IBM TRIRIGA Application Platform Versie 3 Release 4.2. Handleiding voor installatie en implementatie

Transcriptie

1 IBM TRIRIGA Application Platform Versie 3 Release 4.2 Handleiding oor installatie en implementatie

2 Opmerking Lees eerst Kennisgeingen op pagina 97. Deze publicatie heeft betrekking op ersie 3, release 4, modificatie 2 an IBM TRIRIGA Application Platform, en op alle olgende releases en modificaties daaran, tenzij anders ermeld in een olgende uitgae. Controleer of de uitgae die u gebruikt, oereenkomt met de ersie an het programma. De informatie in deze publicatie is onderheig aan wijzigingen. Wijzigingen zullen in nieuwe uitgaen an deze publicatie worden opgenomen. Voor technische informatie en het aanragen an publicaties kunt u zich wenden tot uw IBM-leerancier of IBM Nederland B.V. Copyright IBM Nederland B.V. 2011, Copyright IBM Corporation 2011, 2015.

3 Inhoudsopgae Hoofdstuk 1. Oerzicht an IBM TRIRIGA Application Platform Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren Oerzicht an hardwareconfiguratie Platformarchitectuur Serers Implementaties Het platform installeren Oerzicht an de TRIRIGA Application Platform-installatie Voordat u IBM TRIRIGA Application Platform installeert Typen installatie Checklists oor installatie Een DB2-database maken en configureren oor TRIRIGA DB2 ersie 10.5 oor TRIRIGA onder Windows configureren met behulp an scripts. 17 DB2 ersie 10.5 configureren oor TRIRIGA onder UNIX en Linux, met behulp an scripts. 18 TRIRIGA Application Platform installeren oor een WebSphere Application Serer Liberty Core-profiel Oerzicht an de installatie an IBM TRIRIGA Application Platform oor een Liberty-profiel. 21 TRIRIGA Application Platform installeren oor een Liberty-profiel en Microsoft SQL Serer TRIRIGA Application Platform installeren oor een Liberty-profiel en Oracle Database. 23 TRIRIGA Application Platform installeren oor een Liberty-profiel en IBM DB TRIRIGA Application Platform installeren op IBM WebSphere Application Serer Oerzicht an de IBM TRIRIGA Application Platform-installatie op WebSphere WebSphere oorbereiden IBM TRIRIGA Application Platform installeren op WebSphere en Oracle Database IBM TRIRIGA Application Platform installeren op WebSphere en Microsoft SQL Serer TRIRIGA Application Platform installeren op WebSphere en IBM DB IBM TRIRIGA Application Platform installeren op Oracle WebLogic Serer Oerzicht an IBM TRIRIGA Application Platform-installatie op WebLogic WebLogic oorbereiden IBM TRIRIGA Application Platform installeren op WebLogic en Oracle Database IBM TRIRIGA Application Platform installeren op WebLogic en Microsoft SQL Serer IBM TRIRIGA Application Platform installeren op WebLogic en IBM DB IBM TRIRIGA Application Platform installeren met exportbestanden an Oracle Database Oerzicht an de exportinstallatie oor Oracle Database IBM TRIRIGA Application Platform installeren op WebLogic of WebSphere Verificatiechecklist Het platform configureren Eigenschappenbestanden TRIRIGAMIDDLEWARE.properties TRIRIGAWEB.properties TRIRIGAWEBDYNAMIC.properties TRIRIGAWEBLOGICPOOL.properties Licentiebestanden Vóór IBM TRIRIGA Application Platform IBM TRIRIGA Application Platform 3.2 en latere ersies Contextpad Verbindingspools Cross-site scripting filters Agentprocessen configureren Agents oor bedrijfsprocessen Beheerdersconsole Microsoft Outlook-berichten bijoegen SMTP-poort configureren in Linux Na de installatie Hoofdstuk 3. Logboek oor opschoning werkstroom Logboekindeling Gemelde problemen Voorgestelde acties Automatisch herstel Kennisgeingen Informatie oer priacybeleid Merken Copyright IBM Corp. 2011, 2015 iii

4 i Copyright IBM Corp. 2011, 2015

5 Hoofdstuk 1. Oerzicht an IBM TRIRIGA Application Platform De IBM TRIRIGA Application Platform-oplossing oorziet organisaties an grafische en configuratie-programma's om snel toepassingen te configureren en het gebruik en de waarde an IBM TRIRIGA-toepassingen uit breiden. Het maakt gebruik an op standaardwaarden gebaseerde technologie, interfaces en zeer krachtige interoperabiliteit an werkstroomprocesprogramma's met kritieke bedrijfssystemen. De IBM TRIRIGA Application Platform is een uitoeringsomgeing oor de snelle erwerking an transacties. Het platform biedt de onderliggende technologie oor de IBM TRIRIGA-toepassingen, waaronder Administrator Console, Document Manager en IBM TRIRIGA Connector for Business Applications, oor integratie met externe systemen en koppelingen naar CAD (computer-aided design)-toepassingen. De IBM TRIRIGA Application Platform leert ook een set browserfuncties waarmee de toepassingen worden gemaakt en gewijzigd die door IBM TRIRIGA worden geleerd. Met de uitgebreide IBM TRIRIGA-oplossing kunt u het olgende doen: IBM TRIRIGA-toepassingen configureren zonder broncode te hoeen wijzigen. Wettelijke rapporten maken in dezelfde omgeing als die an de dagelijkse werkprocessen. Tijd en kosten besparen oor de implementatie en het onderhoud an IBM TRIRIGA-toepassingen. Toepassingen leeren ia consistente portals. Unieke configuraties beschermen ia upgrades an toepassingen. Een bestaand bedrijfsobject wijzigen samen met betreffende gegeenselddefinities, statussen an leenscycli en werkstromen. Copyright IBM Corp. 2011,

6 2 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

7 Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren U gebruikt IBM TRIRIGA Application Platform om de IBM TRIRIGA-toepassingen uit te oeren, te bouwen en te beheren. De installatie an het platform omat de oorbereiding an de toepassingen- en databaseserers, de controlean de installatie, de configuratie an de platforminstellingen en onderzoek an lograpporten bij installatieproblemen. IBM TRIRIGA Application Platform kan op een groot aantal erschillende platforms worden geïnstalleerd. Gebruik deze installatie-informatie om IBM TRIRIGA Application Platform te plannen en te installeren met een configuratie die is afgestemd op uw omgeing en behoeften. Oerzicht an hardwareconfiguratie Voordat u IBM TRIRIGA Application Platform installeert, moet u de platformarchitectuur, serertypen en implementatiegrootten bepalen die het beste oldoen aan uw zakelijke behoeften. Platformarchitectuur Bedrijfstoepassingen zijn n-lagen, waarbij "n" het aantal lagen of erwerkingslagen oorstelt. IBM TRIRIGA Application Platform is een systeem met ier logische lagen: web, toepassing (en proces), tools en database. Door het gebruik an logische lagen in een toepassing worden de functies in elke laag an elkaar gescheiden. In termen an fysieke lagen beschrijft elke fysieke laag de werkelijke hardwareconfiguratie, de stukken apparatuur en de functie an elk stuk apparatuur. Copyright IBM Corp. 2011,

8 Clients Browser, CAD, SOAP clients HTTP HTTP HTTP Internet Web serer HTTP HTTP Internet Application serers Application serer Process serer Tools serer TCP/IP JDBC JDBC ODBC Database serer Figuur 1. Diagram an de IBM TRIRIGA Application Platform-architectuur De IBM TRIRIGA Application Platform Compatibility Matrix beat de serers, componenten en besturingssystemen waarop IBM TRIRIGA Application Platform is gecertificeerd. Verwante informatie: IBM TRIRIGA Application Platform Compatibility Matrix 4 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

9 Serers IBM TRIRIGA Application Platform maakt gebruik an een groot aantal erschillende serers. Het woord "serer" wordt aak gebruikt om een fysiek stuk apparatuur aan te duiden, maar het kan ook een logische scheiding oorstellen die is gebaseerd op een functie. Al deze logische serers kunnen worden samengeoegd op fysieke serers, of an elkaar gescheiden worden zodat elke logische laag is geïnstalleerd op een eigen fysieke serer. De olgende logische, op functie gebaseerde, serers worden gebruikt in IBM TRIRIGA Application Platform: Webserer Ontangt HTTP-opdrachten oor webcontent. Wordt ook wel een front-end serer genoemd. Toepassingenserer Voert de bedrijfslogica oor gebruikers uit met WebLogic Serer of WebSphere Application Serer. Processerer Voert de achtergronderwerking en -analyse uit met WebLogic Serer of WebSphere Application Serer. Toolsserer Voert de rapportage uit. Databaseserer Beat de relationele database en het ondersteunde databasebeheersysteem, zoals Oracle Database, IBM DB2 serer, of Microsoft SQL Serer. Webserer De webserer is de laag waarmee elke webbrowser an een gebruiker communiceert. Voorbeelden an webserers zijn IBM HTTP Serer, Microsoft Internet Information Serices (IIS) en Apache HTTP Serer. De webserer handelt alleen HTTP-opdrachten af en oert geen bedrijfslogica uit. IBM TRIRIGA Application Platform ondersteunt ook SSL (Secure Sockets Layer) met behulp an HTTPS. Standaard maakt HTTP gebruik an poort 80 (niet-beeiligde erbinding) en 443 (beeiligde erbinding), maar het kan ook worden geconfigureerd oor het gebruik an andere poorten. Telkens wanneer een gebruiker een JSP (JaaSerer Page) aanraagt, geeft de webserer de aanraag ter erwerking door aan de toepassingenserer. De webserer is een fysieke manifestatie an de weblaag. Toepassingenserer De toepassingenserer is een JVM (Jaa Virtual Machine) met een instance an de runtime toepassing. Deze serer oert het merendeel an de bedrijfslogica uit. De processen die worden uitgeoerd door de toepassingenserer zijn CPU-intensief en ereisten een grote hoeeelheid geheugen. De toepassingslaag bestaat uit JaaSerer Pages (JSP) en Jaa-klassen. De toepassingenserer an Jaa 2 Platform, Enterprise Edition (J2EE) biedt een JSP-container, een databaseerbindingspool en transactiebeheerserices. De toepassingenserer is een fysieke manifestatie an de toepassingslaag (middleware). Processerer De processerer is een JVM met een instance an de runtime toepassing die is ingesteld als een ast toegewezen erwerkings- of analyse-engine. Deze serer Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 5

10 wordt bijna exact zo geconfigureerd als een toepassingenserer, maar gebruikers melden zich niet aan bij deze serer. De serer zorgt oor de afhandeling an werkstroomaanragen die afkomstig zijn an gebruikers of door de IBM TRIRIGA-software in de wachtrij zijn geplaatst. De processerer is een fysieke manifestatie an de toepassingslaag (middleware). Toolsserer De toolsserer beat de uitbreidingen an derden oor IBM TRIRIGA. U kunt een IBM TRIRIGA-toepassingenserer aanwijzen als een BIRT-processerer. Als u eroor kiest om zowel BIRT als IBM TRIRIGA uit te oeren op dezelfde serer, kunt u erwachten dat de BIRT-rapporterwerkingen de belasting an de serer zal ergroten. BIRT wordt in alle geallen uitgeoerd op dezelfde JVM als IBM TRIRIGA. Databaseserer De databaseserer oert het databaseproces uit. In de database zijn de gegeens opgeslagen. De belangrijkste databaseserers gebruiken SQL (Structured Query Language) om gegeens op te slaan en op te halen. De Oracle Database-serer, IBM DB2-serer en Microsoft SQL Serer maken gebruik an SQL. Maar elke serer werkt met een erschillende database-engine en beschikt oer een eigen uitgebreide SQL om zich te onderscheiden an de concurrentie. De toepassingslaag communiceert met de databaselaag met behulp an JDBC-erbindingspools. De databaseserer is een fysieke manifestatie an de databaselaag. Implementaties De fysieke configuratie an een systeem is in hoge mate afhankelijk an het aantal gebruikers en de hoeeelheid gegeens die het ondersteunt. Voor informatie oer de implementatie an IBM TRIRIGA Application Platform-systemen raadpleegt u IBM TRIRIGABest Practices for System Performance. Het platform installeren Voordat u IBM TRIRIGA implementeert in uw organisatie, moet u bepalen hoe de gebruikerscommunity toegang moet krijgen tot de TRIRIGA-toepassingen. Voor de toegang tot de toepassingen an IBM TRIRIGA zijn een gebruikersnaam en een wachtwoord nodig. Zie de IBM TRIRIGA Application Platform 3 Single Sign-On Setup User Guide als u enkeloudige aanmelding (SSO) wilt configureren om gebruikerstoegang tot TRIRIGA-toepassingen te beheren. Verwante informatie: Best practices oor systeemprestaties U kunt de installatieprocedure oor IBM TRIRIGA Application Platform selecteren die an toepassing is op uw hardwareconfiguratie, ongeacht of u werkt met Oracle WebLogic Serer of IBM WebSphere Application Serer. Voor extra flexibiliteit kunt u het platform ook installeren met de exportbestanden an Oracle Database. Oerzicht an de TRIRIGA Application Platform-installatie Nadat u de platformarchitectuur, serertypen en implementatiegrootten oor uw bedrijfsbehoeften hebt bepaald, bent u klaar oor het installeren an TRIRIGA Application Platform. 6 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

11 Voordat u IBM TRIRIGA Application Platform installeert Controleer de hardware- en softwareereisten an IBM TRIRIGA Application Platform oordat u het installatieproces begint. De compatibiliteitsmatrix an IBM TRIRIGA Application Platform biedt informatie oer de door IBM TRIRIGA ondersteunde softwareproducten. Er wordt informatie gegeen oer de toepassingenserers, databaseserers, webserers, serers an derden, componenten an derden en clientopties waaroor IBM TRIRIGA Application Platform is gecertificeerd. Raadpleeg IBM TRIRIGA Application Platform 3.4.x Best Practices for System Performance Guide oor uitgebreide informatie oer de systeemprestaties. Voorts beat de olgende lijst de hardwareereisten en andere software-oerwegingen: Geheugen De databaseserer moet beschikken oer ten minste 3 GB fysiek ast toegewezen geheugen. Zorg dat u oldoende geheugen toewijst aan de toepassingenserers. Controleer het geheugengebruik regelmatig om fouten an het type onoldoende geheugen te oorkomen. Wellicht wilt u ook een tweede processerer implementeren om eroor te zorgen dat de werkstroomerwerking wordt oortgezet als er een fout optreedt op een processerer. Schijfruimte U moet de olgende schijfruimteereisten definiëren: Als u alle componenten an een installatie downloadt, hebt u ten minste 1,8 GB schijfruimte nodig. Boendien neemt de installatie ongeeer 300 MB schijfruimte in beslag. Er moet minimaal ongeeer 160 MB tijdelijke ruimte beschikbaar zijn op de aste schijf om het installatieprogramma te kunnen uitoeren. Voor een nieuwe installatie hebt u minimaal 7 GB binnen de database nodig. Elk WebSphere Application Serer-profiel ereist ongeeer 1 GB schrijfruimte. Toepassingenserer en databaseserer De toepassingenserer en databaseserer moeten zich op dezelfde fysieke locatie beinden, zoals een ruimte of een gebouw, om problemen met netwerklatentie te ermijden. Beperk het aantal segmenten in het pad tussen de toepassingenserer en de databaseserer zoeel mogelijk. De minimaal ereiste netwerksnelheid is Fast Ethernet (100 Mbps), switched. Software oor toepassingenserer De WebLogic Serer- of WebSphere Application Serer-software moet geïnstalleerd zijn oordat u het installatieprogramma IBM TRIRIGA Application Platform uitoert. Als de waarde die is ingesteld oor het maximumaantal toegestane parameters in een inkomende opdracht te laag is, kan er een fout optreden bij het opslaan an een werkstroomobjecttoewijzing. In dit geal kunt u de waarde erhogen of de waarde instellen op onbeperkt. Raadpleeg de productdocumentatie oor de toepassingenserer oor meer informatie. Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 7

12 Software oor databaseserer Oracle Database, IBM DB2, of Microsoft SQL Serer moeten zijn geïnstalleerd oordat u het installatieprogramma an IBM TRIRIGA Application Platform uitoert. Tijdens de installatieprocedure moet u het gebruikers-id en wachtwoord an de databasebeheerder (DBA) opgeen. Oracle Database-installaties Tabelruimten oor nieuwe Oracle Database-installaties moeten worden gemaakt oordat u het installatieprogramma uitoert. Analyseer uw basisgegeens. Deze gegeens omatten documenten, leases en portfoliogegeens, bijoorbeeld oor personen, organisaties, actia en locaties. Hiermee worden de groottes oor de TRIDATA_DATA-tabelruimte en TRIDATA_INDX-tabelruimte ingesteld om minimaal deze basisgegeens te ondersteunen. De minimale grootte oor de TRIDATA_DATAtabelruimte en de TRIDATA_INDX-tabelruimte is elk 2,5 GB. Als u bestaande IBM TRIRIGA-tabelruimten gebruikt, controleert u of de optie autoextend is ingeschakeld. IBM DB2-installaties Een IBM DB2-instance en -database moeten worden gemaakt oordat u het installatieprogramma an IBM TRIRIGA Application Platform uitoert. Jaa Deelopment Kit De Jaa Deelopment Kit (JDK) moet geïnstalleerd zijn oordat u het installatieprogramma an IBM TRIRIGA Application Platform uitoert. De JDK moet geïnstalleerd zijn oordat u de toepassing IBM TRIRIGA uitoert. Jaa moet actief zijn gedurende de installatie an IBM TRIRIGA. Beeiligingsmachtigingen en toegang tot directory De beheerder of gebruiker die het installatieprogramma an IBM TRIRIGA Application Platform uitoert, moet beschikken oer de machtiging Maken en de machtiging Schrijen oor de hoofddirectory oor de installatie. IBM TRIRIGA-licenties (sleutels) Vanaf IBM TRIRIGA Application Platform Versie 3.2, distribueert IBM TRIRIGA softwarelicenties in een apart licentiebestand oor elk product. De namen an de licentiebestanden hebben de notatie LICENSE_IBM_TRIRIGA_[productnaam].properties (bijoorbeeld LICENSE_IBM_TRIRIGA_Application_Platform.properties). U kunt een bestaand TRIRIGALICENSE.properties-bestand blijen gebruiken totdat het eralt of totdat u een nieuw product gaat gebruiken. Zie het onderwerp oer licentiebestanden oor meer informatie. Verwante onderwerpen: Een DB2-database maken en configureren oor TRIRIGA op pagina 16 Om TRIRIGA te configureren met DB2 ersie 10.5, moet u eerst een database maken oordat u het installatieprogramma an TRIRIGA Application Platform start. U kunt de database handmatig maken of met behulp an de scripts die aanwezig zijn in TRIRIGA. Verwante informatie: IBM TRIRIGA Application Platform Compatibility Matrix Typen installatie Bepaal oordat u IBM TRIRIGA Application Platform installeert, het installatiepad dat op uw bepaalde implementatie an toepassing is. Ook al zijn er erschillende installatiepaden, ze olgen hetzelfde algemene installatieproces. Deze installatietypen omatten de olledige installatie en installatie an alleen de database. Met olledige installaties worden alle hoofdcomponenten oor IBM 8 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

13 TRIRIGA geïnstalleerd en geconfigureerd, inclusief de toepassingenserer. Bij installaties an alleen de database wordt de database gemaakt zonder dat de toepassingenserer wordt geïnstalleerd. Installatieoorbereiding Ongeacht welke installatie u kiest (olledige installatie of an alleen de database), u moet de olgende toegang en informatie definiëren oordat u begint: Voor Oracle Database, het systeem-id (SID) of naam an de database-instance Voor Microsoft SQL Serer, de databasenaam Voor IBM DB2, de instancepoort en databasenaam Voor bestaande databases, de aanmeldingsgegeens oor de database-instance Serernaam en IP-adres an de databaseserer Serernaam an de processerer Het proces oor het installeren an IBM TRIRIGA is altijd hetzelfde, ongeacht welk beeiligingsnieau wordt toegepast in uw omgeing. Na installatie kunt u uw omgeingen beeiligen olgens uw bedrijfsereisten. Beeiligingsoerwegingen kunnen bijoorbeeld betrekking hebben op het beeiligen an de clientcommunicatie en het beperken an de toegang tot serers. Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 9

14 Select the installer for your operating system Select installation location Select installation type Select new or upgrade installation Installation of application serer and/or database Select database type Configure database connection Configure databases Installation complete Figuur 2. Stroomschema oor de algemene installatieprocedure an IBM TRIRIGA Volledige installatieprocedure Met een proces an olledige installatie worden de hoofdcomponenten en -configuraties geïnstalleerd die nodig zijn om het IBM TRIRIGA-platform en toepassingen te laten functioneren: Toepassingenserer Databasescripts Database 10 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

15 Select the installer for your operating system Select installation location Full installation New installation Upgrade Installation of application serer and/or database Microsoft SQL Serer Oracle Database IBM DB2 Configure database connection Configure database Database creation Installation complete Figuur 3. Stroomschema oor olledige installatie an IBM TRIRIGA Installatieprocedure an alleen de database Bij een installatie an alleen de database wordt de database gemaakt zonder dat de toepassingenserer wordt geïnstalleerd. Selecteer niet de installatie an alleen de database of upgrade tenzij u specifiek wordt geraagd om dit te doen door het team dat erantwoordelijk is oor het plannen an de IBM TRIRIGAimplementatie. Als u de database nu installeert en u later een nieuwere ersie an de toepassingenserer installeert, kan er incompatibiliteit optreden tussen een nieuwe functie en de database. Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 11

16 Select the installer for your operating system Select installation location Database only New installation Upgrade Installation of database Microsoft SQL Serer Oracle Database IBM DB2 Configure database connection Configure database Installation complete Figuur 4. Stroomschema oor installatie an alleen de database oor IBM TRIRIGA Checklists oor installatie Voordat u IBM TRIRIGA Application Platform installeert, kunt u de checklists oor toepassingenserer en database olgen die an toepassing zijn op uw implementatie. Checklist oor nieuwe installaties an IBM TRIRIGA Application Platform Item Opmerkingen bij de release Beschrijing Lees de IBM TRIRIGA Release Notes die an toepassing zijn op uw installatieersie oor informatie en instructies die specifiek oor die release zijn. 12 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

17 Item Gegeensherstel en backups Volledige installatie Taalpakketten Eerste stappen in de installatieprocedure Beschrijing Voordat u de installatieprocedure start, maakt u een gegeensherstelplan om te gebruiken in het geal an een systeemfout in IBM TRIRIGA Application Platform. IBM TRIRIGA is een Jaa-bedrijfstoepassing die wordt uitgeoerd op een groot aantal erschillende Jaa-toepassingenserers en databaseplatforms. Elke toepassingenserer en elk databaseplatform biedt erschillende methoden en aanbeelingen oor het maken en terugzetten an backups. Raadpleeg de productinformatie oor de toepassingenserer en het databaseplatform dat u gebruikt met IBM TRIRIGA oor meer informatie oer standaarden oor backup en herstel en best practices. Wanneer de installatie is uitgeoerd, kan er regelmatig een backup worden gemaakt an de installatiemap an IBM TRIRIGA om de systeeminstellingen oor IBM TRIRIGA te behouden. Volg het olledige installatieproces oor een nieuwe installatie. Als u een upgrade wilt aanbrengen op een bestaande IBM TRIRIGA-implementatie, raadpleeg dan de IBM TRIRIGA Application Platform 3 Upgrade Installation Guide. Het installatieprogramma kopieert taalpakketten naar de map [installatiedirectory]\userfiles\languagepacks. Vanaf IBM TRIRIGA Application Platform Versie 3.3 worden de labelpakketten gescheiden an de gegeenspakketten door de taalpakketten. U moet het belangrijkste taalpakket uitpakken oordat u het te importeren afzonderlijke taalpakket selecteert. Zorg dat u het juiste type taalpakket in de specifieke interface importeert. Als u zich bijoorbeeld beindt in Label Manager, moet u een labelpakket importeren. Als u zich beindt in Language Manager, moet u een gegeenspakket importeren. Het importeren an een gegeenspakket is niet nodig als uw installatie alleen Amerikaans Engels is. Zie de IBM TRIRIGA Application Platform 3 Handleiding oor lokalisatie oor meer informatie. Installeer de 64-bits ersie an IBM Jaa 7. Het Jaa-installatiepad mag geen spaties beatten. Voer het installatieprogramma uit: Dubbelklik in de Windows-omgeing op het bestand install.exe. Op Windows is C:\Tririga de standaard installatielocatie. Maak erbinding met en meld u aan bij de toepassingenserer als gebruiker an IBM TRIRIGA ia SSH of een andere terminaltoepassing op afstand. Meld u anaf de opdrachtregel an UNIX of Linux bij een werkstation aan als gebruiker an IBM TRIRIGA en typ./install.bin -i console. Als u terug wilt gaan, typt u back en drukt u op de Enter-toets. Op UNIX-serers is /usr/local/tririga de standaard installatielocatie. Nadat de root (supergebruiker) deze directory heeft gemaakt, oert u de opdracht chown tririga /usr/local/tririga uit als root, waarbij tririga de naam is an de installatiegebruiker. Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 13

18 Item Jaa irtual machine (JVM) Installatiedirectory Toepassingsgegeens Na de installatie Beschrijing Tijdens de installatie: Selecteer het pad naar de JVM (Jaa irtual machine) die het installatieprogramma moet gebruiken. Op het scherm worden de ersies an jaa.exe afgebeeld die beschikbaar zijn op de doelcomputer. IBM TRIRIGA ondersteunt alleen de 64-bits ersie an IBM Jaa 7. WebSphere Application Serer-installaties ondersteunen de 64-bits ersie an IBM Jaa 7. WebLogic Serer-installaties ondersteunen Oracle Jaa. Als u het bericht Unable to install the Jaa Virtual Machine included with this installer ziet, gaat u door met de installatie. Dit bericht wordt eroorzaakt door de ersie an InstallAnywhere die wordt gebruikt door het installatieprogramma. Het heeft geen inloed op de installatie. Tijdens de installatie geeft u het olledige pad op naar de directory waarin u de bestanden wilt installeren: Het installatiepad mag geen spaties beatten. Als het pad spaties beat, geeft u een ander pad op. Op Windows is C:\Tririga de standaardlocatie. Op UNIX is /usr/local/tririga de standaardlocatie. De directory mag geen bestaande installatie beatten. Als deze directory een bestaande installatie beat, moet u de naam daaran wijzigen. Voeg bijoorbeeld het woord "oud" en de datum toe aan de directory. Tijdens de installatie kiest u het gecomprimeerde bestand waarin de toepassingsgegeens an IBM TRIRIGA zijn opgeslagen. Dit gecomprimeerde bestand heeft de naam data.zip en wordt automatisch geselecteerd door het installatieprogramma. Als het bestand niet is geselecteerd, zoekt u het op en selecteert u het juiste bestand. Nadat de installatie is oltooid: Controleer of de installatie correct werkt. Zie het onderwerp oer de erificatiechecklist oor meer informatie. Checklist oor nieuwe installaties an IBM TRIRIGA Application Platform op Oracle Database Item Opmerkingen bij de release Multibyte taalondersteuning Beschrijing Lees de IBM TRIRIGA Release Notes. Als u multibyte talen ondersteunt, moet Oracle Database oorspronkelijk als multibyte database zijn geïnstalleerd. Als de database oorspronkelijk niet als multibyte database is geïnstalleerd, kan dit achteraf niet worden gewijzigd. 14 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

19 Item Multibyte taalondersteuning Vereiste oor gebruikersnaam Beschrijing Als u multibyte talen ondersteunt, oert u de olgende stappen uit oordat u begint met de installatie: Stel de tekenset an de instance in op UTF-8 of UTF-16. Als u niet de tekenset UTF-8 of UTF-16 selecteert, wordt een multibyte teken afgebeeld als raagteken wanneer het wordt opgeslagen in de database. Stel de parameter NLS_LENGTH_SEMANTICS in op CHAR (not BYTE). Als u BYTE gebruikt in plaats an CHAR, oert het platform de lengtebewerkingen niet correct uit en kunnen er gegeens erloren gaan. Stel een blokgrootte in an minimaal 16 kb. De schemaeigenaar moet oor Oracle Database hetzelfde gebruikers-id als de databasegebruiker opgeen. Checklist oor nieuwe installaties an IBM TRIRIGA Application Platform op Microsoft SQL Serer Item Opmerkingen bij de release Gebruikers Multibyte taalondersteuning Multibyte taalondersteuning en WebLogic Serer Multibyte taalondersteuning en WebSphere Application Serer Vereiste oor gebruikersnaam Beschrijing Lees de IBM TRIRIGA Release Notes. Controleer of de databasegebruiker die wordt opgegeen oor de nieuwe installatie op unieke wijze is gekoppeld aan de database. Als u multibyte talen ondersteunt, oert u de olgende stappen uit tijdens de installatie: Selecteer de optie om de database te configureren oor multibyte ondersteuning. Kies een sortering oor de database. Als u multibyte talen ondersteunt, controleer dan op WebLogic Serer of de JDBC-URL in uw DataSource-TRIRIGA-data de eigenschap SendStringParametersAsUnicode instelt op true. Als u multibyte talen ondersteunt, controleer dan in de WebSphere Application Serer-gegeensbron of de aangepaste eigenschap sendstringparametersasunicode is ingesteld op true. U kunt oor Microsoft SQL Serer erschillende waarden opgeen oor de databasenaam en het gebruikers-id oor de database. Checklist oor nieuwe installaties an IBM TRIRIGA Application Platform op IBM DB2 Item Opmerkingen bij de release IBM DB2 Beschrijing Lees de IBM TRIRIGA Release Notes. Voer de configuratiestappen oor DB2 uit. Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 15

20 Item Multibyte taalondersteuning Prestatie-instellingen oor het erzamelen an gegeens in WebLogic Serer. Prestatie-instellingen oor het erzamelen an gegeens in WebSphere Application Serer. Beschrijing Als u multibyte-talen ondersteunt, moet de IBM DB2-database oorspronkelijk als UTF-8 zijn gemaakt. Als de database oorspronkelijk niet als UTF-8 is gemaakt, kan dit achteraf niet worden gewijzigd. Stel de parameter string_units in op CODEUNITS32. Prestatie-instellingen oor het erzamelen an gegeens worden geconfigureerd met gegeensbroneigenschappen, met behulp an de olgende parameterwaarden: user=tririga DB User DatabaseName=DB Name jdbccollection=nullidr1 Prestatie-instellingen oor het erzamelen an gegeens worden geconfigureerd door een nieuwe eigenschap toe te oegen aan de eigenschappen an de gegeensbron: jdbccollection=nullidr1 Het isolatienieau oor WebSphere Application Serer wordt ingesteld op webspheredefaultisolationleel=2, om ergrendeling an de database te oorkomen. Verwante informatie: IBM TRIRIGA Release Notes IBM TRIRIGA Application Platform 3 Upgrade Installation Guide Een DB2-database maken en configureren oor TRIRIGA Om TRIRIGA te configureren met DB2 ersie 10.5, moet u eerst een database maken oordat u het installatieprogramma an TRIRIGA Application Platform start. U kunt de database handmatig maken of met behulp an de scripts die aanwezig zijn in TRIRIGA. 16 Copyright IBM Corp. 2011, 2015 Het configureren an een bestaande DB2-serer an ersie 10.5 oor gebruik met TRIRIGA bestaat uit erschillende stappen. U moet een TRIRIGA-gebruiker maken, een database maken en instellingen op instance- en databasenieau configureren oordat u het installatieprogramma an IBM TRIRIGA Application Platform start. U kunt deze databaseobjecten maken met behulp an de scripts die aanwezig zijn in TRIRIGA. Scripts oor Windows, Linux en UNIX zijn beschikbaar in het pakket IBM TRIRIGA Application Upgrade V Multiplatform Multilingual. De scriptbestanden beinden zich in de directory Scripts an het archiefbestand TRI_APPLICATION_UPGRADE_ zip. Als u de databaseobjecten handmatig maakt, kunt u de scripts raadplegen oor de configuratiewaarden. U kunt uw eigen waarden opgeen bij het definiëren an gebruikers, het benoemen an de database en instance en bij het definiëren an de poort die wordt gebruikt door de TRIRIGA-database-instance. U moet de installatiedirectory oor DB2 nauwkeurig opgeen. De DB2-database oor TRIRIGA moet worden geconfigureerd met de olgende parameters. De DB2-database-instance en -database moeten worden ingesteld op de Oracle-modus. DB2-databaseparameters moeten worden geconfigureerd oor het optimaliseren an de prestaties an TRIRIGA. STMT_CONC=OFF

21 PAGESIZE=32 K DB2_DEFERRED_PREPARE_SEMANTICS=YES Het gebruikers-id dat oor TRIRIGA wordt gemaakt oor toegang tot de database, moet beschikken oer de machtigingen DBADM, SECADM, ACCESSCTRL en DATAACCESS oor de database. De database moet worden geconfigureerd met codeset UTF-8 en tekenreekseenheid CODEUNITS32, als ondersteuning oor multibytetekens nodig is. De DB2-poort oor de communicatie met TRIRIGA moet bereikbaar zijn ia de firewallsoftware die actief is in uw systeem. U kunt de firewallsoftware uitschakelen op de DB2-serer, oordat u de TRIRIGA-scripts oor het maken an de database uitoert. Firewallsoftware kan erhinderen dat de TRIRIGA-scripts correct worden uitgeoerd. U kunt de firewall weer actieren nadat de database is gemaakt. DB2 ersie 10.5 oor TRIRIGA onder Windows configureren met behulp an scripts Gebruik de opdrachten db2createinst en db2createdb oor het maken en configureren an een DB2-database onder Windows. 1. Meld u bij de serer waarop DB2 ersie 10 actief is aan als een gebruiker met beheerdersmachtigingen op het systeem. 2. Maak een systeemgebruiker oor TRIRIGA, bijoorbeeld tridata. Deze systeemgebruiker wordt door TRIRIGA gebruikt oor toegang tot de database. Deze gebruiker wordt gemachtigd oor toegang tot de database met behulp an scripts. 3. Meld u bij de serer aan als de DB2-beheerder. Het standaard gebruikers-id oor de DB2-beheerder is db2admin. 4. Maak de DB2-instance en stel het in op de Oracle Compatibility-modus. a. Kopieer het opdrachtenbestand db2createinst.cmd anuit \scripts op de installatiemedia naar een tijdelijke directory op de DB2-serer. b. Open een DB2-opdrachtenster en oer de opdracht db2cmdadmin uit oor het instellen an de DB2-omgeing: In plaats hieran kunt u ook werken met Start > DB2 Opdrachtenster - Beheerder. c. Start de opdracht db2createinst oor het maken en configureren an de database-instance. db2createinst naam poort installdir db2admin wachtwoord > naamuitoerbestand De parameter naam geeft de naam an de DB2-instance aan. De parameter poort geeft de sererpoort aan die wordt gebruikt oor deze instance an DB2. De parameter installdir geeft de installatielocatie an DB2 aan. Als het pad spaties beat, moet u de waarde opgeen tussen dubbele aanhalingstekens. De parameter db2admin geeft de DB2-beheerder aan. De parameter naamuitoerbestand geeft het bestand aan dat wordt gebruikt oor het astleggen an uitoer an de opdracht. Hieronder indt u een oorbeeld an de syntaxis an de opdracht db2createinst. C:\temp>db2createinst triinst "c:\program files\ibm\sqllib" db2admin mypassword > db2createinst.log Als de opdracht oor het maken an een instance een retourcode an 0 opleert, is de DB2-database-instance gemaakt en ingesteld op de Oracle Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 17

22 Compatibility-modus en wordt het bericht Instance instance name has been created successfully and started on port port number afgebeeld. Als de opdracht een andere retourcode dan 0 opleert, bestudeert u de uitoer an de opdracht om de oorzaak an de fout ast te stellen. U kunt de uitoer an het script laten astleggen in een bestand, zodat u de resultaten an de opdracht kunt ealueren. Probeer de database niet te maken oordat de opdracht db2createinst olledig is oltooid. 5. Maak en configureer de DB2-database. a. Kopieer het opdrachtenbestand db2createdb.cmd anuit \scripts op de installatiemedia naar een tijdelijke directory op de DB2-serer. b. Start de opdracht db2createdb anuit het DB2-opdrachtenster. db2createdb naam instance gebied installdir tririgauser db2admin > naam uitoerbestand De parameter naam geeft de naam an de database aan. De parameter instance geeft de instance aan die is gekoppeld aan de database. De parameter gebied geeft de code aan die met Databasebeheer intern wordt gebruikt oor het leeren an regiospecifieke ondersteuning. De parameter installdir geeft de installatielocatie an DB2 aan. Als het pad spaties beat, moet u de waarde opgeen tussen dubbele aanhalingstekens. De parameter tririgagebr geeft hettririga-gebruikers-id oor toegang tot de database aan. De parameter db2admin geeft het gebruikers-id an de DB2-beheerder aan. De parameter naamuitoerbestand geeft het bestand aan dat wordt gebruikt oor het astleggen an uitoer an de opdracht. Hieronder indt u een oorbeeld an de syntaxis an de opdracht db2createdb. C:\temp>db2createdb tririga triinst US "c:\program files\ibm\sqllib" tridata db2admin > db2createdb.log Als deze opdracht een afsluitende retourcode an 0 opleert, is de DB2 database gemaakt en geconfigureerd en wordt het bericht Database database name has been created successfully on instance name. afgebeeld. Als de opdracht een andere afsluitcode dan 0 opleert, bestudeert u de uitoer an de opdracht om de oorzaak an de fout ast te stellen. U kunt de uitoer an het script laten astleggen in een bestand, zodat u de resultaten an de opdracht kunt ealueren. Ga niet erder met de installatieprocedure oor het IBM TRIRIGA Application Platform oordat de opdracht db2createdb olledig is oltooid. Als u werkt met een firewall, actieert u deze weer en zorgt u eroor dat erbindingen an op afstand met de database mogelijk zijn. Gebruik IBM Data Studio of een ander SQL-hulpprogramma om te controleren of een erbinding an op afstand met de database mogelijk is, oordat u het installatieprogramma oor IBM TRIRIGA Application Platform start.mogelijk moet u toegang erlenen tot de poort oor DB2 in de firewall. DB2 ersie 10.5 configureren oor TRIRIGA onder UNIX en Linux, met behulp an scripts Gebruik de opdrachten db2createinst, db2configinst en db2createdb oor het maken en configureren an een DB2-database onder UNIX of Linux. 1. Meld u bij de serer waarop DB2 ersie 10 actief is aan als een gebruiker met beheerdersmachtigingen op het systeem. Deze gebruiker moet in staat zijn om systeemgebruikers en DB2-instances te kunnen definiëren. 2. Maak systeemgebruikers oor TRIRIGA. 18 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

23 a. Maak een systeemgebruiker waarmee TRIRIGA toegang krijgt tot de database, bijoorbeeld tridata. Deze gebruiker wordt gemachtigd oor toegang tot de database met behulp an scripts. b. Maak de DB2-instance-eigenaar, bijoorbeeld triinst. De DB2-instance-eigenaar maakt de DB2-instance oor TRIRIGA. Aan deze gebruiker mogen geen bestaande DB2-instances zijn gekoppeld. Het gebruikers-id triinst moet worden toegewezen aan de groep db2iadm1. c. Maak het afgeschermde gebruikers-id oor de DB2-instance, bijoorbeeld db2fenc1. Dit gebruikers-id is mogelijk al aanwezig in het systeem en kan fungeren als het afgeschermde gebruikers-id oor andere DB2-instances. Het gebruikers-id db2fenc1 moet worden toegewezen aan de groep db2iadm1. 3. Maak de DB2-database-instance. a. Kopieer het opdrachtenbestand db2createinst.sh anuit /Scripts op de installatiemedia naar een tijdelijke directory op de DB2-serer. b. Zorg eroor dat het gebruikers-id beschikt oer uitoeringsbeoegdheid oor het bestand en oer schrijfbeoegdheid oor de huidige directory. c. Open een shell-enster en oer de opdracht db2createinst uit om de database-instance te maken. db2createinst.sh naam poort installdir afgeschrmdegebr > naamuitoerbestand De parameter name geeft de DB2-instance-eigenaar aan. De parameter port geeft de sererpoort aan die wordt gebruikt oor deze instance an DB2. De parameter installdir geeft de installatielocatie an DB2 aan. De parameter afgeschrmdegebr geeft de afgeschermde DB2-gebruiker aan. De parameter naamuitoerbestand geeft het bestand aan dat wordt gebruikt oor het astleggen an uitoer an de opdracht. Hieronder indt u een oorbeeld an de syntaxis an de opdracht db2createinst../db2createinst.sh triinst /opt/ibm/db2/v10.5 db2fenc1 > db2createinst.log Als de opdracht oor het maken an een instance een retourcode an 0 opleert, is de DB2-database-instance gemaakt en wordt het bericht Instance instance name has been created successfully on port port number afgebeeld. Als de opdracht een andere retourcode dan 0 opleert, bestudeert u de uitoer an de opdracht om de oorzaak an de fout ast te stellen. U kunt de uitoer an het script laten astleggen in een bestand, zodat u de resultaten an de opdracht kunt ealueren. Probeer de database-instance niet te configureren oordat de opdracht db2createinst olledig is oltooid. 4. Meld u bij de serer waarop DB2 ersie 10 actief is aan als de instancegebruiker. 5. Configureer de DB2-database-instance. a. Kopieer het opdrachtenbestand db2configinst.sh anuit /scripts op de installatiemedia naar een tijdelijke directory op de DB2-serer. b. Zorg eroor dat het gebruikers-id beschikt oer uitoeringsbeoegdheid oor het bestand en oer schrijfbeoegdheid oor de huidige directory. c. In het shell-enster oert u de opdracht db2configinst uit om de database-instance te maken. db2configinst.sh naam poort installdir > naamuitoerbestand Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 19

24 De parameter naam geeft de te configureren DB2-instance aan. De parameter poort geeft de sererpoort aan die wordt gebruikt oor deze instance an DB2. De parameter installdir geeft de installatielocatie an DB2 aan. De parameter naamuitoerbestand geeft het bestand aan dat wordt gebruikt oor het astleggen an uitoer an de opdracht. Hieronder indt u een oorbeeld an de syntaxis an de opdracht db2configinst../db2configinst.sh triinst /opt/ibm/db2/v10.5 > db2configinst.log Als de opdracht oor het starten an een instance een retourcode an 0 opleert, is de DB2-database-instance gemaakt en wordt het bericht Instance instance name has been configured successfully and started on serer name afgebeeld. Als de opdracht een andere retourcode dan 0 opleert, bestudeert u de uitoer an de opdracht om de oorzaak an de fout ast te stellen. U kunt de uitoer an het script laten astleggen in een bestand, zodat u de resultaten an de opdracht kunt ealueren. Probeer de database niet te maken oordat de opdracht db2configinst olledig is oltooid. 6. Maak en configureer de DB2-database. a. Kopieer het opdrachtenbestand db2createdb.sh anuit /scripts op de installatiemedia naar een tijdelijke directory op de DB2-serer. b. Zorg eroor dat het gebruikers-id beschikt oer uitoeringsbeoegdheid oor het bestand en oer schrijfbeoegdheid oor de huidige directory. c. In het shell-enster oert u de opdracht db2createdb uit. db2createdb.sh naam instance gebied installdir tririgagebr > naamuitoerbestand De parameter naam geeft de naam an de database aan. De parameter instance geeft de instance aan die is gekoppeld aan de database. De parameter gebied geeft de code aan die met Databasebeheer intern wordt gebruikt oor het leeren an regiospecifieke ondersteuning. De parameter installdir geeft de installatielocatie an DB2 aan. De parameter tririgagebr geeft het TRIRIGA-gebruikers-ID oor toegang tot de database aan. De parameter naamuitoerbestand geeft het bestand aan dat wordt gebruikt oor het astleggen an uitoer an de opdracht. Hieronder indt u een oorbeeld an de syntaxis an de opdracht db2createdb../db2createdb.sh tririga triinst US /opt/ibm/db2/v10.5 tridata > db2createdb.log Als deze opdracht een afsluitende retourcode an 0 opleert, is de DB2 database gemaakt en geconfigureerd en wordt het bericht Database database name has been created successfully on instance name afgebeeld. Als de opdracht een andere retourcode dan 0 opleert, bestudeert u de uitoer an de opdracht om de oorzaak an de fout ast te stellen. U kunt de uitoer an het script laten astleggen in een bestand, zodat u de resultaten an de opdracht kunt ealueren. Ga niet erder met de installatieprocedure oor het IBM TRIRIGA Application Platform oordat de opdracht db2createdb olledig is oltooid. Als u werkt met een firewall, actieert u deze weer en zorgt u eroor dat erbindingen an op afstand met de database mogelijk zijn. Gebruik IBM Data Studio of een ander SQL-hulpprogramma om te controleren of een erbinding an op afstand met de database mogelijk is, oordat u het installatieprogramma oor IBM TRIRIGA Application Platform start. Mogelijk moet u toegang erlenen tot de poort oor DB2 in de firewall. 20 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

25 TRIRIGA Application Platform installeren oor een WebSphere Application Serer Liberty Core-profiel TRIRIGA Application Platform kan worden geïnstalleerd oor een Liberty-profiel en worden ondersteund door allerlei databasesoftware. Tijdens het installatieproces an TRIRIGA Application Platform kunt u het type toepassingenserer selecteren dat u wilt gebruiken. In de IBM TRIRIGA productwiki indt u de meest recente informatie oer de implementatie an IBM TRIRIGA oor een Liberty-profiel. IBM TRIRIGA-toepassingsgegeens moeten worden opgeslagen in hetzelfde bestandssysteem als het bestandssysteem dat wordt gebruikt door de host an an het Liberty-profiel. Oerzicht an de installatie an IBM TRIRIGA Application Platform oor een Liberty-profiel Liberty-profielen werken dynamisch en zorgen alleen oor de functies die nodig zijn oor de toepassing, hetgeen bijdraagt aan een hogere laadsnelheid en een kleinere footprint. Het installatieprogramma an IBM TRIRIGA Application Platform installeert de componenten an het Liberty-profiel tijdens de installatieprocedure. TRIRIGA Application Platform installeren oor een Liberty-profiel en Microsoft SQL Serer Na het oorbereiden an uw databaseserer kunt u beginnen met het installeren an het TRIRIGA Application Platform oor een Liberty-profiel en Microsoft SQL Serer. Controleer of Microsoft SQL Serer actief is en of u op de serer beschikt oer beheerdersmachtigingen. Zorg eroor dat de Microsoft SQL Serer-database is geconfigureerd oor TRIRIGA. 1. Voer het installatiebestand uit. Volg de instructies oor de installatie. a. Accepteer de licenties oor zowel de toepassing als het toepassingsplatform. b. Kies de Jaa Virtual Machine om te gebruiken oor het installatieprogramma. De 64-bits ersie an Jaa 7 is ereist. c. Selecteer de installatiemap. d. Als installatietype selecteert u New Database (data.zip required). 2. Voor de toepassingenserer selecteert u IBM WebSphere Liberty (Embedded). Geef de informatie oor het Liberty-profiel op in de olgende serie schermen. a. Geef de contextdirectory an de toepassing op, oor toegang tot de IBM TRIRIGA-toepassing. Dit pad moet beginnen met een schuine streep naar rechts (/). b. Geef de minimale en maximale waarden in MB op oor de Jaa-geheugeninstelling. c. Geef de HTTP- en HTTPS-poorten op die worden gebruikt door het Liberty-profiel. 3. Als type database selecteert u Microsoft SQL Serer. Neem contact op met de Microsoft SQL Serer-beheerder en geef de informatie oer de database op in de eerstolgende reeks schermen. a. Selecteer de databaseacties die u wilt starten, zoals het maken an tabelruimten, het maken an het schema en het laden an de database op basis an een.zip-bestand. Sommige an deze taken kunnen an teoren Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 21

26 worden oltooid door de databasebeheerder. Als de databasebeheerder bijoorbeeld de tabelruimte en het tabelschema heeft gemaakt, maakt u de selectie an de eerste optie ongedaan. Als u de database maakt, moet u gegeens laden met behulp an het installatieprogramma. b. Geef de informatie oor de erbinding met de databaseserer op, zoals de poort en de naam is bijoorbeeld de standaardwaarde oor de Microsoft SQL Serer-poort en tridata is de standaardwaarde oor de naam an de Microsoft SQL Serer-database. c. Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord oor de database op. tridata is bijoorbeeld de standaardwaarde oor beide elden. Controleer of de databasegebruiker die wordt opgegeen oor de nieuwe installatie op unieke wijze is gekoppeld aan de database. d. Optioneel: Selecteer de optie om de database te configureren oor multibyte taalondersteuning. Als u de database niet configureert oor ondersteuning an multibyte-talen, kunt u deze optie selecteren tijdens een toekomstige upgrade. Maar als u erwacht multibyte-talen in de toekomst te gaan ondersteunen, moet u de database nu oor ondersteuning an multibyte-talen configureren. e. Optioneel: Kies een sortering oor de Microsoft SQL Serer-database. Dit scherm wordt afgebeeld als u de database wilt configureren oor multibyte taalondersteuning. f. Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord an de databasebeheerder op. Deze informatie is ereist oor het instellen an de databasestructuren en de eigenaar an het schema. U wordt niet geraagd om de databasebeheerder op te geen als u hebt aangegeen dat u als enige uit te oeren actie de database wilt laden anuit een ZIP-bestand. g. Controleer de URL die het installatieprogramma gebruikt om de erbinding met het gegeensschema te testen. h. Controleer de resultaten an de test. Als de test mislukt, controleer u of Microsoft SQL Serer actief is. i. Geef de minimum- en maximumgrootte oor de databasepools op. Deze instellingen bepalen het aantal erbindingen dat de toepassingenserer bij initialiseren start en het maximumaantal erbindingen dat mogelijk is als geolg an de werkbelasting. 4. Voltooi en bekijk de installatiegegeens in de laatste reeks schermen. a. Geef de namen op an de SMTP-mailserer en de front-end serer. b. Optioneel: Installeer IBM Tioli Directory Integrator. c. Bekijk het oerzicht óór installatie en klik op Installeren. 5. Klik op Volgende. a. Optioneel: Als u de oortgang wilt bekijken in de directory waarin IBM TRIRIGA is geïnstalleerd, kunt u het bestand ant.log openen in een hulpprogramma oor logboekcontrole. In Windows kunt u het hulpprogramma WinTail uitoeren. In UNIX kunt u de opdracht tail f ant.log uitoeren. 6. Als de installatie is oltooid, klikt u op Klaar. 7. Kopieer de licentiebestanden naar de directory tririga_root\config\licenses. Alle toepassingenserers die toegang hebben tot een database moeten beschikken oer dezelfde set licenties. De enige uitzondering is het licentiebestand oor IBM TRIRIGA Connector for Business Applications. Dit product is gelicentieerd oor een beperkt aantal serers en het licentiebestand 22 Copyright IBM Corp. 2011, 2015

27 mag alleen op dit aantal serers worden geplaatst om te oldoen aan de licentieoorwaarden. Zie het onderwerp oer licentiebestanden oor meer informatie. 8. Start IBM TRIRIGA opnieuw, met de gewenste methode. Op Windows-serers opent u een opdrachtaanwijzing en geeft u de opdracht oor het starten an het Liberty-profiel op. tririga_root\wlp\bin\run.bat Op UNIX-serers opent u een opdrachtaanwijzing en geeft u de opdracht oor het starten an het Liberty-profiel op. tririga_root/wlp/bin/run.sh Na de eerste opstartprocedure wordt het opdrachtenster gesloten. De uitoering an Liberty wordt oortgezet als achtergrondproces. Controleer of de installatie correct werkt. TRIRIGA Application Platform installeren oor een Liberty-profiel en Oracle Database Na het oorbereiden an uw databaseserer kunt u beginnen met het installeren an het TRIRIGA Application Platform oor een Liberty-profiel en Oracle Database. Controleer of Oracle Database actief is en of u op de serer beschikt oer beheerdersmachtigingen. Zorg eroor dat de Oracle Database-database-instance en de database zijn geconfigureerd oor TRIRIGA. 1. Voer het installatiebestand uit. Volg de instructies oor de installatie. a. Accepteer de licenties oor zowel de toepassing als het toepassingsplatform. b. Kies de Jaa Virtual Machine om te gebruiken oor het installatieprogramma. De 64-bits ersie an Jaa 7 is ereist. c. Selecteer de installatiemap. d. Als installatietype selecteert u New Database (data.zip required). 2. Voor de toepassingenserer selecteert u IBM WebSphere Liberty (Embedded). Geef de informatie oor het Liberty-profiel op in de olgende serie schermen. a. Geef de contextdirectory an de toepassing op, oor toegang tot de IBM TRIRIGA-toepassing. Dit pad moet beginnen met een schuine streep naar rechts (/). b. Geef de minimale en maximale waarden in MB op oor de Jaa-geheugeninstelling. c. Geef de HTTP- en HTTPS-poorten op die worden gebruikt door het Liberty-profiel. 3. Als type database selecteert u Oracle. Neem contact op met de Oracle Database-beheerder en geef de informatie oer de database op in de eerstolgende reeks schermen. a. Selecteer de databaseacties die u wilt starten, zoals het maken an tabelruimten, het maken an het schema en het laden an de database op basis an een.zip-bestand. Sommige an deze taken kunnen an teoren worden oltooid door de databasebeheerder. Als de databasebeheerder bijoorbeeld de tabelruimte en het tabelschema heeft gemaakt, maakt u de selectie an de eerste optie ongedaan. Als u de database maakt, moet u gegeens laden met behulp an het installatieprogramma. b. Geef de informatie op oor de databaseserer an het gegeensschema, zoals de hostnaam, de poort en het systeem-id (SID). Zo is 1521 een standaardwaarde oor de Oracle Database-sererpoort en orcl een standaardwaarde oor de Oracle Database-serersysteemidentificatie. Hoofdstuk 2. IBM TRIRIGA Application Platform installeren 23