Op 2 februari 2015 is van de familie Bauhaus een zienswijze ontvangen.

Transcriptie

1 Beantwoording zienswijzen In overeenstemming met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het ontwerp van de omgevingsvergunning en ontwerp van de verklaring van geen bedenkingen (beide ontwerp beschikkingen) vanaf 23 december 2014 t/m 2 februari 2015 voor zes weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn zijn vier zienswijzen ontvangen. Op 23 januari 2015 is van de heer H. van Harselaar namens het bewonersplatform Fort aan de Buursteeg een zienswijze ontvangen. Op 27 januari 2015 is dezelfde zienswijze door de heer Van Harsleaar op eigen titel ingediend. Beide zienswijzen zijn niet ondertekend, maar er geldt ten aanzien van een zienswijze geen vormvereiste of handtekeningverplichting. Op 2 februari 2015 is van de familie Bauhaus een zienswijze ontvangen. Op 30 december 2014 is van Mr. L. Bolier juridische adviezen, namens de familie G. Geurtsen, een schriftelijke zienswijze ontvangen. Op16 januari 2015 en 13 februari 2015 is deze zienswijze schriftelijk aangevuld vanwege later aan hen toegezonden stukken. Aangezien alle zienswijzen binnen de gestelde termijn zijn ingediend, kunnen alle zienswijzen ontvankelijk worden verklaard. Zienswijze bewonersplatform Fort aan de Buursteeg/Henk Van Harselaar (identiek bezwaar) De ingediende bezwaren treft u hieronder aan. Deze zijn al eerder geuit, nog voordat de raad op 9 december 2014 een beslissing nam over de ontwerp verklaring van geen bedenkingen. De beantwoording daarop is destijds aan de raadsleden toegezonden. Deze beantwoording zal derhalve worden overgenomen, en daar waar nodig worden aangevuld. Bezwaren en angsten van bewoners: 1 Geluidsoverlast door luidruchtige personen buiten. o Openingstijd tot 02:00 uur s nachts o s Zomers open deuren; geluidsoverlast door muziek o s avonds/nachts door rokende/luidruchtige mensen op het terras o s avonds / nachts door luidruchtige mensen op het fort en de wallen. Op de wallen hebben we nu al last van mensen die bij ons de tuin in gluren. Dit is bijzonder ergerlijk. o Vertrekkende personen; slaande autodeuren; toeteren Ad 1) Deze zienswijze richt zich met name op de angst op mogelijke gebruiksoverlast. Daarom is de exploitant gevraagd om zijn reactie op deze zienswijze te geven. Hieronder treft u deze aan. Reactie De Hof: Sluitingstijd willen we aanpassen naar uur, met de mogelijkheid tot een aantal uitzonderingen per jaar. We hebben luchtkoeling als eis gesteld zodat de deuren in de zomer gesloten kunnen blijven. Wij willen uiteindelijk de omgeving ook zo min mogelijk tot last zijn. We zullen ons best doen er op toe te zien dat mensen buiten niet luidruchtig zijn. We vermoeden dat mensen niet op het fort in het donker gaan dwalen, alleen op het terras is verlichting, dus nodigt het niet uit om het donker in te stappen denken wij. 1/9

2 Tevens zullen we de vertrekkende gasten verzoeken (bijv. middels borden) zich rustig te houden en niet te claxonneren. Wij denken dat de beoogde parkeerplaats ver genoeg bij de woningen vandaan komt, zodat de overlast in onze ogen mee gaat vallen. Deze beantwoording biedt voldoende duidelijkheid om de betreffende zienswijze ongegrond te verklaren. Bovendien kan worden opgemerkt dat het akoestisch onderzoek dat onderdeel van deze vergunning is, uitwijst dat het bezoekerscentrum en het beoogde gebruik, voldoet aan de daaraan te stellen geluidsnormen. Om zekerheid te bieden ten aanzien van de sluitingstijd zal in de nog af te geven exploitatievergunning voor het horecabedrijf een maximale sluitingstijd van 01:00 uur moeten worden opgenomen. 2 Aantasting van het landelijk karakter van de omgeving. 3 Het geplande gebouw is buiten proportie groot in verhouding met het fort. Ons uitzicht wordt veel slechter. Ad 2 en 3) Het ontwerp is goedgekeurd door de gemeentelijke monumentencommissie, de Welstand en monumentencommissie en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Zij zijn de instanties die beoordelen of een dergelijke project passend op deze locatie is. Zij vormen dan ook het toetsingskader voor dit aspect bij de voorliggende aanvraag. Er bestaat op basis van vaste jurisprudentie geen recht op blijvend vrij uitzicht. Het gebouw valt voor een groot deel binnen de omliggende wal. Uitzicht van de 1 e verdieping van de nabij gelegen woningen op Onderweg 1 en 1a zou daardoor mogelijk kunnen worden beperkt, maar deze zichtsbelemmering ontstaat niet op de begane grond. Aangezien op de verdieping veelal de slaapkamers en badkamer zijn gelegen wordt o.i. geen afbreuk aan het leefklimaat veroorzaakt. Bovendien was op deze locatie voorheen een camping gevestigd. Het uitzicht door die voormalige bebouwing was daarom al beperkt aanwezig. Bovendien is de meest dichtbij gelegen woning op 140m van het bezoekerscentrum gesitueerd. Gezien deze situering en de omstandigheid dat deze gronden nu nog onbebouwd zijn, kan worden aangenomen dat het uitzicht van De heer Van Harselaar en Bauhaus zal worden beïnvloed, maar niet wordt beperkt, door de bouw van het bezoekerscentrum op deze gronden. Gelet op de afstand van ongeveer 140 meter tussen hun woningen en deze gronden, zien wij geen aanleiding voor het oordeel dat de bouw van het bezoekercentrum zal leiden tot een onaanvaardbare aantasting van het uitzicht van Van Harselaar en Bauhaus. Zienswijzen 4 Het fort is een oorlogsmonument; een feestcentrum hoort daar niet bij. Ad 4) Het ontwerp is goedgekeurd door de gemeentelijke monumentencommissie, de Welstand en monumentencommissie en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Zij zijn de instanties die beoordelen of een dergelijke project en gebruik passend op deze locatie is. Wij verwijzen hiervoor naar het advies van de RCE waarin is beschreven dat er is getoetst aan het beoogd gebruik. Er zijn meer Fortlocaties in Utrecht (Fort aan de Klop, Fort Vechten) maar ook elders in Nederland bekend die een identiek gebruik hebben. Het combinatiegebruik tussen cultuur, natuur en geschiedenis is daardoor geen uitzondering. Een feestcentrum is bovendien niet het beoogde gebruik. Zienswijze 5 Parkeeroverlast langs Onderweg en langs Buursteeg. 2/9

3 Ad 5) Het college van B&W heeft bij de besluitvorming op de ontwerp-omgevingsvergunning gesteld dat er een goede parkeergelegenheid moet worden gerealiseerd. De destijds beoogde locatie A (gelegen voor de tankgracht ) op het grondgebied van de gemeente Ede had de voorkeur. Wethouder Mw. W. Vreugdenhil, heeft namens de gemeente Ede zowel in de bestuurlijke kopgroep van 20 november 2014 en 18 februari 2015 als per memo d.d. 16 februari 2015 aangegeven bereid te zijn medewerking aan de beoogde parkeerplaats te willen verlenen. Wel geldt de voorwaarde dat de aanleg in 2 fasen dient te geschieden. Fase 1 beslaat een oppervlakte voor 190 parkeerplaatsen gelegen op locatie A. Fase 2 beslaat een oppervlakte voor 110 parkeerplaatsen en is gelegen in het verlengde van locatie A Langs de Klompersteeg. Voor deze parkeerlocatie is een gewijzigde inrichtingstekening gemaakt die aan de ruimtelijke onderbouwing is toegevoegd. Gelet op de omvang van het bezoekerscentrum is op basis van de CROW normering, hetgeen als toetsingkader kan worden aangehouden, een minimaal aantal van slechts parkeerplaatsen vereist. Met de beoogde 190 parkeerplaatsen in de 1 e fase en 110 parkeerplaatsen in de 2 e fase is er derhalve sprake van een ruime overcapaciteit. Op basis van dat aantal zal dan ook geen parkeeroverlast verwacht worden. Desalniettemin is al eerder aangeven dat wij ons zullen inspannen om samen met de gemeente Ede naar een oplossing te zoeken voor dit, door de omwonenden, gevreesde probleem. Een oplossing zou kunnen zijn door verkeersborden (verbod parkeren) te plaatsen of door de bermen zo in te richten (d.m.v. obstakels) dat parkeren niet mogelijk wordt. Zienswijze 6 Bereikbaarheidsproblemen bij evenementen; zowel voor ons als voor leveranciers en hulpdiensten. (gezien bij andere soortgelijke terreinen) Ad 6) Leveranciers ten dienste van het bezoekerscentrum hebben de mogelijkheid om naast het bezoekerscentrum hun goederen af te leveren. Voor leveranciers ten dienste van de omliggende percelen kan het volgende worden opgemerkt. De parkeerlocatie biedt voldoende parkeerplaatsen, ook bij evenementen. Bij niet vergunningplichtige evenementen zal er geen bereikbaarheidsprobleem worden verwacht. Daarvoor zijn de bezoekersaantallen te laag. Bij een vergunningplichtig evenement zal een zelfstandige beoordeling over de aanvaardbaarheid door het college van B&W plaatsvinden. Mocht de situatie zich voordoen dat naar aanleiding van een evenement veel meer bezoekers worden verwacht dan de parkeerlocatie aankan, dan zal op dat moment naar een tijdelijke alternatieve locatie onderzoek moeten worden gedaan. Zoals eerder heeft plaatsgevonden biedt het weiland van de heer Otte (Buursteeg 3) of het nabij gelegen parkeerterrein van het treinstation De Klomp daar mogelijkheden toe. Die locaties hebben voor de bereikbaarheid van de omwonenden dan geen effect. Zienswijze 7 De zondagsrust Ad 7) De gemeente Renswoude heeft geen wettelijke zondagrust. Dit vormt voor de huidige aanvraag dan ook geen toetsingskader. Onze Algemene Plaatselijke Verordening (APV) stelt evenmin hier regels voor. Deze zienswijze richt zicht met name op de angst op mogelijke gebruiksoverlast. Daarom is de exploitant gevraagd om zijn reactie op deze zienswijze te geven. Reactie De Hof: Op zondag buiten in principe geen versterkte muziek en op andere dagen in de week na uur sowieso geen activiteiten / muziek buiten (mocht er een keer iets georganiseerd gaan worden zal er toch eerst vergunning moeten worden aangevraagd) 3/9

4 De Hof heeft derhalve aangegeven de zondagsrust wel te zullen respecteren door geen buitenmuziek op zondag ten gehore te zullen brengen. Om zekerheid te bieden ten aanzien van deze buitenmuziek zal in de nog af te geven exploitatievergunning voor het horecabedrijf een verbod worden opgenomen voor het afspelen van buitenmuziek op zondag. Zienswijze 8 Angst voor hangjongeren in de toekomstige fietstunnel. Ad 8) De fietstunnel wordt pas mogelijk pas verwacht medio 2020 en maakt geen onderdeel van de voorliggende aanvraag uit. Deze vraag kan pas betrokken worden bij de aanvraag die daar te zijner tijd voor zal worden aangevraagd. Zienswijze 9 Versterkte muziek op het buitenterrein van het fort Ad 9) In de APV is beschreven dat het een inrichting is toegestaan om maximaal twaalf incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen uit de APV niet van toepassing zijn, mits de exploitant het college twee weken van te voren in kennis heeft gesteld. Deze zienswijze richt zicht met name op de angst op mogelijke gebruiksoverlast. Daarom is de exploitant gevraagd om zijn reactie op deze zienswijze te geven. Reactie De Hof: Op zondag buiten in principe geen versterkte muziek en op andere dagen in de week na uur sowieso geen activiteiten / muziek buiten (mocht er een keer iets georganiseerd gaan worden zal er toch eerst vergunning moeten worden aangevraagd) Om zekerheid te bieden aan de omwonenden ten aanzien van deze buitenmuziek zal in de nog af te geven exploitatievergunning voor het horecabedrijf een verbod worden opgenomen voor het afspelen van buitenmuziek op zondag en op andere dagen in de week na uur. Ook zal een verbod worden opgenomen voor buitenactiviteiten na uur. Zienswijze Zienswijze familie Bauhaus 10 Men verwacht geluidsoverlast van het bezoekersgebouw. De geplande locatie leent zich in hun optiek totaal niet voor een horecavoorziening van deze grootte. Het vieren van bruiloften, partijen en bedrijfsuitjes tot 2 uur s nachts doet vanwege verwachtte geluidsoverlast ernstig afbreuk aan het woongenot van de direct aanwonende. Men was landelijk gaan wonen om dit te voorkomen. Ad 10) Ten aanzien van de laatste regel wordt opgemerkt dat deze stelling niet geheel wordt gedeeld. De familie Bauhaus woont sinds januari 2014 op het huidige adres. De beoogde plannen voor een bezoekerscentrum met horecagebruik waren in het huidige bestemmingsplan vastgelegd. Men had kunnen weten dat er een intensief gebruik op het Fort zou gaan plaatsvinden. Dat neemt uiteraard niet weg dat op dat moment niet bekend was dat er horecacategorie 3 in het bezoekerscentrum gevestigd zou gaan worden. Ten aanzien van dat laatste kan bevestigd worden dat zij niet op de hoogte konden zijn van die ontwikkeling. Voor de verdere beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 1,2,3 en 4. Zienswijze 11 Daarnaast is het bouwen van een horeca gelegenheid van deze omvang een aantasting 4/9

5 van het landelijke karakter en de omgeving. Het past ook geenszins in het historisch concept van het Fort en wij vinden het eerlijk gezegd nogal ongepast om feesten te organiseren op een oorlogsmonument. Ad 11) Voor de beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 4. Zienswijze 12 Het spreekt voor zich dat een horeca gelegenheid van deze omvang ongetwijfeld ook parkeer- en bereikbaarheidsproblemen met zich mee brengen. Ad 12) Voor de beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 5 en 6. Zienswijze 13 Als laatste vrezen wij de vele bezoekers die op de wallen van het Fort gaan staan en zo in onze tuin kunnen kijken. Dit is iets wat we nu al sporadisch zien, terwijl het Fort officieel nog helemaal niet geopend is. U zult begrijpen dat wij er, om reden van de privacy, bepaald niet gelukkig mee zijn dat er jaarlijks honderden, zo niet duizenden mensen een kijkje bij ons in de tuin en door de ramen van onze woning komen nemen. Ad 13) Het gebruik van de locatie Fort aan de Buursteeg waaronder ook de openstelling van het gebied maakt geen onderdeel van de huidige vergunning. Dit gebruik is ter plaatse toegestaan op basis van de vergunning voor het herstel van het Fort 6 maart 2012, verzonden 14 maart Zienswijze 14 Voor alle duidelijkheid, wij zijn niet tegen de komst van het Fort of een (klein) bezoekerscentrum waar mensen een bakje koffie kunnen krijgen. Het gaat er ons om dat het Fort niet in een Feest-Fort verandert om zo de kosten van het onderhoud te kunnen dekken. Dit kan toch nooit de bedoeling zijn geweest van een plek waar door de eeuwen heen mensen zijn gestorven om ons land te verdedigen? Ad 14) Voor de beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 4. Zienswijze Zienswijze familie Geurtsen 15 Het voornemen om grootschalige horeca en evenementen toe te staan is een ongewenste ontwikkeling en staat haaks op de cultuurhistorische belangen die worden gediend met het in oude luister herstellen van het Fort. Ad 15) Voor de beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 2, 3 en 4. Zienswijze 16 Verstoring zondagrust. Ad 16) Voor de beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 7. Zienswijze 17 De voorgestelde horecacategorie 3 kan in ruimtelijke opzicht niet worden gemotiveerd en wordt in de ruimtelijk onderbouwing onvoldoende gemotiveerd. 5/9

6 Ad 17) De ruimtelijke onderbouwing heeft naar aanleiding van de zienswijze t.a.v. het begrip horeca een nadere precisering opgenomen. De betreffende zienswijze is daardoor gegrond. Uitgelegd wordt nu wat er onder horeca wordt verstaan en wat er maximaal wordt beoogd. Zie onderstaande tekst: Horeca: een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig zaalaccommodatie wordt geëxploiteerd, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie en met dien verstande dat onder horeca niet worden begrepen: het verstrekken van logies, nachtclubs, bardancings en discotheken. Eveneens is nader beschreven waarom deze commerciële activiteit wenselijk wordt geacht. Commerciële activiteiten In de commerciële activiteiten wordt onderscheid gemaakt in activiteiten gericht op particulieren en zakelijke markt. De particuliere activiteiten betreffen feesten (bruiloften en jubilea). In de huidige situatie wordt voor particuliere activiteiten gebruik gemaakt van een grote en kleine feestruimte. Mogelijkheden tot verdere groei en aantallen bezoekers zijn hierin beperkt. Wel wordt hierbij een kwaliteitsverbetering nagestreefd. De groei in commerciële activiteiten wordt vooral gerealiseerd in de zakelijke markt. De begane grond van het bezoekerscentrum is afgestemd op bedrijfspresentaties (inrichting presentatieruimte met maximaal 300 stoelen en keuken). De ruimte kan ook gebruikt worden voor zakendiners en lunches. Het kwaliteitsniveau wordt afgestemd op het midden en hogere marktsegment. Deze ruimte is zodanig ontworpen dat deze ook geschikt kan worden gemaakt voor vergaderingen en workshops of als symposiumruimte. Verder kunnen personeelsuitjes en managementtrainingen georganiseerd worden. Deze activiteiten vinden nu ook al plaats. Belang van het toestaan van commercieel te exploiteren activiteiten mede gericht op het genereren van draagkracht voor instandhouding van het fort. Het belang van instandhouding van Fort aan de Buursteeg is niet alleen gelegen in de cultuurhistorische betekenis. Een goede instandhouding is ook vereist vanwege de kansen die bestaan voor behoud en versterking van de aanwezige natuurwaarden en het bieden van een hoogwaardig onderkomen van De Grebbelinie. Behoud door ontwikkeling is hierbij het devies. Deze ontwikkeling is passend binnen de gebiedsvisie Grebbelinie boven water. Historisch belangrijke structuren kunnen behouden blijven door er eigentijdse gebruiksvormen en functies aan toe te kennen. Zoals ook weergegeven in de gebiedsvisie Grebbelinie boven water is de Gebbelinie een duidelijk voorbeeld van een oude structuur die alleen met behulp van nieuwe functies nieuw leven kan worden ingeblazen. Voor fort aan de Buursteeg is het uitgangspunt dat private partijen de verantwoordelijkheid krijgen voor de exploitatie van het fort, inclusief het beheer en onderhoud ervan. Dit zal door commerciële activiteiten bekostigd moeten worden. Deze opbrengsten maken het ook mogelijk dat de overheid andere onderdelen van de Grebbelinie in grotere mate zelf in stand kan houden. Het nuttig en commercieel hergebruik van monumenten die hun oorspronkelijke functie verloren hebben is inmiddels een geaccepteerd fenomeen. Zoals boven beschreven is het overheidsbeleid, dat niet van de overheid verwacht mag worden dat het alle onderhoudskosten alleen draagt. Fort aan de Buursteeg heeft de natuurwaarde mede te danken aan jarenlang extensief gebruik of zelfs verwaarlozing. Dat kan voor een rijksmonument niet de norm zijn. Een zinvol en zorgvuldig gebruik van het fort moet dus geaccepteerd worden, ook als dat tot enige aantasting van de natuurwaarden leidt. Een 6/9

7 substantieel deel van het fort (zuidzijde) wordt echter bestemd voor natuur. Uitgangspunt hierbij is dat voor het gehele fort gestreefd wordt naar het versterken van de natuurwaarden. 18 De voorgestelde horecacategorie 3 biedt in de toekomst de mogelijkheid om alle vormen van horeca in deze categorie toe te staan. De ruimtelijke onderbouwing belicht dit aspect onvoldoende. Ad 18) De gekozen vergunningprocedure in de vorm van een projectafwijkingsbesluit laat een op basis van het huidige bestemmingsplan niet toegestaan gebouw en gebruik toe. De vergunning wordt verleend voor een beoogd gebruik (vergaderlocatie, trouwlocatie familiefeesten. E.e.a. conform opgestelde lijst) en niet zozeer voor een beoogde horecacategorie 3. Indien men een gebruik wenst buiten deze lijst, dan is dat niet toegestaan. Andere gebruikswensen die in de horecacategorie zouden vallen, zijn derhalve niet toegestaan. Zienswijze 19 Het beoogde partycentrum die is toegestaan op basis van horecacategorie 3, past niet in de een locatie die is gelegen in het buitengebied en bovendien geen relatie heeft met de aantoonbare aanwezige cultuurhistorie. De heer Geurtsen verwacht dat deze functie hier afbreuk aan zal doen. De hoofdfunctie van het Fort verdraagt zich niet met grootschalige horeca. Men verzoekt slechts een horecacategorie 1b (daghoreca) toe te staan. Ad 19) Voor de beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 2, 3, 4 en 17. Zienswijze 20 De heer Geurtsen maakt bezwaar tegen de voorgenomen zware evenementen en het gegeven dat dit gebruik onvoldoende in de ruimtelijke onderbouwing is gemotiveerd. De heer Geurtsen stelt dat niet cultuur historisch gerelateerde evenementen afbreuk doen aan de hoofdfunctie. Ad 20) Zoals reeds in het ontwerpbesluit en de ruimtelijke onderbouwing is beschreven zijn grote evenementen, die onder de vergunningsplicht van de APV vallen, niet beoogd. In het geval dat deze wens wel ontstaat, dan zal een dergelijk verzoek, per geval, op basis van de APV zelfstandig worden afgewogen. Men wil slechts evenementen houden die Grebbelinie gerelateerd zijn. Het is ondoenlijk om een limitatieve lijst aan activiteiten hiervoor op te stellen. Er zal een definitie moeten worden opgenomen die beschrijft wat hieronder kan worden verstaan. Om een duidelijk kader te stellen waarmee de omgeving rekening kan houden is de ruimtelijke onderbouwing voor dit aspect uitgebreid. Ten aanzien van wat Grebbelinie gerelateerde activiteiten zijn is de onderstaande begripsomschrijving opgenomen: Grebbelinie gerelateerde activiteiten: Activiteiten welke samenhangen met de museale, cultuurhistorische, educatieve, recreatieve en ecologische functie die verbonden is aan in het plangebied aanwezige elementen. Zienswijze In de ruimtelijk onderbouwing is nader gespecificeerd waar de gewenste evenementen beoogd zijn. De kaart laat zien dat alle evenementen binnen de verhoogde wallen zullen plaatsvinden zodat de omgeving zo min mogelijk wordt verstoord. Buitenruimte Het centrale middengebied. Aangeduid met stippellijn, zal worden gebruikt als evenemententerrein, met mogelijkheden voor tentoonstellingen. 7/9

8 Direct aansluitend aan de noordzijde van het bezoekerscentrum zal een zomer- en winterterras worden gesitueerd. Voor het overige zal de buitenruimte worden gebruikt worden voor wandelroutes, belevingsroutes, dagrecreatie en natuur. 21 De ruimtelijke onderbouwing is onvolledig ten aanzien van de beoogde parkeerplaats. De gemeente Ede heeft nog niet aangegeven of zij planologische medewerking willen verlenen. Bovendien is het de vraag op het beoogde gebruik op basis van de Flora en Fauna onderzoeksresultaten ter plaatse wel is toegestaan. Ad 21) Wethouder Mw. W. Vreugdenhil, heeft namens de gemeente Ede zowel in de bestuurlijke kopgroep van 20 november 2014 en 18 februari 2015 als per memo d.d. 16 februari 2015 aangegeven bereid te zijn medewerking aan de beoogde parkeerplaats te willen verlenen. Wel geldt de voorwaarde dat de aanleg in 2 fasen dient te geschieden. Fase 1 beslaat een oppervlakte voor 200 parkeerplaatsen gelegen op locatie A. Fase 2 beslaat een oppervlakte voor 100 parkeerplaatsen en is gelegen in het verlengde van locatie A Langs de Klompersteeg. Hier is een gewijzigde inrichtingstekening voor gemaakt die aan de ruimtelijke onderbouwing is toegevoegd. Gelet op de huidige staat van het grondgebied en het tijdelijke gronddepot dat hier plaats vindt, ligt het niet in de lijn der verwachting dat de beoogde parkeerplaats door de conclusie van een Flora- en Faunaonderzoek wordt verboden. De ruimtelijke onderbouwing is op dit onderdeel ook verder uitgewerkt met de onder andere de onderstaande tekst. Zienswijze Onderbouwing parkeren. De realisatie van voldoende parkeervoorzieningen is een randvoorwaarde voor de ontwikkeling van het fort. De ontwikkeling van het bezoekerscentrum op het Fort aan de Buursteeg brengt met zich mee dat de parkeerbehoefte verandert. De functie van bezoekerscentrum en de noodzaak om het Fort ook commercieel te kunnen exploiteren voor behoud van de cultuurhistorische waarden maken een parkeerplaats in de onmiddellijke omgeving onmisbaar. De omvang van de parkeerplaats is afgestemd op het reguliere bezoekersaantal, alsmede op de bezoekersspreiding gedurende de dagen, de verhoudingen tussen bezoekers per auto, fiets en openbaar vervoer. Deze locatie biedt voordelen boven andere beoogde locaties: - De bezoekersstroom wordt zo efficiënt mogelijk naar het fort geleid; - Parkeren vindt plaats aan de rand van de locatie zover mogelijk bij omwonenden vandaan i.p.v. er middenin. 22 De geplande te wijzigen verkeerssituatie wordt in de ruimtelijke onderbouwing onvoldoende belicht. Ad 22) De plannen van de gemeente Veenendaal/Provincie/Prorail om de verkeerssituatie ter plaatse te wijzigen t.w. afsluiten Klompersteeg en aanleg spoortunnel, zijn in een dusdanig vroeg en onzeker stadium dat deze niet in de ruimtelijke onderbouwing betrokken kunnen worden. Bovendien hebben deze plannen geen effect op de voorliggende aanvraag. Zienswijze 23 De heer Geurtsen verzoekt de beoogde plannen zodanig te verkleinen dat deze middels een binnenplanse afwijkingsprocedure, door de bevoegdheid van het college en niet de raad, kan worden afgedaan. Ad 23) gelet op de beantwoording in deze zienswijzenota kan gesteld worden dat wij voornemens zijn om medewerking aan de beoogde plannen te verlenen. Niet wordt ingezien 8/9

9 waarom de betreffende plannen verkleind zouden moeten worden. Bovendien laat het huidige bestemmingsplan, vanwege het ontbreken van een bouwvlak, niet de mogelijkheid toe om een kleiner bezoekerscentrum te bouwen middels een binnenplanse afwijkingsprocedure. Zienswijze 24 De heer Geurtsen verzoekt zijn zienswijze mondeling toe te lichten bij gemeente en aanvrager. Ad 24) De heer Geurtsen heeft op 9 december 2014 zijn bezwaren mondeling toegelicht bij de heer J.C. van Essen. Het is niet mogelijk geworden een gesprek te plannen voordat deze zienswijzennota werd opgesteld. Er zal getracht worden z.s.m. alsnog een gesprek in te plannen. Er zal derhalve aan het verzoek van de heer Geurtsen worden tegemoet gekomen. 25 De ontwerp-omgevingsvergunning heeft geen beperkingen opgenomen ten aanzien van Grebbeline gerelateerde evenementen. Onduidelijk is wat er hiermee wordt beoogd. Gevraagd wordt specifiek te benoemen welke functies een aantoonbare relatie met de historische waarden hebben en wel zijn toegestaan, maar ook te benoemen wel functies niet zijn toegestaan. Ad 25) De ontwerp-omgevingsvergunning heeft inderdaad geen beperkingen opgenomen ten aanzien van Grebbeline gerelateerde evenementen. Wij zijn ook niet voornemens deze beperking op te leggen. Wel is een nadere begripsomschrijving in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen. Voor de verdere beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 20. Zienswijze 26 De heer Geurtsen verzoekt disco s/ houseavonden en activiteiten waar muziek ten gehore wordt gebracht uit te sluiten. Ad 26) Voor de beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 2,3, 4 en 17. Zienswijze 27 Gevraagd wordt om in de te verlenen vergunning openingstijden op te nemen die aansluiten bij daghoreca. Ad 27) Voor de beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad De beoogde parkeerlocatie is nog niet in eigendom van aanvrager verkregen. De heer Geurtsen gaat er van uit dat er niet tot vergunningverlening zal worden overgegaan nadat vast is komen te staan dat er aan de parkeernorm kan worden voldaan. De heer Geurtsen heeft bovendien twijfels of de voorgestelde parkeeromvang voldoende is. Ad 28) Het is juist dat de parkeerlocatie nog niet is aangekocht. Zoals reeds in de ontwerpomgevingsvergunning is bepaald zal er niet worden overgegaan tot vergunningverlening alvorens deze locatie in eigendom is verkregen. Voor de verdere beantwoording van deze zienswijze verwijzen wij naar de eerdere beantwoording bij Ad 5 en 21. Zienswijze 9/9