Agenda van de openbare Weeklijst van 11 juni 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Agenda van de openbare Weeklijst van 11 juni 2013"

Transcriptie

1 Agenda van de openbare Weeklijst van 11 juni 2013 Weekoverzicht 5 t/m 11 juni 2013 Datum: dinsdag 11 juni 2013 Aanvang: 17:00 Statenbrieven Statenbrieven ter kennisneming 1. PS AFW/MIE - Resultaten, verslag en uitkomsten van de evaluatie-enquête Chinamissie maart 2013 alsmede besluit inzake Chinamissie april 2014 Statenbrief - PS AFW MIE - Resultaten, verslag en uitkomsten van de evaluatie-enquête Chinamissie maart (pdf) PS AFW MIE bijlage (pdf) 2. PS beantwoording mondelinge vragen over verondieping Zandwinplas Het Reeven te Azewijn Statenbrief - PS beantwoording mondelinge vragen over verondieping Zandwinplas Het Reeven te Azewijn (pdf) 3. PS Wensen en bedenkingen GS bij initiatiefvoorstel Chr. van den Bos (VVD) Statenbrief - PS MIE - wensen en bedenking van GS bij het initiatiefvoorstel van dhr. Chr. van den Bos (pdf) 4. PS AFW - aanbieding rapport Ecorys Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma Statenbrief - PS AFW - aanbieding rapport Ecorys Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma (pdf) Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het investeringsprogramma (pdf) 5. PS MIE - Jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Statenbrief - PS MIE - aanbieding jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV (pdf) PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV (pdf) 1

2 Weeklijst - dinsdag 11 juni 2013 PS - Verslag 6. PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 (pdf) Statenvragen. Statenvragen - PS Sluiting jusitiële inrichtingen, P. Wanrooij (PvdA) (pdf) Statenvragen - PS Vervroegd afschot edelherten, L. van der Veer (Pvd- Dieren) (pdf) Statenvragen - PS gebruik dienstauto algemeen directeur, M. Faber (PVV) (pdf) Statenvragen - PS omgevingsvisie en schrappen stiltegebieden, L. van der Veer (PvdDieren) (pdf) Antwoorden op Statenvragen 8. PS AFW - Beantwoording schriftelijke vragen M. Faber (PVV) over hardheidsclausules Antwoord op Statenvragen - PS hardheidsclausules, M. Faber (PVV) (pdf) 9. PS AFW - Beantwoording schriftelijke vragen M. Faber (PVV) over het gebruik van de dienstauto door de algemeen directeur Antwoord op Statenvragen - PS het gebruik van de dienstauto door de algemeen directeur, indiener M. Faber (PVV) (pdf) Bijlage - PS verklaring gebruik dienstauto door algemeen directeur (pdf) Ingekomen brieven 10. PS 11. LCJ Ingekomen stuk - PS reactie Geldersch Landschap & Kasteelen op petitie en open brief van Groenfront! en Lush inzake de jacht op de Veluwe (pdf) Ingekomen stuk - PS LCJ - Update World Statues Festival (pdf) 12. ROW 2

3 Weeklijst - dinsdag 11 juni AFW Ingekomen stuk - PS AFW - Reactie Rekenkamer Oost-Nederland op voorgestelde bezuiniging in de Voorjaarsnota (pdf) Ingekomen stuk - PS afschrift klacht R. Barends over niet beantwoorden brief nieuw Leefbaar Gelderland (pdf) 14. MIE Ingekomen stuk - PS mededelingenbrief van gedeputeerde Traag t.b.v. de vergadering van 15 mei 2013 (pdf) Ingekomen stuk - PS MIE - bericht van de heer Schutte over nog in te dienen motie in gemeenteraad van Apeldoorn over de N786 Dieren-Apeldoorn (pdf) Ingekomen stuk - PS reactie ROCOV Gelderland op de Voorjaarsnota 2013 (pdf) 3

4 Statenbrief - PS AFW MIE - Resultaten, verslag en uitkomsten van de... STATENBRIEF Onderwerp: Resultaten, verslag en uitkomsten van de evaluatie-enquête Chinamissie maart 2013 alsmede besluit inzake Chinamissie april 2014 Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit Over de inhoud van deze brief te overleggen De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Hierbij doen wij u verslag van de economische missie naar China die in maart 2013 plaatsvond. Tevens hebben wij besloten om de volgende economische missie te laten plaatsvinden in de periode van 4 tot en met 19 april 2014 en deze missie onder leiding van de Commissaris van de Koning en gedeputeerde mw. Bieze. 2 Aanleiding 1 Sinds 1999 onderneemt de provincie in nauwe samenwerking met Agentschap NL/EVD, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), jaarlijks een economische missie naar China. Voortzetting van de missies is door u op 28 september 2012 door Provinciale Staten geaccordeerd. Voor de toekomst hebt u gevraagd om een plan van aanpak voor de internationale acquisitie en handelsbevordering in een breder perspectief dan alleen China. Een voorstel daartoe staat gepland voor de Statenvergadering van september a.s. Daarvan zullen ook de uitgaande en inkomende missies met China onderdeel uitmaken en de wijze waarop ze worden georganiseerd. 3 Bestaand beleid c.q. kader 2 In maart van dit jaar heeft de jaarlijkse economische missie naar China plaatsgevonden. Het verslag van deze missie treft u bijgaand aan. Dit verslag doen wij u als bijlage ter kennisneming toekomen. Tevens zijn wij voornemens om in april 2014 de volgende economische missie naar China te organiseren. 4 Argumenten/afwegingen 3 De meest recente missie heeft in maart jl. plaatsgevonden o.l.v. gedeputeerde mw. Traag. Deze missie - met 35 deelnemers - heeft plaatsgevonden samen met het Ministerie van Economische Zaken en haar steunpunten in China en (gedeeltelijk) met de gemeente Arnhem. Inlichtingen bij dhr. P. de Jong, telefoonnummer (026) adres: post@gelderland.nl 4

5 Statenbrief - PS AFW MIE - Resultaten, verslag en uitkomsten van de... Tijdens de bijeenkomst met de deelnemers op 25 april jl. heeft de evaluatie van de missie plaatsgevonden en is gebleken dat de provincie Gelderland voor het ondernemen van deze missie wederom een zeer goede beoordeling heeft gekregen. Ook de match-making activiteiten van het Consulaat-Generaal in Guangzhou en de Netherlands Business Support Offices (NBSO s), de steunpunten van het Ministerie van Economische Zaken in China werden goed gewaardeerd. Daarnaast geven de bedrijven aan orders te hebben verkregen, deze op korte termijn te verwachten dan wel hun activiteiten ter verkrijging daarvan te willen voortzetten. Tijdens deze bijeenkomst kwam opnieuw naar voren dat steeds meer deelnemende bedrijven en kennisinstellingen zowel in Nederland als in China met elkaar samenwerken. De aanwezigheid en leiding van de missie door een provinciale bestuurder en het onderhouden van de relaties in China door een jaarlijkse missie wordt door het bedrijfsleven als een belangrijke randvoorwaarde voor succes gezien. Afwegingen: Het doel van deze economische missies is om ons bedrijfsleven, met inbegrip van het middenen kleinbedrijf, en onze kennisinstellingen te ondersteunen bij het verwerven van een positie op de nog steeds moeilijk toegankelijke Chinese markt. Onze uitgebreide en langjarige contacten op hoog niveau (Governor/Vice Governor, Mayor/Vice Mayor) met de overheden in China hebben aangetoond van grote waarde te zijn om de deelnemers aan de missies op het juiste niveau in gesprek te brengen met Chinese bedrijven, overheden en kennisinstellingen. Al een aantal jaren blijkt de grote belangstelling vanuit het bedrijfsleven en vanuit de kennisinstellingen om aan een provinciale missie deel te nemen: een missie die een bijdrage levert aan ons streven naar verdergaande internationalisering van ons bedrijfsleven en onze kennisinstelllingen, in het bijzonder in de clusters food, health, technology, energy, environment, water en logistics. De Chinese provincies Hubei en Shandong, waarmee wij samenwerkingsovereenkomsten hebben, besteden evenals de dit jaar bezochte provincies Fujian en Liaoning, in hun vijfjarenplannen bijzondere aandacht aan de thema s: food, health, technology, environment en water. Aangezien de kennis inzake al deze aspecten in onze provincie ruim vertegenwoordigd is, ligt het accent van de missie op die thema s. Centraal hierbij staat ons topsectorenbeleid met inbegrip van energietransitie. 5 Financiële consequenties De voor de provincie met deze missie gemoeide kosten zijn m.n. reis- en verblijfkosten en bedragen naar raming ca ,- p.p. Deze kosten dienen te worden gedeclareerd op basis van de daarvoor geldende regelingen en budgetten. Reis- en verblijfkosten van de deelnemers uit het bedrijfsleven en de kennisinstellingen c.a. komen geheel voor hun eigen rekening. 6 Proces en evaluatie 4 Gelet op de positieve uitkomsten van de missie in maart van dit jaar hebben wij besloten om de volgende economische missie naar China van 4 tot en met 19 april 2014 te laten plaatsvinden - tezamen met het Ministerie EZ/Agentschap NL en bij voorkeur in samenwerking met andere partijen zoals de gemeente Arnhem - en deze missie onder leiding te stellen van de CdK en gedeputeerde mw. Bieze. Deze tijdige planning maakt het mogelijk dat er door de (potentiële) deelnemers tijdig op kan worden geanticipeerd en de data in de agenda's voor volgend jaar kunnen worden vastgelegd. 2 5

6 Statenbrief - PS AFW MIE - Resultaten, verslag en uitkomsten van de... Ook van de komende missie zullen de resultaten, het verslag en de uitkomsten van de evaluatieenquête ter kennisneming aan uw Staten worden toegezonden. In september leggen wij u het gevraagde plan van aanpak voor omtrent handelsbevordering en acquisitie in een breder perspectief. Arnhem, 11 juni zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris Bijlagen: Ontwerpbesluit Begrotingswijziging Notitie Naam notitie Resultaten, verslag en uitkomsten enquete Chinamissie maart

7 PS AFW MIE bijlage 7

8 PS AFW MIE bijlage 8

9 PS AFW MIE bijlage Verslag Chinamissie maart 2013 INLEIDING Op 30 september 2011 is door een meerderheid van Provinciale Staten een motie aangenomen die voortzetting van de Chinamissies gedurende deze statenperiode mogelijk heeft gemaakt. Op grond van deze motie heeft in maart 2012 een economische missie plaatsgevonden onder leiding van onze gedeputeerde mw. Traag. Op 19 juni heeft ons college besloten om in maart 2013 wederom een economische missie te organiseren en ook die missie onder leiding van gedeputeerde mw. Traag te laten plaatsvinden. Vervolgens heeft de gemeente Arnhem besloten om het gedeelte van de missie dat plaatsvindt in de provincie Hubei/stad Wuhan gezamenlijk met ons te organiseren. Op 11 februari 2013 heeft in het Huis der Provincie in Arnhem de voorbereidende bijeenkomst met de deelnemers plaats gevonden. De missie bestond feitelijk uit vier onderdelen, die resp. onder leiding stonden van gedeputeerde mw. Traag in de provincies Fujian en Shandong, onder de gezamenlijke leiding van gedeputeerde mw. Traag en wethouder dhr. Van Wessem van Arnhem in de provincie Hubei/stad Wuhan en onder de ambtelijke leiding van dhr. De Jong van onze provincie in de provincie Liaoning. In totaal hebben aan de missie 35 personen deelgenomen, waarvan 7 personen namens de twee deelnemende overheden. Alle deelnemers hebben hun eigen kosten gedragen. DOELSTELLINGEN EN SAMENVATTING 1. Het introduceren van nieuwe bedrijven en kennisinstellingen op de Chinese markt en, indien van toepassing, bij de Chinese overheden; 2. het versterken van de positie van bedrijven en kennisinstellingen die al zaken doen in China; 3. het promoten van Oost-Nederland als vestigingsplaats voor Chinese bedrijven, mede met gebruikmaking van de tegenbezoeken (ca. 5 per jaar) die Chinese delegaties aan ons brengen. Deze missie is succesvol verlopen, zoals is gebleken uit de enquête die we hebben uitgezet bij de deelnemers (zie hierna). Ook zijn de banden met de Chinese overheid zowel op provinciaal als op lokaal niveau verder aangehaald en bestendigd. Dit geeft ons de mogelijkheid om onze bedrijven en kennisinstellingen bij overheidsopdrachten in de betekent het vergroten van de kans op opdrachten, binnen een korter tijdbestek en tegen gunstiger condities dan wanneer bedrijven dit geheel op eigen titel zouden moeten bewerkstelligen. Het vergroot tevens onze mogelijkheden om in voorkomende gevallen bij problemen eenvoudiger en doeltreffender te kunnen bemiddelen. REISVERSLAG Vrijdag 8, zaterdag 9 en zondag 10 maart. Amsterdam-Shanghai-Wuhan. In de namiddag van vrijdag 8 maart komen de deelnemers aan de missie op Schiphol bijeen en vertrekken naar Shanghai waar op zaterdagmorgen 9 april wordt geland. In de middag wordt doorgevlogen naar de hoofdstad Wuhan (10 mln. inw.) van de provincie Hubei (ruim 60 mln. 3 9

10 PS AFW MIE bijlage inw.) waar wij door het Foreign Affairs Office (FAO) van de provincie Hubei en het Netherlands Business Support Office (NBSO) Wuhan, onderdeel van het ministerie van Buitenlandse Zaken, worden ontvangen. Op zondag worden per bus een aantal hoogtepunten in de stad Wuhan bezocht, waaronder de Yellow Crane Tower en het Provinciaal Museum. Na aankomst van de Arnhemse delegatie onder leiding van wethouder dhr. Michiel van Wessem volgt de introductie van het individuele match-making programma door het NBSO Wuhan. Maandag 11 maart. Wuhan. vertrekken de bedrijven met hun tolk/begeleider naar hun individuele afspraken. De overheidsdelegatie brengt die ochtend, samen met het bedrijf Grontmij, een bezoek aan het provinciale Department of Housing and Urban-Rural Development. Met dit departement wordt door Grontmij Hubei steeds intensiever samengewerkt. Centre in de East Lake Hi-tech Zone. Inmiddels is onze Ambassadeur in China, dhr. Aart Jacobi, uit Beijing gearriveerd en samen met de wethouder (Vice Mayor) van Arnhem worden wij ontvangen door Vice Governor mr. Wang Junzheng van de provincie Hubei. Na terugkomst in het hotel biedt onze Ambassadeur ons een receptie aan die druk bezocht wordt, ook door de Nederlandse gemeenschap in Wuhan en een groot aantal Chinese genodigden. Vervolgens vindt de evaluatiebijeenkomst plaats. Dinsdag 12 maart. Wuhan. De bedrijven vervolgen hun individuele match-making programma. Tijdens een ontbijtbijeenkomst met de ambassadeur, de gedeputeerde, de wethouder en hun staf benadrukt de ambassadeur het belang van de structurele contacten die Gelderland en Arnhem met China onderhouden. Na het ontbijt vertrekken wij naar de Signing Ceremony van Arcadis met het Wuhan Landscape & Spatial Planning Bureau. Vervolgens wordt de Energy Flower, een gebouw dat Grontmij heeft ontwikkeld in opdracht van de stad Wuhan, bezocht. Dit gebouw is nog in aanbouw en moet het meest energiezuinige gebouw van Wuhan worden. Na het vertrek van de ambassadeur brengen de beide overheidsdelegaties een bezoek aan de City Planning Exhibition Hall. Na het diner vindt de dagelijkse evaluatie plaats. Eenieder kijkt tevreden op deze dagen terug. Zowel Arcadis als Grontmij hebben deze dagen weer overheid, zeker ook door de aanwezigheid van drie Nederlandse bestuurders op nationaal, provinciaal en lokaal niveau. Aan hun gezamenlijke aanwezigheid wordt in China grote waarde gehecht. Woensdag 13 maart. Wuhan - Xiamen Zhangzhou. In de morgen nemen wij afscheid van de Arnhemse delegatie en vertrekken naar Xiamen (4 mln. inw.). Na aankomst reizen wij direct per boot door naar Zhangzhou (de zusterstad van Wageningen) voor een bezoek aan Huisman Steel Manufacturing Company China. Managing Director dhr. Pim Overes ontvangt ons met een inleiding over het zaken doen in China en de ervaringen van Huisman, een Schiedams familiebedrijf dat wereldwijd toonaangevend is op het gebied van offshore en pijpleidingsystemen op zee. De delegatie is tijdens de rondleiding zichtbaar onder de indruk van de imposante kranen en andere offshore onderdelen die het bedrijf sinds 2007 ook in China ontwikkelt en bouwt. Na afloop varen we weer terug naar Xiamen. (Royal Huisman is door het blad Management Team uitgeroepen tot het bedrijf dat het meest bijdraagt aan de export vanuit Nederland). Die avond vindt de introductie plaats van het individuele match-making programma door de economische afdeling van het Consulaat-Generaal van Guangzhou, waar ook Fujian onder valt. 4 10

11 PS AFW MIE bijlage Donderdag 14 maart. Xiamen. Vóór uur zijn alle bedrijven met hun tolken op weg naar hun individuele afspraken. De overheidsdelegatie brengt samen met dhr. Jan Dankers van nr. 8 Institute een bezoek aan het Chinees-Nederlandse programma Check-IT. Dit programma voorziet in een uitwisseling en samenwerking van Chinese en Nederlandse studenten op het gebied van IT door gezamenlijk projectopdrachten te realiseren en verloopt al een aantal jaren succesvol. Vanuit Gelderland is de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) bij dit programma betrokken. Vrijdag 15 maart. Xiamen. De bedrijven vervolgen hun individuele business to business programma. De overheidsdelegatie brengt samen met Logistic Hotspot Rivierenland een bezoek aan de Port Authority van Xiamen. De middag wordt besteed aan het bezoeken van twee innovatieve MKB bedrijven in Xiamen, georganiseerd door Xiamen Foreign Affairs Office. De dag wordt besloten met een diner aangeboden door Vice Mayor mr. Li Dongliang, waarna tot slot de evaluatie van het onderdeel Xiamen plaatsvindt. De deelnemers spreken hun waardering uit voor de kwaliteit van de match-making afspraken die door het Consulaat-Generaal in Guangzhou zijn gemaakt. Zaterdag 16 en zondag 17 maart. Xiamen en Qingdao. Op zaterdag vliegen wij door naar de havenstad Qingdao (7 mln inw.), economisch gezien de belangrijkste stad van de provincie Shandong (ca.100 mln inw.), waar VMI Epe en VMI Yantai, onderdeel van Twentse Kabel Holding (TKH) bij de delegatie aansluit. Op zondag wordt een bezoek gebracht aan de stad Qing Dao (Green Island), georganiseerd door VMI Yantai. -making programma voor maandag en dinsdag. Maandag 18 maart. Qingdao en Jinan. De bedrijfsdeelnemers starten met hun individuele match-making programma. De overheidsdelegatie bezoekt samen met VMI hun belangrijkste klant in Qingdao, de bandenfabriek Sentaida. Directeur mr. Qin heeft al meer dan twintig, miljoenen euro s per stuk kostende, bandenmachines van VMI gekocht en is van plan alle nog aanwezige niet-vmi machines te vervangen door VMI machines. Volgens de Chinezen maakt VMI de beste machines ter wereld. Na de lunch vertrekken we per sneltrein naar de hoofdstad Jinan waar we keurig op tijd aankomen voor de courtesy-call in het provinciale Shandong Hotel. Vice-Governor mr. Xia Geng biedt onze delegatie vervolgens een diner aan. Dinsdag 19 maart. Jinan-Qingdao. De bedrijven vervolgen hun individuele afspraken in de provincie Shandong. Gedeputeerde mw. Traag moet deze dag terugreizen naar Nederland in verband met de vergadering van Provinciale Staten op woensdag 20 maart. Avonds komen alle deelnemers weer bijeen in het hotel in Qingdao. Tijdens de slotevaluatie blijkt ook in Shandong tevredenheid over de match-making. Woensdag 20 maart. Qingdao-Shenyang. De delegatie vertrekt naar het vliegveld van Qingdao om naar Shenyang te reizen, de hoofdstad van de provincie Liaoning waar Overijssel een relatie mee heeft. Na aankomst in het hotel start direct de door het NBSO Dalian georganiseerde match-making. De briefing over het programma van morgen door NBSO Dalian vindt later op de avond plaats. 5 11

12 PS AFW MIE bijlage Donderdag 21 maart. Shenyang en Dalian. De bedrijven vervolgen hun individuele afspraken daarin bijgestaan door de overheidsdelegatie. In de namiddag wordt deel genomen aan een seminar, georganiseerd door de Europese Commissie over de bescherming van Intellectual Property Rights in China: goed georganiseerd en heel leerzaam. Vervolgens wordt per hoge snelheids trein naar Dalian gereisd, waar wij avonds laat aankomen. Vrijdag 22 maart. Dalian. De bedrijfsdelegatie heeft op deze laatste dag een match-making programma in Dalian, waar ook de overheidsdelegatie aan deelneemt. vindt de laatste evaluatiebijeenkomst plaats in het hotel: het overall beeld is heel positief. Zaterdag 23 maart. Dalian Beijing Amsterdam. wordt vertrokken uit Dalian en na een tussenstop in Beijing landt de delegatie rond uur Nederlandse tijd op Schiphol en zit de missie er op. VERVOLG Op donderdag 25 april zijn de deelnemers bijeengekomen bij het bedrijf Royal Eijkelkamp in Giesbeek om de hiervoor gemelde resultaten van de missie met elkaar te bespreken, alsmede de resultaten van de enquete (zie hierna, bijlage 2). Inmiddels zijn drie delegaties uit China ontvangen: 1. op 13 april een delegatie uit de provincie Jiangsu o.l.v. Mayor mr. Qu Futian van de stad 2. op 18 en 19 april een delegatie uit de provincie Hubei o.l.v. Standing CPC Committee Member mr. Lou Yangsheng en 3. op 22 april een delegatie uit de provincie Fujian o.l.v. Vice Governor mr. Chen Rongkai. Gepland staan op de korte termijn 2 delegaties: 1. op 3 juni een delegatie o.l.v. Vice Governor mr. Sun Shaocheng van de provincie Shandong; 2. op 7 juni eveneens een delegatie uit de provincie Shandong o.l.v. mr. Ma Xinglun van de stad Binzhou. 6 12

13 PS AFW MIE bijlage 13

14 PS AFW MIE bijlage 14

15 PS AFW MIE bijlage 15

16 Statenbrief - PS beantwoording mondelinge vragen over verondieping... STATENBRIEF Onderwerp: Beantwoording Mondelingen vragen uit de commissie MIE en de commissie ROW van 15 mei 2013 over verondieping Zandwinplas Het Reeven te Azewijn Doel van deze brief Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: te besluiten conform het ontwerpbesluit. over de inhoud van deze brief te overleggen. de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht). HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Beantwoording van mondelinge vragen uit de commissie MIE en de commissie ROW van 15 mei 2013 over het verondiepen van de zandwinplas Het Reeven te Azewijn. 2 Aanleiding Met de brief van 22 april 2013 heeft Stichting Dorpsraad Azewijn de onrust bij de inwoners over het verondiepen van zandwinplas Het Reeven bij GS onder de aandacht gebracht. Hierbij worden tevens de rond Het Reeven aanwezige voormalige stortplaatsen genoemd. De dorpsraad vraagt GS welke verantwoordelijkheid ze heeft bij verondieping van de zandwinplas en hoe GS de onrust over het controleren van de te storten grond kunnen wegnemen. Bovendien vreest de dorpsraad dat de volksgezondheid in het geding is. Bij de brief aan GS is de bewonersbrief gevoegd die op 12 april 2013 huis aan huis in Azewijn is verspreid. In deze brief wordt het voornemen van firma Grondbereik voor verondieping van zandwinplas Het Reeven globaal beschreven. Hierbij zijn tevens de rollen en bevoegdheden van de betrokken overheden (Waterschap, Provincie en Gemeente Montferland) verwoord. De rol van de provincie is met name gericht op de aanwezige voormalige stortplaatsen. De dorpsraad heeft op 14 mei 2013 een informatieavond gehouden. Hierbij waren ook enkele Statenleden aanwezig. Bij de commissievergadering van zowel MIE als ROW van 15 mei 2013 is aandacht gevraagd voor de voorgenomen verondieping in Azewijn. Naar aanleiding van de ingekomen stukken PS en -418 inzake het verondiepen van de zandwinningsplas Het Reeven vraagt het CDA wat de gevaren zijn die gesignaleerd worden m.b.t. de kwaliteit van het grondwater. De vragen zijn: 1 Zijn deze zorgen terecht? 2 Heeft er de afgelopen jaren al een vervuiling van het grondwater plaatsgevonden en zo ja: welke rol speelt de provincie hier in de monitoring van de grondwaterkwaliteit? 3 Bent u bereid met Waterschap Rijn en IJssel in overleg te treden over de problemen die hier kunnen gaan ontstaan? 4 Hoe kijkt de provincie aan tegen de stortplaatsen die daar liggen? De zorgen van de bewoners gaan verder dan de problematiek met het grondwater. Welke beslisbevoegdheden heeft de provincie in dit dossier? Inlichtingen bij dhr. A.H. Visser, telnr. (026) adres: post@gelderland.nl 16

17 Statenbrief - PS beantwoording mondelinge vragen over verondieping... De PvdA vult aan dat op de recente bijeenkomst van de dorpsraad naar voren kwam dat zich rond de zandwinningsplas 3 vuilnisstortplaatsen bevinden en dat de controle daarop een verantwoordelijkheid van de provincie is. Die controle is in 2002 uitgevoerd en daarna niet meer. Uit die controle van 2002 blijkt dat het om een groot verontreinigd gebied gaat, wat de zorg van de omwonenden begrijpelijk maakt. Als er dan opnieuw gestort gaat worden in deze plas dan wordt de situatie extra gecompliceerd met betrekking tot mogelijke gevaren. 5 De vraag aan GS is of het nu mogelijk is om een nulmeting te doen vergelijkbaar met het onderzoek in Bestaand beleid c.q. kader Bij de verondieping van de zandwinplas Het Reeven is de Waterwet van kracht als het gaat om de kwaliteit van het oppervlaktewater. Hiervoor is het waterschap bevoegd gezag. De voormalige stortplaatsen vallen onder de Wet bodembescherming, waarvoor de provincie bevoegd gezag is. 4 Argumenten/afwegingen Beantwoording 1 Zijn deze zorgen terecht? Het is begrijpelijk dat er zorgen zijn maar er zijn voor het verondiepen van zandwinplassen kaders, waardoor de verondieping aan geldende normen moet voldoen. Voor de uitvoering van de verondieping zal deze toets door het waterschap worden uitgevoerd. Als het gaat om de bestaande situatie over de stortplaatsen, is op basis van onderzoek uit 1993 en 2005/2006 geconcludeerd dat er sprake is van een verontreiniging maar dat deze is toen vastgesteld dat de verontreiniging niet gesaneerd hoefde te worden in verband met het 2 Heeft er de afgelopen jaren al een vervuiling van het grondwater plaatsgevonden en zo ja: welke rol speelt de provincie hier in de monitoring van de grondwaterkwaliteit? De afgelopen jaren zijn ter plaatse voor zover wij weten geen verontreinigde stoffen toegepast waardoor de bestaande verontreinigingssituatie van het grondwater nadelig is beïnvloed. Uit de uitgevoerde onderzoeken van een eerder tijdstip blijkt dat het grondwater verontreinigd is ter plaatse van de voormalige stortplaatsen. Deze verontreinigingen brengen echter geen risico's met zich mee. De provincie heeft in het verleden verschillende onderzoeken laten uitvoeren op deze locaties. Begin jaren 90 is reeds bodemonderzoek uitgevoerd bij Azewijn. De resultaten zijn verwoord in het onderzoeksrapport "Verslag van onderzoek naar bodemverontreiniging in de gemeente Bergh en Gendringen" van Grontmij, doc BWT/MS, september De conclusies van dit onderzoek hebben wij verwoord in onze brief van 21 september 1993 (verzonden 28 september). Hierin is aangegeven dat er sprake is van een sterke verontreiniging in het grondwater in de directe omgeving van de stortplaatsen. Aangezien er bij het aanwezig gebruik geen sprake was van een actueel risico voor de volksgezondheid en de verspreiding op basis van de onderzoeksresultaten beperkt is tot de directe omgeving van de stortplaatsen, is deze bodemverontreiniging destijds (1993) ingedeeld in een lage prioriteitsklasse. 2 17

18 Statenbrief - PS beantwoording mondelinge vragen over verondieping... In het kader van de Wet bodembescherming (Wbb) is in de periode opnieuw onderzoek uitgevoerd bij de voormalige stortplaatsen (onderzoekstraject Navos). Het Navosonderzoek heeft niet tot een andere beoordeling geleid dan voorheen is gebeurd bij de beoordeling onder het regime van de Interimwet bodemsanering. Een nieuw onderzoek zal naar verwachting niet tot andere inzichten leiden. Op een van de stortplaatsen is inmiddels een bovenafdichting aangebracht. De afwerking van deze stortplaats heeft ertoe geleid dat wij, gelet op de beoogde herontwikkeling van dit terrein tot solarpark, deze locatie als "gesaneerde locatie" beschouwen (zie onze brief van 29 september 2010). De rol van de provincie is nu toetsend of toekomstige activiteiten niet leiden tot een verandering van de verontreinigingssituatie ter plaatse van de voormalige stortplaatsen. Dit doen wij in het kader van de Wet Bodembescherming. 3 Bent u bereid met Waterschap Rijn en IJssel in overleg te treden over de problemen die hier kunnen gaan ontstaan? Wij zijn op dit moment met het waterschap in overleg over het aanbrengen van grond in Het Reeven te Azewijn. Nadat initiatiefnemer Grondbereik zich met een conceptinitiatief aanvraag/melding bij het waterschap had gemeld, is op 21 februari 2013 een overleg gehouden tussen de betrokken overheden, Waterschap Rijn en IJssel, provincie Gelderland en de gemeente Montferland, ieder vanuit zijn eigen bevoegdheid respectievelijk de Waterwet (verondieping), Wet bodembescherming (activiteiten bij voormalige stortplaatsen) en verkeersveiligheid. Bij een eventuele (definitieve) procedure/melding zullen de stappen in goed overleg tussen betrokken overheden worden gedaan. Tot op heden is nog geen formele "melding" ingediend. In maart 2013 heeft het waterschap algemene beleidsregels voor verondieping van zandwinplassen vastgesteld. Publicatie hiervan gaf een nieuwe impuls aan omwonenden en dorpsraad. Gelet op de relatie van de verondieping van Het Reeven en de omliggende voormalige stortplaatsen is er eind april nogmaals contact geweest met het waterschap. Op 17 april 2013 is er een informatief gesprek geweest met omwonenden. Hierbij is een toelichting gegeven over voormalige stortplaatsen en specifiek de situatie in Azewijn. Aansluitend zijn de relevante onderzoeksgegevens per mail verstrekt. Ook het waterschap heeft in het kader van de inspraakprocedure gesprekken gehad met omwonenden, dorpsraad en vertegenwoordigers van de buurt. 4 Hoe kijkt de provincie aan tegen de stortplaatsen die daar liggen. De zorgen van de bewoners gaan verder dan de problematiek met het grondwater. Welke beslisbevoegdheden heeft de provincie in dit dossier? De verontreinigingsituatie van de stortplaatsen veroorzaakt op dit moment geen risico's voor het huidig gebruik. De toets of het aanbrengen van de licht verontreinigde grond in Het Reeven de situatie wijzigt, ligt voornamelijk bij het waterschap. Zoals bij vraag 3 is aangegeven vindt er al overleg plaats met de betrokken partijen. Als het gaat over bevoegdheden is de volgende verdeling van kracht: Gemeente Montferland heeft een rol bij het vervoersplan in het kader van de verkeersveiligheid. Daarnaast kunnen een wijziging van het bestemmingsplan en het verlenen van een omgevingsvergunning noodzakelijk zijn. 3 18

19 Statenbrief - PS beantwoording mondelinge vragen over verondieping... Waterschap Rijn en IJssel is bevoegd gezag Waterwet met betrekking tot de verondieping van de zandwinplas. De verondieping zal daarbij voldoen aan de criteria voor grootschalige toepassing. Provincie Gelderland is bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb). Handelingen op en nabij voormalige stortplaatsen die van invloed kunnen zijn op de verontreinigingssituatie ter plaatse moeten worden voorgelegd ter toetsing aan de criteria van de Wbb. NB: Het Reeven ligt nabij de provinciale weg N335. Als voor het vervoersplan een aanpassing (extra afrit) aan de provinciale weg moet plaatsvinden, zal de provincie ook t.a.v. het vervoersplan en de verkeersveiligheid een verantwoordelijkheid krijgen. 5 Is het nu mogelijk is om een nulmeting te doen vergelijkbaar met het onderzoek in 2002? Indien de initiatiefnemer een formele melding heeft indiend bij Wwaterschap Rijn en Ijssel, zal ook worden bekeken wat het aanbrengen van de grond in de plas voor de verontreinigingssituatie van de voormalige stortplaatsen betekent. Als blijkt dat bij verondieping van de plas de verontreinigingssituatie verandert, dan is dit een handeling die wij toetsen op grond van de Wbb. Alvorens wij daar mee instemming zal een actueel beeld van de verontreinigingssituatie moeten worden vastgesteld. De werkzaamheden zullen ons in een "saneringsplan" (wat waarschijnlijk alleen een verbetering van de oever zal inhouden) moeten worden voorgelegd. Daarin zal ook de mogelijke invloed van een verondieping van de plas op de grondwaterverontreiniging moeten worden beschreven (inschatting/berekening). Ook zal dit saneringsplan een monitoring (tijdens en na de werkzaamheden) moeten bevatten om die inschatting te controleren. 5 Financiële consequenties Niet van toepassing 6 Proces en evaluatie Niet van toepassing Arnhem, 11 juni zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris Bijlagen: Ontwerpbesluit Begrotingswijziging Notitie Naam notitie Tekst 4 19

20 Statenbrief - PS MIE - wensen en bedenking van GS bij het... STATENBRIEF Onderwerp: Reactie GS op initiatiefvoorstel Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit Over de inhoud van deze brief te overleggen De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Op 29 mei 2013 is een initiatiefvoorstel ingediend waarin wordt voorgesteld om gedurende de aanbestedingsfase en de uitvoering van de pilots een rapporteur te benoemen met de opdracht: De uitvoering van het Plan van Aanpak PS te monitoren op de volgende aspecten: a. het verkrijgen en behouden van lokaal draagvlak; b. maximale benutting van burgerinitiatieven; c. maximalisering van kansen voor het Gelderse MKB. Hierover regelmatig, maar in ieder geval bij beëindiging van de pilots, schriftelijk te rapporteren. Deze statenbrief bevat de reactie van het college van GS op uw initiatief. GS laten besluitvormng over het al dan niet toevoegen van een rapporteur aan het project over aan uw Staten. 2 Aanleiding Aanleiding is het initiatiefvoorstel b, dat door ons op 29 mei 2013 is ontvangen. 3 Bestaand beleid c.q. kader n.v.t. 4 Argumenten/afwegingen Het aanstellen van een rapporteur is een bevoegdheid van uw Staten. GS laten besluitvormng over het al dan niet toevoegen van een rapporteur aan het project dan ook aan uw Staten over. Hierbij hechten wij, zoals ook u in uw voorstel aangeeft, aan een duidelijke scheiding van de rollen van uw Staten en het college van GS. Wanneer u ervoor kiest een rapporteur aan te stellen dan dient u zich te realiseren dat de rapporteur geen deel kan uitmaken van het project, gegeven de bevoegdheidsverdeling tussen het college en uw Staten. Wel zal het college op elk gewenst moment informatie verschaffen aan uw Staten. Wij geven u in overweging als alternatief een commissie in te richten vergelijkbaar met de Commissie Jeugdzorg. Ook geven wij u in overweweging de heer Van den Bos daarvan als voorzitter aan te stellen. Inlichtingen bij Carla Onderdelinden, tel. (026) adres: post@gelderland.nl 20

21 Statenbrief - PS MIE - wensen en bedenking van GS bij het... 5 Financiële consequenties N.v.t. 6 Proces en evaluatie Wij stellen voor de invulling van het rapporteurschap halfjaarlijks in gesprek met de rapporteur, griffier en ambtelijk opdrachtgever te evalueren en u hierover via de griffie te informeren. Arnhem, 11 juni zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris Bijlagen: Ontwerpbesluit Begrotingswijziging Notitie Naam notitie Tekst 2 21

22 Statenbrief - PS AFW - aanbieding rapport Ecorys Gevolgen wet HOF op... STATENBRIEF Onderwerp: Aanbieding rapport Ecorys: Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit Over de inhoud van deze brief te overleggen De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Aanbieding Ecorys rapport en verstrekking informatie over de activiteiten van ons college met betrekking tot het wetsontwerp Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) 2 Aanleiding In uw vergadering van 13 februari 2012 heeft u besloten niet in te stemmen met een akkoord van de koepels van decentrale overheden met het Rijk inzake financiën decentrale overheden tenzij er op een viertal punten aanvullende afspraken worden gemaakt (PS ). Op grond daarvan heeft ons college een aantal activiteiten ontplooid om de besluitvorming over het wetsontwerp HOF te beïnvloeden. Een economische effectanalyse van de gevolgen van de Wet HOF op het investeringsprogramma is er daar één van. Het rapport is tot stand gekomen in samenwerking met de provincies Fryslân, Limburg, Noord-Brabant en Overijssel die ook niet hebben ingestemd met het akkoord. Hoewel het rapport nog in de conceptfase verkeerde tijdens het debat in de Tweede Kamer over het wetsontwerp (op 16 april 2013) heeft een persbericht over werkgelegenheidseffecten in het debat wel een belangrijke rol gespeeld. Thans is het rapport definitief en bieden wij u dit gaarne aan. 3 Bestaand beleid c.q. kader Algemeen financieel beleid 4 Argumenten/afwegingen Het rapport geeft aan dat de provincies over de periode 2013 tot en met 2017 in het ergste geval, als gevolg van de ontstane discrepantie tussen investeringsruimte en investeringsambitie, voor 4,1 miljard aan investeringsplannen in de ijskast moeten zetten. Als gevolg daarvan blijft ook een potentiële werkgelegenheid van mensjaren achterwege. De Minister van Financiën heeft echter aangegeven dat het Rijk uitgaat van de macronormering waarmee het beschreven effect niet zou optreden. Macronormering wil zeggen een norm voor de sector decentrale overheden als geheel en niet voor de individuele organen (provincie, gemeente of waterschap). In het rapport wordt betoogd (hoofdstuk 2.1) dat al lijkt de macronormering ruimte te bieden, de investeringsplannen over een periode van 5 jaar gemeten wel degelijk beperkt uitvoerbaar zullen zijn binnen de ruimte van de wet. Inlichtingen bij dhr. W. Muit, tel. (026) adres: post@gelderland.nl 22

23 Statenbrief - PS AFW - aanbieding rapport Ecorys Gevolgen wet HOF op... Voor Gelderland geeft het rapport aan dat 80% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang kunnen vinden. Dat betekent dat het totale potentiële werkgelegenheidseffect met circa arbeidsplaatsen afneemt tegenover een realiseerbaar werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen passend binnen de wet. De gevolgen van de Wet HOF op het investeringsprogramma en de afname van werkgelegenheid in economische waarde, staan gelijk 5 Financiële consequenties Niet van toepassing 6 Proces en evaluatie 6.1 Resultaat van het debat in de Tweede Kamer over het wetsontwerp HOF Het resultaat van het debat over het wetsontwerp HOF is dat de Minister van Financiën uit genoemd persbericht heeft opgemaakt dat de vijf provincies zich zorgen maken dat de geplande investeringen niet door zouden kunnen gaan. De minister heeft ons (en ook aan de Tweede Kamer) geschreven dat het Rijk op macroniveau geen aanleiding ziet om aan de provincies beperkingen op te leggen als het gaat om hun investeringsplannen de komende jaren. Dit wordt onderbouwd met realisatiecijfers uit 2012 die voor het CPB zelfs aanleiding zijn geweest om de raming van het saldo voor decentrale overheden in positieve zin bij te stellen (van min 0,5% bbp naar min het EMU-saldo van de decentrale overheden toch knellend uit blijkt te pakken, vindt altijd eerst bestuurlijk overleg plaats Met het schrijven van de minister zijn voor ons college echter nog niet alle zorgen weg, zeker niet op de wat langere termijn. Wij verwachten dat de gezamenlijke investeringsplannen van de provincies, waarbij diverse provincies een deel van het stamkapitaal uit de verkoop van aandelen inzetten, niet zullen passen binnen de EMU-ruimte die aan de provincies wordt toebedeeld. Dit temeer daar Nederland als geheel over enkele jaren een EMU-doelstelling van plus 0,5% bbp tot min 0,5% bbp gaat krijgen in plaats van de huidige min 3% bbp. Op dit moment loopt er een onderzoek over de onderlinge verdeling tussen de decentrale overheden. Thans wordt nog een verdeling gehanteerd van enkele jaren geleden en inmiddels zijn de verhoudingen verschoven. Mogelijk dat uit het onderzoek meer ruimte voor de provincies ontstaat. Als het resultaat van het onderzoek bekend is zullen wij u uiteraard informeren. Voorts hebben de provincies met het kabinet afgesproken dat in bestuurlijk overleg wordt bezien of op basis van de dan beschikbare realisaties de geprojecteerde daling van EMU-ruimte in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is. 6.2 Verhelderend gesprek Vanwege het tegenstemmen van 5 provincies tegen het financieel akkoord heeft het IPO het kabinet verzocht om een zogenoemd verhelderend gesprek te voeren. Dat gesprek heeft wegens agendaproblemen pas op 28 mei 2013 plaatsgevonden. Omdat de Kamerbehandeling al daarvoor had plaats gevonden is over het wetsontwerp HOF niet veel meer gesproken. De minister heeft alleen nog aangegeven dat hij geen problemen verwacht als de normale begroting wordt uitgevoerd. Wel was er irritatie richting overheden die extra besteden nu er geen sanctie wordt gegeven maar dat heeft hij ook al in de Tweede Kamer uitgesproken. 2 23

24 Statenbrief - PS AFW - aanbieding rapport Ecorys Gevolgen wet HOF op Behandeling in Eerste Kamer van het wetsontwerp HOF Het valt te verwachten dat de Eerste Kamer het wetsontwerp vooral zal toetsen op kwaliteit en zorgvuldigheid van wetgeving. Eventuele input zou op de principiële kritiekpunten (autonomie, robuustheid wetgeving en evaluatiemomenten) gericht moeten zijn. In IPO-Bestuur is afgesproken om de input voor de twaalf provincies in IPO-verband gezamenlijk te doen en niet meer vanuit de 5 provincies zoals bij het Ecorys rapport is gebeurd. Arnhem, 11 juni zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris Bijlagen: Ontwerpbesluit Begrotingswijziging Notitie Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma; bureau Ecorys Tekst 3 24

25 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma Economische Effect Analyse Opdrachtgever: Provincie Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant, Limburg & Fryslân Rotterdam, eindrapport vastgesteld op

26 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 26

27 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma Economische Effect Analyse Opdrachtgever: Provincie Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant, Limburg & Fryslân Rotterdam,

28 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Over Ecorys Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren aan maatschappelijke thema s. Wij bieden wereldwijd onderzoek, advies en projectmanagement en zijn gespecialiseerd in economische, maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling. We richten ons met name op complexe markt-, beleids- en managementvraagstukken en bieden opdrachtgevers in de publieke, private en not-forprofit sectoren een uniek perspectief en hoogwaardige oplossingen. We zijn trots op onze 80-jarige bedrijfsgeschiedenis. Onze belangrijkste werkgebieden zijn: economie en concurrentiekracht; regio s, steden en vastgoed; energie en water; transport en mobiliteit; sociaal beleid, bestuur, onderwijs, en gezondheidszorg. Wij hechten grote waarde aan onze onafhankelijkheid, integriteit en samenwerkingspartners. Ecorys-medewerkers zijn betrokken experts met ruime ervaring in de academische wereld en adviespraktijk, die hun kennis en best practices binnen het bedrijf en met internationale samenwerkingspartners delen. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat, de internationale standaard voor milieumanagementsystemen. Onze doelen op het gebied van duurzame bedrijfsvoering zijn vertaald in ons bedrijfsbeleid en in praktische maatregelen gericht op mensen, milieu en opbrengst. Zo gebruiken we 100% groene stroom, kopen we onze CO2-uitstoot af, stimuleren we het OV-gebruik onder onze medewerkers, en printen we onze documenten op FSCof PEFC-gecertificeerd papier. Door deze acties is onze CO2-voetafdruk sinds 2007 met ca. 80% afgenomen. ECORYS Nederland BV Watermanweg GG Rotterdam Postbus AD Rotterdam Nederland T F E netherlands@ecorys.com K.v.K. nr W 2 NL

29 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Aanleiding De wet HOF Vraagstelling Leeswijzer 7 2 Hoe werkt de Wet HOF door in de investeringen van provincies Macro-normering en micro-sanctionering Bepaling EMU-saldo en investeringsruimte Omvang EMU-saldo en investeringsruimte voor provincies Beleidsmatige gevolgen 15 3 Het economisch effect voor heel Nederland 17 4 Gevolgen voor de provincie Overijssel Investeringsprogramma ontleed Invloed wet HOF op de geplande investeringen Uitleg economische effecten Economische effecten Conclusie 23 5 Gevolgen voor de provincie Gelderland Investeringsprogramma ontleed Uitleg economische effecten Economische effecten Conclusie 28 6 Gevolgen voor de provincie Noord-Brabant Investeringsprogramma ontleed Uitleg economische effecten Economische effecten Conclusie 32 7 Gevolgen voor de provincie Fryslân Investeringsprogramma ontleed Uitleg economische effecten Economische effecten Conclusie 38 8 Gevolgen voor de provincie Limburg Investeringsprogramma ontleed Uitleg economische effecten Economische effecten Conclusie 41 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 3 29

30 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Bijlage: EMU-formule 43 Bijlage: Algemene effecten op thema 45 4 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 30

31 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Samenvatting Nederland heeft zich verplicht in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact te streven naar een EMU-saldo dat op middellange termijn zich beweegt tussen de -0,5% +0,5% van het bruto binnenlands product (bbp). Om dat te bereiken zal het Rijk zelf een inspanning moeten doen, maar het Rijk vraagt op grond van de Wet HOF om een gelijkwaardige inspanning van de decentrale overheden. Aangezien de Wet HOF uitgaat van overheidstekorten berekend op basis van kasbasis, worden alle inkomsten en uitgaven in een jaar meegeteld. De omstandigheid dat uitgaven uit het eigen vermogen bekostigd worden doet daarbij niet ter zake. Dit betekent wel dat provincies hun vermogen dat ze beschikbaar hebben niet of niet op het gewenste moment kunnen inzetten. Het inzetten van vermogen betekent namelijk dat de uitgaven de inkomsten overtreffen en daarmee het EMU-saldo van Nederland verhogen. Op verzoek van de provincies Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant, Limburg en Fryslân, hebben wij een onderzoek gedaan naar de economische effecten van de Wet HOF. Wij hebben daarbij het voorstel van wet zoals ingediend bij de Tweede Kamer, inclusief de Nota van Wijziging als vertrekpunt genomen. Tevens hebben wij de afspraken die tussen het Kabinet en de koepels op 18 januari 2013 zijn gemaakt, in het zogeheten financieel akkoord, in het onderzoek verwerkt. In ons onderzoek hebben wij berekend wat de marge is die de provincies gelaten wordt op grond van de bepalingen Wet HOF om te investeren. Dit hebben wij afgezet tegen de investeringsambities die de provincies hebben. Wij hebben daarbij rekening gehouden met de rekenregels die zijn voorgeschreven om te komen tot bepaling van het toegestane EMU-saldo. Aan de andere kant hebben wij de investeringsplannen meegenomen die de provincies voor de komende jaren hebben berekend. Wanneer de investeringsruimte en de investeringsambities met elkaar geconfronteerd worden, kunnen we constateren dat de ambities aanzienlijk groter zijn dan de ruimte die geboden wordt. Daarbij doet zich het fenomeen voor dat de provincies de benodigde financieringsmiddelen voor deze investering wel beschikbaar hebben. De vijf door ons onderzochte provincies hebben deze middelen onder andere verkregen door de verkoop van hun aandelen in een nutsbedrijf. De provincies hebben de ambitie dat dit vermogen wordt ingezet voor maatschappelijk renderende investeringen. Als gevolg van de Wet HOF wordt dit streven beperkt. Wij hebben de meerjarige investeringsplannen van de provincie onderzocht op hun economische effecten. Daarbij hebben wij een onderscheid gemaakt tussen de directe en indirecte economische effecten van de investering. Dit doen wij in termen van aan de investering verbonden arbeidsplaatsen en toegevoegde waarde. Voor de vijf provincies is dit afzonderlijk inzichtelijk gemaakt. Verder hebben we een indicatieve berekening gemaakt van het effect voor alle twaalf provincies in totaal. Uit onze berekeningen blijkt dat de vijf provincies over de periode 2013 tot en met 2017 in het ergste geval, als gevolg van de ontstane discrepantie tussen investeringsruimte en investeringsambitie, voor circa 3,2 miljard aan investeringsplannen in de ijskast moeten zetten. De daarmee gepaard gaande werkgelegenheidseffecten zijn circa mensjaren. Kort gezegd betekent dit dat als gevolg van de Wet HOF er in de vijf onderzochte provincies voor bijna 3,2 miljard kapitaal ongebruikt blijft. Als gevolg daarvan blijft ook een potentiële werkgelegenheid van mensjaren achterwege. Voor heel Nederland verwachten we dat het om circa 4,1 miljard aan investeringsplannen gaat, samen goed voor een werkgelegenheidseffect van circa mensjaren, gelijk aan circa 4,4 miljard euro toegevoegde waarde. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 5 31

32 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 32

33 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 1 Aanleiding 1.1 De wet HOF Het kabinet heeft op 24 september 2012 een wetsvoorstel ingediend genaamd Houdbare Overheidsfinanciën, kortweg de Wet HOF 1. Als gevolg van Europese afspraken mag en wil Nederland het begrotingstekort niet boven de 3 procent laten stijgen. Daarbij tellen zowel de tekorten van de centrale overheid als van de decentrale overheden mee. Dat is niet zomaar bij elkaar op te tellen. Het Rijk hanteert voor haar begroting een kasstelsel en de decentrale overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) werken met een baten/lasten-stelsel. Maar voor de berekening van het aandeel van de decentrale overheden in het tekort worden ook hun kasuitgaven geteld. Een investering van bijv. een provincie, die wordt geactiveerd en in latere jaren wordt afgeschreven, telt in het jaar waarin deze wordt gedaan volledig mee in het tekort. Wanneer provincies boven het hun vergunde aandeel in het begrotingstekort komen kan een boete worden opgelegd. Dit ontmoedigt natuurlijk investeringen door provincies. De nadelige gevolgen voor de ontwikkeling van de economische en fysieke infrastructuur kunnen fors zijn, aangezien de decentrale overheden (2/3) gezamenlijk meer investeren dan het Rijk (1/3). Dit gevolg wordt ook door VNO NCW en MKB-Nederland bevestigd. Het gaat hierbij dit jaar om 900 miljoen euro, oplopend tot een bedrag van 11 miljard aan investeringen door decentrale overheden in deze kabinetsperiode (VNO- NCW en MKB-Nederland in brief aan Tweede Kamer, o.b.v. ramingen IPO, VNG en Unie van Waterschappen, 10 januari 2013). Het is wel positief dat het stellen van specifieke eisen ten aanzien van het overheidstekort per afzonderlijke gemeente, provincie en waterschap in het wetsvoorstel is losgelaten. Het vaststellen van maximale tekorten per gemeente, provincie en waterschap zou een onnodige belemmering van overheidsinvesteringen hebben betekend (CPB, CPB-inbreng rondetafelgesprek wet Houdbare overheidsfinanciën, 21 november 2012). 1.2 Vraagstelling Aan Ecorys is gevraagd om een indicatie te geven van wat de economische effecten zijn van het temporiseren of herprioriteren van het provinciale investeringsprogramma als gevolg van de mogelijke invoering van de wet HOF. In deze rapportage zijn de economische effecten indicatief in beeld gebracht voor de provincies Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant, Limburg en Fryslân. Daarnaast is een indicatieve inschatting gemaakt van het economisch effect voor heel Nederland. 1.3 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk zal een duiding gegeven worden van de begrotingstechniek die verbonden is met de Wet HOF. In de daaropvolgende hoofdstukken wordt ingegaan op het economische effect van het temporiseren of herprioriteren van het provinciale investeringsprogramma als gevolg van de mogelijke invoering van de wet HOF. Ieder hoofdstuk begint met inzicht te geven in de financiële gevolgen van de wet HOF op het 1 Kamerstuk Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 7 33

34 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... investeringsprogramma. Vervolgens is op basis van kengetallen een indicatieve berekening gemaakt van de economische effecten per investeringsthema die als gevolg van de wet HOF (mogelijk) geen doorgang vinden. Hoofdstuk 2: Hoe werkt de Wet HOF door in de investeringen van provincies Hoofdstuk 3: Het economisch effect opgeschaald voor heel Nederland Hoofdstuk 4: Gevolgen voor de provincie Overijssel Hoofdstuk 5: Gevolgen voor de provincie Gelderland Hoofdstuk 6: Gevolgen voor de provincie Noord-Brabant Hoofdstuk 7: Gevolgen voor de provincie Fryslân Hoofdstuk 8: Gevolgen voor de provincie Limburg 8 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 34

35 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 2 Hoe werkt de Wet HOF door in de investeringen van provincies In dit hoofdstuk wordt een duiding gegeven van de normering/sanctionering en de begrotingstechnische systematiek die verbonden is met de Wet HOF. Inzicht daarin kan de beperkingen verklaren die de Wet HOF met zich meebrengt voor de vrijheid om te investeren door provincies. 2.1 Macro-normering en micro-sanctionering. In het wetsontwerp van september 2012 is door het kabinet aan de decentrale overheden de tegemoetkoming gedaan om in de Wet HOF niet langer meer uit te gaan van een micro-normering, maar in plaats daarvan zich te willen beperken tot een macro-normering. De betekenis daarvan is dat er slechts gestuurd wordt op een norm van 0,5% bbp (in 2013, 2014 en 2015; in 2016 is de macro-norm 0,4%; in 2017 wordt deze verder verlaagd naar 0,3%). De achtergrond daarvan is dat de ervaring uit het verleden zou leren dat overschrijdingen van de micro-norm door de ene overheid meestal gecompenseerd worden door onderschrijdingen door een andere overheid. Deze compensatie kan binnen de macro-norm plaatsvinden tussen de bestuurslagen. Zo kan een overschrijding door de bestuurslaag provincies gecompenseerd worden door een onderschrijding bij de gemeenten of de waterschappen. Wij plaatsen in het kader van dit onderzoek daar drie kanttekeningen bij. 1. Op de eerste plaats is er weliswaar sprake van een sturing op de macro-norm, maar wanneer er sprake is van overschrijding van deze macro-norm, blijft de mogelijkheid van een individuele sanctie bestaan. Ook bij de behandeling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer heeft de minister van Financiën een micro-sanctionering niet uitgesloten. Weliswaar is daarvoor een aantal voorafgaande stappen vereist, zoals het beeld dat de overschrijding structureel is en een bespreking van de overschrijding in een bestuurlijk overleg, maar finaal blijft de mogelijkheid bestaan. De minister hecht er zelfs aan dat een dergelijk instrument beschikbaar blijft, waarbij via de Algemene Uitkering uit het Provinciefonds een individuele provincie gesanctioneerd kan worden. Voor een dergelijke micro-sanctionering is een micro-normering wel noodzakelijk. 2. Voorts wordt bij de argumentatie voor een macro-normering verwezen naar ervaringen uit het verleden. Die ervaringen laten evenwel een gemengd beeld zien. De gemeenten vertonen al sinds 2008 een overschrijding van hun EMU-norm van 0,38% bbp. De provincies hadden tot en met 2009 een positief EMU-saldo, maar vertonen met ingang van 2010 ook een EMU-tekort, dat alleen in 2011 binnen de norm bleef. De waterschappen realiseren een EMU-tekort dat al jarenlang rond de norm schommelt, met afwisselend een kleine overschrijding en een kleine onderschrijding. Deze informatie is ontleend aan een notitie van het ministerie van Financiën: Actualisatie EMU-normen voor decentrale overheden door de werkgroep actualisatie EMUonderzoek. Dit beeld wordt nog pregnanter wanneer dit wordt aangevuld met de informatie uit de Definitieve uitkomsten EMU-enquête 2013 van het CBS (gepubliceerd op 28 februari 2013). Daaruit blijkt dat op basis van de opgaven van de decentrale overheden voor 2012 de norm van mld. voor de decentrale overheden gezamenlijk met ruim 100% overschreden wordt en uitkomt op mld. Het EMU-tekort voor de decentrale overheden bedraagt aldus 1,0% bbp. Alle bestuurslagen dragen in meerdere of mindere mate bij aan deze overschrijding. In deze zelfde enquête is ook gevraagd naar de raming voor De macronorm voor dit jaar bedraagt mld. De raming komt uit een verwacht EMU-saldo van Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 9 35

36 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het mld. Dit is 0,67% bbp. Ook hier dragen alle bestuurslagen bij aan de overschrijding. Weliswaar is de geraamde overschrijding in 2013 geringer dan die voor 2012, maar daarbij moet bedacht worden dat de opgaven gebaseerd zijn op de begrotingen voor het dienstjaar 2013 waarin investeringen die nog niet gedekt zijn door besluiten van raden, staten of algemene vergaderingen niet zijn opgenomen. Het EMU-tekort zal derhalve ook voor 2013 ver over de macro-norm heen schieten. Voor 2014 wordt een positiever beeld verwacht. Het EMUtekort voor de decentrale overheden gezamenlijk wordt geraamd op mld. A fortiori is hier de opmerking over onderschatting toepasselijk. Ook het CBS onderschrijft dat: Tot slot geldt dat het EMU-saldo positiever wordt ingeschat naarmate het jaar verder in de toekomst ligt. Deels komt dit doordat berichtgevers voor latere jaren bijvoorbeeld minder rapporteren over investeringen. Dit wordt veroorzaakt doordat geplande investeringen die formeel nog niet zijn goedgekeurd (bv. door de gemeenteraad), (meestal) nog niet worden opgegeven in de enquête. Wanneer we de onderliggende verdeling van het EMU-tekort over de bestuurslagen bezien, dan valt op dat in het bijzonder de provincies hun oude aandeel in de norm overschrijden. Het meevallende EMU- tekort over 2014 wordt vooral veroorzaakt door een onderschrijding door de gemeenten. 3. In de onderbouwing van de bruikbaarheid van de macro-norm wordt ook verwezen naar het feit dat investeringsniveaus in de tijd een sterk fluctuerend verloop kennen. Het ene jaar wordt nu eenmaal meer geïnvesteerd dan het andere jaar. En niet elke gemeente of provincie investeert elk jaar evenveel. Wanneer mag worden aangenomen dat er intertemporeel sprake is van pieken en dalen in de realisaties, dan zou ook per individuele overheid over een langere periode gemeten sprake moeten zijn van een norm-conforme realisatie van het EMU-saldo. Wel kan de vraag gesteld worden of er de komende jaren geen sprake zal zijn van structureel hogere investeringsuitgaven. Ook de afgelopen periode, waarin de gezamenlijke overheden een extra inspanning gedaan hebben ter bestrijding van de crisis, moest de macro-norm verruimd worden. Nu de provincies de beschikking hebben over relatief omvangrijke vermogens die meestal verworven zijn door de verkoop van nutsbedrijven, mag een extra investeringsimpuls verwacht worden. De vermogens zijn verworven aan het einde van de vorige collegeperiode van Gedeputeerde Staten. Na het aantreden in mei 2011 van de nieuwe colleges zijn het afgelopen jaar de investeringsplannen gereed gemaakt en zijn de besluitvormingsprocedures in gang gezet. Rekening houdend met een zekere voorbereidingstijd komen de eerste omvangrijke investeringen thans op gang en zullen de komende jaren alleen nog maar toenemen. Dat betekent dat de trend van hogere investeringsniveaus van provincies, die de afgelopen jaren reeds zichtbaar werd, zich de komende jaren nog wel zal voortzetten. Dit kan een spanning binnen de macro-norm gaan opleveren. In ons onderzoek hebben wij voor een benadering gekozen waarbij wij rekening hebben gehouden met het intertemporeel effect van individuele pieken en dalen. Wij kiezen voor een periode van vijf jaar. De investeringsruimte van vijf jaar wordt geconfronteerd met de investeringsambities over diezelfde periode van vijf jaar. Daarbij nemen wij aan dat in deze periode onderschrijdingen en overschrijdingen van de norm elkaar kunnen compenseren. De facto hanteren we daarbij hetzelfde uitgangspunt als ten grondslag ligt aan de macro-normering. Door voor de investeringsruimte uit te gaan van de in het verleden gehanteerde referentiewaarden, sluiten wij aan bij de gedachte, dat wanneer structureel sprake is van overschrijding van de norm er een sanctie mogelijk zal kunnen zijn. Of deze daadwerkelijk zal worden geëffectueerd is uiteraard onderwerp van bestuurlijk overleg. Naast de normering en sanctionering is ook de systematiek van de berekening van het EMU- 10 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 36

37 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... saldo en de gevolgen daarvan voor het investeringsvolume van de provincies van belang. Daar gaan we nu dieper op in. 2.2 Bepaling EMU-saldo en investeringsruimte De lidstaat Nederland heeft zich verplicht in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact te streven naar een EMU-saldo dat op middellange termijn zich beweegt tussen de -0,5% en +0,5% van het bruto binnenlands product (bbp). Op dit moment is het EMU-tekort veel groter. Het kabinet heeft dan ook als ambitie om in een aantal jaren het saldo te verlagen naar de middellange termijndoelstelling. Dergelijke ambities gelden overigens mutatis mutandis ook voor andere lidstaten. In de Unie zijn nadere afspraken gemaakt over de invulling van de wijze waarop gemeten wordt of en hoe aan deze ambities voldaan wordt. Het gaat om het EMU-saldo van de gehele overheid, dat wil zeggen dat ook het EMU-saldo van de decentrale overheden in Nederland deel uitmaakt van het EMU-saldo van de lidstaat. Daarbij doet zich onder andere de complicatie voor dat het begrotingsstelsel van het Rijk en dat van de decentrale overheden verschillend is. Het Rijk hanteert het kasstelsel en de decentrale overheden het baten-lastenstelsel. In beginsel wordt conform Europese begrotingsregels het EMU-saldo op kasbasis 2 berekend. Het saldo dat een provincie in de exploitatiebegroting presenteert dient dan ook met een aantal posten gecorrigeerd te worden om te komen tot het berekende EMU-saldo. Dat betekent bijvoorbeeld dat investeringsuitgaven in het jaar waarin deze gedaan worden volledig meetellen, ook als deze volledig worden geactiveerd. Afschrijvingen van geactiveerde investeringen daarentegen blijven buiten beschouwing, aangezien dat geen kastransacties zijn. Dat geldt ook voor toevoegingen aan voorzieningen, wanneer deze gedaan worden ten laste van de exploitatie. Worden echter ten laste van deze voorzieningen uitgaven gedaan, dan tellen deze volledig mee in het EMU-saldo. De omvang van het EMU-saldo van de decentrale overheden (provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen) wordt in Nederland berekend aan de hand van de zogeheten IV3-classificatie, waarin per begrotingsfunctie en per kostensoort is aangeduid hoe dit doorwerkt 3. In de adviezen die over het wetsontwerp zijn gegeven is meermalen gesproken over bovenstaande anomalie. Ook de verschillende behandeling van de opbrengsten die resulteren uit de verkoop van aandelen in nutsbedrijven heeft daarbij de aandacht getrokken. Een eventuele boekwinst bij verkoop draagt niet bij aan een verbetering van het EMU-saldo, maar een uitgave die bekostigd wordt met een onttrekking uit een daarmee gevormde reserve wel. Er zijn verschillende voorstellen 4 gedaan hoe hier mee om te gaan, maar uiteindelijk is datgene wat er in het wetsvoorstel terecht gekomen is, toch een vrijwel een-op-een vertaling van de oorspronkelijke gedachte dat ook de decentrale overheden op kasbasis afgerekend worden op hun bijdrage aan het EMU-saldo van de lidstaat Nederland. Wel zijn in het wetsvoorstel, en ook in het financieel akkoord dat op 18 januari tussen het kabinet en de koepelorganisaties voor de decentrale overheden gesloten is, enkele mitigerende elementen opgenomen. Desondanks is het uiteindelijke resultaat van de systematiek van de Wet HOF dat op kasbasis wordt bepaald wat het EMU-saldo van een decentrale overheid mag zijn. In dit geval derhalve de provincies Conform het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR), waarbij het transactiemoment bepalend is voor de vraag of een last meetelt in het EMU-saldo. Als bijzonderheid kan daarbij worden aangeduid dat conform de IV3-systematiek het verstrekken van een subsidie voor een bepaalde activiteit wel meetelt bij het bepalen van het EMU-saldo, maar wordt dezelfde activiteit een lening verstrekt, dan telt deze niet mee bij het bepalen van het EMU-saldo.. Zie onder andere het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen d.d. 19 maart Zie de brief van de ministers van Financiën en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal van 21 januari 2013 en de daarbij gevoegde bijlage. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 11 37

38 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Om de investeringsruimte voor de provincies te berekenen dient een aantal (beredeneerde) aannames gedaan te worden. Deze lichten wij hieronder toe: 1. In de rekenschema s die onder andere door het CBS gebruikt worden voor de berekening van het EMU-saldo, is het startpunt het exploitatieresultaat voor toevoeging aan, c.q. onttrekking uit reserves. In het begrotingsjaar hebben de onderzochte provincies alle een negatief exploitatieresultaat. Per saldo wordt er dus aan de reserves onttrokken, aangezien de begroting inclusief reservemutaties sluitend is. Tegelijkertijd zijn er in de begrotingen ook investeringen verwerkt die met deze onttrekkingen bekostigd worden. Dat betekent dat de in de begroting verwerkte investeringen wel meetellen. Om te komen tot de beschikbare investeringsruimte dienen die investeringen dan ook buiten beschouwing gelaten te worden. De bedragen daarvoor zijn evenwel over een groot aantal posten in de begroting verdeeld. Wij doen hier de aanname dat de komende jaren 6 de investeringen die verwerkt zijn in de begroting en de onttrekkingen aan de reserves daarvoor gelijk zijn. Over een periode van vijf jaar en geaggregeerd over meerdere provincies is dat een aanvaardbare benadering. Er kan derhalve gerekend worden met een nulsaldo. 2. Geraamde afschrijvingen ten laste van de exploitatie verbeteren het EMU-saldo. Alle onderzochte provincies ramen hiervoor ook bedragen in hun begroting. Hier doen zich evenwel over verschillende jaren fluctuaties voor. Wij doen hier de aanname dat een gemiddelde over drie jaar, deze fluctuaties in voldoende mate normaliseert. Met dit gemiddelde 7 zal dan ook hierna gerekend worden. 3. Bruto dotaties aan voorzieningen ten laste van de exploitatie blijven voor de berekening van het EMU-saldo buiten beschouwing. Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen tellen daarentegen weer wel mee. Wij doen hier de aanname dat de komende jaren in de provinciale begrotingen deze beide posten elkaar in evenwicht houden. Er kan derhalve gerekend worden met een nulsaldo. 4. Desinvesteringen verbeteren het EMU-saldo. Geen van de provincies heeft in 2013 desinvesteringen geraamd. Wij doen hier de aanname dat dit de komende jaren zo blijft. 5. Transacties met derden voor de aankoop van grond en de uitgaven aan het bouw- en woonrijp maken e.d. die niet op de exploitatie staan, verslechteren het EMU-saldo. Baten uit bouwgrondexploitatie (voor zover transacties niet op de exploitatie verantwoord) verbeteren het EMU-saldo. De provincies Overijssel en Gelderland ramen in 2013 en 2014 hierop geen bedragen. De provincies Fryslân, Limburg en Noord-Brabant wel. Hier doen zich evenwel over verschillende jaren fluctuaties voor. Wij doen hier de aanname dat een gemiddelde over drie jaar, deze fluctuaties in voldoende mate normaliseert. Met dit gemiddelde zal dan ook hierna gerekend worden. 6. Op alle overige posten uit de rekenschema s worden door de vijf provincies in de begroting 2013 geen bedragen geraamd. Wij doen hier de aanname dat dit ook de komende jaren zo zal zijn. 6 7 Dit evenwicht hoeft zich niet noodzakelijkerwijs per afzonderlijk jaar voor te doen, maar gesommeerd over de komende vijf jaar is dit een alleszins realistische aanname. Dat betekent natuurlijk wel dat zich tussen de jaren kleine schommelingen kunnen voordoen. Sommige provincies hebben in de begroting 2013 ook de berekening voor de jaren tot en met 2016 opgenomen. Voor zover deze ramingen beschikbaar zijn zal een gemiddelde over 2013, 2014 en 2015 genomen worden. Andere provincies ramen slechts tot en met In die gevallen wordt een gemiddelde genomen over 2012, 2013 en Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 38

39 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... De benadering die in dit onderzoek wordt gehanteerd is op basis van bovenstaande begrotingstechniek de volgende: Een provincie heeft, op basis van de bepaling in de Wet HOF, een bepaald toegestaan EMUsaldo 8 ; Hierbij worden de opgenomen afschrijvingen, berekend als gemiddelde over drie jaar, opgeteld; Vervolgens wordt, wanneer dat aan de orde is, het saldo van de grondtransacties, ook weer berekend als gemiddelde over drie jaar, opgeteld; Het alsdan resterende saldo is de ruimte die een provincie nog over heeft ten behoeve van investeringen. Hierbij moet nogmaals worden aangetekend dat dit een benadering is. Als gevolg van de beredeneerde aannames kunnen er verschillen met exacte berekeningen volgens de IV3- voorschriften optreden. Deze zijn echter zeer beperkt van omvang en zullen de globale tendenties niet wezenlijk beïnvloeden. 2.3 Omvang EMU-saldo en investeringsruimte voor provincies In de discussies rond het wetsvoorstel is van diverse zijden gewezen op de noodzaak om ruimte te blijven bieden voor investeringen door decentrale overheden. Basisgedachte daarachter is dat niet geheel voorkomen moet worden dat decentrale overheden nog investeren. Er is algemene consensus dat investeringen door decentrale overheden een positieve bijdrage leveren aan de versterking van de nationale fysieke infrastructuur en de economische ontwikkeling. Dit is ook vertaald in het financieel akkoord dat het kabinet en de koepels op 18 januari 2013 hebben bereikt. Dat betekent dat weliswaar de ambitie is afgesproken om in 2017 te streven naar een EMU-saldo van 0,2% bbp voor alle decentrale overheden gezamenlijk, maar dat tot en met 2015 de afgesproken tekortnorm 0,5% bbp bedraagt, waarna in 2016 en 2017 telkens een verlaging van 0,1% wordt geprojecteerd. Eind 2015 wordt in bestuurlijk overleg bezien of op basis van de dan beschikbare realisaties de geprojecteerde daling in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is. De provincies zijn bezig een groter aandeel te verkrijgen in de EMU-ruimte binnen de decentrale overheden, maar voorzichtigheidshalve hanteren we in dit rapport onderstaande werkhypothese. Aangetekend dient te worden dat de thans afgesproken norm van 0,5% voor de decentrale overheden gezamenlijk dezelfde is die de afgelopen jaren gold en die ook verwerkt is in de circulaires van het Gemeentefonds en het Provinciefonds. De verdeling die daarbij gehanteerd werd is dat de gemeenten een aandeel van 0,38% hebben, de provincies 0,07% en de waterschappen 0,05%. Het aandeel voor de provincies vertaalt zich voor het begrotingsjaar 2013 in een bedrag van 436 mln., ook wel aangeduid als de hiervoor reeds vermelde referentiewaarde. 9 Voor dit onderzoek is als aanname gedaan dat de verdeling dezelfde zal zijn als in het verleden. Wij merken daarbij overigens op dat de individuele referentiewaarden van jaar tot jaar nogal kunnen verschillen. Dat heeft onder andere te maken met fluctuaties in begrotingsomvang als gevolg van bijvoorbeeld incidentele balansmutaties. Om daarvoor enigszins te corrigeren hebben wij in onderstaande tabel de gemiddelde referentiewaarde van de jaren 2011, 2012 en 2013 genomen. 8 9 Ook wel aangeduid als de referentiewaarde. Deze komt tot stand door per bestuurslaag het aandeel vast te stellen en dit vervolgens over de individuele entiteiten te verdelen. Deze worden jaarlijks gepubliceerd in een bijlage bij de fondscirculaires. Het CBS confronteert jaarlijks het feitelijk begrote EMU-saldo met de aangegeven referentiewaarden. Zie hiervoor Definitieve uitkomsten EMU-enquête 2013, CBS, 28 februari 2013 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 13 39

40 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Daarbij past vooraf wel een opmerking. Door te rekenen met aandelen van de drie bestuurslagen in de 0,5% en vervolgens nog door te rekenen met een individuele referentiewaarde, kan de indruk gewekt worden dat daardoor elke individuele provincie in een keurslijf gedwongen wordt. Er bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat de ene provincie over de referentiewaarde heen gaat, maar dat dit gecompenseerd wordt doordat een andere provincie eronder blijft. Een dergelijke compensatie kan zich ook tussen de bestuurslagen voordoen. Wanneer echter elke individuele overheid erop speculeert dat anderen onderschrijden, is een collectieve overschrijding onvermijdelijk het resultaat. Om die reden dient dan ook een op individuele basis berekende ruimte dan ook geen absolute norm te worden, maar is wel een richtsnoer waarmee rekening gehouden kan worden. Vertaald naar individuele provincies zijn dan de referentiewaarden de volgende: Tabel 2.1 Toegestaan EMU-saldo Provincie Overijssel Gelderland Noord-Brabant Limburg Fryslân Overige provincies Toegestaan EMU-saldo 60 mln. 70 mln. 64 mln. 31 mln. 22 mln. 186 mln. Wanneer we het bovenstaande vertalen naar de investeringsruimte per jaar, dan ontstaat het volgende beeld: Tabel 2.2 Overzicht investeringsruimte Provincie Toegestaan Afschrijvingen Saldo van Investeringsruimte EMU-saldo grondtransacties Overijssel 60 mln. 30 mln. 0 mln. 90 mln. Gelderland 70 mln. 18 mln. 0 mln. 88 mln. Noord-Brabant 64 mln. 59 mln. 1 mln. 124 mln. Limburg 31 mln. 22 mln. 8 mln. 61 mln. Fryslân 22 mln. 10 mln. 9 mln. 41 mln. Voor het begrotingsjaar 2013 levert dit een eerste beeld op. In meerjarig perspectief passen daarbij de volgende kanttekeningen: 1. Voor 2016 en 2017 is gerekend met een lagere referentiewaarde, gezien de gemaakte afspraken over de meerjarige ontwikkeling in het financieel akkoord van 18 januari jl.; 2. De komende jaren vrezen de decentrale overheden nog aanvullende kortingen, onder andere als gevolg van het verplicht schatkistbankieren en afspraken over het BTW-compensatiefonds. Hiervoor zijn evenwel nog geen voorschriften bekend en zijn derhalve nog geen ramingen te maken. Wel is aannemelijk dat een en ander zal leiden tot aanvullende bezuinigingen door provincies. De ruimte om te investeren zal hierdoor alleen nog maar verder afnemen. Bovenstaande berekening is gemaakt voor het begrotingsjaar Wanneer we dit dan ook doen in meerjarig perspectief, met inachtneming van de eerste kanttekening, ontstaat een meerjarige investeringsruimte. Wij hebben hiervoor de periode 2013 tot en met 2017 genomen. Dat hebben wij gedaan voor zowel de investeringsruimte als de investeringsambitie. We kunnen de aldus berekende investeringsruimte vervolgens confronteren met de meerjarige investeringsambitie die de provincies hebben. Voor de investeringsambitie zijn wij uitgegaan van de investeringsplannen die de provincies hebben geformuleerd voor zowel de reguliere investeringen, als de investeringen 14 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 40

41 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... die voortvloeien uit de bestuurlijke ambities die zijn geformuleerd in de coalitie-afspraken. Daarbij is het onderscheid tussen investeringen à fonds perdu en investeringen die geactiveerd worden niet relevant. Beide hebben wij derhalve in de berekeningen meegenomen. Ook daarvoor hebben wij de periode 2013 tot en met 2017 genomen. Niet alle investeringsplannen beslaan deze volledige looptijd en niet alle investeringsplannen zijn in jaarschijven opgedeeld. Wij hebben dan ook met de investeringsplannen voor zover bekend over deze periode gerekend. Zeer waarschijnlijk levert dat een onderschatting van de investeringsambities op. Het verschil tussen de aldus berekende meerjarige investeringsruimte en de meerjarige investeringsambities levert een discrepantie op. Met elkaar loopt de discrepantie voor de vijf door ons onderzochte provincies op tot een bedrag van 3,2 mld. Euro. Tabel 2.3 Discrepantie tussen investeringsruimte en investeringsambitie Provincie Meerjarige Meerjarige Discrepantie investeringsruimte investeringsambitie Overijssel 417 mln mln. Ca. 900 mln. Gelderland 397 mln mln. Ca. 900 mln. Noord-Brabant 583 mln mln. Ca. 700 mln. Limburg* 284 mln. 550 mln. Ca. 266 mln. Fryslân 195 mln. 619 mln. Ca. 425 mln. Totaal mln mln mln. * De nieuwe bestuurlijke inzet zoals die bij de Voorjaarsnota zal worden voorgelegd aan Provinciale Staten van Limburg (circa 200 mln euro) is hierbij niet in beschouwing genomen. Bij de provincie Limburg is wel rekening gehouden met een incidentele afschrijving uit reserves van ca. 50 mln. De discrepantie ten opzichte van de provinciale investeringsambitie en provinciale investeringsruimte als gevolg van de wet HOF bedraagt 63%. Met andere woorden, in potentie kan als gevolg van de wet HOF ruim de helft van de beoogde investeringen geen doorgang vinden. 2.4 Beleidsmatige gevolgen Uit bovenstaande tabel valt vrij eenvoudig af te leiden dat dat er een zeer grote spanning is tussen de investeringsambities die de provincies hebben en de ruimte die de Wet HOF hen nog biedt. Het behoeft geen betoog dat de voorgenomen investeringen van de provincies voorzien in de behoefte Nederland in economisch en ruimtelijk opzicht sterker te maken. Dat zijn immers de kerntaken van de provincies. Wanneer de provincies, in het geval het wetsvoorstel ook daadwerkelijk wet wordt en hun investeringsniveau dienen terug te brengen tot dat wat binnen het EMU-saldo past, zal dit lastige afwegingen vergen. Dat zijn besluiten die per provincie per individueel project genomen dienen te worden. Daar thans op vooruitlopen zou buitengewoon prematuur zijn. Om die reden hebben wij aangenomen dat op totaalniveau de balans tussen ruimte en ambities evenredig verdeeld zal zijn. Dit is aan te duiden als het basisscenario. Met een zekere bandbreedte zullen dan ook de economische effecten van dit basisscenario in kaart te brengen zijn. In het volgende hoofdstuk vertalen wij het voorgaande naar een globale raming voor alle twaalf provincies. Tevens voegen wij daar een vertaling naar werkgelegenheidseffecten aan toe. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 15 41

42 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 42

43 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 3 Het economisch effect voor heel Nederland Wij hebben onze berekeningen in eerste instantie gericht op de vijf provincies Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant, Fryslân en Limburg. De effecten per provincie komen in de volgende hoofdstukken successievelijk aan de orde. Op basis van onze bevindingen in deze provincies hebben we een globale raming gemaakt van wat dit voor alle 12 provincies samen zou kunnen betekenen. Daarbij zijn wij ons ervan bewust dat de investeringspakketten niet in alle provincies even groot zijn. Op basis van de meerjarenbegrotingen van de overige 7 provincies hebben wij gekeken wat de saldi van baten en lasten zijn en welke investeringspakketten of reserves in de begrotingen zijn opgenomen. Die zijn niet altijd als zodanig te herkennen. Daarom doen wij hier, evenals in hoofdstuk 2 het geval was, de aanname dat de komende jaren de investeringen die verwerkt zijn in de begroting en de onttrekkingen aan de reserves daarvoor gelijk zijn. Daarna hebben wij met een gemiddeld bedrag per werkzame persoon een economisch effect berekend voor het totaal van de investeringsstroom in die 7 provincies. Daarmee is deze werkwijze minder gedetailleerd en precies dan we in de vijf eerder genoemde provincies hebben toegepast. De uitkomst is daarmee voor het totaal indicatief en geeft een orde van grootte voor alle provincies. Tabel 3.1 Werkgelegenheidseffect dat in potentie niet gerealiseerd wordt als gevolg van de wet HOF Totale werkgelegenheidseffect wet HOF voor alle provincies samen Discrepantie Discrepantie 5 provincies (in mln. euro) Discrepantie overige 7 provincies (in mln. euro) 900 Totaal (in mln. euro) Werkgelegenheidseffect Werkgelegenheidseffect 5 provincies (aantal fte) Werkgelegenheidseffect overige 7 provincies (aantal fte) Totale werkgelegenheidseffect (aantal fte) Fte=volledige arbeidsplaats gedurende een jaar Bovenstaande werkgelegenheidseffecten representeren een totale toegevoegde waarde 10 van circa 4,4 miljard euro. De toegevoegde waarde geeft een economische vertaling van de waarde van de werkgelegenheid voor de (regionale) economie. Voor de 5 provincies is deze waarde circa 3,4 miljard euro, voor de overige provincies geldt een toegevoegde waarde van circa 1 miljard euro. 10 De toegevoegde waarde is gelijk aan het inkomen dat beschikbaar is voor de beloning van de betrokken productiefactoren bij het project. Grosso modo komt dit neer op de optelsom van de lonen, winsten en afschrijvingen Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 17 43

44 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 44

45 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 4 Gevolgen voor de provincie Overijssel 4.1 Investeringsprogramma ontleed Om een goed beeld te krijgen van de impact van de wet HOF is het belangrijk zicht te hebben op welke type investeringen en op welke thema s in het investeringsprogramma Kracht van Overijssel de wet ingrijpt. Kerntakenbegroting 2013 als uitgangspunt De Kerntakenbegroting 2013 is het tweede uitvoeringsjaar van het investeringsprogramma de Kracht van Overijssel. 68 opgaven volgen uit het Hoofdlijnenakkoord. Er is reeds een aanzienlijk aantal investeringsbesluiten genomen. Van de beschikbare 1,14 miljard uit de Kracht van Overijssel is inmiddels over 550 miljoen besluitvorming geweest in Provinciale Staten en overgeheveld naar de reserve uitvoering Kracht van Overijssel. Deze reserve blijft echter onder het regime van de Wet HOF vallen. Dit betekent kort gezegd dat alles wat vanaf 2013 daadwerkelijk door de provincie wordt uitgegeven meetelt voor het EMU-saldo. Met de toevoegingen van de resterende middelen uit de 'oude' investeringsagenda's (DIA/IIO) en de begrotingswijzigingen die na het vaststellen van de begroting zijn doorgevoerd ontstaat een beschikbaar investeringsbudget van 1,3 miljard euro. Bijlage 5 van de Kerntakenbegroting 2013 is als vertrekpunt genomen van de KvO opgaven met bijbehorende investering. Deze bijlage geeft aan welke (financiële) inspanningen per beleidsdoel de komende jaren worden geleverd. De wet lijkt vooral in te grijpen bij de investeringen in de kerntaken duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer, inrichting landelijk gebied, regionale bereikbaarheid en OV, regionale economie alsmede milieu en energie. Daarbij is niet alleen sprake van het mogelijk wegvallen van provinciale investeringsmiddelen. Voor de economische effecten is het ook van belang te beseffen dat door cofinanciering met Rijks- en Europese middelen, maar vooral ook door het niet realiseren van particuliere investeringen projecten geen doorgang kunnen vinden of door het wegvallen van provinciale regie en middelen een veel lagere investeringsmultiplier kennen. Daarbij is het wel van belang te beseffen dat deze provinciale investeringsmiddelen over het algemeen een sterk aanjagend effect hebben. Vooral anderen (andere overheden, bedrijfsleven en particuliere organisaties) moeten hun investeringen kunnen blijven doen. Maar de provincie investeert ook rechtstreeks en dat wordt zichtbaar met de investeringsprestaties in de programmabegroting. 4.2 Invloed wet HOF op de geplande investeringen Per beleidsdoel is in de Kerntakenbegroting opgenomen welk deel van de financiering uit reguliere begrotingsmiddelen en welk deel uit KvO, reserveringen of doeluitkeringen komt. Gekeken is welk deel van de investeringen reeds is gerealiseerd, niet zijnde een reserve, en welke programma s reeds in uitvoering zijn. Hier verwachten we geen verlies aan economische effecten door de Wet HOF. De ontwikkelingen rond het Schatkistbankieren, de wet HOF en mogelijke nieuwe bezuinigingen voortvloeiende uit de kabinetsformatie zullen al van grote invloed zijn op het begrotingsjaar 2013 van de provincie Overijssel. Niet alleen zullen de uitgaven worden genormeerd door de EMUwetgeving ook zullen het Schatkistbankieren en de eventuele bezuinigingen met grote Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 19 45

46 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... waarschijnlijkheid negatieve effecten meebrengen aan de inkomstenkant van de Kerntakenbegroting. De regelgeving, afspraken en effecten daarvan waren ten tijde van het schrijven van deze Kerntakenbegroting nog met grote onzekerheid omgeven en zijn om die reden niet in deze Kerntaken begroting verwerkt. De Kerntakenbegroting 2013 is daarmee niet EMU neutraal en vertoont een EMU tekort van plus minus 137 miljoen. Dat is bijna evenveel als er in 2013 naar verwachting wordt onttrokken aan het KvO (160 miljoen euro). In onderstaande tabel is per kerntaak het nog te besteden investeringsbudget weergegeven en (een deel van) de bijdragen vanuit het Rijk en derden. Tabel 4.1 Beoogde provinciale investeringen en bijdragen Rijk en derden 2013 t/m 2017 Kerntaak Thema Investeringssom (mln.) Provincie Rijk Derden Totaal 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer 2 Milieu en energie Inrichting landelijk gebied Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer 5 Regionale economie Culturele infrastructuur en monumentenzorg 7 Kwaliteit openbaar bestuur Sociale infrastructuur, Jeugdzorg en overige niet-kerntaken 9 Overige/gebiedsontwikkelingen Totaal Note: Rijksbijdrage beperkt tot de cofinanciering van de grote infraprojecten N35 en A1 Bij de bijdragen van Rijk en Derden is gekeken in hoeverre de bijdrage vanuit de provincie als vermoedelijke randvoorwaarde geldt voor doorgang van het project (en dus de investeringsbijdragen van Rijk en Derden). Voor de provincie Overijssel is de verwachting dat de volledige bijdrage door Rijk en Derden, zoals hierboven weergegeven, zal komen te vervallen met de wet HOF. In hoofdstuk 2 is de omvang van de potentiële provinciale discrepantie berekend, te weten 900 miljoen euro, die als gevolg van de wet HOF mogelijk geen doorgang kunnen vinden. Dat betekent dat circa 70% van de provinciale investeringen mogelijk niet gerealiseerd kunnen worden. Als gevolg van de wet HOF is er tevens een gerede kans dat ook bijdragen door het Rijk of van derden niet zullen plaatsvinden. Dat zou in dit geval betekenen dat circa 75% van de totale investeringen mogelijk niet zullen plaatsvinden. Mogelijk is het economisch effect groter dan hier aangenomen. 4.3 Uitleg economische effecten In deze economische effectanalyse concentreren we ons op de directe en indirecte effecten die mogelijk als gevolg van het niet investeren in een bepaald thema of programma optreden. 20 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 46

47 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Directe en indirecte effecten Onder directe effecten, ook wel eerste orde effecten genoemd, verstaan we de werkgelegenheid en toegevoegde waarde die als gevolg van de investeringen optreden, of in dit geval, niet optreden. Op basis van het investeringsprogramma betreffen de directe effecten de effecten die gedurende de duur van de investeringen optreden, ook wel tijdelijke effecten genoemd. Indien reeds beschikbaar is voor een aantal grote projecten apart aangegeven wat het structurele werkgelegenheidseffect zal zijn van de uitvoering van een bepaald project. Het in beeld brengen van de structurele werkgelegenheidseffecten van een project vraagt om een uitgebreide economische effect analyse op projectniveau. Dat is binnen de scope van dit onderzoek niet gedaan. Het indirecte effect, ook wel tweede en derde orde effecten genoemd, ontstaat als andere partijen profiteren van de nieuw gevestigde activiteit, achterwaarts in de keten via toeleveringsrelaties en voorwaarts via de afgeleide bestedingen van bijvoorbeeld dag- en verblijfsbezoekers elders in de omgeving. Het indirecte effect kwantificeren we op basis van het IRIOS input-output model gebaseerd op de investeringen uit de voorgaande tabel en het directe werkgelegenheidseffect. Naast het in beeld brengen van de kwantitatieve directe en indirecte economische effecten benoemen we tevens kwalitatief een aantal effecten die per thema kunnen optreden. Dit zijn effecten die niet of moeilijk in termen van werkgelegenheid of toegevoegde waarde zijn uit te drukken, maar wel degelijk een grote invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de economie (en welvaart). Dit kunnen zowel eerste, tweede als derde orde effecten zijn die optreden. Hierbij moet gedacht worden aan het effect op uitstraling en imago, synergie tussen projecten, spin-offs, sociale effecten, veiligheid, gezondheid etc. Per thema hebben we op hoofdlijnen bekeken wat voor type effecten zoal te verwachten zijn en de impact hiervan kwalitatief benoemd. Hierdoor ontstaat een vollediger beeld van de mogelijk impact van de wet HOF op het investeringsprogramma en dus op de gevolgen voor de economie van Overijssel. De kwalitatieve effecten zijn generiek (dus voor iedere provincie mogelijk van toepassing) in de bijlage weergegeven. Het bepalen van de kwantitatieve directe en indirecte werkgelegenheidseffecten en toegevoegde waarde is indicatief in beeld gebracht aan de hand van kengetallen en veronderstelde uitrol van het programma/activiteit waarin door de provincie geïnvesteerd wordt. Hierbij hebben we rekening gehouden met het feit dat de investering van de provincie een voorwaarde kan zijn voor derden om ook te investeren in een project, met als gevolg dat het uitblijven van de beoogde provinciale investering grotere gevolgen kan hebben dan op het eerste gezicht zichtbaar. Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde geeft inzicht in het economische belang van het project. De toegevoegde waarde is gelijk aan het inkomen dat beschikbaar is voor de beloning van de betrokken productiefactoren bij het project. Grosso modo komt dit neer op de optelsom van de lonen, winsten en afschrijvingen. Als bron voor de berekening van de toegevoegde waarde zijn regionaal economische jaarcijfers gebruikt. De toegevoegde waarde geeft dus een economische vertaling van de waarde van de werkgelegenheid voor de (regionale) economie. 4.4 Economische effecten Directe effecten In onderstaande tabel is het directe economisch effect van de investeringen opgenomen zoals weergegeven in tabel 4.1. Het gaat hier om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 21 47

48 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Tabel 4.2 Direct effect: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer 2 Milieu en energie Inrichting landelijk gebied Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer 5 Regionale economie Culturele infrastructuur en monumentenzorg Kwaliteit openbaar bestuur <50 <5 8 Sociale infrastructuur, Jeugdzorg en overige nietkerntaken Overige/gebiedsontwikkelingen Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 75% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. Indien een aantal, met name grote, projecten geen doorgang vinden of ernstig vertragen doordat de provincie niet (langer) investeert danwel co-financiert is het economische effect groter dan hierboven weergegeven. De uitrol van een project levert na realisatie in veel gevallen structurele werkgelegenheid op, denk hierbij aan infrastructuur- en gebiedsontwikkelingsprojecten. Op een groter schaalniveau is het mogelijk dat de structurele economische effecten als gevolg van het project Innovatiedriehoek, dat moet leiden tot circa tot arbeidsplaatsen 11, slechts ten dele gerealiseerd zullen worden of ernstig vertraagd. Aanname is wel dat de provincie niet investeert of het geld reserveert en pas later toekent, waardoor er een vertraging optreedt in de realisatie van deze arbeidsplaatsen. Indirecte effecten In onderstaande tabel is het indirecte effect weergegeven als gevolg van de investeringen zoals weergegeven in tabel 4.1. Ook hier geldt dat het gaat om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. Tabel 4.3 Indirect effect: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer 2 Milieu en energie Inrichting landelijk gebied Innovatiedriehoek, Regionale Versnellingsmotor voor Nederlandse economie in Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 48

49 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 4 Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer 5 Regionale economie Culturele infrastructuur en monumentenzorg <50 <5 7 Kwaliteit openbaar bestuur <50 <5 8 Sociale infrastructuur, Jeugdzorg en overige nietkerntaken Overige/gebiedsontwikkelingen Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 75% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het indirecte werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. 4.5 Conclusie In onderstaande tabel is het totale economische effect per thema weergegeven. Dit zijn de directe en indirecte effecten als gevolg van de investeringen in tabel 4.1. Tabel 4.4 Directe en indirecte effecten: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer 2 Milieu en energie Inrichting landelijk gebied Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer 5 Regionale economie Culturele infrastructuur en monumentenzorg Kwaliteit openbaar bestuur <50 <5 8 Sociale infrastructuur, Jeugdzorg en overige nietkerntaken Overige/gebiedsontwikkelingen Totaal Note: indicatief en afgerond We hebben geconcludeerd dat als gevolg van de wet HOF circa 75% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het totale potentiële werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. De Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 23 49

50 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... afname van de werkgelegenheid, in economische waarde, staat gelijk aan een afname van de toegevoegde waarde met 925 miljoen euro. De gevolgen van het niet investeren door de provincie kan grotere gevolgen hebben dan hierboven weergegeven. Indien een project geen doorgang vindt of ernstig vertraagd, als gevolg van het niet investeren danwel co-financieren door de provincie, worden de structurele werkgelegenheidseffecten die het project zou genereren ook niet gerealiseerd. Daarnaast zijn de meer kwalitatieve effecten zoals uitstraling en imago, synergie tussen projecten, behoud en versterking, spin-offs, sociale effecten, veiligheid en gezondheid niet meegenomen, maar wel benoemd in de bijlage. 24 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 50

51 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 5 Gevolgen voor de provincie Gelderland 5.1 Investeringsprogramma ontleed Om een goed beeld te krijgen van de impact van de wet HOF is het belangrijk zicht te hebben op welke type investeringen en op welke thema s in het investeringsprogramma van de provincie Gelderland de wet ingrijpt. Begroting 2013 als uitgangspunt Op basis van de begroting 2013 van de provincie Gelderland is onderstaande tabel met investeringen opgesteld. Voor de tabel is de meerjarige investeringsagenda (Begroting 2013, Bijlage I: p ) als bron gebruikt. Post II bevat investeringsprojecten die reeds in uitvoering zijn genomen en in de komende periode worden afgerond. Post III van de investeringsagenda geeft per taakveld de projecten aan waarover nog PS-besluitvorming moet plaatsvinden. Post IV van de meerjarige investeringsagenda geeft per taakveld de reserveringen weer. Post V van de meerjarige investeringsagenda geeft de additioneel te besteden ruimte/buffer weer. Verondersteld wordt dat investeringen onder zowel post II, III, IV en V mogelijk gedeeltelijk geen doorgang kunnen vinden door de Wet HOF. In onderstaande tabel zijn deze investeringen per taakveld weergegeven en (een deel van) de bijdragen vanuit het Rijk en derden. Tabel 5.1 Beoogde provinciale investeringen en bijdragen Rijk en derden 2013 tot en met 2017 Kerntaak Thema Investeringssom (mln.) Provincie Rijk Derden Totaal 1 Mobiliteit Economie Dynamische steden en vitale regio s Gebiedsontwikkeling Cultuur Natuur Totaal Bij de bijdragen van Rijk en Derden is gekeken in hoeverre de bijdrage vanuit de provincie als vermoedelijke randvoorwaarde geldt voor doorgang van het project (en dus de investeringsbijdragen van Rijk en Derden). Voor de provincie Gelderland is de verwachting dat de volledige bijdrage door Rijk en Derden, zoals hierboven weergegeven, zal komen te vervallen met de wet HOF. In hoofdstuk 2 is de omvang van de potentiële provinciale discrepantie berekend, te weten 900 miljoen euro, die als gevolg van de wet HOF mogelijk geen doorgang kunnen vinden. Dat betekent dat circa 70% van de provinciale investeringen mogelijk niet gerealiseerd kunnen worden. Als gevolg van de wet HOF is er tevens een gerede kans dat ook bijdragen door het Rijk of van derden niet zullen plaatsvinden. Dat zou in dit geval betekenen dat circa 80% van de totale investeringen mogelijk niet zullen plaatsvinden. Hiermee is het economisch effect groter dan alleen op basis van provinciale investeringen. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 25 51

52 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het Uitleg economische effecten In deze economische effectanalyse concentreren we ons op de directe en indirecte effecten die mogelijk als gevolg van het niet investeren in een bepaald thema of programma optreden. Directe en indirecte effecten Onder directe effecten, ook wel eerste orde effecten genoemd, verstaan we de werkgelegenheid en toegevoegde waarde die als gevolg van de investeringen optreden, of in dit geval, niet optreden. Op basis van het investeringsprogramma betreffen de directe effecten de effecten die gedurende de duur van de investeringen optreden, ook wel tijdelijke effecten genoemd. Indien reeds beschikbaar is voor een aantal grote projecten apart aangegeven wat het structurele werkgelegenheidseffect zal zijn van de uitvoering van een bepaald project. Het in beeld brengen van de structurele werkgelegenheidseffecten van een project vraagt om een uitgebreide economische effect analyse op projectniveau. Dat is binnen de scope van dit onderzoek niet gedaan. Het indirecte effect, ook wel tweede en derde orde effecten genoemd, ontstaat als andere partijen profiteren van de nieuw gevestigde activiteit, achterwaarts in de keten via toeleveringsrelaties en voorwaarts via de afgeleide bestedingen van bijvoorbeeld dag- en verblijfsbezoekers elders in de omgeving. Het indirecte effect kwantificeren we op basis van het IRIOS input-output model gebaseerd op de investeringen uit de voorgaande tabel en het directe werkgelegenheidseffect. Naast het in beeld brengen van de kwantitatieve directe en indirecte economische effecten benoemen we tevens kwalitatief een aantal effecten die per thema kunnen optreden. Dit zijn effecten die niet of moeilijk in termen van werkgelegenheid of toegevoegde waarde zijn uit te drukken, maar wel degelijk een grote invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de economie (en welvaart). Dit kunnen zowel eerste, tweede als derde orde effecten zijn die optreden. Hierbij moet gedacht worden aan het effect op uitstraling en imago, synergie tussen projecten, spin-offs, sociale effecten, veiligheid, gezondheid etc. Per thema hebben we op hoofdlijnen bekeken wat voor type effecten zoal te verwachten zijn en de impact hiervan kwalitatief benoemd. Hierdoor ontstaat een vollediger beeld van de mogelijk impact van de wet HOF op het investeringsprogramma en dus op de gevolgen voor de economie van Gelderland. De kwalitatieve effecten zijn generiek (dus voor iedere provincie mogelijk van toepassing) in de bijlage weergegeven. Het bepalen van de kwantitatieve directe en indirecte werkgelegenheidseffecten en toegevoegde waarde is indicatief in beeld gebracht aan de hand van kengetallen en veronderstelde uitrol van het programma/activiteit waarin door de provincie geïnvesteerd wordt. Hierbij hebben we rekening gehouden met het feit dat de investering van de provincie een voorwaarde kan zijn voor derden om ook te investeren in een project, met als gevolg dat het uitblijven van de beoogde provinciale investering grotere gevolgen kan hebben dan op het eerste gezicht zichtbaar. Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde geeft inzicht in het economische belang van het project. De toegevoegde waarde is gelijk aan het inkomen dat beschikbaar is voor de beloning van de betrokken productiefactoren bij het project. Grosso modo komt dit neer op de optelsom van de lonen, winsten en afschrijvingen. Als bron voor de berekening van de toegevoegde waarde zijn regionaal economische jaarcijfers gebruikt. De toegevoegde waarde geeft dus een economische vertaling van de waarde van de werkgelegenheid voor de (regionale) economie. 26 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 52

53 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het Economische effecten Directe effecten In onderstaande tabel is het volledig economisch effect weergegeven van het investeringsprogramma zoals weergegeven in tabel 5.1. Het gaat hier om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. Tabel 5.2 Direct effect: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 1 Mobiliteit Economie Dynamische steden en vitale regio s Gebiedsontwikkeling Cultuur Natuur Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 80% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het directe werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. Indirecte effecten In onderstaande tabel is het indirecte effect weergegeven van de investeringen zoals weergegeven in tabel 5.1. Ook hier geldt dat het gaat om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. Tabel 5.3 Indirect effect: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 1 Mobiliteit Economie Dynamische steden en vitale regio s Gebiedsontwikkeling Cultuur Natuur Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 80% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het indirecte werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa 900 arbeidsplaatsen. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 27 53

54 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het Conclusie In onderstaande tabel is het totale economische effect per thema weergegeven. Dit zijn de directe en indirecte effecten als gevolg van de investeringen in tabel 5.1. Tabel 5.4 Directe en indirecte effecten: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 1 Mobiliteit Economie Dynamische steden en vitale regio s Gebiedsontwikkeling Cultuur Natuur Totaal Note: indicatief en afgerond We hebben geconcludeerd dat als gevolg van de wet HOF circa 80% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het totale potentiële werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. De afname van de werkgelegenheid, in economische waarde, staat gelijk aan een afname van de toegevoegde waarde met circa 1 miljard euro. De gevolgen van het niet investeren door de provincie kan grotere gevolgen hebben dan hierboven weergegeven. Indien een project geen doorgang vindt of ernstig vertraagd, als gevolg van het niet investeren danwel co-financieren door de provincie, worden de structurele werkgelegenheidseffecten die het project zou genereren ook niet gerealiseerd. Daarnaast zijn de meer kwalitatieve effecten zoals uitstraling en imago, synergie tussen projecten, behoud en versterking, spin-offs, sociale effecten, veiligheid en gezondheid niet meegenomen, maar wel benoemd in de bijlage. 28 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 54

55 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 6 Gevolgen voor de provincie Noord-Brabant 6.1 Investeringsprogramma ontleed Om een goed beeld te krijgen van de impact van de Wet HOF is het belangrijk zicht te hebben op welke type investeringen en op welke thema s in het investeringsprogramma van de provincie Noord-Brabant de wet ingrijpt. Investeringsstrategie als uitgangpunt De investeringsstrategie zoals weergegeven in de begroting 2013 stoelt op de Agenda van Brabant (2010) en het bestuursakkoord Tien voor Brabant ( ). Deze beleidsakkoorden vormen de basis en het richtsnoer voor een omvangrijk investeringsprogramma dat bestaat uit de volgende onderdelen: A. 1 e tranche investeringsagenda van circa 280 mln., verdeeld over 5 thema s 12 : Energietransitie 71,2 mln. Landschappen van allure 56,2 mln Brabant Samen Culturele Hoofdstad 50,0 mln. Sportplan Brabant ,0 mln. Grote erfgoedcomplexen 61,5 mln. Totaal 1e tranche (afgerond) 280 mln Van de 1 e tranche is al een gedeelte EMU-technisch gerealiseerd. Voor 2013 t/m 2017 staat 200 mln aan uitgaven gepland. B. 2 e tranche investeringsagenda bestaande uit 4 fondsen, waarvan de eerste drie revolverend, 13 : Innovatiefonds 125 mln. Energiefonds 60 mln. Breedbandfonds 50 mln. Groen Ontwikkelfonds Brabant: 240 mln. Totaal 2 e tranche 475 mln Over de 2 e tranche heeft definitieve besluitvorming plaats in juni Verondersteld wordt dat de drie eerstgenoemde fondsen (leningen en participaties) niet beïnvloed zullen worden door de Wet HOF. Van het Groen Ontwikkelfonds wordt 150 mln toegerekend aan de periode 2013 t/m C. Een investeringsvolume van 750 mln. voor wegeninfrastructuur. Jaarlijks wordt hiervoor gedurende 15 jaar 50 mln. gereserveerd in een gecombineerd spaar- en financieringsfonds 14 (waarvan 4% i.c. 30 mln. gereserveerd voor apparaatskosten). De hoofdbestemming van dit fonds is: N69 Eindhoven-Valkenswaard 84 mln. N279-zuid / Noordoostcorridor 450 mln N279-noord / Den Bosch Veghel (*) 186 mln Totaal provinciale inzet In relatie hiermee worden bijdragen van Rijk en derden begroot op *) 186 mln uit spaar- en investeringsfonds en 20 mln uit BDU. 720 mln 518 mln 12 Bron: Begroting 2013 p Bron: Statenvoorstel 67/12A 14 Bron: Begroting 2013 p. 114 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 29 55

56 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Van de 720 mln wordt 350 mln toegerekend aan 2013 t/m 2017 en naar rato 250 mln door Rijk en derden (m.n. gemeenten). Daarnaast draagt de provincie bij aan de financiering van diverse rijksprojecten (D) en heeft zij een regulier investeringsschema (E). Ook deze onderdelen zijn meegenomen. In onderstaande tabel is per onderdeel het investeringsbudget weergegeven en (een deel van) de bijdragen van Rijk en derden. Tabel 6.1 Beoogde provinciale investeringen en bijdragen Rijk en derden Kerntaak Thema Investeringssom (mln.) Provincie Rijk Derden Totaal A. 1 e tranche investeringsagenda, 5 thema s e tranche investeringsagenda, B. onderdeel Groen Ontwikkelfonds C. Wegeninfrastructuur ( ) D. Rijksprojecten: - N65 s- Hertogenbosch-Tilburg A59 / Oostelijke Langstraat pm 50 - A58 Galder- Sint Annabosch pm pm pm E. Regulier investeringsschema: - Provinciale wegen ( ) Overige geactiveerde investeringen Totaal Bij de bijdragen van Rijk en derden is gekeken in hoeverre de bijdrage vanuit de provincie als vermoedelijke randvoorwaarde geldt voor doorgang van het project (en dus de investeringsbijdragen van Rijk en derden). Voor de provincie Noord-Brabant is de verwachting dat circa 95% van de bijdrage door Rijk en Derden, zoals hierboven weergegeven, zal komen te vervallen met de wet HOF. In hoofdstuk 2 is de omvang van de potentiële provinciale discrepantie berekend, te weten 700 miljoen euro, die als gevolg van de Wet HOF mogelijk geen doorgang kunnen vinden. Dat betekent dat 70% van de provinciale investeringen (ad mln) mogelijk niet gerealiseerd kunnen worden. Als gevolg van de Wet HOF is er tevens een gerede kans dat ook bijdragen door het Rijk of van derden niet zullen plaatsvinden. Dat zou in dit geval betekenen dat ruim 75% van de totale investeringen (ad mln) mogelijk niet zullen plaatsvinden. Het economisch effect is zelfs dus nog wat groter dan alleen op basis van provinciale investeringen. 6.2 Uitleg economische effecten In deze economische effectanalyse concentreren we ons op de directe en indirecte effecten die mogelijk als gevolg van het niet investeren in een bepaald thema of programma optreden. Directe en indirecte effecten Onder directe effecten, ook wel eerste orde effecten genoemd,verstaan we de werkgelegenheid en toegevoegde waarde die als gevolg van de investeringen optreden, of in dit geval, niet optreden. 30 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 56

57 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Op basis van het investeringsprogramma betreffen de directe effecten de effecten die gedurende de duur van de investeringen optreden, ook wel tijdelijke effecten genoemd. Indien al beschikbaar, is voor een aantal grote projecten apart aangegeven wat het structurele werkgelegenheidseffect zal zijn van de projectuitvoering. Het in beeld brengen van de structurele werkgelegenheidseffecten van een project vraagt om een uitgebreide economische effectanalyse op projectniveau. Dat is binnen de scope van dit onderzoek niet gedaan. Het indirecte effect, ook wel tweede en derde orde effecten genoemd, ontstaat als andere partijen profiteren van de nieuw gevestigde activiteit, achterwaarts in de keten via toeleveringsrelaties en voorwaarts via de afgeleide bestedingen van bijvoorbeeld dag- en verblijfsbezoekers elders in de omgeving. Het indirecte effect kwantificeren we op basis van het IRIOS input-output model, gebaseerd op de investeringen uit de voorgaande tabel en het directe werkgelegenheidseffect. Naast het in beeld brengen van de kwantitatieve directe en indirecte economische effecten, benoemen we tevens kwalitatief een aantal effecten dat per thema kan optreden. Dit zijn effecten die niet of moeilijk in termen van werkgelegenheid of toegevoegde waarde zijn uit te drukken, maar wel degelijk een grote invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de economie (en welvaart). Dit kunnen zowel eerste, tweede als derde orde effecten zijn die optreden. Hierbij moet gedacht worden aan het effect op uitstraling en imago, synergie tussen projecten, spin-offs, sociale effecten, veiligheid, gezondheid etc. Per thema hebben we op hoofdlijnen bekeken wat voor type effecten zoal te verwachten zijn en de impact hiervan kwalitatief benoemd. Hierdoor ontstaat een vollediger beeld van de mogelijke impact van de wet HOF op het investeringsprogramma en dus op de gevolgen voor de economie van Noord-Brabant. De kwalitatieve effecten zijn generiek (dus voor iedere provincie mogelijk van toepassing) in de bijlage weergegeven. Het bepalen van de kwantitatieve directe en indirecte werkgelegenheidseffecten en toegevoegde waarde is indicatief in beeld gebracht aan de hand van kengetallen en veronderstelde uitrol van het programma/activiteit waarin door de provincie geïnvesteerd wordt. Hierbij hebben we rekening gehouden met het feit dat de investering van de provincie een voorwaarde kan zijn voor derden om ook te investeren in een project, met als gevolg dat het uitblijven van de beoogde provinciale investering grotere gevolgen kan hebben dan op het eerste gezicht zichtbaar. Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde geeft inzicht in het economische belang van het project. De toegevoegde waarde is gelijk aan het inkomen dat beschikbaar is voor de beloning van de betrokken productiefactoren bij het project. Grosso modo komt dit neer op de optelsom van de lonen, winsten en afschrijvingen. Als bron voor de berekening van de toegevoegde waarde zijn regionaal economische jaarcijfers gebruikt. De toegevoegde waarde geeft dus een economische vertaling van de waarde van de werkgelegenheid voor de (regionale) economie. 6.3 Economische effecten Directe effecten In onderstaande tabel is het volledige economische effect weergegeven van het investeringsprogramma zoals weergegeven in tabel 6.1. Het gaat hier om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 31 57

58 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Tabel 6.2 Direct effect: effecten van de potentiële investeringen Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) A. 1 e tranche investeringsagenda B. 2 e tranche investeringsagenda, onderdeel Groen Ontwikkelfonds C. Wegeninfrastructuur ( ) D. Rijksprojecten E. Regulier investeringsschema: - Provinciale wegen ( ) Overige geactiveerde investeringen Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 75% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het directe werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. Indirecte effecten In onderstaande tabel is het indirecte effect weergegeven van de investeringen zoals weergegeven in tabel 6.1. Ook hier geldt dat het gaat om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. Tabel 6.3 Indirect effect: effecten van de potentiële investeringen Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) A. 1 e tranche investeringsagenda B. 2 e tranche investeringsagenda, onderdeel Groen Ontwikkelfonds C. Wegeninfrastructuur ( ) D. Rijksprojecten E. Regulier investeringsschema: - Provinciale wegen ( ) Overige geactiveerde investeringen 60 5 Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 75% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het indirecte werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. 6.4 Conclusie In onderstaande tabel is het totale economische effect per thema weergegeven. Dit zijn de directe en indirecte effecten als gevolg van de investeringen in tabel Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 58

59 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Tabel 6.4 Directe en indirecte effecten: effecten van de potentiële investeringen Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) A. 1 e tranche investeringsagenda B. 2 e tranche investeringsagenda, onderdeel Groen Ontwikkelfonds C. Wegeninfrastructuur ( ) D. Rijksprojecten E. Regulier investeringsschema: - Provinciale wegen ( ) Overige geactiveerde investeringen Totaal Note: indicatief en afgerond We hebben geconcludeerd dat als gevolg van de wet HOF circa 75% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het totale potentiële werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. De afname van de werkgelegenheid, in economische waarde, staat gelijk aan een afname van de toegevoegde waarde met circa 900 miljoen euro. De gevolgen van het niet investeren door de provincie kan grotere gevolgen hebben dan hierboven weergegeven. Indien een project geen doorgang vindt of ernstig vertraagd, als gevolg van het niet investeren dan wel co-financieren door de provincie, worden de structurele werkgelegenheidseffecten die het project zou genereren ook niet gerealiseerd. Daarnaast zijn de meer kwalitatieve effecten zoals uitstraling en imago, synergie tussen projecten, behoud en versterking, spin-offs, sociale effecten, veiligheid en gezondheid niet meegenomen, maar wel benoemd in de bijlage. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 33 59

60 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 60

61 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 7 Gevolgen voor de provincie Fryslân 7.1 Investeringsprogramma ontleed Om een goed beeld te krijgen van de impact van de wet HOF is het belangrijk zicht te hebben op welke type investeringen en op welke thema s in het investeringsprogramma van de provincie Fryslân de wet ingrijpt. Investeringsstrategie als uitgangpunt Op basis van de begroting 2013 en aanvullende financiële informatie over de grote projecten van de provincie Fryslân is onderstaande tabel met investeringen opgesteld. Voor deze tabel is in eerste instantie het overzicht van investeringen (Begroting 2013: p.216,217) als bron gebruikt. Dit overzicht van investeringen geeft per programma de investeringen en PM de bijdragen van derden weer. Ook is in het overzicht van investeringen in de Begroting 2013 een aantal projecten weergegeven waarvan de middelen gereserveerd maar nog niet beschikbaar gesteld zijn. Zowel de investeringen per programma als deze projecten zijn weergegeven in onderstaande tabel. In onderstaande tabel is per kerntaak het nog te besteden investeringsbudget weergegeven en (een deel van) de bijdragen vanuit het Rijk en derden. Tabel 7.1 Beoogde provinciale investeringen en bijdragen Rijk en derden 2013 tot en met 2017 Kerntaak Thema Investeringssom (mln.) Provincie Rijk Derden Totaal 2 Verkeer en vervoer Water Landelijk gebied Economie, toerisme en recreatie Sociaal beleid en zorg Cultuur, taal en onderwijs Ruimte en wonen Totaal Bij de bijdragen van Rijk en Derden is gekeken in hoeverre de bijdrage vanuit de provincie als vermoedelijke randvoorwaarde geldt voor doorgang van het project (en dus de investeringsbijdragen van Rijk en Derden). Voor de provincie Fryslân is de verwachting dat circa 15% van de bijdrage door Rijk en Derden, zoals hierboven weergegeven, zal komen te vervallen met de wet HOF. In hoofdstuk 2 is de omvang van de potentiële provinciale discrepantie berekend, te weten 425 miljoen euro, die als gevolg van de wet HOF mogelijk geen doorgang kunnen vinden. Dat betekent dat circa 70% van de provinciale investeringen mogelijk niet gerealiseerd kunnen worden. Als gevolg van de wet HOF is er tevens een gerede kans dat ook bijdragen door het Rijk of van derden niet zullen plaatsvinden. Dat zou in dit geval betekenen dat circa 30% van de totale investeringen mogelijk niet zullen plaatsvinden. Hiermee is het economisch effect groter dan alleen op basis van provinciale investeringen. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 35 61

62 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het Uitleg economische effecten In deze economische effectanalyse concentreren we ons op de directe en indirecte effecten die mogelijk als gevolg van het niet investeren in een bepaald thema of programma optreden. Directe en indirecte effecten Onder directe effecten, ook wel eerste orde effecten genoemd, verstaan we de werkgelegenheid en toegevoegde waarde die als gevolg van de investeringen optreden, of in dit geval, niet optreden. Op basis van het investeringsprogramma betreffen de directe effecten de effecten die gedurende de duur van de investeringen optreden, ook wel tijdelijke effecten genoemd. Indien reeds beschikbaar is voor een aantal grote projecten apart aangegeven wat het structurele werkgelegenheidseffect zal zijn van de uitvoering van een bepaald project. Het in beeld brengen van de structurele werkgelegenheidseffecten van een project vraagt om een uitgebreide economische effect analyse op projectniveau. Dat is binnen de scope van dit onderzoek niet gedaan. Het indirecte effect, ook wel tweede en derde orde effecten genoemd, ontstaat als andere partijen profiteren van de nieuw gevestigde activiteit, achterwaarts in de keten via toeleveringsrelaties en voorwaarts via de afgeleide bestedingen van bijvoorbeeld dag- en verblijfsbezoekers elders in de omgeving. Het indirecte effect kwantificeren we op basis van het IRIOS input-output model gebaseerd op de investeringen uit de voorgaande tabel en het directe werkgelegenheidseffect. Naast het in beeld brengen van de kwantitatieve directe en indirecte economische effecten benoemen we tevens kwalitatief een aantal effecten die per thema kunnen optreden. Dit zijn effecten die niet of moeilijk in termen van werkgelegenheid of toegevoegde waarde zijn uit te drukken, maar wel degelijk een grote invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de economie (en welvaart). Dit kunnen zowel eerste, tweede als derde orde effecten zijn die optreden. Hierbij moet gedacht worden aan het effect op uitstraling en imago, synergie tussen projecten, spin-offs, sociale effecten, veiligheid, gezondheid etc. Per thema hebben we op hoofdlijnen bekeken wat voor type effecten zoal te verwachten zijn en de impact hiervan kwalitatief benoemd. Hierdoor ontstaat een vollediger beeld van de mogelijk impact van de wet HOF op het investeringsprogramma en dus op de gevolgen voor de economie van Fryslân. De kwalitatieve effecten zijn generiek (dus voor iedere provincie mogelijk van toepassing) in de bijlage weergegeven. Het bepalen van de kwantitatieve directe en indirecte werkgelegenheidseffecten en toegevoegde waarde is indicatief in beeld gebracht aan de hand van kengetallen en veronderstelde uitrol van het programma/activiteit waarin door de provincie geïnvesteerd wordt. Hierbij hebben we rekening gehouden met het feit dat de investering van de provincie een voorwaarde kan zijn voor derden om ook te investeren in een project, met als gevolg dat het uitblijven van de beoogde provinciale investering grotere gevolgen kan hebben dan op het eerste gezicht zichtbaar. Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde geeft inzicht in het economische belang van het project. De toegevoegde waarde is gelijk aan het inkomen dat beschikbaar is voor de beloning van de betrokken productiefactoren bij het project. Grosso modo komt dit neer op de optelsom van de lonen, winsten en afschrijvingen. Als bron voor de berekening van de toegevoegde waarde zijn regionaal economische jaarcijfers gebruikt. De toegevoegde waarde geeft dus een economische vertaling van de waarde van de werkgelegenheid voor de (regionale) economie. 36 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 62

63 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het Economische effecten Directe effecten In onderstaande tabel is het volledig economisch effect weergegeven van het investeringsprogramma zoals weergegeven in tabel 7.1. Het gaat hier om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. Tabel 7.2 Direct effect: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 2 Verkeer en vervoer Water <50 <5 5 Landelijk gebied Economie, toerisme en recreatie Sociaal beleid en zorg Cultuur, taal en onderwijs Ruimte en wonen Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 30% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het directe werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. Indirecte effecten In onderstaande tabel is het indirecte effect weergegeven als gevolg de investeringen zoals weergegeven in tabel 7.1. Ook hier geldt dat het gaat om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. Tabel 7.3 Indirect effect: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 2 Verkeer en vervoer Water <50 <5 5 Landelijk gebied Economie, toerisme en recreatie Sociaal beleid en zorg Cultuur, taal en onderwijs Ruimte en wonen Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 30% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het indirecte werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 37 63

64 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het Conclusie In onderstaande tabel is het totale economische effect per thema weergegeven. Dit zijn de directe en indirecte effecten als gevolg van de investeringen in tabel 7.1. Tabel 7.4 Directe en indirecte effecten: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 2 Verkeer en vervoer Water Landelijk gebied Economie, toerisme en recreatie Sociaal beleid en zorg Cultuur, taal en onderwijs Ruimte en wonen Totaal Note: indicatief en afgerond We hebben geconcludeerd dat als gevolg van de wet HOF circa 30% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het potentiële werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. De afname van de werkgelegenheid, in economische waarde, staat gelijk aan een afname van de toegevoegde waarde met 510 miljoen euro. De gevolgen van het niet investeren door de provincie kan grotere gevolgen hebben dan hierboven weergegeven. Indien een project geen doorgang vindt of ernstig vertraagd, als gevolg van het niet investeren danwel co-financieren door de provincie, worden de structurele werkgelegenheidseffecten die het project zou genereren ook niet gerealiseerd. Daarnaast zijn de meer kwalitatieve effecten zoals uitstraling en imago, synergie tussen projecten, behoud en versterking, spin-offs, sociale effecten, veiligheid en gezondheid niet meegenomen, maar wel benoemd in de bijlage. 38 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 64

65 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... 8 Gevolgen voor de provincie Limburg 8.1 Investeringsprogramma ontleed Om een goed beeld te krijgen van de impact van de wet HOF is het belangrijk zicht te hebben op welke type investeringen en op welke thema s in het investeringsprogramma van de provincie Limburg de wet ingrijpt. Investeringsstrategie als uitgangpunt Vanuit het coalitieakkoord is naast reguliere geldstromen een bedrag van 550 mln. aan additionele middelen beschikbaar. Dit bedrag is verdeeld over onderstaande thema s: Economisch profiel en menselijk kapitaal 60 mln. Kwaliteit van wonen en leven 100 mln. Werklocaties en verbindingen 260 mln. Overige onderwerpen 130 mln. In onderstaande tabel is per kerntaak het nog te besteden investeringsbudget weergegeven en (een deel van) de bijdragen vanuit het Rijk en derden. Tabel Beoogde provinciale investeringen en bijdragen Rijk en derden 2013 tot en met 2017 Kerntaak Thema Investeringssom (mln.) Provincie Rijk Derden Totaal 1 Economisch profiel en menselijk kapitaal Kwaliteit van wonen en leven Werklocaties en verbindingen Overige onderwerpen Totaal In hoofdstuk 2 is de omvang van de potentiële provinciale discrepantie berekend die als gevolg van de wet HOF mogelijk geen doorgang kunnen vinden. Voor Limburg is geconstateerd dat er sprake is van een discrepantie van ca. 266 mln euro. Let wel, niet meegenomen is de voorgestelde versnelling van projecten in de Voorjaarsnota à 200 miljoen euro. Dat betekent dat 50% van de provinciale investeringen (ad 550 mln) mogelijk niet gerealiseerd kunnen worden. Als gevolg van de Wet HOF is er tevens een gerede kans dat ook bijdragen door het Rijk of van derden niet zullen plaatsvinden. Dat zou in dit geval betekenen dat ruim 65% van de totale investeringen (ad 866 mln) mogelijk niet zullen plaatsvinden. Het economisch effect is zelfs dus nog wat groter dan alleen op basis van provinciale investeringen. 8.2 Uitleg economische effecten In deze economische effectanalyse concentreren we ons op de directe en indirecte effecten die mogelijk als gevolg van het niet investeren in een bepaald thema of programma optreden. Directe en indirecte effecten Onder directe effecten, ook wel eerste orde effecten genoemd, verstaan we de werkgelegenheid en toegevoegde waarde die als gevolg van de investeringen optreden, of in dit geval, niet optreden. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 39 65

66 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Op basis van het investeringsprogramma betreffen de directe effecten de effecten die gedurende de duur van de investeringen optreden, ook wel tijdelijke effecten genoemd. Indien reeds beschikbaar is voor een aantal grote projecten apart aangegeven wat het structurele werkgelegenheidseffect zal zijn van de uitvoering van een bepaald project. Het in beeld brengen van de structurele werkgelegenheidseffecten van een project vraagt om een uitgebreide economische effect analyse op projectniveau. Dat is binnen de scope van dit onderzoek niet gedaan. Het indirecte effect, ook wel tweede en derde orde effecten genoemd, ontstaat als andere partijen profiteren van de nieuw gevestigde activiteit, achterwaarts in de keten via toeleveringsrelaties en voorwaarts via de afgeleide bestedingen van bijvoorbeeld dag- en verblijfsbezoekers elders in de omgeving. Het indirecte effect kwantificeren we op basis van het IRIOS input-output model gebaseerd op de investeringen uit de voorgaande tabel en het directe werkgelegenheidseffect. Naast het in beeld brengen van de kwantitatieve directe en indirecte economische effecten benoemen we tevens kwalitatief een aantal effecten die per thema kunnen optreden. Dit zijn effecten die niet of moeilijk in termen van werkgelegenheid of toegevoegde waarde zijn uit te drukken, maar wel degelijk een grote invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de economie (en welvaart). Dit kunnen zowel eerste, tweede als derde orde effecten zijn die optreden. Hierbij moet gedacht worden aan het effect op uitstraling en imago, synergie tussen projecten, spin-offs, sociale effecten, veiligheid, gezondheid etc. Per thema hebben we op hoofdlijnen bekeken wat voor type effecten zoal te verwachten zijn en de impact hiervan kwalitatief benoemd. Hierdoor ontstaat een vollediger beeld van de mogelijk impact van de wet HOF op het investeringsprogramma en dus op de gevolgen voor de economie van Limburg. De kwalitatieve effecten zijn generiek (dus voor iedere provincie mogelijk van toepassing) in de bijlage weergegeven. Het bepalen van de kwantitatieve directe en indirecte werkgelegenheidseffecten en toegevoegde waarde is indicatief in beeld gebracht aan de hand van kengetallen en veronderstelde uitrol van het programma/activiteit waarin door de provincie geïnvesteerd wordt. Hierbij hebben we rekening gehouden met het feit dat de investering van de provincie een voorwaarde kan zijn voor derden om ook te investeren in een project, met als gevolg dat het uitblijven van de beoogde provinciale investering grotere gevolgen kan hebben dan op het eerste gezicht zichtbaar. Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde geeft inzicht in het economische belang van het project. De toegevoegde waarde is gelijk aan het inkomen dat beschikbaar is voor de beloning van de betrokken productiefactoren bij het project. Grosso modo komt dit neer op de optelsom van de lonen, winsten en afschrijvingen. Als bron voor de berekening van de toegevoegde waarde zijn regionaal economische jaarcijfers gebruikt. De toegevoegde waarde geeft dus een economische vertaling van de waarde van de werkgelegenheid voor de (regionale) economie. 8.3 Economische effecten Directe effecten In de volgende tabel is het volledig economisch effect weergegeven van het investeringsprogramma zoals weergegeven in tabel 8.1. Het gaat hier om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. 40 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 66

67 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Tabel Direct effect: effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 1 Economisch profiel en menselijk kapitaal Kwaliteit van wonen en leven Werklocaties en verbindingen Overige onderwerpen Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 65% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het directe werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. Indirecte effecten In onderstaande tabel is het indirecte effect weergegeven als gevolg van de investeringen zoals weergegeven in tabel 8.1. Ook hier geldt dat het gaat om werkgelegenheidseffecten die optreden gedurende de duur van de investeringen. Tabel Indirect effect: : effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 1 Economisch profiel en menselijk kapitaal Kwaliteit van wonen en leven Werklocaties en verbindingen Overige onderwerpen Totaal Note: indicatief en afgerond, het totaal hoeft niet overeen te komen met de sommatie van de onderdelen. In de voorgaande paragraaf is berekend dat als gevolg van de wet HOF circa 65% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het indirecte werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa 700 arbeidsplaatsen. 8.4 Conclusie In onderstaande tabel is het totale economische effect per thema weergegeven. Dit zijn de directe en indirecte effecten als gevolg van de investeringen in tabel 8.1. Tabel Directe en indirecte effecten: : effecten van de potentiële investeringen 2013 tot en met 2017 Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) 1 Economisch profiel en menselijk kapitaal Mogelijkheden versterken en versnellen 2 Kwaliteit van wonen en leven Mogelijkheden versterken en versnellen 3 Werklocaties en verbindingen Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 41 67

68 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Thema Aantal arbeidsplaatsen Toegevoegde waarde (mln. euro's) Mogelijkheden versterken en versnellen Overige onderwerpen Totaal Note: indicatief en afgerond We hebben geconcludeerd dat als gevolg van de wet HOF circa 65% van de totale investeringen mogelijk geen doorgang vinden. Dat betekent dat het totale potentiële werkgelegenheidseffect zoals hierboven gepresenteerd met circa arbeidsplaatsen afneemt. Wat resteert is een werkgelegenheidseffect van circa arbeidsplaatsen. De afname van de werkgelegenheid, in economische waarde, staat gelijk aan een afname van de toegevoegde waarde met circa 355 miljoen euro. De gevolgen van het niet investeren door de provincie kan grotere gevolgen hebben dan hierboven weergegeven. Indien een project geen doorgang vindt of ernstig vertraagd, als gevolg van het niet investeren dan wel co-financieren door de provincie, worden de structurele werkgelegenheidseffecten die het project zou genereren ook niet gerealiseerd. Daarnaast zijn de meer kwalitatieve effecten zoals uitstraling en imago, synergie tussen projecten, behoud en versterking, spin-offs, sociale effecten, veiligheid en gezondheid niet meegenomen, maar wel benoemd in de bijlage. 42 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 68

69 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Bijlage: EMU-formule EMU-formule 1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) Aannames: 1a Reguliere baten + 1a+1b=1c+1d+1e 1b Onttrekkingen voorzieningen + 1b=9 1c Reguliere lasten - 1d Afschrijvingen - 1d=2 1e Toevoegingen voorzieningen - 1e=3 1f In begroting verwerkte investeringen - investering 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie + 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) + 3=9 - investering + 5=0-6=0-8a Baten bouwgrondexploitatie: + 8a-7-8b=saldo 8b Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? investering - 11=0 Berekend EMU-saldo R R=negatief I R= 1a+1b-1c-1d-1e-1f b+8a a+1b-1c-1d-1e=0 II R=-1f b+8a =9 III R=-1f b+8a =0 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 43 69

70 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... EMU-formule IV R=-1f b+8a =0 Aannames: V R=-1f b+8a =0 VI R=-1f b+8a b+8a=saldo grond VII R=-1f+2-4+saldo grond-10 2=Afschrijvingen VIII R=-1f-4-10+Afschrijvingen+saldo grond Herschikken IX 1f+4+10=-R+Afschrijvingen+saldo grond 1f+4+10=investeringsruimte 44 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 70

71 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Bijlage: Algemene effecten op thema In onderstaande tabel zijn ter indicatie een aantal effecten benoemd binnen de verschillende thema s waarop door de wet HOF investeringen mogelijk geen doorgang vinden in de onderzochte provincie. Thema Effecten op en landschap toerisme Kwaliteit natuur Belevingswaarde Recreatie en Milieufunctie Niet- Grondstoffen gebruikswaarde Investeringen in Behoud en Goed onderhouden Toename van Onderhoud natuur De aanwezigheid Extra economische natuur en versterking natuur natuur en mate van recreatie en en landschap van natuur alleen waarde (bv hout en landschap en landschap biodiversiteit toerisme draagt bij aan een wordt ook zonder vis als grondstof) stimuleert de mogelijkheden en goede regulering het te gebruiken belevingswaarde behoud danwel van water - gewaardeerd door van natuur versterking van de hoeveelheid en - burgers en aantrekkelijkheid kwaliteit bedrijven van het gebied voor bewoners en bezoekers Thema Effecten op Leefomgeving Veiligheid Overige effecten Bereikbaarheid Betrouwbaarheid Arbeidsmarkt Concurrentiepositie Investeringen in Reistijdwinsten Verbeterde Marktimperfecties Een verbeterde Toe- danwel Verhoging van de Een beter infrastructuur voor woon-werk, betrouwbaarheid op de arbeidsmarkt bereikbaarheid afname van verkeersveiligheid bereikbare regio is zakelijk en overig van duur route door kunnen worden brengt regio's broeikasgassen, aantrekkelijker als verkeer. Niet alleen bv minder files, verminderd/opgehe dichter bij elkaar luchtkwaliteit en vestigingsregio op het nieuwe meer treinen etc. ven door een waardoor schaal- geluidshinder op voor bedrijven, traject, maar ook op verbeterde en bepaalde locaties maar ook voor de trajecten waar bereikbaarheid agglomeratievoorde burgers om er te het verkeer eerst len kunnen gaan wonen (woon- overheen ging. ontstaan en als en grondmarkt). Reistijdwinst gevolg van een Verder kan het Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 45 71

72 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... betekent daling van verbeterde bijdragen aan het de transportkosten concurrentiepositie imago van een voor bedrijven en extra gebied reiskostendaling werkgelegenheid voor forensen Thema Effecten op Vitaliteit omgeving & verminderde aantrekkelijkheid Investeren in In een omgeving waar sprake is van (veel) structurele leegstand bestaat een kans op verpaupering van het gebied door het niet langer investeren in bestrijden onderhoud en uitstraling van de panden. Dit kan leiden tot een daling van de grondwaarde, een verminderde aantrekkelijkheid van het gebied voor nieuwe leegstand bedrijven en een gevoel van onveiligheid voor bezoekers en werknemers kantoren en bedrijventerreinen Thema Effecten op Wonen Werken Recreatie en Toerisme Overige effecten Investeren in Woningbouwprojecten kunnen een Ruimte voor bedrijven betekent Investeringen in natuur en Zie andere thema's gebieds- woongebied aantrekkelijker maken om te ruimte voor economische groei. Het recreatie verhogen de ontwikkeling wonen, door een stijging van het aantal aanbieden van geschikte aantrekkelijkheid van een gebied inwoners kan het voorzieningenniveau vestigingslocaties voor bedrijven is voor zowel de bewoners als voor toenemen, meer groen wordt gewaardeerd een voorwaarde om groei te kunnen potentiële toeristen. Extra en het gehele project kan bijdragen aan realiseren en voor het aantrekken van toeristen leiden tot extra een stijging van de WOZ-waarde van nieuwe bedrijvigheid. Zowel bestedingen in de lokale woningen grenzend aan het project. uitbreiding als het aantrekken van economie. Verder neemt de nieuwe bedrijvigheid leidt tot (extra) belevingswaarde en het werkgelegenheid. Verder kan gedacht woongenot toe. worden aan het oprichten van incubators en het ontwikkelen en versterken van bv Science Parks voor de valorisatie van kennis en de concurrentiepositie Thema Effecten op 46 Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 72

73 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Sociale kwaliteit Sociale kwaliteit Inzet op sterkere interactie en betrokkenheid van bewoners met als resultaat een verbeterde kwaliteit leefomgeving, meer sociale interactie, grotere maatschappelijke participatie en breder draagvlak of betrokkenheid bij projecten die worden geïnitieerd door de provincie. Hierdoor kan eerder en in samenspraak gestuurd worden op het voorkomen van negatieve sociale consequenties die het eindresultaat belemmeren en wordt het beoogde resultaat beter of sneller bereikt. Gevolgen wet HOF op het investeringsprogramma 47 73

74 Bijlage - PS rapport Ecorys Gevolgen wet Hof op het... Postbus AD Rotterdam Nederland Watermanweg GG Rotterdam Nederland T F E netherlands@ecorys.com W Sound analysis, inspiring ideas BELGIË BULGARIJE HONGARIJE INDIA NEDERLAND POLEN RUSSISCHE FEDERATIE SPANJE TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK - ZUID-AFRIKA 74

75 Statenbrief - PS MIE - aanbieding jaarverslag Innovatie- en... STATENBRIEF Onderwerp: Jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit Over de inhoud van deze brief te overleggen De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Hierbij bieden wij u ter informatie het jaarverslag 2012 van het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV aan. Zoals wij in de Statennotitie Vierde kwartaalrapportage 2012 van het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV (PS ) hebben aangegeven, zouden wij uw Staten het jaarverslag 2012 ter informatie toesturen. 2 Aanleiding Het IIG is april 2012 opgericht met als doel het financieren van innovatieve MKB-bedrijven in de start- en groeifase die actief zijn op het gebied van food, health, energie- en milieutechnologie of de maakindustrie. Daarnaast worden er ook ondernemingen gefinancierd die met hun projecten rechtstreeks bijdragen aan de realisatie van een duurzame energievoorziening in Gelderland. IIG. In totaal is er Het IIG zal te zijner tijd bij het Topfonds Gelderland ondergebracht worden. 3 Bestaand beleid c.q. kader De aandelen van IIG BV zijn voor 100% in handen van de provincie Gelderland. Elk jaar stelt het bestuur de jaarstukken, bestaande uit een jaarverslag en een jaarrekening, op. De statuten bepalen dat de jaarrekening aan de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) ter vaststelling wordt voorgelegd. In de AvA van 23 mei jl. is de jaarrekening 2012 vastgesteld. 4 Argumenten/afwegingen In 2012 zijn door de Raad van Commissarissen 2012 zestien investeringsvoorstellen goedgekeurd met een totaalbedrag van 13,3 miljoen. Hiervan zijn in 2012 reeds zes investeringsvoorstellen. omgezet in investeringen. Op pagina 7 t/m 10 van het jaarverslag wordt hier nader op ingegaan Inlichtingen bij Lars Oosters, telnr. (026) adres: post@gelderland.nl 75

76 Statenbrief - PS MIE - aanbieding jaarverslag Innovatie- en... 5 Financiële consequenties De jaarrekening 2012 is te vinden op pagina 14 t/m 25. Zoals op pagina 22 te zien is, is als gevolg van het negatieve resultaat over 2012 het eigen vermogen eind 2012 is logisch verklaarbaar en normaal voor een investeringsfonds in deze fase. Het wordt veroorzaakt door de opstart van het fonds waardoor er nog nauwelijks opbrengsten (rentebetalingen) gegenereerd zijn. Voor de lopende bedrijfsvoering zijn kosten gemaakt, terwijl de opbrengsten pas later (renteopbrengsten, exits van deelnemingen) worden gerealiseerd. Op pagina 27 vindt u de controleverklaring van de accountant. 6 Proces en evaluatie Gezien de start van het fonds in het voorjaar van 2012 is nu nog te vroeg om iets te zeggen over de revolverendheid van het fonds. Er is op dit moment nog geen aanleiding om een voorziening te treffen op de reeds geïnvesteerde bedragen. Op pagina 7 en 8 wordt nader ingegaan op het risicomanagement dat door de beheerder van dit fonds, PPM Oost NV, gevoerd wordt. Wij stellen uw Staten voor om deze statenbrief en bijgevoegd jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen. In het vervolg zullen wij uw Staten over de ontwikkelingen binnen het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland (IIG) informeren via de provinciale P&C-cyclus. Arnhem, 11 juni zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris Bijlagen: Ontwerpbesluit Begrotingswijziging Notitie Naam notitie Jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 2 76

77 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 77

78 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 2 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 78

79 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Inhoudsopgave Directieverslag 5 > Organisatie en activiteiten 6 > Resultaten 7 > Risicomanagement 7 > Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 9 Bericht van de Raad van Commissarissen 11 Jaarrekening Alfabetisch overzicht participaties

80 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 4 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 80

81 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Directieverslag De marktsituatie van het MKB in Nederland is in 2012 aanzienlijk verslechterd. In het vierde kwartaal kromp de Nederlandse economie met 0,2% ten opzichte van een kwartaal eerder. Dat betekent dat Nederland voor de derde keer in een recessie kwam binnen een periode van vijf jaar. De verwachtingen voor 2013 voor het MKB zijn niet hoopgevend. Het Centraal Planbureau verwacht voor 2013 een krimp van de Nederlandse economie van 0,5% met een oplopende werkloosheid tot 6% en een afnemende koopkracht van de consumenten met 1,25%. Een somber perspectief. Om te kunnen groeien en de crisis voor te blijven is innovatie voor het bedrijfsleven onontbeerlijk. Het nieuwe Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland voorziet in een duidelijke behoefte voor deze bedrijven en zorgt er ook voor dat privaat geld voor innovatie wordt aangetrokken. Milieutechnologie of de maakindustrie. Daarnaast worden er ook ondernemingen gefinancierd die met hun projecten rechtstreeks bijdragen aan de realisatie van duurzame energievoorziening in Gelderland. Het IIG is gefinancierd door de provincie Gelderland. In mei 2012 is voor het fonds 10 miljoen ter beschikking gesteld en in de periode september tot en met december 2012 is het IIG uitgebreid met 20 miljoen investeringsvermogen. Innoluce Naast innovatie blijft aandacht voor duurzame energievoorziening belangrijk, zeker in economisch lastige tijden. Om Gelderse investeringen in duurzame energieprojecten te stimuleren kan er een beroep om het nieuwe fonds worden gedaan. Het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland is in april 2012 opgericht met als doel het financieren van innovatieve MKB-ondernemingen in de start- en groeifase die actief zijn op het gebied van Food, Health, Energie- en In Nederland heb je geen partijen die bij een start up in de high tech een grote hoeveelheid geld in hun uppie neerleggen. PPM Oost was bij ons de smeerolie die er mede voor heeft gezorgd dat er meer partijen aan tafel zijn gekomen. Marijn van Os, CEO Innoluce 5 81

82 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Participatiemaatschappij Oost Nederland NV (PPM Oost), onderdeel van Oost NV, is door de provincie Gelderland aangesteld als fondsmanager van IIG. Voor de beheerwerkzaamheden ontvangt PPM Oost een marktconforme vergoeding. Organisatie en activiteiten Innovatie Innovatieve MKB-ondernemingen die met succes een beroep willen doen op IIG, dienen aan de volgende criteria te voldoen: > > De onderneming is een MKB-bedrijf; > > De onderneming is gevestigd in de provincie Gelderland of kan aantonen dat het voornemens is om zich in Gelderland te vestigen; > > De onderneming is actief binnen de beleidsthema s Food, Health, Energie- en Milieutechnologie of Maakindustrie. Financiering wordt verstrekt in de vorm van risicokapitaal (aandelenparticipatie en/of achtergestelde leningen) op marktconforme voorwaarden. Investeringen bedragen minimaal en maximaal In alle gevallen wordt gezocht naar private investeerders die samen met IIG investeren in de onderneming. > > een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitiedoelstellingen van de provincie Gelderland; > > gericht zijn op energiebesparing, toepassing van duurzame energie of verdere efficiencyverhoging bij de toepassing van fossiele energie. > > geen technologische maar uitsluitend exploitatierisico s lopen; > > de rendementen van de duurzamen energievoorziening neer laten slaan op Gelders grondgebied. De doelstelling van de provincie Gelderland bedraagt 2% energiebesparing per jaar en 14% hernieuwbare energie in Voorbeelden van projecten zijn: warmtenetten, geothermie, biomassa-installaties en zonne-energie installaties. Duurzame energievoorziening Ondernemingen die gebruik willen maken van de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor bijdrage aan de realisatie van duurzame energievoorziening moeten met hun projecten: De financiering van de projecten voor duurzame energievoorziening wordt verstrekt in de vorm van risicokapitaal (aandelenparticipatie, achtergestelde leningen en/of garanties) op marktconforme voorwaarden. De maximale investeringsomvang per project bedraagt Thematische invulling aanvragen Innovatie Duurzame energievoorziening Food 15% Health 32% Energie- en Milieutechnologie 19% 23% Maakindustrie 6% Andere topsectoren 5% Cross-overs tussen topsectoren en creatieve industrie 0% Totaal 77% 23% 6 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 82

83 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Aanvragen De ontwikkeling van het aantal aanvragen over de afgelopen kwartalen laat een stijgende trend zien. 50 Het geïnvesteerd vermogen van IIG bedraagt aan het einde van het eerste verslagjaar 2,7 miljoen. Er is ultimo 2012 nog geen aanleiding om een voorziening te treffen op de geïnvesteerde bedragen. Door de recente kapitaaluitbreiding kent het IIG een uitstekende liquiditeitspositie e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Uit de balans blijkt de revolverendheid van het fonds. Voor het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland is het ultimo 2012 nog te vroeg om hier al een eerste melding over te doen. De directie blijft de ontwikkeling van de revolverendheid volgen Het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland krijgt steeds meer bekendheid in de regio en ondernemers weten PPM Oost als fondsmanager te vinden. In 2012 zijn er 149 aanvragen voor financiering ontvangen. Een verdeling van die aanvragen per thema treft u aan op pagina 6. Resultaten Tot en met 2012 heeft het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland aan zes bedrijven een financiering verstrekt voor een totaalbedrag van 2,6 miljoen. In het boekjaar 2012 zijn er geen faillissementen geweest. Risicomanagement Het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland houdt zich met specifieke activiteiten bezig. Het uitvoeren van deze activiteiten brengt risico s met zich mee. De directie hecht Medisse In de beheerovereenkomst zijn afspraken gemaakt over het investeringsbeleid en bedrijven die in aanmerking komen voor financiering. In het overzicht op de volgende pagina wordt hierover verantwoording afgelegd. Over het jaar 2012 komt het resultaat uit op een verlies van 0,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door de opstart van het fonds, waardoor er nauwelijks opbrengsten zijn. Investeringsfondsen laten tijdens de investeringsjaren altijd een negatief resultaat zien. De liquide middelen worden geïnvesteerd, waarvoor kosten worden gemaakt, terwijl opbrengsten uit de investeringen pas in de exitfase van een fonds worden gerealiseerd. De algemene kosten zijn onder het niveau dat is afgesproken met de provincie Gelderland. Voor start ups in de life sciences is het geld schaars. Dit heeft als gevolg dat veel innovaties op medisch gebied voortijdig stoppen. Het is belangrijk dat PPM Oost voor een deel de rol van financier kan overnemen. Sandra de Vos, CEO Medisse eraan de risico s in kaart te hebben, zodat indien nodig adequate maatregelen kunnen worden getroffen. Om deze reden maakt de directie gebruik van het risicobeheersingsmodel van PPM Oost. Hierin worden (alle bedragen x 1.000) Totaal Innovatie Duurzame energievoorziening Fondsvermogen Gerealiseerde investeringen Uitzettingspercentage 8,8% 5,4% 16,7% 7 83

84 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Geografische spreiding Innovatie Ondernemingen gevestigd in de provincie Gelderland of aantoonbaar voornemens zijn om zich in de provincie Gelderland te gaan vestigen. Duurzame energievoorziening Ondernemingen in Nederland, waarvan de projecten rechtstreeks bijdragen aan duurzame energievoorziening in Gelderland. Regio Arnhem - Nijmegen 100% Regio Stedendriehoek Regio Eem en Vallei Regio Achterhoek Regio Rivierenland Regio Noordwest-Veluwe Voornemen vestiging in Gelderland Nederland 100% Thematische invulling Ondernemingen met innovaties in de sectoren Food, Health, EMT, Maakindustrie en innovatieprojecten in de zogenaamde cross-overs (verbinding tussen topsectoren en de creatieve industrie). Niet van toepassing Food Health 100% Energie- en Milieutechnologie Maakindustrie Cross-overs tussen topsectoren en creatieve industrie Open innovatie- en samenwerkingsverbanden Minimaal 40% van de beschikbare middelen van IIG innovatie wordt aangewend voor investeringen met een open innovatie traject en/of samenwerkingsverbanden voor innovatie. Niet van toepassing 100% Private inbreng Op transactieniveau wordt samenwerking gezocht met private investeerders. Op fondsniveau wordt gestreefd naar een gemiddelde cumulatieve private inbreng op transactieniveau van 50%. Er worden geen eisen gesteld aan de private inbreng op een individueel transactieniveau. Niet van toepassing 68% 8 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 84

85 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV de risico s die samenhangen met de bedrijfsvoering geïdentificeerd. Zo wordt de kans ingeschat dat een risico zich voordoet en wordt de mogelijke impact gekwantificeerd. Tenslotte worden beheersmaatregelen Topell Energy De provincie Gelderland legt aan fondsmanagers die gelden van de provincie beheren de volgende Tien Principes van het Global Compact op: De eerste twee principes van het Global Compact zijn rechtstreeks afgeleid van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Bedrijven dienen: > > de internationaal uitgevaardigde mensenrechten te ondersteunen en te eerbiedigen; en > > zich er steeds van te vergewissen dat zij niet medeplichtig worden aan schending van de mensenrechten. We zijn erg blij met de ontvangst van de gemeente en de provincie Gelderland. De werkverhoudingen zijn uitstekend. Als je vervolgens kapitaal nodig hebt, is het logisch dat je de regionale ontwikkelingsmaatschappij uitnodigt mee te doen. Jules Kortenhorst, CEO Topell Energy getroffen om de risico s zoveel mogelijk te verkleinen. Het belangrijkste risico dat de organisatie loopt, is dat aan een onderneming ten onrechte een financiering wordt verstrekt. Dit risico wordt ondervangen door het kwaliteitssysteem van PPM Oost waarbij een casus altijd door twee investment managers wordt beoordeeld en vervolgens nog door het Directieoverleg en de Raad van Commissarissen. De volgende vier principes zijn afgeleid van de Verklaring van de International Labour Organisation over de fundamentele arbeidsrechten. Bedrijven dienen: > > de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen te handhaven; > > de uitbanning van iedere vorm van verplichte en gedwongen arbeid te ondersteunen; > > de effectieve afschaffing van kinderarbeid te bevorderen; en > > de bestrijding van discriminatie te ondersteunen in arbeid en beroep. De volgende drie principes zijn afgeleid van de Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling. Bedrijven dienen: > > voorzorg te betrachten bij belasting van het milieu; > > initiatieven te ondernemen om een groter milieubewustzijn te bevorderen; en > > de ontwikkeling en de verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) bestaat uit drie pijlers: mens, milieu en bedrijfsvoering. Wanneer een organisatie maatschappelijk verantwoord wil ondernemen, streeft zij naar een balans tussen deze drie onderdelen. Het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland is van mening dat zij maatschappelijk verantwoord bezig dient te zijn. Dit uit zich al in de kerntaak van de organisatie, namelijk het financieren van innovatieve bedrijven en bedrijven die willen bijdragen een duurzame energievoorziening. Xenikos Ook bij bedrijven waaraan een financiering wordt verstrekt, heeft het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland aandacht voor MVO. Al bij de beoordeling van een aanvraag voor financiering wordt nadrukkelijk gekeken naar het MVObeleid van de betreffende organisatie. Wanneer bepaalde activiteiten in onze ogen niet toelaatbaar zijn, wordt de aanvraag afgewezen. Dat PPM Oost de laatste jaren meer investeert in de biotech, is noodzakelijk omdat het in de vroege fase van medicijnontwikkeling lastig is geld uit de markt te krijgen. De ontwikkeling van medicijnen als T-Guard kan hierdoor stil vallen, omdat ze slechts voor een kleine groep patiënten zijn bestemd. Ypke van Oosterhout, CEO Xenikos 9 85

86 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Het laatste principe is afgeleid van de Anti-Corruptie Conventie van de Verenigde Naties: > > bedrijven moeten elke vorm van corruptie tegengaan, inclusief afpersing en omkoping. Tot slot Het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland voorziet duidelijk in een behoefte in markt, zowel voor innovatie als voor duurzame energievoorziening. Het fonds zorgt voor een belangrijke aanzuigende werking van privaat kapitaal en stelt de hiermee zo belangrijke werkgelegenheid en bedrijvigheid veilig voor onze regio. Arnhem, 18 april 2013 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Ondernemersmonitor 2012 Begin 2013 is aan de ondernemers uit onze portefeuille een aantal vragen voorgelegd over hun verwachtingen ten aanzien van onderstaande onderwerpen Economisch klimaat 3,0 Productie en bezettingsgraad 3,5 De directie, Participatiemaatschappij Oost Nederland NV, bestuurder namens deze de heer M. Prins, directeur Omzet en prijzen 3,3 Opdrachten en orders 3,3 Concurrentiepositie 3,2 Personeelssterkte 3,3 1-3 = pessimistisch, 3 = gelijk, 3-5 = optimistisch De ondernemers van het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland zijn over de hele linie optimistischer over de toekomst dan hun collega ondernemers uit de andere (innovatie-)fondsen die PPM Oost beheert. 10 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 86

87 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Bericht van de Raad van Commissarissen Het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV is na een lange voorbereidingstijd in mei 2012 gelanceerd. Direct na oprichting heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV op 11 mei 2012 de leden van de Raad van Commissarissen benoemd. De leden van de Raad van Commissarissen zijn: > > de heer dr. K. Wiedhaup, voorzitter (aftredend bij Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2014); > > de heer A.A. Olijslager (aftredend bij Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2015); > > de heer ir. P.J.J.G. Nabuurs (aftredend bij Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2016). daarna, gevolgd door een dialoog tussen ondernemer en investment manager en de Raad. Tenslotte wordt nog met de investment manager gediscussieerd over de propositie, waarna de Raad een beslissing neemt. Het boekjaar 2012 heeft Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV afgesloten met een verlies van Gezien de opstartfase van het fonds waarin er nauwelijks inkomsten zijn, maar wel kosten worden gemaakt, behoort het verlies tot een resultaat dat investeringsfondsen in deze fase normaliter laten zien. De Raad beseft zich terdege dat gezien de investeringsdoelstellingen van het fonds en de ondernemingsfasen waarin wordt geïnvesteerd, het risicovolle investeringen betreffen. De jaarrekening 2012 is door Deloitte gecontroleerd. De goedkeurende verklaring is in deze jaarrekening opgenomen. De Raad van Commissarissen heeft tot taak het toezicht houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap. De Raad heeft daarnaast een taak als Investment Committee. Vanwege het feit dat de werkzaamheden op het grensvlak van het publieke en private domein liggen, heeft de Raad op 11 mei 2012 een gesprek gehad met de gedeputeerde van de provincie Gelderland, de heer J. Markink, over de beleidsmatige invulling van de werkzaamheden van de Raad. De Raad van Commissarissen heeft in het boekjaar vier vergaderingen gehouden, waarin 16 investeringsvoorstellen zijn besproken. Leningen tot en met die door de directie zijn goedgekeurd, worden door de Raad van Commissarissen getoetst aan het algemene beleid van het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV. Voor leningen die dat bedrag te boven gaan en alle investeringen in aandelenkapitaal, besluit de Raad van Commissarissen zelfstandig, op basis van een advies van de directie. Bij alle investeringsvoorstellen die ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad, licht de ondernemer tijdens een bijeenkomst via een pitch zijn businesspropositie toe, Wij adviseren de aandeelhouder provincie Gelderland om de jaarrekening 2012 vast te stellen en décharge te verlenen aan de directie voor het gevoerde beleid en aan de Raad van Commissarissen voor het gehouden toezicht. De Raad van Commissarissen geeft naar aanleiding van haar honorering over 2012 aan, dat zij al voldoen aan de uitgangspunten van de Wet Normering Topinkomens die op 1 januari 2013 van kracht is geworden. Tenslotte wil de Raad van Commissarissen zijn waardering uitspreken over de door management en medewerkers gedurende het boekjaar getoonde inzet en professionaliteit. Arnhem, 18 april 2013 Raad van Commissarissen van Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV dr. K. Wiedhaup (voorzitter) A.A. Olijslager ir. P.J.J.G. Nabuurs dr. K. Wiedhaup (voorzitter RvC) + foto 11 87

88 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Raad van Commissarissen dr. K. Wiedhaup voorzitter Functies: > > Voormalig Director Pharma Group Akzo-Nobel; > > Lid van de Raad van Commissarissen van BioGeneration Ventures; > > Lid van de adviesraad van Stichting STW; > > Lid van de adviesraad van Universiteit Twente; > > Lid van het curatorium van Stichting Maatschappij en Onderneming (SMO); > > Lid Raad van Commissarissen Pantarhei Bioscience; > > Lid Directie Kinemed, Emeryville, Californië. A.A. Olijslager lid RvC Functies: > > Voormalig Voorzitter Concerndirectie van Royal Friesland Foods NV; > > Voormalig Voorzitter van de NVP (Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen); > > Honorair consul van Frankrijk voor Noord-Nederland; > > Voorzitter Raad van Commissarissen van Heijmans NV; > > Non-executive Director Groupe Pierre et Vacances; > > Lid van de Stichting Administratiekantoor Unilever NV; > > Vice-voorzitter Raad van Commissarissen van AVEBE UA; > > Voorzitter van de Raad van Advies van LSP Health Fund; > > Voorzitter van de Raad van Advies van Lifelines van het UMCG Groningen; > > Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Nyenrode Business Universiteit. ir. P.J.J.G. Nabuurs lid RvC Functies: > > Voormalig CEO NV Kema; > > Onafhankelijk adviseur en eigenaar van IIW (Independent Industry Watching); > > Lid van de Raad van Toezicht van Syntens; > > Lid van de auditcommissie van Syntens; > > Voorzitter Raad van Toezicht Toneelgroep Oostpool ; > > Lid van de Raad van Toezicht van VieCuri (Ziekenhuizen Venlo/Venray); > > Lid van de auditcommissie van VieCuri (Ziekenhuizen Venlo/Venray); > > Voorzitter commissie kwaliteit en veiligheid van VieCuri (Ziekenhuizen Venlo/Venray); > > Voorzitter Stuurgroep Smart Energy Collective (SEC); > > Voorzitter Raad van Commissarissen Neptunus; > > Tijdelijk voorzitter van de Topsector Energie. 12 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 88

89 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Jaarrekening 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 89

90 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Balans per 31 december 2012 (na voorgestelde resultaatbestemming) Ref. (alle bedragen x 1.000) 31 december 2012 Openingsbalans Activa Vaste activa 4 Financiële vaste activa Vlottende activa 5 Vorderingen Liquide middelen Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 90

91 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Balans per 31 december 2012 (na voorgestelde resultaatbestemming) Ref. (alle bedragen x 1.000) 31 december 2012 Openingsbalans Passiva Eigen Vermogen 7 Aandelenkapitaal Agioreserve Overige reserves Kortlopende schulden

92 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Winst en verliesrekening over 2012 Ref. (alle bedragen x 1.000) Opbrengsten Transactieresultaat 0 Overige opbrengsten 80 Totaal 80 Kosten 13 Directe participatiekosten 0 14 Algemene beheerskosten 585 Totaal 585 Netto resultaat Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 92

93 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Kasstroomoverzicht over 2012 (alle bedragen x 1.000) 2012 Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat -505 Mutatie voorziening participaties 0 Veranderingen werkkapitaal Vlottende activa 0 Kortlopende schulden 579 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in Deelnemingen en leningen Desinvesteringen Desinvesteringen en aflossingen 0 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Storting aandelenkapitaal en agio Toe-(af)name geldmiddelen Mutatie geldmiddelen Geldmiddelen per 1 januari 0 Toe-(af)name geldmiddelen Geldmiddelen per 31 december

94 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Toelichting op de balans en winst en verliesrekening 1. Algemeen 1.1 Activiteiten De activiteiten van Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV (hierna: IIG) bestaan voornamelijk uit verstrekken van financieringen aan vennootschappen en ondernemingen ten behoeve van innovatie, energie en/of (glas)tuinbouw waarbij het economisch rendement in de provincie Gelderland of het Gelders belang door de financiering gediend moet zijn. De vennootschap is op 11 april 2012 opgericht en is statutair gevestigd te Arnhem. 1.2 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangen en betaalde rente, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. 1.3 Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de directie van IIG zich over verschillende zaken een oordeel vormt en dat de directie schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. 2. Grondslagen voor waardering van activa en passiva 2.1 Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor Jaarverslaggeving. Ter verbetering van het inzicht en gelet op het specifieke karakter van Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV is op grond van het Besluit Modellen Jaarrekening (art.6) op een aantal onderdelen afgeweken van de algemeen geldende voorschriften en is een beter passende en daardoor duidelijker benaming en indeling gekozen betreffende een aantal posten in de balans en resultatenrekening. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of de actuele waarde. Indien geen actuele waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, winst en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting. 2.2 Vreemde valuta Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. 2.3 Financiële vaste activa De aandelenparticipaties worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze participaties gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De waardering tegen verkrijgingsprijs heeft tot gevolg dat waardestijgingen van participaties niet in de cijfers tot uitdrukking komen. Ten einde toch een nader inzicht te geven in de waardering van de actuele waarde, wordt in de toelichting op de balans de fair market value vermeld. De leningen betreffen zowel leningen aan participaties als leningen aan ondernemingen waarin niet wordt geparticipeerd. De leningen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. 18 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 94

95 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 2.4 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de directie van IIG wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering (hierna: voorziening) onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn wordt de voorziening op het actief vastgesteld. De voorziening wordt bepaald op basis van de Valuation Guidelines for Private Equity and Venture Capital, ontwikkeld door AFIC, BVCA en EVCA. De kosten van de voorziening worden direct als een last verwerkt in de winst en verliesrekening. Indien wordt vastgesteld dat een voorziening die in het verleden verantwoord is, niet meer noodzakelijk is of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de verkrijgingsprijs die bepaald zou zijn indien geen voorziening voor het actief zou zijn verantwoord. Het teruggenomen verlies wordt in de winst en verliesrekening verwerkt. 3. Grondslagen voor bepaling van het resultaat 3.1 Opbrengsten De opbrengsten bij verkoop van participaties worden verantwoord in het jaar waarin de economische rechten en risico s op de betreffende participaties zijn overgedragen. Dividenden worden verantwoord in het jaar van ontvangst. Renteopbrengsten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Verliezen bij afstoting van participaties of bij oninbaarheid van leningen worden afgeboekt op de daarvoor gevormde voorziening. Toevoeging aan deze voorziening komt ten laste van het resultaat. 3.2 Kosten De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 2.5 Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd op nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor oninbaarheid. 2.6 Belastingen De Belastingdienst heeft bepaald dat de vennootschap niet belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting

96 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Toelichting op de balans 4. Vaste activa Financiële vaste activa (alle bedragen x 1.000) 31 december 2012 Openingsbalans Participaties en leningen af: voorzieningen participaties Participaties en leningen Het verloop is als volgt: Participaties Leningen Totaal Stand per 11 april Bij: - investeringen nieuw uitbreidingen rentebijschrijving Af: - desinvestering/aflossing faillissement/liquidatie Aanschafwaarde 31 december voorziening Balanswaarde 31 december Bij het opmaken van de jaarrekening van IIG wordt de fair market value van de participaties berekend. Indien deze fair market value hoger is dan de boekwaarde is er sprake van een meerwaarde. Een eventuele meerwaarde wordt niet in de balans verwerkt, maar wordt hier in de toelichting vermeld. Gezien de recente start van het fonds is er nu nog geen sprake van een meerwaarde. 20 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 96

97 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Voorzieningen participaties en leningen (alle bedragen x 1.000) Stand per 11 april Onttrekkingen als gevolg van: Gerealiseerde exits 0 Faillissementen/liquidaties 0 0 Wijziging voorzieningen participaties en leningen: Dotatie voorziening 0 Vrijval voorziening 0 0 Stand per 31 december Hierboven zijn de noodzakelijk geachte voorzieningen gepresenteerd voor risico s van het verstrekken van risicokapitaal. De voorziening wordt bepaald door individuele beoordeling per participatie op basis van de Valuation Guidelines for Private Equity and Venture Capital, ontwikkeld door AFIC, BVCA en EVCA. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen voor een duurzame waardevermindering. Ultimo 2012 bedragen de nog niet opgenomen toezeggingen ( commitments ) door IIG aan participaties Hiervan is onder de voorziening voor participaties geen reservering opgenomen. 5. Vorderingen (alle bedragen x 1.000) 31 december 2012 Openingsbalans Overige vorderingen 0 0 Totaal Liquide middelen De gelden bij de bankier zijn vrij beschikbaar

98 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Eigen vermogen 7. Aandelenkapitaal Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming bedraagt , verdeeld in aandelen van elk 1 nominaal. Het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal is groot , bestaande uit aandelen van 1 nominaal. Alle aandelen worden gehouden door de provincie Gelderland. Het verloop van het aandelenkapitaal is als volgt: (alle bedragen x 1.000) 2012 Stand per 1 januari 0 Storting bij oprichting Stand per 31 december Agioreserve (alle bedragen x 1.000) 2012 Stand per 1 januari 0 Storting inzake kapitaaluitbreiding Stand per 31 december Overige reserves (alle bedragen x 1.000) 2012 Stand per 1 januari 0 Resultaat over het boekjaar -505 Stand per 31 december Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 98

99 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 10. Kortlopende schulden (alle bedragen x 1.000) 31 december 2012 Belastingen en premies sociale verzekeringen 2 Beheervergoeding 569 Overige schulden Niet in de balans opgenomen verplichtingen Toegezegde bedragen Aan een aantal bedrijven is ultimo 2012 reeds een toezegging gedaan tot participatie door de vennootschap en tot het verstrekken van leningen voor een totale waarde van Hiervan is per einde boekjaar geen voorziening getroffen

100 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Toelichting op de winst en verliesrekening 12. Opbrengsten (alle bedragen x 1.000) Verkoopopbrengsten participaties - Waardeverminderingen en faillissementen 0 0 Transactieresultaat 0 - Rentebaten uit participaties 78 - Rente liquide middelen 2 Overige opbrengsten 80 Totaal opbrengsten Directe financieringskosten (alle bedragen x 1.000) 2012 Dotatie aan de voorziening 0 Af: vrijval voorziening 0 Overige kosten Overige kosten Totaal 0 24 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 100

101 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 14. Algemene beheerskosten (alle bedragen x 1.000) 2012 Beheervergoeding 569 Overige algemene kosten 16 Totaal 585 Overige informatie 15. Werknemers Gedurende het jaar 2012 waren er geen medewerkers bij de vennootschap in dienst. Arnhem, 18 april 2013 De directie, De Raad van Commissarissen, Participatiemaatschappij Oost Nederland NV namens deze, M. Prins dr. K. Wiedhaup (voorzitter) A.A. Olijslager ir. P.J.J.G Nabuurs

102 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Overige gegevens Statutaire regeling winstbestemming In artikel VIII.5 van de statuten is vastgelegd hoe de winstverdeling dient te geschieden. Artikel VIII.5 1. Van het resultaat, zoals deze uit de vastgestelde jaarrekening blijkt, wordt een zodanig gedeelte in geval van winst gereserveerd of in geval van verlies verwerkt als de algemene vergadering onder goedkeuring van de raad van commissarissen zal vaststellen. Het na reservering resterende gedeelte van de winst staat ter beschikking van de algemene vergadering. 2. De vennootschap kan slechts uitkeringen doen voor zover het eigen vermogen groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. 3. Uitkering van winst geschiedt na de vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. 4. De algemene vergadering kan mits met voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen besluiten tot uitkering van interim-dividend, indien aan het vereiste van lid 2 is voldaan. Voorstel winstbestemming Aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt door de directie voorgesteld het resultaat van 2012 ad. negatief in mindering te brengen op de overige reserves. In afwachting van het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders is dit voorstel winstbestemming reeds in de jaarrekening verwerkt. 26 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 102

103 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de Algemene Vergadering van Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland B.V. te Arnhem Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van lnnovatie- en Investeringsfonds Gelderland B.V. te Arnhem gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de winst-en-verliesrekening over 2012 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondsiagen voor financiële versiaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de bestuurder De bestuurder van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De bestuurder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als hij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevoig van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondsiagen voor financiële versiaggeving en van de redelijkheid van de door de directeur-bestuurder van de vennootschap gemaakte schattingen, aismede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschilct is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland B.V. per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verkiaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge de aan ons verstrekte opdracht tot controle van de jaarrekening 2012 vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevoig van fraude of fouten. Alkmaar, 18 april 2013 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: ing. J.L. Wisse RA

104 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Overzicht participaties per 31 december 2012 Aanvangsjaar Belang deelneming Statutaire zetel 1 GATT Technologies B.V ,00% Nijmegen 2 Innoluce B.V ,24% Nijmegen 3 Medisse B.V ,43% Ede 4 Noviosense B.V ,00% Nijmegen 5 Topell Energy B.V lening - Duiven 6 Xenikos B.V ,28% Nijmegen 28 Jaarverslag 2012 Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV 104

105 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Colofon Uitgave Participatiemaatschappij Oost Nederland NV Postbus EE Arnhem Eindredactie Jula Media, Arnhem Team PPM Oost Fotografie Voermans Van Bree Fotografie, Arnhem Jan Schartman Fotografie, Enschede Ontwerp en realisatie Neerlandsvlak, Zutphen Team PPM Oost Contact Reacties zijn welkom via info@ppmoost.nl of telefonisch:

106 PS MIE - bijlage jaarverslag Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV Vestiging Arnhem Meander 601 Postbus EE Arnhem t: Vestiging Enschede Hengelosestraat 585 Postbus GM Enschede t: info@ppmoost.nl 106

107 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 Provinciale Staten Verslag van de vergadering van Provinciale Staten op 29 mei 2013 Aanwezig: dhr. Van Baak, dhr. Van Boheemen, mw. Van den Born, dhr. Van den Bos, mw. Bosman- Huizinga, mw. Cegerek, dhr. Ebbers, dhr. Van Eck, mw. Faber-van de Klashorst, mw. Groot, dhr. Groot, dhr. Ter Haar, mw. Van Hemmen-Geerdinck, mw. Hijman, dhr. Van t Hoog, mw. Hulsbergen, dhr. Hutten, dhr. Van Kaathoven, dhr. Van Kampen, dhr. Kerris, dhr. Klein, dhr. Koster, mw. Kouwenberg, mw. Van der Leur, mw. Lewe, mw. Liebrand, dhr. Lucassen, dhr. Meerburg, mw. Van Milaan, dhr. Mink, dhr. Mulder, dhr. Plug, mw. Prins, dhr. Ruitenberg, dhr. Saes, mw. Van der Schalk, dhr. Scheffer, dhr. Schol, mw. Schriks, dhr. Sluiter, dhr. Sözen, dhr. Uenk, dhr. Van der Veer, dhr Venema, dhr. Verheul, dhr. de Vos, dhr. Vos de Wael, mw. Waardenburg, dhr. Waltmans, dhr. Wanrooij, mw. Wieggers, dhr. Wullink en dhr. Zoet. Afwezig met bericht: mw. Hartman-Oosterink, mw. Reesing-Som Genodigden: gedeputeerden mw. Bieze, dhr. Van Dijk, dhr. Markink, mw. Meijers, mw. Traag, dhr. Van Kalmthout (secretaris) Voorzitter: dhr. Cornielje Griffier: dhr. Roelofs Opening en mededelingen van de voorzitter De commissaris van de Koning reikt het burgerjaarverslag 2012 uit aan de plaatsvervangend voorzitter Toelating P. Kerris te Nijmegen, ter voorziening in de vacature door tijdelijk ontslag wegens ziekte van A. Hedin-Penninx (PvdA) Provinciale Staten besluiten op advies van de Procedurecommissie dhr. P. Kerris toe te laten als lid van Provinciale Staten Afleggen eed/verklaring en belofte P. Kerris Dhr. Kerris legt de eed af in handen van de voorzitter Vaststelling van de agenda Aan de agenda worden de volgende drie debatverzoeken toegevoegd: - debatverzoek SP over aanscherping regels rond naleving van de Balkenendenorm door gesubsidieerde instellingen (PS ) - debatverzoek PvdDieren over vervroegde afschot edelherten (PS ) - debatverzoek GroenLinks over bestuursovereenkomst reconstructie knooppunt Hoevelaken (PS ) Vaststelling van de besluitenlijst van de vergadering op 24 april 2012 De besluitenlijst wordt vastgesteld conform ontwerp Lijst ingekomen stukken De lijst van ingekomen stukken wordt afgedaan conform advies. 7 Vragenuur Er zijn geen vragen ingediend De ontwerpbegrotingen 2013 van het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Veluwe IJssel, het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Noord Veluwe en het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Achterhoek (PS ) Besluit: zonder beraadslaging en zonder stemming conform voorstel

108 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei Ontwerpbegrotingen 2014 Omgevingsdienst Veluwe IJssel, Omgevingsdienst Noord-Veluwe, Omgevingsdienst Achterhoek, Omgevingsdienst De Vallei, Omgevingsdienst Rivierenland en Omgevingsdienst Regio Nijmegen (PS ) Besluit: zonder beraadslaging en zonder stemming conform voorstel Inzet revolverende middelen Cultuur en Cultuurhistorie (Erfgoed) (PS ) Besluit: zonder beraadslaging en zonder stemming conform voorstel Begrotingssubsidie Greenport Betuwse Bloem (PS ) Stemverklaring SP: vorig jaar tegen de subsidie gestemd omdat we de structuur van de stichting te ondoorzichtig vonden. De subsidie wordt nu verlengd met drie jaar zonder dat er enige verbetering in de structuur heeft plaatsgevonden en zonder dat er enig formeel evaluatiemoment is toegezegd. Stemmen daarom weer tegen. Stemverklaring PvdA: stemmen vóór het voorstel, maar hadden wel enige aarzeling. Daarom is de PvdA blij dat het college de mogelijkheid onderzoekt om ons goed te informeren over wat er daar precies gaande is. Daarnaast buitengewoon tevreden met het toegevoegde lijstje met afkortingen. Stemverklaring PvdDieren: graag gezien dat het voorstel nog duurzamer was geweest en missen een goede evaluatie en zullen daarom tegen stemmen. Stemverklaring GroenLinks: had enige aarzeling, maar stemt vóór vanwege de toezeggingen die in commissie zijn gedaan. Mw. Hijman neemt niet deel aan de beraadslaging en stemming. Besluit: zonder beraadslaging conform voorstel met stemmen vóór van VVD, PvdA, CDA, PVV, D66, GL, CU, SGP en 50PLUS Verdeelvoorstel Impulsplan Wonen (PS ) Stemverklaring SP: steunt het Statenvoorstel met uitzondering van het project Beuningen (besluit 1B). SP vindt het niet verstandig om subsidiegeld te steken in een dure multifunctionele voorziening die ervoor zorgt dat de verenigingen en instellingen hogere structurele huisvestingslasten krijgen. Stemverklaring 50PLUS: steunt het Statenvoorstel, maar is ervoor om het project in Barneveld opnieuw te beoordelen vanwege de werkgelegenheidseffecten. Besluit: zonder beraadslaging conform voorstel met algemene stemmen. 13 Beleidsrekening 2012 (PS ) 1012 Mw. Schriks (VVD) constateert een behoorlijke onderbesteding, deels veroorzaakt door te beïnvloeden factoren. De VVD is blij dat het college hier naar oplossingen gaat zoeken, want het is belangrijk dat aan het eind van deze Statenperiode de beleidsvoornemens uit het coalitieakkoord zijn uitgevoerd. Er is ook al een aantal belangrijke zaken gerealiseerd, o.m. op het gebied van economie en innovatie, topsportevenementen, Stad en Regio en infrastructuur. In deze resultaten is de hand van de VVD goed zichtbaar. Er moet nog veel gebeuren, dus het is zaak dat het college tempo maakt, maar de VVD is content met de voorliggende rekening Dhr. Groot (PvdA) constateert dat de beleidsrekening laat zien dat er veel is gepresteerd, maar het vervolgvoorstel deelt een dreun uit: 16% jeugdwerkloosheid. Anticyclisch beleid is onder de huidige omstandigheden moeilijk voor de rijksoverheid. Gelderland heeft echter de middelen hiervoor en die miljoenen mogen geen dood geld worden. Daarvan moet werk worden gemaakt. Er liggen ook voor honderden miljoenen aan plannen op de plank. Die moeten uitgevoerd worden en daaruit moet een regionaal urgentieprogramma voor de economie kunnen ontstaan, want daar ligt de prioriteit: economie en werkgelegenheid, met nadruk op de bouw en het ambacht. De PvdA wil de strijd aangaan tegen jeugdwerkloosheid, allereerst door het creëren van werk, bijvoorbeeld in energiebesparing, woningisolatie en restauratie. Een coalitie die zich presenteert met een programma dat Uitdagend Gelderland heet, kan niet volstaan met de opstapeling van dood geld. De PvdA aanvaardt de beleidsrekening Mw. Van den Born (CDA) is, terugkijkend op 2012, somber gestemd over de re

109 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 cessie en de stijging van de werkloosheid, maar er zijn ook lichtpunten. Gelderland heeft goede stappen gezet om Gelderland te versterken. Vrijwel alle doelstellingen uit het programma economie en innovatie zijn gehaald. Vraag hierbij is wel of Gelderland niet meer middelen revolverend moet inzetten. De investeringen in de steden en regio s zijn belangrijk. Zorg heeft het CDA over de financiële haalbaarheid van de plannen en de cofinanciering. Het CDA kijkt uit naar de voortgangsrapportage. Daarnaast wachten PS nog op de nieuwe business case voor het sleutelproject in Arnhem. Het CDA zal hier kritisch naar kijken. Er liggen nog belangrijke uitdagingen: de onderbesteding, toezicht op gemeentefinanciën en de Gelderse economie. Bij dit laatste denkt het CDA naast bestrijding van jeugdwerkloosheid ook aan de positie van de oudere werknemer. Het CDA wil investeren in duurzaamheid, energietransitie en breedband. Juist in deze tijd moeten we niet denken in dippen (denken in problemen), maar in dimmen (denken in mogelijkheden) Mw. Faber (PVV) vindt het resultaat van de rekening opvallend. De groei van de reserves, 52,7 miljoen wordt daarin namelijk niet opgenomen. Ze vraagt waarom het college nu al drie opeenvolgende jaren voor deze werkwijze kiest. Verder waarschuwt ze voor de risico s die de provincie loopt, ondanks de riante financiële positie. De waarde van de Spaanse obligaties wordt bedreigd door nieuw Europees beleid ten aanzien van het redden van banken en de economische situatie in Spanje. Is GS bereid het belang van Nederland zwaarder te laten wegen en de Spaanse obligaties te verkopen tegen een licht verlies? Een ander risico is de aankoop van staatsobligaties na de afkondiging in de Staatscourant inzake schatkistbankieren. Het risico dat deze obligaties moeten worden omgezet in een deposito bij de schatkist is dus bijna 100%. Waarom heeft het college hiervoor gekozen en wat zijn de financiële risico s. Het foutieve citaat over het wetsvoorstel schatkistbankieren is een voorbeeld van hoe het college de Staten op het verkeerde been zet. Naast de gemeenten loopt ook de provincie risico s met grond. De PVV vraagt met klem een overzicht van alle A- en B-gronden, met vermelding van aanschafwaarde, actuele taxatiewaarde en verwachte afwaardering. Afwaarderingen zullen de begroting drukken. Dat is des te meer reden om grip op DLG te krijgen en op te nemen in de provinciale organisatie. Verder vraagt ze zich af in hoeverre subsidieontvangers worden gecontroleerd op doelmatigheid en rechtmatigheid. Bij navraag bleken onderliggende stukken bij een subsidieaanvraag van Culemborg niet in de provinciale administratie aanwezig, noch acht de provincie het uit bestuurlijk oogpunt wenselijk deze informatie alsnog op te vragen. Een Statenlid kan zijn controlerende taak dus niet uitvoeren. Hoeveel miljoenen worden op deze wijze weggezet? De PVV is van mening dat het college niet altijd een volledige en heldere voorstelling van zaken geeft. De PVV betreurt dit Dhr. Lucassen (SP) merkt op dat de begroting 2012 niet de begroting van de SP was. De beleidsrekening is een verslag van de uitgevoerde activiteiten op basis van deze begroting en daar neemt de SP kennis van. De onderbesteding is een terugkerend probleem. Flexibeler en realistischer programmeren hebben de afgelopen jaren geen resultaten laten zien. Wat gaat het college ondernemen om het vertrouwen te herstellen dat een investeringsprogramma wordt gerealiseerd en niet alleen maar begroot. Het risicomanagement is een ander punt van zorg. Kwantificering van de risico s zal een wezenlijke stap zijn, die moet worden gezet. Verder zijn er risico s t.a.v. de waardeontwikkeling van de provinciale gebouwen die niet is geconcretiseerd en t.a.v. provinciale gronden is onduidelijk welke risico s er zijn Dhr. Scheffer (D66) vindt dat het college de Staten deskundig heeft geleid door de onzekerheden als gevolg van wet Hof en schatkistbankieren. Bestuurlijk overleg zal een belangrijk instrument worden in het kader van de wet Hof. Dat maakt duidelijk dat de verhouding met het Rijk uitermate complex is. Dit zie je terug in het feit dat de belangrijkste bron van onderbesteding de vertraagde aanleg van de A15 is. De onderbesteding in de investeringen is zorgwekkend. Juist in crisistijd moet de overheid die middelen heeft blijven investeren. Daarmee draag je bij aan werkgelegenheid nu en in de toekomst. D66 deelt de zorg van andere fracties over de werkgelegenheid en verminderde inkomsten van zzp ers. Dat instrumenten op af

110 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 stand van de provincie beter werken dan de instrumenten die de provincie zelf inzet. De instrumenten dichtbij ons zijn het resultaat van bestuurlijk overleg en politieke compromissen en daardoor een wirwar aan regels. Dat de woonimpuls desondanks goed werkt is een compliment waard. De aanpak van de arbeidsmarkt (POA s, HCA, social return) mist echter herkenbaarheid, urgentie, samenhang en resultaat. D66 vraagt GS over een andere aanpak na te denken Dhr. Van Eck (GroenLinks) wijst erop dat de door de meerderheid vastgestelde begroting het huiswerk voor GS is. Nu kijken we of GS het huiswerk in 2012 gemaakt heeft. Conclusie: er is nog veel geld over. Vertraging is vaak te begrijpen, bijvoorbeeld t.a.v. infrastructuur. Daar waar het geld echter niet is uitgegeven aan de afgesproken beleidsdoelen, moet er lering uit worden getrokken, omdat je anders ieder jaar de exercitie herhaalt. Wat was de oorzaak? Zijn er te weinig ambtenaren? Kunnen subsidies ruimhartiger worden gegeven? Kan het met minder bureaucratie zodat zo snel mogelijk het beleidsdoel alsnog kan worden gerealiseerd? Terugkijkend concludeert GroenLinks dat de Staten ontluisterend knijperige discussies hebben gevoerd over bezuinigingen. Pietluttige bedragen die in het niet vallen bij de onderbesteding. GroenLinks wil meedenken over de besteding van het dode geld: sociaal en maatschappelijk verantwoord en groen inzetten van de gelden. De crisis in het kapitalisme aan de orde stellen met een maatschappelijk, door de overheid gedragen programma Dhr. Van t Hoog (ChristenUnie) deelt niet het voldane gevoel van het college over Voor een deel lag dat al in de begroting 2012, die te eenzijdig de sfeer van economie ademt en minder de sfeer van duurzaamheid, sociale cohesie en menselijke maat en groene groei. Voor een ander deel ligt het aan wat niet is gerealiseerd; een forse onderbesteding. Er is natuurlijk wel voortgang geboekt en in sommige programma s zijn goede resultaten behaald, maar dat is niet genoeg voor een voldaan gevoel. De ChristenUnie stemt met een gemengd gevoel in met de beleidsrekening Dhr. Ruitenberg (SGP) denkt dat de voortdurende onderbesteding voor de burgers reden is om zich teleurgesteld af te wenden van de politiek, want met 100 miljoen kun je veel doen. De Staten moeten daar ook naar zichzelf kijken. Misschien zijn we niet realistisch, brengen we te weinig focus aan in de plannen. Hij kan niet beoordelen of er te weinig ambtenaren zijn, maar het aantal ambtenaren moet passen bij het takenpakket en geld dat de Staten er neerleggen. Bij de mogelijke oorzaken voor onderbesteding hoort ook de verstikkende deken van regelgeving, op alle overheidsniveaus. Dat is dus ook ons werk. De SGP wil die les trekken en is blij dat de gedeputeerde de Staten bij de les wil houden. De SGP zal bij de Voorjaarsnota aandacht vragen voor de leefbaarheid van kleine kernen en sociale cohesie en vraagt aandacht van het college voor het aanjagen van stagnerende woningbouwprogramma s Dhr. Mulder (50PLUS) vindt dat weliswaar kritische kanttekeningen kunnen worden geplaatst, maar er wordt ook veel gerealiseerd. Hij sluit zich aan bij de fracties die zich kritisch hebben uitgelaten over de vele regels die de Staten vaststellen. Tot slot onderstreept hij het goede werk dat de POA s verrichten. Hij houdt een pleidooi voor een startersmarkt in het HdP Dhr. Van der Veer (PvdDieren) zal tegen de beleidsrekening stemmen omdat de verantwoording veel beter kan. Hij sluit zich aan bij de kritiek van andere fracties. M.b.t. onderbesteding: hij vraagt of de zonnepanelen, die gepland waren voor eind 2011, er nu eindelijk liggen Dhr. Wullink (GW) vraagt het college de toevoegingen aan de reserves in een apart staatje zichtbaar te maken. Hij vindt dat goede voortgang is gemaakt op een aantal punten, maar er zijn ook punten die verdere verbetering behoeven, met name de beleidsvelden kwaliteit openbaar bestuur en cultuur. Het is onfortuinlijk dat het programma Stad en Regio de Wgr-structuur ondersteunt, nu er het voornemen is de Wgr+ op te heffen. Hij stelt voor in de volgende beleidsperiode de stimulering te richten op gemeentes en niet meer op de regio s. Hij verwacht dat dan het aantal gemeentes kleiner zal zijn. Hij ziet in dat verband met genoegen dat het college actief is op het terrein van herindeling. Cultuur blijft een zorgenkind. Hij heeft de indruk dat het college de hoofdzaken niet van de bijzaken weet te onderscheiden. Als voorbeeld noemt hij Sobibor Dhr. Markink (GS) erkent dat er nog het nodige te doen valt. Het college wil die 4 110

111 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 uitdaging oppakken. De fracties hebben veel punten aangedragen. Mogelijk moeten die punten bij de Voorjaarsnota worden overwogen. Hij zegt toe te bezien hoe beleid tegen werkloosheid, van jongeren maar ook van andere groepen, op een goede manier kan worden ingevuld. Het gaat echter ook om investeren. Wat de provincie investeert op basis van het meerjarenprogramma heeft een groot aanzwengelend effect. Op andere punten, bijvoorbeeld energietransitie en duurzaamheid, is het een kwestie van kijken of er een schepje bovenop moet. In de Voorjaarsnota geeft het college zijn gedachten hierover weer. De onderbesteding is ook het college een doorn in het oog. We zijn met elkaar goed in het bestemmen van middelen, maar het besteden van middelen blijkt lastiger. Het college is voornemens nog scherper te kijken naar de realiseerbaarheid. Ook wil het college evaluatiemomenten vastleggen. Dan moet beslist worden of een project of programma nog door moet gaan. Het programma Mens en Middelen is voor een deel verantwoordelijk voor de onderbesteding. Dat betekent dat meer mensen niet het antwoord is. Tot slot zal het college alert blijven op provinciale regelgeving: wat betekent die voor de uitvoering. Het programma Stad en Regio laat geen onderbesteding zien. Dat betekent dat de financiële positie van gemeenten niet de oorzaak is van de onderbesteding. Wel zal het college de grondposities van gemeenten nader bezien en eventueel voorstellen doen die rechtvaardig zijn voor alle gemeenten. M.b.t. het investeringsprogramma: de wet Hof en schatkistbankieren zijn, door toezeggingen gedaan aan de Tweede Kamer, geen reden (meer) om dat programma aan te passen. Hij is het eens met mw. Van den Born dat we niet moeten denken in problemen, maar in mogelijkheden. Boekhoudkundige - en begrotingsregels noodzaken ons de rekening op een bepaalde manier op te stellen. De accountant maakt daar geen punt van. Het is juist dat de reserves zijn gegroeid, maar dat is altijd zichtbaar gemaakt voor de Staten (zie bijlage 6). Het college heeft een afweging gemaakt over de Spaanse obligaties en dat ook afgewogen tegen het alternatief, schatkistbankieren. Het college is vorig jaar nog twee staatsobligaties aangegaan met langere looptijd. Eén van deze obligaties is onlangs met winst verkocht. Hij sluit niet uit dat de andere voor het eind van dit jaar ook zal worden verkocht. Hij wijst erop dat de passage over schatkistbankieren niet in de definitieve bevindingenbrief staat. GS geeft geen opdracht aan een accountant. De accountant heeft een onafhankelijke positie. Het college is het eens met de accountant dat er meer helderheid moet komen over de A- en B-gronden. Binnenkort komt een startnotitie hierover aan de orde in de Staten. Een overzicht van de gronden is in de maak. Subsidies worden rechtmatig en doelmatig verstrekt. Onlangs heeft het college de gemeenten nog geïnformeerd over de correcte verantwoording van subsidies, projecten en programma s. Hij bestrijdt dat het college de Staten niet juist en volledig zouden informeren. Het op afstand zetten van de provincie is niet altijd de beste aanpak. Met name bij complexe trajecten, bijvoorbeeld gebiedsontwikkeling en infrastructuur, zal dat geen verbetering zijn. In het kader van het Kwalitatief Woningbouwprogramma onderzoekt het college samen met gemeenten hoe de kwaliteit van woningen kan worden aangepast aan de gewenste situatie. Hij verwacht daar snel op te kunnen terugkomen. Het college hecht aan samenwerking binnen een regio en zal zich in het programma Stad en Regio blijven richten op Wgr-regio s. Dat de Wgr+ verdwijnt conflicteert daar niet mee Mw. Schriks (VVD) is blij met de beantwoording van de gedeputeerde. Ze wijst erop dat geld uitgeven niet op dit moment moet gebeuren, maar bij de Voorjaarsnota. De VVD deelt de zorg over werkloosheid, maar wil zich dan wel richten op zaken die harde werkgelegenheid opleveren in het bedrijfsleven. Meer provinciale ambtenaren is wat haar betreft niet aan de orde Dhr. Groot (PvdA) vraagt wat het college op het oog heeft met bijstaan van gemeenten met problematische grondposities. Hij verzoekt het college in dat kader 5 111

112 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 ook verband te leggen met de woningbouwcorporaties, en de bijdrage van de SGP en de motie van GroenLinks daarover Dhr. Scheffer (D66) vraagt of inlassen van een evaluatiemoment wordt opgenomen in het beleid van GS, of dat het geregeld moet worden in een (initiatief)- voorstel. Bij een investeringsprogramma kan worden bekeken wat haalbaar is in één jaar en zouden er meerdere scenario s kunnen worden gemaakt voor herprioritering tussen programma s. Tot slot vraagt hij of het rendement op beleggingen altijd wordt toegevoegd aan de algemene reserve, of dat het ook mogelijk is het beschikbaar te stellen voor investeringen Dhr. Van Eck (GroenLinks) wijst erop dat de onderbesteding ook wordt veroorzaakt doordat zaken simpelweg niet worden uitgevoerd, bijvoorbeeld bij jeugdzorg ( ,- niet uitgegeven vanwege soberder uitvoering), bij verkeersveiligheid en duurzame landbouw. Dat heeft niets te maken met procedures en uitvoerbaarheid. Het wordt veroorzaakt door ambtelijke inzet en de gedeputeerde. Hij vraagt het college te reageren op zijn opmerkingen over de bezuinigingen. Tot slot: GroenLinks zal met de beleidsrekening instemmen omdat het een correcte weergave is van de afgelopen periode Dhr. Markink (GS) denkt na over welke instrumenten kunnen worden ontwikkeld ten behoeve van gemeenten met een problematische grondpositie. Dit kan worden gekoppeld aan inhoudelijke doelen als bijvoorbeeld volume woningbouwprogrammering. Ook Overijssel is hiermee bezig. M.b.t. provinciale gronden: hij stelt voor daar in het kader van de startnotitie over te spreken. Hij acht het verstandig dat het college een voorstel opstelt over een evaluatiemoment. Hij ontraadt verevening tussen programma s in de combinatie met overprogrammering. Rente op stamkapitaal en winst op verkoop van beleggingen vloeien in de algemene reserve. Het stamkapitaal wordt nominaal in stand gehouden. Het is aan de Staten om te bepalen dat het wordt ingezet. Het gaat erom het doel te realiseren. Als dat op een goedkopere, sobere manier gebeurt vindt het college dat prima. De Staten kunnen van het college ook niet anders verwachten. Hij kan niet beoordelen of er voldoende aanvragen waren op de andere terreinen. M.b.t. de bezuiniging: dit is door de Staten afgesproken. Bij de Voorjaarsnota volgt de derde tranche. Hij erkent dat een bezuiniging pijnlijk kan zijn, maar er ontstaan juist daardoor soms ook mooie dingen Besluit: conform voorstel met stemmen tegen van PVV en PvdDieren. 14 Social return, initiatiefvoorstel commissie AFW Rapportage nulmeting Rekenkamer Oost-Nederland (PS ) 1031 Dhr. Wanrooij (PvdA) wil aan de slag. Social return regel je niet op papier. Bestuurders en ambtenaren willen er wat van maken en hij geeft hen het vertrouwen. De piketpalen zijn nu geslagen, de nulmeting is een prima start en nu kan ervaring en kennis worden opgedaan. Centraal staan de inwoners van Gelderland die nu aan de kant staan. Hij wil zijn best doen om hen kansen te geven Mw. Schriks (VVD) is niet voor het voorstel dat er nu ligt. Het gaat slecht met de economie. De beste remedie is extra werkgelegenheid te creëren. Dit voorstel doet dat niet en maakt het nog moeilijker voor bedrijven om opdrachten te verwerven. Los daarvan komen er meer regels, en de vraag is of dat helpt. De VVD is niet tegen social return, maar kiest voor de aanpak die GS voor ogen stond Dhr. Koster (CDA) stemt in met het gewijzigde ontwerpbesluit. Hij vertrouwt erop dat het college het in de geest van de discussie ter hand zal nemen Mw. Van Milaan (D66) is kritisch over de registratie. Voor werknemers kan registratie negatief uitwerken Dhr. Ruitenberg (SGP) steunt nog steeds de motie. Het nu voorliggende voorstel heeft een verstrekkender karakter Dhr. Mulder (50PLUS) is voorstander van het voorstel. Hij denkt dat het werkgelegenheidsbevorderend kan uitwerken Dhr. Markink (GS) wijst erop dat de provincie zijn verantwoordelijkheid wil nemen, maar dat ook ieder individu zijn verantwoordelijkheid heeft. Hij is blij dat de Staten 6 112

113 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 het zien als een ontwikkeltraject. Het voorstel biedt ook de mogelijkheid te kiezen voor een norm. Hij verwacht dat in de praktijk vaak gestart zal moeten worden met 5% van de loonsom. Het moet echter niet het effect hebben dat de kleinere bedrijven minder opdrachten kunnen binnenhalen. Het college bekijkt of via de sociale werkvoorziening aanbiedingen kunnen worden gedaan. D66 heeft een punt met de registratie. De privacy van mensen moet geëerbiedigd worden. Als mensen het niet op prijs stellen geregistreerd te worden moet dat worden gerespecteerd. Het college gaat ermee aan de slag en zal op gezette tijden de Staten informeren Mw. Waardenburg (voorzitter commissie AFW) schetst de voorgeschiedenis van het voorstel. Ze is blij te horen dat een groot aantal fracties zich in het voorstel kan vinden en dat ook GS ermee aan de slag kan Stemverklaring: De PVV sluit zich aan bij het betoog van de VVD en zal tegen stemmen. Besluit: conform voorstel met stemmen vóór van PvdA, CDA, SP, D66, GL, CU, 50PLUS en PvdDieren. 15 Partiële herziening Structuurvisie en Ruimtelijke verordening Gelderland 3e herziening (PS ) 1040 Mw. Groot (VVD) spreekt namens de fracties van CDA, PvdA, D66 en VVD. De twee grenscorrecties van de ecologische hoofdstructuur die worden voorgesteld in het Statenvoorstel passen in de afspraak die het college heeft gemaakt met de eigenaar van het Saunadrome. De discussie over dit voorstel is een juridische kwestie waarin per saldo de omvang van de EHS niet wijzigt. De fracties vragen zich af of beide partijen wel evenveel toegang hebben tot het provinciaal bestuur. Uit het oogpunt om een betrouwbare overheid te zijn, stemmen de genoemde fracties in met het GS-voorstel Dhr. Van der Veer (PvdDieren) is tegen de voorgestelde herziening en vindt het betreurenswaardig dat de provincie meewerkt aan het legaliseren van illegale bebouwing in de EHS. De reactie van het college op de ingediende zienswijze is zwaar onvoldoende Dhr. Sözen (GroenLinks) is tegen de voorgestelde herziening om een aantal redenen. Ten eerste moet de eigenaar van het illegale complex niet beloond worden. Het Saunadrome heeft niet een dergelijk belangrijke maatschappelijke functie dat die kan rechtvaardigen om het uit de EHS te halen. Uit een mailwisseling gedateerd op 6 mei blijkt dat er gespreksverzoeken zijn geweest aan voormalig gedeputeerde Verdaas. Hieraan is door de gedeputeerde geen gevolg gegeven. Ten derde loopt er nog een juridische procedure waarop niet vooruit gelopen moet worden. GroenLinks stelt voor om de besluitvorming mee te nemen in de procedure van de Omgevingsvisie Mw. Meijers (GS) wijst erop dat het hier gaat om een langlopend dossier. De sauna is begin jaren zeventig met toestemming van de gemeente daar gevestigd. Sindsdien wordt er gesproken over planologische inpassing en worden er allerlei juridische procedures gevoerd. In 2009 hebben de Staten besloten dat GS de zienswijze van Saunadrome moet behandelen en beantwoorden zo snel mogelijk na de uitspraak van de Raad van State. Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State heeft het college besloten om te laten onderzoeken of het bewuste perceel waar de sauna op gebouwd is uit de EHS gehaald kan worden en op een goede wijze gecompenseerd kan worden. Met het voorliggende voorstel wordt per saldo de EHS niet aangetast. Daarnaast is er in 2009 een amendement ingediend door de Staten waarin GS werd opgedragen om de aanpassing via de Structuurvisie (koninklijke weg) te regelen. Op de ingediende zienswijze is in de commentaarnota gereageerd. Het ingeslagen proces moet nu worden afgerond en kan niet wachten op de behandeling van de Omgevingsvisie die pas eind dit jaar zal plaatsvinden. Er is ambtelijk overleg geweest met de indieners van de zienswijze. De agenda van de gedeputeerde liet niet toe om zelf een gesprek te voeren tussen 6 mei en vandaag. De gedeputeerde staat altijd open voor een gesprek Besluit: conform voorstel aangenomen met stemmen vóór van SGP, SP, D66, VVD, CDA, PVV, 50PLUS, CU en GW

114 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei Debatverzoek E. Klein: Samenwerking met Lubelskie naar aanleiding van de deelname aan de herdenkingsreis Stichting Sobibor 2013 (PS ) 1045 Dhr. Klein (SGP) acht het een goede zaak, dat een delegatie van het provinciebestuur op gezette tijden afreist naar Lubelskie om ter plaatse kennis te nemen van de achtergelaten sporen van het voormalige nazivernietigingskamp Sobibor. Ook richting de jeugd in Polen en Nederland en internationaal is het goed dat met steun van de provincie het geheugen van de grond gaat spreken met een tentoonstelling die rondreist. Wij hebben als deelnemers (Ingrid Hijman, Piet Wanrooij, Pieter Plug, Doede Sijtsma en ondergetekende) onlangs een intensief en emotioneel bezoek gebracht aan het vernietigingskamp en een gesprek gehad over de economische ontwikkelingen en de mogelijkheden van kennisuitwisseling (stageplekken) tussen onze regio en de Poolse regio. Dat alles binnen de bestaande jumelageregeling zoals we die al een aantal jaren kennen. Bouwend op de tussenevaluatie komen wij in dit debatverzoek met het verzoek aan GS om ons voorstel nader uit te werken inclusief het formuleren van heldere doelen. De vraag rijst nu: wanneer komt de eindevaluatie? 1046 Dhr. De Vos (SP) vindt het een prima plan dat de provincie Gelderland de verdere herinrichting van het vernietigingskamp Sobibor ondersteunt. Dat geldt met name voor de ondersteuning en stimulering van educatie en informatie over het kamp. SP ziet geen noodzaak om Gelderse ontwikkelingssamenwerking op poten te zetten die gericht is op bijvoorbeeld economische samenwerking en bestuurlijke contacten te intensiveren. Volgens de beschikbare gegevens is de herontwikkeling in 2013 afgerond. Dit is voor de SP het moment om op een beperktere wijze een vervolg te geven aan de huidige subsidie. Belangrijk is dat Sobibor voor altijd blijft geassocieerd met een van de gruwelijkste gebeurtenissen uit onze geschiedenis en dat we ons altijd bewust blijven dat Poolse soldaten hebben gevochten voor de bevrijding van onder meer Gelderland Dhr. Sluiter (VVD) wil de mensen die de reis gemaakt hebben bedanken dat zij een dergelijk fantastisch programma hebben opgesteld. De VVD sluit zich aan bij de SP dat er op een gegeven moment ook een punt achter gezet kan worden. De VVD wijst erop dat Polen inmiddels een volwaardig EU-lid is geworden. De Belgische provincie West-Vlaanderen heeft zeer veel uitwisselingen met Lubelskie. Is het mogelijk om in Europees kader samen met West-Vlaanderen te bekijken hoe de samenwerking met Lubelskie verder ingevuld kan worden? Ten tweede mist de VVD in het debatverzoek de duidelijke aanbeveling van mw. Boerma-van Doorne om heldere meetbare doelen te formuleren. Jammer is dat in de afgelopen periode weinig gebruik gemaakt is van de mogelijkheden met het Gelderse bedrijfsleven. VVD is ervoor om dit punt als doelstelling op te nemen zodat de Gelderse economie gestimuleerd kan worden. VVD betreurt dat in het stuk al een budget ( ,-) is vrijgemaakt en daarvoor een GS-voorstel niet afgewacht wordt Mw. Meijers (GS) interpreteert dit debatverzoek als een verzoek van de Staten aan GS om een voorstel te maken op basis van de nu gedane richtinggevende uitspraken van PS. GS zullen dat graag doen voor het einde van dit jaar. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van de tussenevaluatie van 2011 en de notitie van mw. Boerma-van Doorne. In dit voorstel zal in ieder geval een uitwerking worden gegeven van de mogelijke nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Duidelijk is dat Statenbreed de relatie met Sobibor wordt ondersteund. Verschillende partijen hebben aangegeven om geen ontwikkelingssamenwerking aan te gaan. Die samenwerking is ook niet aan de orde in de verschillende stukken. In het debatverzoek wordt aangedrongen om activiteiten te ondersteunen en te stimuleren gericht op wederzijdse economische ontwikkeling van beide regio s met name op het gebied van land- en tuinbouw. Wat betreft de bevordering van kennisuitwisseling lopen er al interessante trajecten via onder meer de universiteit van Lublin en de universiteit van Wageningen. Het college zal onderzoeken of het bieden van stageplaatsen voor studenten Nederlands aan de universiteit Lublin mogelijk is. Het voortzetten en verder vormgeven van bestuurlijke contacten zal ook in het voorstel worden meegenomen. Het college zal in het voorstel komen met het opnemen van een passend budget dat is afgestemd op de voorgestelde activiteiten Dhr. Klein (SGP) wijst erop dat het gaat om een en/en-relatie met het streven om te komen tot een hechtere relatie. Hij is tevreden dat GS in het toegezegde voorstel naar de Staten een uitwerking geeft van de doelen die zijn verwoord in het de

115 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 batverzoek De voorzitter concludeert dat het college met een voorstel zal komen waarin concrete, meetbare doelen zullen worden opgenomen (voor de jaarwisseling). 17 Debatverzoek PvdA en CDA: Behoud werkgelegenheid justitiële inrichtingen in Gelderland, vooral in de Gelderse krimpregio's (PS ) 1051 Dhr. Wanrooij (PvdA) vindt dat het uiterste moet worden geprobeerd om de plannen van tafel te krijgen. Bezuinigen moet soms, maar dit plan is geen bezuiniging. Daarom moeten de Staten van Gelderland aangeven dat het niet de juiste weg is. Het betekent een groot verlies aan directe en indirecte werkgelegenheid. Hij dient motie 13M16 in Dhr. Hutten (CDA) onderstreept het belang om als Staten actie te ondernemen. De plannen zijn ondoordacht en onbezonnen. Daarom is het CDA mede-indiener van de motie Mw. Faber (PVV) is blij met het initiatief van PvdA en CDA, omdat het in lijn ligt met de petitie van de PVV tegen de plannen. Ze hoopt dat de Statenleden de petitie zullen steunen Dhr. Sluiter (VVD) wijst erop dat de Staten hierover niet gaan. De VVD zal daarom de motie niet steunen Dhr. De Vos (SP) vindt het curieus dat de PvdA dit initiatief neemt, maar zal de motie steunen. Het is een duidelijk signaal aan de politici om te stoppen met het kapotmaken van ons land en onze provincie. De plannen zijn slecht voor het gevangenispersoneel, slecht voor de gedetineerden en waarschijnlijk ook slecht voor de veiligheid op straat Dhr. Scheffer (D66) steunt de motie, omdat goede geografische spreiding belangrijk is voor familieleden van gedetineerden. Resocialisatie blijkt ook beter te lukken buiten de grote steden. Bovendien maakt het Rijk met dit soort sectorale beslissingen het moeilijk voor de provincie om integraal ruimtelijk beleid te voeren Dhr. Ruitenberg (SGP) vindt dat met de plannen de veiligheid in het geding is. Het blijkt bovendien geen bezuiniging te zijn, maar een kostenpost Dhr. Mulder (50PLUS) steunt de motie, niet alleen vanwege de werkgelegenheid. Het plan treedt in de bevoegdheden van de rechtelijke macht en het heeft effect op het veiligheidsgevoel Dhr. Van Dijk (GS) deelt mee dat ook GS actie onderneemt. Recent is het aan de orde gesteld in een overleg met Kamerleden. Het plan heeft zeer negatieve gevolgen voor Oost-Nederland. GS vraagt om heroverweging. De Kamerleden hebben daar notie van genomen. Hij wacht op wat er in de Kamer gaat gebeuren Stemverklaring GroenLinks: zal voor de motie stemmen, maar plaatst wel kanttekeningen. Er zijn ergere bezuinigingen, een gevangenis is er niet voor de werkgelegenheid en een enkelband kan dienstig zijn aan resocialisatie. Besluit: 13M16 aangenomen met stemmen vóór van PvdA, CDA, PVV, SP, D66, GL, CU SGP, 50PLUS en PvdDieren. 18 Debatverzoek SP: Aanscherping regels rond naleving van de Balkenendenorm door gesubsidieerde instellingen (PS ) 1061 Dhr. Lucassen (SP) spreekt mede namens GroenLinks. Hij licht de achtergrond van het initiatief en de actuele ontwikkelingen over dit onderwerp toe. De SP wil in Gelderland de maximale beloning in gesubsidieerde instellingen opnieuw bezien. De SP zou graag een Gelderland-norm van maximaal hanteren. Hiervoor tekent zich echter geen meerderheid af. Daarom dient hij motie 13M17 in waarin wordt verzocht onder de aandacht van gesubsidieerde instellingen te brengen dat de Balkenendenorm als maximum wordt gesteld Dhr. Sluiter (VVD) vindt de motie overbodig. In een voorstel voor de provinciale verordening is het namelijk al verwerkt. De VVD zal de motie niet steunen. Dhr. Groot (PvdA) vindt een verantwoorde topbeloning in de gesubsidieerde sector noodzakelijk. Het is redelijk dat de Staten deze ruimhartige norm opleggen Dhr. Koster (CDA) waarschuwt voor mogelijke verwarring: er zijn gesubsidieerde instellingen en instellingen die subsidie ontvangen. Als de SP ook de laatste categorie voor ogen heeft kan dat ongewenste neveneffecten hebben. Het CDA zal de motie in deze vorm niet steunen

116 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei Mw. Van Milaan (D66) sluit zich aan bij de VVD en vraagt GS een code voor good governance Gelderland te ontwikkelen. Daarin kan ook worden opgenomen hoe een goede bestuurder zich gedraagt, waarmee het breder wordt dan alleen een focus op salarissen Dhr. Van t Hoog (ChristenUnie) vindt niet duidelijk welke aanscherping de SP wil. Het lijkt erop dat de SP wil bewerkstelligen dat ook buiten het publieke domein de Balkenendenorm wordt gehanteerd. De ChristenUnie sluit zich aan bij hetgeen VVD en D66 hebben aangegeven Dhr. Markink (GS) geeft aan dat de landelijke regeling geldt. Daarnaast stelt het college aan PS voor het bedrag voor te declareren uren te verlagen. Zijns inziens is dat voldoende Dhr. Lucassen (SP) heeft met belangstelling kennis genomen van het voorstel de subsidieverordening te wijzigen, maar dat maakt een appèl in de vorm van deze motie niet overbodig. De SP is positief over good governance, maar dat is meer voor de lange termijn. De motie is een aanscherping omdat nu ook inhuur erbij wordt betrokken en het ministerssalaris als wenselijk niveau wordt gehanteerd. De motie gaat over instellingen die op enigerlei wijze subsidie ontvangen Mw. Van Milaan (D66) vindt de reactie van de SP juist de reden om een good governance code op te stellen Besluit: 13M17 verworpen met stemmen vóór van PvdA, PVV, SP, GL, SGP en 50PLUS. 19 Debatverzoek PvdDieren over Vervroegd afschot edelherten NW Veluwe (PS ) 1070 Dhr. Van der Veer (PvdDieren) verwijst naar de commotie die over dit onderwerp is ontstaan, onder meer omdat er momenteel veel drachtige dieren zijn. Terreinbeherende organisaties (tbo s) hebben aangegeven niet te zullen meewerken. Pas gisteravond kwam er een notitie van GS die velen nog niet gelezen hebben. De notitie geeft ook geen antwoord op diverse vragen. Dhr. Van der Veer wil met een motie, mede namens PVV en GroenLinks, bereiken dat het afschot direct wordt gestopt totdat het onderwerp in de commissie LCJ, met inspraak van deskundigen, is besproken. Er zijn ook andere maatregelen denkbaar om schade te voorkomen. De provincie laat nu dieren een ecoduct oversteken waardoor ze in een gebied komen waar ze worden afgeschoten omdat ze schade aanrichten. Dat willen we toch niet. Het faunabeheer is door de vorige gedeputeerde op afstand gezet, waardoor Statenleden niet de benodigde informatie kunnen krijgen om de uitvoering van het beleid te controleren. Hij dient motie 13M18 in. Hij steunt de door de PVV aangekondigde motie over sluiting van ecoduct Hulshorst, maar zijn motie laat nog een weg open om andere oplossingen te kiezen (bijv. de rasters rond de landbouwgebieden naar de oorspronkelijke hoogte brengen) Dhr. Meerburg (VVD) vindt de zorg die de Tweede Kamer heeft uitgesproken over het afschieten getuigen van elitair grachtengordelsentiment. Gelukkig heeft de staatssecretaris wel begrepen dat Gelderland hier zelf over gaat. De VVD vindt afschot een prima methode om de populatie onder controle te houden en schade en aanrijdingen te voorkomen. Dit is de kern van natuurbeheer en goed toe te vertrouwen aan de Faunabeheereenheden (FBE s). Zijn partij was geen voorstander van ecoducten. Het probleem is ontstaan door de natuurlobby die de ecoducten wilde en die nu de schuld bij de provincie legt. De VVD is niet voor sluiting van het miljoenen kostende ecoduct Hulshorst. Er moet worden gezorgd voor beperking van de schade door afschot of betere afrastering en voor een goede schaderegeling Mw. Bosman (PvdA) vindt het gemakkelijk om te roepen dat er geen hert mag worden afgeschoten. Als het noodzakelijk is, ook buiten een afgesproken periode, moet het kunnen. Er is nu eenmaal sprake van schade en aanrijdingen, maar PvdA wil niet verder gaan dan maximaal 10% extra afschot van de 550 herten die er nu zijn tot 1 augustus, jongen niet meegeteld. Zij vindt de rol van de natuurorganisaties wel vaag. Die zijn toch vertegenwoordigd bij het faunabeheer waarmee afspraken zijn gemaakt. Doet men wel mee als het bij die 10% blijft? Ze wil meer duidelijkheid over het aantal dieren dat in een bepaald gebied kan leven. Maatregelen rond het ecoduct Hulshorst zijn nu nog niet nodig. Zij wil weten hoe de afspraken tot stand zijn gekomen, wie bij het overleg is betrokken en hoe de tellin

117 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei gen en telmethoden zijn. Zo nodig kan in commissie worden overlegd. Dhr. Van Boheemen (CDA) constateert dat er op de NW Veluwe veel meer herten zijn dan de afgesproken 200. Hij heeft van een boer zelfs gehoord dat er onlangs op een avond 100 herten op zijn land aanwezig waren. Daarom zou eens gesproken moeten worden met de FBE over hoe deze situatie heeft kunnen ontstaan en wat er aan gedaan kan worden. Het CDA zal dan ook in LCJ met een voorstel voor zo n gesprek komen. Het CDA is niet alleen bezorgd over de sterk stijgende landbouwschade, maar ook over de stijging van het aantal verkeersongelukken. De gevolgen kunnen zeer dramatisch zijn. Wat nu gebeurt is het selectief afschieten van edelherten in situaties die veel overlast opleveren. Drachtige hinden en hinden met kalf worden daarbij ontzien. Daarvoor moet ruimte blijven. Het CDA wil van het college weten welke afspraken er over de opening van het ecoduct Hulshorst met het gebied zijn gemaakt en of deze nog steeds worden nagekomen Dhr. Ter Haar (PVV) constateert ook dat er teveel herten rondlopen op de Veluwe. Het faunabeleid rammelt aan alle kanten. Vervroegen van afschot met drie maanden heeft grote gevolgen. Schieten van drachtige dieren of dieren met kalf is onacceptabel. Dat stelt ook de staatssecretaris. Kan de gedeputeerde ervoor instaan dat er geen drachtige of zogende hinden worden geschoten? Jagers kunnen toch niet altijd zien of er een kalf in het lange gras ligt. Gisteravond is een motie in de Tweede Kamer aangenomen waarin vervroegd afschot in Gelderland wordt afgekeurd. De PVV wil weten of er een verband bestaat tussen de opening van ecoduct Hulshorst en het vervroegde afschot. Het ecoduct is gezien alle commotie sowieso al een hoofdpijndossier. Afspraken met agrariërs zouden niet volledig worden nagekomen en de verwachting over aantallen herten komen niet uit. De PVV heeft hiervoor gewaarschuwd en wat zijn fractie betreft gaat het ecoduct dan ook per direct voorlopig dicht. Daartoe dient hij motie 13M19 in Dhr. Van Kaathoven (SP) wil eerst de reactie van GS afwachten en zal dan in tweede termijn een standpunt geven. Mw. Van der Schalk (D66) aanvaardt dat afschot nodig is i.v.m. schadebestrijding. De GS-notitie maakt goed duidelijk hoe het met de rollen en verantwoordelijkheden zit. In dit geval ligt de verantwoordelijkheid bij de FBE. Ze vraagt GS informatie over sturing op aantallen, communicatie met en binnen FBE en over relatie ecoduct en aantallen herten. D66 wil vooralsnog niet tornen aan het ontheffingsbesluit (1078) Dhr. Van Eck (GroenLinks) vindt het goed nieuws dat het ecoduct werkt. Verbindingen zijn tot stand gekomen. Maar het moet nog groter, zodat natuur met natuur wordt verbonden en de nu ontstane situatie niet kan voorkomen. De Veluwe is belangrijk, maar mensen denken nu dat er op de Veluwe op herten wordt geschoten die jongen hebben. Er moet snel informatie komen en GroenLinks doet ook een appèl om nu eerst te stoppen met afschieten. Dhr. Ebbers (ChristenUnie) vindt dat de GS-notitie de discussie en mediaaandacht in een ander perspectief plaatst. Er is wel degelijk sprake van uitvoering van bestaand beleid. Het is de vraag of het sluiten van het ecoduct op dit moment de juiste oplossing is. De ChristenUnie is voorstander van het beheren van de wildstand, liefst door natuurlijke regulering. Dat lijkt in Gelderland echter een utopie i.v.m. de diversiteit. Herten zijn een visitekaartje van de Veluwe i.h.k.v. recreatie en toerisme, een economische factor van groot belang. Afschot is een middel om schade en aanrijdingen te beperken. Hij vertrouwt erop dat de weidelijkheidsregels worden nageleefd en dat geen drachtige en zogende herten worden geschoten. Hij roept GS op de communicatie met voortvarendheid te verbeteren Dhr. Ruitenberg (SGP) vindt zorgvuldige communicatie erg belangrijk. Ook met en door PS. Verkeerde informatie kan zo maar het hele land in beweging brengen. Hij wil graag met een goed visitekaartje, het edelhert, verder de toekomst tegemoet en vraagt hoe GS de situatie gaan verbeteren Dhr. Van Dijk (GS) vindt schieten van herten geen vreugdevolle zaak, ook dat geldt ook voor het opdracht daartoe geven. GS hebben echter wel een verantwoordelijkheid om een goede balans tussen boeren, natuur, verkeersveiligheid e.d. te waarborgen. De FBE hebben opdracht om het aantal herten in een gebied op peil te houden. In 2009 is met instemming van PS een faunabeheerplan opgesteld dat precies aangeeft hoeveel dieren er kunnen zijn. Voor de Noordwest-Veluwe geldt een aantal van 200 herten. In uitzonderingssituaties, wanneer hoge schade,

118 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2013 verkeersveiligheid, zieke en zwakke dieren in het geding zijn, mag gebruik worden gemaakt van de 10%-regeling. Dat betekent dat gedurende de periode buiten de normale afschotperiode 10% van de herten mag worden geschoten. De FBE heeft van die laatste mogelijkheid gebruik gemaakt omdat het aantal herten veel hoger is dan toegestaan. Hoe dat heeft kunnen gebeuren is niet duidelijk. Voor het eerst is dit jaar in gezamenlijkheid, na verschillen van mening over andere telmethodes in voorgaande jaren, vastgesteld hoeveel dieren er rondlopen. En op de Noordwest- Veluwe zijn dit 550 herten. Iedere twee jaar verdubbelt de hertenstand wanneer niet wordt ingegrepen. Forse toename van schade aan landbouw en aanrijdingen is het gevolg. Vorig jaar is nog een motorrijder verongelukt door een aanrijding met een hert. Om die reden vindt het college de afgekondigde maatregel van de FBE acceptabel. Weidelijkheidsregels worden in acht genomen. Dat betekent dat zogende moeders en drachtige hinden worden ontzien. In de afgelopen weken is overigens één hert geschoten. T.a.v. de rasters wordt opgemerkt dat PS, in het kader van bijv. toerisme en landschappelijke inpassing, liever niet al te veel rasters wilden. Het gaat in belangrijke mate gaat over regels die vastliggen. Het is aan de FBE om hier over te communiceren. Vragen van de media aan de gedeputeerde over dit beleid wil hij echter niet ontlopen. Hij wil ook niet de opmerking krijgen dat 'de provincie niet bereikbaar was voor commentaar'. Er vindt wel een gesprek met de FBE plaats over hoe zij in het vervolg dit soort zaken tijdig naar buiten kan brengen. De Staatssecretaris heeft de aangenomen motie van de Tweede Kamer vanochtend overgebracht in een telefoongesprek. Hij heeft haar de situatie ook uitgelegd. Door de 10%-regeling kunnen er dus tot 1 augustus in ieder geval niet meer dan 55 herten worden geschoten. Dat aantal zal waarschijnlijk niet eens worden gehaald. Op dit moment is er aan de Veluwemeer-kant van het ecoduct Hulshorst nog geen schade veroorzaakt of gemeld. Er is dus geen verband tussen ecoduct en schade. Openhouden zou juist kunnen bewerkstelligen dat herten naar de andere kant trekken en de schade in de landbouwenclave minder wordt. Ten slotte ontraadt hij de beide moties Dhr. Van der Veer (PvdDieren) vraagt zich af waarom rasters niet verhoogd kunnen worden om herten tegen te houden. De gedeputeerde is daar niet op ingegaan. Hij vindt sowieso dat de gedeputeerde te weinig informatie op details levert Dhr. Van Boheemen (CDA) zal de moties van PVV en PvdDieren niet steunen. Hij wil wel in commissieverband een gesprek met de FBE, over herten, maar ook over zwijnen, telmethoden, afwegingen e.d. Hij zal daarvoor een voorstel doen voor de commissie, maar het zal niet meer voor het zomerreces geregeld kunnen worden Dhr. Ter Haar (PVV) stelt dat veel natuurbeherende organisaties niet willen meewerken aan het afschotbeleid. Hoe gaan GS daar mee om? M.b.t. tot het hele mediacircus zegt hij dat de eindverantwoordelijkheid toch wel bij de provincie ligt. Je kunt niet alles afschuiven op de FBE. PVV blijft bij het standpunt dat het ecoduct z.s.m. dicht moet. Het gaat ook om een overgang van natuurgebied naar landbouwgebied. Dit was oorspronkelijk helemaal niet de bedoeling. Er zou ook natuur ingericht worden. Ook verkeersmaatregelen waarvoor Nunspeet geld van de provincie heeft gekregen zijn nog niet gerealiseerd. Het ecoduct is te vroeg opengegaan Dhr. Van Kaathoven (SP) vindt het antwoord van de gedeputeerde zeer verhelderend, vooral met betrekking tot het ecoduct. We moeten niet de emotie maar de feiten laten spreken. Hij is nog niet overtuigd dat het vervroegd afschieten nodig is en zal daarom motie 13M18 steunen Dhr. Van Dijk (GS) probeert steeds gegevens optimaal beschikbaar te stellen. Hij benadrukt nogmaals dat er geen causaal verband bestaat tussen het ecoduct en schade. Het ecoduct ligt ook op de goede plek, omdat het de bedoeling is de Veluwe met de Oostvaardersplassen te verbinden. De verkeersmaatregelen zullen eind van het jaar worden getroffen. Uit efficiëntie-oogpunt gebeurt dat tegelijk met regulier onderhoud Stemming over de moties 13M18: verworpen, met stemmen vóór van 50PLUS, PVV, SP, GroenLinks. 13M19: verworpen, met stemmen vóór van PVV en PvdDieren

119 PS PS - verslag van de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei Debatverzoek GroenLinks over Bestuursovereenkomst Reconstructie Knooppunt Hoevelaken (PS ) 1087 Dhr. Verheul (GroenLinks) interpreteert de Statenbrief van GS waarin zij PS informeren over hun brief aan de gemeente Nijkerk als een dreigement. Het lijkt erop dat GS het standpunt innemen dat zij de provinciale bijdrage aan geluidsmaatregelen terugtrekken als de gemeente de bestuursovereenkomst nu niet tekent. Dit signaal van GS vindt GroenLinks ongepast. Was het niet gepaster geweest wanneer GS met Nijkerk samen was opgetrokken om compensatie te krijgen voor de asymmetrische verbreding van de A28? Zijn GS bereid om hierover alsnog het gesprek aan te gaan? Waren GS wel bevoegd om de door PS toegezegde middelen terug te trekken? 1088 Mw. Bieze (GS) schetst de voorgeschiedenis van de totstandkoming van de bestuursovereenkomst. De focus van de provincie lag vanaf het begin op instandhouding van de bereikbaarheid van Hoevelaken en de bereikbaarheid is na onderhandelingen door de betrokken partners uiteindelijk als eis in de bestuursovereenkomst gekomen. In een latere fase zijn GS, gehoord de discussie in PS, meegegaan in de wens van Hoevelaken om ook bij te dragen aan geluidsmaatregelen. Nu Nijkerk nog niet wenst te tekenen, gebruiken zij in feite een dwangmiddel. Geen van de andere betrokken partijen wensen de onderhandelingen te heropenen. Als Nijkerk niet tekent, zal Nijkerk ook niet financieel bijdragen en staat het onderhandelingsresultaat voor bereikbaarheid weer ter discussie. Ook wordt het resultaat voor geluidsmaatregelen onzeker. Uiteraard hebben GS voorafgaand aan verzending van de brief contact gehad met het college van B&W van Nijkerk. Dhr. Plug (ChristenUnie) begrijpt nog niet waarom GS hebben gekozen om een brief te sturen. Waarom hebben GS het niet aan de verantwoordelijkheid van B&W gelaten om de gemeenteraad te wijzen op mogelijke consequenties? Mw. Bieze (GS) antwoordt dat GS Nijkerk duidelijk heeft willen wijzen op het feit dat geen van de onderhandelende partijen meer aan tafel wenst te komen en dat door niet te tekenen ook het onderhandelingsresultaat voor bereikbaarheid van tafel is. Ze vindt dat de brief niet suggereert dat de provinciale bijdrage van 1 miljoen zonder meer naar bereikbaarheid zal gaan, maar dat dit wel een mogelijk resultaat kan zijn. Dhr. Venema (PVV) constateert dat in de spelregels staat dat er geen financiële uitwisseling plaatsvindt tussen het pakket bereikbaarheid en het pakket geluid. Mw. Bieze (GS) antwoordt dat ze een definitieve verschuiving van de provinciale bijdrage niet eerder zou hebben gedaan dan na overleg met PS. Er had dan een nieuw besluit moeten worden genomen. Maar gezien de snelle ontwikkelingen in Nijkerk moest de brief snel worden verstuurd. 21 Sluiting 1089 De voorzitter sluit de vergadering om uur. Arnhem, 11 juni 2013, zaaknr PS Afspraken/toezeggingen Beleidsrekening 2012 GS zeggen toe te bezien hoe beleid tegen werkloosheid, van jongeren, maar ook van andere groepen, op een goede manier kan worden ingevuld. Samenwerking Lubelskie Het college zal voor de jaarwisseling met een voorstel komen waarin concrete, meetbare doelen zullen worden opgenomen

120 Statenvragen - PS Sluiting jusitiële inrichtingen, P. Wanrooij (PvdA) PvdA Gelderland Ing. juni 2013 PS PS25/9 -URGENT- SCHRIFTELIJKE VRAGEN (ARTIKEL 42 RvO) Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Gelderland 6 juni 2013 Onderwerp: Stop sluiting Justitiële Inrichtingen in Gelderland 1. Aanleiding Op 22 maart jl. is door Staatssecretaris Teeven voorgesteld de excellent functionerende Tbs-kliniek Oldenkotte in Rekken en de gevangenissen De Kruisberg in Doetinchem en De Berg in Arnhem te sluiten in Op 6 juni 2013 is het Masterplan plenair in de Tweede Kamer behandeld. Daarbij is door Staatssecretaris Teeven aan gegeven dat hij op 20 juni met een aangepast plan zal komen. In Gelderland en onder meer in de Achterhoek hebben wij te maken met een krimp in inwonersaantal en daardoor ontstaat er druk op de voorzieningen en spanning op de leefbaarheid in onze Provincie. Een middel om de krimp af te remmen is behoud van werkgelegenheid. Vooral in de Achterhoek is er sprake van vergrijzing, ontgroening en krimp. Daarnaast is er sprake van nieuwbouw in Zaanstad. In deze regio is er beslist geen sprake van krimp. Ook is in het Westen van Nederland meer groei van werkgelegenheid. Sluiting van inrichtingen kan daarom wellicht getemporiseerd worden, zeker met het oog op de daling van werkgelegenheid in tijden van recessie. Sluiting is in de ogen van de PvdA Gelderland dringend af te wijzen. Het Masterplan wordt de komende tijd aangepast. Er gaan maar gevangenissen dicht in plaats van de eerder genoemde 25! Gebruik uw bestuurskracht in dit dossier! 2. Vragen 1 De PvdA in Gelderland was eerder al zeer teleurgesteld in de keuze van de Staatssecretaris. Het blijkt nu dat de sluiting van de TBS inrichting en de gevangenissen zijn te heroverwegen. Zeker gezien de huidige recessie en de gevolgen voor het wegvallen van werkgelegenheid en de gevolgen daarvan in sociaal economische zin voor deze Regio, ligt hier een forse uitdaging. Bent u bereid op korte termijn uw invloed te bundelen en te gebruiken in de richting van de staatssecretaris? Zo nee, waarom niet? 2 Wij zijn begaan met de inwoners van Gelderland en willen het college van Gedeputeerde Staten onder aanvoering van de Commissaris van de Koning (CdK), de heer Cornielje met de burgemeesters (mevrouw Krikke, heren Bloemen en Kaiser) van de betrokken gemeenten vragen aan te dringen bij de staatssecretaris om de keuze van sluiting van de genoemde inrichtingen te heroverwegen en de Berg, de Kruisberg en Oldenkotte NIET te sluiten! 120

121 Statenvragen - PS Sluiting jusitiële inrichtingen, P. Wanrooij (PvdA) Onze inzet is om u te vragen, vol overgave, te reageren in de richting van onze Staatssecretaris en alles in het werk te stelen om de werkgelegenheid in Gelderland te behouden. Kunt u op korte termijn met de betreffende burgemeesters in gesprek gaan? Bent u bereid om op korte termijn met de burgemeesters onder leiding van de CdK in gesprek te gaan met Staatssecretaris Teeven. Zo ja, wilt u daarvan verslag doen aan Provinciale Staten? Bent u bereid om op korte termijn uw invloed in te zetten voor het behoud van de gevangenis de Kruisberg en de Berg in Arnhem? De PvdA Gelderland wil u ook oproepen om expliciet aandacht te vragen voor het alternatieve plan van Oldenkotte en Veldzicht. Deze top instellingen heeft een alternatief plan aangeboden aan de Staatssecretaris. Vooral Oldenkotte is een belangrijke werkgever in de Regio Achterhoek. Rekken is onlosmakelijk verbonden met Oldenkotte! Daarnaast onderhouden zij ook een zeer indringende vorm van hoogwaardige ketenzorg in Gelderland en Overijssel. Wanneer deze instellingen zouden verdwijnen, ontstaat er een blinde vlek in de regio Gelderland en Overijssel. Wilt u expliciete aandacht vragen voor het alternatieve plan van de instellingen Oldenkotte en Veldzicht bij de Staatssecretaris. En naar voren brengen, dat het door hen opgestelde plan, de komende jaren een realistische kans verdient? Het huidige plan wat voorziet in sluiting in 2015 heeftveel ongewenste gevolgen voor patiënten, personeel, inwoners en ondernemers. Dat geeft onrust bij de patiënten, geeft langere behandeltermijnen, banenverlies, minder leefbaarheid en faillissementen van lokale ondernemers. Feitelijk is het geen kostenbesparing, maar kapitaal vernietiging in de breedste zin van het woord. Wij vertrouwen erop dat onze bestuurders voor 20 juni a.s. alles in het werk zullen stellen om op korte termijn te interveniëren in het bijstellen van het Masterplan DJI, in het belang van Gelderland. Wij hebben het vertrouwen, dat u zich op korte termijn krachtig zult inzetten voor de banen van onze inwoners en (MKB) ondernemers in Gelderland. Deze vragen worden ook ter kennis gebracht aan de Provinciale Staten van Overijssel. Zeker gezien de samenwerking van Oldenkotte en Veldzicht. Gezamenlijk hebben zij het alternatieve plan ontwikkeld en ingediend bij Staatssecretaris Teeven. Namens de PvdA fractie Gelderland, Piet Wanrooij. 121

122 Statenvragen - PS Vervroegd afschot edelherten, L. van der Veer (PvdDieren) Schriftelijke vragen (art. 42 RvO) aan Gedeputeerde Staten van Gelderland datum : van : L. van der Veer (Partij voor de Dieren) onderwerp : Vervroegde afschot van edelherten. In de laatste Statenvergadering is gesproken over het vervroegde afschot van edelherten 1. Op de avond voorafgaand aan de vergadering kwam er een notitie over het vervroegde afschot 2. In de notitie schrijft u Formeel is de provincie verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op het beleid; de Faunabeheereenheid (FBE) is verantwoordelijk voor de wijze van uitvoering. Hieraan moeten zowel de provincie en de FBE, als de buitenwacht nog wennen. Ter informatie schrijf ik u vast dat onze fractie waar nodig contact zal opnemen met de FBE, maar dat we ook verwachten dat als Statenleden in hun controlerende rol om hun moverende redenen schriftelijke vragen over de uitvoering van het beleid stellen, ze daar via u een compleet en correct antwoord op zullen krijgen. Vragen : 1. In de notitie schrijft u : Het leefgebied Noordwest-Veluwe bestaat uit de bossen bij Putten en de landbouwenclave Uddel-Elspeet. Maar WBE Noordwest-Veluwe (waar de doelstand 200 voor geldt) omvat toch bijvoorbeeld ook het bos ten zuiden van de A28 bij Hulshorst bij de aansluiting van het ecoduct? (Het loopt in het zuiden zelfs door tot aan de A1.) 2. In de notitie schrijft u over een verbeterde telmethode. Toen wij u eerder verzochten om de telstanden 3 : Jaarlijks worden de globale telgegevens gerapporteerd, en het afschot. Wordt de consistentie tussen de gegevens gecontroleerd? Door een controle kan een indruk van juistheid van de telling worden verkregen. Graag ontvangen wij een tabel met alle telgegevens per telplaats, en een tabel met alle afschotgegevens per afschietplaats, over de laatste jaren, en indien beschikbaar een rapport met een consistentiecontrole van de gegevens. antwoordde u : Ing. juni 2013 PS PS25/9 Sinds de jaren tachtig worden de populaties van herten en wilde zwijnen volgens een, door het ministerie van LNV indertijd ontwikkeld protocol, geteld en uitgewerkt. Naast de vaste tellingen inventariseren beheerders jaarrond. Door per afgeschoten dier gegevens te verzamelen over o.a. de conditie leeftijd, geslacht en gewicht en deze gegevens te vergelijken met jaren met dezelfde leefomstandigheden, kan de zomerstand berekend worden. Deze gegevens worden verwerkt in de jaarlijks door GS goed te keuren werkplannen op wildbeheerniveau. Deze zijn beschikbaar. De door u gevraagde detailgegevens per telplaats/afschotlocatie zijn bij de provincie niet beschikbaar Partij voor de Dieren. Vragen over het vervroegde afschot van edelherten. 1/2 122

123 Statenvragen - PS Vervroegd afschot edelherten, L. van der Veer (PvdDieren) Hoe is het door het ministerie van LNV indertijd ontwikkelde protocol? 3. Wat zijn nu de aanpassingen in het telprotocol? 4. Graag ontvangen wij van of via u een tabel met de lokatie en de telgegevens per telplaats, van het gebied Noord West Veluwe, van de laatste keer dat de oude methode is gevolgd, en volgens de nieuwe methode. 5. De problemen met edelherten zouden volgens de media ook zijn ontstaan door te lage rasters rond de landbouwenclave 4. Het is ons nog steeds niet bekend wie de eigenaar is van deze rasters. In de notitie over het Faunabeleid 5 schrijft u : "Tot op heden zijn er om verschillende redenen, door verschillende partijen rasters geplaatst om grote hoefdieren binnen of juist buiten te houden. Zo kennen wij rasters van terreineigenaren, rasters van wegbeheerders en rasters bij landbouwpercelen. Het is echter onvoldoende duidelijk wie verantwoordelijk is voor het plaatsen en onderhouden van deze rasters en welke criteria de provincie hanteert voor het financieren ervan. Wij willen een provinciaal rasterbeleid opstellen, dat duidelijkheid schept over wie verantwoordelijk is voor het plaatsen van rasters en welke criteria de provincie hanteert voor het financieren ervan." In de Statennotitie Wildaanrijdingen en Programma Ontsnippering EHS Gld 6 schrijft u nu : Tot slot is in de kadernota Faunabeleid vastgelegd dat er in 2013 een pilot Rasterbeleid gaat worden uitgevoerd. Hiervoor is in dit programma eenmalig ,- over de jaren 2013 en 2014 gereserveerd." Wat wordt er in deze pilot gedaan? Als u de verschillende terreineigenaren vraagt om u een opgave te doen van de rasters op hun terrein, wie de eigenaar is, en wie verantwoordelijk is voor het onderhoud, dan hoeft dat toch niet zo veel te kosten? 6. Waarom kunnen de verlaagde rasters rond de landbouwenclave niet weer verhoogd worden, nu er te veel schade aan gewassen zou zijn? 7. Tijdens de Statenvergadering heeft onze fractie aangegeven dat we vinden dat de 10 % regeling niet voor vervroegd afschot bedoeld is. Vereniging Het Edelhert heeft hier nu ook een brief over aan de leden van de commissie LCJ gestuurd 7. Wat is uw reactie op deze brief? Luuk van der Veer Lid Provinciale Staten van Gelderland Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren. Vragen over het vervroegde afschot van edelherten. 2/2 123

124 Statenvragen - PS gebruik dienstauto algemeen directeur, M. Faber (PVV) Ing. 10 juni 2013 PS PS25/9 Schriftelijke vragen (art. 42 RvO) aan de voorzitter van Provinciale Staten van Gelderland datum : 10 juni 2013 van : Marjolein Faber onderwerp : Gebruik dienstauto algemeen directeur Geacht College, N.a.v. de beantwoording van schriftelijke vragen betreffende het gebruik dienstauto algemeen directeur (PS ) zijn er nog nadere vragen. Vraag 1: In uw antwoorden op de door ons eerder gestelde vragen geeft u aan dat het gebruik van de dienstauto door de voormalig en huidig algemeen directeur tot 15 juni 2011 gezien dient te worden als een gewoonterecht/gewoonteregel. Hoe kan er sprake zijn van gewoonterecht/een gewoonteregel indien op dat moment de Dienstreisregeling voor de provincie Gelderland van toepassing was? Vraag 2: U geeft aan dat u op 14 juni 2011 tevens heeft besloten dat het gebruik van de dienstauto door de algemeen directeur plaatsvindt overeenkomstig de Instructie voor het gebruik van de dienstauto s door de CdK en Gedeputeerden. Houdt dit in dat de algemeen directeur de dienstauto tevens mag gebruiken voor woon- werkverkeer? Indien het antwoord ja is dan zou de PVV fractie graag willen weten of de algemeen directeur valt onder de afkoopregeling die de provincie Gelderland met de fiscus is overeengekomen inzake de fiscale bijtelling gebruik dienstauto s? Deze regeling geldt toch alleen voor de CdK en de Gedeputeerden? Vraag 3: Wat is de huidige woonplaats van de algemeen directeur en sinds wanneer? Wat is voor die datum zijn woonplaats geweest? Vraag 4: Is uw besluit van 14 juni 2011 gebaseerd op artikel 11 van de Dienstreisregeling voor de provincie Gelderland? Zo ja, is dit artikel aan te merken als een hardheidsclausule? Vraag 5: Wij hebben aan de hand van de rittenstaten vastgesteld dat de huidige algemeen directeur op diverse data, aan het einde van de dag, met de dienstauto kennelijk wordt gebracht naar de kantoren van organisatie adviesbureaus (Wagenaar-Hoes te Driebergen en Berenschot te Utrecht) en vervolgens aansluitend in de avond met de dienstauto naar huis wordt gebracht (in Den Haag). Zie onder andere op 2 februari 2010, 12 februari 2010, 10 juni Waarom is de algemeen directeur op die momenten niet met eigen vervoer gereisd of met het openbaar vervoer? Indien hij inderdaad bij de betreffende organisaties is geweest, waarom was dat dan noodzakelijk? Hoogachtend, PVV fractie M.H.M.Faber van de Klashorst 124

125 Statenvragen - PS omgevingsvisie en schrappen stiltegebieden, L. van... Schriftelijke vragen (art. 42 RvO) aan Gedeputeerde Staten van Gelderland datum : van : L. van der Veer (Partij voor de Dieren) onderwerp : De omgevingsvisie en het schrappen van de stiltegebieden Van 21 tot en met 2 juli ligt de ontwerp-omgevingsvisie ter inzage, en kan eenieder er een zienswijze over indienen 1. In de omgevingsvisie worden de oude stiltegebieden en stiltebeleidsgebieden geschrapt. Het is als volg omschreven: Rust, ruimte en stilte zijn in deze Omgevingsvisie gekoppeld aan de kernkwaliteiten van het Gelders Natuurnetwerk en de Groene Ontwikkelingszone. Het zijn kwaliteitsaspecten van deze gebieden. De provincie laat daarmee de aanwijzing van de acht stiltegebieden vervallen. Ook de stiltebeleidsgebieden komen niet in het nieuwe beleid terug. Het is niet duidelijk wat dit nu concreet gaat betekenen. Dat maakt het lastig om een zienswijze in te dienen. Vragen : 1. Wat verandert er? 2. Kunt u een voorbeeld geven van iemand die nadeel gaat ondervinden van de nieuwe omgevingsvisie omdat hij of zij van stilte houdt, in een stiltegebied woont dat straks geschrapt wordt, en te maken krijgt met meer geluidsoverlast? 3. Kunt u een voorbeeld geven van iemand die in een stiltegebied woont en voor wie het niet uitmaakt dat het stiltegebied geschrapt wordt, omdat de rust in de nieuwe situatie even goed beschermd is via de kernkwaliteiten? 4. Kunt u een (extreem) voorbeeld geven van een ontwikkeling die geluidsoverlast met zich meebrengt, en die mogelijk wordt daar waar de stiltegebieden geschrapt worden zonder dat er iets voor in de plaats komt? 5. Hoeveel stiltegebied wordt geschrapt zonder dat er een nieuwe bescherming voor in de plaats komt? 6. Blijft in de stiltegebieden die geschrapt worden maar waar wel iets voor in de plaats komt, de bescherming tegen geluidsoverlast hetzelfde? 7. Zijn er in het verleden problemen met de stiltegebieden geweest, waardoor er nu voor een andere aanpak wordt gekozen? 8. In de ontwerp-omgevingsvisie staat ook: De provincie onderzoekt of het wenselijk en uitvoerbaar is om gedragsregels van toepassing te verklaren in de natuurgebieden waar rust, ruimte en stilte kernkwaliteiten vormen. en Ing. 10 juni 2013 PS PS25/9 De provincie zal daarnaast gaan onderzoeken of een aanvullende benadering van stilte ge Partij voor de Dieren. Vragen over het schrappen van de stiltegebieden. 1/2 125

126 Statenvragen - PS omgevingsvisie en schrappen stiltegebieden, L. van... wenst is. Zo wil zij samen met haar partners de volgende zaken verkennen: Welke wensen leven er over het onderwerp rust, ruimte en stilte bij andere partners? Is er behoefte aan om dit onderwerp regionaal gedifferentieerd uit te werken? Op welke manier kunnen rust, ruimte en stilte bijdragen aan (regionale) doelen op het gebied van gezondheid, recreatie, groen in of nabij de stedelijke omgeving en welke instrumenten kan de provincie daarvoor inzetten? Is ook buiten de natuurgebieden behoefte aan het behouden of creëren van rust en ruimte?" Hadden deze onderzoek inmiddels niet afgerond moeten zijn, en de resultaten in de ontwerpomgevingsvisie verwerkt? 9. Wat wordt er eigenlijk concreet mee bedoeld? Wat is het risico als er nog geen gedragsregels van toepassing zijn? 10. Wanneer is het onderzoek wel afgerond? Is het wel afgerond als Provinciale Staten een besluit over de omgevingsvisie moeten nemen, en als de stiltegebieden mogelijk geschrapt worden? Luuk van der Veer Lid Provinciale Staten van Gelderland Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren. Vragen over het schrappen van de stiltegebieden. 2/2 126

127 Antwoord op Statenvragen - PS hardheidsclausules, M. Faber (PVV) Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 4 juni 2013 zaaknummer Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid M.H.M. Faber (Partij voor de Vrijheid) over Hardheidsclausules De leden van Provinciale Staten Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het Statenlid M.H.M. Faber toekomen. Inleiding van de vragensteller: GS geeft het volgende aan: In de Provinciale Regelgeving (APR) zijn twee aanwijzingen opgenomen die gaan over de hardheidsclausule: aanwijzingen 95 en 96. Aanwijzing 95 geeft een algemene uitleg aan dit begrip en aanwijzing 96 is een modelbepaling. Uitgaande van deze aanwijzingen is artikel 15 van de Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland een hardheidsclausule. In bijlage 1 vindt u deze hardheidsclausule. Daarnaast is in bijlage 1 een aantal artikelen opgenomen die de mogelijkheid regelen om rechtmatig af te wijken van bestaande regels, maar feitelijk geen hardheidsclausule zijn. Vraag 1 : Heeft GS de beschikking over enkel maar één hardheidsclausule (artikel 15 van de Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland een hardheidsclausule)? Antwoord: Ja, uitgaande van aanwijzing 95 en 96 van de Provinciale Regelgeving (APR). Hierbij verwijzen wij naar onze beantwoording op vraag 1 en 2 van uw Statenvragen PS Vraag 2 : Heeft GS in het verleden een hardheidsclausule toegepast? Antwoord: Voor beantwoording van deze vraag verwijzen wij naar onze beantwoording op vraag 3 van uw Statenvragen PS : "Er is geen overzicht van de toepassing van hardheidsclausules, hier wordt door de organisatie namelijk niet specifiek op geregistreerd." Vraag 3 : Heeft GS in het verleden gebruik gemaakt van de artikelen, die de mogelijkheid regelen om rechtmatig af te wijken van bestaande regels, maar feitelijk geen hardheidsclausule zijn, die vermeld staan op de bijlage 1 van de antwoorden op Statenvragen PS ? Antwoord: Ook hier wordt door de organisatie niet specifiek op geregistreerd. Inlichtingen bij mw. L. Scheuten, telefoonnummer (026) adres: post@gelderland.nl code: docx 127

128 Antwoord op Statenvragen - PS hardheidsclausules, M. Faber (PVV) Vraag 4 : Hoe luiden de aanwijzingen 95 en 96 in de APR? Antwoord: De aanwijzingen 95 en 96 in de Aanwijzingen voor de Provinciale Regelgeving (APR) luiden als volgt: Hardheidsclausules Aanwijzing 95 opnemen hardheidsclausule 1 In een regeling wordt geen hardheidsclausule opgenomen tenzij er aanleiding is om te verwachten dat, gelet op het doel en de strekking van de regeling, de toepassing van de regeling kan leiden tot onbillijkheden van overwegende aard in niet precies te voorziene gevallen of groepen van gevallen. 2 In een regeling wordt geen hardheidsclausule opgenomen voor situaties waarin het buiten toepassing laten of het afwijken van de regeling nadelige effecten heeft of in het algemeen kan hebben voor derden-belanghebbenden. 3 Indien in een regeling een hardheidsclausule wordt opgenomen, wordt zo concreet en nauwkeurig mogelijk aangegeven op welke onderdelen van de regeling de clausule van toepassing is. Toelichting eerste lid: Het opnemen van een hardheidsclausule in een regeling opent de mogelijkheid voor een bestuursorgaan om, in gevallen waarin toepassing van de regeling - gegeven de doelstelling en de strekking van die regeling - een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren, een onderdeel van die regeling buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. Er kleven overigens wel praktische bezwaren aan het opnemen van hardheidsclausules in een regeling. Niet zelden blijken dergelijke clausules conflictopwekkend te zijn. In de praktijk kan het opnemen van een hardheidsclausule leiden tot grote aantallen aanvragen om toepassing van de hardheidsclausule, terwijl inwilliging daarvan slechts in zeer beperkte mate aangewezen is. Daarbij dient te worden bedacht dat tegen de afwijzing van de aanvraag om toepassing van een hardheidsclausule beroep openstaat bij de administratieve rechter. Mede gelet op aanwijzing 16 leiden deze factoren tot de noodzaak grote terughoudendheid te betrachten met het opnemen van hardheidsclausules. Indien toch een hardheidsclausule wordt opgenomen, dient hiervoor in hel voorstel tot vaststelling van de regeling een toereikende motivering opgenomen te worden. Een hardheidsclausule onderscheidt zich van ontheffings- en vrijstellingsbepalingen, doordat vooraf niet (precies) te voorzien is of afwijking nodig zal zijn, en zo ja om welke gevallen of groepen gevallen het bij de toepassing zal gaan. Voorts beperkt de toepassing van een hardheidsclausule zich tot (eventuele) onbillijkheden van overwegende aard. Bij ontheffingen is het juist van meet af aan de uitdrukkelijke bedoeling om in bepaalde, individuele, voorzienbare gevallen een uitzondering te maken op de wettelijke regel. Alleen wanneer een ontheffings- of vrijstellingssysteem zeer gebonden bevoegdheden bevat, kan voor het daarnaast opnemen van een hardheidsclausule nog ruimte zijn. In het algemeen zal de toepassing van een hardheidsclausule beperkt blijven tot individuele gevallen. Onder omstandigheden kan een hardheidsclausule evenwel ook op een concreet te traceren groep van gevallen worden toegepast. Dan zal er overigens al gauw sprake zijn van bestendig beleid dat overeenkomstig aanwijzing 97 uiteindelijk in een algemeen verbindend voorschrift moet worden neergelegd. Toelichting tweede lid: Vermeden moet worden dat het in bijzondere omstandigheden buiten toepassing laten of afwijken van een regeling nadelige effecten heeft of in het algemeen kan hebben voor derden-belanghebbenden wier belang door de desbetreffende algemeen verbindende voorschriften wordt beschermd. De behoefte aan een hardheidsclausule doet zich in de praktijk soms gevoelen bij de toepassing van (meer) gebonden bestuursbevoegdheden. Dit geeft een verdere beperking van het gebruik van hardheidsclausules

129 Antwoord op Statenvragen - PS hardheidsclausules, M. Faber (PVV) In de praktijk betekent dit dat hardheidsclausules in bijzondere omstandigheden wel worden opgenomen in regelingen op het terrein van de belastingen, de sociale zekerheid, de rechtspositie en in bepaalde subsidieregelingen. Toelichting derde lid: Gelet op de hiervoren genoemde mogelijke bezwaren van het opnemen van hardheidsclausules in regelingen, is in dit lid vastgelegd dat zo concreet en nauwkeurig mogelijk wordt aangegeven op welke onderdelen van de regeling deze clausule van toepassing is. Aanwijzing 96.M model hardheidsclausule Voor het opnemen van een hardheidsclausule wordt het volgende model als uitgangspunt genomen:... (aanduiding bestuursorgaan) kan artikel.. buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang van... (aanduiding doel of strekking van de regeling), zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Toelichting: In de zinsnede "gelet op het belang van "..." wordt zo concreet mogelijk het doel of de strekking van de regeling omschreven. Als dit niet goed mogelijk is, kan de volgende formulering worden gebruikt: "gelet op het belang dat dit artikel/deze regeling beoogt te beschermen". Een hardheidsclausule impliceert geen delegatie van regelgevende bevoegdheid, maar geeft slechts een beschikkingsbevoegdheid. Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris 3 129

130 Antwoord op Statenvragen - PS het gebruik van de dienstauto door de... Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 4 juni 2013 zaaknr Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid mw. M.H.M. Faber-van de Klashorst (Partij voor de Vrijheid) over gebruik dienstauto algemeen directeur De leden van Provinciale Staten Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid mw. M.H.M. Faber-van de Klashorst toekomen. Inleiding Naar aanleiding van de beantwoording van schriftelijke vragen betreffende het gebruik dienstauto algemeen directeur (PS ) zijn er nog nadere vragen. U geeft in uw antwoord op vraag 2 aan dat ter uitvoering van uw besluit van 14 juni 2011 een verklaring inzake de ter beschikking gestelde dienstauto is opgesteld. Deze verklaring is op 15 juni 2011 volgens u opgesteld. Vraag 1: Mogen wij van u een afschrift van genoemde verklaring ontvangen? Antwoord: Ja, voor een afschrift wordt verwezen naar de bijlage. Inleiding bij vraag 2: U geeft in uw antwoord op vraag 4 aan dat het gebruik van de dienstauto door de algemeen directeur sinds jaar en dag staande praktijk is binnen de provincie Gelderland. Tot 14 juni 2011 heeft dit gebruik kennelijk plaatsgevonden zonder dat daaraan enig formeel besluit ten grondslag lag. Vraag 2: Was u voor 14 juni 2011 op de hoogte van het feit dat de dienstauto ook door de algemeen directeur werd gebruikt? Antwoord: Ja. Vraag 3: Zo ja, waarom heeft u het gebruik niet eerder dan op 14 juni 2011 geformaliseerd? Antwoord: Het gebruik van de dienstauto door de algemeen directeur was een gewoonteregel. In 2011 is ambtelijk geconstateerd dat het gebruik formalisering behoefde. Voor het verdere antwoord op deze vraag verwijzen wij naar antwoord 4 op uw eerdere statenvragen (PS ) aangaande het gebruik van de dienstauto door de algemeen directeur: Inlichtingen bij mw. H.H. Wittenhorst, telefoonnummer (026) adres: post@gelderland.nl 130

131 Antwoord op Statenvragen - PS het gebruik van de dienstauto door de... binnen de provincie Gelderland. De huidige algemeen directeur heeft het gebruik van zijn voorgangers voortgezet. Het ontbreken van een regeling hierover heeft hij zelf in ons college aangekaart. Door het besluit van 14 juni 2011 is geformaliseerd dat de algemeen directeur Vraag 4: Op basis van welke regeling heeft u het gebruik van de dienstauto door de algemeen directeur kunnen formaliseren zoals u heeft gedaan op 14 juni 2011? Antwoord: Het besluit dat het College op 14 juni 2011 heeft genomen, is gebaseerd op de Dienstreisregeling. Vraag 5: Indien in voorgaande jaren door de algemeen directeur en zijn voorgangers gebruik is gemaakt van de dienstauto, is daarbij dan ook rekening gehouden met de fiscale bijtelling? Antwoord: De dienstauto is ingezet voor zakelijk gebruik, er is geen sprake geweest van fiscale bijtelling. Vraag 6: Indien u van mening bent dat het uitsluitend gaat of heeft mogen gaan om zakelijke reizen, hoe kan het dan zijn dat de huidige algemeen directeur op enkele data in 2010 met de dienstauto kennelijk naar en/of van zijn huis is gereden in Den Haag? Antwoord: Woon-werkverkeer wordt gezien als zakelijke reizen. De ritten die u noemt in 2010 betreffen zakelijke reizen. Overigens is in de verklaring van 15 juni 2011 opgenomen dat de algemeen directeur de dienstauto niet meer gebruikt voor woon-werkverkeer. Vraag 7: Ook uit de rittenstaten over 2008 en 2009 blijkt dat de voorganger van de huidige algemeen directeur op diverse data kennelijk van en naar zijn woonhuis met de dienstauto is gebracht/gehaald. Hoe is dat te verklaren in die zin of deze ritten ook dienen te worden aangemerkt als zakelijke reizen? Zo ja, op basis waarvan? Antwoord: Woon-werkverkeer wordt aangemerkt als zakelijke reizen. Vraag 8: Ook hebben wij vastgesteld dat de partner van de voormalig algemeen directeur op verschillende data met de dienstauto is meegereden (2 jan 2008, 6 mei 2008 en 22 sep 2009). Op basis waarvan was dat toegestaan? Antwoord: Op de genoemde momenten was er nog geen formele regeling voor het gebruik van de dienstauto door de Algemeen Directeur en was er op dit punt dus sprake van een gewoonterecht. Wij verwijzen in dit verband ook naar de antwoorden op de vragen 6 en 7. De Gedragscode integriteit provinciale ambtenaren verbiedt overigens het meereizen van een echtgenote tijdens een dienstreis door de algemeen directeur in het binnenland niet. Wij merken daarbij op dat aan het meereizen van de echtgenote van de toenmalige algemeen directeur geen extra kosten voor de provincie zijn verbonden

132 Antwoord op Statenvragen - PS het gebruik van de dienstauto door de... Vraag 9 ontbreekt. Vraag 10: Wat is de reden dat de algemeen directeur, als hoogste ambtenaar, kennelijk niet was en is gehouden aan de Reisregeling Provincie Gelderland? Antwoord: Gedeputeerde Staten hebben de bevoegdheid om een aparte regeling te treffen. Gezien de aard van de werkzaamheden en het efficiënt gebruik van de werktijd van de algemeen directeur hebben Gedeputeerde Staten dit noodzakelijk geacht. Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris 3 132

133 Bijlage - PS verklaring gebruik dienstauto door algemeen directeur 133

134 Ingekomen stuk - PS reactie Geldersch Landschap & Kasteelen op petitie... Ing. juni 2013 PS PS25/9 Van: statenledenbounces@webmail.prvgld.nl namens Sandra Brouwers <S.Brouwers@glk.nl> Verzonden: donderdag 6 juni :59 Aan: 'statenleden@mailman.prvgld.nl' Onderwerp: [Statenleden] Reactie op petitie en open brief 'maak Veluwe vrij van commerciële jacht' Bijlagen: Reactie GLK op open brief Groenfront en Lush.docx; ATT00001.txt Geachte Statenleden, Namens de heer Van den Tweel, ontvangt u hierbij, ter informatie, de reactie van Geldersch Landschap op onderstaande open brief en petitie van Groenfront! en Lush, inzake de jacht op de Veluwe. Met vriendelijke groet, Sandra Brouwers, Afdeling Bedrijfsvoering directiesecretaresse Geldersch Landschap & Kasteelen Postbus HA ARNHEM T: F: E: s.brouwers@glk.nl Bezoek ook eens onze website Disclaimer: de informatie in dit bericht, inclusief de eventuele bijlage(n), is uitsluitend bedoeld voor de persoon of eenheid waaraan deze is gericht. Indien u niet als geadresseerde bent aangeduid en deze informatie dus abusievelijk heeft ontvangen, dient u zich te onthouden van kennisneming, openbaarmaking en verveelvoudiging van de informatie. Gelieve contact op te nemen met de afzender en de informatie van uw computer of enig informatiedrager te verwijderen. Denk aan het milieu voordat u dit bericht print! Van: peter.groenfront@gmail.com [mailto:peter.groenfront@gmail.com] Namens Peter / GroenFront! Verzonden: maandag 3 juni :04 Aan: Ine Sanders; Claudine Bos ( Bonzet CC: anti(jacht@groenfront.nl; Amadea Boneschansker; pers@hogeveluwe.nl Onderwerp: Groenfront! en Lush roepen natuurbeheerders op: maak Veluwe vrij van commerciële jacht Beste Geldersch Landschap en Nationaal Park de Hoge Veluwe. Wij lanceerden net deze petitie en openbrief aan jullie organisaties. We kijken uit naar jullie reactie. GroenFront! en Lush 1 134

135 Ingekomen stuk - PS reactie Geldersch Landschap & Kasteelen op petitie... PERSBERICHT Groenfront! en Lush roepen natuurbeheerders op: maak Veluwe vrij van commerciële jacht Natuurbeheerders Geldersch Landschap en Nationaal Park de Hoge Veluwe verdienen fors aan jacht Amsterdam, 3 juni Maar liefst 80% van alle zwijnen en 60% van alle edelherten wordt in de komende maanden op de Veluwe afgeschoten. Onder het mom faunabeheer wordt de ecologie van het gebied zwaar verstoord. Meest opvallend is dat aan deze jacht fors verdiend wordt door natuurorganisaties Geldersch Landschap en Nationaal Park de Hoge Veluwe. Door de verkoop van het vlees, maar vooral door het verhuur van jachtrechten. Er is een duidelijk verschil te zien tussen de verschillende terreinbeheerders op de Veluwe niet overal op de Veluwe vindt deze onnodige jacht op deze schaal plaats. Organisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer geven op dit punt een beter voorbeeld en zijn meer terughoudend met het toestaan van jacht in hun natuurgebieden. Het Geldersch Landschap en Nationaal Park de Hoge Veluwe geven hobbyjagers echter wel vrij baan: op hun terreinen wordt meer gejaagd en meer bijgevoerd. Beide organisaties verdienen bovendien fors aan de jacht en zijn in de praktijk onderdeel van de jagerslobby die pleit voor meer afschot bij de provincie. Campagnevoerend cosmeticabedrijf Lush en actienetwerk GroenFront! doen daarom een heldere oproep aan de twee natuurorganisaties: Stop met het ondersteunen van de jachtlobby. Werk mee aan een Veluwe waar de natuur weer zijn vrije gang kan gaan; waar zwijnen en edelherten hun natuurlijke rol in het ecosysteem weer kunnen vervullen. Een Veluwe die op termijn jachtvrij is. Stop vanaf 1 juli met het verhuren van jachtrechten. Deze oproep kan ondertekend worden op en van 3 t/m 9 juni in de acht winkels van Lush in Nederland. De handtekeningen zullen binnenkort worden aangeboden aan Geldersch Landschap en Nationaal Park de Hoge Veluwe. Zwijnen en edelherten worden zowel intensief bejaagd als fors bijgevoerd in de natuurgebieden van het Geldersch Landschap en Nationaal Park de Hoge Veluwe. Het Geldersch Landschap verdient daar euro per jaar aan. Op haar terreinen zijn veel jachthutten en bijvoerplaatsen te vinden. Ook worden door boswachters jachtpartijen georganiseerd. Nationaal Park de Hoge Veluwe verdient euro met jachtrechten en de verkoop van vlees. Het park werkte daarnaast pogingen om het gebied met ecoducten te verbinden met nabijgelegen natuurgebieden jarenlang tegen: het lijkt alsof het de vetgemeste zwijnen en edelherten liever gevangen houdt achter hoge hekken. Als het Geldersch Landschap en Nationaal Park de Hoge Veluwe hun beleid veranderen, wordt er fors minder gejaagd op de Veluwe en krijgt de natuur een nieuwe kans. Het alternatief is er. In gebieden waar niet bijgevoerd en niet of nauwelijks gejaagd wordt, blijft het aantal zwijnen en edelherten redelijk stabiel. Ongeveer 25% van de dieren haalt door natuurlijke oorzaken de lente niet. Dit is fors minder dan de 60% tot 80% dieren die op de Veluwe afgeschoten worden. Niet bejaagde dieren laten zich meer zien, worden ouder en vertonen veel meer natuurlijk gedrag. Bovendien moeten de dode dieren niet uit de natuur worden weggehaald, want deze vormen een waardevolle voedingsbron voor aaseters als de raaf en de zeearend. Ecologen betogen al jaren dat jagen niet effectief is om het aantal dieren op de Veluwe stabiel te houden. Bovendien geven zij aan dat de jacht forse schade toebrengt aan de natuur. Hetzelfde geldt voor de overlast die vooral zwijnen veroorzaken op boerenakkers en in het verkeer. Deze overlast is door de jacht nooit verdwenen. Er zijn veel effectievere oplossingen bekend, zoals het aanplanten van wildwerende heggen om akkers

136 Ingekomen stuk - PS reactie Geldersch Landschap & Kasteelen op petitie... De argumenten zijn uitgebreider te vinden op Initiatiefnemers van deze brief zijn Lush en GroenFront!. Lush voert al sinds oprichting (1995) campagnes voor een beter milieu en dierenrechten. Het proefdiervrije cosmeticabedrijf heeft bijna 1000 winkels in meer dan 50 landen en steunt diverse fairtrade en lokale initiatieven die zich inzetten voor dier en milieu. Lush gebruikt haar verpakkingen daarnaast zo duurzaam mogelijk: door te recyclen, onnodige verpakking weg te laten of en waar het kan in een vaste vorm te produceren, zodat extra verpakking niet nodig is. Voor meer informatie: GroenFront! Is een netwerk van milieuactvisten en opgericht in Onder het motto EarthFirst! No violence en Direct Action organiseert zij actiecampagnes om ecosysteem aarde te beschermen. GroenFront! voerde campagnes tegen de Betuwelijn, de kap van de Schinveldse Bossen, en rond de klimaattop in Kopenhagen. Voor meer informatie zie Steun deze oproep en teken de online petitie via deze link Deze oproep wordt mede ondertekend door: Harry Voss, anti jacht activist en bestuurslid van de Faunabescherming Marianne Thieme, Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren Niko Koffeman, Eerste Kamerlid voor de Partij voor de Dieren Henk van Gerven, Tweede Kamerlid voor de SP Lieke Smits, voorzitter van Rood, de jongerenorganisatie van de SP, Marcel Vossestein, oudvoorzitter KNNVNatuurbeschermingscommissie en kritisch beschouwer Veluws faunabeheer. Woordvoerder GroenFront bereikbaar op (Joost van der Velden) GroenFront! / Directe ecologische actie EarthFirst! / No Compromise / No Violence / Nature, fighting back facebook.com/groenfront twitter.com/groenfront 3 136

137 Ingekomen stuk - PS reactie Geldersch Landschap & Kasteelen op petitie... Reactie op uw petitie en openbrief Groenfront! en Lush roepen natuurbeheerders op: maak Veluwe vrij van commerciële jacht Geachte dames en heren, Geldersch Landschap heeft kennis genomen van uw open brief van 3 juni over het onderwerp jacht. In reactie daarop graag het volgende. In tegenstelling tot wat in uw brief staat, bedrijven wij geen commerciële jacht. Geldersch Landschap verleent op haar terreinen medewerking aan de uitvoering van het door de Provincie bepaalde faunabeheer. Voor Gelderland is dit vastgelegd in het Provinciale Faunabeheerplan. Hierin is bepaald hoe groot de wildpopulaties mogen zijn in een regio. Naleving en uitvoering van het beleid wordt gerealiseerd door de faunabeheereenheden (fbe s). Geldersch Landschap is één van de organisaties voor de fbe s om hieraan uitvoering te geven, net zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, particulieren en andere partijen. In uw brief geeft u aan dat wij verdienen aan de jacht. Dit is geenszins het geval; de opbrengsten (inclusief opbrengst van wild) bedragen De kosten van beheer, regievoering en toezicht zijn daarentegen vele malen hoger, dus per saldo sterk negatief. Van actief bijvoeren op onze terreinen is geen sprake. Wij houden ons aan de afspraken die in fbeverband worden gemaakt. Lokvoer wordt uitsluitend gebruikt voor effectief en diervriendelijk afschot en inventarisaties en zeer lokaal voor wildbeleving. Van een door u geschetste jachtlobby is ons niets bekend. Onlangs hebben wij, net zoals Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, gesteld dat wij niet meegaan in het door de Provincie afgekondigde vervroegde afschot in verband met de te hoge edelhertenstand op de Noord-Veluwe. Geldersch Landschap zal pas in het officiële jachtseizoen (na 1 augustus) tot het vastgestelde afschot overgaan. Afschot wordt door eigen goedopgeleide faunabeheerders gedaan, bijgestaan door vrijwillig faunabeheerders. Ook dit sluit goed aan bij dat van collega-organisaties. Wij gaan graag met u in gesprek om van gedachten te wisselen en ervaringen met elkaar te delen. Met vriendelijke groet, ir. P.A. van den Tweel, directeur Geldersch Landschap & Kasteelen 137

138 Ingekomen stuk - PS LCJ - Update World Statues Festival Van: statenledenbounces@webmail.prvgld.nl namens info@worldstatues.nl Verzonden: dinsdag 11 juni :33 Aan: statenleden@mailman.prvgld.nl Onderwerp: [Statenleden] Update World Statues Festival Bijlagen: ATT00001.txt Geacht lid der Provinciale Staten, Wij hebben begrepen dat u morgen gaat vergaderen over o.a. het festival beleid in de aankomende vier jaren van de provincie Gelderland. Tevens komt het nieuwe evenementenbeleid aan de orde. Zoals u heeft begrepen heeft is voor de aankomende jaren het World Statues Festival geen onderdeel meer van het festivalbeleid van de provincie. Wij gaan nu niet een heel betoog houden waarom dat wel zo zou moeten zijn. Wel willen we u een kleine update geven hoe dit jaar het World Statues Festival er voor staat. Tevens vragen we u om 28 september in uw agenda te noteren. Het prachtige en zeer indrukwekkende onderdeel van het World Statues Festival, Statues by Night gaat dan plaatsvinden in het centrum van Arnhem. Voor, helaas, de allerlaatste keer. Want dit onderdeel werd volledig met provinciale middelen gefinancierd. U ontvangt van ons te zijner tijd een uitnodiging voor een rondleiding met ondergetekende en artistiek leider Ron Miltenburg waarin we u meenemen langs een parade van de beste living statues ter wereld. Zo kunt u zien wat we bereikt hebben in de afgelopen jaren. Verdere update: *Inmiddels is sinds afgelopen maandag een aanvang gemaakt met de basisscholen workshop voor kidsstatues. Honderden leerlingen van tientallen basisscholen van Gelderland krijgen een gratis workshop aangeboden waarin kinderen hun eerste stap richting het podium kunnen maken. Deze workshops zijn een opmaat voor de mega workshop die 31 augustus gehouden gaat worden in de Arnhemse Rijnhal. Honderden kinderen en ook volwassenen krijgen daar de laatste instructies voor hun performance tijdens het World Statues Festival. Deze workshop zal resulteren in meer dan honderd kinderstatues die samen gaan voor een record in het Guiness book of records. Naast de 40 amateur volwassenen, de 40 nationale professionele statues en de 50 top living statues vanuit de gehele wereld zal het World Statues Festival laten zien dat het een uniek festival is in Arnhem, Gelderland, Nederland en eigenlijk uniek in de wereld. *U heeft wellicht gezien dat het World Statues Festival zichzelf presenteerde tijdens het bezoek van het koningspaar in Arnhem. Dan is u wellicht ook opgevallen hoeveel aandacht deze presentatie in de nationale pers gekregen heeft. Het was overweldigend! *Afgelopen weekend is het NK living statues door het World Statues Festival georganiseerd in Valkenburg. Volledig gefinancierd door Valkenburg overigens. Aldaar is de selectie van de Nederlandse professionele living statues voor het WK eind september te Arnhem gemaakt. De kwaliteit was wederom hoger dan ooit. Het World Statues Festival heeft er mede toe geleid dat Nederland tot de absolute wereldtop behoort als het gaat om de kwaliteit van haar levende beelden. *Inmiddels zijn ook buiten de landsgrenzen vele onderhandelingen gaande voor samenwerkingen met buitenlandse festivals. De hoofdstad van Gelderland is wereldwijd een begrip als het gaat om Living Statues

139 Ingekomen stuk - PS LCJ - Update World Statues Festival WIj wensen u zeer fijne zomer vakantie. Graag ontmoeten wij u 28 september tijdens de rondleiding van Statues by Night. De uitnodiging hiervoor kunt u begin september tegemoet zien. Met vriendelijke groeten, Namens Stichting World Statues Robin Hagen Olympus 1, 6832 EL Arnhem 28 sept Statues by Night 29 sept World Statues Festival t f ****************************************************************************** 2 139

140 Ingekomen stuk - PS AFW - Reactie Rekenkamer Oost-Nederland op... Van: statenledenbounces@webmail.prvgld.nl namens Claudio F.M. Bruggink <C.Bruggink@rekenkameroost.nl> Verzonden: maandag 10 juni :53 Aan: statenleden@mailman.prvgld.nl CC: Meijers, Josan; Bieze, Conny; Traag, Annemieke; Markink, Jan; Dijk van, Jan Jacob Onderwerp: [Statenleden] Brief Rekenkamer OostNederland bij behandeling Voorjaarsnota Bijlagen: Brief PS Gld bezuinigingen RKON in Voorjaarsnota.pdf; ATT00001.txt Geachte Statenleden, Langs deze weg zend ik u onze brief die bedoeld is om betrokken te worden bij de behandeling van de Voorjaarsnota op 12 juni a.s. Tevens zal de heer van Dijk, voorzitter van de Rekenkamer, kort inspreken op dit onderwerp. Met vriendelijke groet, Namens het bestuur van de Rekenkamer Claudio Bruggink Secretaris-directeur Rekenkamer Oost-Nederland Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T M Werkdagen: maandag t/m vrijdag De informatie verzonden met dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Wanneer u dit bericht per ongeluk heeft ontvangen, verzoeken wij u dit per omgaande kenbaar te maken aan de afzender en het bericht direct te verwijderen. Openbaarmaking, vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van deze informatie aan derden is niet toegestaan

141 Ingekomen stuk - PS AFW - Reactie Rekenkamer Oost-Nederland op... Aan de leden van Provinciale Staten van de provincie Gelderland Postbus GX Arnhem Deventer, 10 juni 2013 Kenmerk: /4 Geachte Statenleden, In de Voorjaarsnota wordt het voorstel gedaan om 5% te korten op het Gelderse deel van het budget van de Rekenkamer (pagina 22 bij Ombuigingen in programma 7.1 Bestuur en organisatie). Wij wijzen u erop dat voorafgaand aan de vaststelling van uw begroting er het goede gebruik dat er door (een afvaardiging van) uw Staten overleg wordt gevoerd met eenzelfde gremium uit de Staten van Overijssel, daar de Rekenkamer een instelling is van beide provincies. Dat overleg is gaande of is binnenkort gaande, dit vanwege uw besluit de Rekenkamer tussentijds dit jaar te evalueren. De Rekenkamer heeft inmiddels een begroting bij u ingediend, die normaliter wordt vastgesteld onder voorbehoud van de definitieve begrotingsvaststelling van de provincie in het najaar voorafgaand aan het bedoelde begrotingsjaar. Natuurlijk heeft het College van Gedeputeerde Staten het recht u voorstellen te doen aangaande het budget van de Rekenkamer, maar wij willen toch graag erop wijzen, dat de Rekenkamer een instrument is van de Staten, en daarom zijn het ook de Staten die als eerste vorm en omvang van financiële middelen bepalen. We roepen u daarom op om niet met dit onderdeel van de Voorjaarsnota voorshands akkoord te gaan, maar na de evaluatie en het gezamenlijke overleg met de Staten van Overijssel te besluiten of en hoe er met het budget voor de Rekenkamer dient omgegaan te worden. Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T (0570) F (0570) I E info@rekenkameroost.nl 141

142 Ingekomen stuk - PS AFW - Reactie Rekenkamer Oost-Nederland op... En uiteraard worden we daar ook graag zelf over gehoord, immers: we hebben inmiddels een ontwerpbegroting voor het komend jaar bij u neergelegd, met inachtneming van de structurele korting zoals door de Staten van Gelderland en Overijssel eind 2011 gezamenlijk is besloten. Hoogachtend, Namens het bestuur van Rekenkamer Oost-Nederland Piet van Dijk Voorzitter Cc: Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland Achter de Muren Zandpoort GE Deventer T (0570) F (0570) I E info@rekenkameroost.nl 142

143 Ingekomen stuk - PS afschrift klacht R. Barends over niet beantwoorden... Aan de Commissaris van de Koning De heer C.G.A. Cornielje Postbus GX ARNHEM CC: De Commissie AFW van Provinciale Staten Gelderland De gemeenteraad van Arnhem Partijbestuur Nieuw Leefbaar Arnhem via mr. Bosman te Arnhem Betreft: Klacht ex art. 9:1 Awb Onderwerp: Niet beantwoorden brief nieuw Leefbaar Gelderland Nijmegen, 10 juni 2013 Geachte Commissaris, Op 9 april 2013 stuurde ik u een brief namens nieuw Leefbaar Gelderland met als onderwerp Menselijke en sociale behandeling van politici? (bijlage 1). Ik moet tot mijn spijt constateren dat u deze brief nog niet beantwoord heeft. Ik voel mij gelet op het onderwerp genoodzaakt om hierover een klacht ex artikel 9:1 Awb in te dienen. Met vriendelijke groeten, nieuw Leefbaar Gelderland, Ramon Barends Bijlagen: 1. Nieuw Leefbaar Gelderland Postbus JB Arnhem KvK Arnhem

144 Ingekomen stuk - PS afschrift klacht R. Barends over niet beantwoorden... Aan de Commissaris der Koningin in Gelderland, de heer C.G.A. Cornielje persoonlijk afgegeven op het Huis der Provincie te Arnhem Onderwerp: Menselijke en sociale behandeling van politici? Geachte heer Cornielje, Arnhem, 9 april 2013 U heeft ongetwijfeld kennisgenomen van de in bewaring stelling van de fractievoorzitter van Nieuw Leefbaar Arnhem, de heer Martin van Meurs. Van Meurs wordt verdacht van het in zijn bezit hebben van kinderporno. Van Meurs heeft voor vergelijkbare feiten van november 2010 tot november 2011 ook in detentie gezeten. Onder verwijzing naar onze verklaring die ook aan de provincie is gezonden en volledigheidshalve nogmaals is bijgevoegd (bijlage 1) merk ik op het bezit en het verspreiden van kinderporno te verwerpen, maar op een menselijke manier met mensen om te willen gaan. Over dat laatste gaat deze brief. Zonder al te diep op Van Meurs en zijn persoonlijke omstandigheden in te willen gaan is ook vandaag tijdens en na de pro forma zitting in Zutphen helder geworden dat Van Meurs geen leven meer had in Schuytgraaf. Zelf heb ik een zelfde soort proces in de Arnhemse politiek waargenomen. Bij de hernieuwde deelname van Van Meurs aan de vergaderingen van de gemeenteraad in december 2011 was dit het meest voelbaar. Het kwam opnieuw tot uiting tijdens de raadsvergadering van 11 maart 2013 bij de mededelingen van de voorzitter van afwezigheid (zie bijlage 2). Mocht Van Meurs schuldig zijn aan het opnieuw in bezit hebben van kinderporno dan heeft hij politieke en maatschappelijke zelfmoord gepleegd. Gelukkig alleen politiek en maatschappelijk. In de media werd zeer recent ook bericht over de gepleegde zelfmoord van de afgezette Meerssense wethouder Jo Dejong. Deze werd afgezet omdat hij een tongzoen had gegeven aan een ambtenaar (bijlage 3). Wat ik met deze brief wil bereiken is dat de overheid, om te beginnen in Gelderland en haar gemeenten, na gaat denken over hoe we met elkaar omgaan in de politiek, als mensen, als sociaalvoelende wezens. We maken mensen kapot door op deze manier te handelen. In Limburg is het letterlijk gebeurd. Zoiets moeten we in Gelderland voorkomen. Ik doe een beroep op u als Commissaris van de Koningin en groot pleitbezorger van integer bestuur om hier voor aandacht te vragen bij de gemeenten en op de Dag van de Integriteit. Ik hoop op uw actie en zie uw reactie met belangstelling tegemoet. Met hartelijke groeten, namens nieuw Leefbaar Gelderland, Ramon Barends Nieuw Leefbaar Gelderland Postbus JB Arnhem 144

145 Ingekomen stuk - PS mededelingenbrief van gedeputeerde Traag t.b.v.... Bezoekadres Huis der Provincie Markt CG Arnhem Postadres Postbus GX Arnhem Aan de leden van de Commissie Mobiliteit, Innovatie en Economie telefoonnummer (026) telefaxnummer (026) adres post@gelderland.nl internetsite datum zaaknummer 6 juni onderwerp Mededelingenbrief Commissie Mobiliteit, Innovatie en Economie, mei 2013 Geachte heer/mevrouw, Hierbij sturen wij u de mededelingenbrief van mei In deze brief leest u meer over actuele ontwikkelingen op het gebied van innovatie, energietransitie en milieu. Innovatie Horizon 2020 Het Europese programma Horizon 2020 is de opvolger van met name het 7e Kader Programma en is gericht op het financieren van onderzoek ten behoeve van innovaties. Voor een periode van 2014 tot 2020 is daarvoor naar verwachting 60 tot 80 miljard euro voor de hele EU beschikbaar. Horizon 2020 biedt een aantal instrumenten, waaronder vooral de financiering van internationale onderzoeksprojecten. In het 7e kaderprogramma hebben de Gelderse kennisinstellingen (Radboud, WUR, Kema en MARIN) samen in ruim 650 projecten geparticipeerd en daarmee in ruime mate gebruik gemaakt van de middelen die beschikbaar waren. Relatief gezien was Gelderland door de inzet van de WUR, Radboud Universiteit en het UMCN een netto-ontvanger. Er kwam relatief meer geld uit dit programma naar Gelderland, dan we verhoudingsgewijs er via de bijdrage aan Europa aan hebben bijgedragen. Alleen blijkt dat de betrokkenheid van het Gelders mkb beperkt is gebleven. In het overgrote deel van de onderzoeksprojecten waarin de Gelderse kennisinstellingen participeerden, waren geen Gelderse mkb-bedrijven. Wel hebben 120 Gelderse mkb-bedrijven deelgenomen (zie voor het overzicht van bedrijven op de kaart ). Onze ambitie is het aandeel van het aantal mkb-bedrijven, dat deelneemt in Horizon 2020 projecten, te vergroten. Daartoe hebben we opdracht gegeven aan het adviesbureau PNO een programma te ontwikkelen, dat gericht is op de toeleiding van het Gelderse mkb naar Horizon Medio april heeft een eerste bijeenkomst plaats gevonden met de betrokken intermediaire organisaties, zoals de Regionale Centra voor Technologie (RCT), FoodValley, HealthValley, Oost NV, Kamer van Koophandel, Syntens, Agentschap NL het Ministerie van EZ en vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven en de Kennisinstellingen (WUR, Radboud Universiteit UMCN Radboud, HAN, Kema en NIZO). inlichtingen bij dhr. C.A. Beurmanjer telefoonnummer (026) adres post@gelderland.nl BNG 's-gravenhage, rekeningnummer Rabobank, rekeningnummer ING, rekeningnummer btw-nummer NL B03 IBAN-nummer NL74BNGH SWIFT/BIC: BNGHNL2G 145

146 Ingekomen stuk - PS mededelingenbrief van gedeputeerde Traag t.b.v.... Deze bijeenkomst heeft de brede conclusie opgeleverd dat ons initiatief wordt gewaardeerd en dat wordt erkend dat een extra inspanning nodig is van partijen om het mkb in Gelderland beter toe te leiden tot het Horizon 2020 programma. In de constatering dat de oplossing mogelijk zit in een intensievere samenwerking tussen de aanwezige partijen en dat alle partijen daartoe de bereidheid hebben uitgesproken, lijken er mogelijkheden te zijn een belangrijke stap voorwaarts te maken. Eind juni zal met dezelfde groep een concept plan van aanpak worden besproken. Overzicht provinciale innovatie instrumenten voor verschillende sectoren Naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld in de vergadering van de Commissie MIE van 10 april jl. bied ik u hierbij een overzicht aan van de beschikbare provinciale innovatie instrumenten voor bedrijven in Gelderland. Voor een volledig overzicht van alle financieringsmogelijkheden en ondersteunende organisaties verwijs ik graag naar de website Instrumenten: 1 e fase 2 e fase 3 e fase Sectoren: Vouchers (via RCT s Subsidie voor collectief Leningen (Gelderland v. Participatiekapitaal (IIG en Topfonds) en Valleys) onderzoek (via provincie) Innovaties) Food beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar Health beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar Maak beschikbaar beschikbaar beschikbaar EMT beschikbaar beschikbaar beschikbaar Creatief beschikbaar Logistiek beschikbaar Vrije tijd beschikbaar *) *) Voor de vrije tijdsector zijn er mogelijkheden om een lening te verstrekken nadat PPM Oost de subsidie heeft ontvangen, die als gevolg van het Statenbesluit van 24 april jl. door het college beschikbaar kan worden gesteld. Een voucher is een bedrag van maximaal ,- dat kan worden besteed door een HealthValley, FoodValley, KiEMT of één van de 7 RCT s ten behoeve van een haalbaarheidsonderzoek in opdracht van een bedrijf. Een subsidie voor collectief onderzoek kan door de provincie worden verstrekt voor een haalbaarheidsonderzoek tot maximaal 30% van de kosten en maximaal ,-. Voor vrije tijd is deze subsidie niet beschikbaar maar is er wel subsidie beschikbaar voor samenwerkingsprojecten tot een maximum van 7.500,- Daarbovenop is er per toeristische regio een subsidie mogelijk van eenmaal per jaar ,- voor samenwerkingsprojecten. Voor een nadere toelichting op de instrumenten en de beschrijving van de fasen van het innovatieproces verwijs ik graag naar de Statennotitie Instrumentarium 1 e en 2 e fase innovatieproces (PS ) van 2 oktober Er is veel animo voor de innovatievouchers, die de provincie Gelderland half februari beschikbaar heeft gesteld aan de stichting FoodValleyNL voor Gelderse agrifood bedrijven. Sinds de vouchers beschikbaar werden gesteld zijn eind april al 40 aanvragen binnengekomen en is de helft van het beschikbare bedrag ( euro) inmiddels ingezet. De innovatievouchers worden het meeste ingezet voor productontwikkeling, het inzetten van testen en begeleiding bij octrooien

147 Ingekomen stuk - PS mededelingenbrief van gedeputeerde Traag t.b.v.... Stand van Zaken Topfonds Gelderland (TG) Op 26 maart 2013 is aan uw staten een statennotitie aangeboden in het kader van een voorhangprocedure over de oprichting van het Topfonds Gelderland (PS ). Op verzoek van de SP is deze voorhangprocedure geagendeerd in uw commissievergadering van 10 april De behandeling in uw vergadering heeft niet geleid tot aanpassing van de statuten en beheerovereenkomst en deze zijn dan ook ongewijzigd vastgesteld. Na deze voorhangprocedure is nu aan het Ministerie van BZK formeel goedkeuring gevraagd voor de oprichting van Topfonds Gelderland BV; bij deze goedkeuring zal er o.a. samen met het Ministerie van Financiën gekeken worden naar de Topfonds Gelderland-constructie in relatie tot de wet Hof. De verwachting is nog steeds dat de Topfonds Gelderland BV - volgens planning - in dit kwartaal zal worden opgericht. Voor de raad van commissarissen (RvC) van TG BV worden de volgende personen door het college voorgedragen: drs. H.A. (Huub) Doek (Lid RvC Oost NV, ex lid Eerste Kamer); drs. Joep H.M. Pluymen (ex directievoorzitter Organon BioSciences/Organon en MSD Oss) en mw. mr. drs. Wendy E.M. de Jong (partner bij Governance University & Advisory, ex ABN AMRO en ex Alpinvest). Dhr. Pluymen wordt tevens voorgedragen als voorzitter van de RvC. Traploophulp goed voor de mobiliteit en voor de werkgelegenheid Het programma MooibedachtGld van de provincie Gelderland stelt zich ten doel, om de burgers van Gelderland bij innovaties te betrekken. In 2012 is het publiek uitgedaagd een eenvoudige traploophulp te bedenken. De traploophulp is bestemd voor mensen die problemen hebben met het zelfstandig beklimmen van een trap. Er zijn 25 ideeën binnengekomen, waarvan door een panel van deskundigen het zgn. Cleversysteem als beste is beoordeeld. Het Cleversysteem bestaat uit 4 onderdelen, waaronder een leuning langs de trap en een hierover glijdend handvat, dat steun biedt bij het traplopen. Voorwaarde bij de verkiezing van het beste idee was, dat de ideeën vrij beschikbaar zijn. Elk bedrijf is vrij om een van de ideeën op te pakken en te ontwikkelen. De Stichting Dwarswerk te Zutphen gaat de traploophulp ontwikkelen en op de markt brengen. Bij de productie wordt de Sociale Werkvoorziening ingeschakeld. Zo worden ook mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt bij innovaties in het MKB betrokken. Het Prioritair Programma Topsectoren en Innovatie van de provincie Gelderland subsidieert dit project met een bedrag van ,-. Energietransitie Gelderse duurzame scholenmarkt in het provinciehuis De provincie wil vanuit haar energieambities ook scholen ondersteunen waar het gaat om energiebesparing en opwekking. Voor het onderwijs is het lastig om vanuit de diversiteit van aanbod en initiatieven de juiste keuzes te kunnen maken. Ze zien vaak door de bomen het bos niet meer terwijl er wel degelijk de wil is om met energiemaatregelen aan de gang te gaan

148 Ingekomen stuk - PS mededelingenbrief van gedeputeerde Traag t.b.v.... Daarom organiseert de provincie op 26 september a.s. een Duurzame scholenmarkt voor de gemeenten en het Gelderse onderwijs. Wat is er mogelijk, waar moet je het zoeken en hoe kom je als school tot professioneel opdrachtgeverschap, zijn enkele van de vragen die middels werkateliers aan de orde zullen komen. Provincie maakt werk van energiebesparing bij Gelderse landgoederen en kastelen Op landgoederen en buitenplaatsen zijn concrete kansen voor energiebesparing en opwekking. De wil is er ook, zeker waar het gaat om reële en noodzakelijke kostenbesparingen. Toch zijn daarnaast een wegwijzers nodig. Om de landgoederen verder op weg te helpen, vond afgelopen 16 april de netwerkbijeenkomst Monumentale energietransitie plaats in kasteel Middachten. Aan de hand van werkateliers werd met de deelnemende kasteeleigenaren verder ingegaan op de do s en donts rondom deze thema s. Gedeputeerde mevrouw Traag gaf aan dat de provincie verdere ondersteuning biedt met: Een lerende netwerkbijeenkomst in het najaar De begeleiding van 2 concrete business classes rondom besparing en opwekking De organisatie van 3 masterclasses voor de landgoedeigenaren Waar mogelijk verdere financiële ondersteuning De ontwikkeling van concrete routekaarten (proces en inhoud) voor besparing en opwekking Beide bovengenoemde activiteiten maken deel uit van het provinciaal Kennisprogramma Duurzame Ontwikkeling en het Prioritair programma Energietransitie. Voortgang isolatieregeling woningen Bij de commissiebehandeling van de Statenbrief Energiebesparing huishoudens in oktober jl. is het feit dat niet alle gemeenten deelnemen aan de Gelderse subsidieregeling voor de isolatie van particuliere woningen ter sprake gekomen. Vanuit het College is u toegezegd met de niet deelnemende gemeenten nogmaals in contact te zullen treden met als doel om hen over te halen alsnog met de subsidieregeling aan de slag te gaan. Tot onze spijt is dit niet gelukt. Dit betekent dat bewoners van de gemeenten Duiven, Apeldoorn en Wageningen geen beroep op de regeling kunnen doen. De gemeente Wageningen heeft in de beginfase wel deelgenomen aan de pilot welke aan de huidige regeling voorafging. Wageningen en Apeldoorn hebben overigens een eigen programma om de bestaande woningvoorraad op een hoger energetisch niveau te brengen

149 Ingekomen stuk - PS mededelingenbrief van gedeputeerde Traag t.b.v.... Overigens hebben de overige 53 gemeenten voldoende financiële middelen ontvangen van de Provincie om de Gelderse isolatieregeling een succes te maken en dit jaar Gelderse woningen beter te isoleren. Milieu Geen mededelingen ontvangen Hoogachtend, namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, mw. dr. J.M.E. Traag gedeputeerde voor Klimaat en Energie 5 149

Deze missie is succesvol verlopen, zoals is gebleken uit de enquête die we hebben uitgezet bij de deelnemers (zie hierna).

Deze missie is succesvol verlopen, zoals is gebleken uit de enquête die we hebben uitgezet bij de deelnemers (zie hierna). Verslag Chinamissie maart 2013 INLEIDING Op 30 september 2011 is door een meerderheid van Provinciale Staten een motie aangenomen die voortzetting van de Chinamissies gedurende deze statenperiode mogelijk

Nadere informatie

Onderwerp: Beter Benutten Vervolg regio Stedendriehoek en Stadsregio Arnhem-Nijmegen

Onderwerp: Beter Benutten Vervolg regio Stedendriehoek en Stadsregio Arnhem-Nijmegen STATENBRIEF Onderwerp: Beter Benutten Vervolg regio Stedendriehoek en Stadsregio Arnhem-Nijmegen Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te

Nadere informatie

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 STATENBRIEF Onderwerp: Rondvraag over windenergie in Zaltbommel en Apeldoorn Portefeuillehouder: J.J. van Dijk Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 Doel

Nadere informatie

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting Opdrachtgever: Bouwend Nederland Rotterdam, april 2013 Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting

Nadere informatie

Verslag. : VERSLAG CHINA MISSIE MEI 2009.doc INLEIDING

Verslag. : VERSLAG CHINA MISSIE MEI 2009.doc INLEIDING Verslag Aan : college van GS Afschrift aan : college van GS Overijssel, colleges van B. en W. Apeldoorn, Arnhem, Enschede, Wageningen en deelnemers economische missie naar China in mei 2009 Van : P. de

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Statuten Fonds Gelderse Cultuurleningen Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies griffie) Behandelwijze Overlegpunten/ beslispunten Context Versnellingsgelden bodemsanering, subsidieaanvraag gemeente Apeldoorn PS2011-646

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Gebiedsopgave Veluwe: VeluweAgenda 1.0 en Uitvoeringsprogramma Veluwe 2017 Portefeuillehouder: Bea Schouten Kerntaak/plandoel: duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer Doel

Nadere informatie

INLEIDING Dit jaar vond de bestuurlijke missie naar China plaats in april, onder leiding van gedeputeerde Bieze.

INLEIDING Dit jaar vond de bestuurlijke missie naar China plaats in april, onder leiding van gedeputeerde Bieze. Bijlage bij Statenbrief - zaaknummer 2014-011601 INLEIDING Dit jaar vond de bestuurlijke missie naar China plaats in april, onder leiding van gedeputeerde Bieze. De provincies Shandong, Hubei en Fujian,

Nadere informatie

Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: uitbrengen gemotiveerd advies aan het Commissariaat voor de Media over de aanvraag van Omroep Gelderland inzake artikel 2.62, tweede lid van de Mediawet 2008 en een bereidverklaring

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies griffie) Behandelwijze Overlegpunten/ beslispunten Context Agendaverzoek GS: Gelders Provinciaal Ambitie Statement leren voor Duurzame

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling inpassingsplan Aansluiting de Teuge en herbestemming bij de Baankstraat

Onderwerp: Vaststelling inpassingsplan Aansluiting de Teuge en herbestemming bij de Baankstraat STATENBRIEF Onderwerp: Vaststelling inpassingsplan Aansluiting de Teuge en herbestemming bij de Baankstraat Portefeuillehouder: Conny Bieze-Van Eck Kerntaak/plandoel: Kerntaak 4 - Regionale bereikbaarheid

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Statenbrief vaststelling inpassingsplan N345 Rondweg De Hoven/Zutphen Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten

Nadere informatie

Silfhout vandalhuisen, Willemijn

Silfhout vandalhuisen, Willemijn Silfhout vandalhuisen, Willemijn Van: Silfhout vandalhuisen, Willemijn Verzonden: maandag 13 juni 16:13 Aan: Silfhout vandalhuisen, Willemijn Onderwerp: Maandagmail commissie ABF 15 juni Maandagmail commissie

Nadere informatie

Agenda van de openbare Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn van 23 januari 2013

Agenda van de openbare Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn van 23 januari 2013 Agenda van de openbare Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn van 23 januari 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Commissie Algemeen Bestuur, Financiën en Welzijn

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Verordening POP3-subsidies provincie Gelderland Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit

Nadere informatie

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012 Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Provinciale Staten Datum: woensdag 14 november 2012 Aanvang: 10:00 uur (de vergadering

Nadere informatie

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) 2 Aanleiding. Planning Luchtvaart. Christianne van der Wal

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) 2 Aanleiding. Planning Luchtvaart. Christianne van der Wal Statenbrief Onderwerp Planning Luchtvaart Inlichtingen S. Balhuizen 8496 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder Christianne van der Wal Kerntaak en plandoel - Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en

Nadere informatie

Kengetallen voor kosten overheidstransacties

Kengetallen voor kosten overheidstransacties Kengetallen voor kosten overheidstransacties Een toets op de Deense kengetallen voor bruikbaarheid in de Nederlandse situatie Samenvatting Opdrachtgever: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Nadere informatie

Over de voorliggende planningslijst kan verder nog het volgende worden opgemerkt:

Over de voorliggende planningslijst kan verder nog het volgende worden opgemerkt: MEMO Aan: presidium Van: griffie Betreft: planningslijst PS-stukken Datum: 16 november 2015 1. Planningslijst Voor u ligt de meest recente planningslijst. In de lijst is de planning van stukken die vragen

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Reconstructie knooppunt Hoevelaken, voorstel financiering Gelderse wensen PS2013-191 Agendering (advies Griffie) Commissie MIE 6 maart 2013 Provinciale

Nadere informatie

Ja, zonder beperkingen Innovatieve en excellente stad. DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten 13-08-2013

Ja, zonder beperkingen Innovatieve en excellente stad. DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten 13-08-2013 zaak_id bericht_nummer Collegevoorstel RUIMTE EN ECONOMIE Reg.nr. B&W d.d. 13-08-2013 Openbaar Programma Ja, zonder beperkingen Innovatieve en excellente stad DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Fonds Gelderse Vrijetijdseconomie uitwerking inzet revolverende middelen vrijetijdseconomie Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale

Nadere informatie

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel Programma Mobiliteit BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Bij de behandeling van de Zomernota

Nadere informatie

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Stand van zaken Europese programma's EFRO, POP en INTERREG Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: te besluiten conform

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: OV-verbinding Arnhem-Apeldoorn Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit Over

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 193184 Datum : 17 november 2015 Programma : Woon en leefomgeving Blad : 1 van 5 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V.

Nadere informatie

Onderwerp: Bestuurlijke reactie op de aanbevelingen van de rekenkamer uit het rapport voor het provinciaal arbeidmarktbeleid

Onderwerp: Bestuurlijke reactie op de aanbevelingen van de rekenkamer uit het rapport voor het provinciaal arbeidmarktbeleid STATENBRIEF Onderwerp: Bestuurlijke reactie op de aanbevelingen van de rekenkamer uit het rapport voor het provinciaal arbeidmarktbeleid Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt

Nadere informatie

p e r s b e r i c h t

p e r s b e r i c h t p e r s b e r i c h t e-mail: website: statengriffie@provinciegroningen.nl www.provinciegroningen.nl PS-besluitenlijst, nr. 134 Groningen, 2 juni 2016 Besluitenlijst Provinciale Staten 1 juni 2016 Woensdag

Nadere informatie

Kansen voor topsector HTSM:

Kansen voor topsector HTSM: Kansen voor topsector HTSM: Nederlands-Aziatische samenwerking in high-tech clusters Sound analysis, inspiring ideas Nederlands-Aziatische samenwerking biedt kansen voor topsector HTSM Het Nederlandse

Nadere informatie

Statenvoorstel PS 04/06 A

Statenvoorstel PS 04/06 A Statenvoorstel PS 04/06 A Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 20 januari 2006 Statencommissie : Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid, 16 december 2005 Onderwerp Evaluatieonderzoek

Nadere informatie

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 6 juni 2017 zaaknr

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 6 juni 2017 zaaknr Antwoord op Statenvragen PS2017-280 Arnhem, 6 juni 2017 zaaknr. 2017-007212 De leden van Provinciale Staten Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid Janneke Slingerland (ChristenUnie) (PS2017-280)

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten verzoeken Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

Gedeputeerde Staten verzoeken Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) Statenbrief Onderwerp Eerbeek-Loenen 2030: Vervolgaanpak N786, Zienswijzennota Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Inlichtingen Irma Bijker 026 359 86 92 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Aanvullende afspraken Overeenkomst Enka-pluim Ede Portefeuillehouder: Bea Schouten Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat/leefomgeving Doel van deze brief: Het college van

Nadere informatie

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg Startnotitie Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg 1 Aanleiding voor het onderzoek In de jaarrekening en het jaarverslag leggen Gedeputeerde Staten jaarlijks verantwoording

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Treinverbinding Tiel-Arnhem Portefeuillehouder: Bieze Kerntaak/plandoel: Kerntaak; regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Plandoel 1: In stand houden en verbeteren

Nadere informatie

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 2 juli 2013 zaaknr

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 2 juli 2013 zaaknr op Statenvragen PS2013-588 Arnhem, 2 juli 2013 zaaknr. 2013-009481 Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid M. Schriks ( VVD ) over subsidieverzoek Masterplan mode en vormgeving De leden van

Nadere informatie

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Provinciale Staten AGENDAVERZOEK Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies Griffie) Overleg-/ beslispunten Context Agendaverzoek VVD: Principeverzoek van Raedthuys Windenergie B.V. voor het opstellen van

Nadere informatie

10 september 2018 Documentnummer: , MoB Nummer 39/2018 Dossiernummer : K3875

10 september 2018 Documentnummer: , MoB Nummer 39/2018 Dossiernummer : K3875 v o o r d r a c h t 10 september 2018 Documentnummer: 2018-042.500, MoB Nummer 39/2018 Dossiernummer : K3875 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de deelname aan

Nadere informatie

Antwoord op vragen concretisering Duitse plannen Economic Board

Antwoord op vragen concretisering Duitse plannen Economic Board Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Antwoord op vragen concretisering Duitse plannen Economic Board Programma Economie & Werk Portefeuillehouder H.M.F. Bruls / H. Tiemens Samenvatting Op 16 februari jl.

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Overijssel Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr.

Nadere informatie

2013-582. Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013

2013-582. Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013 2013-582 Gebiedsvisie windenergie Drenthe Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013 Behandeld door de heer W Huizing / de heer E. Diekema, telefoonnummer (0592) 36 58 07, e-mail w.huizing@drenthe.nl

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD Ministerie van Binnenlandse Zaken en > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Turfmark 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Griffiersnummer: Onderwerp: Vaststelling herindelingsontwerp Datum B&W-vergadering: 17 juli 2012 Datum raadsvergadering: 30 juli 2012 Datum politieke avond: 11 juli 2012 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Statenvoorstel. Vaststellen Subsidieplafond 2019 Regionale Netwerken voor Innovatie Zuid-Holland

Statenvoorstel. Vaststellen Subsidieplafond 2019 Regionale Netwerken voor Innovatie Zuid-Holland Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 15 januari 2019 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Documentnummer: PZH-2018-674462616 Onderwerp Vaststellen Subsidieplafond 2019 Regionale

Nadere informatie

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 9 juni 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00466 Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland 2015-2020 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: LEADER

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Beschikbaarstelling middelen 2013 aan Stichting Theatergroep Kwatta Agendaverzoek van GS voor de Statenvergadering van 20 maart 2013 PS2013-296 Agendering

Nadere informatie

66,95 van de aanvraag 18 jaar of ouder is

66,95 van de aanvraag 18 jaar of ouder is Raadsvoorstel Inleiding De vaststelling van de tarieven vindt normaliter gelijktijdig plaats met de vaststelling van de begroting. Voor wat betreft de legesverordening 2015 was dit niet mogelijk omdat

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Begroting 2014 Fonds nazorg stortplaatsen Gelderland Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Eindverslag EFRO-programma GO 2007-2013 Portefeuillehouder: M. Scheffer Kerntaak/plandoel: Economie Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale

Nadere informatie

Onderwerp: Reactie GS op rapport Rekenkamer Oost Nederland "Provinciale aanpak van grondverwerving in Gelderland"

Onderwerp: Reactie GS op rapport Rekenkamer Oost Nederland Provinciale aanpak van grondverwerving in Gelderland STATENBRIEF Onderwerp: op rapport Rekenkamer Oost Nederland "Provinciale aanpak van grondverwerving in Gelderland" Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Datum Zie verzenddatum linksonder Aan Provinciale Staten Ons kenmerk Bijlagen

Nadere informatie

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties C2.ľ3b bö Provincie Noord-Brabant Gedeputeerde Staten Postbus 90151 5200 MC Den Bosch Ingekomen -6 DEC 2016 Provincie Nnnrd-Brabanţ 4120019 DIV.STAN

Nadere informatie

Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Beleidskader Economie: Werken aan de economie van de toekomst: Circulair, Innovatief en Internationaal Portefeuillehouder: Gedeputeerde Scheffer, coördinerend gedeputeerde Economie

Nadere informatie

provincie GELDERLAND ï 5 DEC 2017 INGEKOMEN Gemeente Beuningen T.a.v. de raad Postbus AA BEUNINGEN GLD z"* IN

provincie GELDERLAND ï 5 DEC 2017 INGEKOMEN Gemeente Beuningen T.a.v. de raad Postbus AA BEUNINGEN GLD z* IN provincie Bezoekadres Postadres Markt 11 Postbus 9090 6811 CG Arnhem 6800 GX Arnhem Gemeente Beuningen T.a.v. de raad Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GLD telefoonnummer (026) 359 91 11 e-mailadres post@gelderland.nl

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Documentnummer: B.18.1594 *B.18.1594* Landgraaf, 11 september 2018 ONDERWERP: Ontwerp verklaring van geen bedenkingen voor een zonnepark in Abdissenbosch

Nadere informatie

Nummer verontreiniging 6711 JC EDE GE

Nummer verontreiniging 6711 JC EDE GE Besluit Vaststellen ernst en spoedeisendheid Onderwerp Wet bodembescherming GERECTIFICEERD EXEMPLAAR Gemeente Ede T.a.v. de heer V. Waterreus Postbus 9022 6710 HK EDE Inlichtingen bij Tonny Eidhof post@gelderland.nl

Nadere informatie

Behandelend ambtenaar: W. Ubachs Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Murk, PJCM digitaal

Behandelend ambtenaar: W. Ubachs Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Murk, PJCM digitaal GS-Voorstel Besluitnummer PZH-2016-572054872 (DOS-2012-0006876) Contact M.F. van de Graaf 070-441 61 81 mf.vande.graaf@pzh.nl Behandelend ambtenaar: W. Ubachs Akkoord Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende:

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 - PS2008MME13-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 6 mei 2008 Nummer PS : PS2008MME13 Afdeling : ECV Commissie : MME Registratienummer : 2008int221948 Portefeuillehouder : Ekkers Titel

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 5 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2008-020946 - gemeente Epe Activiteit : Wijzigen besluit

Nadere informatie

Onderwerp: Oprichten stichting Bevordering kwaliteit omgeving Schipholregio

Onderwerp: Oprichten stichting Bevordering kwaliteit omgeving Schipholregio Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 70 Haarlem, 14 augustus 2007 Onderwerp: Oprichten stichting Bevordering kwaliteit omgeving Schipholregio Bijlagen: - Ontwerpbesluit - Convenant Omgevingskwaliteit

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD VOORBLAD Onderwerp Aanwijzen accountant voor de verslagjaren 2013-2016 SIS-nummer Agendering (advies Griffie) PS2013-99 Commissie AFW 6 februari 2013 Provinciale Staten 13 februari 2013 Behandelwijze x

Nadere informatie

Antwoord op Statenvragen PS2014-183 Arnhem, 25 maart 2014 zaaknr. 2014-003656

Antwoord op Statenvragen PS2014-183 Arnhem, 25 maart 2014 zaaknr. 2014-003656 Antwoord op Statenvragen PS2014-183 Arnhem, 25 maart 2014 zaaknr. 2014-003656 Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid M.H.M. Faber-van de Klashorst (PVV) over nevenfuncties en gebruik dienstauto

Nadere informatie

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties R. Anderson Contactpersoon Uw kenmerk Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden 2016-0000754155 Kenmerk www.facebook.com/minbzk Provincie Fryslâ www.rijksoverheid.ni Provinciale Staten www.twitter.com/minbzk programmabegroting.

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Afdoening verzoeken veelschrijvers PS2012-755 Agendering (advies Griffie) Commissie AFW 24 oktober 2012 Provinciale Staten 7 november 2012 Behandelwijze

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland,

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland, gemeente Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Uw brief van Onderwerp resultaten Stuurgroep Standpuntbepaling Provinciale Herindeling Uw kenmerk Bijlagen 1 Ons

Nadere informatie

CONCEPTVERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGING IPO OP 29 SEPTEMBER 2015

CONCEPTVERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGING IPO OP 29 SEPTEMBER 2015 CONCEPTVERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGING IPO OP 29 SEPTEMBER 2015 aanvang vergadering : 18.00 uur einde vergadering : 19.00 uur plaats : Zaal Beaune, Crowne Plaza

Nadere informatie

Aan Provinciale Staten

Aan Provinciale Staten www.prv-overijssel.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 85 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum PS/2003/872 d.d.

Nadere informatie

atum: 24 augustus 2007 Nummer raadsnotav 007073 nderwerp: Planschadeverzoeken met betrekking tot plaatsing GSM-mast in Dorst

atum: 24 augustus 2007 Nummer raadsnotav 007073 nderwerp: Planschadeverzoeken met betrekking tot plaatsing GSM-mast in Dorst WW w gemeente QoSterhOUt NOTA VOOR DE RAAD atum: 24 augustus 2007 Nummer raadsnotav 007073 nderwerp: Planschadeverzoeken met betrekking tot plaatsing GSM-mast in Dorst Portefeuillehouder: de Boer Bijlagen:

Nadere informatie

Onderwerp Start Arhi-procedure en aankondiging open overleg met gemeenten Landgraaf, Heerlen, Brunssum, Kerkrade, Simpelveld en Voerendaal

Onderwerp Start Arhi-procedure en aankondiging open overleg met gemeenten Landgraaf, Heerlen, Brunssum, Kerkrade, Simpelveld en Voerendaal Bijlage 9 Provinciale Staten van Limburg Cluster STR Behandeld H.J.P.G. van Elmpt Ons kenmerk 2017/6098 Telefoon +31 43 389 99 64 Uw kenmerk - Maastricht 24 januari 2017 Bijlage(n) 1 Verzonden 24 januari

Nadere informatie

Ontwikkelingen Museum het Valkhof

Ontwikkelingen Museum het Valkhof Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Ontwikkelingen Museum het Valkhof Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Sinds november 2016 verkeert

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Vragen ex art 46 RvO D66-Ambities DEP 1- Notagegevens Notanummer 2019-000249 Datum 30-01-2019 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder

Nadere informatie

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder( s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam : 2e wijziging Gemeenschappelijke Regeling

Nadere informatie

Besluitenlijst Provinciale Staten

Besluitenlijst Provinciale Staten Besluitenlijst Provinciale Staten Datum: 16 december 2016 Tijd: 9:35 16.40 uur Locatie: Statenzaal Voorzitter: Dhr. Han Polman Nummer: 16020826 1. Opening om 9.35 uur. Het lid Van Tilborg (SP) is verhinderd.

Nadere informatie

Aanbiedingsbrief. Aan de raad.

Aanbiedingsbrief. Aan de raad. Sector: Stad Kerkrade, 16 juni 2008 Aanbiedingsbrief Aan de raad. Nr. 08it00246. Hierbij bieden wij u ter overweging en beslissing een ontwerpbesluit, nr. 08Rb025 inzake het beschikbaar stellen van de

Nadere informatie

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel 15-1. Reg. nr.: 1410086 Afdeling: Ruimtelijke Ontwikkeling

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel 15-1. Reg. nr.: 1410086 Afdeling: Ruimtelijke Ontwikkeling 15-1 Collegevoorstel Afdeling: Ruimtelijke Ontwikkeling Onderwerp Ontwerpbestemmmingsplan Breukelsestraat 93-95 Samenvatting Ontvangen is een ontwerp voor het bestemmingsplan, waarin de vigerende bestemming

Nadere informatie

PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld)

PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld) PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld) Effecten op winkelgebieden in omgeving Opdrachtgever: Wyckerveste Adviseurs BV. Rotterdam, 4 november 2010 Over Ecorys Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren

Nadere informatie

GEMEENTE. i^oqyy^)('< ^'^ Ons kenmerk Q310/10.0032858

GEMEENTE. i^oqyy^)('< ^'^ Ons kenmerk Q310/10.0032858 Gemeenteraad van Nijmegen GEMEENTE Ijmegen Aan de gemeenteraad van Nijmegen 6 i^oqyy^)('< ^'^ Gemeenteraad Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 30 Telefax (024) 323 59 92 E-mail Postadres

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel

Provinciale Staten van Overijssel www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 02 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum EMT/2005/1830

Nadere informatie

: Inzet middelen Stimuleringsfonds t.b.v. Science Park. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 2.

: Inzet middelen Stimuleringsfonds t.b.v. Science Park. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 2. S T A T E N V O O R S T E L Datum : 31 oktober 2006 Nummer PS : PS2006IME05 Dienst/sector : MEC/ERT Commissie : IME Registratienummer : 2006MEC002172i Portefeuillehouder: Dr. G. Mik Titel : Inzet middelen

Nadere informatie

Overzicht ingekomen stukken en behandeladviezen

Overzicht ingekomen stukken en behandeladviezen Overzicht ingekomen stukken en behandeladviezen Periode: 29 oktober 2014-11 november 2014 Nr. Onderwerp Behandeladvies Toelichting 001 Overzicht ingekomen stukken en behandeladviezen 002 Statenmededeling

Nadere informatie

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls;

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls; Vergadering d.d. Besluit nr. PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls; Gelet op

Nadere informatie

24 september september 2018

24 september september 2018 Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 24 september 2018 10 10 september 2018 wethouder A.G.J. Bosch Zaaknummer 7184-2018

Nadere informatie

: Stimuleringsprogramma de Samenhang op Scherp (SOS) Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

: Stimuleringsprogramma de Samenhang op Scherp (SOS) Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5 S T A T E N V O O R S T E L Datum : 14 december 2004 Nummer PS : PS2005ZCW01 Dienst/sector : MEC / DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2004MEC002581i Portefeuillehouder : Kamp Titel : Stimuleringsprogramma

Nadere informatie

B en W Adviesnota ADVIES. Raadsmotie inzake extra politieagenten

B en W Adviesnota ADVIES. Raadsmotie inzake extra politieagenten B en W Adviesnota Onderwerp Raadsmotie inzake extra politieagenten Zaaknummer Teammanager Ernst-Jan Meerbeek B & W datum 9 juli 2018 Afdeling/Team Stad Dorpen en Wijken/Maatschappelijke ontwikkeling Naam

Nadere informatie

Raadsvergadering, 2 februari 2010. Voorstel aan de Raad. Onderwerp: Economisch Actie Programma

Raadsvergadering, 2 februari 2010. Voorstel aan de Raad. Onderwerp: Economisch Actie Programma Raadsvergadering, 2 februari 2010 Voorstel aan de Raad Onderwerp: Economisch Actie Programma Nr.: 369 Agendapunt: Voorbespreking & 15 Datum: 19 januari 2010 Onderdeel raadsprogramma: Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Nr. 2012/193 28 november 2012 ISSN: 0920-069X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Nr. 2012/193 28 november 2012 ISSN: 0920-069X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Provinciaal Blad Nr. 2012/193 28 november 2012 ISSN: 0920-069X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Wijziging regels subsidieverstrekking Leefbaarheid en gemeenschapsvoorzieningen

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies griffie) Behandelwijze Overlegpunten/ beslispunten Context Versnellingsgelden bodemsanering, subsidieaanvragen van de gemeenten Aalten,

Nadere informatie

Combinatie van voorgaande redenen, te weten actie vanuit eerder besluit en externe wet- en regelgeving.

Combinatie van voorgaande redenen, te weten actie vanuit eerder besluit en externe wet- en regelgeving. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 11G200528 418777 / 418777 ONDERWERP P. Neuteboom BP Br Vaststellen Bestemmingsplan en Beeldkwaliteitplan Expo Business parc

Nadere informatie

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe 2003-55 Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe Voorgestelde behandeling: - provinciale staten op 23 april 2003 - fatale beslisdatum: n.v.t. Voorgestelde status: B-stuk Behandeld

Nadere informatie

Wij verzoeken uw Staten kennis te nemen van de Monitor Wind op Land 2017.

Wij verzoeken uw Staten kennis te nemen van de Monitor Wind op Land 2017. Statenbrief Datum Onderwerp Monitor Wind op Land 2017 Inlichtingen Ivo van Es 026 359 9085 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder Peter Drenth Kerntaak en plandoel Milieu, Energie en Klimaat Energieneutraal

Nadere informatie

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Kostenverhaal Windpark De Groene Delta. Josan Meijers

Statenbrief. 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Kostenverhaal Windpark De Groene Delta. Josan Meijers Statenbrief Datum Onderwerp Kostenverhaal Windpark De Groene Delta Inlichtingen Patricia van Eijndthoven 026 359 88 00 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder Josan Meijers Kerntaak en plandoel -

Nadere informatie

Ontbinding Brabantse Poort Nijmegen B.V.

Ontbinding Brabantse Poort Nijmegen B.V. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Ontbinding Brabantse Poort Nijmegen B.V. Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Sinds oktober 1991 maakt de gemeente Nijmegen deel

Nadere informatie

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies: Raad Onderwerp: V200900446 aanvraag van verklaring van geen bezwaar voor het verlenen van een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO voor een gasopslag annex bedrijfsverzamelcomplex aan de Bosscheweg 67

Nadere informatie

Convenant gezamenlijk werken aan de stedelijke ontwikkeling van Heerlen

Convenant gezamenlijk werken aan de stedelijke ontwikkeling van Heerlen Convenant gezamenlijk werken aan de stedelijke ontwikkeling van Heerlen In het provinciale coalitieakkoord 2015-2019 is aangegeven dat de provincie de economische en sociale structuur binnen de provincie

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden 1. Preambule Het bestuur van de stichting confessioneel onderwijs Leiden en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, GMR, van

Nadere informatie