Hebben stadsvogels nog een kans? 1. Probleemstelling 2. Huismus en Koolmees als stedelijke bio indicatoren

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Hebben stadsvogels nog een kans? 1. Probleemstelling 2. Huismus en Koolmees als stedelijke bio indicatoren"

Nathan Janssen
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Hebben stadsvogels nog een kans? 1. Probleemstelling 2. Huismus en Koolmees als stedelijke bio indicatoren

2 Probleemstelling Verstedelijking neemt toe: tegen 2060 wordt verwacht dat 66% van de wereldpopulatie in steden leeft ( UN 2014) * Stedelijk hitte-eiland effect * Zomersmog * Wateroverlast * Toenemende afstanden voor stedelingen naar het platteland * sterke fragmentatie van stedelijk groen Biodiversiteitsverlies 1/10/201

3 Urbanisatie neemt toe Landgebruik in een gebied van 60 bij 60 km romdom Ukkel in 1833 (links) en 2001 (rechts) Bron: : Kwinten Van Weverberg, Bron: Poelmans /10/201

4 Verstedelijking neemt toe natuurlijke landschappen veranderen Verandering van de fysische structuur Verandering van het lokaal klimaat. Verandering van ecologische processen Ontstaan van nieuwe stedelijke gebieden zoals stadsparken en tuinen urban-positive soorten Potentieel aantrekkelijke gebieden voor vogels: voedertafels, stedelijk afval, fruit van exotische struiken en bomen, nestplaatsen, Toch vormen steden dikwijls een Ecologische val 1/10/201

5 Huismus en Koolmees als stedelijke bio-indicatoren 2002: Nationale mussenteldag 2004: fundamenteel huismusonderzoek Groep Terec Dossier 10 jaar mussenteldag 2013: urbaan mezenproject 2014: Speedy project 2016: project: opnieuw meer mussen in onze steden. 1/10/201

6 Verstedelijking van natuurlijke landschappen Verandering van de fysische structuur. Verandering van locaal klimaat: stedelijk hitte effect Verandering van ecologische processen Nieuwe stedelijke omgevingen zoals stadsparken en tuinen urban positive soorten. 1/10/201

7 De huismus als bio indicator London Hyde Park 1925 Kensington Garden London Het gemiddelde aantal getelde huismussen 1/10/201 per telpunt per jaar in Vlaanderen Bron: De Laet et al

8 Huismustellingen binnen het stedelijk gebied Gent in 2005 (links), 2006 (mid) en 2009 (rechts) Bron: Vangestel 20011

9 Bron: Vangestel Carl 2010

(Bron: Vangestel 2010) OEC Range (stippelijn)kwantificeert de

10 De ruimtelijke lokatie van urbane (gesloten cirkels), suburbane (open cirkels) en rurale (triangels) studie plots in en rond Gent. (Bron: Vangestel 2010) OEC Range (stippelijn)kwantificeert de hoeveelheid leefgebied die effectief gebruikt wordt. SIP Range (volle lijn) omvat alle OEC ranges.

11 Example landcover maps for three locations per urbanization class (Bron: Vangestel et al. 2010, Biol. J. Linn. Soc.) Bron: Vangestel 2010

12 (Bron: Vangestel et al. 2010, Biol. J. Linn. Soc.) Relatie tussen de home range grootte en de nutritionele conditie van urbane (gesloten cirkel), suburbane (open cirkel) en rurale (triangel) huismuspopulaties in en rond Gent.

De nationale mussenteldag in Vlaanderen Categorie Aantal tsjilpende huismusmannetjes 0 0 1 1-5 2 6-10 3

13 De nationale mussenteldag in Vlaanderen Categorie Aantal tsjilpende huismusmannetjes > 30 Overzicht van de categorieën waarin het aantal tjilpende huismussen werd verdeeld.

14 Resultaten na 10 jaar mussenteldag 1/10/201

15 Resultaten na 10 jaar mussenteldag 1/10/201

16 Mussenteldag 201 1/10/201

17 Mussenteldag 201 Grote groepen van meer dan 30 huismussen werden vooral waargenomen in Vlaams Brabant. 1/10/201

18 Mussenteldag 201 We zien we dat de huismus in de provincies Antwerpen en OVL opvallend minder gerapporteerd werd dan de koolmees en de merel. Voor WVl en Vlaams Brabant komen zowel Koolmees, Merel als Huismus voor op 5% van de tellocaties. In Limburg komt de huismus op iets meer tellocaties voor (88%) 1/10/201

19 Mussenonderzoek en later We selecteren 5 optimale huismuspopulaties in twee pilootsteden Sint-Niklaas en Dendermonde. In die populaties hangen we min 5 nestkasten voor huismussen, We samplen alle populaties en de huismussen worden geringd en gekleurringd. 1/10/201

20 Urbaan mezenonderzoek in 3 Vlaamse steden en 1 Nederlandse gemeente Koolmezen broeden in de stad opvallend vroeger 1/10/201

21 Urbaan mezenonderzoek in 3 Vlaamse steden en 1 Nederlandse gemeente Het reproductief succes is in steden opvallend lager. - 20% 1/10/201

22 Urbaan mezenonderzoek in 3 Vlaamse steden en 1 Nederlandse gemeente Aantal gelegde eieren 1/10/201

23 Hebben stadsvogels nog een kans? Verstedelijking verandert de materiele structuur, het lokaal klimaat en de ecologische processen van de eens natuurlijke habitats terwijl patronen m.b.t. biodiversiteit onomkeerbaar worden verandert. In Vlaanderen komen nog steeds vooral kleine groepjes huismussen voor, Koolmezen in de stad beginnen enerzijds vroeger te broeden en vertonen een geringer reproductief succes. Vlaamse Steden fungeren als een ecologische Val voor onze zangvogels. 1/10/201

Vergelijkbare documenten

De huismus In Vlaanderen. - De achteruitgang van de Huismus - Stand van zaken - De Koolmees als stedelijke bio -indicator

De huismus In Vlaanderen. - De achteruitgang van de Huismus - Stand van zaken - De Koolmees als stedelijke bio -indicator De huismus In Vlaanderen - De achteruitgang van de Huismus - Stand van zaken - De Koolmees als stedelijke bio -indicator De Huismus in Vlaanderen De Huismus is van oudsher nauw geassocieerd met de mens