EUROCLASSICA - European Latin Exam/Vestibulum 2010 Chairwoman: Barbara Bell, Author of Minimus

Transcriptie

1 1 EUROCLASSICA - European Latin Exam/Vestibulum 2010 Chairwoman: Barbara Bell, Author of Minimus Instructies ELEX

2 2 Je hebt het hele lesuur de tijd. Je mag geen vragen stellen. Werk goed door. Laat even open wat je niet weet en kijk daar naar afloop nog eens naar. Er zijn 40 vragen. Met elke vraag kun je 1 punt verdienen. Bij antwoorden met een O is er slechts 1 antwoord goed. Bij antwoorden met een kunnen er meerdere antwoorden goed zijn. Als je vragen goed hebt, verdien je een gouden medaille. Als je vragen goed hebt, verdien je een zilveren medaille Als je vragen goed hebt, verdien je een bronzen medaille Veel plezier!

3 3 De tragische geschiedenis van Phaeton Dit verhaal vertelt wat er gebeurt, als je probeert een taak op je te nemen waar je nog niet klaar voor bent. Phaethon est filius Phoebi. Amicus Phaethontis de fama divinae originis dubitat: Non es filius dei. Non habes dona deorum. Non vera est tua fabula. Magna ira Phaethontem movet: Filius dei sum! Phoebe, da signum! vocat Phaethon. Phoebus puerum auscultat et sine mora volat de caelo. O mi fili, quid desideras? Phoebus rogat: Pecuniam? Sapientiam? Vitam sine curis? Respondet Phaethon: Habenas habere et currum Solis agere desidero. O stulte puer! Malum est tuum consilium. Non debes officia deorum desiderare. Phoebus filium monet, sed puer magna pericula non videt. Equi valent; non valet Phaethon. Currus sine vero magistro errat in caelo. Quid videmus? De caelo cadit Phaethon. O mala fortuna! Phoebus = Apollo divinus = goddelijk origo, - inis = oorsprong verus = waar auscultare = horen, luisteren naar desiderare = wensen, verlangen habena = teugel currus = wagen stultus = dom, stom consilium = plan debere = moeten monere = waarschuwen valere = sterk zijn verus = echt magister = meester errare = dwalen fortuna = lot 1. Wie twijfelt er aan de roem van Phaetons goddelijke afstamming?

4 4 Phaethons vriend Phoebus Phaethon Phoebus zoon 2. Hoe reageert Phaeton op deze twijfel? Hij wordt boos. Hij is gelukkig. Hij huilt. Hij is teleurgesteld. 3. Wat komen we te weten over de komst van Phoebus? Hij vliegt naakt (zonder schaamte) Hij komt onmiddellijk aangevlogen (zonder uitstel) Hij valt uit de lucht (zonder vleugels) Hij komt helemaal niet 4. Wat is Phaethon s grootste wens? de teugels van de paarden van de zonnewagen vast te houden een eigen kamer een ligstoel om te zonnebaden een paard, waarop hij door de velden kan rennen 5. Hoe reageert Phoebus daarop?

5 5 Hij zegt dat Phaeton de paarden eerst moet voeden Hij geeft hem huisarrest Hij zegt dat Phaeton dit niet moet wensen Hij stemt meteen toe 6. Wat gebeurt er met Phaeton? Hij heeft een nieuw idee Fortuna valt uit de lucht Hij valt uit de lucht Hij luistert naar zijn vader en er gebeurt niks 7. Wie is Phaethon? Een vriend van Phoebus De zoon van Phoebus De broer van Phoebus 8. Kruis alle werkwoorden aan uit de volgende zin: Phoebus filium monet, sed puer magna pericula non videt. pericula puer Phoebus sed monet magna filium non videt

6 6 9. Welke zin is het correcte meervoud van de volgende zin? Non vera est tua fabula. Non vero est tua fabula. Non veris sunt tuis fabulis. Non verum sunt tuum fabulum. Non verae sunt tuae fabulae. 10. In welke tijd staat het werkwoord cadit? Praesens Plusquamperfectum Perfectum Imperfectum 11. Wat staat er op het volgende schilderij afgebeeld? De val van Phaethon Phaethons rit met de paarden Phoebus met zijn zoon

7 7 12. Waarom wordt er getwijfeld aan Phaetons goddelijke oorsprong? Hij heeft geen goddelijke gaven Hij kan Sols wagen niet besturen De persoon die twijfelt kent Phaetons echte vader. 13 Wat is de boodschap van het verhaal? N.B. er kunnen meerdere antwoorden goed zijn. Je moet niet overmoedig zijn Liegen is slecht Je ziet wat er gebeurt als je een taak op je neemt, waar je nog niet aan toe bent. Het is heel moeilijk om Sols wagen te besturen

8 8 14. Wat is het subject (onderwerp) in de volgende zin? Currus sine vero magistro errat in caelo. in currus magistro errat sine vero caelo 15. Welke naamval is het woord deorum? Gen. Mv. Dat. Mv. Abl. Ev. Nom. Ev. 16. Welke persoon is het werkwoord vocat? 3 e Pers. Mv. 1 e Pers. Ev. 2 e Pers. Ev. 3 e Pers. Ev.

9 9 17. Non est filius dei. Hoe vertaal je dei? van god door god met goden van de god 18. Phoebe, da signum! Hoe vertaal je da? heeft gegeven zal geven geef gaf 19. Non habes dona deorum. Hoe vertaal je dona? van de gave (gen.) de gaven (acc.) de gave (nom.) door de gave (abl.) 20. Phaethon filius Phoebi. Welk werkwoord moet je aanvullen? sum sunt sumus est

10 Wat is het Latijnse woord voor fabel? fabula signum antiqua historia 22. Wat is sol? ster zon maan hemel 23. Hoe noem je angst voor spinnen? agoraphobie arachnophobie arachnophilie klaustrophobie 24. Wat is het Latijnse woord voor naschrift? de facto post scriptum in flagranti in puncto

11 Wanneer is Rome gesticht? 333 v. Chr. 735 v. Chr. 753 v. Chr. in het jaar Wie was de stichter van Rome? Priamos Caesar Romulus Remus 27. Wat is de naam van 1 van de beroemde heuvels van Rome? Circus maximus Colosseum Palatjin Gianicolo 28. Wat betekent Panem et Circenses? brood en spelen bid en werk ik kwam, zag en overwon bloemen en bonbons

12 Wat betekent cave canem? voed de hond spreek tegen de hond kijk uit voor de hond 30. Wat betekent p.m.? s morgens midden op de dag s middags s avonds 31. Welk van de volgende spelen werd er gespeeld door de Romeinse kinderen? voetbal bikkelen monopoly 32. Wat is het Colosseum? een strijdperk voor gladiatoren een fitness studio een bioscoop 33. Wat zijn de attributen van Zeus/Jupiter? bliksem en donder vuur en sneeuw druiven en bananen vulkanen en aardbevingen

13 Wat is het attribuut van Artemis/Diana? de boog een mandfles een koe een vlieg 35. Waar waste je je in het oude Rome? De keuken Openbare baden De zee 36. Welke planeet is er genoemd naar een Romeinse god? N.B. Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn. Zon Aarde Neptunus Mars 37. Hoe zagen standbeelden van Romeinse goden en godinnen in de tempels er uit? Glad wit marmer Marmer beschilderd met felle kleuren Gepolijst glas Rood marmer

14 Welke Romeinse god wordt met een druiventros afgebeeld? Bacchus Pan Mars Zeus 39. Naar welke Romeinse godin van de Liefde is een planeet vernoemd? Mercurius Venus Juno Artemis 40. Welke Romeinse god van Donder-en-Bliksem was de grootste en de beste? Hades Zeus Hephaistos Jupiter