IFRS en Immateriële Activa

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "IFRS en Immateriële Activa"

Transcriptie

1 IFRS en Immateriële Activa Bachelor Thesis Universiteit van Tilburg Auteur: Begeleider: B.R.C.J. van den Brand

2 Voorwoord Deze bachelorthesis is geschreven als onderdeel van de afronding van mijn bachelor bedrijfseconomie aan de Universiteit van Tilburg. De thesis omvat een onderzoek naar de verandering in waarden van immateriële activa opgenomen in de jaarrekening door invoering van IFRS in Het is gericht op Nederlandse, Belgische en Franse beursgenoteerde ondernemingen. Het onderzoek is in zoverre belangrijk dat het laat zien of IFRS heeft gezorgd voor een andere waardering van immateriële activa in de jaarrekening en daardoor mede invloed heeft op de resultaten van ondernemingen. Tot slot wil ik een woord van dank uitspreken aan ieder die mij tijdens mijn thesis heeft ondersteund en in het bijzonder aan mijn begeleider dhr. B.R.C.J. van den Brand. Hij heeft met zijn adviezen een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van deze thesis. Teun van Lierop, Juni

3 Samenvatting Deze thesis gaat over de behandeling van immateriële activa in de jaarrekening. Immateriële activa spelen een steeds belangrijkere rol in ondernemingen. De accountingstandaarden staan vaak ter discussie over wat de juiste manier is om deze immateriële activa te waarderen. Onderzocht wordt of door invoering van IFRS in 2005 waarden van immateriële activa veranderd zijn ten opzichte van 2004, toen nog volgens de lokale-gaap voor invoering van IFRS werd gerapporteerd in Nederland, België en Frankrijk. Voor het onderzoek zijn de jaarverslagen van Nederlandse, Belgische en Franse beursgenoteerde ondernemingen gebruikt. Puur statistisch gezien zijn de waarden van immateriële activa in 2005 niet significant gewijzigd ten opzichte van Echter, het lijkt er sterk op dat de waarden van immateriële activa in de jaarrekening toch toegenomen zijn. Nader onderzoek zou moeten uitwijzen in hoeverre IFRS de oorzaak van deze toename is. 2

4 Inhoudsopgave Voorwoord 01 Samenvatting vooraf 02 Inhoudsopgave 03 Hoofdstuk 1: Introductie 04 Hoofdstuk 2: Juridische regelgeving 07 Hoofdstuk 3: Literatuuroverzicht en hypothese 11 Hoofdstuk 4: Onderzoeksmethode 15 Hoofdstuk 5: Resultaten 22 Hoofdstuk 6: Conclusie 25 Bijlagen 27 Referentielijst 32 3

5 1. Introductie Deze thesis gaat over de behandeling van immateriële activa in de jaarrekening. Het is gericht op Nederlandse, Belgische en Franse beursgenoteerde ondernemingen die sinds 2005 rapporteren aan de hand van IFRS. Aanleiding voor dit onderzoek is de toenemende aandacht betreffende het rapporteren van immateriële activa in de jaarrekening. Deze aandacht vloeit voort uit het feit dat immateriële activa steeds belangrijker worden voor ondernemingen (Zambon et al., 2003; Daum, 2002). Ondernemingen als Heineken, Microsoft en Coca-Cola hebben hoge merkwaarderingen in hun jaarrekeningen opgenomen. Zij hechten erg veel waarde aan het bezit van hun merknamen, patenten, software, klanttevredenheid, etc. Maar in hoeverre geven deze getallen in de jaarrekening de echte waarde van een immaterieel actief weer? En wat is een goede manier van rapporteren die de waardekloof tussen de werkelijke waarde en de waarde in de jaarrekening zo klein mogelijk maakt. De laatste jaren is de trend naar rapporteren op basis van fair value (reële waarde) ingezet, maar deze is volgens Hoogendoorn (2003) nog in de beginfase. Rapporteren volgens reële waarden kan leiden tot gevolgen voor winstgevendheid. Zo ook op het gebied van immateriële activa. De overgang naar rapporteren op basis van fair value uit zich onder andere door de invoering van IFRS voor Nederlandse, Belgische en Franse beursgenoteerde ondernemingen in Invoering van IFRS heeft er voor gezorgd dat zij immateriële activa volgens richtlijn IAS 38 moeten hanteren. IAS 38 definieert een immaterieel actief als volgt: Een immaterieel actief is een identificeerbaar, niet-monetair actief zonder fysieke vorm. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan goodwill, octrooien, software en merknamen. Het opnemen van immateriële activa heeft gevolgen voor de resultaatcijfers van een onderneming. Door opname van immateriële activa stijgen de totale activa en daarmee het eigen vermogen. Bovendien kunnen kosten voor bijvoorbeeld R&D geactiveerd worden op de balans, waardoor ze niet ten laste van de winst- en verliesrekening komen. Opname van immateriële activa heeft daarom direct invloed op de resultaten van de onderneming. De grondslag van IFRS is zoals aangegeven rapporteren op basis van fair value. Dit geldt ook voor de immateriële activa die vallen in IAS 38 behandeld worden. 4

6 Bovendien vereist IFRS een nauwkeurig uitgewerkte toelichting bij ieder onderdeel dat is opgenomen onder de immateriële activa. Een item dat aan de definitie van een immaterieel actief voldoet zal alleen erkend worden wanneer het waarschijnlijk is dat het zorgt voor toekomstige economische waarde voor de onderneming. Daarnaast moeten ook de kosten betrouwbaar gemeten kunnen worden. Een immaterieel actief moet bij initiële waardering worden opgenomen tegen kosten. Deze initiële waarde kan aangepast worden tot een fair value marktprijs. Over een immaterieel actief met een bepaalde levensduur wordt afgeschreven. Wanneer een immaterieel actief een oneindige levensduur heeft, moet deze ieder jaar een impairment test ondergaan. De Dutch-GAAP, Belgian-GAAP en French-GAAP (de Nederlandse-, Belgischeen Franse regelgeving) die voor invoering van IFRS van toepassing waren op beursgenoteerde ondernemingen komen wat betreft immateriële activa in grote lijnen met elkaar overeen. Immateriële vaste activa worden altijd gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs. Afschrijving kan enkel geschieden over een maximale periode van 5 jaar. Enig verschil is dat volgens Dutch-GAAP verplicht een wettelijke reserve moet worden opgenomen voor geactiveerde emissiekosten, oprichtingskosten en kosten voor onderzoek en ontwikkeling. De regels van Nederlandse accountingstandaarden zijn onder andere door Ernst&Young (2003) en door PwC (2004) vergeleken met IFRS. Uit deze vergelijkingen blijkt dat IFRS en Dutch-GAAP op verscheidene punten verschillen wat betreft waardering van immateriële activa in de jaarrekening. Aangezien de regelgeving in België en Frankrijk globaal overeenkomt met de Nederlandse, geldt dus ook dat deze op dezelfde wijze verschillen van IFRS. Uit dit onderzoek moet blijken of onder IFRS de waarden van immateriële activa in de jaarrekening ook daadwerkelijk gewijzigd zijn. Hiervoor zijn gegevens nodig over de waarden van immateriële activa in de jaarrekeningen van beursgenoteerde ondernemingen in Nederland, België en Frankrijk. Voor ieder land worden de grootste beursgenoteerde ondernemingen genomen. In Nederland zijn dat de ondernemingen die worden meegenomen in de AEX-index. In België wordt de Bel20 gebruikt en in Frankrijk de CAC 40 (Cotation Assistée en Continue). Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de jaren 2004 en 2005 over de waarde van immateriële activa in de jaarrekening van deze drie landen. Deze zijn in de jaarverslagen van 2004 en 2005 te vinden. 5

7 De probleemstelling waar dit onderzoek op gebaseerd is, luidt als volgt: Zijn de waarde van Immateriële Activa door invoering van IFRS reëler geworden ten opzichte van de traditionele standaarden voor invoering van IFRS. Reeds is aangeven dat de rol die immateriële activa in ondernemingen spelen steeds groter wordt. Aangezien de waardering van immateriële activa in de jaarrekening afhankelijk is van de gekozen accountingstandaard, heeft deze standaard ook invloed op de winstcijfers van een onderneming. Deze empirische studie heeft relevante waarde, omdat het laat zien of door invoering van IFRS de waarden van immateriële activa veranderd zijn en daarmee mogelijk van invloed is op de resultaten van ondernemingen. Deze thesis is als volgt opgebouwd. In het volgende hoofdstuk wordt de juridische achtergrond betreffende de regelgeving van immateriële activa gegeven. In hoofdstuk 3 volgt het literatuuroverzicht waarop de hypothese zal volgen. In hoofdstuk 4 wordt de onderzoeksmethode toegelicht waarop in hoofdstuk 5 de resultaten besproken worden. Hoofdstuk 6 bevat een algehele conclusie. 6

8 2. Juridische regelgeving Sinds 1 januari 2005 zijn Europese, beursgenoteerde ondernemingen verplicht hun jaarrekening op te stellen aan de hand van de International Financial Reporting Standars (IFRS). IFRS omvat de oudere International Accounting Standards (IAS). Deze IAS regels zijn niet komen te vervallen, maar zijn uitgebreid en verder uitgewerkt. Daarnaast zijn er een aantal IFRS richtlijnen toegevoegd om te komen tot een complete standaard. IFRS heeft als basis rapporteren op fair value. Deze manier van rapporteren wijkt op verschillende punten af van de traditionele regelgeving in de desbetreffende landen. De omschakeling van deze lokale-gaap naar IFRS kan dus invloed hebben gehad op de waarde van immateriële activa in de jaarrekening. In dit onderzoek wordt onderzocht of IFRS tot andere waardering van immateriële activa heeft geleid bij beursgenoteerde ondernemingen in de landen Nederland, België en Frankrijk. De keuze voor de landen Nederland, België en Frankrijk is ontstaan uit de vele overeenkomsten tussen het waarderen van immateriële activa. De drie landen worden echter niet in dezelfde accounting systemen geclassificeerd. Nobes (1984) en Nobes (1988) delen Nederland in bij een andere categorie als België en Frankrijk. België en Frankrijk worden wel bij elkaar geclassificeerd. Nobes (1984) classificeert landen met gegevens van 1980 op verschillen van accounting op lange termijn. Waar België en Frankrijk onder de Continentaal Europa groep vallen, wordt Nederland ingedeeld bij de landen met een Angelsaksisch accounting systeem. Nobes (1998) maakt in plaats van een klassenindeling per land vervolgens een klassenindeling per accountingstandaard. Ook hier wordt de Dutch-GAAP ingedeeld bij de Angelsaksische manier van accounting, terwijl België en Frankrijk bij Continentaal Europa worden ingedeeld. Zoals aangegeven wordt Nederland in een andere categorie ingedeeld dan België en Frankrijk wat betreft accountingsysteem. Bollen en Van Nuffel (1997) geven de volgende verschillen tussen Nederland en België. De Nederlandse criteria voor verslaggeving is inzicht geven in de financiële positie van de onderneming in overeenstemming met een acceptabele standaard, terwijl België als criteria een getrouw beeld van de financiële positie geven aanhoudt. Dit getrouwe beeld vloeit automatisch voort uit het volgen van de verplichte regelgeving in België. Verder is het in Nederland wel toegestaan vaste activa te waarderen op actuele kosten, terwijl in België en Frankrijk 7

9 enkel waardering op historische kostprijs is toegestaan. De standaard voorschriften voor het opstellen van een balans en resultatenrekening zijn in België meer gedetailleerd dan in Nederland. Ondanks de verschillen in accountingsysteem tussen enerzijds Nederland en anderzijds België en Frankrijk, is toch gekozen voor deze drie landen. De verschillen hebben geen invloed op de traditionele manier van waardering van immateriële activa. Deze is namelijk voor een groot deel gelijk tussen de landen onderling Op het gebied van waardering van immateriële activa zijn de drie traditionele accountingstandaarden van Nederland, België en Frankrijk slechts op één punt significant verschillend. Terwijl het in Nederland verplicht is een wettelijke reserve op te nemen ter grootte van de geactiveerde kosten die onder de categorie immateriële activa vallen ter bescherming van stakeholders (Bollen en Van Nuffel, 1997), stellen de Belgian-GAAP en de French-GAAP deze eis niet. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan geactiveerde ontwikkelingskosten. Dit heeft verder voor de waardering van immateriële activa in de jaarrekening geen gevolgen. Vandaar dat hierna enkel de vergelijking tussen IFRS en Dutch-GAAP wordt gemaakt. De hierna genoemde verschillen tussen de oude Nederlandse en nieuwe IFRS standaard zijn ook van toepassing op de landen België en Frankrijk. Onder de traditionele Dutch-GAAP waren beursgenoteerde ondernemingen verplicht te rapporteren volgens de richtlijnen opgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze zogenoemde RJ-Richtlijnen behandelen immateriële activa in RJ 210. In België en Frankrijk ligt natuurlijk een ander, soortgelijk instituut ten grondslag aan de Belgische en Franse richtlijnen. Ondertussen is de Nederlandse regelgeving veranderd ten opzichte van de situatie van voor Deze is meer en meer op IFRS gaan lijken. De verschillen die hieronder worden genoemd dateren van voor 2005 en kunnen ondertussen al verouderd zijn. Ze zijn voor het onderzoek echter juist wel van belang. De verschillen tussen Dutch-GAAP en IFRS met betrekking tot de inhoud van immateriële activa zijn door meerdere accountantskantoren geanalyseerd. Ernst&Young (2003) noemt de volgende. (1) Onder IFRS mogen emissie- en oprichtingskosten niet meer worden geactiveerd. (2) Activering van kosten voor ontwikkeling van een website 8

10 moeten onder bepaalde voorwaarden worden geactiveerd onder IFRS. De oorspronkelijke Dutch-GAAP stelde geen hier geen eisen aan. (3) Onder Dutch-GAAP zijn ondernemingen verplicht hun immateriële vaste activa op te nemen tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs. Waardering tegen reële waarde is nooit toegestaan. Onder IFRS mag dit wel, op voorwaarde dat de reële waarde tot stand komt op een actieve markt en dat de boekwaarde regelmatig getoetst wordt aan deze reële waarde. (4) Volgens Dutch-GAAP mogen kosten voor onderzoek en ontwikkeling maximaal worden afgeschreven over een termijn van vijf jaar. IFRS stelt dat afschrijvingen plaatsvinden over de gehele levensduur. Indien een langere levensduur dan 20 jaar kan worden aangetoond is jaarlijks een impairment test verplicht om de boekwaarde te bepalen. (5) Tenslotte stelt IFRS geen verplichte wettelijke reserve voor geactiveerde emissiekosten, oprichtingskosten en kosten voor onderzoek en ontwikkeling. Dit is onder de Dutch-GAAP wel verplicht (Titel 9, Boek 2 BW, Art ). Zoals eerder aangegeven geldt dit punt niet voor Frankrijk en België. Naast inhoudelijk onderzoek heeft Ernst&Young (2003) ook gekeken naar de presentatie en toelichting van immateriële activa in de jaarrekening. IFRS stelt geen voorgeschreven indeling als eis, maar verplicht wel om bij ieder soort immaterieel actief een toelichting te geven. PwC (2004) doet naast het onderzoek van Ernst&Young (2003) de volgende bevindingen. (1) In gevallen van acquisities en business combinations moeten onder IRFS alle immateriële activa die afscheidbaar zijn van goodwill apart worden opgenomen als een immaterieel actief. Immateriële activa die niet apart identificeerbaar zijn vallen onder goodwill. Onder Dutch-GAAP worden veel meer van deze immateriële activa weggestopt onder goodwill. (2) Onder IFRS zijn herwaarderingen van een immaterieel actief naar fair value mogelijk. Volgens Dutch-GAAP kan dit niet. Alle immateriële activa staan op de balans tegen historische waarde minus de afschrijvingen, indien van toepassing. (3) Dutch-GAAP stelt een maximum levensduur van 20 jaar waarover kan worden afgeschreven. Immateriële activa met een oneindige levensduur bestaan volgens deze regelgeving niet. Onder IFRS bestaat geen vastgestelde maximum levensduur voor immateriële activa. Immateriële activa met een oneindige levensduur moeten ieder jaar een impairment-test ondergaan. 9

11 Uit beide onderzoeken blijkt dat er wel degelijk verschillen zijn tussen de twee accountingstandaarden. Deze verschillen gelden ook voor een vergelijking tussen IFRS en Belgian-GAAP en French-GAAP. De gevonden verschillen zijn samengevat in tabel 1. Wat Ernst&Young (2003) en PwC (2004) echter nalaten, is een conclusie te trekken uit hun vergelijking. Ze geven niet aan of door invoering van IFRS de waardering van immateriële activa bij beursgenoteerde ondernemingen hoger dan wel lager zal uitvallen dan onder de traditionele regelgeving. Vanwege deze onzekerheid, worden hierover ook in dit onderzoek geen voorspellingen gedaan. Er wordt enkel bekeken of de waarde van immateriële activa na invoering van IFRS veranderd is zonder daar een richting aan mee te geven. Tabel 1 Verschillen traditionele GAAP en IFRS Activering Nederland * Belgie Frankrijk IFRS Oprichting-s en Niet toegestaan emissiekosten Toegestaan met wettelijke reserve Afschrijven over max. 5 jaar. Toegestaan als apart balanspost Afschrijven over max. 5 jaar. Toegestaan als aparte balanspost Afschrijven over max. 5 jaar. Websitekosten Geen eisen Geen eisen Geen eisen Onder voorwaarden verplicht Kosten voor onderzoek en ontwikkeling Afschrijven over max. 5 jaar met wettelijke reserve afschrijven over max. 5 jaar afschrijven over max. 5 jaar Afschrijven over gehele levensduur. Langer dan 20 jaar, dan een impairmenttest Goodwill ** (1)Ten laste van EV (2)Ten laste van resultaat (3)Activeren en afschrijven Activeren en afschrijven Activeren en afschrijven Activeren plus impairtment-test Waarderingsgrondslag Verkrijgingsvervaardigingsprijs Verkrijgingsvervaardigingsprijs Verkrijgingsvervaardigingsprijs Onder voorwaarden ook actuele waarde Herwaardering Herwaardering naar actuele waarde niet toegestaan Herwaardering naar actuele waarde niet toegestaan * Titel 9, Boek 2 BW. Wet is herzien in 2005 ** Goodwill wordt in dit onderzoek niet behandeld. Herwaardering naar actuele waarde niet toegestaan Herwaardering naar fair value onder voorwaarden toegestaan 10

12 3. Literatuuroverzicht en hypothese In dit hoofdstuk worden een aantal studies besproken die de basis van dit onderzoek gaan vormen. Samen met de juridische achtergrond betreffende de regelgeving van immateriële activa is het de inleiding naar de hypothese. Om te beginnen eerst een aantal studies over de relevantie van immateriële activa. Waarom zijn immateriële activa belangrijk en hebben ze wel economische waarde voor ondernemingen? Daum (2002) en Zambon et al. (2003) geven aan dat immateriële waarden in een onderneming van groter belang worden. Ze refereren hier aan relaties met partners uit dezelfde tak, merken, kennis, bedrijfscultuur en het vermogen om te innoveren. Daum (2002) geeft daarbij ook aan dat immateriële activa hun juiste plaats nog moeten vinden in het hele accountingsysteem om een realistische waarde weer te geven. Voorgaande studies geven aan dat immateriële activa van groter belang worden voor een onderneming, maar tonen geen direct bewijs aan voor de economische waarde die deze immateriële waarden zouden hebben. Daarom is daarnaast ook de meer directe relatie tussen immateriële activa en aandelenprijzen onderzocht. Gestart wordt vanuit een toestand zonder enige regelgeving met betrekking tot het waarderen van immateriële activa. Ely and Waymire (1999) hebben onderzocht verricht naar immateriële activa in Amerika in de periode voor de introductie van de SEC in 1933, genaamd de Pre-SEC era. Er was toen veel minder regelgeving met betrekking tot de boekhouding dan nu het geval is. Er was nog geen sprake van een accountingstandaard als US-GAAP. Managers uit het Pre-SEC tijdperk waren vrij(er) in het opnemen van immateriële activa hun jaarrekening dan nu het geval is. Daarmee konden ze hun resultaten en financiële cijfers positief beïnvloeden. Investeerders waren natuurlijk ook op de hoogte van deze vrijheid. Ze hadden niet de zekerheid die investeerders nu hebben op het gebied van een betrouwbare weergave van financiële cijfers. Uit de studie van Ely and Waymire (1999) komt naar voren dat er in de Pre-SEC era geen significante positieve relatie bestond tussen geactiveerde immateriële activa en de aandelenprijs. Aandelenprijzen worden gezien als een weerspiegeling van de economische waarde van een onderneming. Immateriële activa zorgen zonder de aanwezigheid van een accountingstandaard dus niet voor economische waarde voor de 11

13 onderneming. Investeerders zagen blijkbaar zonder regelgeving geen legitieme economische waarde in de immateriële activa die werden opgenomen in de jaarrekening. Zonder regelgeving heeft de investeerder blijkbaar geen vertrouwen in de economische waarde die een immaterieel actief voor de onderneming heeft. Vervolgens volgen een aantal studies over immateriële activa in recentere tijden met aanwezigheid van een accountingstandaard. Aboody and Lev (1998) hebben de waarde relevantie van geactiveerde software ontwikkelingkosten onderzocht. Kosten voor de ontwikkeling van software is een van de items die onder de categorie immateriële activa vallen. Activering van software ontwikkeling is in Amerika de enige uitzondering die voldoet aan eisen om onder geactiveerde ontwikkelingskosten opgenomen te worden. Hierop is veel kritiek, velen vinden de ontwikkeling van software een onzekere bron van toekomstige economische waarde. Het zou daarom beter niet geactiveerd moeten worden, maar direct afgeschreven. Aboody en Lev (1998) onderzochten of deze geactiveerde software tot, wellicht onterechte, hogere aandelenprijzen zouden leiden. Met andere woorden, of de geactiveerde software ontwikkelingskosten waarde relevant zijn. Dit blijkt voor de geraffineerde investeerders niet het geval te zijn. Zij zijn in staat om de geactiveerde software ontwikkeling te herkennen en daarmee de aandelenprijzen niet te overschatten. Minder slimme investeerders, ontdekken dit echter niet en zij waardeerden aandelenprijzen hoger. De activering van software ontwikkeling leidt daarom tot hogere aandelenprijzen. Het creëert daarmee wel economische waarde voor de onderneming. Wanneer activering onder een andere standaard niet toegestaan is, zou dit niet leiden tot hogere aandelenprijzen en economische meerwaarde. De accountingstandaard beïnvloedt hiermee financiële cijfers die de economische waarde van een onderneming weerspiegelen. Ittner and Larcker (1998) hebben een andere vorm van immateriële activa bekeken. Ze hebben onderzocht wat voor invloed klanttevredenheid heeft op de prestaties van een onderneming. Klanttevredenheid kan onder andere via merknamen onder immateriële activa in de jaarrekening worden geplaatst. Ze vinden de volgende resultaten. Klanttevredenheid is positief gerelateerd aan aandelenprijzen en zorgt daarmee dus wel voor economische waarde. Bovendien laat het onderzoek zien dat de mate van klanttevredenheid niet in zijn geheel terug te vinden is in de jaarrekening. Hoe meer van 12

14 deze klanttevredenheid terug te vinden is in de jaarrekening onder immateriële activa, hoe meer positieve invloed op de aandelenprijzen. Ook in dit geval speelt de accountingstandaard dus een rol. De accountingstandaard bepaalt immers in welke mate klanttevredenheid opgenomen kan worden onder immateriële activa in de jaarrekening. Een derde studie die immateriële activa, accountingstandaard en de relatie met aandelenprijzen heeft onderzocht, is die van Barth et al (1998). Zij hebben de waarde van merknamen voor een onderneming onderzocht. Bij deze vorm van immateriële activa zijn de waardeschattingen vaak onzeker, waardoor ze in Amerika grotendeels niet erkend worden door de accountingstandaard US-GAAP. Het onderzoek bekijkt of geschatte waarden van merknamen betrouwbaar genoeg zijn om tot hogere aandelenprijzen te leiden. De positieve relatie tussen merknamen en aandelenprijzen bestaat. Ook hier zorgen immateriële activa wel voor economische waarde. Echter, deze positieve relatie gaat veel verder dan enkel de erkende geactiveerde merknamen in de jaarrekening. Volgens Barth et al (1998) is het aan de IASB en de FASB om te beoordelen of het nodig is meer merknamen in de jaarrekening toe te staan. Ook bij deze vorm van immateriële activa speelt de juridische regelgeving een rol. Wanneer meer merknamen als immaterieel actief erkend mogen worden, geeft de jaarrekening een realistischer beeld met betrekking tot de economische waarde van een onderneming. De waardekloof tussen werkelijke waarde en gerapporteerde waarde (Hoogendoorn, 2003) zal hiermee verminderen. Het onderzoek van Ely and Waymire (1999) over immateriële activa bij afwezigheid van een accountingstandaard geeft aan dat er geen positieve relatie tussen immateriële activa en aandelenprijzen bestaat. Immateriële activa zorgen hier niet voor een economische meerwaarde voor ondernemingen. Onderzoeken over immateriële activa bij de aanwezigheid van de accountingstandaard US-GAAP laten driemaal zien dat er weldegelijk een positieve relatie tussen immateriële activa en aandelenprijzen bestaat (Aboody and Lev, 1998; Ittner and Larcker, 1998; Barth et al, 1998). Bij aanwezigheid van de accountingstandaard hebben immateriële activa wel economische waarde voor ondernemingen. Hieruit kan men concluderen dat accountingstandaarden als US-GAAP en IFRS nodig zijn om een legitieme economische waarde te koppelen aan immateriële activa opgenomen in de jaarrekening. 13

15 Vervolgens de vraag of deze standaarden wel kunnen zorgen voor een realistische waardering van immateriële activa. Aboody and Lev (1998), Ittner and Larcker (1998) en Barth et al (1998) geven in hun onderzoeken al aan dat er veel discussie is over de regelgeving met betrekking tot respectievelijk software ontwikkelingskosten, klanttevredenheid en merknamen. De accountingstandaard heeft invloed op het beeld dat investeerders van de reële waarde van een onderneming hebben. Accounting voor immateriële activa blijft één van de grootste uitdagingen op het gebied van accounting met significante economische consequenties (Powell, 2003). Er zijn verschillende richtlijnen die ieder andere eisen stellen aan opname van immateriële activa in de jaarrekening. De vereiste accountingstandaard is dus bepalend voor mate waarop immateriële activa vertegenwoordigd zijn in de jaarrekening. De accountingstandaard heeft daarmee via immateriële activa ook indirect invloed op de resultaten van een onderneming en de financiële cijfers. Dit geldt ook voor de Europese beursgenoteerde ondernemingen die in 2005 zijn overgestapt naar IFRS. Deze omzetting heeft invloed op de financiële cijfers van ondernemingen wanneer de waarde van immateriële activa significant zijn veranderd ten opzichte van de lokale GAAP voor invoering van IFRS. In dit onderzoek wordt dit bekeken voor de landen Nederland, België en Frankrijk. In hoofdstuk 2 zijn reeds de juridische achtergrond betreffende de regelgeving van immateriële activa uiteengezet. Uit onderzoek van zowel het accountantskantoor Ernst&Young (2003) als PwC (2004), blijkt dat er nogal wat verschillen tussen de traditionele Nederlandse regelgeving en de nieuwe IFRS regelgeving bestaan ten opzichte van waardering van immateriële activa. Aangezien Dutch-GAAP in vrijwel alles overeenkomt met Belgian-GAAP en French-GAAP, gelden deze verschillen ook voor België en Frankrijk. Na invoering van IFRS in 2005 zijn waarden van immateriële activa in de jaarrekening voor Nederlandse, Belgische en Franse beursgenoteerde ondernemingen zeer waarschijnlijk veranderd. De hypothese luidt daarom als volgt: H1: Invoering van IFRS heeft geleid tot andere waarden van immateriële activa in de jaarrekeningen van Nederlandse, Belgische en Franse beursgenoteerde ondernemingen. 14

16 4. Onderzoeksmethode In dit hoofdstuk wordt een onderzoeksmethode uitgelegd om de hypothese te testen. De methode is grotendeels afgeleid van Leuz and Verrecchia (2000). Zij hebben de mate van disclosure onderzocht voor Duitse ondernemingen die van de German- GAAP overschakelden op IFRS of US-GAAP. In dit onderzoek wordt een vergelijking gemaakt tussen de traditionele standaard en IFRS met Nederlandse, Belgische en Franse ondernemingen. Echter, hier wordt niet de mate van disclosure onderzocht, maar de waardering van immateriële activa in de jaarrekening. Voordat ook maar iets onderzocht kan worden, moet eerst de definitie van een immaterieel actief helder worden gesteld. Volgens IFRS is deze definitie: Een immaterieel actief is een identificeerbaar, niet-monetair actief zonder fysieke vorm. RJ 210 houdt in principe dezelfde definitie aan. Toch zijn er verschillen tussen IFRS en Lokale-GAAP voor invoering van IFRS, betreffende posten die onder immateriële activa vallen. Zo wordt onder IFRS goodwill niet ondergebracht bij immateriële activa, maar onder deelnemingen. Het staat als een aparte post op de balans. Dit terwijl Dutch-GAAP, Belgian-GAAP en French-GAAP goodwill wel als een immaterieel actief beschouwt. Een goede vergelijking tussen IFRS en Lokale-GAAP voor invoering van IFRS zou dan niet mogelijk zijn. Daarom wordt voor de rest van het onderzoek bepaald dat wanneer er over immateriële activa gesproken wordt, hierbij de goodwill niet inbegrepen is. Concreet houdt dit in dat bij de immateriële activa uit de jaarrekeningen in Dutch-GAAP, Belgian- GAAP en French-GAAP een waarde van goodwill afgetrokken wordt. Er is bewust niet gekozen om bij de immateriële activa uit de IFRS jaarrekening een waarde van goodwill op te tellen. Dit omdat goodwill een van punten is waarop de IFRS verschilt van de traditionele manier van verslaggeving. Resultaten van het onderzoek zouden daarom vertekend kunnen zijn, enkel vanwege het feit dat goodwill anders behandeld wordt. Het elimineren van goodwill verhoogt daarmee de inhoudelijke waarde van het onderzoek. Bovendien is het onderzoekstechnisch gezien erg lastig een waarde van goodwill op te tellen bij immateriële activa uit de jaarrekeningen in IFRS. Immateriële activa zijn voor dit onderzoek dus altijd exclusief goodwill. Om tot resultaten te komen is een dataset nodig. Deze zal bestaan uit beursgenoteerde ondernemingen uit Nederland, België en Frank. In Nederland worden de 15

17 ondernemingen die meegenomen worden in de Amsterdam Exchange Index (AEX index) gebruikt. Dit zijn op dit moment 24 ondernemingen. In België worden 20 ondernemingen uit de BEL20 meegenomen in het onderzoek. Voor het Franse gedeelte van de dataset worden 40 ondernemingen uit de CAC40 (Cotation Assistée en Continu) gebruikt. In bijlage 1 staan alle bedrijven die samen de oorspronkelijke dataset vormen. Van deze ondernemingen wordt een vergelijking gemaakt tussen de waarde van immateriële activa onder de traditionele regelgeving en de waarde van immateriële activa onder IFRS. Daarvoor zijn de cijfers uit de jaren 2004 en 2005 nodig. Vanaf 1 januari 2005 is het immers verplicht te rapporteren via IFRS. De jaarverslagen van de ondernemingen zijn gevonden via Annualreports.info. Van de oorspronkelijke dataset van 84 ondernemingen (bijlage 1) vallen er een aantal af. Dexia en Suez komen beiden voor in zowel de BEL20 als in de CAC40. Suez wordt alleen meegenomen onder CAC40, vanwege haar Franse accountingstandaard in Dexia wordt geplaatst onder de BEL20, omdat het in 2004 volgens Belgian-GAAP rapporteerde. Fortis staat in zowel de AEX-index als de BEL20 en wordt alleen gebruikt als een Belgische onderneming. Arcelor Mittal is terug te vinden in de CAC40 en de AEX-index en geplaatst onder het Franse gedeelte van de dataset. Na aftrek van deze dubbeltellingen blijven nog 80 ondernemingen over. Daarnaast moet worden uitgezocht welke ondernemingen in 2004 niet volgens Dutch-GAAP, Belgian-GAAP of French-GAAP publiceerde. Sommige ondernemingen uit de dataset rapporteerde al in 2004 volgens IFRS. Weer anderen rapporteerden volgens een geheel andere standaard, voornamelijk US-GAAP. Deze ondernemingen met een andere accountingstandaard als uitgangspunt kunnen uiteraard ook niet meegenomen worden in het onderzoek. Om deze reden vallen 21 ondernemingen uit de dataset. Deze ondernemingen waren vooral van Nederlandse en Belgische afkomst. Vervolgens is een deel van de dataset onbruikbaar voor de analyse, omdat de juiste gegevens niet aanwezig zijn. De weergave van immateriële activa in de traditionele jaarverslagen uit 2004 laat regelmatig te wensen over. Zo kan niet achterhaald worden, welke posten onder de categorie immateriële activa vallen om tot een waardering van immateriële activa te komen. In andere gevallen staat de post goodwill niet apart vermeld, zodat deze niet van de immateriële activa afgetrokken kan worden. Om tot 16

18 betere onderzoeksresultaten te komen, zijn deze gevallen ook uit de dataset geëlimineerd. Tabel 2 geeft het aantal van de uiteindelijke bruikbare dataset weer. Tabel 2 Bruikbare dataset Totaal Nederland België Frankrijk Originele dataset Dubbeltellingen Andere standaard Ontbreken gegevens Bruikbare dataset Startpunt van de onderzoeksmethode zijn de waarden van immateriële activa in Deze hebben de volgende kenmerken, onderverdeeld naar beursnotering en in totaal. (tabel 3) Tabel 3 Beschrijvende statistiek bruikbare dataset Waarde van immateriële activa in de jaarrekening 2004 ( in miljoenen) N Minimum Maximum Gemiddelde Std. Deviatie AEX BEL CAC Totaal Beursnotering AEX wil zeggen dat de onderneming ook rapporteert volgens Dutch-GAAP in Navolgend bestaat de categorie BEL20 uit ondernemingen die in België staan genoteerd en daarmee ook Belgian-GAAP hanteren. Ten slotte geldt voor ondernemingen uit de CAC40 dat zij via French-GAAP rapporteren in De benamingen per categorie vanuit beursnotering en rapporteringstandaard worden daarom door elkaar gebruikt. Ze staan immers voor hetzelfde. 17

19 Zoals te zien in tabel 3 liggen de waarden van immateriële activa uit 2004 erg ver uit elkaar. Ze lopen van nul tot bijna zestien miljard. Het gemiddelde van de gehele dataset ligt op ongeveer 1,8 miljard. De standaardafwijking van de hele dataset is meer dan 3,5 miljard. In tabel 4 is een verdeling gemaakt in sector. Er is gekozen voor de volgende sectoren: (1) Bouw, (2) Chemie en Farmacie, (3) Detailhandel, (4) Financiële Instellingen, (5) Olie-Kolen-Gas en Elektriciteit, (6) Telecommunicatie en IT en (7) Overig. Deze verdeling is afgeleid van de European Banking Industy Committee (EBIC). Bij de categorie Overig moet men denken aan onder ander entertainment, automobielproductie en metaalbewerking. Zij en andere kwamen enkel eenmaal in de dataset voor en zijn daarom in de categorie overig samengevoegd. Per sector is het aantal bedrijven uit de dataset gegeven en het gemiddelde van de waarde van immateriële activa in Financiële instellingen zijn het sterkst vertegenwoordigd in de dataset, terwijl ondernemingen uit de categorie Bouw het zwakst vertegenwoordigd zijn. De categorie Telecom en IT heeft de hoogste gemiddelde waarde van immateriële activa in de jaarrekening van Dit is goed denkbaar aangezien kosten voor ontwikkeling van software onder bepaalde omstandigheden mogen worden geactiveerd (Aboody and Lev, 1998). In de detailhandel zijn de minste immateriële activa terug te vinden in de jaarrekening. Tabel 4 Gemiddelde waarde van immateriële activa in 2004 per sector (in miljoenen) N Gemiddelde Bouw Chemie/Farmacie Detailhandel Fin. Instellingen Olie- elektriciteit Telecom en IT Overig Totaal

20 Normaal gesproken moeten de waarden van immateriële activa in de jaarrekeningen van 2004 en 2005 sterk aan elkaar gecorreleerd zijn. Dat betekent dat een hoge waarde in 2004 normaal gesproken ook tot een hoge waarde in 2005 leidt. Zelfs wanneer een significante verandering in de waardering in 2005 door IFRS gevonden wordt, moet er een hoge mate van correlatie zijn. Een onderneming met zeer veel immateriële activa in zijn onderneming kan deze door invoering van IFRS niet allemaal zijn kwijtgeraakt. De correlatie wordt getest met de Pearson Correlation matrix (tabel 5). Aangezien de correlatiecoëfficiënt 0,920 is, bestaat er inderdaad een sterk positief verband tussen de waarden van immateriële activa in de jaarrekeningen van 2004 en Tabel 5 Correlatie bruikbare dataset immateriële activa 2004 immateriële activa 2005 N 43 immateriële Pearson Correlation 1 0,920(**) activa 2004 Sig. (2-tailed) 0,000 immateriële Pearson Correlation 0,920 (**) 1 activa 2005 Sig. (2-tailed) 0,000 ** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). Dit onderzoek moet echter aantonen of de waarden van immateriële activa na invoering van IFRS wel zijn veranderend. Ondanks de mate van correlatie, zou IFRS er toch voor gezorgd kunnen hebben dat de waardering van immateriële activa in de jaarrekening van 2005 anders is dan onder de traditionele verslaggeving uit Uit hoofdstuk 2 is immers gebleken dat IFRS verschilt met respectievelijk Dutch-GAAP, Belgian-GAAP en French-GAAP. De correlatie zou met andere woorden misschien wel groter zijn geweest wanneer er geen nieuwe accountingstandaard was ingevoerd. Om een vergelijking tussen de waarden uit 2004 en 2005 te maken, wordt gebruikt gemaakt van een gepaarde T-Test. Deze test moet aangeven of de immateriële 19

21 activa in de jaarrekening van 2005 significant anders is dan die in de jaarrekening van Zoals in de correlatiematrix aangeven tonen de waarden uit deze beide jaren een verband. Vandaar dat een gepaarde T-Test gebruikt wordt. Aangezien geen voorspelling zijn gedaan over de richting van de verandering in waarden van immateriële activa door IFRS, zal een tweezijdige test worden uitgevoerd. Het significantieniveau zal 95% zijn. Voorwaarde voor een gepaarde T-Test is echter wel dat de data normaal verdeeld zijn. Daar ligt direct een groot probleem. Vanwege de grote ongelijkheid en uitschieters in de dataset is deze niet normaal verdeeld. Deze zal daarom de normale verdeling moeten kunnen benaderen. Uitschieters moeten uit de dataset verwijderd worden. De ondernemingen die in de categorie met hoogste tien procent of laagste tien procent van immateriële activa -waarde vallen, worden uit de bruikbare dataset verwijderd. Er worden in totaal dus nogmaals 8 bedrijven niet meegenomen in het onderzoek, waardoor 35 waarnemingen overblijven. De beschrijvende statistiek van deze dataset na eliminatie van de uitschieters is te zien in tabel 6. De dataset waarmee verder gewerkt wordt, krijgt de naam bewerkte dataset. De bewerkte dataset heeft een lager gemiddelde en een veel lagere spreiding. Dit komt vooral door dat de hoge uitschieters zijn verwijderd. De maximale waarde is immers van 15 miljard gedaald naar 5,6 miljard. Tabel 6 Beschrijvende statistiek bewerkte dataset Waarde van immateriële activa in 2004 N Minimum Maximum Mean Std. Deviation AEX Bel CAC Totaal Om te kijken of na het elimineren van de uitschieters nog steeds sprake is van correlatie, wordt opnieuw de Pearson Correlation matrix gebruikt (tabel 7). Je ziet dat de correlatie van de bruikbare dataset (0,929) gedaald is naar een waarde van 0,604 in de bewerkte dataset. Na het elimineren van de uitschieters is het verband tussen de waarde 20

22 van immateriële activa in 2004 en in 2005 een stuk minder geworden. De waarden die nog over zijn in de bewerkte dataset fluctueren schijnbaar meer dan de uitschieters die zijn verwijderd. Na de eliminatie van de uitschieters is de dataset nog niet normaal verdeeld. Deze is alleen dichterbij de normale benadering gekomen. Toch wordt de test uitgevoerd op de bewerkte dataset. De resultaten uit het volgende hoofdstuk zullen daarom statistisch minder waarde hebben, dan wanneer de dataset wel normaal verdeeld zou zijn. Tabel 7 Correlatie bewerkte dataset Immateriële activa 2004 Immateriële activa 2005 N 35 Immateriële Pearson Correlation 1 0,604(**) activa 2004 Sig. (2-tailed) 0,000 Immateriële Pearson Correlation 0,604(**) 1 activa 2005 Sig. (2-tailed) 0,000 ** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). Volgend probleem is dat niet gecontroleerd wordt of een verandering van waarde daadwerkelijk het gevolg van IFRS is. Hiervoor zouden alle aankopen, afstotingen, afschrijvingen, waardeveranderingen etc. van immateriële activa moeten worden geëlimineerd uit de waardering van immateriële activa in de jaarrekening van Dit is echter in dit onderzoek niet haalbaar en zal dus worden weggelaten. Dat betekent wel dat de resultaten hierdoor aan waarde zullen inleveren. 21

23 5. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken. Zoals aangegeven wordt een gepaarde T-Test gebruikt om te onderzoeken of de waarden van immateriële activa in 2005 significant afwijken van de waarde van immateriële activa in Dit zal gebeuren voor de bewerkte dataset waar de uitschieters uit verwijderd zijn. Zo komt deze dataset iets dichter bij de normale verdeling te liggen, die vereist is voor een gepaarde T-Test. Zelfs na de eliminatie van uitschieters is de dataset niet normaal verdeeld. De resultaten die in dit hoofdstuk naar voren komen hebben daarom verminderde waarde. Daarbij komt dat de originele dataset om verschillende redenen geslonken is van 84 ondernemingen naar 35 ondernemingen in de bewerkte dataset. De resultaten zullen hierdoor niet zomaar te generaliseren zijn. Vervolgens moet genoemd worden dat geen rekening is gehouden met natuurlijke veranderingen die de waarde van immateriële activa beïnvloeden, buiten invoering van IFRS. Hiermee worden onder andere aankopen en afschrijvingen bedoeld. Ze worden niet uit het onderzoek geëlimineerd. De eerste test zal uitgevoerd worden op de gehele bewerkte dataset, dus voor ondernemingen genoteerd in Nederland, België en Frankrijk samen. De beschrijvende statistiek is te zien in tabel 8. Daar valt al uit te halen dat de gemiddelde waarde van immateriële activa uit de jaarrekening van 2005 groter is dan die uit de jaarrekening van Maar om zeker te weten of deze verandering ook significant is, wordt dit verschil met een gepaarde T-Test getoetst. Tabel 8 Beschrijvende statistiek gepaarde dataset (in miljoenen) Gemiddelde Std deviatie Std fout gemiddelde Paar 1 IA N = 35 IA De resultaten van deze gepaarde T-Test staan in tabel 9. In de kolom verschil gem. is af te lezen dat de gemiddelde waarde van immateriële activa uit de jaarrekeningen van 2004 ongeveer 205 miljoen lager ligt dan de gemiddelde waarde van immateriële activa uit de jaarrekeningen van Deze waarde van verandering is echter niet significant op een niveau van 95% aangezien het verschil binnen het confidence-interval 22

24 valt. De t-waarde van de test is te klein (-0,965) en de significantiewaarde is te hoog (0,341) om de verandering significant te noemen. IFRS heeft voor de gehele bewerkte dataset dus niet voor een significante verandering in waarden van immateriële activa gezorgd. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de grote variante in de dataset. Een grote verandering wordt dan vanwege een grote spreiding niet als significant gezien. Tabel 9 Gepaarde T-Test Gepaarde verschillen t df Sig. (2-tailed) Verschil Gem. Std. Deviatie Std. fout gem. 95% Confidence Interval van het verschil Lower Upper Pair 1 IA 2004 IA ,264 mln 1,258 mld 212,723 mln -637,568 mln 227,040 mln -,965 34,341 Vervolgens zal dezelfde procedure gevolgd worden voor de Nederlandse, Belgische en Franse ondernemingen apart. De bijbehorende tabellen zijn te vinden in bijlage 2. In tabel 1a en 1b in bijlage 2 is te zien dat de waarde van immateriële activa in de jaarrekening van 2005 bijna 195 miljoen hoger ligt dan in 2004 voor beursgenoteerde ondernemingen uit de AEX. Toch blijkt ook deze verandering volgens de T-Test niet significant. Ook hier speelt de grote standaarddeviatie in de dataset en het geringe aantal ondernemingen een rol. Vervolgens het Belgische gedeelte van de dataset. Ook hier is de waarde van gerapporteerde immateriële activa in 2005 hoger dan in 2004 (tabel 2a en 2b in bijlage 2). Maar ook hier volgt uit de T-Test dat deze niet significant is, hoewel deze een stuk dichter tegen het significantieniveau aanzit. Ook hier zijn de standaarddeviatie en de geringe dataset als waarschijnlijke oorzaak aan te wijzen. Ten slotte de laatste test voor Franse beursgenoteerde ondernemingen. Resultaten zijn te vinden in tabel 3a en 3b in bijlage 2. Hier geldt eigenlijk hetzelfde verhaal als bij de vorige paren. Het gemiddelde van de waarden van immateriële activa uit de jaarrekening van 2005 is toegenomen ten opzichte van Echter, de toename is hier in verhouding niet zo groot. Vandaar dat de verandering hier zeker niet significant is. Ook 23

25 voor het Franse gedeelte van de dataset moet geconcludeerd worden dat IFRS niet voor een significante verandering in waarden van immateriële activa in de jaarrekening heeft gezorgd. Puur statistisch gezien hebben de toenames in alle vier de paren geen significante betekenis. Dit is echter zeer waarschijnlijk te wijten aan het feit dat de datasets te klein zijn en daardoor teveel variantie vertonen. De standaarddeviaties zijn bij iedere paar zeer hoog. Ook al aangegeven is dat de data niet normaal verdeeld zijn, terwijl dat wel een vereiste is voor het uitvoeren van een gepaarde T-Test. Ook dit heeft er voor gezorgd dat de variantie in de dataset groter is dan bij een normale verdeling het geval zou zijn geweest. Ondanks het ontbreken van significante statistische waarde, blijft het een feit dat bij iedere vergelijking een toename is gevonden. De numerieke en procentuele toenames staan in tabel 16. Opvallend is dat over de hele dataset en de over de 3 delen AEX, Bel20 en CAC40 een numerieke toename te zien is van ongeveer 200 miljoen. Er lijkt dus toch sprake van een verandering in waarden van immateriële activa in de jaarrekening. Zeker in België en Nederland, waar de procentuele toenames erg hoog zijn. Alleen is echter niet vast te stellen in hoeverre een mogelijke verandering toe te schrijven is aan de invoering van IFRS. Tabel 10 Numerieke en Percentuele toenames Numerieke toename Procentuele toename (in miljoenen) Hele dataset % AEX % Bel % CAC % 24

26 6. Conclusie Het laatste hoofdstuk geeft een korte samenvatting van al het vorige en laat zien wat geconcludeerd kan worden uit het onderzoek. Bovendien worden beperkingen genoemd en wordt aangegeven wat voor nader onderzoek overblijft. Aanleiding voor het onderzoek is de toenemende aandacht voor immateriële activa en de invloed die accountingstandaarden hebben op het opnemen van deze immateriële activa in de jaarrekening. De invoering van IFRS voor beursgenoteerde ondernemingen in Europa heeft er voor gezorgd dat zij met een nieuwe standaard te maken kregen. Vanaf 2005 zijn beursgenoteerde ondernemingen in Nederland, België en Frankrijk verplicht overgestapt van hun lokale GAAP naar de IFRS regelgeving. Deze regelgeving vertoont nogal wat verschillen betreffende de waardering van immateriële activa in de jaarrekening, zoals bekeken door E&Y (2003) en PwC (2004) Vervolgens is uit het literatuuroverzicht gebleken welke studies ten grondslag liggen aan het vormen van de hypothese. Vergelijking tussen een studie over immateriële activa tijdens het Pre-SEC tijdperk (Ely and Waymire, 1999) met studies over immateriële activa in recentere tijden (Aboody and Lev, 1998; Ittner and Larcker, 1998; Barth et al, 1998) leverde de volgende conclusie op. Om ervoor te zorgen dat immateriële activa een legitieme economische waarde hebben voor een onderneming, is een accountingstandaard vereist. Verder is ook naar voren gekomen dat een eenduidige, goede regelgeving betreffende immateriële activa nog niet bestaat (Powell, 2003). De overschakeling van de lokale-gaap naar IFRS kan daarom effect hebben gehad op de resultaten van ondernemingen en de financiële cijfers. Vandaar dat in dit onderzoek onderzocht is of de waarden van immateriële activa in de jaarrekeningen van Nederlandse, Belgische en Franse ondernemingen veranderd zijn door invoering van IFRS. Voor het onderzoek is een oorspronkelijke dataset van 84 ondernemingen genoteerd aan de AEX, Bel20 en CAC40 gebruikt. De gegevens over waardering van immateriële activa zijn gehaald uit de jaarverslagen van 2004 en Na het wegvallen van dubbeltellingen en onbruikbare data, bleven 43 ondernemingen over. Omdat deze groep te ongelijk verdeeld was, zijn uitschieters geëlimineerd en bleef een dataset van 35 25

27 ondernemingen over. Deze is gebruikt om de hypothese te testen met behulp van een gepaarde T-Test. Uit het onderzoek is gebleken dat de waarden van immateriële activa in 2005 hoger zijn dan die in Dit geldt voor de gehele dataset als zowel voor de Nederlandse, Belgische en Franse ondernemingen apart. Deze toenames zijn echter statistisch gezien niet significant. Dit is zeer waarschijnlijk te wijten aan een grote variantie en spreiding in de data. Bovendien zijn de data niet normaal verdeeld, waardoor de test statistisch gezien aan waarde verliest. Ondanks dat puur statistisch gezien de waarden van immateriële activa in 2005 niet veranderd zijn ten opzichte van 2004, hebben de resultaten toch de schijn dat dit wel het geval is. Gemiddeld genomen is er een toename van ongeveer 200 miljoen gevonden wanneer men de waarde van 2005 met 2004 vergelijkt. Bovendien zijn de procentuele toenames in Nederland en België hoog. Probleem is echter dat niet verklaard kan worden in hoeverre deze stijging het gevolg is van invoering van IFRS. Veranderingen in waarde van immateriële activa, kunnen velen oorzaken hebben. Aankopen, waardeveranderingen, afstotingen, afschrijvingen, etc. van immateriële activa zijn niet geëlimineerd uit het onderzoek en kunnen dus ook ten grondslag liggen aan de gemiddelde stijging van immateriële activa. IRFS zal weldegelijk een rol spelen bij de stijging, maar hoe groot deze rol is blijft in dit onderzoek onbekend. Gezien de beperkingen van dit onderzoek, kan dus niet zondermeer worden aangenomen dat IFRS heeft geleid tot andere waarderingen van immateriële activa in de jaarrekeningen van Nederlandse, Belgische en Franse ondernemingen. Wel laten de resultaten stof na tot nader onderzoek. Gestart kan worden met het bijeenbrengen van een grotere dataset. De dataset moet vervolgens de normale verdeling meer kunnen benaderen, zodat een gepaarde T-Test statistisch gezien op de juiste manier kan worden toegepast. Ten slotte moet gezorgd worden dat alleen de invloed van IFRS op een eventuele waardeverandering gemeten wordt. Alle andere oorzaken die tot verandering in de waarde van een immaterieel actief leiden, moeten geëlimineerd worden. Alleen dan kan uitsluitend het effect van IFRS op de waardering van immateriële activa gemeten worden. 26

De waarde van immateriële activa na invoering van IFRS in 2005 in Nederland

De waarde van immateriële activa na invoering van IFRS in 2005 in Nederland Bachelorthesis De waarde van immateriële activa na invoering van IFRS in 2005 in Nederland Geschreven door: Ceress Fiering ANR: S 233157 Datum: 11 juni 2010 Begeleider: Dr. M.F.C.M. Wijn Samenvatting Deze

Nadere informatie

Immateriële activa, goodwill en aandelenkoers na invoering van IFRS

Immateriële activa, goodwill en aandelenkoers na invoering van IFRS Juli 2009 Immateriële activa, goodwill en aandelenkoers na invoering van IFRS - Een vergelijkende studie tussen Nederland, België en Frankrijk - Master Thesis Accountancy T.M.M. van Lierop Master thesis

Nadere informatie

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Inleiding Hoofdstuk 2 - Beschrijving regelgeving Hoofdstuk 3 - Onderzoek jaarrekeningen

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Inleiding Hoofdstuk 2 - Beschrijving regelgeving Hoofdstuk 3 - Onderzoek jaarrekeningen Immateriële activa Inhoudsopgave Titelblad... 1 Inhoudsopgave... 2 Hoofdstuk 1 - Inleiding... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Probleemstelling... 4 1.3 Opbouw... 4 Hoofdstuk 2 - Beschrijving regelgeving... 6 2.1

Nadere informatie

Immateriële vaste activa en de introductie van IFRS. Naam: Alan Benders ANR: Groep: 2

Immateriële vaste activa en de introductie van IFRS. Naam: Alan Benders ANR: Groep: 2 Immateriële vaste activa en de introductie van IFRS Naam: Alan Benders ANR: 860690 Groep: 2 E-mail: alan_benders@hotmail.com 1 Voorwoord Deze bachelorthesis is geschreven als onderdeel van de afronding

Nadere informatie

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Materieel belang in de jaarrekening Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Agenda Inleiding Doel van de jaarrekening Wat is materieel belang Wat

Nadere informatie

Financiële verslaggeving in beweging. Programma

Financiële verslaggeving in beweging. Programma Financiële verslaggeving in beweging Prof. dr Jos M.J. Blommaert 1 Programma Four key steps Recente ontwikkelingen Voorzieningen als verplichtingen Goodwill en reële waarde Impairmenttoets 2 1 Four key

Nadere informatie

Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking

Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking Opgave 1 1. Conform de wettelijke bepalingen ( art. 2:385) is het niet toegestaan eigen aandelen te activeren. Ook mogen deze niet in mindering gebracht worden op het geplaatste aandelenkapitaal (art.

Nadere informatie

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening 16 hoofdstuk Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening 16.1 Onder de werking van boek 2 titel 9 van het burgerlijk wetboek vallen ondernemingen die gedreven worden in de vorm van een NV, BV,

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet.

De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet. RJ-Uiting 2006-1 Ten geleide De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft het verzoek ontvangen om een uitspraak te doen over de verwerking in de jaarrekening van om niet verkregen en gekochte CO2 emissierechten.

Nadere informatie

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013 Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER (x 1.000) Vaste activa Materiële vaste activa 48.001 45.836 Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5 Inhoud Antwoorden hoofdstuk 1 2 Antwoorden hoofdstuk 2 3 Antwoorden hoofdstuk 3 4 Antwoorden hoofdstuk 4 5 Antwoorden hoofdstuk 5 6 Antwoorden hoofdstuk 6 8 Antwoorden hoofdstuk 7 9 Antwoorden hoofdstuk

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 HALFJAARVERSLAG 2013 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

Examen EV AA 18 januari 2017 Uitwerking en puntenverdeling. Opgave 1 (33 punten)

Examen EV AA 18 januari 2017 Uitwerking en puntenverdeling. Opgave 1 (33 punten) Examen EV AA 18 januari 2017 Uitwerking en puntenverdeling Opgave 1 (33 punten) Vraag 1 (27 punten) Geef voor de volgende posten in de geconsolideerde balans per 31 december 2016 van FRISBlue aan welke

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Beheer Onroerend Goed Seinpost Slinge. Verslagperiode 1 januari december 2016

Jaarrekening Stichting Beheer Onroerend Goed Seinpost Slinge. Verslagperiode 1 januari december 2016 Verslagperiode 1 januari 2016-31 december 2016 Gegenereerd op 28 jun 2017 Inhoudsopgave FINANCIEEL VERSLAG 3 Voorwoord 4 Resultaatanalyse 5 Financiële positie 7 Kengetallen 9 JAARREKENING 10 Balans 11

Nadere informatie

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening Verschillende overheidsregelingen eisen van ondernemingen financiële bijdragen voor de kosten van het opruimen van producten of productiefaciliteiten van die

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

KBO-PCOB. Financieel verslag 2017

KBO-PCOB. Financieel verslag 2017 KBO-PCOB Financieel verslag 2017 BALANS PER 31 DECEMBER 2017, NA RESULTAATBESTEMMING 31 december 2017 VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa 3.072 Materiële vaste activa 4.432 7.504 VLOTTENDE ACTIVA Overige

Nadere informatie

FFEGBE0231 -- Jaarverslaggeving -- Hoofdstuk 6. Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Hoofdstuk 6. Financiële vaste activa Vaste activa

FFEGBE0231 -- Jaarverslaggeving -- Hoofdstuk 6. Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Hoofdstuk 6. Financiële vaste activa Vaste activa Inhoud hoofdstuk 6 Indeling en vorm van de balans Jaarverslaggeving Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Hoofdstuk 6 Financiële vaste activa Vaste activa 1 2 Indeling van de balans Mutatieoverzichten

Nadere informatie

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering)

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering) Uitwerking examen Financial Accounting dd 9 januari 08 (na normeringsvergadering) Opgave (30 punten) Vraag ( punten) Noem twee functies van het kasstroomoverzicht. Draagt in samenhang met de balans en

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen 5.1 Gemiddelde, variantie, standaardafwijking: De variantie is als het ware de gemiddelde gekwadrateerde afwijking van het gemiddelde. Hoe groter de variantie

Nadere informatie

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s RJ 122 Prijsgrondslagen voor vreemde valuta

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s RJ 122 Prijsgrondslagen voor vreemde valuta RJ-Uiting 2019-7: Ontwerp-alinea s RJ 122 Prijsgrondslagen voor vreemde valuta Inleiding In het kader van de periodieke beoordeling van niet-wettelijke opties in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

Nadere informatie

Studentenuitwerkingen Externe verslaggeving

Studentenuitwerkingen Externe verslaggeving Studentenuitwerkingen Externe verslaggeving Hoort bij het opgavenboek, tweede druk 2012, isbn 978-90-01-80956-0. Drs. H.J. Bouwer Dr. D.H. van Offeren Drs. E.M. van der Veer Inhoud Antwoorden hoofdstuk

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Seinpost Slinge (Kerkelijk) Verslagperiode 1 januari december 2016

Jaarrekening Stichting Seinpost Slinge (Kerkelijk) Verslagperiode 1 januari december 2016 Verslagperiode 1 januari 2016-31 december 2016 Gegenereerd op 27 jun 2017 Inhoudsopgave FINANCIEEL VERSLAG 3 Voorwoord 4 Financiële positie 5 Kengetallen 6 JAARREKENING 7 Balans 8 Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel , Telefax

HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel , Telefax PERSBERICHT HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel. 31 10 4869911, Telefax 31 10 4850355 Voor publicatie: 17 januari 2006 08.00 uur HUNTER DOUGLAS PRESENTEERT FINANCIËLE RESULTATEN OVER

Nadere informatie

Is de waardering van immateriële activa op de balans veranderd door invoering van IFRS?

Is de waardering van immateriële activa op de balans veranderd door invoering van IFRS? 11/06/2010 TILBURG UNIVERSITY BACHELOR THESIS ACCOUNTING Is de waardering van immateriële activa op de balans veranderd door invoering van IFRS? Naam: Janno de Wildt ANR: 427709 Instelling: Opleiding:

Nadere informatie

- wordt vastgesteld welke activa en passiva in de balans moeten worden opgenomen. Het kan zijn dat

- wordt vastgesteld welke activa en passiva in de balans moeten worden opgenomen. Het kan zijn dat IFRS LEIDT VOORALSNOG TOT BETERE RENTABILITEIT Prof. Dr. Auke de Bos RA 1. Inleiding IFRS heeft de afgelopen tijd veel professionals bezig gehouden. Met grote spanning werd uitgezien naar de eerste IFRS-cijfers.

Nadere informatie

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Fusies en overnames

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Fusies en overnames Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging Fusies en overnames In de rubriek Verslaggeving en Verslaglegging gaan we deze keer in op de verwerking van fusies en overnames. Een actueel onderwerp in een tijdperk

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 19.12.2015 L 333/97 VERORDENING (EU) 2015/2406 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

Examen AA. Financial Accounting 2 / EV2

Examen AA. Financial Accounting 2 / EV2 Examen AA Financial Accounting 2 / EV2 DATUM: 9 januari 2018 TIJD: 13.30 15.30 uur Belangrijke informatie: Dit examen bestaat uit 3 opgaven van 6 pagina s inclusief voorblad. Controleer of dit examen compleet

Nadere informatie

GBE3.1 EXTERNE VERSLAGGEVING (2) LES 3 HOOFDSTUK 8

GBE3.1 EXTERNE VERSLAGGEVING (2) LES 3 HOOFDSTUK 8 GBE3.1 EXTERNE VERSLAGGEVING (2) LES 3 HOOFDSTUK 8 R u b ricering van het eigen vermogen Het eigen vermogen van een onderneming is het overblijvend belang in de activa van de onderneming na aftrek van

Nadere informatie

BIJLAGE. Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus

BIJLAGE. Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus NL BIJLAGE Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2010 2012 1 1 "Reproductie toegestaan binnen de Europese Economische Ruimte. Alle bestaande rechten voorbehouden buiten de EER, met uitzondering van

Nadere informatie

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

RJ-Uiting : Actuele kostprijs RJ-Uiting 2016-11: Actuele kostprijs Algemeen Op 9 oktober 2015 is de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening (wetsvoorstel 34 176) in het Staatsblad gepubliceerd (Staatsblad 2015, nr. 349). Deze Uitvoeringswet

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE

JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE Haarlem, juni 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2016/XXX Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 Ontwerpadvies van 4 mei 2016 I. Inleiding 1.

Nadere informatie

het commissarisverslag 2013 ERRATUM

het commissarisverslag 2013 ERRATUM VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 20 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen 30) en de toelichting. Verslag over Oordeel met

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van... (naam entiteit(en)) A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 201X

Nadere informatie

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016 Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg 8 3947BL Langbroek KvK-nummer: 57776180 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie

Nadere informatie

Goodwill Methodiek & Accounting Kwaliteit

Goodwill Methodiek & Accounting Kwaliteit Goodwill Methodiek & Accounting Kwaliteit Een onderzoek naar de invloed van de verwerkingsmethode van goodwill op de kwaliteit van financiële verslaggeving Bachelor scriptie 2016-2017 Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring

Nadere informatie

Jaarrekening Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring Resultaatvergelijking Meerjarenoverzicht 4

Jaarrekening Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring Resultaatvergelijking Meerjarenoverzicht 4 Stg. Peter van den Brakencentrum Sterksel T.a.v. de directie Ten Brakenweg 9 6029 PH STERKSEL Jaarrekening 2017 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring 2 1.2 Resultaatvergelijking

Nadere informatie

Externe verslaggeving Post Bachelor AA: Literatuur en stofomschrijving voor

Externe verslaggeving Post Bachelor AA: Literatuur en stofomschrijving voor Externe verslaggeving Post Bachelor AA: Literatuur en stofomschrijving voor 2016-2017 Voorgeschreven literatuur 1 Handboek jaarrekening 2016 Toepassing van de Nederlandse wet- en regelgeving en IFRS; Red.

Nadere informatie

Stichting Ankh Antwoordkerk Kruisnetlaan 200 3192 KD Hoogvliet Rotterdam. Jaarrekening 2014

Stichting Ankh Antwoordkerk Kruisnetlaan 200 3192 KD Hoogvliet Rotterdam. Jaarrekening 2014 Antwoordkerk Kruisnetlaan 200 3192 KD Hoogvliet Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Rapportage Samenstellingsverklaring 4 Voorwoord 5 Resultaten 6 Ondertekening van de rapportage 7 Jaarstukken 2014 Jaarrekening

Nadere informatie

Financieel Verslag 2014 Protestante Stichting Filalethes. Amersfoort. Inhoud

Financieel Verslag 2014 Protestante Stichting Filalethes. Amersfoort. Inhoud Financieel Verslag 2014 Protestante Stichting Filalethes Amersfoort Inhoud Jaarverslag Jaarrekening Balans per 31 december 2014 Staat van baten en lasten 2014 Toelichting op de balans en staat van baten

Nadere informatie

Optie 3 : welkome en veel gebruikte methode voor grondslagen in enkelvoudige jaarrekening

Optie 3 : welkome en veel gebruikte methode voor grondslagen in enkelvoudige jaarrekening Optie 3 : welkome en veel gebruikte methode voor grondslagen in enkelvoudige Beursgenoteerde ondernemingen stellen volgens IFRS een geconsolideerde op. Daarnaast is ook een enkelvoudige verplicht. Vaak

Nadere informatie

VERKORT FINANCIEEL VERSLAG 2015 * Stichting Wereldwinkel Wateringen Wateringen. * De volledige tekst van het verslag is op aanvraag verkrijgbaar.

VERKORT FINANCIEEL VERSLAG 2015 * Stichting Wereldwinkel Wateringen Wateringen. * De volledige tekst van het verslag is op aanvraag verkrijgbaar. VERKORT FINANCIEEL VERSLAG 2015 * Stichting Wereldwinkel Wateringen Wateringen * De volledige tekst van het verslag is op aanvraag verkrijgbaar. INHOUDSOPGAVE 2. Doelstelling De doelstelling van de Stichting

Nadere informatie

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

RJ-Uiting : Actuele kostprijs RJ-Uiting 2017-2: Actuele kostprijs Algemeen Met RJ-Uiting 2016-11 Actuele kostprijs heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) enige wijzigingen voorgesteld om nadere duiding te geven over het begrip

Nadere informatie

De rol van de waarde van vastgoed in crisistijd op de verslaggeving van vastgoed ondernemingen

De rol van de waarde van vastgoed in crisistijd op de verslaggeving van vastgoed ondernemingen De rol van de waarde van vastgoed in crisistijd op de verslaggeving van vastgoed ondernemingen VBA - Seminar Jef Holland Head of Real Estate Audit Amsterdam Tel. : +31 (0)20-582 4504 E-Mail: jholland@deloitte.nl

Nadere informatie

Externe verslaggeving Post Bachelor AA: Literatuur en stofplanning voor

Externe verslaggeving Post Bachelor AA: Literatuur en stofplanning voor Externe verslaggeving Post Bachelor AA: Literatuur en stofplanning voor 2013-2014 Voorgeschreven literatuur 1 Handboek Jaarrekening 2013 Toepassing van de Nederlandse wet- en regelgeving en IFRS; Red.

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2016/16 Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 I. Inleiding Advies van 7 september 2016 1 1.

Nadere informatie

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010 VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP Rapport inzake jaarstukken 2010 INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsrapport 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 6 JAARREKENING 1 Balans per

Nadere informatie

Waarderingsmethoden voor deelnemingen in de jaarrekening

Waarderingsmethoden voor deelnemingen in de jaarrekening 12 Waarderingsmethoden voor deelnemingen in de jaarrekening 1201 a 1 Een NV/BV heeft een deelneming in een andere NV/BV, indien wordt voldaan aan de volgende drie voorwaarden: 1 er moet sprake zijn van

Nadere informatie

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen Balans per 31 december 2014 (na verwerking van het verlies) ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa (1) 31 december 2014 Onroerende zaken 300.365 315.307 Inventaris 3.061 4.925 Vervoermiddelen 500 725

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 291/84 VERORDENING (EU) 2017/1989 VAN DE COMMISSIE van 6 november 2017 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

Notitie software Mei 2007

Notitie software Mei 2007 Notitie software Mei 2007 2 1 Inleiding 1.1 Algemeen De taak van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna: BBV) is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen.

Nadere informatie

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2016

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2016 STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2015 12 mei 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2015 4 2 Staat van baten en lasten over 2015 5 3 Grondslagen

Nadere informatie

Sytse Duiverman 12 februari 2019

Sytse Duiverman 12 februari 2019 Actualia Externe verslaggeving 2018 Sytse Duiverman 12 februari 2019 Nieuwe verslaggevingsregels voor 2018 Nieuwe Richtlijnen voor de jaarverslaggeving 2018 Belangrijkste wijzigingen (boekjaar 2018) 1/3

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Immateriële vaste activa: De kwaliteit van verslaggeving volgens IFRS ten opzichte van Dutch GAAP

Immateriële vaste activa: De kwaliteit van verslaggeving volgens IFRS ten opzichte van Dutch GAAP Bachelor Thesis Accounting Immateriële vaste activa: De kwaliteit van verslaggeving volgens IFRS ten opzichte van Dutch GAAP Docente: Dr. S. van der Meulen Naam: ANR: Marvin van Tilburg 961241 Datum: 14-06-2007

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE

JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE Haarlem, juni 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN Publicatierapport 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 17254018. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 17 mei 2017

Nadere informatie

Balans per 31 december 2013

Balans per 31 december 2013 Balans per 31 december 2013 31 december 2013 31 december 2012 ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Onroerende zaken 315.307 330.249 Inventaris 4.925 6.878 Vervoermiddelen 725 1.625 Financiële vaste

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Illustere Figuren Grote Buren PS Wergea

Jaarrekening Stichting Illustere Figuren Grote Buren PS Wergea Jaarrekening 2017 Grote Buren 24 9005 PS Voorblad 0 Inhoud Jaarrapportage 2 Samenstellingsverklaring 3 Resultaatvergelijk 4 Algemeen 5 Financiele positie 6 Jaarrekening 8 Balans 9 Resultatenrekening 10

Nadere informatie

LANDELIJK EXAMEN EXTERNE VERSLAGGEVING. Samenstellers : Redactiecommissie Externe verslaggeving Datum : 18 januari

LANDELIJK EXAMEN EXTERNE VERSLAGGEVING. Samenstellers : Redactiecommissie Externe verslaggeving Datum : 18 januari Overlegorgaan van HBO-scholen met een accountancy-opleiding Voorzitter Landelijke examens Post-hbo LANDELIJK EXAMEN EXTERNE VERSLAGGEVING Samenstellers : Redactiecommissie Externe verslaggeving Datum :

Nadere informatie

4 Goodwill en overige immateriële vaste activa Het verloop van de goodwill en de overige immateriële vaste activa is opgenomen in de volgende tabel.

4 Goodwill en overige immateriële vaste activa Het verloop van de goodwill en de overige immateriële vaste activa is opgenomen in de volgende tabel. J A A R V E R S L A G 2 0 1 3 3 Acquisities In het verslagjaar 2013 heeft Q-Park 'control' verkregen over de Nederlandse vennootschap Q-Park Heerlen BV (voorheen: Parkeer Heerlen BV) waarvan Q-Park 49%

Nadere informatie

Themaonderzoek 2011 Bedrijfscombinaties (IFRS 3R)

Themaonderzoek 2011 Bedrijfscombinaties (IFRS 3R) Themaonderzoek 2011 Bedrijfscombinaties (IFRS 3R) Toezicht Financiële Verslaggeving 27 oktober 2011 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn

Nadere informatie

Rosarium Strevelsweg AT Rotterdam. Jaarrekening 2018

Rosarium Strevelsweg AT Rotterdam. Jaarrekening 2018 Strevelsweg 738 3083 AT Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Samenstellingsverklaring 4 Jaarstukken 2018 Jaarrekening 5 Balans per 31 december 2018 6 Staat van baten en lasten over 2018

Nadere informatie

: Commentaar op nieuwe concept EU-jaarrekeningrichtlijn

: Commentaar op nieuwe concept EU-jaarrekeningrichtlijn Aan Van : Ministerie van Veiligheid en Justitie t.a.v. mevr. mr. drs. N. Hagemans : Raad voor de Jaarverslaggeving Datum : 7 januari 2012 Betreft : Commentaar op nieuwe concept EU-jaarrekeningrichtlijn

Nadere informatie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Feiten en cijfers tot nu toe Managementsamenvatting Na twee en een half jaar kwaliteitsmetingen in de fysiotherapie is het een geschikt moment

Nadere informatie

Stichting Getekend Door Schilder AH Assendelft. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting Getekend Door Schilder AH Assendelft. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting Getekend Door Schilder 7 1567AH Assendelft KvK-nummer: 5283128 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 215 Inhoud FINANCIEEL VERSLAG Samenstellingsverklaring Bestuursverslag JAARSTUKKEN 215 JAARREKENING

Nadere informatie

In de balans over 2008 is het volgende vermeld omtrent het aandelenvermogen:

In de balans over 2008 is het volgende vermeld omtrent het aandelenvermogen: Opgave 1 Think Smart BV is een innovatieve onderneming. In de balans over 2008 is het volgende vermeld omtrent het aandelenvermogen: Bij inkoop van aandelenkapitaal, dat als eigen vermogen in de balans

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

» Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 (advies 2016/16) 1

» Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 (advies 2016/16) 1 2016/16 287» Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 (advies 2016/16) 1 nieuw I. Inleiding 1. De Commissie beoogt in dit advies de wijzigingen

Nadere informatie

Financieel Verslag 2014 Stichting Mama Watoto

Financieel Verslag 2014 Stichting Mama Watoto Financieel Verslag 214 Stichting Mama Watoto 1 Inhoud Jaarrekening Balans per 31 december 214 5 Winst-en-verliesrekening over 214 7 Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening 1 Overige gegevens

Nadere informatie

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare 3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare 3.1 Balans per 31 december 2013 (voor resultaatbestemming) Activa 31-12-2013 31-12-2012 Vaste activa Materiële vaste activa 591.897 591.897 Financiële vaste activa

Nadere informatie

A Grondslagen en uitgangspunten

A Grondslagen en uitgangspunten A Grondslagen en uitgangspunten A1 Algemene grondslagen ALGEMEEN Als grondslag komen in aanmerking de verkrijgingsof vervaardigingsprijs en de actuele waarde. BW 2:384,1 Vlottende activa worden gewaardeerd

Nadere informatie

Vraag 2 (6 punten) Bereken de goodwill die Margriet heeft betaald bij de verwerving van de deelneming in Dora op 1 januari 2015.

Vraag 2 (6 punten) Bereken de goodwill die Margriet heeft betaald bij de verwerving van de deelneming in Dora op 1 januari 2015. UITWERKING EXAMEN EXTERNE VERSLAGGEVING 2 (oude stijl) Opgave 1 (34 punten) Vraag 1 (3 punten) Geef gemotiveerd aan of de waarderingsgrondslag die Margriet hanteert voor de deelneming in Dora in overeenstemming

Nadere informatie

Jaarrekening Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring Resultaatvergelijking Meerjarenoverzicht 4

Jaarrekening Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring Resultaatvergelijking Meerjarenoverzicht 4 Stg. Peter van den Brakencentrum Sterksel T.a.v. de directie Ten Brakenweg 9 6029 PH STERKSEL Jaarrekening 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring 2 1.2 Resultaatvergelijking

Nadere informatie

Verkorte Geconsolideerde Winst- en Verliesrekening 1

Verkorte Geconsolideerde Winst- en Verliesrekening 1 Verkorte Geconsolideerde Winst- en Verliesrekening 1 EUR EUR EUR USD 3 EUR 4 2000 2001 2002 2002 2001 (Bedragen x 1000) jan - jun jan - jun jan - jun jan - jun jul - dec Netto omzet 1.335.336 1.015.496

Nadere informatie

Stichting Dorpscentrum Lijtweg HA Oegstgeest. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting Dorpscentrum Lijtweg HA Oegstgeest. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting Dorpscentrum Lijtweg 9 2341 HA Oegstgeest KvK-nummer: 61575488 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Inhoud ALGEMEEN VERSLAG Voorwoord 2 JAARSTUKKEN 2015 JAARREKENING Balans Staat van baten en lasten

Nadere informatie

Jaarrekening 2015/2016

Jaarrekening 2015/2016 Jaarrekening 2015/2016 van Algemene Nederlandse Sjoelbond Statutaire vestigingsplaats: Groesbeek Adres: Jonkershof 9 6561 AN Groesbeek Balans per 31 mei 2016 (na bestemming van het resultaat) Activa (in

Nadere informatie

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen www.jooplengkeek.nl Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen De waarderingsgrondslag is de wijze waarop de activa (bezit) wordt gewaardeerd in de administratie (boekhouding, balans). Voor welke prijs?

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE RAPPORT OPDRACHT ALGEMEEN RESULTATEN FINANCIELE POSITIE JAARREKENING BALANS PER 31 DECEMBER 2016 WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2016 GRO

INHOUDSOPGAVE RAPPORT OPDRACHT ALGEMEEN RESULTATEN FINANCIELE POSITIE JAARREKENING BALANS PER 31 DECEMBER 2016 WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2016 GRO RAPPORT Inzake de jaarrekening 2016 Vereniging van Griffiers Den Haag INHOUDSOPGAVE RAPPORT OPDRACHT ALGEMEEN RESULTATEN FINANCIELE POSITIE JAARREKENING BALANS PER 31 DECEMBER 2016 WINST- EN VERLIESREKENING

Nadere informatie

Stichting Amivedi BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA VASTE ACTIVA. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website MATERIËLE VASTE ACTIVA 190

Stichting Amivedi BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA VASTE ACTIVA. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website MATERIËLE VASTE ACTIVA 190 BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA 2017 VASTE ACTIVA IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website 27.72 MATERIËLE VASTE ACTIVA 190 FINANCIËLE VASTE ACTIVA Effecten - VLOTTENDE ACTIVA Overige vorderingen 1.621 Liquide

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn Ontwerp technische nota van 15 maart 2017 1. In hetgeen volgt wenst

Nadere informatie

OMZET Nederland 32.194 29.544 Duitsland 12.896 9.885 45.090 39.429

OMZET Nederland 32.194 29.544 Duitsland 12.896 9.885 45.090 39.429 Verkorte geconsolideerde winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar (geen accountantscontrole toegepast) (x ( 1.000) 1e halfjaar 2010 1e halfjaar 2009 OMZET Nederland 32.194 29.544 Duitsland 12.896

Nadere informatie

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Toezicht Financiële Verslaggeving 27 oktober 2011 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de

Nadere informatie

Stichting Sprint Schiedam Westvest BW Schiedam. Jaarrekening 2016

Stichting Sprint Schiedam Westvest BW Schiedam. Jaarrekening 2016 Westvest 26 3111 BW Schiedam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 2 Samenstellingsverklaring 3 Algemeen 4 Financieel Verslag Bestuursverslag 6 Jaarstukken 2016 Balans per 31 december 2016 8 Staat

Nadere informatie

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 0 van 49 Webshop Bol.com Onderzoeksvaardigheid 2 7-4-2014 Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 1 van 49 Inhoud H1 Inleiding...2 H1.1 Aanleiding...2 H1.2 Probleemstelling...2 H2 Beschrijvende

Nadere informatie

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017 1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland - 1-22 mei 2017 1.1 Balans per 31 december 2016 (Na resultaatbestemming) 31 december 2016 31 december 2015 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste

Nadere informatie

RAPPORT 2017/2018 STICHTING SAMEN RKC WAALWIJK

RAPPORT 2017/2018 STICHTING SAMEN RKC WAALWIJK RAPPORT 2017/2018 STICHTING SAMEN RKC WAALWIJK INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSRAPPORT 1 Opdracht 1 2 Samenstellingsverklaring van de accountant 1 3 Algemeen 2 4 Resultaat 3 JAARREKENING 1 Balans per 30

Nadere informatie

Stichting Marthas Institute for Performing Arts gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Jaarrekening 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2017

Stichting Marthas Institute for Performing Arts gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Jaarrekening 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2017 gevestigd te Rapport inzake de Jaarrekening 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2017 INHOUDSOPGAVE PAGINA 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 augustus 2017 2 1.2 Staat van baten en lasten over de periode

Nadere informatie

Financieel Verslag Stichting 2109 Gevestigd te Son en Breugel

Financieel Verslag Stichting 2109 Gevestigd te Son en Breugel Financieel Verslag 2016 Stichting 2109 Gevestigd te Voorblad 0 0 Inhoud Accountantsrapportage 2 Samenstellingsverklaring 3 Algemeen 4 Resultaatvergelijking 5 Jaarrekening 7 Balans 8 Resultatenrekening

Nadere informatie