Iedereen een bestrijder

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Iedereen een bestrijder"

Transcriptie

1 Iedereen een bestrijder Financieel Economische Criminaliteit en het Lectoraat Finec: visie en realisatie Auteurs: Drs. W. Faber Drs. A. van Heel Apeldoorn, September 2009 September 2010 September 2011

2 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 Samenvatting Achtergrond Inleiding Aanleiding lectoraat Leeswijzer Het maatschappelijk vraagstuk Samenlevingsvraagstukken Trends Onderliggende vraagstukken effectiviteit bestrijding Het sturingsmomentum: nu of nooit? Uitgangssituatie: de SKO aanvraag De SKO ambitie Spanning ambitie en beschikbare capaciteit Beleidseffectindicatoren Visie van het lectoraat Inhoudelijke en instrumentele oriëntatie Missie Kernfunctie 1: kennis Kernfunctie 2: Onderzoek Kernfunctie 3: Overdracht De 7 voorwaarden voor effectieve aanpak finec Opgave De inbedding van het lectoraat De betrokkenheid van de relevante omgeving Het Finec werkveld Het Programma college Kenniskringen Voertuigen en Activiteiten Voertuig: Hypothese Gestuurde Interventie Voertuig: finec.eu Voertuig: Finecadamy Voertuig Nationale Infrastructuur Financieel economische criminaliteit (NIFC) Bijlage I: Wijze van omgaan met niet realistische ambitie SKO aanvraag (Gideons bende) Bijlage Ii: Activiteiten Bijlage III: Realisatie en Begroting Kosten... 44

3 SAMENVATTING In de visie van het lectoraat en haar activiteiten staat één ding centraal: kennisverbreding van hoe financieeleconomische criminaliteit in elkaar steekt en wie daarbij in verschillende rollen zijn betrokken. Onderzoek en overdracht zijn dienstbaar aan deze kennis. Gezamenlijk vormen ze de drie kernfuncties van het lectoraat. Kennis staat niet op zich maar is een instrument. De maatschappelijke problematiek van financieel economische criminaliteit en de moeizame aandacht van traditionele partijen voor de bestrijding daarvan, vormen dan ook het vertrekpunt voor een conceptuele visie van het lectoraat. Consistent met vraagstukken van financieel economische criminaliteit, omvat die visie niet alleen de lectoraatsactiviteiten maar vooral ook die van anderen. Het lectoraat wil een aanjager of katalysator zijn in het stimuleren van bestrijdingsgedrag van iedereen die kan bijdragen aan het voorkomen of detecteren van financieel economische criminaliteit en het daarop interveniëren. Iedereen een bestrijder is dan ook het motto, waarbij onder bestrijding ook preventie wordt begrepen. Kennis is de belangrijkste motor ter bereiking van de lectoraatsdoelen. Temidden van alle aandacht voor reorganisaties is de inhoud van maatschappelijke vraagstukken een belangrijk ankerpunt voor professionals. Zodat ze gericht blijven op waar het echt om gaat. Niet om de zoveelste mooie tekening van een organigram, maar om inhoudelijke effecten op criminaliteit of de voorbereiding daartoe. Qua menskracht stelt het lectoraat weinig voor. De ambitie uit de SKO aanvraag voor het lectoraat lijkt dat volstrekt uit het oog te hebben verloren. Desondanks spreekt de metafoor van de Gideonsbende het lectoraat aan en probeert zij een groter effect te bewerkstelligen dan op basis van haar omvang zou mogen worden verwacht. Daarin bedient ze zich van twee strategieën. De eerste is de koekoekstrategie. Het lectoraat probeert goed te zijn in het detecteren van de juiste nesten en het daarin leggen van de juiste eieren. Die hebben altijd een relatie naar de inhoud van financieel economische criminaliteit en ze grijpen altijd aan op een belang van de adoptief ouder. Ook al is dat mogelijk een heel ander belang dan wat criminaliteitsbestrijders er op na houden. De tweede strategie is de eksterstratie. In plaats van op zoek te gaan naar nesten zoals de koekoek, gaat deze strategie er vanuit dat eksters dol zijn op glimmertjes. Het lectoraat wil goed zijn in het etaleren van dat soort glimmers zodat ze min of meer vanzelf worden opgepikt en meegenomen naar, wederom, een nest. Het spreekt voor zich dat ook glimmers worden gedefinieerd in relatie tot de inhoud van financieel economische criminaliteit. Hoe speels ze ook mogen klinken: beide strategiëen zijn gefundeerd op de zeven voorwaarden voor effectieve beïnvloeding van financieel economische criminaliteit. Weten hoe de hazen lopen is daar één van. Wie niet weet hoe criminaliteit in elkaar steekt, weet ook niet wie in het kader van haar bestrijding moet worden gemobiliseerd. Wie niet weet hoe de bestrijding in elkaar steekt, heeft ook geen idee op welke manieren en met inschakeling van wie een antwoord kan worden gegeven op financieel economische criminaliteit. Kennis van criminaliteit en de bestrijding is voorwaardelijk voor effectiviteit en voor innovatie van de wijzen om die effectiviteit te bereiken. Effectieve aanpak vereist dat de kennis onder de bestrijding een afspiegeling is van de werkwijze van de crimineel en dat de daarin betrokken bestrijdingsrollen het kennis equivalent zijn van de rollen die betrokken zijn bij het plegen van (een bepaalde vorm van) financieel economische criminaliteit. Het lectoraat heeft een aantal voertuigen gekozen om haar drie kernfuncties waar te maken; daarbij gebruikmakend van beide strategieën. Ten eerste is onder de naam Hypothese Gestuurde Interventie een methodiek ontwikkeld waarmee kennis van modus operandi en daderrollen (feitelijk en verondersteld) op elkaar kunnen worden gelegd, en worden vertaald naar effectieve en alternatieve aanpakken. Onder de naam finec.eu wordt een virtuele omgeving ontwikkeld waarin volgens community beginselen door iedereen met de HGI methodiek kan worden gewerkt. Minstens zo belangrijk is dat via finec.eu het resultaat van het gezamenlijk cumuleren van kennis kan worden gedistribueerd onder gebruikers; variërend van leden van recherche teams tot private partijen die over een nog niet aangeboord interventie arsenaal beschikken. Nu weten we dat crowd sourcing niet per definitie leidt tot slimmere inzichten. Vandaar dat het lectoraat een kennisinfrastructuur heeft ingericht en verder uitbouwt die een afspiegeling vormt van de wijze waarop criminaliteit in elkaar steekt. Kenniskringen die zijn samengesteld uit partijen die op een of andere wijze zijn of kunnen worden betrokken bij een bepaald verschijnsel van financieel economische criminaliteit vormen daarvan het hart. De deelnemers namens die partijen vormen als het ware een human interface tussen hun branche of relevante deel van de wereld en de probleemstelling rond concrete vormen van financieel economische criminaliteit. Twee van die breed samengestelde kenniskringen zijn inmiddels actief rond respectievelijk faillissementsfraude en witwassen. De oprichting van drie anderen rond voorschotfraude, acquisitiefraude en zorgfraude is in voorbereiding 1. 1 Stand per september 2011 Pagina 1

4 Kenniskringen interpreteren de cumulatieve informatie en waarderen die op tot eveneens cumulatieve inzichten die uit de losse afzonderlijke elementen op zichzelf niet kan worden geconstrueerd (1+1=3). Deze kennisinfrastructuur is op zichzelf een katalysator en ook voorloper van het bredere conceptuele model dat schuilgaat achter de noemer van een Nationale Infrastructuur Financieel economische criminaliteit (NIFC). Met de nadruk op infrastructuur, worden in dat conceptueel model specifieke organisaties met een bufferfunctie tussen de meer traditionele wereld van de bestrijding en de relevante buitenwereld (FIU, FEC eenheid, Justis, Lectoraat) met elkaar verbonden. Elk van deze zogenaamde buffers heeft behoefte aan typologieën aan de hand waarvan zij gegevens kunnen filteren op bonafide of malafide gedrag. Kennis is voorwaardelijk om die typologieën te kunnen opstellen. Bovendien zijn dergelijke typologieën (binnen de HGI methodiek worden het hypothesen genoemd) noodzakelijkerwijs samengesteld. De criminele activiteiten of de gedragskenmerken van de criminelen die zich daarmee bezig houden die ze beschrijven, laten zich niet uitdrukken in de enkele dimensie van bijvoorbeeld ongebruikelijke transacties. Voor het detecteren van crimineel gedrag is een bredere blik nodig dan die vanuit één organisatie. In het ontwerp van de NIFC wordt die bredere blik georganiseerd en ook leidt zij tot samengestelde hypothesen of typologiëen die aan meerdere bronnen worden getoetst. Passend binnen de NIFC gedachte bedient het lectoraat zich tot slot nog van een ander voertuig. Onder de naam finecadamy poogt zij de effectiviteit en ook de efficiëntie van losse en mono disciplinaire opleidingsinspanningen door politie, OM, BOD s, toezichthouders etc. te vergroten. Niet op dogmatische overwegingen waarin wordt geappeleerd aan het algemene belang van samenwerking en integratie, maar wederom vanuit de inhoudelijke kennis over financieel economische criminaliteit en de noodzaak die daaruit spreekt tot gezamenlijke preventie, detectie of interventie. Pagina 2

5 1 ACHTERGROND 1.1 Inleiding In dit document wordt de visie van het lectoraat Financieel Economische Criminaliteit (Finec) gepresenteerd en de realisatie van die visie door de functies en activiteiten van het lectoraat. Het lectoraat Finec is per 1 juli 2009 aan de Politieacademie ingesteld op initiatief van de Board Opsporing. Het wordt voor de jaren gefinancierd door het FinEC Programma Politie. Het Lectoraat heeft twee doelen: het versterken van de aanpak van financieel economische criminaliteit en het vergroten van de slagkracht van het financieel opsporen. Door het ontwikkelen, distribueren en verankeren van praktijkgerichte kennis wil het lectoraat in haar doelen slagen. Gezien het transnationale karakter van de zakelijke en financiële wereld en de inherente betrokkenheid van publieke en private partijen, is een brede maatschappelijke en internationale oriëntatie daarvoor een voorwaarde. Deze visie probeert daaraan handen en voeten te geven. 1.2 Aanleiding lectoraat 2 Het belang van expertise voor de bestrijding van financieel economisch criminaliteit is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Hiervoor zijn twee redenen aan te wijzen. Allereerst wordt in de traditionele georganiseerde criminaliteit gebruik gemaakt van steeds complexere ontwijkingsmethoden om het onwettig verkregen voordeel weg te sluizen en veilig te stellen. 3 Dit is onder meer het gevolg van een intensivering van het controleregime, die weer samenhangt met het tegengaan van terrorisme en met de verbeterde internationale samenwerking van fiscale en justitiële autoriteiten. 4 Ook wordt geconstateerd dat beroepsmatige wetsovertreders, door ervaring wijs geworden of wat de nieuwe generatie betreft voorzien van een betere opleiding, meer deskundigheid inschakelen bij het effectueren van witwasconstructies. 5 In de tweede plaats is door meerdere onderzoekers vastgesteld dat (schijnbaar) legitieme organisaties zoals sommige financiële en beleggingsinstellingen, bouwbedrijven en industriële ondernemingen, maar ook dienstverleners als advocaten, notarissen en accountants een toenemende neiging tot onwettig handelen vertonen. 6 Toekomstverkenningen indiceren dat deze trend bestendig lijkt. 7 Het gaat er dan niet zozeer om dat de onderwereld infiltreert in de bovenwereld zoals lange tijd werd gedacht, maar dat verwevenheid en collusie ontstaan door initiatieven van beide kanten. Van belang is voorts te onderkennen dat de zakelijke, en zeker de financiële wereld anno 2008 op alle schaalniveaus in toenemende mate een transnationaal karakter kent. 8 Bezit, besluitvorming en toezicht, maar ook fraudes beperken zich niet langer tot één land of zelfs één continent. De recente wereldwijde financiële crisis heeft eens te meer zichtbaar gemaakt dat Nederland samen met Luxemburg als belangrijkste Europese draaischijf fungeert in de zogenoemde financiële verpakkingsindustrie. 9 Voor zover de opsporing in deze internationale arena een rol toekomt, moet zij kunnen beschikken over effectieve contactennetwerken en adequate kennis en middelen Letterlijk ontleend aan de SKO aanvraag voor het lectoraat Financieel economische criminaliteit; inclusief bronverwijzingingen. 3 Mathers, C. (2004) Crime School: Money Laundering. Toronto: Key Porter Books.; Meloen, J, R. Landman, H. de Miranda, J. van Eekelen, S. van Soest (2003). Buit en besteding. Een empirisch onderzoek naar de omvang, de kenmerken en de besteding van misdaadgeld. Den Haag: Elsevier. 4 Robinson, J. (2004), The Sink: How Banks, Lawyers and Accountants Finance Terrorism and Crime And Why Governments Can't Stop Them., London: Constable & Robinson. 5 KLPD Dienst IPOL (2008), Witwassen. Verslag van een onderzoek voor het Nationaal dreigingsbeeld, Zoetermeer 6 Joldersma, C., F. Teeven, J. de Wit, T. Heerts, E. Anker, R. de Roon (2008), Verwevenheid van de bovenwereld met de onderwereld. Rapport van de parlementaire werkgroep verwevenheid onderwereld/bovenwereld. Den Haag; KLPD Dienst IPOL, 2008, De Staatsruif en de Fata Morgana. Verslag van een onderzoek naar fraudeconstructies voor het Nationaal dreigingsbeeld Zoetermeer.; Financieel Expertise Centrum (2008), Rapportage Project Vastgoed., Amsterdam: FEC Raad.; Roest, F., (2007) Beleggen in gebakken lucht. Een studie naar de typerende kenmerken van grensoverschrijdende georganiseerde (mega) zwendels in beleggingsproducten., Den Haag: Functioneel Parket. 7 KLPD Dienst IPOL (2008) Nationaal dreigingsbeeld Georganiseerde criminaliteit., Zoetermeer: Korps Landelijke Politiediensten.; Platform Bijzondere Opsporingsdiensten (2007), Fraude in Beeld. Den Haag; Klerks, P., N. Kop (2007), Maatschappelijke trends en criminaliteitsrelevante factoren. Een overzicht ten behoeve van het Nationaal dreigingsbeeld criminaliteit met een georganiseerd karakter , Apeldoorn: Politieacademie. 8 Levi, M. (2008), Organised Fraud and Organising Frauds: Unpacking Research on Networks and Organisation. Criminology and Criminal Justice 8(4), November Meeus, J. (2008), Een markt van miljard. Nederland financieel innovatieland voor bedrijven als Gazprom., NRC Handelsblad 14 november Leong Veng Mei, A. (2007), The Disruption of International Organised Crime: An Analysis of Legal and Non Legal Strategies., Aldershot; Burlington, VT: Ashgate. Pagina 3

6 De Nederlandse politiek schenkt in toenemende mate aandacht aan financieel economische criminaliteit en verwacht van politie en justitie effectieve maatregelen. 11 Het beleidsbepalende orgaan van de Nederlandse Politie de Raad van Hoofdcommissarissen (RHC), waarvan ook de Politieacademie deel uitmaakt heeft de doorontwikkeling van de financieel economische aanpak van criminaliteit dan ook hoog op de strategische agenda gezet. Hiertoe is op aangeven van de Board Opsporing het Programma FinEC ingericht, met als kern de organisatie van de financieeleconomische invalshoek bij elk aspect van politiewerk: van wijk tot wereld en van intake via handhaving en opsporing tot en met advisering 12. Door een versterkingsprogramma moet een meer effectieve aanpak worden bereikt, hetgeen neerkomt op het kiezen van maatregelen die met een beperkte inspanning het beste resultaat voor de samenleving opleveren. Samenwerken en informatie uitwisselen met ketenpartners is hierbij essentieel, alsmede de inzet op maat van een breed repertoire aan maatregelen. Hieronder vallen naast het strafrecht ook bestuursrecht, fiscaal recht, signaleren en adviseren, communicatie, tegenhouden en preventie. Voor de politie betekent dit een uitbreiding van het aantal specialisten, een bijscholing van het huidige personeel en een versterking van de verbinding tussen specialisten en generalisten. Dit alles moet resulteren in substantieel betere resultaten in termen van het afnemen van onwettig verkregen vermogen, verhoging van het aantal ingestelde horizontale fraudeonderzoeken en zodoende een afname van criminaliteit. Het ontwikkelen van inhoudelijke expertise op FinEC terrein en het optimaal beschikbaar stellen en benutten daarvan in de aanpak van criminaliteit vraagt om bijzondere inspanningen van de Politieacademie. Hiertoe is binnen deze onderwijs en kennisinstelling dan ook een intern FinEC programma in het leven geroepen 13. Onderdeel hiervan is het Lectoraat FinEC, omdat lectoraten een beproefd middel zijn gebleken om een politiedomein een krachtige kennisimpuls te geven. 1.3 Leeswijzer De visie en koers van het lectoraat heeft ze de afgelopen jaren neergelegd in verschillende zogenaamde ambities (kennisambitie, onderzoeksambitie en onderwijsambitie) en ontwerpen (Kennisinfastructuur lectoraat, finec.eu, cascadeonderzoek, Hypothese Gestuurde Interventie, Finec visie Politie, Nationale Infrastructuur Finec) en uitgedragen via tal van presentaties. Deze bouwstenen zijn in de voorliggende beschrijving geïntegreerd zodat het zowel visie, prioritaire keuzes en status quo representeert als ook het plan voor 2012 en Een dergelijke beschrijving kan niet anders dan starten in de maatschappelijke omgeving. Daaraan ontleent ook het lectoraat haar bestaanrecht en als het goed is grijpen haar activiteiten ook op die samenleving aan. Het tweede hoofdstuk gaat daarop in, waarbij ook het vraagstuk van de effectiviteit van de bestrijding van financieel economische criminaliteit als een maatschappelijk vraagstuk wordt gedefinieerd. Zodat consistent met de visie van het lectoraat wordt gedemonsteerd dat ook andere maatschappelijke representanten dan bijvoorbeeld politie en openbaar ministerie deel uit maken van het vraagstuk en worden geacht hun bijdrage aan de oplossing ervan te leveren. Dat vormt de opstap naar het derde hoofdstuk waarin de visie van het lectoraat zoals die breed wordt uitgedragen wordt beschreven. Noodzakelijkerwijs begint het hoofdstuk met een beschrijving van de business waarin het lectoraat actief is. De verwarring tussen de begrippen financieel economische criminaliteit en financieel opsporen staat daarin centraal. Verwarring die notabene zelfs in de constituerende lectoraatsbeschrijving voor het SKO heeft toegeslagen. De visie wordt uitgesplitst in de drie kernfuncties van het lectoraat met de kennisfunctie als leidend. Kernfuncties staan niet op ziczhelf maar staan ten dienste aan de praktijk. Niet alleen die van de politie, maar die van iedereen met betrokkenheid naar financieel economische criminaliteit. Afgesloten wordt met een wereldbeeld of leitmotiv van waaruit het lectoraat haar activiteiten inkleurt. Overigens kan ook de visie op maatschappelijke vraagstukken uit dit hoofdstuk tot dat wereldbeeld worden gerekend. Consistent met maatschappelijke problematiek en de functies van het lectoraat wordt in hoofdstuk 4 de inbedding beschreven van het lectoraat. Die is niet willekeurig, maar juist dienstbaar aan wat het lectoraat wil bereiken. Onderbrenging bij een Politieacademie is te zien als gevolg van een politie die haar verantwoordelijkheid neemt, zonder daarmee te suggereren dat de bestrijding van financieel economische criminaliteit een uitsluitend politieaangelegenheid zou (kunnen) zijn. De SKO beschrijving legt dan ook de nadruk op de externe werking van het lectoraat naar juist de vele private en publieke partijen die naast de politie met het vraagstuk van financieeleconomische criminaliteit (zowel voorkomen, detecteren als daarop interveniëren) te maken hebben. 11 Tweede Kamer , : Bestrijding georganiseerde criminaliteit; Tweede Kamer , 31388: Signaleren van fraude; Joldersma, C., F. Teeven, J. de Wit, T. Heerts, E. Anker, R. de Roon (2008), Verwevenheid van de bovenwereld met de onderwereld. Rapport van de parlementaire werkgroep verwevenheid onderwereld/bovenwereld. Den Haag 12 Jansen, F. (2007), Programma FinEC Politie, strategie en concretisering met beperkt budget, 10 december Spruit, J.P. (2008), Project Initiatie Document FinEC versie 1.1., Apeldoorn: Politieacademie. Pagina 4

7 De hoofdstukken 1 t/m 4 geven een stevig referentiekader om in het vijfde hoofdstuk de SKO aanvraag tegen het licht te houden. Reconstructie pogingen zijn niet gedaan, maar de kloof tussen de wens die uit de SKO aanvraag spreekt en de capaciteit die voor het lectoraat beschikbaar is gesteld (2 x 0,5 fte) is mega groot. Hoofdstuk 5 legt de SKOaanvraag uiteen en licht de keuzes toe die het lectoraat op basis van haar visie heeft gemaakt. Er is geprobeerd om die keuzes te maken volgens het principe wie niet sterk is moet slim zijn, door gebruik te maken van de kenmerken van het werkveld waarin het lectoraat opereert. Zij het langs alternatieve wegen, wordt op die manier aan de SKO wensen ook nog veel meer bijgedragen dan op basis van de geringe investering in het lectoraat zou mogen worden verondersteld. Binnen de keuzes van hoofdstuk 5, sluit de programma beschrijving af met de concrete activiteiten van het lectoraat, hun status quo per september 2011, en hun veronderstelde voortzetting of uitbreiding in 2012 en Anders dan op zichzelf staande losse activiteiten, heeft het lectoraat gekozen voor samenhangende activiteiten die in combinatie met de activiteiten van anderen, een voertuig vormen voor hoger liggende samengestelde doelen. Inherent aan de integrale kenmerken van financieel economische criminaliteit zijn bij het beïnvloeden daarvan vele partijen noodzakelijk. Binnen dat besef zien we altijd spanning tussen de nagestreefde gezamenlijke doelbereiking (1+1=3) en het uitdrukken van individuele prestaties. Dat brengt grote risico s met zich mee van middelen die tot doel worden verheven. Het lectoraat gaat voor het gezamenlijke resultaat. Vandaar dat haar activiteiten zijn gebundeld tot voertuigen waardoor de samenhang tussen bijvoorbeeld onderzoek, kennis, overdracht en praktijk ook daadwerkelijk zichtbaar wordt. Met de nadruk op kenniscumulatie over de inhoud van zich ontwikkelnde financieeleconomische delicten en de distributie van die kennis op maat onder alle partijen die een bijdrage kunnen leveren aan de detectie en/of interventie op economische delicten. Tot slot bevatten de bijlagen overzichten van een aantal activiteiten en tijdsinvestering tot september 2011 en voor de periode daarna en een financieel overzicht van de realisatie en begroting van de kosten van het lectoraat. Pagina 5

8 2 HET MAATSCHAPPELIJK VRAAGSTUK 2.1 Samenlevingsvraagstukken Financieel economische criminaliteit levert grote financiële schade op voor individu, bedrijf en overheid. Dat geldt ook voor de willekeurige diefstal, maar fraude is een bijzonder fenomeen. Fraude lijkt overal. Geen enkele sector lijkt er van vrij, of het nu om vastgoed gaat, financiële dienstverlening, de gezondheidszorg of het declaratiegedrag van ogenschijnlijk wie dan ook. Fraude kent veel slachtoffers maar ook veel profiteurs! Het is schrikken, maar het financieel economisch verkeer bestaat voor een deel uit fraude! Het is zorgelijk dat gedupeerden niet zo gauw als slachtoffer worden gezien. Het slachtofferschap van (overheids)instellingen is bovendien niet gepersonaliseerd. Misleiding van bijvoorbeeld belastingen of van de eigenaren/ontwikkelaars van bancaire producten, software of muziek lijkt zelfs gezien te worden als iets om trots op te zijn. De aanpak van fraude wordt ingegeven door de individuele psychische en materiële schade, en vooral ook door de aantasting van het vertrouwen in het economische verkeer. De financiële crisis heeft hard duidelijk gemaakt hoe afnemend vertrouwen iedereen raakt. Is het dan zo gek om werk te maken van een duidelijke normstelling? Wat hoort en niet hoort? Met elkaar betalen wij de prijs voor de uitgebreide schaal waarop er in ons land wordt gefraudeerd. Frauduleus gedrag laat net als geweldsdelicten diepe sporen na onder slachtoffers. Op een grotere schaal ontwricht het onze samenleving die drijft op vertrouwen in het financiële en economisch stelsel. Daarnaast is financieel economische criminaliteit vaak onderdeel van commune criminaliteit. Niet zelden bedient de (georganiseerde) misdaad zich van bijvoorbeeld creditcardfraude, faillissementsfraude, hypotheekfraude, valsheid in geschrifte of identiteitsfraude als steundelict. Als element van hun modus operandus om hun criminele winsten nog verder op te schroeven, om de herkomst van hun wederrechtelijke opbrengsten van een ogenschijnlijk legale titel te voorzien, of om zelf buiten schot te blijven voor de speurende activiteiten van private partijen, (financiële) toezichthouders, Bijzondere Opsporingsdiensten en Politie. Deze steundelicten bieden overigens mogelijk een eenvoudiger indicator voor het detecteren van (bepaalde vormen van) complexe georganiseerde criminaliteit die zich thans onttrekt aan het zicht van politie en OM. Naast de verschillende vormen van fraude is ook het witwassen van crimineel verkregen opbrengsten een al even bijzondere vorm van financieel economische criminaliteit. Weliswaar zelfstandig strafbaar gesteld maar daarmee nog niet een zelfstandig pleegbaar delict. Altijd gaat er minimaal één ander delict aan vooraf waaruit de criminele opbrengsten zijn verkregen. Niet iedereen beseft het, maar een groot deel van de criminaliteit in, vanuit en door ons land heeft een financieel economisch karakter! Alle reden om daar een integrale bestrijdingsvisie voor te ontwikkelen. Naast zelfstandig en steundelict, heeft de samenleving nog op een andere manier te maken met de effecten van criminaliteit gerelateerd financieel economisch gedrag. Financieel economische criminaliteit is in dit verband geen goede benaming (op dat punt raken niet alleen de SKO aanvraag maar de meeste documenten en beleidsmakers verstrikt). Eigenlijk wordt bedoeld dat in heel veel vormen van criminaliteit gebruik wordt gemaakt van de reguliere financiële en economische infrastructuur of van ondergrondse varianten. Aldoende als dader tal van sporen achterlatend, wordt finec door de opsporing geassocieerd met tracking en tracing van die dader of diens met criminaliteit verworven opbrengsten, met behulp van die sporen. Finec staat dan voor financieel econmisch opsporen in plaats van financieel economische criminaliteit. Ook in relatie tot dit voorbeeld treffen we in de samenleving weer verschillende wereldbeelden aan. Zo zal een financieel toezichthouder (bijvoorbeeld AFM of DNB) vooral worden bewogen door de effecten van het financieeleconomisch gedrag van criminelen op de integriteit van de financiële sector. Ondermijning van die sector kan desastreuze gevolgen hebben voor de economische stabiliteit van het land en van het aanzien als internationale handelspartij. 2.2 Trends 14 Nieuwe vormen van financieel economische criminaliteit en cybercrime hebben zich aangediend. Men heeft zich nog niet op het ene verschijnsel van financieel economische criminaliteit geprepareerd of het is al weer ingehaald door iets anders. Deze dynamiek speelt op verschillende fronten. Criminelen proberen voortdurend gebruik te maken van beveiligingsgaten of juridische mazen; wat ook steeds opnieuw lukt. Daar moet de markt weer op reageren wat weer 14 Faber, W., S. Mostert, (2007), Formatieve consequenties toekomstscenario s politie, Taskforce Personeelsvoorziening Politie Pagina 6

9 een nieuwe uitdaging voor de criminelen met zich meebrengt. Daarmee is de wedloop een feit. Een wedloop waarin de bestrijding sterk wordt bemoeilijkt door het toenemend gemak voor personen, goederen en geld om zich te verplaatsen over landsgrenzen heen. Aanbieders van o.a. financiële producten komen steeds met nieuwe toepassingen voor de consument, waardoor er ook weer nieuwe mogelijkheden en manieren van misbruik ontstaan. Vaak moet dat misbruik eerst in de praktijk optreden, voordat men doorheeft dat de nieuwe producten, technologie of functionaliteit zwakke plekken bevat. En dan nog is er vaak lastig tegen op te treden. Het probleem is dat men als bestrijders van financieel economische criminaliteit nauwelijks toekomt aan het voeren van proactief beleid: de voorkant van het probleem. De bestrijding van financieel economische criminaliteit vergt een even snelle omgeving als die van de wereld van ICT en Internet. Een wereld die zich laat kenmerken door snelheid, flexibiliteit, mobiliteit en gebruiksvriendelijkheid. Tot op heden is het op de voet volgen van de ontwikkelingen door handhavers niet haalbaar gebleken o.a. als gevolg van het gegeven dat er onvoldoende inzicht bestaat in de aard van de problematiek, en in de ontwikkelingen op de markt van vandaag, die het probleem van morgen vormen. Het Sociaal Cultureel Planbureau introduceert in de edities van haar Sociaal Cultureel Rapport vijf I s om de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen van lange duur aan te duiden: individualisering 15, informalisering (verandering gezagsverhouding), internationalisering, informatisering, en intensivering. 16 Overigens worden de eerste vier, zij het onder uiteenlopende benamingen, al vanaf 1995 door het SCP gehanteerd. Op de vraag welke maatschappelijke ontwikkelingen van belang voor de toekomst van de criminaliteit en de criminaliteitsbestrijding, wijst het SCP op: demografische ontwikkelingen (veranderingen in de samenstelling van de bevolking), technologische ontwikkelingen, globalisering, de toename van het individualisme en de groei van sociaal economische ongelijkheid. Verder worden ontwikkelingen genoemd die in economisch opzicht positief zijn, maar op het gebied van veiligheid en criminaliteit juist negatief uitwerken. Het gaat dan om de effecten van de groei van de welvaart, de internationalisering en de open grenzen, en ontwikkelingen in de technologie, de ICT, de infrastructuur en de mobiliteit. Zij verminderen de sociale controle of bieden een grotere gelegenheid voor het plegen van criminaliteit. Aan toekomstige trends zijn hele rapportages gewijd. Belangrijker dan de trends zelf is hun veronderstelde doorwerking op financieel economische criminaliteit en de daardoor in het geding zijnde integriteit van het financiële en economische stelsel. Een kleine greep. Globalisering kan toenemende instabiliteit tot gevolg kan hebben. 17 Transnationale criminele organisaties kunnen informatie en financiële transportnetwerken misbruiken en aanvallen uitvoeren op computersystemen die wereldwijd onderling verbonden zijn. Niet aangevallen systemen en landen zijn ook verdacht: ze maken een grotere kans te worden gebruikt door criminelen die het eigen nest niet willen bevuilen. In het Britse Foresight project wordt verondersteld dat de criminaliteit verder internationaliseert waarbij criminele organisaties in flexibele netwerken opereren. Volgens de criminoloog Braithwaite bestaat er een sterk verband tussen internationalisering en criminaliteit in bedrijven vanwege het steeds anoniemer worden van sociale en professionele relaties, dat internationalisering en digitalisering met zich meebrengt. De kwetsbaarheid van bepaalde groepen (ouderen, alleenstaanden) voor financieel economische criminaliteit in de in samenleving neemt toe. Daardoor neemt hun kans op uitsluiting of slachtofferschap toe, maar ook de kans op het zelf vertonen van ongewenst gedrag. Wederrechtelijk verkregen geldstromen vloeien grotendeels naar slimme organisatoren die niet meer aan een lapje voor het oog of een haak hand of zelfs maar aan hun ongebruikelijke transacties zijn te herkennen. Met behulp van digitale technieken hoeven criminelen als het ware de deur niet meer uit voor het beoefenen van hun kwalijke praktijken. Of het moet zijn om op moeilijk te achterhalen plaatsen (internetcafés, bibliotheken) gebruik te maken van het publieke net. Financieel economische criminaliteit is voor een groot deel geen zelfstandig criminaliteitsterrein zoals bijvoorbeeld drugshandel, mensenhandel of overvalcriminaliteit. Financieel economische criminaliteit heeft overal wat mee te maken en de inherente complexe ICT component loopt als een rode draad door vele 15 Opgevat als groeiende autonomie van het individu ten opzichte van diens directe omgeving (SCP, 1998, p. 3). 16 De beleving moet niet alleen op zichzelf al intens en intensief zijn, maar op steeds meer gebieden van het leven wordt ook de betekenis van de belevingscomponent sterker en individueler. Er moet veel meer gedaan en meegemaakt worden in een leven en het dagelijks leven mag niet saai of eentonig zijn. (Aupers et al., 2003). 17 NIC CIA (2000), Global Trends A Dialoque About the Future With Nongovernment Experts Pagina 7

10 criminaliteitsterreinen heen. Daardoor laat Financieel economische criminaliteit zich op zich ook moeilijk zelfstandig aanpakken omdat het vaak is verbonden met een ander gronddelict. Criminele organisaties gebruiken ICT niet alleen als communicatiemiddel, maar vooral als instrument om extra financiën te genereren. Voorbeelden daarvan zijn: illegale handel in gekopieerde software, vormen van internetfraude via veiling en verkoopsites, oplichtingpraktijken (Nigeriaanse fraude), telecomfraude, witwas en afpersingspraktijken. Organisaties benutten deze vormen van criminaliteit o.a. als exogene financiering voor de meer traditionele en klassieke criminaliteitsvormen. De computer wordt door finec criminelen ingezet als werktuig (bijvoorbeeld in de vorm van hacking, keylogging en andere manieren van interceptie). Een crimineel kan zich vandaag bezighouden met online neploterijen, hij kan morgen aan het vissen zijn naar iemands internet bankiergegevens, en volgende week een illegaal online casino runnen. Of misschien perst hij juist anderen af door te dreigen online besturingssystemen en nutsvoorzieningen plat te leggen. Dankzij ICT is hij hiertoe in staat, met behulp van wisselende computersystemen en vanuit dezelfde locatie (waar ook ter wereld en relatief afgeschermd voor politie en justitie). Bijvoorbeeld door snel en continu te wisselen van virtuele identiteit. Identiteitsfraude is een main issue: via de computer is het veel eenvoudiger zich als een ander voor te doen, dan in real life. De grote jongens richten zich op het digitaal verplaatsen van grote hoeveelheden geld naar moeilijk traceerbare bankrekeningen in digitale exotische oorden. Zij kruimelen niet met enkele gestolen creditcardgegevens maar proberen in te breken op betalingsverkeer. Plegers en hun gedrag worden zo wel moeilijker als eenvoudiger te traceren. Moeilijker bij gebrek aan eenduidige sporen en een grote versnippering van signalen die op criminaliteit wijzen. Gemakkelijker door de grote hoeveelheid sporen die ook doorgewinterde criminelen in een sterk verweven samenleving nalaten. De traditionele verzamelplaatsen van daders en van hun criminele opbrengsten zijn vervangen door virtuele, of maken steeds meer deel uit van de reguliere wereld; al dan niet in het buitenland. De relatieve onzichtbaarheid van hun gedrag is groot door verwevenheid met reguliere processen waarmee niets aan de hand is. Effecten van maatregelen kunnen niet meer worden toegeschreven aan één of enkele organisaties. Veiligheidseffecten zijn meervoudig en vormen op zichzelf de cumulatieve uitkomst van tal van op elkaar inwerkende invloeden, die niet meer exclusief is te herleiden naar de interventies van afzonderlijke organisaties. 2.3 Onderliggende vraagstukken effectiviteit bestrijding Zonder zich rekenschap te geven van achterliggende hardnekkige factoren die zich al decennia manifesteren ( hoe de hazen lopen ) en waardoor de aanpak van financieel economische criminaliteit wordt bemoeilijkt, is een roep om effectieve beïnvloeding van financieel economische criminaliteit gedoemd te mislukken. Sterk vereenvoudigd brengen we die factoren terug tot twee basale vraagstukken: een aandachtsprobleem en een kennisprobleem. Het aandachtsprobleem Meerdere factoren zijn er debet aan dat financieel economische criminaliteit niet vanzelfsprekend op de opsporingsaandacht (prioriteit en capaciteit) van de politie mag rekenen. In willekeurige volgorde lopen we een aantal daarvan langs. Het vraagstuk van de massaliteit en de (on)zichtbaarheid Het probleem met financieel economische criminaliteit is dat de cumulatieve effecten vaak onzichtbaar blijven. Iedereen kent wel iemand die er last van heeft gehad, maar individuele gevallen leiden op zichzelf genomen tot weinig verontrusting. De schade door, en impact van, financieel economische criminaliteit wordt dikwijls gebagatelliseerd door argumenten als: de slachtoffers hadden maar beter moeten opletten. Vaak valt die schade in de beleving van professionals ook nog wel mee. Bijvoorbeeld in het geval van het ontfutselen van gegevens van internetbankieren door internetcriminelen of andere vormen van internetfraude, waarvan meestal slechts een beperkt aantal individuele burgers het slachtoffer wordt en de schade ook nog eens wordt vergoed. Pagina 8

11 Schaalt men op naar nationaal en internationaal niveau, dan worden de getallen zo groot, dat het de gemiddelde professional al gauw gaat duizelen. Door het volume slaat de boodschap van bijvoorbeeld fraudebestrijidng ook dood. In tegenstelling tot veel andere problemen die wel op aandacht kunnen rekenen, is financieel economische criminaliteit onvoldoende lokaal zichtbaar. Het speelt zich gevoelsmatig niet af in de eigen achtertuin. Geringe slachtofferbeleving Net als bij de aangevers de mate van ernst mede bepalend is voor het doen van aangifte, is die ernstbeleving bij de ontvangende opsporingsinstantie bepalend voor het belangrijk vinden van die aangifte. De schade door, en impact van, financieel economische criminaliteit wordt doorgaans vooral in materiële termen uitgedrukt. Maar ook door de omgeving wordt criminaliteit met een duidelijk aanwijsbaar en individualiseerbaar slachtoffer vaak als ernstiger beleefd dan bijvoorbeeld fraude die een bedrijf of de overheid treft. Dat ziet men terug in de sterkere bemoeienis van de omgeving (politiek en media bijvoorbeeld) met de opsporingseenheden die zich met de bestrijding van dit type criminaliteit bezighouden. Daarmee wordt een soort tegenstelling gecreëerd ten opzichte van delictvormen waarbij de lichamelijke of geestelijke integriteit van slachtoffers in het geding is. Het laat zich eenvoudig raden dat de aandacht eerder uitgaat naar de laatstgenoemde delicten dan naar financieel economische criminaliteit. De individuele en maatschappelijke effecten van bijvoorbeeld fraude lijken niet op te wegen tegen die van andere delicten. Daar komt nog bij dat in de beleving van professionals de feitelijke schade van financieel economische criminaliteit nog wel mee valt. In die opvatting wordt men gesterkt als slachtoffers bijvoorbeeld in het geval van benadeling door skimmen of misbruik van creditcardgegevens schadeloos worden gesteld. Dat vervolgens de schadeloosstellende instelling met de gebakken peren achterblijft, lijkt minder te deren. De fraude waarmee de instellingen worden geconfronteerd wordt beleefd als all in the game of iets minder van de toch al forse winst. De competitie van aangiftecriminaliteit met niet aangifte criminaliteit Binnen de politie concurreren twee soorten criminaliteit met elkaar om de mate van opsporingsaandacht: nietaangiftecriminaliteit (waarvoor de politie zelf op pad moet om het te halen) en de aangiftecriminaliteit (die de aangever uit zichzelf komt melden). Belastingontduiking of heling zijn voorbeelden van normschending waarvan iemand niet gauw aangifte komt doen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld diefstal of mishandeling. De nietaangiftecriminaliteit lijkt altijd even groot te zijn als het aantal zaken dat de opsporingseenheden feitelijk behandelen. De aangiftecriminaliteit laat bijna altijd een verschil zien tussen wat door de burger wordt gemeld en wat de opsporing in staat is op te lossen. Zowel de zichtbaarheid van dit handhavingstekort als de kracht waarmee aangevers op de deur van de politie bonzen hebben tot gevolg dat niet aangiftecriminaliteit het qua opsporingsaandacht vaak moet afleggen tegen de aangiftecriminaliteit. Tot de laatste categorie laat zich een deel van de financieel economische criminaliteit rekenen. Affiniteit met dadergedrag Omgekeerd lijkt er onder bestrijders ook begrip te zijn voor daders. Dat begrip lijkt parallel te lopen met de mate waarin bepaald frauduleus gedrag het in het maatschappelijk verkeer een vertrouwd verschijnsel is geworden. Het thuiskopiëren van CD s of video s, het downloaden van illegale muziekbestanden, het gebruik van illegale software wordt in de samenleving min of meer normaal gevonden. Als afspiegeling van die samenleving zullen politiemensen of officieren van justitie mogelijk op deze aspecten niet heel veel afwijken en de aanpak van dit gedrag minder snel tot prioriteit bestempelen. Het vraagstuk van uiteenlopende verwachtingen Sectoren binnen de samenleving zijn sterk heterogeen samengesteld. Dat vertaalt zich ook in de mate waarin men opereert in het economisch verkeer en bereid is op dat punt risico s te nemen of uit te komen voor geleden schade. Aangevers hebben verschillende verwachtingen van de effectiviteit of de mogelijke resultaten van hun eigen optreden of dat van bijvoorbeeld de politie. Zo is er lang niet altijd de wens dat de crimineel wordt opgepakt. Belangrijker is het vaak dat de criminele activiteit wordt gestaakt. Het vraagstuk van de korte territoriale arm Zo gemakkelijk er over Finec wordt gesproken, zo moeilijk lijkt het om die criminaliteit voortijdig te traceren. Kenmerk van het internet is dat men vanuit willekeurig elke plaats op aarde diensten kan aanbieden en dus ook criminele handelingen kan verrichten. Voor slachtoffers die hun recht willen halen of een daadwerkelijke beëindiging van een maar voortdurende inbreuk nastreven, is dit een groot probleem. Evengoed als voor bijvoorbeeld de opsporing en vervolging. Zij concentreren zich noodzakelijkerwijs op het kleine stukje van de totale keten aan financieeleconomische criminaliteit dat het eigen land betreft. De ingewikkelde internationale aspecten worden terecht geassocieerd met allerlei bewijsproblemen, waarvan de oplossing vraagt om schaarse tijd en ruimte. Internationale aanpak van financieel economische criminaliteit is per definitie noodzakelijk maar ook moeilijk. Pagina 9

12 Het vraagstuk van de rolverdeling Wanneer het veld wordt beschouwd dat is betrokken c.q. zou kunnen worden betrokken bij de bestrijding van financieel economische criminaliteit, dan zijn de rollen van actoren op dit moment met name in het publieke domein gedefinieerd. Zo is er bijvoorbeeld kennis en opsporingscapaciteit beschikbaar binnen het opsporingsapparaat. Denk hierbij ook aan de bijzondere opsporingsdiensten zoals FIOD/ECD en SIOD; of aan de expertise bij organisaties zoals toezichthouders in diverse sectoren (AFM, OPTA en NMA, Agentschap Telecom, De Consumenten Autoriteit). De private partijen zijn minder expliciet georganiseerd op het tegengaan van financieel economische criminaliteit, zodat per sector niet altijd duidelijk is of men ergens terecht kan, laat staan waar. Het is niet direct duidelijk wat de behoefte, rol(len) en eigen verantwoordelijkheden zijn van overheidsinstellingen en het bedrijfsleven bij de aanpak van financieel economische criminaliteit. Samenwerking (ook in internationaal verband) tussen organisaties (publiek en privaat) is nog niet in alle onderdelen van de keten in voldoende mate ingesleten en vindt nog teveel per geconstateerd incident plaats. Versnippering van de aandacht Temidden van alle actoren en projecten die zich meer of minder bewegen rondom het financieel economische criminaliteitvraagstuk (publiek en privaat), moet er op worden gelet dat de diverse sectoren en processtappen voldoende worden bediend. Er bestaan op verschillende niveau s en bij verschillende sectoren (de politie incluis) witte vlekken in de aandacht voor financieel economische criminaliteit. De witte vlekken doen zich op de volgende niveaus voor. Processtappen: een deel van de processtappen waarin het bestrijdingsproces van financieel economische criminaliteit kan worden opgedeeld, is niet of slechts ten dele afgedekt. Met name de voorfasen leiden daaronder. Domeinen: niet alle typen van misbruik en illegaal gebruik die tot financieel economische criminaliteit kunnen worden gerekend zijn qua opsporing even fundamenteel belegd (bijvoorbeeld de aanpak van 419 scams of aquisitiefraude). Functies: in een aantal functies waaruit de bestrijding van financieel economische criminaliteit zou moeten zijn opgebouwd is niet of slechts ten dele voorzien; met name in de sfeer van het cumuleren van kennis van criminele werkwijzen. De aanpak van financieel economische criminaliteit (vooral fraude) is niet sexy De aanpak van finec wordt door politiemedewerkers en officieren van justitie nog veel geassocieerd met het eindeloos doorspitten van bedrijfsadministraties, brave criminelen en weinig publieke belangstelling. De aanpak van meer commune criminaliteit roept bij hen een dynamischer beeld op van op elkaar volgende actiemomenten, doortrapte criminelen en grote maatschappelijke aandacht. Deze beeldvorming wordt versterkt door het beperkte succes van vervolging in een aantal grote fraudezaken, de relatief lage straffen die in andere fineczaken zijn opgelegd, en een hoge schikkingsbereidheid bij het Openbaar Ministerie. Dat de bestrijding van witwassen op meer aandacht kan rekenen heeft alles te maken met kenmerken van bijvoorbeeld een patseraanpak. Die heeft dezelfde aantrekkingskracht als commune criminaliteit. Het afpakken van een auto, jetski is direct tastbaar, appeleert aan het rechtvaardigheidsgevoel en wordt op zichzelf al gezien als een passende straf die wordt uitgedeeld. Nog ongeacht wat het daaropvolgende strafvorderlijke proces nog zal opleveren. Financieel economische criminaliteit is een verzamelterm waartoe een ieder verschillende delicten rekent. Zelden worden die delicten gespecificeerd; het ontbreekt dan ook aan eenduidige definitie. Met als belangrijke consequentie dat delicten die er toe worden gerekend qua verschijningsvorm en effecten over één kam worden geschoren. Wordt de aanpak van hypotheekfraude saai gevonden, dan wordt dat geprojecteerd op de totale finec categorie. Kent creditcardfraude in de beleving niet een echt slachtoffer omdat de schade door de bank wordt gecompenseerd, dan wordt datzelfde verondersteld ten aanzien van andere finecdelicten. Eenmaal gezien als financieel economische criminaliteit, lijkt een delict per definitie op achterstand te zetten voor wat betreft de opsporingsaandacht die er naar uitgaat. Het kennisprobleem Het aandachtsprobleem is een belangrijke determinant voor de houding ten opzichte van de aanpak van financieeleconomische criminaliteit, van zowel politie als OM. Doch stel dat de prioritaire aandacht er wel zou zijn, dan nog resteert een kennisprobleem. Nu kan men terecht inbrengen dat het een met het ander samenhangt. Belang hechten aan de bestrijding van finec is inderdaad een voorwaarde, maar betekent niet automatisch dat ook de kennis van finec toeneemt. Zonder volledigheid te suggereren, bespreken we drie factoren. Pagina 10

13 Het vraagstuk van de kenniscumulatie Casuïstische gerichtheid zit in het strafvorderlijk proces ingebakken. Iedere zaak staat in wezen op zichzelf en vraagt zijn eigen bewijsopbouw en beoordeling. De zaak is ook het dominante organiserende principe binnen de opsporing waarin opsporingsteams veel bepalender zijn dan afdelingen binnen een organigram. Rondom zaken komen allerlei functies bij elkaar in wat wordt genoemd het opsporings en vervolgingsproces. Die zaaksoriëntatie leidt er, in combinatie met het grote aanbod, toe dat er minder aandacht is voor cumulatie van inzichten zoals die uit verschillende zaken zouden kunnen blijken. Vindt cumulatie van inzichten binnen gelijksoortige zaken al nauwelijks plaats; tussen verschillende zaken is het al helemaal geen usance, laat staan tussen verschillende dossiers van verschillende diensten. Beperkte kennisreflectie in dossiers Het gemiddelde proces verbaal (PV) bevat weinig kennis van hoe de crimineel tewerk gaat en hoe deze zich daarop organiseert. Die kennis is relatief smal omdat een PV zich beperkt tot het delict dat het wil bewijzen en dan vaak ook nog uitsluitend gerelateerd aan daders en gedragingen met een directe relatie naar Nederland. Dat is begrijpelijk omdat het voor de houdbaarheid van de zaak niet nodig en ook niet efficiënt is om alle lijnen langs te lopen. Alleen ontbreekt het daardoor wel aan cruciale informatie over achterliggende patronen of over eventueel betrokken faciliterende mededaders. Een tweede daarop aansluitend probleem is dat ook het deel van een modus operandus dat wel in of vanuit Nederland heeft plaatsgevonden, niet verder wordt uitgeplozen dan in bijvoorbeeld drie van de 30 gevoegde zaken. Uit oogpunt van bewijsvoering en strafmaat doen de overige zaken er niet toe, maar voor het opdoen van kennis zouden er interessante en wellicht duurzame inzichten uit kunnen blijken. Hier wreekt zich tot nu toe het ontbreken van een meer holistisch en proactief perspectief van instanties die behoorlijk worden afgerekend op de streepjes die ze op de lat brengen. Het geverbaliseerde feit is vervolgens ook vaak een afgeleide (bijvoorbeeld delicten als valsheid in geschrifte of witwassen) van het eigenlijke financieel economisch delict dat men op zichzelf niet heeft kunnen bewijzen. Elk ander proces verbaal van een vergelijkbaar feit is niet zelden ook min of meer volgens dezelfde bouwstenen geconstrueerd. Bestudering van meer van deze dossiers levert relatief weinig meer op dan kan worden afgeleid uit één dossiers. In de praktijk lijkt overigens dankbaar gebruik te worden gemaakt van de zelfstandige strafbaarstelling om de moeizame route van het te bewijzen gronddelict te vermijden. In die zin zou niet zozeer sprake zijn van het motief om de dader te pakken op diens buit, maar eerder van een efficiënte bypass ten opzichte van een tijdrovend en kostbaar onderzoek van een gronddelict. Met als risico dat voor de bestrijding noodzakelijke kennis en kunde op het gebied van modus operandi van gronddelicten en achterliggende machtstructuren verloren gaat. De basis voor detectie en interventie op deze delicten kan daardoor (verder) verschralen. Het vraagstuk van de kennis mobilisatie Er is veel inhoudelijke kennis van financieel economische criminaliteitvraagstukken, alleen bevindt die zich op alle plaatsen van het veld en dan ook nog vaak in de hoofden van mensen. De bereidheid tot feitelijke samenwerking (het delen van kennis en informatie) tussen en binnen het publieke en private domein blijkt op het uitvoerend niveau en de mensen die dat niveau direct aansturen best wel groot. 18 De kracht van de samenwerking op basis van gedeelde interesse en verontwaardiging op uitvoerend niveau is dat ze min of meer vanzelf gaat, ook als partijen elkaar niet of nauwelijks kennen. Men werkt niet samen om de ander een plezier te doen, maar vanwege de eigen professionele irritatie. De uitdagende bereidheid tot samenwerking op het uitvoerende niveau vinden we op het meer strategische niveau minder terug. Zo kostte het het Programma Finec Politie veel moeite om de interdisciplinaire krachten rond de bestrijding van finec te mobiliseren. Uit vergelijkend onderzoek tussen reguliere opsporing (door de politie) en de bijzondere opsporing 19 bleek de gerichtheid op samenwerking met derden significant tussen de onderzochte diensten te variëren. Men is zich gemiddeld goed bewust van de noodzaak tot samenwerking in het kader van gezamenlijke doelbereiking, maar het veiligstellen van het voortbestaan of de autonomie van de eigen organisatie is dominant ten opzichte van dat bewustzijn. Samenwerken gaat ten koste van de uniciteit van de eigen dienst en daarmee van de continuïteit. Het afschermen van specifieke informatie maar ook van specifieke instrumenten en bevoegdheden voor anderen, versterkt het eigen bestaansrecht. Een fenomeen dat even sterk werd aangetroffen in de wereld van de reguliere opsporing en de bijzondere opsporing, als tussen deze domeinen onderling. 18 Faber, W., A.A.A. van Nunen, C. la Roi (2009), Bijzonder zijn ze allemaal! Vergelijkend onderzoek reguliere en bijzondere opsporing, Amsterdam: Elsevier. 19 Ibid Pagina 11

14 2.4 Het sturingsmomentum: nu of nooit? Op ieder moment kan men een visie op de aanpak van financieel economische criminaliteit ontwerpen. Het moet ook gezegd dat er meerdere van die momenten met bijbehorende visies zijn geweest. Maar als de intrinsieke overtuiging om finec aan te pakken onder de professionals ontbreekt, dan blijven de coördinatiekosten om de aandacht voor finec vast te houden hoog. Intensiveringprogramma s zullen dan nodig blijven om het wegebben te voorkomen. Er lijkt een aantal zaken samen te vallen wat we nog niet eerder hebben gezien. Het benutten van dat momentum zou de werking van reguliere beleidsstructuren wel eens kunnen versterken en condities kunnen creëren voor keuzes die zowel de bestrijding van financieel econmoische criminaliteit als het financieel opsporen echt verder kunnen helpen. De IMF/FATF evaluatie Nederlandse aanpak van witwassen en terrorisme financiering In februari 2011 is het verslag van de zogenaamde mutual evaluation verschenen. Dit onderzoek,uitgevoerd door het IMF onder de vlag van de internationale supra toezichthouder de FATF, legt het Nederlandse beleid tegen witwassen en terrorisme financiering onder de loupe. Op veel maar niet alle punten stemt de uitkomst tot tevredenheid. Het rapport heeft grote invloed op het financiële aanzien van ons land; zeg maar onze triple A status. De twee jaar die Nederland zijn gegeven om te werken aan verbetering kunnen o.a. als hefboom dienen voor het nader concretiseren van aandacht voor finec. Borging Finec programma Politie Het Finec programma Politie bevindt zich in een afrondende fase. Nadrukkelijk probeert men bereikte resultaten te borgen, o.a. door het aanstellen van mensen met hoogwaardige deskundigheid om de bestrijding van financieeleconomische criminaliteit op een hoger strategisch niveau te tillen. Daarnaast wil het een landelijke voorziening creëren van deskundigen die kunnen worden ingezet ter ondersteuning in concrete opsporingsonderzoeken van regionale, bovenregionale en natinale recherche. Nationale politie De opsporingsaandacht voor nationale prioriteiten heeft als één van de elementen een rol gespeeld bij het besluit om te komen tot een nationale politie. De uitwerking van het concept is aanstaande en biedt kansen voor een herijking van de politiefuncties gericht op de bestrijding van financieel economische criminaliteit. Immers juist een belangrijk deel van daartoe te rekenen delicten als faillissementsfraude en verzekeringsfraude behoren tot die nationaal gestelde prioriteiten. NTA witwassen In opdracht van de FEC raad, verricht de FEC eenheid een onderzoek naar de kwetsbaarheid van Nederland voor witwassen. Dit National Threat assessment (NTA) gaat veel dieper op witwasconstructies in en vanuit Nederland in dan het Global Threat Assessment waarvan het is afgeleid. In het NTA werken diverse partijen samen aan een gedeeld inzicht. Het NTA wordt binnenkort afgerond maar het zou voor alle betrokken partijen waaronder de politie mooi zijn wanneer continuïteit kan worden gegarnadeerd, mede omdat witwassen zich voortdurend ontwikkelt en omdat een aantal van de bevindingen van de NTA uitnodigen om in een vervolgstadium te worden getoetst. Het afpak programma van het OM Het OM, BOD s en de politie staan aan de vooravond van een programma dat is gericht op het afnemen van de opbrengst uit criminaliteit. Dit programma kent verschillende actielijnen o.a. gericht op innovatie. In dat kader mag ook worden geëxperimenteerd met nieuwe vormen van aanpak. Het Herziene Toezicht op Rechtspersonen (HTR) Het huidige systeem van preventieve controle op rechtspersonen werd onvoldoende effectief geacht tegen misbruik ervan. Het is daarom vervangen door permanente en risicogestuurde screening van rechtspersonen, en wel met inwerkingtreding van de Wet van 7 juli 2010 tot wijziging van onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen. Na stapsgewijze invoering zal deze integriteitstoets door de dienst Justis worden uitgevoerd bij oprichting van een rechtspersoon en bij een veranderende situatie van de rechtspersoon. De controle vindt gedurende de hele levensloop van de rechtspersoon plaats: oprichting, verhuizing, bestuurderswisseling, omzetting, fusie en splitsing, faillissement, ontbinding, of beëindiging van de rechtspersoon. Pagina 12

15 3 UITGANGSSITUATIE: DE SKO AANVRAAG 3.1 De SKO ambitie Visie Lectoraat FINEC en realisatie Op verschillende plaatsen in de SKO aanvraag voor het instellen van het lectoraat FinEC d.d. 28 november 2008 staan activiteiten genoemd die van het lectoraat worden verwacht. Enerzijds kwalitatief geformuleerd en an derzijds kwantitatief. Volgens die tweedeling worden ze hierna opgsomd om \ze vervolgens in de volgende paragraaf te verhouden tot de beschikbare capaciteit. Kwaliteitscriteria waaraan het Lectoraat, de Lector en haar bijdragen moeten voldoen. Kwalitatief 1. Onderwijs a. Het Lectoraat zal en belangrijke ontwikkelingsbron zijn voor het volgende politieonderwijs (SKO, p. 11): Master of Criminal Investigation; Executive Master of Tactical Policing, afstudeerrichting recherche; Master of Science in Policing, afstudeerrichting Crime Policing; Executive Master of Police Management; Recherche leergangen op MBO 4 niveau (tactische en technische rechercheur). b. In afstemming met het werkveld onderzoeken waar in het onderwijs voor specialistische onderdelen eventuele aanpassingen en uitbreidingen nodig en mogelijk zijn (SKO, p. 5). c. In de reguliere opleidingen is zichtbaarheid van het Lectoraat, in het bijzonder in de masterleergangen, een vanzelfsprekendheid evenals betrokkenheid (SKO, p. 5). d. Een actieve rol bij het (door)ontwikkelen, valideren, verzorgen en examineren van het onderwijs (SKO, p. 6). e. Input verzorgen voor FINEC kernopgaven curriculum Bachelor of Policing (SKO, p. 3). f. Onderzoek naar wat Finec betekent voor, en wat de plaats is van Finec keuzemodules/afstudeerrichtingen in, diverse curricula (SKO, p. 3). g. (her)inventarisatie bij korpsen naar behoeften aan inhoud geboden opleidingen (SKO, p. 8). h. Zoeken van samenwerking met SSR en NIVRA en ACFE (Association of Certified Fraud Examiners) (SKO, p. 3). i. Inhoudelijke begeleiding van studenten (stages en onderzoeksopdrachten) en de coaching en verdere professionalisering van docenten (SKO, p. 10). j. Onderzoeksbevindingen omzetten in concrete leeractiviteiten voor studenten (SKO, p. 15). 2. Onderzoek a. Multidisciplinaire en internationale onderzoeksprojecten van academici en professionals Finec (SKO, p. 15). b. Het begeleiden van de resultaten van toegepast onderzoek in het werkveld (SKO, p. 9). c. Organiseren van bijeenkomsten met andere docenten en onderzoekers (SKO, p. 9). d. Monitoren van de vorderingen in de samenwerking met ketenpartners op Finec gebied (SKO, p. 15). e. Evaluatie van de effectiviteit en efficiency van de Finec aanpak in relatie tot raakvlakken als intelligence, nodale oriëntatie, prioritering, capaciteitsmanagement, prestatiesturing, legitimiteit, strafrechtbepalingen en burgerrechten (SKO, p. 15). f. Overzicht op lopende onderzoeken met bijzondere aandacht voor innovatie (SKO, p. 10). g. Opstellen meerjaren onderzoeksplan van onderzoeksinspanningen op Finec gebied met aandacht voor innovatie (SKO, p. 10). h. Coördinatie op minimaal 10 onderzoeksactiviteiten per jaar (SKO, p. 10). 3. Kennis a. Opzetten/faciliteren van mogelijkheid tot digitale kennisoverdracht (SKO, pp. 8, 9). b. Intensieve kennisuitwisseling en overdracht binnen het Finec domein (SKO, p. 9). c. Kennisdeling binnen het domein: belangrijke doelgroep de afdelingen Finec van 26 korpsen (SKO, p. 8). d. Het regelmatig aanleveren van content voor digitale kennisbanken (SKO, pp. 9, 15). e. Doorontwikkeling van de criteria principes en randvoorwaarden van Finec ter bevordering van een geslaagde veredre invoering in politie Nederland. (SKO, p. 15). f. Bijdragen aan de professionalisering van docenten en medewerkers van de Politieacademie (SKO, p. 15). 4. Advisering Pagina 13

16 a. Het signaleren van belangwekkende ontwikkelingen en het adviseren daarover aan het bevoegd gezag en andere stakeholders (SKO, p. 5). b. Begeleiding implementatie van de resultaten van toegepast onderzoek in het werkveld (SKO, p. 8). c. Inhoudelijk bijdragen aan visie en strategievorming op Finec (SKO, p. 10). d. Adviseren van medewerkers bij koprsen ten aanzien van onderzoeken (SKO, p. 10). Kwantitatief De output van het Lectoraat wordt in de SKO aanvraag als volgt gewantificeerd: 1. 2 onderzoeksrapporten per jaar (SKO, p. 15) publicaties per jaar in (internationale) vakbladen (SKO, pp. 9, 15) bijdragen per jaar aan congressen en/of workshops (SKO, p. 15). 4. Tenminste 2 x per jaar expertise uitwisseling (seminar, themadag, bijscholing) voor Politieacademie, korpsen, keten, onderwijs en kennisinstellingen (SKO, pp. 9, 15). 5. Tenminste iedere 4 jaar organiseren van internationale conferentie Finec (SKO, pp. 9, 15). 6. Organisatie van een (jaarlijkse?) Finec Summerschool (SKO, pp. 9, 15). 7. Samenwerking met minimaal 3 internationale partners (2 bacheloropleidingen en een master) (SKO, p. 8). 8. Ontwikkeling geïntegreerd netwerk binnen het Finec domein tussen wetenschap en werkveld (SKO, p. 8). 9. Jaarlijkse analyse van de evaluaties van opleidingen (SKO, p. 8). 10. Ontwikkelen van minimaal één minor op Finec (SKO, p. 8). 11. Opdrachten voor toegepast onderzoek uit het Finec werkveld (SKO, p. 9). 12. Evaluatie van het functioneren van het Lectoraat (SKO, p. 15). 13. Inkomsten oplopend tot in het 4 e jaar (SKO, p. 9). Kwaliteit Tot slot zijn uit de tekst van de SKO aanvraag kenmerken van het lectoraat af te leiden waaraan de kwaliteit van haar activiteiten moet voldoen: 1. De Lector is een geziene gastspreker op (inter )nationale conferenties (SKO, p. 9) 2. Het Lectoraat is een succesvol Finec Expertisecentrum (SKO p. 9). 3. Het nieuwe Lectoraat Finec zal bij uitstek een internationale oriëntatie moeten ontwikkelen. Het kan een vooraanstaande positie in gaan nemen in relevante netwerken van onderzoekers op het terrein van financieel economische en georganiseerde criminaliteit (SKO, p. 4). 4. Nadrukkelijke externe gerichtheid van de lector, met extra accent voor onderzoek en advisering (SKO, p. 6). 5. Zichtbaarheid in het bredere beleidsveld van FINEC om daar bijvoorbeeld in kennissamenwerkingsverbanden de politiële inbreng gestalte te geven (SKO, p. 6). 6. Kennisproducten worden aantoonbaar gebruikt in onderwijs en praktijk (SKO, p. 9). 3.2 Spanning ambitie en beschikbare capaciteit Wat de opstellers van de SKO aanvraag voor ogen heeft gestaan is onbekend, maar afgezet tegen de binnen het lectoraat beschikbare capaciteit van 2 x 0,5 fte is de ambitie die er uit spreekt niet realistisch. Zelfs bij een grotere beschikbare capaciteit zou de ambitie niet zijn waar te maken vanwege de beperkte tijdshorizon die aan bepaalde resultaten is gekoppeld. Dat stelde het lectoraat voor de keuze hoe hier mee om te gaan. Twee opties lagen voor. De eerste optie bestond uit de keuze van een onderzoeksthema en het vervolgens uitvoeren van het bijbehorend onderzoek. Een beetje onderzoek neemt inclusief literatuuronderzoek, het afnemen van interviews, het uitzetten van vragenlijsten, het analyseren van data en het schrijven van een onderzoeksrapport al gauw één tot anderhalf jaar in beslag. De spanning tussen SKO ambitie en feitelijke beschikbaarheid van ongelooflijk weinig capaciteit zou menigeen doen besluiten tot de keuze voor dit scenario. Volstrekt begrijpelijk, maar vanuit een oriëntatie op het maatschappelijke vraagstuk van financieel economische criminaliteit weinig tevreden stellend. Om meerdere redenen is niet voor deze optie gekozen. In de eerste plaats omdat het vraagstuk van financieel economische criminaliteit geen onderzoeksvraagstuk is maar een kennisvraagstuk. Er is al zoveel onderzocht en nog meer onderzoek biedt geen garantie op meer aandacht voor deze vormen van criminaliteit. Eerder is het probleem om de uitkomsten van bestaand onderzoek op elkaar te betrekken. Nieuw onderzoek zou vooral betrekking dienen te hebben op fenomenen van financieel economische criminaliteit maar ook zodanig moeten plaatsvinden dat gelijktijdig op het bestaande kennis en aandachtsprobleem wordt geïntervenieerd. Met name het bij elkaar brengen van aanwezige kennis onder verschillende partijen en het op elkaar betrekken daarvan zou de inzet moeten zijn. Pagina 14

17 De tweede optie gaat niet uit van één enkel onderzoek (of twee) maar van de probleemstelling op basis waarvan de aanpak van financieel economische criminaliteit niet vanzelfsprekend op grote instemming kan rekenen. In deze gekozen optie probeert het lectoraat een groter effect van haar inspanning te bewerkstelligen dan op basis van haar capacitaire omvang zou mogen worden verwacht. De ambitie vanuit het SKO wordt in deze optie voor een belangrijk deel bereikt, alleen niet uitsluitend tengevolge van de inspanningen van het lectoraat maar als resultante van bredere vormen van beïnvloeding. Met name de extern te bereiken effecten hebben daarvan als uitgangspunt gediend. De keuze voor voertuigen als speerpunten van het lectoraat waarin ook de inspanningen van anderen kan worden ondergebracht zijn hier rechtstreeks op terug te voeren. In bijlage II is aan de hand van de SKO ambitie de status quo per september 2011 aangegeven. Ook is aangegeven welke ambities door het lectoraat niet worden nagestreefd. Juist omdat het lectoraat duurzaam en breed wil beïnvloeden heeft ze de geschiedenis van de Gideonsbende met behulp van sturingstheorie omgezet in twee strategiëen die ze vanaf het begin van haar bestaan toepast. 20 Weinig academisch maar wel duidelijk hebben die gevleugelde benamingen gekregen. De koekoekstrategie 21 Het lectoraat probeert op het spoor te komen van juiste nesten om daarin op het juiste moment de juiste eieren te (doen) leggen. De zeven voorwaarden voor effectiviteit staan bij het beoordelen van wat juist is centraal. Detectie van nesten kan alleen als men door heeft hoe criminaliteit in elkaar steekt of zou kunnen steken. Om vervolgens te kunnen beoordelen welke partijen (nesten) gezien die aard van criminaliteit in aanmerking komen als nest, is het ook nodig om te weten hoe de hazen aan de kant van de bestrijding (in de meest brede zin van het woord) lopen. En men moet iets weten wat die haas in het perspectief van het te voorkomen, detecteren of op te lossen criminaliteitsvraagstuk heeft te bieden. Pas dan kan een ei worden gefabriceerd dat met dank door de medebestrijder wordt aanvaard, of vanzelfsprekend wordt gezien als een ei van zichzelf c.q. als een welkome aanvulling op de eigen eieren. Uitbroeden en groot brengen zijn na ontvangst een zaak van verantwoordelijkhei en regie van de adoptant. Consistent met de visie dat de samenleving de resultante is van vele niet geregiseerde invloeden, kan ook op de bestrijding van financieel economische criminaliteit als onderdeel van die samenleving geen centrale regie worden uitgevoerd, Of nog sterker: als afspiegeling van het ontstaan van de samenleving, bestaat ook die bestrijding uit tal van op elkaar inwerkend, afzwakkende, parallele, sequentiële en/of vertraagd doorwerkende invloeden. Aan die oersoep van allerlei invloeden wil het lectoraat toevoegen zonder het allemaal te willen sturen. Eksterstrategie 22 Qua werking verschilt de eksterstrategie van die van de koekoek en is ze voor andere situaties geëigend. De koekoeksstrategie veronderstelt een behoorlijk beeld van hoe de hazen lopen zodat koekoekseieren kunnen worden geadresseerd aan de juiste nest. Maar inherent aan het onstaan en dus beïnvloeding van de verweven samenleving is dat het beeld altijd beperkt. Waar de koekoek slaat op degene die op pad gaat om eieren te distribueren, slaat de ekster uit van de ontvanger. Het lectoraat wil niet alleen goed zijn in het detecteren van dejuiste nesten en het leggen van de juiste eieren op het juiste moment, maar ook glimmertjes creëren die door langsvliegende eksters worden opgepikt en meegenomen naar het eigen nest. Om vervolgens het glimmertje te gaan koesteren zoals dat ook gold voor de adoptief ouder in het geval van het koekoeksei. Voorwaardelijk voor een effectieve eksterstrategie is het voldoende en breed de aandacht vestigen op de glimmers. Geld heeft het lectoraat niet te bieden dus daarin zit niet de aantrekkingskracht. Wel zou die kunnen zitten in haar inhoudelijke oriëntatie op concrete vormen van financieeleconomische criminaliteit. Nergens in Nederland is een concentratiepunt van kennis te vinden op het terrein van financieel economische criminaliteit. Kennis van faillissementsfraude en hoe die georganiseerde criminaliteit mogelijk maakt is nergens op elkaar gelegd. Laat staan dat de ervaringen met nieuwe wegen van detectie en beïnvloeding daaraan zijn toegevoegd. Op dat punt wil het lectoraat toegevoegde waarde bieden en glimmers produceren bestaande uit o.a. delictbeschrijvingen en slimmen detectie en interventiemethoden. 3.3 Beleidseffectindicatoren 20 De wetenschapelijke onderbouwing van deze sturingsstrategieën maakt deel uit van een 2012 te publiceren boek over de styringsdynamiek van de opsporing (W. Faber, Onder invloed!) 21 W. Faber, Onder invloed, Een meta studie van de sturingsdynamiek binnen de opsporing, Politie & Wetenschap (nog niet gepubliceerd) 22 Ibid Pagina 15

18 Het is begrijpelijk dat organisaties en intensiversingsprogramma s hun effectiviteit graag uitdrukken in termen van interne prestaties. Door het ontbreken van het zicht op de manier hoe door hen geactiveerde maaregelen aangrijpen op de complexe samenleving is dat ook verklaarbaar. Overigens bij succesvolle ontwikkelingen in die samenleving speelt dat gebrek aan inzicht veel minder een rol en is de neiging groot haar toe te schrijven aan de eigen inspanningen. In tegenstelling tot niet succesvolle ontwikkelingen die bij voorkeur worden geweten aan tal van andere inwerkende factoren dan de eigen maatregelen. Hoe dan ook: het lectoraat wil en kan weliswaar geen regie voeren; ze kan wel als onderdeel van haar onderzoeksactiviteit indicatoren benoemen waarvan op z n minst zou worden verwacht dat ze bewegen als cumulatief effect van ieders inspanningen als bestrijder. Het lectoraat ontwikkelt deze zogenaamde beleidseffectindicatoren en wil ze ook als onderdeel van haar onderzoeksfunctie van waarden voorzien. Dat levert terugkoppeling op naar het werkveld over hoe we het gezamenlijk doen, en mogelijke prikkels voor verbetering en vooral vernieuwing. Pagina 16

19 4 VISIE VAN HET LECTORAAT 4.1 Inhoudelijke en instrumentele oriëntatie Één van de verwachtingen die uit de SKO aanvraag voor het Lectoraat Finec spreekt, is het bijdragen aan begripsbepaling (p. 15 SKO). In de vorige hoofdstukken werd al verwezen naar de begripsverwarring over financieeleconomische criminaliteit. Voor het lectoraat dat haar naam aan deze vorm van criminaliteit ontleent, is dat weinig bevredigend. Door de veel gehanteerde afkorting finec wordt die verwarring nog verder in de hand gewerkt omdat deze afkorting zowel kan slaan op financieel economische criminaliteit als op financieel opsporen. Zo spreekt notabene de SKO aanvraag zelf van het Programma Financieel Economisch Opsporen Politie (het programma heet formeel Financieel Economische Criminaliteit). Ook heeft ze het over de toenemende aandacht van de politiek voor financieel economische criminaliteit (p.4) en vervolgens weer over de financieel economische aanpak van criminaliteit. De visie van het lectoraat kan dan ook niet anders openen dan door in te gaan op deze voor het lectoraat fundamentele begrippen. Inhoudelijk: Financieel economische criminaliteit Zo gemakkelijk het begrip financieel economische criminaliteit in de dagelijkse omgang wordt gebruikt; zo weinig is het concreet gedefinieerd. Financieel economische criminaliteit is een containerbegrip, waar veel onder te scharen valt en geschaard wordt, en toch maar weinig definities van in omloop zijn. Als poging tot een zekere focus definieert het lectoraat financieel economische criminaliteit daarom als: het misleidend of onrechtmatig gebruik van een op geld waardeerbaar aspect binnen of in relatie tot een zakelijke aangelegenheid. Het is zeker niet uit te sluiten dat de definitie nog verder wordt aangescherpt. Vooralsnog maakt ze wel duidelijk dat er van een zekere zakelijke transactie sprake moet zijn die direct wordt gemalverseerd (in het geval van bijvoorbeeld bedrog of fraude) of indirect zoals bijvoorbeeld bij koersmanipulatie door bewust onjuiste persberichtgeving. Binnen het lectoraat is de definitie beproefd door haar toe te passen op verschillende delicten. Zo vallen bijvoorbeeld oplichting, bedrog, bankbreuk, fraude en valse munterij duidelijk binnen de definitie, in tegenstelling tot heling, diefstal 23, of de verkoop van schadelijke goederen. 24 Niet het financieel motief maakt criminaliteit financieeleconomisch, maar de criminele handeling. Onderliggende vraag moet zijn wat de waarde is van het samenbrengen van delicten onder de noemer financieel economische criminaliteit. Is het juist ook niet gevaarlijk omdat veel van deze criminaliteit niet als vanzelfsprekend op aandacht van de politie kan rekenen gezien o.a. de lage urgentiebeleving en het geringe slachtofferbesef? Wat dat betreft werkt het label financieel economische criminaliteit negatief! De categorisering financieel economisch kent nog een ander gevaar. Ze suggereert een soort samenhang van de ertoe gerekende delicten die er in de praktijk vaak niet is. Zorgfraude en Nigerianenscams zijn totaal verschillende delicten. Het besef daarvan neemt af wanneer ze onder één noemer worden geschoven. Voordeel van de definitie is dat ze echt discrimineert tot een categorie delicten waarvan het gezien hun overeenkomende kenmerken zinvol is om ze te rubriceren onder dezelfde noemer. 25 Instrumenteel: Financieel rechercheren/opsporen/onderzoeken/oriënteren Ten onrechte worden financieel economische criminaliteit en financieel rechercheren nogal eens op een hoop geveegd. Terwijl het gaat om totaal verschillende begrippen. Het eerste duidt op concrete verschijningsvormen van delicten en het tweede op het toepassen van een bepaalde onderzoeksbenadering; ongeacht om welke soort criminaliteit het gaat. Ook over de betekenis van financieel rechercheren bestaan verschillende opvattingen. De een ziet het toepassen van financiële deskundigheid als essentie, terwijl een ander het object waarop wordt gerechercheerd als criterium gebruikt. In de meeste definities wordt de strafrechtelijke rechtshandhaving gezien als het doel van financieel rechercheren of opsporen. Voor het lectoraat Finec is dat een te beperkte kijk, die bovendien voorbij gaat aan de activiteiten van bijvoorbeeld toezichthouders op (financiële) markten, de activiteiten van bestuurlijke instanties als de RIEC s of ook de activiteiten van curatoren of van private recherchebureau s. Ook al kent 23 Door WODC wel gerekend tot financieel economische criminaliteit. 24 Door Hoogenboom wel tot financieel economische criminaliteit gerekend. 25 Hieronder worden de volgende delicten verstaan: flessentrekkerij, valse munterij, witwassen, bankbreuk, oplichting, afpersing, bedrog,, fraude. Fraude is op zijn beurt tevens een containerbegrip en wordt onderverdeeld in horizontale en verticale fraude waar voor beide noemers voldaan wordt aan de algmene definitie van finec. Horizontale fraude is de fraude, hypotheekfraude, beleggingsfraude, creditcardfraude, eigendomsfraude, verzekeringsfraude, acquisitiefraude, voorschotfraude, faillisementsfraude. Onder verticale fraude wordt verstaan belastingfraude, zorgfraude, sociale zekerheidsfraude en subsidie fraude. Pagina 17

20 de opsporing door deze instanties geen strafvorderlijk doel; materieel is ze vaak weinig van het financieel rechercheren door politie of BOD s te onderscheiden. Sterker nog: de onderzoeksbenaderingen van niet justitiële diensten zijn vaak een belangrijke bron voor vernieuwing van methodieken. De aandacht op financieel verbreed zich ondertussen tot allerlei soorten gegevens en gedrag; ook niet financieel gerelateerd. We zien dan ook een verbreding waarbij financieel opsporen of financieel onderzoeken staat voor slim onderzoek van administratieve bronnen en sporen op aanwijzingen voor onrechtmatig gedrag. Internetverkeer, surfen aankoopgedrag maken daarvan net zo goed deel uit als bijvoorbeeld creditcardbetalingen en (schaduw)boekhoudingen. Financieel rechercheren of opsporen kent uiteenlopende definities. In de meeste definities wordt de rechtshandhaving gezien als het doel van rechercheren of opsporen. Volgens onze visie is dat een te beperkte kijk, die voorbij gaat aan de activiteiten van bijvoorbeeld toezichthouders op (financiële) markten of private recherchebureau s. Ook al kent hun opsporing geen strafvorderlijk doel, materieel is ze niet of nauwelijks van politie of BOD s te onderscheiden en zelfs een belangrijke bron voor vernieuwing van methodieken waarbij financieel zich heeft verbreed tot allerlei soorten gegevens. Liever spreken wij dan ook van financieel onderzoek(en), als het verzamelen, analyseren en interpreteren van administratieve gegevens op aanwijzingen voor onrechtmatig gedrag. Betrekkelijk nieuw is het begrip financiële oriëntatie. Het staat voor het waarnemen (kijken, denken en doen) van de werkelijkheid door een financiële bril. Alertheid op signalen van criminaliteit is daarvan het primaire doel. Als tweede betekenis verwijst het naar het perspectief van waaruit leiding wordt gegeven aan de handhaving en opsporing. Financiële oriëntatie valt dan samen met het besef onder leidinggevenden dat veel criminaliteit voortkomt uit financiële motieven waaraan de opsporing ook houvast kan ontlenen. Overgangsgebied van inhoudelijk en instrumenteel: witwassen De activiteit witwassen vormt zo ongeveer de overgang van financieel economische criminaliteit naar financieel rechercheren. Het is weliswaar zelfstandig strafbaar gesteld maar is daarmee functioneel gezien nog geen zelfstandig delict. Het betreft opbrengsten die uit criminaliteit zijn verkregen alleen dan niet beperkt tot financieel economische criminalitei. Met de focus op witwassen gaat de aandacht over van een inhoudelijk delict naar een instrumentele toepassing van een strafbaarstelling van een methode zoals veel door criminelen gehanteerd. 4.2 Missie Primair wil het lectoraat de aanpak van financieel economische criminaliteit versterken, en secundair wil ze de slagkracht van het financieel opsporen daartoe vergroten. Maar de tweede instrumentele oriëntatie is een middel dat ten dienste staat van het eerste, en is geen autonoom doel. Financieel rechercheren of ( opsporen, oriënteren etc.) leert iemand overigens pas ten volle tijdens het aanpakken van financieel economische criminaliteit. Immers in die delicten vraagt het financieel onderzoeken 100% van de aandacht, terwijl in bijvoorbeeld drugsdelicten het slechts één van de aspecten is dat bovendien maar bij een enkele financieel rechercheur in zo n onderzoek is belegd. Dat is ook de reden dat de FIOD in het financieel rechercheren voorop loopt. Omdat ze bovendien veel met andere financieel deksundigen optrekken is hun collegiale uitwisseling op het werkterrein optimaal. In tegenstelling tot die ene financieel rechercheur in een regulier opsporingsonderzoek voor wie veel meer het beginsel opgaat in het land der blinden is éénoog koning. In het relevante finec veld, onderscheidt het lectoraat zich omdat ze geen ander inhoudelijk belang heeft dan de na te streven effecten in de samenleving. In combinatie met haar wetenschappelijke status is er vrijwel geen partij denkbaar die niet met het lectoraat in zee kan gaan. Dat maakt het lectoraat bij uitstek geschikt om als kennis concetratiepunt te dienen. Vergelijkbaar met de Financial Intelligence Unit (FIU) is ook het lectoraat te zien als buffer tussen privacygevoelige of commercieel sensitieve informatie aan de ene kant en gebruikers van die informatie aan de andere. Bij uitstek is het lectoraat dan ook de plek om gegevens van haar gevoeligheid te ontdoen en in geaggregeerde vorm als kennis beschikbaar te stellen. Juist deze unieke positie van het lectoraat vormt de kern voor haar activiteiten. Het zal dan ook geen verbazing wekken dat als onderdeel van de visie van het lectoraat op wat de Nationale Infrastructuur tegen Financieel Economische criminaliteit is genoemd, bufferfuncties een essentiële rol vervullen in het zo breed mogelijk definiëren van preventie/detectie van,en interventie van financieel economische criminaliteit. Om te voorkomen dat de unieke positie van het lectoraat gevaar loopt en andere dan inhoudelijke belangen een rol gaan spelen, is de jaarlijkse financiële doelstelling zoals in de SKO aanvraag verwoordt voor het lectoraat geen primair doel. Pagina 18

Iedereen een bestrijder

Iedereen een bestrijder Iedereen een bestrijder Financieel-economische criminaliteit en het Lectoraat Finec: Visie en realisatie 2012-2013 POLITIEACADEMIE - Lectoraat Financieel-economische Criminaliteit PA Politieacademie Iedereen

Nadere informatie

Het aanpakken van financieel-economische criminaliteit: waar wacht het op?

Het aanpakken van financieel-economische criminaliteit: waar wacht het op? Pagina 1 Finecscience (http://www.finec.eu/finecscience.html), 4 Januari 2013 Het aanpakken van financieel-economische criminaliteit: waar wacht het op? Een aandachtsprobleem en een kennisprobleem. Door

Nadere informatie

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Informatie over het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) -1- Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit 3 Bestuurlijke aanpak

Nadere informatie

Corporate brochure RIEC-LIEC

Corporate brochure RIEC-LIEC Corporate brochure RIEC-LIEC Corporate brochure RIEC-LIEC 1 De bestrijding van georganiseerde criminaliteit vraagt om een gezamenlijke, integrale overheidsaanpak. Daarbij gaan de bestuursrechtelijke, strafrechtelijke

Nadere informatie

FACILITERENDE BEROEPSBEOEFENAREN ALS MEDEPLEGER(S)/MEDEDADER(S)

FACILITERENDE BEROEPSBEOEFENAREN ALS MEDEPLEGER(S)/MEDEDADER(S) FACILITERENDE BEROEPSBEOEFENAREN ALS MEDEPLEGER(S)/MEDEDADER(S) Mr. V.S.Th. Leenders Plaatsvervangend Hoofdofficier Functioneel Parket Amsterdam Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 INHOUD Functioneel

Nadere informatie

Witwassen.. Kan de gemeente er wat aan doen? Gertjan Groen RA. Gert Urff. Forensisch Accountant Politieprogramma FinEC. senior beleidsadviseur

Witwassen.. Kan de gemeente er wat aan doen? Gertjan Groen RA. Gert Urff. Forensisch Accountant Politieprogramma FinEC. senior beleidsadviseur Witwassen.. Kan de gemeente er wat aan doen? Gertjan Groen RA Forensisch Accountant Politieprogramma FinEC Gert Urff senior beleidsadviseur Openbare orde en veiligheid De gemeentelijke invalshoek Witgewassen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Visie RIEC Midden Nederland

Visie RIEC Midden Nederland Visie RIEC Midden Nederland 2014-2017 Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Midden Nederland -1- Voorwoord 3 1. Inleiding 4 2. Context 6 3. RIEC Midden Nederland 8-2- Voorwoord Het onzichtbare

Nadere informatie

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport Follow the Money 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

RIEC - LIEC Een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit

RIEC - LIEC Een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit RIEC - LIEC Een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit RIEC-LIEC Met de begeleiding en ondersteuning van meer dan 1700 integrale casussen per jaar maken de tien Regionale Informatie

Nadere informatie

Introductie tot de FIU-Nederland

Introductie tot de FIU-Nederland Introductie tot de FIU-Nederland H.M. Verbeek-Kusters EMPM Hoofd FIU - Nederland l 05-06-2012 Inhoud presentatie Witwassen Organisatie FIU-Nederland Van ongebruikelijk naar verdacht Wat is een ongebruikelijke

Nadere informatie

Samenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit

Samenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit Samenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit Kaderconvenant Samenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik De partijen:

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt

Nadere informatie

JAARPLAN 2011 FINANCIEEL EXPERTISE CENTRUM

JAARPLAN 2011 FINANCIEEL EXPERTISE CENTRUM JAARPLAN 2011 FINANCIEEL EXPERTISE CENTRUM Inhoudsopgave 1. Algemene doelstelling, missie, organisatie en taken FEC 1.1 Algemene doelstelling 1.2 Missie 1.3 Organisatie 1.4 Taken FEC en rol FEC-eenheid

Nadere informatie

Brede Coalitie ter verstoring van Tech Support Scams in Nederland

Brede Coalitie ter verstoring van Tech Support Scams in Nederland Intentieverklaring Brede Coalitie ter verstoring van Tech Support Scams in Nederland De ondergetekenden 1. De Minister van Justitie en Veiligheid 2. Vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie 3. Vertegenwoordiger

Nadere informatie

Introductie tot de FIU-Nederland. Hennie Verbeek-Kusters FIU - Nederland juni 2012

Introductie tot de FIU-Nederland. Hennie Verbeek-Kusters FIU - Nederland juni 2012 Introductie tot de FIU-Nederland Hennie Verbeek-Kusters FIU - Nederland juni 2012 Inhoud presentatie Omschrijving witwassen Organisatie FIU-(Caribisch) Nederland Van ongebruikelijk naar verdacht Wat is

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

Noord-Nederland Regionaal Informatie en Expertise Centrum

Noord-Nederland Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord-Nederland Regionaal Informatie en Expertise Centrum Postbus 107 9400 AC Assen T 088-1672790 ri ecnoord@groningen.politie_nl www.riec.nl Ons kenmerk RIECN2018ws100 Datum Betreft 5juni 2018 Informatie

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) PUBLIC 14277/10 LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep algemene aangelegenheden,

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

2007 WODC, ministerie van Justitie / St. INTRAVAL. Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl

2007 WODC, ministerie van Justitie / St. INTRAVAL. Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl COLOFON 2007 WODC, ministerie van Justitie / St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon

Nadere informatie

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3)

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Versie 1.0 11 november 2014 Voorwoord Zorginstellingen zijn vanuit

Nadere informatie

FIOD. Aansprekend opsporen

FIOD. Aansprekend opsporen FIOD Aansprekend opsporen 23 Inhoud Preventie en opsporing De organisatie Samenwerken tegen fraude Bijzondere Opsporingsdiensten 4 6 7 7 Van fraudemelding tot onderzoek en vervolging Stap 1: Meldingen

Nadere informatie

Geachte collega's, beste studenten,

Geachte collega's, beste studenten, College van Bestuur Geachte collega's, beste studenten, Na de hectische weken met de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis, hebben we een moment van bezinning ingelast. Wij hebben tijd genomen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Duurzame Ontwikkeling

Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Korte toelichting op het begrip Praktische invulling - in bedrijven - technologie Invulling in het onderwijs J. Venselaar 17 november Duurzame ontwikkeling in het onderwijs 1 Duurzaam..

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

Wijziging APV: sluiting voor publiek toegankelijke gebouwen. LTA ja: Maand Jaar LTA nee: Niet op LTA

Wijziging APV: sluiting voor publiek toegankelijke gebouwen. LTA ja: Maand Jaar LTA nee: Niet op LTA Raadsvoorstel Onderwerp Wijziging APV: sluiting voor publiek toegankelijke gebouwen Registratienr. 6752562 Steller/telnr. A.M. Hof/ 7439 Bijlagen 3 Portefeuillehouder Langetermijn agenda (LTA) Raad Vertrouwelijk

Nadere informatie

Een veilige stad begint in de buurt

Een veilige stad begint in de buurt Een veilige stad begint in de buurt Het Meerjarenprogramma (MJP) veiligheid Maastricht 2019-2022 beschrijft de veiligheidsthema s waarmee we de komende 4 jaar aan de slag gaan. Ons doel? Een zo veilig

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij het

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij het ROPESE COMMISSIE Brussel, 17.7.2013 SWD(2013) 275 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING Begeleidend document bij het voorstel voor een verordening Raad

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

2017D06153 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D06153 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D06153 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 21 februari 2017 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Vraag: Welke risico's brengt deze verstrekking met zich mee?

Vraag: Welke risico's brengt deze verstrekking met zich mee? Waarom moet de informatie al in dit stadium worden uitgewisseld? Waarom wordt niet gewacht met de informatie-uitwisseling tot nadat een persoon is veroordeeld? De uitwisseling van dit soort informatie

Nadere informatie

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn: Ministerie van VROM t.a.v. dr. P. Winsemius Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Datum 22 januari 2007 Uw kenmerk DB02006310723 Betreft Advies inzake (financieel) toezicht op activiteiten met en zonder staatssteun

Nadere informatie

Willem de Zwijger College

Willem de Zwijger College Functieprofiel Raad van Toezicht 17 september 2018 Willem de Zwijger College 1 Functieprofiel Raad van toezicht Hoofdtaak De raad van toezicht functioneert als eenheid en waakt over het integrale belang

Nadere informatie

Registratie Data Verslaglegging

Registratie Data Verslaglegging Registratie Data Verslaglegging Registratie Controleren en corrigeren Carerix helpt organisaties in het proces van recruitment en detachering. De applicatie voorziet op een eenvoudige wijze in de registratie

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 4 Verklaringen voor daling van de criminaliteit 15 maximumscore 2 a de sociaal-economische benaderingswijze Voorbeelden van verklarende vragen (één van de volgende): 1 Is er een verband tussen verkleinen

Nadere informatie

Videoboodschap Minister Opstelten tgv lancering nieuw tijdschrift Bijzonder Strafrecht. Den Haag, 12 mei 2014

Videoboodschap Minister Opstelten tgv lancering nieuw tijdschrift Bijzonder Strafrecht. Den Haag, 12 mei 2014 Videoboodschap Minister Opstelten tgv lancering nieuw tijdschrift Bijzonder Strafrecht. Den Haag, 12 mei 2014 Dames en heren, Graag wil ook ik mijn opwachting maken op dit feestje ter gelegenheid van de

Nadere informatie

Offensief tegen georganiseerde misdaad

Offensief tegen georganiseerde misdaad Offensief tegen Een combinatie van preventie en repressie Paul van Voorst, 20 april 2011, CIROC Fase 1 1985 1992 De ontdekking van de in Nederland misdaad. CIROC, 20 april 2011 2 20 april 2011 1 De ontdekking

Nadere informatie

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Een blik op onze identiteit en onze toekomst Informatie voor medewerkers 2 Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Justitie en Veiligheid Inhoud

Nadere informatie

Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede ( ): Sterke samenleving, kleine(re) overheid

Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede ( ): Sterke samenleving, kleine(re) overheid Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede (2013-2020): Sterke samenleving, kleine(re) overheid versie : 23 juli 2013 wijziging naar aanleiding van : vaststelling in DT (8 juli 2013) bespreking met wethouder

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

28638 Mensenhandel. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

28638 Mensenhandel. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 28638 Mensenhandel Nr. 143 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 april 2016 Op 14 april heeft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel

Nadere informatie

Onderwerp: Notitie over convenanten hypotheekfraude van de gemeente Rotterdam

Onderwerp: Notitie over convenanten hypotheekfraude van de gemeente Rotterdam Commissie Wonen vergadering 7 februari 2007 Agendapunt 6 Onderwerp: Notitie over convenanten hypotheekfraude van de gemeente Rotterdam Bijlage(n): 1. Notitie gemeente Rotterdam 'Aanpak van hypotheekfraude

Nadere informatie

Datum 3 april 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de aanpak van kindermisbruik en kinderporno via anonieme internetnetwerken

Datum 3 april 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de aanpak van kindermisbruik en kinderporno via anonieme internetnetwerken 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Profielschets Raad van Commissarissen stichting TBV Vastgesteld op

Profielschets Raad van Commissarissen stichting TBV Vastgesteld op Profielschets Raad van Commissarissen stichting TBV Vastgesteld op 17-5-2017 TBV Wonen is een betrokken en klantgerichte woningcorporatie met ruim 7500 woningen in Tilburg. Zij richt zich op de huisvesting

Nadere informatie

Forensische Opsporing Medewerker Forensische Opsporing Barema 4 / functieschaalniveau 6 versie 15 april 2013

Forensische Opsporing Medewerker Forensische Opsporing Barema 4 / functieschaalniveau 6 versie 15 april 2013 Kern van de functie Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De

Nadere informatie

Toespraak minister Hirsch Ballin bij oprichting Platform Internetveiligheid op 8 december 2009. Dames en heren,

Toespraak minister Hirsch Ballin bij oprichting Platform Internetveiligheid op 8 december 2009. Dames en heren, Toespraak minister Hirsch Ballin bij oprichting Platform Internetveiligheid op 8 december 2009 Dames en heren, Goed dat we hier bijeen zijn om het Platform Internetveiligheid op te richten. Ik ben blij

Nadere informatie

Leergang Leiderschap voor Professionals

Leergang Leiderschap voor Professionals Leergang Leiderschap voor Professionals Zonder ontwikkeling geen toekomst! Leergang Leiderschap voor Professionals Tijden veranderen. Markten veranderen, organisaties en bedrijven veranderen en ook de

Nadere informatie

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Scholder an Scholder 2.0 - Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Opdracht Bestuurlijk Overleg Sport; 7 december 2016 Evaluatie van scholder an scholder (1.0) leert

Nadere informatie

Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet. Raad op zaterdag Ernst Koperdraat 24 september 2016

Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet. Raad op zaterdag Ernst Koperdraat 24 september 2016 Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet Raad op zaterdag Ernst Koperdraat 24 september 2016 Wat is het probleem? Het omgevingsrecht is te complex geworden. Er zijn teveel wetten en regels die

Nadere informatie

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen

Nadere informatie

Lectoraat Financieel-economische criminaliteit

Lectoraat Financieel-economische criminaliteit Lectoraat Financieel-economische criminaliteit CO LECTORAAT Politieacademie & Board Opsporing Intensiveringsprogramma FinEC (RHC) 1 Lectoraat Financieel-economische criminaliteit 1. Het kennis- en beroepsdomein

Nadere informatie

Management. Analyse Sourcing Management

Management. Analyse Sourcing Management Management Analyse Sourcing Management Management Business Driven Management Informatie- en communicatietoepassingen zijn onmisbaar geworden in de dagelijkse praktijk van uw organisatie. Steeds meer

Nadere informatie

Datum 7 april 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht 7 op de 10 hoort niets na aangifte woninginbraak

Datum 7 april 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht 7 op de 10 hoort niets na aangifte woninginbraak 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

HOE PRAKTISCH EEN GOEDE BEDRIJFSSTRATEGISCHE DISCUSSIE TE VOEREN?

HOE PRAKTISCH EEN GOEDE BEDRIJFSSTRATEGISCHE DISCUSSIE TE VOEREN? HOE PRAKTISCH EEN GOEDE BEDRIJFSSTRATEGISCHE DISCUSSIE TE VOEREN? Algelun [MKB] Advies postbus 41 8330 AA Steenwijk tel / fax (0521) 52 32 01 mobiel (0619) 95 52 87 KvK 54286964 secretariaat@algelunadvies.nl

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

Het waarom van ons aanbod

Het waarom van ons aanbod Pagina 1 van 5 - scroll Het waarom van ons aanbod Mensen laten zich leiden door ervaringen en de betekenis die zij daaraan hebben gegeven. Daarmee besturen zij zichzelf en daarmee geven zij iedere keer

Nadere informatie

Strategisch document Ambulancezorg Nederland

Strategisch document Ambulancezorg Nederland Strategisch document Ambulancezorg Nederland 1 Inleiding: relevante ontwikkelingen 2 Missie en visie AZN 3 Kernfuncties: profiel en kerntaken AZN 4 Strategische agenda AZN vastgesteld: woensdag 23 mei

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 oktober 2016 Antwoorden Kamervragen 2016Z15941

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 oktober 2016 Antwoorden Kamervragen 2016Z15941 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Datum Betreft Antwoorden Kamervragen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

FIU-Nederland. Sonja Corstanje-Maaskant Relatiebeheerder

FIU-Nederland. Sonja Corstanje-Maaskant Relatiebeheerder FIU-Nederland Sonja Corstanje-Maaskant Relatiebeheerder Inhoud FIU-Nederland Definitie witwassen. Van ongebruikelijk naar verdacht. Wat is een ongebruikelijke transactie? Kengetallen Toezichthouders Vragen

Nadere informatie

Samenwerkingskracht in Zeeland #HOEDAN?

Samenwerkingskracht in Zeeland #HOEDAN? Samenwerkingskracht in Zeeland #HOEDAN? Rapport commissie Externe Spiegeling Zeeland Voorwoord Het beeld van de Zeeuwse ziekte verdient bijstelling: Zeeuwse overheden werken op veel terreinen samen en

Nadere informatie

Openbare Ruimte. Heroriëntatie op de. Openbare Ruimte

Openbare Ruimte. Heroriëntatie op de. Openbare Ruimte Openbare Ruimte Heroriëntatie op de Openbare Ruimte Openbare Ruimte Inspelen op actuele ontwikkelingen Twee actuele ontwikkelingen vragen om een heroriëntatie op de ontwikkelingen, het beheer en onderhoud

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 17 mei 2017 Ons kenmerk BB/U201700352 Lbr. 17/028 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 3 Onderwerp Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering Samenvatting

Nadere informatie

Aanpak Vastgoedfraude

Aanpak Vastgoedfraude Aanpak Vastgoedfraude Martijn Egberts, OM Parket Den Haag Willemijn van Blommestein, Ketenregisseur R dam Themasessie CCV-congres Bestuurlijke ketenaanpak 8 december 2011 Inhoud bijeenkomst Welkom (foto)

Nadere informatie

Schadelijk gedrag en financiële criminaliteit nemen af

Schadelijk gedrag en financiële criminaliteit nemen af Schadelijk gedrag en financiële criminaliteit nemen af Activiteitenagenda Aanpak illegale of schadelijke producten van vrijgestelde of illegale (malafide) dienstverleners 1. Gestructureerde aanpak malafide

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding, vraagstelling en scope

Samenvatting. Aanleiding, vraagstelling en scope Samenvatting Aanleiding, vraagstelling en scope Over het witwassen bij cybercrime is, vergeleken met witwassen bij andere delicten, relatief weinig bekend. Bij veel delicten verdienen criminelen geld in

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A

Nadere informatie

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie Inleiding Rutger Hageraats Symposium De Bascule 26-06-2015 De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie De aanleiding Wat was er ook alweer aan de hand? Niet

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Belastingdienst Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Taak 1.4.14 Hoe moet dat Inhoud

Taak 1.4.14 Hoe moet dat Inhoud Taak 1.4.14 Hoe moet dat Inhoud Taak 1.4.14 Hoe moet dat... 1 Inhoud... 1 Inleiding... 2 Wat is cybercrime?... 3 Internetfraude... 3 Voorschotfraude... 3 Identiteitsfraude... 3 Omschrijving van computercriminaliteit...

Nadere informatie

Training samenwerking van veiligheidspartners

Training samenwerking van veiligheidspartners Training samenwerking van veiligheidspartners Effectieve samenwerking tussen veiligheidspartners gaat verder dan samen optreden bij incidenten. Veiligheidspartners vormen samen een sleepnet tegen criminaliteit

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2015 tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 56 punten

Nadere informatie

Leergang Allround Leiderschap

Leergang Allround Leiderschap Leergang Allround Leiderschap Zonder ontwikkeling geen toekomst! Leergang Allround Leiderschap Tijden veranderen. Markten veranderen, organisaties en bedrijven veranderen en ook de kijk op leiderschap

Nadere informatie

INLEIDING. Kortom, ondermijnende criminaliteit is een actueel probleem. Maar, wat is dit precies én hoe krijg je er grip op?

INLEIDING. Kortom, ondermijnende criminaliteit is een actueel probleem. Maar, wat is dit precies én hoe krijg je er grip op? BIBOB-RADAR INLEIDING Steeds meer gemeenten kampen met ondermijnende criminaliteit. Uit onderzoek van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) blijkt dat criminelen zonder problemen

Nadere informatie

met de juiste inhoudelijke ondersteuning. Wij leveren vanuit onze Twin-Management Methode deze combinatie van dienstverlening op maat.

met de juiste inhoudelijke ondersteuning. Wij leveren vanuit onze Twin-Management Methode deze combinatie van dienstverlening op maat. Twin-Management Inspirerend en veelzijdig bestuurlijk advies Vanuit de gedachte dat ieder vraagstuk en probleemstelling meer dan één dimensie kent en dat naast inhoud ook het proces doorslaggevend is voor

Nadere informatie

De kracht van een goede opdracht

De kracht van een goede opdracht PREVIEW De kracht van een goede opdracht Het moment is nu Als er íets zeker is, dan is het wel dat dit een bijzonder interessante tijd is om bij een woningcorporatie te werken. Naast de sociale opgave

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

Van kostennaar waardesturing

Van kostennaar waardesturing Hoofdstuk Investeren in maatschappelijk vastgoed Van kostennaar waardesturing Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 7 Van kosten- naar waardesturing 9 Reacties uit het veld 21 Waardesturing in de praktijk 29 Samenwerken

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep Drugshandel Ontwerp-conclusies van de Raad betreffende de noodzaak

Nadere informatie

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR 1 JAARPLAN 2015 Voorwoord Het jaar 2014 is bijzonder succesvol geweest voor Present Rotterdam. Met succes zijn we op weg naar een stabiele organisatie met vaste partners, hebben we veel groepen vrijwilligers

Nadere informatie

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling Families onder druk Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen Drs. Ibrahim Yerden Probleemstelling Hoe gaan Marokkaanse en Turkse gezinsleden, zowel slachtoffers als plegers om met huiselijk

Nadere informatie

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.nationaalrapporteur.nl

Nadere informatie

Donderdag 20 september 2012 gevolgd door actiedag. Locatie: Eindhoven Airport

Donderdag 20 september 2012 gevolgd door actiedag. Locatie: Eindhoven Airport Donderdag 20 september 2012 gevolgd door actiedag. Locatie: Eindhoven Airport Actiecursus Aanpak Vervoer Contant Geld Cash: flow or fly? Deze cursus is onder de vlag van finecadamy ontwikkeld in opdracht

Nadere informatie

Kerngegevens Arbeidsmarktagenda oktober 2017 MEEST GESTELDE VRAGEN. Aan het werk. voor ouderen!

Kerngegevens Arbeidsmarktagenda oktober 2017 MEEST GESTELDE VRAGEN. Aan het werk. voor ouderen! Kerngegevens Arbeidsmarktagenda 2023 oktober 2017 MEEST GESTELDE VRAGEN Aan het werk voor ouderen! KERNGEGEVENS ARBEIDSMARKTAGENDA 2023 AAN HET WERK VOOR OUDEREN! Interessant voor bestuur beleid uitvoering

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 65 Haarlem, 21 augustus 2001 Onderwerp: EU-programma innovatieve acties art. 4 EFRO Bijlage: ontwerpbesluit Inleiding Het EU-programma de regio s in de nieuwe

Nadere informatie