BELEIDSPLAN BETREFFENDE DE REORGANISATIE VAN ZIEKENHUISINFECTIEBEHEERSING IN DE BELGISCHE INSTELLINGEN FEDERAAL PLATFORM VOOR ZIEKENHUISHYGIËNE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BELEIDSPLAN BETREFFENDE DE REORGANISATIE VAN ZIEKENHUISINFECTIEBEHEERSING IN DE BELGISCHE INSTELLINGEN FEDERAAL PLATFORM VOOR ZIEKENHUISHYGIËNE"

Transcriptie

1 BELEIDSPLAN BETREFFENDE DE REORGANISATIE VAN ZIEKENHUISINFECTIEBEHEERSING IN DE BELGISCHE INSTELLINGEN FEDERAAL PLATFORM VOOR ZIEKENHUISHYGIËNE

2 A. ACHTERGROND De explosie van taken en verantwoordelijkheden van de ziekenhuishygiënisten, alsook de toenemende professionalisering en de moeilijkheid om resultaten objectief te meten doen vragen rijzen over de manier waarop de ziekenhuizen nu en in de toekomst de werking van de hygiënisten kunnen optimaliseren. De overheid is zich bewust van de veranderende noden van ziekenhuishygiënisten en hun opdrachten en verzoekt het federaal platform voor ziekenhuishygiëne voorstellen te formuleren voor een betere werking van de ziekenhuishygiëne. In antwoord op deze vraag heeft het federaal platform een beleidsplan opgesteld. Dit beleidsplan wordt overgemaakt aan de federale overheidsdienst via de geëigende kanalen, te weten de nationale werkgroep voor antibioticumbeleid (BAPCOC). De afgevaardigden van de regionale platformen voor ziekenhuishygiëne hebben uitgebreid over dit onderwerp overlegd binnen het federaal platform. De nood om de organisatie en de structuren te vernieuwen waaronder aan bestrijding van ziekenhuisinfecties moet gedaan worden stond centraal in de discussies. Ziekenhuishygiëne als vak en wetenschap maakt een belangrijke evolutie door zodat een beleidsplan voor de komende jaren dringend nodig is. In eerste instantie wordt de aard van de opdracht ziekenhuishygiëne in de Belgische instellingen in vraag gesteld. Men heeft gedebatteerd over de te verwezenlijken opdrachten, de te behalen resultaten en streefdoelen. In tweede instantie heeft het federaal platform de vraag benaderd of de hiërarchische structuur en de taakverdeling tussen de verschillende actoren in het domein van de ziekenhuishygiëne geoptimaliseerd moet worden. Hoe kunnen geneesheren-hygiënisten, verpleegkundigen, het comité voor ziekenhuishygiëne en de directie van de instelling het best de doelstellingen realiseren? Wie draagt verantwoordelijkheid voor de voorstellen, de uitwerking, de implementatie en de opvolging van veranderingsprocessen in dit werkdomein? Ten derde oppert het federaal platform mogelijke denkpistes over de middelen die ter beschikking moeten gesteld worden en de modaliteiten van financiering van de ziekenhuishygiëne. Op middellange termijn zal het platform ook een concreet voorstel formuleren over dit derde luik van de vraagstelling. In deze tekst wordt, met het oog op de realisatie van een goede (betere) werking op het vlak van de ziekenhuishygiëne, de essentie van de taken van de geneesheer voor ziekenhuishygiënist, de verpleegkundige-hygiënist, het comité voor ziekenhuishygiëne, de hoofdgeneesheer en de directie belicht en worden tevens functievereisten gedefinieerd. Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 2 van 16.

3 B. HISTORIEK EN BESTAANDE TOESTAND Federaal platform voor ziekenhuishygiëne Op grond van artikel 68 van de ziekenhuiswet moet het ziekenhuis erkenningsnormen naleven, vastgelegd in het K.B. van De Belgische ziekenhuizen moeten tevens voldoen aan structurele normen ivm ziekenhuishygiëne: de noodzaak voor en verantwoordelijkheden van verpleegkundigen-hygiënisten en geneesheren-hygiënisten zijn wettelijk bepaald, alsook de taken van het comité voor ziekenhuishygiëne. De organisatie van de ziekenhuishygiëne wordt in België geregeld door het Koninklijk besluit van 7 november 88, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld: De instanties in het ziekenhuis die betrokken zijn bij de organisatie van de hygiëne Functie en opleiding van de geneesheer-hygiënist Functie en opleiding van de verpleegkundige-hygiënist Samenstelling en werking van het comité voor ziekenhuishygiëne Taken van en toezicht op de activiteiten van het comité voor ziekenhuishygiëne In verband met de ziekenhuishygiëne wordt bijgevolg bepaald dat er vier instanties moeten werkzaam zijn: 1. de hoofdgeneesheer 2. de geneesheer voor ziekenhuishygiënist 3. de verpleegkundige voor ziekenhuishygiënist 4. het comité voor ziekenhuishygiëne De wetgeving uit 1988 beoogde dus vooral een kader op te leggen aan alle ziekenhuizen waarin hygiëne als opdracht georganiseerd moest worden. Hierbij werd veel aandacht besteed aan de bepaling van de actoren die aangesteld moesten worden, doch zonder een organisatie te beschrijven waarin deze actoren zouden functioneren. De opdrachten van de geneesheer-hygiënist, de verpleegkundige-hygiënist en het comité voor ziekenhuishygiëne werden beschreven in het KB van Het is opmerkelijk dat de taken van de geneesheer-hygiënist en het comité voor ziekenhuishygiëne bijna integraal overeenkomen, te weten: Opzetten en toezicht aseptische technieken Toezicht op afzondering van besmette zieken Registratie van ziekenhuisinfecties Opsporen van infectiebronnen Opsporen van kiemdragers Bacteriologisch toezicht op het ziekenhuismilieu Controle op technieken voor ontsmetting en sterilisatie Aanbevelingen ivm antibiotherapie Richtlijnen en toezicht op: voor huishoudelijk onderhoud, linnen Hygiëne in de voeding Ziekenhuisafval Bestrijding ongedierte Bouwen of verbouwen Opleiding en bijscholing ivm hygiëne Reglement operatiekwartier en autopsielokalen (enkel opdracht voor het comité, niet vermeld bij de geneesheer). De wetgever was op dat ogenblik voornamelijk geïnspireerd door het opsporen van infectiebronnen en het opzetten van procedures voor meer hygiënisch werken. De verpleegkundige-hygiënist staat beschreven als een medewerker van de geneesheerhygiënist, maar zijn/haar wettelijke taken zijn echter veel beperkter: Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 3 van 16.

4 1. Ze bezorgt inlichtingen aan het comité en stelt principes en werkschema s voor aan het comité 2. Zij oefent taken uit toevertrouwd door het comité 3. Zij vervult een rol van supervisie in werkmethodes, doeltreffendheid van onderwijs en nieuwe methodes en brengt verslag uit naar het comité. Dit houdt in dat de verpleegkundige weinig initiatieven kan nemen zonder het comité voor ziekenhuishygiëne, wat niet overeenkomt met de realiteit anno Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 4 van 16.

5 C. OPDRACHTEN VAN ZIEKENHUISHYGIËNE 1. Werkelijke taken anno 2003 Federaal platform voor ziekenhuishygiëne Tijden veranderen, zo ook de opduikende problemen en prioriteiten. In navolging van nationale en internationale evoluties werden hygiënisten geleidelijk verplicht meer doelgericht taken op te nemen met onmiddellijk en direct effect op de preventie van ziekenhuisinfecties. Nog steeds worden ziekenhuishygiënisten door hun comité, hun directie en zelfs door de overheid geëvalueerd naar hun graad van activiteit, ttz de hoeveelheid van projecten en procedures waaraan gewerkt wordt. Deze mentaliteit is in alle industriële landen in snelle evolutie. De doelstelling van de hygiënisten moet in eerste instantie het bereiken zijn van resultaten, nl. het reduceren van de incidentie van ziekenhuisinfecties. Hierop moeten zij ook geëvalueerd worden. Zo zien we dat de hygiënisten van grotere instellingen geleidelijk meer prioriteit gegeven hebben aan: acute bestrijding van epidemieën en preventie van dreigende epidemieën; opstellen en implementeren van operationele procedures ivm hygiëne alsook het nakijken van hygiëneaspecten in procedures voor andere ziekenhuisactiviteiten; opvolgen van hygiëneaspecten bij verbouwingen; surveillanceprojecten: deelname aan nationale initiatieven alsook projectmatige bewaking van specifieke problemen in de eigen instelling; kwaliteitsbewaking en uitvoering van het Vlaams kwaliteitsdecreet. Naast de wettelijke opdrachten zijn geneesheren en verpleegkundigen-hygiënisten in praktijk ook de volgende nevenactiviteiten gaan uitvoeren: toetsen van nieuwe KB s, ministeriële omzendbrieven en officiële richtlijnen ivm ziekenhuishygiëne aan de praktijksituatie in het eigen ziekenhuis; opvolgen van niet bindende (internationale) adviezen ivm ziekenhuishygiëne (CDC-USA, WIP-Nederland enz.) en inschatten van de toepassing ervan in de eigen instelling; actief meewerken aan het regionaal platform voor ziekenhuishygiëne; nauwlettend volgen van de wetenschappelijk literatuur; planning, drijvende kracht en supervisie van het tot stand komen van allerlei noodzakelijke geschreven richtlijnen; bijsturen van reeds bestaande geschreven richtlijnen; zorgen voor adequate implementatie van en blijvende compliantie met de procedures; organiseren van bijscholingsprogramma; organiseren van de vergaderingen van het comité; opstellen van officiële stukken voor de overheid (kwaliteitsdecreet, overheidsprojecten zoals registratierapporten enz.); begeleiden van inspecteurs (volksgezondheid, eetwareninspectie, ); advies bij aankoop / invoer / gebruik van allerlei verzorgingsmateriaal en apparatuur; efficiënt afhandelen van dagelijkse oproepen van personeelsleden van alle geledingen van het ziekenhuis ivm de meest uiteenlopende onderwerpen; wetenschappelijke activiteiten zoals voorstelling posters, voordrachten en publicatie van artikels. 2. Voorstellen voor aanpassing van de opdrachten van de hygiënisten in de Belgische instellingen De belangrijkste uitdagingen voor de beheersing van ziekenhuisinfecties in de volgende jaren bestaan in het vastleggen van de beoogde meetbare resultaten in de bestrijding van ziekenhuisinfecties, het opzetten van surveillanceprojecten en de standaardisatie van de gebruikte methoden voor de realisatie van deze projecten. Hiermee wordt in eerste instantie niet bedoeld dat alle instellingen op identieke wijze dezelfde problemen moeten aanpakken, doch wel dat een minimaal pakket van opdrachten in dit domein dat beantwoordt aan de huidige noden die noodzakelijkerwijs gerealiseerd moet worden in elke instelling. Enerzijds zal dit minimaal pakket bestaan uit een reeks vaste opdrachten waarvan bewezen is dat hun Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 5 van 16.

6 voortdurende uitvoering een effect heeft op ziekenhuisinfecties zoals surveillance. Anderzijds zullen andere opdrachten op elk ogenblik moeten ondernomen worden om nieuw opduikende bedreigingen effectief en tijdig te bestrijden zoals aanpak van SARS. Sommige ziekenhuizen zullen daarenboven nog andere projecten uitwerken en implementeren om ziekenhuisinfecties te bestrijden. Hiervoor moet de overheid de nodige omkadering specifiek voor deze instellingen creëren. Het Federaal platform stelt unaniem voor om de opdrachten te beperken tot het beheersen van ziekenhuisinfecties. Tot het vaste pakket van prioritaire opdrachten moeten behoren: Ontwikkelen, implementeren en opvolgen van een beleid doorheen de ziekenhuisorganisatie ivm: standaardvoorzorgsmaatregelen ter preventie van overdracht van besmettelijke kiemen; isolatie van besmette patiënten ter indijking van de overdracht. Surveillance van ziekenhuisinfecties aan de hand van indicatoren die toelaten de evolutie in de instelling te volgen en bij te sturen. Opzetten van een epidemiebeleid. Opvolgen van hygiëneaspecten bij ziekenhuisactiviteiten zoals: bouwen of verbouwen operatiekwartier en verloskwartier aankoop van materialen Implementeren van richtlijnen opgesteld door de HGR (sectie hygiëne) en andere officiële instanties. Uitwisselen van informatie en ervaring met andere instellingen binnen het kader van de regionale platformen voor ziekenhuishygiëne. 3. Aangepaste terminologie Het federaal platform stelt dan ook voor om de verouderde terminologie van ziekenhuishygiëne aan te passen en overeen te laten stemmen met de actuele doelstellingen. Hiertoe zouden de volgende termen veranderd moeten worden: Ziekenhuishygiëne Oud Comité voor ziekenhuishygiëne Geneesheer voor ziekenhuishygiënist Nieuw Ziekenhuisinfectiebeheersing Comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing Geneesheer ziekenhuisinfectiebeheersing Verpleegkundige voor ziekenhuishygiënist Verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing Deze terminologie wordt dan ook verder gebruikt in dit document. Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 6 van 16.

7 D. ORGANISATIE VAN ZIEKENHUISINFECTIEBEHEERSING IN DE BELGISCHE INSTELLINGEN 1. Schets van de bestaande situatie In meerdere Belgische ziekenhuizen werken zowel de geneesheer als de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing slechts deeltijds. Andere instellingen beschikken over voltijdse mandaten en in sommige gevallen zijn zelfs meerdere verpleegkundigen werkzaam in de ziekenhuisinfectiebeheersing. In sommige ziekenhuizen functioneren de geneesheer- en verpleegkundigen ziekenhuisinfectiebeheersing in een al dan niet geformaliseerde dienst, in andere staan zij elkaar zoveel mogelijk bij om de taken te kunnen vervullen. In enkele ziekenhuizen werken verpleegkundigen en geneesheren nog steeds onafhankelijk van elkaar zonder vastgelegde taakverdeling. a. De geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing In vele instellingen is de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing tevens microbioloog wat verklaart dat de ziekenhuisinfectiebeheersing vaak werd uitgebouwd vanuit en ondersteund door het laboratorium (secretariaat, computerbeheer, ontwikkeling van surveillanceprogramma s). Meestal is de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing tevens voorzitter van het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing. De functie van geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing is fundamenteel veranderd in de laatste 20 jaar. In het begin van de 80-er jaren onderscheidde men karikaturaal gesproken twee soorten geneesheren hygiënisten. De eerste groep, vooral werkzaam in grote ziekenhuizen, was autodidact in het domein van infectiepreventie, en besteedde een belangrijk deel van haar tijd aan hygiëne. Zij bestond vooral uit microbiologen en enkele clinici met bijzondere interesse voor infectieziekten. Deze artsen hebben niet alleen hygiëne in de eigen instelling uitgebouwd, maar bouwden tevens nationale initiatieven op zoals registratieprojecten en aanbevelingen, legden tevens de contacten met het internationaal forum van infection control practitioners en zorgden in samenwerking met de overheid ervoor dat de Belgische standaard steeds hoger werd gelegd. Een tweede groep van geneesheren bestond voornamelijk op papier. Zij werden aangesteld door hun directie in de eerste plaats om te voldoen aan de wettelijke vereiste voor financiering. Het succes van infectiepreventie hing in deze instellingen bijgevolg voornamelijk af van de competentie en slagkracht van de verpleegkundige voor ziekenhuishygiëne. Vanaf de 90-er jaren is deze situatie zeer snel in gunstige zin gewijzigd, voornamelijk te danken aan de organisatie van een universitaire bijkomende opleiding voor geneesheren voor ziekenhuisinfectiebeheersing en de uitbouw van een wetenschappelijke vereniging (GOSPIZ; groepering voor opsporing, studie en preventie van infecties in de ziekenhuizen). Het behalen van de bijkomende erkenning werd door vele jonge artsen hoog geschat, en de nodige standaardisatie in basiskennis en doelstellingen leidde al snel tot aanstelling van sterk gemotiveerde geneesheren die tot in de kleinere instellingen een vernieuwingsproces op gang brachten en actief deelnamen aan de activiteiten van de wetenschappelijke vereniging. Deze groep van geneesheren voor ziekenhuisinfectiebeheersing zijn de brug gaan vormen tussen hygiëne en het medisch korps in hun instelling, waardoor de impact van ziekenhuisinfectiebeheersing op morbiditeit en mortaliteit van patiënten moet toenemen. Deze wending lag aan de basis voor inter-ziekenhuisoverleg waarbij de groeiende behoefte duidelijk werd voor samenwerking op regionaal en nationaal vlak. De geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing anno 2003 werkt meestal onder de directe supervisie van de hoofdgeneesheer, die zijn wettelijke verantwoordelijkheid voor medische kwaliteit waarneemt door de adviezen van de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing en het comité in de organisatie te implementeren. b. De verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing Ook onder de verpleegkundigen-hygiënist bestonden in de 80-er jaren twee groepen. De eerste groep, drijvende kracht in vele instellingen, was voor het grootste deel van zijn activiteit vrijgesteld voor ziekenhuishygiëne. Zij hielden zich vooral bezig met opleiding en adviezen voor nieuwe verpleegkundige procedures. Deze groep van verpleegkundigen gaf blijk van zin voor organisatie en bouwde in elk van de taalgemeenschappen afzonderlijk een Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 7 van 16.

8 opleidingsprogramma uit voor de verpleegkundige-hygiënist. Het is echter te betreuren dat de bijkomende opleiding voor verpleegkundige-hygiënist, in tegenstelling met de geneesheren, in Vlaanderen niet georganiseerd werd door scholen of een inter-scholen platform, maar wel door beroepsverenigingen, die zich vooral richten naar hun leden en geen verantwoording afleggen naar een officiële instantie. Een tweede groep van verpleegkundige-hygiënisten werd, vrij analoog aan de tweede groep van geneesheren, door de directie aangesteld als (deeltijds) hygiënist, maar in praktijk niet echt ondersteund. Dit was soms te wijten aan de zeer lage tijdsbesteding die de overheid voorzien had voor deze functie in kleinere instellingen, anderzijds omdat de directies deze verpleegkundigen met tal van andere taken belastten zodat weinig of geen tijd overbleef om ziekenhuisinfectiebeheersing te organiseren. In België zoals in andere ontwikkelde landen stellen we vast dat het kader waarin de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing zijn taken uitvoert fundamenteel is veranderd. Daar waar de verpleegkundige in het begin van de jaren 80 vooral vanuit en binnen het verpleegkundig departement werkte, zien we dat deze grenzen nu overschreden zijn. Ziekenhuisinfectiebeheersing bestaat niet meer uitsluitend uit het opstellen van verpleegkundige procedures en vereist een totale integratie van de projecten doorheen de ziekenhuisorganisatie. In de andere industriële landen (VSA, Nederland, Scandinavische landen, ) maar ook in België blijkt dat de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing, in die instellingen waar ziekenhuisinfectiebeheersing daadwerkelijk georganiseerd is, in de praktijk functioneert als directe medewerker en onder supervisie van de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing. Dit neemt niet weg dat hij bevoorrechte banden met het verpleegkundig departement onderhoudt en er een middenkaderfunctie bekleedt. c. Het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing Vanuit de wettelijke bepalingen heeft het comité voor ziekenhuishygiëne een centrale rol in het hygiënebeleid. De spilfiguren van dit comité zijn de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing en de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing. Algemeen gesproken mag men stellen dat de bijdrage van andere leden van het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing (artsen, directieleden) erg wisselend is, zodat de drijvende kracht binnen het comité berust bij de geneesheer- en de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing en op hun goede samenwerking. Er zijn geen instellingen bekend waar hygiëne efficiënt wordt aangepakt door een comité dat niet gedreven is door de geneesheer- en verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing: alleen die comités waar beide verantwoordelijkheden goed en gezamenlijk worden ingevuld slagen erin een substantieel en meetbaar resultaat te boeken op het vlak van de hygiëne naar de patiënten toe. d. Samenwerking tussen geneesheer- en verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing De positie van de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing is enigszins ongelukkig bepaald door de wetgever. Enerzijds zegt het KB dat De verpleegkundige voor ziekenhuishygiënist is gedelegeerd door het hoofd van de verpleegkundige diensten. Zij/hij is een medewerker van de geneesheer die een aanvullende opleiding heeft gekregen in ziekenhuishygiëne. Anderzijds moet de verpleegkundige tevens de taken uitvoeren die haar door het comité zijn toevertrouwd. In praktijk kan dit tot een moeilijke situatie leiden wanneer een goede verstandhouding zoek is of de inzet voor hygiëne van geneesheer- en verpleegkundige erg verschillen. De uitvoering van het KB van 1988 was moeilijker dan oorspronkelijk gedacht voornamelijk wat betreft het vrijstellen van de verpleegkundigen voor deze taken. Een ministeriele omzendbrief moest de ziekenhuisdirecties verplichten om verpleegkundigen effectief vrij te stellen voor hun taak als hygiënist. Men vindt in deze tekst o.a. terug dat de verpleegkundige een functie bekleedt in het kader, die haar/hem toelaat haar/zijn taken efficiënt te vervullen. Dit houdt in dat de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing zijn opdracht uitoefent op een hoog niveau met een zekere graad van onafhankelijkheid van de andere Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 8 van 16.

9 verpleegkundigen en geneesheren werkzaam in het ziekenhuis. Deze onafhankelijkheid is noodzakelijk omdat zowel geneesheer- als verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing de gehele ziekenhuisorganisatie kritisch moeten kunnen evalueren en hierover rapporteren aan het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing en de hoofdgeneesheer. Het is betreurenswaardig dat de omzendbrief geen gewag maakt van deze onafhankelijkheid voor de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing. Dit moet gezien worden in zijn historisch perspectief: daar waar het duidelijk moest gesteld worden dat de verpleegkundige in een kaderfunctie moest kunnen werken om enig impact te hebben op de hygiëne in alle diensten van de organisatie, heeft men toen aangenomen dat de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing deze onafhankelijkheid reeds de facto bezat. De omzendbrief is in dat aspect voorbijgestreefd dat de huidige medische hiërarchie veel meer reglementair is vastgelegd zodat nu ook voor de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing duidelijk bepaald moet worden dat hij zijn functie in alle onafhankelijkheid en rechtstreeks onder supervisie van de hoofdgeneesheer kan uitvoeren. De wetgever heeft bepaald dat het verpleegkundig departement de verpleegkundigen detacheert naar de ziekenhuisinfectiebeheersing. Indien meerdere verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing werkzaam zijn in een instelling, vervullen zij hun functie op een gelijkwaardige basis met dezelfde taken en verantwoordelijkheden. Tevens bepaalt de wet dat de verpleegkundigen de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing bijstaan, die op zijn beurt rapporteert naar de hoofdgeneesheer en het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing. In praktijk ontstonden dus verschillende situaties in de Belgische ziekenhuizen. In de beste gevallen functioneren sterk gemotiveerde geneesheren en verpleegkundigen in teamverband en bouwen een goed draaiende organisatie uit in een al dan niet geformaliseerde structuur van een dienst. In andere gevallen kan of wil de geneesheer- of de verpleegkundige niet ten volle zijn/haar activiteit in infectiebeheersing invullen omdat de ziekenhuisorganisatie hen te veel opeist voor andere taken. In deze instellingen beperkt hygiëne zich vaak tot het uitwerken van procedures met zeer beperkte impact op de morbiditeit en mortaliteit van patiënten. 2. Nieuwe organisatie van de ziekenhuisinfectiebeheersing De bovenvermelde tekortkomingen alsook de nood voor bestaande en toekomstige uitdagingen maken een aanpassing van de organisatie van de ziekenhuisinfectiebeheersing in de Belgische ziekenhuizen noodzakelijk. Deze aanpassingen situeren zich in de volgende kernpunten: het expliciteren van de nood aan een team voor ziekenhuisinfectiebeheersing, optimaliseren van de functie van geneesheer- en verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing en een aangepaste organisatie van het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing. a. Het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing i. Samenstelling Ziekenhuisinfectiebeheersing moet in eerste instantie de verantwoordelijkheid worden van het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing dat minimaal in elke instelling bestaat uit een halftijdse geneesheer en een voltijdse verpleegkundige. Het is noodzakelijk dat deze minimum basis van bezetting gerealiseerd wordt omwille van een noodzakelijke minimum beschikbaarheid van ziekenhuisinfectiebeheersing en een kritische minimumbasis van opdrachten die in elk ziekenhuis gerealiseerd moeten worden. Wanneer de instelling het toelaat kan het team ook uitgebreid worden met administratieve krachten en een (deeltijds) epidemioloog of data-beheerder of laboratorium technicus, en dit alles pro rata van de grootte van de instelling. De eindverantwoordelijkheid voor de praktische werking van het team ligt bij een coördinator die binnen het team wordt aangeduid. Dit is in principe de geneesheer maar kan in specifieke situaties en overgangsituaties door een ander lid worden ingevuld. Het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing kan de structuur aannemen van een ziekenhuisdienst. Dit biedt het voordeel dat het team meer herkenbaar is binnen de organisatie (boekhouding, interne en externe contacten, planning,..) alsook dat de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing meer slagkracht krijgt naar andere diensten toe als hij aangesteld is als diensthoofd. In sommige instellingen en specifieke situaties kan het echter aangewezen zijn om het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing niet te officialiseren als Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 9 van 16.

10 een dienst of een diensthoofd aan te stellen. Essentieel is nochtans dat in elk ziekenhuis de structuur van team erkend wordt alsook dat de coördinator als contactpersoon met de ziekenhuisorganisatie en daarbuiten wordt aangesteld. ii. Opdrachten en verantwoordelijkheden De wettelijke verantwoordelijkheden, nu nog specifiek opgedragen aan de geneesheerziekenhuisinfectiebeheersing en het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing moeten in de toekomst rechtstreeks aan het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing worden opgedragen dat autonoom moet zijn in de dagelijkse uitvoering van deze opdrachten. Het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing bewaakt periodiek de werking van het team en is in eerste instantie een overlegplatform waar de leden van het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing, directie, artsen en andere betrokkenen uit de organisatie overleggen over prioriteiten en voorgestelde oplossingen. Het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing zal jaarlijks een beleidsplan opstellen en voorstellen aan het comité. Hierin staan de doelstellingen, de middelen, de activiteiten, taken, methode, vooropgestelde resultaten, kalender en budgetten die nodig zullen zijn om de projecten te realiseren. Eveneens zal het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing jaarlijks zijn performantie evalueren en overmaken aan het comité onder de vorm van een activiteitenverslag (zie verder). iii. Relatie met de ziekenhuisorganisatie Het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing moet op het operationele vlak strikt onafhankelijk kunnen werken van zowel het medisch als het verpleegkundig departement. De verpleegkundige en de geneesheer rapporteren dus niet langer respectievelijk naar de verpleegkundige en medische directie, doch als team naar het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing en de directie. Het team wordt bijgevolg best in het organigram ingevuld als rechtstreeks afhankelijk van het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing dat op zijn beurt rechtstreeks verband houdt met het directiecomité. Het team zal samenwerken met andere comités en ziekenhuisinstanties, en dit onafhankelijk van enige hiërarchie van zijn leden tegenover het verpleegkundig of medisch departement. iv. Werking van het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing Belangrijker dan de structuur is echter het functioneren van het team. Verpleegkundigen en geneesheren moeten in het team projectmatig en als evenwaardige leden kunnen werken, los van hun respectievelijke status van geneesheer-diensthoofd of verpleegkundige uit het middenkader. Dit betekent dat alle taken besproken worden en onderling verdeeld in functie van de specifieke interesse en professionalisme van de teamleden. Natuurlijk behoudt elk lid de eigen professionele onafhankelijkheid waarmee hij zijn taken naar best vermogen en inzicht uitvoert. Anderzijds moet duidelijk gesteld worden dat de leden van het team niet beschikken over individuele organisatorische onafhankelijkheid. Afspraken rond functionering, werkorganisatie en tijdsbesteding moeten onderling en binnen het team worden gemaakt en kunnen dus niet afhangen van het respectievelijk medisch of verpleegkundig departement. Zodoende verzorgt het team, en niet de individuele leden, de continuïteit van de opdrachten. Om te functioneren moet het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing kunnen beschikken over een werkingsbudget dat geëxpliciteerd wordt in een kostenplaats. Op die manier wordt duidelijk zichtbaar welke middelen de overheid aan de instelling ter beschikking stelt voor hygiëne en de manier waarop deze middelen worden aangewend. v. Evaluatie van het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing Het team moet ten minste één maal per jaar zijn werking evalueren. Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen drie soorten van evaluatie: de performantie van het team, zijn werking en tenslotte de functionering van zijn individuele leden. Om de performantie van het team te evalueren zal men afwegen of het team de vooropgestelde projecten heeft uitgevoerd en welke resultaten werden bereikt. Hiervoor zal het team een jaarlijks activiteitenverslag opstellen waarin de activiteiten getoetst worden aan het eerder uitgeschreven jaar-actieplan. Dit verslag wordt besproken en goedgekeurd in het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing. Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 10 van 16.

11 Het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing zal tevens jaarlijks zijn werking als team onderzoeken en hierover verslag uitbrengen aan het comité. In dit verslag, dat een onderdeel van het activiteiten jaarverslag kan zijn, gaat het team na of de onderlinge samenwerking optimaal en de werkvergaderingen op geregelde tijd zijn verlopen, of de vooropgestelde bijscholingen van de teamleden verwezenlijkt werden en de vooropgestelde tijdsbesteding van het team gerespecteerd werd. De evaluatie van de functionering van de individuele leden van het team ligt gevoelig in de Belgische ziekenhuizen: op dit ogenblik worden artsen in de meeste ziekenhuizen niet geëvalueerd en hangen de modaliteiten voor de evaluatie van verpleegkundigen af van verschillende wetgevingen en reglementeringen al naargelang de aard en de gewoonte van de instellingen. Het is dan ook niet aangewezen om hierover een nationale richtlijn op te leggen. Het is spijtig vast te stellen dat de evaluatie van de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing in vele ziekenhuizen uitgevoerd wordt door een verre overste die de dagelijkse werking van het teamlid niet kan inschatten. Deze manier van evaluatie is niet aangepast aan de realiteit van functioneren in zorgprogramma s of gekantelde organisaties. Daarom moet men er voor zorgen dat de volgende punten in elke instelling gerealiseerd worden: Eén maal per jaar moet het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing de functionering van elk van zijn leden intern bespreken. Dit kan zowel in individuele gesprekken als gezamenlijk georganiseerd worden. Het is nuttig dat deze functioneringsgesprekken aan de basis liggen van officiële evaluaties. Een rapport over het functioneren van de leden van het team kan geacteerd worden door het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing. De respectievelijke directieleden kunnen verantwoordelijkheid opnemen en indien nodig maatregelen treffen om de functionering van de respectievelijke teamleden te verbeteren. b. De geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing i. Plaats in de organisatie De geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing krijgt zijn opdrachten vanuit de wettelijke verantwoordelijkheden opgelegd aan het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing (zie verder). Het is zeer belangrijk dat hij die opdrachten kan uitvoeren binnen het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing en onafhankelijk van het medisch departement of de hoofdgeneesheer. De geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing moet de nodige slagkracht krijgen binnen de ziekenhuisorganisatie en over de nodige autonomie en hiërarchie kunnen beschikken om zijn taak uit te voeren boven de departementen heen. Het is daarom aangewezen dat hij vanuit die positie rechtstreeks kan overleggen met zowel artsen als verpleegkundigen doorheen de gehele organisatie. Een belangrijke stap daartoe kan bestaan in het erkennen van een dienst ziekenhuisinfectiebeheersing waarvan hij als hoofd wordt aangesteld. Momenteel is de functie van geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing sterk ondergewaardeerd waardoor de directies vaak moeilijk geschikte kandidaten vinden. De verloning ligt gemiddeld ook veel lager dan voor andere geneesheren. ii. Functievereisten De geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing moet zoals wettelijk bepaald erkend arts zijn en over een certificaat beschikken bekomen na het succesvol afwerken van een interuniversitaire opleiding in de ziekenhuisinfectiebeheersing. In de meeste Belgische instellingen bestaat geen functieanalyse of functieprofiel voor de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing. Voor de verpleegkundige ligt dat anders: verschillende wettelijke bepalingen zijn op hem als werknemer van kracht maar deze vereisten werden niet beschreven in de wetgeving betreffende ziekenhuisinfectiebeheersing en moeten bijgevolg specifiek per instelling worden opgesteld. Het invoeren van minimumvereisten voor functieanalyse en functieprofiel voor zowel geneesheren- als verpleegkundigen ziekenhuisinfectiebeheersing zullen ongetwijfeld bijdragen tot het verhogen van het niveau en de goede organisatie. In deze fase moet dit niet wettelijk geregeld worden, maar het is Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 11 van 16.

12 raadzaam een leidraad te bieden aan de ziekenhuizen bij de verdere uitbouw van hun organisatie van de ziekenhuisinfectiebeheersing. iii. Functieprofiel Hij moet beschikken over bijzondere capaciteiten zonder dewelke het tot een goed einde brengen van zijn opdracht in de ziekenhuisorganisatie onmogelijk zou zijn, te weten: de nodige slagkracht om situaties in andere diensten te kunnen evalueren; de nodige diplomatie om in een collegiale sfeer met collegae en andere ziekenhuismedewerkers problemen te kunnen onderzoeken en doelgerichte oplossingen te kunnen uitwerken. het nodig doorzicht in de organisatie om de ernst van bepaalde problemen realistisch te kunnen inschatten en consequent aan te pakken; zich kunnen integreren in een systeem van integrale kwaliteitszorg efficiëntie: zelfstandig, correct en snel prioriteiten kunnen stellen over de uit te voeren taken flexibiliteit: zich kunnen aanpassen in wijzigingen in de organisatie, de opdrachten en de werkregeling bekwaam zijn om een team te leiden c. De verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing i. Plaats in de organisatie De verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing is een medewerker van de geneesheer en een volwaardig lid van het team dat zelfstandig en professioneel de opdrachten uitvoert die binnen het team worden afgesproken. De verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing krijgt zijn opdrachten vanuit de wettelijke verantwoordelijkheden opgelegd aan het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing en voert deze onafhankelijk uit van het verpleegkundig departement of de directie verpleging. De verpleegkundige moet over de nodige autonomie beschikken om zijn taak uit te voeren boven de departementen heen. Het is daarom aangewezen dat hij deel uitmaakt van het verpleegkundig middenkader en vanuit die positie rechtstreeks contact kan nemen met zowel verpleegkundigen als artsen doorheen de gehele organisatie. Door deel uit te maken van het middenkader is de verpleegkundige betrokken bij alle belangrijke vergaderingen van het verpleegkundig departement. Nochtans moet men erover waken dat deze vergaderingen de hen niet belasten met andere onderwerpen en opdrachten dan uit het domein van de infectiebeheersing. In deze structuur wordt de verpleegkundige een volwaardige medewerker van de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing, en wordt zijn verantwoordelijkheid niet meer beperkt tot het uitvoeren van opdrachten van het comité. In praktijk laat dit toe kort op de bal te spelen: het is niet meer denkbaar dat de verpleegkundige slechts 6 maal per jaar opdrachten zou krijgen uit het comité, en daarbuiten alle belangrijke beslissingen tussendoor aan de geneesheer zou moeten overlaten. ii. Functievereisten Alhoewel momenteel niet verplicht en overgangsmodaliteiten zeker voorzien moeten worden, moeten de instellingen streven naar het aanstellen van verpleegkundigenziekenhuisinfectiebeheersing van universitair niveau en met de nodige praktische ervaring. Basisdiploma van gegradueerde verpleegkundige/vroedvrouw Aanvullende opleiding in een kaderschool of diploma van licentiaat in ziekenhuiswetenschappen, ziekenhuisinfectiebeheersing of gelijkwaardig diploma voldoende inzicht en interesse in volgende domeinen : Algemene hygiëne en hygiëne van het ziekenhuismilieu Microbiologie Epidemiologie en preventie van ziekenhuisinfecties Organisatie en architectuur van het ziekenhuis Kostenbeheer in ziekenhuiszorg Databeheer Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 12 van 16.

13 iii. Vergadertechnieken Onderzoek van wetenschappelijke literatuur Functieprofiel Zich kunnen integreren in een systeem van integrale kwaliteitszorg Positieve ingesteldheid hebben t.o.v. informatisering en vertrouwd zijn met het gebruik van hedendaagse PC-systemen Efficiëntie: zelfstandig, correct en snel uitvoeren van taken Flexibiliteit: zich kunnen aanpassen in wijzigingen in de organisatie, de opdrachten en de werkregeling Samenwerking, teamgeest, kennis ten dienste stellen van anderen Kunnen functioneren onder stresserende omstandigheden Bijzondere kwaliteiten: Organisatorische kwaliteiten Zin voor duiding, analyse en synthese Communicatieve vaardigheden Didactische kwaliteiten Motiveren van alle geledingen van de hiërarchische lijn d. Samenwerking tussen geneesheer en verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing. De hiërarchische verhouding tussen de geneesheer- en verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing blijft een delicaat onderwerp in vele instellingen zodat het beter lijkt dat de instellingen dit op de meest aan hun situatie aangepaste wijze zelf beschrijven. Men zal daarbij in eerste instantie rekening houden met het goed functioneren van het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing. Daarom is het nodig dat de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing wordt gedetacheerd door het verpleegkundig departement en een medewerker is van de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing. Het zou echter niet met de dagelijkse realiteit stroken dat de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing een "verlengde arm" zou zijn van de geneesheer-. In praktijk zal infectiebeheersing slechts goed uitgeoefend worden in de instellingen die erin slagen hun ziekenhuisinfectiebeheersing als team te laten werken. Het is essentieel dat deze nieuwe manier van werken en organisatie doorgang vindt die gebaseerd is op volgende principes: Autonomie van het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing en projectmatig en harmonisch werken van geneesheer- en verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing. Men moet het beeld verbannen waarbij de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing zich alleen bezig houdt met verpleegkundige onderwerpen en de geneesheer zorgt voor de contacten met de artsen. Ziekenhuisinfectiebeheersing moet beschouwd worden als een medisch specialisme waarin artsen en verpleegkundigen samen doelstellingen identificeren en realiseren. Aanwezigheid van het team in alle relevante vergaderingen (hoofdverpleegkundige, verbouwingen, enz ) is dan ook essentieel, maar deze aanwezigheid moet vooral projectgericht zijn: zowel artsen als verpleegkundigen moeten erin kunnen optreden als vertegenwoordigers van het team. In sommige grote ziekenhuizen heeft men, naar Amerikaans model, een medische dienst ziekenhuisinfectiebeheersing opgericht. Alhoewel de Belgische wet dit niet oplegt, is er wettelijk natuurlijk ook niets op tegen en biedt deze aanpak vele fundamentele voordelen. Een dienst ziekenhuisinfectiebeheersing is dan bestaft met een geneesheer, één of meerdere verpleegkundigen-, een administratieve medewerker en soms ook andere medewerkers met een andere vorming zoals een data-verwerker of een epidemioloog. De geneesheer heeft de organisatorische verantwoordelijkheid over de dienst. Samenwerking binnen de dienst vergt noodzakelijk en frequent werkoverleg, waartoe de arts meestal de initiatieven neemt. e. Het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing De rol en verantwoordelijkheden van het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing moet terug bepaald worden. In de toekomst moet het comité vooral een discussieforum zijn waar het Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 13 van 16.

14 team voor ziekenhuisinfectiebeheersing overlegt met de directie en andere betrokkenen. De samenstelling van het comité moet niet gewijzigd worden, maar alles moet in het werk gesteld worden om de betrokkenen er actief te laten aan deelnemen. Zoals hoger vermeld zou het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing geen wettelijke verantwoordelijkheid dragen voor de opdrachten in het domein van de ziekenhuisinfectiebeheersing doch de goede werking van het team bewaken door de volgende minimale taken uit te voeren: bespreken en goedkeuren van het jaarlijks activiteitenverslag opgesteld door het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing; bespreken en goedkeuren van het jaarlijks actieplan opgesteld door het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing; bespreken en goedkeuren van de budgetten en kostenramingen opgesteld door het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing; bespreken van het werking- en functioneringsverslag van het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing; De rol van het comité moet in de toekomst eerder als een Raad van Bestuur beschouwd worden die de doelstellingen en de realisaties van het team bekrachtigt en zo nodig bijstuurt. Het comité voor blijft in dit nieuw concept de ondersteuning van de ziekenhuisinfectiebeheersing. Om de werking te verbeteren moet men de volgende punten realiseren: Vooreerst moeten directieleden binnen het comité hun verantwoordelijkheid opnemen door er de directiestandpunten te verduidelijken zodat het comité de haalbaarheid van projecten duidelijk kan inschatten. Beslissingen van het comité kunnen niet langer vrijblijvend zijn en er moet engagement genomen worden om de beslissingen en vragen van het comité in de andere echelons daadwerkelijk aan bod te laten komen. De adviezen van het comité zouden een bindend karakter moeten hebben binnen de instelling. Dit houdt in dat indien het advies niet werd opgevolgd de betrokken dienst of arts dient te argumenteren waarom dit niet werd uitgevoerd, met een nieuwe discussie tot gevolg. Ook de adviezen van het comité naar de directie en andere vergaderingen toe zouden het verzwaard karakter moeten genieten. Dit wil zeggen dat een andere instantie (directiecomité, medische raad, departementshoofden, enz) een gemotiveerd antwoord moeten overmaken aan het comité telkens wanneer zij een advies niet delen of willen realiseren. Dit gemotiveerd antwoord moet terug door het comité behandeld worden tot een gemeenschappelijk standpunt kan bekomen worden, zonodig dmv externe bemiddeling zoals de gezondheidsinspectie. De actieve deelname van de leden van het comité is essentieel voor zijn goede werking maar blijkt in praktijk moeilijk te realiseren. Daarom moet het verplicht aantal vergaderingen verminderd worden tot 4 maal per jaar en moet elk lid op jaarbasis méér dan de helft van de vergaderingen bijwonen, of expliciet een vervanger aanduiden die in zijn naam aan het comité kan deelnemen. Het voorzitterschap van het comité is een kapitale functie. Enerzijds is het misschien aangewezen dat de voorzitter onafhankelijk van het team zou zijn, maar anderzijds moet de voorzitter over de nodige motivatie en wetenschappelijke kennis beschikken om het comité te drijven. In de Belgische praktijk is de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing meestal ook voorzitter van het comité en dit functioneert momenteel naar behoren. Ook andere artsen moeten deze functie kunnen waarnemen, doch dit vereist een grondige kennis van het vak van ziekenhuisinfectiebeheersing. Het is daarom essentieel dat de voorzitter van het comité over het getuigschrift van geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing beschikt. In een groot deel van de Belgische instellingen is de werking van het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing sub-optimaal. De aanwezigheid van sommige leden is zeer variabel maar dit wordt gemakkelijk verklaard door de plethora van vergaderingen die de normale klinische activiteit van de gezondheidswerkers belemmert. De impact van het comité hangt nochtans af van zijn beslissingskracht. Daarom moet men moderne vergadertechnieken gebruiken waarbij: Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 14 van 16.

15 voorbereidende besprekingen tussen het team van ziekenhuisinfectiebeheersing en de bij elk dossier betrokken leden buiten het comité plaatsvinden; probleemstelling, diagnose, voorgestelde oplossingen voorafgaandelijk via post of elektronische weg aan alle leden worden overgemaakt; leden hun opmerkingen, suggesties of bezwaren voorafgaandelijk aan het hygiëneteam overmaken dat een synthese maakt die aan de vergadering wordt voorgelegd. De uiteindelijke beslissingen worden uiteraard binnen de schoot van het comité genomen, geacteerd en als advies overgemaakt aan de hoofdgeneesheer. Het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing moet formeel nog 4 maal per jaar bijeenkomen en alle beslissingen worden officieel geacteerd in de verslagen. De geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing en verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing hebben geen voor hen specifieke opdrachten of functie meer ten aanzien van het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing. Het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing bereidt de actiepunten en dossiers voor die in het comité zullen worden besproken. De agenda van het comité wordt opgesteld door de voorzitter. Ten aanzien van de hoofdgeneesheer is het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing nog steeds een adviesorgaan waarvan hij tevens de goede werking verzekert. Zijn hiërarchische verantwoordelijkheid vormt de waarborg voor de implementatie van de beslissingen. Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 15 van 16.

16 E. BUDGETTERING VAN DE ZIEKENHUISINFECTIEBEHEERSING 1. Wettelijke bepalingen Momenteel wordt ziekenhuisinfectiebeheersing in de Belgische instellingen hoofdzakelijk vergoed via de ligdagvergoeding. Deze vergoeding bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Een quotum berekend volgens de verdeling van bedden in de instelling bedoeld om de loonkost te dekken van de verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing; 2. Een quotum berekend volgens de verdeling van bedden in de instelling bedoeld om de loonkost te dekken van de geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing; 3. Een quotum berekend volgens de verdeling van bedden in de instelling bedoeld om werkingskosten van de hygiëne op te vangen; 4. Een vergoeding die slechts uitbetaald wordt aan instellingen die deelnemen aan de nationale registratieprojecten van het instituut voor Hygiëne en Epidemiologie. 2. Voorstellen voor de toekomst Zoals uit kosten-baten analyses uit de Verenigde Staten blijkt is investeren in ziekenhuisinfectiebeheersing zeer rendabel. Dit komt in ons land nog niet voldoende naar voor omdat de meerkost van ziekenhuisinfecties niet afzonderlijk berekend wordt en globaal gedragen wordt door de maatschappij via het ligdagvergoedingsysteem en door de ziekenhuisorganisatie. In dit systeem is alleen de kost voor de organisatie van ziekenhuisinfectiebeheersing zichtbaar, maar niet de verdienste ervan. Anderzijds moet onderlijnd worden dat de overheid de budgetten voor ziekenhuisinfectiebeheersing aan de respectievelijke instellingen structureel toekent zonder controle uit te oefenen over de besteding van de middelen in die instellingen en los van de inspanningen die de ziekenhuisinfectiebeheersing zich getroosten of van de resultaten die elke instelling al dan niet bekomen heeft in zijn strijd tegen nosocomiale infecties. Het lijkt daarom noodzakelijk dat de budgetten in de nabije toekomst worden aangepast. Vooreerst zal het noodzakelijk zijn de loonkost te dekken van de bijkomende bestaffing van het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing, veroorzaakt door de uitbreiding van de minimumbezetting van één voltijds verpleegkundige en een halftijds geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing voor alle instellingen. Daarenboven moet de vergoeding bedoeld voor de loonkost van de ziekenhuisinfectiebeheersing aangepast worden aan de noden. De huidige budgetten komen niet overeen met de loonschalen van het middenkader voor de verpleegkundige, noch met de gemiddelde verloning van een geneesheer specialist. Tenslotte moet het budget voor werkingskosten worden opgetrokken. Dit zou moeten toelaten ten minste 1/5 e van een administratieve kracht aan te stellen en ten minste twee computers met specifieke software af te schrijven. Hiertegenover moet zeker een controle komen te staan die de overheid in de instelling uitoefent. Niet alleen moeten hiervoor structurele indicatoren getoetst worden (effectieve bezetting en tijdsbesteding van de leden van het team voor ziekenhuisinfectiebeheersing, vergaderingen van het comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing, aanwezigheid van jaaractieplannen en activiteitsverslagen, ), maar anderzijds ook resultaatsmetingen zoals die blijken uit de jaarlijkse activiteitsverslagen. Bijkomend aan deze budgettering zou een variabele begroting kunnen opgesteld worden die enkel aan instellingen wordt toegekend die met succes deelnemen aan bijkomend preventiebeleid in het domein van de hygiëne. Men kan daarbij bedenken dat ziekenhuizen specifieke actieplannen kunnen opstellen die na goedkeuring, implementatie en bereiken van vooropgesteld resultaat aanleiding geven tot een specifieke vergoeding. Op deze manier zouden ziekenhuizen tevens vergoed kunnen worden wanneer ze nationale projecten zoals bestrijding van MRSA of vebetering van kwaliteitsindicatoren succesvol afwerken. Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2003 p. 16 van 16.

Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëne BELEIDSPLAN

Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëne BELEIDSPLAN Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëne BELEIDSPLAN BETREFFENDE DE REORGANISATIE VAN ZIEKENHUISHYGIËNE IN DE BELGISCHE INSTELLINGEN EEN CONSENSUSVOORSTEL ALS ADVIES NAAR DE OVERHEID I. ACHTERGROND De

Nadere informatie

Woord vooraf. NATIONALE RAAD VOOR VERPLEEGKUNDE Werkgroep : Ziekenhuishygiëne.

Woord vooraf. NATIONALE RAAD VOOR VERPLEEGKUNDE Werkgroep : Ziekenhuishygiëne. 27/09/2005. Advies van de NRV op vraag van Minister R. Demotte. Op 03.05.2005 werd op de plenaire vergadering van de Nationale Raad voor Verpleegkunde het schrijven dd. 16.03.05 van minister Demotte besproken

Nadere informatie

Jaarverslag ziekenhuishygiëne 20 (activiteiten 20 planning 20 ).

Jaarverslag ziekenhuishygiëne 20 (activiteiten 20 planning 20 ). Jaarverslag ziekenhuishygiëne 20 (activiteiten 20 planning 20 ). Dit document is een sbloon van ziekenhuis arverslag over ziekenhuishygiëne dat uniforme rapportage mogelijk maakt. Het is gebaseerd op -bestaande

Nadere informatie

Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen

Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Datum 19/07/2007 Bijlagen Nota KB van 26 april 2007 KB van 19 juni 2007 (art 13 1 ) Betreft: KB van 26 april 2007 tot wijziging van het KB

Nadere informatie

15 DECEMBER Koninklijk besluit. houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17. van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd

15 DECEMBER Koninklijk besluit. houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17. van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd 15 DECEMBER 1987. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17 van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd door het koninklijk besluit van 7 augustus 1987. BS 25/12/1987in

Nadere informatie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie B Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 24 van het Kankerplan: Steun aan pilootprojecten

Nadere informatie

A. Verpleegkundige verpleegkundige activiteit

A. Verpleegkundige verpleegkundige activiteit Nota Betreffende wijzigingen van de Ziekenhuiswet inzake de organisatie van de verpleegkundige activiteitenn het middenkader en de hoofdverpleegkundige. A. Verpleegkundige verpleegkundige activiteit In

Nadere informatie

Art. 3. De hoofdgeneesheer dient over de mogelijkheden te beschikken om de kwaliteitszorg in het ziekenhuis te bevorderen.

Art. 3. De hoofdgeneesheer dient over de mogelijkheden te beschikken om de kwaliteitszorg in het ziekenhuis te bevorderen. Koninklijk besluit van 15 december 1987 houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17 van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd door het koninklijk besluit van 7 augustus 1987. (B.S. 25.12.1987)

Nadere informatie

18 november Plateforme fédérale d hygiène hospitalière. Federaal Platform Ziekenhuishygiëne. Baudouin BYL Annette Schuermans Anne Simon

18 november Plateforme fédérale d hygiène hospitalière. Federaal Platform Ziekenhuishygiëne. Baudouin BYL Annette Schuermans Anne Simon 18 november 2015 Plateforme fédérale d hygiène hospitalière Federaal Platform Ziekenhuishygiëne Baudouin BYL Annette Schuermans Anne Simon Doelstellingen Communicatiekanaal en interface tussen de verschillende

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken. FUNCTIEBESCHRIJVING Functie Graadnaam: AFDELINGSHOOFD Afdeling TECHNISCHE ZAKEN Functienaam: AFDELINGSHOOFD Dienst TECHNISCHE ZAKEN Functionele loopbaan: A4a A4b Omschrijving van de afdeling en dienst

Nadere informatie

Coordinatie--ziekenhuizen--hoofdgeneesheer--geneesheer-diensthoofd--KB

Coordinatie--ziekenhuizen--hoofdgeneesheer--geneesheer-diensthoofd--KB 15 DECEMBER 1987. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17 van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd door het koninklijk besluit van 7 augustus 1987. BS 25/12/1987

Nadere informatie

Coordinatie--ZH--KB uitvoering-art-17bis--Hoofd-verpleegkundig-departement--Functie.doc

Coordinatie--ZH--KB uitvoering-art-17bis--Hoofd-verpleegkundig-departement--Functie.doc 14 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 17bis van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, voor wat de functie van hoofd van het verpleegkundig departement

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING ADVISEUR (M/V)

FUNCTIEBESCHRIJVING ADVISEUR (M/V) 1. SITUERING VAN DE FUNCTIE Standplaats Gent Weddenschaal A4a A4b (Loopbaanpad Expertise) 1 2. DOEL Verantwoordelijkheid opnemen voor het expertisegebied: actief uitwerken van het kennisdomein, een essentiële

Nadere informatie

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen 27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen BS 04/06/2007 gdp 1 / 6 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Met het

Nadere informatie

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; GR20120621 punt 1: politiezone Ninove - Openverklaring van een vacante betrekking in het operationeel kader - Hoofdinspecteur van politie - politieassistent DE RAAD, Gelet op de wet van 7 december 1998

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT DEFINIËRING VAN DE FUNCTIE, DE OPDRACHTEN EN HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE

Nadere informatie

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie AZ Sint-Maarten Mechelen April, 2006 1 Inleiding Sinds 1997

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ BIJLAGE 2 BIJ HET CORPORATE GOVERNANCE CHARTER INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ OPGESTELD DOOR DE RAAD VAN BESTUUR INHOUDSOPGAVE Algemeen... 3 1. Samenstelling... 3 2. Verantwoordelijkheden... 3 3.

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. deskundige juridische aangelegenheden. De deskundige juridische aangelegenheden rapporteert aan het diensthoofd stafdienst..

FUNCTIEBESCHRIJVING. deskundige juridische aangelegenheden. De deskundige juridische aangelegenheden rapporteert aan het diensthoofd stafdienst.. FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: NIVEAU: RANG: WEDDENSCHAAL: deskundige juridische aangelegenheden B Bv B1-B3 Plaats in het organogram De deskundige juridische aangelegenheden rapporteert aan het diensthoofd

Nadere informatie

Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen

Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Datum 25/04/2008 Bijlagen Nota KB van 19 juni 2007 KB van 12 februari 2008 Formulier contactpersoon antibiotherapiebeleidsgroep Betreft: KB

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ BIJLAGE 2. INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ Dit intern reglement maakt integraal deel uit van het Corporate Governance Charter van de Vennootschap. Deze bijlage is een aanvulling op de toepasselijke

Nadere informatie

Operationele aansturing en ondersteuning van de medewerkers

Operationele aansturing en ondersteuning van de medewerkers FUNCTIEBESCHRIJVING Afdeling/Dienst: Sociale zaken en rapporteert aan het afdelingshoofd personen Functietitel: Diensthoofd sociale zaken Hoofddoel: Coördineren van de activiteiten en projecten van de

Nadere informatie

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. 5 JULI 1994. - Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. BS : 16-09-1994 in voege 16/09/1994 (art. 11) Gewijzigd door: KB BS in voege blz 04/07/2004

Nadere informatie

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie. FUNCTIE: Directeur POC AFKORTING: DIR AFDELING: Management 1. DOELSTELLINGEN INSTELLING De doelstellingen staan omschreven in het beleidsplan POC. Vermits de directie de eindverantwoordelijkheid heeft

Nadere informatie

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS COD24_BROCH BlauwOK2deV_NL 26-09-2005 14:33 Page 1 BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS OPSTART - PROCEDURE Preventie ter bevordering van veiligheidsgevoel en sociale betrokkenheid Stap mee

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.2 Operationeel leidinggeven

FUNCTIEFAMILIE 5.2 Operationeel leidinggeven Doel van de functiefamilie Aansturen van medewerkers en organiseren en superviseren van hun dagelijkse werkzaamheden teneinde een efficiënte en continue werking van het eigen team te garanderen en zodoende

Nadere informatie

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling Functietitel Cluster Dienst Plaats in de organisatie Niveau Weddeschaal Statuut Teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement ombudsdienst OMBUDSDIENST. Ombudspersoon Kim Moors

Huishoudelijk reglement ombudsdienst OMBUDSDIENST. Ombudspersoon Kim Moors Ombudspersoon Kim Moors Dit huishoudelijk reglement is ter inzage beschikbaar aan de onthaalbalie van het ziekenhuis voor de patiënten, de medewerkers van de instelling en iedere belangstellende. Wettelijke

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN Inleidende bepaling Gebruikersparticipatie vormt een rode draad doorheen Integrale Jeugdhulp en de werking van het IROJ.

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

SOLVAY NV HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITE. De leden van het Auditcomité worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van twee jaar.

SOLVAY NV HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITE. De leden van het Auditcomité worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van twee jaar. SOLVAY NV HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITE I. SAMENSTELLING VAN HET AUDITCOMITÉ 1. Aantal leden - Duur van de mandaten Het Auditcomité telt minstens vier leden. De leden van het Auditcomité

Nadere informatie

FAQ MOBIELE EQUIPE en ONMIDDELIJKE VERVANGING

FAQ MOBIELE EQUIPE en ONMIDDELIJKE VERVANGING FAQ MOBIELE EQUIPE en ONMIDDELIJKE VERVANGING Akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren van 26 april 2005 afgesloten tussen de federale regering en de representatieve organisaties van de private

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: NIVEAU: adviseur financiën en begroting WEDDENSCHAAL: A1a-A2a. Plaats in het organogram. Hoofddoel van de functie

FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: NIVEAU: adviseur financiën en begroting WEDDENSCHAAL: A1a-A2a. Plaats in het organogram. Hoofddoel van de functie FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: NIVEAU: Rang: WEDDENSCHAAL: adviseur financiën en begroting A Av A1a-A2a Plaats in het organogram De adviseur financiën en begroting rapporteert aan de financieel beheerder.

Nadere informatie

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen 12 NOVEMBER 1993. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren - specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de URGENTIEGENEESKUNDE, alsook

Nadere informatie

DIENSTHOOFD. Netinfradiensten Domeindiensten/Technische diensten Asse, Brugge, Gent, Ronse

DIENSTHOOFD. Netinfradiensten Domeindiensten/Technische diensten Asse, Brugge, Gent, Ronse 1/7 1. SITUERING VAN DE FUNCTIE Operationele entiteit Standplaats Dienstchef Weddenschaal Netinfradiensten Domeindiensten/Technische diensten Asse, Brugge, Gent, Ronse A4a - A4b (of indien van toepassing

Nadere informatie

N.V. Jean VERHEYEN (Verzekeringsagent) Bedrijfspolitiek op het gebied van de belangenconflicten

N.V. Jean VERHEYEN (Verzekeringsagent) Bedrijfspolitiek op het gebied van de belangenconflicten MiFID Belangenconflicten beleid Versie 18/08/2014 - Deze versie annuleert en vervangt alle vorige versies 1. Inleiding Conform de Europese reglementering (Markets in Financial Instruments Directive, hierna

Nadere informatie

Lijst van kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen

Lijst van kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen Lijst van kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen Lastenboek: definities, instructies voor het invullen en bewijselementen Elk ziekenhuis dient voor elke indicator alle bewijselementen

Nadere informatie

F U N C T I E P R O F I E L

F U N C T I E P R O F I E L F U N C T I E P R O F I E L I. I D E N T I F I C A T I E G E G E V E N S Functiebenaming Weddeschaal Graad Directie - dep - dienst Functiefamilie maatschappelijk werker Sociale Dienst B1-B2-B3 maatschappelijk

Nadere informatie

A3 - Directeur Directie Controle - functiebeschrijving

A3 - Directeur Directie Controle - functiebeschrijving A3 - Directeur Directie Controle - functiebeschrijving 1. Identificatie functie Functiebenaming: Directeur Directie Controle Functiecode: A3 Organisatie: Diensten van het Verenigd College Directie: Directie

Nadere informatie

MODEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT OMBUDSFUNCTIE

MODEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT OMBUDSFUNCTIE OMBUDSFUNCTIE IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG IPSOF Interplatform Steunpunt Ombudsfunctie website: www.ombudsfunctieggz.be MODEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT OMBUDSFUNCTIE 26 juni 2007 naam voorziening adres

Nadere informatie

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. dienstverlening. Dienst: - Functienaam: afdelingshoofd

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. dienstverlening. Dienst: - Functienaam: afdelingshoofd Functie Graadnaam: afdelingshoofd Functienaam: afdelingshoofd Functiefamilie: hoger leidinggevenden Functionele loopbaan: A1a-A3a Afdeling: Maatschappelijke dienstverlening Dienst: - Subdienst: Code: Doel

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Team ziekenhuishygiëne Wie zijn we en wat doen we?

Patiënteninformatie. Team ziekenhuishygiëne Wie zijn we en wat doen we? Patiënteninformatie Team ziekenhuishygiëne Wie zijn we en wat doen we? 2 Inhoud Inhoud... 3 Inleiding... 4 Team ziekenhuishygiëne... 4 Wie zijn we?... 4 Wat doen we?... 5 Het belang van een goede handhygiëne!...

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

DIENSTHOOFD. Netinfradiensten Domeindiensten/Technische diensten Asse, Brugge, Gent, Ronse

DIENSTHOOFD. Netinfradiensten Domeindiensten/Technische diensten Asse, Brugge, Gent, Ronse 1/7 1. SITUERING VAN DE FUNCTIE Operationele entiteit Standplaats Dienstchef Weddenschaal Netinfradiensten Domeindiensten/Technische diensten Asse, Brugge, Gent, Ronse A4a - A4b (of indien van toepassing

Nadere informatie

financiële- en sociale dienst O.C.M.W.

financiële- en sociale dienst O.C.M.W. O.C.M.W.-LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING: SECRETARIS-SECRETARIAAT SECRETARIAAT administratief medewerk(st)er financiële- en sociale dienst O.C.M.W. 1. Plaats in de organisatie

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING DIENSTHOOFD (M/V)

FUNCTIEBESCHRIJVING DIENSTHOOFD (M/V) 1. SITUERING VAN DE FUNCTIE Standplaats Gent Weddeschaal A4a - A4b (Loopbaanpad Organisatie) 1 2. DOEL Verantwoordelijkheid opnemen door een dienst te leiden in lijn met de doelstellingen van het departement

Nadere informatie

8 JULI Koninklijk besluit houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan de ombudsfunctie in de ziekenhuizen moet voldoen

8 JULI Koninklijk besluit houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan de ombudsfunctie in de ziekenhuizen moet voldoen 8 JULI 2003. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan de ombudsfunctie in de ziekenhuizen moet voldoen BS 26/08/2003 in voege 01/11/2003 Gewijzigd door: KB 19/03/2007 BS 12/04/2007

Nadere informatie

OCMW LEDE. Het OCMW Lede gaat over tot de aanwerving van een. HALFTIJDS KWALITEITSCOORDINATOR het betreft een vervangingsovereenkomst tot 30/06/12

OCMW LEDE. Het OCMW Lede gaat over tot de aanwerving van een. HALFTIJDS KWALITEITSCOORDINATOR het betreft een vervangingsovereenkomst tot 30/06/12 OCMW LEDE Het OCMW Lede gaat over tot de aanwerving van een HALFTIJDS KWALITEITSCOORDINATOR het betreft een vervangingsovereenkomst tot 30/06/12 niveau: B1-B2-B3 minimum bruto maandloon (bij voltijdse

Nadere informatie

Circulaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

Circulaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK DOEL VAN DE OPRICHTING Artikel 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voorziet in de oprichting van externe diensten voor preventie en

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Directeur audit

Functiebeschrijving: Directeur audit Functiebeschrijving: Directeur audit Functiefamilie Controle en audit functies Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Naam functiehouder Datum + Handtekening 1. Context van de functie 1.1.

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING MAATSCHAPPELIJK WERKER. 1. Functienaam Maatschappelijk werker maatzorg Graadbenaming: Maatschappelijk werker

FUNCTIEBESCHRIJVING MAATSCHAPPELIJK WERKER. 1. Functienaam Maatschappelijk werker maatzorg Graadbenaming: Maatschappelijk werker FUNCTIEBESCHRIJVING MAATSCHAPPELIJK WERKER 1. Functienaam 1.1. Maatschappelijk werker maatzorg 1.2. Graadbenaming: Maatschappelijk werker 1.3. Weddeschaal: B1 B3 2. Plaats in de organisatie Afdeling: Sociale

Nadere informatie

KWALITEITSCOÖRDINATOR

KWALITEITSCOÖRDINATOR 2007.03.31 A1 / administratief AWS1a/AWS1b/AWS2a KWALITEITSCOÖRDINATOR WERVING Bijdragen tot: Ontwikkelen en implementeren van een verbetermanagementsysteem waardoor het OCMW haar missie en visie, inclusief

Nadere informatie

Klachtenprocedure. Ombudsfunctie Klachtenbehandeling Sint-Franciscusziekenhuis

Klachtenprocedure. Ombudsfunctie Klachtenbehandeling Sint-Franciscusziekenhuis Klachtenprocedure Ombudsfunctie Klachtenbehandeling Sint-Franciscusziekenhuis Lotte Wilms Werkjaar 2018 Uitgavedatum: 2018 Klachtenprocedure Alle formele klachten worden door de ombudspersoon volgens een

Nadere informatie

WERKING KIJKWIJZER BELEIDSVOEREND VERMOGEN: TOEGEPAST OP LOOPBAANBEGELEIDING IN DE SCHOLENGEMEENSCHAP

WERKING KIJKWIJZER BELEIDSVOEREND VERMOGEN: TOEGEPAST OP LOOPBAANBEGELEIDING IN DE SCHOLENGEMEENSCHAP WERKING KIJKWIJZER BELEIDSVOEREND VERMOGEN: TOEGEPAST OP LOOPBAANBEGELEIDING IN DE SCHOLENGEMEENSCHAP WAT? Voor u ligt een kijkwijzer om het beleidsvoerend vermogen van uw school in kaart te brengen. De

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Dienst: Functienaam: Diensthoofd.

Functiebeschrijving. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Dienst: Functienaam: Diensthoofd. Functiebeschrijving Functie Graadnaam: Bestuurssecretaris Functienaam: Diensthoofd Functiefamilie: Leidinggevend Functionele loopbaan: A1a-A3a Afdeling: Algemene zaken Dienst: Subdienst: Code: Doel van

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

De coördinerend hoofdverpleegkundige heeft een voorbeeldfunctie.

De coördinerend hoofdverpleegkundige heeft een voorbeeldfunctie. 1/7 3.1.2.3 Hoofdverpleegkundige 3.1.2.3.1. Coördinerend Hoofdverpleegkundige A. OPDRACHT De coördinerend hoofdverpleegkundige is de spilfiguur in het garanderen van een prettige woonst en een goede verzorging

Nadere informatie

Richtlijnen m.b.t. de aanstelling van een veiligheidsconsulent door de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (O.C.M.W. s). (isms.031.

Richtlijnen m.b.t. de aanstelling van een veiligheidsconsulent door de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (O.C.M.W. s). (isms.031. Dit document is eigendom van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. De publicatie ervan doet geen enkele afbreuk aan de rechten die de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ten opzichte van dit document

Nadere informatie

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid; CS/99/103 ADVIES NR. 99/09 VAN 9 NOVEMBER 1999 GEWIJZIGD OP 25 JULI 2000 BETREFFENDE EEN AANTAL VRAGEN UITGAANDE VAN HET MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU M.B.T. DE VEILIGHEIDSCONSULENTEN

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Intensieve-zorg--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Intensieve-zorg--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc 5 OKTOBER 1995. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere erkenningscriteria voor de geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de intensieve zorg, alsook van de

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Functiehouder. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie OCMW SCHOTEN

Functiebeschrijving. Functiehouder. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie OCMW SCHOTEN Functiehouder Personeelsnummer: Functiegegevens Functie: BELEIDSMEDEWERKER ZORG EN WELZIJN Graad: B4-B5 Bevorderingsgraad niveau B Niveau: B Niveau B Dienst: ZORG EN WELZIJN Departement: SAMENLEVEN Hoofddepartement:

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/063 BERAADSLAGING NR 09/039 VAN 7 JULI 2009 MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS

Nadere informatie

Medewerker pedagogische cel - Kwaliteitsbewaking

Medewerker pedagogische cel - Kwaliteitsbewaking Doel van de functie Medewerker pedagogische cel - Kwaliteitsbewaking De medewerker pedagogische cel coördineert ook de EVC- en EVK-procedure en ziet toe op de correcte afhandeling van de aanvragen. Ook

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB-18-10- 2002.doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB-18-10- 2002.doc 18 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de klinische hematologie, alsmede

Nadere informatie

financiële- en sociale dienst O.C.M.W.

financiële- en sociale dienst O.C.M.W. O.C.M.W.-LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING: SECRETARIS-SECRETARIAAT SECRETARIAAT administratief medewerk(st)er financiële- en sociale dienst O.C.M.W. 1. Plaats in de organisatie

Nadere informatie

Bijlage 3. Intern reglement van het Auditcomité

Bijlage 3. Intern reglement van het Auditcomité Bijlage 3 Intern reglement van het Auditcomité 1. Samenstelling en vergoeding Het Comité bestaat uit twee leden die door de Raad van Bestuur van de Zaakvoerder worden aangeduid uit de onafhankelijke Bestuurders.

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement

Huishoudelijk reglement Huishoudelijk reglement Inhoud 1. Klacht 1.1 Definitie 1.2 Wijze van indiening van een klacht 2. Ombudspersoon 2.1 Opdracht 2.2 Onafhankelijkheid Bevoegdheid 2.3 Verantwoordelijkheid van het ziekenhuis

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/133 BERAADSLAGING NR 10/078 VAN 9 NOVEMBER 2010 MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS

Nadere informatie

CHARTER VAN HET AUDITCOMITE

CHARTER VAN HET AUDITCOMITE CHARTER VAN HET AUDITCOMITE INLEIDING 2 I. ROL 2 II. VERANTWOORDELIJKHEDEN 2 1. Financiële reporting 3 2. Interne controle - risicobeheer en compliance 3 3. Interne audit 4 4. Externe audit: de commissaris

Nadere informatie

Mandaat- en profielbeschrijving van een onafhankelijk lid van het Gemeenschappelijk Auditcomité van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid

Mandaat- en profielbeschrijving van een onafhankelijk lid van het Gemeenschappelijk Auditcomité van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid Mandaat- en profielbeschrijving van een onafhankelijk lid van het Gemeenschappelijk Auditcomité van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid 1. Functiecontext De Openbare Instellingen van Sociale

Nadere informatie

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen 25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven BS 08/08/2014 HOOFDSTUK 1. - Algemene

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Functie

Functiebeschrijving. Functie Functie Graadnaam: Ontvanger Afdeling: / Functienaam: Ontvanger Dienst: / Functiegroep: Wettelijke graad Subdienst: / Functionele loopbaan: NVT Doel van de entiteit De OCMW-ontvanger is verantwoordelijk

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Directeur van de sociale departementen A7 Directeur. Sociale departementen Hoofdzetel

FUNCTIEBESCHRIJVING. Directeur van de sociale departementen A7 Directeur. Sociale departementen Hoofdzetel FUNCTIEBESCHRIJVING Naam van de functie: Dienst: Plaats: van de sociale departementen Sociale departementen Hoofdzetel Datum creatie: Datum revisie: Auteur beschrijving: Houder van de functie: 02/01/2019

Nadere informatie

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen 15 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen BS 25/03/1999 in voege vanaf 04/04/1999 Gewijzigd door: KB12/08/2000 BS 29/08/2000

Nadere informatie

Het ondersteunen en mee uitvoeren van de boekhouding alsook het voeren van een verantwoord aankoopbeleid.

Het ondersteunen en mee uitvoeren van de boekhouding alsook het voeren van een verantwoord aankoopbeleid. O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING: FINANCIELE DIENST FINANCIELE DIENST-ECONOMAAT econoom-boekhouder 1. Plaats in de organisatie De econoom-boekhouder rapporteert

Nadere informatie

Coordinatie--Bijzondere-Beroepstitel-verpleegk -Intensieve--Spoed--MB doc

Coordinatie--Bijzondere-Beroepstitel-verpleegk -Intensieve--Spoed--MB doc 19 APRIL 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING ARCHIEFBEHEERDER WELZIJNSKOEPEL WEST-BRABANT

FUNCTIEBESCHRIJVING ARCHIEFBEHEERDER WELZIJNSKOEPEL WEST-BRABANT BIJLAGE FUNCTIEBESCHRIJVING ARCHIEFBEHEERDER WELZIJNSKOEPEL WEST-BRABANT Voorafgaande opmerking : Deze functiebeschrijving mag niet worden beschouwd als een strikte limitatieve afbakening van de persoonlijke

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC

Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC Resultaten ziekenhuisbrede indicator VIP 2 basisvereisten handhygiëne

Nadere informatie

O.C.M.W.-LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING ADMINISTRATIE WZC. 1. Plaats in de organisatie

O.C.M.W.-LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING ADMINISTRATIE WZC. 1. Plaats in de organisatie O.C.M.W.-LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING: WOONZORGCENTRUM ADMINISTRATIE WZC Administratief medewerker WZC 1. Plaats in de organisatie De administratief medewerker werkt

Nadere informatie

De Belgische ziekenhuishygiënist

De Belgische ziekenhuishygiënist Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid De Belgische ziekenhuishygiënist nist anno 2002 resultaten van een nationale enquete E. Leens, C. Suetens, B. Jans, A. Simon, JP Sion, L. Sourdeau 2 e NSIH dag,

Nadere informatie

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK)

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK) Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK) 1 Erkenning Artikel 1: in de gemeente Kaprijke wordt het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) opgericht conform de richtlijnen van het Besluit

Nadere informatie

Hoger Beroepsonderwijs STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG

Hoger Beroepsonderwijs STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG Hoger Beroepsonderwijs STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG Opleiding Kaderopleiding Nursing BO GZ 001 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 15 Inhoud 1 Opleiding... 4 1.1 Relatie opleiding referentiekader... 4 1.2 Inhoud...

Nadere informatie

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE 0. Reglementaire basis Artikel 23.1.1 van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 voor de

Nadere informatie

Federaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen OPROEP 2014

Federaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen OPROEP 2014 Federaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen OPROEP 2014 1 Mevrouw, Mijnheer, Het Fonds ter bestrijding van de verslavingen werd opgericht in 2006 met een jaarlijks budget van 5.000.000 (3.000.000

Nadere informatie

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde. STATUTEN Projectvereniging Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde. 1. BENAMING, ZETEL, DOEL, DUUR Artikel 1 De voornoemde stads- en gemeentebesturen sluiten een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

Strategische visie Werkgroep Ziekenhuisgeneeskunde 2015-2019. Dr. K. Magerman voorzitter werkgroep ZHgeneeskunde BAPCOC

Strategische visie Werkgroep Ziekenhuisgeneeskunde 2015-2019. Dr. K. Magerman voorzitter werkgroep ZHgeneeskunde BAPCOC Strategische visie Werkgroep Ziekenhuisgeneeskunde 2015-2019 Dr. K. Magerman voorzitter werkgroep ZHgeneeskunde BAPCOC Strategische visie Strategische visie: visie over langere termijn (5 jaar) keuze uit

Nadere informatie

Diensthoofd interne werking en burgerzaken (B1-B3)

Diensthoofd interne werking en burgerzaken (B1-B3) Diensthoofd interne werking en burgerzaken (B1-B3) A. Algemene toelatingsvoorwaarden een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor men solliciteert de burgerlijke en

Nadere informatie

Een nationale campagne voor handhygiëne: een project van het federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Een nationale campagne voor handhygiëne: een project van het federaal platform voor ziekenhuishygiëne Een nationale campagne voor handhygiëne: een project van het federaal platform voor ziekenhuishygiëne Dr. Bart Gordts NSIH symposium Brussel, 20 feb 04 Verspreiding van resistentie tov antibiotica Selectieve

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2. Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de ombudspersoon p.3

Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2. Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de ombudspersoon p.3 HUISHOUDELIJK REGLEMENT OMBUDSFUNCTIE INHOUDSTAFEL Inleiding p.2 Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2 Artikel 1 Begripsomschrijving p.2 Artikel 2 Toepassingsgebied p.3 Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Khb.5.1. versie 3 1/4 Beoordeeld: Jan De Bruyn Paraaf: Doel Artikel 46 1/2, 47 en bijlage 3 TOEPASSINGSGEBIED Alle medewerkers Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Geldig vanaf: 01/03/2016 VERWANTE DOCUMENTEN

Nadere informatie

BIJGEWERKTE COÖRDINATIE

BIJGEWERKTE COÖRDINATIE BIJGEWERKTE COÖRDINATIE 10 JULI 1990 - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten(1)(2) HOOFDSTUK

Nadere informatie

ADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN

ADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN FOD VOLKSGEZONDHEID, Brussel, 12/11/2009 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR DE ZIEKENHUISVOORZIENINGEN --------

Nadere informatie

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Functienaam: afdelingshoofd Omgeving. Dienst: Subdienst:

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Functienaam: afdelingshoofd Omgeving. Dienst: Subdienst: Functie Graadnaam: afdelingshoofd Functienaam: afdelingshoofd Omgeving Functiefamilie: Functionele loopbaan: A4a-A4b Afdeling: Omgeving Dienst: Subdienst: Code: Doel van de entiteit De afdeling staat in

Nadere informatie

15 FEBRUARI Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan de zorgprogramma's. reproductieve geneeskunde

15 FEBRUARI Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan de zorgprogramma's. reproductieve geneeskunde 15 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's reproductieve geneeskunde moeten voldoen om erkend te worden. BS 25/03/1999 in voege 01/06/1999 Gewijzigd

Nadere informatie

Intergemeentelijke Begeleidingscommissie voor het gemeenteoverschrijdend project doorstromingsstudie Brussel en Leuven perceel 2 N2 Leuven Tielt-Winge

Intergemeentelijke Begeleidingscommissie voor het gemeenteoverschrijdend project doorstromingsstudie Brussel en Leuven perceel 2 N2 Leuven Tielt-Winge Intergemeentelijke Begeleidingscommissie voor het gemeenteoverschrijdend project doorstromingsstudie Brussel en Leuven perceel 2 N2 Leuven Tielt-Winge 1 Huishoudelijk Reglement Inhoud 1. Juridisch kader...

Nadere informatie

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 1. Inleiding Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 07.04.2014 De evaluatiepraktijk die het departement EWI hanteert, voorziet

Nadere informatie

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5,

Nadere informatie

ADVIES MET BETREKKING TOT DEEL 1 VAN DE ADVIESVRAAG BETREFFENDE DE UITVOERING VAN ARTIKEL 17 BIS TOT 17 SEXIES EN ARTIKEL 8, 7 EN 8

ADVIES MET BETREKKING TOT DEEL 1 VAN DE ADVIESVRAAG BETREFFENDE DE UITVOERING VAN ARTIKEL 17 BIS TOT 17 SEXIES EN ARTIKEL 8, 7 EN 8 FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen NATIONALE RAAD VOOR ZIEKEN- HUISVOORZIENINGEN. BRUSSEL, 12/01/2006 Afdeling

Nadere informatie