Was-wordt. Van ontwerp naar definitief Natura 2000 Beheerplan Deltawateren Datum 5 april 2016 Status

Transcriptie

1 Was-wordt Van ontwerp naar definitief Natura 2000 Beheerplan Deltawateren Datum 5 april 2016 Status

2 Was-wordt Onderstaande tabel geeft de wijzigingen weer van het definitieve beheerplan ten opzichte van het ontwerpbeheerplan Deltawateren, naar aanleiding van de Nota van Antwoord, waarin de zienswijzen op het ontwerpbeheerplan worden beantwoord. 1. Algemene wijzigingen Onderwerp Was Wordt PAS Hierdoor is opname van het Haringvliet in de PAS niet voorzien. Haringvliet, Hollands Diep, Oude Maas 4.1 Stikstofdepositie en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Toegevoegd: Indien gedurende de looptijd van het programma een voor stikstofgevoelig habitattype of leefgebied aan het aanwijzingsbesluit van een gebied dat is opgenomen in dit programma wordt toegevoegd en het betreffende habitattype of leefgebied een lagere kritische depositiewaarde heeft dan de actuele depositie in dat gebied, dient de gebiedsanalyse van dat gebied hierop te worden aangepast. Wanneer dit zich voordoet in een Natura 2000-gebied dat niet in het programma zit, het betreffende habitattype of leefgebied zich gedurende de looptijd heeft ontwikkeld en de depositie een dalende trend laat zien, dan moet het gebied in het programma worden opgenomen, tenzij gebiedsspecifiek wordt onderbouwd dat stikstof geen probleem is in dat gebied, ook niet bij de toedeling van ontwikkelingsruimte en het verloop van de depositie zoals deze beschikbaar is op grond van dit programma. Dit oordeel dient actueel te blijven. PAS Enkele correcties zijn doorgevoerd. Zie bijlage. Kaarten Gebruikskaarten en kaarten van kwetsbare gebieden zullen niet meer in het beheerplan worden opgenomen, maar worden bij de NEA ter beschikking gesteld. Jacht, (fauna)beheer en schadebestrijding De teksten van de Zuid-Hollandse wateren zijn aangepast. Voor nieuwe tekst zie bijlage bij Nota van Antwoord. Jacht, (fauna)beheer en Jacht, beheer en Jacht, (fauna)beheer en Pagina 2 van 15

3 schadebestrijding schadebestrijding schadebestrijding Chemische onkruidbestrijding De bepalingen ten aanzien van de hoeveelheid en de toegestane middelen worden geschrapt. Vrijstelling vergunningplicht natuurbeheeractiviteiten Broedperiode vogels Aanvullende beheer en inrichtingsmaatregelen Bijlage A Algemeen deel - Begrippenlijst Alle delen Haringvliet, Hollands Diep, Oosterschelde, Westerschelde en Grevelingen. H 3.2 Aanvullende instandhoudingsmaatregelen voor Natura 2000: Tabel 3.4 Tafeleend opgenomen als instandhoudingsdoelstelling In Bijlage B van het Algemeen deel is een toetsingskader opgenomen voor evenementen. Verder zal toetsing van nieuwe activiteiten op dezelfde wijze plaatsvinden zoals dat nu gebeurt, en kan de informatie uit het beheerplan hiervoor aanvullend worden gebruikt. 3.2 Aanvullende instandhoudingsmaatregelen voor Natura Kustbroedvogels Natuurbeheeractiviteiten die al plaatsvonden voor de aanwijzing als Natura 2000-gebied én die bijdragen aan de instandhoudingsdoelstellingen voor habitats en soorten (niet zijnde inrichtingsmaatregelen), zullen expliciet worden opgenomen in bijlage A van het beheerplan en vrijgesteld van vergunningplicht. In alle beheerplannen en voor alle soorten zal de broedperiode worden gesteld op broedseizoen van 15 maart tot 15 juli. Zie bijlage Tafeleend verwijderd. Grevelingen: Onder Grevelingen wordt verstaan het gebied zoals begrensd in het Aanwijzingsbesluit Grevelingen. In paragraaf 5.3 van het Algemeen deel is een handreiking opgenomen voor evenementen. Verder zal toetsing van nieuwe activiteiten op dezelfde wijze plaatsvinden zoals dat nu gebeurt, en kan de informatie uit het beheerplan hiervoor aanvullend worden gebruikt. Zin toegevoegd: De aanvullende maatregelen in het beheerplan zijn niet alleen aanvullend ten opzichte van voorgenomen maatregelen maar ook het regulier beheer. Voor kustbroedvogels betekent dit dat de huidige broedgebieden regelmatig moeten worden ontdaan van ruigte en in het algemeen geschikt moeten blijven voor deze soorten. Pagina 3 van 15

4 2. Wijzigingen per deelbeheerplan 2.1 Algemeen deel Algemeen deel Hoofdstuk Was Wordt 8.3 Overzicht recreatievormen. Sportduiken is toegevoegd. 8.5 Wanneer de KDW wel wordt Zin verwijderd. overschreden, moet beoordeeld worden in hoeverre de instandhoudingsdoelstellingen daardoor belemmerd worden. Zo nodig moeten dan afspraken worden gemaakt over aanvullende vergunningvoorwaarden of mitigatie. Begrippenlijst Grevelingen: Onder Grevelingen wordt verstaan het gebied zoals begrensd in het Aanwijzingsbesluit Grevelingen. 2.2 Haringvliet Haringvliet Hoofdstuk Was Wordt 1.3 Men vist vooral op paling, Paling verwijderd. blankvoorn en brasem. 1.3 Zonering in het Haringvliet Overzicht van beperkingen aan de toegankelijkheid op grond van artikel 461 Wetboek van Strafrecht. Scheelhoek en Quackgors toegevoegd. 4.1 Voor een vijftal soorten (broed- en nietbroed)vogels met een instandhoudingsdoelstelling is er sprake van een mogelijk voorkomen in stikstofgevoelige (delen van het) leefgebied binnen de context van het Haringvliet. Voor geen van deze vijf soorten is het echter zo dat ze hier in belangrijke mate van deze leefgebieden afhankelijk zijn. Bijlage A Energie binnendijkse windturbines Zin toegevoegd: Dit betekent echter niet dat het Haringvliet geen belangrijke bijdrage levert aan de landelijke doelen voor deze soorten. bestaande binnendijkse windturbines Pagina 4 van 15

5 2.3 Westerschelde en Saeftinghe Westerschelde & Saeftinghe Hoofdstuk Was Wordt Samenvatting Binnenvaartpolitiereglement (BPR) Scheepvaartreglement Westerschelde (SRW) 1.2 Zin toegevoegd: In het kader van het Natuurherstelpakket Westerschelde (NPW) wordt in het Nederlandse deel van het Scheldeestuarium 600 ha nieuwe estuariene natuur gerealiseerd. 1.2 Als gevolg van uitspraken van de Raad van State is de Hertogin Hedwigepolder niet langer onderdeel van het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe. Het beheerplan wordt hierop aangepast. 1.2 Natuurherstelpakket Westerschelde Voorlopige aanwijzing Hedwigepolder en Natuurherstelpakket Westerschelde Tegelijkertijd met het besluit tot vaststelling van het Rijksinpassingsplan Hertogin Hedwigepolder d.d. 10 februari 2014 is het besluit genomen tot voorlopige aanwijzing van de Hertogin Hedwigepolder. Dat is daarmee toegevoegd aan de speciale beschermingszone Westerschelde & Saeftinghe (v.w.b. HR). Het beheer van en de monitoring in de Hertogin Hedwigepolder, als onderdeel van het bredere Natura 2000-gebied, is daarom in het Natura beheerplan Westerschelde & Saeftinghe opgenomen. Bevoegd gezag voor het beheer van Hertogin Hedwigepolder is, in de periode van aanleg van het project dan wel totdat nieuwe bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, het ministerie van Natuurherstelpakket Westerschelde In het kader van het Natuurherstelpakket Westerschelde (NPW) wordt in het Nederlandse deel van het Schelde-estuarium 600 ha nieuwe estuariene natuur gerealiseerd. De periode van aanleg duurt conform de planning van EZ tot en met De provincie Zeeland voert in die periode de regie over de uitvoering van het NPW. De Hertogin Hedwigepolder maakt daar met ca. 295 ha onderdeel van uit. De taken van de provincie Zeeland in deze fase zijn geregeld in het Convenant over de uitvoering van het NPW tussen provincie Zeeland en het ministerie van EZ (2006). Na oplevering van de projecten in 2019 zal de projectorganisatie Natuurherstelpakket Westerschelde haar werkzaamheden beëindigen. Pagina 5 van 15

6 1.3 Bodem en geomorfologie EZ. De periode van aanleg duurt conform de planning van EZ tot en met augustus De provincie Zeeland voert in die periode de regie over de uitvoering van het Natuurherstelpakket Westerschelde (NPW) van 600 ha nieuwe estuariene natuur. De Hertogin Hedwigepolder maakt daar met ca. 295 ha onderdeel van uit. De taken van de provincie Zeeland in deze fase zijn geregeld in het Convenant over de uitvoering van het NPW tussen provincie Zeeland en het ministerie van EZ (2006). Na oplevering van de projecten in 2019 zal de projectorganisatie Natuurherstelpakket Westerschelde haar werkzaamheden beëindigen. De bodem kent hierdoor veel reliëf met getijdengeulen van enkele tientallen meters diep (zie figuur 1.2). De bodem kent hierdoor veel reliëf met getijdengeulen van enkele tientallen meters diep (zie figuur 1.2) die een meergeulenstelsel vormen. Het meergeulenstelsel is een kenmerk van het Schelde-estuarium en vormt een belangrijke randvoorwaarde voor de natuurwaarden in de Westerschelde. 1.3 Dammen en sluizen Toegevoegd: Daarnaast bevindt zich ook een sluizencomplex bij Terneuzen, de toegangspoort naar de havens van Terneuzen en Gent en tevens de verbinding tussen Nederland, België en Frankrijk. 1.4 Activiteiten in de Westerschelde & Saeftinghe Sportvisserij wordt beoefend vanaf de oever, het strand en vanuit sportvissersbootjes. In het westen en in het mondingsgebied wordt gevist op garnalen, kokkels en tong. Voor tong is het mondingsgebied een heel belangrijk paai- en opgroeigebied. Het vissen op kokkels gebeurt op de platen en in het middendeel in een Sportvisserij wordt beoefend met een hengel vanaf de oever, het strand en vanuit sportvissersbootjes. In het westen en in het mondingsgebied wordt gevist op tong. Voor tong is het mondingsgebied een heel belangrijk paai- en opgroeigebied. Pagina 6 van 15

7 vastgestelde periode in het najaar. Op kleine schaal wordt op paling gevist. 3.1 Tabel 3.2 Scheldeoord Vervangen door Jacobspolder. 3.1 Tabel 3.2 Inlaag 2005 Bestaande tekst aangevuld met: Voor een optimaal peilbeheer van het gebied zullen kwelbuizen worden geplaatst en struweel zal worden verwijderd. 4.3 Recreatievaart De Provinciale Milieuverordening Zeeland kent in de Westerschelde echter een totaalverbod voor jetski s en waterskiën en een maximum vaarsnelheid voor recreatieve motorboten van 20 kilometer per uur. De Provinciale Milieuverordening Zeeland wordt in 2014 zodanig herzien dat snelvaren, jetskiën en waterskiën op een beperkt aantal plaatsen wordt toegestaan. 4.3 Vaargeulbeheer Wielingen 4.3 Vooroever en strandsuppleties Om verstoring te voorkomen mogen rust-, zoog- of verharingsgebieden van zeehonden niet dichter dan tot 1200 m worden benaderd. Alleen van toepassing op Westerschelde, niet op Vlakte van de Raan, waar dergelijke rustplaatsen niet aanwezig zijn. Vrijstellingsvoorwaarden vooroever- en strandsuppleties: Bij de activiteiten zandwinning, transport en zandsuppletie kunnen effecten optreden die een mogelijk significant negatief effect hebben op de IHD. Aangenomen wordt dat er De Provinciale Milieuverordening Zeeland kent momenteel voor de Westerschelde regels die afwijken van de Rijksregelgeving. In 2016 past de Provincie Zeeland de milieuverordening zodanig aan dat dit niet meer aan de orde is. Om verstoring te voorkomen mogen rust-, zoog- of verharingsgebieden van zeehonden niet dichter dan tot 1200 m worden benaderd. Alleen van toepassing op Westerschelde, niet op Vlakte van de Raan, waar dergelijke rustplaatsen niet aanwezig zijn. Uitzondering: Waar een scheepvaartgeul langs een ligplaats van de zeehonden ligt en scheepvaartverkeer al op een korte afstand langs de ligplaats vaart, blijft deze toestand gehandhaafd. Hier geldt de verstoringsafstand van 1200 m niet, voor zoverre als het schepen betreft die aan het gewone scheepvaartverkeer deelnemen. Vrijstellingsvoorwaarden vooroeveren strandsuppleties: Bij de activiteiten zandwinning, transport en zandsuppletie kunnen effecten optreden die een mogelijk significant negatief effect hebben op de IHD. Aangenomen wordt dat er geen suppleties plaatsvinden anders dan bij de monding van de Westerschelde. Om dit effect op de Pagina 7 van 15

8 geen suppleties plaatsvinden anders dan bij de monding van de Westerschelde. Om dit effect op de instandhoudingsdoelstellingen te beperken zijn verschillende maatregelen te nemen: Er zijn geen effecten van zandwinning onder de voorwaarde dat de zandwinning wordt uitgevoerd conform de eisen uit het IBN20151: Bij diepe winning (> 2 m) op minimaal 2 km buiten de grens van het Natura 2000-gebied. Bij ondiepe winning (2 m) op minimaal 900 meter buiten het Natura gebied. Er wordt een afstand aangehouden van 1200 meter tot aan het deel van de plaat waarop de zeehonden rusten. Indien dit niet mogelijk is (bijvoorbeeld als gevolg van de ligging van de vaargeul): - dient het transport uitgevoerd te worden buiten de voor de zeehond gevoelige periode (werpperiode: half mei-juli, verhaarperiode van vroege zomer tot en met augustus); - Geen bemanning aan dek tenzij dit stikt noodzakelijk is; - Geen andere verlichting dan navigatieverlichting (behoudens noodgevallen); - Geen onnodig lawaai (scheepshoorn, instandhoudingsdoelstellingen te beperken zijn verschillende maatregelen te nemen: Er zijn geen effecten van zandwinning onder de voorwaarde dat de zandwinning wordt uitgevoerd conform de eisen uit het IBN20152: Bij diepe winning (> 2 m) op minimaal 2 km buiten de grens van het Natura 2000-gebied. Bij ondiepe winning (2 m) op minimaal 900 meter buiten het Natura 2000-gebied. Er wordt een afstand aangehouden van 1200 meter tot aan het deel van de plaat waarop de zeehonden rusten. Indien dit niet mogelijk is: Als de scheepvaartgeul zich nabij een ligplaats van zeehonden bevindt en als scheepvaartverkeer al op een korte afstand langs de ligplaats vaart, blijft deze toestand gehandhaafd. Hier geldt de verstoringsafstand van 1200 m niet, voor zoverre het schepen betreft die aan het gewone scheepvaartverkeer deelnemen. Stilliggende schepen, die met daartoe geëigende methoden als rainbowen of persen zand op het strand of vooroever aanbrengen moeten een afstand van 1200 m in acht nemen. Indien dit niet mogelijk is (bijvoorbeeld als gevolg van de ligging van de vaargeul): - dienen de werkzaamheden uitgevoerd te worden buiten de voor de zeehond gevoelige periode (werpperiode als er daadwerkelijk pups aanwezig zijn: half mei-juli); - Geen bemanning aan dek tenzij dit stikt noodzakelijk is; - Geen andere verlichting dan navigatieverlichting (behoudens noodgevallen); - Geen onnodig lawaai 1 Integraal Beheerplan Noordzee Integraal Beheerplan Noordzee 2015 Pagina 8 van 15

9 audioapparatuur en dergelijke). Om verstoring van broedvogels zo veel mogelijk te voorkomen dienen de zandwinning/strandsuppleti es buiten het broedseizoen plaats te vinden. - Indien dit niet mogelijk is, wordt voorafgaande en tijdens de winning/suppletie onderzoek gedaan naar het voorkomen van broedgevallen van soorten die mogelijk een negatief effect ondervinden Indien een broedgeval is vastgesteld, wordt door een markering een minimale afstand van 500 meter tot aan het nest gewaarborgd. De locaties van gevoelige ecologische waarden (onder andere locaties met groepen vogels en belangrijke foerageer-, broed- en rustgebieden, de locaties van schelpdierconcentraties en de locaties van belangrijke platen voor zeehonden) dienen voorafgaande aan de werkzaamheden inzichtelijk te zijn. Eventueel dienen deze door inventarisaties up to date te zijn gebracht; Bij gevoelige duingebieden aanleg hoogte van de suppletie beperken tot maximaal +3 NAP (ten opzichte van aanleg suppletie tot +4 a 5 NAP). De samenstelling en korrelgrootte van het zand bij strandsuppleties komt zo veel mogelijk overeen (scheepshoorn, audioapparatuur en dergelijke). Om verstoring van broedvogels zo veel mogelijk te voorkomen dienen de zandwinning/strandsuppleties buiten het broedseizoen plaats te vinden. - Indien dit niet mogelijk is, wordt voorafgaande en tijdens de winning/suppletie onderzoek gedaan naar het voorkomen van broedgevallen van de bontbekplevier, strandplevier en de dwergstern. Indien een broedgeval is vastgesteld, wordt door een markering een minimale afstand van 350 meter tot aan het nest gewaarborgd. De locaties van gevoelige ecologische waarden (onder andere locaties met groepen vogels en belangrijke foerageer-, broed- en rustgebieden, de locaties van schelpdierconcentraties en de locaties van belangrijke platen voor zeehonden) dienen voorafgaande aan de werkzaamheden inzichtelijk te zijn. Voor deze gegevens kan gebruik worden gemaakt van de in het kader van de gedragscode Floraen Faunawet verplichte monitoring. Bij gevoelige duingebieden aanleg hoogte van de suppletie beperken tot maximaal +3 NAP (ten opzichte van aanleg suppletie tot +4 a 5 NAP). De samenstelling en korrelgrootte van het zand bij strandsuppleties komt zo veel mogelijk overeen met het zand van het strand dat grenst aan de suppletielocatie. Om te weten wat de effecten zijn van de kustsuppleties op foerageerfunctie van de stranden voor de steenloper in het Deltagebied dient hiervoor separaat onderzoek uitgevoerd te worden. Pagina 9 van 15

10 4.3 Vrijgestelde activiteiten met specifieke voorwaarden met het zand van het strand dat grenst aan de suppletielocatie. Om te weten wat de effecten zijn van de kustsuppleties op de instandhoudingsdoelstellin gen voor kustvogels in het Deltagebied dienen hiervoor separate toetsingen uitgevoerd te worden. Bijlage A Industrie: overslag zand en grind (overslag sleephopperzuigers op binnenvaartschepen), ankeren en overslag lading (van zeeschepen naar coasters en/of binnenvaartschepen) 4.3 Vrijgestelde activiteiten met specifieke voorwaarden: Zeezand- en grindoverslag Zeezand- en grindoverslag vindt primair plaats in het vaarwater ten zuiden van de Hooge Platen met een afstand van 200 m van de bol. Daarnaast kan de overslag plaatsvinden bij: Everingen, ankergebied Springergeul, put van Terneuzen, Middelgat en Schaar van Waarde. Grote schepen met veel diepgang worden automatisch doorverwezen naar de Springergeul dan wel Everingen. Gedurende de periode 15 april tot en met 31 augustus worden schepen doorverwezen uit het vaarwater van de hoofdplaat naar de andere locaties, zoals de Everingen, genoemd in BASS 131/03. Dit gebeurt, tenzij de weersomstandigheden en/of de verkeerssituatie dit i.v.m. de veiligheid onmogelijk maken. Deze maatregel wordt genomen om verstoring van broedvogels en zeehonden tot een minimum te beperken. Slechts bij zeer slechte weersomstandigheden of bij hoge drukte op de alternatieve overslagplaatsen vindt er bij de Hooge Platen overslag plaats. Vrijstellingsvoorwaarden zeezand- en grindoverslag Zeezand- en grindoverslag kan Pagina 10 van 15

11 Bijlage A Industrie Bijlage A Overig Oogsten zeegroenten (beroepsmatig) op de Plaat van Valkenisse door huidige gebruikers (Poleij en Quaak). plaatsvinden onder voorwaarde dat BASS 131/03 niet wordt gewijzigd in een negatieve zin. Ook geldt de inspanningsverplichting zoals hierboven beschreven. Scheldesteiger toegevoegd aan opsomming. Oogsten zeegroenten (beroepsmatig) op de Plaat van Walsoorden door huidige gebruikers (Poleij en Quaak). 2.4 Oosterschelde Oosterschelde Hoofdstuk Was Wordt Samenvatting Tevens is de Oosterschelde in 2002 aangewezen als Nationaal Park Habitattypen Het habitattype grote baaien betreft het open water in de Oosterschelde, inclusief droogvallende platen en slikken. Het habitattype wordt begrensd of door de hoogwaterlijn óf door habitattypen zilte pionierbegroeiingen, slijkgrasvelden en schorren en zilte graslanden die ook iets onder de gemiddelde hoogwaterlijn kunnen voorkomen (Profielendocument habitattype H1160, 2008) Huidige situatie ten opzichte van doelstellingen. Dat wordt namelijk afgemeten aan de aanwezigheid van voldoende geschikt en rustig en predatorvrij Toegevoegd: De Oosterschelde heeft een rijke onderwaterleven door de beschutte ligging maar ook door de kunstmatige hard substraat (stenen waarmee dijkvoeten zijn bestort) die door de mens is geïntroduceerd. Soorten als de sepia, verschillende anemonen, wieren, sponzen en zakpijpen komen er voor. Ook veel exoten soms hebben een thuis gevonden in de Oosterschelde, waarvan sommige van tijd tot tijd een plaag kunnen vormen. Deze soorten zijn niet opgenomen in het aanwijzingsbesluit maar zijn een onderdeel van het voedselweb in de Oosterschelde en hebben relaties met andere soorten die wel zijn aangewezen. Riffen van Japanse oesters zorgen ervoor dat de plaatranden worden gestabiliseerd en dat er andere soorten zich op deze natuurlijke hard substraat kunnen vestigen. Deze soorten vormen op hun beurt voedsel voor vissen en vogels. Dat wordt namelijk afgemeten aan de aanwezigheid van voldoende geschikt en rustig en predatorvrij broedgebied en beschikbaar voedsel. Pagina 11 van 15

12 2.1.3 Ecologische randvoorwaarden Ecologische randvoorwaarden Tabel 3.2 Tabel 3.4 Overzicht instandhoudingsmaatregelen Oosterschelde broedgebied. Bereikbaarheid van geschikte foerageergebieden. Koude- en Kaarspolder (OS2) als gerealiseerd genoteerd. Creëren broedgelegenheid kustbroedvogels: - Hoog- en laagbekken bij de Krammersluizen - Katspolder Zeedijk - Neeltje Jans Bereikbaarheid van geschikte foerageergebieden en voldoende voedsel. Toegevoegd: nestplaats onbereikbaar voor vos en andere predatoren. Koude- en Kaarspolder (OS2) als gepland genoteerd. Creëren broedgelegenheid kustbroedvogels: - Schelphoek Tabel 3.4 SNL monitoring Term SNL wordt verwijderd. 4.3 Kitesurfen Locatie Krabbendijke wordt verwijderd uit het beheerplan. 4.3 Mosselteelt In de Zandkreek Zin verwijderd. foerageren steltlopers op de droogvallende percelen. 4.3 Finten zijn naast zichtjagers ook filterfeeders (plankton), waardoor ze door een tijdelijke vertroebeling geen effect ondervinden. Zin verwijderd. 4.3 Kitesurfen Zo zijn de locaties bij Zoutelande en Dishoek om veiligheidsredenen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Vlissingen niet toegestaan en kan hier dus niet gekitesurft worden. 4.3 Recreatievaart > 20 kilometer per uur De Provinciale Milieuverordening Zeeland kent in de Westerschelde echter een totaalverbod voor jetski s en waterskiën en een maximum vaarsnelheid voor recreatieve motorboten van 20 kilometer per uur. De Provinciale Milieuverordening Zeeland Zo zijn de locaties bij Zoutelande en Dishoek om veiligheidsredenen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeenten Vlissingen en Veere niet toegestaan en kan hier dus niet gekitesurft worden. De Provinciale Milieuverordening Zeeland kent momenteel voor de Westerschelde regels die afwijken van de Rijksregelgeving. In 2016 past de Provincie Zeeland de milieuverordening zodanig aan dat dit niet meer aan de orde is. Pagina 12 van 15

13 4.3 Vaargeulbeheer van de Wielingen Bijlage A TBB Haringvliet wordt in 2014 zodanig herzien dat snelvaren, jetskiën en waterskiën op een beperkt aantal plaatsen wordt toegestaan. Hierdoor is de Wielingen in 70% van de tijd bevaarbaar voor schepen met een diepgang van 16,5 meter. Activiteiten Oosterschelde zonder significante gevolgen en niet Nb-wet vergunningplichtig Uitzondering voor varen op het Zuiderdiep met vier elektrisch aangedreven sloepen en tien kajaks. Hierdoor hebben schepen met een diepgang van 16,5 meter in 70% van de getijden een vaarvenster om Sloehaven te bereiken. Kreeftenvisserij op visvakken is toegevoegd. De uitzondering in het toegangsbeperkingsbesluit is komen te vervallen. 2.5 Grevelingen Grevelingen Hoofdstuk Was Wordt Samenvatting Het Natura 2000-gebied de Grevelingen is een voormalige zeearm gelegen tussen Goeree- Overflakkee en Schouwen- Duiveland. Het Natura 2000-gebied de Grevelingen, ook wel bekend als het Grevelingenmeer, is een voormalige zeearm gelegen tussen Goeree- Overflakkee en Schouwen-Duiveland. 1.3 Beroepsmatig wordt er gevist op oesters (16 kwekerijen op 500 hectare, ruim 2 miljoen platte oesters). 1.3 De landelijke trend dat de palingbestanden achteruitgaan, geldt ook voor de Grevelingen. 4.5 Beroepsvisserij met vaste vistuigen 4.5 Beroepsvisserij met vaste vistuigen Er wordt gevist met hokfuiken, schietfuiken, kubben, korven en met de zegen. Om te voorkomen dat zeehonden en vogels verstrikt raken in hokfuiken, waardoor ze kunnen verdrinken, dient een keerwant in de hokfuik aanwezig te zijn. Beroepsmatig wordt er gevist op oesters (16 kwekerijen op 550 hectare, ruim 2 miljoen platte en japanse oesters). Deze zin weggehaald. Er wordt gevist met hokfuiken, schietfuiken, kubben en korven. Om te voorkomen dat zeehonden verstrikt raken in hokfuiken, waardoor ze kunnen verdrinken, dient een keerwant in de hokfuik aanwezig te zijn. Pagina 13 van 15

14 4.5 Beroepsvisserij met vaste vistuigen Bij uitstroomopeningen, kreken en bij sluizen dient een minimale afstand van 1000 meter te worden gehouden voor het plaatsen van fuiken omwille van migrerende vissen en visetende vogelsoorten waarvoor een instandhoudingsdoel geldt. De migratie van vissen zorgt voor een diverse visstand en genetische uitwisseling. Zin verwijderd. 2.6 Hollands Diep Hollands Diep Hoofdstuk Was Wordt 4.3 Beroepsvisserij met vaste vistuigen In het Hollands Diep wordt door vier beroepsvissers met vaste vistuigen gevist op paling, blankvoorn en brasem. Ze vissen met de fuiken en met de zegen. Zin toegevoegd: Het aalvisrecht is in 2011 tijdelijk ingetrokken. 2.7 Veerse Meer Veerse Meer Hoofdstuk Was Wordt 1.2 Ecologische waterkwaliteit [ ] dit wordt veroorzaakt door het verdwijnen van het areaal zeegras, sinds de aanleg van de Deltawerken. 1.3 Activiteiten in het Er wordt vooral gevist op Veerse Meer aal, bot en tong. 4.2 De Provinciale Milieuverordening Zeeland kent in het Veerse Meer echter een totaalverbod voor jetski s en waterskiën en een maximum vaarsnelheid voor recreatieve motorboten van 20 kilometer per uur. De Provinciale [ ] dit wordt veroorzaakt door het verdwijnen van het areaal zeegras sinds Er wordt vooral gevist op aal, bot en harder. De Provinciale Milieuverordening Zeeland kent momenteel voor het Veerse Meer regels die afwijken van de Rijksregelgeving. In 2016 past de Provincie Zeeland de milieuverordening zodanig aan dat dit niet meer aan de orde is. Pagina 14 van 15

15 4.2 Visserij met hokfuiken Gehele document Milieuverordening Zeeland wordt in 2014 zodanig herzien dat snelvaren en waterskiën op een beperkt aantal plaatsen wordt toegestaan en in de overige delen van het Veerse Meer een maximumsnelheid van 15 kilometer per uur geldt. In het Veerse Meer wordt gevist met hokfuiken. Vogels kunnen verstrikt raken in deze fuiken en daardoor verdrinken. Vrijstellingsvoorwaarden voor visserij met hokfuiken: In de hokfuiken dient een keerwant aanwezig te zijn. In het Veerse Meer wordt gevist met hokfuiken. Vogels kunnen verstrikt raken in deze fuiken en daardoor verdrinken. Er zijn echter geen redenen om aan te nemen dat de populatie significant negatieve effecten hiervan ondervindt. Er zijn geen voorwaarden voor vrijstelling van deze activiteit. In het beheerplan voor het Veerse Meer wordt enkele malen gesproken over "Oude Maas" en "Hollands Diep", terwijl het Veerse Meer wordt bedoeld. Dit is aangepast. Pagina 15 van 15