TEST NEDERLANDS. Test 2: poëzieanalyse

Transcriptie

1 Naam: Klas: Datum: TEST NEDERLANDS Test 2: poëzieanalyse Klasnummer: 30 (herrekend naar 20) 1. a) Welk procedé van taalvernieuwing en taalcreativiteit vind je toegepast in dit gedicht? Vind een voorbeeld en leg zo duidelijk mogelijk uit. /4 holler naar die bolle gooi die hals omhoog want zeg nou zelf ik ben kankerdope paaspop hopen dough gewoon de illest nigger wees weg omdat hier een wil is ok laat me je vertellen wat het is wartaal spacet meer dan achilles tis die boy die met meer poes dan oedie nigga holler at ya boy, G Dit is een voorbeeld van conceptuele integratie. Conceptuele integratie is een mentaal procedé waarbij verschillende mentale ruimtes worden gecombineerd tot een nieuwe mentale ruimte, de zogenaamde blend, die op zich een nieuwe betekenis heeft of meer betekenis draagt dan de afzonderlijke woorden. In deze tekst staan er een flink pak voorbeelden: wees weg omdat hier een wil is: dit verwijst naar de bekende uitdrukking waar een wil is, is een weg. Hier wordt het spreekwoord zo aangepast dat de niggers diegene zijn die weggaan wanneer wil ofte Willy Wartaal ergens komt. Dat betekent zoveel als dat Willy Wartaal de beste is. Als je dan terugdenkt aan het letterlijke spreekwoord, kan je dat interpreteren als waar een Will is, is een (namelijk de ander ) weg. Wartaal spacet meer dan Achilles: Achilles is een Griekse held, die onkwetsbaar was op zijn zwakke plek na: zijn hiel (denk aan de uitdrukking achilleshiel). Die wordt in het Nederlands ook achillespees genoemd. Het feit dat achillespees en Achilles spacet bijna homofoon zijn, zorgt voor een geslaagde blend. Wartaal spacet meer dan Achilles zou dan zoveel kunnen betekenen als dat de drugs Willy Wartaal op het eerste gezicht onoverwinnelijk maken (denk aan de roes), maar dat het tegelijkertijd zijn zwakke plek (achilleshiel) zou zijn.

2 Lees volgend gedicht en beantwoord vragen 2, 3 en 4 met behulp van dit gedicht. Ik draag van alles Ik draag van alles, brood, kaas een bom of een verloren schat. Dragen is mijn redding. Ook van binnen draag ik, vragen, tranen, gedaas en een karrenvracht solaas. Als ik niet draag draag ik een gemis dat niet te dragen is. Het dode ding dat ik droeg heeft mij gelikt tot ik geen gezicht meer had. 2. Welke soorten rijm vind je in dit gedicht? Wees volledig en geef bij elke soort een voorbeeld. /6 a) alliteratie of medeklinkerrijm: d o de d ing d at ik d roeg, g elikt tot ik g een g ezicht b) assonantie of klinkerrijm: gelikt - gezicht vragen, tranen c) mannelijk eindrijm: gedaas, soelaas (nadruk valt op laatste lettergreep van woord) d) kettingrijm: draag -draag ik een gemis 3. Welke stijlfiguur vind je in dit gedicht? Geef de benaming van de stijlfiguur, leg ook uit waar en leg uit wat het stijlfiguur inhoudt aan de hand van je voorbeeld. /2.5 paradox: Als ik niet draag, draag ik een gemis dat niet te dragen is: Als je niets draagt, draag je normaal niets, maar doordat hij niets draagt, moet hij het niets dragen, dus draagt hij toch eigenlijk iets. Op het eerste gezicht lijkt deze zin niet logisch, maar als je erover nadenkt, dan houdt het toch steek. 4. Welke beeldspraak vind je in dit gedicht? Leg ook uit waar en geef de definitie. /2.5 Het dode ding dat ik droeg heeft mij gelikt: een voorbeeld van een personificatie, waarbij levenloze voorwerpen (een ding hier) menselijke eigenschappen krijgen.

3 5. Lees volgende discussie. Welke beeldspraak of stijlfiguren komen we hier tegen? Onderlijn ze en benoem ze telkens. /5 - Wat heb ik nu gehoord, heeft je vrouw echt een document ondertekend waarin ze belooft voor altijd voor haar zieke buurman te zorgen. overdrijving - Ja, die koe heeft echt weer iets verschrikkelijk doms gedaan. metafoor - Ze heeft eigenlijk haar eigen doodvonnis getekend. overdrijving - moet ze dan werkelijk voor die man blijven zorgen tot hij is heengegaan? eufemisme - Ik zweer het je, het stond er echt zwart op wit! antithese - Dan heeft hij vanaf nu echt een leven als God in Frankrijk! vergelijking/overdrijving 6. Welke vormen van metonymie vinden we in elke zin? /5 - Wil jij even de koppen tellen om te kijken of iedereen er is? pars pro toto - Heb je de kaars al doen branden? totum pro parte: niet de hele kaars brandt, alleen de pit - Hij had zin in nog meer cola. Hij vroeg aan de cafébaas of hij nog een blikje had. houder voor inhoud. - De spoorwegen zijn aan het staken. abstract voor concreet: je hebt het hier over de mensen die voor de spoorwegen werken, terwijl de spoorwegen de abstracte overheidsorganisatie is die instaat voor het vervoer en de logistiek - Er is een nieuwe Arthur Japin uitgekomen. Het is echt een prachtig boek geworden. maker voor gemaakte

4 TEST NEDERLANDS Test 3: Leesvaardigheid Interview Pepijn Lanen en Herman Pleij 10 Naam: Klas: Datum: Klasnummer: 1. Leg het verschil uit tussen de woorden toilet en WC? /2 2. De Jeugd van Tegenwoordig gebruiken in hun teksten vaak onbegrijpelijke woorden en zelfverzonnen uitdrukkingen. Welk principe van taal wordt hierdoor aangetoond? /2 3. Wat kan ervoor zorgen dat het Nederlands haar status als moedertaal verliest? /2 4. Hoe komt het dat de taalbeheersing van jonge studenten achteruit gaat? /2

5 5. Wat zorgt ervoor dat taalverandering tegenwoordig zo veel sneller gaat dan vroeger? /2