Weekblad voor Fiscaal Recht, Nederlands verdragsbeleid vanuit het perspectief van de dga

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Weekblad voor Fiscaal Recht, Nederlands verdragsbeleid vanuit het perspectief van de dga"

Transcriptie

1 pagina 1 van 8 Weekblad voor Fiscaal Recht, Nederlands verdragsbeleid vanuit het perspectief van de dga Vindplaats: WFR 2011/554 Bijgewerkt tot: Auteur: Prof. mr. dr. P.G.H. Albert [1] Nederlands verdragsbeleid vanuit het perspectief van de dga Samenvatting De auteur bespreekt de onderdelen van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 die van direct belang zijn voor de directeur-grootaandeelhouder (ab-voorbehoud, ab-dividend, dividenduitkering door VBI aan ab-houder, tbsvordering, afgezonderd particulier vermogen, pensioenen en lijfrenten). Voorts gaat hij in op compartimentering. 1. Inleiding De redactie heeft mij verzocht de restonderwerpen van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 te bespreken (hierna: de notitie); dat zijn die onderwerpen die niet door de andere auteurs worden behandeld (inwonerschap, antimisbruikbepalingen, verdragsinterpretatie en de vraag met welke staten Nederland verdragen sluit). De beschikbare ruimte laat niet toe aan alle restonderwerpen aandacht te besteden. Ik heb mij daarom beperkt tot die onderwerpen die van direct belang zijn voor de directeur-grootaandeelhouder (aanmerkelijkbelangvoorbehoud (hierna: aanmerkelijk belang: ab), ab-dividend, dividenduitkering door vrijgestelde beleggingsinstelling (hierna: VBI) aan ab-houder, tbs-vordering, afgezonderd particulier vermogen, pensioenen en lijfrenten). Voorts ga ik in op compartimentering. Andere onderwerpen blijven onbesproken, zoals het vervallen van het hoogleraren- en sporters/artiestenartikel en (winsttoerekening aan) vaste inrichtingen. [2] 2. Relevantie van de notitie Hoewel deze relativerende woorden mij wellicht niet in dank worden afgenomen, lijkt het praktisch belang van de notitie mij gering. In de praktijk gaat het immers om het belastingverdrag dat in het concrete geval van toepassing is. De notitie zal bij de uitleg van dat verdrag geen rol spelen. Ook leent de notitie zich niet voor toepassing van het vertrouwensbeginsel. Voorts ligt het niet voor de hand dat belastingplichtigen bij voorgenomen handelingen rekening zullen houden met hetgeen in de notitie staat. De notitie geeft immers enkel in abstracte zin aan - conceptverdragsteksten ontbreken - welk onderhandelingsresultaat Nederland nastreeft bij het sluiten van nieuwe verdragen. Wat is dan het nut van de notitie? De notitie " beschrijft de kerninzet van het Nederlandse fiscale verdragsbeleid en de wijze waarop aan deze kerninzet invulling kan worden gegeven ", aldus het slot van par [3] Bestudering van die "kerninzet" kan uit wetenschappelijk oogpunt interessant zijn. 3. Taalgebruik De hiervoor gecursiveerde zinsnede maakt duidelijk dat we te maken hebben met een beleidsdocument. Daarmee bedoel ik dat van de lezer het nodige doorzettingsvermogen wordt verwacht. Immers, een scribent die zich iets meer bekommert om zijn lezers, zou veertien van de negentien woorden in de gecursiveerde zin geschrapt hebben: De notitie " beschrijft het Nederlandse fiscale verdragsbeleid ". Ter illustratie van het feit dat de auteur(s) van de notitie het de lezer bepaald niet gemakkelijk maken, citeer ik het beleidsuitgangspunt dat op blz. 79 staat: [4] "In overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het Ministerie van Financiën ervoor gekozen om op fiscaal gebied in te zetten op een integrale benadering waarbij zowel de nationale als de internationale factoren die hogere belastinginkomsten door ontwikkelingslanden belemmeren, centraal staan." Dan nu naar de inhoud. 4. Aanmerkelijkbelangvoorbehoud (art. 13, par. 5, NSV) [5] Een inwoner (natuurlijk persoon) van het buitenland die een aanmerkelijk belang heeft in een in Nederland gevestigde vennootschap, is in Nederland buitenlands belastingplichtig (art. 7.5 Wet IB 2001). Naar nationaal recht heft Nederland bij vervreemding van het aanmerkelijk belang 25% inkomstenbelasting over het

2 pagina 2 van 8 verkoopresultaat (overdrachtsprijs -/- verkrijgingsprijs). Zoals bekend, wordt in belastingverdragen de Nederlandse heffingsbevoegdheid beperkt, waarbij de beperking per verdrag verschilt. Wat is het Nederlandse verdragsbeleid op dit punt? Om die vraag te kunnen beantwoorden, kan men niet volstaan met kennisneming van de notitie. Ook de oudere verdragsnotities moeten worden geraadpleegd. Dan blijkt dat er onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds emigranten en anderzijds personen die nooit in Nederland hebben gewoond (of Nederland al meer dan tien jaar geleden metterwoon hebben verlaten). Voor ab-houders die nooit in Nederland hebben gewoond, streeft Nederland niet naar handhaving van de heffingsbevoegdheid, of anders gezegd, doet Nederland (conform art. 13 OESO-modelverdrag) volledig afstand van zijn heffingsbevoegdheid ten gunste van de woonstaat. "De achterliggende gedachte daarbij is het streven van Nederland - als land waar geïnvesteerd wordt - om te bewerkstelligen dat de buitenlandse investeerder met betrekking tot zijn investering in Nederland niet anders behandeld wordt dan wanneer hij in zijn eigen woonstaat zou investeren." [6] Voor emigranten streeft Nederland wel behoud van zijn heffingsbevoegdheid na. Het verdragsbeleid voor emigranten is (in tegenstelling tot het verdragsbeleid voor ab-houders die nooit in Nederland hebben gewoond) in de loop der tijd gewijzigd. Tot de introductie van de conserverende aanslag (1 januari 1997) wilde Nederland zijn ab-claim alleen behouden bij een vervreemding binnen vijf jaar na emigratie. Nederland behield daarbij ook heffingsbevoegd over de waardestijging die na emigratie was opgetreden (zie art. 13, vijfde lid, NSV). Sinds de invoering van de conserverende aanslag streeft Nederland een andere bepaling na dan die van art. 13, vijfde lid, NSV. Vanaf 1 januari 1997 is het Nederlandse streven erop gericht de conserverende aanslag te innen, indien de emigrant zijn ab-pakket binnen tien jaar na emigratie verkoopt. De (nationale) heffingsbevoegdheid over de waardestijging van de ab-aandelen die na emigratie optreedt, geeft Nederland prijs. Dit laatste (het afstand doen van de heffingsbevoegdheid over waardestijgingen na emigratie) zou blijken uit par Notitie verdragsbeleid 1998 [7] (maar dat lees ik er niet in). [8] Een motivering voor deze terugtred is niet gegeven. Uit de notitie blijkt dat Nederland na de wijziging per 1 januari 1997 wederom een aanpassing voorstaat van het verdragsbeleid ten aanzien van emigrerende ab-houders. Wat die wijziging precies inhoudt, is moeilijk te zeggen. De tekst van de notitie is vaag. Ik citeer (par ): "Momenteel stelt Nederland in onderhandelingen een ab-voorbehoud voor dat nog meer dan in het verleden is toegesneden op de emigratieheffing. Deze sluit rechtstreeks aan bij de emigratieheffing, bevat geen gedetailleerde beschrijving meer van de aanmerkelijkbelangvereisten (...). De aanmerkelijkbelangbepaling wordt daarmee aanzienlijk vereenvoudigd. (...) Met het aanmerkelijkbelangvoorbehoud beoogt Nederland ter verduidelijking neer te leggen dat aan de voormalige woonstaat het heffingsrecht wordt toegewezen met betrekking tot de in de binnenlandse periode aangegroeide waarde van de hiervoor benoemde vermogensbestanddelen. Hierop wordt echter een uitzondering gemaakt, indien vaststaat dat de andere verdragsstaat de waardeaangroei van dergelijke vermogensbestanddelen effectief niet in de belastingheffing betrekt. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om de situatie dat de andere verdragsstaat een zogenoemd territoriaal belastingstelsel heeft. In een dergelijke situatie streeft Nederland naar het opnemen van een onbeperkt heffingsrecht voor de bronstaat, zodat Nederland zijn heffingsmogelijkheden die de buitenlandse belastingplicht biedt ten aanzien van de waardeaangroei van deze vermogensbestanddelen volledig kan effectueren." De beleidswijziging die uit het bovenstaand citaat duidelijk wordt, is dat als de ab-houder emigreert naar een land dat geen ab-heffing kent, Nederland (bronstaat) zijn ab-heffing niet wil opgeven. [9] Een motivering ontbreekt waarom Nederland in dat geval méér belasting wil heffen dan de conserverende aanslag. De beoogde wijziging lijkt mij in strijd met de volgende opmerking uit par van de notitie: "Behoudens gevallen van misbruik is er in beginsel geen reden waarom een belastingvrijstelling verleend door de feitelijke vestigingsstaat zou moeten leiden tot een uitbreiding van het heffingsrecht van de bronstaat. Dat zou waarschijnlijk ook niet sporen met de bedoeling die de feitelijke vestigingsstaat heeft met het verlenen van de vrijstelling." Kennelijk ziet de staatssecretaris een emigratie naar een land zonder ab-heffing als misbruik. 5. Aanmerkelijkbelangdividend (art. 10 NSV) De in Nederland verschuldigde dividendbelasting (15%) - en de eventueel additioneel verschuldigde inkomstenbelasting (10%) - verlaagt de conserverende aanslag (art. 26, vierde lid, IW 1990). Nederland blijkt ernaar te streven om over ab-dividend 25% in plaats van 15% te kunnen heffen, althans zolang de

3 pagina 3 van 8 conserverende aanslag nog niet is verlaagd tot nihil. Par van de notitie vermeldt namelijk het volgende: "In verdragsrelaties streeft Nederland sinds 1997 naar het opnemen in het dividendartikel van een speciale bepaling voor aanmerkelijkbelangdividend die Nederland toestaat zijn nationale inkomstenbelastingtarief toe te passen. Het buiten toepassing stellen van het gebruikelijke tarief voor portfoliodividend van 15% betekent dat Nederland ook in verdragsrelaties bij uitkering van aanmerkelijkbelangdividend zijn nationale tarief voor inkomen uit aanmerkelijk belang van 25% kan toepassen. Van deze mogelijkheid wordt alleen gebruikgemaakt voor zover er nog een bedrag op de conserverende aanslag openstaat. Wordt binnen de tienjaarstermijn een dividend op de aanmerkelijkbelangaandelen uitgekeerd, dan geeft een dergelijke bepaling in het dividendartikel Nederland meer ruimte om de in de conserverende aanslag begrepen aanmerkelijkbelangclaim te realiseren. Het gaat dus om een flankerende maatregel ten opzichte van het aanmerkelijkbelangvoorbehoud in het vermogenswinstartikel." Het Nederlandse streven om 25% belasting te mogen heffen over ab-dividend zolang de conserverende aanslag nog niet is verlaagd tot nihil, lijkt in de praktijk moeilijk te realiseren. Althans veel van de verdragen die na 1 januari 1997 zijn gesloten, bevatten geen regeling voor ab-dividend. Bij wijze van voorbeeld noem ik de verdragen met Portugal (1999), België (2001), Oostenrijk (2001), Indonesië (2002), Polen (2002) en het Verenigd Koninkrijk (2008). Een verdrag dat wel een specifieke regeling voor ab-dividend bevat, is het verdrag Nederland-Zwitserland [10] Art. 10, negende lid, van dat verdrag bepaalt het volgende: "Het eerste, tweede en achtste lid beletten Nederland niet op een natuurlijke persoon voordat deze persoon ophield inwoner van Nederland te zijn, zijn nationale belastingwetgeving met betrekking tot de zogenoemde conserverende aanslag die aan deze natuurlijke persoon is opgelegd, toe te passen in verband met een aanmerkelijk belang in een lichaam. De vorige zin is uitsluitend van toepassing voor zover het gehele bedrag van de aanslag of een deel ervan nog openstaat." De redactie van de geciteerde bepaling vind ik enigszins ongelukkig. De in de eerste zin opgenomen zinsnede "met betrekking tot de zogenoemde conserverende aanslag die aan deze natuurlijke persoon is opgelegd" kan volgens mij beter vervallen. Nederland heft namelijk 25% belasting over ab-dividend, ongeacht of er een conserverende aanslag is opgelegd. [11] 6. Dividenduitkering door een vrijgestelde beleggingsinstelling in de zin van art. 6a Wet VPB 1969 In dit onderdeel komt de vraag aan de orde of Nederland een buitenlandse (in een verdragsland wonende) abhouder in een Nederlandse VBI in de heffing van inkomstenbelasting kan betrekken voor het dividend dat de VBI uitkeert. [12] Het dividendartikel in belastingverdragen gaat uit van een dividenduitkering door een vennootschap die inwoner is van de ene staat (Nederland), aan een aandeelhouder die inwoner is van de andere staat (het buitenland). Bij de parlementaire behandeling van art. 6a Wet VPB 1969 heeft de staatssecretaris opgemerkt dat een VBI niet als verdragsinwoner kan worden aangemerkt, omdat een VBI niet aan vennootschapsbelasting is onderworpen. [13] Die constatering heeft vermoedelijk tot gevolg dat het dividend van een VBI niet onder het dividendartikel kan worden geschaard, omdat het dividend niet wordt uitgekeerd door een (fiscale) inwoner van Nederland. Dat zou óf betekenen dat het dividend onder het saldoartikel valt (dat de heffingsbevoegdheid doorgaans exclusief aan de woonstaat van de aandeelhouder toewijst) óf dat Nederland op grond van HR 28 februari 2001, nr (Drielandenpuntarrest), BNB 2001/295 sowieso niet mag heffen over het dividend. [14] Wellicht om de Nederlandse heffingsbevoegdheid veilig te stellen, blijkt Nederland er in verdragsonderhandelingen naar te streven de VBI als verdragsinwoner aan te merken (par van de notitie). Dit lijkt te zijn gerealiseerd in het verdrag met Panama van 6 oktober Art. 4, tweede lid, van dat verdrag bepaalt namelijk: "Een persoon, niet zijnde een natuurlijke persoon, die zijn plaats van oprichting of zijn plaats van leiding in een Verdragsluitende Staat heeft, wordt geacht aldaar aan belasting onderworpen te zijn mits de door die persoon verkregen inkomsten ingevolge de belastingwetgeving van die Staat behandeld worden als de inkomsten van die persoon en niet als de inkomsten van zijn rechthebbenden, leden of participanten." 7. Terbeschikkingstellingsvordering (art Wet IB 2001; art. 11 en 13 NSV) Een vordering die een ab-houder op zijn ab-vennootschap heeft (tbs-vordering), valt in box 1 (art Wet IB 2001). Dat betekent dat een zakelijk te achten rente (ongeacht de vraag of die rente betaald of overeengekomen is) wordt belast tegen het progressieve tarief, evenals een waardestijging van de vordering (in dat geval zal er sprake zijn van een turbovordering). Of een waardedaling van een onzakelijke tbs-vordering in box 1 aftrekbaar

4 pagina 4 van 8 is, is nog niet duidelijk. [15] Wat is het Nederlandse verdragsbeleid ten aanzien van de voor- en nadelen die met een tbs-vordering worden behaald? De notitie vermeldt enkel het volgende (par ): "Schuldvorderingen worden overigens nog steeds onder het ab-voorbehoud gebracht. Ook over schuldvorderingen die onder de terbeschikkingstellingsregeling van artikel 3.92 Wet IB 2001 vallen, moet immers bij emigratie worden afgerekend, tenzij buitenlandse belastingplicht ontstaat." [16] De laatst geciteerde zin is taalkundig juist, maar misleidend, omdat de suggestie wordt gewekt dat er na emigratie in sommige gevallen géén buitenlandse belastingplicht ontstaat voor de tbs-vordering. Een tbs-vordering - een vordering van een ab-houder die in het buitenland woont, op zijn in Nederland gevestigde ab-vennootschap - behoort volgens mij altijd tot het voorwerp van buitenlandse belastingplicht (art. 7.2, tweede lid, onderdeel c, jo. derde lid, tweede volzin, Wet IB 2001). [17] Afrekening bij emigratie (art Wet IB 2001) is daarom naar mijn mening nimmer aan de orde. Dan blijft de eerst geciteerde zin over: "Schuldvorderingen worden overigens nog steeds onder het aanmerkelijkbelangvoorbehoud gebracht." Er zijn inderdaad verdragen waarin de tbs-vordering onder art. 13, vijfde lid, "NSV nieuw" valt (zie bijvoorbeeld art. 13, par. 5, verdrag Nederland-België 2001). Dat heeft tot gevolg dat Nederland zijn nationale heffingsbevoegdheid kan verwezenlijken bij vervreemding van de tbs-vordering (turbovordering), op voorwaarde dat er nog een bedrag openstaat van de conserverende aanslag voor de fictieve ab-winst bij emigratie. Aflossing van de tbs-vordering (turbovordering) valt naar mijn mening niet onder art. 13, vijfde lid, omdat aflossing geen vervreemding is. Dat betekent in het algemeen dat Nederland zijn heffingsbevoegdheid niet kan realiseren bij aflossing van de tbs-vordering (omdat het voordeel onder het restartikel valt, dat de heffingsbevoegdheid doorgaans exclusief aan de woonstaat toewijst). In verdragen waarin het ab-voorbehoud conform het nieuwe verdragsbeleid is versimpeld, is het de vraag of Nederland nog heffingsbevoegd is over de vervreemdingswinst van een tbs-vordering. Zo'n vereenvoudigd abvoorbehoud treffen we aan in het verdrag Nederland-Zwitserland [18] Art. 10, zesde lid, van dat verdrag bepaalt het volgende: "Het vijfde lid belet Nederland niet op een natuurlijke persoon, voordat deze persoon ophield inwoner van Nederland te zijn, zijn nationale belastingwetgeving met betrekking tot de zogenoemde conserverende aanslag die aan deze natuurlijke persoon is opgelegd, toe te passen in verband met een aanmerkelijk belang in een lichaam. De vorige zin is uitsluitend van toepassing voor zover het gehele bedrag van de aanslag of een deel ervan nog openstaat." Het lijkt mij twijfelachtig of de vervreemding van een tbsvordering onder het geciteerde zesde lid kan worden gebracht, omdat er voor de tbs-vordering geen conserverende aanslag is opgelegd. Overigens staat er niets in de memorie van toelichting dat erop wijst dat het zesde lid ook voor tbs-vorderingen zou moeten gelden. [19] Dat zou betekenen dat de woonstaat (Zwitserland) exclusief heffingsbevoegd is (art. 13, vierde lid). Wat betreft de rente op een tbs-vordering het volgende. Nederland streeft naar exclusieve woonstaatheffing over rente in belastingverdragen (par van de notitie). Dit is bijvoorbeeld verwezenlijkt in het verdrag Nederland- Zwitserland Dat heeft tot gevolg dat Nederland de rente op een tbs-vordering niet in de heffing kan betrekken. 8. Afgezonderd particulier vermogen (art. 2.14a Wet IB 2001) Met ingang van 1 januari 2010 worden de bezittingen en schulden van een stichting of trust voor de heffing van inkomstenbelasting toegerekend aan een natuurlijke persoon (veelal de oprichter van die stichting of trust), mits die stichting of trust als een afgezonderd particulier vermogen (hierna: APV) in de zin van art. 2.14a, tweede lid, Wet IB 2001 kan worden aangemerkt. Dat is het geval als de stichting of trust een particulier belang beoogt. Het APV-regime is ingevoerd als antimisbruikwetgeving. Dat neemt niet weg dat het APV-regime voor belastingplichtigen positieve kanten kan hebben. De inwoner van Nederland die zijn vermogen inbrengt in een stichting, verricht geen vervreemding voor de inkomstenbelasting en geen schenking voor de SW 1956 (art. 17a). Daarom kan het APV-regime gebruikt worden als instrument om familiekapitaal bijeen te houden. Punt 2.5 van de notitie vermeldt over APV's het volgende: "Nederland schenkt tijdens onderhandelingen aandacht aan de interactie tussen de Nederlandse regeling voor APV's en het fiscale stelsel van de verdragspartner." Het lijkt mij inderdaad noodzakelijk dat Nederland de verdragspartner op de hoogte stelt van het APV-regime. Het is namelijk goed denkbaar dat het APV-regime emigrerende Nederlanders in staat stelt buitenlandse inkomstenbelasting en successierecht te ontgaan. Een eenvoudig voorbeeld ter toelichting. X

5 pagina 5 van 8 draagt kort voor zijn emigratie zijn spaardeposito's over aan een Nederlandse stichting (APV). Voor de Nederlandse inkomstenbelastingheffing worden de deposito's, ook na emigratie, aan X toegerekend. Die toerekening sorteert geen effect, omdat er geen buitenlandse belastingplicht bestaat voor de deposito's. Als het buitenland de deposito's niet aan X toerekent, zal het buitenland (de inkomsten uit) de deposito's niet in de heffing kunnen betrekken. Meer in zijn algemeenheid kan de transparantie van het APV voor de Nederlandse inkomstenbelasting in grensoverschrijdende situaties tot verrassende uitkomsten leiden, althans als het buitenland het APV als fiscaal eigenaar van het vermogen ziet en niet, zoals Nederland, de natuurlijke persoon (de oprichter van het APV). Wellicht dat daarom in punt 2.5 van de notitie tevens het volgende staat: "Nederland is bereid ter verduidelijking een verdragsbepaling op te nemen over de behandeling van inkomensbestanddelen in relatie tot APV's indien de verdragspartner daarom verzoekt." 9. Pensioenen (art. 18 NSV) Het verdragsbeleid ten aanzien van pensioenen is in de loop der tijd gewijzigd. De notitie uit 1998 vermeldde: "(...) gaat vooralsnog ook het Nederlandse verdragsbeleid in beginsel uit van een woonstaatheffing voor pensioentermijnen betaald in de particuliere sfeer. Overigens streef ik in verdragsrelaties - anders dan in voor particuliere pensioenen niet zonder meer een onverkorte woonstaatheffing na. Ik meen dat onder bepaalde omstandigheden als inbreuk op die woonstaatheffing een bronstaatheffing op zijn plaats is (zie het onderdeel "anti-ontgaansmaatregelen met betrekking tot arbeidsinkomsten en pensioenen" hierna)." Thans blijkt Nederland altijd bronstaatheffing na te streven, ook bij afwezigheid van misbruik (afkoop). Par van de notitie vermeldt: "Nederland streeft naar het overeenkomen van bronstaatheffing voor gefacilieerd opgebouwde pensioenen - zowel voor reguliere pensioenuitkeringen als voor afkoopsommen van pensioenen - onafhankelijk van de fiscale behandeling van de pensioenen in de (nieuwe) woonstaat van de pensioengerechtigde." Een verdrag waarin dit streven gerealiseerd is, is het verdrag met Panama van 6 oktober Art. 17, eerste lid, van dat verdrag luidt als volgt: "Pensioenen, lijfrenten en andere soortgelijke beloningen, afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat mogen in de eerstbedoelde Staat worden belast. De voorgaande volzin is eveneens van toepassing op uit hoofde van de wetgeving van een Verdragsluitende Staat inzake sociale zekerheid betaalde pensioenen en overige uitkeringen." 10. Lijfrenten Uit de notitie blijkt niet dat Nederland voor lijfrenten, net als voor pensioenen, onverkorte bronstaatheffing nastreeft. Ik veronderstel dat dit wel de bedoeling is, omdat ik geen relevant verschil zie tussen pensioen en lijfrente. Immers, de opbouw wordt op vergelijkbare wijze gefacilieerd. Premies voor lijfrenten die dienen ter compensatie van een pensioentekort zijn - onder bepaalde voorwaarden - aftrekbaar in box 1 (als uitgaven voor inkomensvoorzieningen). Tot en met 2007 moest de lijfrente worden bedongen van een levensverzekeringsmaatschappij. Met ingang van 1 januari 2008 is de "lijfrentespaarrekening" geïntroduceerd (art a Wet IB 2001). [20] Een lijfrentespaarrekening houdt in dat de bedragen die een belastingplichtige overmaakt naar een geblokkeerde bankrekening - onder voorwaarden - aftrekbaar zijn als lijfrentepremie. De periodieke opnamen van die bankrekening (vanaf doorgaans 65 jarige leeftijd) is vervolgens, net als een lijfrente, in box 1 belastbaar (art ). Wanneer de belastingplichtige op het moment van de opnamen in het buitenland woont, komt de vraag op onder welk verdragsartikel die opname (c.q. de geblokkeerde bankrekening) valt. Het Nederlandse standpunt is dat de opname voor verdragstoepassing onder het begrip lijfrente valt. [21] Omdat civielrechtelijk sprake is van een spaarsaldo (en niet van een overeenkomst van levensverzekering), is het niet zeker dat het buitenland de Nederlandse opvatting zal volgen. In de notitie wordt dan ook opgemerkt (par ): "Teneinde onduidelijkheid met betrekking tot de verdragskwalificatie van lijfrentespaarrekeningen, lijfrentebeleggingsrechten en stamrechtuitkeringen zoveel mogelijk te voorkomen, streeft Nederland ernaar in zijn belastingverdragen steeds het begrip "lijfrente" te definiëren overeenkomstig de definitie van dat begrip onder de Wet IB 2001, waarvan de uitkeringen tot het belastbare inkomen uit werk en woning behoren." Ik weet niet of er al verdragen zijn waarin dit streven is gerealiseerd. In ieder geval niet in de verdragen met het Verenigd Koninkrijk (2008), Zwitserland (2010) en Panama (2010).

6 pagina 6 van Compartimentering In de notitie wordt met geen woord over compartimentering gerept. Niettemin komt het nogal eens voor dat een belastingverdrag vervangen wordt. Denk bijvoorbeeld aan het verdrag Nederland-Verenigd Koninkrijk 2008, dat - wat betreft Nederland - met ingang van 1 januari 2011 het verdrag uit 1980 vervangt. Laten we eens aannemen dat een inwoner van het Verenigd Koninkrijk (natuurlijke persoon X, die nooit in Nederland heeft gewoond) sinds 1990 alle aandelen bezit in een BV die feitelijk in Nederland is gevestigd. [22] De bezittingen van de BV bestaan uitsluitend uit in Nederland gelegen (verhuurde) onroerende zaken. Als X de aandelen in 2012 verkoopt, mag Nederland op grond van art. 13, vierde lid, verdrag uit 2008 zijn ab-claim realiseren. Onder het verdrag uit 1980 was Nederland niet heffingsbevoegd geweest. De vraag is of Nederland de gehele waardestijging van de aandelen in 2012 in de ab-heffing mag betrekken, dan wel slechts de waardestijging die na 1 januari 2011 is opgetreden (de inwerkingtreding van het nieuwe verdrag). Tijdens de parlementaire behandeling van de goedkeuringswet verdrag Nederland-Verenigd Koninkrijk 2008 heeft Minister van Financiën De Jager gezegd dat hij ondanks HR 12 juli 2002, nr , BNB 2002/402, geen reden ziet tot compartimentering. [23] Een motivering waarom BNB 2002/402 niet van toepassing is, geeft de minister niet. Ik denk dat er wel argumenten zijn waarom er niet gecompartimenteerd hoeft te worden (hoewel compartimentering naar zijn aard niet onredelijk is). Die argumenten bestaan uit de combinatie van: 1. het feit dat de motivering van de Hoge Raad om in de casus van in BNB 2002/402 tot compartimentering over te gaan, was toegesneden op een overdracht van hoofdhuis naar vaste inrichting (welke overdracht hier niet aan de orde is); [24] en 2. dat het aannemelijk lijkt dat het vermogenswinstartikel (art. 13 OESO-modelverdrag) geen compartimenteringsbedoeling heeft. [25] Compartimenteringskwesties doen zich niet alleen voor bij het sluiten van een nieuw verdrag. Compartimenteringskwesties kunnen ook voortvloeien uit een wijziging in het nationale recht. Een voorbeeld biedt HR 5 december 2008, nr , BNB 2009/199. In dit arrest ontving belanghebbende, inwoner van Duitsland, pensioen van de Stichting Pensioenfonds ABP, een privaatrechtelijke rechtspersoon. Het pensioen was opgebouwd in de periode dat het ABP nog een publiekrechtelijke rechtspersoon was. In geschil was of belanghebbendes pensioen onder art. 12, eerste lid, verdrag Nederland-Duitsland 1959 viel (particulier pensioen; woonstaatheffing) of onder het tweede lid (overheidspensioen; bronstaatheffing). De Hoge Raad overwoog: "Zoals volgt uit evenvermeld arrest BNB 1995/117 is aan het vereiste van artikel 12, lid 2, van het Verdrag dat de Staat of een publiekrechtelijke rechtspersoon of instelling "betaalt", voldaan voor zover het pensioen is opgebouwd in overheidsdienst. De Hoge Raad ziet geen aanleiding om terug te komen van deze uitleg, die, zoals uit het eerderbedoelde arrest ook volgt, mede verband houdt met voorwerp en doel van artikel 12, lid 2, van het Verdrag." De Hoge Raad besliste dus tot compartimentering en hechtte meer belang aan de strekking dan aan de tekst van de toepasselijke verdragsbepaling. Tot slot vraag ik aandacht voor de compartimenteringsbepaling van art. 1, vijfde lid, onderdeel b, Wet DB Uit die bepaling vloeit voort dat een VBI dividendbelasting moet inhouden op de uitkering van winstreserves die zijn ontstaan in de pre-vbi-periode. De vraag is of Nederland zijn heffingsrecht over winstreserves uit de pre- VBI-periode onder belastingverdragen mag effectueren. Volgens de tekst van het verdrag zal dat (op een enkele uitzondering na) niet mogen, omdat de VBI geen verdragsinwoner van Nederland is op het moment dat de VBI de winstreserves uitkeert, zodat het dividendartikel aan bronstaat Nederland geen heffingsbevoegdheid toewijst. [26] De staatssecretaris is evenwel van mening dat Nederland zijn heffingsrecht over winstreserves uit de pre- VBI-periode onder belastingverdragen mag uitoefenen. [27] In BNB 1976/110, BNB 1987/131, BNB 1991/312, BNB 1995/117 en BNB 2001/353, ziet de staatssecretaris een aanwijzing dat compartimentering voor verdragstoepassing geboden is. Ik vind het standpunt van de staatssecretaris pleitbaar. Op het moment dat de winstreserves werden opgebouwd, was de vennootschap onderworpen aan vennootschapsbelasting en dus verdragsinwoner. Als de winstreserves vervolgens tot uitkering komen, zijn die (naar analogie van BNB 1995/117) afkomstig van een verdragsinwoner. Dat de vennootschap op het tijdstip van betaling door een subjectieve vrijstelling geen verdragsinwoner meer is, doet daar niet aan af. Of het standpunt van de

7 pagina 7 van 8 staatssecretaris voor de Hoge Raad standhoudt, zal de toekomst moeten leren. Voetnoten Voetnoten [1] Directeur Bureau Vaktechniek Belastingadviseurs van Baker Tilly Berk NV en hoogleraar internationaal belastingrecht aan Universiteit Nyenrode. [2] Hierop zal ik ingaan in TFO-special nr. 115 ("Fiscale winstbepaling bij vaste inrichtingen") die omstreeks 1 juli 2011 zal verschijnen. [3] V-N 2011/12.4, blz. 8. [4] V-N 2011/12.4, blz. 74. [5] Nederlands Standaardverdrag [6] Aldus de notitie verdragsbeleid uit 1998, V-N 1998/22.3, blz [7] V-N 1998/22.3, blz [8] In de nota naar aanleiding van het verslag van wetsvoorstel (goedkeuringswet verdrag Nederland- België 2001), merkt de staatssecretaris op "dat het, overeenkomstig het gestelde in paragraaf van de notitie "Uitgangspunten van het beleid op het terrein van het internationaal fiscaal (verdragen) recht)" (Kamerstukken II 1997/98, , nr. 4), niet de bedoeling is van Nederland om meer heffingsrechten te claimen dan tot het bedrag waarnaar de conserverende aanslag is opgelegd." (NV, Kamerstukken II, V-N 2002/40.1, blz. 3851). [9] Hetzelfde geldt voor ab-dividend. Als het buitenland ab-dividend niet in de heffing betrekt, wil Nederland het ab-dividend tegen 25% kunnen belasten (par van de notitie). [10] Op 14 oktober 2010 is wetsvoorstel tot goedkeuring van het belastingverdrag met Zwitserland bij de Tweede Kamer ingediend ( NTFR 2010/2623, V-N 2010/61). [11] De tekst van art. 10, elfde lid, verdrag Nederland-Panama 2010 komt mij beter voor: "Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede en tiende lid, mogen dividenden en uitdelingen op winstbewijzen betaald door een lichaam dat krachtens de wetgeving van een Verdragsluitende Staat inwoner van die Staat is, aan een natuurlijke persoon die een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat is en die, nadat hij niet langer inwoner van de eerstgenoemde Staat is, wordt belast over de waardevermeerdering van aandelen, winstbewijzen, callopties en het vruchtgebruik op aandelen en winstbewijzen van en schuldvorderingen op een lichaam ter zake van het tijdvak waarin die natuurlijke persoon inwoner van de eerstgenoemde Staat was, in overeenstemming met de wetten van die Staat ook in die Staat worden belast, evenwel uitsluitend gedurende een tijdvak van tien jaar na de emigratie van de natuurlijke persoon." [12] Voor forfaitaire voordelen in de zin van art Wet IB 2001 geldt hetzelfde als voor dividend, ervan uitgaande dat forfaitaire voordelen op grond van de dividenddefinitie in het verdrag als dividend mogen worden beschouwd. [13] MvT, algemeen deel, par. 2.5, Kamerstukken , V-N 2006/28.3, blz. 9. [14] De vraag of deze conclusie ook geldt voor dividenden die afkomstig zijn uit winstreserves uit de pre-vbiperiode komt in de laatste paragraaf aan de orde ("Compartimentering"). [15] A-G Niessen, nr. 10/03654, vindt van niet; in NTFR 2011/198 heb ik betoogd dat de afwaardering wel in box 1 aftrekbaar is. [16] Zie art jo en art. 7.2, eerste lid, onderdeel c, Wet IB [17] Zie P.G.H. Albert, "Grensoverschrijdende aanmerkelijkbelangvordering", WFR 2002/1086. Zie onderdeel 4 in combinatie met de latere wijziging van art. 7.2, derde lid, tweede volzin, Wet IB 2001 (bij wet van 11 december 2002, Stb. 2002, 613 (V-N 2003/3.5)). [18] Op 14 oktober 2010 is wetsvoorstel tot goedkeuring van het belastingverdrag met Zwitserland bij de Tweede Kamer ingediend ( NTFR 2010/2623; V-N 2010/61).

8 pagina 8 van 8 [19] Goedkeuringswet verdrag Nederland-Zwitserland 2010, Kamerstukken , V-N 2010/61.3, blz. 33. [20] Ook het "lijfrentebeleggingsrecht" werd ingevoerd. Hiervoor geldt mutatis mutandis hetzelfde als voor de "lijfrentespaarrekening". [21] NV, Kamerstukken II, , V-N 2007/9.4, blz. 33. [22] Vergelijk T. Bender en S. Kamman, "Het belastingverdrag met het Verenigd Koninkrijk 2008", WFR 2011/344, onderdeel. 4.2, die bijna hetzelfde voorbeeld behandelen voor de heffing van vennootschapsbelasting. [23] In NV, Kamerstukken II , V-N 2010/28.11, blz. 48, staat het volgende: "Voorts vragen deze leden of het aandelenbelang, dat in geval van vervreemding leidt tot voordelen die ter heffing aan Nederland zijn toegewezen op grond van artikel 13, vierde lid, verdrag, bij inwerkingtreding van het Verdrag tegen waarde in het economische verkeer gewaardeerd mag worden. Hierbij verwijst de NOB naar een arrest van de Raad van 12 juli 2002 (nr , BNB 2002/402). Vooralsnog zie ik in verband met genoemd artikel 13, vierde lid, geen reden voor compartimentering. Evenals Nederland, heft het VK slechts zeer beperkt over vermogenswinsten van niet-inwoners behaald met zogenoemde onroerend goedvennootschappen. Mocht er in de praktijk dubbele heffing ontstaan, dan voorziet het verdrag in artikel 25 in de mogelijkheid tot onderling overleg." [24] Zie P.G.H. Albert, "Compartimentering, een belangrijke vorm van overgangsrecht", NTFR 2002/1541. [25] Zie F.G.F. Peters, De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123), blz. 236, Deventer: Kluwer [26] Zie onderdeel 6 Dividenduitkering door een VBI. [27] MvA, Kamerstukken I, , V-N 2007/25.25, blz. 72.

Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011

Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Inhoud Voorwoord 9 Lijst van afkortingen 11 1 Het verdragsbeleid op hoofdlijnen 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Kerninzet 14 1.2.1 Hoofddoelen

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

Prejudiciële beslissing op vraag van: ECLI:NL:RBZWB:2017:1464

Prejudiciële beslissing op vraag van: ECLI:NL:RBZWB:2017:1464 ECLI:NL:HR:2017:1324 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-07-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer 17/01256 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:417

Nadere informatie

Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens

Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens Dubbele winst bij verliezen Rechtpraak Hoge Raad biedt nieuwe kansen over de grens Op 1 maart van dit jaar heeft de Nederlandse Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in een Nederbelgische situatie.

Nadere informatie

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs JJJ JJJ de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 7 oktober 2008

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 990 Wijziging van enkele belastingwetten (reparatie in verband met arresten van de Hoge Raad inzake pensioen- en lijfrenteaanspraken) Nr. 3

Nadere informatie

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Besluit 31-03-2006 nr CPP06-507 Invorderingswet 1990. Aansprakelijkheid verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of

Nadere informatie

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

Afwaardering tbs-vordering onder vermogenswinstartikel van voormalige Verdrag Nederland-België

Afwaardering tbs-vordering onder vermogenswinstartikel van voormalige Verdrag Nederland-België Kijk op NLFiscaal voor online versie NLF 2018/1208 Verdrag Nederland-België verhindert afwaardering vordering als verlies uit row A-G, 26 april 2018, 17/04329, ECLI:NL:PHR:2018:467 SAMENVATTING X (belanghebbende;

Nadere informatie

32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

Staten-Generaal. Den Haag, 15 oktober De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

Staten-Generaal. Den Haag, 15 oktober De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd. Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2008 2009 A 31 743 Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zuid-Afrika tot het vermijden van dubbele belasting en het

Nadere informatie

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen

Nadere informatie

Tax Alert Maart 2013. In deze editie:

Tax Alert Maart 2013. In deze editie: Tax Alert Maart 2013 RSM Nederland Lucas Janssen Kantoor Maastricht +31 (0)43 363 90 50 ljanssen@rsm-wmv.nl Koen Dekker Kantoor Eindhoven +31 (0)40 295 00 15 kdekker@rsm-wmv.nl RSM België Gert van den

Nadere informatie

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 7 hoofdstuk Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang Opgave 7.1 Ja. Samen bezitten ze 5% van het geplaatste aandelenkapitaal. Beiden hebben een aanmerkelijk belang. Opgave 7.2 Nee. Na de echtscheiding

Nadere informatie

Reactie op prejudiciële vraag 17/01256

Reactie op prejudiciële vraag 17/01256 Reactie op prejudiciële vraag 17/01256 Conserverende aanslag ter zake van pensioen- en lijfrechten: strijd met verdragstrouw? Berichtgegevens Tijdstip ontvangst : 12-05-2017 12:28 Afzender : J.J.T. Beerepoot

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Centen en Stenen: Waar moet je wezen Maurice de Clercq Inhoud 1. Aftrekken 2. 10 jaars termijn aanmerkelijk belang 3. 10 jaars termijn successie 4. In Nederland staat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 27 789 Modernisering Successiewetgeving Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling bij

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en B.M. de Vries houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale facilitering banksparen ten behoeve van pensioenopbouw

Nadere informatie

Samenvatting. Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nr. 2. Kamerstukken II 1996/97, 25 087, nr. 1. Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4.

Samenvatting. Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nr. 2. Kamerstukken II 1996/97, 25 087, nr. 1. Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4. Samenvatting 1. Inleiding Belastingverdragen dienen ertoe om op basis van wederkerigheid zowel dubbele belastingheffing als zogenoemde heffingslacunes te vermijden. In 1987 1, 1996 2 en 1998 3 zijn notities

Nadere informatie

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Besluit 22-06-2006 nr CPP2006-1404 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector Ontwerp. Aspectgebied Internationaal belastingrecht

Nadere informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende : VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot

Nadere informatie

Nieuw belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland van toepassing vanaf 1 januari 2016

Nieuw belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland van toepassing vanaf 1 januari 2016 Nieuw belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland van toepassing vanaf 1 januari 2016 Op 12 april 2012 is een nieuw belastingverdrag ondertekend tussen Nederland en Duitsland (hierna: nieuw verdrag).

Nadere informatie

De 30-dagenregeling: Revisited

De 30-dagenregeling: Revisited De 30-dagenregeling: Revisited Anna Gunn Inhoud 1. Achtergrond 2. De 30-dagenregeling (oud) 3. De 30-dagenregeling (nieuw) 4. Bevindingen 1. ACHTERGROND 1 De Nederlandse maritieme zones Maritieme zones:

Nadere informatie

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015 Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige

Nadere informatie

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 11 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 oktober 2011

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

Bronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II

Bronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II Bronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II Uit secundaire regelgeving zijn nadere details af te leiden over bijzondere situaties waarin Nederland geacht wordt pensioenen

Nadere informatie

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN 678 Weekblad fiscaal recht. 6954. 17 mei 2012 DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN TUSSEN ECHTGENOTEN) OP TBS-RESULTAAT EN AB-INKOMEN PROF. MR. DR. P.G.H. ALBERT 1 1 Inleiding Per 1 januari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 615 Goedkeuring van het op 12 april 2012 te Berlijn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Financiële planningsmogelijkheden met aanmerkelijk belang bij emi- en remigratie Maurice de Clercq Inleiding - Aanmerkelijk belangheffing - 25% bij dividend, inkoop

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)

Nadere informatie

Uitzondering op 90%-eis voor kwalificerend buitenland

Uitzondering op 90%-eis voor kwalificerend buitenland Uitzondering op 90%-eis voor kwalificerend buitenland belastingplichtige Kabinet zegde toe uitwerking te geven aan een uitzonderingsbepaling (art. 7.8 WetIB 2001) op het 90% inkomenscriterium voor kwalificerende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 272 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing regime ter zake van de afkoop van verplichtingen tot alimentatie of tot verrekening

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale

Nadere informatie

Het verrekenen van buitenlandse dividendbelasting

Het verrekenen van buitenlandse dividendbelasting Het verrekenen van buitenlandse dividendbelasting Voor particuliere (box 3) beleggers die in Nederland wonen en die dividend ontvangen uit hun portefeuille van beursgenoteerde binnen- en buitenlandse effecten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en B. M. de Vries houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten om

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)

Nadere informatie

INKOMSTENBELASTING. Inkomstenbelasting Art. 1.1 Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke personen.

INKOMSTENBELASTING. Inkomstenbelasting Art. 1.1 Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke personen. I INKOMSTENBELASTING Wet van 11 mei 2000 tot vaststelling van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001), Stb. 2000, 215, zoals laatstelijk gewijzigd op 30 december 2014, Stb. 2014, 196

Nadere informatie

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier 15 september 2015 Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier Op 15 september 2015 is het Belastingplan 2016 aangeboden aan de Tweede Kamer. De voor dga en particuliere vermogensbezitter

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

Erasmus School of Economics Bachelorscriptie. Is de bestrijding van het emigratielek in strijd met het EU-recht?

Erasmus School of Economics Bachelorscriptie. Is de bestrijding van het emigratielek in strijd met het EU-recht? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Nadruk Verboden Is de bestrijding van het emigratielek in strijd met het EU-recht? Gijs Kramer 381192 Dr. Y.M. Tigelaar-Klootwijk

Nadere informatie

Artikelen De pilotenregeling en pensioen: opletten geblazen

Artikelen De pilotenregeling en pensioen: opletten geblazen Mr. drs. C. Dekkers MFP FFP CFP 1 Sommige piloten die voor een Nederlandse luchtvaartmaatschappij werken wonen in het buitenland. Met een aantal landen is in het belastingverdrag overeengekomen dat het

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert

Nadere informatie

van harte welkom op deze informatieavond

van harte welkom op deze informatieavond De Rabobank en KroeseWevers heten u van harte welkom op deze informatieavond Hengelo, dinsdag 28 oktober 2014 KroeseWevers Belastingadviseurs BV Wie zijn wij 7 vestigingen 270 medewerkers German Desk -

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije Second Home maart 2017 - Utrecht ESJ Accountants & Belastingadviseurs Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland 3. Niet-inwonerschap

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Pensioenperikelen in het nieuwe belastingverdrag Nederland- Duitsland

Pensioenperikelen in het nieuwe belastingverdrag Nederland- Duitsland Pensioenperikelen in het nieuwe belastingverdrag Nederland- Duitsland Op 12 april 2012 is in Berlijn een nieuw belastingverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot stand

Nadere informatie

Is de ingehouden dividendbelasting verrekenbaar? Inwoner van Nederland

Is de ingehouden dividendbelasting verrekenbaar? Inwoner van Nederland Is de ingehouden dividendbelasting verrekenbaar? Inwoner van Nederland SynVest is als fiscale beleggingsinstelling verplicht om 15% dividendbelasting in te houden op uitgekeerd dividend en dit af te dragen

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen De Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de heer S. Weeber Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam,

Nadere informatie

Prinsjesdag 2015 - fiscale actualiteiten

Prinsjesdag 2015 - fiscale actualiteiten 21 september 2015 Prinsjesdag 2015 - fiscale actualiteiten Op Prinsjesdag 2015 is het Belastingplan 2016 gepresenteerd. Dit plan bevat helaas niet de eerder door velen gehoopte radicale aanpassing van

Nadere informatie

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende: 34 555 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten tot uitfasering van het pensioen in eigen beheer en het treffen van enkele fiscale maatregelen inzake oudedagsvoorzieningen (Wet uitfasering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen

negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen Hoofdstuk 34 Box 1 (niet-winst) IB 34-1 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen 34.1 Situaties negatieve uitgaven 34.2 Regeling bij emigratie 34.3 Geen negatieve uitgaven 34.4 In aanmerking te nemen

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 A 32 236 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)

Nadere informatie

Bronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II

Bronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II Bronlandheffing op pensioenen in belastingverdragen: enkele details - Deel II Uit secundaire regelgeving zijn nadere details af te leiden over bijzondere situaties waarin Nederland geacht wordt pensioenen

Nadere informatie

!i2ji ]]] ]]] de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

!i2ji ]]] ]]] de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs !i2ji ]]] ]]] de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen mr. drs. S.A.W.J. Strik voorzitter Commissie Wetsvoorstellen De Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Aanmerkelijk belang Kwalificerende buitenlandse belastingplicht Erf- en schenkbelasting. Niek Op den Kamp

Aanmerkelijk belang Kwalificerende buitenlandse belastingplicht Erf- en schenkbelasting. Niek Op den Kamp Aanmerkelijk belang Kwalificerende buitenlandse Erf- en schenkbelasting Niek Op den Kamp ESJ Accountants & Belastingadviseurs 14 april 2015 Agenda 1. Aanmerkelijk belang 2. Kwalificerende buitenlandse

Nadere informatie

Reactie internetconsultatie Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Reactie internetconsultatie Wet excessief lenen bij eigen vennootschap Reactie internetconsultatie Wet excessief lenen bij eigen vennootschap Van HVK Stevens Belastingadvies Aan Ministerie van Financiën Datum 31 maart 2019 HVK Stevens maakt graag gebruik van de mogelijkheid

Nadere informatie

Particuliere beleggers in een beleggingsinstelling, een aantal fiscale aspecten

Particuliere beleggers in een beleggingsinstelling, een aantal fiscale aspecten Mr. M.J.P.C. Steinbusch 1 Particuliere beleggers in een beleggingsinstelling, een aantal fiscale aspecten 31 In Nederland worden meer dan 10.000 verschillende beleggingsfondsen en verschillende aandelensoorten

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning. Overgangsrecht KEW.

Inkomstenbelasting. Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning. Overgangsrecht KEW. Inkomstenbelasting. Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning. Overgangsrecht KEW. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 27 juni

Nadere informatie

Reactie op conceptwetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Reactie op conceptwetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap Reactie op conceptwetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap Joanknecht 1 heeft met veel belangstelling kennis genomen van het ter consultatie voorgelegde conceptwetsvoorstel Wet excessief

Nadere informatie

Besluit van 22 mei 2001, nr. CPP2000/ 3172M

Besluit van 22 mei 2001, nr. CPP2000/ 3172M Gebruikelijkloonregeling 1 Gebruikelijkloonregeling Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen Besluit van 22 mei 2001, nr. CPP2000/ 3172M De

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home maart Utrecht. Robert van Beek

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home maart Utrecht. Robert van Beek Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire Second Home maart 2017 - Utrecht Robert van Beek Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland 3. Niet-inwonerschap

Nadere informatie

Internationaal Belastingrecht

Internationaal Belastingrecht Internationaal Belastingrecht prof. mr. dr. A.CG.A.C de Graaf prof. dr. P. Kavelaars prof. dr. A.J.A. Stevens Zesde herziene druk a Wolters Deventer 2012 business INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van

Nadere informatie

Schenken tegen wil en dank. Maurice de Clercq 7 december 2011

Schenken tegen wil en dank. Maurice de Clercq 7 december 2011 Schenken tegen wil en dank Maurice de Clercq 7 december 2011 Inhoud 1. Inleiding 2. Schenken 3. Aanmerkelijk belang aandelen 4. Effecten 5. Onroerend Goed 6. Het huwelijk 7. Conclusie Inleiding Inleiding

Nadere informatie

Erasmus School of Economics Masterthesis. Compartimentering onder belastingverdragen

Erasmus School of Economics Masterthesis. Compartimentering onder belastingverdragen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Masterthesis Nadruk verboden Compartimentering onder belastingverdragen Naam student: S. Saboor Studentnummer: 324871 Scriptiebegeleider: Prof.

Nadere informatie

Wonen in Duitsland 2016

Wonen in Duitsland 2016 Wonen in Duitsland 2016 Team Grensoverschrijdend Werken en Ondernemen (GWO) Nicole Janssen Inhoud presentatie Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting NL-D: Uitkeringen in belastingverdrag tot en met

Nadere informatie

Tax news. Penshonadoregeling Voor Curaçao. Penshonados en renteniers. In een oogopslag. Aandachtspunten

Tax news. Penshonadoregeling Voor Curaçao. Penshonados en renteniers. In een oogopslag. Aandachtspunten Tax news Penshonadoregeling Voor Curaçao Penshonados en renteniers Aandachtspunten In een oogopslag... 1 Voorwaarden... 2 Belasting en premies... 2 Inkomen uit buitenlandse bronnen... 3 Keuze mogelijkheid...

Nadere informatie

vra2005fin-02 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 1 maart 2005

vra2005fin-02 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 1 maart 2005 vra2005fin-02 29 632 Goedkeuring van het op 8 maart 2004 te Washington tot stand gekomen Protocol, met memorandum van overeenstemming, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden

Nadere informatie

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning Second Home juni 2015 - Antwerpen Maurice De Clercq - Niek Op den Kamp - Harjit Singh ESJ Accountants & Belastingadviseurs Agenda 1. Een tweede woning

Nadere informatie

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze

Nadere informatie

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen Inhoudsopgave 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 15 Kennisvragen hoofdstuk 1 16 2 De bronnen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/05/2015

Datum van inontvangstneming : 28/05/2015 Datum van inontvangstneming : 28/05/2015 Vertaling C-176/15-1 Zaak C-176/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 april 2015 Verwijzende rechter: Tribunal de première instance

Nadere informatie

Beantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op 100.000 en de verlaging van de opbouw

Beantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op 100.000 en de verlaging van de opbouw Beantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op 100.000 en de verlaging van de opbouw Het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) heeft aan de staatssecretarissen Wiebes (Financiën) en Klijnsma (SZW) een

Nadere informatie

Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer

Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 26b 24 583 (R 1564) Wijziging van de Belastingregeling voor het Koninkrijk in verband met maatregelen met het oog op het tegengaan van misbruik

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home september Utrecht. Robert van Beek

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home september Utrecht. Robert van Beek Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire Second Home september 2016 - Utrecht Robert van Beek Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland 3. Niet-inwonerschap

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 788 Wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de introductie

Nadere informatie

Voorwaarden PensioenBelegging

Voorwaarden PensioenBelegging 1 Algemeen en definities 1.1 De Voorwaarden PensioenBelegging zijn een aanvulling op de Voorwaarden. De Voorwaarden PensioenBelegging zijn uitsluitend van toepassing op de Participaties PensioenBelegging

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Fiscaal Juridisch Adviesbureau

Nieuwsbrief. Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nieuwsbrief Fiscaal Juridisch Adviesbureau M a a n d e l i j k s i n f o r m a t i e b u l l e t i n v o o r v e r z e k e r i n g s a d v i s e u r s Nummer 64a september 2008 Inhoud Special Prinsjesdag

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs De eigen bijdrage in de AWBZ: Vermogensbescherming zonder te schenken Maurice De Clercq & Harjit Singh Juni 2013 Programma Inleiding Belastingdruk bij eigen bijdrage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)

Nadere informatie

8.6o3) (2-j P., 001- OCT STATEN VAN ARUBA. nwk. ALHIER. Aan: de Voorzitter der Staten

8.6o3) (2-j P., 001- OCT STATEN VAN ARUBA. nwk. ALHIER. Aan: de Voorzitter der Staten Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 8 STATEN VAN ARUBA nwk. r. 2 2 OKI, 2008 4.14- Aan: de Voorzitter der Staten ALHIER Uw kenmerk: uw brief: Ons kenmerk: Onderwerp: ontwerp-landsverordening houdende

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")

Nadere informatie

Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken Directie Internationale Fiscale Zaken. Besluit van 14 november 2007, nr. IFZ 2007/754M, Stcrt. nr.

Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken Directie Internationale Fiscale Zaken. Besluit van 14 november 2007, nr. IFZ 2007/754M, Stcrt. nr. Regeling voor de toepassing van het Nederlands-Duitse belastingverdrag met betrekking tot de toedeling van het recht tot belastingheffing over aan werknemers betaalde afkoopsommen 1 Regeling voor de toepassing

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

2014Z21984. Antwoord 1

2014Z21984. Antwoord 1 2014Z21984 Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën over de pensioenmaximering op 100.000 en de verlaging van de opbouw, die bij

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar 2009 2010. A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar 2009 2010. A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 32 491 Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Barbados tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het

Nadere informatie