*Z002109C701* VOORSTEL AAN B EN W GEMEENTE LOPPERSUM DATUM 1 maart 2016

Transcriptie

1 VOORSTEL AAN B EN W GEMEENTE LOPPERSUM DATUM 1 maart 2016 Betreft brief ingekomen: Van: Provincie Groningen Adviesnr Onderwerp: Zienswijze op Ontwerp-Omgevingsvisie en Ontwerp- Zaaknr Z Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 Ontwerp van: Glas, Willemke OR/GO(J/N): Datum: Afdeling: MRO MT (J/N): Datum: Openbaar (J/N): J Pers ( J/N): N Indien J: voeg persbericht toe Raad : Ja t.k.n. Datum: Voor akkoord Naam/initialen datum Prins, P. PP BESLUIT: Afdelingshoofd K. Bosker Afdeling/team KCC FIN POJ FAZ MRO T. Swijghuizen Datum besluit: Paraaf secretaris: Communicatie Staf Jurist Controller R. Smit *Z002109C701* Voorstel Samenvatting: Kern uit Aanleiding, Probleemstelling en Onderbouwing advies. LET OP: dit wordt gepubliceerd! Aanleiding/probleemstelling voor het voorstel: Waarom dit voorstel? - Coalitieakkoord ja/nee - Raadsbesluit - Anders, nl: Het college besluit: Opmerkingen te maken op de Ontwerp-Omgevingsvisie en de Ontwerp-Omgevingsverordening van de provincie Groningen zoals deze in de periode van 1 februari t/m 14 maart 2016 ter inzage ligt; Het college van Gedeputeerde Staten van provincie Groningen hiervan op de hoogte te stellen d.m.v. de bijgevoegde brief. Ter kennisname aan de gemeenteraad. Het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Groningen heeft de Ontwerp-Omgevingsvisie, de Ontwerp-Omgevingsverordening en de aanvulling op het plan MER Omgevingsvisie ter inzage gelegd van 1 februari tot en met 14 maart Het college heeft besloten hierop een zienswijze in te dienen. Ondanks dat meer sprake is van deregulering t.o.v. de bestaande Omgevingsverordening, zijn een aantal opmerkingen te plaatsen. Het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Groningen heeft de Ontwerp-Omgevingsvisie, de Ontwerp-Omgevingsverordening en de aanvulling op het plan MER Omgevingsvisie ter inzage gelegd van 1 februari tot en met 14 maart Begin 2015 heeft het ontwerp van de herziene Omgevingsvisie ter inzage gelegen. De gemeente heeft tijdens deze terinzagelegging een algemene reactie ingediend, waarin werd benoemd dat zeer beperkt sprake is van deregulering ten opzichte van de bestaande Omgevingsverordening. Vervolgens heeft het 'nieuwe' provinciaal bestuur het ontwerp op een groot aantal onderdelen herzien. Inmiddels ligt een nieuwe ontwerp-omgevingsvisie en ontwerp-omgevingsverordening ter inzage voor de periode van 1 februari 2016 tot en met 14 maart 2016.

2 Inhoudelijke onderbouwing: Wat houdt het voorstel in en welke argumenten zijn er bij dit voorstel? Tijdens deze periode kan de gemeente via een zienswijze reageren op de stukken. Voor liggen het ontwerp van de Omgevingsvisie Provincie Groningen en het ontwerp van de Omgevingsverordening Provincie Groningen Ontwerp-Omgevingsvisie De Omgevingsvisie bevat de integrale lange-termijnvisie van de provincie op de fysieke leefomgeving in de provincie voor de periode De omgevingsvisie komt in de plaats van het Provinciaal Omgevingsplan De belangrijkste inhoudelijke veranderingen t.o.v. het Provinciaal Omgevingsplan zijn: 1. Samenwerken op basis van vertrouwen wordt meer benadrukt. Op een aantal plekken in de verordening zijn er minder harde normen en worden maatwerkmethoden voorgeschreven. 2. Integraliteit, vooruitlopend op het stelsel van de Omgevingswet. 3. De provincie werkt met thematische en gebiedsgerichte opgaven. Het betreft de volgende vijf opgaven: gaswinning, Energyport, groei en krimp, Regio Groningen-Assen en Waddengebied. De eerste vier hiervan zijn nieuwe opgaven. 4. Bij het provinciale belang Ruimtelijke kwaliteit wordt het beleid gecontinueerd. Daarnaast vraagt de provincie om naast woonvisies ook visies op bedrijventerreinen en detailhandel te maken, al dan niet samengevoegd in een document; 5. In de nieuwe verordening is ruimte voor Factory Outlet Centers. 6. Er is een ruimte-voor-ruimte regeling' toegevoegd; 7. Er is nieuw ruimtelijk beleid voor zonneparken opgesteld en het beleid voor biomassa en windparken is geactualiseerd; 8. De Bouwblok op Maatmethode is geëxpliciteerd en het Groninger Verdienmodel voor melkrundveehouderijen is nieuw. Er wordt geen noodzaak gezien voor glastuinbouw en er is geen beleid meer opgenomen over paardenhouderijen;. 9. Het provinciaal beleid is aangepast aan de nieuwe groene wetten en de daaruit voor de provincie voortvloeiende taken. 10. De provincie is van plan een erfgoeddatabase te maken ter behoud, herstel en de ontwikkeling van het cultureel erfgoed. De opmerkingen t.a.v. de Ontwerp-Omgevingsvisie staan aangegeven in de bij dit advies behorende conceptbrief gericht aan het college van Gedeputeerde Staten. Ontwerp-Omgevingsverordening De omgevingsverordening stelt regels over wat er met het oog op provinciale belangen wel- of niet aanvaardbaar wordt geacht. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de verordening ruimere afwegingsmogelijkheden biedt voor de gemeente dan de huidige verordening. Een aantal normen zijn minder hard (zoals bij gebruik van vrijgekomen gebouwen in het buitengebied) en/of vervangen voor de maatwerkmethode (zoals bij uitbreiding van vrijgekomen gebouwen in het buitengebied). In bepaalde gevallen acht de provincie harde normen onontbeerlijk. De opmerkingen t.a.v. de Ontwerp-Omgevingsverordening staan aangegeven in de bij dit advies behorende concept brief gericht aan het college van Gedeputeerde Staten. Communicatie: Extern: (hoe treden we naar buiten) Woordvoeringslijn: Communicatiemiddelen: Intern: (hoe informeren we organisatie) Via de bijgaande conceptbrief wordt de gemeentelijke reactie aan Gedeputeerde Staten kenbaar gemaakt. Binnen het team VROM is de Ontwerp-Omgevingsvisie en Ontwerp- Omgevingsverordening reeds behandeld.

3 Communicatiemiddelen: Wanneer? Inwonersparticipatie: Geef aan of en op welke manier onze inwoners worden betrokken. Dit kan met behulp van de participatieladder: informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren of meebeslissen Risico's: Benoem de risico's die de gemeente loopt als dit besluit wordt genomen (financieel, politiek etc). Geef aan hoe hoog je de kans inschat dat het risico zich voordoet wat het financiële gevolg is als het risico zich voordoet en welke beheersmaatregelen we nemen om het risico te beperken of helemaal af te wenden. Financiën: Dekking? Incidentele of structurele lasten/baten? Ingangsdatum? Begrotingspost benoemen. Juridische zaken: Wettelijke basis? Bezwaar/beroep? Handhaving? Zienswijze? Hoorzitting? Dwangsom? Personeel & Organisatie: Benodigde en beschikbare tijd (afgestemd met afd. hoofd). Externe inhuur? Facilitaire zaken? Moet de OR of het GO betrokken worden? Mede Advies: Afwijkend advies adviserende afdeling. Motivering afwijking. Bijlagen: Zoals: Ontvangen brief van, Ontwerp uitgaande brief, Persbericht, Formele publicatie, Commissie- of Raadsvoorstel Inwoners van de provincie Groningen kunnen van 1 februari tot en met 14 maart 2016 zelf een zienswijze indienen. Er zijn geen risico's aan het indienen van een zienswijze. N.v.t. De provincie heeft de ontwerp-omgevingsvisie en ontwerpomgevingsverordening ter inzage gelegd. Hierop is de mogelijkheid gegeven om een zienswijze in te dienen. Met bijgaande conceptbrief wordt hier gebruik van gemaakt. N.v.t. N.v.t. De volgende bijlagen zijn bij dit advies gevoegd: Ontwerp-Omgevingsvisie Provincie Groningen Ontwerp-Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 Conceptbrief gericht aan het college van GS

4 Datum : 1 maart 2016 Provincie Groningen Behandeld door : Glas Postbus 610 Afdeling : MRO 9700 AP GRONINGEN Telefoonnummer : Ons kenmerk : Z /UIT Uw brief van : Uw kenmerk Verzonden: *Z00210C1F05* Onderwerp: Zienswijze op Ontwerp-Omgevingsvisie en Ontwerp-Omgevingsverordening 2016 Geachte college, Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het ontwerp van de Omgevingsvisie Provincie Groningen en het ontwerp van de Omgevingsverordening Provincie Groningen Wij willen u als 'nieuw' college complimenteren met een herzien ontwerp waarin verruiming wordt geboden op een aantal onderwerpen passend bij de huidige tijdgeest en de Omgevingswet. Het straalt vertrouwen uit in gemeenten, waterschappen en lokale initiatiefnemers. Dat stellen wij zeer op prijs. Tevens valt op te merken dat u rekening heeft gehouden met de eerder ingediende reacties op het voorgaande ontwerp. Wij hebben de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening nader bestudeerd op de aansluiting bij de dagelijkse praktijk, nieuwe ontwikkelingen en de toepasbaarheid. Wij maken dan ook graag gebruik van de mogelijkheid te reageren via een zienswijze. Voor de volgende opmerkingen vragen wij uw aandacht. Omgevingsvisie In de basis van de Omgevingsvisie kan de gemeente zich vinden. In het deelgebied Wierdenland en Waddengebied liggen inderdaad grote opgaven op het gebied van bevolkingsdaling en de aardbevingsproblematiek. Ons inziens zal ruimte voor duurzame energie en herbestemming van vrijkomende (agrarische) bebouwing dan ook een belangrijke rol spelen in het leefbaar houden van deze regio. Ten aanzien van Recreatie en Toerisme valt ons op dat provinciale routestructuren uitgebreid en vernieuwd worden voor wandelen en fietsen. Is dit ook mogelijk voor vaarrecreatie? Het haventje van Leermens, aanmeerplaats in Oosterwijtwerd en het toekomstig haventje van Loppersum zou daarin meegenomen kunnen worden. Vervolgens valt het ons op dat in de Omgevingsvisie al wordt geschreven over de toepassing van de Bouwblok op maat-methode bij de uitbreiding van het bouwblok tot maximaal 1 ha (zie ). Het zal agrariërs ernstig belemmeren om bij elke (kleine) uitbreiding de maatwerkmethode te moeten hanteren. Verder staat onder en onder de provinciale visie op de opslag en berging van CO2. Naar onze mening zou bij eveneens moeten worden toegevoegd dat deze vorm van opslag in lege gasvelden niet plaats kan vinden zolang de veiligheid niet is gegarandeerd. Tenslotte wordt de verdubbeling van de N46 (tot de afslag Loppersum) niet vermeld in de Omgevingsvisie onder De N46 is een belangrijke verkeersader voor de ontsluiting van noordoost Groningen. Bij een aantal viaducten is al rekening gehouden met een mogelijke verdubbeling. Wij verzoeken u om de Omgevingsvisie op dit onderdeel aan te passen.

5 Artikel 2.1 sub c Omgevingsverordening In artikel 2.1 sub c wordt een kleine windturbine o.a. omschreven met een verticale as van maximaal 10 meter. Vervolgens staat in artikel 2.4 lid 2 dat de eerder voorgeschreven wijze van meten niet van toepassing is op kleine windturbines op daken van gebouwen binnen het bestaand stedelijk gebied. Verder wordt over kleine windturbines niet gerept in de omgevingsverordening. Wij vragen ons af wat de toevoeging is van deze twee regels en hoe dit zich verhoudt met de genoemde hoogte in artikel Artikel 2.6 juncto artikel Omgevingsverordening In artikel 2.6 lid 2 juncto artikel missen wij aandacht voor de mogelijkheid om in te kunnen spelen op onvoorziene omstandigheden. De gemeente heeft hetzelfde uitgangspunt als de provincie: zo weinig mogelijk versnippering van het landschap door verstening. Doch zien wij geen reden om voor agrarische bedrijven volledig vast te gaan leggen in welke richting ze uit kunnen breiden. De gemeente Loppersum hanteert zoekgebieden van circa 3 ha waarbinnen agrarische bedrijven een bouwperceel kunnen oprichten met een oppervlakte van ten hoogste 1 ha en onder aanvullende voorwaarden tot 1,5 ha dan wel 2 ha met de maatwerkmethode. De belangrijkste vereisten die hierbij in het vigerende bestemmingsplan worden gesteld zijn de voorwaarde van een goede landschappelijke inpassing én de voorwaarde dat de bebouwing zoveel mogelijk geclusterd wordt. De ruimtelijke meerwaarde om daarnaast op voorhand het agrarisch bouwperceel compleet vast te leggen is ons niet duidelijk en achten wij als een onwenselijke beperking. Artikel 2.7 sub b Omgevingsverordening/Kaart Buitengebied Voorafgaand aan de ter inzage legging van de ontwerp-omgevingsverordening is uit ambtelijk overleg over het buitengebied gebleken dat in het ontwerp nog niet alle gewenste aanpassingen van de grens van het buitengebied van de gemeente zijn meegenomen, maar dat deze alsnog zo veel mogelijk in de definitieve omgevingsverordening zullen worden opgenomen. Aangezien de gemeente op een aantal gewenste aanpassingen op de grens van het buitengebied nog geen specifieke reactie heeft ontvangen, willen wij in deze zienswijze deze gewenste aanpassingen nogmaals onder de aandacht brengen, opdat deze meegenomen worden in de definitieve omgevingsverordening. Het gaat om: - Leermens, Dieftilweg: Haventje van Leermens en de woning ernaast. Hier zijn (kleinschalige) ontwikkelingen gewenst. - Oosterwijtwerd, Damsterweg 41: de laatste woning in de 'uitloper'. - Garrelsweer, Stadsweg 99A: de tuin van deze woning. - Garrelsweer, Stadsweg 46-76: de achtertuinen van deze woningen. Over een deel heeft de provincie al een besluit genomen. - Stedum, Stationsweg 27 en tuin: het betreft de woning achter Stationsweg 25 en 29, dwarsliggend op de andere woningen. - Zeerijp, Borgweg 46: het perceel is feitelijk in gebruik als tuin. - Huizinge, Hoofdweg 14, 18, 20: de woningen en tuinen lopen in lijn met woonpercelen op nummers 4 t/m 't Zandt, Hoofdstraat 15 t/m 25: percelen achter de woningen zijn feitelijk in gebruik als tuin; de achtergrens ligt in lijn met de tuinen achter de nummers 27 t/m 33. Voor de overige percelen waarover reeds een akkoord op ambtelijk niveau, gaan wij ervan uit dat deze als zodanig eveneens worden meegenomen. Artikel sub c Omgevingsverordening Het stemt ons tevreden dat meer ruimte wordt geboden voor maatwerk bij ander gebruik van vrijgekomen gebouwen in het buitengebied door regels te stellen op kwalitatieve basis. In artikel sub c lezen wij dat niet langer de opslag van materialen of goederen op het erf ter verwezenlijking van de bestemming is toegestaan in tegenstelling tot de huidige verordening. Hiermee ontstaat de indruk dat geen aansluiting wordt gezocht met de dagelijkse praktijk van bewoners en bedrijven. Het vinden van een nieuwe passende functie voor leegstaande panden wordt hiermee beperkt. Een kleine opslag van bijvoorbeeld natuurlijke materialen hoeft niet als hinderlijk te worden ervaren. De ruimtelijke uitstraling van de opslag is dan immers beperkt, zeker als een boomsingel reeds aanwezig is. Het volledig uitsluiten van (tijdelijke) opslag van materialen of goederen op het erf zal tot consequentie hebben dat veel bedrijven uitgesloten worden van het herbestemmen van leegstaande panden. Dit terwijl in de inleiding van de Ontwerp-Omgevingsvisie reeds wordt aangegeven dat de provincie ruimte wil bieden voor ondernemerschap om in te spelen op de dynamische ontwikkelingen. Artikel Omgevingsverordening

6 In artikel is een ruimte-voor-ruimte-regeling opgenomen. Wij vragen ons af waarom de nieuw te bouwen woning of woningen per se dienen te worden gebouwd op het perceel waar de bebouwing wordt gesloopt. Het kan voorkomen dat een alternatieve locatie functioneel/ruimtelijk meer gewenst is. Zie hiervoor bijvoorbeeld ook de ruimte-voor-ruimte regeling in de omgevingsverordening van provincie Drenthe. Artikel 2.26 sub e Omgevingsverordening De begripsomschrijving van 'bestaande stalvloeroppervlakte' is onduidelijk geformuleerd. Artikel lid 1Omgevingsverordening Deze regel sluit elke vorm van het plaatsen van zonnepanelen uit, ook op daken in dorpen. Het lijkt ons niet toe dat de provincie deze doelstelling voor ogen heeft. De toevoeging van een definitie van een zonnepark zal hierin meer duidelijkheid bieden. Artikel lid 2 Omgevingsverordening Dit artikel wekt de indruk dat de provincie meer ruimte geeft aan zonneparken. Het behoeft echter geen twijfel dat de teleurstelling voor kleine initiatiefnemers groot zal zijn wanneer de inhoud van artikel 2.12 lid 1 sub a onderdeel 3 Wabo duidelijk wordt met de daarbij behorende tijd en procedurekosten. Het zal dan ook nog moeten blijken of kleinschalige plannen van niet-commerciële lokale partijen financieel uit kunnen. Het lijkt ons niet de bedoeling dat duurzaamheidsinitiatieven op deze wijze worden afgeschrikt. In het aardbevingsgebied hebben wij voor ogen om alternatieve duurzame energieopwekking goed te faciliteren. Op pagina 11 van de Omgevingsvisie staat ook het uitgangspunt om meer ruimte te geven voor het oppakken van initiatieven en het benutten van kansen vanuit de samenleving. Naar onze mening kan de provincie op dit punt meer vertrouwen stellen in de inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven die willen werken aan het versnellen van de energietransitie. Artikel 2.45 lid 3 Omgevingsverordening In dit artikel is bepaald dat uit de toelichting op een bestemmingsplan moet blijken dat omwonenden van een biomassa- of mestvergistingsinstallatie geen overlast door geur, geluid of verkeersbewegingen zullen ondervinden. De inhoud van 'geen overlast ervaren' kan subjectief worden ingevuld. Hierin zou aansluiting gevonden moeten worden in de wet- en regelgeving dan wel richtlijnen t.a.v. de aspecten geur, geluid en verkeersbewegingen. Wij wensen u succes met de verdere besluitvorming en zien graag dat onze opmerkingen in uw afwegingen meegenomen worden. Tot slot Mocht u naar aanleiding van deze brief vragen hebben dan kunt u contact opnemen met mevrouw W. Glas, Beleidsmedewerker VROM, bereikbaar via telefoonnummer Burgemeester en wethouders van de gemeente Loppersum, A. Rodenboog, burgemeester J.H. Bonnema, secretaris