Gemeente Zaanstad Afdeling Realisatie en beheer t.a.v. mw. A. van Leest Postbus GA Zaanstad

Transcriptie

1 gemeente Zaanstad Vakspecialisten Gemeente Zaanstad Afdeling Realisatie en beheer t.a.v. mw. A. van Leest Postbus GA Zaanstad Stadhuisplein MZ Zaandam Postbus GA Zaandam Telefoon DATUM 21 augustus 2015 UW KENMERK/UW BRIEF VAN ONS ZAAKNUMMER ONDERWERP Wet bodembescherming, ZA Definitieve beschikking ernst, spoedeisendheid, instemming raam- en deelsaneringsplan aanleg riolering en waterleiding van de Neptunuslaan e.o. te Krommenie Geachte mevrouw van Leest, Het college van Burgemeester en wethouders van Zaanstad heeft op 10 juni 2015 uw melding als bedoeld in artikel 28, juncto artikel 39 en 40 van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen. De melding betreft het voornemen om een deel van de bodem op de locatie Neptunuslaan e.o. in Krommenie te saneren. De locatie is bekend onder locatiecode ZA In het verkennend onderzoek, nader onderzoek en het raamsaneringsplan is kaartmateriaal opgenomen waarop de verontreinigde locaties staan weergegeven. Bij de aanvraag zijn ter beoordeling de volgende rapporten gevoegd: Verkennend- en aanvullend bodemonderzoek, Tauw, 5 juni 2015, kenmerk: Nader bodemonderzoek, Tauw, 3 augustus 2015, kenmerk: Raamsaneringsplan, Tauw, 3 augustus 2015, kenmerk: Een raamsaneringsplan is een raamwerk voor de uitvoering van deelsaneringen. Het onderzoek en de deelsanering voor verschillende gevallen / situaties is op hoofdlijnen uitgewerkt in het raamsaneringsplan. Voorafgaand aan de uitvoering van de saneringswerkzaamheden wordt een melding bij het bevoegd gezag (Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied) ingediend. Deze melding wordt per deellocatie uiterlijk 5 dagen voor de start van de werkzaamheden op deze deellocatie ingediend. Aan welke voorwaarden deze meldingen moeten voldoen, is vermeld in het raamsaneringsplan en in de voorschriften van deze beschikking.

2 2/9 Besluiten De ons verstrekte rapporten hebben wij op volledigheid en op inhoud beoordeeld. Aan de hand van deze gegevens besluiten wij, gelet op het bepaalde in de artikelen 29, 37, 39 en 40 van de Wbb juncto artikel 3 en 4 van de Verordening Bodemsanering Zaanstad, het volgende. 1. Met betrekking tot vorengenoemde locatie is sprake van meerdere gevallen van ernstige bodemverontreiniging. 2. Tevens stellen wij vast of het huidige dan wel voorgenomen gebruik van de bodem kan leiden tot zodanige risico s voor mens, plant en dier dat spoedige sanering noodzakelijk is. Van de verontreiniging op het voorgenoemde geval is geen sprake van actuele risico s en daarmee geen sprake van een spoedeisend geval van bodemverontreiniging. 3. Met het voren vermelde raam- en deelsaneringsplan wordt ingestemd met inachtneming van de hieronder vermelde voorschriften. Deze instemming vervalt indien niet binnen vier jaar na de verzenddatum van deze beschikking is begonnen met de sanering en wij niet hebben besloten tot verlenging van de instemming. 4. Als een wijziging optreedt in het gebruik van de bodem moet dit aan ons worden gemeld, Tenzij wij op grond van het evaluatierapport hebben beoordeeld dat de locatie volledig (multifunctioneel) is gesaneerd. 5. De volgende wijzigingen van het bodemgebruik moeten aan ons worden gemeld: het inrichten ten behoeve van moestuinen, natuurgebied, woningen met tuinen, landbouwactiviteiten of recreatiegebied. Voorschriften 1. Indien een onbekend geval van ernstige verontreiniging wordt aangetroffen zoals genoemd in hoofdstuk 5 van het raam- en deelsaneringsplan, dan dienen de volgende acties te worden ondernomen: a. De situatie wordt zo spoedig mogelijk gemeld aan het bevoegd gezag (Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied). b. Bij deze melding worden de volgende zaken aangegeven: i. aard van de verontreiniging. ii. tekening met de situering van de verontreiniging. iii. onderzoeksvoorstel. iv. planning van te ondernemen acties. c. Zodra de onderzoeksresultaten bekend zijn, dienen deze zo spoedig mogelijk te worden gemeld aan het bevoegd gezag. Bij deze melding worden de volgende zaken aangegeven: i. mate en omvang van de verontreiniging: schatting van aantal m3. verontreinigde grond en/of grondwater. ii. tekening met contour van verontreiniging. iii. te treffen saneringsmaatregelen. iv. planning van sanerende maatregelen. 2. Indien voor de werkzaamheden bij de onder voorschrift 1 genoemde situaties zuivering van het grondwater noodzakelijk is, wordt de wijze van zuivering en lozing ter goedkeuring voorgelegd aan het bevoegd gezag. a. Bij de melding wordt aangegeven (volgens schatting) met welk debiet onttrokken zal worden en hoe lang de lozing zal duren. b. De lozing dient te voldoen aan paragraaf 3.1 van het Besluit lozen buiten inrichtingen. Hierin is onder andere opgenomen de concentraties in het te lozen water niet hoger mogen zijn dan de lozingsnorm. c. Om het genoemde uit voorschrift 2b te controleren dienen tijdens de lozing controlemonsters van het effluent te worden genomen (frequentie is opgenomen in het besluit).

3 3/9 d. Indien uit de controlemonsters uit voorschrijft 2c blijkt dat de lozingsnorm in het geloosde water is overschreden, dienen zo spoedig mogelijk maatregelen te worden getroffen (in overleg met het bevoegd gezag) om de zuivering aan te passen en de plaats van lozing te saneren. 3. Het is verboden werkzaamheden te verrichten: a. zonder dat een week van tevoren schriftelijke melding is gedaan; b. tussen en uur; c. op andere dan gewone werkdagen. 4. De milieukundig begeleider dient tijdens de saneringswerkzaamheden op het werk aanwezig te zijn. 5. Deze beschikking en het raam- en deelsaneringsplan dienen ter inzage te liggen op het werk tijdens de uitvoering van de saneringswerkzaamheden. 6. Er dienen maatregelen getroffen te worden ter beperking van overlast aan derden (bijvoorbeeld door aan- en afvoer van grond, lawaai en stof). 7. Sterk verontreinigde grond die tijdelijk in depot wordt geplaatst, dient te worden afgedekt door middel van een folie en afgezet door middel van een hek van ten minste 2 meter hoog. Aan het hekwerk dient, duidelijk zichtbaar, een bord bevestigd te zijn met daarop de tekst verontreinigde grond. 8. Op de locatie dienen, duidelijk zichtbaar van buiten de locatie, naam en telefoonnummer van de uitvoerder en milieukundig begeleider te zijn aangegeven. 9. Op het werk dient dagelijks een logboek te worden bijgehouden. De milieukundig begeleider is verantwoordelijk voor de juiste en volledige invulling van het logboek. 10. In het logboek dienen alle bijzonderheden en afwijkingen te worden geregistreerd. 11. Onderdeel van het logboek is een inzichtelijke registratie van de putbodemmonsters en putwandmonsters. In deze registratie moet tenminste zijn opgenomen: a. Datum en tijdstip van de bemonsteringen; b. Nauwkeurige aanduiding van alle plaatsen en wijze van monsterneming van alle monsters en kubering (grootte en omvang); c. Alle analyseresultaten van de monsters en beschrijving van de gebruikte norm(en); d. Duidelijke tekeningen van de aangelegde depots en van de plaatsen van de bemonsteringen. 12. Onderdeel van het logboek is een inzichtelijke registratie van de grondwatermonsters. In deze registratie moet tenminste zijn opgenomen: a. Datum en tijdstip van alle bemonsteringen; b. Nauwkeurige aanduiding van alle plaatsen en wijze van monsterneming van alle monsters; Alle analyseresultaten van de monsters en beschrijving van de gebruikte norm(en); Duidelijke tekeningen van de plaatsen van de bemonsteringen. 13. Onderdeel van het logboek is een inzichtelijke registratie van alle aangevoerde, afgevoerde en hergebruikte grond, aanvulgrond en zand. In deze registratie moet tenminste zijn opgenomen: a. Datum en tijdstip van aanvoer, afvoer en hergebruik; b. Naam, adres en woonplaats van de ontdoener, transporteur, geadresseerde; c. Locatie van herkomst en/of bestemming; d. Hoeveelheid (in tonnen); e. Afvalstroomnummers; f. Kentekens van de transportmiddelen; g. Data en tijdstippen van (her)bemonsteringen; h. Analyseresultaten.

4 4/9 14. Als er in het kader van de sanering grond wordt toegepast, moet dit minimaal 5 werkdagen voor toepassing worden gemeld. Dit kan op De toegepaste kwaliteit moet voldoen aan de toepassingseisen die de gemeente Zaanstad stelt. 15. De start van de saneringswerkzaamheden moet minimaal één week van tevoren worden gemeld middels het web formulier Startmelding sanering bij de regio Zaanstad van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Postbus 2000, 1500 GA, Zaandam, telefoon: (023) Alle standaard webformulieren zijn te vinden op Het optreden van onvoorziene omstandigheden en/of wijziging van het raam- en deelsaneringsplan tijdens de sanering dient onmiddellijk te worden gemeld aan de regio Zaanstad van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied middels het formulier Wijziging saneringsplan, telefoonnummer (023) Het beëindigen van de saneringswerkzaamheden moet u minimaal vijf werkdagen na beëindiging melden met het standaardformulier melding beëindiging. 18. Binnen drie maanden na beëindiging van de sanering dient een evaluatierapport in tweevoud te worden ingediend. In het evaluatierapport moeten ten minste de in artikel 39c van de Wet Bodembescherming genoemde gegevens worden opgenomen. Alle standaard webformulieren zijn te vinden op Tevens dienen alle rapporten in PDF en XML te worden geupload bij de digitale melding. 19. In het in vorig voorschrift genoemd evaluatierapport moet ook het standaard formulier bijlage saneringsevaluatie worden opgenomen. 20. Wij wijzen u er op dat u dient te voldoen aan de eisen zoals beschreven in het Besluit Bodemkwaliteit (BBK). Hierin staat onder andere dat de onderzoeken, de uitvoering van sanering en de milieukundige begeleiding als bedoeld in deze beschikking worden uitgevoerd door een persoon of instelling die op grond van het Besluit bodemkwaliteit beschikt over een erkenning voor het uitvoeren van de betrokken werkzaamheden. Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze besluiten Procedure Conform de artikelen 3:11 en 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht hebben de ontwerpbeschikking, de melding en de daarop betrekking hebbende stukken ter inzage gelegen van 08 juli 2015 tot 19 augustus Daarvan is melding gemaakt in het Zaans Stadsblad. De termijn voor het geven van een beschikking is opgeschort geweest van 22 juni 2015 tot 29 juni 2015 in verband met het aanleveren van aanvullende gegevens. In overleg met de aanvrager is afgestemd dat de aanvullende gegevens in de loop van de procedure aangeleverd worden (in ieder geval voordat de definitieve beschikking wordt vastgesteld. Het betreft hier afperkend onderzoek ter plaatse van deellocatie 2 en 6. Omdat de saneringsaanpak verder niet wijzigt is besloten de opschorting te beëindigen. Wij besluiten op grond van de door u overgelegde gegevens. Indien blijkt dat de overgelegde gegevens onjuist of onvolledig zijn, is de gemeente niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg hiervan.

5 5/9 Zienswijzen Naar aanleiding van de bekendmaking zijn, binnen de daarvoor gestelde termijn van zes weken, geen zienswijzen naar voren gebracht. Verontreinigingssituatie Uit het verkennend- en aanvullend bodemonderzoek en het nader bodemonderzoek blijkt dat de grond in de ophooglaag over het algemeen licht verontreinigd is. In de ophooglaag zijn maximaal licht verhoogde gehalten aangetoond. Plaatselijk zijn matig verhoogde gehalten aangetoond. Op zes deellocaties zijn sterke verontreinigingen aangetoond waarbij de interventiewaarden worden overschreden. Hieronder is per deellocatie de verontreinigingssituatie in de grond- en het grondwater beschreven: Deellocatie 1: In de grond zijn sterk verhoogde gehalte met PCB aangetroffen. De verontreiniging in de grond is afgeperkt een heeft een omvang van 65 m 3 In het grondwater zijn geen sterk verhoogde gehalten aangetoond. Deellocatie 2: In de grond en grondwater zijn sterk verhoogde gehalten met minerale olie aangetoond. De omvang van de sterke verontreiniging van minerale olie in de grond betreft minimaal 500 m 3. De omvang van de sterke verontreiniging met minerale olie in het grondwater is circa 85 m 3. Deellocatie 3: De grond is sterk verontreinigd met PCB s en heeft een omvang van 20 m 3. In het grondwater zijn geen sterk verhoogde gehalten aangetroffen. Deellocatie 4: De grond is sterk verontreinigd met PAK en heeft een omvang van circa 11 m 3. Het grondwater is sterk verontreinigd met naftaleen en minerale olie en heeft een omvang van circa 16 m 3. Deellocatie 5: De grond is sterk verontreinigd met PCB s met een omvang van circa 21 m 3 In het grondwater zijn geen sterk verhoogde gehalten aangetroffen. Deellocatie 6: De grond is sterk verontreinigd met PCB s en minerale olie met een omvang van circa 30 m 3. Het grondwater is sterk verontreinigd met uitsluitend PCB s, de omvang hiervan is minimaal 215 m 3. Een verdere afperking zal nog plaatsvinden. Voor de werkzaamheden aan het riool en de saneringsaanpak zal geen wijziging optreden mocht de verontreinigingsvlek groter blijken te zijn. Ernst De interventie- en achtergrondwaarden voor de bodem zijn vastgelegd in de Regeling bodemkwaliteit (Nederlandse Staatscourant, nummer 247, 20 december 2007) en de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 (Staatscourant van 27 juni 2013).

6 6/9 Uit de genoemde rapporten blijkt het volgende: - De grond is in een bodemvolume van meer dan 25 m 3 verontreinigd boven de interventiewaarde. Geval 1: sterke verontreiniging met PCB: circa 65 m 3 (deellocatie 1) Geval 2: sterke verontreiniging met minerale olie: circa 500 m 3 (deellocatie 2) Geval 3: sterke verontreiniging met minerale olie en PCB s: circa 30 m 3 (deellocatie 6) - Het grondwater is meer dan 100 m 3 verontreinigd boven de interventiewaarde. Geval 4: sterke verontreiniging met PCB s: minimaal 215 m 3 (deellocatie 6) Spoedeisendheid Aangezien wij hebben vastgesteld dat hier sprake is van een geval van ernstige verontreiniging, stellen wij tevens vast of de sanering spoedig moet worden uitgevoerd. De spoedeisendheid van de sanering wordt bepaald door de vraag of het huidige dan wel het voorgenomen gebruik van de bodem of de mogelijke verspreiding van de verontreiniging leiden tot onaanvaardbare risico s voor mens, plant of dier. De vaststelling van de risico s vindt plaats aan de hand van de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 (Staatscourant van 27 juni 2013). Met betrekking tot de risico s van de verontreiniging in de grond- en het grondwater geldt het volgende: - In de grond- en het grondwater is sprake van meerdere gevallen van ernstige bodemverontreiniging; - Bij de bodemgebruikfunctie ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie zijn geen ontoelaatbare risico s aanwezig voor de mens en ecologie. - Omdat geen sprake is van onaanvaardbare risico s wordt de sanering van het geval van ernstige bodemverontreiniging als niet spoedeisend beschouwd. Saneringstijdstip Aangezien wij hiervoor hebben vastgesteld dat er geen sprake is van spoedeisendheid om te saneren of de werkzaamheden niet in strijd zijn met het belang van de bodem, stellen wij geen tijdstip vast waarop met de sanering moet worden begonnen. Raam- en deelsaneringsplan De verstrekte gegevens zijn voldoende om het raam- en deelsaneringsplan inhoudelijk te kunnen beoordelen. Op grond van artikel 39 tweede lid en artikel 40 van de Wbb behoeft het plan onze instemming. Wij stemmen slechts in met het plan indien de daarin beschreven sanering naar ons oordeel voldoet aan artikel 38, eerste lid van de Wbb. 1. Saneringsdoel Het doel van de (sanering)werkzaamheden is: - het op een milieuhygiënisch verantwoorde werkwijze uitvoeren van de werkzaamheden aan de riolering en de waterleiding; - het tegengaan van ongewenste verspreiding van grondwaterverontreiniging. Eventuele nazorg of gebruiksbeperkingen na sanering dienen zoveel mogelijk te worden beperkt en ingevolge artikel 39d van de Wbb in een nazorgplan te worden beschreven. 2. Wijze van uitvoering Het raamsaneringsplan is gericht op de werkzaamheden voor de vervanging van het riool en waterleiding. De saneringshandeling bestaat uit het gescheiden ontgraven en weer herschikken van de sterk en

7 7/9 matig verontreinigde grond. De werkzaamheden zijn gebaseerd op basis van tijdelijke uitplaatsing. De grond wordt tijdelijk geplaatst naast de ontgravinssleuf of in een tijdelijk depot mocht dit logistiek en wat betreft beschikbare werkruimte beter uitkomen. Waar de grond niet meer herbruikbaar is vanwege civieltechnische beperkingen zal deze worden afgevoerd naar een erkende verwerker. In hoofdstuk 4 van het raamsaneringsplan is beschreven welke werkzaamheden in de grond- en het grondwater zullen plaatsvinden. 3. Geldigheid van het raam- en deelsaneringsplan De instemming met een saneringsplan is slechts gedurende een beperkte periode geldig, omdat na verloop van tijd de regelgeving en de beleidsinzichten kunnen wijzigen. De geldigheidsduur van deze instemming (beschikking) is op vier jaar gesteld. Indien niet binnen deze periode wordt begonnen met de uitvoering van de sanering, kan om verlenging van de instemming worden verzocht, mits dit verzoek tijdig wordt ingediend. Een tijdig ingediend verzoek wordt gedaan 6 maanden voor het verstrijken van de vier jaarstermijn. Het saneringsplan wordt dan door het bevoegd gezag op actualiteit beoordeeld. De maximale houdbaarheid van het plan en de onderzoeken staat los van het feit dat hier sprake is van geval van ernstige bodemverontreiniging die niet spoedeisend is. In principe is sanering niet noodzakelijk maar als men gaat saneren dan dient de geldigheid van het plan en onderzoek in acht te worden genomen. 4. Evaluatie van de sanering Op grond van artikel 39c, eerste lid van de Wbb moet na uitvoering van (een fase) van het saneringsplan schriftelijk verslag worden gedaan, op grond waarvan wij kunnen beoordelen of de sanering overeenkomstig het saneringsplan is uitgevoerd. Hiertoe moet binnen drie maanden na afronding van de sanering een evaluatierapport aan ons over worden gelegd. Dit kan via Tevens dienen daarbij alle rapporten in PDF en XML te worden geüpload. Wij wijzen u er op dat u dient te voldoen aan de eisen zoals beschreven in het Besluit Bodemkwaliteit (BBK). Hierin staat onder andere dat de onderzoeken, de uitvoering van sanering en de milieukundige begeleiding als bedoeld in deze beschikking worden uitgevoerd door een persoon of instelling die op grond van het Besluit bodemkwaliteit beschikt over een erkenning voor het uitvoeren van de betrokken werkzaamheden. Het dossier van deze bodemsaneringslocatie wordt, na het van kracht worden van deze beschikking, overgedragen aan de regio Zaanstad van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Kadastrale registratie Deze beschikking genomen volgens artikel 29, 37, 39b en 40 Wet bodembescherming wordt, krachtens het aanwijzingsbesluit van de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen juncto artikel 55 van de Wet bodembescherming, geregistreerd in de landelijke voorziening WKPB. Bij het genoemde perceel wordt een aantekening van deze beschikking gemaakt in de landelijke voorziening WKPB. Deze beschikking heeft betrekking op het volgende perceel: Kadastale gemeente Sectie Nummer Wijziging Krommenie Krommenie Krommenie B B B Nieuwe beperking op perceel Nieuwe beperking op perceel Nieuwe beperking op perceel

8 8/9 Een afschrift van deze beschikking is verzonden aan: belanghebbenden. Beroep Tegen dit besluit kan gedurende zes weken, met ingang van de dag na dagtekening van dit besluit, beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA, Den Haag. Beroep kan worden ingesteld tegen het besluit door: 1. degenen die zienswijzen hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit; 2. degenen die zienswijzen hebben tegen wijzigingen die bij het nemen van het besluit op het ontwerp zijn aangebracht; 3. belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit. Wij wijzen erop dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na de dag waarop de termijn afloopt voor het indienen van een beroepschrift. Indien men dit wenst te voorkomen kunnen beroepsgerechtigden een voorlopige voorziening vragen. Het verzoekschrift moet worden gericht aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA, Den Haag.

9 9/9 Meer informatie Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met A. de Laet van de afdeling Vakspecialisten, telefoonnummer Wij verzoeken u in correspondentie de locatiecode ZA en het zaaknummer te vermelden. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad, G. Mensink Hoofd afdeling Vakspecialisten * Deze brief is digitaal aangemaakt en digitaal geaccordeerd. Daardoor staat er geen handtekening meer op het document.