INLEIDING 2 AUTONOMIE VAN DE VLAAMSE PUBLIEKE ORGANISATIES 4 STURING & CONTROLE VAN DE VLAAMSE PUBLIEKE ORGANISATIES 9

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INLEIDING 2 AUTONOMIE VAN DE VLAAMSE PUBLIEKE ORGANISATIES 4 STURING & CONTROLE VAN DE VLAAMSE PUBLIEKE ORGANISATIES 9"

Transcriptie

1 INLEIDING 2 AUTONOMIE VAN DE VLAAMSE PUBLIEKE ORGANISATIES 4 AUTONOMIE: EEN CONCEPT MET VEEL DIMENSIES 4 FORMEEL - LEGALE AUTONOMIE VERSUS FEITELIJKE AUTONOMIE 6 SPANNINGEN TUSSEN SOORTEN AUTONOMIE 7 STURING & CONTROLE VAN DE VLAAMSE PUBLIEKE ORGANISATIES 9 STURING & CONTROLE VAN VLAAMSE PUBLIEKE ORGANISATIES 9 CONTROLE DOOR PRINCIPALEN? 10 PATRONEN VAN STURING & CONTROLE 10 INNOVATIEF KARAKTER VAN OVERHEIDSORGANISATIES: CASE VLAANDEREN 12 DETERMINANTEN VAN INNOVATIEF GEDRAG DOOR PUBLIEKE ORGANISATIES 12 INNOVATIEF GEDRAG, LEGITIMITEIT EN SMART PRACTICE 13 BESLUIT 15 BIJLAGEN 18 BIJLAGE 1 18 BIJLAGE 2 21 BIJLAGE 3 22 Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 1

2 Inleiding Door middel van dit tussentijds compilatierapport willen we enkele onderzoeksresultaten voorstellen. Het betreft onderzoeksresultaten van het project Verzelfstandiging binnen het spoor Bestuurlijke Relaties van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen. De bevindingen die hier voorliggen werden eerder al voorgesteld op internationale congressen en (werden of worden) gepubliceerd in internationale vaktijdschriften en boeken. Dit gegeven draagt bij aan de validiteit van de onderzoeksresultaten, gegeven de review-procedure die aan een congresbijdrage of publicatie voorafgaat. Wegens redenen van toegankelijkheid proberen we met dit rapport enkel de conclusies van ons onderzoek weer te geven. We staan hier niet stil bij de methodologie en aanpak van het gevoerde onderzoek. Deze staan echter wel uitgebreid beschreven in de publicaties die aan de basis van dit rapport liggen. Geïnteresseerden kunnen zich via deze (Engelstalige) publicaties verder verdiepen in de materie. Per hoofdstuk van dit rapport worden de referenties meegegeven. De betreffende artikels en papers kunnen ook via het secretariaat van het SBOV 1 verkregen worden: Het voorliggende rapport bestaat uit drie delen. In de eerste plaats wordt de autonomie van de Vlaamse publieke organisaties belicht. Ten tweede werpen we een licht op de sturing en controle van deze organisaties. Tenslotte bekijken we het innovatieve karakter van de Vlaamse publieke organisaties. De onderzoeksgegevens waarop we ons baseren komen uit een survey die werd gevoerd bij de Vlaamse publieke organisaties en deels uit case study onderzoek (naar aanleiding van doctoraatsonderzoek van Koen Verhoest). De survey werd in afgenomen bij verzelfstandigde organisaties van de Vlaamse overheid en bij organisaties die in het kader van Beter Bestuurlijk Beleid verzelfstandigd 1 Annelies Vanparijs, sbov@soc.kuleuven.ac.be, (016) Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 2

3 zullen worden 2. In die zin hebben de hier voorgestelde onderzoeksresultaten betrekking op de situatie voor BBB. Als we het in voorliggend rapport hebben over publiekrechtelijke EVA s, dan hebben we het hier niet over de organisaties die in het kader van BBB werden of worden opgericht, maar over de VOI s type B en sui generis (de situatie voor BBB dus). Het zelfde geldt voor bijvoorbeeld IVA s zonder rechtspersoonlijkheid, waarmee we hier de DAB s of de begrotingsfondsen zonder rechtspersoonlijkheid bedoelen, en niet de toekomstige BBB-categorie van agentschappen. Zoals hogerop al gezegd werd verwijzen we voor de onderzoeksstrategie en gevolgde methode naar onze andere publicaties. Hier ligt de focus vooral op de bevindingen van het onderzoek. Het belang van deze drie invalshoeken kan niet genoeg benadrukt worden. Ten eerste belichten de concepten autonomie en sturing & controle de twee wezenskenmerken van verzelfstandiging. Immers, bij verzelfstandigde overheidsorganisaties wordt de autonomie uitgebreid, en dit wordt gecompenseerd via resultaatsgerichte sturing en controle van de betreffende organisaties door de principalen (administratieve en politieke overheden). Het is dus belangrijk (en niet in het minst in het licht van de verzelfstandigingsoperatie die BBB is) om klaarheid te scheppen over deze toch wel catch-all concepten. Ten tweede dient verzelfstandiging, net als eender welke hervormingsoperatie in de publieke sector slechts één algemeen doel: het verbeteren van de werking van de overheid en haar organisaties. Ons rapport over de verklarende analyse van de survey (Verschuere et al 2004) handelt over deze problematiek. Daarin wordt ondermeer geconcludeerd dat performance geen éénduidig begrip is, maar eigenlijk een vlag die vele ladingen dekt. In die zin moet het innovatieve karakter van publieke organisaties bekeken worden: innovatie als tussenstap naar, randvoorwaarde tot of onderdeel van de performance van publieke organisaties reeds bestaande agentschappen en 43 in het kader van BBB te verzelfstandigen administraties en afdelingen werden aangeschreven. Van een goede 80 van deze organisaties kregen we antwoord. Aldus werden in de analyses 24 afdelingen en administraties, 12 IVA s zonder rechtspersoonlijkheid, 6 fondsen, 1 IVA met rechtspersoonlijkheid, 29 VOI s cat. B en sui generis en 10 privaatrechtelijke EVA s betrokken (situatie voor BBB). Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 3

4 Aldus is gedurende de afgelopen periode in het project veel aandacht besteed aan de concepten autonomie, sturing & controle en performance van publieke organisaties, omdat wij menen dat zonder een degelijk begrip van deze concepten het onderzoek naar de resultaten van verzelfstandigde organisaties gecompromitteerd kan worden. Nu deze oefening gedaan werd, zal het vervolg van het project zal vooral focussen op de link verzelfstandiging performance (een eerste beperkte aanzet werd al gegeven met de verklarende analyse). Autonomie van de Vlaamse publieke organisaties Bronnen: Verhoest Koen, Peters Guy, Bouckaert Geert & Verschuere Bram (2004). The study of organisational autonomy: a conceptual review. Public Administration and Development, 24 (2), p Verhoest Koen, Peters Guy B., Bouckaert Geert and Verschuere Bram (2003). The study of organisational autonomy: a conceptual and methodological review. Paper IRSPM conference, Hong Kong, 2-4 april. 43p. Autonomie: een concept met veel dimensies Op basis van een literatuuronderzoek (hoofdzakelijk theoretische en conceptuele literatuur over de notie autonomie ) kunnen we stellen dat er twee brede categorieën van autonomie zijn: (1) Autonomie als de mate van vrijheid (of beslissingsbevoegdheden) op het vlak van beheer en beleid die een organisatie geniet. Concreet betekent dit de vrijheid die een organisatie geniet met betrekking tot de keuze van en het gebruik van de middelen (financiën, personeel, ) beheersautonomie, en de vrijheid die een organisatie geniet om het beleid mee vorm te geven (keuze van instrumenten, doelgroepen, ) beleidsautonomie. Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 4

5 (2) Autonomie als de uitzondering op de beperking van die vrijheden waarmee een organisatie in de realiteit geconfronteerd wordt. Er zijn vier soorten dergelijke beperkingen op beheers- en beleidsautonomie te onderscheiden. Ten eerste kan een organisatie in haar autonomie beperkt worden door de invloed die de principalen hebben met betrekking tot de structuren van de organisatie (aanduiden manager, aanduiden leden raad van bestuur, ). Organisaties die niet of in geringe mate met dergelijke beperkingen te maken krijgen genieten structurele autonomie. Ten tweede is er de zogenaamde financiële autonomie. Een organisatie kan beperkt worden in haar vrijheid wanneer ze door de principalen gefinancierd wordt (wiens brood men eet ). Een organisatie die zelf volledig of voor een groot deel in haar inkomsten voorziet geniet dus een aanzienlijke financiële autonomie. Ten derde kan ook de legale status en het al dan niet hebben van rechtspersoonlijkheid een invloed hebben op de autonomie van de organisatie. Organisaties met rechtspersoonlijkheid bijvoorbeeld zijn door hun rechtspersoonlijkheid (toegekend door parlement) iets beter afgeschermd voor eventuele opschorting van bepaalde vrijheden dan organisaties zonder rechtspersoonlijkheid. Deze laatste kunnen bevoegdheden worden afgenomen door besluit van de regering, zonder parlementaire tussenkomst. Legale autonomie heeft dus betrekking op de mate waarin een organisatie wettelijk (via rechtspersoon en statuut) afgeschermd is van dergelijke politieke interventies. Een vierde mogelijke beperking is (het gebrek aan) zogenaamde interventionele autonomie. Deze soort autonomie refereert naar het gebrek aan ex post resultaatsgerichte sturing (strikte toetsing van vooropgestelde normen ten opzichte van resultaten, met eventuele sancties tot gevolg). Het besef van aanwezigheid van een sterke dergelijke sturing kan beperkend werden naar de uitoefening van de vrijheidsgraden van de organisatie. Voor een uitgebreider overzicht van deze soorten autonomie, zie ook de tabel in bijlage 1. Het belang van deze theoretische conceptuele verduidelijking ligt erin dat we ons moeten realiseren dat autonomie allerminst een één-dimensioneel begrip is. Dé autonomie van een organisatie bestaat niet, en bijgevolg zal de feitelijke totale autonomie van een organisatie het resultaat zijn van een subtiel samenspel van deze verschillende Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 5

6 soorten autonomie, die elkaar kunnen versterken, beperken, zelfs opheffen. Het doel van deze theoretische oefening wordt duidelijk in de volgende twee hoofdstukken. Formeel - legale autonomie versus feitelijke autonomie De formeel legale autonomie van een publieke organisatie hangt af van het formeel - legaal type waartoe de organisatie behoort. Voor Vlaanderen betekent dit concreet - in oplopende mate van formeel legale autonomie - dat er administraties en afdelingen, IVA s zonder rechtspersoonlijkheid (vb. DAB s), IVA s met rechtspersoonlijkheid, EVA s van publiekrecht (de meeste VOI s) en EVA s van privaatrecht zijn (situatie vóór BBB). Het empirisch onderzoek bij Vlaamse publieke organisaties heeft uitgewezen dat er niet altijd een lineair verband is tussen formeel legale autonomie en de hierboven beschreven dimensies van autonomie. Een meer onafhankelijke of autonome formeel legale status impliceert dus niet altijd meer autonomie in de ruime zin van het woord. Alleen voor beheersautonomie lijkt er een lineair verband te zijn met formeel legaal type, wat niet geldt voor financiële, beleids-, structurele en interventionele autonomie. Zo zijn er bepaalde administraties en afdelingen (lage formeel legale autonomie) te vinden die verklaren een grote mate van financiële, beleids- en interventionele autonomie te hebben. Concreet betekent dit dat dergelijke afdelingen en administraties verklaren van zelf in aanzienlijke mate hun inkomsten te verzorgen (financiële autonomie). Tevens blijken ze een hoge mate van inspraak te hebben bij het bepalen van de doelgroepen en instrumenten van het beleid (beleidsautonomie) en blijkt dat ze amper rapporteringsverplichtingen naar de hogere niveau s toe hebben (interventionele autonomie). Anderzijds zijn er enkele EVA s (hoge formeel legale autonomie) te vinden die verklaren amper financiële, beleids-, structurele en interventionele autonomie te hebben. Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 6

7 Deze VOI s verklaren dus weinig eigen inkomsten te hebben, weinig inspraak in het beleid te hebben, weinig inspraak te hebben bij het aanduiden van het management en de raadsleden van de organisatie en veel rapporteringsverplichtingen te hebben naar de hiërarchische oversten toe. Een tweede belangrijke vaststelling uit het empirisch onderzoek is dat er een aanzienlijke heterogeniteit is in de mate van autonomie tussen organisaties die tot eenzelfde formeel legaal type behoren. Er zijn bijvoorbeeld organisaties in de groep van de publiekrechtelijke EVA s (VOI s) die verklaren amper beheersautonomie te hebben, terwijl er in dezelfde groep ook organisaties zijn die verklaren veel beheersautonomie te hebben. Conclusie: formeel legale autonomie is geen goede maatstaf voor organisationele autonomie. Dit heeft ook gevolgen voor het gebruik van formeel legale autonomie als variabele in verzelfstandigingsonderzoek (bv. naar link autonomie resultaten). Spanningen tussen soorten autonomie Wanneer we de organisaties individueel bekijken, blijken er spanningen te zijn tussen de verschillende soorten autonomie binnen éénzelfde organisatie. Ten eerste kan er worden beargumenteerd dat het hebben van beleidsautonomie pas kan renderen wanneer daar voldoende beheersautonomie tegenover staat. Om beleid uit te voeren moet men immers controle hebben over de middelen om dat beleid vorm te geven. Uit het onderzoek blijkt nu dat er heel wat organisaties zijn die wel beleidsautonomie hebben, maar geen beheersautonomie, wat tot een paradoxale situatie leidt. Anderzijds zijn er ook heel wat organisaties die zowel beleids- als beheersautonomie genieten. Voor empirische voorbeelden van dit type spanning tussen soorten autonomie verwijzen we naar figuur 1 uit bijlage1. Op de horizontale as wordt de beleidsautonomie voorgesteld, op de verticale as de beheersautonomie. De punten in de figuur zijn organisaties die deelnamen aan de survey met hun identificatienummer. In de rechterbenedenhoek zijn Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 7

8 een aantal organisaties terug te vinden die verklaren veel beleidsautonomie maar geen beheersautonomie te hebben, een illustratie van de hierboven geschetste paradox. De conclusie is hier dat noch beleidsautonomie alleen, noch beheersautonomie alleen kan gebruikt worden om de reële vrijheidsgraden van de organisatie te meten. Ten tweede kunnen er spanningen zijn tussen autonomie als mate van vrijheid voor de organisatie op het vlak van beheer en beleid, en het kunnen gebruiken van die vrijheid (wat afhankelijk is van eventuele aan- of afwezigheid van beperkingen op die vrijheid), cf. theoretisch deel. Zo kan een bepaalde organisatie wel zeer uitgebreide beheers- en beleidsvrijheden hebben, ze kan echter tegelijkertijd in die vrijheden beperkt worden door een gebrek aan financiële, structurele en/of interventionele autonomie. Een voorbeeld is de organisatie die veel financiële autonomie heeft (zelf haar inkomsten binnenhaalt, niet al te afhankelijk van principaal voor inkomsten) maar geen beheersautonomie. Dit voorbeeld wordt geïllustreerd in figuur 2 van bijlage1 door de organisaties in de rechterbenedenhoek (veel financiële autonomie, horizontale as, weinig beheersautonomie, verticale as). Dergelijke organisaties kunnen door het gebrek aan beheersvrijheid amper voordeel halen uit het zelf mogen verwerven van inkomsten. Een ander voorbeeld zijn de organisaties die wel veel beheersautonomie hebben, maar bijvoorbeeld door een lage mate van structurele autonomie wat impliceert dat de toezichthoudende overheden rechtstreeks tussenkomen in het management en de raad van bestuur van de organisatie gehinderd worden in de aanwending van die beheersvrijheden. Dit betekent dat de positieve effecten die gesorteerd worden door de ene vorm van autonomie teniet kunnen gedaan worden door de negatieve effecten van het gebrek aan autonomie op een ander vlak. Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 8

9 Sturing & controle van de Vlaamse publieke organisaties Bron: Verhoest, K., Verschuere, B., Peters, G. and Bouckaert, G. (2004); Steering and controlling autonomous public agencies as an indicator of New Public Management. Article accepted for Management International. Sturing & controle van Vlaamse publieke organisaties Publieke organisaties kunnen grosso modo op twee manieren gestuurd en gecontroleerd worden: (1) Ex ante waarbij regels en standaarden geformuleerd worden die de organisatie moeten sturen zodat deze handelt op de wijze zoals door de principaal gewenst. Dit kan gebeuren door regels te stellen die de bewegingsvrijheid van de organisatie beperken. Dit kan ook gebeuren door als principaal zelf beslissingen te nemen, of minstens beslissingen van de organisatie op voorhand goed te keuren. In die zin dient de rol van de huidige regeringscommissaris geplaatst te worden. (2) Ex post of het achteraf controleren of de vooropgestelde doelen bereikt werden door de organisatie, en op basis daarvan te kijken of er correctieve acties nodig zijn. Het betreft hier het zetten van doelen, het meten en evalueren van de resultaten, en het eventueel bijsturen (door sancties en/of beloningen bijvoorbeeld) met als kerninstrument de beheersovereenkomst. De empirie voor de Vlaamse publieke organisaties, en in het bijzonder de publiekrechtelijke EVA s (dus de VOI s cat. B en sui generis in de situatie vóór BBB) leert ons dat de meerderheid van deze organisaties nog in aanzienlijke mate op een ex ante wijze gestuurd worden. Daarnaast blijken de meeste van de publiekrechtelijke EVA s, zij het niet allemaal, de fundamenten te hebben voor een resultaatsgerichte ex Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 9

10 post controle. Dit betekent dat er een tendens is om EVA s op basis van resultaten te gaan sturen, zij het dat er toch nog aanzienlijk ex ante gestuurd wordt. Controle door principalen? Het onderzoek bij de Vlaamse publiekrechtelijke EVA s toont ook een belangrijke nuance wat betreft het sturen op resultaten. Er blijkt immers dat ex post resultaatscontrole niet alleen betrekking heeft op de sturingsrelatie tussen principaal en organisatie, maar ook voor een deel intern organisationele resultaatssturing is (controle als intern organisationeel managementinstrument). Dit blijkt uit het feit dat veel organisaties indicatoren gebruiken voor interne doeleinden, eerder dan in de relatie tussen principaal en organisatie. Patronen van sturing & controle Tot slot leert de empirie ons dat de Vlaamse publiekrechtelijke EVA s verspreid liggen in een veld dat bestaat uit verschillende patronen van sturingspraktijken. Hoewel het nieuwe overheidsdenken dat vele hervormingen heeft geïnspireerd in het Westen vooral een verschuiving van ex ante sturing naar ex post resultaatssturing bepleit, blijkt dat vele publieke organisaties in Vlaanderen (voor BBB) verklaren zowel ex ante als ex post gestuurd te worden, hetgeen leidt tot hybride sturingspatronen. In sommige gevallen leidt dit tot sturingssurplus 3 (sterk gestuurd worden op beide wijzen). Anderzijds zijn er organisaties die verklaren op geen van beide manieren sterk gestuurd te worden, situaties van sturingsdeficit 4 dus. Slechts weinig organisaties bevinden zich in de volgende NPM voorgeschreven zuivere positie (alleen ex post gestuurd). Enkele organisaties beweren nog steeds puur ex ante te worden gestuurd. Voor een duidelijker theoretisch beeld, zie ook de figuur 1 in bijlage 2. De figuur 2 in bijlage 2 toont hoe de organisaties die deelnamen aan de survey zichzelf situeren in dit landschap (horizontale as: 3 Intensief gestuurd worden op zowel ex ante wijze als ex post op resultaten. 4 Het omgekeerde van surplus, amper gestuurd worden, op geen van beide manieren. Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 10

11 resultaatssturing (ex post), verticale as: ex ante sturing). Deze figuur toont het bestaan van de verschillende patronen in de realiteit aan. De verklaringen voor het bestaan van deze verschillende patronen zijn divers: (1) Hoewel er in Vlaanderen in de jaren negentig verschillende initiatieven genomen zijn om resultaatsturing in te voeren bij de VOI s (Publiekrechtelijke EVA s), waren deze toch niet wijdverspreid en veelal ad hoc. Zo werd het gebruik van beheerscontracten bij slechts een aantal VOI s ingevoerd. Daarnaast werd de ex ante controle nog versterkt via ondermeer het personeelsstatuut. Ook was er door een gebrek aan ondermeer controlecapaciteit bij de toezichthoudende overheid en door een gebrek aan ervaring met indicatoren feitelijk in sommige gevallen amper sprake van resultaatscontrole. Een bijkomende factor is bovendien dat niet elke VOI evenveel interesse wegdraagt van politieke en/of administratieve principalen, wat een gebrek aan controle kan verklaren (deze factor werd ook in buitenlands onderzoek vastgesteld, Pollitt). (2) Een alternatieve verklaring voor het bestaan van dit diverse landschap aan sturingspatronen zou kunnen zijn dat de meeste EVA s zich op een veranderingstraject van de zogenaamde oude ex ante sturing naar de nieuwe resultaatsgerichte ex post sturing bevinden. Dergelijke overgang gebeurt niet van vandaag op morgen en zo zouden hybride, surplus en deficit situaties kunnen ontstaan (zie ook hier figuur in bijlage 2). Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 11

12 Innovatief karakter van overheidsorganisaties: case Vlaanderen Bronnen: Verhoest, K., Verschuere, B. and Bouckaert, G. (2004); Pressure, legitimacy and innovative behaviour by public organisations. Article accepted for Governance. Verhoest Koen, Verschuere Bram & Bouckaert Geert (2004). Pressure, legitimacy and innovative behaviour by public organizations. Paper 20 th Annual SOG conference, Vancouver, june, 24p. Verhoest, K., Verschuere, B. and Bouckaert, G. (2004); Innovative public sector organisations. Chapter accepted for Canada School of Public Service Book (Ed. Colin Campbell). Verhoest, K. (2002); PhD Determinanten van innovatief gedrag door publieke organisaties Het innovatieve karakter van publieke organisaties (concreet: het ontwikkelen van nieuwe diensten en producten) blijkt uit onderzoek in Vlaanderen in grote mate gedetermineerd door twee sets van factoren: (1) Managerial pressure : druk die ontstaat door publieke organisaties bloot te stellen aan resultaatscontrole, competitie en door hen beheersautonomie te verlenen (hoofdzakelijk op het vlak van personeelsbeheer). Deze druk blijkt slechts beperkt determinerend voor innovatief gedrag. (2) Political & societal pressure : druk die ontstaat door het gevaar van een verminderde politieke of maatschappelijke steun waaraan de organisatie blootgesteld wordt. Deze verminderde politieke of maatschappelijke steun kan ontstaan door een gebrek aan consensus over de rol van de organisatie, of de maatschappelijke verwachtingen die ontstaan door de zelfstandige status van de organisatie. Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 12

13 Daarnaast bleek ook dat druk op zich (beide types) niet voldoende is als determinant. De organisatie zal deze druk slechts beantwoorden (lees: innovatief gedrag ontwikkelen) wanneer er een aantal noodzakelijke factoren aanwezig zijn. Deze factoren zijn vooral organisationele kenmerken zoals cultuur, rol van management, organisatiestructuur) die noodzakelijk zijn om doelmatig de druk te beantwoorden door innovatief gedrag te stellen (voor een overzicht van deze factoren zie tabel in bijlage 3). Zie figuur in bijlage 3: Innovatief gedrag komt voor wanneer een organisatie onder druk gezet wordt (managerial pressure (1) & political pressure (2)) EN wanneer de organisatie bepaalde kenmerken vertoont die haar in staat stellen die druk te beantwoorden (4). Voor de volledigheid vermelden we hier nog dat naast innovatief gedrag er nog andere gedragsstrategieën zijn die organisaties kunnen aanwenden om de druk waaraan ze blootstaan te beantwoorden (zie (3) op figuur in bijlage 3: ander pro-actief gedrag en defensief gedrag) Innovatief gedrag, legitimiteit en smart practice Uit case study onderzoek naar enkele VOI s zijn twee belangrijke conclusies te trekken: Innovatief gedrag als antwoord op druk waaraan de organisatie wordt blootgesteld is een manier om als organisatie legitimiteit te behouden of te vergroten, ten opzichte van de politieke principalen of de maatschappij. Door innovatief gedrag te stellen, probeert de organisatie beter te presteren, wat op zijn beurt de legitimiteit ten goede komt. Op die manier probeert de organisatie de politieke en/of maatschappelijke steun te vergroten. Innovatief gedrag kan ook beschouwd worden als een zogenaamde smart practice. Beknopt gesteld is een smart practice een methode om om te gaan met een bepaalde Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 13

14 situatie met als intentie niet alleen een bepaald resultaat te boeken, maar ook voordeel te halen uit de zich aandienende kansen. Concreet zullen organisaties die een bepaald gedrag stellen om hun legitimiteit te vergroten mogelijk een diepere en bredere politieke en maatschappelijke steun genieten die voor de organisatie zelf ook voordelig kan zijn (uitbreiding van middelen, meer autonomie, meer verantwoordelijkheden, minder strikte controle, ). Aldus exploiteren de organisaties als het ware de kansen die zich aandienen om tot een win-win situatie te komen: resultaten verhogen, en tegelijkertijd de steun voor de organisatie vrijwaren. Op langere termijn kan dit uitmonden in een feedback systeem: meer innovatief gedrag resulteert op die manier in meer steun, en vervolgens in meer middelen en vrijheden voor de organisatie (zie (5) in figuur in bijlage 3). Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 14

15 Besluit Deze beknopte compilatie bevat enkele belangrijke bevindingen uit recent onderzoek naar de Vlaamse publieke organisaties en de VOI s in het bijzonder. Hoewel een formeel legale indeling van Vlaamse publieke organisaties doet vermoeden dat er enige uniformiteit is terug te vinden in het Vlaamse overheidslandschap, is uit empirisch onderzoek gebleken dat dit beeld genuanceerd moet worden: - Autonomie is geen éénduidig gegeven en moet beschouwd worden als een multidimensioneel concept. Deze vaststelling heeft implicaties, niet alleen voor ons begrip van verzelfstandiging van de publieke sector (kunnen we zomaar alle organisaties classificeren in een paar categorieën?), maar ook voor verzelfstandigingsonderzoek (vb. relatie autonomie resultaten van de organisatie). - Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de reële autonomie van een organisatie beschouwd moet worden als het resultaat van elkaar versterkende, tegenwerkende of opheffende krachten. Er kunnen immers binnen één organisatie verschillende soorten autonomie aanwezig zijn, sommige daarvan impliceren vrijheden, andere zijn te beschouwen als uitzondering op de beperking van die vrijheden. - Hetzelfde geldt voor sturing en controle van publieke organisaties. Geen twee Vlaamse publiekrechtelijke organisaties worden op dezelfde wijze en met dezelfde intensiteit gestuurd door hun principalen. Er blijkt in de praktijk een veld met vele posities te bestaan, gaande van sturingsdeficit, over hybride sturing tot sturingssurplus (zie opnieuw figuur in bijlage 2). We hebben dus te maken, zeker wat autonomie en controle betreft, met een zeer heterogeen veld van overheidsorganisaties in Vlaanderen. Een nieuwe, op empirische gegevens gestoelde typologie lijkt noodzakelijk, ter aanvulling van de tot nu toe gebruikte formeel legale typologie. Daarnaast is er onderzoek nodig naar de determinanten van deze empirisch waarneembare autonomie en sturing van overheidsorganisaties. Een aantal van deze vaststellingen met betrekking tot Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 15

16 autonomie en controle zijn ook belangrijk om in het achterhoofd te houden in het kader van de huidige BBB hervormingen. Hoewel de onderzoeksresultaten hier betrekking hebben op de situatie vóór BBB, stippen we toch volgende zaken aan: - Het classificeren van publieke organisaties in een aantal formeel-legale types (BBB: IVA, IVArp, EVApu en EVApr) is op zich aangewezen en draagt bij tot de overzichtelijkheid van het Vlaamse overheidslandschap voor de burger. Anderzijds is het belangrijk om te beseffen dat een dergelijke typologie geen volledig of accuraat beeld geeft van de werkelijke autonomie (en controle) van die overheidsorganisaties. Men kan immers niet zomaar conclusies trekken m.b.t. de autonomie van een organisatie door naar haar formee-legaal type te kijken (zie onze conclusies m.b.t. autonomie en zie volgende punt). - Daarnaast dient men er zich van bewust te zijn dat de reële autonomie van een organisatie het resultaat is van een wisselwerking van vele factoren. Het toekennen van beheersautonomie aan een organisatie is geen garantie op een reële beheersautonomie. De mogelijke spanningen tussen soorten autonomie die we aangetoond hebben zijn daarvan een indicatie. De beheersautonomie kan bvb. sterk gecompromitteerd worden door een tekort aan andere soorten autonomie (vb. sterke structurele interventie van principaal, of een gebrek aan financiële autonomie etc.). - Tot slot zijn we van mening dat er bij de keuze van het invoeringstraject van de bepalingen van BBB per organisatie rekening dient te worden gehouden met onze conclusies m.b.t. sturingspatronen. De geplande afschaffing van de regeringscommissarissen en de geplande algemene invoering van het beheerscontract duidt op een duidelijke keuze voor een verschuiving van ex ante naar resultaatssturing. Bij die voorgestelde verschuiving is het belangrijk om mogelijke toekomstige sturingssurplussen (situatie waarbij de commissaris nog een sterke invloed heeft en de praktijk van de beheersovereenkomst al goed werkt) of deficits (praktijk van de commissaris reeds zo goed als uitgedoofd, beheersovereenkomst nog altijd niet op punt) te vermijden. Daarom is het belangrijk om een geleidelijke afbouw van de functie van de Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 16

17 regeringscommissaris aan te vullen met een graduele invoering van de praktijk van de beheersovereenkomst aan te vullen in de komende jaren. De graduele afbouw van de praktijk van de commissaris en de graduele opbouw van het gebruik van de beheersovereenkomst gebeuren idealiter tegelijkertijd. Tot slot hebben we een licht geworpen op het innovatieve karakter van Vlaamse overheidsorganisaties. Er blijkt dat innovatief gedrag voor een groot stuk bepaald wordt door de mate van druk waaraan een organisatie blootstaat, en door de capaciteit die in de organisatie aanwezig is om die druk te beantwoorden (zie opnieuw tabel in bijlage 3). Bovendien konden we concluderen dat innovatief gedrag - als strategie om legitimiteit te behouden of te vergroten - beschouwd kan worden als voortspruitend uit de organisatie zelf. In die zin wordt innovatief gedrag niet alleen opgelegd door anderen aan de organisatie, maar blijkt dat innovatief en vernieuwend gedrag evenzeer vanuit de organisatie zelf kan worden geïnitieerd. Ook hier kunnen we nog een belangrijke zaak aanstippen in het kader van BBB, en meerbepaald in het kader van de praktijk van de beheersovereenkomsten. Deze beheersovereenkomsten, met hun nadruk op resultaatsmeting en prikkels en die in het kader van BBB veralgemeend zullen worden, mogen niet beschouwd worden als ultiem en enig middel om de goede en ideale overheidsorganisatie te gaan vormen. Ons onderzoek leert immers dat druk (zoals die met resultaatmeting en prikkels via beheersovereenkomsten zal ontwikkeld worden) alleen niet voldoende is om een organisatie tot innovatief gedrag te stimuleren. Van minstens even groot belang zijn intern-organisationele factoren (zie tabel in bijlage 3) die ervoor zorgen dat die druk al dan niet beantwoord wordt (door innovatief gedrag te stellen). Bovendien blijkt innovatie heel sterk bepaald door druk vanuit een legitimeringsbehoefte van het agentschap. Een dergelijke legitimeringsbehoefte kan opgewekt worden in het kader van een beheersovereenkomst (want een agentschap wil goede resultaten op de doelstellingen van de beheersovereenkomst, anders verliest ze aan legitimiteit), maar ook door andere, meer politieke factoren. Aandacht voor het ontwikkelen van druk (waarvoor de beheersovereenkomst een instrument is) én voor andere factoren die soms minder gemakkelijk manipuleerbaar zijn zoals organisatiecultuur, visie van het management etc. lijkt hier dus de boodschap. Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 17

18 Bijlagen Bijlage 1 AS DECISION MAKING COMPETENCIES AS THE EXEMPTION OF CONSTRAINTS ON THE ACTUAL USE OF THE DECISION MAKING COMPETENCIES Minimum level of autonomy of agency Low level of autonomy of agency MANAGERIAL The decisions concerning managerial actions are taken externally by central government without prior advice of the agency (no managerial autonomy) may take managerial decisions concerning e.g. financial transactions within strict procedures set by central government (high operational managerial autonomy) POLICY The decisions concerning the structure and content of the primary production process, policy instruments and outputs, objectives and effects are taken by central government without prior advice of the agency. The agency may not decide on individual applications of general rules and has no authorisation to set general rules may take decisions concerning the structure and content of the production processes within the lines of the policy instruments, output norms, objectives and effect norms set by central government (high operational policy autonomy). STRUCTURAL head is appointed and evaluated by central government. He is directly accountable to central government. There is no advisory or supervisory board involved. head is appointed by central government. He is accountable to central government and to a supervisory board in which a majority of the members is representing central government. The representatives of government in the supervisory board could be FINANCIAL is fully funded by central government, does not have to cover deficits itself and has no ability to extent its funding by product sales or loans on the capital market. is financed primarily through central government, but a minor part of funding stems from budget allocation of other governments, product sale or loans. The agency has to cover only a minor extent of deficits itself. LEGAL is a part of central government with no own status different from classical bureaus has a separate status within central government based on delegation acts taken by the cabinet or the spending minister itself. The agency has no own legal personality different from that of central government. INTERVENTIONAL The operations of the agency are supervised directly by central government against strict norms. Deviations result in severe sanctions and immediate intervention by the central government. has rather extensive reporting requirements on a quite detailed level against explicit norms. Deviations result in substantial sanctions and possible intervention by central government. Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 18

19 High level of autonomy of agency Maximum level of autonomy of agency AS DECISION MAKING COMPETENCIES MANAGERIAL may set the procedures for e.g. financial transactions itself within general principles concerning the use of inputs set by central government may decide itself upon all aspects of management like the general principle, the procedures and the transactions (high strategic managerial autonomy) POLICY may decide upon which policy instruments to use and output norms within the objectives and effect norms set by government. head may decide itself on individual applications of general regulations may decide itself upon all aspects of policy like objectives, policy instruments to use and processes. The agency is authorized to issue general regulations (high strategic policy autonomy) AS THE EXEMPTION OF CONSTRAINTS ON THE ACTUAL USE OF THE DECISION MAKING COMPETENCIES STRUCTURAL resigned by government at any time head is appointed and evaluated by the supervisory board in which the representatives of government have a majority vote. These representatives could be resigned by government at any time head is appointed and evaluated by the supervisory board in which the representatives of third parties have a majority vote. FINANCIAL is financed primarily through income from other sources than central government (e.g. tariffs, contributions and prices), but a minor part of funding stems from central government. has to cover a major extent of deficits itself (e.g. by the imposition of a hard budget constraint) is financed exclusively through income from other sources than central government (e.g. tariffs, contributions and prices). has to cover all deficits itself LEGAL has a legal personality under public law and is created by a parliamentary act has a legal personality under private law INTERVENTIONAL has only limited reporting requirements on a general level to central governments and is only ad hoc subjected to evaluation or audits commissioned by central government. The norms as basis for evaluation and auditing are neither explicit nor strict. Sanctions and interventions are only possible after consultation of the agency and there is only a limited threat of sanctions or intervention by central government. Sanctions are rather soft. has no reporting requirements to central governments and is not subjected to evaluation or audits commissioned by central government. There is no threat of sanctions or intervention by central government Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 19

20 42 1, managerial autonomy 0,75 0,50 0,25 0, ,00 0,25 0,50 0,75 1,00 policy autonomy Figure 1: managerial autonomy policy autonomy 1, managerial autonomy 0,75 0,50 0,25 0, , ,50 1,0 financial autonomy Figure 2: managerial autonomy financial autonomy Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 20

21 exatot Bijlage 2 "old" ways of steering steering surplus + ex ante - hybrid steering steering deficit "new" ways of steering - result steering + Figure 1 1, ,75 0, , , ,00 0,25 0,50 0,75 1,00 expoweig Figure 2 Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 21

22 Bijlage 3 A broader concept of pressure Managerial and market-like pressure or threats (NPM) -Result control by government 1 Internal features of the public organisation enhancing or inhibiting pro-active behavior 4 Innovative behavior by the organisation -Potential competition by other suppliers Political pressure or threats - Mere presence of other real and potential suppliers and their appeal to politicians 3 Other pro-active behavior like communication and image-building - Lack of politic consensus about role and form of public interventions - Politic and social expectations stemming from autonomization - Political salience task 2 Defensive behavior like competition inhibiting, market dominating behavior or political lobbying - Others 5 Societal and political support for the public organisation FEATURES ENHANCING/INHIBITING THE RECEPTIVENESS OF THE ORGANIZATION FOR STIMULI TO INCREASE PERFORMANCE INFLUENCE ON RECEPTIVENESS OR REACTION CAPABILITIES (a) the capabilities and vision of the top management and the governing board, like - a clear strategic vision hold by the management and governing board Rather positive to the extent this strategic vision align with the objectives and strategic vision of the supervisory government (FES; CSV) - the capacity with respect to leadership and internal steering that is contingent with the internal structure and culture of the organisation and its environment - the extent of internal goal incongruence and role confusion within the governing board (b) the internal control system between the top management and the subunits, like Rather positive (+- FES; CSV; - VOI-B) Rather negative (- VOI-B; - FES) - the extent of policy autonomy and/or legal autonomy of the subunits Rather negative (-FES vocational training; - VOI-B) Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 22

23 - the extent to which the internal control system has experience with result control Rather positive (+- FES; - VOI-A) - the extent to which there is a strong need for steering on content Rather negative (-FES vocational training; - VOI-B) - the extent to which there are sufficient steering means to steer and control the subunits (c) the organizational culture, - the extent to which there is a culture oriented towards professional values Rather positive (FES; - VOI-B) Rahter negative (- FES vocational training; - VOI-B) - the extent to which there is a relatively homogenuous corporate culture Rather positive (FES job mediation; VOI-A; CSV; - VOI-B) (d) kind of activity and policy domain, like - the extent to which (outputs of) activity and policy are measurable, stable and routine-like - the extent to which the organisation holds the instruments to structure policy implementation itself (e.g. service delivery by the means of own personnel rather than subsidising other service deliverers) Rather positive (FES job mediation; VOI-A; CSV) Rather positive (CSV; - VOI-B) Verschuere, B. & Verhoest, K. K.U. Leuven 23

2010 Integrated reporting

2010 Integrated reporting 2010 Integrated reporting Source: Discussion Paper, IIRC, September 2011 1 20/80 2 Source: The International framework, IIRC, December 2013 3 Integrated reporting in eight questions Organizational

Nadere informatie

Verzelfstandiging in Vlaanderen: Aandachtspunten vanuit het buitenland

Verzelfstandiging in Vlaanderen: Aandachtspunten vanuit het buitenland Verzelfstandiging in Vlaanderen: Aandachtspunten vanuit het buitenland Prof. dr. Koen Verhoest Instituut voor de Overheid Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen KULeuven Achtergrond en doel van

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Autonomie en sturing & controle van (verzelfstandigde) overheidsorganisaties: Compilatie onderzoeksresultaten 2005

Autonomie en sturing & controle van (verzelfstandigde) overheidsorganisaties: Compilatie onderzoeksresultaten 2005 Spoor Bestuurlijke Relaties Autonomie en sturing & controle van (verzelfstandigde) overheidsorganisaties: Compilatie onderzoeksresultaten 2005 Bram VERSCHUERE Prof.dr. Koen VERHOEST Falke MEYERS Rapport

Nadere informatie

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels)

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels) Staten-Generaal Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels) Subject: Sustainable Flemish SDI Nature: Mobilising, Steering Organisers:

Nadere informatie

(Big) Data in het sociaal domein

(Big) Data in het sociaal domein (Big) Data in het sociaal domein Congres Sociaal: sturen op gemeentelijke ambities 03-11-2016 Even voorstellen Laudy Konings Lkonings@deloitte.nl 06 1100 3917 Romain Dohmen rdohmen@deloitte.nl 06 2078

Nadere informatie

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014 Process Mining and audit support within financial services KPMG IT Advisory 18 June 2014 Agenda INTRODUCTION APPROACH 3 CASE STUDIES LEASONS LEARNED 1 APPROACH Process Mining Approach Five step program

Nadere informatie

2 e webinar herziening ISO 14001

2 e webinar herziening ISO 14001 2 e webinar herziening ISO 14001 Webinar SCCM 25 september 2014 Frans Stuyt Doel 2 e webinar herziening ISO 14001 Planning vervolg herziening Overgangsperiode certificaten Korte samenvatting 1 e webinar

Nadere informatie

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager. Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager www.bpmo-academy.nl Wat is kwaliteitsmanagement? Kwaliteitsmanagement beoogt aan te sturen op het verbeteren van kwaliteit. Tevens houdt het zich bezig met het verbinden

Nadere informatie

Alcohol policy in Belgium: recent developments

Alcohol policy in Belgium: recent developments 1 Alcohol policy in Belgium: recent developments Kurt Doms, Head Drug Unit DG Health Care FPS Health, Food Chain Safety and Environment www.health.belgium.be/drugs Meeting Alcohol Policy Network 26th November

Nadere informatie

4 JULI 2018 Een eerste kennismaking met gemeentefinanciën en verbonden partijen voor raadsleden - vragen

4 JULI 2018 Een eerste kennismaking met gemeentefinanciën en verbonden partijen voor raadsleden - vragen 4 JULI 2018 Een eerste kennismaking met gemeentefinanciën en verbonden partijen voor raadsleden - vragen Alkmaar Bergen Castricum Heerhugowaard Heiloo Langedijk Uitgeest Hoe verhoud het EMU saldo zich

Nadere informatie

Building the next economy met Blockchain en real estate. Lelystad Airport, 2 november 2017 BT Event

Building the next economy met Blockchain en real estate. Lelystad Airport, 2 november 2017 BT Event Building the next economy met Blockchain en real estate Lelystad Airport, 2 november 2017 Blockchain en real estate Programma Wat is blockchain en waarvoor wordt het gebruikt? BlockchaininRealEstate Blockchain

Nadere informatie

UITBESTEDING DOOR VERZEKERAARS: EFFECTEN OP HET SOLVABILITEITSBESLAG. # Het begint met een idee

UITBESTEDING DOOR VERZEKERAARS: EFFECTEN OP HET SOLVABILITEITSBESLAG. # Het begint met een idee UVA AMSTERDAM CENTRE FOR INSURANCE STUDIES (ACIS) UITBESTEDING DOOR VERZEKERAARS EN PENSIOENFONDSEN UITBESTEDING DOOR VERZEKERAARS: EFFECTEN OP HET SOLVABILITEITSBESLAG Bart Joosen 17 mei 2019 # Het begint

Nadere informatie

CREATING VALUE THROUGH AN INNOVATIVE HRM DESIGN CONFERENCE 20 NOVEMBER 2012 DE ORGANISATIE VAN DE HRM AFDELING IN WOELIGE TIJDEN

CREATING VALUE THROUGH AN INNOVATIVE HRM DESIGN CONFERENCE 20 NOVEMBER 2012 DE ORGANISATIE VAN DE HRM AFDELING IN WOELIGE TIJDEN CREATING VALUE THROUGH AN INNOVATIVE HRM DESIGN CONFERENCE 20 NOVEMBER 2012 DE ORGANISATIE VAN DE HRM AFDELING IN WOELIGE TIJDEN Mieke Audenaert 2010-2011 1 HISTORY The HRM department or manager was born

Nadere informatie

Integratie van Due Diligence in bestaande risicomanagementsystemen volgens NPR 9036

Integratie van Due Diligence in bestaande risicomanagementsystemen volgens NPR 9036 Integratie van Due Diligence in bestaande risicomanagementsystemen volgens NPR 9036 NCP contactdag, 19 april 2016 Thamar Zijlstra, Dick Hortensius NEN Milieu en Maatschappij Agenda Achtergrond NPR 9036

Nadere informatie

Opleiding PECB IT Governance.

Opleiding PECB IT Governance. Opleiding PECB IT Governance www.bpmo-academy.nl Wat is IT Governance? Information Technology (IT) governance, ook wel ICT-besturing genoemd, is een onderdeel van het integrale Corporate governance (ondernemingsbestuur)

Nadere informatie

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Dit is de actuele besluitenlijst van het CCvD HACCP. Op deze besluitenlijst staan alle relevante besluiten van het CCvD HACCP

Nadere informatie

Uitnodiging Security Intelligence 2014 Dertiende editie: Corporate IAM

Uitnodiging Security Intelligence 2014 Dertiende editie: Corporate IAM Uitnodiging Security Intelligence 2014 Dertiende editie: Corporate IAM 5 maart 2014 De Beukenhof Terweeweg 2-4 2341 CR Oegstgeest 071-517 31 88 Security Intelligence Bijeenkomst Corporate IAM On the Internet,

Nadere informatie

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Manon krabbenborg, Sandra Boersma, Marielle Beijersbergen & Judith Wolf s.boersma@elg.umcn.nl Homeless youth in the Netherlands Latest estimate:

Nadere informatie

Voorkom pijnlijke verrassingen Nieuwe Controleaanpak Belastingdienst. Presentator: Remko Geveke

Voorkom pijnlijke verrassingen Nieuwe Controleaanpak Belastingdienst. Presentator: Remko Geveke Voorkom pijnlijke verrassingen Nieuwe Controleaanpak Belastingdienst Presentator: Remko Geveke Start webinar: 08:30 uur Agenda Nieuwe Controleaanpak Belastingdienst Verticaal Toezicht vs. Horizontaal Toezicht

Nadere informatie

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST National Treasury/ Nasionale Tesourie 838 Local Government: Municipal Finance Management Act (56/2003): Draft Amendments to Municipal Regulations on Minimum Competency Levels, 2017 41047 GOVERNMENT NOTICE

Nadere informatie

it would be too restrictive to limit the notion to an "inner circle" in which the individual may live his own personal life as he chooses and to exclude therefrom entirely the outside world not encompassed

Nadere informatie

Support Center GIS-Flanders

Support Center GIS-Flanders Support Center GIS-Flanders Our mission: Ensuring the optimal use of geographic information in Flanders Het Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen is

Nadere informatie

AGENTSCHAPPEN IN VLAANDEREN: EEN BESCHRIJVENDE ANALYSE ABSTRACT

AGENTSCHAPPEN IN VLAANDEREN: EEN BESCHRIJVENDE ANALYSE ABSTRACT Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen AGENTSCHAPPEN IN VLAANDEREN: EEN BESCHRIJVENDE ANALYSE ABSTRACT Voorliggend rapport is een eerste beschrijvende analyse van een

Nadere informatie

Welkom. Digitale programma: #cmdag18. Dagvoorzitter Prof. dr. Arjan van Weele NEVI hoogleraar inkoopmanagement.

Welkom. Digitale programma: #cmdag18. Dagvoorzitter Prof. dr. Arjan van Weele NEVI hoogleraar inkoopmanagement. Welkom Dagvoorzitter Prof. dr. Arjan van Weele NEVI hoogleraar inkoopmanagement Digitale programma: www.contractmanagementdag.nl #cmdag18 #cmdag18 Programma 09.45 Welkom door Prof. Dr. Arjan van Weele

Nadere informatie

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

STICHTING LIGHTREC NEDERLAND MANAGER LIGHTREC

STICHTING LIGHTREC NEDERLAND MANAGER LIGHTREC STICHTING LIGHTREC NEDERLAND MANAGER LIGHTREC LIGHTREC Energiezuinige lampen zijn goed voor het milieu, maar mogen niet worden afgedankt bij het gewone huisvuil. De materialen uit energiezuinige verlichting

Nadere informatie

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Dit is de actuele besluitenlijst van het CCvD HACCP. Op deze besluitenlijst staan alle relevante besluiten van het CCvD HACCP

Nadere informatie

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas University of Groningen Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J.

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J. Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J. Published in: Onderwijs Research Dagen(ORD), 11-12 Juni 2014, Groningen,

Nadere informatie

Published in: Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD2013), mei 2013, Brussel, Belgie

Published in: Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD2013), mei 2013, Brussel, Belgie Samenwerkend leren van leerkrachten : leeropbrengsten gerelateerd aan activiteiten en foci van samenwerking Doppenberg, J.J.; den Brok, P.J.; Bakx, A.W.E.A. Published in: Onderwijs Research Dagen 2013

Nadere informatie

Talentmanagement in tijden van crisis

Talentmanagement in tijden van crisis Talentmanagement in tijden van crisis Drs. Bas Puts Page 1 Copyright Siemens 2009. All rights reserved Mission: Achieving the perfect fit Organisatie Finance Sales Customer Engineering Project management

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk Controle jaarrekening Ridderkerk 4 juli 2019 Jesper van Koert Reinier Moet Rein-Aart van Vugt

Gemeente Ridderkerk Controle jaarrekening Ridderkerk 4 juli 2019 Jesper van Koert Reinier Moet Rein-Aart van Vugt Gemeente Ridderkerk Controle jaarrekening 2018 Ridderkerk 4 juli 2019 Jesper van Koert Reinier Moet Rein-Aart van Vugt Status van de controle Raad Gemeente Ridderkerk 2018 - bevindingen jaarrekening 1

Nadere informatie

EFSI Info-session for the Flemish Region

EFSI Info-session for the Flemish Region EFSI Info-session for the Flemish Region Publieke financiering van infrastructuurprojecten voor transport, ziekenhuizen, onderwijs, water en energie,... Brussels, 14 September 2015 1 Eligibility voor EFSI

Nadere informatie

CENTER FOR PHILANTHROPY STUDIES UNIVERSITY OF BASEL SAME BUT DIFFERENT: RELATIE CORPORATE FOUNDATION MET HAAR FOUNDER

CENTER FOR PHILANTHROPY STUDIES UNIVERSITY OF BASEL SAME BUT DIFFERENT: RELATIE CORPORATE FOUNDATION MET HAAR FOUNDER CENTER FOR PHILANTHROPY STUDIES UNIVERSITY OF BASEL CORPORATE FOUNDATIONS KNOWLEDGE EXCHANGE SAME BUT DIFFERENT: RELATIE CORPORATE FOUNDATION MET HAAR FOUNDER CORPORATE GIVING AT ARMS LENGTH DR. LONNEKE

Nadere informatie

Strategisch management en vertrouwen

Strategisch management en vertrouwen Strategisch management en vertrouwen Niels van der Weerdt PhD Dept. Strategic Management Rotterdam School of Management, Erasmus University Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie Strategisch management

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Business as (un)usual

Business as (un)usual Business as (un)usual Beperking van de impact van incidenten begint vandaag! Aon Global Risk Consulting Business Continuity Practice Continuiteit = basis voor succesvol ondernemen.voor u business as usual?

Nadere informatie

ISO 9001: Niets aan de hand! Enkele cosmetische wijzigingen... of toch niet?

ISO 9001: Niets aan de hand! Enkele cosmetische wijzigingen... of toch niet? ISO 9001:2015... Niets aan de hand! Enkele cosmetische wijzigingen... of toch niet? NNK bijeenkomst, 09 september 2014 Bob Alisic / ActinQ V2.1 Waarom een nieuwe versie van ISO 9001? De norm in lijn te

Nadere informatie

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages 22/03/2013 Housing market in crisis House prices down Number of transactions

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

ABLYNX NV. (de Vennootschap of Ablynx )

ABLYNX NV. (de Vennootschap of Ablynx ) ABLYNX NV Naamloze Vennootschap die een openbaar beroep heeft gedaan op het spaarwezen Maatschappelijke zetel: Technologiepark 21, 9052 Zwijnaarde Ondernemingsnummer: 0475.295.446 (RPR Gent) (de Vennootschap

Nadere informatie

Optional client logo (Smaller than Deloitte logo) State of the State

Optional client logo (Smaller than Deloitte logo) State of the State Optional client logo (Smaller than Deloitte logo) State of the State Den Haag 28 maart 2017 State of the State - Presentatie Taxlab 1 plancapaciteit hebben dan de veronderstelde huishoudensgroei. State

Nadere informatie

De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs

De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs Een verkenning op basis van data-analyse Amsterdam, september 2016 Leiden we op tot werkloosheid? De impact van automatisering op het onderwijs

Nadere informatie

My Benefits My Choice applicatie. Registratie & inlogprocedure

My Benefits My Choice applicatie. Registratie & inlogprocedure My Benefits My Choice applicatie Registratie & inlogprocedure Welkom bij de My Benefits My Choice applicatie Gezien de applicatie gebruik maakt van uw persoonlijke gegevens en salarisinformatie wordt de

Nadere informatie

1.1 ORGANIZATION INFORMATION 1.2 CONTACT INFORMATION 2.1 SCOPE OF CERTIFICATION 2.2 AUDITOR INFORMATION 3.1 AUDIT CONCLUSIONS 3.2 MANAGEMENT SYSTEM EFFECTIVENESS 3.3 OBSERVATIONS Organization Address Name

Nadere informatie

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

General info on using shopping carts with Ingenico epayments Inhoudsopgave 1. Disclaimer 2. What is a PSPID? 3. What is an API user? How is it different from other users? 4. What is an operation code? And should I choose "Authorisation" or "Sale"? 5. What is an

Nadere informatie

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie)

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Kristel Bogaerts - Ive Marx (Centrum voor Sociaal Beleid) Wouter Van Dooren - Hans Echelpoels (Management

Nadere informatie

E-learning maturity model. Hilde Van Laer

E-learning maturity model. Hilde Van Laer E-learning maturity model Hilde Van Laer E-learning maturity model (emm) Self-assessment van online en blended leren met e-learning maturity model (emm) A driver for change? http://www.utdc.vuw.ac.nz/research/e

Nadere informatie

IFRS 15 Disaggregatie van opbrengsten

IFRS 15 Disaggregatie van opbrengsten IFRS 15 Disaggregatie van opbrengsten Ralph ter Hoeven Partner Professional Practice Department +31 (0) 8 8288 1080 +31 (0) 6 2127 2327 rterhoeven@deloitte.nl Dingeman Manschot Director Professional Practice

Nadere informatie

Transitie. - de noodzaak van adequaat Change Management. PON Outsourcing Kenniscongres 22 September 2016 Dr. Geert W.J. Heling.

Transitie. - de noodzaak van adequaat Change Management. PON Outsourcing Kenniscongres 22 September 2016 Dr. Geert W.J. Heling. Transitie - de noodzaak van adequaat Change Management PON Outsourcing Kenniscongres 22 September 2016 Dr. Geert W.J. Heling Vooraf Zie Transitie als een proces van Change Management Elke organisatieverandering

Nadere informatie

K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent.

K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent. K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent www.steunpuntbov.be Workshop: Wat kan Vlaanderen opsteken uit internationale ervaringen? Australische en Britse

Nadere informatie

Issues in PET Drug Manufacturing Steve Zigler PETNET Solutions April 14, 2010

Issues in PET Drug Manufacturing Steve Zigler PETNET Solutions April 14, 2010 Issues in PET Drug Manufacturing Steve Zigler PETNET Solutions April 14, 2010 Topics ANDA process for FDG User fees Contract manufacturing PETNET's perspective Colleagues Michael Nazerias Ken Breslow Ed

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Future of the Financial Industry

Future of the Financial Industry Future of the Financial Industry Herman Dijkhuizen 22 June 2012 0 FS environment Regulatory & political pressure and economic and euro crisis 1 Developments in the sector Deleveraging, regulation and too

Nadere informatie

Studiedag De modernisering van het begroten in België. Brussel, 11 mei 2004

Studiedag De modernisering van het begroten in België. Brussel, 11 mei 2004 Studiedag De modernisering van het begroten in België Brussel, 11 mei 2004 Internationale trends in overheidsbegroten Prof. dr. Geert Bouckaert A. Internationale trends Inhoud 1. Gebruik van prestatiegegevens

Nadere informatie

Ctrl Ketenoptimalisatie Slimme automatisering en kostenreductie

Ctrl Ketenoptimalisatie Slimme automatisering en kostenreductie Ctrl Ketenoptimalisatie Slimme automatisering en kostenreductie 1 Ctrl - Ketenoptimalisatie Technische hype cycles 2 Ctrl - Ketenoptimalisatie Technologische trends en veranderingen Big data & internet

Nadere informatie

Een nieuwe rol voor het auditcomité en een aangepast audit rapport

Een nieuwe rol voor het auditcomité en een aangepast audit rapport Een nieuwe rol voor het auditcomité en een aangepast audit rapport Jean-François CATS Inhoud van de uiteenzetting Nieuwe opdrachten van het auditcomité ingevoerd door de Audit Directieve en het Audit Reglement

Nadere informatie

Private Governance : Werkt het? Is het genoeg?

Private Governance : Werkt het? Is het genoeg? Private Governance : Werkt het? Is het genoeg? Workshop Public & Private Governance Wageningen UR / MinBuZa Th Hague, February 1, 2013 The Hague, Febr. 1, 2013 Public & Private Governance slide 1 Initiatieven

Nadere informatie

Seminar 360 on Renewable Energy

Seminar 360 on Renewable Energy Seminar 360 on Renewable Energy Financieren van duurzame energie initiatieven ING Lease (Nederland) B.V. Roderik Wuite - Corporate Asset Specialist - Agenda I 1. Introductie 2. Financiering van duurzame

Nadere informatie

Rapport analyse afschrijvingskosten Gemeente Oostzaan. Oostzaan, 22 april 2013

Rapport analyse afschrijvingskosten Gemeente Oostzaan. Oostzaan, 22 april 2013 Rapport analyse afschrijvingskosten Gemeente Oostzaan Oostzaan, 22 april 2013 1. Situatieschets De gemeente Oostzaan is permanent bezig met het verbeteren en optimaliseren van haar bedrijfsvoering. Het

Nadere informatie

Outline. International Child Abduction Incoming Cases. A comparison between the Netherlands, England & Wales, Sweden and Switserland

Outline. International Child Abduction Incoming Cases. A comparison between the Netherlands, England & Wales, Sweden and Switserland International Child Abduction Incoming Cases A comparison between the Netherlands, England & Wales, Sweden and Switserland Merel Jonker Christina G. Jeppesen de Boer 26 November 2015 Outline Background

Nadere informatie

Socio-economic situation of long-term flexworkers

Socio-economic situation of long-term flexworkers Socio-economic situation of long-term flexworkers CBS Microdatagebruikersmiddag The Hague, 16 May 2013 Siemen van der Werff www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Discussion topics and conclusions

Nadere informatie

Themabijeenkomst Verbonden Partijen. Emmen, 18 februari 2013 Mr. Frank A.H.M. van Attekum Deloitte Consulting B.V.

Themabijeenkomst Verbonden Partijen. Emmen, 18 februari 2013 Mr. Frank A.H.M. van Attekum Deloitte Consulting B.V. Themabijeenkomst Verbonden Partijen Emmen, 18 februari 2013 Mr. Frank A.H.M. van Attekum Deloitte Consulting B.V. Agenda Onderwerp Voorstellen, inleiding en verwachtingen Gemeentelijke taken in perspectief

Nadere informatie

OPEN TRAINING. Onderhandelingen met leveranciers voor aankopers. Zeker stellen dat je goed voorbereid aan de onderhandelingstafel komt.

OPEN TRAINING. Onderhandelingen met leveranciers voor aankopers. Zeker stellen dat je goed voorbereid aan de onderhandelingstafel komt. OPEN TRAINING Onderhandelingen met leveranciers voor aankopers Zeker stellen dat je goed voorbereid aan de onderhandelingstafel komt. Philip Meyers Making sure to come well prepared at the negotiation

Nadere informatie

Seriously Seeking Security

Seriously Seeking Security Seriously Seeking Security The Quest for the Holy Grail? Aart Bitter 27 november 2007 SBIT congres: Taking Security Seriously Aart.Bitter@information-security-governance.com Agenda Taking Security Seriously

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Verzelfstandiging: retoriek, praktijk en praktijkrelevante discussiepunten

Verzelfstandiging: retoriek, praktijk en praktijkrelevante discussiepunten Verzelfstandiging: retoriek, praktijk en praktijkrelevante discussiepunten Paper voor het ZBO-Congres It takes two to tango Rijksacademie voor Financiën en Economie Den Haag, 16 april 2008 Dr. Bram Verschuere

Nadere informatie

Hoe vangt een koe een haas? Een multidisciplinaire kijk op geo-integratie in de publieke sector

Hoe vangt een koe een haas? Een multidisciplinaire kijk op geo-integratie in de publieke sector Hoe vangt een koe een haas? Een multidisciplinaire kijk op geo-integratie in de publieke sector Hoe vangt een koe een haas? Praktijk van GIS-coördinatie en - implementatie Geo-integratie in processen is

Nadere informatie

Full disclosure clausule in de overnameovereenkomst. International Law Firm Amsterdam Brussels London Luxembourg New York Rotterdam

Full disclosure clausule in de overnameovereenkomst. International Law Firm Amsterdam Brussels London Luxembourg New York Rotterdam Full disclosure clausule in de overnameovereenkomst Wat moet worden begrepen onder full disclosure? - Full disclosure van alle informatie die tussen de verkoper en zijn adviseurs werd overlegd gedurende

Nadere informatie

2013 Introduction HOI 2.0 George Bohlander

2013 Introduction HOI 2.0 George Bohlander 2013 Introduction HOI 2.0 George Bohlander HOI 2.0 introduction Importance HOI currency Future print = HOI 2.0 HOI 2.0 Print: Décomplexation/more simple Digital: New set-up Core values HOI Accountability

Nadere informatie

Van Commissionaire naar LRD?

Van Commissionaire naar LRD? Van Commissionaire naar LRD? Internationale jurisprudentie en bewegingen in het OESO commentaar over het begrip vaste inrichting (Quo Vadis?) Mirko Marinc, Michiel Bijloo, Jan Willem Gerritsen Agenda Introductie

Nadere informatie

ISO 9001: Business in Control 2.0

ISO 9001: Business in Control 2.0 ISO 9001: 2015 Business in Control 2.0 Waarom Geintegreerd toepassen verschillende management normen Betere aansluiting normen op de strategie; zorgen voor een goede inbedding in de bedrijfsvoering WAAROM

Nadere informatie

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 25/2/2016. Biocide CLOSED CIRCUIT

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 25/2/2016. Biocide CLOSED CIRCUIT 1 25/2/2016 Biocide CLOSED CIRCUIT 2 Regulatory background and scope Biocidal products regulation (EU) nr. 528/2012 (BPR), art. 19 (4): A biocidal product shall not be authorised for making available on

Nadere informatie

Introductie in flowcharts

Introductie in flowcharts Introductie in flowcharts Flow Charts Een flow chart kan gebruikt worden om: Processen definieren en analyseren. Een beeld vormen van een proces voor analyse, discussie of communicatie. Het definieren,

Nadere informatie

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education Inger Anneberg, anthropologist, post doc, Aarhus University, Department of Animal Science Jesper Lassen, sociologist, professor, University

Nadere informatie

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit 1 Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit 2 Structure of the presentation - What is intercultural mediation through the internet? - Why

Nadere informatie

Private law and hybrid agencies in Flanders: A descriptive analysis

Private law and hybrid agencies in Flanders: A descriptive analysis Spoor Bestuurlijke Relaties Private law and hybrid agencies in Flanders: A descriptive analysis Privaatrechtelijke en hybride organisaties in Vlaanderen: Een beschrijvende analyse Falke Meyers Bram Verschuere

Nadere informatie

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende

Nadere informatie

Work to Work mediation

Work to Work mediation Work to Work mediation Mobility Centre Automotive Theo Keulen 19-9-2008 Policy Context Flexibility,mobility and sustainable employability are key words in modern labour market policy Work to work arrangements

Nadere informatie

Enterprise Architectuur. een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente?

Enterprise Architectuur. een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente? Enterprise Architectuur een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente? Wie zijn we? > Frederik Baert Director Professional Services ICT @frederikbaert feb@ferranti.be Werkt aan een Master

Nadere informatie

Ervaringen met begeleiding FTA cursus Deployment of Free Software Systems

Ervaringen met begeleiding FTA cursus Deployment of Free Software Systems Ervaringen met begeleiding FTA cursus Deployment of Free Software Systems Frans Mofers Nederland cursusmateriaal & CAA's alle cursusmateriaal vrij downloadbaar als PDF betalen voor volgen cursus cursussite

Nadere informatie

Werknemers en innovatie

Werknemers en innovatie Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Werknemers en innovatie VIGOR slotevent Stan De Spiegelaere Guy Van Gyes Innovatie STI Science Technology Innovation DUI Doing Using Interacting De kenniswerker

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

PDA s gericht op praktijkonderzoek in de lerarenopleiding Themagroep Professionele Georgia, Ontwikkeling 36, bold van Leraren Opleiders voor en door

PDA s gericht op praktijkonderzoek in de lerarenopleiding Themagroep Professionele Georgia, Ontwikkeling 36, bold van Leraren Opleiders voor en door PDA s gericht op praktijkonderzoek in de lerarenopleiding Themagroep Professionele Georgia, Ontwikkeling 36, bold van Leraren Opleiders voor en door onderzoek Context Belang van praktijkonderzoek (en het

Nadere informatie

De beleidsrobot. Realiteit of illusie?

De beleidsrobot. Realiteit of illusie? De beleidsrobot Realiteit of illusie? In een minuut.. 2017 Deloitte The Netherlands Insert your footer here De mogelijkheden van analytics nemen snel toe.. Data Informatie Inzicht Beschrijvend Wat is er

Nadere informatie

Support Center GIS-Flanders

Support Center GIS-Flanders Support Center GIS-Flanders Our mission: Ensuring the optimal use of geographic information in Flanders Het Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen is

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication Citation for published version (APA): Luijk, E. (2017). Inquiry-based leading and learning:

Nadere informatie

Evaluatie in de Europese Commissie. Dhr. Johan Geyskens, Europese Commissie, DG Budget, Evaluation Unit

Evaluatie in de Europese Commissie. Dhr. Johan Geyskens, Europese Commissie, DG Budget, Evaluation Unit Evaluatie in de Europese Commissie Dhr. Johan Geyskens, Europese Commissie, DG Budget, Evaluation Unit 1 INHOUD Basis concepten in de Commissie Evaluatie capaciteit Evaluatie netwerk Wettelijk kader and

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

TNO Triskelion BV REACH: is de arbeidshygiënist uitgespeeld?

TNO Triskelion BV REACH: is de arbeidshygiënist uitgespeeld? TNO Triskelion BV REACH: is de arbeidshygiënist uitgespeeld? 2 april 2014 REACH Registratie 38533 registraties, 7605 unieke stoffen Implementatie in volle gang blootstellingscenario s Evaluatie 2012: 36

Nadere informatie

Revoluties inzake criminaliteitsstatistiek

Revoluties inzake criminaliteitsstatistiek Revoluties inzake criminaliteitsstatistiek EULOCS : een classificatiesysteem voor misdrijven op het niveau van de Europese Unie Wendy De Bondt Assistent en doctoraatsstudent UGent www.ircp.org Universiteitstraat

Nadere informatie

Classification of triangles

Classification of triangles Classification of triangles A triangle is a geometrical shape that is formed when 3 non-collinear points are joined. The joining line segments are the sides of the triangle. The angles in between the sides

Nadere informatie

Verzelfstandiging: de verschillende manieren

Verzelfstandiging: de verschillende manieren Verzelfstandiging Wim Rasschaert (Rasschaert Advocaten), David Vanholsbeeck (VVSG) en Ilse Holvoet Jeugdcentrum Vleugel F Achtergrond: jeugdbeleid bekeken als taak van gemeentelijk belang p 24 september

Nadere informatie

SCHOLEN DIE VERBINDEN Naar een beter begrip van de impact van binding en een autoritatief schoolklimaat op spijbelen

SCHOLEN DIE VERBINDEN Naar een beter begrip van de impact van binding en een autoritatief schoolklimaat op spijbelen SCHOLEN DIE VERBINDEN Naar een beter begrip van de impact van binding en een autoritatief schoolklimaat op spijbelen Gil Keppens & Bram Spruyt SCHOLEN DIE VERBINDEN Naar een beter begrip van de impact

Nadere informatie

IT risk management voor Pensioenfondsen

IT risk management voor Pensioenfondsen IT risk management voor Pensioenfondsen Cyber Security Event Marc van Luijk Wikash Bansi Rotterdam, 11 Maart 2014 Beheersing IT risico s Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor de hele procesketen,

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie