Agenda van de openbare Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn van 6 maart 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Agenda van de openbare Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn van 6 maart 2013"

Transcriptie

1 Agenda van de openbare Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn van 6 maart 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn Datum: woensdag 6 maart 2013 Aanvang: 17:30 uur Locatie: Wijsmanzaal Voorzitter: R. Waardenburg Secretaris: G.L. Buevink 1. Opening en mededelingen Bijlage - Maandagmail commissie AFW 6-3 (pdf) Bijlage - Mededelingenbrief CIE ROW (pdf) Bijlage - mededelingenbrief gedeputeerde van Dijk AFW maart 2013 (pdf) 2. Spreekrecht Er zijn geen insprekers 3. Vaststelling agenda en inventarisatie rondvraag PS agenda voor de vergadering van de Commissie Algemeen bestuur, Financiën en Welzijn van 6 maart 2013 (pdf) Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 (pdf) PS agendaverzoek ChristenUnie Rondetafelgesprekken sluiting kleine basisscholen (pdf) 4. Vaststelling van het verslag van de vergaderingen op 23 januari 2013 en 6 februari 2013, inclusief afsprakenlijst. PS ontwerpverslag van de extra vergadering op 23 januari 2013 (pdf) PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen bestuur, Financiën en Welzijn van 6 februari 2013 (pdf) Bijlage - geactualiseerde afsprakenlijst Commissie Algemeen Bestuur maart (pdf) Statenvoorstellen 5. Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk vragenrecht in provincie Gelderland PS voorblad Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk vragenrecht in provincie Gelderland (pdf) PS ontwerpbesluit (pdf) PS Rekenkamerbrief Statenvragen (pdf) 1

2 Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn - woensdag 6 maart 2013 Bijlage - PS reactie van GS (pdf) 6. Steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de beleidslijn verslechtering financiële positie gemeenten. PS voorblad steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de beleidslijn verslechtering financiële positie gemeenten (pdf) PS ontwerpbesluit steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de beleidslijn verslechtering financiële positie gemeenten (pdf) Bijlage - PS begrotingswijziging (pdf) PS statenvoorstel steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de beleidslijn verslechtering financiële positie gemeenten (pdf) 7. De ontwerpbegrotingen 2013 van het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen en het Openbaar Lichaam Regio Arnhem. 1-PS voorblad Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Openbaar Lichaam Regio Arnhem (pdf) 2-PS ontwerpbesluit Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Openbaar Lichaam Regio Arnhem (pdf) 3-PS statenvoorstel Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Openbaar Lichaam Regio Arnhem (pdf) Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen (pdf) Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem (pdf) 8. Reactie op brief Minister van BZK omtrent toezichtsvorm PS voorblad reactie op brief Minister van BZK omtrent toezichtsvorm 2013 (pdf) PS ontwerpbesluit reactie op brief Minister van BZK omtrent toezichtsvorm 2013 (pdf) Bijlage - PS concept-brief PS met reactie op toezichtbrief BZK (pdf) PS statenbrief omtrent reactie aan BZK (pdf) Bijlage - PS brief Ministerie van BZK (pdf) 9. Statenvoorstel Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling. PS voorblad Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling (pdf) PS ontwerpbesluit Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling (pdf) PS statenvoorstel Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling (pdf) 2

3 Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn - woensdag 6 maart 2013 Overige onderwerpen 10. Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen inclusief agendaverzoek D66 n.a.v. de notitie PS voorblad Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen (pdf) PS agendaverzoek D66 Europese programma s (pdf) Statennotitie - PS notitie Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen (pdf) PS bijlage Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen (pdf) 11. Kadernotitie Midtermreview PS voorblad Kadernotitie Midtermreview (pdf) PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview (pdf) 12. Rondvraag 13. Sluiting 3

4 Bijlage - Maandagmail commissie AFW 6-3 Maandagmail commissie AFW Vorig jaar is de commissie in een informele setting tussentijds geïnformeerd over de eerste tranche Stad en Regio. Gedeputeerde Van Dijk wil u ook ten aanzien van de tweede tranche in informele setting informeren over het proces verloop en de tussentijdse bevindingen. Tijd: aansluitend aan de vergadering van de commissie AFW op 6 maart a.s. Locatie: Wijsmanzaal Opmerkingen vanuit de griffie bij de agenda van de commissie AFW: 1. Opening en mededelingen Medelingenbrief van gedeputeerde Van Dijk Mededelingenbrief voor de commissie ROW van februari 2013 (zie ook hieronder de opmerkingen n.a.v. de afsprakenlijst). Gedeputeerde Staten zijn in de commissie vertegenwoordigd door de gedeputeerden Van Dijk en Markink. 2. Spreekrecht Er zijn geen insprekers 3. Agenda/inventarisatie rondvraag Er is één agendaverzoek ingediend: Agendaverzoek ChristenUnie: Rondetafelgesprekken sluiting kleine basisscholen (PS ) 4. Verslag Er zijn geen verzoeken binnengekomen om de tekst te wijzigen Afsprakenlijst Er is een geactualiseerde afsprakenlijst beschikbaar. Voorgesteld wordt de afspraken 39, 50 en 57 als afgehandeld te beschouwen. Bij afspraak 48 (investeringsfonds woningbouwcorporaties) wordt verwezen naar de mededelingenbrief voor de commissie ROW van februari Deze mededelingenbrief is integraal opgenomen onder agendapunt Rekenkamerbrief betreffende het schriftelijk vragenrecht Rekenkamer Oost-Nederland is vertegenwoordigd bij dit agendapunt. 12. Rondvraag Er zijn geen rondvragen vooraf aangemeld. NB De documenten waarnaar verwezen wordt zijn opgenomen in digitale agenda van de commissie: De tekst van deze maandagmail is opgenomen onder agendapunt 1, Opening en mededelingen. 4

5 Bijlage - Mededelingenbrief CIE ROW Aan de statencommissie ROW Bezoekadres Huis der Provincie Markt CG Arnhem telefoon (026) telefax (026) post@gelderland.nl internetsite Postadres Postbus GX Arnhem datum zaaknummer 6 februari onderwerp Mededelingenbrief Geachte commissieleden, Motie nummer 80: investeringsfonds woningcorporaties (P. Stein, 9769) In de vergadering van 7 november 2012 hebben PS met motie nummer 80 Deze tijd vraagt een investeringsfonds voor woningcorporaties ons college verzocht begin 2013 een notitie voor te leggen waarin wordt nagegaan of een op korte termijn in te stellen revolving fund voor woningcorporaties een zinvol antwoord is op gesignaleerde problemen in de woningbouw. Zoals bekend is ook in de Tweede Kamer gesproken over de gevolgen van de invoering van een nieuw huurwaarderingsstelsel en een verhuurderheffing voor de mogelijkheid voor woningcorporaties om te investeren. Omdat er aan de hand van verschillende rapporten verschillende conclusies getrokken worden heeft de minister toegezegd het CPB opdracht te geven om een en ander opnieuw door te rekenen. De minister zal de Kamer in het voorjaar daarover informeren. Om een juiste inschatting te kunnen maken van de omvang van de problematiek willen wij dat moment afwachten. Ondertussen zullen we in overleg met de Gelderse regio s proberen te achterhalen waar en in welke mate de problematiek zich in onze provincie voor doet. Zodra wij meer duidelijkheid hebben komen wij op dit onderwerp bij u terug. Risico s en maatregelen voor grondwaterbeschermingsgebieden in beeld (8683 M.van Delst, 8756) Een van de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is de drinkwaterkwaliteit zo goed mogelijk veilig te stellen. In deze richtlijn is daarom bepaald dat de zuiveringsinspanning van het grondwater, bedoeld voor de bereiding van drinkwater, niet mag toenemen. Omdat de provincie wettelijk verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het water dat wordt gebruikt voor de bereiding van de openbare drinkwatervoorziening, is zij verplicht inhoud te geven aan het bepaalde in de KRW. In dat kader hebben Vitens en provincie Gelderland onder andere de Overeenkomst Duurzame Drinkwatervoorziening Gelderland afgesloten. Hierin is overeengekomen dat de provincie verantwoordelijk is voor het opstellen van gebiedsdossiers voor alle 45 drinkwaterwinningen in Gelderland. In deze dossiers wordt een beschrijving gegeven van de grondwaterbeschermingsgebieden met daarbij een overzicht van risico s en knelpunten en de eventueel te nemen maatregelen. De dossiers zijn gezamenlijk met direct betrokken partners (gemeentes, waterschap, Vitens) opgesteld. Over de uitvoering en financiering van de maatregelen worden in 2013 nadere afspraken gemaakt. inlichtingen bij dhr. G.J. Slag telefoonnummer (026) adres post@gelderland.nl BNG 's-gravenhage, rekeningnummer Rabobank, rekeningnummer ING, rekeningnummer btw-nummer NL B03 IBAN-nummer NL74BNGH SWIFT/BIC: BNGHNL2G 5

6 Bijlage - Mededelingenbrief CIE ROW Een aantal activiteiten is al in uitvoering of besproken met betrokken partners. Bijvoorbeeld: - Actualisatie Provinciale milieuverordening Gelderland en deze opnemen in de Omgevingsverordening - Actualisatie begrenzing van grondwaterbeschermingsgebieden - Aanwijzing uitzonderingsgebieden energiesystemen in de bodem - Afstemming werkzaamheden met waterschap - Overleg met gemeenten over actuele ruimtelijke ontwikkelingen. Een van de nog uit te voeren maatregelen is het jaarlijks voeren van een gesprek met de gemeentes waarin grondwaterbeschermingsgebieden liggen. Dit gesprek is bedoeld om de gemeentes meer te betrekken bij de bescherming van de drinkwaterwinningen en om, als provincie zijnde, meer betrokken te worden bij gemeentelijke ontwikkelingen in deze gebieden. Het opstellen van deze dossiers is verdeeld in 3 tranches. De 5 dossiers van de 1 e tranche (zeer kwetsbare gebieden) zijn in 2011 door GS vastgesteld. De 19 dossiers van de 2e tranche (kwetsbare gebieden) zijn in januari 2013 door GS vastgesteld. De 3 e tranche (de 16 minder kwetsbare gebieden) wordt in 2013 gestart en afgerond. Convenant Verkenningen interprovinciale drinkwaterleveringen (HJ Reit, 8683) De provincie (GS) is vergunningverlener voor de drinkwaterwinning op basis van de Waterwet en verantwoordelijk voor de bescherming van het grondwater. In Gelderland wordt zo n 135 miljoen m3 grondwater per jaar voor drinkwater onttrokken. Vitens levert drinkwater in Friesland, Overijssel, Flevoland, Utrecht en Gelderland, daarnaast delen van Drente en Noord-Holland. Om de drinkwatervoorziening voor de lange termijn veilig te stellen heeft Vitens voor haar voorzieningsgebied de Lange Termijn Visie (LTV) Wininfrastructuur Zicht op Water opgesteld.. Vervolgens hebben Vitens en zeven provincies op 8 februari 2011 het Convenant Verkenningen Interprovinciale Drinkwaterlevering ondertekend. In dit convenant stellen partijen zich, vanwege de wettelijk gedeelde verantwoordelijkheid voor het borgen van de toekomstige drinkwatervoorziening, tot doel gezamenlijk via een verkennend onderzoek de noodzaak en mogelijkheden van interprovinciale drinkwaterleveringen in beeld te brengen. De LTV vormt hiervoor de basis. In het convenant zijn de op te lossen knelpunten en het gewenste resultaat beschreven.de knelpunten komen voornamelijk voort uit een toenemende vraag naar drinkwater (bv. Flevoland en Utrecht), waterkwaliteitsproblemen (Overijssel, Utrecht) en beperkte leveringszekerheid bij calamiteiten / problemen. De provincie Gelderland voorziet zelf geen knelpunten voor deze termijn. In het kader van het convenant is eerst een uniform beoordelingskader voor winningen opgesteld. De mogelijkheden van winningen zijn beperkt tot realistische opties. Drinkwaterwinning uit oppervlaktewater is één van de realistische opties. Het opstellen van het beoordelingskader heeft langer geduurd dan voorzien. Daarom is het convenant verlengd tot en met Het verkennend onderzoek zal een beschrijving opleveren van alternatieven om de knelpunten op te lossen en de effecten daarvan. In een gezamenlijk bestuurlijk overleg met de provincies en Vitens zal duidelijk worden of en zo ja, waar welke vervolgtrajecten worden gestart. Dit vervolgtraject kan bestaan uit de uitvoering van een MER-studie en nadere besluitvorming in het kader van de (vergunningverlening) Waterwet. Het gezamenlijk bestuurlijk overleg is gepland voor het najaar van

7 Bijlage - Mededelingenbrief CIE ROW De provincie Gelderland is bij alle drie onderscheiden deelgebieden betrokken, namelijk Friesland/Ve-luwe, Centraal en West Nederland en Achterhoek. Voor de onderzoeken in deze gebieden hanteren we de beleidslijnen uit het Waterplan Gelderland Het Gelders beleid voor de drinkwatervoor-ziening en de grondwaterbescherming is tot erop gericht om voor de lange termijn in Gelderland op een verantwoorde manier vanuit grondwater in drinkwater te kunnen voorzien. Ruimte voor de Rivier (H. Takke, 8369) Nijmegen omarmt de Waal De uitvoering van diverse Gelderse maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier komt steeds dichterbij. Op 22 januari heeft de minister van Infrastructuur en Milieu de officiële starthandeling verricht voor de maatregel Nijmegen omarmt de Waal. Door het graven van een nevengeul ontstaat een nieuw eiland in de Waal dat met drie bruggen met Nijmegen Noord wordt verbonden. In augustus 2016 wordt deze maatregel afgerond. Meer informatie over deze maatregel staat op: Munnikenland Ook op andere plaatsen langs de Waal krijgt de rivier meer ruimte. Rondom Slot Loevestein in het Munnikenland werken het rijk, waterschap, gemeente Zaltbommel en de provincie aan een dijkverlegging en een uiterwaardvergraving. Het bouwbord is onthuld en onder grote publieke belangstelling is een eerste informatiebijeenkomst over de uitvoering van het project verzorgd. De officiële opening vindt dit voorjaar plaats. Meer informatie over deze maatregel staat op: Coördinatie vergunningen De provincie Gelderland verzorgt voor een groot aantal maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier de coördinatie van de vergunningverlening. Belanghebbenden worden zo in staat gesteld hun bezwaren op één moment bij één instantie in te dienen. Ontwerp en definitieve beschikkingen worden tegelijkertijd afgegeven. Op deze manier is de maatregel voor De Tollewaard (gemeente Neder Betuwe) inmiddels onherroepelijk geworden. De uitvoering van dit project is nu begonnen! Nieuw onteigeningsverzoekbesluit voor de Beijer (P. Van Eijndthoven, 8800) Ambtelijk heeft de Kroon, de instantie die een Koninklijk Besluit moet nemen om over te kunnen gaan tot onteigening van de eigendommen van het bedrijf de Beijer, ons bericht dat er een fout is gemaakt in de procedure. Het bedrijf de Beijer heeft de Kroon hier in haar zienswijze op gewezen. Wij hebben het bedrijf eind april 2012 een aanbod gedaan tot schadeloosstelling en het bedrijf 6 weken bedenktijd gegeven om hierop te reageren. Wij hebben u binnen deze termijn, op 30 mei, een onteigeningsverzoekbesluit laten nemen. Dat is voorbarig geweest, dit besluit had pas genomen kunnen worden toen de termijn was verstreken. Overigens is het dossier voorafgaand aan de definitieve aanbieding door de Kroon getoetst op procedures, toen is deze fout niet vastgesteld. Dit betekent dat wij de Kroon zullen verzoeken de procedure nu te stoppen. Wij zullen u een nieuw onteigeningsverzoekbesluit voorleggen in de PS vergadering van april. Voorafgaand aan het onteigeningsverzoekbesluit zullen wij het bedrijf een nieuw bod doen wat is geactualiseerd naar aanleiding van de ver gevorderde onderhandelingen over de schadeloosstelling en de inrichting van het terrein Waalwaard. De Kroon heeft aangegeven het dossier direct in behandeling te nemen als het opnieuw eind april wordt ingediend. Wij verwachten eind 2013 een Koninklijk Besluit, in de oorspronkelijke procedure werd het Koninklijk Besluit eind juli verwacht. Dan is er nog een jaar om de gerechtelijke procedure te doorlopen. Dit is voldoende om de inrichtingstermijnen voor de Millingerwaard te halen. 3 7

8 Bijlage - Mededelingenbrief CIE ROW Project Overnachtingshaven Lobith (GJ Gieslink, 9722) Het project overnachtingshaven Lobith is onderdeel van het rijksproject Toekomstvisie Waal, zoals opgenomen in het MIRT. Daarin is het (uitvoeringsgerichte) beleid voor een veilige en vlot doorvaarbare rivier, een belangrijke transportas, vastgelegd. Onderdeel daarvan is de uitbreiding van de ligplaatsencapaciteit, onder andere bij Lobith. Dit beleid is ook verankerd in het ruimtelijk beleid van de provincie. Deze zorg om voldoende veilige ligplaatsen bestaat al lange tijd. Om diverse redenen is het nog niet gekomen tot de bestemming en aanleg van een nieuwe, grotere haven. In overleg met de minister en in afstemming met de gemeente neemt de provincie de ruimtelijke inpassing middels een provinciaal inpassingsplan voor haar rekening. Op 12 juli kreeg GS deze (decentralisatie)opdracht van de minister van Infrastructuur en Milieu. GS heeft er voor gekozen om de opdracht samen met gemeente Rijnwaarden en Rijkswaterstaat uit te voeren. Daarvoor is op 20 december een intentieovereenkomst gesloten. De drie partijen willen in twee stappen komen tot het gewenste resultaat, een inpassingsplan voor de nieuwe overnachtingshaven. Het gaat er dus om de bestaande overnachtingshaven Tuindorp met 25 ligplaatsen te vervangen door een nieuwe haven met 70 ligplaatsen voor grotere schepen. Daarvoor zijn in principe 3 locaties geschikt geacht. In de eerste stap zal een locatie moeten worden gekozen. Als die locatie wordt gevonden adviseren de drie partijen dat aan de minister, die daar een MIRT-2 besluit over moet nemen. Het vervolg is het opstellen van een inpassingsplan, die de bestemming overnachtingshaven legt op de gekozen locatie (MIRT-3). Over het hoe en wat van deze fase zal een samenwerkingsovereenkomst worden opgesteld. Beide fasen nemen naar verwachting (ieder) 1,5 jaar in beslag. Met de vaststelling van het provinciaal inpassingsplan wordt tevens een realisatieovereenkomst over de (voorbereiding van) de aanleg, die door Rijkswaterstaat wordt uitgevoerd, getekend (MIRT-4). Daarmee is het werk voor de drie partijen gezamenlijk afgerond. De locaties Oude Waal, Bijland en Beijenwaard worden in een MER onderzocht. De voornemens voor het onderzoek liggen met de notitie Reikwijdte en detailniveau ter inzage van 20 december tot en met 30 januari. De provincie is bevoegd gezag. Op 17 januari jongstleden hebben de drie samenwerkende partijen een informatieavond gehouden in het gemeentehuis van Rijnwaarden. Hoogachtend, namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, Mw. J.P.M. Meijers lid van Gedeputeerde Staten 4 8

9 Bijlage - mededelingenbrief gedeputeerde van Dijk AFW maart 2013 Bezoekadres Huis der Provincie Markt CG Arnhem Postadres Postbus GX Arnhem Leden van de statencommissie Algemeen bestuur, Financiën en Welzijn telefoonnummer (026) telefaxnummer (026) adres post@gelderland.nl internetsite datum zaaknummer 4 maart onderwerp Mededelingen aan de statencommissie Algemeen bestuur, Financiën en Welzijn maart 2013 Geachte leden Hierbij sturen wij u de mededelingenbrief van 4 maart In deze brief leest u meer over de Informatiebijeenkomst provinciale ondersteuning en subsidies Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen. Deze zal plaatsvinden op 18 maart 2013, van tot uur in Cultureel Centrum De Kinkel te Bemmel. Op 7 november stelden uw Staten het voorstel Leefbaarheid en gemeenschapsvoorzieningen (PS ) vast. Dat voorstel beschrijft hoe de provincie Gelderland de komende jaren wil blijven bijdragen aan het behoud en de versterking van de leefbaarheid. Dit door een combinatie van subsidiemogelijkheden en ondersteuningsaanbod. Ons college heeft de uitvoering direct ter hand genomen in de vorm van een nieuwe subsidieregeling en een concreet ondersteuningsaanbod voor lokale initiatieven en gemeenschapsvoorzieningen. Op de bijeenkomst informeren wij belanghebbenden over zowel de subsidiemogelijkheden als over het ondersteuningsaanbod. Ook presenteren wij de uitkomsten van een inventariserend onderzoek naar de situatie van dorpshuizen en Kulturhusen in Gelderland en gaan wij graag met de aanwezigen in gesprek over actuele ontwikkelingen rond het thema leefbaarheid en over de bijdrage van de provincie daaraan. Hoogachtend, namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, dr. J.J. van Dijk gedeputeerde voor Regiocontacten en Stedenbeleid, Recreatie en Toerisme, Zorg en Welzijn inlichtingen bij dhr. R.G.W. Gerrits telefoonnummer (026) adres post@gelderland.nl BNG 's-gravenhage, rekeningnummer Rabobank, rekeningnummer ING, rekeningnummer btw-nummer NL B03 code: mededelingenbrief van Dijk AFW maart 2013.docx / H598 IBAN-nummer NL74BNGH SWIFT/BIC: BNGHNL2G 9

10 PS agenda voor de vergadering van de Commissie Algemeen bestuur,... Provinciale Staten Agenda Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn 6 maart 2013 PS Plaats : Huis der Provincie, Wijsmanzaal Tijd : uur Voorzitter : R. Waardenburg (renske-waardenburg@planet.nl; tel ) Secretaris : G.L. Buevink (g.buevink@gelderland.nl; tel. (026) ) Bijlage : Lijst van ingekomen stukken 1 1. Opening en mededelingen 2. Spreekrecht 2 3. Vaststelling agenda (PS ) en inventarisatie rondvraag 4. Vaststelling van het verslag van de vergadering op 23 januari 2013 (PS ) en 6 februari 2013 (PS ) en afsprakenlijst. Statenvoorstellen 5. Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk vragenrecht in provincie Gelderland (PS ), inclusief reactie GS. 6. Steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de beleidslijn verslechtering financiële positie gemeenten (PS ) 7. De ontwerpbegrotingen 2013 van het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen en het Openbaar Lichaam Regio Arnhem (PS ) 8. Reactie op brief Minister van BZK omtrent toezichtsvorm 2013 (PS ) 9. Statenvoorstel Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling (PS ) Overige onderwerpen 10. Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen (PS ) (inclusief agendaverzoek D66 n.a.v. de notitie) 11. Kadernotitie Midtermreview (PS ) 12. Rondvraag 13. Sluiting Arnhem, 21 februari zaaknr ) Een verzoek van een commissielid om een niet-geagendeerd onderwerp in de commissievergadering te bespreken, moet vóór maandag uur voorafgaand aan de commissievergadering, worden ingediend bij de voorzitter. 2) Insprekers kunnen zich tot uiterlijk maandag uur voorafgaand aan de commissievergadering, aanmelden bij de secretaris onder vermelding van hun naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp. Alle stukken met een PS-nummer zijn te raadplegen via het Stateninformatiesysteem op internet: 10

11 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 PS Onderwerp Documentsoort PSNummer Behandeladvies 1 AFW - Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk vragenrecht in provincie Gelderland Statenvoorstel PS AFW 6-3; PS MIE - Bio- en mestvergisting in Gelderland Notitie PS MIE AFW - Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen Notitie PS AFW 6-3; inclusief agendaverzoek D66 4 MIE/ROW/AFW - Uitbreiding bedrijvenpark Medel: grenscorrectie en Notitie PS voor kennisgeving inpassingsplan aannemen 5 LCJ - Tussenrapportage Commissie Monitoring Transitie Jeugdzorg Notitie PS voor kennisgeving aannemen 6 MIE - Reconstructie knooppunt Hoevelaken Notitie PS MIE MIE - Vervolg N786 Dieren-Apeldoorn Notitie PS Afgevoerd van agenda MIE 6-2. Te betrekken bij Meerjarenprogramma mobiliteit 9 MIE - Schriftelijke vragen van statenlid Wullink (GW) over afspraken tussen provincie, gemeente Rheden en landgoed Twickel in het kader van verlegging N MIE - Schriftelijke vragen van P. Kouwenberg (PVV) over werkomstandigheden van de chauffeurs op de Regiotaxi 11 ROW - Schriftelijke vragen van W. Groot en A. Vos de Wael (VVD) over waterveiligheid en zoetwatervoorziening Gelderland 12 AFW - Aanvullende schriftelijke vragen van M. Faber (PVV) over subsidies Culemborg inzake Kleine Steden Beleid (zie ook PS2013-5) 13 LCJ - Schriftelijke vragen van L. van der Veer (PvdDieren) over vuurwerk naast een Natura 2000 gebied 14 AFW - Schriftelijke vragen van M. Faber (PVV) over DIV Documentatie en informatie voorziening 15 LCJ/AFW - Schriftelijke vragen van L. van Milaan (D66) over Wet normering topinkomens Jeugdzorg, Jeugdhulpverlening Statenvragen PS Statenvragen PS Statenvragen PS Statenvragen PS Statenvragen PS Statenvragen PS Statenvragen PS Page 1 11

12 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 PS Schriftelijke vragen van L. van der Veer (PvdDieren) over diervriendelijke catering 17 ROW - Schriftelijke vragen van A. Vos de Wael (VVD) en I. Hijman (PvdA) over voorontwerp Inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard 18 MIE - Beantwoording schriftelijke vragen van M. Scheffer (D66) over vestiging overlastgevende bedrijven Eeuwlandseweg te Heerde 19 ROW - Beantwoording schriftelijke vragen van E. Venema en D. ter Haar (PVV) over windmolenparken 20 AFW - Beantwoording schriftelijke vragen van M. Faber (PVV) over subsidies Culemborg inzake Kleine Steden Beleid Statenvragen PS Statenvragen PS Antwoord op statenvragen Antwoord op statenvragen Antwoord op statenvragen PS voor kennisgeving aannemen PS voor kennisgeving aannemen PS voor kennisgeving aannemen 21 MIE - Afschrift van brief van B&W Zaltbommel met verzoek om financiële bijdrage aan fietspad Gameren-Zaltbommel Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 22 LCJ - Brief van Dierenbescherming over ganzenakkoord Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 23 PS - Melding buitenlandse reis en deelname Wereldcongres UITP in Genève van ged. Bieze 24 PS - Melding nevenfunctie plv. Commissaris van de Koningin: lid Comité van Aanbeveling van Stichting Landelijk Notarieel Studentencongres Nijmegen t.b.v. landelijk Notarieel Studentencongres op 18 april 2013 Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 25 PS - Melding nevenfunctie plv. Commissaris van de Koningin: lid Comité van Aanbeveling t.b.v. het World Cup damtoernooi in september 2013 Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 26 MIE - Brief van Stichting Hoevelaken Bereikbaar en Leefbaar over statennotitie Reconstructie knooppunt Hoevelaken (PS ) 27 MIE - Brief van Stichting Natuur en Milieu Aalten over fietsvriendelijkheid van provinciale wegen rond Aalten 28 MIE - Brief van de familie Krajenbrink te De Heurne over chaos op het spoor Arnhem-Winterswijk 29 PS - Melding nevenfuncties ged. Meijers: Voorzitter Raad van Toezicht RSG Lingecollege te Tiel en lid Raad van Advies Master City Developer Ingekomen stuk PS betrokken bij commissiebesprekingen Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 30 PS - Jaarverslag Griffie 2012 Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Page 2 12

13 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 PS AFW/LCJ - Brief Cultuurspinnerij De Vasim over Toekomst Cultuurspinnerij De Vasim in Nijmegen en vestiging Museum WOII Ingekomen stuk PS t.z.t. betrekken bij besluitvorming in AFW 32 LCJ - Brief van Kunstbende over continuering Kunstbende Gelderland Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 33 PS - Monitor Integriteit Openbaar Bestuur 2012 Ingekomen stuk PS betrekken bij integriteitsdag 34 MIE - Afschrift van brief van VNG aan Tweede Kamer over rapport Maatschappelijike kosten-baten analyse van decentrale duurzame elektriciteit 35 MIE - Bericht van ROCOV Gelderland over prijsstijgingen OV en diverse ontvangen klachten Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS MIE LCJ - Afschrift mail van Stichting World Statues aan GS over subsidie Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 37 LCJ - Brief van De Faunabescherming over ecoduct Hulshorst Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 38 LCJ/ROW - Brief van LTO Noord Glaskracht Sectie Gelderland West Tuinbouwplatform Bommelerwaard over voorontwerp Inpassingsplan Bommelerwaard 39 AFW - Brief van R. Barends, Nieuw Leefbaar Gelderland over Omroep Gelderland en Electrabel 40 PC - Brief van R. Barends, Nieuw Leefbaar Gelderland over afschriften van klachten ex art. 9:1 Awb inzake niet ter inzage liggen Statencommissiestukken LCJ, ROW, AFW en MIE Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 41 MIE - Brief van Dorpsraad Oosterhuizen over notitie Vervolg N786 Dieren- Ingekomen stuk PS voor kennisgeving Apeldoorn (PS ) aannemen 42 MIE - Bericht van VNO-NCW Midden over besluitvorming N786 Dieren- Ingekomen stuk PS voor kennisgeving Apeldoorn aannemen 43 MIE - Nieuwsbericht project IJsseldijk Westervoort Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 44 MIE - Brief van Soerens Belang over de Statennotitie Vervolg N786 Dieren- Ingekomen stuk PS voor kennisgeving Apeldoorn (PS ) aannemen 45 LCJ - Brief van Stichting Villa Mondriaan over subsidie Ingekomen stuk PS LCJ 6-2, PS MIE - Mededelingenbrief van gedeputeerde Traag voor de commissie MIE, Ingekomen stuk PS voor kennisgeving december 2012 aannemen 47 MIE - Bericht van dhr. en mw. Smink te Nijkerkerveen over de geluidsbelasting knooppunt Hoevelaken Ingekomen stuk PS betrokken bij commissiebesprekingen Page 3 13

14 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 PS MIE - Brief van de werkgroep Westerdorpstraat Hoevelaken over geluidsbelasting bij knooppunt Hoevelaken 49 MIE - Brief van ROCOV-Gelderland over afschaffing trajectkaarten en sterabonnementen 50 AFW - Mededelingenbrief van gedeputeerde Markink oor de Provinciale Staten n.a.v. vragen uit de Commissie AFW 51 MIE - Bericht van Actiegroep Hoor de Wind Waait over de voorgenomen start van een inpassingsplanprocedure voor plaatsing van windmolens in De Bijvanck 52 MIE - Beroepsschrift van de Stichting Hoevelaken Bereikbaar en Leefbaar tegen het Wegaanpassingsbesluit A28 inzake afsluiting afrit Hoevelaken Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS MIE 6-3 Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS betrokken bij statendebat Ingekomen stuk PS betrokken bij commissiebesprekingen 53 AFW - Concept-begroting Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013 en begeleidend schrijven 54 LCJ - Mededelingenbrief gedeputeerde Traag d,d, 21 januari 2013 voor de commissie LCJ 55 LCJ - Brief van de Gebiedscommissie Beekvliet-Stelkampsveld over Realisatie natuurontwikkelingsprojecten Achterhoek, inclusief voorstel tot subsidieverlening aan het Waterschap Rijn en IJssel 56 PS - Brief van Actiegroep HoorDeWindWaait over juridische relevantie Windmolenpark 57 MIE - Zienswijze van dhr. Bergers te Voorthuizen op ontwerp-inpassingsplan rondweg Voorthuizen N MIE - Brief van actiegroep Hoordewindwaait met principeverzoek voor het realiseren van windmolenpark Posmolenbank 59 MIE - Bericht van Nederlandse Wind Energie Associatie over mogelijkheden van windenergie in Gelderland Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS betrekken bij statenvoorstel Ingekomen stuk PS betrokke bij statendebat Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen Ingekomen stuk PS voor kennisgeving aannemen 60 MIE - Bericht van dhr. Wildeboer te Voorthuizen over nut en noodzaak van Ingekomen stuk PS voor kennisgeving de N303 Voorthuizen aannemen 61 AFW - Onderhandelaarsakkoord over financiën medeoverheden Ingekomen stuk PS besproken in extra vergadering AFW AFW - Agendaverzoek SP: Aanscherping regels rond naleving van de Agenda PS AFW 6-2 Balkenendenorm door gesubsidieerde instellingen 63 MIE - Agendaverzoek ChristenUnie: Knooppunt Hoevelaken Agenda PS MIE AFW - Agendaverzoek PvdDieren: aankondiging troonsafstand Hare Agenda PS AFW 6-2 Majesteit Koningin Beatrix Page 4 14

15 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 Lijst ingekomen stukken PS 20 maart 2013 PS PS - Debatverzoek SP Principeverzoek Raedthuys Windenergie BV voor het ontwerpen van een inpassingsplan voor windmolenpark Bijvanck te Zevenaar Agenda PS PS 23-1 Arnhem, 21 februari 2013, zaaknummer Page 5 15

16 PS agendaverzoek ChristenUnie Rondetafelgesprekken sluiting kleine... Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies Griffie) Overleg-/ beslispunten Context Rondetafelgesprekken sluiting kleine basisscholen PS Commissie Algemeen Bestuur, Financiën, Welzijn d.d. 6 maart 2013 Als Provinciale Staten een rondetafelgesprek organiseren om een beeld te krijgen van de mogelijke gevolgen in Gelderland van het advies van de onderwijsraad om scholen met minder dan 100 leerlingen te sluiten. De Onderwijsraad heeft een advies uitgebracht dat erop neerkomt dat (kleine) basisscholen met minder dan 100 leerlingen binnen vijf jaar zouden moeten sluiten. De ChristenUnie Gelderland heeft hier grote zorgen over. Uit de (meest recent beschikbare peildatum) leerlingenaantallen van basisscholen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap blijkt dat het alleen al in Gelderland 201 scholen betreft. Dit zal grote gevolgen hebben voor de leefbaarheid in de stad en op het platteland. Op basis van de gegevens van het ministerie gaat het bijvoorbeeld in de gemeente Berkelland om 12 scholen, in Apeldoorn en Bronckhorst 13, in Elburg, Epe, Heerde, Oude IJsselstreek om 7 scholen en Aalten, Brummen, Buren, Doetinchem. Ermelo, Geldermalsen, Montferland, Neder- Betuwe, Oldebroek en West Maas en Waal om 4 scholen, etc. In totaal 46 Gelderse gemeenten zouden hierdoor worden geraakt. Via Stads- en Regiocontracten investeert Gelderland ruim 150 miljoen euro als inzet voor dynamische steden en vitale regio s. Daarmee wordt beoogd in partnerschap te werken aan structuurversterking en daarmee de leefbaarheid te vergroten. De ChristenUnie wil graag in beeld gebracht zien wat de gevolgen zouden zijn in de verschillende Gelderse regio s als het advies van de onderwijsraad wordt overgenomen en werkelijkheid gaat worden. Hierbij willen we breder kijken dan alleen de mogelijk te kleine scholen, we willen ook de omgeving in beeld krijgen, zoals de leefbaarheid in wijken en dorpen, gevolgen van het vervoer naar de scholen en mogelijke verkeers- (on)veiligheid door langere fietsafstanden door kinderen in de basisschool leeftijd. Dit willen we graag in kaart brengen door gesprekken met betrokkenen uit het onderwijsveld zoals besturen en ouderverenigingen, maar ook vertegenwoordigers van gemeenten, dorpen en wijkbewoners. 16

17 PS agendaverzoek ChristenUnie Rondetafelgesprekken sluiting kleine... Hierbij zouden we graag o.a. antwoord krijgen op de volgende vragen: - Hoe groot is de school in de wijk of het dorp nu en wat zijn de prognoses voor de komende 10 jaar? - Wat is de afstand die de kinderen moeten afreizen bij sluiting van de huidige school naar de dichtstbijzijnde andere school? - Wat is het gevolg van sluiting van de school voor uw wijk of dorp, welke voorzieningen staan er meer op het spel? - Is er de mogelijkheid tot een zogenaamde brede school met behoud van identiteit of tot een fusie om wel op het gewenste minimumaantal leerlingen te komen? Ongetwijfeld hebben meerdere politieke partijen binnen Provinciale Staten grote zorgen over de mogelijke gevolgen voor stad en platteland indien het advies van de Onderwijsraad om basisscholen met minder dan 100 leerlingen binnen vijf jaar te sluiten, wordt doorgevoerd. Daarom zouden we graag niet als afzonderlijke fractie, maar als Provinciale Staten deze rondetafelgesprekken organiseren. We leggen daarom de leden van Provinciale Staten (commissie AFW) de volgende vragen voor: 1. Deelt u met ons deze zorgen? 2. Is uw fractie bereid deel te nemen aan een te organiseren rondetafelgesprek? 3. Steunt u dat een dergelijke rondetafelgesprek vanuit de Staten wordt georganiseerd? Opmerkingen Griffie De bedoeling is om in de maand april/mei hieraan invulling te geven. Meer informatie Statenlid Peter van t Hoog Tel p.vthoog@gmail.com Ontvangen door Griffie: 4 maart 2013 / Geplaatst op SIS: 4 maart

18 PS agendaverzoek ChristenUnie Rondetafelgesprekken sluiting kleine... Bevoegd gezag Schoolnaam Plaats Gem. Code Gemeente Provincie Denominatie leerlingen op teldatum BRIN Vestiging 05QO Chr Basissch De Klimop AALTEN 0197 Aalten Gelderland Protestants-Christelijk 90 06ZL Basisschool't Mollenveld AALTEN 0197 Aalten Gelderland Protestants-Christelijk 84 08BQ Basissch 't Warmelinck AALTEN 0197 Aalten Gelderland Protestants-Christelijk 83 05LR Chr Basisschool Barlo AALTEN 0197 Aalten Gelderland Protestants-Christelijk UV de Poort LOENEN GLD 0200 Apeldoorn Gelderland Rooms-Katholiek 97 17OM PC Basissch Pr Beatrix WENUM WIESEL 0200 Apeldoorn Gelderland Protestants-Christelijk 97 07CX De Vijfster APELDOORN 0200 Apeldoorn Gelderland Antroposofisch 95 17DM PC BS De Gong - Matengaarde APELDOORN 0200 Apeldoorn Gelderland Protestants-Christelijk 90 17TJ OBS De Reiziger APELDOORN 0200 Apeldoorn Gelderland Openbaar 86 17ZA OBS De Kakelhof HOENDERLOO 0200 Apeldoorn Gelderland Openbaar 85 17YJ OBS Het Gilde APELDOORN 0200 Apeldoorn Gelderland Openbaar 78 05MG Prinses Julianaschool LIEREN 0200 Apeldoorn Gelderland Protestants-Christelijk 75 17OE OBS De Gentiaan APELDOORN 0200 Apeldoorn Gelderland Openbaar 75 17YJ OBS Het Gilde KLARENBEEK 0200 Apeldoorn Gelderland Openbaar 74 17SE OBS De Steenbeek UGCHELEN 0200 Apeldoorn Gelderland Openbaar 73 17PC PC Basisschool Beemte BEEMTE BROEKLAND 0200 Apeldoorn Gelderland Protestants-Christelijk 43 29YB Wonderwijs LOENEN GLD 0200 Apeldoorn Gelderland Algemeen bijzonder VQ Basisschool Kunst Rijk ARNHEM 0202 Arnhem Gelderland Rooms-Katholiek 76 04WE RK BS De Vlindertuin ARNHEM 0202 Arnhem Gelderland Samenwerking PC, RK 54 30KL Cosmicus ARNHEM 0202 Arnhem Gelderland Algemeen bijzonder YT Antonius Basissch BARNEVELD 0203 Barneveld Gelderland Rooms-Katholiek 99 07EK NH Basisschool De Zaaier TERSCHUUR 0203 Barneveld Gelderland Protestants-Christelijk 98 11FZ Plantijn BARNEVELD 0203 Barneveld Gelderland Openbaar 98 04TN Het Anker ZWARTEBROEK 0203 Barneveld Gelderland Protestants-Christelijk 84 13OA Basisschool Pr Beatrix DE GLIND 0203 Barneveld Gelderland Protestants-Christelijk 73 04KO De Lichtboei KOOTWIJKERBROEK 0203 Barneveld Gelderland Protestants-Christelijk YS Basisschool Dr Ariens NEEDE 1859 Berkelland Gelderland Rooms-Katholiek 88 09BU Julianaschool EIBERGEN 1859 Berkelland Gelderland Protestants-Christelijk 84 05RB Basisschool Kisveld NEEDE 1859 Berkelland Gelderland Protestants-Christelijk 77 12MP OBS Kiezel en Kei BORCULO 1859 Berkelland Gelderland Openbaar 74 18TH OBS B Tormijnschool NEEDE 1859 Berkelland Gelderland Openbaar 70 04LW Basisschool W De Zwijger BORCULO 1859 Berkelland Gelderland Protestants-Christelijk 66 08DN OBS De Driesprong RUURLO 1859 Berkelland Gelderland Openbaar 65 11TN OBS De Voshaar HAARLO 1859 Berkelland Gelderland Openbaar 61 07YF De Driesprong EIBERGEN 1859 Berkelland Gelderland Protestants-Christelijk 55 13GJ OBS G.A. van der Lugt GELSELAAR 1859 Berkelland Gelderland Openbaar 54 11AX OBS De Steege EIBERGEN 1859 Berkelland Gelderland Openbaar 53 07MM Chr Basisschool Veldhoek RUURLO 1859 Berkelland Gelderland Protestants-Christelijk AU PC Basisschool De Rank TOLDIJK 1876 Bronckhorst Gelderland Protestants-Christelijk 92 18

19 PS agendaverzoek ChristenUnie Rondetafelgesprekken sluiting kleine... 06ZM Basissch St Willibrordus DREMPT 1876 Bronckhorst Gelderland Rooms-Katholiek 83 05ZV Basisschool De Bongerd HOOG-KEPPEL 1876 Bronckhorst Gelderland Openbaar 73 04UP Basisschool De Akker STEENDEREN 1876 Bronckhorst Gelderland Protestants-Christelijk 70 08IU Basisschool Velswijk ZELHEM 1876 Bronckhorst Gelderland Openbaar 67 06QG Basisschool St Martinus BAAK 1876 Bronckhorst Gelderland Rooms-Katholiek 63 10MT Chr Basisschool Bekveld HENGELO GLD 1876 Bronckhorst Gelderland Protestants-Christelijk 54 05OT Heideschool HALLE 1876 Bronckhorst Gelderland Protestants-Christelijk 51 02ZG OBS De Steenuil STEENDEREN 1876 Bronckhorst Gelderland Openbaar 47 05VF PC Bs Nyman Yzevoorde HALLE 1876 Bronckhorst Gelderland Protestants-Christelijk 44 04WC Nutssch Wolfersveen ZELHEM 1876 Bronckhorst Gelderland Algemeen bijzonder 37 08VD Chr School Varssel HENGELO GLD 1876 Bronckhorst Gelderland Protestants-Christelijk 35 05DL St Willibrordus Sch v Bo OLBURGEN 1876 Bronckhorst Gelderland Rooms-Katholiek MB Cornelis Jetses EERBEEK 0213 Brummen Gelderland Openbaar 80 12NI De Vossestaart HALL 0213 Brummen Gelderland Openbaar 73 08DV Wilhelminaschool BRUMMEN 0213 Brummen Gelderland Protestants-Christelijk 69 12EF De Rietgors LEUVENHEIM 0213 Brummen Gelderland Openbaar MX De Klepper ZOELMOND 0214 Buren Gelderland Openbaar 59 07XA CNS De Wegwijzer ASCH 0214 Buren Gelderland Protestants-Christelijk 46 03HZ Ds Derksenschool RAVENSWAAIJ 0214 Buren Gelderland Protestants-Christelijk 40 10DH Basisschool De Wiekslag RIJSWIJK GLD 0214 Buren Gelderland Openbaar UI Daltonschool Culemborg CULEMBORG 0216 Culemborg Gelderland Openbaar 87 29YD Blink CULEMBORG 0216 Culemborg Gelderland Algemeen bijzonder QA RK Basisschool Het Palet DOETINCHEM 0222 Doetinchem Gelderland Rooms-Katholiek 90 03AI De Kleine Prins DOETINCHEM 0222 Doetinchem Gelderland Antroposofisch 83 12SQ RK Bs de Vijverberg DOETINCHEM 0222 Doetinchem Gelderland Rooms-Katholiek 80 05VF PC Bs Nyman Yzevoorde DOETINCHEM 0222 Doetinchem Gelderland Protestants-Christelijk HF Basissch de Timp DUIVEN 0226 Duiven Gelderland Rooms-Katholiek 95 06YQ Basisschool Bernadette LOO GLD 0226 Duiven Gelderland Rooms-Katholiek BP De Elskamp EDE GLD 0228 Ede Gelderland Openbaar 94 15CF Basissch met de Bijbel LUNTEREN 0228 Ede Gelderland Reformatorisch 93 22KI OBS 't Palet EDE GLD 0228 Ede Gelderland Openbaar 90 04WM Sch md Bijbel Ruitenbeek LUNTEREN 0228 Ede Gelderland Reformatorisch 90 09PH De Vuurvogel EDE GLD 0228 Ede Gelderland Antroposofisch 82 07ZT CBS Nederwoud LUNTEREN 0228 Ede Gelderland Protestants-Christelijk 77 13TF Basissch de Dillenburg EDE GLD 0228 Ede Gelderland Protestants-Christelijk 71 18WL De Zuiderpoort EDE GLD 0228 Ede Gelderland Openbaar 61 19BT De Roedel HARSKAMP 0228 Ede Gelderland Openbaar 56 23PW OBS de Rietkampen EDE GLD 0228 Ede Gelderland Openbaar 53 30JU De Vuursteen EDE GLD 0228 Ede Gelderland Protestants-Christelijk GW OBS De Vrijheid 'T HARDE 0230 Elburg Gelderland Openbaar 96 00DY Basisschool De Wegwijzer 'T HARDE 0230 Elburg Gelderland Gereformeerd vrijgemaakt 95 19

20 PS agendaverzoek ChristenUnie Rondetafelgesprekken sluiting kleine... 05VS Instituut Van Kinsbergen ELBURG 0230 Elburg Gelderland Algemeen bijzonder 89 04OV Kbs Daltonschool Jeanne d'arc 'T HARDE 0230 Elburg Gelderland Rooms-Katholiek 79 16YI Petraschool 'T HARDE 0230 Elburg Gelderland Protestants-Christelijk 79 18GW OBS De Vrijheid ELBURG 0230 Elburg Gelderland Openbaar 67 00DZ Agnieten-School ELBURG 0230 Elburg Gelderland Rooms-Katholiek NW Christelijke Basisschool EMST 0232 Epe Gelderland Protestants-Christelijk 97 07KS WG vd Hulstsch EPE 0232 Epe Gelderland Protestants-Christelijk 92 13SQ Obs Zuuk EPE 0232 Epe Gelderland Openbaar 81 12IH Obs de Bongerd OENE 0232 Epe Gelderland Openbaar 57 05OK PC Bs Het Mosterdzaadje EMST 0232 Epe Gelderland Reformatorisch 41 13JJ OBS de Sprenge VAASSEN 0232 Epe Gelderland Openbaar 36 12YC Montessorischool Vaassen VAASSEN 0232 Epe Gelderland Openbaar VA Basisschool Arendshorst ERMELO 0233 Ermelo Gelderland Openbaar 90 06FR Speulderbrink ERMELO 0233 Ermelo Gelderland Reformatorisch 56 12EQ De Waterval ERMELO 0233 Ermelo Gelderland Openbaar 48 01WR Sterrenschool Ermelo ERMELO 0233 Ermelo Gelderland Gereformeerd vrijgemaakt RK De Bloeiende Betuwe RHENOY 0236 Geldermalsen Gelderland Openbaar 91 18QJ De Springplank RUMPT 0236 Geldermalsen Gelderland Openbaar 79 18TF De Malsenburg BUURMALSEN 0236 Geldermalsen Gelderland Openbaar 72 18PH De Minzerie ENSPIJK 0236 Geldermalsen Gelderland Openbaar MW Isl Bas El Kadisia HARDERWIJK 0243 Harderwijk Gelderland Islamitisch CK Jenaplanschool Heerde HEERDE 0246 Heerde Gelderland Openbaar 95 10QT Willem Alexander HEERDE 0246 Heerde Gelderland Protestants-Christelijk 85 12TO Obs de Spreng HEERDE 0246 Heerde Gelderland Openbaar 83 12ZZ Parkschool HEERDE 0246 Heerde Gelderland Openbaar 68 00GR Kristal HEERDE 0246 Heerde Gelderland Gereformeerd vrijgemaakt 64 05TU PC Basisschool De Zaaier VEESSEN 0246 Heerde Gelderland Protestants-Christelijk 61 11GD De Heemde VEESSEN 0246 Heerde Gelderland Openbaar RW De Tandem NEDERASSELT 0252 Heumen Gelderland Rooms-Katholiek 82 09XD De Regenboogschool MALDEN 0252 Heumen Gelderland Rooms-Katholiek FB De Wegwijzer HEUKELUM 0733 Lingewaal Gelderland Protestants-Christelijk 85 08FG Spiegelhof HERWIJNEN 0733 Lingewaal Gelderland Openbaar 64 04TX Basissch De Hoeksteen SPIJK GEM LINGEWAAL 0733 Lingewaal Gelderland Protestants-Christelijk 63 18IK BS De Vuurvlinder VUREN 0733 Lingewaal Gelderland Openbaar 62 03BW De Zilverzwaan HUISSEN 1705 Lingewaard Gelderland Openbaar RO Sint Bernardusschool JOPPE 0262 Lochem Gelderland Rooms-Katholiek 85 05QJ Pr Willem Alexander Sch LAREN GLD 0262 Lochem Gelderland Protestants-Christelijk 73 14EM OBS De Toermalijn LOCHEM 0262 Lochem Gelderland Openbaar 66 14MH Obs Nettelhorst LOCHEM 0262 Lochem Gelderland Openbaar 64 14JT Obs Exel LAREN GLD 0262 Lochem Gelderland Openbaar LG School m d Bijbel, De Zaaier HEDEL 0263 Maasdriel Gelderland Protestants-Christelijk 93 20

21 PS agendaverzoek ChristenUnie Rondetafelgesprekken sluiting kleine... 08MR Basisschool Odradaschool ALEM 0263 Maasdriel Gelderland Rooms-Katholiek BY RK Basisschool St Jozef AZEWIJN 1955 Montferland Gelderland Rooms-Katholiek 92 06PU Basissch St Suitbertus STOKKUM 1955 Montferland Gelderland Rooms-Katholiek 90 07BT Basisschool De Boomgaard BRAAMT 1955 Montferland Gelderland Rooms-Katholiek 73 05KO Sint Martinus-School BEEK GEM MONTFERLAND 1955 Montferland Gelderland Rooms-Katholiek HO Opb Basissch Het Palet OPHEUSDEN 1740 Neder-Betuwe Gelderland Openbaar 99 18DS OBS Bellefleur ECHTELD 1740 Neder-Betuwe Gelderland Openbaar 77 18DS OBS Bellefleur IJZENDOORN 1740 Neder-Betuwe Gelderland Openbaar 67 18DS OBS Bellefleur OCHTEN 1740 Neder-Betuwe Gelderland Openbaar BC Basissch Klingelenburg TUIL 0304 Neerijnen Gelderland Protestants-Christelijk 95 12NU Basisschool Est EST 0304 Neerijnen Gelderland Openbaar 91 05PJ CNS De Kievitsheuvel HELLOUW 0304 Neerijnen Gelderland Protestants-Christelijk 88 13BU De Waerdenburght WAARDENBURG 0304 Neerijnen Gelderland Openbaar 88 13RF Basissch de Rietschoof OPIJNEN 0304 Neerijnen Gelderland Openbaar EP Basissch De Appelgaard NIJKERK GLD 0267 Nijkerk Gelderland Protestants-Christelijk 54 10CJ Basisschool De Schakel NUNSPEET 0302 Nunspeet Gelderland Openbaar 48 06YG Montessorischool NUNSPEET 0302 Nunspeet Gelderland Algemeen bijzonder LX Geref Basisschool WEZEP 0269 Oldebroek Gelderland Gereformeerd vrijgemaakt 89 09UT Nassauschool HATTEMERBROEK 0269 Oldebroek Gelderland Protestants-Christelijk 76 03EH Wereldweide WEZEP 0269 Oldebroek Gelderland Openbaar 67 03EH Wereldweide NOORDEINDE GLD 0269 Oldebroek Gelderland Openbaar KE Basisschool St Ludgerus GROENLO 1586 Oost Gelre Gelderland Rooms-Katholiek 99 06CT OBS 't Palet GROENLO 1586 Oost Gelre Gelderland Openbaar 47 07AG Talent LICHTENVOORDE 1586 Oost Gelre Gelderland Protestants-Christelijk YG Basisschool Pius X VARSSELDER 1509 Oude IJsselstreek Gelderland Rooms-Katholiek 87 08WG Maranathaschool HEELWEG 1509 Oude IJsselstreek Gelderland Protestants-Christelijk 85 12IL Obs de Drie Linden SILVOLDE 1509 Oude IJsselstreek Gelderland Openbaar 68 13ON Obs Leemvoortschool WESTENDORP 1509 Oude IJsselstreek Gelderland Openbaar 55 05UK Chr Nat Sch Knienenbult WESTENDORP 1509 Oude IJsselstreek Gelderland Protestants-Christelijk 52 13JK Openbare Basisschool op Koers SINDEREN 1509 Oude IJsselstreek Gelderland Openbaar 51 07BS Basisschool H Walburgis NETTERDEN 1509 Oude IJsselstreek Gelderland Rooms-Katholiek DV Basisschool De Okkernoot ZETTEN 1734 Overbetuwe Gelderland Openbaar 99 03CU OBS De Meander DRIEL 1734 Overbetuwe Gelderland Openbaar KV Bs md Bijbel v Damschool PUTTEN 0273 Putten Gelderland Protestants-Christelijk 95 10DJ De Korenbloem PUTTEN 0273 Putten Gelderland Openbaar 90 08HO OBS Klein Schovenhorst PUTTEN 0273 Putten Gelderland Openbaar 60 13FP Basissch met de Bijbel PUTTEN 0273 Putten Gelderland Protestants-Christelijk 43 14AH BS De Steenenkamer PUTTEN 0273 Putten Gelderland Protestants-Christelijk 43 12ZW Bs met de Bijbel Diermen PUTTEN 0273 Putten Gelderland Reformatorisch HK Prinses Beatrixschool WOLFHEZE 0274 Renkum Gelderland Protestants-Christelijk ED Montessori Bo Doesburg ELLECOM 0275 Rheden Gelderland Algemeen bijzonder 93 21

22 PS agendaverzoek ChristenUnie Rondetafelgesprekken sluiting kleine... 14EB De Rheder Enk RHEDEN 0275 Rheden Gelderland Openbaar 91 15NB Bs 't Schaddeveld LAAG-SOEREN 0275 Rheden Gelderland Openbaar 54 13UF OBS het Kleurenrijk VELP GLD 0275 Rheden Gelderland Openbaar 48 05BU RK Basissch De Berkhaag HERWEN 0196 Rijnwaarden Gelderland Rooms-Katholiek XT De Driehoek AERDT 0196 Rijnwaarden Gelderland Openbaar 62 06ZD St Willibrordusschool SPIJK GLD 0196 Rijnwaarden Gelderland Rooms-Katholiek FM De Hoge Hof KAPEL AVEZAATH 0281 Tiel Gelderland Algemeen bijzonder 70 19ZE PC Basissch Prinses Margriet TIEL 0281 Tiel Gelderland Protestants-Christelijk YI Basissch St Laurentius KEKERDOM 0282 Ubbergen Gelderland Rooms-Katholiek EI Opb Bs de Wiekslag VOORST GEM VOORST 0285 Voorst Gelderland Openbaar 92 05TZ Chr Basisschool Sjaloom VOORST GEM VOORST 0285 Voorst Gelderland Protestants-Christelijk 91 10VC OBS De Hagewinde WILP GLD 0285 Voorst Gelderland Openbaar 88 05JW RK Basissch St Martinus VOORST GEM VOORST 0285 Voorst Gelderland Rooms-Katholiek 84 11UR Obs Bs Wilp Achterhoek WILP GLD 0285 Voorst Gelderland Openbaar 79 14ZA RK Basissch St Antonius TERWOLDE 0285 Voorst Gelderland Rooms-Katholiek 73 04MU Bs Ten Holtens Erve NIJBROEK 0285 Voorst Gelderland Protestants-Christelijk 60 11JC Opb Basissch Wilpse Dijk TWELLO 0285 Voorst Gelderland Openbaar NC Ireneschool v Chr Bso WAGENINGEN 0289 Wageningen Gelderland Protestants-Christelijk UY Basissch De Kleine Kern APPELTERN 0668 West Maas en Waal Gelderland Rooms-Katholiek 62 04VI Basissch De Tweestroom ALTFORST 0668 West Maas en Waal Gelderland Rooms-Katholiek 56 05XR Basisschool De Terebint WAMEL 0668 West Maas en Waal Gelderland Protestants-Christelijk 54 04LB Gravin v Rechterenschool APPELTERN 0668 West Maas en Waal Gelderland Protestants-Christelijk CA Heilig Hartschool HERNEN 0296 Wijchen Gelderland Rooms-Katholiek 98 04SN Basissch St Jan Baptist BATENBURG 0296 Wijchen Gelderland Rooms-Katholiek 72 06YV RK Basisschool Roncalli BALGOIJ 0296 Wijchen Gelderland Rooms-Katholiek 47 13HT Basisschool Sint Jozef NIFTRIK 0296 Wijchen Gelderland Rooms-Katholiek BC OBS Woold WINTERSWIJK WOOLD 0294 Winterswijk Gelderland Openbaar 84 18WW OBS Kotten WINTERSWIJK KOTTEN 0294 Winterswijk Gelderland Openbaar 73 04FT Vrije Basissch De Esch WINTERSWIJK 0294 Winterswijk Gelderland Antroposofisch 71 18ZG OBS Mistecorle WINTERSWIJK MISTE 0294 Winterswijk Gelderland Openbaar 59 08BP Basisschool Emma WINTERSWIJK HENXEL 0294 Winterswijk Gelderland Protestants-Christelijk HK OBS Den Boogerd AALST GLD 0297 Zaltbommel Gelderland Openbaar 91 04PZ Hervormde Basisschool KERKWIJK 0297 Zaltbommel Gelderland Protestants-Christelijk 84 06BX D W v Dam v Brakelschool BRAKEL 0297 Zaltbommel Gelderland Openbaar 71 27UZ de Fonkelsteen ZALTBOMMEL 0297 Zaltbommel Gelderland Algemeen bijzonder 70 03HC Christelijke Basisschool NIEUWAAL 0297 Zaltbommel Gelderland Protestants-Christelijk MW De Fonkelsteen ZEVENAAR 0299 Zevenaar Gelderland Protestants-Christelijk 98 05QK PC Basissch Ds Jonkers LATHUM 0299 Zevenaar Gelderland Protestants-Christelijk FI OBS De Parel ZUTPHEN 0301 Zutphen Gelderland Openbaar 97 1 Totaal

23 PS ontwerpverslag van de extra vergadering op 23 januari 2013 Provinciale Staten Ontwerpverslag extra Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn 23 januari 2013 PS Aanwezig: VVD PvdA CDA PVV SP D66 GroenLinks ChristenUnie SGP 50PLUS PvdD GW Voorzitter: secretaris: genodigden: mw. M. Schriks, dhr. J. Sluiter dhr. M. Groot, dhr. Wanrooij dhr. K. van Baak, mw. P. van den Born, dhr. A. Schol mw. P. Kouwenberg, dhr. E. Venema dhr. P. Lucassen, dhr. P de Vos dhr. M. Scheffer dhr. W. van Eck dhr. P. van t Hoog dhr. K. Ruitenberg dhr. L. van der Veer mw. R. Waardenburg mw. G. Buevink gedeputeerden dhr. J. Markink en mw. J. Meijers Afmeldingen: 1. Opening en mededelingen De voorzitter deelt mee dat deze vergadering op verzoek van de procedurecommissie is uitgeschreven. Het college moet volgende week hierover een standpunt innemen over het onderhandelaarsakkoord tussen IPO, UvW, VNG en de ministers van Financien en BZK. Bespreking in de commissie kan daarom niet wachten tot de reguliere vergadering. 2. Onderhandelaarsakkoord over financiën medeoverheden Gedeputeerde Markink geeft een toelichting op de procedure rond het akkoord. GS nemen volgende week een standpunt in en hebben het voornemen dat voor te leggen aan PS. Volgende week donderdag zal gedeputeerde Meijers in het IPO-AB het standpunt van Gelderland bekend maken. Inhoudelijk: het akkoord is nog steeds een inbreuk op de provinciale autonomie. Hij is verbaasd dat er niet meer onderhandeld kan worden. Het akkoord afwijzen betekent dat de wetsvoorstellen ongewijzigd worden ingediend bij de Tweede Kamer. Het is onduidelijk of het wetstraject een beter resultaat voor de provincie oplevert. M.b.t. de wel HOF: Het akkoord geeft een groter aandeel in de EMU-ruimte, maar niet meer dan we nu al hebben. In 2015 wordt dit geëvalueerd en dan wordt de ruimte bepaald voor 2016 en Over de verdeling tussen de overheden in 2014 en 2015 moet nog worden onderhandeld. Het is dus nog de vraag of provincies meer ruimte krijgen. In deze kabinetsperiode zullen er geen sancties komen. Over rijksdoelen, waaronder A15, waaraan de medeoverheden bijdragen, zijn geen afspraken gemaakt. GS willen in ieder geval hierover afspraken maken. Schatkistbankieren: de grootste angel is er door de vorige minister uitgehaald. Lopende contracten hoeven niet opengebroken te worden. Desondanks zal het rendement lager zijn, ca miljoen per jaar. De compenstatie, uitlenen aan medeoverheden, heeft een belangrijke restictie. De provincie mag niet uitlenen aan overheden waarop de provincie toezicht houdt. Los daarvan: het college heeft nog niet de vraag beantwoord of het wenselijk is om in de positie van bank te komen. De provincie wordt niet gecompenseerd voor het renteverlies als gevolg van schatkistbankieren. Als het akkoord wordt geaccepteerd, vervalt de compenstatie d.m.v. art. 2 Financiële verhoudingswet. Wat het college stoort is dat bij het Rijk nog steeds het beeld leeft dat decentrale overheden 23

24 PS ontwerpverslag van de extra vergadering op 23 januari 2013 een risicovol beleggingsprofiel hebben. Het BTW-compensatiefonds blijft in stand. De vraag is of je accepteert dat de korting wordt gehandhaafd. Als op termijn minder wordt geïnvesteerd is deze korting te hoog. VNG en UvW hebben het akkoord met een positief advies aan de leden voorgelegd. Het IPO heeft dit nog niet gedaan. Er heeft gisteren overleg tussen Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant plaatsgevonden. Deze drie provincies hebben de doelstelling nog een poging te doen meer ruimte te krijgen in het akkoord. Gedeputeerde Meijers licht toe dat de drie onderhandeldelegaties van IPO, UvW en VNG hebben gesproken namens hun achterban. Zij leggen dat nu ieder op eigen manier voor aan de achterban. IPO zal zich volgende week beraden. Dan hebben alle provincies de kans gehad zich intern te beraden en een standpunt te bepalen. In de spoedvergadering die afgelopen maandag plaatsvond tekende zich af dat een aanzienlijk deel van de provincies kon instemmen met het akkoord. Daaruit blijkt dat provincies heel verschillende belangen hebben. Op 31 januari kan elke provincie in de reguliere IPO-vergadering het GS-standpunt inbrengen. De hoop van de IPO-delegatie is dat er een unaniem standpunt komt. Er is niets afgesproken over beslissen met meerderheid van stemmen. Gedeputeerde Markink licht de verschillende posities van de provincies toe: de grootste pijn zit in de investeringsagenda. GS stellen hierbij het belang van Gelderland voorop. GS willen het vastgestelde investeringsprogramma uitvoeren. Hij sluit niet uit Gelderland het akkoord steunt als er aanpassingen komen, maar zover is het nu nog niet. Het college zal zijn standpunt inbrengen onder voorbehoud van instemming van PS. De voorzitter geeft de fracties de gelegenheid te reageren. Het CDA staat niet te juichen. Het is een inbreuk op de autonomie van de provincie. Het belangrijkste is dat er ruimte blijft om te investeren. Dit is niet het geval, waardoor Gelderland er dus niets mee opschiet. Ook bij het schatkistbankieren zijn er geen positieve nieuwe punten. Het CDA roept de andere fracties op bij de eigen Tweede Kamer fracties te lobbyen. GroenLinks constateert dat het akkoord de lagere overheden niets oplevert, behalve extra bezuinigingen. Naar zoiets voeg je je niet. Laat maar duidelijk zijn dan het eenzijdig wordt opgelegd. De overheden komen gezamenlijk in een neerwaartse spiraal. We raken onze autonomie en onze grip op investeringen kwijt en krijgen extra bezuinigingen over ons heen. Het mooie van de gedecentraliseerde eenheidsstaat was dat overheden een eigen huishouding hadden en zelfstandig konden investeren. Daardoor kon Gelderland blijven investeren als het Rijk bezuinigde. Die mogelijkheid wordt nu afgepakt. GroenLinks vindt dat dit akkoord principieel moet worden afgewezen. Voor de PvdA zit de grootste pijn in de investeringsagenda. Er lijkt enige ruimte gemaakt en er komen geen sancties. De PvdA gaat er daarom van uit dat de Gelderse investeringsagenda overeind blijft en dat Gelderland niet het braafste jongetje in de klas zal zijn. De PvdA adviseert de inspanningen te richten op meer investeringsruimte. In ieder geval mag de provinciale bijdrage aan de A15 niet ten laste komen van de EMU-ruimte van de provincie. De VVD steunt de insteek van het college om zoveel mogelijk uit het overleg te halen en verder te onderhandelen, maar het akkoord komt nogal definitief over. De VVD heeft zorg over mogelijk bureaucratische rompslomp m.b.t. de verevening tussen overheden. De VVD wijst er op wel op dat als het met Nederland niet goed gaat, het ook met Gelderland niet goed gaat. Gelderland zal dus solidiar moeten zijn en zijn steentje moeten bijdragen. Dat neemt niet weg dat ook de VVD de investeringsagenda zoveel mogelijk wil uitvoeren. De VVD wacht af wat de resultaten van nieuwe onderhandelingen zijn. De SGP: gezien de financiele posities van de medeoverheden is het regime van schatkistbankieren en wet HOF erop losgelaten. Gelderand lijdt daaronder. Het onderhandelingsakkoord is wel erg mager. Voor de andere overheden is er een klein plusje, maar voor Gelderland niet. De SGP vraagt GS zoveel mogelijk uit de onderhandelingen te slepen. D66 wijst de ontwikkeling af waarbij in de waan van de dag de bestuurlijke verhoudingen 2 24

25 PS ontwerpverslag van de extra vergadering op 23 januari 2013 worden gewijzigd door akkoorden, in plaats van op een zorgvuldige manier via aanpassing van de Grondwet. De crisis kom je te boven door te investeren. Het zou interessant zijn geweest als alle geld van decentrale overheden in een nationaal investeringsfonds kwam. Dan haal je er als Gelderland mogelijk niet het meeste uit, maar dan heb je wel je investeringsplan. Wat nu gebeurt is een vorm van onteigening. D66 heeft enkele vragen: Is het van schatkisbankieren vrijgestelde percentage interessant voor Gelderland? Is het TOP-fonds en de participatie in Alliander vrijgesteld? Zijn de medefinanciering van rijksdoelen (Ruimte voor de Rivier, A15 etc) vrijgesteld? Wat gebeurt er als we niet akkoord gaan? De ChristenUnie ervaart de situatie als een wurggreep. Binnen korte tijd moet een standpunt worden ingenomen over een mager resultaat, terwijl tegelijkertijd onduidelijk is wat er gebeurt als er geen akkoord komt. T.a.v. het akkoord: het BTW-compensatiefonds is een sigaar uit eigen doos. Het Rijk ziet af van generieke kortingen, maar dat is slechts een intentie. De ChristenUnie heeft de minste moeite met schatkistbankieren. De wet HOF, de miskenning van de autonomie en de miskenning van het feit dat de problemen veroorzaakt worden door verschillen in boekhouding, vormt het grootste probleem. De SP ziet geen verbeteringen in het akkoord. Sluipenderwijs worden de bestuurlijke verhoudingen op zijn kop gezet en de decentrale overheden veranderen in uitvoeringsloketten. De SP heeft weinig moeite met schatkistbankieren. De SP heeft wel grote problemen met de wet HOF. De investeringsruimte wordt aanzienlijk kleiner en de onderlinge uitruil en onderling lenen is onzin. In het akkoord zitten onvoldoende garanties dat de provincie op substantiele wijze zijn geld kan investeren in maatschappelijke doelen. Daarom moet het akkoord worden afgewezen. De PvdDieren adviseert niet akkoord te gaan. De verschillen tussen de decentrale overheden komen niet tot uitdrukking. Met schatkistbankieren heeft de fractie minder problemen. De wet HOF is een greep in de kas. Wie geld heeft moet dat kunnen investeren. De PvdDieren wijst meebetalen aan een rijksweg af. De PVV wijst erop dat Gelderland geen autonoom deel van Nederland is. Als het Rijk dingen oplegt, heb je niet veel keus. Ook investeert een overheid niet, maar doet aan herverdeling van middelen. De vraag is of de consequentie van de wet HOF wordt dat heffingen en opcenten worden verhoogd om de investeringsagenda te kunnen uitvoeren. De uitvoering van grote projecten als A15 en A18 moet niet afhankelijk worden van de wet HOF. Tot slot wijst de PVV erop dat dit alles veroorzaakt wordt door maatregelen van de EU. Gedeputeerde Meijers reageert op de inbreng van de fracties: - Het akkoord is tweezijdig. Er is dus de ruimte er iets van te vinden; - Het akkoord is tussen vier partijen. Dat maakt het geheel complexer. Op het moment dat je je isoleert van de andere partijen, lopen onderhandelingen anders. Dit hebben de onderhandelaars zich vooraf gerealiseerd. - Belangrijkste punt is de verandering in het stelsel, het Huis en de aantasting van de autonomie; - GS zullen bespreken welke ruimte er is of gevonden moet worden in het akkoord; - Bij het zoeken naar deze ruimte zal het college bekijken met welke provincies we kunnen optrekken. - De rijksprojecten worden een heel belangrijk punt, want als de bijdrage daaraan valt onder de EMU-ruimte van de provincie, komen we heel erg in de knel met de eigen investeringsagenda. Gedeputeerde Markink antwoordt dat Gelderland niet op een eiland zit en zijn verantwoordelijkheid wil nemen. Hieraan zitten echter wel grenzen. Uitgangspunt is het realiseren van de investeringsagenda en andere projecten die al door PS zijn vastgesteld. Hij beaamt dat het van belang is om de rijksdoelen veilig te stellen. Hij denkt dat het vrijgestelde percentage bij schatkistbankieren dient om een werkbare situatie te creeren. Er zijn nl. ook scenario s bedacht waarbij iedere dag het niet bestede geld in de schatkist moest worden gestort. De vraag is of het percentage voldoende is. Over participaties is nog geen helderheid. Het college gaat er vooralsnog vanuit dat ze een beslag leggen op het EMU-saldo. 3 25

26 PS ontwerpverslag van de extra vergadering op 23 januari 2013 In het coalitieakooord is opgenomen dat de opcenten niet worden verhoogd. Bij de de midterm review zullen PS keuzes moeten maken ten aanzien van de investeringen. Het college heeft de reacties van de fracties gehoord en zal zich beraden. De PvdDieren roept op duidelijk stelling te nemen tegen het akkoord. Een genuanceerde benadering helpt niet. Gedeputeerde Markink vraagt de ruimte om de juiste toonhoogte te vinden. De voorzitter constateert dat PS volgende week wordt geinformeerd over het standpunt van GS en dat dat standpunt voorgelegd zal worden aan PS (afspraak 57). 3. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur. Arnhem, 28 januari 2013, zaaknummer

27 PS ontwerpverslag van de extra vergadering op 23 januari 2013 Afsprakenlijst Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn (incl. afspraken uit PS) Nr. Datum afspraak Afspraak 24 AFW 8-2 GS houden PS op de hoogte van de ontwikkelingen op financieel gebied 35 PS 30-5 GS leggen het kader juridische kwaliteit aan PS voor. 39 PS 27-6 GS komen nog dit jaar met een Statenvoorstel over het onderwerp dienstauto s waarin de overwegingen van de Staten worden meegenomen. 41 PS 27-6 GS geven aan dat het IPO gaat kijken of er een aantal instrumenten te bedenken zijn om de vergelijkbaarheid tussen provinciale begrotingen te vergroten. In dat kader wil het college uitvoering geven aan het verzoek van de PvdDieren op dit vlak. 42 AFW Het college is bereid, als een exportgarantiefonds mogelijk is, de genoemde vraagstukken verder uit te werken. 43 AFW Het college zal, voordat de aanbesteding begint, een opstelling maken om inzichtelijk te maken wat een lagere werkplekfactor betekent, met name in investeringskosten en jaarlijkse kosten. 44 AFW Bij een aantal sleutelprojecten ontstaan problemen. Dit zijn vooral woningbouwprojecten. Het college zal PS daarover informeren, zodra het probleem helder in beeld is. 48 PS 7-11 Het college zal het onderzoek naar de woningbouwcorporaties (motie M80) uitvoeren. De gedeputeerde zegt toe om de Staten op korte termijn hierover te informeren. 49 PS N.a.v. interpellatie: GS zeggen toe dat ook de declaraties over 2010 spoedig openbaar worden gemaakt. 50 PS N.a.v. interpellatie GS nemen voor het overleg met de Belastingdienst de suggestie mee voor een vaste vergoeding voor woon-werkverkeer. 51 PS N.a.v. interpellatie: GS nemen de suggestie om een jaarlijkse integriteitsdag te organiseren voor hele Uitvoering door GS GS GS Termijn Pm Bij Voorjaarsnota 2013 zal worden aangegeven hoe de provincie de juridische kwaliteit borgt. voorstel in januari GS PM Zie toezegging i. in begroting 2013 (pag. 44). Het IPO ontplooit momenteel geen activiteiten in dit verband GS Maart 2013 GS Notitie in april 2013 GS Start onderzoek in februari GS maart

28 PS ontwerpverslag van de extra vergadering op 23 januari 2013 provinciale organisatie over 52 PS Uitvoeringsprogramma sport: GS zeggen toe te bezien of m.b.t. senioren Halt! U valt een bijdrage kan leveren. 53 PS Uitvoeringsprogramma sport: T.a.v. M99 zijn GS bereid via het Gelders jeugdsportfonds bij te dragen aan sportparticipatie van die doelgroep (jongere uit minder draagkrachtige gezinnen). 54 AFW N.a.v. Sportaccomodaties Doetinchem en Ermelo: GS beziet hoe in algemene zin met staatsteun moet worden omgegaan en zal daar een beleidslijn volgen/aanscherpen. GS stellen voor over deze beleidslijn in de commissie een discussie te voeren (juni 2013) 55 AFW 9-1 De commissie wordt schriftelijk geïnformeerd over de (her)benoeming van de provinciaal archivaris i.v.m. de nieuwe archiefwet 56 AFW 9-1 De provincie heeft het Rijksbreed subsidiekader overgenomen, wat betekent dat voor kleinere subsidies een lichter regime geldt. Hij zal de commissie schriftelijk informeren over deze regeling 57 AFW 23-1 Onderhandelaarsakkoord over financien medeoverheden: Het college zal zijn standpunt ter instemming voorleggen aan PS GS Juni 2013 GS 6 28

29 PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen... Provinciale Staten Ontwerpverslag Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn 6 februari 2013 Aanwezig: VVD PvdA CDA PVV SP D66 GroenLinks ChristenUnie SGP 50PLUS PvdDieren GW Voorzitter: secretaris: genodigden: PS mw. M. Schriks, dhr. J. Sluiter dhr. M. Groot, dhr. Wanrooij dhr. J. Hutten, dhr. H. Koster mw. M. Faber dhr. P. Lucassen, dhr. P de Vos dhr. F. Op de Haar, dhr. M. Scheffer dhr. W. van Eck, mw. M. Welschen dhr. P. van t Hoog, dhr. D. Vreugdenhil dhr. R. Mulder dhr. L. de Groot dhr. O. Wullink mw. R. Waardenburg mw. G. Buevink gedeputeerden dhr. J.J. van Dijk dhr. J. Markink en mw. J. Meijers dhr. M. Waltmans (voorzitter Rekeningcommissie), dhr. C. Bruggink en dhr. P. Van Dijk (Rekenkamer Oost-Nederland) Afmeldingen: 1. Opening en mededelingen 2. Spreekrecht Er zijn geen insprekers. 3. Vaststelling van de agenda en inventarisatie rondvragen De volgorde van agendapunten wordt aangepast: Na agendapunt 4 wordt eerst agendapunt 8 besproken. Na agendapunt 6 wordt agendapunt 9 behandeld. De agendaverzoeken van de SP en PvdDieren worden aan de agenda toegevoegd. Rondvragen: zie agendapunt Vaststelling van het verlag van de vergadering op 9 januari (PS ) en afsprakenlijst. Het ontwerpverslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Afsprakenlijst: de afspraken 41, 49, 55 en 56 zijn afgedaan. 5. De ontwerpbegrotingen 2013 van het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Rivierenland en het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst De Vallei (PS2013-1). De VVD wil meer uniformiteit in de begrotingen en de aanpak van de RUD s en wil in oktober/november bekijken of de begrotingen zijn gerealiseerd en de begrotingen voor 2014 in één pakket behandelen. Dit keer krijgen de RUD s het voordeel van de twijfel. 50PLUS en CDA sluiten zich hierbij aan. 50PLUS vraagt naar de afstemming van ICT, betrokkenheid van de gemeenten bij de begroting en de criteria op basis van de nieuwe WABO, die door de RUD s ontwikkeld moeten worden. De voorzitter vraagt 50PLUS deze vragen aan de ambtenaar te stellen. De voorzitter concludeert na sondering van de commissie dat het voorstel als hamerstuk naar PS kan. 29

30 PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen Aanwijzen accountant voor de verslagjaren (PS2013-1) Op een vraag van de PvdA antwoordt dhr. Waltmans dat in deze ronde social return niet is meegenomen. De volgende keer zal dat wel gebeuren. De voorzitter concludeert dat het initiatiefvoorstel als hamerstuk naar PS kan. 7. Onderzoeksprogramma Rekenkamer Oost-Nederland (PS ) D66 pleit voor meer externe input in het onderzoeksprogramma. Verder doet D66 de suggestie meer gebruik te maken van externe expertise, meer kortdurende onderzoeken te doen en meer onderwerpen te selecteren. PVV vraagt of in het lopende onderzoek naar grondverwerving ook het grondbedrijf erbij betrokken wordt. Het grondbedrijf wordt nl. vaak buiten de begroting geplaatst. De ChristenUnie pleit voor een onderzoek naar energietransitie en vraagt informatie over het onderzoek in Overijssel hiernaar. GW vraagt naar de stand van zaken van de onderzoeken naar grondverwerving en gemeentefinanciën. GW vraagt hoever GS is gevorderd met subsidieoverzichten op internet. T.a.v. het onderzoek naar concessieverlening stelt GW voor specifiek de lijn Arnhem- Winterswijk onder de loep te nemen. De VVD heeft voor het vierde onderzoek een voorkeur voor de onderwerpen Deelnemingen & participaties en Faunabeheerplannen. Verder is de VVD geïnteresseerd in een onderzoek naar het KWP. 50PLUS is geïnteresseerd in een onderzoek naar de vraag of subsidies kunnen worden vervangen door gelden uit een revolving fund. 50PLUS vraagt of in de nulmeting social return werkloze 50-plussers (die moeilijk werk vinden) ook onder arbeidsgehandicapten geschaard. Tot slot stelt 50PLUS voor de effectiviteit van windenergie te onderzoeken. De PvdA constateert dat de Rekenkamer meer wil aansluiten bij de behoefte van Statenleden en vraagt een verklaring daarvoor. De PvdA vraagt of ede Rekenkamer een onderzoek wil doen naar financiële constructies die de provincie in staat stellen meer investeringen te doen dan de wet HOF lijkt toe te staan. De PvdA sluit zich aan bij een onderzoek naar KWP en vraagt een onderzoek naar regeldruk te doen. GroenLinks vraagt of beide PS-en inmiddels afstemming hebben gepleegd. GroenLinks vraagt of en welke onderzoeksthema s zijn aangedragen door burgers. Tot slot stelt de fractie voor een kosten-baten analyse te maken van de gelden die naar de A15 gaan. Het CDA spreekt een voorkeur uit voor een onderzoek naar deelneming & participatie, in combinatie met de wet HOF. De PvdDieren is geïnteresseerd in een onderzoek naar faunabeheerplannen, meer in het bijzonder naar detailgegevens over afschot en tellingen van de faunabeheereenheid. Dhr. Bruggink zegt toe de input van de fracties mee te nemen. In het onderzoek naar grondverwerving is grondexploitatie een belangrijk aandachtspunt. De Rekenkamer wil deze wereld ontsluiten. Het onderzoek naar energietransitie wordt in Overijssel door GS gedaan. Daarover heeft afstemming plaatsgevonden met het Overijsselse college. De tussentijdse terugkoppeling van de onderzoeken naar grondverwerving en gemeentefinanciën staan nog in de planning voor februari/maart. Over de invulling van deel 2 van het subsidieonderzoek gaat de Rekenkamer nog in gesprek met onder andere PS. Het idee van 50PLUS zou een idee voor het vervolg kunnen zijn. De wens van de Rekenkamer tot meer aansluiting bij PS komt voort uit de wens om het nog meer en beter te doen dan in het verleden. De Rekenkamer heeft recent geprobeerd een afstemmingsoverleg op PS-niveau te krijgen. De Gelderse fractievoorzitters vonden dat er voldoende overleg was, de Overijsselse fractievoorzitters willen wel een dergelijk overleg. De Rekenkamer streeft er nu naar alsnog een overleg te houden, zodat er afstemming vooraf kan plaatsvinden. Over de nulmeting social return vindt volgende week een bijeenkomst plaats. Een aantal fracties hebben zich daarvoor al aangemeld. Gedeputeerde Markink antwoordt dat de subsidies inmiddels op de internetpagina van de 2 30

31 PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen... provincie te raadplegen zijn. De voorzitter concludeert dat de commissie het onderzoeksprogramma voor kennisgeving aanneemt. 8. 2e tranche programma Stad en Regio (PS ) D66 vraagt of er verschuivingen in de prioritering plaatsvinden. Hoe hard is de eis van cofinanciering. D66 ziet graag dat de voortgangsrapportage een rol speelt bij de toedeling van de tweede tranche. De PVV vraagt zich af of de provincie haar eigen cofinancierder wordt door ook middelen uit andere beleidsvelden in te zetten. De SP vindt het teleurstellend dat ook in de tweede tranche sociaal geen extra aandacht krijgt. Cofinanciering blijft een punt van zorg. Het zal voor veel gemeenten een brug te ver zijn. De SP heeft twijfel over de projecten Broederenklooster en Vasim. De ChristenUnie is enthousiast over de resultaten van de eerste tranche, Hij deelt de teleurstelling van de SP over het aandeel sociaal in de eerste tranche, maar is tevreden over de oplossing voor de tweede tranche. GW vindt de planning en aanpak goed. De enige kanttekening: is het zinvol het zoveelste oorlogsmuseum te ontwikkelen. De VVD houdt vast aan maximaal 25% voor sociaal en wijst er op dat economische impulsen ook een sociaal effect hebben. Ook wil de VVD vasthouden aan 50% cofinanciering, want daaruit blijkt het commitment van de partner. De VVD wil de vastgestelde kaders niet wijzigen 50PLUS vindt dat de notitie verstandige dingen zegt over de cofinanciering en ziet voldoende aandacht voor de sociale component. 50PLUS steunt de SP in de vraagtekens bij het oorlogsmuseum. De PvdA hecht aan 25% sociaal, maar wil geen discussie over wat sociaal is en wat niet. Ook werkgelegenheid is bijvoorbeeld een sociaal aspect. De PvdA vraagt daarbij aandacht voor sociaal aanbesteden. Bij de cofinanciering mist de PvdA de rol van de gemeenteraad. Het commitment van de gemeenteraad is belangrijk. GroenLinks wijst op de motie waarin gesproken werd over 25% sociaal over eerste en tweede tranche samen. De regio s moeten nu wel komen met plannen. GroenLinks deelt nog niet het pessimisme van de SP. Toch zijn er weer opvallend veel bouwprojecten, waarbij een samenhangende visie ontbreekt. Het gevaar is dat er teveel bouwprojecten zijn die ten koste gaan van voorzieningen. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt. Het CDA vraagt of de tweede tranche ook in 2015 klaar moet zijn. De wet Hof mag het proces niet verstoren, dus de provincie kan geen geld terugtrekken. Eventuele noodzakelijke bezuinigingen moeten elders gevonden worden. Ook het CDA hecht aan de rol van de gemeenteraad. Het CDA vraagt of er projecten onder de streep zijn geraakt, waaraan de provincie de voorkeur zou hebben gegeven boven nu gerealiseerde projecten. M.b.t. het oorlogsmuseum gaat het CDA ervan uit dat het gaat om eenmalig geld. De PvdDieren steunt ook het oorlogsmuseum niet, maar de individuele projecten liggen niet ter besluitvorming voor. De PvdDieren wil de cofinanciering handhaven. De PvdDieren vraagt de projecten op de provinciale website te zetten. Gedeputeerde Van Dijk antwoordt als volgt: - Door uit andere programma s bij te leggen organiseren we niet de cofinanciering, maar kan de provinciale bijdrage hoger dan 30 miljoen worden. De partners weten dit ook. Er zal altijd 50% door anderen op tafel moeten worden gelegd. - Provinciale Staten beslissen over programma s. De daaronder gebrachte projecten moeten bijdragen aan het behalen van het programma s. Op dit moment wordt de discussie met de partners gevoerd over of de programma s voldoende vertrouwenwekkend zijn. Hij heeft goede hoop dat ze er op een goede manier uitkomen. - De discussie over sociaal: hij durft te beweren dat 75% sociaal is, als daar ook VSO toe gerekend mag worden. Hij wil graag deze semantische discussie vermijden. Het college heeft op verzoek van PS aangegeven dat er niet op voorhand een belemmering is. Het 3 31

32 PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen... college zal ervoor zorgen dat er evenwichtige programma s komen. - Hij wil strak vasthouden aan cofinanciering. Het zorgt voor commitment en daardoor ook dat er geen onderuitputting is in het programma Stad en Regio. De cofinanciering hoeft niet per se van een overheid te komen en het is zelfs mogelijk dat een gemeente de cofinanciering van een andere gemeente voor zijn rekening neemt. - Elke raad en college weet hoe de procedure in elkaar zit. Het is de verantwoordelijkheid van de raden om de vinger aan de pols te hebben en de verantwoordelijkheid van de colleges om hun raad erbij te betrekken. GS zullen aan het eind van het proces controleren of de cofinanciering hard is. - Stad en Regio gaat niet spaak lopen als gevolg van de wet Hof of schatkistbankieren. De 30 miljoen zal beschikbaar zijn. - Over de vele bouwprojecten: het gaat hier vooral om sleutelprojecten. In sommige projecten zien we haperingen. Dat is een zorgpunt. Daarom is een onderzoek gestart, om duidelijk te krijgen wat er moet gebeuren om projecten vlot te trekken. Het onderzoek zal eind maart afgerond zijn. In de Stads- en regiocontracten tweede tranche zijn nauwelijks bouwprojecten opgenomen. - De opmerkingen over individuele projecten heeft hij gehoord. Hij komt er later op terug. - De voortgangsrapportage gaat over de eerste tranche. Als GS de indruk krijgen dat daar gekke onbetrouwbare dingen gaan plaatsvinden, zal het college dat in zijn achterhoofd meenemen. Tot nu toe is er geen aanleiding om tot heel afwijkende keuzes te komen voor de tweede tranche. De voorzitter sluit de discussie af en constateert dat een voorstel voor de tweede tranche in juni kan worden verwacht. 9. Vervolgbespreking onderhandelaarsakkoord over financiën medeoverheden (PS ) Gedeputeerde Meijers geeft een toelichting op het IPO-standpunt. De vier provincies die tegen waren, waren het eens over de punten waarmee ze niet gelukkig waren. Na een lange discussie is in het IPO-bestuur besloten dat meeste stemmen gelden. Het IPO heeft dus ingestemd, maar heeft ook aangegeven welke punten verhelderd moeten worden. Het CDA is teleurgesteld over het proces. Als er meer tijd beschikbaar was gesteld door de minister zou het aantal tegenstanders mogelijk richting meerderheid zijn gegaan. Dat zal de reden zijn dat de minister voor dit proces heeft gekozen. Het CDA deelt de punten die het college heeft aangedragen. De nadelige consequenties voor de provincie zullen goed aangegeven moeten worden richting minister. GroenLinks deelt de teleurstelling over het proces en dat het IPO dit heeft laten gebeuren. Er had niet zo slecht moeten worden onderhandeld en er had niet zoveel druk op de ketel moeten worden gezet. Het voorstel van het college maakt duidelijk hoe ongelukkig het akkoord is. GroenLinks steunt de lijn om niet in te stemmen. Richting IPO moet duidelijk gemaakt worden dat we zo niet wensen te functioneren. De PvdA vindt dat het akkoord in de context van de financiële problemen van Nederland moet worden gezien. Desondanks is de PvdA het eens met het standpunt van GS. De PvdA ziet drie wegen om nog enig resultaat te boeken: via de Tweede Kamer, via het sociaal overleg, en door lokale en regionale inventiviteit, zie bijvoorbeeld de constructie bij de renovatie van de provinciegebouwen. De PvdA stelt voor de Rekenkamer te vragen welke andere mogelijkheden er zijn. 50PLUS vindt het te prijzen dat in het voorstel een stukje burgerlijke ongehoorzaamheid is neergelegd. De fractie steunt het collegestandpunt, vooral omdat het zo belangrijk is dat we kunnen investeren. Hij vestigt zijn hoop op de Eerste Kamer, maar dat de VNG het akkoord ook heeft geaccepteerd versterkt onze onderhandelingspositie niet. De VVD constateert dat het akkoord vervelend is voor Gelderland. Daarom steunt de VVD het college in zijn opstelling. Anderzijds vindt de VVD ook dat Gelderland solidair moet zijn met Nederland. De VVD hoopt dat het standpunt van GS ervoor zorgt dat het Rijk zich reali- 4 32

33 PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen... seert wat de voorstellen betekenen en meer empatisch worden. T.a.v. IPO: zij hebben ook een dilemma. Wat de VVD wil weten is wat de echte consequenties zijn voor de investeringsagenda van Gelderland. GW sluit zich aan bij de vraag over de investeringsagenda. GW kan instemmen met de punten waarover GS nader wil onderhandelen. De ChristenUnie sluit zich aan bij de teleurstelling van CDA en GroenLinks over het akkoord en de rol van het IPO. De fractie vraagt of andere provincies ook een standpunt hebben ingebracht onder voorbehoud van goedkeuring door PS. Verder vraagt de fractie wat het perspectief is als de veronderstelling van het IPO ten aanzien van bijvoorbeeld de bijdrage aan rijksprojecten niet juist is. De SP is teleurgesteld in het proces en de rol van IPO en steunt het standpunt van GS. Ook de voorstanders van het akkoord, die een ander financieel belang hebben, zijn verliezers als het gaat om autonomie. De PVV wijst erop dat het akkoord niet verder onderhandelbaar is. Het is dus de vraag of tegenstribbelen zin heeft. Wat de PVV mist bij de andere fracties, voorstanders van de EU, is solidariteit met de Europese Unie. De PVV is het eens met de VVD dat Gelderland onderdeel is van Nederland en dat de Nederlandse problemen moeten worden opgelost. De PVV kan meegaan met het college ten aanzien van bijdrage aan rijksprojecten en de boetes. Lenen aan gemeentes zou je niet moeten willen, want juist het grote aantal leningen is het probleem. Ze vindt niet dat burgerlijke ongehoorzaamheid van het college te prijzen is. D66 steunt het standpunt van GS. De Staten zijn op een zijspoor gezet door de wijze waarop het proces door IPO en Rijk is georganiseerd. Het is ook al het vierde bestuursakkoord in vijf jaar. Er is een gehaastheid bij her Rijk die het geheel niet bestuurbaarder maakt. D66 deelt de doelen achter wet Hof en schatkistbankieren, maar deelt ook de kritiek op de uitwerking. Met meer tijd was mogelijk meer creativiteit mogelijk geweest, bijvoorbeeld door een landelijk investeringsfonds op te richten, of een passender product te ontwikkelen in plaats van schatkistbankieren, die erkent dat Gelderland bijdraagt aan het verlagen van de staatsschuld. Tot slot mag wat D66 betreft het taboe af van lenen aan medeoverheden. Gedeputeerde Meijers deelt de teleurstelling in het proces. Vandaar ook het standpunt zoals in het voorstel verwoord. Enkele provincies hebben het voorbehoud van goedkeuring door PS gemaakt. Van de andere weet ze niet of deze het voorleggen aan PS. Deze vraag is namelijk niet gesteld in het IPO. Het is aan elke provincie afzonderlijk om te beslissen hoe men ermee omgaat. Er zullen geen nieuwe onderhandelingen komen, want dat is binnen het IPO niet afgesproken. Er komt een verhelderend gesprek. Als in dat gesprek blijkt dat de minister het akkoord anders leest dan het IPO, dan stemt Gelderland niet in. Gedeputeerde Markink benadrukt dat er geen sprake is van heronderhandeling, maar van een verhelderend gesprek. Wanneer dat gesprek plaatsvindt is nog niet bekend. Bij het nee-tenzij kamp heeft Friesland zich vandaag aangesloten. De eerste slag is nu geweest, maar er zijn nog een aantal mogelijkheden, die hier al genoemd zijn, bijvoorbeeld de behandeling in de Kamer, zowel een debat, als de behadeling van het wetsvoorstel. De gelijkgestemde provincies proberen daarin gezamenlijk op te trekken. Wat zijn de gevolgen voor de investeringen van Gelderland: we kunnen ca 200 miljoen per jaar investeren en hebben ruimte voor 70 á 80 miljoen. Als daar de cofinanciering in rijksprojecten in meegeteld moet worden betekent het dat Gelderland acht jaar lang niet meer kan investeren. Gelderland legt dan beslag op een kwart van het totale investeringsvolume van alle provincies. In het akkoord staat dat mogelijk geen sancties worden opgelegd in deze kabinetsperiode. Daar ligt een ontsnapping, maar er moet daaraan voorafgaand nog onderhandeld worden over de verdeling van de EMU-ruimte tussen gemeenten en provincies. Hij is er niet gerust op dat dat voor provincies veel extra ruimte zal geven. Hij vraagt zich af of de Rekenkamer het juiste instrument is om andere mogelijkheden te verkennen. Het college is daar zelf ook mee bezig. Wel waarschuwt hij ervoor dat PS en GS 5 33

34 PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen... in deze constructies hun zeggenschap volledig verliezen. Hij had er de voorkeur aan gegeven door te gaan met beleggen op basis van de huidige wetgeving. De suggestie van D66 zal hij meenemen in het denkproces. De voorwaarde in het standpunt over lenen aan eigen gemeenten is opgenomen, omdat de provincies samen willen optrekken. Sommige provincies zijn daarin verder dan Gelderland. Het wetsvoorstel Hof maakt het mogelijk dat het Rijk boetes oplegt. GS pleit ervoor dat als er geen EU-sanctie is, er ook geen rijkssanctie volgt. Een investeringsfonds komt in EMUtermen overeen met een bestemmingsreserve. De ChristenUnie gaat ervan uit dat aanvullende afspraken in het ontwerpbesluit geïnterpreteerd kan worden als tenzij op de volgende punten tegemoet gekomen wordt. Als de bewindspersonen de punten van het IPO bevestigen, is dan voldaan aan de vier tenzij s in het ontwerpbesluit? GroenLinks blijft ongenoegen houden over het proces in IPO en wil dat IPO hier lering uit trekt. GroenLinks kondigt een motie hierover aan. GW vraagt wat er gebeurt als Gelderland niet instemt met het akkoord. Gedeputeerde Markink pleit in reactie op de aangekondigde motie ervoor de slagkracht van GS in tact te houden. Soms is het nodig snel te handelen. Gedeputeerde Meijers antwoordt dat als alle vier punten worden herkend en erkend, stemt Gelderland in. In de brief van IPO wordt niet gerept over de boetes. Als niet op alle punten nieuwe overeenstemming wordt bereikt, zal het college terugkomen bij PS. De voorzitter concludeert dat het voorstel als bespreekstuk naar PS gaat. 10. Agendaverzoek SP: Aanscherping regels rond naleving van de Balkenendenorm door gesubsidieerde instellingen (PS ) De SP licht het onderwerp kort toe. De initiatieven van de minister, enkele gemeenten en provincies zijn aanleiding voor de SP om voor te stellen de Gelderse regels aan te scherpen m.b.t. maximumsalaris, de sanctie en de reikwijdte van de regels (ook voor inhuur). De PvdA stelt voor aan te sluiten bij de WNT-norm en dat in de subsidieverordening vast te leggen. De PvdA vraagt of het ook gehanteerd kan worden voor uitkeringen uit het revolverend fonds. De SP is hier voorstander van, maar ziet wel de nodige problemen. Het CDA vindt het uitstekend als GS met een voorstel komt, maar voorziet wel problemen als de regels ook toegepast moeten worden op entiteiten als de WUR. GroenLinks, 50PLUS en PvdDieren steunen het voorstel van de SP. De PvdA kan zich vinden in de aanzet, maar verwacht dat er nog flink aan gesleuteld moet worden. De VVD is het eens met de intentie om grip te houden op salarissen in de publieke sector, maar vindt dat als er landelijk aan een aanscherping wordt gewerkt, de afzonderlijke provincies niet extra regels moeten verzinnen. Ze vraagt aandacht voor wie het toezicht zou moeten uitoefenen. GW stelt voor de landelijke regeling af te wachten. De ChristenUnie wil graag een voorstel van het college, als het nu onvoldoende is geregeld, maar vraagt wel aan te sluiten bij de landelijke afspraken. De PVV is ermee akkoord dat er een voorstel wordt gemaakt, maar stemt niet bij voorbaat in met dat voorstel. D66 is het eens met de strekking van het voorstel, maar plaatst kanttekeningen bij de toepasselijkheid op revolverende fondsen en instellingen als bijvoorbeeld WUR en RUN. Gedeputeerde Markink reageert als volgt: Sommige overheden hebben al nieuwe regels geïmplementeerd. Er ligt een verzoek aan de rechter om een uitspraak te doen over Eindhoven. Deze uitspraak wordt binnen zes weken verwacht. Hij stelt voor deze rechterlijke uitspraak af te wachten. Overigens is hij er voorstander van aansluiting te houden bij de landelijke regeling. De motie die door PS is aangenomen over dit onderwerp is verwerkt in de subsidieregeling, waarbij het wel mogelijk is subsidies te verlenen aan instellingen als de WUR. De PVV wijst erop dat aan toekomstige subsidie voorwaarden verstrekt kunnen worden. De SP wijst erop dat er geen enkele sanctie zit op de huidige regels. Het is prima om aan te 6 34

35 PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen... sluiten bij de landelijke lijn, maar die landelijke norm moet wel gedownscaled worden. De suggestie van de PVV is een goede ontsnappingsmogelijkheid voor toekomstige subsidies. Na enige discussie concludeert de voorzitter dat in de commissie in april, na de rechterlijke uitspraak over Eindhoven, beslist wordt of een voorstel van GS, of er een initiatiefvoorstel vanuit de Staten komt (afspraak 58) 11. Agendaverzoek PvdDieren: aankondiging troonsafstand Hare Majesteit Koningin Beatrix. (PS ) De PvdDieren licht het verzoek kort toe en vraagt hoe de commissie staat ten opzichte van deze zaken. Ten aanzien van het statieportret geeft de fractie de voorkeur aan militair tenue boven de hermelijnen mantel. Het CDA heeft er vertrouwen in dat alle gepaste maatregelen genomen zullen worden. GroenLinks heeft geen buitengewone interesse in het onderwerp. D66 constateert dat de grootste wijziging is dat de titel van de CvdK wijzigt, waardoor veel drukwerk weggegooid moet worden. De PVV vraagt of de PvdDieren heeft geverifieerd of de hermelijnen mantel echt is. De PvdDieren heeft dit gedaan, maar de PvdDieren is geen voorstander van nepbont. Er gaat een verkeerd signaal uit naar de samenleving. Gedeputeerde Markink antwoordt dat het Rijk een aantal richtlijnen zal uitvaardigen, waar Gelderland zich aan zal houden. De voorzitter sluit het onderwerp af. 12. Rondvraag. D66: Hoe wordt PS betrokken bij de behandeling van het operationeel programma nieuwe structuurfondsen. De voorzitter deelt mee dat een notitie over de structuurfondsen zal worden geagendeerd voor de commissievergadering op 6 maart a.s. PVV: wat is de status van het bezuinigingsvoorstel over de Rekenkamer? Gedeputeerde Markink antwoordt dat dat probleem vorig jaar in overleg tussen Overijssel en Gelderland is opgelost en in de begroting 2013 is verwerkt. PvdA: wat wordt de rol van de provincie bij intergemeentelijke samenwerking Gedeputeerde Markink: bij de Voorjaarsnota zal het college met een visie komen. Mededelingen gedeputeerde Markink: - Gelderland heeft een obligatie ter waarde van 26 miljoen in SNS Reaal. Deze is niet achtergesteld en loopt dus geen gevaar; - De situatie bij Dexia is aanzienlijk verbeterd; - Ook bij de Spaanse obligaties gaat het de goede kant op Zijn les hieruit is dat het belangrijk is niet te snel zenuwachtig te worden en om te zorgen voor een goede dekking. 13. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur. Arnhem, 14 februari 2013, zaaknummer

36 PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen... Afsprakenlijst Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn (incl. afspraken uit PS) Nr. Datum afspraak Afspraak 24 AFW 8-2 GS houden PS op de hoogte van de ontwikkelingen op financieel gebied 35 PS 30-5 GS leggen het kader juridische kwaliteit aan PS voor. 39 PS 27-6 GS komen nog dit jaar met een Statenvoorstel over het onderwerp dienstauto s waarin de overwegingen van de Staten worden meegenomen. 42 AFW Het college is bereid, als een exportgarantiefonds mogelijk is, de genoemde vraagstukken verder uit te werken. 43 AFW Het college zal, voordat de aanbesteding begint, een opstelling maken om inzichtelijk te maken wat een lagere werkplekfactor betekent, met name in investeringskosten en jaarlijkse kosten. 44 AFW Bij een aantal sleutelprojecten ontstaan problemen. Dit zijn vooral woningbouwprojecten. Het college zal PS daarover informeren, zodra het probleem helder in beeld is. 48 PS 7-11 Het college zal het onderzoek naar de woningbouwcorporaties (motie M80) uitvoeren. De gedeputeerde zegt toe om de Staten op korte termijn hierover te informeren. 50 PS N.a.v. interpellatie GS nemen voor het overleg met de Belastingdienst de suggestie mee voor een vaste vergoeding voor woon-werkverkeer. 51 PS N.a.v. interpellatie: GS nemen de suggestie om een jaarlijkse integriteitsdag te organiseren voor hele provinciale organisatie over 52 PS Uitvoeringsprogramma sport: GS zeggen toe te bezien of m.b.t. senioren Halt! U valt een bijdrage kan leveren. 53 PS Uitvoeringsprogramma sport: T.a.v. M99 zijn GS bereid via het Gelders jeugdsportfonds bij te dragen aan sportparticipatie van die doelgroep (jongere uit minder draagkrachtige gezinnen). 54 AFW N.a.v. Sportaccommodaties Doetinchem en Ermelo: GS beziet hoe in algemene zin met staat- Uitvoering door GS GS GS Termijn Pm Bij Voorjaarsnota 2013 zal worden aangegeven hoe de provincie de juridische kwaliteit borgt. voorstel in januari GS Maart 2013 GS Notitie in april 2013 GS Start onderzoek in februari GS maart GS Juni

37 PS ontwerpverslag van de vergadering van de commissie Algemeen... steun moet worden omgegaan en zal daar een beleidslijn volgen/aanscherpen. GS stellen voor over deze beleidslijn in de commissie een discussie te voeren (juni 2013) 57 AFW 23-1 Onderhandelaarsakkoord over financien medeoverheden: Het college zal zijn standpunt ter instemming voorleggen aan PS 58 AFW 6-2 Agendaverzoek SP inzake Balkenendenorm: De commissie zal in april, na de rechterlijke uitspraak over Eindhoven, beslissen of een voorstel van GS, of er een initiatiefvoorstel vanuit de Staten komt over aanscherping regels Vz cie Afgedaan; besproken in AFW 6-2 en PS 13-2 Agenderen voor AFW

38 Bijlage - geactualiseerde afsprakenlijst Commissie Algemeen Bestuur maart Afsprakenlijst Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn (incl. afspraken uit PS) Maart 2013 Nr. Datum afspraak Afspraak 24 AFW 8-2 GS houden PS op de hoogte van de ontwikkelingen op financieel gebied 35 PS 30-5 GS leggen het kader juridische kwaliteit aan PS voor. 39 PS 27-6 GS komen nog dit jaar met een Statenvoorstel over het onderwerp dienstauto s waarin de overwegingen van de Staten worden meegenomen. 42 AFW Het college is bereid, als een exportgarantiefonds mogelijk is, de genoemde vraagstukken verder uit te werken. 43 AFW Het college zal, voordat de aanbesteding begint, een opstelling maken om inzichtelijk te maken wat een lagere werkplekfactor betekent, met name in investeringskosten en jaarlijkse kosten. 44 AFW Bij een aantal sleutelprojecten ontstaan problemen. Dit zijn vooral woningbouwprojecten. Het college zal PS daarover informeren, zodra het probleem helder in beeld is. 48 PS 7-11 Het college zal het onderzoek naar de woningbouwcorporaties (motie M80) uitvoeren. De gedeputeerde zegt toe om de Staten op korte termijn hierover te informeren. 50 PS N.a.v. interpellatie GS nemen voor het overleg met de Belastingdienst de suggestie mee voor een vaste vergoeding voor woonwerkverkeer. 51 PS N.a.v. interpellatie: GS nemen de suggestie om een jaarlijkse integriteitsdag te organiseren voor hele provinciale organisatie over 52 PS Uitvoeringsprogramma sport: GS zeggen toe te bezien of m.b.t. Uitvoering door GS Termijn Pm GS Bij Voorjaarsnota 2013 zal worden aangegeven hoe de provincie de juridische kwaliteit borgt. GS Afgedaan: Voorstel komt 6 maart in Commissie AFW GS Maart 2013 Zie ook mededelingenbrief 6 februari 2013 Er vindt momenteel nog onderzoek plaats naar de omvang van de vraag en eventuele mogelijkheden om hieraan tegemoet te komen. GS Notitie in april 2013 GS Start onderzoek in februari Het College verwacht in april inzicht in de bevindingen te kunnen geven. GS maart Zie mededelingenbrief aan de Com. ROW van 6 febr Afgedaan: Deze toezegging is meegenomen in het voorstel onder afspraak 39 Afgedaan: Statennotitie PS febr De doelgroep senioren krijgt extra 38

39 Bijlage - geactualiseerde afsprakenlijst Commissie Algemeen Bestuur maart senioren Halt! U valt een bijdrage kan leveren. 53 PS Uitvoeringsprogramma sport: T.a.v. M99 zijn GS bereid via het Gelders jeugdsportfonds bij te dragen aan sportparticipatie van die doelgroep (jongere uit minder draagkrachtige gezinnen). 54 AFW N.a.v. Sportaccomodaties Doetinchem en Ermelo: GS beziet hoe in algemene zin met staatsteun moet worden omgegaan en zal daar een beleidslijn volgen/aanscherpen. GS stellen voor over deze beleidslijn in de commissie een discussie te voeren (juni 2013) 57 AFW 23-1 Onderhandelaarsakkoord over financiën medeoverheden: Het College zal zijn standpunt ter instemming voorleggen aan PS 58 AFW 6-2 Agendaverzoek SP inzake Balkenendenorm: De Commissie zal in april, na de rechterlijke uitspraak over Eindhoven, beslissen of een voorstel van GS óf een initiatiefvoorstel vanuit de Staten komt over aanscherping van de regels. aandacht in programma sport. Het leveren van een bijdrage aan Halt! U valt past mogelijk onder subsidiemogelijkhe den van het programma; overleg met initiatiefnemers Halt! U valt wordt gepland. Meerdere malen overleg geweest met het Jeugdsportfonds. Lopen nu tegen Staatssteunproblee m aan zoeken een oplossing. GS Juni 2013 Vz cie Afgedaan: Besproken in AFW 6-2 en PS 13-2 Agenderen voor AFW 10 april

40 PS voorblad Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk... Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk vragenrecht in provincie Gelderland PS Agendering (advies Griffie) Commissie AFW 6 maart 2013 Provinciale Staten 20 maart 2013 Behandelwijze x x Kaderstellen Controleren Adviseren PS (door commissie) Vaststellen (door PS) Overleg-/ beslispunten PS hebben als resultaat van de evaluatie van de Rekenkamer Oost- Nederland afgesproken dat rapporten van de Rekenkamer altijd ter besluitvorming in PS worden voorgebracht. Bij de commissie ligt de vraag voor of het rapport aanleiding geeft tot opmerkingen. Daarnaast ligt een ontwerp-besluit voor waarin PS de aanbevelingen van de Rekenkamer voor kennisgeving aannemen. Mocht uit de commissiebehandeling blijken dat een meerderheid in de commissie een ontwerpbesluit met een andere strekking aan PS wil voorleggen, dan zal de griffie dit ontwerpbesluit wijzigen. Uiteindelijk wordt het rapport met een initiatiefvoorstel door de voorzitter van uw commissie ter besluitvorming bij PS voorgebracht. In de PS-vergadering kan het ontwerpbesluit uiteraard worden geamendeerd. Context In november heeft de Rekenkamer aangekondigd dat ze een onderzoek ging doen naar het gebruik van het schriftelijke vragenrecht (PS ). Dit onderwerp kwam naar voren in de gesprekken met fracties die de Rekenkamer op dat moment voerde. Het onderzoek is zowel kwantitatief als kwalitatief. De Rekenkamer heeft in Overijssel hetzelfde onderzoek uitgevoerd. Dat rapport is beschikbaar op de website van de Rekenkamer ( De Rekenkamer geeft op basis van de nota van bevindingen (getiteld Rapport quickscan Statenvragen) de volgende overwegingen mee voor de leden van Provinciale Staten: 1) Een meer bewuste afweging over - en daarmee naar verwachting een meer efficiënte en effectieve inzet van - het instrument Statenvragen kan op enkele manieren positief beïnvloed worden: a) Een expliciete afweging in overleg met anderen kan leiden tot een meer bewuste keuze voor het al dan niet inzetten van het instrument. b) Het regelmatig opfrissen van de kennis en het delen van inzichten over de inzet van PS-instrumenten kan helpen om bewuste afwegingen te blijven maken. De training die de Griffie aan het begin van de Statenperiode aanbiedt, is hier een goed voorbeeld van. c) Overweeg technisch-inhoudelijke vragen op andere wijze te stellen dan via de formele artikel 42-procedure. Dit geldt uiteraard niet voor vragen waarvan het doel juist is om een reactie op schrift van GS uit te lokken of waarbij men graag wil 40

41 PS voorblad Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk... dat de ingewonnen informatie met de gehele Staten wordt gedeeld. 2) Blijf alert op de formulering van de vragen. Deze is essentieel voor de beantwoording. Hoe zorgvuldiger de formulering van de vraag, hoe groter de kans om de informatie te krijgen waar je naar op zoek bent. 3) Hierbij gaat het bijvoorbeeld om vragen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, waardoor een ander antwoord gegeven kan worden dan de bedoeling was. Of het stellen van gesloten vragen, terwijl een open vraag de bedoelde informatie kan opleveren en vice versa. 4) Ga vanuit het achterliggende doel voor het stellen van de schriftelijke Statenvragen na of dit met het antwoord van GS bereikt is, of er door GS toezeggingen zijn gedaan en overweeg mogelijke vervolgstappen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het agenderen voor commissiebehandeling, het stellen van nieuwe schriftelijke vragen of het zoeken van publiciteit. Opmerkingen Griffie Openbare samenvatting van GS Meer informatie Claudio Bruggink tel mail: Ontvangen door Griffie: 5 februari 2013 /Geplaatst op SIS: 5 februari

42 PS ontwerpbesluit Provinciale Staten Vergadering d.d. Besluit nr. PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het Rapport Quickscan Satenvragen van Rekenkamer Oost-Nederland, PS , BESLUITEN Het Rapport Quickscan Statenvragen voor kennisgeving aan te nemen. Provinciale Staten van Gelderland voorzitter griffier 42

43 PS Rekenkamerbrief Statenvragen Ing. 4 februari 2013 PS PS20/3 Van: statenledenbounces@webmail.prvgld.nl namens Claudio F.M. Bruggink <C.Bruggink@rekenkameroost.nl> Verzonden: maandag 4 februari :47 Aan: statenleden@mailman.prvgld.nl Onderwerp: [Statenleden] Rekenkameronderzoek Statenvragen Bijlagen: Rekenkamerbrief quickscan Statenvragen Gelderland.pdf; Rapport quickscan Statenvragen Gelderland.pdf; ATT00001.txt Geachte Statenleden, Op 6 november 2012 heeft de Rekenkamer u geïnformeerd over de start van een quickscan naar het schriftelijk vragenrecht in de provincies Gelderland en Overijssel. Inmiddels is de quickscan afgerond. Bijgevoegd vindt u een Rekenkamerbrief met conclusies en overwegingen en de Nota van Bevindingen voor provincie Gelderland. Indien u kennis wilt nemen van de bevindingen van Overijssel dan kunt u contact opnemen met de Rekenkamer of deze vanaf morgen downloaden van onze website. De Rekenkamer ziet uit naar de behandeling van deze brief in Provinciale Staten. Met vriendelijke groeten, Claudio Bruggink Secretaris-directeur Rekenkamer Oost-Nederland Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T M Werkdagen: maandag t/m vrijdag De informatie verzonden met dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Wanneer u dit bericht per ongeluk heeft ontvangen, verzoeken wij u dit per omgaande kenbaar te maken aan de afzender en het bericht direct te verwijderen. Openbaarmaking, vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van deze informatie aan derden is niet toegestaan. ****************************************************************************** De informatie verzonden met dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Gebruik van deze informatie door anderen dan de geadresseerde is niet toegestaan. Openbaarmaking, vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van deze informatie aan derden is niet toegestaan, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de provincie Gelderland. De provincie Gelderland staat niet in voor de juiste en volledige overbrenging van de inhoud van een verzonden , noch voor tijdige ontvangst daarvan. Uitsluitend het door de bevoegde persoon of het bevoegde bestuursorgaan getekende papieren document is bindend. 1 43

44 PS Rekenkamerbrief Statenvragen Provincie Gelderland Markt GX Arnhem Aan: In kopie aan: Betreft: Provinciale Staten van Gelderland Commissaris van de Koningin, dhr. C. Cornielje Gedeputeerde Staten van Gelderland Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk vragenrecht in provincie Gelderland Deventer, 4 februari 2013 Geachte leden van Provinciale Staten, Op 6 november 2012 heeft de Rekenkamer u geïnformeerd over de start van een quickscan naar het schriftelijk vragenrecht in de provincies Gelderland en Overijssel. Dit naar aanleiding van enkele fractiegesprekken waarbij de inzet en werking van dit instrument aan de orde kwam. In deze brief worden de resultaten van de quickscan voor provincie Gelderland gepresenteerd. Het hoor en wederhoor dat heeft plaatsgevonden op de Nota van Bevindingen (zie de bijlage bij deze brief) is, op ons verzoek, in korte tijd tot stand gekomen. De Rekenkamer wil de betrokkenen hiervoor hartelijk bedanken. Over de quickscan: Doel en aanpak Met het onderzoek wil de Rekenkamer inzicht bieden in de wijze waarop in beide provincies het schriftelijk vragenrecht is toegepast in de huidige zittingsperiode en in beeld brengen of er mogelijkheden voor verbetering zijn. De focus van deze quickscan ligt op vragen die formeel op grond van artikel 42 van het Reglement van Orde van PS Gelderland worden gesteld. Onze inzet met het uitvoeren van de quickscan was om in korte tijd een beeld te krijgen van de werking van het schriftelijk vragenrecht. Dit betekent dat de scope beperkter is en de analyse minder ver kan gaan dan bij een regulier rekenkameronderzoek. We hebben gekozen voor zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoekstechnieken. Zo is er dossieronderzoek en een analyse van alle schriftelijke Statenvragen die zijn ingediend in de periode april 2011-september 2012 uitgevoerd. En zijn er - deels telefonische - interviews gehouden met Griffie, Statenleden, ambtenaren 1 (w.o. Bureau Bestuur en Directie) en journalisten. Uitgebreide informatie over de onderzoeksaanpak en de lijst van geïnterviewden is te vinden in de Nota van Bevindingen. In de volgende paragraaf presenteren we eerst enkele cijfers uit de kwantitatieve analyse van de Statenvragen. Daarna volgen de conclusies en overwegingen die uit de quickscan naar voren komen. Op enkele plekken in deze brief tonen we - om te kunnen vergelijken - ook enkele uitkomsten van provincie Overijssel. 1 Interviews met 12 Statenleden en 11 ambtenaren zijn gehouden in het kader van een casestudy. Hiervoor zijn twaalf Statenvragen geselecteerd waar dieper op is ingegaan. Bij de selectie van de cases is er op gelet dat de vragen verspreid zijn over de onderzoeksperiode, van verschillende politieke partijen zijn en over verschillende onderwerpen gaan. De casestudy geeft - door het beperkte aantal Statenvragen dat bekeken wordt - een indicatief beeld. Dit beeld hebben we gebruikt voor het plaatsen van bepaalde zaken uit het dossieronderzoek in de juiste context en/of het illustreren van de wijze waarop met het schriftelijk vragenrecht wordt omgegaan. Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T (0570) F (0570) I E info@rekenkameroost.nl 44

45 PS Rekenkamerbrief Statenvragen Enkele cijfers over schriftelijke Statenvragen 149 Statenvragen gesteld in periode april 2011-september 2012 In de periode april 2011 tot en met september 2012 zijn er 149 Statenvragen ingediend door de Gelderse Statenleden, waarvan 75 in 2011 en 74 in Dit betekent dat er gemiddeld 2,7 Statenvragen per zetel zijn gesteld. In provincie Overijssel waren dit er 1,4 per zetel. Statenleden van oppositie stellen 65% van de Statenvragen Bijna 65% van de schriftelijke Statenvragen bleek te zijn ingediend door Statenleden van oppositiepartijen. De meeste Statenvragen waren ingediend door Statenleden van de PVV en Partij voor de Dieren. In de Nota van Bevindingen is op pagina 18 de verdeling van het totale aantal Statenvragen over de fracties weergegeven. Gemiddeld 5,3 deelvragen Een schriftelijke Statenvraag bestaat meestal uit meerdere deelvragen. Voor de ingediende Statenvragen hebben we dit geteld en er blijken gemiddeld 5,3 deelvragen per schriftelijke Statenvraag te worden gesteld. Het minste aantal vragen dat voorkwam is 1 vraag en het hoogste aantal is 17 deelvragen. Ruim een kwart van de vragen over Economie, werk en innovatie Verder zien we dat veel Statenvragen betrekking hebben op het beleidsterrein Economie, werk en innovatie (27%). Ook worden relatief veel vragen gesteld over de beleidsterreinen Bereikbaarheid en Bestuur en financiën (beide 22%). Figuur 1. Aantal ingediende schriftelijke Statenvragen per beleidsprogramma Economie, werk en innovatie Bereikbaarheid Bestuur en financien Natuur en landschap Ruimtelijke ordening Zorg en welzijn/jeugdzorg Dynamische steden en vitale regio's Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) 1% 5% 9% aantal Statenvragen Veel vragen komen voort uit interne stukken en mediaberichten In figuur 2 is de bron van de aanleiding voor het indienen van de schriftelijke Statenvragen (dus hoe is betreffend Statenlid op de vraag gekomen?). Hieruit blijkt dat ongeveer 37% van de Statenvragen valt in de categorie intern/provincie Gelderland. Voorbeelden hiervan zijn Statenvragen naar aanleiding van interne beleidsdocumenten, Statenvergaderingen, informatiebijeenkomsten, eerdere beantwoording van Statenvragen en dergelijke. Een toelichting op de andere categorieën is te vinden op pagina van de Nota van Bevindingen. 13% 22% 22% 27% Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T (0570) F (0570) I E info@rekenkameroost.nl 45

46 PS Rekenkamerbrief Statenvragen Figuur 2. Bron van de aanleiding voor het indienen van de schriftelijke Statenvragen Intern/provincie Gelderland Media Niet gespecificeerd Rijk Burgers Maatschappelijke organisaties Gemeenten Overig 9% 7% 5% 4% 4% 9% 24% 37% Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) aantal Statenvragen Conclusies en overwegingen Hieronder zijn de belangrijke conclusies (vetgedrukt) en de overwegingen (in de kaders) weergegeven. Instrument Statenvragen kan nog bewuster worden ingezet Het vragenrecht is een individueel recht van Statenleden. Voorop staat dat een Statenlid zelf kan bepalen of en wanneer hij/zij schriftelijke Statenvragen gaat stellen en ook hoe hij/zij de afweging daartoe maakt. Echter, uit de quickscan kwamen enkele bevindingen naar voren die pleiten voor een meer bewuste afweging over en inzet van het instrument Statenvragen: Formele route voor schriftelijke Statenvragen De antwoorden op schriftelijke Statenvragen doorlopen binnen de provincie dezelfde formele route als andere (beleids)stukken. Dit betekent dat de antwoorden altijd langs management, portefeuillehouder en Gedeputeerde Staten gaan. De quickscan laat zien dat de voorbereiding en coördinatie van de beantwoording van schriftelijke Statenvragen tijdsintensief is voor de ambtelijke organisatie. Meer informatie over de procedure en een (inschatting van) benodigde uren is te vinden op pagina van de Nota van Bevindingen. Diverse afwegingen, niet altijd met anderen De afweging en het besluit om schriftelijke Statenvragen te stellen wordt door sommige Statenleden/bij sommige Statenvragen alleen gemaakt en wordt soms expliciet in overleg met anderen gemaakt (bv. in een fractieoverleg). Statenleden blijken verschillende aspecten mee te nemen in hun afweging. Enerzijds zien we directe en praktische argumenten, zoals behoefte aan informatie of de beschikbare tijd. Anderzijds noemden enkele Statenleden meer strategische afwegingen, zoals profilering en publiciteit. Enkele Statenleden gebruiken Statenvragen als onderdeel van het opbouwen van een dossier rondom een thema. Met betrekking tot publiciteit willen we overigens opmerken dat uit de interviews met journalisten is gebleken dat Statenvragen voor hen vooral interessant zijn als deze gaan over zaken die een grote impact hebben op burgers. Technische vragen kunnen ook op andere wijze gesteld worden Meerdere ambtenaren benadrukten in de interviews dat de antwoorden op technische, feitelijke vragen ook op andere wijze verkregen hadden kunnen worden dan via artikel 42. Hierbij werd vooral aangegeven dat er achter telefonische vragen of vragen per geen formele procedure zit, die het tijdrovend maakt. Wel werd onderstreept dat wanneer het politieke vragen betreft, dit niet meer tot de mogelijkheden behoort. Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T (0570) F (0570) I E info@rekenkameroost.nl 46

47 PS Rekenkamerbrief Statenvragen Griffie faciliteert, ook bij schriftelijke Statenvragen De Griffie faciliteert op verschillende manieren de Statenleden in hun afwegingen voor de keuze van PSinstrumenten (waaronder ook schriftelijke Statenvragen). Zo was er aan het begin van de Statenperiode een introductieprogramma met aandacht voor de verschillende instrumenten; is er een schema op het PS-plein met uitleg van de verschillende instrumenten en zijn ze beschikbaar voor vragen over de inzet van instrumenten. Dit laatste komt voor het instrument schriftelijke Statenvragen niet vaak voor. Overwegingen voor Provinciale Statenleden: Een meer bewuste afweging over - en daarmee naar verwachting een meer efficiënte en effectieve inzet van - het instrument Statenvragen kan op enkele manieren positief beïnvloed worden: Een expliciete afweging in overleg met anderen kan leiden tot een meer bewuste keuze voor het al dan niet inzetten van het instrument. Het regelmatig opfrissen van de kennis en het delen van inzichten over de inzet van PSinstrumenten kan helpen om bewuste afwegingen te blijven maken. De training die de Griffie aan het begin van de Statenperiode aanbiedt, is hier een goed voorbeeld van. Overweeg technisch-inhoudelijke vragen op andere wijze te stellen dan via de formele artikel 42- procedure. Dit geldt uiteraard niet voor vragen waarvan het doel juist is om een reactie op schrift van GS uit te lokken of waarbij men graag wil dat de ingewonnen informatie met de gehele Staten wordt gedeeld. Statenleden tevreden over de beantwoording, maar wellicht meer vervolgstappen mogelijk Het vragenrecht is bij uitstek een onderwerp waar de politieke dynamiek tussen leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten speelt. Door het stellen van schriftelijke Statenvragen wordt een uitspraak op schrift van GS over een bepaald thema gevraagd. Deze antwoorden worden door de ambtelijke organisatie voorbereid. Uit de quickscan komen enkele bevindingen naar voren met betrekking tot de inhoud van vragen en antwoorden en hoe daar gevolg aan wordt gegeven: Statenleden zijn over het algemeen tevreden over het proces en de gegeven antwoorden, over toonzetting is men meer verdeeld Uit de interviews met Statenleden blijkt dat zij over het algemeen tevreden zijn over de verkregen informatie. Van de gegeven rapportcijfers was het hoogste cijfer een 8 en er waren twee onvoldoende uitgedeeld. De redenen hiervoor waren dat het antwoord op de vraag te complex was en het antwoord het absolute minimum was aan informatie dat verwacht kon worden. Zeven van de twaalf Statenleden waren tevreden over de toonzetting van de antwoorden op Statenvragen, vier Statenleden gaven zowel positieve als negatieve punten met betrekking tot de toonzetting aan en één Statenlid was ontevreden over de toonzetting. In hun toelichting over de toonzetting gebruikten Statenleden enerzijds termen als zakelijk, neutraal en correct; anderzijds werden ook afstandelijk, weinig inlevingsvermogen en niet serieus genomen worden, genoemd. Aanleiding duidelijk voor ambtenaren Uit de interviews met ambtenaren bleek dat de aanleiding voor het indienen van de Statenvragen over het algemeen duidelijk voor hen was. Kennis over wat er speelt op een beleidsterrein en wat de verschillende politieke partijen belangrijk vinden helpt om vragen aan te zien komen. Ook is de ambtenaren gevraagd in hoeverre zij de Statenvragen kort en bondig 2 vonden. Acht ambtenaren antwoordden hier bevestigend op. Drie andere ambtenaren hadden wel feedback op de formulering van de vragen. Deze feedback had betrekking op de mate van suggestiviteit, concreetheid en realisme van de vragen. 2 In het Reglement van Orde van de Provinciale Staten van Gelderland staat in artikel 42 lid 1 dat schriftelijke vragen kort en duidelijk worden geformuleerd. Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T (0570) F (0570) I E info@rekenkameroost.nl 47

48 PS Rekenkamerbrief Statenvragen Statenvragen worden beknopt beantwoord Er is er sprake van een beknopte beantwoording, zo bleek uit desk research en interviews met Bureau Bestuur en Directie en ambtenaren. Dus over het algemeen wordt de noodzakelijke informatie naar de letter van de vraag gegeven. Antwoorden leiden in beperkte mate tot vervolgstappen Acht Statenleden gaven aan vervolgacties te hebben ondernomen naar aanleiding van de Statenvragen uit de casestudy. Dit ging voornamelijk om een terugkoppeling aan betrokkenen, maar bijvoorbeeld ook wel om bespreking in een commissie, werkbezoek en een (telefoon)gesprek met een ambtenaar. Drie ambtenaren gaven aan dat er acties zijn ondernomen na de beantwoording van de Statenvraag, bijvoorbeeld het aanscherpen van een proces en het voeren van overleg. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de antwoorden van vijf van de 149 Statenvragen zijn geagendeerd voor commissiebehandeling. Weinig concrete toezeggingen in antwoorden Verder blijkt uit de quickscan dat Statenvragen beperkt tot toezeggingen leiden. Terwijl dit wel een van de belangrijke (achterliggende) doelen is voor het stellen van Statenvragen, zo komt dit de interviews naar voren. Uit een analyse van de antwoorden op de 149 Statenvragen blijkt dat in ongeveer 10% van de gevallen een concrete toezegging wordt gedaan door GS. Voorbeelden hiervan is de Statenvraag van een Statenlid van D66 over het Budget Landelijke functie Open Jeugdzorg 2013 en 2014 (PS/2012/635), waarbij GS aangeven: Uw vragen zijn voor ons aanleiding [dit] in IPO aan de orde te stellen. Uit de quickscan komt naar voren dat bewaking van dit soort toezeggingen bij de ambtelijke afdelingen en de vragensteller(s) ligt. Het is echter niet duidelijk hoe dit geborgd is in de ambtelijke organisatie. Overwegingen voor Gedeputeerde Staten: o Streef naar een beknopte, maar ruimhartige beantwoording van schriftelijke Statenvragen. Beantwoording rekening houdend met het achterliggende doel en de context van de vraag, kan soms verder gaan dan een strikte en letterlijke beantwoording. o Zorg ervoor of ga na dat toezeggingen in de beantwoording van schriftelijke Statenvragen worden geregistreerd en de nakoming hiervan wordt bewaakt. Overwegingen voor leden van Provinciale Staten: o Blijf alert op de formulering van de vragen. Deze is essentieel voor de beantwoording. Hoe zorgvuldiger de formulering van de vraag, hoe groter de kans om de informatie te krijgen waar je naar op zoek bent. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om vragen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, waardoor een ander antwoord gegeven kan worden dan de bedoeling was. Of het stellen van gesloten vragen, terwijl een open vraag de bedoelde informatie kan opleveren en vice versa. o Ga vanuit het achterliggende doel voor het stellen van de schriftelijke Statenvragen na of dit met het antwoord van GS bereikt is, of er door GS toezeggingen zijn gedaan en overweeg mogelijke vervolgstappen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het agenderen voor commissiebehandeling, het stellen van nieuwe schriftelijke vragen of het zoeken van publiciteit. Meer alertheid op tijdige beantwoording wenselijk In het Reglement van Orde van PS Gelderland staat dat schriftelijke Statenvragen zo spoedig mogelijk beantwoord moeten worden, maar in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen (art. 42, lid 3). Tevens is in het Reglement van Orde opgenomen dat indien beantwoording niet binnen de termijn kan plaatsvinden er een uitstelbericht (art. 42, lid 4) moet komen. In de quickscan hebben we uitgezocht in hoeverre hier sprake van is. De uitkomsten hiervan zijn als volgt: Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T (0570) F (0570) I E info@rekenkameroost.nl 48

49 PS Rekenkamerbrief Statenvragen 65% van de Statenvragen is binnen de gestelde termijn beantwoord Uit de quickscan blijkt dat 94 van de 144 Statenvragen binnen de gestelde termijn beantwoord zijn (65%). In provincie Overijssel lag dit op 72%. In tabel 1 is een weergave te zien van de duur van de beantwoording van schriftelijke Statenvragen. Tabel 1 Duur van beantwoording van schriftelijke Statenvragen Duur Aantal Percentage Minder dan 10 dagen 1 0,7% 10 tot 20 dagen 28 19,4% 20 tot 30 dagen 65 45,1% 30 tot 60 dagen 40 27,8% Meer dan 60 dagen 10 6,9% Totaal ,0% Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) 11% van de Statenvragen is buiten de termijn beantwoord zonder uitstelbericht Voor 33 Statenvragen is een uitstelbericht verstuurd. In twee gevallen werd deze uitstelbrief buiten de termijn naar de vragensteller verstuurd. Voor 17 Statenvragen geldt dat deze buiten de termijn zijn beantwoord, zonder dat er een uitstelbrief naar de vragensteller (en een afschrift naar PS) is verstuurd. Dit komt neer op 11% van de ingediende Statenvragen. Overweging voor Gedeputeerde Staten: Wees alert op een tijdige beantwoording van schriftelijke Statenvragen. Indien tijdige beantwoording niet lukt of kan, dient zo snel mogelijk een uitstelbericht met motivatie en verwachte datum van beantwoording verzonden te worden. Tot slot In de bijlage bij deze brief vindt u de gehele Nota van Bevindingen van Gelderland. Indien u kennis wilt nemen van de bevindingen van Overijssel dan kunt u contact opnemen met de Rekenkamer of deze downloaden van onze website. De Rekenkamer ziet uit naar de behandeling van deze brief in Provinciale Staten. Hoogachtend, Rekenkamer Oost-Nederland Piet van Dijk Voorzitter Claudio Bruggink Secretaris-directeur Bijlage: Nota van Bevindingen Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht Provincie Gelderland Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T (0570) F (0570) I E info@rekenkameroost.nl 49

50 PS Rekenkamerbrief Statenvragen Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht Provincie Gelderland 50

51 PS Rekenkamerbrief Statenvragen Colofon De Rekenkamer Oost-Nederland is een onafhankelijk orgaan dat onderzoek doet naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur van de provincies Gelderland en Overijssel. De bestuursleden van de Rekenkamer zijn: de heer P. van Dijk (voorzitter), de heer drs. R.S. de Heus EMIA RO (plv. voorzitter) en mevrouw mr. Th.O.J. Lucardie. De secretarisdirecteur is de heer drs. C.F.M. Bruggink RO. Rekenkamer Oost-Nederland Achter de Muren Zandpoort GE Deventer Telefoon: info@rekenkameroost.nl Op de voorkant van het rapport staat een Wordle, gebaseerd op de beleidsthema s van de Statenvragen en de onderwerpen van de geselecteerde Statenvragen uit de casestudy (afkomstig van 51

52 PS Rekenkamerbrief Statenvragen Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht Provincie Gelderland Deventer, februari

53 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Provincie Gelderland Markt GX Arnhem Aan: In kopie aan: Provinciale Staten van Gelderland Commissaris van de Koningin, dhr. C. Cornielje Gedeputeerde Staten van Gelderland Betreft: Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk vragenrecht in provincie Gelderland Geachte leden van Provinciale Staten, Deventer, 4 februari Op 6 november 2012 heeft de Rekenkamer u geïnformeerd over de start van een quickscan naar het schriftelijk vragenrecht in de provincies Gelderland en Overijssel. Dit naar aanleiding van enkele fractiegesprekken waarbij de inzet en werking van dit instrument aan de orde kwam. In deze brief worden de resultaten van de quickscan voor provincie Gelderland gepresenteerd. Het hoor en wederhoor dat heeft plaatsgevonden op de Nota van Bevindingen (zie de bijlage bij deze brief) is, op ons verzoek, in korte tijd tot stand gekomen. De Rekenkamer wil de betrokkenen hiervoor hartelijk bedanken. Over de quickscan: Doel en aanpak Met het onderzoek wil de Rekenkamer inzicht bieden in de wijze waarop in beide provincies het schriftelijk vragenrecht is toegepast in de huidige zittingsperiode en in beeld brengen of er mogelijkheden voor verbetering zijn. De focus van deze quickscan ligt op vragen die formeel op grond van artikel 42 van het Reglement van Orde van PS Gelderland worden gesteld. Onze inzet met het uitvoeren van de quickscan was om in korte tijd een beeld te krijgen van de werking van het schriftelijk vragenrecht. Dit betekent dat de scope beperkter is en de analyse minder ver kan gaan dan bij een regulier rekenkameronderzoek. We hebben gekozen voor zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoekstechnieken. Zo is er dossieronderzoek en een analyse van alle schriftelijke Statenvragen die zijn ingediend in de periode april 2011-september 2012 uitgevoerd. En zijn er - deels telefonische - interviews gehouden met Griffie, Statenleden, ambtenaren 1 (w.o. Bureau Bestuur en Directie) en journalisten. Uitgebreide informatie over de onderzoeksaanpak en de lijst van geïnterviewden is te vinden in de Nota van Bevindingen. 1 Interviews met 12 Statenleden en 11 ambtenaren zijn gehouden in het kader van een casestudy. Hiervoor zijn twaalf Statenvragen geselecteerd waar dieper op is ingegaan. Bij de selectie van de cases is er op gelet dat de vragen verspreid zijn over de onderzoeksperiode, van verschillende politieke partijen zijn en over verschillende onderwerpen gaan. De casestudy geeft - door het beperkte aantal Statenvragen dat bekeken wordt - een indicatief beeld. Dit beeld hebben we gebruikt voor het plaatsen van bepaalde zaken uit het dossieronderzoek in de juiste context en/of het illustreren van de wijze waarop met het schriftelijk vragenrecht wordt omgegaan. 53

54 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen In de volgende paragraaf presenteren we eerst enkele cijfers uit de kwantitatieve analyse van de Statenvragen. Daarna volgen de conclusies en overwegingen die uit de quickscan naar voren komen. Op enkele plekken in deze brief tonen we - om te kunnen vergelijken - ook enkele uitkomsten van provincie Overijssel. Enkele cijfers over schriftelijke Statenvragen 149 Statenvragen gesteld in periode april 2011-september 2012 In de periode april 2011 tot en met september 2012 zijn er 149 Statenvragen ingediend door de Gelderse Statenleden, waarvan 75 in 2011 en 74 in Dit betekent dat er gemiddeld 2,7 Statenvragen per zetel zijn gesteld. In provincie Overijssel waren dit er 1,4 per zetel. Statenleden van oppositie stellen 65% van de Statenvragen Bijna 65% van de schriftelijke Statenvragen bleek te zijn ingediend door Statenleden van oppositiepartijen. De meeste Statenvragen waren ingediend door Statenleden van de PVV en Partij voor de Dieren. In de Nota van Bevindingen is op pagina 18 de verdeling van het totale aantal Statenvragen over de fracties weergegeven. 3 Gemiddeld 5,3 deelvragen Een schriftelijke Statenvraag bestaat meestal uit meerdere deelvragen. Voor de ingediende Statenvragen hebben we dit geteld en er blijken gemiddeld 5,3 deelvragen per schriftelijke Statenvraag te worden gesteld. Het minste aantal vragen dat voorkwam is 1 vraag en het hoogste aantal is 17 deelvragen. Ruim een kwart van de vragen over Economie, werk en innovatie Verder zien we dat veel Statenvragen betrekking hebben op het beleidsterrein Economie, werk en innovatie (27%). Ook worden relatief veel vragen gesteld over de beleidsterreinen Bereikbaarheid en Bestuur en financiën (beide 22%). Figuur 1 Aantal ingediende schriftelijke Statenvragen per beleidsprogramma Economie, werk en innovatie 27% Bereikbaarheid 22% Bestuur en financien 22% Natuur en landschap 13% Ruimtelijke ordening 9% Zorg en welzijn/jeugdzorg 5% Dynamische steden en vitale regio's 1% aantal Statenvragen Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) 54

55 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Veel vragen komen voort uit interne stukken en mediaberichten In figuur 2 is de bron van de aanleiding voor het indienen van de schriftelijke Statenvragen (dus hoe is betreffend Statenlid op de vraag gekomen?). Hieruit blijkt dat ongeveer 37% van de Statenvragen valt in de categorie intern/provincie Gelderland. Voorbeelden hiervan zijn Statenvragen naar aanleiding van interne beleidsdocumenten, Statenvergaderingen, informatiebijeenkomsten, eerdere beantwoording van Statenvragen en dergelijke. Een toelichting op de andere categorieën is te vinden op pagina van de Nota van Bevindingen. Figuur 2 Bron van de aanleiding voor het indienen van de schriftelijke Statenvragen Intern/provincie Gelderland Media Niet gespecificeerd Rijk Burgers Maatschappelijke organisaties Gemeenten Overig 9% 7% 5% 4% 4% 9% 24% 37% Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) aantal Statenvragen 4 Conclusies en overwegingen Hieronder zijn de belangrijke conclusies (vetgedrukt) en de overwegingen (in de kaders) weergegeven. Instrument Statenvragen kan nog bewuster worden ingezet Het vragenrecht is een individueel recht van Statenleden. Voorop staat dat een Statenlid zelf kan bepalen of en wanneer hij/zij schriftelijke Statenvragen gaat stellen en ook hoe hij/zij de afweging daartoe maakt. Echter, uit de quickscan kwamen enkele bevindingen naar voren die pleiten voor een meer bewuste afweging over en inzet van het instrument Statenvragen: Formele route voor schriftelijke Statenvragen De antwoorden op schriftelijke Statenvragen doorlopen binnen de provincie dezelfde formele route als andere (beleids)stukken. Dit betekent dat de antwoorden altijd langs management, portefeuillehouder en Gedeputeerde Staten gaan. De quickscan laat zien dat de voorbereiding en coördinatie van de beantwoording van schriftelijke Statenvragen tijdsintensief is voor de ambtelijke organisatie. Meer informatie over de procedure en een (inschatting van) benodigde uren is te vinden op pagina van de Nota van Bevindingen. Diverse afwegingen, niet altijd met anderen De afweging en het besluit om schriftelijke Statenvragen te stellen wordt door sommige Statenleden/bij sommige Statenvragen alleen gemaakt en wordt soms expliciet in 55

56 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen overleg met anderen gemaakt (bv. in een fractieoverleg). Statenleden blijken verschillende aspecten mee te nemen in hun afweging. Enerzijds zien we directe en praktische argumenten, zoals behoefte aan informatie of de beschikbare tijd. Anderzijds noemden enkele Statenleden meer strategische afwegingen, zoals profilering en publiciteit. Enkele Statenleden gebruiken Statenvragen als onderdeel van het opbouwen van een dossier rondom een thema. Met betrekking tot publiciteit willen we overigens opmerken dat uit de interviews met journalisten is gebleken dat Statenvragen voor hen vooral interessant zijn als deze gaan over zaken die een grote impact hebben op burgers. Technische vragen kunnen ook op andere wijze gesteld worden Meerdere ambtenaren benadrukten in de interviews dat de antwoorden op technische, feitelijke vragen ook op andere wijze verkregen hadden kunnen worden dan via artikel 42. Hierbij werd vooral aangegeven dat er achter telefonische vragen of vragen per e- mail geen formele procedure zit, die het tijdrovend maakt. Wel werd onderstreept dat wanneer het politieke vragen betreft, dit niet meer tot de mogelijkheden behoort. Griffie faciliteert, ook bij schriftelijke Statenvragen De Griffie faciliteert op verschillende manieren de Statenleden in hun afwegingen voor de keuze van PS-instrumenten (waaronder ook schriftelijke Statenvragen). Zo was er aan het begin van de Statenperiode een introductieprogramma met aandacht voor de verschillende instrumenten; is er een schema op het PS-plein met uitleg van de verschillende instrumenten en zijn ze beschikbaar voor vragen over de inzet van instrumenten. Dit laatste komt voor het instrument schriftelijke Statenvragen niet vaak voor. 5 Overwegingen voor Provinciale Statenleden: Een meer bewuste afweging over - en daarmee naar verwachting een meer efficiënte en effectieve inzet van - het instrument Statenvragen kan op enkele manieren positief beïnvloed worden: Een expliciete afweging in overleg met anderen kan leiden tot een meer bewuste keuze voor het al dan niet inzetten van het instrument. Het regelmatig opfrissen van de kennis en het delen van inzichten over de inzet van PS-instrumenten kan helpen om bewuste afwegingen te blijven maken. De training die de Griffie aan het begin van de Statenperiode aanbiedt, is hier een goed voorbeeld van. Overweeg technisch-inhoudelijke vragen op andere wijze te stellen dan via de formele artikel 42-procedure. Dit geldt uiteraard niet voor vragen waarvan het doel juist is om een reactie op schrift van GS uit te lokken of waarbij men graag wil dat de ingewonnen informatie met de gehele Staten wordt gedeeld. Statenleden tevreden over de beantwoording, maar wellicht meer vervolgstappen mogelijk Het vragenrecht is bij uitstek een onderwerp waar de politieke dynamiek tussen leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten speelt. Door het stellen van schriftelijke Statenvragen wordt een uitspraak op schrift van GS over een bepaald thema gevraagd. Deze antwoorden worden door de ambtelijke organisatie voorbereid. Uit de quickscan 56

57 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen 6 komen enkele bevindingen naar voren met betrekking tot de inhoud van vragen en antwoorden en hoe daar gevolg aan wordt gegeven: Statenleden zijn over het algemeen tevreden over het proces en de gegeven antwoorden, over toonzetting is men meer verdeeld Uit de interviews met Statenleden blijkt dat zij over het algemeen tevreden zijn over de verkregen informatie. Van de gegeven rapportcijfers was het hoogste cijfer een 8 en er waren twee onvoldoende uitgedeeld. De redenen hiervoor waren dat het antwoord op de vraag te complex was en het antwoord het absolute minimum was aan informatie dat verwacht kon worden. Zeven van de twaalf Statenleden waren tevreden over de toonzetting van de antwoorden op Statenvragen, vier Statenleden gaven zowel positieve als negatieve punten met betrekking tot de toonzetting aan en één Statenlid was ontevreden over de toonzetting. In hun toelichting over de toonzetting gebruikten Statenleden enerzijds termen als zakelijk, neutraal en correct; anderzijds werden ook afstandelijk, weinig inlevingsvermogen en niet serieus genomen worden, genoemd. Aanleiding duidelijk voor ambtenaren Uit de interviews met ambtenaren bleek dat de aanleiding voor het indienen van de Statenvragen over het algemeen duidelijk voor hen was. Kennis over wat er speelt op een beleidsterrein en wat de verschillende politieke partijen belangrijk vinden helpt om vragen aan te zien komen. Ook is de ambtenaren gevraagd in hoeverre zij de Statenvragen kort en bondig 2 vonden. Acht ambtenaren antwoordden hier bevestigend op. Drie andere ambtenaren hadden wel feedback op de formulering van de vragen. Deze feedback had betrekking op de mate van suggestiviteit, concreetheid en realisme van de vragen. Statenvragen worden beknopt beantwoord Er is er sprake van een beknopte beantwoording, zo bleek uit desk research en interviews met Bureau Bestuur en Directie en ambtenaren. Dus over het algemeen wordt de noodzakelijke informatie naar de letter van de vraag gegeven. Antwoorden leiden in beperkte mate tot vervolgstappen Acht Statenleden gaven aan vervolgacties te hebben ondernomen naar aanleiding van de Statenvragen uit de casestudy. Dit ging voornamelijk om een terugkoppeling aan betrokkenen, maar bijvoorbeeld ook wel om bespreking in een commissie, werkbezoek en een (telefoon)gesprek met een ambtenaar. Drie ambtenaren gaven aan dat er acties zijn ondernomen na de beantwoording van de Statenvraag, bijvoorbeeld het aanscherpen van een proces en het voeren van overleg. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de antwoorden van vijf van de 149 Statenvragen zijn geagendeerd voor commissiebehandeling. Weinig concrete toezeggingen in antwoorden Verder blijkt uit de quickscan dat Statenvragen beperkt tot toezeggingen leiden. Terwijl dit wel een van de belangrijke (achterliggende) doelen is voor het stellen van Statenvragen, zo komt dit de interviews naar voren. Uit een analyse van de antwoorden op de 149 Statenvragen blijkt dat in ongeveer 10% van de gevallen een concrete toezegging wordt gedaan door GS. Voorbeelden hiervan is de Statenvraag van een Statenlid van D66 over het Budget Landelijke functie Open Jeugdzorg 2013 en In het Reglement van Orde van de Provinciale Staten van Gelderland staat in artikel 42 lid 1 dat schriftelijke vragen kort en duidelijk worden geformuleerd. 57

58 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen (PS/2012/635), waarbij GS aangeven: Uw vragen zijn voor ons aanleiding [dit] in IPO aan de orde te stellen. Uit de quickscan komt naar voren dat bewaking van dit soort toezeggingen bij de ambtelijke afdelingen en de vragensteller(s) ligt. Het is echter niet duidelijk hoe dit geborgd is in de ambtelijke organisatie. Overwegingen voor Gedeputeerde Staten: o Streef naar een beknopte, maar ruimhartige beantwoording van schriftelijke Statenvragen. Beantwoording rekening houdend met het achterliggende doel en de context van de vraag, kan soms verder gaan dan een strikte en letterlijke beantwoording. o Zorg ervoor of ga na dat toezeggingen in de beantwoording van schriftelijke Statenvragen worden geregistreerd en de nakoming hiervan wordt bewaakt. 7 Overwegingen voor leden van Provinciale Staten: o Blijf alert op de formulering van de vragen. Deze is essentieel voor de beantwoording. Hoe zorgvuldiger de formulering van de vraag, hoe groter de kans om de informatie te krijgen waar je naar op zoek bent. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om vragen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, waardoor een ander antwoord gegeven kan worden dan de bedoeling was. Of het stellen van gesloten vragen, terwijl een open vraag de bedoelde informatie kan opleveren en vice versa. o Ga vanuit het achterliggende doel voor het stellen van de schriftelijke Statenvragen na of dit met het antwoord van GS bereikt is, of er door GS toezeggingen zijn gedaan en overweeg mogelijke vervolgstappen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het agenderen voor commissiebehandeling, het stellen van nieuwe schriftelijke vragen of het zoeken van publiciteit. Meer alertheid op tijdige beantwoording wenselijk In het Reglement van Orde van PS Gelderland staat dat schriftelijke Statenvragen zo spoedig mogelijk beantwoord moeten worden, maar in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen (art. 42, lid 3). Tevens is in het Reglement van Orde opgenomen dat indien beantwoording niet binnen de termijn kan plaatsvinden er een uitstelbericht (art. 42, lid 4) moet komen. In de quickscan hebben we uitgezocht in hoeverre hier sprake van is. De uitkomsten hiervan zijn als volgt: 65% van de Statenvragen is binnen de gestelde termijn beantwoord Uit de quickscan blijkt dat 94 van de 144 Statenvragen binnen de gestelde termijn beantwoord zijn (65%). In provincie Overijssel lag dit op 72%. In tabel 1 is een weergave te zien van de duur van de beantwoording van schriftelijke Statenvragen. 58

59 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Tabel 1 Duur van beantwoording van schriftelijke Statenvragen Duur Aantal Percentage Minder dan 10 dagen 1 0,7% 10 tot 20 dagen 28 19,4% 20 tot 30 dagen 65 45,1% 30 tot 60 dagen 40 27,8% Meer dan 60 dagen 10 6,9% Totaal ,0% Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) 11% van de Statenvragen is buiten de termijn beantwoord zonder uitstelbericht Voor 33 Statenvragen is een uitstelbericht verstuurd. In twee gevallen werd deze uitstelbrief buiten de termijn naar de vragensteller verstuurd. Voor 17 Statenvragen geldt dat deze buiten de termijn zijn beantwoord, zonder dat er een uitstelbrief naar de vragensteller (en een afschrift naar PS) is verstuurd. Dit komt neer op 11% van de ingediende Statenvragen. Overweging voor Gedeputeerde Staten: Wees alert op een tijdige beantwoording van schriftelijke Statenvragen. Indien tijdige beantwoording niet lukt of kan, dient zo snel mogelijk een uitstelbericht met motivatie en verwachte datum van beantwoording verzonden te worden. 8 Tot slot In de bijlage bij deze brief vindt u de gehele Nota van Bevindingen van Gelderland. Indien u kennis wilt nemen van de bevindingen van Overijssel dan kunt u contact opnemen met de Rekenkamer of deze downloaden van onze website. De Rekenkamer ziet uit naar de behandeling van deze brief in Provinciale Staten. Hoogachtend, Rekenkamer Oost-Nederland Piet van Dijk Voorzitter Claudio Bruggink Secretaris-directeur Bijlage: Nota van Bevindingen Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht Provincie Gelderland 59

60 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Rapport quickscan Statenvragen 9 60

61 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Voorwoord Voor Statenleden is goede informatie van essentieel belang. Het vragenrecht is een van de instrumenten van Provinciale Staten om informatie te verkrijgen. De Rekenkamer heeft onderzocht hoe het vragenrecht in de provincies Gelderland en Overijssel is toegepast en of er verbeteringen mogelijk zijn. De nota van bevindingen laat zien dat Statenleden en ambtenaren over het algemeen best tevreden zijn over de toepassing van het vragenrecht, maar dat er nog wel vooruitgang te boeken is als het gaat om het efficiënt inzetten van dit middel. 10 Iedereen, die wat langer meeloopt in het openbaar bestuur, kent wel situaties, waarin een vragensteller meer bereikt zou hebben met een beter of anders gestelde vraag. Zoals bij een schaakpartij is er ook een zeker spelelement inherent aan het proces dat zich afspeelt bij de uitoefening van het recht van vragenstellen en het juist en volledig inlichten van de volksvertegenwoordiging, ook op het provinciale niveau. Want hoewel het principe algemeen beleden wordt, dat leden van raden en staten zo goed als mogelijk geïnformeerd moeten worden om hun ambt naar behoren te vervullen, is het ook een feit dat er soms politieke, zakelijke of juridische belangen zijn, die maken, dat een college of leden daarvan niet verder gaan met de informatie dan noodzakelijk is. Een voorbeeld van een dergelijke situatie in extreme vorm heeft de 20 ste -eeuwse schrijver Godfried Bomans opgetekend in zijn boek Pieter Bas. Hij beschrijft hoe een minister een vragensteller aftroeft door te antwoorden op de letterlijke betekenis van de gestelde vraag. Die vraag begint met de bekende frase: Is de minister genegen inlichten te geven. En het antwoord luidt dan: Neen 3. Men kan niet ontkennen dat de minister de vragensteller juist en volledig heeft beantwoord. En het is even duidelijk dat dit volkomen in tegenstelling is tot de bedoeling van de vragensteller. Deze wil informatie, en daar heeft hij ook recht op. Maar het Kamerlid uit het verhaal krijgt het niet. En hij voelt zich terecht niet serieus genomen, maar heeft het aan zichzelf te danken! De Rekenkamer is gelukkig hier nu al te melden dergelijk voorbeeld niet structureel in haar onderzoek tegen te zijn gekomen. Zij hoopt dat de Staten, maar ook de Colleges en 3 Godfried Bomans, Pieter Bas, Memoires of Gedenkschriften van Mr. P. Bas, Utrecht, 1995, blz. 149 e.v. 61

62 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen de ambtenaren met dit onderzoek hun voordeel kunnen en zullen doen. De Rekenkamer is iedereen, die aan het onderzoek heeft meegewerkt, bijzonder dankbaar voor de openhartige opstelling tijdens het onderzoek. Hoogachtend, Rekenkamer Oost-Nederland Piet van Dijk Voorzitter Rekenkamer Oost Nederland 11 62

63 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Aanleiding Doel- en vraagstelling Onderzoeksopzet Schriftelijke Statenvragen Leeswijzer Statenvragen Aantal en aard Aanleiding en doel Inzet instrument Besluitvorming en totstandkoming Procedure Beantwoording Aard Totstandkoming en routing Termijn(bewaking) en uitstel Tevredenheid Vervolgacties Bijlage 1: Normenkader Bijlage 2: Vragenlijsten Bijlage 3: Geraadpleegde bronnen

64 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen 1 Inleiding In dit eerste hoofdstuk beschrijven we de aanleiding voor en doel- en vraagstelling van deze quickscan naar het schriftelijke vragenrecht van de leden van Provinciale Staten van Gelderland. Daarnaast gaan we in op de wet- en regelgeving rondom het vragenrecht, waaronder het Reglement van Orde van PS Gelderland. 1.1 Aanleiding 13 De leden van Provinciale Staten hebben - ten behoeve van hun kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol - diverse rechten, zoals het recht van initiatief, het recht van amendement, het recht op ambtelijke bijstand en fractieondersteuning en het vragenrecht. Naar aanleiding van enkele fractiegesprekken waarbij de inzet en werking van dit laatste recht aan de orde kwam, heeft de Rekenkamer besloten een quickscan uit te voeren naar het schriftelijke Statenvragen in Gelderland en Overijssel. Dit zijn de vragen die formeel op grond van artikel 42 van het Reglement van Orde van PS Gelderland worden gesteld. Het vragenrecht is bij uitstek een onderwerp waar de politieke dynamiek tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten speelt. Daarnaast is het goed functioneren van dit instrument van belang voor de uitvoering van de controlerende rol van Provinciale Staten. De Rekenkamer wil met dit korte onderzoek inzicht bieden in de wijze waarop in beide provincies het schriftelijk vragenrecht is toegepast in de huidige zittingsperiode en of er mogelijkheden voor verbetering zijn. 1.2 Doel- en vraagstelling Doelstelling Het doel van dit onderzoek is: Provinciale Staten inzicht bieden in de werking van het schriftelijke vragenrecht in het kader van controlerende rol richting Gedeputeerde Staten en waar mogelijk verbeterpunten aandragen om de effectiviteit van het instrument te vergroten. 64

65 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Vraagstelling De onderzoeksvragen die de Rekenkamer wil beantwoorden zijn in onderstaande figuur weergegeven. Het eerste gedeelte van de vragen heeft betrekking op de Statenvragen en het tweede gedeelte van de vragen op de beantwoording daarvan. Figuur 3 De onderzoeksvragen Statenvragen 1. In hoeverre is er sprake van een aanleiding of reden voor het indienen van Statenvragen? 2. In hoeverre is er sprake van een afweging om te kiezen voor het indienen van Statenvragen? 3. Wat zijn de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van (leden van) Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten, de Commissaris van de Koningin en de griffie bij het proces van schriftelijke vragen? 4a. Hoeveel schriftelijke vragen hebben de (leden van) Provinciale Staten van Gelderland en Overijssel ingediend van april 2011 tot en met september 2012? 4b. Hoe is de verdeling van ingediende Statenvragen over de verschillende politieke partijen? 4c. Wat is de aard van de ingediende Statenvragen? 4d. Op welke beleidsterreinen hebben de ingediende Statenvragen betrekking? 5. Hoe waren de ingediende Statenvragen geformuleerd? Beantwoording Is er antwoord gegeven op de ingediende Statenvragen? 7. Wat is de aard van de gegeven antwoorden op de ingediende Statenvragen? 8. In hoeverre zijn de ingediende Statenvragen binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoord? 9. In hoeverre is de informatiebehoefte van de Statenleden vervuld met de gegeven antwoorden op de ingediende Statenvragen? 10. In hoeverre zijn de Statenleden tevreden over het proces van de beantwoording van de ingediende Statenvragen? 11. In hoeverre leidt het proces van het schriftelijke vragen tot vervolgacties bij Provinciale Staten danwel Gedeputeerde Staten? 1.3 Onderzoeksopzet Focus en afbakening We hebben bewust gekozen voor een quickscan aangezien dit goed aansluit bij de beperkte omvang van het thema. De focus van de quickscan ligt op de vragen die formeel op grond van artikel 42 van het Reglement van Orde van PS Gelderland worden gesteld. Mondelinge vragen bij commissie- of PS-vergaderingen en bij technische briefings, vragen direct aan ambtenaren en schriftelijke vragen die in het kader van planning & control-documenten worden gesteld, laten we als zodanig buiten beschouwing. Ook de (kosten)efficiëntie van het instrument hebben we vanwege de beperkte doorlooptijd buiten beschouwing gelaten, omdat gedurende de voorbereiding op dit onderzoek bleek dat hier al informatie over beschikbaar was 4. 4 Provincie Gelderland (16 februari 2010). PS Inventarisatie kosten beantwoording statenvragen. 65

66 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Onze inzet met het uitvoeren van de quickscan was om in korte tijd een beeld te krijgen van de werking van het schriftelijk vragenrecht. Dit betekent dat de scope beperkter is en de analyse minder ver kan gaan dan bij een regulier rekenkameronderzoek. Om de inhoudelijke kwaliteit te garanderen, hebben we gekozen voor zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoekstechnieken. We hebben bijvoorbeeld zowel deskresearch als (telefonische) interviews uitgevoerd. Hieronder werken we de onderzoeksaanpak verder uit. Aanpak De quickscan is uitgevoerd op basis van dossieronderzoek en een kwantitatieve analyse van alle schriftelijke Statenvragen die zijn ingediend in de periode april 2011-september De gehanteerde procedures rondom het indienen en beantwoorden van Statenvragen hebben we in beeld gekregen door face-to-face interviews met de Griffie en het Bureau Bestuur en Directie (BBD, coördinatie van de ambtelijke registratie van Statenvragen). 15 Daarnaast hebben we een casestudy uitgevoerd. Hiervoor hebben we twaalf Statenvragen geselecteerd waar dieper op is ingegaan. Bij de selectie van cases is er op gelet dat de vragen verspreid zijn over de onderzoeksperiode, van verschillende politieke partijen zijn en over verschillende onderwerpen gaan. De Statenleden die de betreffende vragen hebben ingediend en de ambtenaren die betrokken waren bij de beantwoording zijn telefonisch geïnterviewd. De casestudy geeft - door het beperkte aantal statenvragen dat bekeken wordt - een indicatief beeld. Dit beeld hebben we gebruikt voor het plaatsen van bepaalde zaken uit het dossieronderzoek in de juiste context en/of het illustreren van de wijze waarop met het schriftelijk vragenrecht wordt omgegaan. We hebben overigens alle Statenfracties benaderd voor een telefonisch interview, ook fracties waarvan geen Statenvraag was geselecteerd. Ten slotte zijn er korte, telefonische interviews gevoerd met enkele journalisten van media in Gelderland om te horen in hoeverre zij zicht hebben op Statenvragen en deze in hun werk gebruiken. Tijdens de interviews met Statenleden bleek dat zij geïnteresseerd waren in hoe de media omgaan met schriftelijke Statenvragen. We hebben daarom in de beginfase van het onderzoek besloten om ook enkele journalisten te interviewen. 1.4 Schriftelijke Statenvragen Het schriftelijk vragenrecht is een belangrijk instrument van leden van Provinciale Staten om informatie te verkrijgen. Het vragenrecht is een van de vier rechten die vallen onder het recht op informatie. Ook het budgetrecht, het recht van interpellatie en het enquêterecht vallen hieronder. Het recht op informatie is verankerd in artikel 167 en 179 van de Provinciewet. Hierin staat vermeld dat zowel Gedeputeerde Staten als de Commissaris van de Koningin een actieve informatieplicht hebben richting Provinciale Staten: Zij geven Provinciale Staten alle inlichtingen die Provinciale Staten voor de 66

67 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen uitoefening van hun taak nodig hebben 5. PS kunnen alleen het gevoerde bestuur goed controleren als zij over tijdige en volledige informatie beschikken. Het vragenrecht is een van de instrumenten die PS hiervoor kunnen inzetten. Dit vragenrecht is vastgelegd in artikel 151 van de Provinciewet: Provinciewet, artikel 151, lid 1 Een lid van de Provinciale Staten kan Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koningin mondeling of schriftelijk vragen stellen. Binnen het vragenrecht wordt onderscheid gemaakt tussen het mondelinge en schriftelijke vragenrecht. In deze quickscan staat het schriftelijk vragenrecht centraal. Provinciale Staten kunnen in hun Reglement van Orde nadere regels opstellen over de wijze waarop het schriftelijke vragenrecht wordt uitgeoefend in hun provincie 6. In het onderstaande kader is het artikel over de schriftelijke vragen van PS Gelderland weergegeven. 16 Reglement van Orde Provinciale Staten Gelderland, artikel 42 Schriftelijke vragen 1. Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. 2. De vragen worden bij de voorzitter ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van Provinciale Staten en van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin worden gebracht. 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, doch in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Het antwoord wordt ter kennis van de leden van Provinciale Staten gebracht. 4. Indien beantwoording niet binnen de termijn kan plaatsvinden, stellen Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koningin de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Een afschrift van het bericht wordt ter kennis van de leden van Provinciale Staten gebracht. 5. De vragen en antwoorden worden opgenomen in de lijst van ingekomen stukken als bedoeld in artikel Leeswijzer In hoofdstuk 2 van dit rapport komen de Statenvragen aan de orde en in hoofdstuk 3 gaan we in op de beantwoording van Statenvragen. Het gehanteerde normenkader is te vinden in bijlage 1. In bijlage 2 zijn de vragenlijsten weergegeven die we hebben gebruikt voor de telefonische interviews met Statenleden en provinciale ambtenaren. De lijst met geraadpleegde bronnen staat in bijlage 3. 5 Zie Provinciewet artikel 167, lid 2 en artikel 179, lid 2. 6 Zie Provinciewet artikel 16 en Memorie van Toelichting, Kamerstukken II , nr. 3, p

68 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen 2 Statenvragen We beginnen dit hoofdstuk met enkele cijfers over het aantal schriftelijke Statenvragen dat ingediend is en de aard van deze vragen. Vervolgens gaan we in op de aanleiding voor en het doel van het indienen van vragen. Daarna beschrijven we de beelden van diverse betrokkenen (Statenleden, Griffie en ambtenaren) over de inzet van het instrument. Ook is er aandacht voor de totstandkoming van het besluit tot en de formulering van schriftelijke vragen. Ten slotte geven we een beknopte schets van de procedure bij het indienen van vragen Aantal en aard We hebben voor deze quickscan alle schriftelijke Statenvragen bekeken die in de periode april 2011 tot en met september 2012 zijn gesteld. In totaal zijn er door de Gelderse Statenleden in deze periode 149 Statenvragen 7 ingediend, waarvan 75 in 2011 en 74 in Dit betekent dat er gemiddeld 2,7 Statenvragen per zetel zijn gesteld. Ter vergelijking: in provincie Overijssel zijn in dezelfde periode 64 Statenvragen gesteld, wat neerkomt op 1,4 Statenvraag per zetel. Het duiden van het (gemiddeld) aantal Statenvragen is lastig, omdat dit met diverse factoren te maken heeft. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de mate van pro-activiteit van de informatievoorziening van GS, de mate waarin er vragen gesteld worden in PS- en commissievergaderingen en de mate waarin directe contacten tussen Statenleden en ambtenaren voorkomen. In figuur 4 is het aantal Statenvragen per maand weergegeven. Hieruit blijkt dat in januari en februari van 2012 de meeste Statenvragen zijn ingediend. Ook in de eerste maand na de verkiezingen van 2011 zien we een piek. Verder valt op dat zowel voor 2011 als 2012 relatief veel vragen tijdens het zomerreces (augustus) zijn gesteld. 7 Dit totale aantal Statenvragen is gebaseerd op een inventarisatie vanuit het Staten Informatie Systeem (SIS). Deze inventarisatie is vervolgens gecontroleerd aan de hand van een overzicht van schriftelijke vragen ex artikel 42 RvO in 2011 (Jaarverslag Griffie 2011, bijlage 2) en een intern bestand van het Bureau Bestuur en Directie (BBD) waarin de beantwoording van Statenvragen in 2012 wordt bijgehouden. 68

69 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Figuur 4 20 Aantal Statenvragen per maand Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) Verdeling over de fracties Hieronder is de verdeling van het totale aantal Statenvragen over de fracties weergegeven. Statenleden van alle Gelderse fracties hebben in de onderzoeksperiode tenminste één Statenvraag ingediend. Ongeveer 66% van de vragen is gesteld door Statenleden van de oppositiepartijen. In absolute zin zijn de meeste vragen zijn gesteld door Statenleden van de PVV (46), gevolgd door de Partij voor de Dieren (21) en de PvdA (18). Per zetel zijn de meeste vragen gesteld door Partij voor de Dieren (21) en de PVV (9). 18 Tabel 2 Aantal ingediende schriftelijke Statenvragen per fractie 8 Partij Aantal Statenvragen Aantal Statenleden Gemiddeld per Statenlid 50PLUS 1 1 1,0 CDA ,7 ChristenUnie 8 3 2,7 D ,3 GroenLinks 4 4 1,0 Groep Wullink 1 1 1,0 PvdA ,0 Partij voor de Dieren ,0 PVV ,2 SGP 7 2 3,5 SP ,2 VVD ,4 Totaal ,9 Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) 8 Statenvragen die door Statenleden zijn gesteld die behoren tot verschillende fracties, zijn bij alle betreffende fracties meegeteld. Daardoor is dit aantal niet hetzelfde als het totale aantal Statenvragen dat eerder genoemd is. 69

70 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Als we kijken naar het aantal Statenleden dat bij een schriftelijke Statenvraag betrokken is, zien we dat verreweg de meeste vragen door één Statenlid worden gesteld (85%). Ongeveer 14% wordt door twee Statenleden gesteld. Met meer dan twee Statenleden een vraag stellen komt nauwelijks voor (1,4%). In tabel 3 hebben we de Statenvragen in beeld gebracht die door Statenleden van meer dan 1 fractie zijn ingediend. Dit is voor negen vragen het geval. De vraag waarbij de meeste fracties betrokken waren, is gesteld door de Statenleden van vier coalitiepartijen in Gelderland. Deze vraag ging over de berichtgeving over de knip bij Elst in de Gelderlander, waarin twee verschillende provinciale standpunten werden verwoord. Gevraagd werd welk standpunt het juiste was Tabel 3 Aantal Statenvragen ingediend door meerdere fracties Partij Aantal vragen D66 en SP 2 CDA en PvdA 1 CDA, PvdA en VVD 1 CDA, D66, PvdA en VVD 1 GroenLinks en PvdA 1 GroenLinks en SP 2 PvdA en SP 1 Totaal 9 Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) Verdeling over beleidsprogramma s Tijdens de quickscan hebben we eveneens uitgezocht op welke beleidsprogramma s de schriftelijke Statenvragen het meest van toepassing zijn. Hieronder is het resultaat te zien. Figuur 5 Aantal ingediende schriftelijke Statenvragen per beleidsprogramma 10 Economie, werk en innovatie 27% Bereikbaarheid Bestuur en financien Natuur en landschap Ruimtelijke ordening Zorg en welzijn/jeugdzorg Dynamische steden en vitale regio's 1% 5% 9% 13% 22% 22% Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) aantal Statenvragen 9 Zie PS Hierbij hebben we de indeling in beleidsprogramma s van de begroting 2012 en 2013 als uitgangspunt genomen. 70

71 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen De meeste vragen zijn gesteld over het beleidsterrein Economie, werk en innovatie (27%), met name over het onderdeel Milieu en bedrijven. Ook zijn veel vragen ingediend op de beleidsterreinen Bereikbaarheid en Bestuur en financiën (beide 22%). Op het eerstgenoemde terrein gingen de meeste vragen over het openbaar vervoer. Met betrekking tot het beleidsterrein Bestuur en financiën gingen relatief veel vragen over declaraties en subsidies. Aantal deelvragen per ingediende Statenvraag Een schriftelijke Statenvraag bestaat meestal uit meerdere deelvragen. Voor de ingediende Statenvragen hebben we dit geteld 11 en er blijken gemiddeld 5,3 deelvragen per schriftelijke Statenvraag te worden gesteld. Het minste aantal vragen dat voorkwam is 1 vraag en het hoogste aantal is 17 deelvragen. Deze laatste Statenvraag is door een Statenlid van de VVD gesteld 12 en ging over staatssteun bij de aankoop van natuurgronden en de pachtboerderij op het landgoed Biljoen. 20 Aard van de Statenvragen Ten slotte zijn we de aard van de ingediende schriftelijke Statenvragen nagegaan. Hiervoor hebben we een vierdeling gehanteerd met als uitgangspunt de verschillende rollen van leden van Provinciale Staten: volksvertegenwoordiging, kaderstelling, controle en het uitdragen van politieke standpunten (zie figuur 6). Het gaat om een subjectieve indeling, waarbij we zijn nagegaan welke van de vier kenmerken het meest van toepassing is op de Statenvraag. Uiteraard hebben de Statenvragen vaak op meerdere van deze kenmerken betrekking en ze sluiten elkaar ook niet uit. Doordat het om een subjectieve interpretatie gaat dienen de hieronder gepresenteerde getallen met de nodige voorzichtigheid te worden gelezen. Overigens komt uit de quickscan in Overijssel hetzelfde beeld. Figuur 6 Indeling naar aard van de Statenvragen 14% 16% 18% Volksvertegenwoordiging Kaderstellend Controle Standpunt 52% Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) Ongeveer de helft van de Statenvragen zijn controlerende vragen: dit zijn feitelijke checks en technisch-inhoudelijke vragen. De overige helft is ongeveer gelijkelijk verdeeld 11 Hiervoor hebben we als uitgangspunt de toegevoegde nummering en/of bullets van de vragenstellers genomen. 12 Zie PS

72 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen over vragen waarmee naar een uitbreiding danwel aanpassing van kaders wordt gevraagd (18%), een politiek standpunt wordt uitgedragen (14%) of een bepaalde groep in de bevolking wordt vertegenwoordigd (16%). Zoals eerder aangegeven, zien we in Overijssel een gelijke verdeling terug. Daar is 50% van de vragen controlerend van aard. 17% van de vragen zijn vooral te kenmerken als politieke standpunten, 17% is met name volksvertegenwoordigend en 16% zijn kaderstellende vragen. 2.2 Aanleiding en doel In deze paragraaf gaan we in op de aanleiding voor en het (achterliggende) doel van het indienen van schriftelijke Statenvragen. Aanleiding Voor alle ingediende Statenvragen hebben we gekeken of er een aanleiding bij de vragen was omschreven. Dit is bij 97% van de Statenvragen het geval. Als we kijken naar de aanleidingen die in de tekst worden genoemd 13, dan krijgen we het volgende beeld. Figuur 7 Aanleiding voor het indienen van de schriftelijke Statenvragen 21 Intern/provincie Gelderland Media Niet gespecificeerd Rijk Burgers Maatschappelijke organisaties Gemeenten Overig 9% 7% 5% 4% 4% 9% 24% 37% Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) aantal Statenvragen Ongeveer 37% van de Statenvragen valt in de categorie intern/provincie Gelderland. Voorbeelden hiervan zijn Statenvragen naar aanleiding van interne beleidsdocumenten, moties, ingekomen stukken, Statenvergaderingen, informatiebijeenkomsten, eerdere beantwoording van Statenvragen, nieuwsberichten op de website of een andere aanleiding die voortkomt uit de eigen provinciale organisatie. Berichtgeving in de media wordt in bijna een kwart van de Statenvragen als aanleiding genoemd. In 9% van de gevallen is geen specifieke aanleiding genoemd, maar is meer een algemene beschrijving gegeven van het onderwerp waarover de vraag wordt gesteld. De overige Statenvragen 13 Bij een schriftelijke Statenvraag kunnen in de inleiding meerdere soorten aanleidingen genoemd zijn. 72

73 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen komen voort uit signalen vanuit het Rijk (7%), burgers (5%), maatschappelijke organisaties (4%) en gemeenten (4%). In de categorie overig zijn alle andere aanleidingen ingedeeld, waaronder signalen van politieke partijen, technische ontwikkelingen in de maatschappij. In interviews met 11 ambtenaren 14 hebben we gevraagd in hoeverre de aanleiding voor het stellen van geselecteerde Statenvraag voor hen duidelijk was. Achterliggende gedachte bij het stellen van deze vraag aan de ambtenaren was dat een goed omschreven aanleiding kan helpen bij de interpretatie van de gestelde vragen. Uit deze gesprekken met ambtenaren kwam naar voren dat de aanleiding voor het indienen van de Statenvraag over het algemeen duidelijk was. Kennis over wat er speelt op een beleidsterrein en wat de verschillende politieke partijen belangrijk vinden helpt om vragen aan te zien komen. 22 Doel Ook hebben we 12 Statenleden gesproken. Hen hebben we onder andere gevraagd naar het (achterliggende) doel van het indienen van de Statenvraag. Uit hun antwoorden konden de volgende categorieën worden gedestilleerd 15 : Men wil dat de provincie tot een bepaalde actie komt (7x genoemd) en hoopt dat het indienen van schriftelijke Statenvragen hier aanleiding voor kan geven of beweging in kan brengen. Het verkrijgen van informatie is vier keer als doel genoemd door Statenleden. Verder noemden drie Statenleden het krijgen van een uitspraak van GS expliciet als doel. Ook werd publiciteit een aantal (3) keer genoemd. Publiciteit werd echter altijd als bijkomend, na een ander doel genoemd. In volgend paragraaf gaan we onder andere in op het perspectief van journalisten op schriftelijke Statenvragen. Ten slotte zijn er twee Statenleden die aangeven dat ze met het indienen van schriftelijke Statenvragen willen laten merken dat ze de zaak in de gaten houden. In bovenstaande opsomming van doelen zien we dus enerzijds dat Statenleden een direct doel kunnen hebben met het stellen van Statenvragen (een Statenlid wil iets weten en vraagt dat) en anderzijds zien we meer strategische doelen bij het stellen van vragen (een Statenlid wil een bepaalde actie of persaandacht willen bereiken en hoopt dit met vragen te bewerkstelligen). 2.3 Inzet instrument In deze paragraaf wordt er vanuit diverse kanten een blik geworpen op schriftelijke Statenvragen. Ten eerste gaan we in op de afwegingen die Statenleden maken bij het 14 Voor het onderzoek zijn twaalf cases oftewel schriftelijke Statenvragen ex. artikel 42 geselecteerd. Voor deze Statenvragen zijn interviews gehouden met de Statenleden die de vraag ingediend hebben en de ambtenaren die betrokken waren bij de beantwoording van de Statenvragen. We hebben in totaal met twaalf Statenleden gesproken en met elf ambtenaren (één ambtenaar was betrokken bij twee Statenvragen). 15 In de antwoorden van vier Statenleden kwamen meerdere doelen naar voren. 73

74 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen inzetten van het instrument schriftelijke Statenvragen. Ten tweede gaan we in op hoe de Griffie schriftelijke Statenvragen beziet. Ten derde beschrijven we hoe ambtenaren schriftelijke Statenvragen zien en ervaren. En ten vierde lichten we de overwegingen toe die de pers maakt rondom schriftelijke Statenvragen. 23 Afwegingen van Statenleden In de interviews met Statenleden is hen gevraagd op basis van welke afwegingen zij al dan niet kiezen voor het indienen van schriftelijke Statenvragen. Hierbij worden verschillende aspecten genoemd 16 : Het feit dat je bij schriftelijke Statenvragen de antwoorden zwart op wit krijgt (10x genoemd). Dit werd gerelateerd aan de mogelijkheid om later op de antwoorden terug te kunnen komen/de antwoorden terug te kunnen pakken (6x genoemd) en om - bijvoorbeeld via de pers - aan de achterban en andere burgers te laten zien waar je mee bezig bent (profilering en/of publiciteit: 7x genoemd). Statenleden noemen schriftelijke vragen geschikt als het om uitvoerige, technische informatie gaat waar veel uitzoekwerk voor nodig is (4x genoemd). In de afweging om al dan niet schriftelijke vragen te stellen spelen argumenten rondom tijd een rol (5x genoemd). Hierbij kan gedacht worden aan: er is geen spoed, de PS- of commissievergadering is net geweest, het kost geen debattijd, je kunt het doen wanneer je wilt. Ook gaven Statenleden aan het belang (2x), de omvang (1x) en de politieke lading (2x) van het onderwerp mee te nemen in hun afweging. Ten slotte werd aangegeven dat de kosten die gepaard gaan met schriftelijke vragen meegenomen worden in de afweging om wel/niet schriftelijke Statenvragen in te dienen (2x genoemd). In het kader in paragraaf 2.4 hier meer over. Gelijk aan onze bevindingen bij het doel van het indienen van de vragen, zien we ook bij de afwegingen rondom Statenvragen een tweedeling ontstaan. Enerzijds zijn er meer directe (informatie nodig) en praktische (argumenten met betrekking tot kosten en tijd) afwegingen. Anderzijds zien we ook dat er meer strategische afwegingen gemaakt worden (bijvoorbeeld profilering en /publiciteit). Het vragenrecht is een individueel recht, maar dit neemt niet weg dat besluitvorming over de inzet van het instrument op fractieniveau kan plaatsvinden. Dit komt in paragraaf 2.4 aan de orde. Overwegingen bij gezamenlijke Statenvragen In de onderzoeksperiode zijn in Gelderland negen Statenvragen door meerdere partijen gezamenlijk gesteld (zie ook 2.1). Deze vragen zijn zowel gesteld door coalitiepartijen gezamenlijk (3x), als door oppositiepartijen gezamenlijk (2x) als door coalitie- en oppositiepartijen gezamenlijk (4x). In de interviews die zijn gehouden met Statenleden is hen gevraagd of gezamenlijk indienen een overweging is die zij maken en zo ja, welke aspecten meespelen in deze 16 Bij deze vraag is geen lijst van mogelijke afwegingen afgegaan, maar hier is weergegeven wat Statenleden spontaan en expliciet noemden. 74

75 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen overweging. De meeste Statenleden gaven aan geen ervaring te hebben met het gezamenlijk indienen van vragen. Het gezamenlijk indienen van Statenvragen werd wel een mogelijke optie genoemd als men zou weten - bijvoorbeeld uit een eerdere commissievergadering - dat (een) andere fractie(s) hetzelfde belang of dezelfde mening heeft/hebben. Ook het grotere draagvlak en meer kennis werden genoemd als voordelen van het gezamenlijk indienen van Statenvragen. Er werden ook redenen genoemd om Statenvragen niet gezamenlijk in te dienen: minder partijpolitieke en persoonlijke profilering ( onderwerp voor jezelf willen houden ) en het benodigde overleg en overeenstemming maakt inzet van het instrument omslachtiger en langer. Daarnaast kan het in een vervolgstadium lastig zijn als fracties verschillende vervolgacties voor ogen hebben. Perspectief van de Griffie In het interview dat is gevoerd met de Griffie werd benadrukt dat schriftelijke Statenvragen één van de mogelijkheden is van leden van Provinciale Staten om informatie te verkrijgen. Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld de rondvraag bij een commissie en directe vragen (telefonisch, per mail of in de wandelgang) aan ambtenaren. In de praktijk blijken deze mogelijkheden niet scherp van elkaar af te bakenen, omdat je voor hetzelfde doel verschillende instrumenten zou kunnen inzetten. 24 Aan het begin van de nieuwe Statenperiode heeft de Griffie een introductieprogramma voor de Statenleden georganiseerd. Hierin is ook aandacht besteed aan de verschillende instrumenten (voor bv. het verkrijgen van informatie) van Provinciale Staten. Er waren twee Statenleden die aangaven dat het goed zou zijn om weer een training op dit vlak op te pakken, zodat men zorgvuldiger wordt in de keuze wordt van instrumenten en deze goed benut. Statenleden ontvangen van de Griffie ook een schema waarin voor de verschillende instrumenten het doel, de aandachtspunten en de procedure zijn uitgewerkt. Dit schema is op het zogenoemde PS-plein (Extranet voor Statenleden) te vinden. In tabel 4 is weergegeven wat er in het schema over schriftelijke Statenvragen staat. Tabel 4 Instrumenten van PS Gelderland Instrument Doel Aandachtspunten Procedure schriftelijke vragen (art. 42 RvO) Bron: Griffie Gelderland (2008) het stellen van vragen (aan GS en/of CvdK) over het bestuur van de provincie. - ter verduidelijking van actuele zaken of een oordeel over een actueel onderwerp van GS - kort en duidelijk formuleren - schriftelijk indienen bij de voorzitter van PS, via griffie - beantwoording binnen 30 dagen. Bij overschrijding termijn geeft GS/CvdK motivatie + termijn waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden - antwoord wordt schriftelijk verzonden aan indiener - alle PS-leden worden geïnformeerd over de vragen en het antwoord op de vragen via de lijst van ingekomen stukken 75

76 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Het is aan de Statenleden om te besluiten het instrument schriftelijke Statenvragen in te zetten of niet. Desalniettemin hebben we aan de Griffie gevraagd wanneer de inzet van het instrument schriftelijke Statenvragen naar hun mening het meest passend is. Behalve dat de Griffie in het antwoord op deze vraag verwees naar bovenstaand schema, werd specifiek genoemd dat het instrument schriftelijke Statenvragen met name geschikt is voor vragen met een politieke lading. Twijfelen Statenleden over welk instrument het meest passend is om in te zetten voor hun specifieke doel, dan kunnen zij advies inwinnen bij de Griffie. In het interview met de Griffie werd aangegeven dat dit wel voor de inzet van instrumenten in brede zin gebeurt, maar voor de inzet van schriftelijke vragen komt dit weinig voor. Ook werd vermeld dat het wel eens is voorgekomen dat de Griffie schriftelijke Statenvragen zag langskomen en zij contact heeft opgenomen met het Statenlid om te bespreken of schriftelijke Statenvragen het meest passende instrument was, dus of gevraagde informatie niet beter op andere wijze verkregen kon worden. Hierbij benadrukte de Griffie dat zij schriftelijke Statenvragen hier niet standaard op doornemen en dat het hier om advies ging; het Statenlid bepaalt de keuze voor het instrument, dus of hij/zij wel of geen schriftelijke Statenvragen indient. Blik van de ambtenaren Het staat buiten kijf dat het aan Statenleden zelf is om te bepalen of zij schriftelijke Statenvragen gaan stellen. Echter, uit de interviews met ambtenaren kwamen wel ideeën over de inzet van schriftelijke Statenvragen naar voren. 25 Door een viertal ambtenaren wordt nadrukkelijk aangegeven dat het instrument niet geschikt is voor vragen met een politieke lading. Statenvragen waarin nadrukkelijk naar de mening van GS wordt gevraagd, kunnen volgens hen beter aan bod komen in (het debat in) een commissie- en/of PS-vergadering en (liever) niet in schriftelijke Statenvragen. Dit is opvallend omdat de Griffie, enkele Statenleden en enkele andere ambtenaren juist benadrukten dat het instrument schriftelijke vragen met name geschikt is voor vragen met een politiek karakter. Vijf ambtenaren benadrukten dat schriftelijke Statenvragen veel tijd van hen vragen en dat technische, feitelijke vragen ook op een nadere wijze gesteld kunnen worden. Voor meerdere vragen werd aangegeven dat de antwoorden ook op andere wijze verkregen hadden kunnen worden, bijvoorbeeld door te bellen of mailen. Hierbij werd benadrukt dat wanneer het politieke vragen betreft, dit niet meer tot de mogelijkheden behoort. Direct contact met Statenleden voor het beantwoorden van vragen komt voor, bijvoorbeeld bij commissievergaderingen of telefonisch. Ook worden er technische briefings gehouden. Als we de bovenstaande bevindingen naast de eerdere bevindingen over het doel van het stellen van Statenvragen zetten, dan valt ons het volgende op. De verwachting van sommige ambtenaren dat het intensiveren van de directe contacten tussen Statenleden en ambtenaren schriftelijke Statenvragen kan voorkomen, lijkt voorbij te gaan aan het feit dat het verkrijgen van informatie niet altijd het (enige) doel is van een Statenlid voor het indienen van schriftelijke Statenvragen (zie de verschillende doelen in 2.3). 76

77 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Daarnaast kunnen het antwoord van een ambtenaar en het antwoord van het College verschillende zaken zijn voor een Statenlid (zie de afwegingen in 2.3). Overwegingen van journalisten Uit de kwantitatieve analyse van de schriftelijke Statenvragen bleek dat in bijna een kwart (24%) van de schriftelijke Statenvragen die zijn ingediend door leden van Provinciale Staten van Gelderland in de inleiding wordt gerefereerd aan een bericht in de media. Statenleden gebruiken de media dus regelmatig als bron voor Statenvragen. Daarnaast gaven enkele van de geïnterviewde Statenleden aan dat publiciteit ook een achterliggend doel was bij het stellen van schriftelijke Statenvragen. Verder kwam uit de interviews naar voren dat er grote verschillen waren in de mate waarin fracties publiciteit zoeken bij schriftelijke Statenvragen: waar sommige fracties nooit persberichten versturen, doen anderen dit (bijna) altijd. 26 Bovenstaande informatie laat zien dat publiciteit of persaandacht - voor sommige Statenleden - een rol speelt bij schriftelijke Statenvragen. Daarom hebben we enkele journalisten uit de regionale media benaderd met de vraag of en hoe zij schriftelijke Statenvragen tegenkomen en gebruiken in hun werk. De journalisten gaven aan soms persberichten van Statenvragen van politieke partijen toegezonden te krijgen. Kennis over ingediende Statenvragen verkrijgen zij echter ook via de GS-besluitenlijst en/of SIS. Statenvragen kunnen een bron of aanleiding vormen voor een bericht, maar zijn in het totaal bezien minder belangrijk: het komt niet vaak voor dat een bericht (alleen) over ingediende Statenvragen gaat. Ingediende Statenvragen worden soms gebruikt als bijvangst binnen een groter verhaal. Aangegeven werd dat Statenvragen op zichzelf interessant (genoeg) zijn als deze betrekking hebben op zaken waar de uitvoering van provinciaal beleid duidelijke consequenties heeft op gemeentelijk niveau, met andere woorden: als het over onderwerpen gaat met een grote impact op burgers. 2.4 Besluitvorming en totstandkoming In de interviews met Statenleden is gevraagd hoe het besluit om schriftelijke Statenvragen in te dienen en de concrete inhoud en formulering van de Statenvragen tot stand komt. In de gesprekken met Statenleden hoorden we verschillende varianten langskomen: Het Statenlid neemt de beslissing om schriftelijke Statenvragen te stellen en is zelf verantwoordelijk voor de inhoud en formulering van deze vragen. Daar wordt in de fractie niet standaard naar gekeken. Binnen een fractie kan de afspraak zijn om de schriftelijke Statenvragen (in ieder geval) met de fractievoorzitter te overleggen, daarbij is in meer of mindere mate ook aandacht voor de inhoud en formulering. Er kan voor gekozen worden om schriftelijke Statenvragen met de fractie te bespreken. Er lijken verschillende zaken een rol te spelen bij welke variant gehanteerd wordt. Ten eerste spelen partijafhankelijke factoren een rol, zoals de grootte van de fractie. Ten tweede spelen vraagafhankelijke factoren een rol, bijvoorbeeld het belang en de 77

78 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen politieke lading van het onderwerp van de vragen en de urgentie van het indienen van de vragen. Deze laatste factoren maken ook dat er bij de ene vraag voor gekozen wordt deze wel binnen de fractie te bespreken en de andere keer vooral als individueel Statenlid te handelen. De afweging om al dan niet schriftelijke Statenvragen in te dienen (zie voorgaande paragraaf) wordt dus niet altijd expliciet gemaakt in overleg met anderen, maar wordt soms ook gemaakt door een individueel Statenlid. Waarom is het belangrijk te letten op de formulering van schriftelijke Statenvragen? Aan de ambtenaren is de vraag gesteld in hoeverre zij de vragen kort en bondig * (RvO, art. 42, lid 1) vonden. Acht ambtenaren antwoordden hier bevestigend op. Drie andere ambtenaren hadden wel feedback op de formulering van de vragen. Deze feedback had betrekking op de mate van suggestiviteit, concreetheid en realisme van de vragen. Daarnaast hebben we in interviews met diverse ambtenaren en het Bureau Bestuur en Directie gesproken over de wijze van beantwoording op schriftelijke Statenvragen. Er is er sprake van een beknopte beantwoording, zo bleek uit desk research en interviews met BBD en ambtenaren. Dus over het algemeen wordt de noodzakelijke informatie naar de letter van de vraag gegeven. 27 Bovenstaande feedback op de vragen en de informatie over de wijze van beantwoording, laten zien dat het belangrijk is als Statenlid te letten op de formulering van de vragen. De vragen dienen op een zodanige manier te zijn geformuleerd dat de informatie waar men naar op zoek is ook als antwoord wordt gegeven. Uit de quickscan komt bijvoorbeeld naar voren dat gesloten vragen over het algemeen gesloten antwoorden krijgen. Als je op zoek bent naar een gemotiveerd antwoord, is het raadzaam om bij een gesloten vraag ook een open vraag te stellen ( Zo ja, waarom of zo nee, waarom niet? of Kunt u dit gemotiveerd toelichten? ). Ook kwam uit de casestudy naar voren dat soms deelvragen worden gesteld die sterk op elkaar lijken maar waarvan de een makkelijker te beantwoorden is dan de ander. Dan wordt de vraag beantwoord die het minste vragen zal oproepen bij de vragensteller en vervolgens wordt bij de andere vraag verwezen naar het al gegeven antwoord. In hoofdstuk 2 (in het bijzonder 2.2) is meer informatie te vinden over de beantwoording. * Hierbij hebben we aangegeven dat het gaat om vragen die niet multi-interpretabel zijn. Of dit wel of niet het geval is, is de subjectieve beoordeling van de behandelend ambtenaar. 2.5 Procedure Indienen bij voorzitter, via Griffie In artikel 42 lid 2 van het Reglement van Orde staat geschreven dat Statenleden hun vragen indienen bij de voorzitter. Dit is ook terug te zien in het format dat Statenleden in Gelderland gebruiken bij het indienen van schriftelijke vragen (zie figuur 8). Op het 78

79 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen format staan enkele invulvakken, waaronder de datum, de naam van de vragensteller en het onderwerp. Ook kan een inleiding worden gegeven. Het format is op het PS-plein te vinden. Het ingevulde format wordt vervolgens naar de Griffie g d, die het naar de ambtelijke organisatie toe leidt. Figuur 8 Format schriftelijke vragen (art. 42 RvO) Bron: Griffie Gelderland (2011) Verspreiding van de vragen In het Reglement van Orde staat aangegeven dat [.] de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van Provinciale Staten en van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin worden gebracht. 28 Dit gaat als volgt: Nadat de mail op de Griffie binnengekomen is, wordt de Statenvraag door een griffiemedewerker in het Staten Informatie Systeem ingeboekt. Ook worden schriftelijke Statenvragen op de lijst van ingekomen stukken geplaatst. Deze lijst van ingekomen stukken ontvangen Statenleden voorafgaand aan PS- en commissievergaderingen. Op deze wijze worden alle Statenleden geïnformeerd over de ingediende Statenvragen. De procedure rondom de beantwoording van schriftelijke Statenvragen is te vinden in

80 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen 3 Beantwoording We beginnen dit hoofdstuk met een weergave van de aard van de antwoorden op Statenvragen. Vervolgens gaan we in op de totstandkoming van de antwoorden en de route binnen de provinciale organisatie. Daarna presenteren we cijfers over de termijnen en uitstel van beantwoording. Ook is er aandacht voor de tevredenheid van Statenleden over de beantwoording. Ten slotte gaan we in op de acties die ondernomen worden ten gevolge van schriftelijke Statenvragen Aard Van alle ingediende schriftelijke Statenvragen zijn we de aard van de antwoorden nagegaan. We hanteren hiervoor de onderstaande indeling, afgeleid van het rapport van de Raad Openbaar Bestuur (2005) over Kamervragen 17 : Geen nadere actie nodig of gewenst: in veel Statenvragen worden GS opgeroepen actie te ondernemen. GS kunnen aangeven in hun antwoord dat zij het niet nodig achten of wensen of actie te ondernemen. Er is reeds actie ondernomen: GS geven in hun reactie aan dat zij al stappen hebben ondernomen. Toezegging van een concrete actie, mede naar aanleiding van de Statenvraag: GS kunnen bijvoorbeeld aangeven dat zij in overleg gaan met bepaalde instanties of het signaal van Statenleden aan derden zullen doorgeven. Verwijzing naar onderzoek: GS verwijzen in hun reactie naar een lopend onderzoek of zeggen (nader) onderzoek toe. Toelichting op het beleid of proces: GS geven een toelichting op het beleid of het uitgevoerde proces. GS zijn niet (primair) verantwoordelijk of bevoegd: GS geven in hun antwoord expliciet aan dat zij niet bevoegd of verantwoordelijk zijn op het terrein van de vragen. 17 Afgeleid van de indeling uit het rapport van de Raad Openbaar Bestuur (2005) Niet te veel gevraagd! Een analyse van Kamervragen, p

81 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen In figuur 9 is het resultaat van deze indeling te zien. De gegeven antwoorden zijn ingedeeld bij de categorie of categorieën die het meest van toepassing is/zijn. Ook voor deze indeling geldt dat het gaat om een subjectieve interpretatie van de antwoorden (zie ook uitleg in paragraaf 2.1 bij Aard van de Statenvragen ), dus de percentages moeten met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. We willen hiermee een globaal inzicht geven in het karakter van de gegeven antwoorden. Wederom zien we echter een vrijwel gelijk beeld in Overijssel. Figuur 9 Aard van de antwoorden Toelichting op het beleid of proces 52% Geen nadere actie nodig of gewenst Toezegging concrete actie Er is reeds actie ondernomen GS zijn niet (primair) verantwoordelijk/bevoegd 11% 11% 10% 9% Verwijzing naar onderzoek Overig 3% 3% 30 Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) aantal Statenvragen Ongeveer de helft van de antwoorden kan worden gekenmerkt als toelichting op het beleid of proces. Dit sluit aan bij de aard van de antwoorden, waarvan we eerder hadden geconstateerd dat ongeveer de helft feitelijke, technische vragen waren. Bij ongeveer 11% van de Statenvragen zeggen GS een concrete actie toe. Voorbeelden hiervan zijn de Statenvraag van D66 18 over het Budget Landelijke functie Open Jeugdzorg 2013 en 2014, waarbij GS aangeven: Uw vragen zijn voor ons aanleiding [dit] in IPO aan de orde te stellen. En een van de Statenvragen van een Statenlid van de PVV over declaraties 19, waarbij GS overzichten van de declaraties bij de griffie ter inzage heeft gelegd. Verder wordt in 11% van de Statenvragen aangegeven dat er geen nadere actie nodig of gewenst is en in 10% van de gevallen is reeds actie ondernomen. Dit laatste was bijvoorbeeld het geval bij de Statenvraag van D66 en de SP 20 naar aanleiding van de weigering van een 14-jarige in de bus vanwege een verchipt abonnement. In het antwoord worden de maatregelen beschreven die al getroffen zijn om herhaling in de toekomst te voorkomen. Voor ongeveer 9% van de Statenvragen geldt dat GS niet (primair) bevoegd zijn. Dit was bijvoorbeeld het geval bij vragen over schaliegasboringen en verstrekte wachtgelden door gemeenten. 18 Zie PS Zie PS Zie PS

82 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Al eerder in deze rapportage kwam aan bod dat voor meerdere Statenleden het bewerkstelligen van een bepaalde actie een achterliggend doel was voor het stellen van de Statenvragen. Als we in figuur 9 zien dat in ongeveer 1 op de 10 Statenvragen er een concrete actie wordt toegezegd, dan lijkt het gebruik van schriftelijke Statenvragen daar - op zichzelf staand - niet het meest effectieve instrument voor. Echter, harde uitspraken kunnen daar op basis van dit onderzoek niet over worden gedaan. Dit enerzijds vanwege de subjectieve beoordeling van de antwoorden. Anderzijds kan het stellen van schriftelijke Statenvragen ook een van de instrumenten zijn dat (naast andere instrumenten) door een Statenlid wordt ingezet in een breder proces of lopend dossier. Waar alleen het stellen van schriftelijke Statenvragen misschien niet gelijk tot resultaat leidt, kunnen de antwoorden bijvoorbeeld wel weer een opstap vormen naar de inzet van andere instrumenten. 3.2 Totstandkoming en routing In de gesprekken die we hebben gevoerd met het Bureau Bestuur en Directie (BBD) van de provincie Gelderland en met de ambtenaren die de vragen hebben beantwoord, hebben we gevraagd naar de route en totstandkoming van de antwoorden op de Statenvragen. 31 De Statenvragen komen bij de ambtelijke organisatie terecht via de Griffie. Na de inboeking in het SIS stuurt de Griffie een mail met een link naar de vragen naar het Bureau Bestuur en Directie. Bij het BBD wordt de ambtelijke registratie van de Statenvragen gecoördineerd. Het BBD zet de vraag door naar de coördinatiepunten. Dit zijn als het ware verdeelstations. Een coördinatiepunt zorgt ervoor dat de vraag bij de juiste persoon terecht komt voor beantwoording. In verband met de termijn die verbonden is aan schriftelijke Statenvragen (zie 3.3) is het van belang dat schriftelijke Statenvragen zo snel mogelijk op het bureau van de juiste ambtenaar terecht komt. Uit de interviews met de ambtenaren blijkt dat het wel eens voorkomt dat de vraag niet gelijk in het goede bakje belandt of heen en weer wordt geschoven tussen afdelingen. In twee van de twaalf cases was dit het geval. De ambtenaar die bezig gaat met de beantwoording schrijft meestal eerst een voorlopige opzet van het antwoord op de schriftelijke Statenvragen. Deze ambtenaar is ook verantwoordelijk voor de inhoudelijke coördinatie van het antwoord, als er meerdere ambtenaren en/of personen van externe partijen betrokken moeten worden. Uit gesprekken met de ambtenaren blijkt dat vaak het geval. Er is er sprake van een beknopte beantwoording, zo bleek uit desk research en interviews met BBD en ambtenaren. Dus over het algemeen wordt de noodzakelijke informatie naar de letter van de vraag gegeven. De antwoorden op schriftelijke Statenvragen lopen binnen de provincie dezelfde route door als andere (beleids)stukken. Deze route is weergegeven in figuur 10. Uit deze figuur wordt duidelijk dat de antwoorden op schriftelijke Statenvragen altijd langs management (MGT), de portefeuillehouder (P-beraad) en Gedeputeerde Staten (GS) gaan, voordat de Statenleden deze ontvangen. 82

83 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Ook de agendacommissie (AC) speelt in dit proces een rol. Zij toetsen de besluitrijpheid van stukken voor GS. Uit het gesprek met de BBD (voorzitter van de AC) kwam naar voren dat er voor schriftelijke Statenvragen wordt gekeken naar: taalgebruik, neiging te antwoorden met wat niet kan in plaats van wat wel kan, consistentie met beleid en passend binnen de kaders. Dit laatste betekent bijvoorbeeld dat niet iets wordt toegezegd waar geld voor nodig is, daar is beantwoording van Statenvragen niet de goede plek/juiste moment voor, dat hoort bij de begroting. Figuur 10 Route van stukken, zoals schriftelijke Statenvragen Scribent MT P-beraad BBD AC GS DIV SIS Bron: Bureau Bestuur en Directie, provincie Gelderland 32 Is het College akkoord, dan worden de antwoorden op schriftelijke Statenvragen via DIV (het systeem voor digitale informatie voorziening) naar de Griffie gestuurd. Deze antwoorden worden door de Griffie eerst naar de vragensteller g d. Een dag later worden de antwoorden op SIS gezet. Statenleden krijgen een lijst van ingekomen stukken bij PS- en commissievergaderingen. Hier zijn onder andere ingekomen Statenvragen en Antwoorden met PS-nummer in opgenomen. Met het PS-nummer kunnen Statenleden de antwoorden op Statenvragen opzoeken in SIS. Statenleden (maar ook de Procedurecommissie van PS of de Gedeputeerde) kunnen verzoeken om de antwoorden op schriftelijke Statenvragen te bespreken in een commissievergadering. Meestal gebeurt dit niet en worden de antwoorden op schriftelijke Statenvragen direct op de lijst van ingekomen stukken gezet om in de eerstvolgende vergadering van PS voor kennisgeving te worden aangenomen. Meer over de agendering van antwoorden is in paragraaf 3.5 te vinden. In dit onderzoek laten we de (kosten)efficiëntie van schriftelijke Statenvragen buiten beschouwing, vanwege de korte doorlooptijd en omdat we in de voorbereiding van het onderzoek al op informatie hierover stuiten. Deze informatie is in het kader op volgende pagina weergegeven. 83

84 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Uren en kosten schriftelijke Statenvragen Uit het gesprek met het Bureau Bestuur en Directie en de gesprekken met ambtenaren die in het kader van de casestudy zijn gevoerd, kwam naar voren dat er niet structureel wordt bijgehouden hoeveel uur er door de ambtelijke organisatie wordt besteed aan de (voorbereiding, coördinatie en beantwoording) van schriftelijke Statenvragen. Beantwoording van schriftelijke Statenvragen valt binnen de reguliere werkzaamheden. Het College van Gedeputeerde Staten heeft in 2010 verzocht om door middel van een globale inventarisatie de gemiddelde kosten voor de beantwoording van schriftelijke vragen van Provinciale Staten in beeld te brengen. Uit de inventarisatie (PS , 16 februari 2010) kwam naar voren dat er grote verschillen zijn in de tijd die gemoeid is met de beantwoording van een Statenvraag. Complexiteit van de vraag was hierbij de belangrijkste factor. De opgegeven tijden varieerden van 12 tot 25 uur. Het ging daarbij om de beantwoording van de Statenvraag, inclusief de eventueel nodige overleggen (binnen de afdeling, tussen afdelingen en in de portefeuilleberaden). Het gemiddelde uurloon (inclusief overhead etc.) van een werknemer kon toentertijd op 100 worden gesteld. In 2009 waren er 114 Statenvragen gesteld. De beantwoording van een Statenvraag kostte, afhankelijk van de complexiteit, dus ongeveer 1200 tot Voor 2009 ging het over een totaalbedrag tussen de voor de beantwoording van het totaal aantal gestelde vragen Termijn(bewaking) en uitstel Termijn In artikel 42 lid 3 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten van Gelderland staat dat beantwoording van de Statenvragen zo spoedig mogelijk plaatsvindt, maar in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Uit een analyse van de data van de ingediende Statenvragen en gegeven antwoorden blijkt dat 94 van de 144 schriftelijke Statenvragen (65%) binnen de gestelde termijn beantwoord zijn 21. Voor 33 Statenvragen is een uitstelbericht verstuurd. In twee gevallen werd deze uitstelbrief buiten de termijn naar de vragensteller verstuurd. Voor 17 Statenvragen geldt dat deze buiten de termijn zijn beantwoord, zonder dat er een uitstelbrief naar de vragensteller (en een afschrift naar PS) is verstuurd. Dit komt neer op 11% van de ingediende Statenvragen. 22 In tabel 5 hebben we een overzicht gegeven van de duur van de beantwoording van de 144 vragen, waarvan we konden bepalen of de termijn gehaald is. Vier Statenvragen zijn 21 Voor het bepalen van de termijnen zijn we uitgegaan van de datum van inboeking in het SIS en de datum op de antwoordbrief van GS. Dit is de regel die ook door de provincie Gelderland hiervoor gehanteerd wordt. 22 Het Bureau Bestuur en Directie is voor ons bij de ambtenaren nagegaan of deze uitstelberichten inderdaad niet zijn verstuurd. Dit bleek zo te zijn. Er bleken uiteenlopende redenen te zijn voor het niet verzenden van de uitstelberichten bij beantwoording van de termijn, bijvoorbeeld verschuiving van het P-beraad. Overigens bleek er ook 2 à 3 keer wel even direct contact met de vragensteller te zijn opgenomen. 84

85 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen ingetrokken voordat de beantwoording afgerond was en een van de antwoorden is niet vindbaar op het SIS. Tabel 5 Duur van beantwoording van schriftelijke Statenvragen Duur Aantal Percentage Minder dan 10 dagen 1 0,7% 10 tot 20 dagen 28 19,4% 20 tot 30 dagen 65 45,1% 30 tot 60 dagen 40 27,8% Meer dan 60 dagen 10 6,9% Totaal ,0% Bron: Analyse Rekenkamer Oost-Nederland (november 2012) Zoals eerder aangegeven is ongeveer 65% van de Statenvragen binnen 30 dagen beantwoord. De snelste beantwoording duurde acht dagen; de langste 165 dagen. Deze vraag was van een Statenlid van de PVV en ging over de subsidieverlening aan een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) 23. De vraag was aangehouden in de organisatie, omdat er enkele besluiten voor DAEB-aanwijzingen in voorbereiding waren die men in het antwoord wilde meenemen, maar men was vergeten dit te melden aan de vragensteller. 34 Termijnbewaking De verantwoordelijkheid voor het bewaken van de termijn van beantwoording van Statenvragen ligt bij (coördinatiepunten voor Statenvragen op) de afdelingen. Uit gesprekken met de Bureau Bestuur en Directie en met de Griffie blijkt dat zij beide een bestand hebben waarin de Statenvragen en termijn wordt bijgehouden. Hoewel het dus formeel niet de taak van de Griffie of BBD is om bij te houden of erachter aan te gaan dat de termijn gehaald wordt, gebeurt dit in de praktijk wel (eens). Hierbij werd aangegeven dat men de verantwoordelijkheid wil laten waar hij hoort. Uitstel van beantwoording Het komt dus voor dat niet lukt om Statenvragen binnen de daarvoor gestelde termijn te beantwoorden. In artikel 42 lid 4 van het RvO staat hierover het volgende: Indien beantwoording niet binnen de termijn kan plaatsvinden, stellen Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koningin de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Een afschrift van het bericht wordt ter kennis van de leden van Provinciale Staten gebracht. Voor de ingediende Statenvragen die niet binnen 30 dagen zijn beantwoord, zijn we nagegaan of een dergelijk bericht verstuurd is. Hieruit blijkt dat er 35 uitstelberichten zijn verstuurd. Twee van deze brieven waren eigenlijk niet nodig, aangezien het antwoord toch binnen 30 dagen verstuurd is naar de vragensteller. Verder geldt dat 23 PS

86 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen voor twee Statenvragen twee uitstelbrieven zijn verstuurd, doordat de termijn opnieuw niet gehaald kon worden. In alle uitstelberichten wordt uitgelegd waarom het niet lukt om het antwoord binnen de daarvoor gestelde termijn te geven. In 26 van de gevallen wordt aangegeven dat het vereiste onderzoek nog niet is afgerond. En in vijf brieven wordt het reces van GS als reden aangegeven. In de overige brieven wordt een andere reden aangedragen, bijvoorbeeld dat ook een derde betrokken wordt bij de beantwoording of dat meer tijd nodig is voor een zorgvuldige beantwoording. Ook hebben we gekeken of in de uitstelberichten wordt genoemd wanneer beantwoording verwacht mag worden. Dit blijkt in 34 van de 35 uitstelberichten het geval te zijn. Aan dit uitstel van beantwoording is overigens geen formele termijn verbonden in het Reglement van Orde. 35 Tegengesteld aan de vragen waarvoor uitstel is gevraagd, zijn we in de quickscan ook vragen tegengekomen waarin aangegeven wordt om deze met spoed (vanwege de actualiteit) of voor een bepaalde datum (vaak een commissiebehandeling) te beantwoorden. Dit was voor vier vragen geval. De provincie heeft hier geen aparte procedure voor, maar hanteert een praktische insteek door bijvoorbeeld de termijnen van aanlevering wat ruimer te nemen en eerder contact op te nemen met de vragensteller. Uit de quickscan komt naar voren dat dit voor twee vragen heeft geresulteerd in een tijdige beantwoording en in twee gevallen niet is gelukt. Voor een van deze laatste twee spoedvragen geldt overigens dat de commissievergadering wel heel dicht op de gestelde vragen zat, namelijk twee dagen, waardoor het lastig haalbaar was. Ervaring van de termijn door ambtenaren en Statenleden In de gesprekken met ambtenaren en Statenleden zijn diverse opmerkingen over de termijn gemaakt. 24 Enerzijds gaven vier van de geïnterviewde ambtenaren aan dat de tijd voor het beantwoorden van schriftelijke Statenvragen krap is. In de 30 dagen die hiervoor staan moeten er antwoorden op de Statenvragen geformuleerd zijn, deze worden - eventueel - aangevuld door en/of afgestemd met collega s of externe partijen en vervolgens moet de procedurele route (langs portefeuillehouder en GS) worden afgelegd. Deze procedurele route neemt over het algemeen twee weken van de 30 dagen in beslag. Anderzijds gaven drie van de geïnterviewde Statenleden aan dat zij de termijn voor beantwoording van schriftelijke Statenvragen als lang ervaren. Zij vroegen zich af of de beantwoording - in sommige gevallen - niet (iets) sneller had gekund. Overigens waren er ook twee Statenleden die vertelden dat schriftelijke Statenvragen meestal binnen de termijn beantwoord worden en er weinig uitstel nodig is. 24 Wij hebben in de interviews overigens niet expliciet een vraag opgenomen over wat men vindt van de termijn, maar deze opmerkingen zijn spontaan door ambtenaren en Statenleden genoemd toen hen is gevraagd naar verbeterpunten met betrekking tot (de beantwoording van) schriftelijke Statenvragen. 86

87 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen 3.4 Tevredenheid In de interviews die we met Statenleden hebben gehouden voor de casestudy hebben we vragen gesteld over hun tevredenheid over de geboden informatie in en de toonzetting van de antwoorden op hun Statenvragen. Informatievoorziening De geïnterviewde Statenleden zijn over het algemeen tevreden over de verkregen informatie. We hebben hen gevraagd hier rapportcijfers aan te geven. Dit varieerde van een 4 tot een 8. Er werden twee onvoldoendes (lager dan een 6) uitgedeeld. De feedback die door de Statenleden bij deze onvoldoendes werd gegeven was: het antwoord op vraag was complex en het antwoord was het absolute minimum aan informatie dat verwacht kon worden. Toonzetting Zeven van de twaalf Statenleden waren tevreden over de toonzetting van de antwoorden op Statenvragen, vier Statenleden gaven zowel positieve als negatieve punten met betrekking tot de toonzetting aan en één Statenlid was ontevreden over de toonzetting. In de toelichting gebruikten Statenleden enerzijds termen als zakelijk, neutraal en correct; anderzijds werden ook afstandelijk, weinig inlevingsvermogen en niet serieus genomen worden, genoemd Vervolgacties Eén van de deelvragen in dit onderzoek was in hoeverre schriftelijke vragen leiden tot vervolgacties bij Provinciale Staten danwel Gedeputeerde Staten. We hebben hier op twee manieren naar gekeken. Ten eerste hebben we in de interviews hiernaar gevraagd. Ten tweede hebben we nagezocht in hoeverre de antwoorden toezeggingen bevatten, geagendeerd zijn en er vervolgvragen zijn gesteld. Statenleden en ambtenaren over vervolgacties bij Statenvragen De Statenleden is gevraagd of zij zelf nog actie hebben ondernomen na het verkrijgen van de antwoorden op de geselecteerde Statenvragen en zo ja, om wat voor acties dit ging. Er waren acht Statenleden bij wie hier sprake van was. Genoemde vervolgacties waren: terugkoppeling aan betrokkenen bijvoorbeeld burgers (3x genoemd), bespreking in commissie (2x genoemd), werkbezoek (1x genoemd) en (telefoon)gesprek met ambtenaar (1x genoemd). Aan de geïnterviewde ambtenaren is eenzelfde vraag voorgelegd. Er werd door drie ambtenaren aangegeven dat er acties zijn ondernomen door de ambtelijke organisatie ten gevolge van de schriftelijke Statenvragen. Hierbij ging het bijvoorbeeld om aanscherping van een proces en een overleg met een ambtenaar. Ook waren er twee ambtenaren die vertelden dat er acties op het onderwerp van betreffende schriftelijke Statenvragen waren ondernomen, maar dit waren vragen binnen een lopend dossier/discussie en die waren niet direct en alleen het gevolg van de Statenvragen. 87

88 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Toezeggingen en de bewaking daarvan In paragraaf 3.1 over de aard van de antwoorden kwam reeds naar voren dat er bij ongeveer 11% van de Statenvragen een concrete toezegging is gedaan in de antwoorden op schriftelijke Statenvragen. Dit gaat bijvoorbeeld om het initiëren van een overleg, het verhogen van de alertheid op bepaalde terreinen of het doorgeven van signalen aan andere partijen. De Griffie en BBD hebben geen rol bij het bewaken van dit soort toezeggingen. Enerzijds is het aan een ambtelijke afdeling zelf om voor zijn/haar portefeuillehouder in de gaten te houden dat ook dit soort toezeggingen nagekomen worden. Anderzijds is het voor het Statenlid dat de vraag gesteld heeft zelf zaak dit in het oog te houden. Agendering van de antwoorden De antwoorden op Statenvragen worden door de Griffie op de lijst van ingekomen stukken gezet. Hier komt ook een behandeladvies bij te staan. Het standaard behandeladvies voor de antwoorden op Statenvragen is ter kennisgeving aannemen. Wil een Statenlid verder ingaan op de antwoorden, dan kan hij/zij de antwoorden agenderen. Hiertoe wordt een agendaverzoek ingediend. Het behandeladvies bij de Statenvraag verandert in dat geval. 37 Ten behoeve van dit onderzoek hebben we in het Staten Informatie Systeem nagezocht hoe vaak de antwoorden op Statenvragen geagendeerd zijn. Hieruit komt naar voren dat de antwoorden op vijf schriftelijke Statenvragen door de vragenstellers zijn geagendeerd in een commissie. Een recent voorbeeld hiervan is de PvdA die de antwoorden op Statenvragen over de voortzetting van de actiekaart MBO studenten geagendeerd heeft (24 oktober 2012 in commissie MIE aan bod gekomen). Ook werd er vijf keer een onderwerp in een commissie geagendeerd waarbij gerefereerd werd aan ingediende Statenvragen. Vervolgvragen Uit analyse van de ingediende Statenvragen bleek dat er bij zes vragen sprake was van artikel 42-vragen die het vervolg waren op eerdere artikel 42-vragen. In drie gevallen ging dit om aanvullende vragen die bij nadere bestudering van de antwoorden naar boven kwamen. In twee gevallen vond de vragensteller dat de vragen niet volledig beantwoord waren of tegenstrijdig waren met eerdere berichtgeving. En in een geval ging het om nieuwe Statenvragen die waren opgesteld naar aanleiding van een actie (nl. een werkbezoek) die was ondernomen als gevolg op de antwoorden van de vorige vragen. 88

89 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Bijlage 1: Normenkader In onderstaande figuur is het normenkader weergegeven. De normen zijn gesorteerd naar de - in het rapport gehanteerde - tweedeling tussen Statenvragen en Beantwoording. Figuur 11 Normenkader Statenvragen Bij Statenvragen is de aanleiding van of reden voor het indienen van de Statenvragen beschreven. Er is sprake van een expliciete afweging voor het indienen van Statenvragen. De Statenvragen zijn kort en duidelijk geformuleerd. De Statenvragen zijn verspreid onder alle Statenleden. 38 Beantwoording De ingediende Statenvragen worden binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoord. In Gelderland ligt deze termijn op 30 dagen. De antwoorden op de ingediende Statenvragen zijn verspreid onder alle Statenleden. Met de antwoorden op ingediende Statenvragen wordt de informatiebehoefte van Statenleden vervuld. Statenleden zijn tevreden over het proces van de beantwoording van de ingediende Statenvragen. Bron: Rekenkamer Oost-Nederland 89

90 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Bijlage 2: Vragenlijsten In deze bijlage zijn de vragenlijsten weergegeven die zijn gebruikt bij de interviews met Statenleden en ambtenaren in het kader van de casestudy. Enkel de vragen zijn hier weergegeven, de inleiding en afsluiting dus niet. Vragenlijst Statenleden Voor elke vraag geldt deze zowel voor de casus als voor in het algemeen stellen. Was er een duidelijke aanleiding/reden voor het stellen van deze schriftelijke Statenvraag? Op basis van welke afwegingen is er gekozen voor het indienen van deze schriftelijke Statenvraag? Is er eerst op andere wijze getracht antwoord op de vraag te krijgen? - Waarom is er juist gekozen voor het inzetten van dit instrument? 39 Hoe heeft de besluitvorming over het al dan niet stellen van deze schriftelijke Statenvraag plaatsgevonden? - Wanneer wordt dit instrument wel/niet ingezet? Hoe is de inhoud en formulering van deze schriftelijke Statenvraag tot stand gekomen? - Hoe wordt inhoud en taal gewaarborgd, bv. tegenlezen? Wat was het doel van het stellen van deze schriftelijke Statenvraag en is dit bereikt? - Is het puur een vraag om informatie of zit er meer achter? In hoeverre heeft u met deze schriftelijke Statenvraag de informatie gekregen waar u naar op zoek was? - Kan u dit een cijfer geven? Waarom geeft u dit cijfer? Doorwerking - Kan u dit een cijfer geven? Waarom geeft u dit cijfer? Wat vond u van de toonzetting van het antwoord op deze schriftelijke Statenvraag? Heeft u na de beantwoording van de Statenvraag vervolgactie(s) ondernomen? Voorbeelden van acties: - Ja, aanvullende mondelinge vragen gesteld - Ja, aanvullende schriftelijke vragen gesteld - Ja, discussie in PS/commissie - Ja, mondelinge contacten met: ambtenaar, gedeputeerde, andere afdeling 90

91 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen - Ja, extern contact gelegd: andere overheidsorganisatie, andere instelling - Ja, een andere actie ondernomen, namelijk:.. - Nee Is er bij deze schriftelijke Statenvraag sprake geweest van publiciteit? - Actief publiciteit gezocht (persbericht, twitter e.d.) - Passief publiciteit gegenereerd/opgepikt door de pers Algemene vragen Wanneer wordt er gekozen voor het indienen van een Statenvraag gezamenlijk met (een Statenlid van) andere fractie(s)? Vindt u het schriftelijk stellen van vragen aan GS een belangrijk instrument voor PS? - Kan er een rangorde met andere instrumenten (interpellatie, motie, amendement) aangegeven worden? Heeft u verbetersuggesties voor het proces rondom schriftelijke Statenvragen? Vragenlijst ambtenaren 40 Hoe is deze schriftelijke Statenvraag voor beantwoording bij u terecht gekomen? Heeft u vaker schriftelijke Statenvragen beantwoord en op basis van welke afwegingen? - Komt een vraag op basis van kennis/inhoud, autoriteit, politiek gevoel, netwerk etc. bij een ambtenaar terecht? Heeft u het antwoord op de schriftelijke Statenvraag alleen of gezamenlijk met andere ambtenaren en/of bestuurders geformuleerd? Wat was uw afweging hierbij? Heeft u uren geschreven voor de beantwoording van deze schriftelijke Statenvraag? - Wordt betreffende ambtenaar geacht dit te doen? Zo ja, is dit ook gebeurd en waar is het dan opgeschreven? Is er voorafgaand aan deze schriftelijke Statenvraag al eerder contact geweest over dit onderwerp met dit Statenlid/fractie en/of is het onderwerp - naar u weten - al eens ter sprake gekomen in een commissie/ps-vergadering? - Voelde de ambtenaar de vraag aankomen? Was (op basis van de geschreven tekst) de aanleiding/reden voor het stellen van de schriftelijke Statenvraag voor u duidelijk? Was de Statenvraag voldoende bondig en duidelijk weergegeven? (dus niet multiinterpretabel of vaag). Zo nee, wat had er beter gekund? Heeft u bij het opstellen van en/of na het versturen van het antwoord contact gehad met de indiener(s) van de schriftelijke vraag? Zo ja, waar ging dat contact over? 91

92 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Had het antwoord op de Statenvraag ook op een andere manier verkregen kunnen worden dan met een schriftelijke Statenvraag? - Ja, via informatie op internet - Ja, via een beleidsdocument - Ja, bellen - Ja, op een andere wijze, namelijk: - Nee Zijn er binnen de ambtelijke organisatie (c.q. bij u) op basis van de Statenvraag vervolgactie(s) ondernomen? - Ja, intern contact gelegd: andere ambtenaar, gedeputeerde, andere afdeling - Ja, extern contact gelegd: andere overheidsorganisatie, andere instelling - Ja, een suggestie/idee uit de vraag ten uitvoer gebracht - Ja, een ander idee dat naar aanleiding van de vraag opkwam ten uitvoer gebracht - Ja, een andere actie ondernomen, namelijk:.. - Nee Heeft u verbetersuggesties voor het proces rondom het stellen/beantwoorden van schriftelijke Statenvragen? - Kunnen overwegingen zijn om mee te geven aan GS, aan ambtelijke apparaat of aan PS

93 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Bijlage 3: Geraadpleegde bronnen Geraadpleegde personen Algemene interviews Mevr. Broekman - Manager bestuurszaken, Bureau Bestuur en Directie Dhr. Wannet - Loco-griffier, Griffie 42 Casestudy: Geïnterviewde ambtenaren Mevr. Bos - Project-/programmaleider Welzijn, zorg en cultuur (cultuurbeleid) Dhr. Collé - Coördinator zwemwater Dhr. Cronau - Project-/programmaleider Landbouw, natuur en landschap Dhr. Faber - Project-/programmaleider Welzijn, zorg en cultuur Mevr. Gerritsen - Project-/programmaleider Wegen, verkeer en vervoer Dhr. Goselink - Project-/ en programmaleider Economische Zaken Mevr. Van Kleef - Senior beleidsmedewerker Economie & Samenleving Dhr. Ostendorf - Regiocoördinator mobiliteit Mevr. Van Roekel - Juridisch adviseur Personeel & Organisatie Dhr. Wassink - Project/programmaleider Ruimte & Bereikbaarheid Mevr. Zeijl - Adviseur strategie Welzijn, zorg en cultuur (jeugdhulpverlening) Casestudy: Geïnterviewde Statenleden Dhr. Van Boheemen - Statenlid CDA Mevr. Hijman - Statenlid PvdA Mevr. Kouwenberg - Statenlid PVV Mevr. Lewe - Statenlid SP Dhr. Meerburg - Statenlid VVD Mevr. Van Milaan - Statenlid D66 Dhr. Mulder - Statenlid 50Plus Dhr. Plug - Statenlid ChristenUnie Dhr. Ter Haar - Statenlid PVV Dhr. Van der Veer - Statenlid PvdD Mevr. Waardenburg - Statenlid GroenLinks Dhr. Wullink - Statenlid Groep Wullink Journalisten Dhr. Korse - Journalist De Stentor Dhr. Leunissen - Journalist De Stentor Mevr. De Vries - Journalist Omroep Gelderland 93

94 Quickscan naar het PS-instrument schriftelijk vragenrecht PS Rekenkamerbrief Statenvragen Geraadpleegde documenten Enthoven, G.M.W. (2011). Proefschrift Hoe vertellen we het de Kamer? Een empirisch onderzoek naar de informatierelatie tussen regering en parlement. Provinciewet: artikel 16, 151, 167 en 179. Raad voor Openbaar Bestuur (2005). Niet te veel gevraagd! Een analyse van Kamervragen. Provincie Gelderland Griffie. Jaarverslag Griffie (2008). Overzicht van Instrumenten van PS. Intern bestand waarin de beantwoording van schriftelijke Statenvragen wordt bijgehouden (Bureau Bestuur en Directie). Provincie Gelderland. Stappenplan voor een Antwoord op Statenvragen (intern document op Intranet). Provincie Gelderland (16 februari 2010). PS Inventarisatie kosten beantwoording statenvragen. Provincie Gelderland. PS Format schriftelijke Statenvragen. Reglement van Orde voor Provinciale Staten van Gelderland. 43 Casestudy: geselecteerde Statenvragen en antwoorden PS Bureau Jeugdzorg en gebruik van een witte lijst voor afwijzen AWBZ zorgaanbieders. PS Filevorming op de A15 in de regio Rivierenland: vervolgvragen. PS Stand van zaken Ambulancezorg. PS Toezicht op semi-openbare zwembaden. PS Toiletten in regionale treinen. PS Ontwikkelingen Middelwaard-West. PS Gebruik van het Openbaar Vervoer door het college. PS Provinciaal cultuurbeleid. PS Veluws Bureau voor Toerisme. PS Procesbegeleiding buitengebied. PS Theater Kwatta. PS Jacht op spreeuwen (vervolg). 94

95 Bijlage - PS reactie van GS STATENNOTITIE Aan de leden van Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk vragenrecht HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Wij hebben kennisgenomen van de quickscan naar de werking van het schriftelijk vragenrecht van Statenleden dat door de Rekenkamer Oost-Nederland is uitgevoerd. De Rekenkamer geeft in haar brief een aantal overwegingen aan zowel de leden van Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten mee. In deze statennotitie geven wij een reactie op de overwegingen die aan ons college zijn geadresseerd. = = = = = Aan de leden van Provinciale Staten De Rekenkamer Oost-Nederland heeft een quickscan naar de werking van het schriftelijk vragenrecht van Statenleden uitgevoerd, waarvan wij met belangstelling kennis hebben genomen. Het vragenrecht is een individueel recht van Statenleden waarvan de Gelderse Statenleden in deze Statenperiode in vergelijking met hun Overijsselse collega's relatief veel gebruik hebben gemaakt. Wij zijn verheugd dat de geïnterviewde Statenleden aangegeven hebben over het algemeen tevreden te zijn over de via onze antwoorden op de Statenvragen verkregen informatie. Bij de beantwoording van de vragen nemen wij zo veel mogelijk de termijn in acht zoals in artikel 42 van het Reglement van Orde is gesteld. Namelijk om de schriftelijke beantwoording zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen dertig dagen na binnenkomst van de vraag te beantwoorden. De Rekenkamer geeft ons aan om alert te zijn op de tijdige beantwoording en indien dit niet lukt een uitstelbericht te verzenden. In reactie hierop merken wij op Statenvragen zorgvuldig te willen beantwoorden. Een zorgvuldige beantwoording vraagt echter een bepaalde doorlooptijd. Versnelling van deze termijn zou kunnen leiden tot onvolledige of onzorgvuldige antwoorden hetgeen wij niet voorstaan. De 30- dagentermijn is een tijdspanne die ook bij andere provincies gebruikelijk is. Wij streven er naar om zo veel mogelijk vragen binnen deze termijn te beantwoorden. In dit kader merken wij op dat in het laatste kwartaal van 2012 stappen zijn gezet om de beantwoording van schriftelijke Statenvragen binnen de provinciale organisatie strakker te monitoren. De verwachting is dat dit ertoe zal leiden dat de tijdige beantwoording van Statenvragen verbetert. Tevens kan hierdoor beter worden gevolgd of tijdig een uitstelbrief aan uw Staten wordt verzonden. Inlichtingen bij mw. Y.M. Hazelaar, telnr. (026) adres: post@gelderland.nl 95

96 Bijlage - PS reactie van GS Het onderzoek bracht naar voren dat er in de onderzoeksperiode 149 Statenvragen zijn gesteld. Deze bestonden meestal uit meerdere deelvragen, waarbij het gemiddelde op 5,3 lag. Volgens het Reglement van Orde moeten schriftelijke vragen kort en duidelijk worden geformuleerd. De Rekenkamer geeft ons mee te streven naar een beknopte, maar ruimhartige beantwoording van schriftelijke vragen, waarbij rekening wordt gehouden met het achterliggend doel en de context van de vraag. Wij beantwoorden de vragen zo zorgvuldig, volledig en efficiënt mogelijk. Wij merken hierbij op dat er naast de formele artikel 42-Statenvragen veel vragen direct via mail of telefonisch aan het ambtelijk apparaat worden gesteld. Het beslag dat hiermee op de ambtelijke capaciteit wordt gelegd, is soms aanzienlijk. De Rekenkamer geeft in haar onderzoek aan dat in ongeveer 10% van de antwoorden op schriftelijke Statenvragen een actie wordt toegezegd. Zij geeft in overweging om deze toezeggingen te registreren en de nakoming hiervan te bewaken. Als het gaat om toezeggingen uit de beantwoording van Statenvragen zijn wij geen voorstander van een centrale registratie en bewaking van deze toezeggingen, omdat ons beeld is dat op dit moment binnen de verantwoordelijke beleidsafdelingen de bewaking van de nakoming van de toezeggingen afdoende is geborgd. Wel is het zo dat mondelinge toezeggingen in Staten(commissie)vergaderingen door de Griffie worden vastgelegd in een afsprakenlijst. Middels een mededelingenbrief of Statennotitie informeren wij u over de manier waarop de toezeggingen door ons zijn afgehandeld. Wij verzoeken uw Staten kennis te nemen van deze reactie op het Rekenkamerrapport. Arnhem, 19 februari zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris

97 PS voorblad steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de... Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de beleidslijn verslechtering financiële positie gemeenten PS Agendering (advies Griffie) Commissie AFW 6 maart 2013 Provinciale Staten 20 maart 2013 Behandelwijze x x Kaderstellen Controleren Adviseren PS (door commissie) Vaststellen (door PS) Overleg-/ beslispunten Context Zie ontwerpbesluit Op 19 december 2012 is de provinciale beleidslijn bij verslechtering van de financiële positie van gemeenten door Provinciale Staten vastgesteld. De beleidslijn wordt nu voor de eerste keer toegepast bij de gemeente Beuningen. Met het toepassen van de beleidslijn beoogt ons college dat het gemeentebestuur van Beuningen op eigen kracht de financiële problematiek kan oplossen. Conform de beleidslijn wordt voorgesteld om de provinciale cofinanciering op een aantal projecten te verhogen. Tevens wordt voorgesteld om kosten die door de gemeente zijn gemaakt voor de landelijke zandwinning aan de gemeente te vergoeden. Met de gemeente zal een prestatieovereenkomst gesloten worden. Opmerkingen Griffie Meer informatie dhr. A.J.M. van Vroenhoven (026) a.van.vroenhoven@gelderland.nl GS-besluit: 19-2 /Ontvangen door Griffie: 19-2 /Geplaatst op SIS:

98 PS ontwerpbesluit steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de... Provinciale Staten Vergadering d.d Besluit nr. PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het voorstel PS 2013 van Gedeputeerde Staten inzake het toepassen van de beleidslijn verslechterde financiële positie van gemeenten op de gemeente Beuningen; Gelet op artikel 143, lid van de Provinciewet, juncto artikel 105, 1 e lid, van de Provinciewet alsmede op artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998; BESLUITEN 1 Een bedrag beschikbaar te stellen van voor vergoeding aan de gemeente Beuningen van de gemaakte voorbereidingskosten in het kader van de zandwinning Beuningse Plas, met uitzondering van kosten die gemaakt zijn voor grondverwerving en bouwrijp maken; 2 Aan het college van Gedeputeerde Staten de bevoegdheid te delegeren tot verlening van de uit het besluit, bedoeld onder 1, voortvloeiende subsidies; 3 Dit besluit aan te merken als deel uitmakende van de provinciale begroting 2013, overeenkomstig artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht; 4 Begrotingswijziging nr. 10 van de Begroting 2013 vast te stellen. Arnhem, d.d. 19 februari zaaknummer Provinciale Staten van Gelderland voorzitter griffier 98

99 Bijlage - PS begrotingswijziging 1 provincie Gelderland BEGROTINGSWIJZIGING nummer 10 Boekjaar = 2013 Voorstel: Beuningen Behandeling PS: maart :1 - Bestuur Bedragen * Wat kost dit programmabearotinci voor wiiziciinq Mutatie Begrotinq na wijziqinq (Lasten-Baten) Lasten Baten Saldo (Lasten-Baten) Reserves Dotaties Onttrekkingen Saldo Reserves Programmasaldo versie

100 PS statenvoorstel steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de... Provinciale Staten Voorstel aan Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de beleidslijn verslechtering financiële positie gemeenten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting van inhoud voorstel: Op 19 december 2012 is de provinciale beleidslijn bij verslechtering van de financiële positie van gemeenten door Provinciale Staten vastgesteld. De beleidslijn wordt nu voor de eerste keer toegepast bij de gemeente Beuningen. Met het toepassen van de beleidslijn beoogt ons college dat het gemeentebestuur van Beuningen op eigen kracht de financiële problematiek kan oplossen. Conform de beleidslijn wordt voorgesteld om de provinciale cofinanciering op een aantal projecten te verhogen. Tevens wordt voorgesteld om kosten die door de gemeente zijn gemaakt voor de landelijke zandwinning aan de gemeente te vergoeden. Met de gemeente zal een prestatieovereenkomst gesloten worden. ===== Aan Provinciale Staten Op 19 december 2012 hebben uw Staten de provinciale beleidslijn bij verslechtering van de financiële positie van gemeenten vastgesteld. Beuningen is een van de gemeenten die aan de voorwaarden voldoet voor een gerichte ondersteuning. De gemeente staat onder preventief toezicht, uit de onlangs vastgestelde begroting blijkt dat de gemeente een zeer zware inspanning levert om in meerjarig perspectief een sluitende begroting te krijgen en tot slot zijn de eigen inkomsten gemaximaliseerd. Het tekort in het grondbedrijf drukt zwaar op de begroting. Jaarlijks lost de gemeente ruim af van het tekort in het grondbedrijf. Inclusief rente drukken de verliezen in het grondbedrijf gedurende 20 jaar voor bijna 3 miljoen structureel op de "normale" begroting. Het gemeentebestuur, zowel de raad als het college van BenW, zet alles in om op eigen kracht de problematiek op te lossen maar vraagt gerichte steun van de provincie. Zoals u weet, loopt er tevens een discussie omtrent de vergoeding van kosten die de gemeente gemaakt heeft in het kader van haar landelijke taakstelling voor de zandwinning. Tijdens de behandeling van het statenvoorstel m.b.t. de zandwinning hebben wij met uw Staten de afspraak gemaakt dat vergoeding van de kosten van zandwinning wordt bezien in het licht van de uitwerking van de beleidslijn verslechtering financiële problemen voor de gemeente Beuningen. In overleg met de gemeente hebben wij ons beraden over een steunpakket van een zodanige omvang dat het de gemeente in staat stelt om binnen een termijn van 10 jaar, op eigen kracht, de financiële problemen op te lossen. Naar onze inschatting is daar ongeveer voor nodig. Inlichtingen bij dhr. A.J.M. van Vroenhoven, telnr. (026) adres: post@gelderland.nl 100

101 PS statenvoorstel steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de... Conform de beleidslijn hebben we de volgende mogelijkheden onderzocht. 1. Provinciale cofinanciering op gemeentelijke projecten vergroten, waardoor de gemeentelijke begroting ontlast wordt en het vrijvallende geld kan worden ingezet voor het aflossen van het tekort in het grondbedrijf. Naast andere projecten zijn door de gemeente twee projecten aangedragen die betrekking hebben op de kern Weurt. Zowel voor de gemeente als de provincie heeft het bevorderen van de leefbaarheid van de kern Weurt prioriteit. Op de eerste plaats gaat het om het project revitalisering kern Weurt. Wij zijn met de gemeente in gesprek over de mogelijkheid van een grotere dan gebruikelijke cofinanciering van dit project. Op de tweede plaats gaat het om de aanpassing van de kruising van de Van Heemstraweg met de kern Weurt. Het totale project kost , wij hebben een bijdrage van ter beschikking gesteld voor en de stadsregio een bedrag van Resteert een door de gemeente te betalen bedrag van Wij stellen voor om onze cofinanciering met dit bedrag te vergroten. Voor de dekking hebben wij gezocht naar mogelijkheden binnen het programma mobiliteit. Binnen het desbetreffende programma is er geen ruimte om dit bedrag te dekken. Het programma is reeds in uitvoering genomen, herprioritering zou dus leiden tot het (tijdelijk) stopzetten van reeds in uitvoering genomen projecten. Dit achten wij niet verantwoord. Conform onze spelregels stellen wij uw Staten voor, bij de Voorjaarsnota 2013, een bedrag van beschikbaar te stellen als onderdeel van de integrale afweging, t.l.v. de algemene middelen. Naast vorengenoemde voorstellen stellen wij u voor provinciale cofinanciering op de snelfietsroute Leigraaf in Beuningen met te vergroten. Ook voor dit bedrag stellen wij uw Staten voor een besluit te nemen bij de Voorjaarsnota 2013 als onderdeel van de integrale afweging (dekking t.l.v. de algemene middelen). 2. Op termijn intensievere samenwerking met buurgemeenten. Voor de gemeente wordt, bij een krimpende organisatie, samenwerking een noodzaak om op termijn te kunnen blijven voorzien in een adequate dienstverlening aan de burgers. 3. Tijdelijke inzet op het gebied van personeel/organisatiekosten. Door de gemeente zijn mogelijkheden aangedragen op het gebied van procesondersteuning bij de uitwerking van de samenwerking op het gebied van de regionale ICT en voor de regionale samenwerking in bredere zin. Met de gemeente hebben we afgesproken dat we de mogelijkheden bij 2 en 3 nader zullen uitwerken vanuit onze rol en verantwoordelijkheid op het gebied van de regionale samenwerking en de bestuurlijke organisatie. Wij stellen u verder voor aan deze steunmaatregelen een bedrag toe te voegen van als vergoeding voor de gemaakte kosten zandwinning conform Statenvoorstel In het in mei 2001 gesloten convenant inzake de zandwinning in Beuningen is overeengekomen dat de provincie ƒ bij wijze van voorschot vergoedt aan de gemeente en dat de gemeente dit bedrag, vermeerderd met de daarover verschuldigde rente aan GS, restitueert zodra de gemeente de kosten in rekening heeft gebracht bij de zandwinner die de ontzandingsvergunning heeft verworven. Deze vordering staat nog steeds in de provinciale boeken en is opgelopen tot Wij stellen u voor om deze vordering te verrekenen met de vergoeding aan de gemeente Beuningen onder gelijktijdige schrapping van de vordering uit de provinciale boeken. De netto uit te keren vergoeding komt daarmee op De benodigde dekking voor de vergoeding en de afboeking van de vordering - tezamen zijn thans gereserveerd binnen de Reserve Bestuurlijke Verplichtingen

102 PS statenvoorstel steun aan de gemeente Beuningen in het kader van de... Samenvattend stellen wij voor om de gemeente Beuningen op de volgende wijze te steunen. - Een grotere dan gebruikelijke cofinanciering van de revitalisering van de kern Weurt mits de plannen passen binnen de bestedingsvoorwaarden voor de impulsgelden. Een voorstel wordt in de eerstvolgende tranche voor de besteding van de impulsgelden voorgelegd aan de Statencommissie ROW. - Verhoging van de provinciale cofinanciering van de kruising Van Heemstraweg met de kern Weurt met , te dekken uit de algemene middelen. Besluitvorming door uw Staten in het kader van de behandeling van de voorjaarsnota Verhoging van de provinciale cofinanciering snelfietsroute Leigraaf met , te dekken uit de algemene middelen. Besluitvorming door uw Staten in het kader van de behandeling van de Voorjaarsnota beschikbaar stellen voor gemaakte kosten t.b.v. de zandwinning, onder aftrek van een verstrekt voorschot van Met de gemeente in nader overleg treden over de wijze waarop regionale samenwerking gestalte kan krijgen en de mogelijkheden tot het inzetten van tijdelijk personeel of het vergoeden van organisatiekosten. Met de gemeente zal, conform de beleidslijn, een prestatieovereenkomst worden gesloten. Deze prestatieovereenkomst zullen wij u ter kennisneming toezenden. Wij geven u in overweging te besluiten conform bijgevoegd ontwerpbesluit. Arnhem, 19 februari zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris

103 1-PS voorblad Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam... Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies Griffie) Behandelwijze Overleg-/ beslispunten Context Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Openbaar Lichaam Regio Arnhem PS Commissie AFW 6-3 Provinciale Staten 20-3 Kaderstellen Controleren X Adviseren PS (door commissie) X Vaststellen (door PS) Ontwerpbesluit: De Ontwerpbegrotingen 2013 van de Openbare Lichamen Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Openbaar Lichaam Regio Arnhem voor kennisgeving aan te nemen Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam stelt jaarlijks een begroting vast voor het daaropvolgende jaar, na eventuele zienswijzen van de partners aan het Openbaar Lichaam te hebben verwerkt. In de vergadering van 17 januari 2013 respectievelijk 1 februari 2013 heeft het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen respectievelijk Regio Arnhem de conceptbegroting 2013 goedgekeurd. Conform de Wet gemeenschappelijke regelingen hebben uw Staten de mogelijkheid uw zienswijze op deze ontwerpbegrotingen kenbaar te maken. Omdat de Gelderse omgevingsdiensten in de laatste 3 maanden van 2012 formeel zijn opgericht is het niet meer mogelijk om aan de wettelijke termijnen te kunnen voldoen voor wat betreft het indienen van de begroting bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarom wordt het toezicht op de RUD s door het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor het jaar 2013 op een andere wijze ingevuld. De ontwerpbegroting van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen is voor het jaar 2013 per saldo (structureel én incidenteel) passend binnen het budget welke door de provincie voor deze omgevingsdienst beschikbaar is gesteld. De begroting voldoet aan de vereisten van de Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten. De planning voor de begroting 2014 biedt geen ruimte meer voor aanpassingen aangezien deze vóór 1 april 2013 bij de partners ingediend moet zijn. Voor de begroting 2015 zullen wel aanpassingen moeten worden gesteld om deze begroting op structurele basis passend te krijgen binnen de financiële kaders van de provincie Gelderland. De ontwerpbegroting 2013 van de Omgevingsdienst Regio Arnhem valt binnen de (financiële) kaders zoals vastgesteld in het bedrijfsplan en door de provincie Gelderland. De begroting voldoet aan de minimale vereisten van de Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Er is voor een aantal punten (gastheerschap, frictiecompensatie) niet geheel bekend wat de - positieve - financiële consequenties hiervan zijn en deze zijn daarom niet vertaald in deze begroting. 103

104 1-PS voorblad Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam... GS stellen dan ook voor de ontwerpbegrotingen 2013 van de Openbare Lichamen Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Omgevingsdienst Regio Arnhem voor kennisgeving aan te nemen. Meer informatie Mw. S. Emsbroek GS-besluit: 19-2 /Ontvangen door Griffie: 19-2 /Geplaatst op SIS:

105 2-PS ontwerpbesluit Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam... Provinciale Staten Vergadering d.d. Besluit nr. PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het Statenvoorstel PS over de ontwerpbegrotingen 2013 van de Openbare Lichamen Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Omgevingsdienst Regio Arnhem. Gelet op artikel 59 lid 3 Wet gemeenschappelijke regelingen BESLUITEN De ontwerpbegrotingen 2013 van de Openbare Lichamen Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Omgevingsdienst Regio Arnhem voor kennisgeving aan te nemen. Arnhem, 19 februari zaaknummer Provinciale Staten van Gelderland voorzitter griffier 105

106 3-PS statenvoorstel Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam... Provinciale Staten Voorstel aan Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Openbaar Lichaam Regio Arnhem HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting van inhoud voorstel: Op 27 juni 2012 hebben uw Staten ons toestemming verleend voor het treffen van gemeenschappelijke regelingen met de betreffende gemeenten voor de Omgevingsdienst Noord Veluwe, de Omgevingsdienst Rivierenland, de Omgevingsdienst Veluwe IJssel, RUD Vallei en RUD MRA (PS ). Op 26 september 2012 hebben uw Staten toestemming verleend voor het treffen van de overige twee Gelderse RUD s, te weten de Omgevingsdienst Regio Nijmegen en de Omgevingsdienst Achterhoek. Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam stelt jaarlijks een begroting vast voor het daaropvolgende jaar, na eventuele zienswijzen van de partners aan het Openbaar Lichaam te hebben verwerkt. In de vergadering van 17 januari 2013 respectievelijk 1 februari 2013 heeft het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen respectievelijk Regio Arnhem de conceptbegroting 2013 goedgekeurd. Conform de Wet gemeenschappelijke regelingen hebben uw Staten de mogelijkheid uw zienswijze op deze ontwerpbegrotingen kenbaar te maken. Omdat de Gelderse omgevingsdiensten in de laatste 3 maanden van 2012 formeel zijn opgericht is het niet meer mogelijk om aan de wettelijke termijnen te kunnen voldoen voor wat betreft het indienen van de begroting bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarom wordt het toezicht op de RUD s door het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor het jaar 2013 op een andere wijze ingevuld (zie Procedure). De ontwerpbegroting van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen is voor het jaar 2013 per saldo (structureel én incidenteel) passend binnen het budget welke door de provincie voor deze omgevingsdienst beschikbaar is gesteld. De begroting voldoet aan de vereisten van de Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten. De planning voor de begroting 2014 biedt geen ruimte meer voor aanpassingen aangezien deze vóór 1 april 2013 bij de partners ingediend moet zijn. Voor de begroting 2015 zullen wel aanpassingen moeten worden gesteld om deze begroting op structurele basis passend te krijgen binnen de financiële kaders van de provincie Gelderland. De ontwerpbegroting 2013 van de Omgevingsdienst Regio Arnhem valt binnen de (financiële) kaders zoals vastgesteld in het bedrijfsplan en door de provincie Gelderland. De begroting voldoet aan de minimale vereisten van de Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Er is voor een aantal punten (gastheerschap, frictiecompensatie) niet geheel bekend wat de - positieve - financiële consequenties hiervan zijn en deze zijn daarom niet vertaald in deze begroting. Wij stellen dan ook voor de ontwerpbegrotingen 2013 van de Openbare Lichamen Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Omgevingsdienst Regio Arnhem voor kennisgeving aan te nemen. ===== Inlichtingen bij mw. S. Emsbroek, tel. (026) adres: post@gelderland.nl 106

107 3-PS statenvoorstel Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam... Aan Provinciale Staten Op 27 juni 2012 hebben uw Staten ons toestemming verleend voor het treffen van een vijftal gemeenschappelijke regelingen met de betreffende gemeenten (PS ). Dit betreffen vijf van de zeven regionale uitvoeringsdiensten (RUD s) die de taken gaan uitvoeren voor de Gelderse gemeenten en provincie Gelderland op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving van het omgevingsrecht. Op 26 september 2012 hebben uw Staten toestemming verleend voor het treffen van de overige twee Gelderse RUD s. Elke RUD heeft de vorm gekregen van een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Op 24 oktober 2012 is de Omgevingsdienst Regio Nijmegen en op 14 november 2012 is de Omgevingsdienst Regio Arnhem daadwerkelijk opgericht. Procedure In de vergadering van 17 januari 2013 respectievelijk 1 februari 2013 heeft het Dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen respectievelijk Regio Arnhem de conceptbegroting 2013 goedgekeurd en daarna aan u aangeboden. Conform de Wet gemeenschappelijke regelingen hebben uw Staten de mogelijkheid uw zienswijze op deze ontwerpbegroting kenbaar te maken. Provinciale Staten beraadslagen over de ontwerpbegroting niet eerder dan 2 weken na voorgenoemde openbare kennisgeving. De terinzagelegging gaat plaatsvinden van 20 februari tot 6 maart Van eventuele reacties worden uw Staten in kennis gesteld. Het Dagelijks Bestuur zal de ontwerpbegroting, onder bijvoeging van de gevoelens van de gemeenteraden c.q. Provinciale Staten, het commentaar daarop van de Dagelijks Bestuur en zo nodig een nota van wijziging, aanbieden aan het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur van Regio Nijmegen respectievelijk Regio Arnhem zal de ontwerpbegroting vaststellen in de 2 e helft van maart. Bij een gewijzigde vaststelling van de begroting door het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam ontvangen de deelnemende partijen de (vastgestelde) begroting en kunnen zij desgewenst bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zienswijzen indienen. Wettelijk gezien dient het Algemeen Bestuur van een openbaar lichaam haar begroting vast te stellen in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient. Het Dagelijks Bestuur stuurt de begroting na vaststelling naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK). Dit hoort vóór 15 juli te gebeuren om voor repressief toezichtregime in aanmerking te komen. Omdat de 7 Gelderse omgevingsdiensten in de laatste 3 maanden van 2012 formeel zijn opgericht is het niet meer mogelijk om aan deze wettelijke termijnen te kunnen voldoen. Daarom wordt het toezicht door het Ministerie van BZK op de RUD s het eerste jaar als volgt ingevuld: Alle RUD s dienen conform de regelgeving binnen twee weken na oprichting en vaststelling van de begroting, de begroting in bij de toezichthouder. De toezichthouder geeft een oordeel over de begroting. De RUD s die voor 1 januari 2013 zijn opgericht maar te laat met de inzending van de vastgestelde begroting moeten formeel onder preventief toezicht worden gesteld. Aan dit preventief toezicht wordt als volgt invulling gegeven: o De RUD stuurt na het eerste en het tweede kwartaal een rapportage aan de toezichthouder met de uitvoering van de begroting en met eventuele begrotingswijzigingen. De toezichthouder geeft hier een oordeel over. o Indien beide oordelen positief zijn, hoeft geen kwartaalrapportage meer te worden aangeleverd en kan worden volstaan met de normale cyclus waarbij de begroting 2014 voor 15 juli wordt ingediend

108 3-PS statenvoorstel Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam... De ontwerpbegrotingen 2013: voorstel om geen zienswijze in te dienen Omgevingsdienst Regio Nijmegen De ontwerpbegroting 2013 van het Omgevingsdienst Regio Nijmegen is conform de vereisten van de BBV ingedeeld in programma's. Tevens is er een viertal verplichte paragrafen opgenomen. Daarnaast is er een exploitatiebegroting opgenomen in de structuur van het bedrijfsplan. Omdat de Omgevingsdienst Regio Nijmegen daadwerkelijk op 1 april 2013 start, is in de begroting voor 2013 rekening gehouden met 9 maanden. De bijdrage van de provincie Gelderland aan de Omgevingsdienst Regio Nijmegen is in de ontwerpbegroting 2013 per saldo lager dan wat de provincie zelf als financieel kader heeft gesteld. Structureel gezien ontstaat er wel een overschrijding. Dit wordt veroorzaakt door de volgende punten: 1. In het bedrijfsplan is aangegeven dat de loonkosten begroot worden op basis van het maximum van de salarisschaal, dit geeft een hogere loonsomlast van 3,5% ten opzichte van de berekeningen van de provincie. 2. De Omgevingsdienst Regio Nijmegen heeft daarnaast de loonschalen voor 2013 geïndexeerd ten opzichte van het bedrijfsplan 2011, ook dit veroorzaakt een overschrijding van 3,5%. 3. De hoogte van de overhead is gekoppeld aan de loonkosten. Hogere loonkosten welke worden veroorzaakt door bovengenoemde punten 1. en 2. leidt derhalve tot een stijging van de overhead ten opzichte van de oorspronkelijke berekening. 4. In het bedrijfsplan was de post onvoorzien niet gekwantificeerd opgenomen. In de begroting 2013 is hiervoor wel een bedrag opgenomen. Dit bedrag zal feitelijk ingezet gaan worden voor directe uitvoeringskosten (bijvoorbeeld proceskosten, onderzoeks- en advieskosten en publicatiekosten). Deze kosten zijn namelijk niet afzonderlijk in de begroting opgenomen. 5. De kosten voor stelseltaken zijn niet meegenomen in de financiële kaders van de provincie en leiden dus tot een overschrijding voor dat deel dat aan de provincie wordt doorbelast. 6. In het bedrijfsplan is aangegeven dat de opbouw van een weerstandsreserve afhangt van het resultaat van de jaarrekening. In de begroting is hiervan afgeweken door 1% te ramen als dotatie aan het weerstandsvermogen (tot een maximum van 5% in 2017). Positieve resultaten in de jaarrekening zullen in principe toegevoegd gaan worden aan de algemene reserve. Bovengenoemde punten leiden tot een overschrijding van voor 2013 op basis van een 9-maanden begroting (exclusief voordeel gastheerschap). Het gastheerschap voor de Omgevingsdienst Regio Nijmegen wordt verzorgd door de gemeente Nijmegen. Aangezien de brutoraming van de overhead (52,6% overhead) is gehandhaafd, zorgt het voordeel voor wat betreft het gastheerschap door de gemeente Nijmegen niet voor een structureel lagere kostenpost van de overhead in de begroting van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Wel is er in de begroting een tijdelijke (afbouwende) compensatie opgenomen die in de bijdragen van de partners (exclusief Nijmegen) is verwerkt (voor compensatie). Gelet op het feit dat deze ontwerpbegroting voor het jaar 2013 per saldo (structureel én incidenteel) wel passend is binnen het budget welke door de provincie voor deze omgevingsdienst beschikbaar is, zijn bovengenoemde kanttekeningen niet zo zwaarwegend om een zienswijze in te dienen over de begroting

109 3-PS statenvoorstel Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam... De planning voor de begroting 2014 biedt geen ruimte meer voor aanpassingen aangezien deze vóór 1 april 2013 bij de partners ingediend moet zijn. Voor de begroting 2015 zullen wel aanpassingen moeten worden gesteld om deze begroting op structurele basis passend te krijgen binnen de financiële kaders van de provincie Gelderland. Dit betekent dat de begroting van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen voor 2015 en verder aangepast zal moeten worden om te komen tot een structureel sluitende begroting in meerjarig perspectief alvorens deze naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken kan worden gestuurd. Omgevingsdienst Regio Arnhem De ontwerpbegroting 2013 van de Omgevingsdienst Regio Arnhem heeft conform de vereisten van de BBV een viertal verplichte paragrafen opgenomen. Er zijn nog geen afzonderlijke programma s opgezet, wel is er een (meerjaren)exploitatiebegroting opgenomen in de structuur van het bedrijfsplan. Tevens zijn de hoofdtaken opgenomen in de lijn van de hoofdstructuur welke door het Algemeen Bestuur is vastgesteld. De begroting in het bedrijfsplan was gebaseerd op prijspeil In de ontwerpbegroting 2013 is rekening gehouden met de salariskosten conform prijspeil 2013 vanuit de september-circulaire. Het gastheerschap voor wat betreft de huisvesting en ondersteunende taken wordt verzorgd door de gemeente Arnhem. De begrote kosten hiervoor zijn gebaseerd op offerte die door de gemeente Arnhem is uitgebracht. De verwachting is dat de werkelijke kosten lager uit zullen vallen. Met deze eventueel lager uitvallende kosten is in de begroting geen rekening gehouden omdat er voor 2013 nog te veel onzekerheid is over hoe de kosten uit zullen vallen. Indien de kosten lager zullen uitvallen dan begroot zal het voordeel, via de jaarrekening, naar de deelnemende partners terugvloeien. In de oprichtingsvergadering van de ODRA is bevestigd dat er een (incidentele) compensatieregeling van toepassing is voor het ontstaan van frictiekosten bij de partners die niet de rol van gastheerschap (kunnen) vervullen. Er is een tabel vastgesteld waarin de partners elkaar maximaal 3 jaar (afbouwend) compenseren. Omdat de plaatsingsprocedure nog niet is afgerond gedurende het opstellen van de begroting is nog niet volledig helder hoe hoog de compensatie per partner is. Verrekening van deze frictiekosten door de gemeente Arnhem is in deze begroting niet opgenomen omdat de gemeente Arnhem dit rechtstreeks aan de partners zal gaan compenseren. De ontwerpbegroting 2013 van de Omgevingsdienst Regio Arnhem geeft voldoende inzicht in de verschillende baten en lasten. Er is voor een aantal punten (gastheerschap, frictiecompensatie) niet geheel bekend wat de financiële consequenties hiervan zijn en is deze daarom niet vertaald in deze begroting. Dit kan de realisatie positief beïnvloeden. Wij hebben vastgesteld dat de begroting valt binnen de (financiële) kaders zoals vastgesteld in het bedrijfsplan en de provincie Gelderland en stellen dan ook voor geen zienswijze in te dienen over de begroting

110 3-PS statenvoorstel Ontwerpbegroting 2013 Openbaar Lichaam... Financiën Omgevingsdienst Regio Nijmegen In de begroting van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen kunnen drie bedragen onderscheiden worden: de structurele bijdrage ( voor 9 maanden in 2013), de incidentele compensatie gastheerschap ( ) en de incidentele bijdrage voor de opstartkosten ( ). De bijdrage voor de opstartkosten zijn onderdeel van het budget ( ) welke uw Staten beschikbaar hebben gesteld op 27 juni De bijdrage van de provincie Gelderland aan de Omgevingsdienst Regio Nijmegen is in de ontwerpbegroting ,4% ( ) hoger dan wat de provincie zelf als financieel kader heeft gesteld. De compensatie gastheerschap zorgt er per saldo voor dat de bijdrage in totaliteit voor 2013 binnen de financiële kaders valt. Aan het bestuur zal worden geadviseerd om de begroting 2015 zodanig aan te passen dat deze op structurele basis passend is binnen de financiële kaders van de provincie Gelderland. Omgevingsdienst Regio Arnhem In de begroting van de Omgevingsdienst Regio Arnhem kunnen drie bedragen onderscheiden worden: de structurele bijdrage ( voor 9 maanden in 2013), incidentele kosten voor 3 jaar voor de inrichting van de bedrijfsvoering (conform het bedrijfsplan) en de incidentele bijdrage voor de opstartkosten. De incidentele bijdragen zijn onderdeel van het budget ( ) welke uw Staten beschikbaar hebben gesteld op 27 juni De bijdrage van de provincie Gelderland aan de Omgevingsdienst Regio Arnhem is in de ontwerpbegroting lager dan wat de provincie zelf als financieel kader heeft gesteld. Financiën algemeen In de Provinciale begroting is vanaf 2013 een bedrag van 9,2 miljoen als bijdrage aan de gemeenschappelijke regelingen van de RUD's opgenomen, conform uw Statenbesluit PS Op basis van 9 maanden is dit een bedrag van 6,9 miljoen. In dit bedrag is tevens een efficiencywinst begroot van in 2013 ( op basis van 9 maanden) oplopend tot in Deze efficiencytaakstelling zal in meerjarig perspectief in de Provinciale begroting gehandhaafd blijven en ook worden gemonitord voor wat betreft de realisatie hiervan. In het Statenvoorstel is aangegeven over de stand van zaken van deze bijdrage - inclusief de efficiencytaakstelling - in de reguliere budgetcyclus (begroting, voorjaarsnota en jaarrekening) te rapporteren. In het eerste kwartaal van 2013 zullen alle 7 ontwerpbegrotingen 2013 van de Gelderse omgevingsdiensten aan uw Staten worden ingediend. De definitieve plaatsing van medewerkers bij de omgevingsdienst vindt per 1 april 2013 plaats. Zodra deze 2 processen gereed zijn kan er een financieel totaalplaatje worden opgesteld ter onderbouwing van de totale provinciale bijdrage aan de 7 gemeenschappelijke regelingen voor het jaar 2013 en verder. Deze bedragen zullen betrokken worden bij het opstellen van de voorjaarsnota in Conclusie Wij stellen voor de ontwerpbegrotingen 2013 van de Openbare Lichamen Omgevingsdienst Regio Nijmegen en Omgevingsdienst Regio Arnhem voor kennisgeving aan te nemen. Wij geven u in overweging te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerpbesluit. Arnhem, 19 februari zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris

111 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen 111

112 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen 112

113 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programmabegroting 2013 Versie goedgekeurd door Dagelijks Bestuur d.d. 17 januari

114 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen Inhoudsopgave 1. Aanbieding Inleiding Leeswijzer 5 2. Programma s Wat willen we bereiken? Wat gaan we doen? Wat mag dat kosten? Financiële begroting Inleiding Uitgangspunten Bijdrage: eerst vast daarna outputgericht Financiële meerjarenbegroting Toelichting op begrotingsposten Overheadafspraken Paragrafen Inleiding Paragraaf Weerstandsvermogen Paragraaf Financiering Paragraaf Bedrijfsvoering Paragraaf Onderhoud kapitaalsgoederen Besluit algemeen bestuur 28 Bijlagen Bijlage 1 Formatie overzicht Bijlage 2 Staat van personele lasten Bijlage 3 Staat van reserves Bijlage 4. Overzicht bevoorschotting deelnemersbijdrage De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

115 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen 1. Aanbieding 1.1 Inleiding Hierbij ontvangt u de eerste begroting Omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN). Met de vaststelling van de begroting krijgt de ODRN de budgetten om tot de taakuitvoering 2013 over te gaan. Omdat de ODRN op 1 april start, is rekening gehouden met een exploitatie voor 9 maanden. Daarbij is steeds het hele jaar 2013 als vergelijking en in de toelichting (mede) opgenomen. In deze begroting wordt tevens het budget voor de opstartkosten aangevraagd. In het bedrijfsplan is hiervoor de verdeling aangegeven. De facturering van het budget heeft echter nog niet plaatsgevonden. Om die reden wordt u hierbij gevraagd om deze middelen beschikbaar te stellen. Deze worden vervolgens in het eerste kwartaal van 2013 bevoorschot. De gemaakte kosten zullen vervolgens door de ODRN zelf worden betaald. 1.2 ODRN: de omgevingsdienst die kwaliteit borgt! De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! In de regio Nijmegen heeft de provincie met de acht gemeenten een proces op gang gebracht dat nu in een snel en gezamenlijk proces leidt tot de oprichting van de omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN). Naast de verplichte basistaken voert de ODRN voor heel landsdeel Oost de VTH taak voor de BRZObedrijven uit. Daarnaast stelt de ODRN voor Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op. Deze speciale taken maken dat de ODRN naast een kwalitatief goede oriëntatie op de basistaken binnen de eigen regio, ook een sterk buiten de regio liggend takenpakket heeft te behartigen. Taakuitvoering De ODRN behandelt voor de partners de aanvragen voor vergunningen in het kader van het omgevingsrecht (milieudeel en bouwdeel), toetst meldingen, houdt toezicht op en handhaaft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Daarnaast adviseert de ODRN gemeenten en provincie, op verzoek, bij de opstelling van beleid. De dienst werkt binnen de door gemeenten en provincie aangegeven beleidskaders. Meer concreet gelden de volgende deelopdrachten: De ODRN zorgt er voor dat de taakuitvoering blijft voldoen of gaat voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen De ODRN zorgt voor een goede afstemming/samenwerking met partijen De ODRN geeft een positieve prikkel aan de bestuurlijke en ambtelijke handhavingcultuur. Dit is goed voor de kwaliteit en leidt tot eenduidige toepassing van de regelgeving De ODRN zorgt voor een zo eenduidig mogelijke taakuitvoering in de Regio met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties De ODRN zorgt er voor dat de taakuitvoering efficiënter gaat plaatsvinden dan de som van de huidige taakuitvoering per einde van 2011 De ODRN zorgt voor een breed pallet aan ontwikkelingsmogelijkheden in termen van specialismenvorming en doorgroeimogelijkheden, zodat specifieke expertise wordt geborgd en waar mogelijk uitgebreid De ODRN draagt bij aan verdergaande innovatie in de aanpak en organisatie van VTH taken De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

116 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen De ODRN voert, naast de verplichte basistaken, voor heel landsdeel Oost de VTH taak voor de BRZObedrijven uit en stelt voor IPPC-inrichtingen in de gehele provincie Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op Meer specifiek voert de ODRN de volgende taken uit: 1. Wabo-vergunningverlening en -handhaving voor de gemeente Nijmegen en de provincie Gelderland voor zover het inrichtingen betreft in de regio van de ODRN. Binnen het grondgebied van de gemeente Nijmegen wordt ook de Wabo-vergunningverlening en handhaving (activiteit bouwen) uitgevoerd voor particulieren; 2. Vergunningverlening en handhaving bij inrichtingen voor het onderdeel Milieu voor de overige gemeenten binnen de regio van de ODRN; 3. Vergunningverlening voor het onderdeel Milieu bij complexe bedrijven in de provincie Gelderland. Het bevoegd gezag bij deze bedrijven kan liggen bij GS van de provincie Gelderland of bij B&W van één van de gemeenten in de provincie Gelderland (ook wel complexe vv); 4. Wabo-vergunningverlening en -handhaving bij BRZO-bedrijven in de provincies Gelderland en Overijssel. Het bevoegd gezag bij deze bedrijven kan liggen bij GS van de provincie Gelderland of Overijssel of bij B&W van één van de gemeenten in deze provincies; 5. Overige taken die buiten het directe Wabo-takenpakket vallen en waarover nog concrete afspraken met bevoegde gezagen moeten worden gemaakt. Hierbij kan worden gedacht aan bestemmingsplanadvisering, vergunningverlening en handhaving van onderdelen van de Algemene Plaatselijke Verordening, Leegstandwet en Huisvestingswet, Frontofficetaken e.d.. O&F-plan Ten tijde van het opmaken van de begroting was het formatieplan nog niet volledig gereed. De budgettaire kaders wijzigen niet daardoor, wel wellicht de verdeling over afdelingen. Daarnaast is de exacte vormgeving van de werkprocessen nog niet afgerond. Dit vindt in overleg met de deelnemers plaats. In het bijzonder de relatie met andere omgevingsdiensten voor de complexe taken en voor wat betreft de gemeentelijke front-office worden specifieke afspraken gemaakt om een zo goed mogelijke dienstverlening te kunnen verlenen. BTW In de risicoparagraaf (4.2) wordt de afschaffing van het BTW-compensatiefonds behandeld. Al het mogelijke wordt gedaan om te zorgen dat de deelnemers van de ODRN vanwege de afschaffing van het BTW-compensatiefonds niet geconfronteerd worden met extra kostprijsverhogende BTW. Gastheerschap De ODRN heeft in het bedrijfsplan voor de PIOFAH-taken een bedrag geraamd van afgerond 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft voor het gastheerschap van de PIOFAH-taken aangegeven deze taak voor een structureel bedrag van 1,2 miljoen te willen verzorgen en in het eerste jaar eenmalig voor een bedrag van Daarbij wordt het mogelijk gemaakt om binnen de begroting van de ODRN de overige deelnemers aan de ODRN in de eerste drie jaren te compenseren ter tegemoetkoming in de kosten van de afbouw van overhead die Nijmegen in mindere mate heeft. Door dit gastheerschap krijgen de ODRN-deelnemers in de aanvang een lagere overheadbegroting dan de afgesproken 52,6%. Verdere uitwerking van de afspraken is opgenomen in paragraaf 3.5 De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

117 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is de inhoudelijke beschrijving van de concrete voornemens van de omgevingsdienst Regio Nijmegen per programma opgenomen. In dit hoofdstuk zijn ook de lasten en baten per programma vermeld. Hoofdstuk 3 bevat de financiële begroting met een toelichting op de uitgangspunten, de lasten en de baten. In hoofdstuk 4 staan de verplichte paragrafen beschreven. In de bijlagen zijn voorgeschreven bijlagen opgenomen en de voorschotbijdragen per deelnemer. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

118 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2. Programma s 2.1 Wat willen we bereiken? Uitvoering passend bij visie en missie In het Bedrijfsplan en in het Uitvoeringsplan is aangegeven met welke visie en missie de ODRN het werk oppakt. Voor vergunningverlening, toezicht en handhaving betekent dit het uitvoeren van de opgedragen taken zodanig dat dit dienstbaar is aan een veilige fysieke leefomgeving. De uitvoering vindt plaats op kwalitatief goed niveau, efficiënt en met oog voor de klant. Extra aandacht wordt hierbij gegeven aan de risicovolle (bedrijfs)activiteiten in het kader van het toezicht op majeure risicobedrijven (o.a. BRZO) en de vergunningverlening bij complexe bedrijven. Startpunt Door de deelnemers is de uitvoering van de milieutaken in het kader van toezicht, handhaving en vergunningverlening op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en daarmee samenhangende regels neergelegd bij de ODRN. Daarnaast hebben de gemeente Nijmegen en de Provincie Gelderland het volledige Wabo-pakket ingebracht. In het kader van het Gelders stelsel van omgevingsdiensten zal binnen de ODRN de vergunningverlening voor complexe bedrijven uit de hele provincie plaats vinden. Op basis van landelijke afspraken over de BRZO zal toezicht en handhaving van majeure risicobedrijven voor landsdeel Oost (Gelderland + Overijssel) onder verantwoordelijkheid van de ODRN plaats vinden. Beleidskaders / Kaders voor de uitvoering Bij de uitvoering van deze taken geldt, naast wat wettelijk is voorgeschreven, het volgende: dat wat er in het bedrijfsplan en het uitvoeringsplan is aangegeven over de ambities rond processen en termijnen; dat wat de verschillende partners inbrengen als beleids- en/of toetsingskaders. Ontwikkelingen De wet- en regelgeving is dynamisch. De ODRN speelt tijdig in op veranderingen en brengt deze ook voor de partners in beeld. Voor wat betreft wetgeving is het wachten op de opvolger van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: de Omgevingswet. De planning is dat medio 2013 het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat. Voor met name vergunningen zijn er ontwikkelingen waarbij meer vergunningvrij mogelijk is. Werkzaamheden verschuiven al gaandeweg van vergunningverlening naar toetsing van meldingen. Wat vergund moet worden, zal meer maatwerk vragen en daarmee ook meer tijd. 2.2 Wat gaan we doen? Binnen de programma s is een onderverdeling gemaakt naar Vergunningverlening (Programma 1), Handhaving & Toezicht (Programma 2), BRZO en Complexe Vergunningverlening (Programma 3) en Projecten en Bovenregionale taken (Programma 4). De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

119 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programma 1. Vergunningverlening Kernactiviteiten Op het gebied van Vergunningverlening wordt er een diversiteit aan producten geleverd: Omgevingsvergunningen: regulier en uitgebreid betreffende bouwen (incl. monumenten), milieu, brandveiligheid, aanleggen en alles wat verder onder de Wabo valt; Afhandeling meldingen: milieu (o.a. activiteitenbesluit), brandveilig gebruik gebouwen slopen; Adviezen m.b.t. milieuaspecten bij ontwikkeling ruimtelijke plannen; Adviezen in het kader van ontwikkeling bouwprojecten (toepassing Bouwbesluit, aanpasbaar en toegankelijk bouwen, GPR, EPC etc.); In de verschillende dienstverleningsovereenkomsten tussen de ODRN en de deelnemers wordt o.a. vastgelegd welke advisering er over en weer tussen de ODRN en de partners plaatsvindt. Belangrijke adviezen zijn: van partners naar ODRN: adviezen over planologische afwijkingen/strijdigheden bij aanvragen om vergunning; van ODRN naar partners: milieuadviezen (bodem, lucht, geluid, geur) in kader ontwikkeling ruimtelijke plannen; van VRGZ naar ODRN: adviezen over brandveiligheidsvraagstukken bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast heeft de ODRN de zorg voor het verzamelen van productiegegevens t.b.v. monitoren en (jaar-) verslaglegging. Wijze van uitvoering De vergunningaanvragen worden geregistreerd en vervolgens ter afhandeling aan de afdelingen aangeboden. Aanvragen worden zo veel als mogelijk digitaal behandeld en afgedaan. De processen zijn zoveel mogelijk geoptimaliseerd, waarmee wordt bereikt dat de vergunningen binnen de (wettelijke) termijnen worden geleverd. De inzet van menskracht en deskundigheid is zodanig gepland dat producten integraal en van kwalitatief voldoende niveau tot stand komen. Bij dat alles staat het klantgericht werken centraal. Bij het opstellen van vergunningen en andere producten wordt gebruik gemaakt van kengetallen. Voor het bouwdeel is een eerste aanzet gemaakt om goede kengetallen te ontwikkelen. Gaandeweg dit jaar zullen de kengetallen zuiverder worden. Voor het milieudeel zijn concept kentallen beschikbaar welke komend jaar getoetst en indien nodig aangescherpt worden. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

120 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programma 2. Handhaving en Toezicht Kernactiviteiten Eén van de kerntaken van de ODRN is het verzorgen van toezicht en handhaving in het kader van de Omgevingsregelgeving. Er kunnen hierbij een aantal producten worden onderscheiden: Milieucontroles; Afhandelen van Milieuklachten; Gebieds- en branchegericht toezicht in het kader van de milieuregelgeving; Bouwinspecties bij nieuw- en verbouw; Bouwinspecties bij bestaande bouw; Gebiedsgericht toezicht illegale bouw; Controles in het kader van slopen, reclame. De controles en het toezicht in het kader van de milieuregelgeving vinden plaats voor alle deelnemers van de ODRN. De controles op het gebied van bouwen, slopen etc. vinden plaats voor de gemeente Nijmegen en voor de Provincie Gelderland. Het grootste volume zal hierbij liggen bij de gemeente Nijmegen. Indien overtredingen geconstateerd worden zal handhavend worden opgetreden. Hoe hierbij wordt opgetreden is afhankelijk van het handhavingsbeleid van de betreffende gemeente/provincie. Komend jaar zullen we onderzoeken waar afstemming van beleid wenselijk is (en waar juist niet) zodat voor de bedrijven in verschillende gemeenten min of meer vergelijkbare toezichts- en handhavingscriteria bestaan. Tevens wordt onderzocht in hoeverre toezicht milieu en bouwen verder geüniformeerd kan worden. Ten behoeve van de opdrachtgevers zal jaarlijks een toezicht- en handhavingverslag worden opgesteld dat voldoet aan de wensen zoals door de opdrachtgevers geformuleerd. Jaarlijks zal ook een toezichtprogramma worden opgesteld ten behoeve van de opdrachtgevers waarbij de opvattingen van de opdrachtgevers leidend zijn. In het eerste jaar is hierbij sprake van een overgangsjaar waarbij nadrukkelijk wordt aangesloten bij de gemeentelijke en provinciale programma s. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

121 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Wijze van uitvoering De beschikbare milieuhandhavingscapaciteit zal planmatig worden ingezet. Daarin is een risico analyse leidend. Afhankelijk van de aard van het bedrijf, naleefgedrag, en eventuele klachten vindt het toezicht minder of juist meer intensief plaats. De bedrijven kunnen ook projectmatig worden gecontroleerd. Inspectie op de uitvoering van bouwplannen vindt plaats voor bouwwerken waarvoor een omgevingsvergunning is verstrekt door de gemeente Nijmegen of de Provincie. De frequentie van het toezicht wordt bepaald door het handhavingsbeleid en zal variëren afhankelijk van de aard van het bouwwerk en de klachten/signalering. Indien hiervoor aanleiding bestaat wordt er steeksproefsgewijs of themagericht toezicht gehouden op de bestaande bebouwing. Ook zal toezicht worden gehouden met het oog op tegengaan van illegale bouw. Eveneens wordt toezicht gehouden op voorschriften die betrekking hebben op het slopen van bouwwerken (inclusief astbestverwijdering) het kappen van bomen, het plaatsen van reclame en het aanleggen van uitritten. Bij overtredingen zal het bestuursrechtelijke instrumentarium worden aangewend om de overtredingen te beëindigen. We behandelen klachten en handhavingverzoeken van burgers en bedrijven. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

122 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programma 3. BRZO en Complexe vergunningverlening Kernactiviteiten In Gelderland zijn circa 400 bedrijven als complex gedefinieerd. Dit wil zeggen dat voor het opstellen van de omgevingsvergunning met de activiteit milieu voor deze bedrijven specifieke expertise nodig is. Van deze bedrijven vallen er ongeveer 250 onder het bevoegd gezag van de provincie en ca 150 onder het bevoegd gezag van individuele gemeenten. De ODRN is verantwoordelijk voor het opstellen van de Wabovergunning voor het onderdeel milieu. Het gaat hierbij om alle soorten milieuvergunningen en -meldingen die hierbij aan de orde kunnen zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan: de oprichtingsvergunning; de revisievergunning; de veranderingsvergunning; actualiseringen n.a.v. wetswijzigingen of ontwikkelingen in jurisprudentie; meldingen in het kader van het Actualiteitenbesluit; Mer beoordelingen en Mer; Advisering ten behoeve van bestemmingsplanaangelegenheden, bijvoorbeeld op het gebied van externe veiligheid, geurhinder, luchtkwaliteit, geluidsoverlast, etc. De ODRN is aangewezen als één van de 6 omgevingsdiensten in Nederland die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wabo-taken bij de majeure risico bedrijven (BRZO of IPPC categorie 4). De ODRN zal die taken uitvoeren voor de bedrijven in zowel Overijssel als Gelderland. Het gaat hierbij momenteel om 54 bedrijven, waarvan 34 gelegen zijn in Gelderland en 20 in Overijssel. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de uitvoering ligt hierin bij de ODRN, de bevoegdheid blijft, conform de reguliere vergunningverlening en handhaving, bij de provincies of, indien een gemeente bevoegd gezag is, bij de individuele gemeenten. De ODRN zorgt ervoor dat de hiervoor benodigde expertise en ervaring aanwezig is bij de medewerkers zodat een kwalitatief goede taakuitoefening voor de complexe vergunningverlening en het toezicht op de majeure risico bedrijven geborgd is. Wijze van uitvoering Voor de uitvoering van de complexe vergunningverlening is een goede afstemming met de 6 andere omgevingsdiensten in Gelderland een belangrijk aandachtspunt. Hierin zal dan ook worden geïnvesteerd. Deze investering zal enerzijds plaats vinden in de informatie-uitwisseling. Door de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) zal de informatie over de complexe bedrijven vanuit de 7 omgevingsdiensten worden gehost en beschikbaar komen voor de individuele omgevingsdiensten. Anderzijds is het ook noodzakelijk dat vanuit de ODRN een hechte samenwerking wordt opgebouwd met vergunningverleners van andere omgevingsdiensten. Een belangrijk aspect bij de complexe vergunningverlening vormt de kwaliteit en actualiteit van de considerans en voorschriften zoals die worden opgenomen in de vergunning. Sinds een jaar of 5 wordt hierin door de provincies landelijk samengewerkt en zijn hiervoor, in samenwerking met Infomil, zogenaamde kaderstellende teksten ontwikkeld. Deze teksten worden onderhouden en up-to-date gehouden. Hierdoor is er landelijk één systeem van standaardteksten voor considerans en voorschriften waardoor bedrijven met vestigingen in verschillende regio s vergelijkbare vergunningen krijgen. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

123 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Voor de uitvoering van de Wabo-taken voor majeure risico bedrijven zal in 2013 extra aandacht worden besteed aan de landelijke afstemming met de vijf andere omgevingsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze taken. Voorts vindt synchronisatie plaats van werkwijzen in Gelderland en Overijssel. Hiertoe is één pool van BRZO-toezichthouders gevormd die in wisselende samenstelling met elkaar zullen samen werken. Voor de uitvoering van het toezicht in het kader van de BRZO wordt nauw samengewerkt met de regionale brandweer en de arbeidsinspectie. De bedrijfscontroles worden planmatig en gezamenlijk door de drie partijen uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de bevindingen kan het nodig zijn dat er door één of meerdere partijen handhavend wordt opgetreden. Onderzocht wordt in hoeverre het Wabo-toezicht kan worden geïntegreerd in deze gezamenlijke BRZO-inspecties en wat de meerwaarde is van het laten uitvoeren van de Wabo-inspecties door dezelfde BRZO-inspecteur. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

124 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programma 4. Projecten en bovenregionale taken Kernactiviteiten Dit programma bestaat uit twee onderdelen, te weten: a) Projecten b) De bijdrage aan het bovenregionaal stelstel Projecten Op termijn is de verwachting dat de ODRN diverse projecten ter hand zal nemen. Het ambitieniveau zal in overleg met het bestuur worden bepaald. De ODRN gaat wel in 2013 en 2014 invulling geven aan het Gelders Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (GUEV) waaruit projecten Externe Veiligheid worden bekostigd. Het bedrag dat door de huidige budgethouder, MARN, voor het jaar 2013 is aangevraagd bedraagt in totaal Dit is het bedrag voor het hele jaar Omdat hiermee een functionaris wordt bekostigd, zal voor het jaar 2013 driekwart van het budget, te weten , beschikbaar worden gesteld. Het bestuur van de MARN zal formeel besluiten de taak over te dragen en daarmee het resterende budget. De regeling GUEV heeft een doorlooptijd tot en met Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben bij de aanvang van de regeling een verdeling vastgesteld van de gelden die zij vanuit het Provinciefonds hebben geoormerkt. Op basis van deze verdeling bedraagt het bedrag voor de regio Nijmegen in Hoe de financiering na het jaar 2014 zal verlopen is nu nog onbekend en zal pas in een later stadium duidelijk worden. De bijdrage aan het bovenregionaal stelstel In Gelderland hebben gemeenten en provincie gekozen voor een samenhangend stelsel van omgevingsdiensten waarin nabijheid, samenhang, kwaliteit en efficiency belangrijke uitgangspunten zijn. Goede dienstverlening is het leidende principe. De keus om zo veel mogelijk in regionale organisaties te blijven werken, maakt samenwerking tussen de omgevingsdiensten nodig en gewenst. Nodig omdat: 1. de taken voor risicovolle bedrijven (BRZO) in Gelderland en Overijssel aan de ODRN zijn opgedragen; 2. niet elke regio in staat is voor iedere taak te voldoen aan de kwaliteitseisen, die Rijk, IPO en VNG hebben vastgesteld. De omgevingsdiensten in de regio s Arnhem en Nijmegen zullen de taken uitvoeren waarvoor de andere omgevingsdiensten niet robuust zijn; 3. de omgevingsdienst De Vallei de zorg voor de Coördinatie en de Kwaliteit van het stelsel heeft, de omgevingsdienst Veluwe en IJssel de taak portaal en kenniscentrum verzorgt en de omgevingsdienst Rivierenland de taak ketentoezicht behartigt voor het hele stelsel. Voor de onder 3 genoemde taak draagt de ODRN financieel bij en dat wordt financieel verantwoord bij de baten en lasten op dit programma. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

125 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Wijze van uitvoering In samenwerking met de provincie wordt jaarlijks een programma Externe Veiligheid op hoofdlijnen opgesteld. Dit programma is globaal van aard en wordt in overleg met de partners gaandeweg het jaar nader ingevuld. Hiervoor is er geregeld overleg met betrokken ambtenaren. Door de partners worden voorstellen voor nieuwe projecten gedaan. De overige contacten met de partners zijn op basis van behoefte. Deze behoefte is in het verleden vooral bepaald door de ruimtelijke ontwikkeling in de betreffende gemeenten. Voor de programmataken stellen de omgevingsdienst-directeuren jaarlijks een programma op met onderwerpen en thema s die zij vanuit de stelselverantwoordelijkheid samen zullen oppakken. De omgevingsdienst de Vallei is verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van het programma voor de regie over het stelsel. Daarover pleegt de directeur van De Vallei regelmatig overleg en stemt af met de collega-directeuren, waaronder de directeur van de ODRN. De voorzitters van de besturen van de omgevingsdiensten bekrachtigen het programma en zien toe op de uitvoering. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

126 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Overzicht Algemene dekkingsmiddelen Algemene bijdrage De omgevingsdienst Regio Nijmegen heeft geen algemene dekkingsmiddelen anders dan de bijdragen van de deelnemers. Deze zijn als volgt (voor de specificatie: zie bijlage 4): Voorschotbedrag volledig Deelnemer (9 maanden) Provincie Gelderland Gemeente Beuningen Gemeente Druten Gemeente Groesbeek Gemeente Heumen Gemeente Millingen Gemeente Nijmegen Gemeente Ubbergen Gemeente Wijchen Totaal Naast deze algemene dekkingsmiddelen (inclusief de compensatie) ontvangt de ODRN gelden van andere omgevingsdiensten voor BRZO en complexe vergunningverlening. Deze zijn verantwoord als baten op programma 3. Bijdrage opstartkosten Zoals in de inleiding is gemeld, wordt in deze begroting tevens het budget voor de opstartkosten aangevraagd. In het bedrijfsplan is hiervoor de verdeling aangegeven. De facturering van het budget heeft echter nog niet plaatsgevonden. Om die reden wordt u hierbij gevraagd om deze middelen beschikbaar te stellen. Deze worden vervolgens in het eerste kwartaal van 2013 bevoorschot. De verdeling is daarbij als volgt: Deelnemer 2013 Provincie Gelderland incl. bovenregionaal deel Gemeente Beuningen Gemeente Druten Gemeente Groesbeek Gemeente Heumen Gemeente Millingen Gemeente Nijmegen Gemeente Ubbergen Gemeente Wijchen Totaal De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

127 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen 2.3 Wat mag het kosten? Programma 2013 (9 maand) 2013 volledig Vergunningverlening Lasten Handhaving en toezicht Lasten BRZO en complexe vergunningverlening Lasten Baten Projecten en bovenregionale taken Lasten opstartkosten Lasten Baten Overzicht algemene dekkingsmiddelen Baten opstartkosten Baten Resultaat vóór bestemming Dotatie weerstandsvermogen Resultaat na bestemming Toelichting op de begrotingscijfers De totale lasten van de begroting 2013 bedragen 8,1 miljoen (inclusief de opstartkosten 9,0 miljoen). Vanwege de start van de nieuwe organisatie ontbreken de voorgeschreven jaarrekeningcijfers en de cijfers van het voorgaande begrotingsjaar. De verdeling naar de programma s Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving en BRZO en complexe vergunningverlening is gebaseerd op de formatieve inzet. Duidelijk zichtbaar in de raming is de daling van de lasten door de efficiencytaakstelling. Op programma 3 zijn bij de baten de bijdragen van de provincie en andere omgevingsdiensten geraamd. De ODRN voert, naast de verplichte basistaken, voor heel landsdeel Oost de VTH-taak voor de BRZObedrijven uit en stelt voor IPPC-inrichtingen in de gehele provincie Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op. Aangezien dit een aanzienlijk taak is, zal ook voor deze taak bevoorschotting plaatsvinden naar de andere omgevingsdiensten. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

128 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Het programma BRZO en complexe vergunningverlening is kostendekkend. De kosten worden gedekt door de provincie (BRZO) en de andere omgevingsdiensten (BRZO-gemeenten en complexe vergunningverlening). Deze zijn zichtbaar op programma 3. De bijdrage van de ODRN-deelnemers voor BRZO-gemeenten en complexe vergunningverlening zijn opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. Dat is onderstaand zichtbaar gemaakt. In de baten van derden is duidelijk het lineair dalende verloop zichtbaar van de 2,5%. In de bijdrage van de ODRN is ook het gastheercompensatie-effect zichtbaar. Programma BRZO en complexe vergunningverlening mnd Lasten Baten provincie BRZO en andere RUD s Bijdrage ODRN-deelnemers Saldo Op het programma Projecten en bovenregionale taken zijn de kosten en de baten van de GUEV-regeling (zie programma 4) en de kosten van het Gelders Stelsel opgenomen waaraan de ODRN meebetaalt. Dit betreft de programmatische taken van de omgevingsdiensten De Vallei (Kwaliteit en Coördinatie Stelsel), Rivierenland (Ketentoezicht) en Veluwe en IJssel (Rivierenland), Portaal en Kenniscentrum (Vallei en IJssel). Er zijn nog geen andere projecten geraamd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de financiële begroting. Voor de toelichting op de opstartkosten wordt verwezen naar het overzicht Algemene dekkingsmiddelen. In de baten van de algemene dekkingsmiddelen is de gastheercompensatie verwerkt. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

129 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen 3. Financiële begroting Inleiding In dit hoofdstuk wordt de financiële begroting van de ODRN weergegeven. Deze is gebaseerd op de definitieve initiële inbreng per deelnemer. Voor de exploitatie van de ODRN is een realistische maar tevens zo scherp mogelijke begroting gemaakt. Alle mogelijke kosten voor de taakuitvoering zijn daarin opgenomen. 3.2 Uitgangspunten De programmabegroting is gebaseerd op de uitgangspunten van het bedrijfsplan. Daar waar een afwijking van het bedrijfsplan wordt gedaan, wordt dit toegelicht. De begroting is samengesteld op de volgende uitgangspunten: Inbreng De ODRN beoogt een wettelijk vereist kwaliteitsniveau te bereiken tegen gelijke kosten. De begroting is daarbij gebaseerd op de volgende inbreng per deelnemer. Deze inbreng is inclusief 5,05 FTE inhuur): Deelnemer FTE Bedrag 2013 Provincie Gelderland 19, Gemeente Beuningen 4, Gemeente Druten 2, Gemeente Groesbeek 2, Gemeente Heumen 1, Gemeente Millingen 0, Gemeente Nijmegen 54, Gemeente Ubbergen Gemeente Wijchen 3, Overige Omgevingsdiensten Gelderland 16, Totaal 105, Uitgangspunten meerjarenbegroting: 1. De salariskosten zijn gebaseerd op het maximum van de schaal van de inbreng, prijspeil Voor de periode is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in 2014 tot uiteindelijk 10% vanaf De overhead bedroeg in het Bedrijfsplan 52,6% opslag over de totale loonsom primair proces, zijnde 32,6% management en ondersteuning en 20% materiële overhead. Op basis hiervan waren de PIOFAH-taken geraamd op 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft aangeboden dit voor een bedrag van structureel 1,2 miljoen te willen uitvoeren en in het eerste jaar voor De bruto raming van 1,5 miljoen is gehandhaafd om hieruit de gastheerbijdrage te bekostigen en vanwege de situatie dat de definitieve uitwerking nog niet is afgerond. De compensatie is wel reeds in de bijdragen verwerkt. De afspraken hierover zijn opgenomen onder 3.6 en de financiële vertaling per deelnemer is opgenomen in bijlage 4. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

130 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen 4. Er is geen rekening gehouden met een kostprijsverhogend BTW-effect. Er wordt uitgegaan van het in rekening brengen van BTW bij de deelnemers. Vanwege het kabinetsvoornemen om het BTWcompensatiefonds af te schaffen, is dit een actueel onderwerp. In provinciaal verband zijn afspraken met de belastingdienst gemaakt,die een voorbehoud maken op het punt van invoering BCF. Als de afschaffing doorgaat, willen de omgevingsdiensten kunnen overgaan tot het fiscaal meest gunstige systeem voor de deelnemers. 5. De bijdrage aan de programmatische bovenregionale taken van de omgevingsdiensten De Vallei, Rivierenland en Veluwe en IJssel (afspraken van het Gelders Stelsel) zijn verwerkt op basis van de opgave van de provinciale regie. De bijdrage is gebaseerd op de verdeelsleutel 1/7 (50%) en inwoners (50%). 6. Er is afgesproken dat er geen materiële budgetten van het primair proces worden meegenomen. Dit betreft proceskosten, onderzoeks- en advieskosten en publicatiekosten. Voor de laatste is dat correct omdat de publicatiekosten voor rekening van de deelnemers blijven (bevoegd gezag). Voor de proceskosten en de onderzoeks- en advieskosten zal in de praktijk moeten blijken of dit werkzaam is. Er zijn wel budgetten hiervoor bij de deelnemers beschikbaar. In de Najaarsnota wordt daar een voorstel voor gedaan. Door het ontbreken van een eigen budget voor directe uitvoering en door de afspraak geen raming op te nemen voor onvoorziene uitgaven, kan de ODRN niet zelfstandig handelen. De efficiency staat hierdoor te zeer onder druk. Om die reden is een post onvoorzien opgevoerd van 1%. Hierdoor kan de ODRN in ieder geval van start. 7. Voor de opbouw van het weerstandsvermogen is een dotatie aan de reserve opgenomen van jaarlijks 1% van de totale kosten tot een maximum van 5% in Bijdrage: eerst vast daarna outputgericht De ODRN start met een inputbegroting. Er worden gegevens verzameld om naar een outputmodel te kunnen toewerken (uiterlijk na 3 jaar). Een outputmodel houdt in dat de omgevingsdienst (zoveel mogelijk) op basis van geleverde prestaties en afgenomen producten wordt bekostigd (kostprijs per prestatie/product). Dus de eerste jaren geldt: wat er wordt ingebracht qua budget primair proces wordt vertaald in uren. Het is daarnaast gewenst dat de ODRN een reservepositie opbouwt. De reserve mag oplopen tot 5% van het totaal van de lasten in de jaarrekening. In de begroting is een opbouw van de reservepositie geraamd. De begroting legt feitelijk een lump sum voor de eerste drie jaar vast. Dat is overigens gebruikelijk voor startende omgevingsdiensten. Bij veel milieudiensten die thans door deelname van provincies omgevingsdiensten worden, is al een outputsysteem actief. Dit outputsysteem houdt in dat betaald wordt naar de afgenomen producten. Dit is altijd wel beperkt (meestal 2%), bij een hogere variatie moeten frictiekosten worden betaald. De flexibele schillen (vacatureruimte en inhuur) van deze milieudiensten zijn veelal drastisch beperkt. Veel milieudiensten verrichten overigens voornamelijk WM-taken, waarin de dynamiek van werkvoorraad lager is dan het Wabo-bouwdeel. Er worden bij de start van de ODRN twee uurtarieven vastgesteld voor alle ODRN-medewerkers. Eén voor de BRZO-taken en complexe vergunningverlening en één voor de overige taken. Dit zal in de werkbegroting nader worden uitgewerkt. Elke deelnemer krijgt een urenbudget op basis van zijn bijdrage. De bijdrage van elke deelnemer is gebaseerd op het ingebrachte formatiebudget met opslag voor overhead, inhuurbudget, bijdrage bovenregionale taken en dotatie weerstandsvermogen. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

131 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen De deelnemer (regiefunctionaris) overlegt periodiek met de directeur van de ODRN over de inzet van de uren t.b.v. de begroting. Elke partner gaat in overleg met de directeur van de ODRN de beschikbare uren inplannen op basis van de prioriteitstelling van de betreffende partner. Zo ontstaan de handhaving- en vergunningenplannen. De ODRN schrijft vervolgens per gemeente tijd zodat elke gemeente waar voor zijn inbreng krijgt. In principe wordt aan de deelnemer drie jaar lang een vaste voorschotbijdrage in rekening gebracht. Dit wordt minus de efficiencybijdrage bevoorschot. Na een jaar uitvoering van de werkzaamheden wordt de jaarrekening opgemaakt (naast de tussentijdse rapportages). Doordat aan de deelnemers een bijdrage wordt gevraagd die gebaseerd is op voorcalculatie van uren, bestaat het jaarresultaat uit het resultaat op directe kosten. Dus: meer of minder salaris dan begroting, meer of minder directe uitgaven. Bij een positief resultaat gaat in principe het saldo naar de algemene reserve. Een negatief resultaat zonder reserve leidt tot een aanvullende bijdrage van de deelnemers. Urenverschillen De deelnemers worden bevoorschot op de inbrengbijdrage. De directeur van de ODRN heeft begrotingstechnisch feitelijk 3 opdrachten: Uitvoeren van de taken binnen de budgetten van de begroting; De opdracht om de afgesproken urenproductie van de deelnemers te realiseren; De efficiencydoelstelling te behalen. De flexibele schil (vacatureruimte en inhuur) van de ODRN-directeur is nodig voor het realiseren van de efficiencytaakstelling. De eerste drie jaar betalen de deelnemers een vaste bijdrage (lump sum). Urenverschillen die ontstaan (bijvoorbeeld door (hoog of laag) ziekteverzuim of zwangerschapsverlof) moeten door de directeur van de ODRN in evenredigheid over de deelnemers worden verdeeld, dit kan ook over de jaren heen. De directeur zorgt dus voor evenredigheid over de deelnemers. Dat moet ook inzichtelijk worden gemaakt in de rapportages. Echter vanwege de efficiencytaakstelling kunnen de eerste drie jaar vanaf 2014 de urenverschillen niet financieel worden verrekend. Na 2016 is er voldoende informatie om dit wel te doen. Blijkt de flexibele schil (vacatureruimte en inhuur) groot genoeg te zijn en het realiseren van de taakstelling voorspoedig, dan kan dit ook eerder worden gerealiseerd. Dan moet echter wel een afspraak gemaakt worden over de toegestane fluctuatie. BRZO en Complexe vergunningverlening Voor de BRZO en Complexe vergunningverlening heeft de directeur een opdracht aanvullend op de hiervoor geschetste werkwijze. Deze taak wordt bekostigd door andere omgevingsdiensten. Het is de opdracht om te sturen op de werkvoorraad, de formatie en de bijdragen. Hier moet een goed systeem van planning en control op worden gemaakt om dit budgettair neutraal te laten plaatsvinden. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

132 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen 3.4 Financiële meerjarenbegroting Onderstaand is de financiële meerjarenbegroting van de ODRN vermeld, die vervolgens per onderdeel wordt toegelicht. Hierin is niet de begroting van de opstartkosten opgenomen. Financiële begroting mnd volledig Salariskosten primair proces Salariskosten management/staf Efficiency-taakstelling Opleidingskosten Personeelskosten Mobiliteitskosten Inhuur Piofah-taken gastheer Piofah-budget minus gastheer Piofah-gastheercompensatie Huisvesting en verzekeringen Kapitaallasten Overige ICT kosten Accountant Onvoorzien Budget Externe Veiligheid Bijdrage bovenregionaal stelsel Totaal lasten Subsidie Externe Veiligheid Baten bovenregionale taken Deelnemersbijdragen Gemeente Beuningen Gemeente Druten Gemeente Groesbeek Gemeente Heumen Gemeente Millingen Gemeente Nijmegen Gemeente Ubbergen Gemeente Wijchen Provincie Gelderland Totaal Baten Dotatie weerstandsvermogen BEGROTINGSSALDO De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

133 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen 3.5 Toelichting op begrotingsposten Personele kosten (salariskosten, opleidingskosten, personeelskosten) Onder de personele kosten zijn de salariskosten opgenomen gebaseerd op de inbreng exclusief het ingebrachte inhuurbudget. Dit is gedaan tegen het maximum van de schaal, prijspeil In de inbreng van Nijmegen zit in 2013 incidenteel 0,7 fte handhavingsformatie. Onder deze post zijn ook het deel van de personele kosten van het management en de staf opgenomen dat niet in het gastheercontract met Nijmegen zit. Dit bestaat uit: Management en Staf Fte Directeur 1,0 Afdelingshoofden 5,0 Secretariaat 3,5 Totaal management en staf buiten gastheercontract 9,5 Voor opleiding en algemene personeelskosten is gerekend met afgerond 4% van de directe loonkosten. Mobiliteitskosten Er is nog geen mobiliteitsbeleid. Er kunnen daarom nog geen uitspraken worden gedaan over het wagenpark: lease of eigen auto s dan wel in combinatie met het declareren van kilometers. Daarom is enkel een bedrag opgenomen ter hoogte van ca. 1% van de directe loonkosten.. Efficiencytaakstelling Voor de periode is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in 2014 tot uiteindelijk 10% vanaf Deze korting is berekend over de begrotingsposten salariskosten primair proces, management en staf, inhuur en PIOFAH-taken. Inhuur derden Dit budget betreft de ingebrachte huidige inhuurbudgetten. PIOFAH-taken De raming van het budget voor de PIOFAH-taken is gedaan tegen de afgesproken norm in het bedrijfsplan. Hierdoor is er na aftrek van de kosten voor het gastheerschap van Nijmegen ruim budget over. Hier kan in de jaren de gastheerbijdrage worden bekostigd (alleen in 2013 is sprake van een beperkt tekort, maar dit wordt binnen de begroting opgevangen). Na 2017 zou de kunnen vrijvallen en ten gunste aan alle deelnemers kunnen komen. Omdat het gastheerschap nog niet is uitgewerkt in een dienstverleningsovereenkomst, is hier in deze fase nog niet toe over gegaan. Zie hiervoor ook 3.6. Huisvestingskosten en verzekeringskosten Onder de huisvestingskosten zijn de kosten opgenomen voor vergaderruimten en werkplekken. Er is een duidelijke samenhang van centrale huisvesting van de ODRN en de fysieke nabijheid van de huisvesting bij de gastheer. Gezamenlijk is gezocht naar evenwicht in de wens van het voorkomen van frictiekosten, fysieke nabijheid en de dienstverlening als gastheer. De ODRN heeft taxaties laten uitvoeren voor het vaststellen van de economische huurwaarde van het kantoorpand. Bij de waardering is rekening gehouden met de locatie, aard, parkeergelegenheid, bestemming, referenties en afwerkingsniveau. Op basis van de beoordeling is locatie Elckerlyc gekozen in het bijzonder vanwege de centrale ligging prima. Het aanbod van de gemeente Nijmegen hiervoor is inclusief uitgebreide facilitaire diensten. De aangeboden kantoorruimte kan vanaf 1 januari 2013 in gebruik genomen worden. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

134 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Onder deze post zit ook het budget voor aansprakelijkheidsverzekering, de werkgeverschapsverzekering en de inventarisverzekering. Kapitaallasten De ODRN doet investeringen in huisvesting en ICT van de organisatie. Deze investeringen hebben de volgende opbouw: Investering Bedrag Kapitaallast 1. Inrichting (meubilair, vloerbedekking etc) a. ICT Applicaties b. ICT Integraal systeem Gelderland c. ICT Servers ICT Pc s, laptops, tablets, printers Totaal De investeringen worden annuïtair afgeschreven om een gelijkblijvende kapitaallast te krijgen. De afschrijvingstermijn voor investering 1 = 10 jaar, voor investering 2 = 5 jaar en voor investering 3 = 3 jaar. Het inkoopbeleid is hierbij sober, als geen nieuwe apparatuur nodig is, wordt dit niet aangeschaft maar worden reeds bestaande voorzieningen benut. Overige ICT kosten Dit betreft het budget voor directe ICT-kosten die niet worden geactiveerd. Dit gaat om licenties van kantoorautomatisering en expertsystemen. De raming is bepaald binnen de overheadnormen. Accountant De ODRN is een zelfstandige organisatie met een eigen jaarrekening en heeft derhalve te maken met een eigen accountantscontrole. De bedragen in 2013 zijn incidenteel hoger vanwege de incidentele formatieve inbreng van Nijmegen in Onvoorzien Door het ontbreken van een eigen budget voor directe uitvoering en door de afspraak geen raming op te nemen voor onvoorziene uitgaven, kan de ODRN niet zelfstandig handelen. De efficiency staat hierdoor te zeer onder druk. Om die reden is een post onvoorzien opgevoerd van 1%. Hierdoor hoeft de ODRN alleen voor exceptionele proces- en onderzoeksuitgaven een beroep op de deelnemer te doen. Kosten bovenregionale stelsel In het Gelders stelsel van omgevingsdiensten zijn er programmatische bovenregionale taken die belegd zijn bij drie omgevingsdiensten, te weten De Vallei, Rivierenland en Veluwe en IJssel (in totaal 9 Fte). Hiervoor is een bijdrage verschuldigd. Budget en subsidiebijdrage Externe Veiligheid De ODRN gaat de taak Externe Veiligheid, die de MARN heeft in het kaders van het GUEV, overnemen. Hiervoor wordt de ODRN de subsidie-ontvanger. Uit deze regeling worden de kosten van de regionaal coördinator en de projecten externe veiligheid bekostigd. De ramingen zijn gebaseerd op informatie van de MARN. De regeling loopt tot en met De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

135 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Bijdragen andere omgevingsdiensten en deelnemende gemeenten en provincie Voor de BRZO-taken en de taken complexe vergunningverlening ontvangt de ODRN van andere omgevingsdiensten bijdragen. De raming is thans gebaseerd op de formatieve opbouw, maar zal nader moeten worden uitgewerkt. Gelet op de omvang van de taken zal ook richting de andere omgevingsdiensten met bevoorschotting gewerkt gaan worden. De bijdrage van de directe ODRN-deelnemers is opgebouwd uit drie componenten: 1. Inbreng salarisbudget; 2. Bijdrage overhead en onvoorzien; 3. Gastheercompensatie en projectgeld. Component 1 en 2 zijn structureel, component 3 is incidenteel (projectgeld alleen 2013, gastheercompensatie t/m het eerste kwartaal van 2016). Op basis van het nog nader te bepalen uurtarief, kan per deelnemer worden berekend hoeveel uren de deelnemer hiervoor beschikbaar krijgt. Dat is niet automatisch meer gelijk aan het oude aantal uren omdat een ODRN-uur een gemiddelde is van alle deelnemers. 3.6 Overheadafspraken In het bedrijfsplan is een raming opgenomen voor de overheadkosten van 52,6%. De ODRN heeft voor de PIOFAH-taken een bedrag geraamd van afgerond 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft voor het gastheerschap van de PIOFAH-taken aangegeven deze taak voor een structureel bedrag van 1,2 miljoen te willen verzorgen en in het eerste jaar eenmalig voor een bedrag van Daarbij wordt het mogelijk gemaakt om binnen de begrotingskaders van de ODRN de overige deelnemers in de ODRN in de eerste drie jaren te compenseren ter tegemoetkoming in de kosten van de afbouw van overhead die Nijmegen in mindere mate heeft. De bruto raming van 1,5 miljoen is gehandhaafd tot de definitieve uitwerking is afgerond, de compensatie is in de bijdrage verwerkt, De gastheerbijdrage is hierop in de begroting in mindering gebracht. In de financiële begroting van 3.4 is dit goed zichtbaar in de 3 regels die met PIOFAH beginnen. Het aanvankelijke in het bedrijfsplan opgenomen te compenseren bedrag was tot en met maar door het gebroken begrotingsjaar 2013 zal dat met worden verlaagd, waarna dit in het eerste kwartaal van 2016 zal worden vergoed. De aanloopkosten voor de gastheer vanaf 1 januari tot aan de start per april 2013 komen ten laste van de projectbegroting. Hiermee loopt de gastheer geen financiële schade en blijven de gastheerafspraken van het bedrijfsplan in tact. In bijlage 4 is goed zichtbaar gemaakt hoe de verdeling van de gastheercompensatie per deelnemer is verdeeld. Indien na 2017 het geraamde bedrag boven het gastheerschap ( ) niet meer nodig is, kan dit vrijvallen. Daarmee komt de overheadbegroting structureel onder de genormeerde 52,6%. Omdat het gastheerschap nog niet is uitgewerkt in een dienstverleningsovereenkomst, is daar in deze begroting nog niet toe over gegaan. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

136 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen 4. Paragrafen 4.1 Inleiding In het Besluit Begroting en Verantwoording zijn 7 verplichte paragrafen opgenomen voor provincies, gemeenten en hun gemeenschappelijke regelingen. Deze zijn niet allemaal relevant voor de omgevingsdienst. Om die reden zijn de paragrafen lokale heffingen, grondbeleid en verbonden partijen niet opgenomen. 4.2 Paragraaf weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de omgevingsdienst Regio Nijmegen in staat is tegenvallers op te vangen. 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen; a) de weerstandscapaciteit; zijnde de middelen en de mogelijkheden waarover de omgevingsdienst Regio Nijmegen beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b) alle risico s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. 2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste: a) een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b) een inventarisatie van de risico s; c) het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico s. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, op te kunnen vangen. Tot de aanwezige weerstandscapaciteit van de omgevingsdienst kunnen slechts twee posten worden gerekend: - Reserves; - Post onvoorzien. Aangezien de omgevingsdienst Regio Nijmegen per 2013 start, beschikt de dienst nog niet over reserves. Daarmee is de weerstandscapaciteit gelijk aan de post onvoorzien. Vrij aanwendbare reserves (middelen) behorend 1 januari 2013 tot weerstandscapaciteit Reserves 0 Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit Na uitnutting van deze capaciteit is de omgevingsdienst op de bijdrage van de deelnemers aangewezen. De gekwantificeerde risico s dienen op de weerstandscapaciteit in mindering te worden gebracht. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

137 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Risico s Deze begroting kent een aantal risico s waarvan de belangrijkste zijn: a) Risico s taakuitvoering. Hieronder verstaan we het risico van aansprakelijkstelling bij de reguliere taakuitvoering. Een groot deel van dit risico zal worden verzekerd. b) Contractonderhandelingen. Bij het opmaken van de begroting waren de contractbesprekingen over gastheerschap, huisvesting en ICT nog niet afgerond. Er wordt echter vanuit gegaan dat de bedragen in de begroting leidend zijn voor de ODRN voor de betreffende onderdelen. c) Taakstelling. De omgevingsdienst heeft een aanzienlijke besparingstaakstelling meegekregen. Bij het opmaken van de begroting waren de voorbereidingen van het plaatsingsproces in volle gang. De mate van flexibiliteit van de personeelsbegroting bepaalt sterk de ruimte voor de directeur om de taakstellingen te realiseren. d) Afspraken dienstverleningsovereenkomsten. Met de deelnemers worden afspraken gemaakt over de dienstverlening en de informatievoorziening over en weer voor de taakuitoefening. De begroting is gebaseerd op een uniforme VTH-procesgang. Afwijkende situaties per deelnemer kunnen de efficiencydoelstellingen onder druk zetten. Het is ook van belang de afspraken met de andere omgevingsdiensten juridisch goed te verankeren omdat de ODRN werkgever is van medewerkers die door de provincie en andere omgevingsdiensten worden bekostigd (voor BRZO en complexe vergunningverlening). De genoemde risico s kunnen wellicht deels binnen de begroting kunnen worden opgevangen, maar het kan ook dat een beroep op de deelnemers moet worden gedaan. Afschaffen van het BTW-compensatiefonds Een risico dat niet binnen de huidige begroting kan worden opgevangen, is de consequentie van het afschaffen van het BTW-compensatiefonds. In eerste instantie is door de provinciale regisseur fiscaal advies ingewonnen en is door de Gelderse omgevingsdiensten gekozen voor fiscaal ondernemerschap. Dit levert bij het instandblijven van het BCF een eenvoudig systeem op. Bij het afschaffen van het BCF is dit ongunstig, omdat BTW over de personele component in rekening wordt gebracht, die alsdan niet meer kan worden gecompenseerd. Deze personele component zit thans niet in de BTW-heffing. Dit betreft een risico van 1,6 miljoen kostprijsverhogende BTW. Om die reden is een voorbehoud gemaakt dat t.z.t. maatregelen kunnen worden genomen om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van de koepelvrijstelling zodat net als thans het geval is bij de deelnemers alleen BTW over de materiële kosten in rekening wordt gebracht bij (doorgeschoven naar) de deelnemers. 4.3 Paragraaf Financiering Volgens de Wet fido (Wet financiering decentrale overheden), is elke gemeenschappelijke regeling verplicht om een financieringsparagraaf in haar begroting en jaarrekening op te nemen. Daarin worden de ontwikkelingen aangegeven met betrekking tot de kasgeldlimiet, de ontwikkelingen wat betreft de renterisiconorm, de verwachte toe- of afname van geldleningen of uitzettingen en het verdere beleid ten aanzien van treasury. Deze paragraaf Financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft aan in welke mate in de financiering van investeringen mag worden voorzien in de vorm van kortlopende middelen. Volgens de Wet fido bedraagt de kasgeldlimiet 8,2% van het totaal van de (primitieve) begroting en dat is voor ,9 miljoen (volledig jaar). De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

138 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Er is een treasurystatuut opgesteld voor de omgang met liquide middelen en financiering. Het uitgangspunt daarbij is dat met een nader te bepalen bank een overeenkomst hiertoe wordt gesloten waardoor dit weinig formatieve capaciteit vraagt. Gebruik van derivaten wordt niet toegestaan. Geleend wordt alleen voor kapitaaluitgaven die de reguliere bedrijfsvoering betreffen. De ODRN vraagt voor de inrichting van de ICT-omgeving en de huisvesting kredieten aan voor een totaal van 2,1 miljoen. Om die reden kan de ODRN niet enkel met kortlopende leningen de investeringen plegen, maar zijn ook middelen nodig met een looptijd langer dan één jaar. Hiervoor zal een liquiditeitsprognose worden opgesteld in het eerste kwartaal van Paragraaf Bedrijfsvoering Personeel en Organisatie Het Uitvoeringsplan van de ODRN is bij het opstellen van deze begroting nog niet vastgesteld. In dit plan staat beschreven hoe de organisatie is opgebouwd, wat de organisatieprincipes zijn en hoe de ondersteuning van het primaire proces zal plaatsvinden. De organisatiestructuur is als volgt: In de komende maanden zal het management en de staf van de ODRN de ondersteuning van het primair proces vormgeven. Zeer belangrijk daarin is het invullen van het opdrachtgeverschap naar de gastheergemeenten voor huisvesting, ICT, Advies en Ondersteuning (PIOFAH-taken). Dit gebeurt middels dienstverleningsovereenkomsten. Daarin worden afspraken gemaakt over zaken als werkplekken, ICTomgeving, financiële administratie en de personeels- en salarisadministratie. Daarnaast wordt bepaald welke ondersteunende (staf) taken in de organisatie van de ODRN ingevuld moeten worden. Het betreft dan vooral strategische functies die van belang zijn voor het realiseren van de organisatiedoelstellingen en de sturing van de organisatie. Kaderstellende notities Voor de ODRN zijn ook enkele kaderstellende nota s opgesteld: een Treasurystatuut, de Financiële verordening en de Controleverordening. Ook is afgesproken dat er een notitie over het weerstandsvermogen wordt opgesteld alsmede over afspraken over inkoop- en aanbestedingsbeleid. In het Treasurystatuut worden de afspraken van de omgang met liquide middelen en benodigde financiering voor investeringen vastgelegd. In de financiële verordening worden onder meer de afspraken vastgelegd over de aanbieding van rapportages. In de controleverordening staan de afspraken over de accountantscontrole. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

139 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Dienstverleningovereenkomsten en mandaten Belangrijk daarnaast is het opstellen van een dienstverleningovereenkomst (DVO) die gesloten wordt tussen de ODRN en de individuele opdrachtgevers. Daarvoor is een concept-modelovereenkomst aangeleverd. Deze zal door elke opdrachtgever specifiek voor die partner moeten worden ingevuld, omdat niet alle partners dezelfde diensten wensen af te nemen -of dezelfde rollen hebben- behoudens het verplichte pakket waaraan ieder zich heeft verbonden. Bovendien zal een mandaatregeling voor de publiekrechtelijke bevoegdheden worden opgesteld waarbij de besturen van de opdrachtgevers mandaat verlenen aan de directeur van de ODRN tot het voorbereiden en nemen van publiekrechtelijke besluiten van alle betrokken opdrachtgevers. ICT Gemeente Nijmegen is bezig om voor de ODRN een Citrix omgeving te bouwen waarin het gedigitaliseerde werkproces van de gemeente Nijmegen is ondergebracht. Daarnaast is dit het platform om in fase 1 de systemen van de partners te kunnen benaderen. Uitgangspunt hierbij is dat Het Nieuwe Werken mogelijk is. Huisvesting Op een aantal punten vraagt het huisvestingsaanbod van de gemeente Nijmegen nog om nadere informatie en afstemming. Aandachtspunten zijn o.a. de actuele marktconformiteit van het aanbod, de potentiële uitbreidingscapaciteit wat betreft het aantal werkplekken en parkeercapaciteit en aanpassingsmogelijkheden t.b.v. de inrichting van werkplekken. Huisvesting zal gaan voldoen aan het uitgangspunt van het nieuwe werken. De dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Nijmegen zal moeten voorzien in de volledige bij de huisvesting behorende facilitaire ondersteuning, zoals gebruik van vergaderzalen, sanitaire voorzieningen, catering, telefooncentrale en receptie. BTW Voor gemeenschappelijke regelingen gelden twee fiscale regimes: doorschuif-methode of het fiscaal ondernemerschap. Gelet op het voornemen van het kabinet om het BTW-compensatiefonds af te schaffen, heeft in provinciaal verband overleg plaatsgevonden over het BTW-regime van de omgevingsdiensten in Gelderland. De begroting is exclusief BTW opgesteld. 4.5 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Investeringen die omgevingsdiensten hebben, zitten regulier in huisvesting, ICT en wagenpark. Dit geldt ook voor de ODRN, waarbij het onderdeel wagenpark thans nog niet is uitgewerkt. De paragraaf kapitaalgoederen heeft tot doel om te laten zien hoe de ODRN de instandhouding van de kapitaalgoederenvoorraad waarborgt. Aangezien er geen panden in bezit zijn, betreffen dit de huurdersinvesteringen in de nieuwe werkplekken en de ICT-investeringen. Deze worden tegen een reële termijn annuïtair afgeschreven zodat er na het einde van de levensduur een vrijval is die gelijk is aan de jaarlast en enkel nog voor prijsontwikkelingen geïndexeerd hoeft te worden. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

140 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen 5. Besluit Algemeen Bestuur Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen; Gezien de tijdige toezending van de ontwerpbegroting aan de Raden van de deelnemende gemeenten en aan Provinciale Staten van Gelderland; Gelet op artikel 27 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen; Gelet op het advies van de Regionale Adviesfunctie Regio Nijmegen; Gelet op de ingebrachte zienswijzen van de Raden van de deelnemende gemeenten en de Provinciale Staten van Gelderland; Gelezen het voorstel van de Dagelijks Bestuur van 17 januari 2013; B E S L U I T: 1. De begroting van lasten en baten op programma s voor het jaar 2013 vast te stellen; 2. De meerjarenbegroting voor de jaren voor kennisgeving aan te nemen; 3. Een krediet van beschikbaar te stellen voor Kantoorinrichting en de kapitaallasten (afschrijving 10 jaar annuïtair) te dekken binnen de begroting; 4. Een krediet van beschikbaar te stellen voor ICT-serves en applicaties en de kapitaallasten (afschrijving 5 jaar annuïtair) te dekken binnen de begroting; 5. Een krediet van beschikbaar te stellen voor ICT-werkplek hardware en de kapitaallasten (afschrijving 3 jaar annuïtair) te dekken binnen de begroting 6. De bevoorschotting conform bijlage 4 vast te stellen, waarbij de opstartkosten wordt bevoorschot in de eerste voorschotnota; 7. Het Dagelijks Bestuur ODRN op te dragen na vaststelling van de begroting deze zo spoedig mogelijk toe te zenden aan het Ministerie van BZK onder gelijktijdige verzending aan de Raden van de deelnemende gemeenten en de Provinciale Staten. Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 11 maart De secretaris, De voorzitter, De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

141 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Programmabegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Nijmegen Bijlagen Bijlage 1. Formatie overzicht De organisatie bestaat uit naast de directeur en de staf uit 2 handhavingsafdelingen, 2 vergunningverleningsafdelingen en 1 afdeling juridische zaken. In de HH-afdelingen en de VV-afdelingen worden de BRZO-taken uitgevoerd. Dit overzicht is exclusief inhuur en naar de nieuwe situatie. Organisatie-onderdeel Formatie Management en staf 9,50 Afdelingen Handhaving incl. BRZO 44,50 Afdelingen Vergunningverlening incl. BRZO 44,10 Afdeling Juridisch 14,25 Totale formatie 112,35 Bijlage 2. Staat van Personele lasten (bedrag is exclusief opleidingskosten en personeelskosten) Organisatie-onderdeel Personele lasten mnd Personele lasten 2013 volledig Management en staf Afdelingen Handhaving incl. BRZO Afdelingen Vergunningverlening incl. BRZO Afdeling juridisch Totale personele lasten Bijlage 3. Staat van reserves en voorzieningen Reserves Algemene Reserve: dotatie Reserve projectgeld: dotatie 0 p.m p.m. p.m. Totaal Reserves: saldo De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

142 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Bijlage 4. Overzicht bevoorschotting deelnemersbijdrage Deelnemersbijdrage mnd Beuningen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Druten Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Groesbeek Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Heumen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Millingen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Nijmegen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Ubbergen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Wijchen Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

143 Bijlage - 4-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio nijmegen Deelnemersbijdrage mnd Provincie Gelderland Bijdrage opstartkosten Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal TOTAAL Algemeen Totaal opstartkosten TOTAAL De omgevingsdienst die kwaliteit borgt! p

144 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Arnliem BEGROTING

145 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Amhem 1.0 Inleiding Hierbij treft u de ontwerpbegroting 2013 van de Omgevingsdienst Regio Arnhem aan. De ontwerpbegroting is op 1 februari 2013 vastgesteld in het Dagelijl<s Bestuur en wordt toegezonden aan Provinciale Staten en de Gemeenteraden, die hun zienswijze kunnen geven. De basis voor de begroting 2013 is de exploitatiebegroting die is opgenomen in het bedrijfsplan en de hoofdtaken die zijn opgenomen in de "Hoofdstructuur Omgevingsdienst Regio Arnhem" van 1 februari De hoofdstructuur met hoofdtaken is als voorgenomen besluit door het Algemeen Bestuur op 14 november 2012 vastgesteld. De hoofdstructuur van 1 februari 2013 wijkt daar slechts op details van af. Deze afwijkingen zijn vooral veroorzaakt door het verder uitwerken van de organisatiestructuur in het kader van het concept-plaatsingsplan. De begroting die was opgenomen in het bedrijfsplan was gebaseerd op prijspeil In de herziene begroting is rekening gehouden met de salariskosten max-1 conform prijspeil 2013 (septembercirculaire). De herziene begroting is gebaseerd op de meest recente inzichten. Omdat de ramingen voor ICT nog niet concreet zijn en de precieze gevolgen uit het Gelders Sociaal Plan nog niet zijn doorgerekend, is het op dit moment niet mogelijk alle posten nauwkeurig te ramen. Uitgangspunt en de reële verwachting is dat de kosten binnen de raming van het eerder vastgestelde bedrijfsplan blijven. De begroting van de ODRA is op te delen in 3 hoofdonderdelen, te weten. Milieu, Bouwen en directe Programma's. Voor- of nadelen voor wat betreft het onderdeel Milieu zullen over alle partners worden verrekend. Het onderdeel bouwen wordt alleen door de gemeente Lingewaard, de gemeente Arnhem en de provincie Gelderland ingebracht Voor- en nadelen op deze taak zullen daarom ook alleen met deze partners worden verrekend. Daarnaast worden er door 3 partners, de provincie Gelderland, de gemeente Lingewaard en de gemeente Arnhem middelen ingebracht ten behoeve van specifieke doeleinden. Meer- en minder kosten zullen dan ook alleen met deze partners worden verrekend. De rechtspositieregeling die van toepassing is op de ODRA en de vastgestelde indicatieve functieschalen zijn de basis voor de berekening van de salariskosten. Met bijzondere regelingen, toeslagen en overige zaken die niet in de rechtpositieregeling van de ODRA zijn opgenomen en een gevolg zijn van de overgang vanuit de latende organisaties is geen rekening gehouden. Deze zogenaamde harmonisatiekosten komen voor rekening van de latende organisaties. In het bedrijfsplan is ervan uitgegaan dat alle taken (dus ook de ondersteunende) uitgevoerd zouden worden in eigen beheer, dus door de ODRA zelf. In de begroting is rekening gehouden met het feit dat een groot deel van de ondersteunende taken uitgevoerd zullen worden in gastheerschap, in dit geval door de gemeente Arnhem. Ook de huisvesting van de ODRA zal plaatsvinden bij de gemeente Arnhem. Een één op één vergelijking met de begroting uit het bedrijfsplan is daarom niet op alle onderdelen mogelijk. In de huidige begroting is één uniform uurtarief gehanteerd voor alle taken. Totdat de ODRA overgaat naar output financiering zal met één uniform tarief gewerkt worden. De budgetten voor overige goederen en diensten zijn voornamelijk gebaseerd op de offerte van de gemeente Arnhem voor huisvesting en ondersteunende taken. De begroting voor de opstartkosten en incidentele kosten is één op één overgenomen uit het bedrijfsplan. In het bedrijfsplan is uitgegaan van de start van de ODRA per De ODRA zal nu per van start gaan. De begroting gaat hier van uit. De ODRA maakt gebruik van de gemeente Arnhem als gastheer voor wat betreft de huisvesting en een gedeelte van de overheadtaken. De begroting voor de huisvesting is gebaseerd op de offerte hiervoor. Medio 2012 zijn voor de huisvesting vier offertes uitgebracht waarbij die van de gemeente Arnhem de laagste was. Pagina 1 van

146 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Amhem De kosten voor het gastheerschap zijn gebaseerd op de primaire offerte die door de gemeente Arnhem is uitgebracht. De verwachting is dat de werkelijke kosten lager zullen uitvallen. Vooralsnog wordt er rekening mee gehouden dat de kosten maximaal 75% zullen bedragen van de geoffreerde bedragen. Met de gemeente Arnhem is afgesproken dat op basis van nacalculatie (o.a. door tijdverantwoording) met de ODRA zal worden afgerekend. Met deze eventueel lager uitvallende kosten is in de begroting geen rekening gehouden omdat er voor 2013 te veel onzekerheid is over hoe de werkelijke kosten uit zullen vallen. Uitgangspunt hierbij is dat het aangeboden gastheerschap voor de gemeente Arnhem niet meer dan kostendekkend zal zijn. Indien de kosten, zoals nu verwacht, lager zullen uitvallen dan begroot zal het voordeel, via de jaarrekening, naarde deelnemende partners terugvloeien. Frictiekosten in relatie tot het gastheerschap van de gemeente Arnhem. Voor wat betreft het gastheerschap is aan alle partners de gelegenheid geboden om te offreren. Uiteindelijk heeft alleen de gemeente Arnhem een offerte uitgebracht. Naar aanleiding van de uitgebrachte offerte zal de ODRA van het gastheerschap van de gemeente Arnhem gebruik gaan maken. Qua formatie gaat het om ca. 50% van de toegestane formatie voor de overhead. Omdat een groot deel van de personele overhead zal worden ingevuld door personeel van de gemeente Arnhem, zullen er bij de meeste andere partners frictiekosten ontstaan. In dit verband wordt dan ook verwezen naar de compensatieregeling die is besproken in het secretarissenoverleg en waarmee de secretarissen hebben ingestemd. In de oprichtingsvergadering van de ODRA (annotatie bij agendapunt 9) is deze afspraak nogmaals bevestigd. Er van uitgaande dat elke partner eventuele resterende personele frictie in driejaar afbouwt, omhelst het voorstel dat de partners (in dit geval met name de gemeente Arnhem) elkaar in de eerste 3 jaar compenseren in "voor- en nadelen frictie". De compensatie loopt in driejaar af van 100% naar 33%. Ook is een tabel vastgesteld met betrekking tot het verrekenen van frictiekosten tussen de deelnemende partners. In de begroting is de in te brengen primaire formatie ten opzichte van het bedrijfsplan bij diverse partners gewijzigd. Ook komt er van enkele partners personele overhead over. Per partner zal er opnieuw een berekening moeten worden gemaakt voor welk bedrag compensatie zal plaatsvinden. Met verrekening van deze frictiekosten door de gemeente Arnhem is in deze begroting bewust geen rekening gehouden omdat het geen onderdeel betreft van de bedrijfsvoering van de ODRA. Van de zijde van de gemeente Arnhem is echter medegedeeld dat zij nog steeds achter de gemaakte afspraken staat. Pagina 2 van

147 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Amhem 2.0 Financiële meerjarenbegroting Onderstaand is de financiële meerjarenbegroting van de ODRA weergegeven. Per onderdeel zal een toelichting worden gegeven. Totale Totale Totale Totale Totale Totale kosten kosten kosten kosten kosten kosten 9 maanden -1,25% -1,25% -1,25% Salariskosten primair proces , Salariskosten management en staf , Opleidingskosten Algemene Personeelskosten Hulsvesting (gastheer) ,000 7 Ondersteunende taken (gastheer) , ICT Wagenpark Accountant en financieel advies Onvoorzien co nnn QD.UUU cc onn OO.OUU ce nnn QD.UUU cc onn oo, ouu cc nnn OQ. yuu 12 Bijdrage Bovenregionale Taken Incidentele kosten Opstartkosten Totale lasten primair proces ,400 Programma lasten Provincie Miiieumetingen , ISV-geluid Arnhem WABO Arnhem , ,000 WABO LIngew/aard Totale Programma Lasten , TOTALE LASTEN ,900 Pagina 3 van

148 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Amhem Totale balen Totale baten Totale baten Totale baten Totale balen Totale baten 9 maanden Fle Baten Bovenregionale taken Deelnemersbijdragen 31,98 Provincie Gelderland ,091,500 47,38 Gemeente Arnhem ,580,200 4,00 Gemeente Rheden ,34 Gemeente Overbetuvife , ,50 Gemeente Doesburg , Gemeente Rozendaal 22,28 Gemeente Lingewaard ,44 Gemeente Renkum Gemeente Zevenaar Gemeente Duiven Gemeente Westervoort Gemeente Rijnwaarden 5,04 Liemers ,00 MRA ,96 Totale Baten Primair Proces Programma Baten Provincie ISV-geluid Arnhem WABO Arnhem WABO Lingewaard Totale Programma Baten TOTAAL BATEN Begrotingssaldo Pagina 4 van

149 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Arnhem 2.1 Toelichting op de begrotingsposten Salariskosten primair proces De salariskosten primair proces zijn gebaseerd op 117,96 fte (conform Hoofdstructuur ODRA d.d ) Salariskosten management en staf De salariskosten management en staf zijn gebaseerd op 18,63 fte (Hoofdstructuur ODRA d.d ) Opleidingskosten De opleidingskosten zullen in het 1 jaar 4% van de loonsom bedragen. 2% hiervan zal structureel in de begroting worden opgenomen (voor 2013 is de raming ,=), 2% zal in 2013 gedekt worden uit de opstartkosten. Algemene personeelskosten De algemene personeelskosten (o.a. reiskosten, vakliteratuur, advertentiekosten ten behoeve van vacatures) bedragen 3 % van de loonsom. Huisvestingskosten (gastheer) De ODRA zal worden gehuisvest in het Stadskantoor van de gemeente Arnhem. De totale kosten voor huisvesting bedragen voor 101 werkplekken ,= op jaarbasis. Dit is inclusief het gebruik van meubilair. In dit bedrag zijn ook alle personeelslasten die met de huisvesting zijn gemoeid opgenomen. In het bedrijfsplan was rekening gehouden met circa 5,5 fte. Ondersteunende taken (gastheer) Een groot deel van de ondersteunende taken zal in gastheerschap worden uitgevoerd door de gemeente Arnhem. Hieronder vallen o.a. de taken van de personeels- en salarisadministratie, de financiële administratie, ICT-standaard faciliteiten. Ook is een bedrag opgenomen voor de Archiefen Postregistratie ICT In de begroting is voor ICT ten behoeve van het primaire proces een raming opgenomen. Deze kosten vallen niet onder de bij de gastheer ondergebrachte standaard faciliteiten. Wagenpark In de begroting is rekening gehouden met de exploitatiekosten van 10 bedrijfswagens exclusief de auto's van de meetdienst. Accountant en financieel advies Voor de kosten van een accountant en overig advies is een bedrag van ,= opgenomen. Onvoorzien/afronding Voor onvoorziene zaken is een bedrag van ,= opgenomen. Tevens is deze post gebruikt voor afronding. Bijdrage bovenregionale taken In het Gelders Stelsel van omgevingsdiensten zijn er programmatische taken belegd bij een aantal omgevingsdiensten. De lasten hiervan bedragen ,= op jaarbasis. Incidentele kosten In de eerste 3 jaar zal de ODRA incidentele kosten maken voor wat betreft het inrichten van de bedrijfsvoering, het ontwikkelen van goede instrumenten ten behoeve van de bedrijfsvoering en de integratie van de verschillende culturen van de verschillende organisaties. Deze kosten worden in 3 jaar afgebouwd. Pagina 5 van

150 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Amhem Opstartkosten De opstartkosten van de ODRA zijn geraamd op ,= Hieruit worden vooral de kosten van de kwartiermaker, externe intiuur voor o.a. van Iiet opstellen van het bedrijfsplan, opstartkosten die samenhangen met de informatievoorziening zoals licenties, het configureren van systemen e.d. en kosten die verband houden met de verhuizing van de medewerkers naar een centrale locatie. Programmalasten Naast de lasten die de ODRA maakt in verband met salariskosten ten behoeve van het primaire proces en de overhead die hiermee gemoeid is zijn er ook lasten die direct aan een programma toegeschreven kunnen worden. Ten behoeve van WABO-taken (Arnhem en Lingewaard) zal de ODRA voor ,= aan kosten maken excl. de kosten van het vergunningensysteem van de gemeente Lingewaard. Voor ISV-geluid (2 jaar) is een bedrag van ,= op jaarbasis opgenomen. Daarnaast is een bedrag van ,= geraamd voor milieumetingen voortaken die van de provincie overkomen. Baten Bovenregionaal stelsel De ODRA zal een aantal taken uitvoeren voor andere Omgevingsdiensten. De baten hiervan zullen ,= bedragen. Programmabaten De programmabaten zijn gebaseerd op de specifieke programmakosten die door een aantal partners wordt ingebracht Deze kosten worden niet versleuteld op basis van de inbreng van primaire formatie. Deelnemersbijdragen De bijdrage van de deelnemers is gebaseerd op de inbreng van primaire formatie van de betreffende partner uur x het aantal fte primaire formatie x het uurtarief 2.2 Efficiencyslag van 5% In het bedrijfsplan is rekening gehouden met een efficiencyslag van 1,25% per jaar (vanaf 2015) met een totaal van 5% op het primaire proces. In de meerjarenbegroting is vanaf 2015 met deze efficiencyslag rekening gehouden. Daarnaast zal 5% efficiencywinst worden ingezet als kwaliteitsverbetering 3. Verplichte paragrafen 3.1 Inleiding In de paragrafen wordt ingegaan op het beleid met betrekking tot de beheersmatige aspecten van de organisatie. In het besluit Begroting en Verantwoording (BBV) staat aangegeven dat in de begroting ten minste de volgende paragrafen opgenomen moeten zijn: Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Lokale heffingen Verbonden partijen Grondbeleid De paragrafen "lokale heffingen", "verbonden partijen" en "grondbeleid" zijn niet op de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) van toepassing. De overige paragrafen staan hieronder toegelicht Paragraaf weerstandsvermogen Pagina 6 van

151 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Amhem Het weerstandsvermogen geeft aan in well<e mate de ODRA in staat is tegenvallers op te vangen. 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen; a. de weerstandscapaciteit; zijnde de middelen en de mogelijkheden waarover de ODRA beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken b. alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie 2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit b. een inventarisatie van de risico's c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, op te kunnen vangen. Tot de aanwezige weerstandscapaciteit van de omgevingsdienst slechts twee posten kunnen worden gerekend: Reserves Post onvoorzien Aangezien de ODRA per 2013 start, beschikt de dienst nog niet over reserves. Daarmee is de weerstandscapaciteit gelijk aan de post onvoorzien. Vrij aanwendbare reserves (middelen) behorend 1 april 2013 tot weerstandscapaciteit Reserves 0 Onvoorzien ,= Totale weerstandscapaciteit ,= Na uitnutting van deze capaciteit is de omgevingsdienst op de bijdrage van de deelnemers aangewezen. De gekwantificeerde risico's dienen op de weerstandscapaciteit in mindering te worden gebracht. Risico's Deze begroting kent een aantal risico's waarvan de belangrijkste zijn: 1. Risico's taakuitvoering. Hieronder verstaan we het risico van aansprakelijkstelling bij de reguliere taakuitvoering. Een groot deel van dit risico zal worden verzekerd. 2. Contractonderhandelingen. Bij het opmaken van de begroting waren de contractbesprekingen over huisvesting, hosting ICT en Advies en Ondersteuning nog niet afgerond. Er wordt echter vanuit gegaan dat de bedragen in de begroting leidend zijn voor de ODRA voor de betreffende onderdelen. 3. Afspraken dienstverleningsovereenkomsten. Met de deelnemers worden afspraken gemaakt over de dienstverlening en de informatievoorziening over en weer voor de taakuitoefening. De begroting is gebaseerd op een uniforme VTH-procesgang. Afwijkende situaties per deelnemer kunnen de efficiencydoelstellingen onder druk zetten. De genoemde risico's kunnen wellicht deels binnen de begroting worden opgevangen, maar het kan ook dat een beroep op de deelnemers moet worden gedaan. 3.3 paragraaf Financiering De financieringsparagraaf in de begroting is, in samenhang met de financiële verordening, een Pagina 7 van

152 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Arnhem belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. In het treasurystatuut zijn de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd en geconcretiseerd naar de verschillende deelgebieden van treasury, namelijk risicobeheer, financiën en kasbeheer. Ook zijn de organisatorische randvoorwaarden weergegeven. Het financieringsvraagstuk van de ODRA is van een beperkte omvang. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de meeste bedrijfsvoeringonderdelen worden afgenomen van de gemeente Arnhem en het grootste deel van de begroting bestaat uit personeelslasten of daaraan gerelateerde kosten. De financieringsrisico's zullen om die reden slechts beperkt zijn. Algemene ontwikkelingen De treasuryfunctie is gebaseerd op de Wet Fido. Een belangrijk element daarbij is het meer zicht krijgen op de ontwikkeling van de financieringspositie, zowel op korte als lange termijn. Dit betreft dan met name het in beeld brengen van de behoefte aan financieringsmiddelen, gerelateerd aan de investeringsplanning en de inzet van vrijvallende dan wel beschikbaar komende financieringsmiddelen. Risicobeheer Uit hoofde van de treasuryfunctie kunnen middelen worden uitgezet. Het Treasurystatuut is hierbij leidend. Mocht de invoering van het zogenaamde schatkistbankieren doorgaan, dan zal hiermee rekening worden gehouden. Renterisicobeheer Algemene uitgangspunten met betrekking tot het renterisicobeheer zijn: geen overschrijding van de renterisiconorm conform de Wet Fido; nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning; de rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie; Kasgeldllmlet Met de kasgeldlimiet is in de wet Fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de organisatie haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,2% van het begrotingstotaal aan lasten voor bestemming, dus met uitzondering van de stortingen in de reserves. De liquide middelen betreffen rekening-courant tegoeden. Deposito's komen voort uit de financiering van het lopende bedrijf en de bestemmingsreserves. De huidige financiële positie geeft geen aanleiding om op de korte termijn maatregelen voor te stellen. Renterisiconorm Het renterisico op de lange financiering wordt wettelijk begrensd door de renterisiconorm. Als lange financiering wordt volgens de wet Fido aangemerkt: alle financieringsvormen met een rentetypische looptijd groter dan één jaar. Het renterisico wordt gedefinieerd als het minimum van de netto nieuw aangetrokken schuld en de betaalde aflossingen, vermeerderd met het saldo van de contractuele renteherzieningen op de opgenomen en uitgezette geldleningen. Het renterisico op de lange termijn wordt beperkt tot de in wet genoemde 20% van de restant hoofdsom van de rentetypische langlopende leningen. Achterliggende reden voor het gebruik van de renterisiconorm is de spreiding van het renterisico over de jaren. Relatiebeheer Het betalingsverkeer zal in hoofdzaak geconcentreerd worden bij een nader te bepalen bank. Pagina 8 van

153 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem Omgevingsdienst Regio Arnhem 3.4 paragraaf Bedrijfsvoering Personeel en organisatie Bij tiet opstellen van de begroting is de vastgestelde hoofdstructuur van de ODRA als basis gebruikt. In deze hoofdstructuur staat beschreven hoe de ondersteuning van het primaire proces zal plaatsvinden. Bij het opstellen van het bedrijfsplan is uitgegaan van een efficiencyslag van 10%. Afgesproken is dat 5% gebruikt zou worden voor een kwaliteitsverbetering en 5% als een op termijn te realiseren bezuiniging. Deze laatste 5% is vertaald in de meerjarenbegroting, 1,25% per jaar vanaf In de komende maanden zal het management en de staf van de ODRA de ondersteuning van het primair proces vormgeven. Zeer belangrijk daarin zijn het invullen van het opdrachtgeverschap naar de gastheergemeente voor huisvesting, ICT, Advies en Ondersteuning. Daarin worden/zijn afspraken gemaakt over zaken als werkplekken, ICT-omgeving, financiële administratie en de personeels- en salarisadministratie. Pagina 9 van

154 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem ^ Omgevingsdienst Regio Amhem 4 BESLUIT ALGEMEEN BESTUUR Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem; Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuurvan 1 februari 2013; Gelezen de toezending van de ontwerpbegroting aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan Provinciale Staten van Gelderland, zes weken voor de vaststelling in het Algemeen Bestuur; BESLUIT: 1. De begroting van lasten en baten op programma's voor het jaar 2013 vast te stellen; 2. De meerjarenbegroting voor dejaren voor kennisgeving aan te nemen; Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 27 maart de voorzitter, de waarnemend secretaris mevrouw M.J. van Gastel de heer ing. J.B.H. Robben Pagina 10 van

155 Bijlage - 5-PS ontwerpbegroting 2013 Omgevingsdienst Regio Arnhem 155

156 PS voorblad reactie op brief Minister van BZK omtrent toezichtsvorm 2013 Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Reactie op brief Minister van BZK omtrent toezichtsvorm 2013 PS Agendering (advies Griffie) Commissie AFW 6 maart 2013 Provinciale Staten 20 maart 2013 Behandelwijze x x Kaderstellen Controleren Adviseren PS (door commissie) Vaststellen (door PS) Overleg-/ beslispunten Context Ontwerpbesluit De reactie op de brief aan de Minister van BZK vast te stellen. Op 19 december 2012 is de brief Ministerie van BZK met bevindingen ten aanzien van de begoting 2013, het grondbeleid en verbonden partijen ontvangen. In deze brief verzoekt de minister om een reactie. Provinciale Staten hebben via de lijst van ingekomen stukken aan GS gevraagd een reactie voor te bereiden. Opmerkingen Griffie Meer informatie dhr. H.J.G. Velderman (026) d.velderman@gelderland.nl GS-besluit: 19-2 /Ontvangen door Griffie: 19-2 /Geplaatst op SIS:

157 PS ontwerpbesluit reactie op brief Minister van BZK omtrent... Provinciale Staten Vergadering d.d. Besluit nr. I Reactie op brief Minister van BZK. (Financieel toezicht: vorm en bevindingen 2013) PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het voorstel PS2012-XXX van Gedeputeerde Staten betreffende de Reactie op de brief van de Minister van BZK getiteld Financieel toezicht: vorm en bevindingen BESLUITEN 1 De reactie op de brief aan de Minister van BZK vast te stellen. Arnhem, 19 februari zaaknummer Provinciale Staten van Gelderland voorzitter griffier 157

158 Bijlage - PS concept-brief PS met reactie op toezichtbrief BZK Bezoekadres Huis der Provincie Markt CG Arnhem Postadres Postbus GX Arnhem Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties T.a.v. de heer mr. T.P.M. van de Lelij Postbus EA 's-gravenhage telefoonnummer (026) telefaxnummer (026) adres post@gelderland.nl internetsite datum zaaknummer 19 februari onderwerp Reactie op brief Ministerie van BZK omtrent toezichtsvorm 2013 Geachte Minister, Voor de jaarwisseling heeft u ons bericht over de toezichtsvorm van In uw brief 'Financieel toezicht: vorm en bevindingen 2013 (kenmerk ) heeft u aangegeven dat u onze provincie - net als andere jaren - onder de repressieve toezichtsvorm plaatst. Onze begroting 2013 behoeft niet uw goedkeuring. Uiteraard doet dit ons deugd. In uw brief heeft u twee aanbevelingen opgenomen die ons kunnen helpen om de begroting (en overige p&c-documenten) te verbeteren en dit waarderen wij zeer. U heeft ons gevraagd om een reactie op deze aanbevelingen en deze treft u hierbij aan. Reactie op aanbeveling 1) In de eerste aanbeveling geeft u ons de suggestie mee om de paragraaf weerstandsvermogen te verbeteren door meer risico s te kwantificeren, een norm te bepalen voor het minimaal benodigde weerstandsvermogen en de gekwantificeerde risico s vervolgens aan de norm te toetsen. Deze aanbeveling nemen wij geheel over. De paragraaf weerstandsvermogen staat bij ons volop in de aandacht, zie onder andere aanbeveling 2 van de rekeningcommissie naar aanleiding van de jaarrekening 2011 (pagina 98 vervolgvoorstel Jaarrekening 2011). Wij gaan ervan uit dat de opvolging van zowel de aanbeveling van de rekeningcommissie als uw aanbeveling leiden tot een aangepaste paragraaf weerstandsvermogen in de Begroting Daarop vooruitlopend hebben Gedeputeerde Staten reeds te kennen gegeven dat zij ten tijde van de voorjaarsnota 2013 een geactualiseerde kadernota risicomanagement aan ons doen toekomen. inlichtingen bij dhr. H.J.G. Velderman telefoonnummer (026) adres post@gelderland.nl BNG 's-gravenhage, rekeningnummer Rabobank, rekeningnummer ING, rekeningnummer btw-nummer NL B03 IBAN-nummer NL74BNGH SWIFT/BIC: BNGHNL2G 158

159 Bijlage - PS concept-brief PS met reactie op toezichtbrief BZK Reactie op aanbeveling 2) In de tweede aanbeveling geeft u ons de suggestie om de financiële positie van de verbonden partijen in de paragraaf te verbeteren. Op pagina 3 van uw brief geeft u daarbij aan dat een wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) op dit punt in voorbereiding is. Wij delen uw aanbeveling en wij zullen vooruitlopend op de wijziging van het BBV onze paragraaf Verbonden Partijen in de jaarrekening 2012 opmaken vanuit het perspectief dat de wijziging van het BBV een feit is. Wij danken u nogmaals voor uw aanbevelingen en wij vertrouwen op een plezierige samenwerking voor de toekomst. Hoogachtend, Provinciale Staten van Gelderland voorzitter griffier 2 159

160 PS statenbrief omtrent reactie aan BZK Provinciale Staten datum PS nummer 19 februari onderwerp Reactie op brief Minister van BZK omtrent toezichtsvorm 2013 STATENBRIEF Doel van deze brief Gedeputeerde Staten verzoeken Provinciale Staten om X te besluiten conform het ontwerpbesluit. over de inhoud van deze brief te overleggen. de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht). Wat vragen wij aan u? Voor de jaarwisseling heeft de Minister van BZK een brief gestuurd omtrent het toezichtsregime van Deze brief is bij u ingeboekt onder nummer PS In de brief uit de minister een tweetal aanbevelingen omtrent de begroting. Hij geeft daarbij tevens aan dat hij op de aanbevelingen een reactie van u verwacht. In uw vergadering van februari heeft u het college gevraagd deze reactie voor te bereiden. Thans ligt deze reactie ter besluitvorming voor. Relatie met beleid en/of wetgeving De Minister van BZK is de toezichthouder op de provinciale begroting conform artikel 207 Provinciewet. Proces en tijdpad De brief van de minister is tijdens uw vergadering van februari als ingekomen stuk geregistreerd. De minister verzoekt u vervolgens om de reactie vóór 1 april aan hem te retourneren en met de agendering van dit voorstel in uw vergadering van maart kan aan dat verzoek worden voldaan. Financiële aspecten Geen. Arnhem, 19 februari 2013 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin Drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris bijlagen: 1 Ontwerpbesluit 2 Reactie op brief van de Minister van BZK inlichtingen bij dhr. H.J.G. Velderman telefoonnummer (026) adres post@gelderland.nl 160

161 Bijlage - PS brief Ministerie van BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus EA Den Haag Provinciale Staten van Gelderland Postbus GX ARNHEM Bestuur, democratie en financier! Financieel en informatiestelsel Schedeldoekshaven EZ Den Haag Postbus EA Den Haag www. rijksoverheid. nl Contactpersoon T.P.M. van der Lelij T tom.lelij@minbzk.nl Datum 14 december 2012 Betreft Financieel toezicht: vorm en bevindingen 2013 Kenmerk Inleiding en toezichtvorm voor 2013 Met deze brief informeer ik u over de financiele toezichtvorm voor 2013 en de overige toezichtbevindingen. Gedeputeerde Staten ontvangen een afschrift van deze brief. Over de door mij bij het financiele toezicht gehanteerde uitgangspunten en overige aandachtspunten heb ik u eerder, bij brief van 25 april 2012, kenmerk , gei'nformeerd. In die brief heb ik de elementen die een rol spelen bij mijn toetsing van de realiteit van uw begroting en meerjarenraming weergegeven. De beoordeling daarvan is bepalend voor de vorm van mijn toezicht, repressief of preventief. Daarnaast ben ik in die brief ingegaan op twee specifieke aandachtspunten bij mijn toetsing, namelijk 'grondbeleid'en 'verbonden partijen'. Naar aanleiding van de mij toegezonden begroting 2013 en jaarstukken 2011 deel ik u hierbij mede dat ik van oordeel ben dat uw provincie, net als de andere provincies, voor het komende jaar, met inachtneming van artikel 207, l e en 2 e lid, van de Provinciewet, onder de repressieve toezichtvorm kan blijven. Dit betekent dat uw begroting geen goedkeuring van mij behoeft. In deze brief ga ik achtereenvolgens in op de bevindingen over de begroting en meerjarenraming, de uitkomsten van de toetsing van het grondbeleid en de verbonden partijen en de overige financiele beheeraspecten. Deze brief en de aan deze brief ten grondslag liggende feiten zijn ambtelijk met uw provincie afgestemd (hoor en wederhoor). 2. Begroting en meerjarenraming 2.1 Inleiding Het door mij gehanteerde toezichtcriterium materieel evenwicht gaat uit van een begrotingssaldo dat het resultaat is van uitsluitend structurele baten en lasten. Om te kunnen vaststellen of dit het geval is, heb ik gebruik gemaakt van de richtlijnen over de incidentele baten en lasten die zijn opgenomen in de notitie van de commissie BBV van januari In mijn bovengenoemde brief heb ik dit aangekondigd. Bij mijn oordeel over het begrotingsevenwicht betrek ik ook (de ontwikkeling van) het weerstandsvermogen en de vrije beleidsruimte. r -i i x Pagina 1 van 5 161

162 Bijlage - PS brief Ministerie van BZK 2.2 Totaalbeeld provincies Uit het onderzoek naar de begrotingen 2013 en meerjarenramingen komt naar voren dat alle provincies beschikken over een structureel sluitende begroting. Ook de meerjarenraming geeft ditzelfde beeld. Datum 14 december 2012 Kenmerk Het totaal van de algemene reserves en bestemmingsreserves van alle provincies wordt per 1 januari 2013 geraamd op bijna 15,7 miljard (per 1 januari 2011 was dit bijna 14,0 miljard). Deze stijging is vooral toe te schrijven aan de administratieve afwikkeling van de energieaandelen van de provincie Fryslan. In de periode is er per saldo sprake van een geraamde onttrekking aan de reserves van 1,1 miljard (in de periode was dit ook 1,1 miljard). Dit betekent een afname van ruim 7% ten opzichte van 2013 (vorig jaar was sprake van een geraamde afname van bijna 8%). 2.3 Beeld van uw provincie Ik ben van oordeel dat uw provincie voldoet aan het criterium van materieel evenwicht. Dit oordeel is gebaseerd op de risicogeorienteerde toets van uw begroting en meerjarenraming. Die toets heeft geen bevindingen opgeleverd waaruit blijkt dat uw provincie niet over het genoemde evenwicht beschikt. De omvang van de door u gepresenteerde reserves neemt in de periode 2013 tot en met 2016 iets toe van miljoen naar miljoen ofwel een toename van een 0,5%. Ik constateer dat de begroting en meerjarenraming van uw provincie sluiten, zowel zoals door u gepresenteerd als na mijn correcties voor incidentele baten en lasten. 2.4 Vereisten wet- en regelgeving De financiele begroting, de meerjarenraming en de paragrafen, die ik op hoofdlijnen heb getoetst, voldoen aan de eisen die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daaraan stelt. 2.5 Aanbevelingen Hierna doe ik twee aanbevelingen voor de paragrafen die naar mijn oordeel de volledigheid, leesbaarheid, transparantie en informatiewaarde daarvan verder vergroten. Graag verneem ik voor 1 april 2013 welke verbetermaatregelen u hierop gaat nemen. 1. De paragraaf weerstandsvermogen kan worden verbeterd door meer risico's te kwantificeren waardoor een betere bepaling van de totale omvang van de risico's mogelijk is. Bepaal daartoe waar mogelijk de omvang en kans van de geinventariseerde risico's. Bepaal een norm voor het minimaal benodigde weerstandsvermogen en toets vervolgens of u daaraan voldoet. 2. Het inzicht in de financiele positie van de verbonden partijen kan in de paragraaf worden verbeterd door informatie op te nemen over de ontwikkeling van het eigen en vreemd vermogen, het resultaat en de kostenverdeelsleutel bij de gemeenschappelijke regelingen (zie ook mijn bevindingen onder 4 naar aanleiding van het onderzoek naar de kwaliteit van de paragraaf Verbonden partijen). 3. Grondbeleid Dit jaar heb ik het provinciale grondbeleid opnieuw onderzocht omdat provincies door het aanhouden van een (strategische) grondvoorraad het risico kunnen lopen Pagina 2 van 5 162

163 Bijlage - PS brief Ministerie van BZK van waardedaling. Daarnaast zijn sommige provincies via verbonden partijen betrokken bij grondexploitaties. Ik heb het onderzoek uitgevoerd door na te gaan welke informatie de jaarrekeningen 2011 boden over de waarde en mutaties van de grondvoorraad en wat de bevindingen van de accountant waren bij dit onderdeel van de jaarrekening Ook is onderzocht of mogelijke risico's voorvloeiend uit het grondbeleid voldoende waren benoemd en afgedekt in de betreffende begrotingsparagrafen. De provincies hebben in hun jaarrekeningen 2011 voor een bedrag van 461 miljoen aan grondvoorraad op de balans staan. De provincies die het aangaat hebben in de jaarrekening 2011 voorzieningen getroffen om de tegenvallende resultaten van gebiedsontwikkeling op te vangen. Veelal gaat het daarbij om het provinciale aandeel in verliesgevende grondexploitaties van gemeenschappelijke regelingen en/of publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS). In totaal gaat het om een bedrag van 33 miljoen. Gemeenten hebben in 2011 voorc 2 miljard aan directe en indirecte verliezen genomen, zo blijkt uit de actualisatie 2012 van het onderzoek naar de financiele effecten van de crisis bij gemeentelijke grondbedrijven. Het bovenstaande ondersteunt de constatering gedaan in de toezichtbrief 2012 dat grondbeleid voor provincies een andere functie heeft dan voor gemeenten, maar dat ook provincies risico's lopen. In de paragrafen grondbeleid en de paragrafen weerstandsvermogen is hiervoor over het algemeen voldoende aandacht. Zoals hierboven opgemerkt krijgt provinciale betrokkenheid bij gebiedsontwikkeling vaak de vorm van participate in een private onderneming. Dit beperkt het financiele risico omdat dit gekoppeld is aan het gestorte aandelenkapitaal. Indien de participanten garant staan voor de leningenportefeuille van de vennootschap maakt dit het risico weer groter. Uit het onderzoek naar de verbonden partijen is niet naar voren gekomen dat dit risico zich in uw provincie voordoet. 4. Verbonden partijen Ik heb dit jaar onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de paragraaf verbonden partijen. De reden voor dit onderzoek is dat ook provincies steeds meer activiteiten onderbrengen bij verbonden partijen. Ik heb er vooral op gelet of in de paragraaf voldoende informatie wordt gegeven hoe groot het belang (aandeel) is dat de provincie heeft in verbonden partijen en de risico's die uit dit belang kunnen voortvloeien. Om daar inzicht in te verkrijgen, is het noodzakelijk om meerte weten over de omvang van het eigen- en vreemd vermogen en of er tekorten worden verwacht. Op dit moment schrijft het Besluit Begroting en Verantwoording nog niet voor dat deze informatie opgenomen moet worden in de paragraaf verbonden partijen. Wei moet deze informatie worden opgenomen in de productenrealisatie. Omdat ik van mening ben dat deze informatie niet alleen relevant is voor het college van Gedeputeerde Staten maar ook voor de leden van Provinciale Staten, is een wijziging van het BBV op dit punt in voorbereiding. Ik zie dat bijna alle provincies dit belang ook inzien en al meer informatie opnemen in hun paragraaf verbonden partijen dan op dit moment is voorgeschreven. Behalve dat het goed is dat de risico's van verbonden partijen in deze paragraaf worden vermeld, is het ook wenselijk dat deze risico's terug te vinden zijn in de Datum 14 december 2012 Kenmerk Pagina 3 van 5 163

164 Bijlage - PS brief Ministerie van BZK paragraaf weerstandvermogen en in de paragraaf grondbeleid voor zover het om risico's gaat die voortvloeien uit grondexploitatie. In onderstaande tabel treft u mijn bevindingen aan naar aanleiding van het onderzoek voor uw provincie: Datum 14 december 2012 Kenmerk Inzicht in paragraaf verbonden partijen. Inzicht in Gemeenschappelijke Overige verbonden reqelingen partijen Aandeel/belanq qoed voldoende Financiele positie informatie ontbreekt informatie ontbreekt Risico's (bv. grondexploitatie) goed goed Ik constateer verder dat in de programmabegroting van uw provincie het risico van de verbonden partij fonds nazorg stortplaatsen Gelderland in de paragraaf weerstandsvermogen tot uiting komt. In de paragraaf grondbeleid wordt niet specifiek aandacht besteed aan de rol, die verbonden partijen hierin vervullen. Vanwege dit onderzoek meld ik tot slot nog de resultaten van mijn toezicht op de gemeenschappelijke regelingen waarin uw provincie deelneemt. Ik heb geen gemeenschappelijke regelingen waarin u deelneemt wegens financiele redenen of termijnoverschrijding onder preventief toezicht geplaatst. Een uitzondering op de termijn voor inzending van de begroting, heb ik dit jaar gemaakt voor de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's). Om de toezichtvorm van een RUD voor 2013 te kunnen bepalen, moet deze voor 1 januari 2013 zijn opgericht. RUD's die hun begroting niet voor 15 november aan mij hebben toegezonden, worden onder preventief toezicht geplaatst. Ik vraag deze RUD's om mij twee kwartaalrapportages toe te sturen op basis waarvan ik kan concluderen dat zij financieel op orde zijn. Ditzelfde vraag ik ook van de RUD's, die na 1 januari 2013 van start gaan. Vanwege deze bijzondere situatie heb ik er voor gekozen de toezichtvorm van deze nieuwe RUD's niet in deze melding aan u op te nemen. 5. Overige financiele beheeraspecten Voor mijn oordeel over uw rekening maak ik mede gebruik van de bevindingen van de accountant. Ik constateer dat Gedeputeerde Staten de gesignaleerde knelpunten en de gegeven adviezen onderschrijven en toezeggen hieraan door verbetermaatregelen gevolg te geven. Zoals u weet, doe ik momenteel onderzoek naar het gebruik van derivaten bij decentrale overheden en hun gemeenschappelijke regelingen. Uit uw begroting en/of jaarrekening blijkt dat u geen gebruik maakt van derivaten. Van ambtelijke zijde is dit bevestigd. Uit het onderzoek zal tevens blijken of gemeenschappelijke regelingen, waar uw provincie aan deelneemt, gebruik maken van derivaten en of daar risico's aan zijn verbonden. Dit kan gevolgen hebben voor uw financiele positie, daar ga ik vooralsnog niet vanuit. 6. Tot slot Ik ontvang graag voor 1 april 2013 uw reactie op deze brief, in het bijzonder op de genummerde punten. p - i Pagina 4 van 5 164

165 Bijlage - PS brief Ministerie van BZK Datum Ik hoop met de vorenstaande opmerkingen u in staat te stellen tot een zo goed 14 december 2012 mogelijk oordeel over de begroting en meerjarenraming te komen. Kenmerk Een afschrift van deze brief heb ik heden aan Gedeputeerde Staten gezonden. Hoogachtend, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, T. Livius Directeur Bestuur, democratie en financien 5D X Pagina 5 van 5 165

166 PS voorblad Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling PS Agendering (advies Griffie) Commissie AFW 6 maart 2013 Provinciale Staten 20 maart 2013 Behandelwijze x x Kaderstellen Controleren Adviseren PS (door commissie) Vaststellen (door PS) Overleg-/ beslispunten Context Zie ontewerpbesluit In uw vergadering van 19 december 2012 hebben uw Staten een interpellatiedebat gevoerd naar aanleiding van het aftreden van de heer Verdaas. In dit Statenvoorstel doen GS een voorstel voor de aanpassing van de regels betreffende het gebruik van de dienstauto om de verschillende regelingen (Verordening en Gedragscode) met elkaar in lijn te brengen. Daarnaast stellen GS voor geen gebruik meer te maken van de fiscale compensatieregeling, in eerste instantie voor de periode van een jaar. Opmerkingen Griffie Meer informatie mw. H.H. Wittenhorst h.wittenhorst@gelderland.nl GS-besluit: 19-2 /Ontvangen door Griffie: 19-2 /Geplaatst op SIS:

167 PS ontwerpbesluit Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling Provinciale Staten Vergadering d.d. Besluit nr. PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 105, eerste lid, juncto artikel 143, tweede lid van de Provinciewet; Gezien het voorstel (PS ) van Gedeputeerde Staten over het gebruik van de dienstauto, d.d. 8 januari 2013, zaaknummer BESLUITEN 1. Artikel 9.3 van de Gedragscode bestuurlijke integriteit Commissaris van de Koningin en Gedeputeerden als volgt te laten luiden: 9.3 Een bestuurder kan voor reizen ten behoeve van de provincie gebruikmaken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de provincie ingehuurde auto. Artikel 9.4, 9.5 en 9.6 toe te voegen aan de Gedragscode die luiden als volgt: 9.4 De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de bestuurder ook worden gebruikt voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de bestuurder vervult uit hoofde van zijn ambt. 9.5 De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de Commissaris van de Koningin ook worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling. 9.6 De gedeputeerden kunnen gebruikmaken van de dienstauto met of zonder chauffeur voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling indien: a de reizen zoals bedoeld in artikel 9.3 en 9.4 bij de woning beginnen of eindigen; b sprake is van bijzondere gevallen, met dien verstande dat hiervan, zo mogelijk vooraf melding wordt gemaakt in het college van Gedeputeerde Staten. 2. Artikel 23 lid 1, lid 2 en lid 5 van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, Staten- en commissieleden 2007 als volgt te laten luiden: 23 lid 1 Een gedeputeerde kan voor reizen ten behoeve van de provincie gebruikmaken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de provincie ingehuurde auto. De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de gedeputeerde ook worden gebruikt voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de gedeputeerde vervult uit hoofde van zijn ambt. 23 lid 2 De gedeputeerden kunnen gebruikmaken van de dienstauto met of zonder chauffeur voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling: a. Indien de reizen ten behoeve van de provincie zoals bedoeld in het eerst lid bij de woning beginnen of eindigen, of b. Indien sprake is van bijzondere gevallen. Met dien verstande dat, zo mogelijk vooraf melding wordt gemaakt in het college van Gedeputeerde Staten. 167

168 PS ontwerpbesluit Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling 23 lid 5 Indien de gedeputeerde voor reizen ten behoeve van in het eerste lid bedoelde nevenfuncties gebruikmaakt van de provinciale dienstauto en daarvoor van een derde ook een vergoeding van reiskosten ontvangt, wordt die vergoeding in de provinciale kas gestort. Arnhem, 19 februari zaaknummer Provinciale Staten van Gelderland voorzitter griffier 2 168

169 PS statenvoorstel Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling Provinciale Staten Voorstel aan Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting van inhoud voorstel: In uw vergadering van 19 december 2012 hebben uw Staten een interpellatiedebat gevoerd naar aanleiding van het aftreden van de heer Verdaas. In dit Statenvoorstel doen wij een voorstel voor de aanpassing van de regels betreffende het gebruik van de dienstauto om de verschillende regelingen (Verordening en Gedragscode) met elkaar in lijn te brengen. Daarnaast stellen wij voor geen gebruik meer te maken van de fiscale compensatieregeling, in eerste instantie voor de periode van een jaar. ===== Aan de leden van Provinciale Staten In uw vergadering van 19 december 2012 hebben uw Staten een interpellatiedebat gevoerd naar aanleiding van het aftreden van de heer Verdaas. Wij hebben uw Staten toegezegd terug te komen op de volgende onderwerpen: 1. Aanpassing regelingen betreffende het gebruik van de dienstauto om de verschillende regelgevingen die hierop van toepassing zijn (Verordening en Gedragscode) met elkaar in lijn te brengen en om de Gedragscode in lijn te brengen met de huidige praktijk inzake het vervoer van de CdK. 2. De fiscale compensatieregeling dienstauto's CdK en gedeputeerden. De Verordening rechtspositie gedeputeerden, Staten en commissieleden (2007) - in lijn met de in IPO-verband ontwikkelde standaard - staat het gebruik van dienstauto s voor woon-werkverkeer toe. Wij hebben ons, net zoals voorgaande college s op het standpunt gesteld dat de inzet van dienstauto s beperkt dient te zijn. Het college heeft het gebruik van de dienstauto voor het woonwerkverkeer zelf ingeperkt door woon-werkverkeer alleen toe te staan bij zakelijke afspraken die thuis beginnen of eindigen. Dit is praktisch niet altijd makkelijk uitvoerbaar, gezien de overvolle agenda s die vaak nauw aansluiten bij afspraken die buiten de regeling vallen. Ad 1 Met uw Staten is meerdere keren gesproken over aanpassing van de regelingen voor het gebruik van de dienstauto. Er bestaan discrepanties tussen de door uw Staten vastgestelde Gedragscode (2002) en de door uw Staten vastgestelde Verordening rechtspositie gedeputeerden, Staten- en commissieleden (2007). De Verordening geldt niet voor de CdK. Voor de CdK geldt enkel het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koningin en de Gedragscode. Inlichtingen bij mw. H.H. Wittenhorst, tel. (026) adres: post@gelderland.nl 169

170 PS statenvoorstel Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling Wij stellen voor de regelingen, Verordening en Gedragscode, zo aan te passen dat de huidige praktijk wordt vastgelegd. Dit betekent dat gedeputeerden alleen gebruikmaken van de dienstauto voor woon-werkverkeer bij zakelijke afspraken die vanaf het woonadres beginnen of eindigen of in bijzondere gevallen en de CdK gebruik kan maken van de dienstauto voor woonwerkverkeer. Wij stellen uw Staten voor om artikel 9.3 van de Gedragscode als volgt gewijzigd vast te stellen en een nieuw artikel 9.4, 9.5 en 9.6 toe te voegen: 9.3 Een bestuurder kan voor reizen ten behoeve van de provincie gebruikmaken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de provincie ingehuurde auto. 9.4 De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de bestuurder ook worden gebruikt voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de bestuurder vervult uit hoofde van zijn ambt. 9.5 De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de Commissaris van de Koningin ook worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling. 9.6 De gedeputeerden kunnen gebruikmaken van de dienstauto met of zonder chauffeur voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling indien: a de reizen zoals bedoeld in artikel 9.3 en 9.4 bij de woning beginnen of eindigen; b sprake is van bijzondere gevallen, met dien verstande dat hiervan, zo mogelijk vooraf melding wordt gemaakt in het College van Gedeputeerde Staten. Om de verordening, voor zover het de gedeputeerden betreft, gelijkluidend te laten zijn aan de Gedragscode, stellen wij uw Staten voor om artikel 23, eerste, tweede en vijfde lid als volgt aan te passen: 1. Een gedeputeerde kan voor reizen ten behoeve van de provincie gebruikmaken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de provincie ingehuurde auto. De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de gedeputeerde ook worden gebruikt voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de gedeputeerde vervult uit hoofde van zijn ambt. 2. De gedeputeerden kunnen gebruikmaken van de dienstauto met of zonder chauffeur voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling: a. Indien de reizen ten behoeve van de provincie zoals bedoeld in het eerst lid bij de woning beginnen of eindigen, of b. Indien sprake is van bijzondere gevallen. Met dien verstande dat, zo mogelijk vooraf melding wordt gemaakt in het college van Gedeputeerde Staten. In het vijfde lid dient het tweede lid te worden vervangen door het eerste lid. Onder bijzondere gevallen verstaat het college bijvoorbeeld een tijdelijke of permanente fysieke beperking, een korte termijn, niet te voorziene, wijziging van de agenda of een zeer late beëindiging van een vergadering op het HdP. Tot slot is door uw Staten op 19 december 2012 gevraagd naar de mogelijkheid van een vaste vergoeding voor woon-werkverkeer. Dit hebben wij onderzocht. Het is echter niet mogelijk omdat voor vergoeding van woon-werkverkeer de Rijksregeling Rechtspositiebesluit gedeputeerden van toepassing is. Uit de regeling kan worden opgemaakt dat het moet gaan om daadwerkelijk gemaakte kosten van het gebruikmaken van het openbaar vervoer of de kosten per gereden kilometer

171 PS statenvoorstel Regels gebruik dienstauto en fiscale regeling Ad 2 Bij de regeling doen zich dilemma s voor bij de praktische uitvoerbaarheid, gezien de overvolle agenda s die vaak nauw aansluiten bij afspraken die buiten de regelingen vallen. Stel een lid van het college woont in Apeldoorn en heeft aan het eind van de dag een dienstreis die eindigt in Doetinchem. Aansluitend heeft de betreffende bestuurder een partijbijeenkomst in Deventer. Hij/zij kan zich dan conform de regelgeving met de dienstauto wel naar huis laten brengen, maar niet naar Deventer. In de praktijk zijn in het verleden zakelijke ritten wel eens gecombineerd met aansluitende afspraken voor bijvoorbeeld partijbijeenkomsten. Om te voorkomen dat een fiscale bijtelling plaatsvindt, wordt door de provincie Gelderland dit fiscale risico jaarlijks afgekocht en wordt gebruikgemaakt van het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 29 januari 2009 inzake wijziging van het Rechtspositiebesluit van Commissarissen van de Koningin en Gedeputeerden inzake dienstauto's. Voor deze compensatieregeling is in de Begroting een structureel budget beschikbaar van ,-. Hierbij wordt de mogelijkheid geboden de bijtelling die ontstaat als gevolg van eventueel nietfunctiegebonden gebruik van de dienstauto door de provincie te compenseren bij zowel de Commissaris van de Koningin als Gedeputeerden. Wij hebben hiermee, met goedkeuring van uw Staten, de praktijk van een groot aantal provincies gevolgd. Met uw Staten is meerdere keren gesproken over verlaging van, dan wel geen gebruik meer te maken van de compensatieregeling voor het gebruik van de dienstauto. Wij stellen voor, in eerste instantie voor de periode van een jaar, met ingang van 1 januari 2013 geen gebruik meer te maken van de compensatieregeling. De consequentie van dit besluit is dat, als door leden van het college meer dan 500 niet-zakelijke kilometers met de dienstauto worden gereden, een fiscale bijtelling en eventueel een boete van de fiscus volgt voor het desbetreffende collegelid. Gegeven deze persoonlijke risico s voor de bestuurders wordt gekozen voor een proefperiode van een jaar om te bezien of de afspraak uitvoerbaar en haalbaar is. Ten behoeve van een goede controle wordt een sluitende rittenadministratie bijgehouden. Overigens overweegt Staatssecretaris Weekers een gestaffelde bijtelling in te voeren, omdat dit meer rechtvaardig zou zijn. Dit zou het risico voor de bestuurders kunnen verlagen. Wij geven u in overweging te besluiten overeenkomstig bijgaand ontwerpbesluit. Arnhem, 19 februari zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris

172 PS voorblad Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen PS Agendering (advies Griffie) Commissie AFW 6 maart 2013 Provinciale Staten Behandelwijze X Kaderstellen Controleren Adviseren PS (door commissie) Vaststellen (door PS) Overleg-/ beslispunten Context Opmerkingen Griffie In deze fase is door uw Staten nog aan te geven waar in de onderhandelingen door GS accenten gelegd zouden moeten worden. De notitie beschrijft de verschillende EU-programma s, het proces, de rol van de provincie c.q. uw Staten en de planning en de keuzes die moeten worden gemaakt. D66 heeft in februari een agendaverzoek ingediend naar aanleiding van deze notitie. Het agendaverzoek is hierna bijgevoegd. Openbare samenvatting van GS Meer informatie Mw. S.A.M. Pancras s.pancras@gelderland.nl GS-besluit: 29-1 /Ontvangen door Griffie: 29-1 /Geplaatst op SIS:

173 PS agendaverzoek D66 Europese programma s Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies Griffie) Overleg-/ beslispunten Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen PS Commissie AFW Momenteel worden de voorbereidingen voor deelname aan de EUprogramma s EFRP, Interreg en POP voor de periode voorbereidt. De notitie PS geeft een overzicht van de Europese programma s, de Europese kaders en de inzet van Gelderland. In de notitie staat dat bij de totstandkoming van de programma s PS op verschillende momenten zullen worden geïnformeerd. Op pagina 7 schrijft GS dat in deze fase PS nog kan aangeven waar door de provincie accenten gelegd moeten worden. D66 heeft de volgende vragen: Kan de Gedeputeerde aangeven wat in deze fase in tijd betekent, d.w.z in hoeverre en wanneer PS de kaders kan (bij)stellen? Kan GS aangeven wat de besluitvormende momenten zijn voor PS? Is het zinvol om een zgn Europamarkt voor PS te organiseren, zoals eerder voor GS is georganiseerd? Context Opmerkingen Griffie Meer informatie Ontvangen door Griffie: 4-2 /Geplaatst op SIS:

174 Statennotitie - PS notitie Aanpak voorbereiding regionale programma s... Aan de leden van Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting Statennotitie: Voor de EU-periode worden op dit moment voorbereidingen getroffen om te komen tot EU-programma s POP, EFRO en INTERREG. Deze programma s worden gemaakt in gezamenlijkheid met andere overheden. Afhankelijk van het specifieke programma gaat het hier om bijvoorbeeld Overijssel, het Ministerie van Economische Zaken, de in het IPO samenwerkende provincies, Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen, de euregio s en dergelijke. Ten behoeve van de totstandkoming van deze programma s moeten de komende tijd in samenwerking met deze overheden diverse besluiten worden genomen. Wij beseffen dat de uitvoering van deze EU-programma s, inclusief de beschikbaarstelling van daarvoor benodigde financiële bijdragen, grotendeels in de volgende Statenperiode zal plaatsvinden, maar het is nu wel onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om in de huidige Statenperiode goede, robuuste EU-programma s te maken. Wij willen dit doen op basis van de huidige afspraken binnen de kaders van het huidige coalitieakkoord. De uitkomst van de besprekingen vindt zijn neerslag in Operationele Programma s. Vaststelling van de Operationele Programma s EFRO en POP geschiedt formeel door de Minister van Economische Zaken en voor Interreg A door het Land Nordrhein-Westfalen. Deze vaststelling is voor POP, EFRO en Interreg A voorzien rond de zomer 2013, afhankelijk van de besluitvorming over het Meerjarig Financieel Kader voor de Europese Unie. = = = = = Aan de leden van Provinciale Staten 1 Inleiding In 2014 start een nieuwe periode voor de Europese fondsen ( ). De programmatische invulling van de Europese programma's heeft een inhoudelijke en financiële relatie met de uitvoering van verschillende provinciale programma's. Ook andere (regionale) partners zullen proberen met deze Europese middelen hun ambities te realiseren. Deze notitie is bedoeld om u te informeren over het proces om te komen tot de Operationele Programma s EFRO (Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling), POP (Plattelandsontwikkelingsprogramma) en Interreg, overeenkomstig onze toezegging aan uw Staten. De notitie beschrijft de verschillende EU-programma s, het proces, de rol van de provincie c.q. uw Staten en de planning en de keuzes die daarin gemaakt moeten gaan worden. Wij richten ons hierbij in deze notitie op de Europese programma s waar de provincie zelf een rol heeft in de programmering, te weten: Inlichtingen bij mw. S.A.M. Pancras, tel. (026) adres: post@gelderland.nl 174

175 Statennotitie - PS notitie Aanpak voorbereiding regionale programma s... 1 Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling (EFRO, het huidige GO-programma). 2 Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP/Leader). 3 Interreg A (samenwerking van de Nederlandse grensstreek met het aangrenzende Nordrhein-Westfalen en met Niedersachsen) Programma s waarin de provincie geen betekenisvolle rol heeft in de programmering, zoals het Europees Sociaal Fonds (ESF), Interreg B en C en thematische fondsen als het onderzoeksprogramma Horizon 2020, laten wij in deze notitie buiten beschouwing. Deze fondsen zijn ook van belang voor Gelderland, maar vooral in de fase van uitvoering. Wij kunnen in die fase proberen projecten vanuit deze fondsen gefinancierd te krijgen. Wij zullen de wijze waarop we het Gelders bedrijfsleven willen ondersteunen in hun internationale ambitie, beschrijven in de Statennotitie 'Internationalisering Gelderse Economie', welke u dit voorjaar zal worden aangeboden. 2 Ervaringen met Europese programma s Al sinds de jaren 90 van de vorige eeuw is Gelderland betrokken bij de programmering en uitvoering van Europese programma s. Door de jaren heen zijn aansprekende resultaten behaald die geleid hebben tot een sterkere regionale ontwikkeling. In de praktijk is gebleken dat de Europese fondsen functioneren als vliegwiel voor regionale publieke en private investeringen. In de huidige programmaperiode ( ) zijn door de inzet van Europese middelen en door intensieve samenwerking met partners en partijen in de provincie, onderstaande impulsen gegeven aan de regionale ontwikkeling. EFRO Europese middelen Gelderse middelen Middelen van anderen Totale projectomvang EFRO 64,0 23,0 113,9 200,9 Door de inzet van EFRO zijn o.a. meer dan 2300 arbeidsplaatsen gerealiseerd, meer dan 171 projecten in het kader van EFRO uitgevoerd (waaronder ruim 100 projecten op het gebied van Research & Development) en is voor bijna 26 miljoen aan vervolginvesteringen geïnitieerd. POP Europese middelen Gelderse middelen Middelen van anderen Totale projectomvang POP 28,0 23,7 11,3 63,0 Voor POP zijn 125 projecten gerealiseerd rond landinrichting (met als resultaat ruim 32 duizend ha. landbouwstructuurverbetering), agrarisch natuurbeheer, toerisme en recreatie, verbreding landbouw en LEADER-projecten (bottom-up plattelandsontwikkeling)

176 Statennotitie - PS notitie Aanpak voorbereiding regionale programma s... INTERREG Interreg A Nl-D (projecten met Gelderse betrokkenheid) Europese middelen Gelderse middelen Middelen van anderen Totale projectomvang 87,4 7,1 101,5 196 In het kader van INTERREG zijn tot nu toe meer dan 100 projecten goedgekeurd. In ruim 50 projecten speelt Gelderland een rol. De indicatoren in het programma laten zien dat (in het programmagebied als geheel) banen gecreëerd en gegarandeerd worden (meer dan 1500 banen in de periode ), de internationale samenwerking versterkt wordt (meer dan 150 grensoverschrijdende opgebouwde netwerken en clusters) en dat duurzame ontwikkeling langs de grens bevorderd wordt. Binnen de huidige Europese programma s is nog beperkte bestedingsruimte voor nieuwe projecten. 3 Europese kaders Europa2020 en Position Paper Europa2020 is de groeistrategie van de EU voor de komende jaren. De EU heeft daarin vijf doelstellingen vastgesteld (voor werkgelegenheid, innovatie, onderwijs, sociale samenhang en klimaat/energie) die zij tegen 2020 wil bereiken. In een concept EU-verordening schrijft de EU dat de Europese programma s zich in relatie daarmee moeten richten op drie groeiscenario s: a slimme groei (kennis en innovatie); b duurzame groei (klimaat & energie, grondstofreductie); c inclusieve groei (werkgelegenheid en sociale cohesie). Deze drie speerpunten zijn weer onderverdeeld in de volgende elf thema s: Slimme groei: 1 Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie; 2 Verbetering van de toegang tot en het gebruik en de kwaliteit van ICT; 3 Verbetering van het concurrentievermogen van het MKB. Duurzame groei: 4 Steun voor de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken; 5 Bevordering van de aanpassing van de klimaatverandering, risicopreventie en risicobeheer; 6 Bescherming van het milieu en bevordering van efficiënte omgang met hulpbronnen; 7 Bevordering van duurzaam vervoer en opheffing van knelpunten in centrale netwerkinfrastructuren. Inclusieve groei: 8 Bevordering van werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit; 9 Bevordering van sociale insluiting en bestrijding van armoede; 10 Investering in onderwijs, vaardigheden en een leven lang leren; 11 Verbetering van de institutionele capaciteit en een efficiënt openbaar bestuur

177 Statennotitie - PS notitie Aanpak voorbereiding regionale programma s... In haar 'Position Paper' aan de Nederlandse regering heeft de Commissie vervolgens haar visie gegeven op de manier waarop Nederland de economische uitdagingen aangaat. Voor de inzet van Europese fondsen in Nederland in de periode legt de Europese Commissie de nadruk op innovatie en duurzaamheid. Volgens de Europese Commissie moet Nederland zich richten op een innovatievriendelijk bedrijfsmilieu (innovatie), verhoging van de arbeidsmarktparticipatie door meer werkgelegenheid en sociale inclusie en een milieuvriendelijke en grondstofefficiënte economie, met daarbij meer nadruk op een koolstofarme economie. Meerjarig Financieel Kader De EU kent budgetperiodes van zeven jaar. Globaal éénderde van de begroting gaat naar regionaal beleid (structuurfondsen), éénderde naar landbouw en de rest naar overige beleidsterreinen. Volgens de voorstellen van de Europese Commissie blijft het totale budget voor de periode ongeveer gelijk ( 150 miljard per jaar; ter vergelijking: Nederland heeft een jaarlijkse begroting van 225 miljard). De onderhandelingen voor de budgetperiode zijn nog in volle gang. EU-fondsen Een aanzienlijk deel van de uitgaven van de Europese Unie is bestemd voor subsidieregelingen. De middelen kunnen in beheer komen bij nationale of regionale autoriteiten, zoals bij het gemeenschappelijk landbouwbeleid (POP) en het regionaal beleid (ESF, EFRO, Interreg). Daarnaast verleent de Europese Commissie rechtstreeks subsidies aan bijvoorbeeld universiteiten, bedrijven, belangengroepen en niet-gouvernementele organisaties in programma s als 'Horizon202'. Zoals aangegeven beperkt deze notitie zich tot de fondsen waarvan de totstandkoming van de operationele programma s een (mede)verantwoordelijkheid is van de provincie. EFRO/Interreg Het EFRO-fonds is bedoeld om de belangrijkste economische onevenwichtigheden tussen de Europese regio s terug te dringen. EFRO valt voor ons weer uiteen in twee onderdelen: regionale ontwikkeling (het regionale EFRO-programma, voor Oost-Nederland in de huidige periode: GO) en grensoverschrijdende samenwerking (Interreg A Duitsland-Nederland). Met betrekking tot regionale ontwikkeling geeft de conceptverordening aan dat de middelen uit het EFRO ingezet mogen worden voor bovenstaande elf thema s. Minimaal 80% hiervan (op lidstaatniveau) moet worden geïnvesteerd in de thema s 1, 3 en 4. Minimaal 20% van het budget dient besteed te worden aan thema 4 (koolstofarme economie) in de vorm van uitrol van energiebesparing en hernieuwbare energie. Hiernaast moet minimaal 5% van de Europese middelen geïnvesteerd worden in duurzame stedelijke ontwikkeling. Het maximale subsidiepercentage van de Europese middelen is 50%. De grensoverschrijdende samenwerking in het kader van Interreg A kent dezelfde elf hierboven genoemde thema s. Volgens de conceptverordening is er bij Interreg A geen sprake van verplichte thema s, maar mag vrij gekozen worden tot maximaal vier thema s. Bij Interreg A dient grensoverschrijdende samenwerking voorop te staan. Ook hier is het maximale subsidiepercentage van de Europese middelen 50%. GLB/POP Het Europees Landbouwbeleid bestaat uit twee pijlers: Pijler 1 (directe inkomenssteun) en Pijler 2 (plattelandsontwikkeling). De provincie heeft de (mede)verantwoordelijkheid voor het operationeel programma in het kader van Pijler 2 (POP). De concept-eu-verordening POP beschrijft zes prioriteiten met maatregelen waarin geïnvesteerd mag worden: 4 177

178 Statennotitie - PS notitie Aanpak voorbereiding regionale programma s... 1 bevordering van de kennisoverdracht en innovatie in de land- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden; 2 versterking van het concurrentievermogen van alle landbouwtypen en verbetering van de rendabiliteit van de landbouwbedrijven; 3 bevordering van de organisatie van de voedselketen en van het risicobeheer in de landbouw; 4 herstel, instandhouding en verbetering van ecosystemen die aangewezen zijn op de land- en de bosbouw; 5 bevordering van het efficiënte gebruik van hulpbronnen en steun voor de omslag naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie in de landbouw-, de voedsel en de bosbouwsector; 6 bevordering van sociale inclusie, armoedebestrijding en economische ontwikkeling in plattelandsgebieden. Voor het volgende POP is inmiddels besloten tot één programma bestaande uit vier landsdelige deelprogramma s met een Rijkskaft. Het programma wordt uitgevoerd door één centrale beheersautoriteit. Verwachte budgetten De definitieve hoogte van de budgetten voor wordt in de loop van 2013 bepaald. De huidige verwachtingen, op basis van de voorstellen van de Europese Commissie en de politieke discussie daarover zijn: - het budget voor EFRO D2 wordt lager dan in de huidige periode; - het budget voor Interreg wordt hoger dan in de huidige periode; - het budget voor POP zal gelijk blijven. 4 Mijlpalen in de ontwikkeling van de programma s Slimme Specialisatie Strategie Voor de eerste EU-prioriteit (Versterking van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling en Innovatie) vraagt de EU van ons een Slimme Specialisatie Strategie (S3). Dit document maakt onderdeel uit van de operationele programma s EFRO en POP en vormt de onderlegger voor de gemaakte keuzes t.a.v. innovatie. De S3 beschrijft de sterktes van onze regio in vergelijking met andere regio s in Nederland en Europa en is bepalend voor de inzet van Europese middelen op het thema onderzoek en innovatie. De S3 voor Landsdeel Oost wordt samen met partners en partijen in de regio ontwikkeld en via het Ministerie van EZ ter goedkeuring voorgelegd aan de Europese Commissie. Op dit moment wordt toegewerkt naar de definitieve versie van de S3. Bedrijfsleven en kennisinstellingen zijn hiervoor actief geconsulteerd. Op basis van de eerste concepten zijn er in Oost-Nederland vier sectoren waarin Oost onderscheidend is ten opzichte van andere regio s in Nederland en Europa: - Agrofood - Health - Energie en Milieutechnologie (er wordt nog gezocht naar een ook internationaal aansprekend label) - High Tech Systemen en Materialen Deze S3 zal door Gedeputeerde Staten van Overijssel en ons college worden aangeboden aan het Ministerie van Economische Zaken en ter kennisname aan u worden gestuurd

179 Statennotitie - PS notitie Aanpak voorbereiding regionale programma s... Partnerschapscontracten De EU hecht veel belang aan de samenwerking tussen verschillende overheden voor de structuurfondsen, het GLB, ESF en Visserijfonds. Dit moet worden vormgegeven in een zogenoemd Partnerschapscontract. Hierin moet worden opgenomen hoe de diverse overheden met behulp van Europese middelen de EU2020-doelstellingen gaan bereiken. Er zijn door de Europese Commissie geen eisen gesteld aan de wijze van samenwerking tussen de nationale overheid en de decentrale overheden. De EU stelt wel dat er een duidelijke synergie moet zijn tussen de verschillende programma s (inclusief programma s vanuit het Visserijfonds en ESF). Dit betekent onder andere dat twee programma s niet dezelfde maatregelen kunnen bevatten, maar aanvullend op elkaar moeten zijn. De afstemming tussen de programma s is een van de onderdelen van het Partnerschapscontract. De lidstaten zullen het contract ondertekenen. Voor de provincies en gemeenten zullen IPO en VNG dit doen. Ondertekening is voorzien in het najaar van Wij zullen het Partnerschapscontract ter kennisneming aan u toezenden. Operationele programma s Het Operationeel Programma (OP) vormt de basis om met een projectaanvraag voor een bijdrage uit een EU-fonds in aanmerking te kunnen komen. In het OP staan de doelstellingen van het programma beschreven en ook de beoogde maatregelen (inclusief indicatoren), een financiële tabel (met de bijdrage van EU, bedrijfsleven en andere overheden) en de organisatie van het programma (Comité van Toezicht, stuurgroep etc). De vereisten die worden gesteld aan deze programma s staan in diverse EU-verordeningen. De programma s EFRO, Interreg A en POP (inclusief de financiële bijdrage) zullen voorafgaand aan de definitieve vaststelling aan u worden voorgelegd. Besluitvorming hierover door het Ministerie van EZ (c.q. het Land Nordrhein-Westfalen) is voorzien rond de zomer van 2013 ten behoeve van goedkeuring door EU in december 2013 en de start van de programma s op 1 januari Een en ander is wel afhankelijk van overeenstemming over het Meerjarig Financieel Kader voor de Europese Unie. De financiële bijdrage die wij als provincie willen leveren aan de uitvoering van deze programma s staat formeel los van de vaststelling van de inhoud van de programma s. Synergie tussen programma, provinciale doelen en provinciale middelen vereenvoudigt de uitvoering echter in hoge mate. De financiële ruimte voor provinciale bijdragen zal (jaarlijks) in de begroting moeten worden opgenomen. Programmaspecifieke besluitvorming De individuele programma s kennen naast het OP ook nog een aantal programmaspecifieke besluiten, vooral om de samenwerking tussen landsdelen en ministeries of tussen partners uit Duitsland en Nederland te bekrachtigen. Voorbeeld hiervan is het samenwerkingsconvenant EFRO. De Managementautoriteit (voor Oost-Nederland is dat de provincie Gelderland) zal dit convenant namens het landsdeel Oost ondertekenen. Waarschijnlijk zullen ook voor INTERREG en POP dergelijke convenanten worden opgesteld. 5 Inzet van Gelderland Wij beseffen dat de uitvoering van bovengenoemde EU-programma s inclusief de beschikbaarstelling van daarvoor benodigde financiële bijdragen grotendeels in de volgende Statenperiode zal gaan plaatsvinden. Het is echter onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om in de huidige periode goede en robuuste EU-programma s te maken. Wij willen dit doen op basis van de huidige afspraken binnen de kaders van het huidige coalitieakkoord. De EU-fondsen en programma s kunnen helpen om de speerpunten uit het coalitieakkoord, zoals het stimuleren van de Gelderse economie, het bevorderen van innovatie en werkgelegenheid en de ontwikkeling van het landelijk gebied te verwezenlijken

180 Statennotitie - PS notitie Aanpak voorbereiding regionale programma s... De meer specifieke kaders staan in diverse programma s, zoals de Prioritaire programma s Topsectoren en Energietransitie, het Basisprogramma Economie (waaronder Landbouw) en het programma Buiten Gewoon Groen. In juli 2012 hebben wij samen met het College van Gedeputeerde Staten van Overijssel een 'Houtskoolschets EFRO-POP' vastgesteld. Deze houtskoolschets beschrijft de eerste gedachten over de inzet van Oost-Nederland bij de opzet van Europese programma s voor de periode In de bijlage treft u deze houtskoolschets aan. De totstandkoming van een operationeel programma is het resultaat van een complex (inter)bestuurlijk proces. Hoe verder in het proces, hoe minder ruimte er is om nog fundamentele wijzigingen in het programma aan te brengen. In deze fase is door uw Staten nog aan te geven waar in de onderhandelingen door ons accenten gelegd zouden moeten worden. Het operationeel programma dat als uitkomst van dit proces t.z.t. aan u wordt voorgelegd en door 'Den Haag' c.q. 'Düsseldorf' in Brussel ingediend moet worden, moet in die fase feitelijk als een gegeven worden beschouwd. Het Interreg A programma Nederland-Duitsland voor de periode richtte zich op economie en innovatie, energie en duurzaamheid en grensoverschrijdende maatschappelijke samenhang. In de volgende periode zal ook hier aangesloten moeten worden bij de prioriteiten vanuit het Europese EU2020-beleid. Nordrhein-Westfalen is als beheersautoriteit van dit programma in gesprek met Duitse en Nederlandse partners om tot een breed gedragen programma te komen. Daarvoor laat het Land NRW momenteel een sterkte-zwakteanalyse uitvoeren, die de basis moet vormen voor een inhoudelijke discussie en onderhandelingen over de voor het programma te kiezen prioriteiten. Eerst op basis van de resultaten van deze strategische analyse zullen wij ons kunnen uitspreken over de Gelderse prioriteiten voor dit grensoverschrijdend programma. Bijzondere aandacht verdient daarnaast de vereenvoudiging van de financiëel-administratieve lasten voor de de projectaanvragers. Over de ontwikkeling en uitvoering van het Interreg-programma zal, gelet op het strategische belang van de Duits- Nederlandse samenwerking, op ons verzoek bestuurlijk overleg gevoerd worden met Nordrhein- Westfalen. Overige inzet Naast inhoudelijke inzet streven wij ook naar het verlichten van administratieve lasten, het verbeteren van toegankelijkheid van de regelingen voor het MKB en het optimaal gebruiken van beschikbare financieringsinstrumenten, bijvoorbeeld revolving funds. Wij willen de huidige uitvoeringsstructuur (landsdelige Managementautoriteiten, Interreg via NRW met de euregio s als uitvoeringsorganisaties) niet wezenlijk veranderen. Onze inzet is nog steeds om de verantwoordelijkheid voor het Operationeel Programma EFRO bij de huidige Management Autoriteit landsdeel Oost te laten liggen. Deze werkwijze heeft zich bewezen, wat onder andere blijkt uit het feit dat MA-landsdeel Oost de hoogste score heeft behaald voor de systeem/it-audit door de Rijksauditdienst. Voor de hier besproken Europese fondsen wordt door de EU cofinanciering geëist (dit geldt alleen niet voor de eerste pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid). De cofinanciering zal moeten komen van het bedrijfsleven, van andere overheden (rijk, provincies, gemeenten, waterschappen) en van andere partijen (kennisinstellingen, corporaties, stichtingen etc.). Wie voor subsidiëring in aanmerking komt en wie daarmee de cofinanciering zou kunnen leveren, is afhankelijk van de uiteindelijke keuzes in de programma s. De beschikbaarstelling van een Gelderse financiële bijdrage zal plaats moeten vinden in kader van de (jaarlijkse) discussie over de Gelderse beleidsbegroting. Wij verwachten dat in het bijzonder het volgende College van Gedeputeerde Staten daadwerkelijk aan het stuur zit om middels het cofinancieren van projecten uitvoering te geven aan de programma s, hierbij gebruikmakend van de middelen die daarvoor in de volgende Statenperiode beschikbaar zouden kunnen worden gesteld

181 Statennotitie - PS notitie Aanpak voorbereiding regionale programma s... 6 Vervolg Planning en vervolg van het proces zijn sterk ahankelijk van de besluitvorming op Europees en nationaal niveau. De onzekerheden op dat gebied hebben wij u hiervoor al genoemd. Uitstel van besluitvorming op Europees en nationaal niveau, leidt tot vertraging van de uitvoering. De provinciale invloed hierop is zeer beperkt. De uitwerking van de Europese kaders voor het EFRO- en POP-programma vindt samen met provincie Overijssel plaats (landsdeel Oost). Op basis van de kaders uit Brussel stelt landsdeel Oost in overleg met diverse partners en stakeholders de Operationele Programma s op. Voor de uitwerking van het Interreg A programma werken wij samen met zeven Nederlandse grensprovincies, het Ministerie van Economische Zaken en Duitse partners uit Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen. Het resultaat van onze inzet zullen wij door middel van Operationele programma s aan u voorleggen. Op dit moment is dit voorzien rond de zomer Arnhem, 29 januari zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland ing. J. Markink - plv. Commissris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris bijlage: houtskoolschets EFRO-POP Oost-Nederland 8 181

182 PS bijlage Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen Houtskoolschets EFRO-POP Oost-Nederland, 11 juni 2012 Inleiding Als voorbereiding op de nieuwe periode Europese fondsen zijn in een bestuurlijk overleg, tussen Staatsecretaris Bleker en een afvaardiging van decentrale bestuurders, afspraken gemaakt over het te volgen proces. Onderdeel van deze afspraak is de opstelling van een houtskoolschets die de eerste gedachten over de nieuwe Europese programma s beschrijft. Deze houtskoolschets beschrijft de inzet van Oost-Nederland op de Europese programma s EFRO en POP. In verschillende overleggen is gesproken over de inhoud en het format voor deze houtskoolschets. Afgesproken is een bulletsgewijze opstelling van 2 à 3 A4tjes dat de onderstaande thema s behandelt: Resultaten/stand van zaken S3 Synergie Betrokkenheid steden Inhoudelijke keuzes De provincies in Oost-Nederland willen de uitvoering van de Europese programma s in het teken zetten van de doelen van de EU2020 strategie. Oost-Nederland gaat bij de nieuwe Europese programma s uit van de volgende uitgangspunten: keuzes zijn gebaseerd op Europees, nationaal en provinciaal beleid; focus en thematische inzet van middelen waarbij de doelen aansluiten bij de coalitieakkoorden, rijksprioriteiten en EU2020; decentraal programma en regionale regie; optimale afstemming en samenhang tussen de structuurfondsen door deze op schaal van de regio in te vullen; streven naar minimale administratieve lasten; optimaal gebruik van beschikbare financieringsinstrumenten zoals achtergestelde leningen, participaties, revolving funds, etc. De achterliggende doelen van de structuurfondsen passen naadloos bij deze ambitie van Oost- Nederland. De fondsen zijn voor Oost-Nederland dan ook van essentieel belang om de regionale economie toekomstbestendig en internationaal concurrerend te maken en te behouden. Dit realiseren wij in Oost- Nederland via meerdere sporen die nauw aansluiten op de Europa2020 doelen en de thema s van het EFRO programma en de zes prioriteiten die de Europese Commissie heeft voorgesteld voor POP/ELFPO. 1. We excelleren in onze Oost-Nederlandse topsectoren en we hebben speciale aandacht voor innovatie in de voor Oost-Nederland belangrijke bedrijfssectoren. Dit betekent dat we de innovatie stimuleren in onze topsectoren AgroFood, Health, High Tech Systemen en Materialen en de in opkomst zijn de Energie en MilieuTechnologie. Deze laatste sector onderscheidt zich onder meer op het gebied van de biobased economy met de Wageningen Universiteit als sterke kennisbasis van Oost-Nederland en daar buiten. Naast deze vier topsectoren zijn er in Oost- Nederland meerdere bedrijfstakken met grote potenties om hun markpositie te vergroten. De regionaal sterke maakindustrie in het bijzonder levert een essentiële bijdrage aan de verdere versterking van de topsectoren. Daarnaast zijn ook de andere regionaal sterke sectoren zoals de logistieke sector, de agrarische sector en de creatieve sector van belang. Juist deze combinatie van regionaal sterke sectoren en de vier topsectoren in onze regio geeft een extra impuls aan de innovatie. Daarom ligt onze focus op de verbinding tussen de regionaal sterke sectoren met de topsectoren van Oost-Nederland. Daarnaast willen wij nauw samenwerken met onder meer landsdeel Zuid en provincie Noord-Brabant in het bijzonder en grensoverschrijdend met Nordrhein- Westfalen. Door de cross-overs over de landsdelen, maar ook internationaal, te bevorderen en gebruik te maken van elkaars kennis kunnen we de kracht van onze regio s verder versterken. Zo kunnen we bijvoorbeeld de Red Med Tech Highway verder uitbouwen. 2. Wij zetten in op het MKB als apart thema, omdat het MKB dé banenmotor van de economie is. Ondernemerschap is cruciaal voor de veerkracht van de regionale economie en voor noodzakelijke vernieuwing van producten en diensten. Daarom zetten we in op meer en betere starters. Ook zetten we in op internationalisering en nieuwe bedrijfsmodellen. Dit geven we vorm door bijvoorbeeld het ondersteunen van projectontwikkeling en het inzetten op succesvolle coachingsprogramma s om de competenties en vaardigheden van starters en doorstarters te verbeteren. Het gaat hierom om collectieve faciliteiten en activiteiten voor brede groepen. 3. In Oost-Nederland werken we aan een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening en verminderde afhankelijkheid van het buitenland, met bijbehorende economische innovatie en groei. Wij willen de biobased economy laten floreren. Wij dragen bij aan de 20% energiebesparing in 2020, aan 14% hernieuwbare energie. Dit doen wij door een combinatie van innovatie (via de EMT sector), meters voorbereiden (ondersteuning van kansrijke marktintroducties) en meters maken (uitrol van kostenefficiënte projecten). Onder meters maken en voorbereiden ligt onze focus op grootschalige 182

183 PS bijlage Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen energiebesparing bij de bestaande woningbouw en het bedrijfsleven. Daarnaast willen wij de regionale productie van hernieuwbare energie bevorderen, bijvoorbeeld door het opzetten van regionale duurzame energiebedrijven of het stimuleren van de productie van biogas bij agrarische bedrijven. Warmte-koude-opslag, verbranding van biomassa en windenergie hebben naast het stimuleren van zonneenergie onze speciale aandacht. 4. Oost-Nederland heeft een hoogwaardig platteland. Een grote diversiteit aan (agrarische) cultuurlandschappen en belangrijke natuurgebieden. Veel natuurgebieden hebben de status Natura De centrale opgave is om de natuurkwaliteit te verbeteren, de biodiversiteit te vergroten en de specifieke landschapstypen te behouden in combinatie met een economisch concurrerende (veelal verweven) duurzame landbouw. Voor de landbouwbedrijven zijn de uitdagingen om emissies te reduceren, de groene kringloop te sluiten, duurzame energie op te wekken en bij te dragen aan een biobased economy. Innovatie is daartoe noodzakelijk. Er dienen verbindingen te worden gelegd om de ketenontwikkeling van kennis, kunde en kassa te versnellen. 5. Een aantrekkelijk vestigingsklimaat met voldoende voorzieningen voor bedrijven en werknemers is een essentiële randvoorwaarde om bedrijven aan te trekken en te behouden. Hierbij gaat het om fysieke maar ook om de digitale infrastructuur en een aantrekkelijke woon- en werkomgeving. Daarnaast hebben we ook oog voor de randvoorwaarden die nodig zijn voor internationalisering. Slimme Specialisatie Strategie In het najaar 2011 hebben de provincies Gelderland en Overijssel het bureau ERAC opdracht gegeven een Smart Specialisatie Strategie (S3) op te stellen. Deze strategie is een verplichte conditionaliteit indien geïnvesteerd wordt in het thema innovatie van de Europese verordeningen. Een belangrijke stap om te komen tot een S3 is het betrekken van een grote hoeveelheid stakeholders in de regio. Daarbij is het van belang om te benadrukken dat het niet alleen gericht moet zijn op de slimme specialisatie sec, maar ook een visie is op de toekomst van de regio. In Oost-Nederland is ter onderbouwing van de provinciale beleidsnota s op provinciaal niveau een uitgebreide consultatie onder bedrijven en kennisinstellingen gehouden. Deze waren mede bepalend voor onze S3. Aanvullend hebben wij voor de opstelling van de S3 diverse organisaties uitgenodigd ons te adviseren. Hierbij gaat het om de kennisinstellingen (Radboud Universiteit, Wageningen UR, Universiteit Twente), de Valleybureaus (Food Valley, Health Valley) en Stichting Kiemt. Daarnaast hebben de regionale SER Gelderland, NV Oost en Syntens, en de steden ons geadviseerd. Deze speerpunten sluiten in belangrijke mate aan bij de uitdagingen zoals geformuleerd door de Europese Commissie. Bij de uitwerking van deze speerpunten heeft Oost-Nederland zich niet alleen gericht op de triple helix, maar is tevens de vraagzijde betrokken ( quadruple helix ). In het najaar van 2012 zullen definitieve keuzes met betrekking tot thema s gemaakt worden. Betrokkenheid steden In de Europese EFRO-verordening staat opgenomen dat minimaal 5% van de middelen op nationaal niveau geïnvesteerd moeten worden in duurzame stedelijke ontwikkeling via de vorm van een ITI. Op basis van de huidige gegevens zal landsdeel West via haar OP voldoen aan deze verplichting. Voor Oost-Nederland betekent dit niet dat hiermee aan de stedelijke verplichting is voldaan. Oost- Nederland hecht waarde aan de betrokkenheid van de steden. De steden in Oost-Nederland worden niet alleen gezien als een belangrijke samenwerkingspartner bij de ontwikkeling, maar ook als belangrijke partner bij de realisatie van het toekomstige Europese programma. Vandaar dat de steden in Oost-Nederland uitgenodigd zijn een propositie op te stellen ten behoeve van de Europese programma s. Landsdeel Oost geeft hiermee ruimte aan de steden om, vanuit hun eigen problematiek en wensen, met voorstellen te komen. We onderzoeken daarin verschillende mogelijkheden, variërend van een apart thema voor Duurzame Stedelijke Ontwikkeling tot het aansluiten bij de drie EFRO thema s. Wij hopen dat deze stedelijke propositie direct na de zomervakantie 2012 beschikbaar is. Synergie Gedeputeerde Staten van de provincies Gelderland en Overijssel zijn van mening dat de synergie tussen de programma s het beste bereikt wordt door het opstellen van één coherente ontwikkelings- & investeringsstrategie voor de Europese fondsen EFRO en ELFPO. Niet de doelen en mogelijkheden van de individuele geldstromen staan centraal, maar de inhoudelijke doelen die Oost-Nederland wil bereiken met haar investeringsstrategie. Door deze coherente strategie wordt voorkomen dat in individuele losstaande acties wordt geïnvesteerd, maar vindt er automatisch synergie plaats tussen de inzet van verschillende individuele fondsen. Zo is het mogelijk om innovaties op het gebied van biobased economy te stimuleren via EFRO, met daarop aansluitend de uitrol via POP te ondersteunen. Een ander mooi voorbeeld waarin EFRO en POP elkaar kunnen versterken, zijn de intiatieven om de economische explotatie van landgoederen te verbeteren en cultuurhistorische kwaliteiten te behouden door energiebesparing en productie van duurzame energie/biomassa. Ook kun je denken aan het toepassen van instrumenten die zijn ontwikkeld binnen EFRO ter stimulering van het MKB toe te passen in de agrarische sector met POP. Voor de aansluiting met Horizon 2020 zijn we in gesprek met de kennisinstellingen. Op basis van de huidige gegevens kiest Oost-Nederland voor de thema s: High Tech Systemen en Materialen AgroFood Health Energie Milieu Technologie 183

184 PS bijlage Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen Proces Zowel bij het ontwerp als de uitvoering van onze provinciale programma s zijn wij continue in gesprek met onze partners: mede-overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Op basis hiervan zijn onze provinciale programma s geschreven. Direct na de zomer worden de programma s verder ingevuld in samenspraak met onze partners op basis van onder meer hun investeringsplannen. Deze zullen meewegen in definitieve keuze van de thema s en bijbehorende investeringsprioriteiten. Onder voorbehoud van tijdige besluitvorming van de Europese Commissie over de verordeningen, het budget en het de nationale partnerschapsovereenkomst streven wij naar besluitvorming eind Ook zoeken wij verdere afstemming met de andere landsdelen om landsdeeloverstijgende projecten op eenvoudige wijze mogelijk te maken. Zo kunnen wij de ontwikkeling van de Red Med Tech Highway bijvoorbeeld verder vorm geven. Samenvattend Oost-Nederland wil aanjager zijn van kansrijke initiatieven. Het stimuleren van de werkgelegenheid is hierin leidend. Hierbij worden de Europese middelen gericht op het bijdragen aan de doelstellingen van Europe2020, doelstellingen die zich ook in de regio Oost- Nederland als noodzaak manifesteren: verhogen van het innoverende vermogen en verbeteren van de (mondiale) concurrentiepositie; komen tot oplossingen voor het omgaan met klimaatverandering (onder andere transitie naar koolstofarme economie, biobased economy); komen tot oplossingen voor gevolgen van demografische ontwikkelingen (onder andere healthy aging). Achtereenvolgens dus slimme, duurzame en inclusieve groei. Onderstaand geven wij de (voorlopige) keuze aan van thema s en investeringsprioriteiten. Op basis van overleg met onze partners zullen wij komende maanden verdere focus aanbrengen. Thema s en investeringsprioriteiten EFRO en POP Oost-Nederland Bovenstaande ambities vertalen zich in de volgende keuze van thema s en investeringsprioriteiten uit de (voorlopige) Europese kaders van de structuurfondsen EFRO en POP. De komende maanden volgt verdere programmatische uitwerking en inkadering. Slimme groei scenario Versterken van onderzoek, technologische ontwikkeling, innovatie en concurrentiekracht van het MKB 1.1 Innovatie Doel: bijdragen aan het versterken van de concurrentiepositie van de topsectoren AgroFood, HTSM (inclusief Chemie/Kunststof, met als toepassingsgebieden o.a. medische technologie, bouw, automotive, energie- en milieutechnologie, coatings, etc.), Health en EMT. a) versterken van de infrastructuur zoals open innovatiecentra, human capital en kennis- & expertisecentra; b) onderzoek en Innovatie om te komen tot nieuwe producten en diensten binnen de genoemde topsector; c) ondersteunen van technologisch en toegepast onderzoek, proefopstellingen en validatie van kennis binnen de genoemde topsectoren; d) bevorderen van de cross-overs tussen de genoemde topsectoren van Oost-Nederland onderling, én de cross-overs tussen deze domeinen en de regionaal sterke sectoren. Hiernaast ondersteuning van de samenwerking met andere sectoren die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verder versterken van de genoemde topsectoren. 1.2 Innovatie in de landbouw Doel: bijdragen aan het versterken van de concurrentiepositie van de landbouw. a) innovatie in de AgroFood sector door o.a. bevordering van kennisoverdracht; b) innovatie in de landbouw in plattelandsgebieden; c) bevorderen van de organisatie van de (voedsel) keten, o.a. door het stimuleren van nieuwe productmarkt-partnercombinaties, biobased economy, maatschappelijk verantwoord ondernemen; d) verbetering van de landbouwstructuur door herverkaveling en kavelruil. 1.3 Versterken van het concurrentievermogen van het MKB Doel: verhogen van de concurrentiekracht van het MKB. a) versterken/bevorderen van het ondernemerschap in alle sectoren door het ondersteunen van (kennisintensieve) starters, spin-off s en doorstarters ; b) ontwikkelen van nieuwe bedrijfsmodellen voor internationalisering van het MKB; c) versterken van het concurrentievermogen en verbeteren van de rentabiliteit van landbouwbedrijven. 184

185 PS bijlage Aanpak voorbereiding regionale programma s EU-fondsen Duurzame groei scenario Steun voor de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken 2.1 Koolstofarme economie Doel: bevorderen van energiebesparing en het opwekken van hernieuwbare energie. a) ondersteunen van maatregelen op het terrein van energie-efficiency in het MKB, in openbare infrastructuur en woningbouwsector; b) bevorderen van de productie, distributie en het gebruik van hernieuwbare energie. (o.a. via bioenergie); c) ondersteunen van de verduurzaming in de landbouw- en de voedselsector door de steun voor de omslag naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie. 2.2 Duurzaamheid/milieu Doel: het ondersteunen van specifieke investeringen voor de aanpassing aan de klimaatverandering. a) herstel, instandhouding en verbetering van ecosystemen die aangewezen zijn op de landbouw. o.a. waterbeheer (inpassing Kaderrichtlijn Water, waterveiligheid); b) versterken van EHS en ondersteunen van agrarisch natuurbeheer binnen de EHS; c) opstellen en uitvoeren beheerplannen Natura 2000 (inclusief de uitvoering van de PAS); d) stimuleren van emissiebeperkende maatregelen in de landbouw (ammoniak, stof, geur); e) compenseren van bovenwettelijke verplichting i.h.k.v. agro-milieu diensten door ondernemers; f) verduurzaming veehouderij; g) stimulering biologische landbouwpraktijk. Inclusieve groei scenario 3.1 Sociale participatie en arbeidsmarkt Doel: bevorderen van werkgelegenheid en ondersteunen van de arbeidsmobiliteit. a) realiseren van leerwerktrajecten; b) realiseren van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en werkgelegenheidsinitiatieven De prioriteiten onder dit groeiscenario worden met name door het Europees Sociaal Fonds (ESF) gerealiseerd. Als landsdeel Oost pleiten wij voor een goede aansluiting van ESF op de Human Capital Agenda s in relatie tot de topsectoren. De provincie heeft geen betrokkenheid bij de programmering van dit fonds. Overige bepalingen in de verordeningen over de budgetten In de POP-verordening is opgenomen dat minimaal 5% op nationaal niveau besteed wordt aan de LEADERwerkwijze (bottom-up aanpak door ingestelde plaatselijke groepen aan de hand van een sub-regionaal opgestelde ontwikkelingsstrategie). Deze werkwijze is op een aantal punten succesvol gebleken. Onderzocht wordt hoe deze werkwijze (thematisch) kan worden ingezet bij de realisatie van de Europese programma s. 2.3 Behoud en versterken cultureel erfgoed Doel: ondersteunen en behoud van het cultureel erfgoed in de regio. a) investeren in ontwikkelen en behoud agrarische cultuurlandschappen, waaronder in nationale landschappen en Nationaal Park via groene diensten 185

186 PS voorblad Kadernotitie Midtermreview Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies Griffie) Kadernotitie Midtermreview PS Commissie AFW 6 maart 2013 Provinciale Staten -- Behandelwijze Overleg-/ beslispunten Context X Kaderstellen Controleren Adviseren PS (door commissie) Vaststellen (door PS) De kaders voor: 1. Herijken: het - indien nodig - herijken van de beleidsvoornemens uit de rollende Uitvoeringsagenda 2011 (PS ) gelet op actuele ontwikkelingen. 2. Ombuigen: het verder afronden van de begrotingsombuigingen voor natuurtaken. 3. Herprogrammeren: het verwerken van nieuwe rijkskaders en overige ontwikkelingen in het beleid, zoals Wet Hof, Regeerakkoord Rutte II en onderhandelaarsakkoord. In voorliggende Kadernotitie werken GS de kaders voor de Midtermreview (MTR) wat verder uit. GS leggen deze ter informatie aan uw Staten voor en zijn benieuwd naar uw reactie. Doel is dat u met deze kadernotitie een indruk krijgt hoe breed de bandbreedte is: wat kan er wel en wat kan er niet. In juni 2013 willen GS met een Keuzenotitie komen, waarin GS zijn keuzes aan u voorleggen. Besluitvorming hierover stellen GS voor bij Begroting 2014 Opmerkingen Griffie Meer informatie Dhr. L. Blanken (026) l.blanken@gelderland.nl GS-besluit: 19-2 /Ontvangen door Griffie: 19-2 /Geplaatst op SIS:

187 PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview STATENNOTITIE Aan de leden van Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Statennotitie: Kadernotitie Midtermreview HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting Statennotitie: In deze Statennotitie worden de kaders voor de midtermreview op de Uitvoeringsagenda beschreven. In de midtermreview gaat het om herijken, ombuigen en herprogrammeren van ons werkpakket. De beleidsmatige voortgang, veranderende maatschappelijke omstandigheden en nieuwe wet- en regelgeving geven daartoe aanleiding. In juni 2013 willen wij uw Staten in een Keuzenotitie voorleggen welke keuzes wij willen maken. In deze notitie schetsen wij de bandbreedte van de kaders. Voor beleidsmatige herijking willen wij kaders als Coalitieakkoord, Bestuursakkoord/Profiel provincies, nieuwe inzichten en omstandigheden e.d. leidend laten zijn. Voorts geldt het financiële kader als gegeven, wat betekent dat de herijking geen ruimte biedt aan het honoreren van nieuwe ambities tenzij er vrijval gaat optreden. De herijking kan leiden tot heroverwegen of stoppen van lopend werk, maar wellicht ook tot aanpassing van de bestuursstijl of van de instrumenteninzet. Voor de ombuigingen kiest het college voor een taakstelling van 14,6 miljoen structureel. Deze is bedoeld voor de natuurtaken en voor de opvang van de kortingen van het nieuwe kabinet. Ons uitgangspunt is dat het om te buigen bedrag zoveel mogelijk gevonden dient te worden binnen het door structurele inkomsten gedekte zoekgebied van de begrotingsprogramma s. Tenslotte anticipeert ons college op een wettelijke reden om te herprogrammeren: de Wet HOF. Als deze wet - waartegen wij ons verzetten - wordt aangenomen, gaat deze de uitgavenomvang beperken. Als wij aan deze wet zouden willen voldoen moeten wij het uitvoeringstempo van het werk aanpassen: herprogrammeren van de werkvoorraad, zodanig dat deze binnen het EMUsaldo past. In dat kader kijken wij ook of wij onderbesteding kunnen voorkomen door de slagkracht in de uitvoering te vergroten. Daartoe beschrijft deze notitie kaders en spelregels op het gebied van dynamisch programmeren, voor uitbesteden en pps en voor verbrede inzet van revolverende middelen. In juni 2013 leggen wij, op basis van deze kaders, keuzes aan uw Staten voor. = = = = = Aan de leden van Provinciale Staten 1 Inleiding In de Startnotitie voor het Traject Midtermreview (PS ) hebben wij u geschetst hoe wij het traject van de midtermreview op de Uitvoeringsagenda bij het Coalitieakkoord willen uitvoeren. Wij hebben voor een trajectaanpak gekozen, omdat momenteel de kaders rondom de uitvoering van ons werkpakket sterk wijzigen en deze het perspectief en de meerjarenbegrotingen beïnvloeden. De startnotitie is behandeld in uw commissie AFW en voor kennisgeving aangenomen. Inlichtingen bij Leo Blanken, tel. (026) adres: post@gelderland.nl 187

188 PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview In voorliggende Kadernotitie werken wij de kaders voor de Midtermreview (MTR) wat verder uit. Wij leggen deze ter informatie aan uw Staten voor en zijn benieuwd naar uw reactie. Doel is dat u met deze kadernotitie een indruk krijgt hoe breed de bandbreedte is: wat kan er wel en wat kan er niet. In juni 2013 willen wij met een Keuzenotitie komen, waarin wij onze keuzes aan u voorleggen. Besluitvorming hierover stellen wij voor bij Begroting 2014 (november 2013 in uw Staten). 2 De MTR-opgaven In de midtermreview gaat het, zoals wij ook eerder hebben beschreven, om drie zaken: 1. Herijken: het - indien nodig - herijken van de beleidsvoornemens uit de rollende Uitvoeringsagenda 2011 (PS ) gelet op actuele ontwikkelingen. 2. Ombuigen: het verder afronden van de begrotingsombuigingen voor natuurtaken. 3. Herprogrammeren: het verwerken van nieuwe rijkskaders en overige ontwikkelingen in het beleid, zoals Wet Hof, Regeerakkoord Rutte II en onderhandelaarsakkoord. Deze drie zaken werken wij hierna verder uit. 3 Uitwerking MTR-opgaven 3.1 Aanleidingen voor herijking Bij de start van ons college hebben wij een Uitvoeringsagenda gepresenteerd (PS ). Deze Uitvoeringsagenda focust op de vier uitdagingen van het Coalitieakkoord: - Het mede bestrijden van de economische crisis, het stimuleren van de Gelderse economie, het bevorderen van innovatie en werkgelegenheid. - Verbetering van de mobiliteit en de bereikbaarheid. - (Door)ontwikkeling van kernen en bedrijven in het landelijk gebied, waarbij rekening wordt gehouden met het belang van het behoud van de natuur. - Versterking van de Gelderse steden, als motor van de maatschappelijke en de economische dynamiek. In de Uitvoeringsagenda hebben wij deze uitdagingen vertaald in beleidsvoornemens. Daarbij hebben wij de bestuursstijl van partnerschap in de uitwerking en uitvoering centraal gesteld. Voorts hebben wij de werkwijze van programmatisch werken verder ingevoerd, door onder meer vijf prioritaire programma s te benoemen. Halverwege dit jaar zullen wij rapporteren hoe het met de uitvoering van de Uitvoeringsagenda gesteld is. Tot nu toe hebben wij forse stappen kunnen zetten in het neerzetten van de nieuwe beleidsaccenten uit het Coalitieakkoord. Wanneer zich in de uitvoering bijzonderheden gaan voordoen, kan dit in juni 2013 aanleiding zijn tot herijking. Tot nu toe hebben wij echter geen aanleiding om te veronderstellen dat in onze beleidsvoornemens grote wijzigingen noodzakelijk zijn. Wel zullen wij in 2013 als een belangrijke mijlpaal de nieuwe Omgevingsvisie opleveren. Deze wordt in cocreatie met onze maatschappelijke partners opgesteld, en zou wellicht tot koerswijzigingen kunnen leiden

189 PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview 3.2 Aanleidingen voor ombuigingen Ombuigen voor natuur In het Coalitieakkoord is besloten om 25 miljoen aan structurele middelen om te buigen voor natuurtaken vanaf Al eerder hebben uw Staten over ombuigingen besloten (zie hierna). Van de taakstelling moet nog 8,2 miljoen in het structurele deel van de begroting gevonden worden, namelijk: Om te buigen voor natuurtaken: 25,0 mln structureel Bij Begroting 2012 is besloten: economie - 3,2 mln sociaal - 1,4 mln meevaller MRB - 4,4 mln Bij Voorjaarsnota 2012 is gepresenteerd: Cultuur en cultuurhistorie: - 3,5 mln Milieu, vergunningverlening/handhaving - 0,7 mln Landelijk gebied - 3,6 mln Restant taakstelling: 8,2 mln Op grond van het voorstel van de Commissie Jansen inzake de te decentraliseren middelen voor natuur blijkt, dat er 4 miljoen minder omgebogen hoeft te worden (dus niet 25 miljoen maar 21 miljoen). Deze 4 miljoen kan dus worden afgetrokken van de taakstelling; dan resteert 4,2 miljoen. Ombuigen vanwege Regeerakkoord Op grond van het nieuwe regeerakkoord zijn in deze bestuursperiode nadere tegenvallers te verwachten. Dit zijn de kortingen voor decentrale overheden (doorwerking trap op trap af), kortingen voor minder provincies, kortingen in het kader van de discussie BTW-compensatiefonds, opbrengstdervingen vanwege invoering van het schatkistbankieren, de vervallen bezuinigingsmogelijkheid op de regionale omroep en een verwachte korting in verband met de decentralisatie van jeugdzorg. In de tabel hierna hebben wij een en ander op basis van de best mogelijke ramingen ingeschat: Mutaties financieel perspectief Gelderland Bedragen in miljoen structureel 1 Decentrale overheden (trap op PM* PM* -0,5-2,4-3,5-3,1 trap af) 2 Minder provincies PM PM PM -7,5 3 BTW-comp. fonds (korting) -3,0-8,3-8,3-8,3-8,3 4 Schatkistbankieren MIG MIG MIG MIG MIG 5 Uitname provinciefonds regionale omroepen sector sector sector sector 6 Vervallen bezuinigingsmogelijkheid reg. omroep -1,6-1,6-1,6-1,6-1,6 7 Verwachte korting i.v.m. decentralisatie PM PM PM jeugdzorg 8 Natuurgebieden (geoormerkt) sector sector sector sector sector sector Totaal tegenvaller 0-4,6-10,4-12,3-13,4-20,

190 PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview Nog niet geheel duidelijk is hoe hoog de korting als gevolg van het in stand houden van het BTW-compensatiefonds voor Gelderland is. Ook andere bedragen kunnen nog wijzigen; in de meicirculaire verwachten wij dat een en ander duidelijk wordt zodat wij de bedragen in Voorjaarsnota 2013 definitief kunnen presenteren. Mogelijk maar onzeker volgt er nog een meevaller voor wat betreft de motorrijtuigenbelasting voor oldtimers. In de Bestuursafspraken (PS ) is tussen Rijk/VNG en IPO overeengekomen de taken voor jeugdzorg te decentraliseren naar gemeenten. Overeengekomen is tevens een korting op het provinciefonds vanaf Hier is sprake is van een structurele taakmutatie van naar verwachting circa 10 miljoen. De begrotingsprogramma s Jeugdzorg en Mens en Middelen zijn naar verwachting niet toereikend voor structurele dekking van deze korting op het Provinciefonds. Gewerkt wordt aan een voorstel voor nadere uitwerking, vandaar de PM. We komen daar bij Voorjaarsnota 2013 op terug. Ons college kiest er nu voor om zich wat de ombuigingen betreft te richten op het jaar 2015, waarin wij de aanvullende rijkskortingen ramen op 10,4 miljoen structureel. Dit doen wij vanuit het principe dat wij de financiële huishouding op orde willen overdragen aan de nieuwe coalitie in 2015, en aan hen willen overlaten hoe zij de resterende miljoenen willen ombuigen. Totaal aan structurele ombuigingen Het totaal aan structurele ombuigingen, te realiseren in de midtermreview, kan gelet op het voorgaande voorlopig worden vastgesteld op ( 4,2 miljoen voor natuur en 10,4 miljoen voor Regeerakkoord =) 14,6 miljoen; 8,8 miljoen vanaf 2014, oplopend tot 14,6 miljoen vanaf Aanleidingen tot herprogrammeren Wet Hof In de Statennotitie Relevante financiële ontwikkelingen (PS ) respectievelijk de Statennotitie Onderhandelaarsakkoord (PS ) hebben wij u uitgebreid geïnformeerd over het wetsvoorstel Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof). Dit wetsontwerp - op moment van schrijven heeft de Tweede Kamer dit nog niet behandeld - stelt dat een overheid in een jaar niet meer mag uitgeven dan de kasinkomsten in dat jaar, vermeerderd met het aandeel EMU-saldo (= toegestaan tekort). Ook hebben wij aangegeven dat wij ons tegen deze wet verzetten. De pakketafspraak van de onderhandelaars van Rijk en IPO gaat uit van een EMU-tekortnorm voor decentrale overheden, die voorlopig op 0,5% van het bbp staat. Voor de jaren na 2015 zou deze gaan dalen, maar eind 2015 wordt in bestuurlijk overleg bezien of op basis van de dan beschikbare realisaties de geprojecteerde daling verantwoord en mogelijk is. Wordt deze norm door een overheid overschreden, dan biedt de wet ruimte voor een sanctie. Overeengekomen is echter dat gedurende deze kabinetsperiode geen sancties worden toegepast. Wij zijn van mening dat het onderling sanctioneren van overheden niet past bij gelijkwaardige verhoudingen tussen Nederlandse overheden. Zeker niet in het geval van de wet HOF. En dat wij derhalve deze preventieve sanctie niet acceptabel vinden. Zolang het democratisch proces loopt, zullen wij alle instrumenten in het proces inzetten om ons nee, tenzij tot aanpassing van het akkoord te laten komen. Tegelijk beseffen wij ons dat, als de wet eenmaal aangenomen is, wij ons er vanzelfsprekend aan zullen houden

191 PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview Maar ook los daarvan geeft dit naar onze mening geen ruimere interpretatie in de manier waarop wij met de wet moeten omgaan c.q. verruimt niet onze mogelijkheden tot het doen van meer uitgaven in de komende jaren omdat wij als sector provincies afspraken hebben gemaakt over de EMU-ruimte. Wij gaan er van uit dat decentrale overheden extra ruimte krijgen voor bijdragen aan investeringen van de rijksoverheid. In onze provincie is dat bijvoorbeeld de A15. De uitgaven, die in die jaren gedaan worden, tellen dan niet mee voor het EMU-saldo. Voor onze begroting biedt dit uitgangspunt ruimte in de jaren 2016, 2017 en Dan zijn namelijk de 300 miljoen aan uitgaven voor de A15 geprogrammeerd (respectievelijk 90 miljoen, 92,5 miljoen, 117,5 miljoen). Voor onze provincie bedraagt het huidige toegestane EMU-tekort ongeveer 70 miljoen per jaar. Wanner de Wet Hof zou gelden, is het Coalitieakkoord niet zonder meer in het beoogde tempo uitvoerbaar, zoals wij u eerder hebben gemeld in Statennotitie PS Dit komt omdat nog veel werk, waartoe eerder besloten is, nog loopt. Deze eerder vastgestelde, vaak meerjarige investeringsprojecten doen de komende jaren ook een beslag op de uitgavenruimte binnen het EMU-saldo. De omvang van deze werkvoorraad loopt op tot circa 800 miljoen. In onderstaand schema is indicatief aangegeven hoezeer het geprognotiseerde uitgavenvolume het EMU-saldo overschrijdt. Als de Wet Hof als vaststaand kader gezien zou moeten worden, leidt dit ertoe dat wij het werk moeten herprogrammeren in de tijd. ---> Uitgaven Uitgavenplafond (EMU-saldo) ---> Jaren Heroverweging in relatie tot EMU-saldo Uitgaande van de Wet Hof zullen, om te voorkomen dat in de werkprogrammering het EMUsaldo wordt overschreden, activiteiten heroverwogen of getemporiseerd moeten worden. In Begroting 2013 hebben wij dit tijdelijk opgelost door met een negatieve stelpost de lastenbegroting naar beneden bij te stellen tot op het niveau van het EMU-saldo voor Gelderland. Als meetmoment van het EMU-saldo geldt echter de jaarrekening en de praktijk laat zien dat wij in de jaarrekening door uitval en vertraging - veelal te maken hebben met onderbesteding. Wanneer straks wellicht de wet Hof in werking is getreden, is onderbesteding zonde, aangezien EMU-ruimte niet kan worden gespaard voor volgende jaren. Grofweg leidt deze exogene factor tot twee zoekrichtingen: zijn er nog kaders waarmee wij (1) de slagkracht kunnen vergroten c.q. de onderbestedingskans kunnen verkleinen, en (2) zijn er nog kaders om de EMU-belasting te verlagen. Wij komen hier in paragraaf 4.3 op terug

192 PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview Schatkistbankieren Schatkistbankieren en het verplicht invoeren ervan is nog een ander onderdeel van het Regeerakkoord. In PS zijn wij daar op ingegaan; ook daartegen hebben wij ons verzet. Schatkistbankieren leidt tot een lager rendement op de beleggingen, vergeleken met ons huidige vermogensbeheer. Deze opbrengstderving zal zich bij ons geleidelijk voltrekken, aangezien deze pas gaat optreden bij aflossing van obligaties in onze gespreide portefeuille. Wij hebben in de actualisatie van de MIG bij de Beleidsbegroting 2013 het te verwachten rendement reeds neerwaarts bijgesteld: voor nieuwe- en herbeleggingen is uitgegaan van een rendement van 2%. Bij de actualisatie van de MIG in het kader van de Voorjaarsnota zal opnieuw gekeken worden naar mogelijk verdergaande budgettaire consequenties. 4 Kaders voor de MTR 4.1 Kaders voor herijking werkvoorraad Beleidskader Binnen onze werkvoorraad betreft een groot deel van het werk projecten, waarover in het verleden besluiten zijn gevallen. Het kan zijn dat een deel van die projecten om heroverweging vraagt. Dit kan bijvoorbeeld omdat projecten niet goed van de grond komen, door omstandigheden tot stilstand komen of omdat de beleidsmatige aanleiding is vervallen. Op een volume in de reserves van circa 800 miljoen aan nog te plegen uitgaven is een heroverweging zinvol. Centraal staat dan per project de vraag Gaan wij er in hetzelfde tempo mee door, gaan wij vertragen of gaan wij er mee stoppen? Op dit moment zijn wij gestart om de gehele werkvoorraad op projectniveau met deze vraag te confronteren. Op beleidsmatig niveau gelden de volgende criteria voor de beantwoording van die vraag per project: De bijdrage van het project aan het Coalitieakkoord: o Structuurversterkend o Samenwerken met partners o Ondersteunend aan burgerinitiatieven en ondernemers o Etc. Is het project in lijn met Bestuursakkoord/Profiel provincies (kerntaken). Past het project in de (nieuwe) beleidskaders (bijvoorbeeld omgevingsvisie). Zet het project af tegen nieuwe inzichten en omstandigheden (bijvoorbeeld krimp, financiële positie gemeenten, etc.). Binnen het financiële kader is er momenteel geen vrije ruimte meer om nieuwe beleidswensen te honoreren; er is in principe geen dekking meer. Wij willen dus geen herijking starten die leidt tot nieuwe beleidsambities. Wel kunnen nieuwe beleidsinzichten aanleiding geven tot heroverweging van lopend werk. De mogelijkheden daartoe worden bepaald door in hoeverre de verplichtingen juridisch hard zijn vastgelegd. Uit een meerjarig project, dat in uitvoering is, kan niet zomaar de stekker getrokken worden. Binnen onze werkvoorraad bestaan verschillende gradaties in hardheid. Dit afgezet tegen de vraag leidt tot het extra beoordelingscriterium: De betrouwbaarheid van ons als overheid. Dit criterium betrouwbare overheid geldt overigens ook jegens onze partners. Als zij niet in staat zijn eerdere verwachtingen omtrent projectuitgaven en programmering na te komen, kan dat voor ons reden geven tot heroverweging

193 PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview Gelderse toestand Om te volgen of de maatschappelijke effecten van ons beleid bijdragen aan een beter Gelderland hebben wij de Toestandsmonitor opgesteld. In de Begroting 2013 (PS , vanaf pagina 27) hebben wij uw Staten daarvan de nulsituatie, anno begin 2011, voorgelegd. Dit jaar willen wij opnieuw een opname doen van de toestand. De uitkomst daarvan zou wellicht tot beleidsmatige koerswijzigingen kunnen leiden, en dus tot een mogelijke herijking van onze werkvoorraad. Bestuursstijl De bestuursstijl van partnerschap hebben wij onder meer steeds vertaald in het motto meebepalen = meebetalen. Door de financiële crisis merken wij dat het voor veel partners moeilijker wordt om financiële verplichtingen na te komen of toe te zeggen. Wij hebben u hierover bericht in PS , de provinciale beleidslijn bij de verslechterde financiële positie van gemeenten. In stap 4 van die beleidslijn hebben wij aangegeven dat het provinciaal belang zodanig groot kan zijn, dat bijzondere afspraken over cofinanciering vast te leggen in een prestatieovereenkomst onder voorwaarden mogelijk zijn. Dit jaar zou kunnen blijken dat de financiële positie van onze partners aanleiding is tot nieuwe beleidskeuzes en overwegingen. Instrumenten De discussie over ons instrumentarium wordt dit jaar voortgezet. Wij willen subsidies afbouwen met als doel dat maatschappelijke partners niet van ons afhankelijk worden, maar gaan opereren met gevoel voor de vragen die in de markt spelen. Deze benadering geldt ook voor ons zelf. Wellicht moeten wij als overheid ook meer taken uitbesteden aan de markt. Deze discussie kan gevolgen hebben voor onze taken. Zie ook 4.3, verderop. In juni 2013 willen wij uw Staten in de keuzenotitie laten zien hoe de beleidsmatige heroverweging op basis van vorenstaande kaders uitpakt, en tot welke keuzes dat leidt. 4.2 Kaders voor ombuigingen Ombuigen op programma s Ons college wil zoveel mogelijk vast houden aan het principe dat structurele kortingen niet ten laste komen van eenmalige middelen, zoals de MIG met ons stamkapitaal. Structurele kortingen moeten in het structurele deel van de begroting (= het zoekgebied) worden gevonden. Binnen dat kader zijn immers ook de eerdere kortingen gerealiseerd. De ombuigingswerkwijze is in 2012 beschreven (PS , Statennotitie Aanpak ombuigingen) en bestaat uit de volgende drieslag: (1) Een generieke budgetkorting van 5%. (2) Een evaluatie op doelmatigheid en doeltreffendheid. Mogelijk geven recente beleidsevaluaties of andere gegevens aan, dat het werk voortaan met minder budget toe kan. (3) Een beoordeling vanuit de versterking van het provinciale profiel. Daarbij wordt gekeken of er mogelijkheden zijn om structurele bekostiging van het werk af te bouwen, en de financiering voortaan uit eenmalige middelen (bijv. MIG) te dekken. Dit is in 2012 bijvoorbeeld bij economie gebeurd

194 PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview Op de volgende programma s moet deze drieslag van ombuigingen nog worden toegepast (achter de programmanaam staat de omvang van het structurele zoekgebied dus zonder doeluitkeringen en zonder incidentele budgetten uit bijvoorbeeld MIG): Water: Mobiliteit: Wonen Ruimtelijke ordening Bestuur Mens en middelen* alleen structurele zoekgebied 2,8 miljoen alleen structurele zoekgebied 73,8 miljoen alleen structurele zoekgebied 0,2 miljoen alleen structurele zoekgebied 0,1 miljoen alleen structurele zoekgebied 2,8 miljoen alleen structurele zoekgebied 94,9 miljoen* Ombuigen op mens en middelen* Voor het budget Mens en middelen geldt de bijzondere situatie dat dit een input-budget is. Dit budget bekostigt de input (= eigen menskracht) die nodig is om de andere programma s te realiseren. De drieslag van de ombuigingswerkwijze kan dus niet toegepast worden. Een korting op dit budget heeft een prijs, namelijk verminderde realisering van producten. Ons college wil de mogelijkheid van ombuiging op dit Mens en Middelenbudget steeds via de inhoud bekijken. Daarbij kijken wij voor welke activiteiten eigen menskracht en middelen nodig zijn, en kunnen wellicht besparingen worden gevonden door activiteiten niet meer met eigen menskracht te verrichten doch uit te besteden aan derden. Wanneer verder ombuigen nodig is Wanneer het onverhoopt niet mocht lukken, om in vorengenoemde programma s het om te buigen bedrag te vinden, zijn de dan te volgen stappen: 1 opnieuw kijken naar de budgetten voor economie en sociaal. Op deze budgetten is in 2011 omgebogen zonder toepassing van de drieslag; 2 verder kijken naar ombuigingen op natuur, vanuit het idee dat het natuurbudget ook moet bijdragen aan de ombuiging vanwege het regeerakkoord; 3 en als dit dan nog niet lukt, dan alle begrotingsprogramma s evenredig verlagen totdat aan de taakstelling is voldaan. Dit ervan uitgaande dat wij binnen het structurele zoekgebied naar ombuigingen blijven zoeken. In de keuzenotitie in juni 2013 willen wij aan uw Staten het resultaat van vorenstaande ombuigingskaders voorleggen. 4.3 Kaders voor herprogrammeren Onder 3 gaven wij aan, dat voor de herprogrammering van de werkvoorraad zodat deze binnen het EMU-saldo past, grofweg twee zoekrichtingen gelden: (1) de slagkracht vergroten c.q. de onderbestedingskans verkleinen, en (2) kaders om de EMU-belasting te verlagen. Hierna gaan wij daar op in Kaders vergroting slagkracht Meer slagkracht door dynamisch programmeren Een optie, die wij in het kader van de midtermreview verder willen verkennen is de werkwijze van dynamisch programmeren. Een eerste pilot zijn wij gestart binnen de sector mobiliteit, uw Staten zijn daarover geïnformeerd in Statennotitie Inzet middelen mobiliteit (PS )

195 PS statennotitie Kadernotitie Midtermreview Projecten overcommitteren (verplichtingen boven budgetruimte) en het jaar uiteindelijk afsluiten met 100% benutting van het budget Dynamisch programmeren is in wezen een ritmeverandering. Dynamisch programmeren houdt in dat ons college in een jaarschijf voor door uw Staten goedgekeurde projecten of werkzaamheden meer verplichtingen aangaat dan dat wij budget hebben. Dit kan vanwege de wetenschap, dat een aantal projecten/werkzaamheden vertraging oploopt en in dat jaar niet tot last zal komen. Deze projecten voltooien wij dan in latere jaarschijven. Daarmee is dynamisch programmeren dus een ritmekwestie ; er komt geen geld bij of er gaat geen geld af. Welke projecten wel, welke niet Projecten op basis van eenmalige uitgaven lenen zich voor dynamisch programmeren. Deze werkwijze is niet verkiesbaar bij structurele (exploitatie-)uitgaven. Het kan wel goed werken in beleidsterreinen met een balanspositie (transitorische post of reserve). Voor het aangaan van meer verplichtingen dan de omvang van het budget lenen zich vooral projecten die nog in het stadium zitten van enige onzekerheid, bijvoorbeeld over de snelheid in uitvoering of het kunnen toezeggen van cofinanciering. Beleidsvelden die bij voorkeur in aanmerking komen zijn vooral die velden, waar regelmatig onderuitputting optreedt. Vanwege het doel om onderbesteding tegen te kunnen gaan, dienen de projecten een substantieel financieel volume te hebben. Ook is het van belang dat met de projectuitgaven over jaarschijven geschoven kan worden. Dynamisch programmeren leent zich met name voor projecten waarop wij zelf kunnen sturen (dus factuur ontvangen). Zonder eigen sturing, bijvoorbeeld bij subsidies, werkt dynamisch programmeren veel minder goed. Voor de besteding ben je dan afhankelijk van het tempo van de gesubsidieerde. Spelregels dynamisch programmeren Wij kiezen ervoor om het dynamisch programmeren te beperken tot het sectorale begrotingsprogramma als budgettair kader. Wij willen dus geen gebruik maken c.q. voorsorteren op mogelijke onderbestedingsruimte van andere programmabudgetten. Omdat de budgettaire marges klein zijn (sterker nog: er is een tekort aan budget) moeten financiële meevallers in de projectrealisatie ten goede komen aan andere projecten. Er is immers sprake van verdringing. Deze spelregel is belangrijk, omdat een meevaller nogal eens aanleiding geeft om deze binnen het project in te zetten voor bepaalde plussen. In de contacten met derden moeten voorbehouden gemaakt worden in het uitvoeringstempo. Hierop kan ingegrepen worden wanneer het budget in een jaar overschreden wordt. Om verkeerde verwachtingen over mogelijk stopzetten te voorkomen moet er vroegtijdig worden gecommuniceerd

Onderwerp Documentsoort PSNummer Behandeladvies

Onderwerp Documentsoort PSNummer Behandeladvies Onderwerp Documentsoort PSNummer Behandeladvies 1 AFW - Rekenkamerbrief betreffende het PS-instrument schriftelijk vragenrecht in provincie Gelderland Statenvoorstel PS2013-140 AFW 6-3; PS 20-3 2 MIE -

Nadere informatie

Gem. Code Gemeente Provincie Denominatie

Gem. Code Gemeente Provincie Denominatie Bevoegd gezag Schoolnaam Plaats Gem. Code Gemeente Provincie Denominatie Aantal leerlingen op teldatum BRIN Vestiging 05QO 00 41787 Chr Basissch De Klimop AALTEN 0197 Aalten Gelderland Protestants-Christelijk

Nadere informatie

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies Griffie) Overleg-/ beslispunten Context Rondetafelgesprekken sluiting kleine basisscholen PS2013-226 Commissie Algemeen Bestuur,

Nadere informatie

382,40 per inwoner 2/5 WMO 14.127.768,00 382,40 per inwoner 2/5 werk 14.127.768,00

382,40 per inwoner 2/5 WMO 14.127.768,00 382,40 per inwoner 2/5 werk 14.127.768,00 Gelderland Gemeente Aalten Inwoners 27.025 extra gelden 3D voor gemeenten 956,00 per inwoner 25.835.900,00 per jaar 191,20 per inwoner 1/5 jeugd 5.167.180,00 382,40 per inwoner 2/5 WMO 10.334.360,00 382,40

Nadere informatie

Woonplaats Woonplaats Per huishouden Aalst Gld Aalst Gld ,38 Aalten Aalten ,86 Achterveld Gem Barneveld

Woonplaats Woonplaats Per huishouden Aalst Gld Aalst Gld ,38 Aalten Aalten ,86 Achterveld Gem Barneveld Woonplaats Woonplaats 2014 2015 2016 Per huishouden Aalst Gld Aalst Gld 715 362 312 0,38 Aalten Aalten 6343 5600 6317 0,86 Achterveld Gem Barneveld Achterveld Gem Barneveld 1244 1243 880 0,88 Aerdt Aerdt

Nadere informatie

Vrijdag. Doesburg. Duiven Westervoort

Vrijdag. Doesburg. Duiven Westervoort Apeldoorn s-heerenberg Ede Dodewaard Nijmegen Zevenaar Vaassen Didam Harskamp Beneden Leeuwen Millingen Heerenmäten 6 Epe Terborg Lunteren Druten Beek Lobith Heerde Ulft Nijkerk Kerkdriel Groesbeek Giesbeek

Nadere informatie

Heerenmaten Deventer Maandag

Heerenmaten Deventer Maandag 's Heerenberg Ede Dodewaard Apeldoorn Nijmegen-CB Arnhem-Centrum Didam Ede-Stadspoort Opheusden Vaassen Millingen Kronenburg Doesburg Lunteren Tiel Epe Beek Presikhaaf Zelhem Hoevelaken Geldermalsen Heerde

Nadere informatie

Maandag. Hoevelaken Nijkerk. Deventer

Maandag. Hoevelaken Nijkerk. Deventer Doesburg Ede Dodewaard Apeldoorn Nijmegen Arnhem-Centrum Didam Ede-Stadspoort Tiel Vaassen Millingen Kronenenburg Zelhem Bennekom Geldermalsen Epe Beek Presikhaaf Ulft Lunteren Culemborg Heerde Groesbeek

Nadere informatie

Zicht op de Gelderse koopmarkt

Zicht op de Gelderse koopmarkt Zicht op de Gelderse koopmarkt Cijfers ontwikkelingen op de koopmarkt tweede helft 217 In maart 218 is de Gelderse woningmarktmonitor geactualiseerd met de laatste cijfers over de koopmarkt. Waar stijgen

Nadere informatie

Opmerking bij driejaarsgemiddelden Continu Vakantie Onderzoek (CVO)

Opmerking bij driejaarsgemiddelden Continu Vakantie Onderzoek (CVO) Opmerking bij driejaarsgemiddelden Continu Vakantie Onderzoek (CVO) Bij de interpretatie van de uitkomsten van het CVO moet men er rekening mee houden dat een steekproef geen exacte uitkomsten oplevert,

Nadere informatie

Welke partijen heeft u betrokken bij het beantwoorden van de vragen in deze vragenlijst?

Welke partijen heeft u betrokken bij het beantwoorden van de vragen in deze vragenlijst? Welke partijen heeft u betrokken bij het beantwoorden van de vragen in deze vragenlijst? Gemeenteraad/fractievoorzitters Maatschappelijke organisaties Bedrijfsleven Inwoners 1. Karaktereigenschappen van

Nadere informatie

Oudste kaarten: alfabetische plaatsnamenlijst van alle meldingen t/m 2013

Oudste kaarten: alfabetische plaatsnamenlijst van alle meldingen t/m 2013 278 73 s-heerenberg Gelderland 07-08-1901 W.F. Boomgaard Apeldoorn 28-01-2005 912 190 t Harde Gelderland 08-06-1935 W.F. Boomgaard Apeldoorn 28-01-2005 468 109 Aalten (Gld.) Gelderland 14-04-1903 H.J.E.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 855 Gemeentelijke herindeling van een deel van de Achterhoek, de Graafschap en de Liemers en Bathmen, tevens wijziging van de grens tussen de

Nadere informatie

AANBIEDINGSBRIEF PAMFLET

AANBIEDINGSBRIEF PAMFLET AANBIEDINGSBRIEF PAMFLET Genemuiden, 26 april 2013 Geachte dame/heer, Zoals u bekend is, heeft de onderwijsraad aan de staatssecretaris een advies uitgebracht waar men vraagt om een actief beleid inzake

Nadere informatie

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2014. Gelderland

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2014. Gelderland Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2014 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland - 1 - De uitvoering van de PWE 2014 vond plaats in opdracht van de onderstaande instanties: Gemeenten

Nadere informatie

Plaats: Jaar: Vindplaats Aalst 1964 Regionaal Archief Rivierenland Aalten 1958 Aalten 1967 ECAL Aerdt 1956 Almen 1949 Gelders Archief Alphen 1968

Plaats: Jaar: Vindplaats Aalst 1964 Regionaal Archief Rivierenland Aalten 1958 Aalten 1967 ECAL Aerdt 1956 Almen 1949 Gelders Archief Alphen 1968 Lijst alle? Adolfs films in Gelderland Hervonden films Adolfs Plaats: Jaar: Vindplaats Aalst 1964 Regionaal Archief Rivierenland Aalten 1958 Aalten 1967 ECAL Aerdt 1956 Almen 1949 Gelders Archief Alphen

Nadere informatie

Spoorboekje. Samenwerkende Bonden van Ouderen in Gelderland. Deken Dr. Mulderstraat 6d 6681 AB Bemmel. Tel.: 0481-453 680 Fax: 0481-453 335

Spoorboekje. Samenwerkende Bonden van Ouderen in Gelderland. Deken Dr. Mulderstraat 6d 6681 AB Bemmel. Tel.: 0481-453 680 Fax: 0481-453 335 Spoorboekje Deken Dr. Mulderstraat 6d Tel.: 0481-453 680 Fax: 0481-453 335 E-mail info@sbog.nl Internet www.sbog.nl Samenwerkende Bonden van Ouderen in Gelderland Afkortingenlijst Deken Dr. Mulderstraat

Nadere informatie

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2016 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2016 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2016 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland - 1 - De uitvoering van de PWE 2016 vond plaats in opdracht van de onderstaande instanties: Gemeenten

Nadere informatie

Aanwezigheid onderwijszorgstructuren

Aanwezigheid onderwijszorgstructuren Aanwezigheid onderwijszorgstructuren in Gelderland December 2007 Marga Wijsmuller December 2007 Uitgevoerd door Spectrum in opdracht van Provincie Gelderland Notitienummer 07 2069MAW-av07-0310 SPECTRUM

Nadere informatie

*:Ö GELDERLAND. provincie ->> JAN Gedeputeerde Staten. College van Dijkgraaf en Heemraden Waterschap Rivierenland

*:Ö GELDERLAND. provincie ->> JAN Gedeputeerde Staten. College van Dijkgraaf en Heemraden Waterschap Rivierenland Gedeputeerde Staten provincie GELDERLAND Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Amhem College van Dijkgraaf en Heemraden Waterschap Rivierenland r-'' CHAP

Nadere informatie

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Kostenverhaal Windpark De Groene Delta. Josan Meijers

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Kostenverhaal Windpark De Groene Delta. Josan Meijers Statenbrief Datum Onderwerp Kostenverhaal Windpark De Groene Delta Inlichtingen Patricia van Eijndthoven 026 359 88 00 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder Josan Meijers Kerntaak en plandoel -

Nadere informatie

Vereniging Waalschade Brakel Benedeneind T.a.v. de heer W. Kooijman Waaldijk AB BRAKEL. 26 november Geachte heer Kooijman,

Vereniging Waalschade Brakel Benedeneind T.a.v. de heer W. Kooijman Waaldijk AB BRAKEL. 26 november Geachte heer Kooijman, Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Vereniging Waalschade Brakel Benedeneind T.a.v. de heer W. Kooijman Waaldijk 165 5306 AB BRAKEL telefoonnummer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 855 Gemeentelijke herindeling van een deel van de Achterhoek, de Graafschap en de Liemers, en Bathmen A Herdruk GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3

Nadere informatie

BIJLAGE 2 Overlegreacties

BIJLAGE 2 Overlegreacties BIJLAGE 2 Overlegreacties Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Elburg Postbus 70 8080

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10979 1 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2012, nr. VO/OK/394399, houdende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 11347 29 juli 2009 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 juli 2009, nr. VO/OK/132108,

Nadere informatie

Gelderse Aanval op de Uitval Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s

Gelderse Aanval op de Uitval Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s Gelderse Aanval op de Uitval Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s Jorike Smeitnk Wilmie van der Kuil November 2009 Rapport 08-0734c l JorSm-av l 01 Inhoud Leeswijzer... 5 1. Algemeen

Nadere informatie

Onderwerp Besluit op uw subsidieaanvraag Jeugd Project: Fase 3 aansluiting buurtcoaches/sociale teams en eerstelijns voorzieningen

Onderwerp Besluit op uw subsidieaanvraag Jeugd Project: Fase 3 aansluiting buurtcoaches/sociale teams en eerstelijns voorzieningen Gemeente Bronckhorst T.a.v. de heer C. van Dijk Postbus 200 7255 ZJ HENGELO (GLD) Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres

Nadere informatie

VleermuizenNIEUWS. Uitgave van: Netwerk afhandeling vleermuismeldingen Gelderland

VleermuizenNIEUWS. Uitgave van: Netwerk afhandeling vleermuismeldingen Gelderland VleermuizenNIEUWS Nieuw sbrief voor vleermuisvrijw illigers Gelderland Juni 27 Uitgave van: Netwerk afhandeling vleermuismeldingen Gelderland In deze nieuwsbrief: Resultaten 26 -Totaal aantal meldingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10844 14 juli 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 juni 2010, nr. VO/OK/207393,

Nadere informatie

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2015 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2015 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2015 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland - 1 - De uitvoering van de PWE 2015 vond plaats in opdracht van de onderstaande instanties: Gemeenten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 414 Wet van 1 juli 2004 tot gemeentelijke herindeling van een deel van de Achterhoek, de Graafschap en de Liemers, en Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2004 Gelderland

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2004 Gelderland Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2004 Gelderland De uitvoering van de PWE vindt plaats in opdracht van de onderstaande instanties (situatie 2004): -gemeenten Aalten, Apeldoorn, Arnhem, Barneveld,

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies griffie) Behandelwijze Overlegpunten/ beslispunten Context Versnellingsgelden bodemsanering, subsidieaanvraag gemeente Apeldoorn PS2011-646

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, mei 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, mei 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, mei 2017 WW daalt in Gelderland sterker dan landelijk In mei is het aantal WW uitkeringen in Gelderland met 2.040 verder afgenomen tot 44.486. Dat is 4,4% minder dan

Nadere informatie

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) 2 Aanleiding. Planning Luchtvaart. Christianne van der Wal

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) 2 Aanleiding. Planning Luchtvaart. Christianne van der Wal Statenbrief Onderwerp Planning Luchtvaart Inlichtingen S. Balhuizen 8496 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder Christianne van der Wal Kerntaak en plandoel - Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en

Nadere informatie

Mergebrief met adreslijst van alle gemeenteraden in Gelderland (CRM) In kopie naar colleges van B&W. 12 november

Mergebrief met adreslijst van alle gemeenteraden in Gelderland (CRM) In kopie naar colleges van B&W. 12 november Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Mergebrief met adreslijst van alle gemeenteraden in Gelderland (CRM) In kopie naar colleges van B&W telefoonnummer

Nadere informatie

zaaknummer

zaaknummer Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Doetinchem Postbus 9020 7000 HA DOETINCHEM telefoonnummer

Nadere informatie

Antwoord op Statenvragen PS2014-183 Arnhem, 25 maart 2014 zaaknr. 2014-003656

Antwoord op Statenvragen PS2014-183 Arnhem, 25 maart 2014 zaaknr. 2014-003656 Antwoord op Statenvragen PS2014-183 Arnhem, 25 maart 2014 zaaknr. 2014-003656 Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid M.H.M. Faber-van de Klashorst (PVV) over nevenfuncties en gebruik dienstauto

Nadere informatie

AANBIEDINGSBRIEF 1>A1vijF.LET i ~ _ " _ a ff *» ~ /' Genemuiden, 26 april 2013 - - 1 _ L. W 'J Geachte leden van de Raad, leden van het

AANBIEDINGSBRIEF 1>A1vijF.LET i ~ _  _ a ff *» ~ /' Genemuiden, 26 april 2013 - - 1 _ L. W 'J Geachte leden van de Raad, leden van het AANBIEDINGSBRIEF 1>A1vijF.LET i ~ _ " _ a ff *» ~ /' Genemuiden, 26 april 2013 - - 1 _ L. W 'J Geachte leden van de Raad, leden van het College van Burgemeester en Wethouders, Zoals u bekend is,

Nadere informatie

18 januari 2010. Hiertoe ontvangt u nu de uitnodiging voor het debat in de regio Rivierenland. Graag ontvangen wij u op:

18 januari 2010. Hiertoe ontvangt u nu de uitnodiging voor het debat in de regio Rivierenland. Graag ontvangen wij u op: Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Aan geadresseerde telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres post@gelderland.nl

Nadere informatie

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek Ontvangen: 21/12/ ink19864 Aan geadresseerde 20 december Geachte heer/mevrouw,

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek Ontvangen: 21/12/ ink19864 Aan geadresseerde 20 december Geachte heer/mevrouw, Gemeente Oude IJsselstreek Ontvangen: 21/12/2016 16ink19864 provincie Bezoekadres Gebouw Marktstate Eusebiusplein 1a 6811 HE Arnhem Postbus 9090 Aan geadresseerde telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, juni 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, juni 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, juni 2017 WW-uitkeringen laagopgeleiden in Gelderland ruim kwart lager dan geleden Het aantal lopende WW-uitkeringen in Gelderland daalt in juni verder. Ook laagopgeleiden

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, november 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, november 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, november 2017 Aantal WW-uitkeringen in Gelderland opnieuw gedaald Eind november verstrekte UWV in Gelderland 37.910 WW-uitkeringen. Daarmee zet de dalende lijn van

Nadere informatie

Plaats en betekenis van de Stadsregio Arnhem Nijmegen voor de Gelderse economie. jaartal Veluwe Achterhoek Arnhem Nijmegen

Plaats en betekenis van de Stadsregio Arnhem Nijmegen voor de Gelderse economie. jaartal Veluwe Achterhoek Arnhem Nijmegen ONDERZOEKMEMORANDUM Plaats en betekenis van de Stadsregio Arnhem Nijmegen voor de Gelderse economie Inleiding Bruto binnenlands product 1 De Stadsregio wordt sinds jaar en dag de motor van de Gelderse

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, april 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, april 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, april 2019 Aantal WW-uitkeringen in Gelderland sterk gedaald In april is het aantal WW-uitkeringen in Gelderland opnieuw gedaald. Eind april waren er minder uitkeringen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, februari 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, februari 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, februari 2019 Aantal WW-uitkeringen neemt weer af in Gelderland In Gelderland is het aantal WW-uitkeringen in februari gedaald tot iets boven de 29.600. Daarmee wordt

Nadere informatie

Gelderse Monitor Veiligheidshuizen en Centra voor Jeugd en Gezin

Gelderse Monitor Veiligheidshuizen en Centra voor Jeugd en Gezin Gelderse Monitor Veiligheidshuizen en Centra voor Jeugd en Gezin Inhoud Achtergrond Achtergrond 2 Leeswijzer 3 Uitkomsten Monitor 3 Conclusie 7 Realisering VH 9 Realisering CJG 10 Verbinding tussen VH

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Vervolgnotitie Gemeenschappelijke regelingen in het kader van de RUD-vorming: Advies ondernemingsraad PS2012-472 Agendering (advies Griffie) Commissie MIE

Nadere informatie

AANTALLEN EN VERSPREIDINGSGEBIED VAN UW KRANTEN

AANTALLEN EN VERSPREIDINGSGEBIED VAN UW KRANTEN AANTALLEN EN VERSPREIDINGSGEBIED VAN UW KRANTEN Postcode Provincie Gemeente Plaats Wijk Aantal 3771 Gelderland Barneveld Barneveld Barneveld Noord 3.508 3772 Gelderland Barneveld Barneveld Barneveld Zuid

Nadere informatie

AANBIEDINGSBRIEF MMFLEli^iS^iiïi^

AANBIEDINGSBRIEF MMFLEli^iS^iiïi^ AANBIEDINGSBRIEF MMFLEli^iS^iiïi^ Genemuiden, 26 april 2013-1 NE! 203 AFD ocy> Geachte leden van de Raad, leden van het College van Burgemeester en Wethouders, z Zoals u bekend is, heeft de onderwijsraad

Nadere informatie

provincie GELDERLAND ï 5 DEC 2017 INGEKOMEN Gemeente Beuningen T.a.v. de raad Postbus AA BEUNINGEN GLD z"* IN

provincie GELDERLAND ï 5 DEC 2017 INGEKOMEN Gemeente Beuningen T.a.v. de raad Postbus AA BEUNINGEN GLD z* IN provincie Bezoekadres Postadres Markt 11 Postbus 9090 6811 CG Arnhem 6800 GX Arnhem Gemeente Beuningen T.a.v. de raad Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GLD telefoonnummer (026) 359 91 11 e-mailadres post@gelderland.nl

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, december 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, december 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, december 2018 WW in Gelderland 23 procent gedaald in 2018 In 2018 daalde het aantal WW-uitkeringen in Gelderland met 23% tot onder de 28.600. Dat is een sterkere daling

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Gelderland; Gelet op de artikelen 16 en 19d-h Nbw 1998, de Verordening en Beleidsregels Stikstof en Natura 2000 Gelderland;

Gedeputeerde Staten van Gelderland; Gelet op de artikelen 16 en 19d-h Nbw 1998, de Verordening en Beleidsregels Stikstof en Natura 2000 Gelderland; Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Steenbeek Kalverhouderij Bovenweg 45 8085 SE DOORNSPIJK telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359

Nadere informatie

Silfhout vandalhuisen, Willemijn

Silfhout vandalhuisen, Willemijn Silfhout vandalhuisen, Willemijn Van: Silfhout vandalhuisen, Willemijn Verzonden: maandag 13 juni 16:13 Aan: Silfhout vandalhuisen, Willemijn Onderwerp: Maandagmail commissie ABF 15 juni Maandagmail commissie

Nadere informatie

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii V il Ik M I- ' mam s IN12.03325 p- iiiiiiniiii uil ii nu ii l_yi_l\l_/~vi X L / Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester

Nadere informatie

Regeling spreiding zomervakanties

Regeling spreiding zomervakanties OCenW-Regelingen Bestemd voor: Scholen voor het primair en voortgezet onderwijs De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Mede namens de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij,

Nadere informatie

Wij verzoeken uw Staten kennis te nemen van de Monitor Wind op Land 2017.

Wij verzoeken uw Staten kennis te nemen van de Monitor Wind op Land 2017. Statenbrief Datum Onderwerp Monitor Wind op Land 2017 Inlichtingen Ivo van Es 026 359 9085 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder Peter Drenth Kerntaak en plandoel Milieu, Energie en Klimaat Energieneutraal

Nadere informatie

AANTEKENEN. Jkvr. A.C.S.S. van Weerde Bingerdenseweg CE ANGERLO. 4 juli Geachte mevrouw Van Weerde,

AANTEKENEN. Jkvr. A.C.S.S. van Weerde Bingerdenseweg CE ANGERLO. 4 juli Geachte mevrouw Van Weerde, AANTEKENEN Jkvr. A.C.S.S. van Weerde Bingerdenseweg 21 6986 CE ANGERLO Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres post@gelderland.nl

Nadere informatie

mm ^» de griffier, Beschikking van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op grond van de Intrekkingswet Wet stedelijke vernieuwing art.

mm ^» de griffier, Beschikking van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op grond van de Intrekkingswet Wet stedelijke vernieuwing art. Gedeputeerde Staten V mm ^» provincie Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Beuningen Postbus

Nadere informatie

telefaxnummer (026)

telefaxnummer (026) Bezoekadres Postadres Gebouw Marktstate Postbus 9090 Eusebiusplein 1a 6800 GX Arnhem 6811 HE Arnhem telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-malladrespost@gelderland.nl Gemeente Elburg

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, januari 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, januari 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, januari 2018 WW in Gelderland in januari licht gestegen In januari steeg de WW in Gelderland met 1,7% tot 37.520 uitkeringen. Dat betekent echter geen einde van de

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen (met ambtshalve wijzigingen) Bestemmingsplan Buitengebied herziening 2010, Drielseweg 21 Gemeente Maasdriel

Nota van Zienswijzen (met ambtshalve wijzigingen) Bestemmingsplan Buitengebied herziening 2010, Drielseweg 21 Gemeente Maasdriel Nota van Zienswijzen (met ambtshalve wijzigingen) Bestemmingsplan Buitengebied herziening 2010, Drielseweg 21 Gemeente Maasdriel Nota van Zienswijzen (met ambtshalve wijzigingen) Bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsregeling Belastingdienst FI

Wijziging Uitvoeringsregeling Belastingdienst FI Wijziging Uitvoeringsregeling Belastingdienst FI 20 december 1996/nr. WDB 96/642 M Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken/Directie Wetgeving Directe Belastingen Gelet op artikel 3 van de Algemene wet

Nadere informatie

Omschrijving van het voorstel

Omschrijving van het voorstel PS2009-552 Ontwerpbesluitenlijst Provinciale Staten van Gelderland Vergadering op 1 en 8 juli 2009 Omschrijving van het voorstel Besluit 1. Opening en mededelingen van de voorzitter 2. Vaststelling van

Nadere informatie

18 januari 2010. Hiertoe ontvangt u nu de uitnodiging voor het debat in de regio Veluwe. Graag ontvangen wij u op:

18 januari 2010. Hiertoe ontvangt u nu de uitnodiging voor het debat in de regio Veluwe. Graag ontvangen wij u op: Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Aan geadresseerde telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres post@gelderland.nl

Nadere informatie

Gelderse Aanval op de Uitval. Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s

Gelderse Aanval op de Uitval. Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s Gelderse Aanval op de Uitval Cijfers over voortijdig schoolverlaten in de Gelderse regio s Jorike Smeitnk Wilmie van der Kuil Augustus 2010 Rapport 08-0733d l JorSm-AnjPu Leeswijzer In het hoofdstuk algemeen

Nadere informatie

B Baarle Nassau mhz 6875 kbd QAM-64

B Baarle Nassau mhz 6875 kbd QAM-64 A Aalten-Bredevoort 7461 304 mhz 6875 kbd QAM-64 Almere 8200 304 mhz 6875 kbd QAM-64 Alphen aan den Rijn 1000 304 mhz 6875 kbd QAM-64 Amersfoort 3900 304 mhz 6875 kbd QAM-64 Amstelveen 1000 304 mhz 6875

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten verzoeken Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

Gedeputeerde Staten verzoeken Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) Statenbrief Onderwerp Eerbeek-Loenen 2030: Vervolgaanpak N786, Zienswijzennota Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Inlichtingen Irma Bijker 026 359 86 92 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Rapportage MKB-vriendelijkste gemeente 2018 gemeente Nunspeet 1

Rapportage MKB-vriendelijkste gemeente 2018 gemeente Nunspeet 1 Rapportage MKB-vriendelijkste gemeente 2018 gemeente Nunspeet 1 Voorwoord Den Haag/Groningen, april 2019 Geachte heer, mevrouw, Voor u ligt het resultaat van het in 2018 gehouden onderzoek naar de MKB-vriendelijkste

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling inpassingsplan Aansluiting de Teuge en herbestemming bij de Baankstraat

Onderwerp: Vaststelling inpassingsplan Aansluiting de Teuge en herbestemming bij de Baankstraat STATENBRIEF Onderwerp: Vaststelling inpassingsplan Aansluiting de Teuge en herbestemming bij de Baankstraat Portefeuillehouder: Conny Bieze-Van Eck Kerntaak/plandoel: Kerntaak 4 - Regionale bereikbaarheid

Nadere informatie

Onderwerp Documentsoort PSNummer Behandeladvies

Onderwerp Documentsoort PSNummer Behandeladvies TB=technische briefing HZ=hoorzitting Onderwerp Documentsoort PSNummer Behandeladvies 1 EEM - Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016-2019 Fonds nazorg stortplaatsen Statenvoorstel PS2015-588 EEM 28-10,

Nadere informatie

Overzicht Gelderse Gemeenschappelijke Regelingen per oktober 2015

Overzicht Gelderse Gemeenschappelijke Regelingen per oktober 2015 Afvalreiniging Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Mook en Middelaar, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27185 31 december 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 december 2012, nr. VO/OK/379368,

Nadere informatie

AANTALLEN EN VERSPREIDINGSGEBIED VAN UW FOLDERS

AANTALLEN EN VERSPREIDINGSGEBIED VAN UW FOLDERS AANTALLEN EN VERSPREIDINGSGEBIED VAN UW FOLDERS Postcode Provincie Gemeente Plaats Wijk Aantal 3841 Gelderland Harderwijk Harderwijk Centrum/Friese Gracht/Zeebuurt 2.563 3842 Gelderland Harderwijk Harderwijk

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, maart 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, maart 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, maart 2017 In Gelderland daalt WW vooral in de bouw In maart is het aantal WW uitkeringen in Gelderland met 285 afgenomen tot 48.253. De WW daalde daarmee over de afgelopen

Nadere informatie

Hartelijk dank voor het voorontwerp-bestemmingsplan dat we op ontvingen. We hebben uw plan bestudeerd.

Hartelijk dank voor het voorontwerp-bestemmingsplan dat we op ontvingen. We hebben uw plan bestudeerd. Bezoekadres Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Gemeente Lingewaard T.a.v. het college Postbus 15 6680 AA BEMMEL telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies griffie) Behandelwijze Overlegpunten/ beslispunten Context Agendaverzoek GS: Gelders Provinciaal Ambitie Statement leren voor Duurzame

Nadere informatie

Regeling spreiding zomervakantie 2011

Regeling spreiding zomervakantie 2011 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Bestemd voor alle scholen in het primair onderwijs,

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Reconstructie knooppunt Hoevelaken, voorstel financiering Gelderse wensen PS2013-191 Agendering (advies Griffie) Commissie MIE 6 maart 2013 Provinciale

Nadere informatie

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 STATENBRIEF Onderwerp: Rondvraag over windenergie in Zaltbommel en Apeldoorn Portefeuillehouder: J.J. van Dijk Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 Doel

Nadere informatie

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel Programma Mobiliteit BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Bij de behandeling van de Zomernota

Nadere informatie

Datum 19 juni 2019 Betreft Wmo-toezicht - Openbaarmaken van toezichtsrapporten Wmo 2015

Datum 19 juni 2019 Betreft Wmo-toezicht - Openbaarmaken van toezichtsrapporten Wmo 2015 > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Lijst ingekomen stukken statencommissie Zorg & Cultuur d.d. 14 september 2005

Lijst ingekomen stukken statencommissie Zorg & Cultuur d.d. 14 september 2005 Lijst ingekomen stukken statencommissie Zorg & Cultuur d.d. 14 september 2005 BRIEVEN / MEDEDELINGEN VAN HET COLLEGE VAN GEDEPUTEERDE STATEN. Nr. Brief en kenmerk Korte inhoud Advies 1. Voorlopige financiële

Nadere informatie

Onderstaand vindt u de uitslagen van de Provinciale Statenverkiezingen in de Nederlandse lidgemeenten van de Euregio Rijn-Waal.

Onderstaand vindt u de uitslagen van de Provinciale Statenverkiezingen in de Nederlandse lidgemeenten van de Euregio Rijn-Waal. Uitslagen Nederlandse Provinciale Statenverkiezingen 2019 Onderstaand vindt u de uitslagen van de Provinciale Statenverkiezingen in de Nederlandse lidgemeenten van de Euregio Rijn-Waal. Ergebnisse niederländischer

Nadere informatie

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies Griffie) Overleg-/ beslispunten Context Agendaverzoek VVD: Principeverzoek van Raedthuys Windenergie B.V. voor het opstellen van

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. De gemeenteraad van Geachte raad,

Gedeputeerde Staten. De gemeenteraad van Geachte raad, Gedeputeerde Staten Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres 9090 6800 GX Arnhem gemeenteraad van telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres post@gelderland.nl

Nadere informatie

Factsheet Financiën Gelderse gemeenten

Factsheet Financiën Gelderse gemeenten Factsheet Financiën Gelderse gemeenten Begrotingen Gelderse gemeenten getekend door de jeugdzorg In de afgelopen jaren konden we steeds een redelijk positief geluid laten horen. De Gelderse gemeenten herstelden

Nadere informatie

Gelders Energieakkoord (GEA) OPWEKKING VAN HERNIEUWBARE ENERGIE HET POTENTIEEL IN KAART

Gelders Energieakkoord (GEA) OPWEKKING VAN HERNIEUWBARE ENERGIE HET POTENTIEEL IN KAART Gelders Energieakkoord (GEA) OPWEKKING VAN HERNIEUWBARE ENERGIE HET POTENTIEEL IN KAART Maart 2016 In opdracht van de Tafel Monitoring Uitgevoerd door: Alliander Klimaatverbond Introductie In Deel II van

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, november 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, november 2015 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, november 2015 Daling WW hapert in Gelderland Minder WW-uitkeringen dan, maar wel meer dan e Eind november 2015 telde Gelderland 51.800 WW-uitkeringen. Dat zijn er 850

Nadere informatie

Coöperatie AGoGas u.a. T.a.v. Postbus AL DOETINCHEM. 18 december Beste,

Coöperatie AGoGas u.a. T.a.v. Postbus AL DOETINCHEM. 18 december Beste, Bezoekadres Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Coöperatie AGoGas u.a. T.a.v. Postbus 468 7000 AL DOETINCHEM telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, december 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, december 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, december 2016 WW Gelderland eind 2016 lager dan verwacht In 2016 hoefden minder mensen een beroep te doen op de WW. De provincie Gelderland telt eind 2016 nog 48.287

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11687 2 maart 2018 Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 23 februari 2018, nr. VO/OK/847252,

Nadere informatie

Onderwerp: Beter Benutten Vervolg regio Stedendriehoek en Stadsregio Arnhem-Nijmegen

Onderwerp: Beter Benutten Vervolg regio Stedendriehoek en Stadsregio Arnhem-Nijmegen STATENBRIEF Onderwerp: Beter Benutten Vervolg regio Stedendriehoek en Stadsregio Arnhem-Nijmegen Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, april 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, april 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, april 2016 Meer kansen op Gelderse arbeidsmarkt In april is het aantal WW-uitkeringen in Gelderland met 2,7 procent gedaald tot 55.016. Dat zijn er 1.543 minder dan

Nadere informatie

Regeling spreiding zomervakantie

Regeling spreiding zomervakantie OCenW-Regelingen verbindend voorschrift kantie in de regio Zuid moet samenvallen met de carnavalsweek. De reden hiervoor is, dat scholen in de Rooms Datum: 31 augustus 2004 Kenmerk: VO/S&O-2004/23532 Datum

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35695 20 oktober 2015 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 oktober 2015, nr. VO/OK/587536,

Nadere informatie

Nadere analyse vrijkomende agrarische bebouwing Gelderland

Nadere analyse vrijkomende agrarische bebouwing Gelderland Nadere analyse vrijkomende agrarische bebouwing Gelderland Edo Gies, Rob Smidt, Renze van Och en Inge Vleemingh Nadere analyse vrijkomende agrarische bebouwing Gelderland Edo Gies, Rob Smidt, Renze van

Nadere informatie

Leerlingenprognose Oost-Gelderland 2012-2020

Leerlingenprognose Oost-Gelderland 2012-2020 Leerlingenprognose Oost-Gelderland 2012-2020 Tabellenrapportage Sil Vrielink MOOZ Onderzoek juni 2013 1 - Leerlingenprognose Oost-Gelderland 2013 MOOZ Onderzoek in opdracht van PPOG. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie