BVE MONITOR Deelrapport Financiën

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BVE MONITOR Deelrapport Financiën"

Transcriptie

1 BVE MONITOR Deelrapport Financiën Amsterdam, maart 2005

2 INHOUDSOPGAVE 1 Introductie Doelstelling Gebruikte informatie Inhoud rapportage 3 2 Managementsamenvatting Kerncijfers Bve sector Nadere analyse uitkomsten onderzoek financiële positie Bve sector 5 3 Balans 8 4 Exploitatierekening 20 5 Kasstroomoverzicht 32 6 Toetsing financiële situatie instellingen door early warning 35 7 Meerjarenramingen 38 8 Vermogenspositie Commissie Koopmans 40 Bijlage 1 Lijst deelnemende instellingen 2 Sectorbalans Sector exploitatierekening Sector kasstroomoverzicht Uitkomsten early warning analyse

3 1 Introductie 1.1 Doelstelling De monitor heeft als doel inzicht te verkrijgen in de financiële ontwikkeling van de Bve sector door analyse van de jaarrekeningen van de instellingen binnen de sector. Ten opzichte van de voorgaande benchmark hebben wij onze rapportage uitgebreid met een toetsing van de financiële situatie op basis van een early-warning systeem alsmede met een hoofdstuk over het meerjarenperspectief van de sector op basis van de meerjarenraming van de instellingen. Verder hebben wij de monitor verdiept door in onze analyse een onderscheid te maken naar verschillende type instellingen (groot/middelgroot/klein ROC en vakinstellingen). 1.2 Gebruikte informatie Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van de jaarrekeningen over de vijfjaarsperiode van de instellingen waardoor inzicht is in de ontwikkeling van de financiële positie van de sector gedurende een langere periode. In het kader van het onderzoek hebben nadrukkelijk geen uniformeringscorrecties plaatsgevonden op de verschillende jaarrekeningen. Bij het uitvoeren van de analyse van de financiële positie is gebruik gemaakt van de (geconsolideerde) jaarrekeningen over de vijfjaarsperiode van in totaal 47 instellingen (naar de situatie ultimo 2003). Een tweetal instellingen zijn niet meegenomen in de sectorrapportage daar de gegevens over de boekjaren 1999 en 2000 ontbraken. Het effect hiervan op de financiële positie is beperkt. De instellingen zijn wel meegenomen in de early warning rapportage. In bijlage 1 is een lijst van deelnemende instellingen opgenomen. In onze analyse hebben wij een verdiepingsslag aangebracht ten opzichte van de voorgaande financiële monitor. Naast de analyse van de financiële positie van de sector als geheel hebben wij in onze analyse onderscheid gemaakt naar verschillende typen instellingen, te weten grote ROC s (met totale baten groter dan 100 miljoen), middelgrote ROC s (met totale baten tussen 50 miljoen en 100 miljoen), kleine ROC s (met totale baten kleiner dan 50 miljoen) en vakinstellingen. Deelnemers Grote ROC s (totale baten > 100 miljoen) Middelgrote ROC s (totale baten miljoen) Kleine ROC s (totale baten < 50 miljoen) Vakinstellingen Totaal aantal instellingen

4 In 2003 zijn ROC Utrecht en ROC De Amerlanden gefuseerd tot ROC Midden Nederland. In 2002 is het Dudok College ingebracht bij het ROC van Amsterdam. In de monitor is voor 2001 uitgegaan van vergelijkende cijfers over 2001 uit de jaarrekening 2002 van ROC van Amsterdam waarbij het Dudok College is opgenomen in de jaarrekening van het ROC van Amsterdam. In bijlage 1 is een lijst opgenomen van de deelnemende instellingen. 1.3 Inhoud rapportage In hoofdstuk 2 is een managementsamenvatting opgenomen van de rapportage. Hoofdstuk 3 t/m 5 behandelt de financiële positie van de sector aan de hand van de sector balans, exploitatierekening en het kasstroomoverzicht. In hoofdstuk 6 vindt een nadere analyse plaats van de financiële positie van de sector op basis van early warning systeem waarbij instellingen op basis van een zestal financiële criteria worden beoordeeld. Vervolgens wordt in hoofdstuk 7 de initiële beoordeling van de meerjarenramingen besproken. Het rapport wordt beëindigd met een nadere financiële beschouwing van de financiële positie van de sector aan de hand van de zogenaamde Koopmans formule. In de bijlagen 2, 3 en 4 zijn de balans, exploitatierekening over de jaren en kasstroomoverzicht over de jaren van de sector opgenomen. In bijlage 5 heeft een nadere uitwerking plaatsgevonden van het early warning systeem naar type instelling. Naast deze sectorrapportage zijn individuele instellingsrapportages opgesteld. Deze instellingsrapportages bevatten de balans en de exploitatierekening van de eigen instelling, uitgezet in de tijd (periode ), de voornaamste kengetallen en de uitkomst van het early warning systeem in vergelijking tot de (deel)sector. Tenslotte merken wij uit hoofde van de gedrags- en beroepsregels van Ernst & Young Accountants op dat wij geen accountantscontrole hebben toegepast op de door de instellingen verstrekte financiële gegevens. 3

5 2 Managementsamenvatting 2.1 Kerncijfers Bve sector In onderstaande tabellen is een overzicht opgenomen van de kerncijfers van de Bve sector over de periode Solvabiliteit ( x ) Eigen vermogen Egalisatierekening Voorzieningen Weerstandsvermogen Liquiditeiten ( x ) Current ratio 1,34 1,31 1,28 1,20 1,11 Totale baten Stijging van de baten (in % t.o.v. vorig jaar) 0,0 + 6,9 + 12,9 + 8,7 + 7,0 Personeelslasten (in % van de opbrengsten) 71,3 71,5 71,0 73,0 73,2 Totaal resultaat ( x ) Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat uit buitengewone bedrijfsuitoefening Rechtstreekse vermogensmutaties Totaal resultaat Kasstroom uit: Totaal ( x ) Operationele activiteiten Investerings activiteiten Financiële activiteiten Netto kasstroom De kasstroomgegevens voor 1999 ontbreken daar de jaarrekeningen 1998 geen onderdeel uitmaken van de onderzoeksperiode. 4

6 Leencapaciteit ( x ) Activa OZB Langlopende leningen Overschot/tekort op buffer eigen vermogen Overschot/tekort liquide middelen Totaal inleencapaciteit Instelling met hoogste inleencapaciteit Instelling met laagste inleencapaciteit Nadere analyse uitkomsten onderzoek financiële positie Bve sector Op basis van de toetsing aan traditionele kengetallen (de vermogens- en liquiditeitspositie) is de financiële positie van de sector als geheel goed te noemen. De solvabiliteit uitgedrukt als een percentage van het eigen vermogen ten opzichte van totale lasten is ultimo ,3% en ten opzichte van de het balanstotaal ultimo ,1%. De liquiditeit uitgedrukt in een ratio van de vlottende activa ten opzichte van de vlottende passiva ofwel de current ratio is ultimo ,11. Het eigen vermogen van de sector is in de periode met 241 miljoen toegenomen tot 1,4 miljard. Het exploitatiesaldo over deze periode bedroeg 100 miljoen, waarvan 44 miljoen aan (per saldo) buitengewone baten, met name boekwinsten op verkoop van gebouwen en terreinen. Voorts is sprake van forse rechtstreekse vermogensmutaties van in totaal 141 miljoen, met name herwaarderingen. Wij wijzen er nadrukkelijk op dat deze conclusies niet rechtstreeks gelden voor de individuele instellingen. De spreiding tussen de individuele instellingen is groot. Vanuit de analyse naar type instelling (groot, middelgroot, klein ROC en vakinstellingen) stellen wij vast dat naarmate de instelling groter is, zowel de liquiditeits- als solvabiliteitspositie verslechtert. Het exploitatiesaldo van de sector is over de periode positief. Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening laat vanaf 2001 een daling zien en was in 2002 zelfs negatief. Het resultaat uit buitengewone bedrijfsuitoefening is positief, voornamelijk toe te rekenen aan de boekwinst uit de verkoop van panden. De personele lasten zijn in de afgelopen vijf jaar gestegen van 1,5 miljard in 1999 tot 2,2 miljard in De ratio personele lasten ten opzichte van de totale baten is een belangrijke indicatie voor de kwaliteit van de financiële positie van de instelling. De ontwikkeling van de ratio personele lasten ten opzichte van de totale baten (gestegen van 71,3% in 1999 naar 73,2% in 2003) is opvallend te noemen. Dit met name omdat in die periode de baten met ruim 40% toenamen. Deze ontwikkeling verdient de komende jaren speciale aandacht. 5

7 Het saldo financiële baten en lasten is negatief en laat vanaf 2000 een stijging van de (per saldo) rentelasten zien als gevolg van een toename van de langlopende schulden. Uit het sector kasstroomoverzicht blijkt ook dat de sector zeer wel in staat is om een positieve kasstroom te genereren. In de periode bedroeg de operationele kasstroom van de sector 1,0 miljard. De investeringen bedroegen in deze periode circa 1,2 miljard en zijn derhalve nagenoeg geheel gefinancierd vanuit de operationele kasstroom. In deze periode is per saldo voor 140 miljoen aan externe financiering aangetrokken waarvan 80 miljoen in Ook hier bestaan wel aanzienlijke verschillen tussen de instellingen onderling. Als echter wordt gekeken naar de ontwikkeling in de financiële positie, aan de hand van een zestal criteria neergezet in een early warning systeem, blijkt dat de instellingen in 2003 ten opzichte van 2001 lager wordt gescoord. Vooral op de criteria exploitatiesaldo, resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, personele lasten ten opzichte van de totale baten en de liquiditeitsratio wordt lager gescoord. Onderstaande tabel laat zien op hoeveel van de in totaal zes criteria de instellingen voldoen aan de normen. Early warning Score Aantal instellingen In 2001 voldeden 21 instellingen van de 50 instellingen op alle zes criteria aan de norm, in 2002 waren dat 15 instellingen en in 2003 zijn dat 12 instellingen. In 2003 voldoen 26 instellingen aan de norm van vier of meer criteria. In 2001 waren dat nog 40 instellingen. Het aantal instellingen dat voldoet aan hoogstens drie van de zes normstellingen is toegenomen van 10 instellingen in 2001 naar 23 instellingen in Deze tendens is zorgelijk te noemen. Vooral 12 instellingen die slechts op een of twee van de gestelde criteria voldoen, zullen maatregelen moeten treffen om de financiële positie te verbeteren. Het beeld is dat de financiële positie van de sector verslechtert. Teneinde de continuïteit van de activiteiten en de financiering te waarborgen is adequate bewaking van het vermogensniveau relevant. Door een groot aantal ontwikkelingen (toegenomen activiteitenniveau, helderheid in 6

8 bekostiging, uitkomsten Commissie Schutte, Educatie, ICT-investeringen, huisvesting et cetera) is het risicoprofiel van de instellingen de afgelopen periode toegenomen. Dit stelt hogere eisen aan het risicomanagement en het besturings- en beheersingsinstrumentarium en vereist een goede financiële positie. 7

9 3 Balans Inleiding In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de financiële positie van de sector aan de hand van de sector balans. Aandacht zal hierbij worden geschonken aan de solvabiliteits- en liquiditeitspositie van de sector. Tevens is een nadere analyse van de post voorzieningen opgenomen. Solvabiliteitspositie van sector De solvabiliteit van de sector geeft aan de mate waarin de sector in staat is op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Daarbij hebben wij twee kengetallen gedefinieerd. 1 Het eigen vermogen als percentage van de lasten (eigen vermogen/totale lasten: weerstandsvermogen). 2 Het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Inzake de solvabiliteit hebben wij in onze voorgaande monitor een minimum vermogensnorm gehanteerd van 30% waarbij de solvabiliteit werd gedefinieerd als het eigen vermogen ten opzichte van de totale lasten. De overwegingen daarbij waren: De financieringsfunctie van het eigen vermogen overvleugelt de bufferfunctie. Instellingen moeten in staat zijn vreemd vermogen aan te trekken voor grotere investeringen in bijvoorbeeld huisvesting. De vermogensnorm wordt derhalve ingegeven door eisen die banken daaraan in redelijkheid zouden kunnen stellen. Een solvabiliteit van 30% van de lasten betekent dat instellingen in aanzienlijke mate in staat zijn de exploitatie aan te passen aan veranderende omstandigheden. 8

10 Eigen vermogen (inclusief egalisatierekening) als percentage van de totale lasten 56,0% 54,0% 52,0% 50,0% 48,0% 46,0% 44,0% 42,0% BVE 54,0% 52,7% 53,7% 48,6% 47,3% De solvabiliteit uitgedrukt in de verhouding eigen vermogen ten opzichte van de totale instellingslasten neemt af van gemiddeld 54,0% in 1999 naar 47,3% in Het eigen vermogen ten opzichte van de totale lasten bedroeg over ,3% (2002: 48,6%). Zoals uit de grafiek blijkt, is sprake van een lichte daling van de ratio welke niet wordt veroorzaakt door afnemende vermogens (die nemen toe), maar door hogere lasten welke verband houden met het toenemende activiteitenniveau van de instellingen en inflatie (met name de component personele lasten algemene loonsverhoging). Een nadere analyse van de ratio eigen vermogen ten opzichte van de totale instellingslasten naar type instelling geeft over de periode het volgende beeld. Eigen vermogen en egalisatierekening t.o.v. totale lasten Grote ROC's 44,1% 44,0% 50,8% 42,6% 42,1% Middelgrote ROC's 59,0% 57,4% 54,9% 51,1% 50,0% Kleine ROC's 53,8% 50,6% 52,2% 49,9% 44,8% Vakinstellingen 84,5% 85,6% 78,3% 74,2% 74,0% Sector 54,0% 52,7% 53,7% 48,6% 47,3% De vakinstellingen beschikken over de hoogste vermogensbuffer als wordt gekeken naar het eigen vermogen (inclusief de egalisatierekening) ten opzichte van de totale lasten. Middelgrote ROC s hebben in 2003 een ratio van 50,0%, kleine ROC s 44,8% en grote ROC s 42,1%. Bij alle categorieën instellingen is een daling van de ratio waar te nemen, waarbij deze voor de kleine ROC s het sterkst is. Vier van de elf kleine ROC s hebben een daling van de ratio eigen vermogen ten opzichte van de totale baten van 8% of hoger. Alle vier de instellingen worden gekenmerkt door een groeiend aantal deelnemers, een toename van de (personele) lasten en een 9

11 vrijwel gelijkblijvend of dalend eigen vermogen. Dit zogenaamde voorfinancieringseffect is het meest zichtbaar bij de kleine ROC s. De spreidingstabel voor het eigen vermogen (inclusief egalisatierekening) ten opzichte van totale lasten is als volgt. 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% In de onderstaande tabel is de ratio eigen vermogen (inclusief de egalisatierekening) ten opzichte van de totale instellingslasten over de jaren 1999 tot en met 2003 opgenomen. Het aantal instellingen is onderverdeeld naar de categorieën groter dan 50%, tussen 30% en 50% en kleiner dan 30%. Eigen vermogen ten opzichte van de totale lasten Groter dan 50% Tussen 30% en 50% Kleiner dan 30% Aantal instellingen Het aantal instellingen met een ratio van 30% of lager neemt toe van 3 instellingen in 1999 tot 7 instellingen in Het aantal instellingen met een eigen vermogen dat groter is dan 50% van de totale instellingslasten neemt af van 29 instellingen in 1999 tot 21 instellingen in

12 Eigen vermogen (inclusief egalisatierekening) als percentage van het balanstotaal De solvabiliteit van de sector, gedefinieerd als eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal, is in de afgelopen jaren afgenomen tot circa 51,1%. De ontwikkeling over de periode blijkt uit onderstaande tabel. 53,5% 53,0% 52,5% 52,0% 51,5% 51,0% 50,5% 50,0% BVE 52,9% 51,4% 52,7% 52,5% 51,1% Het eigen vermogen neemt in absolute zin toe, echter door balansverlenging daalt de solvabiliteitsratio. De balansverlenging is met name het gevolg van toenemende investeringen in gebouwen en terreinen. Een nadere analyse van de ratio eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal naar type instelling geeft over de periode het volgende beeld. Eigen vermogen en egalisatierekening t.o.v. balans totaal Grote ROC's 49,5% 48,2% 51,9% 50,5% 48,1% Middelgrote ROC's 57,3% 55,9% 55,2% 55,5% 54,2% Kleine ROC's 43,0% 40,8% 44,8% 44,7% 44,3% Vakinstellingen 57,2% 57,3% 52,6% 55,9% 54,1% Sector 52,9% 51,4% 52,7% 52,5% 51,1% Voor grote ROC s bedraagt de ratio eigen vermogen (inclusief egalisatierekening) ten opzichte van het balanstotaal in ,1% (in 2002: 50,5%). Van de in totaal zeven grote ROC s neemt bij zes instellingen de ratio af. Een instelling heeft als gevolg van een fusie een daling van de ratio van 41,7% in 2002 naar 33,7% in De overige instellingen laten eveneens een daling van de ratio zien. 11

13 De spreidingstabel voor het eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal is als volgt. 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% De spreiding van de ratio eigen vermogen inclusief de egalisatierekening ten opzichte van het balanstotaal varieert van 11,6% tot 78,4%. Dertien instellingen hebben een ratio van 40% of lager is, hetgeen een vergelijkbaar aantal is ten opzichte van de voorgaande monitor. Verloop van het eigen vermogen In absolute zin is het eigen vermogen van de deelnemende instellingen in de periode met 241 miljoen toegenomen tot 1,4 miljard. De toename van het eigen vermogen kan als volgt worden geanalyseerd. Verloopstaat eigen vermogen Totaal ( x 1.000) Saldo 1 januari Exploitatiesaldo Rechtstreekse mutatie in vermogen Subtotaal Saldo 31 december Het exploitatiesaldo over de periode bedraagt 100 miljoen, daarnaast is 140 miljoen rechtstreeks aan het eigen vermogen toegevoegd. De rechtstreekse vermogensmutaties hebben een groot effect hebben op de ontwikkeling van het eigen vermogen in de afgelopen periode. De samenstelling van deze rechtstreekse vermogensmutaties over de afgelopen jaren is als volgt. 12

14 Verloopstaat rechtstreekse mutaties eigen vermogen Totaal ( x 1.000) - Herwaardering Stelselwijzigingen Inbreng vermogen Overige mutaties Totaal In de richtlijnen is opgenomen dat slechts een selectief aantal posten met een incidenteel en uitzonderlijk karakter rechtstreeks als mutatie in het eigen vermogen kan worden verwerkt. De rechtstreekse vermogensmutaties over de periode zijn naar aard te onderscheiden in drie soorten: herwaardering van gebouwen en terreinen ad 87 miljoen, stelselwijzigingen ad 27 miljoen en inbreng van het vermogen van deelnemingen ad 13 miljoen. De herwaardering van gebouwen en terreinen in 2003 en 2001 zijn voornamelijk toe te rekenen aan één groot ROC. De negatieve herwaardering in 2002 ad 2 miljoen is gedeeltelijk toe te rekenen aan een buitengewone waardevermindering van inventaris en apparatuur. De vermogensmutatie als gevolg van stelselwijzigingen heeft betrekking op stelselwijzigingen vanwege aanpassingen van waarderingsgrondslagen bij fusie, herrubricering van voorzieningen naar bestemmingsreserves en het direct ten laste van het eigen vermogen verwerken van de reservering voor vakantiegeld en ziektekosten (in 2001). Als gevolg van de invoering van de nieuwe richtlijn met ingang van het boekjaar 2000 hebben een aantal instellingen de bestemmingsreserves (aan bestemmingsreserves moeten concrete beleids- en financieringsplannen ten grondslag liggen) geherrubriceerd. De mutatie overige in 2001 ad 13 miljoen is voornamelijk toe te schrijven aan de herrubricering tussen bestemmingsreserves en voorzieningen. Overigens merken wij op dat in een aantal gevallen de rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen niet of nauwelijks worden toegelicht. In de meeste gevallen is het niet duidelijk waar de rechtstreekse mutaties in de exploitatierekening of de balans zijn verantwoord wat de analyse bemoeilijkt. 13

15 Egalisatierekening Zoals hiervoor reeds aangegeven is met ingang van 2000 een aparte regel opgenomen voor de egalisatierekening, waarbij aansluiting is gezocht bij de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van financiële verslaggeving. De egalisatierekening heeft betrekking op het egaliseren van meerjarige investeringssubsidies. Als percentage van het balanstotaal bedroeg de post ultimo 2003 circa 1,1% van het balanstotaal (2002: 1,2%). Het effect van de egalisatierekening op de totale financiële positie is daardoor beperkt. De dotaties aan de egalisatierekening bestaan hoofdzakelijk uit: Ontvangen meerjarige investeringssubsidies; Ongerealiseerde boekwinsten op verkoop van panden. Het verloop van de egalisatierekening over de afgelopen drie jaren is als volgt. Egalisatierekening Totaal ( x 1.000) Saldo 1 januari Ontvangen investering Toegerekende subsidies Saldo 31 december Voorzieningen Vanaf 2001 zijn de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving ten aanzien van het vormen van voorzieningen nadrukkelijk aangescherpt. Bij de beoordeling van de solvabiliteit en de financiële positie van de sector speelt de post voorzieningen een belangrijke rol. Het verloop van de voorzieningen over de afgelopen drie jaren is als volgt. Verloopstaat voorzieningen Totaal ( x 1.000) Voorziening 1 januari Dotatie Onttrekkingen Vrijval Voorziening 31 december Voor het jaar 2003 is sprake van een totaal aan voorzieningen van 231 miljoen ofwel 8,3% van het balanstotaal (2002: 225 miljoen 8,6% van het balanstotaal). Er is sprake van sterk uiteenlopende voorzieningen en het onderscheid tussen voorzieningen en bestemmingsreserves wordt nog niet altijd juist gemaakt. Indien bij de berekening van de solvabiliteit de post voorzieningen wordt meegenomen is deze ultimo ,4% (2002: 61,1%) van het 14

16 balanstotaal. De ontwikkeling van deze ratio in de periode geeft voor de sector het volgende beeld. 63,0% 62,0% 61,0% 60,0% 59,0% 58,0% 57,0% BVE 61,9% 60,4% 61,3% 61,1% 59,4% Uit de sectorbalans blijkt dat de totale omvang van de voorzieningen in de afgelopen periode van vijf jaar (per saldo) nauwelijks is gewijzigd. De dotaties aan voorzieningen ten laste van de exploitatie bedragen in de periode in totaal 258 miljoen. De vrijval van voorzieningen ten gunste van de exploitatierekening bedragen in totaal 59 miljoen. Per saldo is in de periode miljoen ten laste van de exploitatie gebracht voor het vormen en in stand houden van de voorzieningen. Gedurende de periode is 178 miljoen aan de voorzieningen onttrokken. In onderstaande tabel is de stand van de post voorzieningen vergeleken met het balanstotaal, waarbij onderscheid wordt gemaakt in grote ROC s, middelgrote ROC s, kleine ROC s en vakinstellingen. Voorzieningen t.o.v. balanstotaal Grote ROC's 15,2% 14,7% 11,6% 10,8% 11,1% Middelgrote ROC's 6,7% 6,9% 7,2% 7,6% 6,6% Kleine ROC's 7,0% 7,3% 7,8% 8,5% 9,7% Vakinstellingen 2,9% 2,9% 5,1% 5,2% 4,4% Sector 9,1% 9,1% 8,6% 8,6% 8,3% Tussen de omvang van de voorzieningen zitten grote verschillen tussen de instellingen. Voor de gehele sector maakt de post voorzieningen eind ,3% uit van het balanstotaal. De grote ROC s hebben ten opzichte van het balanstotaal relatief de hoogste voorzieningen, eind ,1%, de vakinstellingen de laagste voorzieningen eind ,4%. De ratio varieert van 0,8% tot 20,2%. Grote ROC s besteden gemiddeld circa 3,2% van de totale baten aan voorzieningen, middelgrote ROC s 1,7%, kleine ROC s 2,8%, en vakinstellingen 1,9%. Bij acht instellingen is de (per saldo) dotatie aan voorzieningen ten laste van de exploitatie groter dan 5% van de totale 15

17 baten. Veelal hebben de dotaties betrekking op voorzieningen in het kader van personeelsverplichtingen onder andere als gevolg van herstructurering en mobiliteitsbevordering (zoals wachtgeld, FPU, Pemba, Seniorenplus). De toelichting op de aard van de voorzieningen is in veel gevallen tamelijk summier. In onderstaande tabel is het aantal instellingen weergegeven dat een voorziening heeft gevormd, waarbij onderscheid is gemaakt naar de aard en omvang van de voorziening. Aantal Groter dan 2 mln Tussen 1-2 mln Tot 1 mln Jaar Onderhoud Wachtgelden Overige Voorziening groot onderhoud In totaal is circa 43% van de totale voorzieningen bestemd voor groot onderhoud. In 2003 hebben 39 van de 47 instellingen een voorziening getroffen voor groot onderhoud. De totale onderhoudsvoorziening van de sector bedraagt 100 miljoen. Zeventien instellingen hebben een voorziening groter van 2 miljoen, daarvan hebben vier instellingen een voorziening van meer dan 5 miljoen. Veertien instellingen hebben een onderhoudsvoorziening van 1 miljoen of lager. Het aantal instellingen dat een onderhoudsvoorziening heeft neemt af van 45 (of 94%) van de 48 instellingen in 2001 tot 39 (of 83%) van de 47 instellingen in In het model financiële verslaggeving (vanaf het boekjaar 2002) voor BVE-VO instellingen wordt uitgegaan van het vormen van een voorziening voor groot onderhoud. Er wordt echter niet gesteld dat activering van groot onderhoud niet is toegestaan. Onder de toelichting op de materiële vaste activa is opgenomen dat verbouwingen in deze post worden opgenomen 'als deze duurzaam waarde toevoegen'aan het actief én de instelling het economisch risico over deze waardevermeerdering loopt. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan worden de uitgaven verwerkt via de voorziening groot onderhoud. Deze toelichting biedt de opening om groot onderhoud te activeren (in analogie aan verbouwingen) indien aan de twee voornoemde voorwaarden is voldaan. Wachtgeldvoorziening Het aantal instellingen dat een voorziening heeft gevormd voor de verplichtingen uit hoofde van wachtgeld neemt af van 37 instellingen in 2001 tot 28 instellingen in De totale voorziening voor wachtgeld bedraagt in miljoen, gemiddeld 2 miljoen per instelling. In 2001 bedroeg de gemiddelde voorziening voor wachtgeld 1 miljoen. Het aantal instellingen met een wachtgeldvoorziening neemt af met 24%, echter het gemiddelde bedrag per instelling verdubbelt in twee jaar. 16

18 Overige voorzieningen In 2003 hebben 36 instellingen overige voorzieningen gevormd voor in totaal 83 miljoen (gemiddeld 2 miljoen per instelling). In 2001 hadden 25 instellingen overige voorzieningen gevormd voor in totaal 94 miljoen (gemiddeld 4 miljoen per instelling). Uit de analyse van de jaarrekeningen blijkt de post overige voorzieningen zeer divers te zijn. Een algemene conclusie kan derhalve moeilijk worden getrokken. Aanscherping van de richtlijnen voor het vormen van voorzieningen zijn mede oorzaak van de afname de gemiddeld post overige voorzieningen per instelling. Wel neemt het aantal instellingen met een overige voorziening toe. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre de sector in staat is te voldoen aan haar verplichtingen op korte termijn. Daarvoor is de current ratio berekend: de verhouding tussen het totaal van de vlottende activa ten opzichte van de kortlopende schulden. Voor de current ratio hanteren wij een norm van 1. Liquiditeit: De vlottende activa in verhouding tot de kortlopende schulden (current ratio) De ontwikkeling van de current ratio van de sector over de periode geeft het volgende beeld. 1,50 1,00 0, BVE 1,34 1,31 1,28 1,20 1,11 De current ratio over 2003 van de sector bedroeg 1,11 (2002: 1,20). De ontwikkeling van de current ratio naar type instelling over de periode geeft het volgende beeld. Current ratio Grote ROC's 1,29 1,22 1,25 0,89 0,94 Middelgrote ROC's 1,28 1,28 1,25 1,33 1,13 Kleine ROC's 1,63 1,59 1,46 1,45 1,35 Vakinstellingen 2,12 2,38 1,74 2,20 2,20 Sector 1,34 1,31 1,28 1,20 1,11 17

19 Hieruit blijkt dat de naarmate de instellingen groter is de current ratio, de mate waarin de instelling op korte termijn in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen, afneemt. De current ratio varieert van 0,26 tot 7,0. De spreidingstabel voor de current ratio is als volgt. Om de spreidingstabel leesbaar te houden, is de schaal gemaximeerd tot 3,5. 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 In onderstaande tabel hebben wij onderscheid gemaakt in instellingen met een current ratio van 2 of hoger, een current ratio tussen 1 en 2 en een current ratio lager dan 1. Instellingen met een current ratio lager dan 1 hebben dus meer kortlopende schulden dan vlottende activa. Anders geformuleerd, deze instellingen hebben onvoldoende kortlopende vorderingen en liquide middelen om de kortlopende schulden te kunnen terugbetalen. Current ratio Hoger dan Tussen 1 en Lager dan Aantal instellingen Het aantal instellingen met een current ratio van 2 of hoger neemt af van 13 in 1999 naar 8 instellingen in Het aantal instellingen waarbij de kortlopende schulden hoger zijn dan de vlottende activa (current ratio lager van 1) neemt toe van 18 instellingen in 1999 tot 23 instellingen in Werkkapitaal ( x 1.000) Bruto werkkapitaal (totaal vlottende activa) Kortlopende schulden Netto werkkapitaal Het bruto werkkapitaal van de sector (totaal van de vlottende activa) bedroeg ultimo 2003 circa 667 miljoen. Het verschil tussen het bruto werkkapitaal en het totaal van de schulden op korte 18

20 termijn wordt het netto-werkkapitaal genoemd. Het netto werkkapitaal van de sector bedroeg ultimo miljoen. Ultimo 1999 bedroeg het netto werkkapitaal van de sector nog circa 149 miljoen. 19

21 4 Exploitatierekening Inleiding In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de financiële positie van de sector aan de hand van de sector exploitatierekening. Eerst zal hierbij worden ingegaan op het exploitatiesaldo in totaal en ten opzichte van de totale baten. Verder zal specifiek worden ingegaan op een belangrijke ratio, namelijk de personele lasten ten opzichte van de totale baten. Tot slot wordt de ontwikkeling van een aantal andere lasten (huisvesting, overige) gerelateerd aan de totale baten. In bijlage 3 is de exploitatierekening van de sector over de jaren 1999 tot en met 2003 opgenomen. Exploitatiesaldo Het exploitatiesaldo over de periode bedraagt in totaal 155 miljoen (gemiddeld 31 miljoen per jaar). Het exploitatiesaldo laat een dalende tendens zien van een positief resultaat van 27 miljoen in 1999 tot een positief exploitatiesaldo van 13 miljoen in Exploitatiesaldo Totaal ( x 1.000) Exploitatiesaldo Het exploitatiesaldo van de sector vertoont in 2001 een positieve uitschieter van 74 miljoen (2000: 27 miljoen). De baten stegen in 2001 ten opzichte van het voorgaande jaar met 12,9%, vooral toe te rekenen aan een groei van de rijksbijdragen van 13,8% en een groei van de overige overheidsbijdragen van 16,6%. De toename van de rijksbijdragen wordt enerzijds veroorzaakt door een stijging van het aantal deelnemers en anderzijds door jaarlijkse indexering. De lasten stegen in totaal met 11,4% ten opzichte van 2002, vooral toe te rekenen aan een stijging van de personele lasten van 12,1%. In 2002 bedraagt het exploitatiesaldo van de sector 13 miljoen. De baten stegen met 8,7% terwijl de lasten met 11,8% stegen ten opzichte van 2001, de rijksbijdragen groeiden met 7,6% terwijl de personeelslasten met 11,8% groeiden. In 2003 lopen de ontwikkeling van de baten en lasten vrijwel parallel, een groei van ongeveer 7% ten opzichte van Het exploitatiesaldo voor de gehele sector bedraagt in miljoen. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de baten en lasten over de periode samengevat, waarbij 1999 gelijk is gesteld aan 100. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de ontwikkeling van de baten en lasten in belangrijke mate afhankelijk is van de ontwikkeling van 20

22 de deelnemersaantallen en -prestaties. Voor een nadere toelichting op de ontwikkeling van de deelnemers wordt verwezen naar de deelrapportage bedrijfsvoering. Ontwikkeling van de baten en lasten Totale lasten Totale baten 1999 (index = 100) % t.o.v. vorig jaar 1999 (index = 100) % t.o.v. vorig jaar ,6% 107 6,8% ,4% ,9% ,8% 131 8,7% ,4% 140 7,0% Exploitatiesaldo als percentage van de totale baten De relatieve omvang van het resultaat kan worden afgemeten aan de rentabiliteit, gedefinieerd als de verhouding tussen het resultaat en het totaal van de baten. De rentabiliteitsratio bedraagt over deze periode 1,2%. In 2001 stijgt de ratio tot 2,9% door een relatief sterkere stijging van de baten (voornamelijk de rijksbijdragen) ten opzichte van de lasten. In 2002 en 2003 is de ratio teruggegaan tot 0,5% en 0,4%. 3,5% 3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% BVE 1,3% 1,2% 2,9% 0,5% 0,4% De spreidingstabel voor de exploitatie ten opzichte van totale baten in 2003 is als volgt. 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% -5,0% -10,0% 21

23 In 2003 hebben 21 instellingen een negatief exploitatiesaldo en 26 instellingen een positief exploitatiesaldo. Op basis van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening hebben 26 instellingen een negatief exploitatiesaldo. Instellingen met een negatief exploitatiesaldo hebben gemiddeld een ratio personele lasten ten opzichte van de totale baten van 74,8%. Instellingen met een positief exploitatiesaldo hebben gemiddeld een personeelsratio van 71,2%. Acht instellingen hebben in 2003 een rentabiliteit van 5% of hoger en gemiddeld een personeelsratio van 67,8%. Resultaat uit buitengewone bedrijfsuitoefening Volgens de OCW-Richtlijn Jaarverslaggeving VO en BVE 2002 zijn baten of lasten buitengewoon als ze niet voortvloeien uit de gewone bedrijfsuitoefening en substantieel van omvang zijn. Dit is slecht bij hoge uitzondering het geval, bijvoorbeeld bij winst of verlies bij verkoop van activa of het afstoten van een deelneming, verzekeringsuitkeringen voor zover die afwijken van de boekwaarde van verloren gegane activa en lasten die voorvloeien uit reorganisaties. De richtlijnen voor de jaarverslaggeving zijn enger en beschouwen buitengewone posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit uitzonderlijke gebeurtenissen zoals aardbevingen of onteigening en zullen daarom zelden voorkomen. Buitengewone bedrijfsvoering ( x 1.000) Buitengewone baten Buitengewone lasten Resultaat buitengewone bedrijfsuitoefening Het totale resultaat buitengewone bedrijfsuitoefening over de periode bedraagt 55 miljoen, bestaande uit 141 miljoen aan buitengewone baten en 86 miljoen aan buitengewone lasten. Uit een inventarisatie van de van de buitengewone baten van 1,0 miljoen of groter per instelling over de jaren 2001, 2002 en 2003 blijkt dat deze posten in hoofdzaak (in volgorde van meest voorkomend) bestaan uit: 1 Boekwinsten uit de verkoop van gebouwen en terreinen (circa 75%). 2 Vrijval van de voorziening groot onderhoud. 3 Vrijval van reorganisatie- en herstructureringsvoorzieningen, inclusief bijkomende wachtgeld en FPU verplichtingen. De buitengewone lasten van 1,0 miljoen of groter per instelling over de jaren 2001, 2002 en 2003 hebben voornamelijk betrekking op: 1 Dotaties aan reorganisatie- en herstructureringsvoorzieningen inclusief bijkomende wachtgeld en FPU verplichtingen. 2 Eenmalige lasten als gevolg voor het opnemen van de reservering voor vakantiegeld, vakantiedagen en vergoeding voor de ziektekosten. 3 Het resultaateffect op stelselwijzigingen. 4 Aanloopkosten voor nieuwbouw. 22

24 Personele lasten als percentage van de totale baten De totale personeelslasten vormen een belangrijk deel van de totale exploitatie. De ratio personele lasten ten opzichte van de totale baten is een belangrijke indicatie voor de kwaliteit van de financiële positie van de instelling. De totale baten zijn over de periode gestegen van 2,1 miljard in 1999 tot 3,0 miljard in 2003, een stijging van ruim 40% in een periode van vijf jaar. Zoals uit onderstaande tabel blijkt, zijn de personeelslasten dezelfde periode gestegen van 1,5 miljard in 1999 tot 2,2 miljard in 2003, een gemiddelde stijging van 8,8% per jaar. In 2003 stegen de personeelslasten gemiddeld met 7,3%. Personele lasten Personele lasten (x 1 miljoen) Personele lasten t.o.v. totale baten 71,3% 71,5% 71,0% 73,0% 73,2% Zoals ook uit de bedrijfsmonitor blijkt, heeft de BVE-sector te kampen met een vergrijzend personeelsbestand, de instellingen hebben steeds meer oudere, relatief duurdere medewerkers. In 1999 tot en met 2001 was het aandeel van de personele lasten in de totale baten circa 71%, in 2002 en 2003 is deze ratio opgelopen tot 73%. In onderstaande tabel is de ratio personele lasten ten opzichte van de totale baten nader gesplitst in grote ROC s (totale baten > 100 miljoen), middelgrote ROC s (totale baten tussen 100 miljoen en 50 miljoen), kleine ROC s (totale baten < 50 miljoen) en vakinstellingen. Personeelslasten t.o.v. totale baten Grote ROC's 69,9% 69,8% 70,5% 73,1% 72,6% Middelgrote ROC's 72,4% 72,7% 71,7% 73,4% 73,8% Kleine ROC's 70,8% 72,2% 70,3% 71,7% 72,8% Vakinstellingen 64,4% 63,6% 62,5% 66,2% 67,8% Sector 71,3% 71,5% 71,0% 73,0% 73,2% In 2003 is het aandeel van de personele lasten ten opzichte van de totale baten bij de middelgrote ROC s het hoogst. De vakinstellingen hebben het laagste aandeel personele lasten ten opzichte van de totale baten, in ,8%. De personele lasten zijn over het algemeen weinig flexibel en bevatten een belangrijk deel aan vaste lasten. Uit onderstaande spreidingstabel van de personele lasten ten opzichte van totale baten in 2003 blijkt een grote variatie te bestaan tussen de instellingen, van 56,2% tot 84,6%. 23

25 85,0% 80,0% 75,0% 70,0% 65,0% 60,0% 55,0% Rijksbijdrage als percentage van de totale baten De totale rijksbijdrage over de periode bedraagt 9,6 miljard. Gedurende deze periode zijn de rijksbijdragen gestegen met gemiddeld 7,4% per jaar. In 2001 stegen de rijksbijdragen met 13,8%, deze groei is in de daarop volgende jaren teruggelopen tot 7,6% in 2002 en 4,7% in In 2003 bedragen de totale rijksbijdragen 2,2 miljard of 73,5% van de totale baten. Rijksbijdrage t.o.v. totale baten Grote ROC's 71,4% 71,2% 70,5% 69,3% 66,9% Middelgrote ROC's 77,8% 78,0% 79,3% 78,7% 77,8% Kleine ROC's 71,9% 71,6% 73,0% 71,7% 69,1% Vakinstellingen 90,0% 90,8% 89,4% 91,5% 91,4% Sector 75,2% 75,2% 75,9% 75,1% 73,5% Over de afgelopen vijf jaar valt te constateren dat het aandeel van de rijksbijdrage als percentage van de totale baten licht afneemt. De stagnerende groei van de rijksbijdragen wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de baten uit de tweede en vooral derde geldstroom (educatiegelden, inburgeringgelden, werk voor derden). Voor de vakinstellingen geldt dat zij relatief weinig andere opbrengsten hebben dan de rijksbijdragen (in ,4% van de totale baten). Voor middelgrote ROC s is het aandeel van de rijksbijdrage in de totale baten 77,8%, voor de kleine ROC s 69,1% en voor de grote ROC s 66,9%. Hieruit kan worden opgemaakt dat naar mate de omvang van de instelling (gemeten in baten) toeneemt, de instelling relatief meer andere opbrengsten dan rijksbijdragen genereert. 24

26 De spreidingstabel voor de rijksbijdrage ten opzichte van totale baten in 2003 is als volgt. 100,0% 95,0% 90,0% 85,0% 80,0% 75,0% 70,0% 65,0% 60,0% 55,0% 50,0% De spreiding van de ratio rijksbijdragen ten opzichte van de totale baten varieert tussen 52,6% en 95,6%. Dertien instellingen (van de 47 instellingen) hebben in 2003 een ratio van 70% of lager. Hiervan hebben negen instellingen (van de in totaal 21 instellingen) een negatief exploitatiesaldo (70%). Overige overheidsbijdrage t.o.v. totale baten De overige overheidsbijdragen hebben voornamelijk betrekking op educatie- en inburgeringgelden. De totale overige overheidsbijdragen over de periode bedragen 1,7 miljard. Gemiddeld stijgen de overige overheidsbijdragen met 11,5% per jaar, in 2003 stegen de overige overheidsbijdragen met 18,5% ten opzichte van De ratio overige overheidsbijdragen ten opzichte van de totale baten bedraagt voor de gehele sector in ,7%. Het aandeel van de overige overheidsbijdragen in de totale baten is bij grote ROC s (20,8%) aanmerkelijk groter dan de middelgrote ROC s (10,8%). Kleine ROC s hebben een ratio van 17,1%. Overige overheidsbijdragen t.o.v. totale baten Grote ROC's 17,9% 17,6% 19,0% 18,9% 20,8% Middelgrote ROC's 9,6% 9,6% 9,7% 9,7% 10,8% Kleine ROC's 16,9% 16,6% 15,9% 15,5% 17,1% Vakinstellingen 0,9% 0,8% 1,3% 1,5% 1,4% Sector 13,1% 12,9% 13,3% 13,3% 14,7% 25

27 De spreidingstabel voor de overheidsbijdragen ten opzichte van totale baten in 2003 is als volgt. 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% Vijf van de zeven grote ROC s hebben een ratio van 20% of hoger. Drie vakinstellingen hebben geen overige overheidsbijdragen. De overige vakinstellingen en vier ROC s hebben een ratio van 5% of lager. Opbrengst werk voor derden (contractonderwijs en onderzoek) t.o.v. totale baten De opbrengst werk voor derden bestaat voornamelijk uit contractonderwijs en onderzoek. De opbrengst werk voor derden bedraagt over de periode miljoen. We zien een toenemende groei van de opbrengst werk voor derden. Over de afgelopen vijf jaar is de opbrengst gemiddeld gegroeid met 9,8%. In 2001 was de groei ten opzichte van het voorgaande jaar nog 8,7%, in 2002 groeide de opbrengsten met 11,4% en in 2003 met 20% tot een bedrag van 131 miljoen of 4,3% van de baten. Uit onderstaande tabel blijkt dat vooral de kleine ROC s een groter aandeel hebben in de opbrengst werk voor derden. Opbrengst werk voor derden t.o.v. totale baten Grote ROC's 3,4% 3,6% 4,0% 4,0% 4,9% Middelgrote ROC's 4,4% 3,8% 3,4% 3,5% 3,5% Kleine ROC's 5,3% 5,8% 5,2% 5,6% 7,2% Vakinstellingen 1,5% 1,3% 1,4% 1,0% 1,6% Sector 4,1% 3,9% 3,8% 3,9% 4,3% 26

28 De spreidingstabel voor de opbrengst werk voor derden ten opzichte van totale baten in 2003 is als volgt. 20,0% 18,0% 16,0% 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% Uit bovenstaande grafiek blijkt dat een negental instellingen geen opbrengst werk voor derden hebben of deze in de jaarrekening verantwoorden onder de overige baten. Dit geeft een enigszins vertekend beeld. Vijf instellingen hebben een ratio van 10% of hoger, te weten een groot ROC, twee middelgrote ROC s en twee kleine ROC s. Overige baten inclusief deelnemersbijdragen t.o.v. totale baten Volgens de OCW Richtlijn Jaarverslaggeving VO en BVE 2002 moeten examengelden apart worden verantwoord in de exploitatierekening onder de post 3.3. De deelnemersbijdragen moeten worden verantwoord onder de post overige baten (3.5.1). Het blijkt dat instellingen verschillend omgaan met de presentatie van de deelnemersbijdragen in de jaarrekening. Dertig van de zevenenveertig instellingen verantwoorden de deelnemersbijdragen onder de post overige baten, zeventien instellingen verantwoorden de deelnemersbijdragen onder de post examengelden. Voor de vergelijkbaarheid hebben wij de deelnemersbijdragen die zijn verantwoord onder de post examengelden toegevoegd aan de post overige baten en deze baten in de onderstaande tabel gerelateerd aan de totale baten. Overige baten incl. deelnemersbijdrage t.o.v. totale baten Grote ROC's 7,3% 7,5% 6,5% 7,8% 7,3% Middelgrote ROC's 8,2% 8,7% 7,6% 8,0% 7,8% Kleine ROC's 5,9% 6,0% 5,9% 7,2% 6,6% Vakinstellingen 7,5% 7,1% 7,9% 6,0% 5,6% Sector 7,6% 8,0% 7,0% 7,8% 7,5% De overige baten inclusief deelnemersbijdragen bedragen in totaal 975 miljoen over de periode Voor 2003 bedragen de overige baten inclusief deelnemersbijdragen 225 miljoen. Gemiddeld stegen deze baten over de afgelopen vijf jaar met 7,5%. Gezien de diversiteit van deze opbrengstencategorie is het niet mogelijk om op sectorniveau een tendens te onderkennen. De 27

29 ratio varieert van 1,7% tot 20,1%. De spreidingstabel voor de overige baten inclusief deelnemersbijdragen ten opzichte van totale baten in 2003 is als volgt. 21,0% 19,0% 17,0% 15,0% 13,0% 11,0% 9,0% 7,0% 5,0% 3,0% 1,0% Overigens merken wij op dat aangezien de rijksbijdragen van OC&W een substantieel deel uitmaakt van de totaal baten en de opbrengst werk voor derden en de overige baten slechts een klein bestanddeel vormen betekent dit dat bij een relatief geringe toename van de rijksbijdrage de percentages ten opzichte van het totaal snel vertekenen. Afschrijvingen als percentage van de totale baten De afschrijvingslasten bedragen over de periode in totaal 777 miljoen. In 2003 bedragen de afschrijvingslasten 171 miljoen. De afschrijvingslasten zijn de afgelopen periode gestegen met gemiddeld 4,8% per jaar. De afschrijvingen op gebouwen en overige materiële vaste activa (zoals inventaris en apparatuur) bedragen in ,7% van de totale baten. Onderstaande tabel laat een licht dalende tendens zien. Afschrijvingslasten t.o.v. totale baten Grote ROC's 5,9% 6,1% 6,1% 6,0% 5,3% Middelgrote ROC's 6,7% 6,2% 5,7% 5,7% 5,6% Kleine ROC's 6,7% 7,0% 6,6% 6,7% 6,7% Vakinstellingen 8,0% 8,2% 9,4% 9,9% 9,5% Sector 6,4% 6,3% 6,0% 6,0% 5,7% De vakinstellingen investeringen relatief meer in inrichting en apparatuur. Deze materiële vaste activa hebben een relatief korte economische levensduur. De afschrijvingslasten van deze instellingen beslaan een groter deel van de totale baten (in ,5%). Uit bovenstaande tabel blijkt dat naar mate instellingen groter zijn, de afschrijvingslasten een minder groot deel uitmaken van de totale baten. De spreiding van de ratio afschrijvingen ten opzichte van de totale baten varieert van bijna 3,9% tot 11,5%. 28

30 12,0% 11,0% 10,0% 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% Afschrijvingen ten opzichte van de boekwaarde primo boekjaar De afschrijvingen over 2003 ten opzichte van de boekwaarde primo 2003 zijn gemiddeld circa 9,2%, hetgeen een gemiddelde afschrijvingstermijn betekent van circa 11 jaar. Bij ROC s ligt de gemiddelde afschrijvingstermijn tussen 10 en 11 jaar, bij vakinstellingen is de afschrijvingstermijn gemiddeld 8 jaar. Afschrijvingslasten t.o.v. boekwaarde primo boekjaar Grote ROC's 11,1% / 9 jaar 10,2% / 10 jaar 8,9% / 11 jaar Middelgrote ROC's 9,0% / 11 jaar 9,0% / 11 jaar 9,0% / 11 jaar Kleine ROC's 9,7% / 10 jaar 10,0% / 10 jaar 9,7% / 10 jaar Vakinstellingen 12,8% / 8 jaar 12,4% / 8 jaar 12,7% / 8 jaar Sector 9,8% / 10 jaar 9,6% / 10 jaar 9,2% / 11 jaar De spreiding van de ratio afschrijvingslasten ten opzichte van de primo boekwaarde varieert tussen 4,6% en 29,0%. Een lage ratio indiceert dat gebruik wordt gemaakt van verouderde inventaris en apparatuur, dat relatief weinig gebruik wordt gemaakt van ICT (afschrijvingstermijn 3 tot 4 jaar) of dat de materiële vaste activa over een relatief lange(re) economische levensduur worden afgeschreven. 27,0% 22,0% 17,0% 12,0% 7,0% 2,0% 29

31 Huisvestingslasten als percentage van de totale baten De totale huisvestingslasten bedragen in miljoen en zijn vanaf 1999 gestegen met gemiddeld 5,7%. In het laatste jaar zijn de huisvestingslasten gestegen met 8,9%. De huisvestingslasten als percentage van de totale baten bedroegen in ,3%, vrijwel gelijk aan de jaren 2001 en Huisvestingslasten t.o.v. totale baten Grote ROC's 9,2% 9,5% 8,7% 8,3% 8,4% Middelgrote ROC's 7,4% 6,8% 6,6% 6,6% 6,8% Kleine ROC's 6,7% 6,4% 6,0% 5,9% 6,4% Vakinstellingen 8,5% 7,2% 9,2% 8,7% 8,3% Sector 7,9% 7,7% 7,3% 7,2% 7,3% De vakinstellingen en grote ROC s hebben een ratio hoger dan 8%, bij de middelgrote en kleine ROC s ligt de ratio onder de 7%. De hoogte van de ratio is mede afhankelijk van de wijze waarop groot onderhoud in de jaarrekening van de instelling wordt verwerkt. Instellingen met een onderhoudsvoorziening hebben een hogere ratio dan instellingen die groot onderhoud activeren en over de economische levensduur afschrijven. De totale huisvestingslasten van de grote ROC s bedragen 85 miljoen of 8,4% van de totale baten. Exclusief de dotaties aan de voorziening groot onderhoud ad 8 miljoen bedragen de huisvestingslasten 73 miljoen of 7,6% van de totale baten. De spreiding van de huisvestingslasten ten opzichte van de totale baten is vrij groot, variërend tussen 3,7% en 15,2%. 15% 13% 11% 9% 7% 5% 3% Overige instellingslasten ten opzichte van totaal baten De overige instellingslasten bedragen in miljoen of 13,3% van de totale baten. De overige instellingslasten zijn in de periode gestegen met gemiddeld 8,4% per jaar. In 2003 zijn de instellingslasten slechts 2,6% gestegen ten opzichte van

32 Overige instellingslasten t.o.v. totale baten Grote ROC's 14,2% 13,7% 12,8% 14,8% 14,0% Middelgrote ROC's 12,6% 12,8% 13,1% 13,5% 13,0% Kleine ROC's 12,2% 12,7% 12,8% 13,1% 13,0% Vakinstellingen 14,5% 13,7% 12,7% 12,6% 11,9% Sector 13,1% 13,1% 13,0% 13,9% 13,3% De grote ROC s hebben gemiddeld een ratio van 14,0%, middelgrote en kleine ROC s 13,0% en vakinstellingen 11,9%. De ratio tussen instellingen varieert van 9,2% tot 18,5%. 18,0% 16,0% 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% Saldo financiële baten en lasten Het saldo financiële baten en lasten bedraagt over de periode miljoen negatief. Na een daling van de (per saldo) rentelasten van 10 miljoen in 1999 naar 5 miljoen in 2000, stijgen de rentelasten gestaag tot 14 miljoen in In 2003 stijgen de langlopende schulden met 80 miljoen tot een bedrag van 526 miljoen (een toename van 18%). 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% -1,0% -2,0% -3,0% -4,0% Gemiddeld is de sector 0,5% van de baten kwijt aan (per saldo) rentelasten. De spreiding van het saldo financiële baten en lasten ten opzichte van de totale baten varieert van 3,5% negatief tot 2,6% positief. 31

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer Jaarrekening Grondslagen Deze jaarrekening is in opdracht van het bestuur van de Stichting Hageveld Beheer en de Onderwijsstichting College Hageveld opgesteld door de Stichting Regionaal Onderwijsbureau

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

Materiële vaste activa (1) Inventaris Vorderingen (2) Overige vorderingen Overlopende activa

Materiële vaste activa (1) Inventaris Vorderingen (2) Overige vorderingen Overlopende activa JAARREKENING Balans per 31 december 2015 Winst-en-verliesrekening over 2015 Kasstroomoverzicht 2015 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2015 Toelichting

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming)

BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming) JAARREKENING 2013 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming) 2013 2012 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 301.692 349.096 301.692 349.096 Vlottende activa Vorderingen 192.327

Nadere informatie

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Jaarverslag 2016 Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en

Nadere informatie

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen. Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen. Jaar kengetal Gemiddelde sector Indicator risicoanalyse inspectie 2016 73,6% 1 Don: ondergrens 3 2015 75% Don: ondergrens 3

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande Jaarrekening 2013 Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg 57 2671MT Voorblad 0 Inhoud Opdracht 2 Resultaatvergelijk 3 Financiele positie 5 Grondslagen 7 Balans 9 V en W 11 Materiele activa

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2011 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2011 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen INHOUDSOPGAVE Pagina Rapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Jaarstukken 2011 Jaarrekening 9 Balans per 31 december 2011 10 Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

SOCIAAL EDUCATIEF KUNST EN VOLKS ACADEMIE TE DEN HAAG. Rapport inzake jaarstukken 2016

SOCIAAL EDUCATIEF KUNST EN VOLKS ACADEMIE TE DEN HAAG. Rapport inzake jaarstukken 2016 SOCIAAL EDUCATIEF KUNST EN VOLKS ACADEMIE TE DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Algemeen 2 FINANCIEEL VERSLAG 1 Bestuursverslag over 2016 4 JAARREKENING

Nadere informatie

Financieel economisch verslag

Financieel economisch verslag Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens van dochteronderneming

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 JAARVERSLAG 2014 STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 2011 EV HAARLEM Haarlem, 7 april 2015-1 - INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Resultaat 4 3 Financiële positie 5 4 Kengetallen

Nadere informatie

JAARREKENING 2015 STICHTING REIS MET JE HART

JAARREKENING 2015 STICHTING REIS MET JE HART JAARREKENING 2015 STICHTING REIS MET JE HART 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na verwerking van het verlies) 31 december 2015 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa (1) 27.897 27.897 Vlottende activa

Nadere informatie

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen Financieel verslag 2011/2012 Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Voorblad 0 Inhoud Bestuursverslag 2 Algemeen 3 Resultaatvergelijk 4 Financiele positie 5 Jaarrekening 7 Balans 8 Staat

Nadere informatie

Jaarrekening juni 2014

Jaarrekening juni 2014 Jaarrekening 2013 15 juni 2014 1 Balans per 31 december 2013 2012 Activa Vaste activa Materiële vaste activa 172.363 174.535 Vlottende activa Voorraden 31.995 33.917 Vorderingen 12.037 17.366 Liquide middelen

Nadere informatie

Stichting Buitenhuis Teteringen Binnenhof 72 F 3069 KV Rotterdam. Jaarrekening 2016

Stichting Buitenhuis Teteringen Binnenhof 72 F 3069 KV Rotterdam. Jaarrekening 2016 Stichting Buitenhuis Teteringen Binnenhof 72 F 3069 KV Rotterdam Jaarrekening 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina FINANCIEEL VERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 4 4 Kengetallen

Nadere informatie

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016 Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg 8 3947BL Langbroek KvK-nummer: 57776180 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2014 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2014 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE

JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE Haarlem, juni 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 218 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 218 JAARREKENING

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE

JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE Haarlem, juni 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG 2017 FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG GECONSOLIDEERDE BALANS 2017 Het balanstotaal ultimo 2017 bedraagt 20.282.000 en is daarmee 578.000 lager dan de balans ultimo 2016. Dit betekent een daling van 2,8%.

Nadere informatie

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010 VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP Rapport inzake jaarstukken 2010 INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsrapport 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 6 JAARREKENING 1 Balans per

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van: Tussentijdse rapportage 216 mrt van: Tussentijdse rapportage 1 van 16 8-5-216 RESULTAAT IN EURO Ontwikkeling van opbrengsten en kosten Zoals blijkt uit de winst-en-verliesrekening bedraagt het resultaat

Nadere informatie

Financiële benchmark over de cijfers van 2014

Financiële benchmark over de cijfers van 2014 Financiële benchmark over de cijfers van 01 Jaarlijkse financiële benchmark van de kengetallen, opgesteld naar aanleiding van de cijfers voortkomend uit de jaarrekeningen over het jaar 01 Ridderkerk, 1

Nadere informatie

1.1 Balans per 31 december Resultatenrekening over Kengetallen Kasstroomoverzicht over

1.1 Balans per 31 december Resultatenrekening over Kengetallen Kasstroomoverzicht over Inhoudsopgave Bladzijde 1. 1.1 Balans per 31 december 2012 1 1.2 Resultatenrekening over 2012 2 1.3 Kengetallen 3 1.4 Kasstroomoverzicht over 2012 4 1.5 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2017

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2017 Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg 8 3947BL Langbroek KvK-nummer: 5777618 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 217 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

Stichting Seinpost Slinge (kerkelijk) Het bestuur Middelharnisstraat GJ ROTTERDAM. Jaarrekening 2017

Stichting Seinpost Slinge (kerkelijk) Het bestuur Middelharnisstraat GJ ROTTERDAM. Jaarrekening 2017 Stichting Seinpost Slinge (kerkelijk) Het bestuur Middelharnisstraat 153 3086 GJ ROTTERDAM Jaarrekening 2017 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Rapport 1.1 Opdrachtbevestiging 2 1.2 Algemeen 3 1.3 Resultaatvergelijking

Nadere informatie

Stichting Centrum Wiskunde & Informatica Amsterdam. Financieel verslag 2016 (verkorte versie)

Stichting Centrum Wiskunde & Informatica Amsterdam. Financieel verslag 2016 (verkorte versie) Stichting Centrum Wiskunde & Informatica Amsterdam Financieel verslag (verkorte versie) Enkelvoudige balans per 31 december (na resultaatbestemming) Activa Ref. Vaste activa Materiële vaste activa 1 13.429.561

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2015 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2015 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Stichting Beheer Onroerend Goed Seinpost Slinge Het bestuur Middelharnisstraat GJ ROTTERDAM. Jaarrekening 2017

Stichting Beheer Onroerend Goed Seinpost Slinge Het bestuur Middelharnisstraat GJ ROTTERDAM. Jaarrekening 2017 Stichting Beheer Onroerend Goed Seinpost Slinge Het bestuur Middelharnisstraat 153 3086 GJ ROTTERDAM Jaarrekening 2017 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Rapport 1.1 Opdrachtbevestiging 2 1.2 Algemeen 3 1.3 Resultaatvergelijking

Nadere informatie

Stichting AL HOEDA WA NOER Vlaggemanstraat LA Rotterdam. Jaarrekening 2015

Stichting AL HOEDA WA NOER Vlaggemanstraat LA Rotterdam. Jaarrekening 2015 Vlaggemanstraat 11 3038 LA Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2015 Jaarrekening

Nadere informatie

Stichting Buitenhuis Teteringen Binnenhof 72 F 3069 KV Rotterdam. Jaarrekening 2015

Stichting Buitenhuis Teteringen Binnenhof 72 F 3069 KV Rotterdam. Jaarrekening 2015 Stichting Buitenhuis Teteringen Binnenhof 72 F 3069 KV Rotterdam Jaarrekening 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 4 4 Kengetallen 5 JAARREKENING

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 215 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 215 JAARREKENING

Nadere informatie

Stichting Centrum Wiskunde & Informatica Amsterdam. Financieel verslag 2015 (verkorte versie)

Stichting Centrum Wiskunde & Informatica Amsterdam. Financieel verslag 2015 (verkorte versie) Stichting Centrum Wiskunde & Informatica Amsterdam Financieel verslag (verkorte versie) 1 Enkelvoudige balans per 31 december (na resultaatbestemming) Activa Vaste activa Materiële vaste activa 1 13.433.910

Nadere informatie

Amsterdam, 1 februari Stichting De Theaterdagen JAARREKENING 2017

Amsterdam, 1 februari Stichting De Theaterdagen JAARREKENING 2017 Amsterdam, 1 februari 2018 JAARREKENING 2017 JAARREKENING 2017 pagina Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Balans per 31 december 2017 5 3. Functionele exploitatierekening 2017 7 2 1. Inleiding produceert jaarlijks

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 215/216 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR

JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Utrecht, december 2011 Inleiding... 4 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs... 5 1.1 Financieel beeld...

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES Juni 2014 JAARVERSLAG; PROCES Maart t/m Mei: voorbereiding jaarafsluiting Mei: accountantscontrole Juni: opstellen bestuursverslag

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Apeldoorn en omgeving (SKVOA) Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 31082 Onderzoeksnummer : 285999 Documentnummer

Nadere informatie

Stichting Steun Sonshine

Stichting Steun Sonshine Rapport inzake de jaarverslaggeving 2015 Inhoudsopgave Pagina 1. JAARREKENING 1.1 Balans per 31 december 2015 2 1.2 Staat van baten en lasten over 2015 4 1.3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur Jaarrekening 2016 Rapportageperiode 31 dec 2016 31 december 2016 Benchmarkperiode 31 dec 2015 31 december 2015 Printdatum 07-06-2017 om 15:55 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 3

Nadere informatie

Stichting Seinpost Slinge Maatschappelijk Het bestuur Middelharnisstraat GJ ROTTERDAM. Jaarrekening 2017

Stichting Seinpost Slinge Maatschappelijk Het bestuur Middelharnisstraat GJ ROTTERDAM. Jaarrekening 2017 Stichting Seinpost Slinge Maatschappelijk Het bestuur Middelharnisstraat 153 3086 GJ ROTTERDAM Jaarrekening 2017 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Rapport 1.1 Opdrachtbevestiging 2 1.2 Algemeen 3 1.3 Resultaatvergelijking

Nadere informatie

Stichting Manege voor Gehandicapten Amsterdam, Amsterdam Rapport inzake jaarstukken 2013

Stichting Manege voor Gehandicapten Amsterdam, Amsterdam Rapport inzake jaarstukken 2013 Stichting Manege voor Gehandicapten Amsterdam, Amsterdam Rapport inzake jaarstukken 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 1 1. Opdracht 2 2. Resultaat 3 3. Vermogenspositie Jaarstukken 2013 Jaarrekening

Nadere informatie

STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2015

STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2015 STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN 24 1621 DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel Nederland, dossiernummer 41235850 Het RSIN-nummer is 801310830. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Vereniging Vrienden van de Stadskern Zwolle te Zwolle

Vereniging Vrienden van de Stadskern Zwolle te Zwolle te Zwolle INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 6 Ondertekening van de accountantsrapportage 8 Jaarstukken 2015 Jaarrekening 9 Balans per 31 december

Nadere informatie

Stichting Adullam voor Gehandicaptenzorg

Stichting Adullam voor Gehandicaptenzorg Jaarrekening 218 van de definitief_1. Postbus 19 377 AA BARNEVELD T 88 238 5526 E info@adullamzorg.nl I www.adullamzorg.nl blad 2/14 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 218 (na resultaatbestemming, in

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Cardo

Jaarrekening Stichting Cardo Jaarrekening 2015 Stichting Cardo 2 van 16 Inhoudsopgave 1. Balans per 31 december 2015 3 2. Resultatenrekening over 2015 4 3. Kengetallen 5 4. Kasstroomoverzicht over 2015 6 5. Grondslagen van waardering

Nadere informatie

Stichting AL HOEDA WA NOER Vlaggemanstraat LA Rotterdam. Jaarrekening 2014

Stichting AL HOEDA WA NOER Vlaggemanstraat LA Rotterdam. Jaarrekening 2014 Vlaggemanstraat 11 3038 LA Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2014 Jaarrekening

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 214/215 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

FINANCIEEL VERSLAG 2014 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK

FINANCIEEL VERSLAG 2014 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK FINANCIEEL VERSLAG 2014 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK JAARREKENING 2014 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming) 31 december 2014 31 december 2013 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste

Nadere informatie

Galactosemie Vereniging Nederland. 8 mei 2015. Jaarrekening 2014

Galactosemie Vereniging Nederland. 8 mei 2015. Jaarrekening 2014 Galactosemie Vereniging Nederland 8 mei 2015 Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave 1. Jaarrekening 2014 3 1.1. Toelichting Balans 3 1.2. Toelichting Resultaat 4 2. BALANS 5 3. Staat van baten en lasten 7 4.

Nadere informatie

FINANCIEEL VERSLAG 2015 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK

FINANCIEEL VERSLAG 2015 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK FINANCIEEL VERSLAG 2015 STG. TUIN LAAG OORSPRONG OOSTERBEEK JAARREKENING 2015 1 BALANS PER 31 OKTOBER 2015 (na resultaatbestemming) 31 december 2014 31 oktober 2015 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste

Nadere informatie

Stichting bevordering muziekimprovisatie Paradox te Tilburg. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 Na resultaatbestemming. 31 december 2013.

Stichting bevordering muziekimprovisatie Paradox te Tilburg. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 Na resultaatbestemming. 31 december 2013. Stichting bevordering muziekimprovisatie Paradox te Tilburg 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 Na resultaatbestemming 31 december 2014 31 december 2013 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa (1) Gebouwen

Nadere informatie

Groesman International B.V.

Groesman International B.V. Kredietrapport Rapport datum 15-05-2014 Bedrijf Adres groesman international amsterdam - Samenvatting Bedrijfsnaam Vestigingsadres Breitnerlaan 7 Kredietadvies EUR 1.000.000 Score 7,4 Betalingsscore 7,8

Nadere informatie

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Nummer Kamer van Koophandel: 51410141 Datum: Opgesteld door: 9 april 2014 P.A. Vorstenbosch Aantal exemplaren: 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave pagina Opdracht 3 Samenstellingsverklaring

Nadere informatie

STICHTING REVIVE TE BRUCHEM. Rapport inzake jaarstukken 2015

STICHTING REVIVE TE BRUCHEM. Rapport inzake jaarstukken 2015 STICHTING REVIVE TE BRUCHEM Rapport inzake jaarstukken 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Balans per 31 december 2015 4 2 Winst-en-verliesrekening over 2015 5 3 Grondslagen voor waardering

Nadere informatie

JAARVERSLAG en JAARREKENING 2018

JAARVERSLAG en JAARREKENING 2018 Statutair gevestigd te JAARVERSLAG en JAARREKENING 2018 JAARVERSLAG BESTUUR Het boekjaar 2018 sluit met een negatief resultaat van 23.263 (2017: positief resultaat 66.099).Tegenover baten van 100.385 stond

Nadere informatie

Financiële begroting 2016

Financiële begroting 2016 Financiële begroting 2016 113 114 Voor een overzicht van de baten en lasten per programma wordt verwezen naar het overzicht opgenomen onder Begroting van Baten en Lasten in het begin van deze begroting.

Nadere informatie

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing Ons nummer: O17.001486 *O17.001486* Informatie raad/mededeling college Onderwerp jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing Commissie Boarger en Mienskip Collegebesluit d.d.

Nadere informatie

5 # 2!$# 3 )$)*!$# 3 )$)* 7#.$% 3 )$)* 4 $%!$%! '#.!*$ 1 )! $% / 0##% " # "$%! &'() !$*$!+,!! -.!!

5 # 2!$# 3 )$)*!$# 3 )$)* 7#.$% 3 )$)* 4 $%!$%! '#.!*$ 1 )! $% / 0##%  # $%! &'() !$*$!+,!! -.!! 5 # 6$ 7 "! 2!$# 3 )$)*!$# 3 )$)* 7#.$% 3 )$)* 4 $%!$%! 4 $%!$%!!) '#.!*$ 1 )! $% / 0##% " # & "$%! &'()!$*$!+,!! -.!!!! Versie: 1.0 2 BESTUURSVERSLAG Versie: 1.0 3 ! "# "!$%!& ' ( ')"*' +, & -# &'##./0-1

Nadere informatie

Voorbeeld Kapsalon Mevrouw J.A. Speld Markplein 45 3361 EA SLIEDRECHT

Voorbeeld Kapsalon Mevrouw J.A. Speld Markplein 45 3361 EA SLIEDRECHT Kapsalon Mevrouw J.A. Speld Markplein 45 3361 EA SLIEDRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Resultaten 4 Financiële positie 5 Jaarstukken 2008 Jaarrekening 7 Balans per 31 december 2008 8

Nadere informatie

Financieel verslag 2013. Stichting Tuin Laag Oorsprong. Oosterbeek

Financieel verslag 2013. Stichting Tuin Laag Oorsprong. Oosterbeek Financieel verslag 2013 Stichting Tuin Laag Oorsprong Oosterbeek Inhoud Jaarrekening Balans per 31 december 2013 3 Staat van baten en lasten over 2013 5 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten

Nadere informatie

JAARREKENING 2015 Noordhorn, 16 juni 2016

JAARREKENING 2015 Noordhorn, 16 juni 2016 JAARREKENING 2015 Noordhorn, 16 juni 2016 Inhoudsopgave jaarrekening Pagina A0 Bestuursverslag Algemene toelichting A.1.1 Balans per 31 december 2015 A.1.2 Staat van baten en lasten over 2015 A.1.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Stichting ADL gevestigd te Haarlem. Rapport inzake jaarstukken 2015

Stichting ADL gevestigd te Haarlem. Rapport inzake jaarstukken 2015 gevestigd te Rapport inzake jaarstukken 2015 INHOUDSOPGAVE 1. Jaarrekening Pagina 1.1 Balans per 31 december 2015 3 1.2 Staat van baten en lasten over 2015 5 1.3 Toelichting op de jaarrekening 6 1.4 Toelichting

Nadere informatie

Balans per 31 december 2011 2011 2010. Vaste activa Materiële vaste activa 167.572 110.503

Balans per 31 december 2011 2011 2010. Vaste activa Materiële vaste activa 167.572 110.503 Jaarrekening 2011 Balans per 31 december 2011 2011 2010 Activa Vaste activa Materiële vaste activa 167.572 110.503 Vlottende activa Voorraden 38.103 98.072 Vorderingen 11.416 16.580 Liquide middelen 65.514

Nadere informatie

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2016 van : Samenwerkend U.A., Inhoudsopgave Pagina 1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2016 I: Balans per 31 december 2016 3 II: Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

JAARVERSLAG Stichting tot Ondersteuning van het Christelijk College Schaersvoorde te Aalten

JAARVERSLAG Stichting tot Ondersteuning van het Christelijk College Schaersvoorde te Aalten JAARVERSLAG 2013 Stichting tot Ondersteuning van het Christelijk College Schaersvoorde te Aalten Inhoudsopgave Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Blad Gegevens over de rechtspersoon 3 Jaarrekening

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2014 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2014 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2014 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 5 JAARREKENING

Nadere informatie

Stichting ter Bevordering van het Christelijk Onderwijs in Salland RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2015

Stichting ter Bevordering van het Christelijk Onderwijs in Salland RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2015 Stichting ter Bevordering van het Christelijk Onderwijs in Salland RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina INLEIDING 1 JAARREKENING GRONDSLAGEN 3 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 NA RESULTAATBESTEMMING

Nadere informatie

Stichting Schiedamse Theaters Stadserf DZ Schiedam

Stichting Schiedamse Theaters Stadserf DZ Schiedam Stadserf 1 3112 DZ INHOUDSOPGAVE Pagina Jaarverslag 1 Jaarrekening Balans per 31 december 2015 2 Staat van baten en lasten over 2015 3 Kasstroomoverzicht 2015 4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Stichting ADL gevestigd te Haarlem. Rapport inzake jaarstukken 2016

Stichting ADL gevestigd te Haarlem. Rapport inzake jaarstukken 2016 gevestigd te Rapport inzake jaarstukken 2016 INHOUDSOPGAVE 1. Jaarrekening Pagina 1.1 Balans per 31 december 2016 3 1.2 Staat van baten en lasten over 2016 5 1.3 Toelichting op de jaarrekening 6 1.4 Toelichting

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 2014 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Op 1 oktober 2006 bleek dat meer dan vijfduizend

Op 1 oktober 2006 bleek dat meer dan vijfduizend Op 1 oktober 2006 bleek dat meer dan vijfduizend nieuwe studenten zich bij de RUG hadden ingeschreven (5034). In totaal werden er 25.068 studenten geteld. Dat zijn beide recordaantallen. J a a r r e ke

Nadere informatie

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT

RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2011 VAN STICHTING INSCHRIJVING OP NAAM TE UTRECHT INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 2 Resultaat 3 3 Financiële positie 5 4 Fiscale positie

Nadere informatie

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam Jaarrekening 2017 Relatiebeheerder: Hans Beijer Datum vastgesteld: 19-05-2018 Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam

Nadere informatie

Stichting Vrienden van Hospice Dignitas

Stichting Vrienden van Hospice Dignitas Rapportage t.b.v. Stichting Vrienden van Hospice Dignitas Wilhelminalaan 4 1623 MA HOORN over het boekjaar 2013 INHOUDSOPGAVE Rapport Bladzijde Algemeen 3 Samenstellingsverklaring 4 Resultaten 5 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Stichting "De Binnenvaart" Hooikade CD Dordrecht. Rapport inzake jaarstukken 2017

Stichting De Binnenvaart Hooikade CD Dordrecht. Rapport inzake jaarstukken 2017 Stichting "De Binnenvaart" Hooikade 10 3311 CD Dordrecht Rapport inzake jaarstukken 2017 Dossiernummer: 0019000 Datum: 15 november 2018 INHOUDSOPGAVE Pagina FINANCIEEL VERSLAG 1 Opdracht 2 2 Samenstellingsverklaring

Nadere informatie

STICHTING NIDA TE ROTTERDAM. Rapport inzake jaarstukken 2014/2015

STICHTING NIDA TE ROTTERDAM. Rapport inzake jaarstukken 2014/2015 STICHTING NIDA TE ROTTERDAM Rapport inzake jaarstukken 2014/2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Algemeen 3 FINANCIEEL VERSLAG 1 Bestuursverslag over 2014/2015 5 JAARREKENING 1 Balans per 31

Nadere informatie

Jaarrekening april 2015

Jaarrekening april 2015 Jaarrekening 2014 1 april 2015 1 Balans per 31 december 2014 2013 Activa Vaste activa Materiële vaste activa 174.456 172.363 Vlottende activa Voorraden 48.890 31.995 Vorderingen 14.305 12.037 Liquide middelen

Nadere informatie

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur Jaarrekening 2015 Rapportageperiode 31 december 2015 Benchmarkperiode 31 december 2014 Printdatum 24-06-2016 om 15:39 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 4 Financiële positie 6 Jaarrekening

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Cardo

Jaarrekening Stichting Cardo Jaarrekening 2016 Stichting Cardo 2 van 17 Inhoudsopgave 1. Balans per 31 december 2016 3 2. Resultatenrekening over 2016 4 3. Kengetallen 5 4. Kasstroomoverzicht over 2016 6 5. Grondslagen van waardering

Nadere informatie

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Den Haag 28 juni 2012 Inleiding Dit document bevat jaarcijfers van Avalex over het boekjaar 2011. Het bevat een balans

Nadere informatie

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting 070Watt Pletterijkade 15 2515 SG Den Haag KvK-nummer: 60690461 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA JAARREKENING 2015 Stichting Thus, Zevenaar 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december 2015 31 december 2014 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa (1) 1.114 Materiële vaste

Nadere informatie

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2015 van : Samenwerkend U.A., Inhoudsopgave Pagina 1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2015 I: Balans per 31 december 2015 3 II: Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

JAARREKENING 2016 STICHTING REIS MET JE HART

JAARREKENING 2016 STICHTING REIS MET JE HART JAARREKENING STICHTING REIS MET JE HART 1 BALANS PER 31 DECEMBER (na verwerking van het verlies) 31 december 31 december ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa (1) 27.731 27.897 Vlottende activa 27.731

Nadere informatie

Vorderingen en overlopende activa 20.228 31.329. Effecten 1.108.457 928.382. Liquide middelen 13.662 72.061

Vorderingen en overlopende activa 20.228 31.329. Effecten 1.108.457 928.382. Liquide middelen 13.662 72.061 III JAARREKENING 1. Balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) ACTIEF FINANCIËLE VASTE ACTIVA Lening u/g 500.000 500.000 500.000 500.000 VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen en overlopende activa 20.228

Nadere informatie

Stichting Gate 48 te Amsterdam JAARREKENING 2015

Stichting Gate 48 te Amsterdam JAARREKENING 2015 Stichting Gate 48 te Amsterdam JAARREKENING 2015 RAPPORT BETREFFENDE DE JAARREKENING 2015 INHOUDSOPGAVE INLEIDING Pagina 1. Samenstellingsverklaring 1 2. Algemeen 1 3. Financiering 2 4. Resultaat 3 5.

Nadere informatie

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Hans Beijer Datum vastgesteld: 19-05-2018 Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Cardo

Jaarrekening Stichting Cardo Jaarrekening 2017 Stichting Cardo 2 van 15 Inhoudsopgave 1. Balans per 31 december 2017 3 2. Resultatenrekening over 2017 4 3. Kengetallen 5 4. Kasstroomoverzicht over 2017 6 5. Grondslagen van waardering

Nadere informatie

Financiële verantwoording stichting SOKA Balans per 31 december Activa. Vaste activa. Vlottende Activa. Passiva

Financiële verantwoording stichting SOKA Balans per 31 december Activa. Vaste activa. Vlottende Activa. Passiva Financiële verantwoording stichting SOKA 2017 Balans per 31 december 2017 Activa Vaste activa Materiele vaste activa 3.935.731 Vlottende Activa Vorderingen 9.994 Liquide middelen 260.740 4.106.465 Passiva

Nadere informatie

Volledig uitgewerkt model voor de jaarrekening

Volledig uitgewerkt model voor de jaarrekening R i c h t l i j n J a a r v e r s l a g O n d e r w i j s V o l l e d i g u i t g e w e r k t m o d e l v o o r d e j a a r r e k e n i n g Volledig uitgewerkt model voor de jaarrekening tekst is slechts

Nadere informatie

Stichting Instituut Fondsenwerving. gevestigd te Utrecht. Rapport inzake de Jaarrekening 2014

Stichting Instituut Fondsenwerving. gevestigd te Utrecht. Rapport inzake de Jaarrekening 2014 Stichting Instituut Fondsenwerving gevestigd te Utrecht Rapport inzake de Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Bestuursverslag 3 Jaarrekening Balans per 31 december 2014 5 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 84

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 84 JAARREKENING GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 84 1 Geconsolideerde balans per 31 december 2008 84 2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2008 86 3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2008 (indirecte

Nadere informatie

Jaarverslaggeving 2014. Stichting Steun Thuis in West

Jaarverslaggeving 2014. Stichting Steun Thuis in West Jaarverslaggeving 2014 Stichting Steun Thuis in West Inhoudsopgave Bladzij Onderwerp 1 Bestuursverslag 2 Vaststelling van het jaarverslag 3 Balans 4 Rekening van baten en lasten 5 Kasstroomoverzicht 6

Nadere informatie