Handboek voor Tussen Schoolse Opvang

Transcriptie

1 Handboek voor Tussen Schoolse Opvang

2 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Hoofdstuk 1 Visie overblijven op de Koningin Julianaschool... 4 Hoofdstuk 2 Organisatiestructuur van het overblijven... 4 Hoofdstuk 3 Taken en bevoegdheden... 5 Hoofdstuk 4 De kosten voor het overblijven... 6 Hoofdstuk 5 Afspraken met de ouders van de overblijfkinderen... 7 Hoofdstuk 6 Afspraken met de overblijfkinderen... 8 Hoofdstuk 7 Gang van zaken tijdens de lunch bij groep 1 en Hoofdstuk 8 Gang van zaken tijdens de lunch bij groep 3 t/m Hoofdstuk 9 Gang van zaken na het eten Hoofdstuk 10 Wat te doen bij regen Hoofdstuk 11 Klachtenprocedure

3 Voorwoord Het bestuur van Stichting Hervormde Scholen De Drieslag heeft ervoor gekozen de organisatie en de uitvoering van het overblijven niet uit te besteden aan een commerciële organisatie maar in eigen beheer te houden. Daarbij wil het bestuur de nadruk leggen op kwaliteit. Per school is een overblijfcoördinator aangesteld. Naast deze coördinator is er op de Koningin Julianaschool een overblijfteam aanwezig om de kinderen te begeleiden tijdens het overblijven. Dit overblijfteam bestaat uit een vaste groep ouders die samen zorg dragen voor het overblijven. Het overblijfteam komt twee à drie keer per jaar bij elkaar om het overblijven te evalueren en eventuele verbeteringen te bespreken. Ook denken zij na over de aanschaf van nieuw materiaal, het aanbieden van extra activiteiten. Het is ons doel om het gezellig te maken voor alle overblijfkinderen, waarbij wij afspraken hebben die voor iedereen hanteerbaar zijn. Deze afspraken vormen een leidraad voor hoe we met elkaar kunnen overblijven op een prettige, gezellige en positieve manier, zowel voor de kinderen als voor de overblijfouders. In dit handboek zijn de afspraken en de gang van zaken rondom het overblijven te lezen. Ageeth Russcher (directeur) Eveline Polinder (overblijfcoördinator) maart

4 Hoofdstuk 1 Visie overblijven op de Koningin Julianaschool Het is voor elk ingeschreven kind van de Koningin Julianaschool mogelijk om gebruik te maken van de overblijfvoorzieningen van de school. Het overblijven willen wij zoveel mogelijk laten lijken op het thuis gebruiken van de maaltijd. Het is ons streven dat een kind zich thuis voelt tijdens het overblijven. Dit houdt in dat: Het eten ordelijk en gezellig verloopt; We gezamenlijk bidden en danken voor de maaltijd; Er een Bijbelverhaal of een Bijbelgedeelte met een dagboek wordt gelezen; Er na of voor het eten voldoende mogelijkheden zijn voor ontspanning. In principe spelen we het buiten. Het schoolbeleid is de basis voor de omgangsvormen tussen kinderen en overblijfouders, dus de schoolregels zoals omschreven in de schoolgids gelden ook tijdens het overblijven. Omdat het overblijven toch anders is dan een lessituatie hebben we afspraken gemaakt waarvan we verwachten dat de kinderen zich er aan houden. Deze afspraken staan verderop in dit handboek. We verwachten dat u deze thuis met de kinderen doorneemt, op school zal dit ook aan de orde komen. De aan het overblijven verbonden kosten worden doorberekend aan de ouders. Hoofdstuk 2 Organisatiestructuur van het overblijven Overblijven is gedurende de middagpauze, onder toezicht, op school verblijven. Dit overblijven bestaat uit twee gedeelten, namelijk de lunch en een gedeelte vrije tijd. De lunch wordt binnen de onder- midden- en bovenbouw gehouden in diverse klaslokalen, in het vrije gedeelte is er ruimte voor ontspanning. De eindverantwoordelijkheid voor het overblijven is in handen van de directie. De directie heeft voor de dagelijkse leiding een overblijfcoördinator aangesteld. Zij is vrijwilliger en legt verantwoording af aan de directie. Op onze school is mevr. Eveline Polinder de overblijfcoördinator. In samenwerking met de directeur verzorgt zij alle zaken betreffende het overblijven. Naast de overblijfcoördinator is er een overblijfteam actief, een vaste groep ouders die minimaal één keer in de week komt overblijven. Zij zijn vertrouwd met de gang van zaken en bouwen een band op met de kinderen. 4

5 Hoofdstuk 3 Taken en bevoegdheden 3.1 Van de overblijfcoördinator De overblijfcoördinator is een belangrijk aanspreekpunt voor iedereen die betrokken is bij de overblijf; de kinderen, de ouders, de overblijfouders, de leerkrachten en de directie. Zij vervult hiervoor de volgende taken: Zorgt voor up-to-date namenlijsten van de overblijfkinderen; Verwerkt s van ouders die betrekking hebben op de overblijf; Is beschikbaar als aanspreekpunt voor ouders; Maakt het rooster voor de overblijfouders; Werft indien nodig nieuwe overblijfouders; Geeft leiding en ondersteuning aan overblijfkrachten; Is contactpersoon voor directie en leerkrachten betreffende calamiteiten met leerlingen/overblijfkrachten; Zorgt voor aanschaf van voldoende speelmateriaal; Heeft regelmatig overleg met de directeur over de gang van zaken bij het overblijven; Is bevoegd (in overleg met de directeur) een leerling tijdelijk niet toe te laten tot het overblijven; Bij afwezigheid van de overblijfcoördinator is de directeur het aanspreekpunt. 3.2 Van de administratie De administratief medewerker Houdt de administratie bij van inkomsten en uitgaven; Voert correspondentie met ouders (bv. bij wanbetaling of calamiteiten); 3.3 Van de overblijfouder De overblijfouder is als lid van het overblijfteam verantwoordelijk voor een prettige gang van zaken tijdens de overblijftijd en houdt zich aan de afspraken en voorschriften zoals in onze schoolgids zijn vermeld. De volgende aanvullende afspraken zijn van toepassing: De overblijfouder is ruim op tijd aanwezig; Draagt er mede zorg voor dat het overblijven tijdens en na de lunch goed en plezierig verloopt; Neemt zo nodig initiatieven voor een spel en geeft leiding tijdens het opruimen zowel na het lunchen als na het spelen binnen of buiten; Let er op dat er geen kinderen worden buitengesloten of geplaagd, dat er geen ruzie gemaakt wordt of gescholden wordt; Let er op dat de jongste kleuters zich niet alleen voelen en brengt ze naar de klas; 5

6 Meldt, als er een incident heeft plaatsgevonden met een kind, dit ook bij de betreffende leerkracht; Zorgt bij afwezigheid door ziekte of een andere reden zelf voor vervanging en meldt dit aan de overblijfcoördinator en de overblijfouder waar zij de groep mee draait; Onderschrijft alle regels in dit handboek en zal zich hier voor zover het in zijn/haar vermogen ligt aan houden. Hoofdstuk 4 De kosten voor het overblijven Kinderen kunnen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen de middag op school overblijven. Deze dagen is het overblijfteam aanwezig. De kosten van het overblijven worden doorberekend aan de ouders. Hiervan wordt de vergoeding van de overblijfouders betaald en nieuw speelmateriaal aangeschaft. Het is niet de bedoeling winst te maken. De kinderen van de ouders die op dat moment overblijfkracht zijn, eten kosteloos mee. 6

7 Hoofdstuk 5 Afspraken met de ouders van de overblijfkinderen Ouders kunnen aan het begin van het schooljaar opgeven op welke vaste dagen hun kind(eren) overblijven via een inschrijfformulier. Voor kinderen die niet op een vaste dag overblijven dient de aanmelding plaats te vinden voor 8.30 uur op de betreffende schooldag via overblijven@kjsbarneveld.nl Mocht uw kind door ziekte of andere omstandigheden niet naar de overblijf komen, geef dit dan ook op tijd (voor uur) door via overblijven@kjsbarneveld.nl Tijdens het overblijven gelden dezelfde algemene gedragsregels als op school, er zijn ook regels voor de kinderen tijdens het overblijven, deze zijn in dit handboek omschreven; Van de ouders wordt verwacht dat deze regels met de kinderen worden doorgenomen, voordat er van het overblijven gebruik wordt gemaakt; Het is niet toegestaan dat kinderen tijdens het overblijven van het schoolplein afgaan; De kinderen mogen geen snoep meenemen; Als er zich tijdens het overblijven problemen hebben voorgedaan, kan hierover contact opgenomen worden met de overblijfcoördinator, dan wel de directeur. Zie hiervoor de klachtenprocedure; De kinderen en overblijfouders zijn tijdens het overblijven W.A. verzekerd. 7

8 Hoofdstuk 6 Afspraken met de overblijfkinderen Voordat we gaan eten zorgen we dat we naar het toilet zijn geweest, tijdens het eten proberen we dit te vermijden; Voor het eten bidden we gezamenlijk, na het eten danken we gezamenlijk; We zitten tijdens het overblijven ieder aan een eigen tafel. De kinderen nemen hun eigen afval in hun trommeltje mee naar huis. We zitten allemaal recht aan de tafel en wippen niet met onze stoel; We zitten alleen aan onze eigen spullen; We gedragen ons netjes en beleefd tegen overblijfouders; We gaan met de andere kinderen, zowel binnen als buiten, op de goede manier om; We schreeuwen niet en maken geen rare geluiden; Voor het danken worden de trommels en de bekers opgeruimd en in de tassen gedaan. Tijdens het bidden en danken liggen alle tassen op de grond; Tijdens het lezen uit de Bijbel of het dagboek luister je stil. Tijdens het bidden en danken luister je eerbiedig en bid je mee; Voor we naar buiten gaan, gaan we nog naar het toilet. Hoofdstuk 7 Gang van zaken tijdens de lunch bij groep 1 en 2 Om 11.5 uur staat er voor de overblijfouders een box met materiaal en een namenlijst klaar; Als de leerkracht met de kinderen naar buiten gaat, blijven de overblijfkinderen achter in hun eigen lokaal; Een van de overblijfouders haalt de kleuters op uit hun eigen lokaal en neemt ze mee uit de andere groep naar het overblijflokaal; De andere overblijfouder gaat gelijk naar het overblijflokaal en vangt daar de kleuters op; Voor het overblijven gaan de kinderen naar het toilet; Een van de overblijfouders bidt met de kinderen, daarna wordt er gegeten en gedronken; De namenlijsten worden vervolgens nagegaan. De aanwezige kinderen worden afgevinkt. Van kinderen die wel op de lijst staan maar niet aanwezig zijn wordt nagegaan waar ze zijn; Overblijfouders zien er op toe dat kinderen hun eten opeten en hun drinken opdrinken. Er moet in elk geval één boterham worden opgegeten en een beker of pakje worden leeggedronken; Heeft een kind om en reden zijn brood/drinken niet op, dan doet de overblijfmoeder een briefje voor de ouders in de broodtrommel van het kind. Het afval wordt opgehaald. Kinderen hoeven hierdoor niet zelf door de klas te lopen; 8

9 Na het eten leest een overblijfouder een gedeelte voor uit een kinderbijbel en wordt er vervolgens gedankt; De kinderen hangen hun tas weg, doen hun jas aan en gaan met een van de overblijfouders naar buiten om te spelen; De andere overblijfouder blijft achter met de kinderen die nog niet klaar zijn, zorgt dat het lokaal netjes achterblijf en gaat dan ook naar buiten. Hoofdstuk 8 Gang van zaken tijdens de lunch bij groep 3 t/m 8 Om uur staat er voor de overblijfouders een box met materiaal en een namenlijst klaar; De overblijfmoeder wacht bij het lokaal. De kinderen komen er zelf naar toe. Wanneer alle kinderen aanwezig zijn en op hun plaats zitten, wordt er gebeden en kunnen de kinderen eten. Tijdens het eten mogen ze niet van hun plaats; De namenlijst wordt gecontroleerd, de aanwezige kinderen worden aangevinkt. Van kinderen die wel op de lijst staan maar niet aanwezig zijn wordt nagegaan waar ze zijn; De kinderen mogen tijdens het eten een kindertijdschrift lezen, er wordt opgelet of een kind zijn broodtrommeltje leeg eet; Het afval wordt opgehaald. Kinderen hoeven hierdoor niet zelf door de klas te lopen; Wippen met stoelen is verboden, met elkaar stoeien tijdens het eten ook! De overblijfouder spreekt de kinderen hier op aan. Indien een kind zich niet wil aanpassen aan de regels van het handboek, kan een kind verwezen worden naar de overblijfcoördinator of de directeur; Nadat ieder kind zijn eten op heeft, worden de tijdschriftjes opgehaald en wordt er een gedeelte uit een kinderbijbel of dagboek gelezen en gedankt; De kinderen hangen hun tas weg, doen hun jas aan en gaan met een van de overblijfouders naar buiten of maken gebruik van één van de activiteiten binnen; De andere overblijfouder blijft achter met de kinderen die nog niet klaar zijn, zorgt dat het lokaal netjes achterblijf en gaat dan ook naar buiten. 9

10 Hoofdstuk 9 Gang van zaken na het eten In principe spelen alle kinderen buiten. Bij echte regen mogen de kinderen in hun eigen lokaal een rustig spel doen uit de overblijfkar of kleuren. De kinderen blijven niet onnodig in de gang en in het lokaal hangen. Iedereen blijft op zijn eigen plein. Dit betekent dat groep 1-4 op het kleine plein spelen en bij de zandbak. Groep 5-8 is op het grote plein en komt niet in de zandbak. Op het plein spelen we met de spullen uit de overblijfkar en de speelgoedbak. Voor de zandbak mogen de overblijfouders speelgoed uit de kleuterschuur halen en bergen ze dit zelf weer op. Kinderen mogen niet in de kleuterschuur en de papierschuur komen. Tijdens de buitenpauze mogen de kinderen na melding om de beurt naar het toilet. De pleinwacht wordt om 12.50u overgenomen door de leerkrachten. Als de leerkrachten buiten komen, gaan de kleuters met de overblijfmoeders naar de klas en wordt al het buitenspeelgoed opgeruimd. Tijdens de pleinwacht zorgen ouders ervoor dat ze met elkaar het hele plein in de gaten kunnen houden door verspreid op het plein aanwezig te zijn; met name de ingang, het hek, de zandbak en het schuurtje worden goed in de gaten gehouden. 10

11 Hoofdstuk 10 Wat te doen bij regen De kleutergroepen blijven in hun eigen lokaal en gaan daar kleuren of een spelletje doen. Er staat een map met kleurplaten in de overblijfkast. Deze mogen worden uitgedeeld samen met de kleurtjes en stiften. Om uur wordt er opgeruimd. De overblijfouders zien er op toe dat dit netjes gebeurt; Op de gang kunnen er spelletjes worden gedaan of kan er met de blokken worden gespeeld; Er wordt gelegenheid gegeven naar het toilet te gaan; Om uur gaan de kinderen naar hun eigen klas en worden door hun eigen juf opgevangen. De middenbouw en bovenbouw blijven in het eigen lokaal waar zij spelletjes kunnen doen of kunnen tekenen. Er kan ook gebruik worden gemaakt van de binnenactiviteiten beneden in de hal. Het digibord of de computers mogen niet gebruikt worden; Er wordt niet gerend of geschreeuwd door de school; Om uur gaan de kinderen opruimen en om uur gaan de kinderen naar hun eigen klas. 11

12 Hoofdstuk 11 Klachtenprocedure Met deze klachtenregeling wordt beoogd om tot een zorgvuldige behandeling van klachten te komen. Klachten rond de dagelijkse gang van zaken Daar waar ouders een klacht hebben met betrekking tot het overblijven, dienen zij contact op te nemen met de overblijfcoördinator. De overblijfcoördinator neemt dan, in overleg met de directie, een van de volgende stappen: De klacht wordt aangehoord en daar waar mogelijk zal de coördinator deze meteen proberen op te lossen; De klacht wordt aangehoord, maar daar waar het o.a. gaat om het niet goed functioneren van overblijfkrachten of problemen met kinderen zal de coördinator, in overleg met de directie, een nieuwe afspraak met de desbetreffende ouder maken zodat zij de gelegenheid heeft eerst het een en ander uit te zoeken. Tijdens de volgende afspraak wordt aangegeven wat er verder met de gemelde problemen wordt gedaan. Indien nodig zal de betreffende de overblijfouder hierbij aanwezig zijn. Klachten met betrekking tot de overblijfcoördinator Hiervoor is de directie van de school het aanspreekpunt. De directie is de leidinggevende van de overblijfcoördinator. De directie neemt dan de volgende stap: Na het aanhoren van uw klacht zal er een vervolgafspraak worden gemaakt met u om de problemen, indien nodig in aanwezigheid van de overblijfcoördinator, verder te bespreken en op te lossen. Klachten die betrekking hebben op het gedrag van een kind Alle overblijfkinderen zullen van de directeur een brief krijgen waarin de spelregels worden genoemd om het overblijven voor een ieder prettig en gezellig te houden. Kinderen die zich niet aan de regels houden, worden zo nodig door de overblijfcoördinator of directeur hierop aangesproken. Is er geen verbetering in het gedrag te bemerken dan neemt de overblijfcoördinator, in overleg met de directie, contact op met de ouders. Mocht er nadat er contact met ouders is geweest geen duidelijke verbetering optreden, dan schorst de directie de betreffende leerling voor (on)bepaalde tijd. 12