EXAMENREGLEMENT. Dit Reglement wordt voor 1 oktober ter kennis gebracht aan de Inspecteur, belast met het toezicht op de OSG Schoonoord.

Transcriptie

1 EXAMENREGLEMENT VAN DE LOCATIE OPENBAAR LYCEUM ZEIST VERSIE Het Eindexamen van het Openbaar Lyceum Zeist is ingericht conform de richtlijnen van het Eindexamenbesluit VWO, HAVO, MAVO, VMBO, hierna te noemen het Besluit. Het Eindexamen wordt afgenomen door de rector en de examinatoren onder verantwoordelijkheid van het Bevoegd Gezag. Dit Reglement wordt voor 1 oktober ter kennis gebracht aan de Inspecteur, belast met het toezicht op de OSG Schoonoord. Artikel 1 Het Eindexamen omvat een Schoolexamen en een Centraal Examen of alleen een Schoolexamen. Voor zaken betreffende het Schoolexamen verwijzen we tevens naar het Schoolexamen- en bevorderingsreglement. Artikel 2 Voor zover zaken niet nader geregeld zijn in dit 'Examenreglement van de locatie Openbaar Lyceum Zeist, hierna te noemen 'het Reglement', is het Besluit van toepassing. Wanneer ook het Besluit ontoereikend is, beslist het Bevoegd Gezag. Artikel 3 In geval van geschillen voortvloeiend uit de toepassing van dit Reglement neemt de Beroepscommissie ex Artikel I.8 van dit Reglement een beslissing. Toelichting: Ook de Beroepscommissie kan uiteraard slechts adviseren binnen haar bevoegdheden. Wanneer een haar voorgelegde zaak niet binnen die bevoegdheden valt, zal zij zodanig adviseren. In uiterste instantie zal de rechter ingeschakeld kunnen worden. Artikel 4 De rector kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de rector op welke wijze het examen zal worden afgelegd en doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de Inspectie. De rector kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen doet ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde of tot een vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften zoals aangegeven in het Besluit. Voor het Centraal Examen bestaat deze afwijking slechts uit een verlenging van de duur van het examen met 30 minuten. Indien wordt afgeweken van de voorschriften wordt dit meegedeeld aan de Inspectie. De kandidaat, of in geval van een minderjarige kandidaat zijn ouders, verzorgers of voogden, dienen uiterlijk op 15 oktober van het schooljaar waarin het Eindexamen afgenomen wordt een verzoek tot een afwijkende werkwijze in bij de rector. Toelichting: Bij de handicaps valt te denken aan bijvoorbeeld dyslexie, slechtziendheid of slechthorendheid. 1

2 Vaak zal ook in de vóór-examenjaren al gebruik gemaakt zijn van de aanvullende faciliteiten. Wanneer in de loop van de cursus een zodanige handicap ontstaat dat een aangepast examen wenselijk is, moet betrokkene daarover direct met de schoolleiding overleggen om één en ander nog tijdig voor het Centraal Examen geregeld te krijgen. Artikel 5 Het Bevoegd Gezag van een dagschool kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen het eindexamen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen. ORGANISATIE VAN HET EINDEXAMEN Artikel I.1 Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA), tenminste omvattende de onderdelen van de examenstof van de vakken waarin de kandidaat geëxamineerd wordt tijdens het Schoolexamen, en de tijdsduur alsmede de rekenformule waarmee het beoordelingscijfer wordt berekend, wordt jaarlijks per schooltype gepubliceerd. Het PTA wordt uiterlijk 1 oktober van het schooljaar waarin het examen wordt afgenomen gepubliceerd op de OLZsite. De plaats waar elk onderdeel wordt geëxamineerd en het tijdstip alsook de tijdsduur van de verschillende toetsen worden per periode via afzonderlijke roosters bekend gemaakt. Toelichting: In het Programma van Toetsing en Afsluiting' wordt nauwkeurig aangegeven welk deel van de leerstof bij elke zitting zal worden getoetst of wanneer hierover nadere mededelingen zullen worden verstrekt. Indien het op het moment waarop het PTA gepubliceerd werd nog niet mogelijk was de exacte tijdsduur van iedere toets aan te geven, zal hierover doormiddel van studieplanners en toetsroosters zo spoedig mogelijk mededeling gedaan worden. Daarnaast zijn een aantal praktische zaken van belang, zoals de tijdstippen van elke toets, zowel een schriftelijke als een mondelinge, en de plaats waar de toets wordt afgenomen. Omdat het niet mogelijk is deze details reeds in september te regelen, is het van belang dat de kandidaten zorgvuldig kennis nemen van mededelingen daarover op de publicatieborden in de school en/of in schriftelijke mededelingen die als aanvulling op de Regeling worden verstrekt. Tevens worden deze op de OLZ-site vermeld. Het is de verantwoordelijkheid van de kandidaat zich tijdig op de hoogte te stellen van de gang van zaken. Artikel I.2 De docent die de lessen geeft in een vak dat deel uitmaakt van het Eindexamen, is tevens de examinator. Indien een docent die tevens examinator is, gedurende langere tijd verhinderd is de opgedragen lessen te geven, kan de rector een andere examinator aanwijzen. Artikel I.3 De rector wijst een medewerker van de school aan als secretaris van het Eindexamen. Artikel I.4 Het Eindexamen wordt afgenomen in de daartoe door de rector aan te wijzen ruimten en, voor zover het Schoolexamens betreft, op daartoe door de rector te bepalen tijdstippen. 2

3 a. De inrichting van de ruimten waar het Centraal Examen wordt afgenomen geschiedt op aanwijzing van de rector. b. Bij het Examen dient elke kandidaat plaats te nemen aan de tafel die hem wordt aangewezen bij de aanvang van elke zitting. c. Bij elke zitting maakt de kandidaat zijn werk op papier dat door de school of van rijkswege voor dat doel wordt verstrekt. d. De kandidaat is verplicht de aanwijzingen van de toezichthouder(s) stipt op te volgen. e. De kandidaat levert alvorens de examenruimte te verlaten het gemaakte werk in bij een toezichthouder. Artikel I.5 De examinator bewaart (na correctie en vaststelling van de uitslag) het examenwerk tot 1 april van het kalenderjaar volgende op dat waarin het Eindexamen werd voltooid. Daarna wordt het werk vernietigd. Toelichting: Na 1 april volgend op het Eindexamen, is het niet meer mogelijk enigerlei kwestie met betrekking tot het gemaakte werk in behandeling te nemen. Artikel I.6 De kandidaat kan inzage krijgen in het examenwerk. Het inzien vindt plaats in een door de rector aan te wijzen ruimte en in aanwezigheid van een door deze aan te wijzen toezichthouder. ONREGELMATIGHEDEN Artikel I.7 a. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het Eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de rector maatregelen nemen. b. De maatregelen, bedoeld in lid a, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: 1. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het Schoolexamen of het Centraal Examen; 2. het ontzeggen van de deelname of verdere deelname aan één of meer zittingen van het Schoolexamen of het Centraal Examen; 3. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het Schoolexamen of het Centraal Examen; 4. bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd Eindexamen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd Eindexamen bedoeld in Artikel I.7.b.4 betrekking heeft op één of meer onderdelen van het Centraal Examen legt de kandidaat dat examen af in het tweede tijdvak van het Centraal Examen, dan wel in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie. c. Alvorens een beslissing ingevolge lid b van dit artikel wordt genomen, hoort de rector de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De rector deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op de beroepsmogelijkheid. De schriftelijke mededeling 3

4 wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, verzorgers of voogden van de kandidaat, indien deze minderjarig is, alsmede, indien dit het Centraal Examen betreft, aan de inspectie. d. Tegen een beslissing van de rector kan een kandidaat in beroep gaan bij de Beroepscommissie. BEROEPSMOGELIJKHEID Artikel I.8 a. Tegen beslissingen van de rector met betrekking tot het Eindexamen, staat de mogelijkheid van beroep open bij de Beroepscommissie Eindexamen Openbaar Lyceum Zeist, nader aan te duiden als 'Beroepscommissie', tenzij anders geregeld in dit Reglement. b. Beroep kan in geval van het Centraal Examen slechts schriftelijk worden ingesteld binnen een termijn van 3 werkdagen na bekendmaking van het feit waartegen beroep wordt aangetekend. c. Beroep kan in geval van het Schoolexamen slechts schriftelijk worden ingesteld binnen een termijn van 5 werkdagen na bekendmaking van het bestreden feit. d. De correcte adressering van de Beroepscommissie luidt: De algemeen directeur/bestuurder van de stichting OSG Schoonoord, t.a.v. Beroepscommissie Examens Openbaar Lyceum Zeist Postbus AA Zeist Artikel I.9 De Beroepscommissie heeft de volgende samenstelling: - de rector en directeuren van de OSG Schoonoord - één ouder - één plaatsvervangend ouder Het Bevoegd Gezag stelt de Beroepscommissie in en wijst daartoe per geschil drie leden aan, waaronder in elk geval een lid-ouder of, in geval van verhindering, een plaatsvervanger van dit lid-ouder. Bij de samenstelling van deze Beroepscommissie gelden de volgende voorwaarden: de rector/directeur van de school waar de kandidaat die het geschil aanhangig maakt staat ingeschreven, is uitgesloten van deelname aan de zitting van de beroepscommissie; een lid van de schoolleiding, tevens examinator van de betreffende kandidaat, is eveneens uitgesloten van deelname aan de zittingen van de Beroepscommissie; in gevallen waarin door genoemde voorwaarden de commissie niet kan worden gecompleteerd, wijst het Bevoegd Gezag in overleg met het lid-ouder een vervanger c.q. vervangers aan. Het Bevoegd Gezag let daarbij op de onafhankelijkheid en de deskundigheid van de aan te wijzen persoon of personen. Artikel I.10 De Beroepscommissie heeft tot taak het Bevoegd Gezag te adviseren met betrekking tot de haar voorgelegde geschillen. Artikel I.11 De Beroepscommissie bepaalt haar eigen werkwijze. De Beroepscommissie kan advies inwinnen van deskundige(n) naar haar keuze. 4

5 Artikel I.12 De adviezen van de Beroepscommissie zijn bindend. Artikel I.13 De Beroepscommissie formuleert zo spoedig mogelijk na ontvangst van een beroepsschrift haar advies waarna het Bevoegd Gezag de kandidaat, en in geval van een minderjarige kandidaat eveneens zijn ouders, verzorgers of voogden, zo spoedig mogelijk op de hoogte stelt van de beslissing. Toelichting (art. I.8 t/m I.13): Het Bevoegd Gezag wijst de ouder en de plaatsvervangend ouder aan. Hij tracht daarbij te zorgen voor voldoende juridische en onderwijskundige kwaliteit binnen de commissie. De Beroepscommissie is geheel onafhankelijk, en is dus geen verantwoording schuldig aan de schoolleiding of het Bevoegd Gezag. Daar de adviezen van deze commissie bindend zijn, kan het Bevoegd Gezag niet afwijkend van het advies beslissen. Tegen zijn beslissing in beroep kan men zich verweren tegenover de rechter. Artikel I.14 Een ieder die betrokken is bij de behandeling van een beroep en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan. Behoudens wanneer enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of wanneer uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 5

6 CENTRAAL EXAMEN In de maand april ontvangen alle kandidaten de Mededelingen Centraal Examen. Hierin staat meer gedetailleerd de gang van zaken tijdens het Centraal Examen beschreven. GANG VAN ZAKEN TIJDENS HET CENTRAAL EXAMEN Artikel II.1 a. Een kandidaat kan ten hoogste 30 minuten na aanvang van een zitting van het Centraal Examen, tot die zitting worden toegelaten. Gedurende de eerste 60 en de laatste 15 minuten van een zitting van het Centraal Examen mag een kandidaat de examenruimte niet verlaten. b. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het Centraal Examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. Toelichting: Deze regel heeft tot doel te verhinderen dat kandidaten die nog tot de zitting kunnen worden toegelaten, voortijdig inzage in de opgaven zouden kunnen krijgen. Het artikel betreft iedere vorm van bekendmaking buiten de examenruimte in de genoemde periode. Het is dus evenmin toegestaan mondeling of anderszins de opgaven te verspreiden. In de instructie die de toezichthouders krijgen, wordt dit duidelijk beschreven. Artikel II.2 Bij elke zitting van het Centraal Examen zijn in elke ruimte waar de zitting gehouden wordt, tenminste twee door de rector aan te wijzen toezichthouders aanwezig. De toezichthouders voeren het toezicht uit volgens de nader door de rector te geven instructies. Artikel II.3 Van elke zitting van het Centraal Examen wordt een proces verbaal opgemaakt en getekend door alle toezichthouders bij deze zitting. In dit proces verbaal wordt aantekening gehouden van alle bijzondere voorvallen. Tevens wordt van elke kandidaat die na aanvang van de zitting verschijnt en/of voor het einde van de zitting de zaal verlaat, de tijd van aankomst respectievelijk vertrek, vermeld. Artikel II.4 Het is de kandidaat niet toegestaan enig ander hulpmiddel voorhanden te hebben dan wat officieel is toegestaan. Toelichting: Het betreft hier woordenboeken, Binas, rekenmachines e.d. De kandidaten worden geacht te weten welke hulpmiddelen zijn toegestaan. (De gegevens staan vermeld in de Mededelingen Centraal Examen, die in april door de school worden verstrekt ). In geval van twijfel wenden zij zich tot de examinator of de rector. Artikel II.5 De toezichthouders leveren het examenwerk onmiddellijk na afloop van de zitting in bij de rector of bij de door hem daartoe aangewezen persoon. Dit geldt tevens voor de ingevulde en ondertekende processen-verbaal en de resterende examenopgaven. 6

7 VERHINDERING DEELNAME CENTRAAL EXAMEN Artikel II.6 a. Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de rector verhinderd is bij één of meer onderdelen in het eerste tijdvak van het Centraal Examen tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het Centraal Examen in die onderdelen te voltooien. b. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het Centraal Examen niet in het tweede tijdvak kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat op wie lid b van dit artikel van toepassing is, meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de rector aan bij de voorzitter van de staatsexamencommissie. In dat geval deelt de rector aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het Schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het Centraal Examen heeft behaald, alsmede wanneer de kandidaat het Centraal Examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan zijn mogelijkheden, zoals beschreven in artikel 4. 7

8 REGELS BETREFFENDE SLAGEN EN HERKANSEN BEREKENING EINDCIJFERS EINDEXAMEN 1. Het eindcijfer voor alle vakken van het Eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het Schoolexamen en het cijfer voor het Centraal Examen. 3. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 of minder zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond. 4. Indien een vak alleen een Schoolexamen kent, is het cijfer voor het Schoolexamen tevens het eindcijfer. EXAMENNORM De kandidaat is geslaagd bij: het gemiddelde eindcijfer voor het Centraal Examen is minimaal een 5,5 maximaal 1 maal 5 voor Nederlands, Engels en wiskunde alle eindcijfers 6 of hoger 1 maal 5 In onderstaande gevallen moet gecompenseerd worden - het gemiddelde van alle eindcijfers moet minimaal 6,0 zijn: - 1 maal 4-2 maal 5-1 maal 5 en 1 maal 4 Eén van de eindcijfers is het combinatiecijfer, dat een gemiddelde is van de onderdelen die daarin een plaats hebben gekregen. De kandidaat krijgt geen diploma indien: - Het resultaat van de rekentoets geen 5 of hoger is - CKV en LO in het gemeenschappelijke deel onvoldoende zijn - Er toetsen en/of opdrachten uit het PTA niet zijn gemaakt - Onderdelen van het combinatiecijfer lager dan met een 4,0 zijn beoordeeld HERKANSING CENTRAAL EXAMEN 1. De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat de uitslag is vastgesteld, het recht in het eerstvolgende tijdvak opnieuw deel te nemen aan het Centraal Examen. 2. De kandidaat geeft vóór een nader te bepalen dag en tijdstip schriftelijk door aan de examensecretaris voor welk vak hij gebruik wil maken van het recht op herkansing. 3. Het hoogste van de cijfers behaald bij het herexamen en bij het eerder afgelegde Centraal Examen geldt als definitief cijfer voor het Centraal Examen. 4. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld en wordt deze mondeling en schriftelijk aan de kandidaat meegedeeld. 5. Het in het eerste tot en met vierde lid genoemde is eveneens van toepassing op de vakken waarin in een examenjaar deeleindexamen is afgelegd. 8