondgebieden

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ontwerpbestemmingsplan Heliushaven

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ontwerpbestemmingsplan Heliushaven NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ontwerpbestemmingsplan Heliushaven INLEIDING In 2011 is het voorontwerp bestemmingsplan Heliushaven opgesteld en heeft het wettelijk vooroverleg plaatsgevonden, zoals

Nadere informatie

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik Gemeente Woerden Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik Verantwoording Titel Toetsing aan de wijzigingsregels ten behoeve van het wijzigen van de agrarische bestemming van het perceel Teckop

Nadere informatie

Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen

Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen A gemeente Eindhoven Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan Emmasingelkwadrant Fellenoord 2013 Augustus 2013 jmo/lg13002337 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Augustus 2013

Nadere informatie

GEMEENTE GRAVE Bestemmingsplan Woonwijken, Grave Nota beantwoording zienswijzen en vooroverlegreacties

GEMEENTE GRAVE Bestemmingsplan Woonwijken, Grave Nota beantwoording zienswijzen en vooroverlegreacties GEMEENTE GRAVE Bestemmingsplan Woonwijken, Grave Nota beantwoording zienswijzen en vooroverlegreacties 2 Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Woonwijken, Grave (NL.IMRO.0786.BPWoonwijkenGrave-on01) heeft

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Herziening bestemmingsplan Ter Borch ex artikel 30 WRO

Herziening bestemmingsplan Ter Borch ex artikel 30 WRO Herziening bestemmingsplan Ter Borch ex artikel 30 WRO Herziening bestemmingsplan Ter Borch ex artikel 30 WRO Inhoud: Toelichting Voorschriften en bijlagen Plankaart nr. 247.00.10.30.97.C01 Vries/Assen

Nadere informatie

Nota van Inspraak Voorontwerp bestemmingsplan Hoek Graaf van Egmondstraat/Pad van Jongejan

Nota van Inspraak Voorontwerp bestemmingsplan Hoek Graaf van Egmondstraat/Pad van Jongejan Nota van Inspraak Voorontwerp bestemmingsplan Hoek Graaf van Egmondstraat/Pad van Jongejan Vastgesteld door het College van B&W: 18 december 2012 1. Aanleiding De locatie Koninginneweg/C1000 is in de Integrale

Nadere informatie

Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen Vastgesteld toelichting

Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen Vastgesteld toelichting Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen - 2012 Vastgesteld toelichting Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen - 2012 Vastgesteld toelichting Gemeente Oss, Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 8 13/454. Raad. Onderwerp: Bestemmingsplan 'Emmen, Noordbarge'

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 8 13/454. Raad. Onderwerp: Bestemmingsplan 'Emmen, Noordbarge' svoorstel 2013 RA13.0045 A 8 13/454 Onderwerp: Bestemmingsplan 'Emmen, Noordbarge' Portefeuillehouder: A.J. Sleeking Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Infrastructuur Team Ontwikkeling Ingrid Weis, telefoon

Nadere informatie

Nota inspraak en overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Nota inspraak en overleg ex artikel 3.1.1 Bro Nota inspraak en overleg ex artikel 3.1.1 Bro voorontwerp-bestemmingsplan Noord Nota inspraak en overleg ex artikel 3.1.1 Bro voorontwerp-bestemmingsplan Noord Opdrachtgever: Auteur: gemeente Scherpenzeel

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 8-08-2006 Onderwerp: Voortgang procedures 'het Wapen van Utrecht'. Conceptbesluit: Samenvatting: - kennis te nemen van de ingediende

Nadere informatie

EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE

EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN HARDENBERG CENTRUM AFDELING RUIMTELIJK DOMEIN TEAM RUIMTE&VERGUNNINGEN 2 I. overzicht gevolgde inspraak procedure ter inzage legging Het voorontwerp

Nadere informatie

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Inspraaknota Gemeente Epe Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Sport - Manege * *

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Inspraaknota Gemeente Epe Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Sport - Manege * * Gemeente Epe Inspraaknota Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Sport - Manege *2015-09826* llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 3 2. Inspraakreactie

Nadere informatie

Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot

Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot Probleemstelling Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft ter visie gelegen.

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid Nota beantwoording zienswijze bestemmingsplan Meppel Zuid. 1 Samenvatting en beantwoording zienswijze Bijlage 3 Januari 2013 Nota beantwoording zienswijze

Nadere informatie

Bijlage 4 - Overzicht Afwijkende bestemmingen

Bijlage 4 - Overzicht Afwijkende bestemmingen Bijlage 4 - Overzicht Afwijkende bestemmingen Huidige 1 Antoniusstraat 45 Bedrijf Wonen 1 Antoniusstraat 3 Bedrijf Wonen 1 Antoniusstraat 50 Bedrijf Wonen 1 Antoniusstraat 7A Wonen Bedrijf Het betreft

Nadere informatie

8. Bijlagen 8.1 BIJLAGE 1 GEBRUIKTE AFKORTINGEN. Hieronder zijn de meest gebruikte afkortingen en hun betekenis weergegeven.

8. Bijlagen 8.1 BIJLAGE 1 GEBRUIKTE AFKORTINGEN. Hieronder zijn de meest gebruikte afkortingen en hun betekenis weergegeven. 73 8. Bijlagen 8.1 BIJLAGE 1 GEBRUIKTE AFKORTINGEN Hieronder zijn de meest gebruikte afkortingen en hun betekenis weergegeven. Wro: Wet ruimtelijke ordening Bro: Besluit ruimtelijke ordening AMK: Archeologische

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bebouwing noordwand Kasteelweide EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE

Bestemmingsplan Bebouwing noordwand Kasteelweide EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE Bestemmingsplan Bebouwing noordwand Kasteelweide EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Loon op Zand op 22 november 2011 1. INLEIDING Burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek gemeente Roermond Verslag inspraak en vooroverleg Voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinzone Roerstreek februari 2013 Het voorontwerp bestemmingsplan 'Bedrijventerreinzone Roerstreel

Nadere informatie

Antwoordnota Voorontwerp-bestemmingsplan Business Park Friesland

Antwoordnota Voorontwerp-bestemmingsplan Business Park Friesland Antwoordnota Voorontwerp-bestemmingsplan Business Park Friesland 1. AANLEIDING EN PROCEDURE Het bedrijventerrein Business Park Friesland is een bestaand modern bedrijvenpark dat is bedoeld voor hoogwaardige

Nadere informatie

Raad-2009-087. Disnummer: 111093. Onderwerp: Bestemmingsplan Kloosterkwartier. Meegestuurde stukken: Geen

Raad-2009-087. Disnummer: 111093. Onderwerp: Bestemmingsplan Kloosterkwartier. Meegestuurde stukken: Geen Raad-2009-087 Disnummer: 111093 Onderwerp: Bestemmingsplan Kloosterkwartier Meegestuurde stukken: Geen Ter inzage liggende stukken: 1. Ontwerpbestemmingsplan 2. Raadsbesluit inzake krediet Kloosterkwartier

Nadere informatie

Rapport zienswijzen Å ambtshalve wijzigingen. ontwerpbestemmingsplan Eist, Centrum

Rapport zienswijzen Å ambtshalve wijzigingen. ontwerpbestemmingsplan Eist, Centrum gemeente Overbetuwe O Rapport zienswijzen Å ambtshalve wijzigingen ontwerpbestemmingsplan augustus 2015 Vastgesteld door de raad op 20 oktober 2015 Registratienummer: 15INT02731 Inhoud 1. Inleiding 2 Procedure

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Inleiding Bij besluit van 28 juli 2010 hebben burgemeester en wethouders van Lochem aan Sport & Science

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2015/ Ontwerp t.b.v. terinzageligging Vaststelling bestemmingsplan Zwanenburg 1 e herziening

Raadsvoorstel 2015/ Ontwerp t.b.v. terinzageligging Vaststelling bestemmingsplan Zwanenburg 1 e herziening Onderwerp Raadsvoorstel 2015/ Ontwerp t.b.v. terinzageligging Vaststelling bestemmingsplan Zwanenburg 1 e herziening Portefeuillehouder Collegevergadering Raadsvergadering Adam Elzakalai Steller Jolanda

Nadere informatie

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing 'Herontwikkeling Weidestraat 2'

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing 'Herontwikkeling Weidestraat 2' B&W-voorstel Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing 'Herontwikkeling Weidestraat 2' 1) Status Het voorstel heeft betrekking op het uitoefenen van de collegebevoegdheden ter voorbereiding van een omgevingsvergunning,

Nadere informatie

1 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Meilust-Woongebied

1 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Meilust-Woongebied GEMEENTE BERGEN OP ZOOM 1 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Meilust-Woongebied t.b.v. Bestemmingswijziging Zandstraat 134/134a Status: Vastgesteld INHOUDSOPGAVE Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding,

Nadere informatie

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies: Cafetaria Friet & zo, gevestigd aan de Engstraat 8 Heusden heeft het verzoek ingediend om de bestemming van het pand waarin de caftaria is gevestigd, om te zetten van detailhandel naar horeca. Samenvatting:

Nadere informatie

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN GORREDIJK - WIJKVERNIEUWING STOKERIJ. 23 maart 2011

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN GORREDIJK - WIJKVERNIEUWING STOKERIJ. 23 maart 2011 REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN GORREDIJK - WIJKVERNIEUWING STOKERIJ 23 maart 2011 Reactienota Overleg en Inspraak Bestemmingsplan Gorredijk - Wijkvernieuwing Stokerij Code 099972.01 /

Nadere informatie

Nota inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan Bebouwde kom Hoogerheide Woensdrecht, 1 e herziening: Dorpsstraat 87

Nota inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan Bebouwde kom Hoogerheide Woensdrecht, 1 e herziening: Dorpsstraat 87 Nota inspraak en vooroverleg Bestemmingsplan Bebouwde kom Hoogerheide Woensdrecht, 1 e herziening: Dorpsstraat 87 Collegebesluit: Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Lijst van ingekomen reacties... 4 3.

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK GEMEENTE LAARBEEK. 10 december 2015 vastgesteld

BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK GEMEENTE LAARBEEK. 10 december 2015 vastgesteld BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK 10 december 2015 vastgesteld 51-014 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Vaststelling veeg-bestemmingsplannen Kortland, Langeland en Lansingh-Zuid

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Vaststelling veeg-bestemmingsplannen Kortland, Langeland en Lansingh-Zuid Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Vaststelling veeg-bestemmingsplannen Kortland, Langeland en Lansingh-Zuid Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. de zienswijzen met betrekking

Nadere informatie

TE HUUR Wooldstraat 55, 7101 NN Winterswijk Huurprijs: 1.500,-- per maand (excl. btw)

TE HUUR Wooldstraat 55, 7101 NN Winterswijk Huurprijs: 1.500,-- per maand (excl. btw) TE HUUR Wooldstraat 55, 7101 NN Winterswijk Huurprijs: 1.500,-- per maand (excl. btw) Omschrijving Gunstig in het A1-winkelpromenadegebied gelegen WINKELUNIT, op circa 75 meter van C&A en H&M. Winterswijk

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. Onderwerp: Concept ruimtelijke onderbouwing Oranje Nassaustraat 1B-1H. 1) Status

Raadsinformatiebrief. Onderwerp: Concept ruimtelijke onderbouwing Oranje Nassaustraat 1B-1H. 1) Status Raadsinformatiebrief Reg.nr. : 8211456 B&W verg. : 20 november 2018 Onderwerp: Concept ruimtelijke onderbouwing Oranje Nassaustraat 1B-1H 1) Status Dit stuk wordt u ter informatie aangeboden in het kader

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen Bestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek

Nota van Zienswijzen Bestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek Nota van Zienswijzen Bestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek Definitieve nota: 9 december 2009 Inhoud plan Het ontwerpbestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek

Nadere informatie