DUURZAME STADSTUIN. Sint Martens Hof, Arnhem. Laatste versie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DUURZAME STADSTUIN. Sint Martens Hof, Arnhem. Laatste versie"

Transcriptie

1 DUURZAME STADSTUIN Sint Martens Hof, Arnhem Laatste versie Advies Rapport door Wouter van Andel, Maaike Griffioen, Tim Jan Huldman, Thijs Kabel, Diede Maas en Luuk de Vetten Datum:

2 Duurzame stadstuin: Sint Martens Hof Laatste versie Urban Nature Consultancy-team Wouter van Andel Maaike Griffioen Tim Jan Huldman Thijs Kabel Diede Maas Luuk de Vetten Contactpersoon: Maaike Griffioen Opdrachtgever: Naam: Wageningen UR, Wetenschapswinkel Contactpersoon: Bram ten Cate Telefoon: (0317) Datum: 17 Oktober 2013 Locatie: Wageningen, Nederland Dit product is origineel werk van het Urban Nature Consultancy (UNC) team. Als er iets geciteerd of aangehaald is, is dit op juiste manier gerefereerd naar de originele werken. Niks uit dit werk mag aangepast, verspreid of gekopieerd worden zonder specifieke toestemming van het team. Bij toestemming moet het werk van het UNC-team erkent worden via gepaste referenties.

3 Management Samenvatting Twintig families van het Sint Martens Hof te Arnhem willen een gemeenschappelijke stadstuin aanleggen. Ze lopen hierbij tegen een aantal problemen zoals wateroverlast en bodemvervuiling aan, en ze hebben de wens bij te dragen aan stadslandbouw en verhoging van de biodiversiteit. Onderzoekers van de Wetenschapswinkel van Wageningen Universiteit helpen hierbij. Een deel van dit project wordt uitgevoerd door het Urban Nature Consultancy (UNC) team, een Academic Consultancy team. Dit deel bestaat uit het beantwoorden van vragen rondom technische mogelijkheden en randvoorwaarden. Het team heeft voor de vier categorieën oplossingen geformuleerd en daarbij relevante criteria als budget, duurzaamheid en kindvriendelijkheid gehanteerd. De Wetenschapswinkel wil dat het project een voorbeeldfunctie is voor soortgelijke projecten. Het UNC-team heeft vier verschillende producten ontwikkeld. Product 1: Stappenplan. Dit product is een beschrijving van het stappenplan dat als voorbeeldfunctie kan dienen voor vergelijkbare projecten. Product 2: Modules. Dit is een beknopte opsomming van algemene oplossingen voor de vier categorieën. Product 3: SWED-analyse. Dit is een door het UNC-team ontwikkelde sterkte- zwakte analyse. Dit wordt toegepast op de mogelijke modules om hieruit een relevante selectie te maken. Het geeft ook weer welke modules goed met elkaar combineren. Product 4: Advies. Dit is een toegespitst advies op de Sint Martens Hof situatie, gebaseerd op de uitwerking van de geselecteerde modules. De voorbeeldfunctie zal dus in twee van de vier producten aanwezig zijn; het doorlopen van het wetenschappelijke proces zal beschreven worden in het eerste product, en het tweede product zal uit een lange lijst met algemene oplossingen bestaan die toepasbaar kunnen zijn voor een groot aantal andere stadstuinen. Het maatschappelijke probleem zal beantwoord worden in de laatste drie producten. De analyse wijst uit welke van de modules het meest gunstig zijn voor het Sint Martens Hof en welke van deze modules goed met elkaar combineren. Deze geselecteerde modules worden vervolgens uitgewerkt in het advies door onder anderen verstrekking van informatie en berekenen van prijzen. Op korte termijn kan het wateroverlastprobleem opgelost worden door het plaatsen van regentonnen en infiltratiekratten. De regentonnen dienen als buffer en de daarop aangesloten infiltratiekratten laten overtollig water infiltreren. Op lange termijn kan de bodemverontreiniging verminderd worden met behulp van fytoremediatie. Voor stadslandbouw wordt het niet aangeraden om in de bodem gewassen te planten door de bodemvervuiling. Het advies is om deze te verbouwen in schone grond in bijvoorbeeld kuipen, dit kan op korte termijn. De biodiversiteit kan ook op korte termijn verhoogd worden door het planten van een hoge diversiteit bloeiende- en vruchtdragende planten. Dit trekt op langere termijn vervolgens insecten en macrofauna aan. De planten helpen ook indirect bij de waterinfiltratie. Het uiteindelijke rapport is een samenstelling van de vier producten. De lezer kan bepalen welke producten er relevant voor hem zijn, maar voor het totaalbeeld wordt geadviseerd om het gehele rapport te lezen. Het team heeft naast deze producten ook nog een kort, overzichtelijke folder waarin de belangrijke conclusies en adviezen samengevat worden. Dit is toegankelijk voor de bewoners van het Sint Martens Hof. Met het advies kunnen landschapsarchitecten aan de slag met het ontwerpen zodat er in de zomer van 2014 een mooie stadstuin zal ontstaan. ii

4 Excecutive Summary Twenty families of the Sint Martens Hof in Arnhem want to construct a community city garden. They have encountered several problems including flooding and a contaminated soil. Futhermore, they have the wish to contribute to urban farming and increase the biodiversity. Researchers from the Science Shop of Wageningen University are helping with this. A part of this project will be excecuted by the Urban Nature Consultancy (UNC) team, an Academic Consultancy Team. This part consists of the answering of questions relating to technical possibilities and preconditions. The team has formulated solutions for the four categories with regard to relevant criteria such as budget, sustainability and child friendliness. The Science Shop would like this project to be an example for similar projects. The UNC-team has developed four separate products. Product 1: Process plan. This product is a description of the process which can function as an example for similar projects. Product 2: Modules. This consists of a concise numeration of general solutions for the four categories. Product 3: SWEDanalysis. This is a strength-weakness analysis developed by the UNC-team. This will be applied to the second product to select relevant modules for the specific situation. This analysis will also yield modules which combine well. Product 4: Advice. This is a specific advice to the people of the city garden of Sint Martens Hof, based on the elaboration of the selected modules. The example will be evident in two of the four products; how to go through the academic process will be described in the first product. Secondly, the product Modules will consist of a long list of general options which consequently will be applicable to a large variety of city gardens. The social problem will be answered in the three last products. The analysis will yield the most favourable modules for the Sint Martens Hof, and which of these modules combine well. The selected modules will be elaborated upon in the advice by providing information and calculations of costs. On the short term, the flooding can be solved by placing rainwater tanks and infiltration boxes. The tanks will serve as a buffer and the connected infiltration boxes will infiltrate surplus water. The contaminated soil can be partially cleaned on the long term by phytoremediation. For urban farming it is not advisable to plant crops in the contaminated soil. Hence the advice is to grow crops in clean soil in for instance crates, this can also happen on short term. The increase of biodiversity can also take place in the short term by planting a high diversity of blooming and fruit bearing plants. This will attract insects and macro fauna on the longer term. Plants will also indirectly help with the infiltration of water. The final report consists of a composition of the four products. The reader can assess which products are relevant for him, but for the larger picture it is advised to read the whole report. Additionally, the UNCteam has provided a short directory including a summary of the important conclusions and advice. This will be easily approachable by the inhabitants of the Sint Martens Hof. With the advice, the landscaping architects can work on the final design of the garden so that in 2014 a beautiful city garden will be the result iii

5 Inhoud Introductie... 1 Product 1: Beschrijving stappenplan 1.1 Inleiding Stappenplan Producten Conclusie Product 2: Modules 2.1 Introductie Waterhuishouding Bodemverontreiniging Stedelijk landbouw Biodiversiteit Product 3: SWED analyse 3.1 Introductie Methode SWED analyses Totaalwaarde tabel Resultaten Product 4: Advies 4.1 Introductie Waterhuishouding Bodemvervuiling Stadslandbouw Biodiversiteit Beantwoording vragen en Advies Referenties Appendix A: Diverse figuren Appendix B: Lijsten met planten Appendix C: Plattegrond en tuinschets Appendix D: Optionele planten voor fytoremediatie Appendix E: Nestkasten iv

6 Introductie In dit hoofdstuk wordt relevante achtergrondinformatie beschreven. Daarnaast worden de onderzoeksvragen en de doelgroep vermeld. Achtergrond De bewonersvereniging van het Sint Martens Hof is betrokken bij de renovatie van 20 woningen in Arnhem, beter bekend als de kluswoningen. Iedere woning heeft een aparte eigenaar en deze twintig huiseigenaren hebben gemeenschappelijk grond voor een binnentuin aangekocht. Een plattegrond van Sint Martens Hof is te vinden in Appendix C. De wens van de eigenaren is om er een gemeenschappelijk, kindvriendelijke en duurzame stadstuin te maken. Voordat een landschapsarchitect een ontwerp kan maken moet er in beeld gebracht worden welke oplosrichtingen er zijn voor de knelpunten en met welke randvoorwaarden er rekening gehouden moet worden. Om dit te bewerkstelligen is deze opdracht aangeboden aan de Wetenschapswinkel van de Wageningen Universiteit. De Wetenschapswinkel heeft de opdracht aangenomen en maakt gebruik van universitaire studenten van de Wageningen Universiteit. Twee groepen gaan aan de slag gaan met deze opdracht. Een groep masterstudenten die de cursus Academic Consultancy Training (ACT) volgen zullen de technische vragen beantwoorden, de randvoorwaarden in kaart brengen en een selectie van methoden adviseren. Onder de naam Urban Nature Consultancy (UNC) team voeren deze masterstudenten hun onderzoek uit. Met het rapport dat het UNC-team zal leveren, gaan de bachelor studenten van de opleiding Landschapsarchitectuur een ontwerp maken. De Wetenschapswinkel zal het project afronden en de kwaliteit waarborgen. Belangrijk is dat de mogelijkheid geschapen wordt om de hemelwaterafvoer af te koppelen zonder dat dat tot wateroverlast leidt. Daarnaast is er vanuit de bewoners vereniging aangegeven dat biodiversiteit, kindvriendelijkheid en duurzaamheid belangrijke thema s zijn waar rekening mee gehouden moet worden. Duurzaamheid is een generieke en veel gebruikte term. De bewoners hebben aangegeven dat de binnentuin een duurzame stadstuin moet worden, maar het was moeilijk om een eenduidige definitie hier aan te geven. Het UNC-team definieert zelf een duurzame stadstuin als volgt: Een tuin waarin het promoten en verbeteren van het hergebruik, milieu, biodiversiteit, en de ecologische functies van de tuin centraal staan. Hiervan zullen toekomstige generaties ook de vruchten plukken. Met deze definitie heeft het UNC-team de modules samengesteld en geselecteerd om de invulling van een duurzame stadstuin vorm te geven. Zo kan regenwater bijvoorbeeld hergebruikt worden of heeft het gebruik van lokale materialen en producten een lagere milieubelasting dan als het uit het buitenland komt. 1

7 Onderzoeksvragen Het UNC-team heeft onderzoeksvragen opgesteld. De hoofdvraag is direct gekoppeld aan het doel van het onderzoek. De antwoorden op de deelvragen vormen samen het antwoord op de hoofdvraag. Hoofdvraag: Welke maatregelen kunnen genomen worden om van het semi-openbaar terrein dat in het bezit is van Sint Martens Hof, een duurzame, kindvriendelijke stadstuin te maken die door de eigenaren zelf aan te leggen is? Deelvragen: Wat is stadslandbouw? Hoe wordt kindvriendelijk gedefinieerd door de opdrachtgever? Wat wordt verstaan onder een duurzame stadstuin? Op welke manier kan de tuin bijdragen aan de gezondheid van de bewoners? Wat kunnen de eigenaren zelf met betrekking tot de aanleg? Welke maatregelen zijn het meest geschikt om de wateroverlast te verhelpen op deze locatie? Welke overschrijdingstijd is wat betreft wateroverlast acceptabel? Wat is het gezondheidsrisico van de huidige bodemverontreiniging? Op welke manier kan de bodemverontreiniging teruggebracht worden? Hoe en in hoeverre kan de biodiversiteit worden verhoogd? Welke randvoorwaarden stelt de gemeente? Aan de hand van deze onderzoeksvragen zal het UNC-team een advies produceren waarbij een aantal modules aangedragen worden. Dit houdt in dat ze zich niet richten op het ruimtelijke ontwerp. Er zal getracht worden naar het geven van een zo compleet mogelijk kostenoverzicht, maar het UNC-team is zich bewust dat de samenhang met het ontwerp een compleet kostenoverzicht in de weg staat. Methode In het vooronderzoek is er via een interview met een vertegenwoordiger van de bewoners duidelijk geworden dat er problemen in de tuin zijn met betrekking tot de waterhuishouding en bodemverontreiniging. Ook is naar voren gekomen dat er een sterke wens is voor een biodiverse en kindvriendelijke tuin. Er is vervolgens met behulp van literatuuronderzoek een inventarisatie gedaan naar de verschillende mogelijkheden om de problemen op te lossen, ook wel de modules genoemd. De modules zijn vervolgens getoetst aan de hand van een Strenghts, Weaknessess, Empowerment and Disruption analyse (SWED-analyse). In deze analyse zit een uniek kwantitatief element waarbij zowel de mening van de experts als de mening van de bewoners focusgroep zijn ingeweven. Met deze analyse zijn de meest positieve modules geselecteerd en verder uitgewerkt voor de specifieke situatie van het Sint Martens Hof. Gebaseerd op de uitwerking van deze modules is er een eindadvies gegeven. Doelgroep Dit rapport wordt geschreven in opdracht van de Wetenschapswinkel van de Wageningen University en Research Centre. Dat maakt dat de Wetenschapswinkel een belangrijke doelgroep is. Desondanks is de belangrijkste doelgroep de bewonersvereniging van het Sint Martens Hof, tevens de opdrachtgevers van 2

8 de Wetenschapswinkel. Daarnaast is dit rapport gericht aan de personen die geïnteresseerd zijn in het creëren van een duurzame stadstuin of in de methode die voor dit onderzoek gebruikt is. Hoofdstukoverzicht Dit rapport bestaat voornamelijk uit vier verschillende producten. Het eerste product is in hoofdstuk 2 beschreven en legt de methode uit die gebruikt is voor dit onderzoek. Hoofdstuk 3 wordt gevormd door het tweede product, de modules. Dit is een grote selectie van mogelijkheden voor de gegeven problemen en wensen. De unieke methode die gebruik is om de modules uit het tweede product te analyseren, de SWED-analyse, wordt beschreven in hoofdstuk 4. De hoog scorende modules worden uitgewerkt in hoofdstuk 5. Daarbij worden berekeningen toegelicht, en voor- en nadelen en manieren voor implementatie uitgewerkt. Het advies zal ook gegeven worden in dit hoofdstuk. 3

9 Product 1: Beschrijving Stappenplan 4

10 1.1 Inleiding In dit product zal het stappenplan beschreven worden wat het Urban Nature Consultancy (UNC) team heeft doorlopen bij het opzetten van een stadstuin. Hierbij gaat het over het oplossen van verschillende problemen waar een stadstuin mee kan kampen, dus niet over het ontwerp zelf. Deze beschrijving zal op een algemene wijze gebeuren zodat dit proces voor tal van stadstuinen doorlopen kan worden. Dit zorgt ervoor dat voor verschillende situaties een oplossing geformuleerd kan worden. Als het stappenplan doorlopen wordt op de manier die hieronder beschreven is kan er in concrete stappen gewerkt worden aan een oplossing voor de specifieke situatie. Het plan begint vanuit verschillende categorieën bestaande uit diverse criteria relevant bij het maken van een tuin. Uiteindelijk zal het plan in een aantal stappen toespitsen op concrete oplossingen voor specifieke situaties, die per stadstuin zullen verschillen. Dit product zal een overzichtelijke methodologie beschrijven die het team heeft gevolgd bij het doorlopen van het proces van begin- tot eindproduct. Het zal beginnen met het opstellen van de verschillende categorieën waaruit verschillende oplossingen bedacht zullen worden. Voor deze categorieën zal in het begin zeer algemene oplossingen geformuleerd worden, die nog voor een groot aantal situaties toepasbaar zijn. Na deze opstelling van de oplossingen, in de vorm van modules, zullen deze getest worden door een sterkte-zwakte analyse. Hiervoor zijn er beoordelingen nodig voor de positieve en negatieve punten van elke module zodat die gekwantificeerd kunnen worden. Voor het toetsen van deze waardes is er ook een weging nodig, die samen met de betrokkenen dient opgesteld te worden zodat de juiste modules uit de analyse komen voor de situatie. Deze selectie van modules kan hierna verder uitgewerkt worden zodat de betrokkenen hiermee aan de slag kunnen bij het daadwerkelijke ontwerp van de tuin. Na het doorlopen van dit stappenplan zal er een advies uitkomen die voor de specifieke situatie het best toepasbaar is. Met dit advies kunnen de betrokkenen aan de slag met het daadwerkelijke ontwerpen en opzetten van de tuin. Dit advies kan dan ook uitbesteed worden aan eventuele architecten, zodat die rekening kunnen houden met specifieke zaken die in de tuin aanwezig moeten zijn en waardoor de tuin optimaal en effectief kan functioneren. Doordat de belanghebbenden nauw betrokken worden bij dit proces zal er een grote tevredenheid ontstaan en kan er een product afgeleverd worden dat echt relevant is. 5

11 1.2 Stappenplan Stap 1: Definiëren onderwerpen Voordat er modules geformuleerd kunnen worden, is het makkelijk om een aantal onderwerpen op te stellen zodat er een duidelijkere structuur in het product ontstaat. Deze onderwerpen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit: Waterhuishouding Bodem Biodiversiteit Etc. Door de modules onder te verdelen in deze onderwerpen kan er een duidelijk overzicht behouden worden. Hierdoor is het makkelijker om door de modules te bladeren als er bepaalde oplossingen gewild zijn voor een van deze categorieën. Stap 2: Opstellen van Modules Er is door het UNC-team een uitgebreid verslag gemaakt dat beschrijvingen van modules bevat binnen de geformuleerde categorieën. Modules zijn hierbij specifieke toepassingen of oplossingen op problemen of relevante kwesties. In dit onderdeel staan een groot aantal modules die toegepast kunnen worden op een algemene stadstuin. Deze kunnen worden geselecteerd of geëlimineerd afhankelijk van de situatie. Deze modules zijn opgesteld met oog op de stadstuin van het Sint Martens Hof in Arnhem. Veel van deze modules zijn breed toepasbaar op stadstuinen, maar het is mogelijk dat deze modules aangevuld of aangepast kunnen worden doordat er andere eisen zijn voor andere situaties. Het wordt dan ook aangeraden om eerst te selecteren in de modules van het UNC-team die ook voor uw situatie toepasbaar zijn. Daarna kunnen deze modules eventueel aangevuld worden met extra verlangens voor de specifieke situatie. Hier kan dan wel weer voorbeeld genomen worden aan de manier waarop het UNC-team de modules heeft geformuleerd. Hiervoor kan er gekeken worden naar product 2: Modules. 6

12 Stap 3: Randvoorwaarden bepalen Het is zaak dat, voordat men begint aan de daadwerkelijke analyse van de modules, er een goede lijst wordt opgesteld van de randvoorwaarden. Dit zijn specifieke eisen die gesteld zijn aan de tuin die eventuele beperkingen of uitbreidingen bewerkstellingen. Deze kunnen onder anderen bevatten: Grondwaterniveau Eisen van de gemeente of andere organisaties Dimensies van de tuin Hoogteverschillen in de tuin Bodemsoort van de tuin Budget Etc. Hier horen ook eisen bij die door de makers van de tuin zelf gesteld worden. Deze zouden kunnen bestaan uit: Oplossingen voor waterproblemen Oplossingen voor bodemverontreiniging Stap 4: Eerste eliminatieronde Op basis van de randvoorwaarden en eisen kunnen enkele modules al geëlimineerd worden. Hiermee sluit men de modules uit die voor de specifieke stadstuin waar aan gewerkt wordt niet van toepassing zijn, omdat er randvoorwaarden vastgesteld zijn. Stap 5: Wensen van de betrokkenen bepalen De volgende stap is een afspraak maken met de betrokkenen. Het is belangrijk dat de wensen die zij hebben goed in kaart gebracht worden. Met betrokkenen worden de belangrijkste belanghebbenden bedoeld; degene die de stadstuin financieren en er dagelijks direct contact mee hebben. In een open gesprek moet duidelijk worden welke wensen zij hebben voor de tuin en waar de onderzoekers rekening mee kunnen houden. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: Betrekking van duurzaamheid Betrekking van kindveiligheid Verhoging van de biodiversiteit Wensen over het toekomstige gebruik van de tuin In een transparant gesprek zullen deze wensen duidelijk worden en kunnen deze genoteerd worden. 7

13 Stap 6: Tweede eliminatieronde Na dit gesprek met de betrokkenen kan er een eventuele tweede eliminatie van modules gehouden worden. Dit zal betrekking hebben op modules die theoretisch wel in de tuin kunnen, maar die niet in overeenstemming zijn met de bovengenoemde vastgestelde wensen. Hierdoor kunnen er dus modules wegvallen, of zullen er modules aangepast moeten worden. Als deze twee eliminatie rondes geweest zijn blijven de modules over die echt mogelijk en gewenst zijn in de tuin. Over deze modules kan dan een analyse uitgevoerd worden. Stap 7: Sterkte-Zwakte Analyse en Combinaties De overgebleven modules kunnen een sterkte-zwakte analyse ondergaan. Het UNC-team heeft hiervoor een unieke eerste versie van een methode ontwikkeld die deze analyse op de meest optimale manier uitvoert. Het wordt gedefinieerd als een SWED-analyse; een Strengths- Weaknesses en Empowerments- Disruption analyse. Dit houdt in dat er per module een tabel gemaakt wordt met de sterke en zwakke punten, de zogenoemde Strengths en Weaknesses. Als aanvulling hierop heeft het UNC-team ook sterke en zwakke combinaties tussen modules aangegeven, de Empowerments en Distruptions. Vooral dit laatste is een kracht van deze analyse omdat het gelijk duidelijkheid schept over welke modules van verschillende onderwerpen goed bij elkaar passen. Deze SWED-analyse is een eerste stap in de richting van het meer objectief en kwantificeerbaar maken van een sterkte- zwakte analyse. Deze methode dient nog uitgebreid getoetst te worden waar dit team de mogelijkheden binnen dit tijdsbestek niet voor had. Er wordt dan ook sterk aangeraden om deze methode in vervolgonderzoeken grondig te testen. In dit rapport wordt de analyse voor het eerst gebruikt om aan te tonen wat de potenties hiervan zijn. Om de sterke en zwakke punten zo systematisch mogelijk te ordenen heeft het UNC-team een aantal criteria gemaakt waar een bepaalde module dus aan kan bijdragen of juist wat de module kan benadelen. Hierbij kan er gedacht worden aan de volgende categorieën: Prijs Duurzaamheid Onderhoud Etc. De modules kunnen dus een positief of negatief effect hebben op de categorieën. Een module kan bijvoorbeeld als positief punt hebben dat het heel goedkoop is, of als negatief punt dat het juist zeer prijzig is. Zo zijn er voor elke categorie plus- en minpunten te bedenken per module. Als er een letter wordt toegekend per categorieën, bijvoorbeeld A voor Prijs, kan dit toegevoegd worden aan de tabel zodat duidelijk is bij welke categorieën de sterke en zwakke punten horen. Hierna kan er per categorie een score toegekend worden, wat onder het volgende kopje Punten geven uitgelegd zal worden. Tabel 1 is het format dat gebruikt kan worden bij een SWED-analyse met uitleg daarbij. 8

14 Tabel 1: Format voor de tabel van de sterkte-zwakte analyse. C=Categorie, W=Waarde. STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A x Hier komen de modules die deze versterken of hierdoor versterkt worden. Hier komen de sterke punten per categorie. Bijvoorbeeld een sterk punt qua prijs Een sterk punt voor onderhoud Etc. ZWAKKE PUNTEN Hier komen de zwakke punten per categorie. Bijvoorbeeld een zwak punt voor biodiversiteit Etc. C x x x ZWAKKE COMBINATIES B x Hier komen de modules die deze verzwakken of hierdoor verzwakt worden. ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Hier kan een korte argumentatie geplaatst worden ter verduidelijking van de punten of combinaties. Het liefst zo kort mogelijk, daarom een maximum van 100 woorden. Stap 8: Punten geven Nu de sterke en zwakke punten en combinaties bekend zijn kan er een waarde toegekend worden aan de sterke en zwakke punten. Het UNC-team heeft gekozen voor een schaal van 0 tot 5 voor de positieve punten, en een schaal van 0 tot -5 voor de negatieve punten. Dit omvat een totale schaal van -5 tot 5. Hierbij is 5 het meest voordelig, en -5 het meest nadelig. Hierbij is het noodzakelijk dat de personen die de scores geven expertise hebben van de verschillende categorieën. Het is belangrijk dat de punten verdeeld wordt met oog op de relatieve voor- en nadelen van de modules per categorie. Twee modules kunnen bijvoorbeeld beiden goedkoop zijn, maar als de een goedkoper is dan de ander krijgt de goedkoopste een hoger positief punt. Met kennis van zaken en een achtergrond voor de specifieke problemen kunnen de experts in overleg met elkaar deze punten toekennen voor elke categorie. De puntentoekenning is relatief binnen de categorie. Dus toekenning van een score aan het criteria Prijs moet dus bijvoorbeeld binnen de categorie Wateroverlast met elkaar vergleken worden. Organisch materiaal is bijvoorbeeld veel goedkoper dan het aanleggen van een infiltratiekrat. Daarom krijgt organisch materiaal een hoog punt, zoals een 5, terwijl infiltratiekrat hierbij een relatief lager punt krijgt. Voor het accuraat uitvoeren van deze analyse is dan ook kennis nodig van experts. Deze kunnen ingehuurd worden door de betrokkenen, zoals bijvoorbeeld is gebeurd bij het maken van de stadstuin in Arnhem, zodat deze experts de scores kunnen toekennen. Het is belangrijk dat deze experts hier wel transparant in zijn ten opzichte van de betrokkenen; de afwegingen dienen beargumenteerd te worden mocht hier vraag naar zijn door de betrokkenen. Er wordt aangeraden om de scores te geven met een zo groot mogelijk aantal experts, zodat de subjectiviteit afneemt. In deze analyse zijn de scores gegeven door ten minste drie experts. Het team raadt dan ook aan om een team van experts samen te stellen die hier bevoegd toe zijn, als een soortgelijk project een SWED-analyse wil toepassen. Hoe betrouwbaar een sterkte- zwakte analyse is 9

15 hangt altijd af van de mensen die deze toepassen. Dit zal dan ook het geval zijn met de SWED-analyse. Het vernieuwende van deze analyse is, is dat er een score gecombineerd met een weging is gegeven aan de criteria om deze subjectiviteit zo veel mogelijk te verminderen. In tabel 2 is een voorbeeld gegeven hoe het UNC-team een SWED-analyse heeft uitgevoerd voor een specifieke module. Onder de tabel zal een verantwoording worden gegeven voor de toegekende scores. Tabel 2: Voorbeeld van een ingevulde sterkte-zwakte analyse tabel voor organisch materiaal. C=Criteria, W=Waarde. Hier is bijvoorbeeld A=Prijs, B=Waterinfiltratie, C=Bodemverontreiniging, D=Biodiversiteit, E=Duurzaamheid, F=Onderhoud, G= Kindvriendelijkheid, H= Beleving. STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 5 A 4 B 2 C 1 C 1 D 1 E 2 F 4 Goedkoop Eenvoudig aan te leggen Verhoogt infiltratie Immobiliseert zware metalen Fertiliteit bodem Bevordert bodemfauna Hergebruik mogelijk Weinig onderhoud ZWAKKE PUNTEN Groei van bacteriën en/of schimmels Aanzicht en geur kan onaantrekkelijk zijn G H -1-2 Werkt goed samen met: # 2.Bodembedekkende Vegetatie #14. Terrassen # 19. ph beïnvloeden # 24. Klassieke moestuin # 36. Duurzaamheid # 40. Diversiteit van planten # 42. Takkenwal of composthoop # 43. Bladerdekens in de winter # 53. Egels # 34. Kippen ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: # 5. Wadi # 6. Infiltratiekom # 8. Vijver/moeras # 30. Aquaponics ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Zware metalen zijn minder goed oplosbaar in bodems verrijkt met organisch materiaal, omdat organisch materiaal ook de ph van de bodem verandert. Organisch materiaal kan geleverd worden door de plaatselijke vegetatie en is dus een goedkoop en duurzaam alternatief. Daarbij levert het een schuilplek voor insecten en kleine dieren. Doordat organisch materiaal niet kan oxideren en een sliblaag kan vormen op plekken die regelmatig of permanent onder water staan, is het lokaal niet goed te gebruiken met de aangegeven zwakke combinaties. Terrassen en vlakten zorgen ervoor dat organisch materiaal minder snel ophoopt. Aan de linkerkant kan men eenvoudig een opsomming zien van de verschillende sterke en zwakke punten. In kolom C is voor elk punt aangegeven in welk criterium het specifieke punt thuis hoort. In kolom W is een waarde gegeven die een relatieve indicatie geeft in welke mate dit punt sterk of zwak scoort. Een module die de goedkoopste optie vormt zal bijvoorbeeld een score van vijf krijgen, zoals in het geval van organisch materiaal. Modulen die ongeveer dezelfde waarde hebben zullen ook hoog scoren, bijvoorbeeld een 4 of een 5. Verder wordt er ook rekening gehouden met de aard van het sterke of zwakke punt. Zo immobiliseert organisch materiaal zware metalen, maar scoort toch laag omdat het een indirecte relatie is via de ph en het feit dat de zware metalen niet verwijderd zijn maar nog steeds 10

16 op dezelfde plaats liggen. Dit laatste betekent dat in een later stadium de zware metalen weer kunnen mobiliseren, bijvoorbeeld vanwege een verzuring van de bodem. Via deze overwegingen van de experts van het UNC-team kan voor elke criterium van elke module een score worden toegekend. In product 3: de SWED analyse, is niet voor elke punt aangegeven waarom precies die score is toegekend vanwege de vele modulen en de tijdgebondenheid. Indien men deze methodologie met toestemming van het UNC-team wil herproduceren raden wij aan de argumentatie voor de scores uit te breiden om de transparantie naar de betrokkenen te vergroten. Deze methode is uniek, omdat er hierdoor voor het eerst een kwantificatie toegekend wordt aan de sterktes en zwaktes van de kwalitatieve analyse. Zoals eerder aangegeven dient deze methode nog wel uitgebreid getoetst te worden in een vervolgonderzoek aangezien dit door het UNC-team in deze tijd niet gedaan kon worden. Wel is het UNC-team van mening dat deze methode een nuttige aanvulling zal zijn op de kwalitatieve sterkte- en zwakte analyses die tot nu toe gebruikt worden. Stap 9: Weging van de betrokkenen Voor of na deze toekenning van de scores moet er ook een bepaalde weging aan de categorieën gegeven worden (Zie ook tabel 2). Het efficiëntst is als dit in overleg met de betrokkenen gebeurt. Hierbij kan er aan elke categorie een weging toegekend worden. Met deze wegingen kunnen de scores later vermenigvuldigd worden zodat er een waardevolle eindscore kan worden berekend. Een voorbeeld om dit te bewerkstelligen is om een lijst van de categorieën voor te leggen aan de betrokkenen. Eerst kunnen zij deze dan in volgorde van prioriteit stellen. Vervolgens kunnen ze honderd punten verdelen onder deze categorieën. Het is ook mogelijk om bepaalde categorieën een weging van nul te geven, als het blijkt dat de betrokkenen deze categorie toch niet belangrijk vinden bij de analyse. Een voorbeeld kan zijn dat de biodiversiteit heel belangrijk geacht wordt. Deze krijgt dan een score van 30 punten. Beleving en esthetiek kan bij een analyse totaal niet belangrijk gevonden worden. Deze zullen dan een score van 0 punten krijgen. Nu hebben de betrokkenen nog 70 punten om te verdelen onder de rest van de categorieën. Uiteindelijk worden deze punten omgezet in percentages zodat deze vermenigvuldigd kan worden met de score, zoals uitgelegd in Totaalwaarde bepalen. Stap 11: Totaalwaarde bepalen Met de scores én de weging kan nu een totaalwaarde worden bepaald. Hiervoor worden de scores vermenigvuldigd met de weging en dan bij elkaar opgeteld, waarbij de negatieve punten dus ook een negatief getal voorstellen. Hier komt dan een totaalwaarde uit die duidelijk laat zien welke modules er hoog scoren, en die dus interessant zijn om verder uit te werken. Het is handig als hiervoor een tabel opgesteld wordt. Als een categorie meerdere positieve, of een positieve en een negatieve waarde bevat moeten deze bij elkaar worden opgeteld. Hierdoor kan een score voor een bepaalde categorie boven de 5 uitstijgen. 11

17 Een voorbeeld daarvan kan hieronder gevonden worden in tabel 3. Tabel 3: Ingevuld voorbeeld van een tabel voor de bepaling van de totaalwaarde. Let op: Als er meerdere waardes per categorie zijn (bijvoorbeeld twee waardes voor categorie A: 2 en 3) moeten deze bij elkaar opgeteld worden (dus voor deze situatie zou A een waarde van 5 krijgen.). Weging 20% 30% 5% 10% 10% 5% 20% 0% 0% Categorie A B C D E F G H I Totaal # Naam module 1 Organisch materiaal ,8 2 Bodembedekkende vegetatie ,6 In dit voorbeeld is de formule die toegepast moet worden om de totaalscore te krijgen als volgt: Mx = A B C D E F G H 0 + I 0 Hierbij staat Mx voor een module x. Voor elke module variëren de waardes van de letters. Hieruit ontstaat een totaalscore aangegeven in de groene hokjes. Hoe hoger de score, hoe beter de bepaalde module gescoord heeft. Door een getal per module te geven kunnen ze makkelijk met elkaar vergeleken worden. Nu kunnen er per onderwerp een aantal modules uitgekozen worden die bijvoorbeeld een probleem het beste oplossen. Stap 12: Uitgewerkte modules en advies Nadat voor de modules een score is berekend, wordt bekeken welke modules verder worden uitgewerkt. Dit wordt bepaald aan de hand van de scores van de SWED-analyse en door de combinaties van verschillende modules. Hier wordt er dan rekening gehouden met welke modules elkaar eventueel versterken. Vervolgens worden de uitgekozen modules verder uitgewerkt. Deze uitwerking bestaat uit berekeningen van kosten, verstrekken van verdere informatie en verdieping van methoden. Nadat de modules verder zijn uitgewerkt, worden er mogelijke combinaties gepresenteerd en wordt er een advies gegeven. Het uiteindelijke advies zal aangeven welke modules het beste gecombineerd kunnen worden en welke de problemen verhelpen en aan de wensen voldoen. Met dit advies kunnen dan uiteindelijk de betrokkenen aan de slag met het daadwerkelijke ontwerpen en aanleggen van de tuin. Participatie In het stappenplan nemen de bewoners van het Sint Martens Hof zelf indirect deel aan het selectieproces van modules. Het doel van de participatie van de bewoners in deze methode is om er voor te zorgen dat er een hoog acceptatieniveau is voor de voorgestelde modules. In het participatieproces is het belangrijk dat er al een basis van vertrouwen is binnen de groep bewoners en tussen de groep en de experts (Kujala 2003). Op deze manier kunnen alle belanghebbenden hun mening uiten en overleggen met zowel elkaar als het UNC team. Gemeenschappelijke participatie versterkt acceptatie doordat de belangehbbenden meer grip krijgen op hun eigen situatie. Daarbij wordt met participatie van de belanghebbenden duidelijker welke categorieën (kindvriendelijkheid, duurzaam, et cetera) de voorkeur van de gemeenschap hebben (Kujala 2003). Een nadeel van participatie kan zijn dat er te veel informatie 12

18 verkregen wordt van de bewoners en hierdoor zoveel problemen, belangen en meningen boven tafel komen dat men door de bomen het bos niet meer kan zien (Kujala 2003). Dit is in dit project voorkomen doordat het UNC-team met een focusgroep van de bewoners, met behulp van discussie, hebben geanalyseerd hoeveel waarde is gehecht aan elk knelpunt. Vervolgens kon er een betere selectie van modules worden gemaakt en is er meer zekerheid dat de bewoners in het algemeen deze modules ondersteunen, terwijl ook het UNC-team niet overweldigt wordt door alle informatie die verkregen is van de bewoners. 13

19 1.3 Producten Verschillende van de bovengenoemde stappen kunnen verwerkt worden in een aantal producten, zoals ook door het UNC-team gedaan is. Hierbij zijn er door dit team vier uiteindelijke producten geleverd, maar dit aantal kan verschillen per specifieke situatie. Hieronder zullen de producten van het UNC-team uitgelegd worden. Ter illustratie zijn er bij elk product verschillende afbeeldingen gemaakt door het team, die per product uitgelegd zullen worden. Product 1: Beschrijving Stappenplan Het eerste product bestaat uit de beschrijving van het stappenplan. Deze beschrijving bevat de algemene methodiek die dit team ontworpen heeft voor het meest efficiënt oplossen van de problemen die komen kijken bij het aanleggen van een stadstuin. In figuur 1 is er te zien hoe het team in een proces de verschillende onderwerpen (puzzelstukjes) zal gaan analyseren. De wijzende vinger van de manager betekent dat er een methodiek opgesteld wordt. Figuur 1: Illustratie bij het eerste product: Beschrijving Stappenplan Product 2: Modules Het tweede product bevat de uitgebreide modules. Deze zijn opgesteld met als doel wijd toepasbaar te zijn, en dus nog mogelijkheden bevatten voor andere tuinen dan het Sint Martens Hof. Het product bestaat uit een lijst met modules die kort beschreven zijn. Als illustratie kan er gekeken worden naar figuur 2, die symboliseert dat er puzzelstukjes bestaan voor de verschillende gedefinieerde onderwerpen, maar die nog niet helemaal correct in elkaar passen. 14

20 Figuur 2: Illustratie bij het tweede product: Modules. Product 3: SWED-Analyse Het derde product bestaat uit de SWED-analyse. Deze zal dus bestaan uit Strengts en Weaknesses die gescoord worden, en uit de combinaties van modules: Empowerments en Disruptions. Dit laatste houdt in dat combinaties elkaar of versterken of elkaar verzwakken (tegenwerken). In figuur 3 is dit weergegeven als één van de puzzelstukjes waar het UNC-team mee werkt. Dit puzzelstukje is dan onderverdeeld in de Strengths, Weaknesses, Empowerments en Disruptions. Figuur 3: Illustratie bij het derde product: SWED-Analyse. 15

21 Product 4: Advies Het vierde en laatste product bevat het advies voor de betrokkenen. Dit zal onder anderen bestaan uit de uitwerking van de modules waarvan gebleken is dat ze relevant zijn voor de specifieke situatie in de SWED-analyse. Als conclusie uit deze uitwerkingen zal dan uiteindelijk een relevant advies ontstaan die het team zal geven aan de bewoners van het Sint Martens Hof. In figuur 4 is dit weergeven als de puzzelstukjes die allemaal in elkaar passen als één geheel. Figuur 4: Illustratie bij het vierde product: Advies. 16

22 1.4 Conclusie Na het doorlopen van dit stappenplan zal dus een concreet en relevant advies geformuleerd zijn. Met dit advies kunnen betrokkenen aan de slag bij het aanleggen van de tuin. Het bijzondere aan deze omschrijving is dat het zo uitgebreid gebeurd is dat het gebruikt kan worden door onderzoekers van zeer verschillende stadstuinen. Verder kan de SWED-analyse zelfs op een nog breder onderzoek vlak toegepast worden. Doordat deze analyse sterktes en zwaktes kwantificeert en deze aanvult met het kijken naar of verschillende combinaties van modules elkaar versterken of verzwakken is deze methode uniek en zeer geschikt voor een breed scala aan sociale problemen. Het UNC-team heeft dus een prototype ontwikkeld van een besturingsinstrument met hoog potentieel om een meer kwantitatieve sterkte- zwakte analyse te vormen. Dit instrument dient nog getest te worden door vervolgonderzoek voordat het met zekerheid toegepast kan worden in vervolgsituaties. In dit rapport laat het team zien hoe deze analyse gebruikt kan worden en wat de potenties hiervan zijn bij het oplossen van de problemen. Onderzoekers die dus een andere stadstuin willen maken in een andere situatie of die een verbeterde sterkte-zwakte analyse willen toepassen, zullen voorbeeld kunnen nemen aan dit stappenplan, als deze analyse voldoende getest is, van het UNC-team. 17

23 Product 2: Modules 18

24 2.1 Introductie In dit product zal het Urban Nature Consultancy (UNC) team een groot aantal verschillende modules beschrijven. Deze modules bestaan uit oplossingen voor de verschillende onderwerpen die zijn vastgesteld in overleg met de opdrachtgevers. De onderwerpen bestaan uit waterhuishouding, bodemverontreiniging, stadslandbouw en biodiversiteit. In deze volgorde zullen ze ook behandeld worden. De oplossingen voor deze problemen zullen heel algemeen beschreven worden in de modules. Hierdoor kan dit product in tal van situaties gebruikt worden. Deze brede toepasbaarheid is een kwaliteit waar naar gestreefd is in dit product. Ieder onderwerp is in een aparte paragraaf uitgewerkt. Eerst is er een inleiding gegeven in het onderwerp, waarna er vervolgens zal worden uitgeweid over de mogelijke oplossingen in de vorm van modules. Deze modules zullen variëren in prijs, toepasbaarheid, locatie et cetera. Hierdoor wordt er een lijst van modules verkregen die op meerdere plekken en voor meerdere situaties geschikt zijn. Dat is dan ook de kracht van dit product; voor een groot aantal verschillende omstandigheden kan er een analyse uitgevoerd worden op deze modules. Het is de bedoeling dat over deze grote aantallen modules een analyse wordt uitgevoerd, wat het derde product zal vormen. De analyse in het derde product zal de SWED analyse (Strengths, Weaknesses, Empowerments, Disruptions) zijn van het UNC-team. Na de analyse zullen een aantal modules geselecteerd worden uit deze lijst die het best te implementeren zijn voor een specifieke situatie. 19

25 2.2 Waterhuishouding Hevige regenbuien kunnen in steden voor veel hemelwaterafvoer zorgen doordat een groot percentage oppervlakte verhard is. Ondoorlaatbare daken en bestrating zorgen ervoor dat hemelwater afgevoerd wordt, waar in een natuurlijke situatie de regen kan worden opgeslagen, infiltreren en/of verdampen. Bij piekafvoeren kan hierdoor de riolering in steden overlopen en overlast veroorzaken. Daarom is hemelwaterafkoppeling van de riolering en lokale berging een duurzaam alternatief voor stadstuinen. Dit betekent wel dat het hemelwater ter plekke (tijdelijk) moet kunnen worden opgeslagen en een nieuwe waterbalans moet worden gevonden. Dit kan problematisch zijn en wateroverlast veroorzaken als de tuin niet groot genoeg is en/of het water niet snel genoeg kan infiltreren, maar het biedt ook ruimte voor innovatieve oplossingen. In dit hoofdstuk zijn de verschillende mogelijkheden beschreven om wateroverlast in stadstuinen in het algemeen tegen te gaan. Deze mogelijkheden zijn opgesplitst in directe infiltratie, bovengrondse infiltratie, ondergrondse infiltratie en overig. Directe infiltratie: 1. Organisch materiaal: Organische materialen zijn residuen van dieren of planten, zoals afgevallen bladeren. Organisch materiaal beschermt het bodemoppervlakte tegen korstvorming (verdichting) door regen. Organisch materiaal stimuleert de bodemfauna, zoals wormen, die door hun gegraaf direct de poreusheid van de bodem beïnvloeden. Daarnaast verbetert organisch materiaal de stabiliteit van aggregaten (klonteringen van bodem deeltjes) waardoor er meer infiltratie is en ook meer capaciteit ontstaat om water op te vangen in de bodem zelf. Door deze verbeterde bodemstructuur kunnen planten ook beter wortelen. Organisch materiaal kan toegevoegd worden door onder andere mulching, dit is het toevoegen van bepaalde bodembedekking zoals houtsnippers. Het laten liggen van plant residuen, zoals gemaaid gras, bevordert het gehalte organisch materiaal ook (Bot & Benites 2005). 2. Bodembedekkende vegetatie: Vegetatie is de begroeiing van planten op een bepaalde plek. Het type plant en het oppervlakte dat begroeid is heeft een effect op de infiltratie en de capaciteit om regenwater op te slaan. De planten vangen het regenwater op met de stengels en bladeren. Vegetatie met veel bladoppervlak zal meer water opvangen, en de bodem beschermen tegen korstvorming. De wortelgroei stimuleert de bodemstructuur en daarmee de infiltratie van regen. Op hellingen vertraagt de vegetatie het water waardoor er meer tijd is voor het water om te infiltreren (Critchley & Siegert 1991). 3. Daktuin: Bij traditionele daken wordt het regenwater meteen afgevoerd en concentreert het water zich op de afvoerpunten, wat overlast kan veroorzaken. Daktuinen of groendaken zijn daken waar vegetatie op staat en daaronder een drainagesysteem hebben (Zie figuur 5 in Appendix A). Deze daken kunnen het regenwater opvangen en als buffer werken. Voordelige neveneffecten zijn de verhoging van biodiversiteit, aanzicht en isolatie. Het dak moet wel waterdicht zijn en genoeg draagkracht hebben om het extra gewicht van de tuin en variabelen 20

26 als sneeuw en water te kunnen opvangen. Er moet ook worden gelet op de keuze voor het type plant en materiaal wat afhankelijk is van de draagkracht van het dak, worteldiepte van de plant, het milieu (temperatuur, vocht, wind, schaduw) en de lokale regelgeving (Gemeente Amsterdam 2004). 4. Doorlatende betegeling: Door verharde oppervlakten, zoals daken en betegeling, kan er normaal geen regenwater infiltreren. Dit leidt tot water dat blijft staan of benedenstrooms geconcentreerd wordt afgevoerd. Doorlatende betegeling maakt het mogelijk dat het regenwater wel kan infiltreren. Hierbij moet u denken aan grind, verbrede steenvoegen en poreuze stenen. Zie voor een fotocollage aan voorbeelden figuur 6 in Appendix A. Onder de betegeling ligt zand, zodat het water snel kan infiltreren in de bodem (Beeldens et al. 2008). Bovengrondse Infiltratie: 5. Wadi: Wadi staat voor Water Afvoer door Drainage en Infiltratie en is een gedeelte dat iets lager ligt zodat een soort kuil ontstaat (Zie figuur 7). Bij zware regenval kan hier het regenwater naar toe worden geleid voor tijdelijke berging. Eventueel kunnen er ondergrondse infiltratievoorzieningen worden aangebracht om de bergingscapaciteit te verhogen. Er staat normaal gesproken gras in een wadi maar ook andere planten, die zowel droog als natte omstandigheden aankunnen, kunnen er groeien (Water 2013). 6. Infiltratiekom: Een infiltratiekom is zoals de naam aangeeft, een tot maximaal 30 cm diepe kom. De oppervlakte van de infiltratiekom bestaat uit een humushoudende laag die vaak begroeid is met gras. Voor een goede infiltratie moet het gras kort en de kom bladervrij worden gehouden. Als de infiltratiecapaciteit te laag wordt, kan de kom geverticuteerd worden. Het regenwater loopt via open goten of ondergronds naar de kom. Een filter voor de bladeren kan nodig zijn omdat bladeren in de infiltratiekom, het infiltrerend vermogen kunnen verminderen (Milieuadvieswinkel 2013). 7. Infiltratiesleuf: Een infiltratiesleuf is een in de grond gegraven sleuf die is opgevuld met een materiaal (c.q. aggregaat) dat een grote doorlatendheid en een hoog poriëngehalte heeft. Om het aggregaat wordt een geotextiel aangebracht. Het geotextiel dient ervoor om inspoeling van omringend zand en doorworteling van het aggregaat tegen te gaan. Het regenwater dat van het afgekoppelde oppervlak stroomt, wordt afgevoerd naar de sleuf. Via de bodem en wanden van de sleuf zijgt het water weg naar de ondergrond. De lengte van een infiltratiesleuf is aanzienlijk groter dan de breedte en de diepte. Een infiltratiesleuf kan gebruikt worden om bijvoorbeeld het opgevangen hemelwater van de daken te transporteren naar een Wadi, Infiltratiekom of vijver en daarbij al een deel van het afgekoppelde water kan laten infiltreren (Rijsdijk 2004). 8. Vijver en moeras: Een vijver is een aangelegde plas water in de tuin dat in een dieper gelegen gedeelte ligt. De vijver heeft meestal een folie of een dergelijke (semi) ondoorlaatbare laag op de 21

27 bodem liggen waardoor het water niet of minder snel kan infiltreren. Een moeras is een drassig gedeelte dat stilstaand water heeft met een geringe diepte. In een vijver of moeras kan extra regenwater opvangen worden en waar het vervolgens langzaam kan verdampen of infiltreren in de bodem. Op deze plekken kan ook eenvoudig de biodiversiteit toenemen. Maar een nadeel van zo n plek is dat het water ook muggen kan aantrekken (Woonwijzer Media 2013). Het water in de vijver kan niet uitsluitend van regenwater afkomstig zijn, omdat regenwater te weinig mineralen bevat voor zuurstofplanten. Hierdoor zal er veel algengroei optreden en het water troebel worden. Daarbij heeft regenwater soms een lage zuurgraad (Schonevijver, 2013). Ondergrondse Infiltratie: 9. Infiltratiekrat: Een infiltratiekrat werkt, zoals veel infiltratievoorzieningen, door afgekoppeld water op te slaan ofwel te bufferen en vervolgens geleidelijk af te geven aan de bodem. Door gebruik te maken van een kunststofkrat, neemt de bergingscapaciteit toe. Er wordt geen aggregaat gebruikt zoals in een infiltratiesleuf en het percentage holle ruimte dat verkregen wordt, is daardoor 95% (Rijsdijk 2004). Het hemelwater komt via buizen of bijvoorbeeld een infiltratiesleuf in het infiltratiekrat. 10. Grindkoffer: Een grindkoffer is een gat of kuil in de grond dat is gevuld met grind. Een filterdoek of worteldoek rondom het grindpakket voorkomt dat zand en gronddeeltjes tussen het grind komen. Een grindkoffer is een goedkope infiltratie methode en kan ook op heel kleine schaal toegepast worden. Ook ziet men vaak dat grindkoffers gecombineerd worden met andere infiltratiemethoden zoals een wadi. 11. Drainageslang met bovengrondse uitstroom: Dit is een eenvoudige mogelijkheid voor het infiltreren van hemelwater dat afkomstig is van kleine oppervlakten zoals daken van woningen. Een dikke drainageslang omwikkeld met worteldoek wordt voorzien van een zandvangput of een ander zand filterend mechanisme. De slang kan een tracé volgen door de tuin waarvan men wil dat dit deel van de tuin natter wordt. Aan het uiteinde komt de slang boven de grond op een plaats waar overstroming bij hevige neerslag geen kwaad kan, bijvoorbeeld bij een vijver of wadi (Water 2013). 12. Zakput: Een zakput ofwel infiltratieput is een verticale opslagtank voor overtollig hemelwater. De geperforeerde wand en/of bodem zorgen voor een geleidelijke infiltratie. Door het onderste gedeelte van de schacht niet te perforeren kan een zandvang worden gecreëerd. Afhankelijk van de afmeting en belasting kan de zakput wel of niet van een bodem worden voorzien en kan deze gemaakt zijn van kunststof of beton (Bettonputten B.V 2013). Een zakput kan een praktische oplossing zijn voor infiltratie op locaties met beperkte ruimte. Zakputten zijn eenvoudig te plaatsen en gemakkelijk schoon te maken. 22

28 Overig: 13. Regenton: Een ton van kunststof of plastic die het regenwater via de regenpijp opvangt van het dak. Dit water kan worden hergebruikt voor bijvoorbeeld het besproeien van planten. De benodigde capaciteit van de regenton kan verschillen van 50 tot wel 800 liter waarbij de keuze vooral afhankelijk is van het dakoppervlak. Over dakgoten van zink, koper of lood moet eerst een beschermende laag worden aangebracht, en een bladvanger moet worden geïnstalleerd om het water schoon te houden. Algengroei kan tegengegaan worden door de ton in de schaduw te plaatsen. Een alternatief voor een regenton, een zogenaamde regenzuil, werkt ongeveer op dezelfde manier (Woonwijzer Media 2013). 14. Terrassen: Hoogteverschillen en hellingen in de tuin kunnen ervoor zorgen dat water op lager gelegen plaatsen zich concentreert (Zie figuur 8). Op vlakke gedeelten krijgt regenwater langer de tijd om te infiltreren. Om hoogteverschillen te verminderen kunnen er stapsgewijze vlakten (terrassen) worden aangelegd. Een andere optie is om de delen met de grootste hellingshoek af te vlakken. Men kan dit doen door aarde af te graven en/of aarde bij te voegen. Het verticale gedeelte van een terras moet ommuurd worden om verschuivingen van de aarde tegen te gaan. Dit kan ook gedaan worden met vegetatie, hoewel hierbij rekening gehouden moet worden met de hellingshoek en de bodem stabiliteit (Morgan 2005). 15. Noodoverlaat: Als de genomen maatregelen niet genoeg zijn, kan het teveel aan water altijd met een noodoverlaat gecontroleerd afgevloeid worden naar bijvoorbeeld een wadi of vijver. Desnoods, kan er als er te veel regen is gevallen een noodoverlaat geplaatst worden op de riolering (Woonwijzer Media 2013). 23

29 2.3 Bodemverontreiniging Bodemverontreiniging in tuinen is een lastig probleem vanwege de gevaren die optreden voor de gezondheid van de mensen. Over het algemeen zijn de verontreinigingen laag en vormen daardoor geen gevaar voor de gezondheid. In gevallen dat de verontreiniging zo hoog is dat er mogelijke gezondheidsrisico s optreden, kunnen er verschillende maatregelen getroffen worden om de verontreiniging te verwijderen of om hier mee om te gaan. Welke maatregelen er moeten worden genomen ligt aan verschillende factoren. Factoren zoals tijd, kosten, aard van verontreiniging en hoeveelheid verontreiniging kunnen bepalen welke maatregelen geschikt zijn voor het gebied. Het is ook van belang om te weten of de bron van de verontreiniging nog aanwezig is zodat deze verwijderd kan worden. Om te bepalen voor welke maatregel gekozen moet worden is achtergrond informatie over het gebied gewenst. Een bodemonderzoek, historisch onderzoek over het gebied en een gewasonderzoek zijn voorbeelden van bronnen van relevante informatie die bij kunnen dragen aan een beter beeld bij de situatie (GGD-richtlijn medische milieukunde 2009). Wanneer er een vermoeden bestaat dat een gebied bodemverontreiniging bevat is het verstandig om deze informatie te raadplegen. Een aantal mogelijke maatregelen tegen bodemverontreiniging zijn hieronder weergegeven en zijn gescheiden/gecategoriseerd op reiniging ter plekke (in situ) of externe reiniging (ex situ). De maatregelen zijn vooral gericht om zware metalen uit de bodem te halen. Sommigen maatregelen kunnen echter ook gebruikt worden voor andere verontreiniging. Methoden ex situ: 16. Sanering: Bij het afgraven van vervuilde grond wordt de bodem met graafmachines verwijderd en wordt het op een andere plek ontdaan van de verontreiniging of wordt het op een stortplaats gestort (Shayler et al. 2009; Khan et al. 2000). Dit proces brengt gevaren met zich mee, namelijk gedurende het transport van de vervuilde grond. Een voordeel is dat deze methode snel kan worden toegepast wanneer er wordt gekozen voor een gehele sanering. In dit geval vind het proces in één keer plaats (GGD-richtlijn medische milieukunde 2009). Er kan namelijk ook gekozen worden voor een gefaseerde sanering waarbij de grond in fasen wordt gesaneerd. Verder moet er na de afgraving nieuwe grond worden aangelegd. De kosten van afgraven zijn relatief hoog ten opzichte van andere methoden en het is nadelig voor het milieu door mogelijke luchtvervuiling, energie verbruik door machines en het storten van de vervuilde grond elders (Shayler et al. 2009). Het hele ecosysteem in de bodem moet vervolgens opnieuw beginnen wat nadelen geeft omtrent waterinfiltratie, plantengroei, organische afbraak et cetera. 17. Bodem wassen: Een methode waarbij de verontreinigde grond wordt gewassen met water en eventueel toegevoegde chemicaliën (CL:AIRE 2013). De methode is toepasbaar zowel in situ als ex situ. Water wordt geïnfiltreerd in de grond, waarin de verontreinigingen worden opgelost. Vervolgens wordt het water verder behandeld om verontreinigingen te verwijderen. Wanneer de methode in situ wordt toegepast zijn er bepaalde voorwaarden waaraan voldaan moet 24

30 worden. Zo n voorwaarde is dat onder de verontreinigde grond een laag materiaal ligt wat water niet (makkelijk) doorlaat (Lestan et al. 2008). Op deze manier kan het water worden opgepompt en behandeld en stroomt het water niet weg. Een nadeel van de methode in situ is dat er weinig controle is over de stroming van het water met daarin de verontreiniging. Het is daarom sterk aan te raden om voldoende informatie over de waterhuishouding van de bodem te hebben voordat deze methode wordt toegepast. Zo voorkom je dat verontreinigd water wegspoelt uit het gebied en het probleem groter wordt. Methoden in situ: 18. Geotextiel: Dit is een synthetisch materiaal wat als een scheidingslaag dient voor de vervuilde grond en de nieuwe schone grond (Shayler et al. 2009). Geotextiel kan meteen worden toegepast op vervuilde grond, maar wordt ook vaak gebruikt na sanering. Hierbij wordt dan eerst de vervuilde grond afgegraven en wordt het geotextiel aangelegd alvorens de nieuwe schone grond wordt gelegd. Het geotextiel is er in verschillende soorten, maar voor vervuilde grond moet geotextiel worden gebruikt welke geen wortels van planten doorlaat (Heinegg et al. 2002) en welke niet doorlaatbaar is voor de contaminatie (Shayler et al. 2009). Het aanschaffen van geotextiel is vergeleken met andere methoden tegen bodemvervuiling relatief goedkoop. Er bestaat echter de kans dat het textiel scheurt waardoor de contaminatie in de schone grond kan komen. 19. ph beïnvloeden: In een zure bodem zijn metaaldeeltjes mobieler dan in een meer basische grond (Khan et al. 2000). Dit wordt aangegeven in ph, waarbij een lage of zure ph een waarde heeft van <7,0, een neutrale ph is rond de 7,0 en een hoge of basische ph heeft een waarde van >7,0. Door de toevoeging van kalk aan de grond kan de ph waarde worden verhoogd. De metalen worden door de hogere ph waarde van de bodem minder oplosbaar en dus minder goed opgenomen door bijvoorbeeld planten. Het is gemakkelijk om deze methoden uit te voeren (Harter 1983). De ph kan ook verlaagd worden door toevoegen van bijvoorbeeld organisch materiaal, hierdoor worden de verontreinigde deeltjes juist mobieler. Dit zorgt ervoor dat planten deze deeltjes weer makkelijker kunnen opnemen (fytoremediatie). 20. Bodem beluchten: Deze methode houdt in dat er in de grond putten en leidingen moeten worden aangebracht waardoor de contaminatie, in de vorm van chemische gassen, onttrokken wordt uit de aarde (Shayler et al. 2009). Er zijn twee verschillende manieren om dit toe te passen. Het gebruik van leidingen die de chemische gassen boven het grondwater opzuigen en leidingen die dieper onder het grondwater lucht blazen zodat de chemische gassen naar boven kunnen bewegen (EPA 2012). Nadat de contaminatie uit de aarde is onttrokken, moet deze nog worden verwerkt om het onschadelijk te maken. Bij deze methode betreft het dus contaminatie van vluchtige chemicaliën die gemakkelijk kunnen verdampen tot gassen. Het is een effectieve methoden wanneer het goed is geïnstalleerd. De duur van deze methode hangt af van verschillend factoren, zoals de ernst van de contaminatie, grote van het gebied en als de grond 25

31 vochtig is vertraagt dit het proces (Shayler et al. 2009). Verder is het een relatief dure methode en ongeschikt voor zware metalen, omdat deze niet verdampen. 21. Fytoremediatie: Wanneer planten worden gebruikt om vervuiling in de grond onschadelijk te maken of om de vervuiling te verwijderen, spreken we van fytoremediatie. Er zijn verschillende vormen van fytoremediatie, zoals fytoextractie. Fytoextractie houdt in dat planten zware metalen opnemen vanuit hun omgeving en vervolgens opslaan in zichzelf (Pulford & Watson 2003). Door vervolgens de planten, met daarin de vervuiling, te oogsten en af te voeren kan de bodemverontreiniging verminderd worden. Verder zijn er nog andere vormen van fytoremediatie waarin organische vervuiling wordt afgebroken, water kan worden gezuiverd van metalen of vervuiling geïmmobiliseerd kan worden. Fytoremediatie is een goedkoop, duurzaam proces en behoudt de biologische en fysieke structuur van de bodem (Baker & McGrath 1994). Echter, het proces om de vervuiling terug te dringen naar acceptabele waarden kan meerdere jaren duren. 22. Microbiële/rhizoremediatie: Microbiële/rhizoremediatie is het gebruik maken van bacteriën die zich in de rhizosfeer bevinden. De rhizosfeer is de omgeving rondom een wortel waarin er een wederzijds positieve interactie is tussen wortels en bacteriën (Kuiper et al. 2004). Bacteriën in deze zone zijn in staat om verontreinigde stoffen af te breken en/of de plantengroei te bevorderen (Gerhardt et al. 2009). Hierdoor is deze methode zeer geschikt om in combinatie met fytoremediatie te gebruiken. 23. Chelatie: Dit is een proces waarin metalen worden gebonden aan organische moleculen (chelaten) waardoor de metalen beter opgelost kunnen worden (American Accreditation HealthCare Commission 2011). Wanneer deze chelaten worden toegevoegd aan de bodem dan vormen deze complexen met de metalen. Deze chelaatcomplexen zijn goed oplosbaar en kunnen vervolgens beter worden opgenomen door bijvoorbeeld planten. Een voorbeeld van een synthetisch chelaat is EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur), wat zware metalen zoals lood, kwik en koper bindt. Wanneer EDTA wordt gebruikt in de bodem, dan zullen bepaalde metalen beter opgenomen kunnen worden door planten (Khan et al. 2000). Het is mogelijk dat de zware metalen sneller in het grondwater terecht komen doordat deze nu ook hier beter oplosbaar in zijn. 26

32 2.4 Stedelijk landbouw Het verbouwen van gewassen en veeteelt in de stad wordt stedelijke landbouw genoemd. Dit kan zowel op professionele wijze maar ook als hobby. Van een paar tomatenplanten op het balkon tot een complete moestuin op het dak. Stedelijk landbouw is een duurzame manier om aan verse levensmiddelen te komen. Dit scheelt in CO 2 uitstoot omdat de gewassen niet van het land de stad in gebracht hoeven te worden. Bovendien scheelt het ook in verpakkingsmateriaal. Kortom, in een wereld waar steeds meer mensen in steden gaan wonen kan stedelijke landbouw een bijdrage leveren aan de voedselproductie (J. Smit & Nasr 1992) en die minder belastend is voor het milieu. Groei methoden planten: 24. Klassieke moestuin: Groente en fruit wordt verbouwd in de aanwezige grond. Door veel verschillende gewassen te plaatsen is er een kleinere kans op het uitbreken van ziektes en plagen. Wanneer er echter sprake is van bodemvervuiling, kunnen niet alle gewassen verbouwd worden. 25. Aarde bed: Er wordt een laag van nieuwe grond aangebracht waarin groente en fruit verbouwd kan worden. Het is mogelijk om onder de nieuwe aarde een zeil aan te brengen om te voorkomen dat de planten met hun wortels contact maken met de oorspronkelijke grond. 26. Kuipen: De groente en het fruit worden verbouwd in kuipen of bakken gevuld met schone grond. Een voordeel hier van is dat de planten hoger van de grond zijn en dat maakt het verzorgen van de planten gemakkelijker. Echter, de ruimte is in de bakken beperkt waardoor er minder gewassen verbouwd kunnen worden. 27. Upside down tuinieren: Emmers worden opgehangen aan bijvoorbeeld een balk. In de bodem van de emmers wordt een gat geboord. Daarna wordt de emmer gevuld met potgrond en in het gat wordt dan een plant geplaatst. Deze zal vervolgens omhoog groeien (Figuur 9 in appendix A). In de emmer zelf kan ook nog een plant geplaatst worden. Omdat de planten van de grond af zijn blijven ze beter schoon en kunnen bepaalde insecten en dieren er niet meer bij (Murphy 2010b). 28. Kas: Hierin kunnen planten en groente verbouwd worden die behoefte hebben aan meer warmte. Er zijn verschillende typen kassen, afhankelijk van de eisen kan het juiste type geselecteerd worden. In de kas kunnen de planten ook in bakken worden geplaatst. 29. Verticale tuin: Als er beperkte ruimte is, biedt een verticale tuin een optie om meer planten en groente te verbouwen. Een verticale tuin kan bijvoorbeeld tegen een muur gebouwd worden. De grootte en complexheid hangt af van het beschikbare budget. 27

33 30. Aquaponics: Water uit een vissenvijver wordt gezuiverd door groenten of andere planten. De planten groeien in een groeimedium waar water doorheen stroomt. Vissen produceren ammonia, wat wordt omgezet door bacteriën in nitriet en andere bacteriën zetten dit weer om in nitraat. Deze bacteriën groeien in het filter medium. Het nitraat wordt vervolgens opgenomen door de planten. Hierdoor wordt het water gezuiverd en zullen de planten groeien (Diver & Rinehart 2010). Zie afbeelding 2 in Appendix A voor een voorbeeld van dit systeem. Invulling stedelijke landbouw 31. Bomen en struiken: Fruitstruiken en fruit- en notenbomen kunnen worden aangeplant, al dan niet direct in de grond of in grote bakken. Bij aanplanting van deze bomen en/of struiken moet ook rekening worden gehouden met schaduw en zoninval. Bepaalde bomen en struiken hebben bijvoorbeeld een voorkeur voor veel zonlicht. 32. Zeldzame/vergeten groentes: Het verbouwen van zeldzame en vergeten groentes kan een bijdrage leveren aan het behoud van deze soorten en het verspreiden daarvan. Ook kan de voorkeur worden gegeven aan (oud) Hollandse rassen om een stuk nationaal erfgoed in stand te houden. 33. Ongeschikt bij vervuilingen: Gifstoffen hopen zich vooral op in wortels van planten. Er worden ook gifstoffen opgeslagen in de bladeren, maar dit is in mindere mate dan in de wortels (Shayler et al. 2009). Als de bodem vervuild is, dan is het beter om geen groentes te verbouwen. Het eten van wortels en/of knollen en de bladeren dient vermeden te worden in deze situatie. Ook is het belangrijk om groentes goed te wassen, omdat er op de groentes aarde blijft zitten wat gifstoffen kan bevatten. 34. Kippen: Kippen kunnen gehouden worden voor zowel hun eieren, het vlees en voor recreatieve doeleinden. Kippen zijn het meest geschikte vee om in een stedelijke omgeving te houden. Ook hier kan gekozen worden voor een Nederlands ras. Voordat men kippen aanschaft, is het belangrijk om na te denken over de nadelen. Zoals geluid overlast, niet iedereen kan het kraaien van de haan waarderen. Wanneer kippen buiten rondlopen en toegang hebben tot voedsel zoals insecten, kunnen zware metalen zich in de voedselketen ophopen en terecht komen in de kippen of in hun eieren. Alhoewel de accumulatie van zware metalen in de kip niet hoog zijn (Zhuang et al. 2009), kan men bij voorbaat de kippen in een ren houden waar de bodem is bedekt. Op deze manier wordt contact van de kip met de verontreinigde bodem beperkt. 35. Bijenkast: Het plaatsen van een bijenkast zal een positief effect hebben op de bestuiving van verschillende bloemen. Ook fruit- en notenbomen hebben hier baat bij. 28

34 Duurzaamheid 36. Compost: De restanten van de verbouwde gewassen kunnen tot compost verwerkt worden, wat weer hergebruikt kan worden in de tuin. Op deze manier wordt het gebruik van kunstmest voorkomen en wordt er op een duurzame manier omgegaan met de nutriënten. Ook kan een gedeelte van het keukenafval tot compost worden verwerkt (groente en fruit afval), maar men moet daarbij een goede scheiding van afval hanteren 37. Bestrijdingsmiddelen: Alleen bestrijdingsmiddelen gebruiken op biologische basis. Probeer het gebruik van chemische middelen zoveel mogelijk te vermijden. Het bestrijden van plaaginsecten kan ook met behulp van natuurlijke vijanden. 38. Akkerrand: Een akkerrand met bloemen rondom een moestuin heeft niet alleen een decoratieve functie, maar het trekt ook gunstige insecten aan. Niet alleen bijen en vlinders, maar ook insecten die plaaginsecten bestrijden. Akkerranden worden voornamelijk toegepast in landbouwgebieden waar de biodiversiteit vaak is versimpeld en waar het een groot effect heeft. In stedelijke gebieden is de biodiversiteit vaak hoger en hebben akkerranden een minder groot effect. 39. Regenwater: Regenwater kan worden opgevangen en vervolgens gebruikt worden om de planten water te geven. Dit is een zeer duurzame optie en vermindert het drinkwater gebruik voor de tuin. 29

35 2.5 Biodiversiteit De verstedelijking van het landschap is een van de menselijke invloeden op het habitat van plant en dier (Marzluff 2001; Benfield et al. 1999). Deze ontwikkeling brengt hoge extinctie snelheden met zich mee voornamelijk van lokale populaties. Niet alleen is verstedelijking meestal blijvend, er is geen kans tot terugname van het habitat, maar het spreidt zich ook steeds verder uit. Om het verlies van soorten zo veel mogelijk tegen te gaan is het belangrijk voor stadsplanners om ruimte in te calculeren voor natuurlijke gebieden. Stadstuinen kunnen dienen als oases tussen het steen, waardoor er een lappendeken ontstaat van soortenrijke plekken (Alberti 2005). Hiermee wordt de dispersie van dieren naar verschillende voedselrijke plekken vergemakkelijkt, en blijft er ruimte over voor leven in de stad. In de tuinen is het van belang dat er rekening gehouden moet worden met de connectiviteit tussen eventuele tuinen, de heterogeniteit van de soorten en de grootte van de tuin zelf. Als deze factoren geoptimaliseerd worden, ontstaat er een zo groot mogelijke biodiversiteit waar plant, dier én mens van kunnen genieten. Algemeen 40. Diversiteit van planten: De biodiversiteit van planten en dieren hangt erg samen. Planten zorgen voor voedsel, in de vorm van nectar, zaden en bessen, en trekken insecten aan (Haddad et al. 2001; Haddad et al. 1999a; Siemann et al. 1998). Een zo groot mogelijke variëteit aan planten zorgt voor een groot aantal niches, die dan opgevuld kunnen worden door een grote variëteit aan dieren. Verder heeft de verscheidenheid ook als voordeel dat de kans op ziektes van planten kleiner wordt (Haddad et al. 1999a) (Zie Appendix B voor lijsten met planten). 41. Vijver: Een waterplaats zoals een vijver creëert mogelijkheid tot drinken en baden voor macrofauna, opent mogelijkheden voor aquatische fauna en trekt insecten aan (Zoe G Davies et al. 2009). Hier is er de keuze uit een vijver die het gehele jaar water bevat, of een die droog komt te liggen voor een bepaalde tijd van het jaar. Verschillende dieptes zijn mogelijk, die ieder specifieke voordelen hebben voor specifieke diergroepen. Een vijver met verschillende dieptes is ook mogelijk. Bij een diepte groter dan 75 cm bevriest in de winter het water van de vijver niet volledig (Harris 2012). Vanaf een inhoud van 1000 liter wordt de vijver onderhoudsvriendelijker. 42. Takkenwal of composthoop: Beiden opties bieden mogelijkheden voor macrofauna om te overwinteren en trekken insecten en andere ongewervelden aan (Vogelbescherming 2013). Holle takken en stengels zijn overwinteringmogelijkheden voor insecten. Composthopen kunnen vanwege de geur het beste in een hoekje van de tuin aangelegd worden waar niemand er last van heeft. Het regelmatig omscheppen van de composthoop zorgt ervoor dat er genoeg zuurstof aanwezig is. Dit gevormde compost kan dan ook gebruikt worden als grondverbeteraar voor een eventuele moestuin. 30

36 43. Bladerdekens in de winter: Het laten liggen van bladeren in de winter schept voor vele dieren de mogelijkheid tot overwinteren. In het voorjaar kan dit bladerdeken dan weer opgeruimd worden en eventueel tot compost verwerkt worden. 44. Verticale tuin: Een muur kan makkelijk gebruikt worden als een verticale tuin waar bijvoorbeeld klimplanten op kunnen groeien. Deze zorgen weer voor schuilplaatsen voor vogels en trekken insecten aan. Vele klimplanten kunnen zelf aanhechting vinden, maar andere hebben hulp nodig in de vorm van een gaas. 45. Pergola: Dit is een andere mogelijkheid tot het laten groeien van klimplanten. Het is een constructie van een aantal latten of balken die dan begroeid kunnen worden door klimplanten. De dikke begroeiing trekt insecten en daarmee ook macrofauna aan. 46. Schuttingen: Deze kunnen begroeid laten worden en op die manier diervriendelijker worden gemaakt. Eventueel kunnen er ook nestkasten aangehangen worden of egelhuisjes tegenaan geplaatst worden. Vanuit het oogpunt biodiversiteit is het nog beter om hagen in plaats van schuttingen te gebruiken, omdat hagen een grote variatie aan dieren kunnen herbergen 47. Schuilplaatsen: Het aanbieden van schuilplaatsen geeft mogelijkheden voor macrofauna om te verblijven en eventueel voort te planten. Hierbij moet gedacht worden aan nestkasten, huisjes, bloempotten of beschutte plekjes gebouwd met stenen. 48. Opties voor daken: In het geval van platte of schuin aflopende daken zonder pannen zijn er verschillende mogelijkheden om deze meer aantrekkelijk te maken voor dieren. Bij Bruine daken bijvoorbeeld, wordt er grind op gestrooid wat wordt afgewisseld met grotere stenen. Dit is aantrekkelijk voor enkele vogelsoorten waaronder de kuifleeuwerik. Ook is er een optie van groene daken, waarbij bijvoorbeeld sedum (een vetkruid) wordt geplant. Dit geeft een groter isolatie vermogen en zorgt ook voor een betere afvoer van regenwater. 49. Plantenbakken: Dit zijn opties voor gronden waarop normale plantgroei moeilijk is of bij gelegenheden als balkons. Als bloemen hier aangevuld worden met kleine boompjes en dicht begroeide planten worden ze ook aantrekkelijk voor vogels. Deze plantenbakken hebben echter wel meer onderhoud nodig, in de vorm van bemesting en bewatering. 50. Grasgazon: Hierbij wordt er een grasmat aangelegd met grassen zoals op een speelweide, zoals Italiaans raaigras, zwenkgras en Engels raaigras. Hierdoor wordt de grond poreuzer zodat water afgevoerd kan worden. Ook schept dit mogelijkheid voor kinderen om te spelen. Bij bodemverontreiniging komt deze oplossing ook van pas omdat het gefilterd wordt door de planten en er dan een goede bodembedekking is. Duurzaamheid: Duurzaamheid kan makkelijk worden opgenomen in het aanpassen voor de tuin zodat hij geschikt wordt voor dieren. Schuilplaatsen kunnen gebouwd worden met overgebleven stenen en tegels. 31

37 De tuin kan winterklaar gemaakt worden door het laten liggen van bladeren op de bodem. Aan te raden is om gerecyclede producten, die zelf ook weer recyclebaar zijn te gebruiken. Met de hand onkruid wieden is meer duurzaam dan giftige stoffen spuiten en heeft als extra voordeel dat een geschoffelde grond anders juist onkruidzaden de mogelijkheid biedt om te groeien. Een onderhoudsarme tuin geeft het meeste rust voor plant en dier. Snoeien kan het beste zo veel mogelijk in de rustperiodes van planten worden gedaan, in het najaar of de winter. Specifieke diergroepen 51. Amfibieën: Deze dieren voelen zich het meest thuis in ondiepe vijvers met veel begroeiing (RAVON 2013). Kikkers hebben over het algemeen een groot verspreidingsvermogen, dus als er vijvers in de buurt zijn kunnen die uw vijver koloniseren. Andere amfibieën zoals salamanders hebben een kleiner verspreidingsmogelijkheid, deze zouden dan eventueel handmatig in de vijver gezet kunnen worden. Zie Appendix B voor lijst met waterplanten. 52. Bijen: Deze kunnen makkelijk aangetrokken worden door een tuin die veel nectar-planten bevat waar ze nectar en stuifmeel kunnen halen (Koel 2013) (Zie Appendix B voor lijst met planten). Er kan ook vrij simpel huisvestiging geboden worden aan solitaire bijen. Deze kunnen zich nestelen in holle stengels of takken waar gaatjes van verschillende diameter in geboord worden. Verder nestelt het grootste deel hiervan in zandgrond. 53. Egels: Egels hebben baat bij composthopen waar ze voedsel vinden (wormen en slakken, eventueel weggegooide groente en fruit) en hier kunnen ze ook hun winterslaap houden (Zoogdiervereniging 2013). Egelhuisjes kunnen gekocht of gemaakt worden. Deze kunnen het best op een rustige plek in de tuin gezet worden. Om te kunnen drinken in een vijver moet deze een flauwe helling of een trapje hebben zodat ze niet in de vijver vallen. Planten, zoals struiken, bieden veel dekking waar de egels zich goed bij voelen. 54. Reptielen: Vooral in tuinen aan de buitenrand van de stad of nabij natuurgebieden kunnen reptielen voorkomen. Dikke strooisellagen en composthopen zijn bevorderlijk voor de aanwezigheid van deze dieren. Een wat rommelige tuin is het meest aantrekkelijk. Ook is het belangrijk dat de tuin niet voor de winter wordt opgeruimd, omdat dan eventuele overwinteringsplekken voor de dieren verloren kunnen gaan. 55. Vleermuizen: Nederlandse vleermuizen eten voornamelijk insecten, dus als insecten in de tuin worden aangetrokken door waardplanten dan kunnen vleermuizen er ook vertoeven (Zoogdiervereniging 2013). Nestkasten kunnen worden opgehangen waar ze kunnen verblijven. Deze kasten kunnen op elke zijde van een huis gehangen worden. Een waterplaats in de buurt zorgt ervoor dat de vleermuizen kunnen drinken. 56. Vlinders: Er zijn verschillende planten waarvan bekend is dat ze vlinders aantrekken (Vlinderstichting.nl 2013). Wel moet er aan gedacht worden dat er dan ook waardplanten 32

38 moeten staan voor de rupsen (zie Appendix B voor lijst van planten). Ook moet er rekening gehouden worden met het feit dat die rupsen eventueel groentes, die verbouwd worden in de tuin, kunnen aanvreten. 57. Vissen: De meeste vissen worden het beste gehouden in een heldere vijver (Vijverhulp 2013). Ook is belangrijk dat er genoeg zuurstofplanten aanwezig zijn die voor zuurstof zorgen. Een filter kan eventueel handig zijn om de vijver schoon te houden. Er moet opgepast worden dat er niet te veel vis in de vijver komt. Wanneer dit gebeurt, kunnen de afvalstoffen namelijk niet meer worden afgebroken. Niet te veel vissen plaatsen, en kiezen voor soorten die zich niet te snel voortplanten is gewenst. Een andere mogelijkheid om de afvalstoffen van de vissen te verwijderen is door gebruik te maken van planten (aquaponics). 58. Vogels, algemeen: Als er genoeg voedselmogelijkheden zijn voor vogels komen die waarschijnlijk vanzelf naar de tuin. Hierbij moet gedacht worden aan planten die insecten aantrekken, bes- en zaaddragende planten zoals struiken, en eventueel vruchtbomen (Vogelbescherming 2013) (Zie Appendix B voor lijst met planten). De meeste vogels kunnen zelf nesten bouwen als daar mogelijkheid toe is. In de tuin kunnen bijvoorbeeld bomen geplant worden waar ze zich in kunnen huisvesten. Daarbij moet gedacht worden aan doornige bomen. Nestkasten zijn bij bepaalde soorten ook een optie. Een waterplaats om in te badderen en om van te drinken is ook aan te raden. Hierbij kan gedacht worden aan een vijver, een fontein of vogelbadje. In de winter kan men vogels bijvoeren, bijvoorbeeld in de vorm van vetbollen, waardoor het aantal vogels kan toenemen in de tuin. Echter kan het bijvoeren in de kosten lopen en zal hierover persoonlijke besluiten moeten worden genomen door de bewoners. 59. Gierzwaluwen: Deze vogels eten voornamelijk insecten, dus een tuin die ruimte biedt aan insecten is voor hen voordelig. Volgens de Vogelbescherming moeten verwoeste nestkasten en nestplekken van gierzwaluwen altijd vervangen worden, ook als ze verloren zijn gaan bij een verbouwing. Er zijn drie opties om ruimte te bieden aan gierzwaluwen: neststenen, nestdakpannen en nestkasten. 60. Huismus: Mussen zijn vogels die in groepen leven. Nestplaatsen worden dus ook in elkaars buurt gezet of gemaakt, en daar kan eventueel rekening mee gehouden worden door verscheidene nestkasten bij elkaar in de buurt te plaatsen, of één grote nestkast met meerdere nestplaatsen daarin. Heggen en klimplanten zijn bevorderlijk voor schuilplaatsen voor mussen en voor de aantrekking van insecten. Verder zijn zaaddragende planten ook zeer welkom. Verder graag water in de buurt om in te badderen en van te drinken en zanderige plaatsen waar ze zandbadjes kunnen nemen. 61. Huiszwaluw: Zwaluwen vliegen graag op en neer vanuit de nesten, dus bomen moeten dit niet belemmeren. Nestkasten kunnen opgehangen worden aan de oost-, of noordoostkant van een gebouw. Een modderplaats binnen 200 meter van de nestplaats zorgt ervoor dat ze materiaal kunnen halen voor hun nesten. 33

39 62. Koolmees: Vrucht- en zaaddragende planten trekken deze vogels aan, en ook insecten waar ze dan van kunnen eten. Bomen en dichte struiken bieden kans tot beschutting. Nestkasten kunnen ook aangeboden worden. In de winter kunnen koolmezen bijgevoerd worden door middel van vetbollen en vettige noten (pinda s bijvoorbeeld). 63. Merel: Deze vogel is overal in Nederland wel te vinden. Ze kunnen geholpen worden door grasveldjes, bomen en struiken aan te planten. Lage bomen en struiken zijn broedgelegenheden en merels houden erg van besdragende planten. 64. Spreeuw: Tuinen en gazons zijn voor spreeuwen een aantrekkelijk gebied rijk aan voedsel. Grasvelden om regenwormen in te zoeken zijn geschikt, maar ze vullen dit voedsel aan met andere bronnen. Nestkasten in bomen kunnen worden aangeboden, of spreeuwenpotten tegen de gevels. 65. Turkse Tortel: Als er aan de algemene voorwaarden van vogels gedaan wordt, is er ook ruimte voor deze soort. Planten voor vruchten en zaden, en insecten, en bomen of struiken voor nestgelegenheid zijn genoeg voor deze soort. 66. Zwarte roodstaart: Voedt zich met insecten gedurende de vlucht en tijdens de herfst ook met vruchten en zaden. Stukjes braakliggend terrein worden gewaardeerd door deze soort. Neststenen kunnen aangeboden worden. 34

40 Product 3: SWED Analyse 35

41 3.1 Introductie In dit verslag zullen de SWED analyses van de geselecteerde modules worden weergegeven. SWED analyse staat hier voor Strenghts Weaknesses Empowerment and Disruption analyse, wat een zelf ontwikkelde methode is van het UNC-team. Verderop onder methode wordt deze aanpak verder uitgelegd. De selectie van de modules zal plaatsvinden aan de hand van de hieronder genoemde randvoorwaarden en wensen. Aan de hand van deze twee voorwaardes kunnen er een aantal modules geëlimineerd worden voordat hier een SWED analyse op toegepast hoeft te worden. De argumentatie van de eliminaties zal, wanneer aanwezig, per onderdeel aangegeven worden. De onderdelen bestaan uit: waterhuishouding, bodemvervuiling, stadslandbouw en biodiversiteit. Randvoorwaarden Grond mag niet afgegraven worden. De grond moet op het terrein blijven omdat het afvoeren van de grond te duur is. Dit is een specifieke eis van de bewoners. Er moet minimaal plaats zijn voor 2 grote bomen en 4 kleine bomen. Doordat er voor de aanleg van de tuin een negental bomen zijn gekapt heeft de gemeente besloten dat er minimaal zes bomen hiervoor teruggeplaatst moeten worden. Twee bomen van een hoogte van 15 meter of groter en vier bomen van een hoogte tussen 10 en 15 meter. Er moeten nestkasten worden geplaatst voor gierzwaluwen. Doordat bij de aanleg van de tuin er vroegere structuren (schuurtjes) zijn gesloopt, zijn er hierdoor nestplekken van gierzwaluwen verloren gegaan. De Vogelbescherming eist dat deze plekken opnieuw aangeboden worden, in de vorm van bijvoorbeeld nestkasten. Infiltratie van hemelwater moet mogelijk zijn. Omdat er een hoogteverschil aanwezig is in de tuin (namelijk 1,5 tot 2 meter), hebben de bewoners wateroverlast. Het is daarom belangrijk dat hier een oplossing voor komt. De tuin moet kindveilig zijn, met betrekking tot de bodemvervuiling bijvoorbeeld. Er is gevonden dat de bodem vervuild is met lood (Pb) en zink (Zn). Deze vervuiling is zodanig er dat er 10% van de consumptie van geteelde producten gegeten mag worden. Er moet rekening mee gehouden worden dat kinderen een vergiftiging op kunnen lopen door het eten van tuinproducten of door het binnenkrijgen van zand. De tuin is 350 m 2. Het maximale budget is euro. 36

42 Wensen Graag een biodiversiteit-verhogende tuin. De bewoners willen graag ruimte bieden aan een hoge diversiteit aan soorten van planten en dieren. Enkele ideeën hiervoor zijn ruimte bieden aan bijen en vlinders. Graag binnen een budget van euro. De bewoners hebben een maximaal budget van euro bijgelegd voor de aanleg van deze stadstuin, maar het liefst willen ze binnen de euro blijven zodat ze nog geld over hebben voor het ontwerpen van hun privé-tuin. Graag een kindvriendelijk ontwerp. Omdat de woningen vooral gekocht zijn door gezinnen zijn er een groot aantal kinderen met de leeftijden tussen de 0 en 16 jaar. Hierom willen de bewoners dat er een veilige speelplaats gemaakt wordt van de tuin. Duurzaamheid graag betrekken in het ontwerp. De bewoners vinden het belangrijk dat duurzaamheid betrokken is bij alle fases van de aanleg van deze tuin. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het gebruik van duurzame, lokale materialen bij de aanleg. Graag iets innovatiefs doen met de blinde muur. Een deel van de tuin grenst aan een kale muur die onderdeel is van een huizenblok van de Woningbouwcorporatie Portaal. Portaal heeft aangegeven bereidt te zijn tot een financiële bijdrage mocht er een groene oplossing bedacht worden om toe te passen op deze muur. Het liefst een zelf-aanlegbare tuin. De huizen die de mensen renoveren zijn klushuizen. Ze willen dit gebruik van zelfvoorziening ook graag toepassen in het ontwerp van deze tuin. Ook drukt dit de kosten die de aanleg van de tuin met zich meebrengt. Er is interesse in stadslandbouw. Mede door de wens van zelfvoorziening en duurzaamheid zijn de bewoners ook geïnteresseerd in de mogelijkheden om groenten en fruit te verbouwen in de tuin. Graag de mogelijkheid voor een auto om in de tuin te komen. Mocht er een auto met aanhang nodig zijn bij een bepaald huis of voor noodtoestanden is het ook gewenst dat er een auto tenminste in een deel van de tuin kan komen. De tuin graag afsluitbaar maken op bepaalde tijden. Op een vriendelijke, doch effectieve manier willen de bewoners graag dat de tuin afsluitbaar is zodat er op latere tijdstippen geen onbevoegde personen naar binnen kunnen. 37

43 3.2 Methode De modules, die overgebleven zijn na de specifieke wensen en randvoorwaarden mee te nemen, kunnen een SWED analyse ondergaan. Dit houdt in dat er per module een tabel gemaakt wordt met de sterke en zwakke punten. Als aanvulling hierop heeft het UNC-team ook sterke en zwakke combinaties tussen de modules aangegeven. Dit is een kracht van deze analyse omdat het gelijk duidelijkheid schept over welke modules van verschillende onderwerpen goed bij elkaar passen. Het gebruik van de SWED analyse in dit rapport is een eerste stap in het meer kwantificeerbaar maken van een sterkte-zwakte analyse. De methode zal vaker moeten worden getoetst met andere projecten om er zeker van te zijn dat deze methoden een optimaal resultaat levert. Om de sterke en zwakke punten zo systematisch mogelijk te ordenen heeft het UNC-team een aantal categorieën gemaakt waar een bepaalde module aan kan bijdragen of juist wat de module kan benadelen. Hierbij kan gedacht worden aan de volgende categorieën: Prijs Biodiversiteit Onderhoud Etc. De modules kunnen dus een positief of negatief effect hebben op de categorieën. Een module kan bijvoorbeeld als positief punt hebben dat het heel goedkoop is, of als negatief punt dat het juist zeer prijzig is. Zo zijn er voor elke categorie plus- en minpunten te bedenken per module. Als er een letter wordt toegekend per categorie, bijvoorbeeld A voor Prijs, kan dit toegevoegd worden aan de tabel zodat duidelijk is bij welke categorieën de sterke en zwakke punten horen. Hierna kan er per categorie een score toegekend worden, wat onder punten geven uitgelegd zal worden. Per categorie zal er ook een weging worden opgesteld in samenwerking met de bewoners. Dit wordt nader uitgelegd onder weging van de bewoners. Hieronder kunnen twee tabellen gevonden worden. Tabel 4 is het format dat kan worden gebruikt bij een SWED analyse en een uitleg daarbij. Tabel 5 is een voorbeeld van hoe het UNC-team een SWED analyse heeft uitgevoerd. Tabel 4: Format voor de tabel van de SWED analyse. C=Categorie, W=Waarde. STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Hier komen de sterke punten per x x Hier komen de modules die deze categorie. Bijvoorbeeld een sterk punt versterken of hierdoor versterkt qua prijs worden. # gevolgd door een Een sterk punt voor onderhoud Etc. x x x x nummer staat voor het nummer van de module uit product 2. ZWAKKE PUNTEN Hier komen de zwakke punten per categorie. Bijvoorbeeld een zwak punt voor biodiversiteit Etc. ZWAKKE COMBINATIES x x Hier komen de modules die deze verzwakken of hierdoor verzwakt worden. # gevolgd door een nummer staat voor het nummer van de module uit product 2. ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Hier kan een korte argumentatie geplaatst worden ter verduidelijking van de punten of combinaties. Het liefst zo kort mogelijk, daarom een maximum van 100 woorden. 38

44 Tabel 5: Voorbeeld van een ingevulde SWED analyse tabel voor organisch materiaal. C=Categorie, W=Waarde. Hier is bijvoorbeeld A=Prijs, B=Waterinfiltratie, C=Bodemverontreiniging, D=Biodiversiteit, E=Duurzaamheid, F=Onderhoud, G= Kindvriendelijkheid, H= Beleving. STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 5 A 4 B 2 C 1 C 1 D 1 E 2 F 4 Goedkoop Eenvoudig aan te leggen Verhoogt infiltratie Immobiliseert zware metalen Fertiliteit bodem Bevordert bodemfauna Hergebruik mogelijk Weinig onderhoud ZWAKKE PUNTEN Groei van bacteriën en/of schimmels Aanzicht en geur kan onaantrekkelijk zijn G H -1-2 Werkt goed samen met: # 2.Bodembedekkende Vegetatie #14. Terrassen # 19. ph beïnvloeden # 24. Klassieke moestuin # 36. Duurzaamheid # 40. Diversiteit van planten # 42. Takkenwal of composthoop # 43. Bladerdekens in de winter # 53. Egels # 34. Kippen ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: # 5. Wadi # 6. Infiltratiekom # 8. Vijver/moeras # 30. Aquaponics ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Zware metalen zijn minder goed oplosbaar in bodems verrijkt met organisch materiaal, omdat organisch materiaal ook de ph van de bodem verandert. Organisch materiaal kan geleverd worden door de plaatselijke vegetatie en is dus een goedkoop en duurzaam alternatief. Daarbij levert het een schuilplek voor insecten en kleine dieren. Doordat organisch materiaal niet kan oxideren en een sliblaag kan vormen op plekken die regelmatig of permanent onder water staan, is het lokaal niet goed te gebruiken met de aangegeven zwakke combinaties. Terrassen en vlakten zorgen ervoor dat organisch materiaal minder snel ophoopt. Punten geven Nu de sterke en zwakke punten en combinaties bekend zijn kan er een waarde toegekend worden aan de sterke en zwakke punten. Het UNC-team heeft gekozen voor een schaal van 0 tot 5 voor de positieve punten, en een schaal van 0 tot -5 voor de negatieve punten. Dit omvat een totale schaal van -5 tot 5. Hierbij is 5 het meest voordelig, en -5 het meest nadelig. Hierbij is het noodzakelijk dat de personen die de scores geven expertise hebben van de verschillende categorieën. In dit geval zijn wij als experts ingehuurd door de betrokkenen. Het is belangrijk om als experts hierin zo transparant mogelijk zijn ten opzichte van de betrokkenen. In dit onderzoek was hiervoor de tijd te kort. Daarom raadt het team aan voor soortegelijke projecten om dit meer op de voorgrond te brengen. Het is belangrijk dat de punten verdeeld worden met oog op de relatieve voor- en nadelen van de modules per categorie. Twee modules kunnen bijvoorbeeld beiden goedkoop zijn, maar als de een goedkoper is dan de ander krijgt die een hoger positief punt. Met kennis van zaken en een achtergrond 39

45 voor de specifieke problemen kunnen de experts in overleg met elkaar deze punten toekennen voor elke categorie. Deze methode is uniek, omdat er hierdoor een kwantificatie toegekend wordt aan de sterktes en zwaktes van de kwalitatieve analyse. Hierdoor wordt de academische waarborging verhoogd. Desondanks is het aan te raden om deze methode van het UNC-team verder te ontwikkelen, te verificeren en/of de resultaten her te produceren om de academische waraborging te maximaliseren. Weging van de bewoners Voor of na de toekenning van de scores moet er ook een bepaalde weging aan de categorieën gegeven worden (Zie tabel 6). Wij hebben gebruik gemaakt van een focusgroep bestaande uit vier bewoners om de prioriteiten te verduidelijken en te kwantificeren. Hierbij kan er aan elke categorie een weging toegekend worden. Met deze wegingen kunnen de scores later vermenigvuldigd worden zodat er een waardevolle eindscore kan worden berekend. De categoriën zijn opgesteld door het UNC-team. De mogelijkheid bestond ook voor de bewoners om een nieuwe categorie bij te voegen. De categorieën zijn door de bewoners gerangschikt naar prioriteit en daarna zijn er 100 punten verdeeld onder alle categorieën. Het was mogelijk om bepaalde categorieën een weging van nul te geven, als het blijkt dat de betrokkenen deze categorie niet belangrijk vinden bij de analyse. De uitkomst van deze weging staat weergegeven on der de naam PUNTEN in tabel 6. Tabel 6: De bewoners hebben de verschillende categorieën op prioriteit geordend en daaraan punten gegeven. In totaal waren 100 punten te verdelen over de categorieën. Achter elke categorie staat een hoofdletter gegeven tussenhaakjes, welke aangeeft hoe deze in de SWED tabel wordt ingevoerd. Bewoners die deel hebben genomen aan de weging: Hester, Floris, Ellen en Arjenne. PRIORITEIT CATEGORIE PUNTEN 1 Water (B) 30 2 Kindvriendelijkheid (G) 20 3 Prijs (A) 20 4 Duurzaamheid (E) 10 5 Biodiversiteit (D) 10 6 Onderhoud (F) 5 7 Beleving (H) 0 8 Bodem (C) 5 9 Tijd (I) 0 Totaalwaarde bepalen Met de scores én de weging kan nu een totaalwaarde worden bepaald. Hiervoor worden de scores vermenigvuldigd met de weging en dan bij elkaar opgeteld, waarbij de negatieve punten dus ook een negatief getal voorstellen. Hier komt dan een totaalwaarde uit die duidelijk laat zien welke modules er hoog scoren, en die dus interessant zijn om verder uit te werken. Het is handig als hiervoor een tabel opgesteld wordt. Als een categorie meerdere positieve, of een positieve en een negatieve waarde bevat moeten deze bij elkaar worden opgeteld. Hierdoor kan een score voor een bepaalde categorie boven de 5 uitstijgen. Een voorbeeld daarvan kan hieronder gevonden worden in tabel 7. 40

46 Tabel 7: Ingevuld voorbeeld van een tabel voor de bepaling van de totaalwaarde. Let op: Als er meerdere waardes per categorie zijn gegeven door de experts (bijvoorbeeld twee waardes voor categorie A: 2 en 3) moeten deze bij elkaar opgeteld worden (dus voor deze situatie zou A een waarde van 5 krijgen). Weging 20% 30% 5% 10% 10% 5% 20% 0% 0% Categorie A B C D E F G H I Totaal # Naam module 1 Organisch materiaal ,8 2 Bodembedekkende vegetatie ,6 In dit voorbeeld is de formule die toegepast moet worden om de totaalscore te krijgen als volgt: Mx = A B C D E F G H 0 + I 0 Hierbij staat Mx voor een module x. Voor elke module variëren de waardes van de letters. De letters staan elk voor een bepaalde categorie zoals weergegeven in 3.3: SWED analyses. Hieruit ontstaat een totaalscore, weergegeven in de kolom Totaal in tabel 7. Hoe hoger de score, hoe beter de bepaalde module gescoord heeft. Door een getal per module te geven kunnen ze makkelijk met elkaar vergeleken worden. Nu kunnen er per probleem een aantal modules uitgekozen worden die het meest geschikt zijn SWED analyses In dit deel volgen de specifieke SWED analyses die zijn uitgevoerd per onderdeel van de geselecteerde modules. De sterke en zwakke punten zijn onderverdeeld in een aantal categorieën, aangegeven met een letter. Deze categorieën worden naderhand gewaardeerd met een cijfer van 0 tot 5, waarbij 0 neutraal is en 5 zeer positief, of met een cijfer van -5 tot 0, waarbij -5 zeer negatief is en 0 neutraal. Deze waarderingen zijn uitgevoerd door de experts van het team met oog op hun kennis en academische achtergrond. De volgende categorieën die kunnen worden gewaardeerd zijn gedefinieerd: A = B = C = D = E = F = G = H = I = Prijs. Hoe duur is het? Is het zelf aanlegbaar? Water. Wat is de bijdrage van deze module aan het oplossen van het water probleem? Bodem. Wat is de bijdrage aan het oplossen van de bodemvervuiling? Biodiversiteit. Hoe draagt deze module bij aan de biodiversiteit? Duurzaam. Hoe duurzaam is deze module? Onderhoud. Kost deze module veel onderhoud of juist niet? Kindvriendelijkheid. Is deze module veilig voor kinderen? Beleving. Hoe wordt deze module esthetisch gewaardeerd? Tijd. Kost het uitvoeren van deze module veel tijd? 41

47 Waterhuishouding Alle modules voor de waterhuishouding zijn meegenomen in de analyse en zijn hieronder weergegeven. Er worden op dit moment nog geen modules geëlimineerd omdat deze allemaal nog beschikbaar zijn in de Arnhemse tuin. Wanneer er conclusies worden getrokken uit de resultaten van de SWED zal er een selectie worden gemaakt van de modules die verder worden geanalyseerd in product Organisch materiaal STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Goedkoop Eenvoudig aan te leggen Verhoogt infiltratie Immobiliseert zware metalen A A B C Werkt goed samen met: # 2. Bode bedekkende Vegetatie #14. Terrassen # 19. ph beïnvloeden Fertiliteit bodem C 1 # 24. Klassieke moestuin Bevordert bodemfauna D 1 # 36. Duurzaamheid Hergebruik mogelijk E 2 # 40. Diversiteit van planten Weinig onderhoud F 4 # 42. Takkenwal of composthoop # 43. Bladerdekens in de winter # 53. Egels # 34. Kippen ZWAKKE PUNTEN Groei van bacteriën en/of schimmels Aanzicht en geur kan onaantrekkelijk zijn G H -1-2 ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: # 5. Wadi # 6. Infiltratiekom # 8. Vijver/moeras # 30. Aquaponics ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Zware metalen zijn minder goed oplosbaar in bodems verrijkt met organisch materiaal, omdat organisch materiaal de ph van de bodem verandert. Organisch materiaal kan geleverd worden door de plaatselijke vegetatie en is dus een goedkoop en duurzaam alternatief. Daarbij levert het een schuilplek voor insecten en kleine dieren. Doordat organisch materiaal niet kan oxideren en een sliblaag kan vormen op plekken die regelmatig of permanent onder water staan, is het lokaal niet goed te gebruiken met de aangegeven zwakke combinaties. Terrassen en vlakten zorgen ervoor dat organisch materiaal minder snel ophoopt. 42

48 2. Bodembedekkende vegetatie STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Prijs variabel A 2 Werkt goed samen met: Eenvoudig aan te leggen A 3 # 1. Organisch materiaal Vangt water op B 1 # 3. Daktuin Verbeterde infiltratie B 2 # 5. Wadi Mogelijkheid voor verscheidenheid aan D 1 # 6. Infiltratiekom (inheemse) planten # 31. Bomen en struiken Verbeterde bodemstructuur E 1 # 40. Diversiteit van planten Minder kans op inname van G 3 # 50. Grasgazon verontreinigde bodem door kinderen # 52. Bijen Groen uiterlijk, frisse geur H 2 # 56. vlinders ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Periodiek onderhoud F -2 Werkt niet goed in combinatie met: # 24. Klassieke moestuin # 25. Aarde bed # 34. Kippen ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Bodembedekkende vegetatie kan lokale watercompetitie hebben in droge periodes met groetentuinen of andere oppervlakkig wortelende planten. Er is geen sprake van watercompetitie met bomen en struiken omdat deze dieper wortelen. Bodembedekkende vegetatie kan goed gecombineerd worden met infiltratieplekken, indien de vegetatie tegen periodieke inundatie kan. Bijen en vlinders kunnen worden aangetrokken door bloeiende bodembedekkende vegetatie. 3. Daktuin STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES B 1 B 1 D 1 Vangt water tijdelijk op Langer de tijd om te infiltreren Voegt toe aan biodiversiteit van planten, maar mogelijke soorten beperkt. Natuurlijker manier dan traditioneel dak Groen uiterlijk E H 2 4 Werkt goed samen met: # 2. Bodembedekkende vegetatie # 40. Diversiteit van planten ZWAKKE PUNTEN Prijs vrij hoog Moeilijk om zelf aan te leggen Periodiek onderhoud Valgevaar (voor kinderen) A A F G ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: # 31. Bomen en struiken ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Daktuinen zijn redelijk duur, maar kan ook beperkt gebruikt worden voor bijvoorbeeld en schuurtje. Door het beperkte budget zijn intensieve daken in ieder geval niet mogelijk en moet er alleen gekeken worden naar extensieve daktuinen (met grassen, mossen e.d.). Wortels mogen niet te diep groeien bij extensieve daktuinen, en daarom zijn bomen en struiken uitgesloten. 43

49 4. Doorlatende betegeling STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Ongeveer net zo duur als gewone A 2 Werkt goed samen met: betegeling # 9. infiltratiekrat Eenvoudig zelf aan te leggen A 4 Maakt infiltratie mogelijk B 2 Kindvriendelijk G 2 Directe ingebruikname mogelijk I 3 ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Beperkte biodiversiteit indien er veel betegeling is Enige onderhoud nodig om eventuele verstopping te voorkomen D F -3-1 Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Een minpunt is dat er enig onderhoud nodig is om ervoor te zorgen dat er niet te veel rommel tussen bijvoorbeeld de voegen zit, zodat infiltratie mogelijk blijft. Als er weinig opbergcapaciteit is in de bodem zelf, kan het eventueel gecombineerd worden met infiltratiekratten. 5. Wadi STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Grote opslag capaciteit water Verhoogd infiltratie Kleine verhoging biodiversiteit B B D Werkt goed samen met: # 7. Infiltratiesleuf # 10. Grindkoffer Zuiverende werking E 3 # 11. Drainageslang met Onderhoud vriendelijk F 2 bovengrondse uitstroom Natuurlijk ogend H 3 # 18. Geotextiel ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Lastig zelf aan te leggen Relatief duur Mogelijk gevaar voor kleine kinderen Veel benodigde ruimte Gras benodigd voor gebruikname A A G H I Werkt niet goed in combinatie met: # 1. Organisch materiaal ARGUMENTATIE (max 100 woorden) De benodigde ruimte is ongeveer 15% van het afgekoppelde oppervlakte. In combinatie met andere methoden kan dit minder zijn. Zodra de vegetatie (gras) bodem bedekkend is kan de wadi in gebruik genomen worden. De kosten voor de aanleg liggen in de orde van grootte van 5.00 à 7.00 per/m2 aangesloten oppervlak dak. Wanneer de wadi gecombineerd wordt met een ondergrondse infiltratievoorziening zoals een grindkoffer met infiltratiebuis moet daarvoor een extra ± 2.00 per/m2 aangesloten oppervlakte dak gerekent worden. 44

50 6. Infiltratiekom STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Relatief eenvoudig aan te leggen grote opslag capaciteit water A B 1 4 Werkt goed samen met: # 7. Infiltratiesleuf Verhoogd infiltratie B 3 # 11. Drainageslang met Kleine verhoging biodiversiteit D 1 bovengrondse uitstroom Zuiverende werking E 2 Onderhoud vriendelijk F 3 Natuurlijk ogend H 3 ZWAKKE PUNTEN Relatief duur Mogelijk gevaar voor kleine kinderen Veel benodigde ruimte Gras benodigd voor gebruikname A G H I ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: # 1. Organisch materiaal ARGUMENTATIE (max 100 woorden) De specificaties zijn vergelijkbaar met die van de Wadi. Een infiltratiekom maakt geen gebruik van een grindkoffer en is daarom eenvoudiger aan te leggen. 7. Infiltratiesleuf STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Relatief goedkoop A 1 Werkt goed samen met: Kleine opslag capaciteit water B 1 # 5. Wadi Verhoogd infiltratie B 2 # 6. Infiltratiekom Kleine verhoging biodiversiteit D 1 # 8. Vijver en moeras Goed voor waterbalans, milieu E 1 # 4. Doorlatende betegeling Kindvriendelijk G 2 # 18. Geotextiel Zichtbaar water transport H 3 # 24. Klassieke moestuin Weinig benodigde ruimte H 2 # 25. Aarde bed ZWAKKE PUNTEN Lastig zelf aan te leggen Redelijke onderhoud gevoelig A F -2-2 ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Een infiltratiesleuf kan gebruikt worden om water naar een opslag en/of infiltratie voorziening te transporteren. Daarom is deze methode geschikt om te combineren met vijvers etc. De kosten en eenvoudigheid van het aanleggen worden negatief beïnvloed naar mate de infiltratiesleuf geavanceerder wordt. 45

51 8. Moeras STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Relatief goedkoop Relatief eenvoudig aan te leggen Opslag capaciteit water A A B Werkt goed samen met: # 7. Infiltratiesleuf # 9. Infiltratiekrat Verhoogt infiltratie B 3 # 11. Drainageslang met Verhoging biodiversiteit D 4 bovengrondse uitstroom Zuiverende werking E 3 # 40. Biodiversiteit planten Onderhoud vriendelijk F 3 # 51. Amfibieën Natuurlijk ogend H 3 ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Mogelijk gevaar voor kleine kinderen Veel benodigde ruimte Mogelijk vrijkomen stank, muggen Relatief lange aanlooptijd voor volledige werking intreed G H H I Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE (max 100 woorden) 9. Infiltratiekrat STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES B 5 Werkt goed samen met: B 4 # 7. Infiltratiesleuf E 1 # 4. Doorlatende betegeling F 3 G 3 H 3 I 4 Opslag capaciteit water Verhoogd infiltratie Goed voor waterbalans, milieu Onderhoud vriendelijk Kindvriendelijk Weinig benodigde ruimte Snel in gebruik te nemen ZWAKKE PUNTEN Relatief duur Relatief moeilijk te plaatsen A A -3-3 ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE (max 100 woorden) 46

52 10. Grindkoffer STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Relatief goedkoop A 4 Werkt goed samen met: Eenvoudig aan te leggen A 4 # 5. Wadi Kleine opslag capaciteit water B 3 # 18. Geotextiel Verhoogd infiltratie B 3 Biodiversiteit verhogend D 1 Niet onderhoud gevoelig F 3 Kindvriendelijk G 2 Weinig benodigde ruimte H 1 Gelijk in gebruik te nemen na plaatsing I 5 ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE (max 100 woorden) 11. Drainageslang met bovengrondse uitstroom STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Relatief goedkoop A 1 Werkt goed samen met: Eenvoudig aan te leggen A 3 # 5.Wadi Kleine opslag capaciteit water B 1 # 6. Infiltratiekom Verhoogd infiltratie B 3 # 12. Vijver Kindvriendelijk G 3 # 17. Bodemwassen Weinig benodigde ruimte H 4 # 18. Geotextiel ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE (max 100 woorden) 47

53 12. Zakput STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 3 Werkt goed samen met: A 2 # 4. Doorlatende betegeling B 2 B 3 E 1 F 3 G 3 H 3 I 4 Relatief goedkoop Relatief makkelijk te plaatsen Opslag capaciteit water Verhoogd infiltratie Goed voor waterbalans, milieu Onderhoud vriendelijk Kindvriendelijk Weinig benodigde ruimte Snel in gebruik te nemen ZWAKKE PUNTEN ARGUMENTATIE (max 100 woorden) ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: 13. Regenton STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 4 A 4 B 3 E 3 F 4 G 4 H 2 Relatief goedkoop Eenvoudig te plaatsen Opslag capaciteit water Water makkelijk her te gebruiken Makkelijk in onderhoud Kindvriendelijk Weinig benodigde ruimte Werkt goed samen met: # 5. Wadi # 6. Infiltratiekom # 7. Infiltratiesleuf # 8. Vijver en moeras # 24. Klassieke moestuin # 25. Aarde bed # 27. Upside down tuinieren # 28. Kas # 30. Aquaponics # 32. Zeldzame/vergeten groeten ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Vaak beschouwd als niet mooi. H -2 Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE (max 100 woorden) De opslag capaciteit van een regenton is erg groot in relatie met de ruimte die een regenton inneemt. Daarnaast zijn regentonnen in verschillende formaten verkrijgbaar, tot wel 800 liter. Het kan wel zijn dat er nog water in de regenton zit als het begint te regenen, waardoor de opslagcapaciteit sterk afneemt. 48

54 14. Terrassen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES B 2 B 4 Langere infiltratietijd Zorgt ervoor dat het water niet concentreert op een bepaalde plek Geen tot weinig erosie of sedimentatie Weinig onderhoud nodig Hoogteverschillen kunnen esthetisch uitdagend zijn ZWAKKE PUNTEN E F H Werkt goed samen met: # 1. Organisch materiaal # 26. Kuipen # 27 Upside down tuinieren # 24. Moestuin ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: Redelijk duur A -4 Moeilijk om zelf aan te leggen A -2 Lagen die sterker verontreinigd zijn C -2 kunnen naar boven komen Verhoogde kans op valpartijen G -3 Kost enige tijd om ze aan te leggen en de I -2 bodem te stabiliseren. ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Organisch materiaal blijft beter liggen waar het moet liggen op vlakke stukken grond. Verbouw van groenten in bakken kan makkelijker zijn doordat planten hoger van grond liggen. De verticale hoogteverschillen schept mogelijkheden voor upside down tuinieren en verticale tuinen. 15. Noodoverlaat STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Goedkoop Voorkomt wateroverlast Weinig onderhoud nodig A B F Werkt goed samen met: # 3. Daktuin # 5. Wadi # 6. Infiltratiekom # 8. Moeras # 9. Infiltratiekrat # 10. Grindkoffer # 12. Zakput ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Geen afkoppeling E -2 Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE (max 100 woorden) 49

55 Bodemverontreiniging Omdat de bodemverontreiniging een risico kan vormen voor de gezondheid, wanneer er niet zorgvuldig mee omgegaan wordt, is het belangrijk hier een goede analyse van te maken. Ten eerste moet een onderscheid gemaakt worden tussen wat wel schadelijk voor de gezondheid is, wat mogelijk schadelijk is en wat niet schadelijk is voor de gezondheid. Wanneer dit bekend is kunnen gepaste maatregelen genomen worden. In de situatie zoals bij de Arnhemse stadstuin, is er mogelijk schade voor de gezondheid door bodemverontreniging. Of er maatregelen moeten worden genomen en welke maatregelen dit dan moeten zijn, ligt aan de wensen en randvoorwaarden. De bodem van de Arnhemse stadstuin mag niet worden afgegraven en dient op het terrein te blijven. Hierdoor vallen de maatregelen die niet ter plaatste kunnen worden uitgevoerd af. Sanering van de grond valt onder deze maatregelen en is dus niet geschikt om in de Arnhemse stadstuin toe te passen. Omdat het wassen van de bodem zowel in situ als ex situ gedaan kan worden, kan deze maatregel nog wel gebruikt worden. Er is een SWED analyse uitgevoerd over de modules die onder de randvoorwaarden vallen van de Arnhemse stadstuin. Ook is er gekeken naar mogelijk sterke combinaties en naar zwakke combinaties. 17. Bodem wassen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Verwijderd bodemverontreiniging Snel toepasbaar en resultaat C I 5 3 Werkt goed samen met: #11. Drainageslang met bovengrondse uitstroom #19. ph verlagen #23. Chelatie ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Duur Vervuiling moet in water oplosbaar zijn Efficiëntie van methode afhankelijk van waterdoorlaatbaarheid van de bodem Kan biodiversiteit in de bodem verlagen Bij in situ wassen van de bodem kan de contaminatie afstromen naar andere plaatsen Gebruik chemicaliën A C C D E E Werkt niet goed in combinatie met: #18. Geotextiel #22. Microbiële/rhizoremediatie ARGUMENTATIE (max 100 woorden) De module bodem wassen werkt goed samen met chelatie, omdat bij dit proces ook chemicaliën kunnen worden gebruikt om de bodem te ontdoen van de vervuiling (CL:AIRE 2007). 50

56 18. Geotextiel STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Goedkoop A 3 Werkt goed samen met: Doorlaatbaar voor water B 1 #5. Wadi Ondoorlaatbaar voor contaminatie C 4 #7. Infiltratiesleuf Geen verdere onderhoud F 5 #25. Aarde bed Snel toepasbaar I 5 ZWAKKE PUNTEN Kan scheuren Verwijderd de bodemverontreiniging niet Niet duurzaam C C E ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #21. Fytoremediatie #22. Microbiële/ rhizoremediatie #23. Chelatie ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Geotextiel werkt niet goed in combinatie met fytoremediatie, omdat het de wortels dan tegenhoudt om de vervuiling op te nemen. Deze methode werkt ook niet goed in combinatie met microbiële/rhizomediatie om dezelfde reden als voor fytoremediatie. Geotextiel is niet duurzaam wanneer wordt gekozen voor niet biologisch afbreekbaar materiaal. Verder kan het worden gebruikt voor een infiltratiesleuf, moestuin en aarde bed (als scheiding voor de verontreinigde ondergrond). 19. ph beïnvloeden STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Goedkoop A 4 Werkt goed samen met: Contaminatie immobiel/mobiel C 4 #1. Organisch materiaal Snel toepasbaar I 4 #21. Fytoremediatie #23. Chelatie ZWAKKE PUNTEN Niet duurzaam Kan biodiversiteit beïnvloeden Om de zoveel tijd bekalken D E F ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #21. Fytoremediatie ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Wanneer de ph van de bodem wordt beïnvloedt door bekalken dan kan fytoremediatie niet tegelijk worden toegepast. Doordat de contaminatie immobiel wordt, kunnen de planten ook deze contaminatie niet opnemen (Lestan et al. 2008). De biodiversiteit kan nadelig worden beïnvloed, omdat planten verschillende eisen hebben qua ph waarde. 51

57 21. Fytoremediatie STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Goedkoop A 4 Werkt goed samen met: Verhoogd bodemperforatie B 3 #19. ph verlaging Verwijderd bodemverontreiniging C 4 #22. Microbiële/ rhizoremediatie Verhoogd biodiversiteit D 4 #23. Chelatie Biologische methode (duurzaam) E 5 #40. Biodiversiteit van planten #58. Vogels #52. Bijen #56. Vlinders #50. grasgazon ZWAKKE PUNTEN Duurt lang voordat bodemverontreiniging is verlaagd Het kan er eentonig uitzien Moet geoogst worden om verontreiniging af te voeren. I H F ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #18. Geotextiel #19. ph verhogen ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Fytoremediatie behoudt de bodemstructuur waardoor het de afwatering bevordert en ook de biodiversiteit behoudt ofverhoogt. Het kost weinig materiaal, brandstof en energie en is biologisch; hierdoor is het een duurzame methode. Echter, deze methode kost veel tijd (soms jaren) voordat de verontreiniging is afgenomen tot acceptabele waarden. Verder kan de vegetatie eentonig zijn en moet deze ook regelmatig geoogst en afgevoerd worden. De methode is goed te combineren met rhizoremediatie, ph verlaging en chelatie. Bacteriën zorgen voor efficiëntere opname van de verontreiniging en een lage ph en chelatie maakt de verontreiniging beter beschikbaar (mobieler). 22. Microbiële/rhizoremediatie STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Goedkoop A 4 Werkt goed samen met: Verwijderd bodemverontreiniging C 4 #21. Fytoremediatie Verhoogd biodiversiteit (bacteriën) D 3 #23. Chelatie duurzaam E 5 Geen onderhoud nodig F 5 ZWAKKE PUNTEN Heeft interactie met planten nodig Duurt lang voordat bodemverontreiniging is verlaagd E I -2-4 ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #17. Bodem wassen ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Het inoculeren van bacteriën op zaden is goedkoop en dit kan de efficiëntie van fytoremediatie bevorderen (Kuiper et al. 2004). Na inoculatie is er verder weinig onderhoud nodig en is de plant-bacterie interactie zelfvoorzienend. Dit is tevens een nadeel, omdat er wel planten zijn vereist om de functie van de bacteriën tot uiting te laten komen. Het is een duurzame methode doordat het weinig energie, water en materialen kost en is tevens biologisch. 52

58 23. Chelatie STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Zorgt voor betere opname van Werkt goed samen met: bodemverontreiniging door planten C 4 #19. ph verlaging #21. Fytoremediatie #22. Bacteriële/rhizoremediatie ZWAKKE PUNTEN Chemicaliën kosten geld Kans dat verontreiniging in grondwater komt Kan bodemfauna aantasten A E E ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #18. Geotextiel #19. ph verhoging ARGUMENTATIE (max 100 woorden) In combinatie met fytoremediatie en ph verlaging zorgt chelatie voor betere opname van de verontreiniging door de planten. Dit komt door een toename van de mobiliteit van de verontreinigende deeltjes (Lestan et al. 2008). Een combinatie van chelatanten en ph verlaging geeft een extra efficiënte opname door planten (Lestan et al. 2008). De methode is niet duurzaam doordat gebruikte chemicaliën zelf moeilijk zijn af te breken. Door de hogere mobiliteit van de verontreiniging, is er ook een kans dat de verontreiniging wordt weggespoeld. Chelatie is slecht te combineren met erg natte gronden, omdat hier de kans groter is dat de verontreiniging wegspoelt en in het grondwater terecht komt. 53

59 Stadslandbouw Alle modules van stadslandbouw kunnen worden meegenomen in de analyse. Geen van de modules voor stadslandbouw wordt uitgesloten door randvoorwaarden. Compost wordt behandeld in de analyse van biodiversiteit. Akkerrand en bijen worden behandeld onder het kopje biodiversiteit, dus de analyse van deze modules laten we hier achterwegen. Bestrijdingsmiddelen en planten die ongeschikt zijn voor de bodemvervuiling, zijn invullingen van eerdere beschreven modules en behoeven daarom geen verder uitwerking. 24. Klassieke moestuin STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Lage prijs Redelijke water infiltratie matig verhoogde biodiversiteit Duurzaam, zelf voorzienend Contact van kinderen met planten. Groeten uit eigen tuin A B D E G H Werkt goed samen met: #1. Organische materiaal #7. Infiltratie sleuf #13. Regenton #14. Terrassen #32. Zeldzame en vergeten gewassen #36. Compost #38. Akkerrand #52. Bijen #56. Vlinders ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Niet geschikt met bodemvervuiling Onderhoudsintensief Vraat dieren C F D Werkt niet goed in combinatie met: #2. Bodembedekkende vegetatie #34. Kippen #53. Egels #56. Vlinders #58. Vogels ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Bij biodiversiteit snijdt het mes aan twee kanten. Een grote biodiversiteit komt de bestuiving ten goede en gaat de plaag bescherming tegen. Maar het kan ook juist een bron van problemen zijn. De dieren beschreven bij zwakke combinaties kunnen eten van de gewassen die verbouwd worden in de moestuin. Vooral bladgroente, knollen en wortels zijn ongeschikt als er sprake is van bodemverontreiniging. Vlinders zorgen voor bestuiving, maar sommige rupsen kunnende planten aan tasten. 54

60 25. Aarde bed goedkoop, wel investering grondzeil, hout en schone aarde minder water nodig dan klassieke moestuin Geen problemen met bodemvervuiling Bestuiving en bescherming tegen plagen Zelf voorzienend Geen contact met verontreinigde bodem Positieve beleving 26. Kuipen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 4 B 1 ZWAKKE PUNTEN Vraat Intensieve onderhoud C D E G H D F Werkt goed samen met: #1. Organisch materiaal #7. Infiltratie sleuf #13. Regenton #14. Terrassen #32. Zeldzame en vergeten gewassen #36. Compost #38. Akkerrand #52. Bijen #56. Vlinders ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #2. Bodembedekkende vegetatie #34. Kippen #53. Egels #56. Vlinders #58. Vogels ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Over het algemeen gelden dezelfde voor en nadelen voor het aarde bed als voor de klassieke moestuin. Bijkomend voordeel is dat er niet geteelt wordt in verontreinigde aarde, een nadeel is dat er een kleien investering moet worden gemaakt. STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 3 C 5 F 1 G 1 Goedkoop, alleen aanschaf kuipen Geen probleem met bodemvervuiling Minder onderhoudsintensief Kinderen kunnen er iets moeilijker bij, minder risico op destructie planten Werkt goed samen met: #13. Regenton #14. Terrassen #32. Zeldzame en vergeten gewassen #36. Compost #38. Akkerrand #52. Bijen #56. Vlinders ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Minder duurzaam van wege kleinere productie gewassen Beleving minder interessant dan klassieke moestuin E H -1-1 Werkt niet goed in combinatie met: #34. Kippen #56. Vlinders #58. Vogels ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Planten in kuipen verbouwen is geschikt als de bodem vervuild is maar er kan minder geproduceert worden. Een kuip is onderhoudsvriendelijker omdat het een kleiner oppervlak betreft. Als de planten in een kuip gehouden worden, kunnen kleine zoogdieren er moeilijker bij. Vlinders zorgen voor bestuiving maar de rupsen kunnen ook planten aan tasten. 55

61 27. Upside down tuinieren STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Zeer goedkoop A 5 Werkt goed samen met: Geschikt als er sprake van C 5 #13. Regenton bodemvervuiling is #29. Verticale tuin Efficient watergebruik E 2 #36. Compost Onderhouds vriendelijk F 4 #45. Pergola Kinderen kunnen er iets moeilijker bij, G 3 #46. Schutting minder risico op destructie planten #52. Bijen Ziet er uitdagend uit H 4 #56. Vlinders ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Duurzaam minder productie E -1 Werkt niet goed in combinatie met: #56. Vlinders ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Doordat de emmers ver van de grond hangen kunnen veel insecten en zoogdieren er niet bij. Beperkte productie van gewassen. Deze techniek kan ook opgenomen worden in een verticale tuin. Vlinders zorgen voor bestuiving, maar de rupsen kunnen planten aan tasten. 28. Kas STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES C 5 H 4 Geschikt met bodem verontreiniging Positieve beleving Werkt goed samen met: #13Regenton #32 Zeldzame en vergeten gewassen #36 Compost ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Afhankelijk van het model, maar over het algemeen duur. Extra water van het dak van het kas moet worden opgevangen Minder toegankelijk voor insecten Duurzaamheid zal afhangen van het type kas, maar sommigen zullen verwarmt moeten worden A B D E Werkt niet goed in combinatie met: Onderhoudsintensief F -3 niet geschikt met spelende kinderen G -1 ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Kassen zijn zeer variabel in grote en eigenschappen. Daarom is deze analyse gericht op een gemiddelde. Als er duidelijkheid is over het type kas kan er een nieuwe analyse gemaakt worden. 56

62 29. Verticale tuin STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Variabele prijs A 3 Werkt goed samen met: Geschikt als er sprake is van C 5 #1. Organische materiaal bodemverontreiniging #13. Regenton Kleine verhoging biodiversiteit D 2 #14. Terrassen efficient qua ruimte en watergebruik E 3 #27. Upside down tuinieren Onderhoud hangt van het ontwerp af F 3 #36. Compost Kindvriendelijk G 1 #52. Bijen Beleving: positief H 5 #56. Vlinders ZWAKKE PUNTEN Ontwerp bepaald effect op de water infiltratie. ZWAKKE COMBINATIES B -1 Werkt niet goed in combinatie met: #56. Vlinders #58. Vogels ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Een verticale tuin kan je zo duur maken als je zelf wilt. Van een paar planten aan de muur tot een hele stellage. Dat maakt het lastig bepaalde punten goed in te schatten. Het voordeel is dat voor iedere situatie een geschikte verticale tuin ontworpen kan worden. Vlinders zorgen voor bestuiving maar de rupsen kunnen planten aan tasten. 30. Aquaponics STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Geschikt als er sprake van C 5 Werkt goed samen met: bodemvervuiling #13. Regenton Verhoging van biodiversiteit D 2 #32. Zeldzame en vergeten groentes Productie van groenten en fruit E 5 #41. Vijver Kan er mooi uit zien H 4 #57. Vissen ZWAKKE PUNTEN Zeer duur Onderhoudsintensief, kennis nodig water element is een risico voor kinderen cyclus van indraaien van het filtersysteem A F G I ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #1. Organische materialen #51. Amfibieën ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Planten groeien heel goed op dit systeem. Als het eenmaal draait dan is het vrij onderhoudsarm. Maar voor het bouwen en opstarten is veel kennis nodig van zowel loodgieten als vissen en planten. 57

63 31. Fruitbomen, notenbomen en fruitstruiken STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Alleen investering Zorgt voor een betere water infiltratie voedselbron van dieren Eigen fruit en noten verbouwen A B D E Werkt goed samen met: #13. Regenton #36. Compost #38. Akkerrand Snoeien en rapen F 2 #52. Bijen Klimbomen, hut G 1 #53. Egels maakt tuin aantrekkelijker H 4 #56. Vlinders #58. vogels ZWAKKE PUNTEN Ongeschikt met bodem verontreiniging, kan in vruchten komen De planten hebben soms aantal jaar nodig om groot genoeg te worden tot dat ze fruit gaan produceren C I -4-3 ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #58. Vogels ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Biodiversiteit kan zowel een positief als een negatief effect hebben op fruitbomen, fruitstruiken en notenbomen. 32. Zeldzame en vergeten groentes STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Duurder dan normale groenten, dus goedkoper om zelf te produceren Eigen groenten verbouwen Contact met planten Leuk om iets bijzonders in tuin te hebben A E G H Werkt goed samen met: #13. Regenton #36. Compost #38. Akkerrand #52. Bijen #56. Vlinders ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Geen extra toegevoegde waarden ten opzicht van andere groenten. Onderhoudsintensief niet geschikt bij bodemvervuiling, kan in plant komen D F C Werkt niet goed in combinatie met: #34. Kippen #53. Egels #56. Vlinders #58. Vogels ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Vlinders zorgen voor bestuiving maar de rupsen kunnen ook planten aan tasten. 58

64 33. Kippen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES E 3 Werkt goed samen met: H 4 #1. Organische materiaal B 1 #42. Compost Eieren voor consumptie Gezellige dieren Woelen toplaag van de bodem los, vermindert de infiltratie ZWAKKE PUNTEN Eten van planten en insecten van de bodem Kippen zijn niet goedkoop Biodiversiteit: scharrelen en eten kan negatief effect hebben Onderhoud: intensief C A D F G ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #2. Bodembekende vegetatie #24. Klassieke moestuin #25. Aarde bed #26. Kuipen #42. Compost hoop Kindvriendelijk: variabel ARGUMENTATIE (max 100 woorden) Om kippen te houden moet je de nodig kennis in huis hebben en investeren in huisvestiging. Kippen scharrelen overal waar ze kunnen komen. Kippen zijn alleseters; zowel planten als insecten moeten heb ontgelden. Kippen kunnen eten vinden in composthopen en ze zijn in staat om de composthoop kapot te maken. De eieren en het gedrag maken kippen zeer aantrekkelijk. 59

65 Biodiversiteit Er is gekozen voor het elimineren van een aantal modules aan de hand van de randvoorwaarden en de wensen van de bewoners. Deze eliminaties zullen hier kort besproken en uitgelegd worden. De modules van daktuinen en plantenbakken zijn uit het deel van biodiversiteit geschrapt. Daktuinen kunt men terugvinden in het deel over wateronderhoud. Plantenbakken zijn voor deze situatie overbodig omdat planten wel in de zandbodem van de specifieke tuin kunnen groeien. Bij de modules, die gaan over specifieke dieren zijn er drie geëlimineerd: de reptielen, en de specifieke vogelmodules op de gierzwaluw na. Reptielen komen niet voor in de buurt van deze stadstuin aangezien die meestal te vinden zijn in buitengebieden of bij huizen in de buurt van natuurparken. Aangezien geen van deze situaties hier van toepassing is hoeft er met deze dieren geen specifieke rekening gehouden te worden. Verder is er voor deze tuin aangegeven dat er vooral plekken voor gierzwaluwen moeten komen. Voor de rest van de vogels is het voldoende om naar het kopje vogels algemeen te kijken. Mochten er specifieke andere vogelsoorten gewenst zijn, dan kan daar zelf een SWED analyse over uitgevoerd worden. 40. Diversiteit van planten STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Goedkoop Bevorderd de waterinfiltratie Verhoging van planten en van dieren biodiversiteit A B D Werkt goed samen met: #1. Organisch materiaal #2. Bodembedekkende vegetatie #3. Daktuin Duurzaam als er wordt gekozen voor E 3 #8. Vijver en moeras inheemse planten #21. Fytoremediatie Duurzaam doordat kans van E 2 #24. Klassieke moestuin plantenziektes wordt lager met een #25. Aarde bed hogere diversiteit (Elton 2000) #26 Kuipen Hoge esthetische waarde H 5 #41. Vijver ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Onderhoudsintensief F -3 Werkt niet goed in combinatie met: #50. Grasgazon ARGUMENTATIE Een grote variëteit aan planten zorgt voor een verscheidenheid aan niches voor dieren. Ook zorgen ze voor voedsel door nectar en door het aantrekken van insecten. Een grotere diversiteit zorgt voor een lagere kans op ziektes in gewassen, wat voordeel kan hebben voor de stadslandbouw. Een grote bezetting van planten kan concurreren met andere opties die ruimte kosten. Maar dit kan opgelost worden door stroken van wilde planten om de andere opties heen, bijvoorbeeld. Als er duurzaam onderhoud gedaan wil worden (dus zonder pesticiden) is dit redelijk intensief. 60

66 41. Vijver STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Extra mogelijkheid als opslagplaats voor overtollig water B 4 Werkt goed samen met: #7. Infiltratiesleuf Biodiversiteit verhogend door D 4 #8. Vijver en moeras mogelijkheden voor aquatische flora en fauna, én als drink- en badderplaats Er kunnen duurzame materialen gebruikt worden bij de aanleg van de vijver Esthetisch hoog gewaardeerd E H 2 5 #11. Drainageslang met bovengrondse uitstroom #13. Regenton #30. Aquaponics #40. Diversiteit van planten ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Kosten van de aanleg en het onderhoud van de vijver zijn prijzig Er moet in de bodem gegraven worden om een vijver aan te leggen Onderhoudsintensief Er moet voor gezorgd worden dat het kind-veilig is A C F G Werkt niet goed in combinatie met: #1. (te veel) Organisch materiaal ARGUMENTATIE Een vijver kan aangevuld worden met overtallig hemelwater na een stortbui, hierdoor worden die twee punten duurzaam met elkaar verenigd. Wel moet gedacht worden aan dat (jonge) kinderen er niet zo maar in kunnen vallen met betrekking tot verdrinkingsgevaar. In de kosten kan er bespaard worden door de vijver zelf aan te leggen. Verder werkt het niet goed samen met veel organisch materiaal aangezien dat voor slib kan zorgen en eutrofiëring. 42. Takkenwal/Composthoop STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Zeer goedkoop Biodiversiteit verhogend door aanbod A D 5 3 Werkt goed samen met: #24. Klassieke moestuin van schuilplaatsen, #25. Aarde bed overwinteringsmogelijkheden en door het aantrekken van insecten en andere ongewervelde dieren Duurzaam doordat het compost kan gebruikt worden als grondverbeteraar bij eventueel geteelde groenten E 4 #26 Kuipen #27. Upside down tuinieren #28 Kas #31. Fruitbomen/struiken #32. Zeldzame/vergeten groentes #29. Verticale tuin #33. Kippen #40. Biodiversiteit planten ZWAKKE PUNTEN Eventuele geur van de composthoop kan vervelend zijn ZWAKKE COMBINATIES H -1 Werkt niet goed in combinatie met: #33. Kippen ARGUMENTATIE Omdat de geur van een composthoop vervelend kan zijn is het handig om deze in een afgelegen hoek van de tuin te plaatsen. 61

67 43. Bladerdekens STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Gratis A 5 Werkt goed samen met: Biodiversiteit verhogend door het D 3 #1. Organisch materiaal aanbieden van schuilplaatsen en #24 Klassieke moestuin overwinteringsmogelijkheden #25 Aarde bed Duurzaam door het te hergebruiken als E 2 #26 Kuipen compost #27 Upside down tuinieren #28 Kas #31. Fruitbomen/struiken #29. Verticale tuin #40. Planten biodiversiteit ZWAKKE PUNTEN De tuin kan er in de winter rommeliger uit zien ZWAKKE COMBINATIES H -1 Werkt niet goed in combinatie met: #5 Wadi #6 Infiltratiekom #7 Infiltratiesleuf ARGUMENTATIE Het is zaak om in de late herfst niet de bladeren op te ruimen om te tuin winterklaar te maken, aangezien dan deze plaatsen verloren gaan. In de lente kunnen de bladeren wel weggehaald worden. 45. Pergola STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 3 D 2 Redelijk goedkoop Biodiversiteit verhogend door het aantrekken van insecten en daarmee ook macrofauna Er kan voor duurzame materialen gekozen worden bij het bouwen ervan Hoger esthetiek ZWAKKE PUNTEN Redelijk onderhoudsintensief doordat de groei bijgehouden moet worden E 2 Werkt goed samen met: #27. Upside down tuinieren #40. Planten biodiversiteit #58. Vogels Algemeen H 4 ZWAKKE COMBINATIES F -2 Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE Klimplanten kunnen ook groeien op pergola s. Duurzaamheid kan hier ook bij toegepast worden aangezien er recyclebare producten gebruikt kunnen worden. Hierbij kan gedacht worden aan eventueel overgebleven hout bij de verbouwingen. 62

68 46. Begroeide schuttingen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Redelijk goedkoop A 3 Werkt goed samen met: Biodiversiteit verhogend door het laten D 3 #27. Upside down tuinieren aangroeien van vegetatie of het plaatsen #40. Planten biodiversiteit van nestkasten #58. Vogels Algemeen Er kan voor duurzame materialen E 2 gekozen worden bij het bouwen ervan Hoger esthetiek bij plaatsen waar H 3 sowieso een afscheiding moet komen ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Redelijk onderhoudsintensief doordat de F -2 Werkt niet goed in combinatie met: groei bijgehouden moet worden ARGUMENTATIE Afscheidingen die sowieso in de tuin moeten komen kunnen hierdoor verfraaid worden. Wederom kan er gebruik gemaakt worden van overgebleven materialen van de bouw; zoals een stenen muurtje of een schutting van houten platen. Het is een vriendelijke afscheiding van de tuin. Verder kunnen ook hagen gebruikt worden als afscheiding. 47. Schuilplaatsen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Redelijk goedkoop A 3 Werkt goed samen met: Biodiversiteit verhogend door het D 3 #53. Egels aanbieden van schuilplekken Er kan voor duurzame materialen E 2 gekozen worden bij het bouwen ervan ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE Het aanbieden van verscheidene schuilplaatsen zorgt ervoor dat macrofauna eerder geneigd is om in de tuin te verblijven voor een langere periode. Kinderen moeten deze wel met rust laten. 63

69 50. Grasgazon STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Matig goedkoop (ongeveer 2 euro per m 2 A 2 Werkt goed samen met: graszoden) #2. Bodembedekkende vegetatie Verhoogd de infiltratie van het water B 4 #21. Fytoremediatie Verbetert de bodem door opname van C 4 vervuiling Redelijk duurzaam, want biologisch E 2 Kindvriendelijk omdat het de bodem G 4 bedekt, en omdat het speelplaats biedt ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Onderhoud F -2 Werkt niet goed in combinatie met: #40. Planten biodiversiteit #53. Egels ARGUMENTATIE Het zelf aanleggen van gras hoeft niet bijzonder duur te zijn. Gras neemt eventueel overtollig water op en maakt de grond poreuzer zodat het water sneller infiltreert. Omdat gras snel groeit kan het snel vervuiling uit de bodem halen. Ook wordt de bodem nu bedekt, dus kinderen kunnen niet meer zomaar graven of iets dergelijks. Ook is er dan een grote open weide waar in gespeeld kan worden. 51. Amfibieën STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 3 E 2 Matig goedkoop Eten eventuele plaaginsecten Werkt goed samen met: #8. Vijver en moeras #40. Planten biodiversiteit #41. Vijver #42. Takkenwal/Composthoop #43. Bladerdekens #47. Schuilplaatsen ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Matig onderhoudsintensief F -3 Werkt niet goed in combinatie met: #30. Aquaponics #57. Vissen ARGUMENTATIE Amfibieën kunnen in de vijver geplaatst worden, of als er een andere waterplaats in de buurt is kunnen kikkers de vijver koloniseren. Zorgen voor duurzame plaaginsecten bestrijding. Amfibieën vergen wel onderhoud aangezien eventuele overschotten aan kikkerdril verwijderd moeten worden. Meestal kunnen ze niet goed samen met vissen aangezien die hun eitjes opeten. Maar als de vissen klein genoeg zijn en de vijver groot genoeg is het wel mogelijk. 64

70 52. Bijen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 4 E 4 Goedkoop Bijen zorgen door bestuiving door een hogere biodiversiteit van planten Er kan duurzame behuizing voor ze aangeboden worden E 2 Werkt goed samen met: #2. Bodembedekkende vegetatie #21. Fytoremediatie #24. Klassieke moestuin #25 Aarde bed #31. Fruitbomen/struiken #32. Zeldzame/vergeten groentes #27. Upside down tuinieren #40. Planten biodiversiteit ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Kolonievormende bijen kunnen D -1 Werkt niet goed in combinatie met: concurreren met solitaire bijen om voedsel of plek Steekgevaar bijvoorbeeld bij kinderen F -1 ARGUMENTATIE Als er stengels of takken met gaten van verschillende diameter aangeboden worden kunnen solitaire bijen ook overwinteren. Voor honingbijen moet er een kast geplaatst worden. Eventueel gevaarlijk voor kinderen met zoete dingen waar bijen eventueel door aangetrokken kunnen worden. 53. Egels STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 3 E 3 Goedkoop Biologische plaagbestrijders van bijvoorbeeld slakken Er kan duurzame behuizing voor ze aangeboden worden ZWAKKE PUNTEN Om ze te onderhouden is een drinkplaats is nodig met een flauwe helling E 2 Werkt goed samen met: #1. Organisch materiaal #24. Klassieke moestuin #31. Fruitbomen/struiken #41. Vijver #42. Composthoop/Takkenwal # Bladerdeken ZWAKKE COMBINATIES F -1 Werkt niet goed in combinatie met: #24 Klassieke moestuin #25 Aarde bed #32. Zeldzame/vergeten groentes #50. Grasgazon ARGUMENTATIE Egels kunnen zelf in uw tuin komen of ze kunnen worden opgehaald bij een egelbescherming en uitgezet worden. Als er geen andere drinkplaats in de buurt voor ze is moet hiervoor gezorgd worden in de tuin. Egels houden niet van een te open tuin zonder beschutting. Ook kunnen ze eventueel eten van de gewassen die geteeld worden. Er moet opgepast worden met honden en katten in de tuin. Als er geen vijver in de tuin is, is het wel zaak om drinken aan te bieden in schaaltjes. 65

71 55. Vleermuizen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Redelijk goedkoop A 3 Werkt goed samen met: Er kan duurzame behuizing voor ze E 3 #40. Planten biodiversiteit aangeboden worden #41. Vijver ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: ARGUMENTATIE Nestkasten voor vleermuizen kunnen op elke zijde van een huis of boom gehangen worden; het is dus geen concurrentie met een vogelkast. Er moet opgepast worden met loslopende katten na zonsondergang. 56. Vlinders Gratis Hoog esthetiek STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 5 H 5 ZWAKKE PUNTEN Sommige rupsen kunnen gewassen aanvreten Werkt goed samen met: #2. Bodembedekkende vegetatie #21. Fytoremediatie #24. Klassieke moestuin #29. Verticale tuin #27. Upside down tuinieren #26. Kuipen #25. Aarde bed #31. Fruitbomen/struiken #32. Zeldzame/vergeten groentes #40. Planten biodiversiteit ZWAKKE COMBINATIES F -2 Werkt niet goed in combinatie met: Klassieke moestuin #29. Verticale tuin #27. Upside down tuinieren #25. Aarde bed #26. Kuipen ARGUMENTATIE Als ook rupsen in de tuin verblijven moeten hier waardplanten voor geplant worden. 66

72 57. Vissen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES A 3 Werkt goed samen met: E 3 #30. Aquaponics H 4 #40. Planten biodiversiteit Matig goedkoop Eten plaaginsecten-larven Hoog esthetiek ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Onderhoudsintensief F -3 Werkt niet goed in combinatie met: #51. Amfibieën ARGUMENTATIE Vissen kunnen zelf uitgezet worden in de vijver. Per soort vis zijn er specifieke eisen voor de vijver. 58. Vogels Algemeen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Gratis A 5 Werkt goed samen met: Eten plaaginsecten E 3 #21. Fytoremediatie Groot esthetiek H 4 #24. Klassieke moestuin #25 Aarde bed #26 Kuipen #31. Fruitbomen/struiken #40. Planten biodiversiteit #41. Vijver ZWAKKE PUNTEN ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #24. Klassieke moestuin #31. Fruitbomen/struiken #32. Zeldzame/vergeten groentes ARGUMENTATIE In plaats van een vijver kunnen vogels ook goed baden en drinken in een vogelbad. Eventuele bomen voor huisvestiging of nestkasten zorgen ervoor dat vogels niet alleen in de tuin komen om te eten. Oppassen met katten in de tuin. 67

73 59. Gierzwaluwen STERKE PUNTEN C W STERKE COMBINATIES Matig goedkoop Eten plaaginsecten A E 3 3 Werkt goed samen met: #21. Fytoremediatie Nestkasten kunnen met duurzame E 3 #24. Klassieke moestuin materialen zelf gebouwd worden #25 Aarde bed #26 Kuipen #40. Planten biodiversiteit ZWAKKE PUNTEN #41. Vijver ZWAKKE COMBINATIES Werkt niet goed in combinatie met: #24. Klassieke moestuin #31. Fruitbomen/struiken #32. Zeldzame/vergeten groentes ARGUMENTATIE De nestkasten moeten op de noordkant van een huis geplaatst worden. Het liefst geen bomen in de buurt van de nestkasten; gierzwaluwen hebben het liefst een vrije aanvlieg route. Ook oppassen met katten. 68

74 3.4 Totaalwaarde tabel Door van elke afzonderlijke SWED analyse, de scores en de weging mee te nemen, kan er een totaalscore worden gevormd per module. Al deze onderdelen kunnen worden teruggevonden in tabel 8 (volgende bladzijde). De genoemde weging in percentages is met hulp van de bewoners opgesteld, zodat het UNCteam een duidelijk beeld heeft van wat hun prioriteiten zijn van de categorieën. Met de scores en de waardes is een totaalscore uitgerekend door de scores per categorie bij elkaar op te tellen en die te vermenigvuldigen met de specifieke weging. Hierna werden alle scores bij elkaar opgeteld zodat er een uiteindelijke totaalwaarde uit kwam die vermeld staat in de laatste kolom. Ter verduidelijking zijn alle positieve waardes groen gekleurd, en alle negatieve waardes rood. Ook is de top drie per onderdeel (wateronderhoud, bodemdiversiteit, etc.) dikgedrukt en donkergroen gekleurd, zodat in een oogopslag duidelijk is welke modules het meest gunstig zijn. 69

75 Tabel 8: Scores en weging per module, gekoppeld aan een eind totaal waarde. Weging 20% 30% 5% 10% 10% 5% 20% 0% 0% Categorie A B C D E F G H I Totaal # Naam module 1 Organisch materiaal ,8 2 Bodembedekkende vegetatie ,6 3 Daktuin Doorlatende betegeling ,85 5 Wadi ,7 6 infiltratiekom ,15 7 infiltratiesleuf ,2 8 moeras ,35 9 infiltratiekrat ,35 10 grindkoffer ,85 11 drainageslang met bovengrondse uitstroom ,6 12 zakput ,35 13 regenton ,8 14 terrassen ,25 15 noodoverlaat ,7 17 bodem wassen ,7 18 geotextiel ,1 19 ph beinvloeden ,5 21 fytoremediatie ,7 22 microbiële/rhizoremediatie ,85 23 chelatie ,7 24 klassieke moestuin ,8 25 aard bed ,75 26 kuipen upside down tuinieren ,15 28 kas ,3 29 verticale tuin ,4 30 aquaponics ,3 31 bomen en struiken ,3 32 zeldzamen en vergeten groentes ,95 34 kippen ,55 40 diversiteit van planten ,55 41 vijver ,55 42 takkenwal en composthoop ,7 43 bladerdekens ,5 45 pergola ,9 46 schuttingen schuilplaatsen ,1 50 grasgazon ,2 51 amfibieën ,65 52 bijen ,05 53 egels ,05 55 vleermuizen ,9 56 vlinders ,9 57 vissen ,75 58 vogels algemeen ,3 59 gierzwaluwen ,2 70

76 3.5 Resultaten Uit de boven gevormde tabel 8 heeft het UNC-team hun conclusies getrokken. Deze zullen hieronder per onderdeel worden aangegeven. Ook kunnen er al wat conclusies getrokken worden over welke eventuele combinaties van modules goed bij elkaar zullen passen. Aan de hand van deze conclusies zal duidelijk worden welke modules uitgebreid geanalyseerd zullen worden. Wanneer een module een negatieve totaal score heeft gekregen in tabel 8, dan is deze geëlimineerd voor verdere uitwerking in het volgende product. Deze modules worden verder ook niet meer besproken in de resultaten. Waterhuishouding Wat direct opvalt wanneer men kijkt naar de waterhuishouding (#1 t/m #15) in de totaalwaarde tabel is dat er maar één module negatief scoort; de daktuin. Dit betekent dat de daktuin ongeschikt is voor de Sint Martens stadstuin. De voornaamste reden hiervoor is dat de huidige daken niet berekend zijn op het extra gewicht dat een daktuin veroorzaakt dus voor implementatie zouden er constructieve aanpassingen gedaan moeten worden. Ook als er daktuinen nieuw worden geplaatst voor bijvoorbeeld een nog te bouwen fietsschuurtje, zijn de kosten hoog en is het niet eenvoudig zelf aan te leggen. Daarnaast valt een daktuin niet onder hemelwaterafkoppeling. Ook bij de aanleg van daktuinen komen de bewoners niet in aanmerking voor subsidie. Grindkoffer De grindkoffer is met een score van 3,85 de best scorende module. Combinatie van makkelijk aan te leggen, bufferende en infiltrerende capaciteit en lage kostprijs en onderhoud zijn de voornaamste redenen van de hoge score. Regenton Een regenton is een goede tweede met de score van 3.8. Om dezelfde redenen die beschreven zijn bij grindkoffer. De subsidieregeling is niet meegenomen bij de totstandkoming van de score. Een regenton wordt als hemelwaterafkoppeling gezien wanneer het deel uitmaakt van een systeem waarin uiteindelijk het water wordt geïnfiltreerd, alleen dan wordt er subsidie voor gegeven. Dit gegeven toont aan dat combinaties van regenton en infiltrerende modules goed samengaan. Zakput De zakput heeft de op twee na hoogste score. Toch zal er rekening gehouden moeten worden met de capaciteit van een zakput. Ter verduidelijking: uitgaande van het gebruik van enkel zakputten zijn er ongeveer 600 putten nodig om het totale oppervlakte van de daken af te koppelen. Een zakput zal in dit geval gecombineerd moeten worden met een andere module. Organisch materiaal Organisch materiaal heeft een vrij hoge score met 2,8. Deze score komt vooral voort door de lage prijs en de mogelijkheid om het zelf aan te leggen. Organisch materiaal kan goed gebruikt worden om de infiltratie te verhogen en de bodemstructuur te verbeteren waardoor 71

77 ook meer verschillende planten kunnen groeien. Er moet wel opgepast worden dat het organisch materiaal in de infiltratievoorzieningen komt. Bodembedekkende vegetatie Bodembedekkende vegetatie heeft een algemene score van 2.6. Deze module scoort goed op punten die de bewoners hebben aangegeven belangrijk te zijn; de kosten zijn laag, het is redelijk makkelijk aan te leggen, de vegetatie vangt water op en verbeterd de infiltratie, en is kindvriendelijk aangezien het de verontreinigde bodem afschermt en er de mogelijkheid is om er op te spelen. De module is goed te combineren met plantendiversiteit en de module grasgazon. Drainageslang met bovengrondse uitstroom De drainageslang heeft met een bovengemiddelde score van 2.6. Vermoedelijk veroorzaakt doordat hij bij elke punt bovengemiddeld scoort. Er zijn geen lage of hoge uitschieters. De specificaties kunnen variëren, afhankelijk van de lengte van de slang. Gezien het hoogteverschil op de locatie is een drainageslang erg geschikt. Ook kan er een speelse uiting gegeven worden aan de bovengrondse uitstroom waardoor deze module aantrekkelijk wordt voor kinderen. Doorlatende betegeling Deze module is geen uitschieter met een score van 1.85, maar er wordt hier een uitzondering gemaakt. Reden hiervoor is dat er naar alle waarschijnlijkheid in de privétuinen gebruik gemaakt gaat worden van betegeling. Deze verharding zal dezelfde nadelen hebben als doorlatende betegeling, maar niet het grote voordeel van extra infiltratie! Bodemverontreiniging Bodem wassen en chelatie hebben bij deze analyse een negatieve score gekregen en zullen niet verder worden uitgewerkt in het vervolg van het rapport. We kunnen concluderen dat deze twee modules niet geschikt zijn voor de duurzame Arnhemse stadstuin. Fytoremediatie en microbiële/rhizoremediatie Van de overige modules hebben fytoremediatie en microbiële/rhizoremediatie beide een hoge score. Beiden zijn erg goedkoop en op den duur kunnen ze de bodemverontreiniging verminderen. Deze twee modules zijn ook nauw met elkaar verbonden en zullen daarom beide verder worden uitgewerkt. Geotextiel Ook geotextiel is een geschikte module om bij te dragen aan het probleem van bodemverontreiniging. Deze module zal niet de bodemverontreiniging daadwerkelijk verminderen, zoals fytoremediatie en microbiële/rhizoremediatie, maar zal schone grond af schermen tegen verontreinigde grond. Geotextiel kan hierdoor goed gebruikt worden in combinatie met een aarde bed van schone grond waarin vervolgens weer groentes in verbouwd kunnen worden. 72

78 ph beïnvloeden De module ph beïnvloeden heeft een positieve score en kan bijdrage aan de module fytoremediatie wanneer de ph wordt verlaagd. Ook kan deze module gebruikt worden wanneer er geen fytoremediatie wordt gebruikt. Wanneer de ph van de bodem hoog gehouden wordt blijven de verontreinigde deeltjes immobiel. Om deze redenen zal de module verder worden uitgewerkt in het rapport. Concluderend, fytoremediatie in combinatie met microbiële/rhizoremediatie is de beste optie wanneer de bodemverontreiniging ook daadwerkelijk verminderd dient te worden. Wanneer de bodemverontreiniging niet verminderd hoeft te worden, kan er gebruik worden gemaakt van geotextiel tezamen met schone grond in een aarde bed. Op deze manier wordt de bodemverontreiniging vermeden bij bijvoorbeeld het telen van groentes. Ook is een bodembedekker, zoals gras, een optie om het contact met de bodemverontreiniging te verminderen. De ph kan eventueel bij beide opties gebruikt worden, maar deze methode is minder duurzaam en kan de biodiversiteit in de bodem beïnvloeden. Stadslandbouw Aquaponics, kas en kippen hebben bij deze analyse een negatieve score gekregen en vallen daarom af. Ook de klassieke moestuin valt af om dat het niet verantwoord is om in de vervuilde grond gewassen te verbouwen. De volgende modules zijn geschikt bevonden. Aarde bed Aarde bed is ideaal als je een moestuin wilt maar het niet mogelijk is vanwege bodemvervuiling. Deze module is goed te combineren met geotextiel. Ook zeldzame en vergeten groentes passen goed bij deze module. Kuipen Kuipen zijn geschikt als je groente wilt verbouwen op een kleinere schaal dan een moestuin. Het is ook zeer geschikt met bodemvervuiling. Het is onderhoud vriendelijker dan een moestuin vanwege het kleinere oppervlak en het werkt fijner doordat de kuip iets hoger ligt. Zeldzame en vergeten groentes kunnen ook in kuipen verbouwd worden. Upside down tuinieren Upside down tuinieren is zeer geschikt als je op beperkte schaal gewassen wilt verbouwen. Deze methode is zeer onderhoudsvriendelijk vanwege de kleine oppervlakte en een fijne werk hoogte. Omdat de planten hoog van de grond hangen worden de gewassen niet vies en kunnen minder dieren erbij. Deze module is goed te combineren met een verticale tuin. Verticale tuin Een verticale tuin wordt tegen een muur aangebouwd. Er is veel mogelijk, afhankelijk van het budget en de gewenste functie van de verticale tuin. Een verticale tuin kan gebruikt worden voor stadslandbouw maar het kan ook een functie krijgen voor biodiversiteit of alleen esthetiek. Upside down tuinieren kan goed gecombineerd worden met een verticale tuin. 73

79 Bomen en struiken Bomen en struiken haalde de hoogste score van alle modules van stadslandbouw. De biodiversiteit is erg gebaad bij het aan planten van fruit- en notenbomen en fruitstruiken. Ook komt het ten goede van de waterhuishouding. Zeldzame en vergeten groentes Deze module kan goed gecombineerd worden met een aarde bed of een kuip. Het behoud van deze groentes kan een deel zijn wat deze tuin duurzaam maakt. Kortom, afhankelijk van de hoeveelheid groentes en fruit dat de bewoners willen produceren kan er gekozen worden voor een aarde bed, kuip, verticale tuin en upside down tuinieren. Deze modules sluiten elkaar niet uit en kunnen naast elkaar gebruikt worden. De modules bomen en struiken en zeldzame en vergeten groentes zijn invulling van de voorgaande modules. Al deze modules zijn zeer flexibel en kunnen helemaal naar de wensen van de bewoners worden ingevuld. Biodiversiteit Het eerste dat opvalt is dat alle oplossingen positief uitkomen. Dit komt omdat er weinig negatieve punten gegeven zijn aan de geformuleerde oplossingen. De modules die zeker uitgewerkt gaan worden zijn: Planten biodiversiteit Als er een diversiteit van planten in de tuin aanwezig is brengt dit al vanzelf een hoge biodiversiteit van dieren met zich mee. Hier kan dan gedacht worden aan bijen, vlinders en vogels. Grasgazon Dit is prima te combineren met de planten biodiversiteit; als het gazon afgewisseld wordt met stukken waar wilde planten groeien bijvoorbeeld. Beide oplossingen hebben als extra voordeel dat ze ook water goed opnemen en laten infiltreren. Bovendien creëert dit plek voor kinderen om te spelen. Composthoop Composthopen hebben meerdere voordelen, daarom zal deze module ook verder uitgewerkt worden. Dit zal dan een optionele keus worden voor de bewoners. Gierzwaluwen Aangezien plekken voor gierzwaluwen een vereiste is wordt deze module sowieso uitgewerkt. Hier moet gedacht worden aan opties voor nestkasten. Enkele vereisten vallen ook samen met de module Vogels Algemeen. Modules die goed te combineren zijn met anderen, en die dus ook gemakkelijk toe te passen zijn: Bijen 74

80 Bijen komen hoogstwaarschijnlijk vanzelf als er genoeg planten worden aangeboden waar ze voedsel uit kunnen halen. Deze module wordt dan ook verder uitgewerkt door specifieke planten te noemen en eventuele huisvestigingsopties te geven. Vlinders Als er aantrekkelijke planten aanwezig zijn in de tuin worden vlinders, net als bijen, vanzelf aangetrokken. Er zal een lijst van geschikte planten gegeven worden en eventuele opties voor waardplanten mochten de rupsen ook gewenst zijn in de tuin. Vogels Algemeen Vogels worden aangetrokken door insecten en vruchten. Insecten zijn er vooral in een biodiverse tuin, wederom verwijzing naar het eerste punt. Verder kunnen er vruchtdragende bomen en struiken geplant worden. Hier kunnen vogels ook voedsel halen en eventueel nestelen. Als men toch ook nog andere dieren in de tuin wilt, denk aan egels of vleermuizen, kunnen de modules hiervoor worden geraadpleegd. Wederom geldt dat sommigen van deze dieren misschien vanzelf een weg naar de tuin vinden. 75

81 Product 4: Advies 76

82 4.1 Introductie De bewonersvereniging van het Sint Martens Hof heeft een aantal wensen en randvoorwaarden bij het creëren van hun stadstuin. Zo willen ze het hemelwater van het rioolstelsel afkoppelen en laten infiltreren in hun gemeenschappelijke tuin. Daarnaast willen ze bijdragen aan de vermindering van de bodemvervuiling, bijdragen aan een verhoogde biodiversiteit en stadslandbouw bedrijven. Deze wensen kunnen op verschillende manieren worden benaderd, zoals beschreven in het tweede product: Modules. Vanwege randvoorwaarden en wensen die gesteld zijn voor de situatie van Sint Martens Hof vallen enkele modules af. De resterende modules zijn getoetst aan de hand van een Strenghts, Weaknessess, Empowerment and Disruption analyse (SWED-analyse), beschreven in het derde product. De modules die overgebleven zijn na de SWED-analyse zijn het combineerde resultaat van het advies van het UNC-team, de wensen en eisen van de bewoners. De geanalyseerde resultaten van de SWED-analyse zullen in dit hoofdstuk verder uitgewerkt worden. Hiervoor zullen voor de hemelwaterafkoppeling waterhoeveelheden en prijzen berekend worden. In het bodem onderdeel word veel aandacht besteed aan de mate waarin maatregelen vervuiling kunnen verminderen. Voor stadslandbouw zal de nadruk liggen op productie en voor de biodiversiteit zullen suggesties met de daarbij horende prijzen gegeven worden. Daaruit worden conclusies getrokken en uiteindelijk zal er een advies gegeven worden om voor bepaalde methoden en combinaties te kiezen die geschikt zijn in het geval van het Sint Martens Hof. Dit product zal dus bestaan uit volledige uitwerkingen per onderdeel waarnaar er zowel een advies per onderdeel als een gemeenschappelijk advies gegeven zal worden. In dit advies zal er rekening gehouden worden met de beste opties voor de bewoners, en met de verschillende nuttige combinaties van de modules. Uiteindelijk zullen er voor de bewoners nog enkele kleine keuzes gemaakt kunnen worden tussen verschillende opties die voor hen het beste uitkomen. Daarnaast zal dit product ook de antwoorden bevatten op onze onderzoeksvragen. 77

83 4.2 Waterhuishouding Introductie Binnen de stadstuin van het Sint Martens Hof ligt op dit moment een extra grondlaag voor de bouwwerkzaamheden. Dit, in combinatie met de afkoppeling van het hemelwaterafvoer van het dak op het riool, leidt ertoe dat er water blijft staan op de bodem. Onder de extra grondlaag zit voornamelijk een zandbodem, met enkele ondoorlaatbare lagen leem op nog onbepaalde diepten. Het freatisch grondwater (grondwaterspiegel) is bepaald op ca. 7 tot 10 meter onder het maaiveld (Janssen 2011). Door de plaatselijke leemlagen kunnen schijngrondwaterspiegels aanwezig zijn. Dit kan beperkende gevolgen hebben voor de infiltratie van hemelwaterafkoppeling en daarom adviseren wij om nader onderzoek te doen en een compleet bodemprofiel te analyseren. Na de bouwwerkzaamheden zal de extra grondlaag weer verwijderd worden. In natuurlijke omstandigheden met een pure zandbodem is het aannemelijk dat de infiltratiesnelheid minstens 20 mm per uur is. Als de bodem droog is, kan deze snelheid oplopen tot zelfs 30 mm per uur. Deze relatief hoge infiltratiesnelheid maakt het mogelijk om het hemelwater af te koppelen van het riool. Voor de berekening wordt uit gegaan dat de stadstuin in Arnhem binnen één etmaal, een extreme regenval die eens in de vijf jaar voorkomt moet kunnen opvangen. Dit betekent dat statistisch gezien ongeveer één keer per 5 jaar de tuin langer dan 24 uur water heeft staan op de bodem. In tabel 1 kan men zien dat de totale regenval die hiervoor staat 47 mm is. Tabel 1: Neerslag in mm gedurende een gegeven aantal etmalen en gegeven herhalingstijd (KNMI, 2011) De hoeveelheid vierkante meter dak dat afgekoppeld moet worden is op het moment van schrijven onduidelijk. Er zijn enkele bewoners die nog niet hebben aangegeven of zij van het riool afgekoppeld willen worden en de wens is naar voren gekomen om ook de voorzijden van de daken mee te nemen in plaats van alleen de daken die gericht zijn op de tuin. Het is wel duidelijk dat Portaal niet mee doet binnen het afkoppelingsproject. Hierdoor loopt onze schatting van de benodigde af te koppelen dak van minimaal 350 m 2 (aangegeven bewoners, tuinzijde dak) op tot maximaal 911 m 2 (volledig dakoppervlak). 78

84 Uitgaande van een capaciteit voor het maximale dakoppervlak, moet de stadstuin een kleine liter of 40 m 3 (911 m 2 x 47 mm) aan hemelwater kunnen opvangen. Tabel 2 laat andere opties zien als de wensen van de bewoners anders blijken te zijn dan aangenomen. Hierbij wordt nog wél aangenomen dat het acceptabel is dat er water blijft staan binnen een tijdsbestek van 24 uur. Tabel 2: Benodigde capaciteit in vergelijking met herhalingstijd en dakoppervlakte Herhalingstijd Regenval Minimale capaciteit (dak Maximale capaciteit (dak 911m 2 ) 360m 2 ) 1x per jaar 33 mm liter (12m 3 ) liter (28m 3 ) 1x per 2 jaar 39 mm liter (14m 3 ) liter (33m 3 ) 1x per 5 jaar 47 mm liter (17m 3 ) liter (40m 3 ) 1x per 10 jaar 54 mm liter (20m 3 ) liter (46m 3 ) Met een infiltratiesnelheid van 20 mm per uur kan over de hele tuin gezien de regenval makkelijk infiltreren binnen 24 uur, maar er is sprake van extra hemelwaterafvoer van het dak én deze afvoer wordt geconcentreerd geleid naar de uitlaat van de regenpijpen. Bovendien zal zeker niet de hele tuin gebruikt worden voor puur infiltratie. Hierdoor wordt aangeraden om extra buffer en infiltratievoorzieningen te plaatsen om deze extreme regenval toch te kunnen opvangen en gebruikte oppervlak voor infiltratie te minimaliseren. Daarnaast moet rekening gehouden worden met de eisen van de gemeente wat betreft subsidieverstrekking. De bewoners gaan voor het afkoppelen van hemelwater uit van een totale kostendekking door subsidie. Gemeente Arnhem rekent 12,- per m³ afgekoppeld oppervlak. Uitgaande van het maximale dakoppervlak zoals hierboven beschreven, betekent dat maximaal circa ,- aan subsidie. 79

85 Verantwoording en uitleg berekeningen Berekening: Tabel 3 geeft de uitkomsten van de berekeningen voor de hemelwaterafvoer weer. Er is hier per module berekend hoeveel oppervlak van de tuin nodig is om het hemelwater van het dak op te vangen, ervan uitgaand dat enkel die module gebruikt wordt. Ook is een eerste grove schatting gemaakt van de kosten die hieruit voortkomen. Voor elke berekening is een korte uitleg gegeven. Tabel 3: Berekeningen voor hemelwaterafvoer Diepte: Er is aangenomen dat de bodem anderhalf meter diep is en een uniforme zandtextuur heeft. Er moet dus bij de aanleg gelet worden op plaatselijke leemlagen en schijngrondwaterstanden. Voor de grindkoffer zijn twee verschillende diepten onderzocht, 1 meter en 1.5 meter diep. De hoogte van een infiltratiekrat is vastgesteld op 41 centimeter, en van twee infiltratiekratten op 82 cm. Een standaard zakput van De Gamma heeft een hoogte van 64 centimeter. Het is ook aangenomen dat onder de grindkoffer, infiltratiekrat en zakput een zandbodem nog ligt tot een totaal van 1.5 meter diep. 80

86 Buffer in regenton: Twintig lege regentonnen van 400 liter kunnen samen 8000 liter bufferen voordat het naar de infiltratieplek wordt geleid. Buffer in bodem: Zand kan tot 10% van zijn inhoud water opslaan. Extra water wordt opgeslagen door grind (30% van de inhoud), infiltratiekoffer (90% of meer) en zakput (90% of meer). Bijvoorbeeld; er is een meter diepe grindlaag aangelegd over 51 vierkante meter tuin, wat een inhoud oplevert van 51 kubieke meter. In de poriën tussen de grindkorrels kan ongeveer 30% van het volume aan water worden opgeslagen. Daaronder zit nog een halve meter zand, als dit vermenigvuldigd wordt met het oppervlak komt dit neer op 25.5 kubieke meter. Hierin kan tot 10% van de inhoud aan extra water worden opgeslagen. In totaal kan er dus een kleine 18 kubieke meter water worden opgeslagen (51* *0.1). Ter verduidelijking: 18 kubieke meter water is gelijk aan liter. Overigens is bij de zakput ook meegenomen dat er sprake is van een cilinder, en dat rondom de cilinder ook zand zit met de mogelijkheid om water op te slaan tussen de poriën. Infiltratie over 24 uur: Een grindkoffer, infiltratiekrat en zakput hebben een hogere infiltratiesnelheid dan zand en zullen dus hieraan gelimiteerd zijn. Zand heeft een infiltratiesnelheid van minstens 20 mm/uur. Hierbij moet men rekening houden dat niet alleen het hemelwaterafvoer moet infiltreren, maar ook de regen die op het oppervlak zelf valt. Dit is 47 mm over 24 uur, of ongeveer 2 mm/uur bij een uniforme regenintensiteit. Op een vierkante meter kan dus 18 liter (20-2) per uur aan afgekoppeld hemelwaterafvoer infiltreren. De totale hoeveelheid geïnfiltreerd water is berekend door deze 18 liter maal 24 uur, maal het in beslag genomen oppervlak te calculeren. Totaal: Het totaal is de som van de buffer(s) en de infiltratie. Dit is de totale hoeveelheid dat de tuin aan hemelwaterafvoer kan opvangen en is gelijk aan de totale hoeveelheid regen die valt over 911 vierkante meter dak. Oppervlak tuin: Het oppervlak aan tuin dat nodig is, is berekend door het totaal gelijk te stellen aan de hoeveelheid regen die moet kunnen worden opgevangen. Dit kan gedaan worden met de Solve functie van Excel. Het percentage ingenomen grond van de tuin is berekend door de hoeveelheid vierkante meter ingenomen tuin te delen door het totaal oppervlak (350 m 2 ). Prijs: De prijzen voor de modulen zijn vastgesteld met een kort onderzoek op internet. Zakputten en infiltratiekratten kunnen los gekocht worden en zelf geplaatst worden, eventueel met geotextiel er al omheen gewikkeld. Er zijn verschillende soorten grind, en het team heeft voorlopig gekozen voor Rijngrind vanwege de band met de stad Arnhem en de rivier de Rijn. Daarbij komt dat lokaal gebruikte producten en materiaal milieuvriendelijk en duurzaam is omdat er minder transport nodig is. De prijzen voor grind, en de andere modules, zijn variabel afhankelijk van het type en er zijn dus goedkopere opties beschikbaar. Binnen de kosten is niet meegenomen dat er ook geotextiel nodig kan zijn voor de grindkoffer, het graven, de aanleg en dergelijke extra kosten. De aangenomen specificaties zijn samengevat in tabel 4. 81

87 Tabel 4: Specificaties van de modulen Opslag Omvang Infiltratie Prijs Bron Zand 10% n.v.t 20mm/u n.v.t. (ABSA: Agricultural Bureau of South Australia 2013) (Bot & Benites 2005) Grindkoffer 30% n.v.t 20mm/u 150/m^3 (Verhoef 2013) (Natuursteen 2013) Infiltratiekr at 90% 300L 20mm/u 120e/krat (Wildkamp 2013) (Water 2013) Zakput 90% 34L 20mm/u 80e/put (Gamma 2013) Regenton 100% 400L n.v.t. 300e/ton (Regenton Webwinkel 2013) Conclusie Zand Zonder speciale buffer of infiltratievoorzieningen is infiltreren en bufferen toch mogelijk doordat zand op zichzelf ook deze eigenschappen heeft. Hiervoor is 20% van de totale tuinoppervlakte benodigd, ervan uitgaand dat die 20% een zandlaag van 1,5 meter diep heeft. Het is helaas niet eenvoudig om het water dat geconcentreerd van de daken komt te verspreiden over een groot oppervlakte grond. Voor alle infiltratievoorzieningen geldt dat het alleen mogelijk is om ze te installeren als de regenpijpen niet van lood of zink zijn. Daarbij komt dat door de subsidie het mogelijk is om voor relatief weinig geld extra infiltratievoorzieningen te plaatsen. De zandgrond zal dus meer als bijkomstige infiltratie functioneren. Vegetatie op de bodem zal ook de infiltratie en opslagcapaciteit verder verbeteren. De module (bodembedekkende) vegetatie wordt verder besproken in het hoofdstuk over biodiversiteit. Regenton De kostprijs van een regenton is hoog omdat deze voorziening op zichzelf niet voor subsidie in aanmerking komt (Gemeente Arnhem 2013). Als de regenton een onderdeel is van een systeem dat wel infiltreert is subsidie wel mogelijk. Dit kan gerealiseerd worden door de ton met een overloop aan te sluiten op een infiltratievoorziening. Het is relatief eenvoudig om een regenton aan te sluiten op een regenpijp en een overloop te plaatsen. Het plaatsen van een bladvanger voor de regenpijp mag daarbij niet vergeten worden. De overloop kan direct op een slang aangesloten worden, of er kan gekozen worden om het water eerst een vrije val te laten maken om het speelse karakter te verhogen. Bij de plaatsing van een regenton moet rekening gehouden worden met de stabiliteit. Ook is het praktisch om de ton op een verhoging te plaatsen. Op deze manier kan er makkelijker een emmer onder de kraan gehouden worden. Ter verduidelijking is een schematische tekening toegevoegd in Appendix C. De bufferende capaciteit van een regenton kan negatief beïnvloed worden doordat er nog water van een vorige regenbui in zit, en dus zal er hier met een veiligheidsmarge gespeeld moeten worden. Een voordeel is dat het water dat in de ton opgevangen wordt hergebruikt kan worden voor bijvoorbeeld stadslandbouw. 82

88 Drainageslang met bovengrondse uitstroom De hoeveelheid af te koppelen hemelwater vraagt om voorzieningen met een grote buffer. De regenton is als zeer geschikt uit dit onderzoek naar voren gekomen, maar het gebruik van enkel regentonnen voldoet niet aan de eisen voor de capaciteit en de subsidietoekenning. Een drainageslang is zeer geschikt om aangesloten te worden op de overloop van de regenton om het water vervolgens te geleiden naar een infiltratievoorziening. Als de slang niet direct op de overloop van de regenton aangesloten wordt is het plaatsen van een filter ook hier belangrijk. Door de slang slingerend in te graven worden de infiltrerende capaciteiten vergroot. De drainageslang zelf kost 2 tot 3,50 per meter, de eventuele graaf- of aanlegkosten niet meegenomen (Drainagebuizen 2013). Aangezien onbekend is hoeveel meter precies moet worden gelegd om de connectie te maken tussen de infiltratievoorzieningen en de regenton of regenpijp, zijn de kosten verder niet berekend. Het is mogelijk om het water zichtbaar (speels) te geleiden naar de infiltratievoorziening door gebruik te maken van een alternatieve module, de infiltratiesleuf. Zakput De berekeningen hebben aangetoond dat het gebruik van zakputten erg duur is voor de situatie van het Sint Martens Hof. Door de kleine bufferende capaciteit zouden er 601 zakputten nodig zijn, ervan uitgaand dat enkel zakputten gebruikt worden. Alleen de aanschaf van deze hoeveelheid zakputten zou ,- kosten en dus boven het subsidiebedrag uitkomen. Bij deze berekening is uitgegaan van zakputten die verkrijgbaar zijn bij de gamma. Een combinatie van een zakput en een regenton zou wel erg geschikt zijn door een put onder de kraan van de ton te plaatsen. Als voor deze combinatie gekozen wordt hoeft de zakput niet groot te zijn en hoeft bij de plaatsing geen noodoverloop gemaakt te worden. Zakputten die erg groot zijn, zijn bijna onmogelijk om zelf aan te leggen en zijn daarom niet meegenomen in de analyse van deze module. Infiltratiekrat Infiltratiekratten zijn duur en lastig zelf aan te leggen maar ook deze methode komt voor subsidie in aanmerking en verbruikt de minste ruimte. Hierin is 90% van de gebruikte ruimte namelijk beschikbaar voor opslag. Eveneens verbruikt een infiltratiekrat het minste grond oppervlakte omdat ze volledig onder het maaiveld geplaatst worden. Daardoor is een combinatie met bijvoorbeeld bedekkende vegetatie mogelijk. Bij plaatsing van infiltratiekratten moet rekening gehouden worden met de vereiste afstand tot bebouwing en bomen. De richtlijnen zijn 1 meter van huizen en 2 meter van bomen (Waterbewust 2013). Tussen een infiltratiekrat en het maaiveld moet minimaal 50 cm bodemlaag aangebracht worden om te voorkomen dat de krat bevriest; enig graafwerk is dus vereist. Voorkomen moet worden dat er bladeren en dergelijke in de krat terecht komen en zo voor verstoppingen zorgen. Ook moet er een ontluchtingsmogelijkheid zijn wanneer er grote oppervlakten afgekoppeld worden (Oosterhout 2013), zoals in dit geval. Grindkoffer De grindkoffer komt ook voor subsidie in aanmerking en heeft per vierkante meter een lagere kostprijs dan een infiltratiekrat. Maar, omdat de opslagcapaciteit ongeveer 30% is moet een grindkoffer groter zijn dan een infiltratiekrat om hetzelfde volume te bergen. De kosten zullen daardoor ongeveer gelijk 83

89 zijn. In deze situatie is een bijkomend voordeel dat een grindkoffer gemaakt kan worden uit lokale materialen zoals Rijngrind. Daarentegen kan het oppervlakte niet gebruikt worden voor iets anders, zoals een gazon. Om er voor te zorgen dat het grind schoon blijft en de poriën niet dichtslibben moet de grindkoffer omwikkelt worden met doorlatend geotextiel. Dit is niet meegenomen in de grove schatting van de kosten. Doorlatende betegeling Wij adviseren bij het gebruik van verharding in de tuin, bijvoorbeeld een terras, gebruik te maken van doorlatende betegeling. Hierdoor zullen de andere infiltratievoorzieningen niet extra belast worden van de waterafvoer dat voortkomt van de regenval op de verharde oppervlakte. De infiltratiesnelheid van doorlatende betegeling kan verschillen. Zo zullen grind en grastegels een infiltratiesnelheid hebben vergelijkbaar met zand of zelfs hoger (Leefmilieu Brussel 2010). Deze opties voor doorlatende betegeling kunnen ook goed werken met de andere modulen geopperd in dit eindrapport. Grind kan bijvoorbeeld goed gebruikt worden in combinatie met een grindkoffer terwijl het ook dient als verharding voor een terras. Een andere optie is dat infiltratiekoffers gebruikt kunnen worden onder de bestrating. Er moet hierbij wel weer rekening gehouden worden dat de voorzieningen minimaal één meter af staan van de gevel. Er moet rekening mee gehouden worden dat de berekeningen anders uitvallen wanneer extra infiltratievoorzieningen worden geplaatst onder doorlatende betegeling met lagere infiltratiesnelheden, zoals geperforeerde bestrating en bestrating met brede voegen (Leefmilieu Brussel 2010). Desondanks kunnen deze opties ook goed gebruikt worden als er een degelijke berekening voor wordt gemaakt. Doorlatende betegeling kan op dezelfde wijze aangelegd worden als gewone betegeling, hoewel er iets meer onderhoud kan zijn. Zo zal het gras tussen de grastegels gemaaid moeten worden of de tegels schoon gehouden moeten worden om verstoppingen te voorkomen en de infiltratiesnelheid te waarborgen. Doorlatende bestrating is niet duur: grastegels kosten bijvoorbeeld 14 euro per vierkante meter, dit isvergelijkbaar met gewone bestrating (Budget Bestrating 2013). Organisch materiaal Het laten liggen van organisch materiaal op de bodem kan de bodemstructuur, de opslagcapaciteit van water en de infiltratie verbeteren. Daarbij verbetert het de bodemfertiliteit waardoor planten beter zullen groeien. Wel moet ervoor gezorgd worden dat het organisch materiaal niet te dicht bij infiltratievoorzieningen ligt omdat organisch materiaal bijvoorbeeld grind kan laten dichtslibben. In principe kan het laten liggen van organisch materiaal gratis zijn. Helaas is het handiger in het licht van de bodemverontreiniging en de module fytoremediatie om organisch materiaal geproduceerd door de tuin, zoals bladeren en gemaaid gras af te voeren om de bodemverontreiniging op lange termijn te verminderen. Het afvoeren van organisch materiaal kan het best gedaan worden na de winterperiode, zodat bijvoorbeeld insecten en egels in de bladerdekens een schuilplek hebben tijdens de winter. Als bron voor organisch materiaal kan men ook aan alternatieven denken, zoals compost van de module composthoop. Een ander alternatief is om houtsnippers op de bodem te plaatsen (dit heet ook wel mulching). Een kubieke meter aan houtsnipper is te koop vanaf 20 euro en kan verspreid worden over ongeveer 10 vierkante meter (Terra XL 2013). 84

90 Conclusie Kijkende naar de besproken modules, adviseren wij om extra infiltratievoorzieningen aan te brengen. Als de subsidie volledig gebruikt kan worden en de meeste voorzieningen zelf aangelegd kunnen worden zullen de kosten voor de bewoners zeer beperkt zijn. Voor de infiltratievoorzieningen adviseren wij om voornamelijk te richten op regentonnen en infiltratiekratten. Regentonnen kunnen het water bufferen en het water hierin kan hergebruikt worden. Als er veel hemelwaterafvoer is, kan dit water via een overloop op de regentonnen geleid worden naar de plekken waar infiltratiekratten staan. Op deze manier zijn de regentonnen onderdeel van het infiltratiesysteem, waardoor ze binnen de subsidie vallen. De infiltratiekratten nemen relatief veel water op en nemen weinig plek in, terwijl op het oppervlak nog mogelijkheden zijn voor bijvoorbeeld bodembedekkende vegetatie. Naar wens kunnen de andere besproken modules gebruikt worden om de waterhuishouding van de tuin verder te verbeteren. 85

91 4.3 Bodemvervuiling Introductie De grond van de gemeenschappelijke tuin in Arnhem is vervuild met zink en lood, twee zware metalen. Ook is er asbestverdacht materiaal aangetroffen in de bodem en wordt er aangeraden om een nader bodemonderzoek te doen gericht op asbest. In dit rapport worden geen gerichte maatregelen beschreven omtrent asbestverwijdering, omdat het niet duidelijk is of dit daadwerkelijk aanwezig is. Omdat de verontreiniging van zware metalen in de huidige situatie niet ernstig is en er geen directe gevolgen zijn voor de gezondheid (mits niet meer dan 10% uit de tuin wordt gegeten en graven beperkt wordt), is er geen prioriteit om de verontreiniging zo snel mogelijk te verminderen. Daarom is er onder andere gekozen voor de optie fytoremediatie, dat een lange tijd nodig heeft om de verontreiniging te verminderen. Deze methode haalt zware metalen uit de grond met behulp van planten. Hoe effectief dit gebeurt ligt aan verschillende factoren, namelijk de biomassaproductie van de plant, de metaalaccumulatie capaciteit en de plaats van de accumulatie in de plant (Greger & Landberg 1999; McGrath & Zhao 2003; Turan & Esringü 2007). De plek in de plant waar de vervuiling wordt opgeslagen is belangrijk omdat de planten moeten worden verwijderd of gesnoeid om de metalen weg te krijgen. Het is dus voordeliger wanneer de metalen worden opgeslagen in de bovengrondse delen van de plant dan in de wortels (Greger & Landberg 1999; McGrath & Zhao 2003). Het is ook belangrijk om rekening te houden waar de verontreiniging zich in de bodem bevindt, want de wortels van de plant moeten de verontreiniging kunnen bereiken om deze op te nemen (Keller et al. 2003). De verontreiniging in Arnhem bevindt zich volgens onderzoek tussen 0 50 centimeter diepte (Janssen 2010). Verder zijn er verschillen tussen de opname-efficiëntie van verschillende soorten planten. Zo zijn er planten die vervuiling meer opnemen dan normaal, de accumulators, en planten die erg veel vervuiling opnemen, de hyperaccumulators (Greger & Landberg 1999). Planten zijn pas hyperaccumulators wanneer ze bijvoorbeeld meer dan 1,0 % zink in hun droge biomassa blad hebben (Greger & Landberg 1999). In dit hoofdstuk worden verschillende planten en hun efficiëntie in fytoremediatie besproken. Voor afbeeldingen van deze planten zie Appendix D. Zink verontreiniging Om zink uit de bodem te halen met behulp van fytoremediatie, zijn er speciale planten nodig die gespecialiseerd zijn in zink extractie. Een geschikte plant die bekend is om zijn zink extractie is Thlaspi caerulescens, ook bekend als zinkboerenkers. Deze plant is vooral geschikt op gemiddelde zink vervuilde grond, zoals het geval is in Arnhem (Rascio & Navari-Izzo 2011). In de tuin van Arnhem is de maximale zink verontreiniging 550 mg zink kg -1 grond, deze waarde zal verder in het rapport gebruikt worden als vergelijkingsmateriaal met literatuur (Janssen 2010). Een studie gedaan door Hammer & Keller (2003), vond een jaarlijkse zink extractie door T. caerulescens van 3.7 kg zink ha -1 op een kalkrijke bodem en 20 kg zink ha -1 op een verzuurde grond, waar de concentratie zink 673 mg zink kg -1 grond was. Wanneer dit wordt vergeleken met oppervlaktes als 350 m 2 (gehele gemeenschappelijk tuin) of een deel van de tuin, 25 m 2, worden de volgende waardes verkregen. In het eerste geval wordt jaarlijks dan 130 g zink (kalkrijke bodem) en 700 g zink (zure 86

92 bodem) verwijderd, wanneer de gehele gemeenschappelijk tuin begroeid zou zijn met T. caerulescens. Wanneer 25 m 2 wordt begroeid door T. caerulescens, wordt er 9.25 g zink (kalkrijke bodem) en 50 g zink (zure bodem) verwijderd. Deze waardes zijn indicaties en hoeven niet te gelden voor de Arnhemse tuin. Volgens Rascio & Navari-Izzo (2011) kan T. caerulescens zink concentraties verminderen van 440 mg zink kg 1 aarde naar 300 mg zink kg 1 aarde in negen oogsten, volgens (a.j.m. Baker et al. 1994) kost dit 13 oogsten. In beide situaties wordt er vanuit gegaan dat de zink extractie bij elke oogst gelijk blijft, terwijl dit in de praktijk ook wel eens kan afnemen doordat de zink concentratie in de bodem minder wordt door de extractie zelf. In een andere studie, wordt beschreven dat T. caerulescens tot 5% van de zink uit de bodem kan halen wanneer de planten voor 14 maanden hebben gegroeid ( McGrath et al., 2006). Schwartz et al. (2003) vond zelfs een hoger percentage, namelijk een extractie die kan oplopen tot 11% van het totaal gehalte zink in de bodem. Al deze studies laten zien dat T. caerulescens geschikt is om zink uit de bodem te verwijderen. Of deze waardes in deze tijdsbestekken ook daadwerkelijk worden verwijderd, ligt aan vele factoren. Zoals ook beschreven in verscheidene studies (Rascio & Navari-Izzo 2011; McGrath & Zhao 2003; Hammer & Keller 2003; McGrath et al. 2006), is de zink opname door T. caerulescens erg afhankelijk van factoren zoals lengte van het seizoen, bodem ph, zink concentratie, groeisnelheid van de plant en het type bodem. Een voordeel is dat sommige van deze factoren kunnen worden beïnvloed door bijvoorbeeld planten langer te laten groeien voordat ze worden geoogst of door de ph van de bodem te beïnvloeden. De zinkboerenkers heeft ondiepe wortels wat deze plant geschikt maakt voor verontreiniging die zich ondiep in de bodem bevindt (rond de 0.2 meter)(keller et al. 2003). Omdat de opname van metalen, inclusief zink, vaak gelimiteerd wordt door de groeisnelheid van de planten is het wellicht een mogelijkheid om dit te verbeteren. Een geopperde methode om de groeisnelheid van planten te versnellen is door bepaalde bodem-bacteriën toe te voegen aan de grond of aan de zaden (Glick 2010). Rhizosfeer bacteriën zijn een voorbeeld van groeibevorderende bacteriën. Andere soorten, zoals Kluyvera ascorbata en Pseudomonas fluorescen, zijn bacteriën die geschikt zijn voor bijvoorbeeld koolzaad. Ook zijn er mogelijk bacteriën die de beschikbaarheid of de opname van de metalen bevorderen (Whiting et al. 2001; Glick 2010). Verder is de wilg een boom die ook goed kan worden gebruikt voor fytoremediatie, omdat hij jaarlijks moet worden bijgeknipt (Greger & Landberg 1999). Dit zorgt ervoor dat vervuiling, wat door de boom is opgenomen, afgevoerd wordt. De beste tijd om de bomen te snoeien is tijdens de winter (Greger & Landberg 1999). Ook voor wilgsoorten geldt dat de effectiviteit wordt bepaald door de biomassaproductie van de plant, de metaal accumulatie capaciteit en de plaats van accumulatie in de plant (Greger & Landberg 1999). De meest gebruikte wilgensoort voor fytoremediatie is de katwilg (Salix viminalis), deze is dan ook een hyperaccumulator (Famulari & Witz 2013). Zink wordt als beste opgenomen en van de wortels naar de bovengrondse delen getransporteerd (Tlustoš et al. 2007; Greger & Landberg 1999). In de katwilg wordt zink beter getransporteerd dan lood (Greger & Landberg 1999). Verder kunnen de wortels van de katwilg diep in de bodem komen en daarom verontreiniging opnemen die diep in de bodem ligt (rond de 0.7 meter)(keller et al. 2003). Omdat het in de Arnhemse stadstuin verplicht is een aantal bomen te planten, is het een optie om voor een katwilg te kiezen omdat deze ook 87

93 meteen de bodemverontreiniging vermindert. Echter groeit de katwilg voornamelijk op vochtige, natte gronden (Dijkstra 2013a) en dus zal er waarschijnlijk extra water moeten worden gegeven wanneer het waterprobleem van de tuin is opgelost. We adviseren om van te voren een hovenier te raadplegen voor advies. Lood verontreiniging Wanneer een bodem is vervuild met lood dan kunnen verscheidende planten worden ingezet. De meest geschikte planten zijn koolzaad (Brassica napus) en de zonnebloem (Helianthus annuus). Koolzaad is een accumulator van zink en lood (Grispen et al. 2006; Famulari & Witz 2013) waarbij de meeste verontreiniging wordt opgenomen in de wortels van de plant (Marchiol et al. 2004; Turan & Esringü 2007). De koolzaad is een plant die redelijk goed tegen vervuiling kan, alleen wanneer de grond met meerdere metalen is vervuild doet de plant het minder goed (Marchiol et al. 2004). Het zink dat opgeslagen wordt in de wortels van deze plant kan makkelijker naar de bovengrondse delen van de plant worden getransporteerd in vergelijking met lood (Marchiol et al. 2004). Dit heeft tot gevolg dat bij het verwijderen van bovengrondse delen van de plant de zink wel wordt verwijderd en de lood in de wortels in de bodem achterblijft. Het is dus belangrijk om de gehele plant, met wortels en al, te verwijderen om de vervuiling uit de bodem te halen. Echter wortelt de koolzaad meer dan 1 meter diep, wat dit zal bemoeilijken (Dijkstra 2013b). De zonnebloem is een hyperaccumulator van zink en lood (Famulari & Witz 2013). Onderzoek heeft uitgewezen dat de zonnebloem (H. annuus) lood in de bovengrondse delen van de plant opslaat (Adesodun et al. 2009; Boonyapookana et al. 2005). Ook zink wordt meer opgeslagen in de bovengrondse delen van deze plant vergeleken met de wortels (Marchiol et al. 2007; Adesodun et al. 2009) en dan ook vooral veel in het blad (Adesodun et al. 2009). Er is echter wel aangetoond dat de zonnebloem de vervuiling vooral tot zich neemt in de eerste weken van de groei na de aanplanting (Adesodun et al. 2009). Dit heeft tot gevolg dat de plant het beste na de groei verwijderd kan worden wanneer de vervuiling actief bestreden dient te worden. De worteldiepte van de zonnebloem ligt tussen de 0,3 en 1,3 meter, wat handig is wanneer de verontreiniging wat dieper ligt (resources & environment department 2013). Vergeleken met de koolzaad is de zonnebloem beter in staat om zink en lood uit de bodem te verwijderen (Solhi et al. 2005). In een onderzoek waar de grond in potten was vervuild met mg kg -1 lood en mg kg -1 zink, nam de zonnebloem in 60 dagen in totaal mg kg -1 lood en mg kg -1 zink op. Terwijl de koolzaad in dezelfde tijd mg kg -1 lood en mg kg -1 zink opnam (Solhi et al. 2005). Wanneer de vervuilde grond werd bewerkt met mest, dan werden de waardes hoger voor beide planten (zonnebloem: lood mg kg -1, zink mg kg -1 ; koolzaad: lood mg kg -1, zink mg kg -1 ). De zonnebloem slaat ook het meeste lood en zink op in zijn bovengrondse delen in vergelijking met de bovengrondse delen van de koolzaad. Omdat de zonnebloem dus beter in staat is vervuiling op te nemen en omdat hij deze ook opslaat in bovengrondse delen van de plant, is de zonnebloem een geschiktere plant voor fytoremediatie dan koolzaad. Er kan echter ook gekozen worden om koolzaad te planten voor de extra biodiversiteit of beleving. Wanneer mest wordt toegevoegd, wat de bodem laat verzuren, bevordert dit de extractie van 88

94 de metalen uit de bodem. De zonnebloem is dus een geschikte plant in combinatie met snoeien (of hele plant verwijderen) en bemesting. ph beïnvloeden Wanneer de bodem verontreinigd is maar er geen methodes worden gebruikt om deze verontreiniging te verminderen kan men de verontreiniging immobiliseren. Immobiliseren van de verontreiniging kan door de ph te verhogen naar neutraal of licht basisch (ph 6,5 7,5). Wel moet worden gelet dat men de ph niet te ver omhoog brengt omdat anders noodzakelijke nutriënten voor de planten ook minder beschikbaar zijn (Craigmill & Harivandi 2010). Wanneer de ph omlaag gaat, en de bodem dus zuurder wordt, zijn de verontreinigde deeltjes mobieler en kunnen makkelijker worden opgenomen door planten (Khan et al. 2000). Wanneer de bodem neutraal of licht basisch wordt gehouden (ph 6-7,5) zal de bodemverontreiniging minder snel worden opgenomen door planten. Ook kan de bodemverontreiniging in deze situatie minder snel uitspoelen en terechtkomen in het grondwater. Wanneer de bodem een lage ph heeft, zure bodem, kan men de grond bekalken om zo de ph omhoog te brengen. De ph kan zelf in de gaten gehouden worden door gebruik te maken van ph-papier. Echter is ph-papier niet heel betrouwbaar bij bodemmonsters en een betere optie is om dit door experts te laten onderzoeken. Wanneer de ph verlaagd wordt, is de bodemverontreiniging mobieler en kan dus makkelijker worden opgenomen door planten. Omdat dit bij fytoremediatie gewild is, kan men bij fytoremediatie de ph van de bodem verlagen. De ph van de bodem verlagen is mogelijk door (tuin)turf, zwavel of oude koemest te gebruiken( t Mulligen Hoveniersbedrijf 2013). Dit proces is vaak moeilijk en kost tijd. Geotextiel Op bepaalde plekken in de tuin kan gekozen worden om groente of fruit te verbouwen. Omdat afgeraden wordt om deze planten in de aanwezige grond te planten, kan men er voor kiezen om deze in schone grond te planten (Shayler et al. 2009). Dit kan bijvoorbeeld in bakken of kuipen, maar kan ook in een aarde bed van schone grond. Om vervolgens de schone grond in het aarde bed te beschermen tegen de verontreinigde grond eronder, kan geotextiel tussen deze lagen grond worden gelegd. (Heinegg et al. 2002; Shayler et al. 2009) Er zijn geotextiel soorten die de grondlagen gescheiden houden, maar wel water doorlaatbaar zijn (Zwartgroen.nl 2013; Heinegg et al. 2002). Verder kan er nog rekening gehouden worden met de wortels van de planten door er een dikkere schone grond laag op toe te voegen (Emis.vito.be 2013). 89

95 Conclusie Om het probleem van bodemverontreiniging in de Arnhemse stadstuin op een geschikte manier te verbeteren, is er onderzoek verricht naar verschillende aanpakken. Een veelbelovende aanpak, fytoremediatie (eventueel in combinatie met bacteriën), kan de bodemverontreiniging verminderen op een duurzame en goedkope manier. Echter is het wel zo dat dit proces jaren kan duren en de tuin niet volledig beplant kan worden met deze planten. Om toch bij te dragen aan de vermindering van de verontreiniging van de bodem in Arnhem en op deze manier het milieu te verbeteren, kan men een gedeelte van de tuin beplanten. De uitgewerkte planten in dit rapport zijn vooral uitgekozen vanwege hun grote vermogen om zink en lood uit de bodem te halen. Vervolgens is er ook rekening gehouden met hoe deze planten er uit zien zodat de tuin er wel mooi blijft uit zien. Zo zijn zonnebloem, koolzaad, zinkboerenkers en de katwilg geschikte vegetatie voor in de Arnhemse tuin. Om de methode fytoremediatie te bevorderen is het toevoegen van bacteriën aan de zaden of het verlagen van de ph geschikt. Hierdoor kan de opnamecapaciteit en beschikbaarheid van de metalen worden verbeterd. De bacteriën zorgen ook voor extra groei van de planten waardoor deze meer metalen kunnen opnemen. Wanneer men groentes of fruit wil verbouwen in de tuin, wordt het aangeraden om dit in schone grond te doen en niet in de oorspronkelijke grond van de tuin. Deze schone grond moet worden afgeschermd van de verontreinigde grond en dit kan gedaan worden door geotextiel te plaatsen. Samenvattend adviseren wij om planten in de tuin te gebruiken die geschikt zijn voor fytoremediatie en om deze regelmatig (jaarlijks) te oogsten. Dit betekent voor de zinkboerenkers het bovengrondse deel oogsten, en voor de zonnebloem en koolzaad de gehele plant oogsten. Wel kunt men bijvoorbeeld deze planten voor meerdere jaren laten groeien en bovengronds materiaal oogsten voordat men hem volledig oogst. De katwilg is een mooie boom en kunt men ook een keer in het jaar snoeien. Gezorgd moet worden bij alle planten dat het geoogste materiaal niet weer terecht komt in de tuin. Dit bekent dat men het snoeiafval niet bij de composthoop moet doen. Deze plantenresten kunnen niet zomaar bij het GFT afval geplaats worden. Van het GFT afval wordt compost gemaakt en het is niet de bedoeling om de vervuiling te verplaatsen. Er zal met de gemeente Arnhem overlegd moeten worden wat er met deze plantenresten moet gebeuren. Als de plantenresten op een goede manier worden verwerkt dan draagt men bij om het milieu, met name de bodemkwaliteit, van Arnhem te verbeteren. 90

96 4.4 Stadslandbouw Introductie Stadslandbouw is het verbouwen van gewassen en veeteelt in de stad. Omdat steeds meer mensen in steden gaan wonen kan stadslandbouw een belangrijke bron van voedsel worden (J Smit & Nasr 1992). Een reden voor stadsbewoners om aan stadslandbouw te beginnen kan zijn omdat het een duurzame manier is om aan verse levensmiddelen te komen omdat het voedsel niet ver getransporteerd hoeft te worden en er geen verpakkingsmateriaal nodig is. De hoeveelheid gewassen die geproduceerd kunnen worden in deze stadstuin hangt af van de beschikbare ruimte en de voorkeur van de bewoners. In veel steden is het een probleem dat de bodem vervuild is (Craigmill & Harivandi 2010). Dit heeft gevolgen voor de methodes die gebruikt kunnen worden in de stadslandbouw. Zowel de opname van vervuiling door de planten als stof dat zich verzamelt op de planten kan een weg zijn hoe vergiftiging ontstaat (Shaylor et al. 2009). Daarom moeten de gewassen altijd verbouwd worden in schone aarde en goed gewassen worden voor consumptie. Net als bij traditionele landbouw is het belangrijk om in de gaten te houden dat de bodem niet uitgeput raakt. Goed bemesten en wissellandbouw (elk jaar ander gewas) zijn de beste opties om de bodemkwaliteit goed te houden. In het uiterste geval moet de bodem vervangen worden. Voor alle modules geldt dat het vitaal is om rekening te houden met licht inval en het aantal uren zonlicht. Gewassen hebben tussen de 6-8 uur zonlicht nodig (Medema & Naber 2013). Om een hoger niveau van duurzaamheid in deze stadstuin te bereiken kan men zeldzame en vergeten gewassen verbouwen. Dit kunnen ook Nederlandse gewassen zijn. Door deze gewassen te verbouwen en de zaden te verspreiden draagt men bij aan het in stand houden van cultureel erfgoed. De biodiversiteit heeft zowel een positief als negatief effect op de stadslandbouw. Een bekend voorbeeld van een positieve functie van de biodiversiteit is het bestuiven van bloemen door insecten, maar insecten zoals rupsen en bladluizen, kunnen ook schade toebrengen aan de gewassen. Door de biodiversiteit in de duurzame stadstuin te verhogen trek je ook predators aan die de plaag insecten in bedwang kunnen houden (LaSalle 1999). De modules die geselecteerd zijn na de SWED-analyse worden hier uit gewerkt. Er wordt meer informatie gegeven over de module, de voor- en nadelen en hoe deze geïmplementeerd dient te worden. De modules staan in volgorde van de hoogste productie aan gewassen naar de laagste productie. De twee laatste modules gaan over invulling van de stadslandbouw. Aarde bed Voor het plaatsen van het aarde bed moet de grond vrij gemaakt en strak getrokken worden. Als eerste wordt er een bekisting geplaatst. Daarboven op wordt een geotexiel neergelegd. In de bekisting met geotexiel wordt een laag van nieuw schone grond aangebracht. Het geotexiel heeft twee functies, het voorkomt namelijk dat de bodem vervuiling de schone aarde intrekt en dat de wortels contact maken met de vervuilde grond. Het is belangrijk dat het geotexiel water doorlaat. Als het water niet weg kan dan zal dit schade toebrengen aan de planten. De aarde wordt gestort in de bekisting, dat voorkomt dat de aarde langzaam wegspoelt. Deze bekisting kan gemaakt worden van hout maar er kan ook worden gekozen voor een meer permanente oplossing zoals bakstenen. De bekisting moet hoog genoeg zijn zodat de gewassen voldoende diepte hebben voor hun wortels. De totale productie van een aarde bed is afhankelijk van het beschikbare oppervlakte. Mits er voldoende oppervlakte is, valt er met een aarde bed de grootste productie van gewassen te behalen vergeleken met alle andere modules van de 91

97 stadslandbouw. Hoe groter de biomassa van de verbouwde gewassen, hoe meer de biodiversiteit kan profiteren van de bloemen en de plantenresten. Om ziektes te voorkomen is het belangrijk om veel verschillende gewassen te verbouwen. Een monocultuur van gewassen is kwetsbaarder voor ziektes dan een breed scala aan gewassen (Altieri 1999). Als het oppervlakte van het aarde bed niet groter is dan dat van een kuip is het niet aan te raden om een aarde bed aan te leggen. Een kuip is dan makkelijker in het onderhoud. Het aarde bed is onderhoudintensief vanwege het grote oppervlakte en dat het laag bij de grond staat. Aangezien dit niet een ideale werk hoogte is moet men bukken of door de knieën gaan om er bij te kunnen. Bij de keuze van de gewassen moet rekening gehouden worden met hoe diep de planten wortelen. Zeldzame en vergeten groentes kunnen zonder problemen in een aarde bed verbouwd worden. Kuipen De groenten en fruit worden verbouwd in kuipen of bakken gevuld met schone grond. Belangrijk is dat het water weg kan stromen uit de kuip bij zware regenval. Dit voorkomt dat de gewassen gaan rotten. De kuipen hebben een kleiner oppervlakte wat een lagere productie aan gewassen betekent. Omdat de planten in een kuip hoger van de grond staan maakt dat het verzorgen van de planten gemakkelijker. Ook het kleinere oppervlakte maakt het onderhoud minder intensief in vergelijking met een aarde bed. Wel is door het kleinere oppervlakte het positieve effect op de biodiversiteit kleiner omdat er minder biomassa aan planten is. De kosten van een kuip zijn aanzienlijk lager dan van een aarde bed. Ze zijn goed te verkrijgen en er hoeft minder aarde gebruikt te worden. Zeldzame en vergeten groentes kunnen zonder problemen in een kuip verbouwd worden. Het is wel belangrijk dat de kuip diep genoeg is zodat de planten zich stevig kunnen inwortelen. Bij langere droge periodes zullen de kuipen begoten moeten worden, omdat er geen capillaire aanvoer van dieper water is. Het opgevangen regenwater kan hier voor gebruikt worden. Verticale tuin Een verticale tuin is een zeer geschikte optie voor een kale muur. Als er beperkte ruimte is, biedt een verticale tuin een optie om meer planten en groente te verbouwen. De keuze van de planten is niet alleen beperkt tot gewassen. Er kan ook gekozen worden om sierplanten aan te planten. De planten keuze hangt ook af van de hoeveelheid licht die er valt op de locatie van de verticale muur. De lichtbehoefte verschilt per soort. De grootte en complexiteit van de verticale tuin hangt af van het beschikbare budget en de creativiteit van de ontwerpers. Een voorbeeld van een zeer goedkope verticale tuin is er een die is gemaakt van PET-flessen. Het hergebruiken van oude materialen kan een bijdragen leveren aan het duurzame karakter van deze stadstuin. In figuur 10 is deze verticale tuin te zien. Kruiden en sla zijn zeer geschikt voor deze verticale tuin. 92

98 Figuur 10: verticale tuin van pet flessen. Bron: Een andere methode is het ophangen van een frame. Er wordt een lijst gemaakt die aan de achterkant dicht wordt gemaakt met een plastic zeil en aan de voorkant met bijvoorbeeld jute, een materiaal waarin planten kunnen wortelen. De lijst word gevuld met aarde en opgehangen aan de muur. Door de jute wand worden de planten gestoken. Dit kan zelf gemaakt worden door de bewoners maar er zijn ook bedrijven die een verticale tuin kunnen aanleggen. De constructie van de verticale tuin moet sterk genoeg zijn om alles overeind te houden. Na zware regenval kan er flink wat gewicht bij komen als de aarde verzadigd is. Ook als de planten vruchten dragen is dat een factor waar rekening mee gehouden moet worden. Het is belangrijk om de irrigatie goed te regelen. Het water moet weg kunnen bij zware regenval maar als de verticale tuin erg hoog wordt moet men ook in staat zijn om de bovenste planten water te geven. Het effect op de biodiversiteit hangt af van hoe groot de verticale tuin wordt en de keuze van de planten. De kosten hangen af van welke methode wordt gekozen en of het zelf wordt aangelegd. Hetzelfde gaat op voor het onderhoud dat verschilt per model verticale tuin. Upside down tuinieren Aan een balk worden emmers opgehangen, waaruit planten groeien. In de onderkant van de emmers wordt een gat geboord. Daarna wordt de emmer gevuld met schone aarde. In het gat wordt dan een plant geplaatst. Deze wordt op zijn plek gehouden met een kartonnetje met een inkeping. De plant blijft met zijn wortels achter het karton hangen. Dit voorkomt dat de plant naar beneden valt als de wortels nog niet zijn ingeworteld. De plant zal vervolgens omhoog groeien. In de emmer zelf kan ook nog een plant geplaatst worden. Omdat de planten van de grond af zijn blijven ze beter schoon en kunnen nietvliegende insecten en dieren er niet meer bij (Murphy 2010a). Deze methode is zeer onderhoudsvriendelijk omdat emmers op een prettige werkhoogte kunnen worden gehangen. Daarnaast is het een zeer klein oppervlakte wat wel weer ten koste gaat van de productie. Ook betekent dat het positieve effect op de biodiversiteit beperkt is. Niet elke plant kan upside down gegroeid worden. De planten hieronder zijn geschikt (Rhoades n.d.): Tomaten (Solanum lycopersicum) Pepers (Caspicum spec) 93

99 Aardbeien (Fragaria spec) Bonen (Vica faba) Komkommers (klein) (Cucumis sativus) Aubergines (klein) (Solanum melongena) Het is verstandig om kleine variëteiten van deze soorten te kiezen, omdat planten onder het gewicht kunnen bezwijken. Voorbeelden van gewassen die in de emmer gegroeid kunnen worden zijn (Rhoades n.d.): Sla ( Lactuca sativa) Radijzen (Raphanus sativus) Kruiden Deze methode is zeer goedkoop. Alleen emmers, grond en de planten/zaden zijn nodig voor deze techniek. Upside down tuinieren is goed te combineren met een verticale tuin.zeldzame variëteiten van deze gewassen kunnen met deze methode worden verbouwd. Bomen en struiken Fruitstruiken en fruit- en notenbomen scoorden het hoogste van alle modules van stadslandbouw in de SWED-analyse. De consensus in de literatuur is dat het veilig is om noten en vruchten te eten die op vervuilde grond zijn verbouwd (Shaylor et al. 2009). De verontreiniging hoopt zich vooral in de wortels en bladeren van planten op (Shaylor et al. 2009) Toch raden wij aan om het fruit en de noten niet te eten. Eerst moet getest worden hoeveel metalen er in het fruit en de noten zitten om vast te stellen of zij geschikt zijn voor consumptie. Als uit onderzoek blijkt dat het veilig is, dan kunnen er noten en fruit uit de stadstuin gegeten worden. Een aantal suggesties voor fruit- en notenbomen staan tabel 5. Tabel 5: overzicht van fruit- en notenbomen. Nederlandse naam Amandel Appel Dadelpruim Hazelnoot Japanse peer Mispel Moerbij Okkernoot/walnoot Pecannoot Peer Perzik Pruim Tamme kastanje Vijg Zoete kers Zure kers Wetenschappelijke naam Prunus dulcius Malus domesticus Diospyros virginiana Corylus avellana Pyrus pyrifolia Mespilus germanica Morus spec. Juglans regia Carya illinoinensis Pyrus spec. Prunus persica Prunus domestica Castanea sativa Fiscus carica Prunus avium Prunus cerasus 94

100 Er zijn kleine fruitboom soorten die geschikt zijn om in een grote kuip te planten. Dit is een alternatief voor als men fruitbomen wil, maar niet direct in de grond wil planten. Kleine varianten zijn verkrijgbaar in de volgende soorten: appels, peren, perziken en kersen (Fruitbomen.net n.d.). Voor fruitstruiken is het volgende mogelijk: Tabel 6: overzicht van verschillende fruitstruiken. Nederlandse naam Blauwe bes Braam Druif Framboos Kruisbes Rode bes Vlierbes Zwarte bes Wetenschappelijke naam Vaccinium corymbosum Rubus spec. Vitis vinifera Rubus idaeus Ribes grossularia Ribes rubrum Sambucus nigra Ribes nigrum De biodiversiteit is zeer gebaat bij het aan planten van fruitstruiken en fruit- en notenbomen. De bloemen en de vruchten/noten zijn een belangrijke bron van voedsel voor vele dieren. Het planten van bomen en struiken helpt de waterinfiltratie en voor deze functie maakt het niet uit of deze planten vruchten/noten produceren. Deze module gaat goed samen met zeldzame en vergeten groentes, omdat men kan kiezen om zeldzame of vergeten fruitstruiken en fruit- en notenbomen rassen te gebruiken. De kosten van deze zeldzame rassen zijn meestal iets hoger dan de algemene rassen maar het onderhoud is hetzelfde. Elke boom- en struikensoort heeft zijn eigen snoei methode en verzorging nodig die per soort bekeken moeten worden. Daarbij hoort ook de vraag of een boom of struik goed groeit op zandgrond. Een deskundig leverancier kan dit vertellen. Inheems soorten zijn daarom een geschikte keuze omdat ze aangepast zijn aan de locale bodem. Zeldzame/vergeten groentes Het verbouwen van zeldzame en vergeten groentes kan een bijdrage leveren aan het behoud van deze soorten en het verspreiden daarvan. Hier vallen ook (oud) Hollandse rassen onder om een stuk nationaal erfgoed in stand te houden. Dit hoeft niet alleen op te gaan voor groentes. Andere voorbeelden zijn: fruitstruiken, fruitbomen, notenbomen en sierbolgewassen. Voor de totale biodiversiteit in de tuin zijn zeldzame groentes geen meerwaarde ten opzichte van de algemene groentes. Een groot aantal verschillende soorten groentes daarentegen wel. Het onderhoud van de zeldzame groentes is niet wezenlijk anders dan de algemene groentes. Natuurlijk heeft iedere soort specifieke eigenschappen en behoeften maar dat gaat zowel op voor zeldzame als algemene soorten. De zaden van zeldzame en vergeten groentes zijn duurder en moeilijker te verkrijgen dan van de meer algemene soorten. Als je de zaden eenmaal bezit en de zaden uit de groenten haalt zodat deze ook voor het volgende seizoen beschikbaar zijn is dit geen probleem meer. Er zijn winkels gespecialiseerd 95

101 in zeldzame zaden en planten. Een selectie van deze winkels en stichtingen, die zich bezighouden met het verspreiden van zeldzame gewassen is te zien in tabel 7. Tabel 7: Een overzicht van een aantal organisaties die zich houden met het verspreiden van zeldzame en vergeten gewassen, dit is geen compleet overzicht. Naam website omschrijving Vreeken s zaden Verkoop zeldzame zaden Boomkwekerij Albert Verkoop zeldzame bomen Leemreize Boomkwekerij ten Verkoop vergeten fruitbomen Elsen Stichting behoud en Stichting ter promotie zeldzame en bevording fruitcultuur vergeten fruit cultuur De oranje lijst Verzameling van zeldzame gewassen door het centrum voor genetische bronnen Nederland (CGN) Bongerd groote veen Uitgebreide informatie over historische fruitrassen. Boomkwekerij Ebben Zeer uitgebreid aanbod aan bomen, bied ook klimbomen aan. De Cruydt hoeck Inheemse zaadmengels uit nederlandse populaties Biodivers Inheemse zaadmengels uit nederlandse populaties Echte inheemse zaadmengsels (waarvan ook de oorsprong van het gewonnen zaad uit NL populaties komt) worden geleverd door o.a. De Cruydt hoeck ( en door Biodivers ( Het aanbod van zaden en planten is zeer divers en uitgebreid. Een aantal van deze zaadverspreiders bieden pakketten aan met verschillende zeldzame planten. Het is aan te raden om hier mee te beginnen als men geen specifieke voorkeur heeft voor een bepaalde variëteit. Ook kan een leverancier specifieke informatie geven over de verzorging en in wat voor bodem de planten geplaatst moeten worden. Conclusie De bewoners moeten aangeven hoe intensief ze zich willen bezig houden met stadslandbouw en hoeveel ruimte ze ervoor beschikbaar stellen. Er kan gekozen worden uit: aarde bed, kuipen, verticale tuin, upside down tuinieren of een combinatie daarvan. Voor de invulling van de stadslandbouw kan de informatie gebruikt worden die gegeven is in de modules bomen en struiken en zeldzame en vergeten groentes. 96

102 4.5 Biodiversiteit Introductie Tegenwoordig zijn verstedelijking en landbouwproductie belangrijke invloeden van de mens op habitat verlies en verlaging van biodiversiteit (Corvalan, et al. 2005; Czech, et al. 2000). Deze dreiging komt onder anderen doordat verstedelijking direct habitat inneemt voor plant en dier en door het uitputten van middelen die ook konden dienen voor voedselverzameling of nestmateriaal. Daarbovenop zijn de effecten op habitat verlies door verstedelijking meestal blijvend of breiden zich juist uit (Stein et al. 2000). De effecten van verstedelijking hebben niet alleen impact op de natuur op lokale schaal maar spreiden zich ook uit buiten de grenzen van de stad bijvoorbeeld door hun invloed op klimaatverandering (Grimm et al. 2008). Samengevat hebben recente en verwachte toekomstige verstedelijking een significant verlagende invloed op de biodiversiteit (Mcdonald et al. 2008). Een opkomende maatregel om dit verlies tegen te gaan is te vinden in soortenrijke stads- en privétuinen (Davies et al. 2009). Deze tuinen creëren een lappendeken van oases in de stad waar dieren voedsel kunnen vinden en kunnen verblijven. Uiteraard hangt de mate van bijdrage aan biodiversiteit van de tuin af van de kwaliteit en kwantiteit van mogelijkheden die aangeboden worden op het gebied van voedsel en schuilplaatsen. Verschillende planten trekken verschillende insecten aan, die wederom gegeten kunnen worden door onder anderen vogels (Haddad et al. 1999b). Een hoge biodiversiteit aan planten legt dus een goede basis voor de aantrekking van diverse dieren. Verder heeft een hogere diversiteit aan planten ook als voordeel dat de kans op ziektes hierdoor verlaagd wordt (Keesing et al. 2006). Dit is ook belangrijk als er groenten en fruit verbouwd gaan worden in de tuin. Behoud van groene zones is niet alleen belangrijk voor het in stand houden van de biodiversiteit maar heeft ook voordelige invloeden op het welzijn van mensen, onder anderen door stress te verlagen en door sneller herstel van ziektes als men in contact is met de natuur (Parsons et al. 1998; Ulrich 1984). Een stadstuin brengt ook sociaal contact met zich mee wat bijdraagt aan de algemene voordelen van een tuin op rust en tevredenheid van mensen (Dunnett & Qasim 2000). Het belang van stadstuinen in een stedelijk klimaat is groot. Elke bijdrage hieraan zal dus niet alleen voordelen opleveren voor plant en dier, maar heeft ook uitzonderlijke invloed op het welzijn van mensen. Het implementeren van stadstuinen door stadsplanners is in opkomst (Goddard et al. 2010), maar ook de bewoners zelf nemen initiatief. Dit laatste wordt mooi weergegeven in dit project. Het UNC-team heeft voor de verhoging van de biodiversiteit in deze specifieke stadstuin in Arnhem een aantal modules onderzocht aan de hand van een SWED-analyse die toepasbaar zijn in deze situatie. Hieruit zijn een aantal modules gekomen die hieronder verder uitgelegd zullen worden. Het voordeel van toepassingen voor verhoging van de biodiversiteit is dat ze weinig nadelen hebben en goed te combineren zijn met de andere onderwerpen. Deze combinaties zullen in het advies duidelijk worden aangekaart. 97

103 In principe waren alle modules toepasbaar op deze tuin, maar er zal hier alleen uitgeweid worden over de meest relevante. Mocht er interesse zijn in de andere modules dan kan men deze vinden in het product Modules van het UNC-team. Planten biodiversiteit Zoals bovengenoemd brengt een grote diversiteit aan planten bijna vanzelf dieren in de tuin. Het is van belang om voedselproducerende planten in te tuin te hebben. Hier kan worden gedacht aan nectar- en stuifmeel producerende bloemen, bes- en zaaddragende planten en vruchtbomen. In dit onderdeel zal voornamelijk naar lage planten gekeken worden, aangezien het deel over stadslandbouw struiken en vruchtbomen behandelt. Het planten van bomen is ook belangrijk voor de aantrekking van insecten, aangezien daar een positieve correlatie tussen bestaat (Smith et al. 2005). Om het gehele jaar te kunnen genieten van een bloeiende tuin zullen er hieronder per maand een aantal suggesties worden gedaan voor planten. Hierbij zal er zo veel mogelijk gekozen worden voor inheemse soorten aangezien dit goed aansluit bij het thema van duurzaamheid. Als er gekozen wordt voor planten die goede bodembedekkers zijn, dan is dit ook voordelig voor de waterinfiltratie, en heeft als bijkomstig pluspunt dat de verontreinigde bodem minder snel door kinderen kan worden uitgegraven. Deze bodembedekkers in zandgrond wortelen ondiep, omdat ze hun water van de regen krijgen en dus niet diep te hoeven wortelen voor grondwater (Huisentuinmagazine.nl 2013). Per plant zal er in tabel 8 worden aangegeven in welke periode deze bloeit of vruchten draagt en welke diersoorten hier voornamelijk baat bij hebben. Hier zullen alleen de diersoorten vermeld worden waar specifieke interesse in is (namelijk bijen, vlinders en vogels). Deze planten zijn afzonderlijk uitgewerkt, omdat men dan zelf kan kiezen voor combinaties. Na de tabel zullen er ook opties gegeven worden tot het kopen van zaadpakketten die insecten en vogels aantrekken. Voor langere lijsten van mogelijkheden voor plantsoorten kan er gekeken worden in Appendix B van het tweede product van het UNC-team: Modules. Vervolgens zal er per specifieke diergroep nog zaken als behuizing worden toegelicht. 98

104 Lijst van interessante planten Tabel 8: Lijst van planten met bijbehorende naam, kleur, hoogte, bloeiperiode, aantrekkelijkheid voor dieren en prijs. Prijs is nu per stuk gegeven, maar op de meeste soorten wordt deze prijs lager naarmate er meer stuks wordt gekocht. Let op: Dit is een selectie gemaakt door de experts van het UNC-team. Voor langere lijsten zie de referenties aangegeven in dit verslag.(tuincentrum.nl 2013; Uwtuinvolvlinders.nl 2013; Vogelbescherming 2013; Groei.nl 2013; Neerlandstuin.nl 2013; Directplant.nl 2012) Nederlandse naam Sneeuwbal (Heester) Wetenschappelijke naam Viburnum x bodnantense 'Dawn' Kleur Zacht roze Hoogte (Gem. cm) Bloeiperiode / vruchtperiode (maand) / - Trekt aan Prijs (Gem. per stuk) - 7,70 Toverhazelaar (Struik) Hamamelis intermedia 'Jelena' Oranje / ,90 Winterjasmijn (Heester) Jasminum nudiflorum Geel / ,25 Hazelaar (Struik/Boom) Corylus avellana Vogels 12,50 Sneeuwklokje (Bloem) Rood Peperboompje (Heester) Galanthus nivalis Wit Bijen 7,50 Daphne mezereum Rood Vlinders 5,95 Gewone paardenbloem (Bloem) Taraxacum officinale Geel Bijen Vlinders - Dagkoekoeks bloem (Bloem) Silene dioica Roze Vlinders 0,33 (per gram) Hulst (Haagplant) Gelderse Roos (Heester) Ilex aquifolium Wit / 8-3 Viburnum opulus Wit Vogels 2,59 Vogels 22,50 Gewone Margriet (Bloem) Leucanthemum vulgare Wit - Geel Bijen Vlinders 1,20 99

105 Gewone Rolklaver (Bloem) Lotus corniculatus Geel Bijen Vlinders 1,45 Gewone Liguster (Haagplant) Ligustrum vulgare Wit Vogels 2,59 Ereprijs (Bloem) Veronica longiflora Blauw Bijen 1,60 Grote Kattenstaart (Bloem) Akkerdistel (Bloem) Lythrum salicaria Paars Bijen Vlinders Cirsium arvense Paars Bijen Vlinders 1,40 - Tijm (Bloem) Thymus serpyllum Lila Vlinders 1,30 Wilde Marjolein (Bloem) Origanum vulgare Roze Bijen Vlinders 3,50 Vlinderstruik Black Knight (Struik) Buddleja davidii 'Black Knight' Blauw Vlinders 26,95 Leverkruid (Kruid) Klimop (Haagplant) Eupatorium cannabinum Hedera helix Roze Bijen Vlinders Geelgroen Bijen, 3-4 Vogels, Vlinders 1,55 16,05 100

106 Zaadpakketten voor bloemen Naast het planten van afzonderlijke planten kan er ook gekozen worden voor het aanschaffen van zaadmengsels. Deze kunnen dan in hun geheel gezaaid worden en bevatten een diversiteit aan soorten per pakket (Zie tabel 9). Tabel 9: Diverse mengsels van bloemenzaden om in de tuin te planten. Wederom is dit een selectie, er wordt verwezen naar de referenties voor meer informatie.(zahraseeds.eu 2013; ZaadhandelVanderwal.nl 2013) Naam Bijenmengsel von Tubbingen Bloemenmengsel Bestuivers Bloemenmengsel Nuttige Insekten Bloemenmengsel Vlinders Hoeveelheid zaden (g of m 2 ) Trekt aan Bestaand uit Prijs 100 gram Bijen Phacelia 7, m 2 Boekweit Gele Mosterd Koriander Goudsbloemen Kummel Nootzoetraapzaad Korenbloemen Malva 520 gram Bijen 40 zaden voor 10,95 10 m 2 een- of meerjarige bloemen. Onder anderen: Kattenkruid Veldsalie Valeriaan Facelia Teunisbloem 520 gram Tal van insecten 20 zaden voor 10,95 10 m 2 een- of meerjarige bloemen. Onder anderen: Duizendblad Schildzaad Schubkamille Goudsbloem Koriander 520 gram Vlinders 30 zaden voor 10,95 10 m 2 een- en meerjarige bloemen. Onder anderen: Schildzaad Dille Nachtschade 101

107 Inheems Bloemmengsel Vogels Inheems Bloemmengsel Vlinders Inheems Bloemmengsel Bloemenweide Korenbloem Kaasjeskruid 2-3 gram Vogels 49 zaden voor 1 m 2 een- en meerjarige bloemen. 2-3 gram Vlinders 38 zaden voor 1 m 2 een- en meerjarige bloemen 2-3 gram Tal aan dieren 21 soorten vaste 1 m 2 planten middelgroot Bloemmengsel Akker 10 m 2 Tal aan dieren Verschillende cultuurplanten tussen cm hoog Bloemmengsel Bijen en vlinders Verschillende Tübinger 20 m 2 uitheemse en cultuurplanten Bloemmengsel Meerjarige Weidebloemen 10 m 2 meerjarige Tal aan insecten Twee- en soorten bloemen 2,95 2,95 2,95 3,45 3,18 3,45 Bijen en Vlinders Bijen worden voornamelijk aangetrokken door bloemen van de familie Asteraceae en Lamiaceae, die zorgen voor nectar en pollen (Frankie et al. 2005). Ook worden bijen meer aangetrokken door lokale planten dan door exotische planten. De meeste bijensoorten verblijven in de grond, maar enkelen hebben ook baat bij holle stengels of bij gaten van verschillende diameters in een boomstronk (Frankie & Thorp 2009). Bij vlinders moet er ook aan worden gedacht dat de rupsen andere planten nodig hebben om van te eten (Vlinderstichting.nl 2013). Deze heten waardplanten. Hierbij kan men denken aan brandnetels en klaversoorten, maar rupsen houden ook van klimop en hulst. Rupsen kunnen eventueel ook gewassen aanvreten die in de tuin gekweekt zijn, hier moet rekening mee gehouden worden. Grasgazon Een grasgazon zorgt voor een ideale, open speelplaats voor kinderen. Door het planten van de juiste grassoorten kan er ook nog bijgedragen worden aan een verbeterde waterinfiltratie en het verbeteren van de bodemvervuiling. Ook zullen de grassen zorgen voor bodembedekking zodat de vervuilde grond niet makkelijk opgegraven kan worden door kinderen. De graswortels maken de bodem poreuzer zodat water sneller in de grond kan infiltreren. Verder bezitten enkele grassoorten eigenschappen die de bodemvervuiling zelfs kunnen opnemen. Aangezien grassen zeer productief zijn en dus snel groeien zijn ze in staat de vervuiling op te nemen. Er moet dan wel aan gedacht worden dat het gemaaide, en dus 102

108 vervuilde gras weggegooid moet worden. In tabel 10 zullen drie grassoorten te vinden zijn die deze bovengenoemde karakteristieken bezitten (Lambrechts et al. 2011; Lei et al. 2006; Ebbs et al. 1997). Tabel 10: Grassoorten die in het grasgazon geplant kunnen worden. (Garantzaden.nl 2013; Tuinplant.nl 2013) Nederlandse Naam Wetenschappelijke Naam Prijs Engels Raaigras Lolium perenne 3,85 per kg Italiaans Raaigras Lolium multiflorum 2,95 per kg Roodzwenkgras Festuca rubra 1,50 per stuk Naast het afzonderlijk kiezen van specifieke grassoorten kan er ook gekozen worden voor een zaadmengsel voor een speelgazon, zie tabel 11. Het voordeel hiervan is dat de meest gunstige grassoorten hier al in zitten zodat er niet nagedacht hoeft te worden over welke grassen er afzonderlijk en in welke mate er gekocht moeten worden. Bovendien zitten er hier per definitie meerdere soorten gras in, wat bijdraagt aan de biodiversiteit van het gazon. Tabel 11: Zaadmengsel voor grasgazon. Beschikbaar op Naam Bevat Prijs Speelgazon 1000 gram Voldoende voor 50 m Engels Raaigras Roodzwenkgras Veldbeemdgras 18,95 Het grasgazon kan worden afgewisseld met weidebloemen en andere begroeiing voor een optimale verhoging van de biodiversiteit. Zo is er in de tuin ruimte voor kinderen én voor de biodiversiteit. Overige opties voor biodiversiteit Naast het planten van een grote diversiteit aan groen zijn er ook nog andere opties tot het verhogen van de biodiversiteit in de tuin. Het is bijvoorbeeld voor veel dieren belangrijk dat de tuin absoluut niet winterklaar wordt gemaakt. Het winterklaar maken houdt in dat alle dode bladeren, stengels en andere plantenresten worden opgeruimd, zodat de tuin er weer netjes uit ziet. Deze bladeren en stengels zijn echter noodzakelijk voor de overwintering van tal van dieren. Het is dan ook aan te raden dat de tuin pas in het voorjaar opgeruimd wordt. Hierbij kunnen de bladeren tevens dienst doen als compost voor de andere planten. Er wordt hier wel geadviseerd om eerst het lood en zink gehalte van deze compost te testen. Zo komt deze vervuiling niet alsnog in de eetbare gewassen. Naast deze bladerdekens zijn er ook nog andere opties voor het toegankelijker maken van de tuin. Composthopen Composthopen en takkenwallen (bestaande uit dood hout) veroorzaken een microklimaat dat voordelig kan zijn voor bepaalde diersoorten (Gaston et al. 2005). Ook dient compost als natuurlijke grondverbeteraar voor in de tuin. Als er zelf groente- fruit- en tuinafval wordt gecomposteerd is dit zeer duurzaam en beter voor het milieu (MilieuCentraal.nl 2013). Belangrijk is dat de composthoop van vervuilde plantenresten en niet-vervuilde plantenresten gescheiden gehouden worden. Compost van ver vervuilde plantenresten mag absoluut niet gebruikt worden voor de stadslandbouw. 103

109 Niet alleen bespaart het energie, maar het verminderd ook de afvalberg die verwerkt moet worden. Als beloning is goede compost ook zeer humusrijk, en is een uitstekende grondverbeteraar. Zoals al eerder genoemd is het wel zaak dat deze compost getest wordt op vervuiling, dit kan bijvoorbeeld gebeuren door Alterra hiervoor in te schakelen. Als het veilig is kan de compost op bijvoorbeeld aardbedden gebruikt worden. Composteren gebeurt door bodemorganismen als bacteriën en schimmels. Deze zetten het afval om in compost. Het is belangrijk dat de composthoop goed doorlucht blijft, omdat er anders anaerobe (zuurstofloze) reacties ontstaan die schadelijke broeikasgassen creëren. De composthoop is een open systeem (MilieuCentraal.nl 2013). Er zijn enkele vierkante meters hiervoor nodig, aangezien het minstens 1,5 meter hoog, breed en lang moet zijn. Het is handig om tegels te plaatsen onder de composthoop, omdat het dan duidelijk is waar de bodem begint als het compost afgegraven wordt. Er kan een bak gemaakt worden om het compost te omheinen van gaas of hout. Eventueel kunnen er ook kant en klare bakken gekocht worden in tuincentra. De composthoop heeft wat aandacht nodig om het ontstaan van de schadelijke broeikasgassen te voorkomen. Door de composthoop minimaal elke zes weken om te keren, dus door elkaar de gooien, wordt er een goede beluchting behouden. In het ideale geval is een composthoop zo gevarieerd mogelijk; bestaande uit droog en nat afval, slap en stevig, et cetera. Het is belangrijk dat de composthoop een goede vochtigheidsgraad behoud. Dit houdt in dat het niet te nat, maar ook niet te droog mag zijn. Een composthoop komt dan ook het beste tot zijn recht onder een boom, waar het niet te nat zal worden geregend. Als bijkomend voordeel heeft een composthoop ook positief effect op de dierlijke biodiversiteit. Verscheidene diersoorten zoals egels vinden hierin een schuilplaats voor de winter (Egelbescherming 2013). Ook insecten weten hier een plekje te vinden. Verder trekt rottend fruit dat op de afvalhoop ligt verscheidene insecten aan, waaronder vlinders. Deze insecten kunnen dan weer als voedsel dienen voor bijvoorbeeld vogels. Dit zorgt wel voor een wellicht vervelende geur. Daarom kan de composthoop het best in een afgelegen hoek van de tuin geplaatst worden. Schuttingen en andere constructies Door schuttingen en andere constructies zoals pergola s te laten begroeien met haag- of klimplanten worden er betere schuilplaatsen aangeboden voor verschillende diersoorten (Vogelbescherming 2013). Ook ogen deze afscheidingen vrolijker ten opzichte van kale hekken. Verschillende vogels en insecten kunnen in deze dichtbegroeide hagen beschutting vinden en wellicht overwinteren. In tabel 8 worden een aantal opties genoemd aan planten die dergelijke hagen kunnen vormen. Schuilplaatsen Schuilplaatsen voor verschillende dieren zijn makkelijk zelf te maken, en vergroten de kans dat dieren daadwerkelijk de tuin zullen bezoeken. Deze schuilplaatsen zijn een aanvulling op de bodembedekkende en hogere planten. Kleine huisjes die tegen een schutting geplaatst kunnen worden gemaakt van hout 104

110 dat over is van de bouw zijn ideale schuilplekken voor egels (Egelbescherming 2013). Verder kunnen er omgekeerde bloempotten of iets dergelijks geplaatst worden. Er zijn ook verschillende opties om schuilplaatsen te bieden voor insecten. Hierbij kan gedacht worden aan holle stengels in de tuin plaatsen, en aan boomstammen met geboorde gaatjes van verschillende diameters. Verder kan er een zogenaamd insectenhotel opgehangen worden, zoals in figuur 11 (Bijlsma 2013). Dit is eenvoudig te maken van oude planken met gaatjes hierin geboord en gevuld met takjes en snoeiafval. Figuur 11: Voorbeeld van een tuin met een insectenhotel. Moestuin Web Shop. 105

111 Gierzwaluwen De gierzwaluw (Apus apus) hoort als enige tot de familie Apodidae, wat pootloze betekent (zie figuur 12) (Gierzwaluwbescherming.nl 2013). Dit komt omdat ze voornamelijk in de lucht te vinden zijn. Hier doen ze alles; eten, slapen en paren. De gierzwaluw komt voor drie maanden naar Nederland om te broeden, de enige activiteit waarvoor ze landen. Ze arriveren eind april, en vertrekken weer in begin augustus. Nestkasten In Nederland mogen gierzwaluw nesten niet zomaar gesloopt worden en er moet altijd vervanging voor in de plaats komen. Dit is ook het geval in de stadstuin van het Sint Martens Hof. Er moeten dan ook nestkasten teruggeplaatst worden. Deze zijn er in allerlei verschillende soorten en maten. Ze kunnen zelf gemaakt worden maar ook gekocht worden. Het is belangrijk dat ze op de noord tot noordoost kant van de muur geplaatst worden zodat de eieren niet te warm worden. Ook wordt een hoogte van minimaal 3 meter aangeraden. Verder moet de aanvliegroute redelijk open zijn; dus er mag geen boom vlak voor het nest staan. In de appendix E kunnen een aantal voorbeelden gevonden worden van bouwtekeningen voor deze nestkasten. Deze kunnen gebruikt worden als men ervoor kiest om de kastjes zelf te maken. Het is ook een optie om de kasten kant en klaar te kopen. Dit kan via en dan moet er gedacht worden aan een prijs tussen de 30 en 40 euro. Figuur 12: Gierzwaluwen. (Gierzwaluwbescherming, 2013). Conclusies Het onderwerp biodiversiteit is goed te combineren met alle andere onderwerpen die genoemd zijn in dit project. Biodiversiteit sluit aan bij deze onderwerpen of kan het effect van die modules versterken. Voor de waterhuishouding heeft de verhoging van biodiversiteit in de vorm van planten twee voordelen. Ten eerste zorgt vegetatie voor een verbeterde wateropname. Dit komt uiteraard omdat planten water nodig hebben voor hun groei, maar ook doordat het wortelings-proces van planten zorgen voor het poreuzer maken van de zandgrond. Verder zorgt vegetatie voor minder afstroom van het water naar lager gelegen plekken. Al het bovengenoemde bij elkaar zorgt voor een betere infiltratie van het water. Zowel het inplanten van bloemen en struiken als het zaaien van een grasgazon helpt hierbij. Verder kan het water dat opgevangen wordt in regentonnen in droge periodes gebruikt worden voor het bewateren van het gazon en de overige planten. 106

112 Deze planten, dus zowel het gazon als de bloemen, zorgen ook voor het bedekken van de bodem. Dit zorgt ervoor dat bijvoorbeeld kinderen minder makkelijk de grond kunnen opgraven en er dus minder kans is dat ze schadelijke effecten van de bodemvervuiling zullen ondervinden. Verder zorgt fytoremediatie voor het opschonen van de grond. Er zijn specifieke soorten planten die hier goed voor zijn, zie het deel over bodemvervuiling. Ook de verschillende grassoorten die in dit deel genoemd zijn, hebben deze gunstige karakteristieken. Zo wordt op de lange termijn de bodem ook schoongemaakt door de planten. Als laatst heeft de verhoging van de biodiversiteit ook baat voor en bij eventuele stadslandbouw. Fruitbomen zorgen bijvoorbeeld voor eten voor vogels en trekken vlinders aan. Als er voedsel voor bijen in de tuin aanwezig is, zorgen die op hun beurt voor de bestuiving van de eventuele gewassen die gekweekt worden, wat weer zorgt dat deze vruchten kunnen dragen. Het aanleggen van een composthoop zorgt niet alleen voor schuilplaatsen voor diverse dieren, maar zorgt ook voor een natuurlijke, duurzame bodemverbeteraar voor de gewassen. Samengevat heeft de biodiversiteit dus voornamelijk positieve invloeden op de rest van de uitgewerkte onderwerpen. Veel leven in de tuin is dus niet alleen een genot voor het oog, maar heeft ook positieve bijdrage aan biologische en duurzame oplossingen voor verschillende problemen. 107

113 4.6 Beantwoording vragen en Advies Deelvragen: Wat is stadslandbouw? Hoe wordt kindvriendelijk gedefinieerd door de opdrachtgever? Wat wordt verstaan onder een duurzame stadstuin? Op welke manier kan de tuin bijdragen aan de gezondheid van de bewoners? Wat kunnen de eigenaren zelf met betrekking tot de aanleg? Welke maatregelen zijn het meest geschikt om de wateroverlast te verhelpen op deze locatie? Welke overschrijdingstijd is wat betreft wateroverlast? Wat is het gezondheidsrisico van de huidige bodemverontreiniging? Op welke manier kan de bodemverontreiniging teruggebracht worden? Hoe en In hoeverre kan de biodiversiteit worden verhoogd? Welke randvoorwaarden stelt de gemeente? Onderzoeksvraag: Welke maatregelen kunnen genomen worden om van het semiopenbaar terrein dat in het bezit is van Sint Martens Hof, een duurzame, kindvriendelijke stadstuin te maken die door de eigenaren zelf aan te leggen is? De maatregelen die genomen moet worden zijn maatregelen waarin promoten en verbeteren van het milieu, biodiversiteit, hergebruik en de ecologische functies van de tuin centraal staan. Hier mee kan een duurzame stadstuin worden gecreëerd. Het voornaamste probleem was de wateroverlast. Om dit probleem te verhelpen hebben wij geconcludeerd dat het voldoende is om met beplanting het regenwater op te vangen dat op het tuinoppervlak valt. Omdat er ook veel extra water van de daken moet worden afgevoerd, is een regenton in combinatie met een infiltratiekrat de beste maatregel om dit te verwerken. Bij deze maatregel is de aanname gedaan dat het acceptabel is dat over een tijdsbestek van vijf jaar het water langer dan 24 uur op het grondoppervlak blijft staan. Het opgevangen regenwater in de regenton kan hergebruikt worden voor planten in de tuin. Dit draagt bij aan het duurzamer maken van de tuin. Door een grote diversiteit aan planten in de tuin aan te brengen wordt bijna automatische ook een grote biodiversiteit aan dieren gecreëerd. Daarnaast moeten er ook middelen aangeboden worden zodat dieren zich in de tuin kunnen vestigen. Het is van belang om voedselproducerende planten in te tuin te hebben om de biodiversiteit van dieren te verhogen. Een gedeelte van die voedselproducerende planten kan ook voor eigen consumptie gebruikt worden. Het verbouwen van eigen gewassen is gezond en duurzaam. Deze vorm van verbouwen wordt stadslandbouw genoemd. De keuze voor zeldzame en vergeten gewassen verhoogd de duurzaamheid en wordt er cultureel erfgoed in stand gehouden. In de tuin zullen ook enkele bomen worden geplaatst op eis van de gemeente. Er moeten 2 bomen van de eerste grote en 4 bomen van de tweede grote worden geplaatst. Ook is het aan te raden om 108

114 broedmogelijkheden te bieden voor gierzwaluwen omdat broedplaatsen van deze vogels eerder bij werkzaamheden zijn verwijderd. De bodemverontreiniging in de tuin bestaan vooral uit zink en lood vervuiling. Uit het bodemonderzoek, dat is verricht door BOOT organiserend ingenieursburo, wordt geconcludeerd dat deze verontreinigingen geen risico s vormen voor de gezondheid, mits er maximaal 10% van de totale gewasconsumptie van de bewoners uit eigen tuin afkomstig is en dat graven in de bodem wordt beperkt. Echter, wij adviseren de gewassen niet in de vervuilde grond te verbouwen zodat risico s worden uitgesloten. Dit kan door schone grond te gebruiken in aarde bedden of in kuipen. Wanneer dit in aarde bedden wordt gedaan, moet er geotextiel worden aangebracht tussen de verontreinigde grond en de schone grond. Hiermee voorkom je dat deze gronden met elkaar mengen. Om de bodemverontreiniging te verminderen in de tuin, kunnen planten in de tuin gebruikt worden die geschikt zijn voor fytoremediatie. Wanneer deze regelmatig geoogst worden en het snoeiafval wordt afgevoerd, wordt de bodemvervuiling verminderd. Om de methode fytoremediatie te bevorderen is het toevoegen van bacteriën aan de zaden of het verlagen van de ph geschikt. Het terug brengen van de bodemverontreiniging is ook een stap in de richting van het kindvriendelijker maken van de tuin. Verder moet de tuin veilig zijn voor kinderen en moeten ze er met plezier in kunnen spelen. Dit wordt gewaarborgd doordat er in alle modules rekening is gehouden met kindvriendelijkheid. Ook draagt het aanplanten van bomen en een gazon bij aan de kindvriendelijkheid omdat dit mogelijkheden biedt voor kinderen om te spelen. In het advies is rekening gehouden met dat de bewoners de tuin zelf willen aanleggen. Dit bespaart in kosten maar is ook goed voor sociale interacties tussen de mensen. Door intensief samen te werken hopen de bewoners dit te bereiken. 109

115 Referenties t Mulligen Hoveniersbedrijf t Mulligen. Retrieved ( a.j.m. Baker, S. P. McGrath, C. M. D. Sidoli, and R. D. Reeves The possibility of in situ heavy metal decontamination of polluted soils using crops of metal-accumulating plants. Resources, Conservation and Recycling 11(1-4): Retrieved ( ABSA: Agricultural Bureau of South Australia Soil Water Holding Capacity. Retrieved ( Adesodun, Johnson Kayode et al Phytoremediation Potentials of Sunflowers (Tithonia diversifolia and Helianthus annuus) for Metals in Soils Contaminated with Zinc and Lead Nitrates. Water, Air, and Soil Pollution 207(1-4): Retrieved ( ). Alberti, M The Effects of Urban Patterns on Ecosystem Function. International Regional Science Review 28(2): Retrieved September 19, 2013 ( Altieri, Miguel a The ecological role of biodiversity in agroecosystems. Agriculture, Ecosystems & Environment 74(1-3): Retrieved ( American Accreditation HealthCare Commission Ethylenediaminetetraacetic acid. Retrieved ( Baker, a. J. M., and S. P. McGrath The possibility of in situ heavy metal decontamination of polluted soils using crops of metal-accumulating plants. Resources, Conservation 11(1-4): Retrieved October 9, 2013 ( Beeldens, Anne et al Waterdoorlatende verhardingen met. Dossier 5 bijlage 77. Brussel (december). Benfield, F., M... Raimi, and DD Chen Once There Were Greenfields. NRDC Publications Department. Bettonputten B.V Infiltratieputten. Retrieved ( Ingezien op ). Bijlsma, Marike Insecten in de tuin? Leuk! 101 Woonideeën. Retrieved ( 110

116 Boonyapookana, Benjaporn, Preeda Parkpian, Sombun Techapinyawat, R. D. DeLaune, and Aroon Jugsujinda Phytoaccumulation of Lead by Sunflower (Helianthus annuus), Tobacco (Nicotiana tabacum), and Vetiver (Vetiveria zizanioides). Journal of Environmental Science and Health, Part A 40(1): Retrieved ( ). Bot, A., and J. Benites The importance of soil organic matter: key to drought-resistant soil and sustained food production. Rome: FAO Soils Bulletin nr 80. Budget Bestrating Grasblok. Retrieved ( CL:AIRE Contaminated Land: Applications in Real Environments. Retrieved ( Corvalan, Carlos, Simon Hales, and Anthony McMichael Ecosystems and Human Well-being. Washington, D.C.: Island Press. Craigmill, Arthur, and Ali Harivandi Home Gardens and Lead What You Should Know about Growing Plants in Lead-Contaminated Soil Critchley, W., and K. Siegert Water harvesting. FAO, Rome, Italy. Retrieved October 9, 2013 ( Czech, Brian, Paul R. Krausman, and Patrick K. Devers Economic Associations among Causes of Species Endangerment in the United States. BioScience 50(7):593. Retrieved ( Davies, Zoe G A national scale inventory of resource provision for biodiversity within domestic gardens. Biological Conservation 142(4): Retrieved September 25, 2013 ( Dijkstra, Klaas. 2013a. Wilde Planten in Nederland en België. Retrieved October 10, 2013 ( Dijkstra, Klaas. 2013b. Wilde planten in Nederland en België. Retrieved October 10, 2013 ( Directplant.nl Direct Plant. Retrieved (Directplant.nl). Diver, Steve, and Lee Rinehart Aquaponics Integration of Hydroponics with Aquaculture. Drainagebuizen Acties oktober. Retrieved ( 111

117 Dunnett, Nigel, and Muhammad Qasim Perceived benefits to human well-being of urban gardens. HortTechnology 10(March). Retrieved October 9, 2013 ( Ebbs, S. D Phytoextraction of Cadmium and Zinc from a Contaminated Soil. Journal of Environmental Quality 26(5): Egelbescherming Stichting Egelbescherming Nederland. Retrieved ( Emis.vito.be EMIS. Retrieved October 10, 2013 ( EPA A Citizen s Guide to Soil Vapor Extraction and Air Sparging. Famulari, Stevie, and Kyla Witz NDSU.edu. Retrieved October 10, 2013 ( Frankie, G., and R. Thorp Native bees are a rich natural resource in urban California gardens. California (September): Retrieved October 9, 2013 ( Frankie, Gordon W. et al Ecological Patterns of Bees and Their Host Ornamental Flowers in Two Northern California Cities. Journal of the Kansas Entomological Society 78(3): Fruitbomen.net. n.d. mini fruitbomen. Retrieved ( Gamma Terras Infiltratieput. Garantzaden.nl Garant Zaden. Retrieved ( Gaston, Kevin J., Richard M. Smith, Ken Thompson, and Philip H. Warren Urban domestic gardens (II): experimental tests of methods for increasing biodiversity. Biodiversity and Conservation 14(2): Retrieved ( Gemeente Amsterdam Handleiding daktuinen. Gemeente Arnhem Stimuleringsregeling afkoppeling hemelwaterafvoer. Retrieved ( Gerhardt, Karen E., Xiao-Dong Huang, Bernard R. Glick, and Bruce M. Greenberg Phytoremediation and rhizoremediation of organic soil contaminants: Potential and challenges. Plant Science 176(1): Retrieved September 25, 2013 ( GGD-richtlijn medische milieukunde RIVM Rapport

118 Gierzwaluwbescherming.nl Gierzwaluw Bescherming Nederland. Retrieved ( Glick, Bernard R Using soil bacteria to facilitate phytoremediation. Biotechnology advances 28(3): Retrieved ( Goddard, Mark a, Andrew J. Dougill, and Tim G. Benton Scaling up from gardens: biodiversity conservation in urban environments. Trends in ecology & evolution 25(2): Retrieved September 16, 2013 ( Greger, Maria, and Tommy Landberg Use of Willow in Phytoextraction. International Journal of Phytoremediation 1(2): Retrieved ( Grimm, Nancy B. et al Global change and the ecology of cities. Science (New York, N.Y.) 319(5864): Retrieved ( Grispen, Veerle M. J., Hans J. M. Nelissen, and Jos a C. Verkleij Phytoextraction with Brassica napus L.: a tool for sustainable management of heavy metal contaminated soils. Environmental pollution (Barking, Essex : 1987) 144(1): Retrieved ( Groei.nl Groei & Bloei. Retrieved (Groei.nl). Haddad, N. M., D. Tilman, J. Haarstad, M. Ritchie, and J. M. Knops Contrasting effects of plant richness and composition on insect communities: a field experiment. The American naturalist 158(1): Retrieved ( Haddad, Nick M., Shahid Naeem, E. Charles, E. Ritchie, and Katherine M. Howe. 1999a. Effects of plant species richness on invasion dynamics, disease outbreaks, insect abundances and diversity Haddad, Nick M., Shahid Naeem, E. Charles, E. Ritchie, and Katherine M. Howe. 1999b. Effects of plant species richness on invasion dynamics, disease outbreaks, insect abundances and diversity Hammer, D., and C. Keller Phytoextraction of Cd and Zn with <I>Thlaspi caerulescens</i> in field trials. Soil Use and Management 19(2): Retrieved ( Harris, S How to build a wildlife pond. Retrieved (DiscoverWildlife.com). Harter, Robert D Effect of Soil ph on Adsorption of Lead, Copper, Zinc, and Nickel. SSSAJ 47(1): Heinegg, Alexandra et al SOIL CONTAMINATION AND URBAN AGRICULTURE A practical guide to soil contamination issues for individuals and groups. Montreal. 113

119 Huisentuinmagazine.nl Huis en Tuin Magazine. Retrieved ( Janssen, E Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740; Nader bodemonderzoek en actualisatie grondwaterkwaliteit. Elst. Janssen, E Verkennend bodemonderzoek conform NEN Arnhem. Keesing, F., R. D. Holt, and R. S. Ostfeld Effects of species diversity on disease risk. Ecology letters 9(4): Retrieved September 20, 2013 ( Keller, Catherine, Daniel Hammer, Achim Kayser, and Walter Richner Root development and heavy metal phytoextraction efficiency: comparison of different plant species in the field. Plant and Soil (1998): Retrieved ( Khan, a G., C. Kuek, T. M. Chaudhry, C. S. Khoo, and W. J. Hayes Role of plants, mycorrhizae and phytochelators in heavy metal contaminated land remediation. Chemosphere 41(1-2): Retrieved ( Koel, Huub De Nederlandse bijen en hun relaties. Retrieved ( Kuiper, Irene, Ellen L. Lagendijk, Guido V Bloemberg, and Ben J. J. Lugtenberg Rhizoremediation : A Beneficial Plant-Microbe Interaction Bioremediation : A natural method. 17(1):6 15. Kujala, Sari User involvement: A review of the benefits and challenges. Behaviour & Information Technology 22(1):1 16. Lambrechts, Thomas et al Comparison of EDTA-enhanced phytoextraction and phytostabilisation strategies with Lolium perenne on a heavy metal contaminated soil. Chemosphere 85(8): Retrieved October 6, 2013 ( LaSalle, J Insect biodiversity in agroecosystems: function, value and optimization. Pp in Agrobiodiversity: characterization, utilizattion and management. Leefmilieu Brussel Het regenwater op het perceel beheren. Lei, ZHANG, LI Hong-xia, MA Wei-fang, and ZHAO Xin-hua Phytoremediation of Complex Contaminations in Dredged Sewage River Sediment by Lolium multiflorum Lam. Journal of Agro- Environment Science. Lestan, Domen, Chun-ling Luo, and Xiang-dong Li The use of chelating agents in the remediation of metal-contaminated soils: a review. Environmental pollution (Barking, Essex : 1987) 153(1):3 13. Retrieved October 7, 2013 ( Marchiol, L., S. Assolari, P. Sacco, and G. Zerbi Phytoextraction of heavy metals by canola (Brassica napus) and radish (Raphanus sativus) grown on multicontaminated soil. Environmental 114

120 pollution (Barking, Essex : 1987) 132(1): Retrieved ( Marchiol, L., G. Fellet, D. Perosa, and G. Zerbi Removal of trace metals by Sorghum bicolor and Helianthus annuus in a site polluted by industrial wastes: a field experience. Plant physiology and biochemistry : PPB / Société française de physiologie végétale 45(5): Retrieved ( Marzluff, John M Worldwide urbanization and its effects on birds. Avian Ecology and Conservation in an Urbanizing World Mcdonald, Robert I., Peter Kareiva, and Richard T. T. Forman The implications of current and future urbanization for global protected areas and biodiversity conservation. Biological Conservation 141(6): McGrath, S. P. et al Field evaluation of Cd and Zn phytoextraction potential by the hyperaccumulators Thlaspi caerulescens and Arabidopsis halleri. Environmental pollution (Barking, Essex : 1987) 141(1): Retrieved ( McGrath, Steve P., and Fang-Jie Zhao Phytoextraction of metals and metalloids from contaminated soils. Current Opinion in Biotechnology 14(3): Retrieved ( Medema, Jelle, and Saskia Naber Kies de ideale plek voor je moestuinkies de ideale plek voor je moestuin. Retrieved ( Milieuadvieswinkel Bovengrondse berging en infiltratie. Retrieved ( ). MilieuCentraal.nl Milieu Centraal. Retrieved ( Morgan, R Soil erosion and conservation. Fifth Edit. Blackwell publishing Ltd. Murphy, Kate. 2010a. Growing Vegetables Upside Down. Retrieved ( Murphy, Kate. 2010b. Growning vegetables upside down. Retrieved ( Natuursteen Rijngrind. Retrieved ( Neerlandstuin.nl Neerlands Tuin. Retrieved (Neerlandstuin.nl). Oosterhout Het afkoppelen van regenwater. 115

121 Parsons, Russ, Louis Tassinary, Roger Ulrich, Michelle Hebl, and Michelle Grossman-Alexander ENVIRONMENTAL PSYCHOLOGY THE VIEW FROM THE ROAD : IMPLICATIONS FOR STRESS RECOVERY AND Pulford, I. D., and C. Watson Phytoremediation of heavy metal-contaminated land by trees--a review. Environment international 29(4): Retrieved September 20, 2013 ( Rascio, Nicoletta, and Flavia Navari-Izzo Heavy metal hyperaccumulating plants: how and why do they do it? And what makes them so interesting? Plant science : an international journal of experimental plant biology 180(2): Retrieved ( RAVON Reptielen, amfibieën, vissen onderzoek Nederland. Retrieved ( Regenton Webwinkel Regenzuil 400L Kilian Water. Retrieved ( resources, Natural, and environment department FAO Water. Retrieved October 10, 2013 ( Rhoades, Heather. n.d. What vegetables can be grown upside down? Retrieved ( Rijsdijk, A Herziening rioleringsplan Bergse Plaat. Oranjewoud. Schwartz, Christophe, Guillaume Echevarria, and Jean Louis Morel Phytoextraction of cadmium with Thlaspi caerulescens Shayler, Hannah, Murray McBride, and Ellen Harrison Soil Contaminants and Best Practices for Healthy Gardens. Ithaca. Shaylor, H., M. McBride, and E. Harrison Soil contamination and best practices for healthy gardens. Cornell University Dept. of Crop and Soil. Retrieved ( ractices+for+healthy+gardens#1). Siemann, E., D. Tilman, J. Haarstad, and M. Ritchie Experimental tests of the dependence of arthropod diversity on plant diversity. The American naturalist 152(5): Retrieved ( Smit, J., and J. Nasr Urban agriculture for sustainable cities: using wastes and idle land and water bodies as resources. Environment and Urbanization 4(2): Retrieved September 30, 2013 ( 116

122 Smit, J., and J. Nasr Urban agriculture for sustainable cities: using wastes and idle land and water bodies as resources. Environment and Urbanization 4(2): Retrieved ( Smith, Richard M., Philip H. Warren, Ken Thompson, and Kevin J. Gaston Urban domestic gardens (VI): environmental correlates of invertebrate species richness. Biodiversity and Conservation 15(8): Retrieved October 9, 2013 ( Solhi, Mahmoud, Hossain Shareatmadari, and M. A. Hajabbasi Lead and zinc extraction potential of two common crop plants, Helianthus annuus and Brassica napus. Water, Air, and Soil Pollution Retrieved ( Stein, B. A., L... Kutner, and J... Adams, eds Precious Heritage. Oxford University Press, USA, Terra XL Houtchips. Retrieved ( Tlustoš, Pavel et al Variation in the uptake of Arsenic, Cadmium, Lead, and Zinc by different species of willows Salix spp. grown in contaminated soils. Central European Journal of Biology 2(2): Retrieved ( Tuincentrum.nl Tuincentrum Peeters. Retrieved ( Tuinplant.nl Tuinplant. Retrieved ( Turan, M., and A. Esringü Phytoremediation based on canola ( Brassica napus L.) and Indian mustard ( Brassica juncea L.) planted on spiked soil by aliquot amount of Cd, Cu, Pb, and Zn. 2007(2004):7 15. Ulrich, Roger. S View through a Window May Influence Recovery from Surgery. Science 224(4647): Uwtuinvolvlinders.nl Uw tuin vol vlinders. Retrieved ( Verhoef, André Rekenen aan een gigantisch dak. v:6800. Vijverhulp Vijverhulp. Retrieved ( Vlinderstichting.nl De Vlinder Stichting. Retrieved ( Vogelbescherming Vogelbescherming Nederland. Retrieved (Vogelbescherming.nl). Water, K Infiltratie van hemelwater in de bodem. Retrieved ( Waterbewust Ondergondse Infiltratie. Retrieved ( 117

123 Whiting, S. N., M. P. de Souza, and N. Terry Rhizosphere bacteria mobilize Zn for hyperaccumulation by Thlaspi caerulescens. Environmental science & technology 35(15): Retrieved ( Wildkamp Infiltratiebox. Retrieved ( x-410-mm-300-liter-met-omwikkeling_pr_920062_cat_ ). Woonwijzer Media Regenwater in de tuin. Retrieved ( ZaadhandelVanderwal.nl Zaadhandel en Tuinwinkel van der Wal. Retrieved ( Zahraseeds.eu Zahra Seeds. Retrieved ( ZHUANG, P., H. ZOU, and W. SHU Biotransfer of heavy metals along a soil-plant-insect-chicken food chain: Field study. Journal of Environmental Sciences 21: Zoogdiervereniging Zoogdier Vereniging. Retrieved ( Zwartgroen.nl zwart groen. Retrieved October 10, 2013 ( 118

124 Appendix A: Diverse figuren Figuur 5: Voorbeeld van een daktuin. Apsva.us Figuur 6: Collage doorlatende betegeling (Beeldens et al. 2008) 119

125 Figuur 7: Voorbeeld van een WADI. JoostdeVree.nl Figuur 8: Voorbeeld van een terras

126 Figuur 9: Voorbeeld van upside-down tuinieren. TomatoCasual 121

127 Appendix B: Lijsten met planten Planten voor bijen Lange Ereprijs (Veronica longifolia) Geitenbaard (Aruncus dioicus) Damastbloem (Hesperis matronalis) Wilde Tijm (Thymus serpyllum) Salie (Salvia officinalis) Wilde Majolein (Origanum vulgare) Ezelsoor (Stachys byzantina) Brede lathyrus (Lathyrus latifolius) Meisjesogen (Coreopsis verticillata) Herfstaster (Aster ageratoides) Planten voor in de vijver Moerasplanten Grote waterweegbree (Alisma plantago-aquatica) Zwanebloem (Butomus umbellatus) Dotterbloem (Caltha palustris) Gele lis (Iris pseudacorus) Penningkruid (Lysimachia nummularia) Kattenstaart (Lythrum salicaria) Watermunt (Mentha aquatica) Waterdrieblad (Menyanthes trifoliata) Moeras-vergeet-me-nietje (Myosotis palustris) Wateraardbei (Potentilla palustris) Grote boterbloem (Ranunculus lingua) Pijlkruid (Sagittaria sagittifolia) Beekpunge (Veronica beccabunga) Planten met drijvende bladeren Kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae) Gele plomp (Nuphar lutea (alleen in een grote vijver)) Witte waterlelie (Nymphea alba (alleen in een grote vijver)) Watergentiaan (Nymphoides peltata) Drijvend fonteinkruid (Potamogeton natans) Fijne waterranonkel (Ranunculus aquatilis) Krabbescheer (Stratiotes aloides) 122

128 Ondergedoken waterplanten Sterrenkroos (Callitriche sp.) Hoornblad (Ceratophyllum sp.) Waterpest (Elodea sp.) Waterviolier (Hottonia palustris) Aarvederkruid (Myriophyllum spicatum) Planten voor vlinders Blauwe bloemen Vlinderstruik (Buddleja spec.) Maarts viooltje (Viola odorata) Marjolein (Origanum marjorana, origanum vulgare) Kruipend zenegroen (Ajuga reptans) Slangenkruid (Echium vulgare) Herfstaster (Aster spec.) Luzerne (Medicago sativa) Vergeet-mij-nietje (Myosotis) Gele bloemen Sporkenhout/Vuilboom (Rhamnus frangula) Muizenoor (Hieracium pilosella) Gewone paardenbloem (Taraxacum officinale) Gewone rolklaver (Lotus corniculatus) Grote teunisbloem (Oenonthera erythrosepala) Gewoon biggenkruid (Hypochaeris radicata) Gewone zandkool (Diplotaxus tenuifolia) Jacobskruiskruid (Senecio jacobaea) Leeuwentand (Leontodon spec.) Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) Klimop (Hedera helix) Lila bloemen Peperboompje (Daphne mezereum) Akkerdistel (Cirsium arvense) Wilde tijm (Thymus serpyllum) Beemdkroon (Knautia arvensis) IJzerhard (Verbena spec.) Munt (Mentha spec.) Zulte/Zeeaster (Aster tripolium) 123

129 Roze / rode bloemen Pinksterbloem (Cardamine pratensis) Dagkoekoeksbloem (Silene dioica) Adderwortel (Polygonum bistorta) Echte koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi) Engels gras (Armeria spec.) Braam (Rubus spec.) Gewone dophei (Erica tetralix) Grote kattenstaart (Lythrum salicaria) Hemelsleutel (Sedum telephium) Speerdistel (Cirsium vulgare) Knoopkruid (Centaurea jacea) Marjolein (Origanum 'Nymphenburg') Muskuskaasjeskruid (Malva moschata) Struikhei (Calluna spec.) Koninginnenkruid (Eupatorium purpureum 'Atropurpureum') Witte bloemen Prunus (Prunus spec.) Gewone margriet (Leucanthemum vulgare) Gewoon duizendblad (Achillea millefolium) Margriet (Chrysanthemum maximum 'Gruppenstolz') Vlier (Sambucus spec.) Engelwortel (Angelica spec.) Witte klaver (Trifolium repens) Wilde bertram (Achillea ptarmica) 124

130 Waardplanten voor vlinders Groot Koolwitje Klein Koolwitje Klein Witje Oranjetipje Citroenvlinder Geaderd Kleine Vuurvlinder Boomblauwtje Icarusblauwtje Distelvlinder Atalanta Dagpauwoog Kleine vos Gehakkelde aurelia Landkaartje koolsoorten en andere kruisbloemigen, zoals damastbloem en koolzaad, oostindische kers koolsoorten en andere kruisbloemigen, zoals damastbloem en koolzaad, oostindische kers kruisbloemigen, zoals look-zonder-look en pinksterbloem look-zonder-look, pinksterbloem en judaspenning vuilboom, wegedoorn schapenzuring, veldzuring vuilboom, klimop, heide, hulst, wegedoorn, vlinderstruik en kattenstaart diverse klaversoorten, zoals hopklaver, rolklaver en gewone rupsklaver diverse distelsoorten, kleine klis, kaasjeskruid en brandnetels grote en kleine brandnetel grote brandnetel grote brandnetel grote brandnetel, hop, iep, aalbes grote brandnetel Planten voor vogels Solitaire bomen (uitzicht, voedsel, veiligheid en voortplanting) Zwarte els Alnus glutinosa Ruwe berk Betula pubescens Zachte berk Betula pubescens Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna Beuk Fagus sylvatica Hulst Ilex aquifolium Appelboom Malus (diverse soorten) Zoete kers Prunus avium Morel Prunus cerasus Pruim Prunus domestica Kroosjes Prunus domestica ssp.insititia Vogelkers Prunus padus 'Albertii' Zomereik Quercus robur Meelbes Sorbus aria Lijsterbes Sorbus aucuparia 125

131 Hagen (voedsel, veiligheid en voortplanting) Veldesdoorn Acer campestre Haagbeuk Carpinus betulus Meidoorn Crataegus monogyna Liguster Ligustrum vulgare Vuurdoorn Pyracantha coccinea Hondsroos Rosa canina Taxus Taxus baccata Heesters (voedsel, veiligheid en voortplanting) Drents krentenboompje Amelanchier lamarckii Broodboom Aucuba japonica Zuurbes Berberis aggregata Witte kornoelje Cornus alba Rode Kornoelje Cornus sanguinea Hazelaar Corylus avellana Dwergmispel Cotoneaster spec. Tweestijlige meidoorn Crataegus laevigata Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna Olijfwilg Elaeagnus multiflora Kardinaalsmuts Euonymus europaeus Struik-klimop Hedera helix 'Arborescens' Duindoorn Hippophae rhamnoides Hulst Ilex aquifolium Hulst Ilex verticillata Jeneverbes Juniperus communis Mahonie Mahonia japonica Taxus Taxus baccata Glansmispel Photinia villosa laevis Sleedoorn Prunus spinosa Vuurdoorn Pyracantha coccinea Zwarte bes Ribes nigrum Aalbes Ribes rubrum Vuilboom/sporkehout Rhamnus frangula alnus Bosroos Rosa arvensis Hondsroos Rosa canina Franse roos Rosa gallica Bergroos Rosa glauca Kaneelroos Rosa majalis Egelantier Rosa rubiginosa Rimpelroos Rosa rugosa Dauwbraam Rubus caesius 126

132 Framboos Rubus iaeus Gewone braam Rubus fructicosus Braam Rubus laciniatus Gewone vlier Sambucus nigra Trosvlier Sambucus racemosa Sneeuwbes Symphoricarpos albus Blauwe bes Vaccinium corymbosum Vossebes Vaccinium vitis-idaea Gelderse roos Viburnum opulus Klimplanten (voedsel, voortplanting en veiligheid) Wilde bosrank Clematis vitalba Klimop Hedera helix Hop Humulus lupulus Klimhortensia Hydrangea anomla petiolaris Winterjasmijn Jasminum nudiflorum Wilde kamperfoelie Lonicera periclymenum Wilde wingerd Parthenocissus Vuurdoorn Pyracantha 'Orange Charmer' Klimroos Rosa Bobbie James Ramblertype Klimroos Rosa filipes cv Kiftsgate Ramblertype Blauwe regen Wisteria sinensis Vaste planten/onderbeplanting (om tussen te scharrelen op zoek naar voedsel) Gevlekte Aronskelk Arum Lappa Duizendblad Achillea millefolium Wilde bertram Achillea ptarmica Zenegroen Ajuga reptans Vrouwenmantel Alchemilla mollis Look-zonder-look Alliaria officinalis Engels gras Armeria maritima Aster Spirea Astilbe Knoopkruid Centaurea jacea Korenbloem Centaurea Margriet Chrysanthemum Ridderspoor Delphinium elatum Vingerhoedskruid Digitalis purpurea Kaardenbol Dipsacus sylvestris Kogeldistel Echinops Koninngekruid Eupatorium cannabinum 127

133 Lievevrouwebedstro Galium odoratum Robertskruid Geranium robertianum Gele dovenetel Lamium galeobdolon Lavendel Lavendula Penningkruid Lysimachia nummularia Kattenstaart Lythrum salicaria Judaspenning Lunaria annua Teunisbloem Oenothera Marolein Origanum hybridum Adderwortel Persicaria Duizendknoop Polygonum rudbeckia Veldsalie Salvia pratensis Duifkruid Scabiosa caucasica Vetkruid Sedum Zonnekroon Silphium laciniatum Guldenroede Solidago Boerenwormkruid Tanacetum vulgare Wilde tijm Thymus serphyllum Varens Zwarte toorts Verbascum nigrum Verbena Verbena bonariensis Maagdenpalm Vinca minor Een- en tweejarige planten lokken insecten en zijn rijk aan zaden Haver Avena sativa Veerdelig tandzaad Bidens tripartita Koolzaad Brassica napus Peen Daucus carota Grote kaardenbol Dipsacus fullonum Boekweit Fagopyrum esculentum Zonnebloem Helianthus annuus Vlas Linum usitatissimum Teunisbloem Oenothera Gierst Panicum Paarse Morgenster Tragopogon porrifolius Keizerskaars Verbascum phlomoides Raapzaad Brassica rapa 128

134 Appendix C: Plattegrond en tuinschets Plattegrond van Sint Martens Hof, Arnhem. Verkregen van bewoners. 129

135 Schematische tuinschets voor oplossing van het waterprobleem. 130

136 Appendix D: Optionele planten voor fytoremediatie Zinkboerenkers (Thlaspi caerulescens) Bron: Katjes van de katwilg (Salix viminalis). Bron: 131

137 Koolzaad (Brassica napus). Bron: De zonnebloem (Helianthus annuus). Bron: 132

138 Appendix E: Nestkasten (Gierzwaluwbescherming.nl 2013) Nestkast voorbeeld I 133

139 Nestkast voorbeeld II 134

140 Nestkast voorbeeld III 135

DUURZAME STADSTUIN in vogelvlucht

DUURZAME STADSTUIN in vogelvlucht DUURZAME STADSTUIN in vogelvlucht Arnhem, Sint Martens Hof URBAN NATURE CONSULTANCY Een onderzoek gedaan door Urban Nature Consultancy, dient als basis voor de ontwikkeling van een tuinontwerp voor een

Nadere informatie

DSI regenwater infiltratie.

DSI regenwater infiltratie. DSI regenwater infiltratie. De adequate oplossing van een actueel probleem. Klimaatverandering. Het klimaat verandert. Met als gevolg een toename van de duur en frequentie van wateroverlast, verkeersonveiligheid

Nadere informatie

Regenwater leid je niet om de tuin!

Regenwater leid je niet om de tuin! Regenwater leid je niet om de tuin! Regenwater is te waardevol om direct het riool in te laten lopen. Vang het op en gebruik het goed. Kijk voor tips op www.denhaag.nl/water Regenwater leid je niet om

Nadere informatie

Regenwater in de tuin

Regenwater in de tuin Regenwater in de tuin Hoe maak ik mijn tuin waterklaar? Minder wateroverlast Een klimaatvriendelijke tuin Voorkom verdroging Wateroverlast door verandering van het klimaat Het is goed om te weten dat gemeenten,

Nadere informatie

Hoe maak ik mijn tuin waterklaar? wateroverlast. Een klimaatvriendelijke

Hoe maak ik mijn tuin waterklaar? wateroverlast. Een klimaatvriendelijke in de tuin Hoe maak ik mijn tuin waterklaar? Minder wateroverlast Een klimaatvriendelijke tuin Subsidie Wateroverlast door verandering van het klimaat Het is goed om te weten dat gemeenten, samen met waterschappen,

Nadere informatie

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte.

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. HUIS & TUIN www.hydrorock.com Particuliere markt en watermanagement De klimaatverandering zorgt voor meer en heviger regenbuien waardoor

Nadere informatie

De kunst van het alledaagse. IT-buizen

De kunst van het alledaagse. IT-buizen De kunst van het alledaagse IT-buizen De Kijlstra IT-buis: de complete oplossing tegen bodemverdroging. Op veel plaatsen in ons land worden hemel en aarde gescheiden door een verhard oppervlak. Bebouwing

Nadere informatie

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. OVERHEID & PUBLIEKE DIENSTEN www.hydrorock.com Overheden en watermanagement Watermanagement in stedelijke gebieden is zeer actueel. Klimaatverandering

Nadere informatie

De wereld is klaar voor Hydrorock

De wereld is klaar voor Hydrorock De wereld is klaar voor Hydrorock Missie Voorkomen van wateroverlast en verdroging in bebouwde en onbebouwde omgevingen met ecologisch verantwoorde oplossingen. Competenties van Hydrorock International

Nadere informatie

Regenwater in de tuin. Beperk wateroverlast Voorkom verdroging Maak je tuin Waterklaar Tips in deze folder

Regenwater in de tuin. Beperk wateroverlast Voorkom verdroging Maak je tuin Waterklaar Tips in deze folder in de tuin Beperk wateroverlast Voorkom verdroging Maak je tuin Waterklaar Tips in deze folder Wateroverlast door verandering van het klimaat Een wadi is een verlaging in een grasveld of tuin, waar water

Nadere informatie

JOBICELL INFILTRATIEBOX

JOBICELL INFILTRATIEBOX FOLIE GEOTEXTIEL EN GEOGRIDS LEIDINGSYSTEMEN VIJVER EN TUIN EPS CONSTRUCTIES KUNSTSTOF FABRICATEN DRAINAGESYSTEMEN GROEIPLAATSVERBETERING JOBICELL INFILTRATIEBOX het modulaire infiltratie- en bergingssysteem

Nadere informatie

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN De meest voorkomende inrichtingen worden hieronder vermeld. Voor meer details, raadpleeg www.nwrm.eu (NWRM: Natural Water Retention Measures), Europese nomenclatuur

Nadere informatie

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5 MEMO Aan : bewoners Plakstraat - Raadhuisstraat - Julianastraat - Kerkstraat Van : Cristian Timmermans projectleider gemeente Stein Jean-Philippe Janssens Ducot Engineering & Advies Datum : 24 juni 2015

Nadere informatie

.boekeltuinen.nl www

.boekeltuinen.nl www www.boekeltuinen.nl TEGEL ERUIT, PLANTJE ERIN TIP Houd de tuin zo groen Barbara Bekhof mogelijk en minimaliseer de verharding. Arjen Grent 3 REGENTON Als je de regenpijp hebt afgekoppeld, kun je het regenwater

Nadere informatie

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte.

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. NATUURBEHEER & LANDBOUW www.hydrorock.com Natuurbeheer en watermanagement Droogte, hittegolven, hevige regenval en overstromingen. Ze komen

Nadere informatie

ONS VLOEIBARE GOUD. regenwater

ONS VLOEIBARE GOUD. regenwater ONS VLOEIBARE GOUD regenwater Regenwater Maar regenwater is ook schoon water, onmisbaar voor planten en dieren. Het regent steeds vaker heel hard. Al dat regenwater zorgt met regelmaat voor schade aan

Nadere informatie

Handleiding en garantie voorwaarden Toepassing en plaatsingsinstructies voor de hydrorock blokken.

Handleiding en garantie voorwaarden Toepassing en plaatsingsinstructies voor de hydrorock blokken. Handleiding en garantie voorwaarden Toepassing en plaatsingsinstructies voor de hydrorock blokken. Hydrorock wordt toegepast in bebouwde en onbebouwde gebieden, naast of onder verhardingen, rondom gebouwen

Nadere informatie

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel De heer M.C.M. Sieben is voornemens een nieuwe rundveestal op te richten op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Nederweert, sectie

Nadere informatie

Afkoppelen hemelwater. Oude Pastoriebuurt. Auteur(s): Dhr. T. van den Kerkhof Dhr. R. Thijssen 04-09 - 2015

Afkoppelen hemelwater. Oude Pastoriebuurt. Auteur(s): Dhr. T. van den Kerkhof Dhr. R. Thijssen 04-09 - 2015 Afkoppelen hemelwater Oude Pastoriebuurt Auteur(s): Dhr. T. van den Kerkhof Dhr. R. Thijssen 04-09 - 2015 Opening - welkom Ton van den Kerkhof Projectleider Roy Thijssen Adviseur riolering en water Luuk

Nadere informatie

zo doet u dat! Regenwater afkoppelen? De gemeente voert in uw buurt een afkoppelproject uit. U kunt meedoen door de regenwaterafvoer

zo doet u dat! Regenwater afkoppelen? De gemeente voert in uw buurt een afkoppelproject uit. U kunt meedoen door de regenwaterafvoer gemeente Ede november 2007 Regenwater afkoppelen? zo doet u dat! De gemeente voert in uw buurt een afkoppelproject uit. U kunt meedoen door de regenwaterafvoer van uw dak af te koppelen. Of u bent dit

Nadere informatie

Beter omgaan met hemelwater

Beter omgaan met hemelwater Beter omgaan met hemelwater Informatie over het afkoppelen van het dakoppervlak Wat kunt u doen? Van alles eigenlijk. Een van de gemakkelijkste dingen die u gewoon thuis kunt doen, is de regenpijp doorzagen.

Nadere informatie

leeft......met water Regenwater gescheiden afvoeren

leeft......met water Regenwater gescheiden afvoeren Schijndel leeft......met water Regenwater gescheiden afvoeren Schijndel leeft met water Door veranderende weersomstandigheden en toekomstige ontwikkelingen in de waterwetgeving, moet iedere gemeente een

Nadere informatie

DE WATERINFILTRERENDE TUIN.

DE WATERINFILTRERENDE TUIN. DE WATERINFILTRERENDE TUIN. Maurice van Grasstek Rijsenhout, 17-08-2017 0 Inhoud Inleiding:... 2 Het probleem:... 2 De oplossing:... 2 Het plan:... 3 Groen dak... 3 Ondergrondse infiltratie... 4 Het plangebied:...

Nadere informatie

Drainage. Horizontaal en Verticaal. www.infiltratie.com. Ontdek de mogelijkheden van regenwater. Regenwater. Woningbouw. Regenwater.

Drainage. Horizontaal en Verticaal. www.infiltratie.com. Ontdek de mogelijkheden van regenwater. Regenwater. Woningbouw. Regenwater. Drainage Horizontaal en Verticaal Woningbouw Drinkwater utiliteitsbouw Grijswater Afkoppelen & infiltratie Afvalwater Breaktanks DEHOUST Tanks www.infiltratie.com Ontdek de mogelijkheden van regenwater

Nadere informatie

Na regen komt Duborain. Tuinvriendelijk regenwaterbeheer om de woning

Na regen komt Duborain. Tuinvriendelijk regenwaterbeheer om de woning Na regen komt Duborain Tuinvriendelijk regenwaterbeheer om de woning Regenwater: houd de tuin eenvoudig droog Nederland is het regenland bij uitstek. Door de veranderende klimatologische omstandigheden,

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

De eenvoudige en milieuvriendelijke oplossing voor wateroverlast in de tuin en op het terras

De eenvoudige en milieuvriendelijke oplossing voor wateroverlast in de tuin en op het terras De eenvoudige en milieuvriendelijke oplossing voor wateroverlast in de tuin en op het terras REGENWATER DRAINAGE- EN BUFFERSYSTEEM GEEN LEIDINGWERK NODIG www.hydroblob.com REGENWATER WORDT SNEL GEABSORBEERD

Nadere informatie

tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015

tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015 tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015 Voorstellen multifunctionele landbouw functieverandering landschappelijke inpassing gebiedsontwikkeling

Nadere informatie

Informatieavond Bouwkavels Molenbeek

Informatieavond Bouwkavels Molenbeek Informatieavond Bouwkavels Molenbeek Informatieavond Bouwkavels Molenbeek Programma informa+eavond 1. Welkom en uitleg van het proces na de ondertekening van de reserveringsovereenkomst door Ariën Schaap

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

Sportvelden. Drainage, Buffering en Infiltratie. Ontdek de mogelijkheden van regenwater. Regenwater. Woningbouw.

Sportvelden.   Drainage, Buffering en Infiltratie. Ontdek de mogelijkheden van regenwater. Regenwater. Woningbouw. Woningbouw Drinkwater utiliteitsbouw Grijswater Afkoppelen & infiltratie Sportvelden Drainage, Buffering en Infiltratie Afvalwater Breaktanks DEHOUST Tanks www.infiltratie.com Ontdek de mogelijkheden van

Nadere informatie

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen Aan Gemeente Diemen T.a.v. de heer R. den Ouden Van M. Tobé Betreft Waterhuishouding Sportpark Diemen Projectnummer M15B0269 Behandeld door Max Tobé E max.tobe@mwhglobal.com T 015 751613 1 Inleiding De

Nadere informatie

IN EEN VERRASSEND GROENE STAD...

IN EEN VERRASSEND GROENE STAD... IN EEN VERRASSEND GROENE STAD... Mogen groene daken niet ontbreken! eindhoven.nl/verrassendgroen 2 Een dynamische en bloeiende stad als Eindhoven fleurt op door een leefomgeving met nog meer groen. Een

Nadere informatie

Daktuinen Groene gevels en daken

Daktuinen Groene gevels en daken Daktuinen Groene gevels en daken Woningbouw Drinkwater utiliteitsbouw Grijswater Afkoppelen & infiltratie Afvalwater Breaktanks DEHOUST Tanks www.infiltratie.com Ontdek de mogelijkheden van regenwater

Nadere informatie

werkblad 8: Infiltratie van regenwater Doel van het onderzoek Wat moet je weten voordat je begint?

werkblad 8: Infiltratie van regenwater Doel van het onderzoek Wat moet je weten voordat je begint? werkblad 8: Infiltratie van regenwater binnen 2 De snelle afvoer van regenwater via verharde oppervlakken en rioleringen zorgt ervoor dat regenwater niet meer kan insijpelen of infiltreren in de bodem.

Nadere informatie

Waterplan. Geenraderweg ong. Rozendaal GR Meijel AR Baexem

Waterplan. Geenraderweg ong. Rozendaal GR Meijel AR Baexem Waterplan Geenraderweg ong., Baexem Inrichtinghouder: Adres inrichting : ANR Projecten B.V. Rozendaal 28 5768 GR Meijel Geenraderweg ong. 6095 AR Baexem Datum : 28-08-2013 1. Initiatief Het initiatief

Nadere informatie

BESLISBOOM HEMELWATER MAATREGELEN

BESLISBOOM HEMELWATER MAATREGELEN BESLISBOOM HEMELWATER MAATREGELEN Waar komt de vraag vandaan? Klimaatverandering Maatregelen Welke maatregel past het beste in welke situatie? 2 04-07-18 Voorbeelden bemaling nodig om IT-riool aan te leggen

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER particulieren en bedrijven

AANVRAAGFORMULIER particulieren en bedrijven AANVRAAGFORMULIER particulieren en bedrijven Voor subsidie in het kader van de Stimuleringsregeling Afkoppelen verhard oppervlak 2007-2012 WRO en Subsidieverordening Afkoppelen hemelwater Stein 2010 In:...2010

Nadere informatie

een wadi voor de opvang van regenwater meer extreem natte periodes

een wadi voor de opvang van regenwater meer extreem natte periodes In gewone woonwijken verzamelt het regenwater zich vanaf daken en straten in de riolering, waarna het naar het oppervlaktewater of samen met het huishoudelijke afvalwater naar een rwzi stroomt. In het

Nadere informatie

Geen water op straat maar eronder

Geen water op straat maar eronder Geen water op straat maar eronder 52 mm waterberging onder de bestrating GEP Water BV Kolk 52, 4241 TJ Arkel, The Netherlands +31 (0)183-610520 www.gep-rainwater.com Geen regenwater op straat maar eronder

Nadere informatie

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Inleiding Dit document is opgesteld als vervolg en update van de analyse van de waterhuishouding, opgesteld in januari 2008. Toen is geconstateerd dat de

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Handleiding bepaling MijnBodemConditie

Handleiding bepaling MijnBodemConditie Handleiding bepaling MijnBodemConditie Beter boeren met de BodemConditieScore! Versie 1.0 uitgewerkt voor de Beemsterpolder (NH) Deze handleiding bevat instructies hoe een BodemConditieScore voor een enkele

Nadere informatie

Graduation Plan. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences

Graduation Plan. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences Graduation Plan Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences Graduation Plan: All tracks The graduation plan consists of at least the following data/segments: Personal information Name

Nadere informatie

GEPREFABRICEERDE INFILTRATIEBUIS ZONDER GRIND

GEPREFABRICEERDE INFILTRATIEBUIS ZONDER GRIND GEPREFABRICEERDE INFILTRATIEBUIS ZONDER GRIND Bovenaanzicht Vooraanzicht Ø 300 mm of 370 mm Onderaanzicht L = 3 m of 6 m Net van polyethyleen EPS vlokken Het onderste deel is niet voorzien van geotextiel,

Nadere informatie

Waterdoorlatende betonstraatstenen

Waterdoorlatende betonstraatstenen Waterdoorlatende betonstraatstenen De grote toename van verharde oppervlakken leidt tot wateroverlast en een verlaging van het peil van de grondwaterstand. Logisch: het hemelwater kan niet meer op natuurlijke

Nadere informatie

De eenvoudige en milieuvriendelijke drainageoplossing

De eenvoudige en milieuvriendelijke drainageoplossing De eenvoudige en milieuvriendelijke drainageoplossing LEG ZELF UW EIGEN DRAINAGESYSTEEM AAN GEEN LEIDINGWERK NODIG www.hydroblob.com REGENWATER WORDT SNEL GEABSORBEERD Hydroblob beschermt tegen wateroverlast

Nadere informatie

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1. Notitie Datum: 17 juni 2015 Betreft: Afkoppelen nieuwbouw Handelstraat, Apeldoorn Kenmerk: BP30, NOT20150617 Bestemd voor: Bun Projectontwikkeling BV Ter attentie van: de heer J. Spriensma Opgesteld door:

Nadere informatie

Regenwateropvang op perceel en in de wijk. Wat werkt (niet)

Regenwateropvang op perceel en in de wijk. Wat werkt (niet) Regenwateropvang op perceel en in de wijk Wat werkt (niet) STOWA / Stichting RIONED Utrecht, 29 mei 2018 Lekker duurzaam! Tegeltaks Ook gemeenten kampioen tegelen Chasse Park Breda Architect Rem Koolhaas,

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Innovatief grachtenconcept met geïntegreerd fietspad comfortabel fietsen op het water

Innovatief grachtenconcept met geïntegreerd fietspad comfortabel fietsen op het water Innovatief grachtenconcept met geïntegreerd fietspad comfortabel fietsen op het water Wat is Vélonɛt? de gracht doet op onzichtbare wijze zijn werk verder Flexibel ontwerp: bovenplaat eenvoudig te vervangen

Nadere informatie

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan:

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Mercatorplein 1 Postbus 1018 5200 BA 'shertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: 2D berekening water op straat Blarenkamp Ottersum 'shertogenbosch,

Nadere informatie

www.regenwater.com Tuin Woningbouw Regenwater Regenwater Tuin Utiliteitsbouw Regenwater Grijswater Infiltratie Afvalwater

www.regenwater.com Tuin Woningbouw Regenwater Regenwater Tuin Utiliteitsbouw Regenwater Grijswater Infiltratie Afvalwater www.regenwater.com Afvalwater Infiltratie Grijswater Utiliteitsbouw Woningbouw in de tuin paal RVS Ondergrondse tuintankfilter Flatline regenwatertank (zie pagina 6) Dompelpomp X-Press tankfilter X-Press

Nadere informatie

Een klimaatactieve wijk

Een klimaatactieve wijk Een klimaatactieve wijk 7 februari 2018 Hiltrud Pötz Totaal verhard Thema: Water Uitdaging Klimaatverandering: - meer neerslag in korte tijd, wateroverlast - langere periodes van droogte Oplossing Wijk

Nadere informatie

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M.

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M. Landgoed De Hattert Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas Datum : 1 oktober 2010 Auteur Opdrachtgever : Ir. L.J.A.M. van Nierop : P. van Kempen VOORWOORD In opdracht van de heer

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Behoud van schoonwater door afgifte aan de bodem. the green label in watermanagement

Behoud van schoonwater door afgifte aan de bodem. the green label in watermanagement Behoud van schoonwater door afgifte aan de bodem the green label in watermanagement Er zijn lokale subsidies beschikbaar Vanwege geplande EU-wetgeving inzake regenwaterafvoer bieden veel lokale overheden

Nadere informatie

Schematisatie oplossingen in systeem. Terugslagklep

Schematisatie oplossingen in systeem. Terugslagklep 2A. Terugslagklep huisaansluiting Overlastsituatie Afvalwater stroomt bij hevige regenbuien vanuit het riool naar huis en tuin. Zie paragraaf 3.2 uit het rapport: Aanpak wateroverlast Lombok en Zeeheldenbuurt

Nadere informatie

Lijnenspel. Remco van Groesen ( ) & Ellen Houbiers ( )

Lijnenspel. Remco van Groesen ( ) & Ellen Houbiers ( ) Lijnenspel Remco van Groesen (0769631) & Ellen Houbiers (0775493) Technische Universiteit Eindhoven Opdrachtgever: Benne de Weger Begeleider: Cor Hurkens 18 januari 2013 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2

Nadere informatie

Na regen komt Duborain. Regenwaterbeheer voor de particuliere woning

Na regen komt Duborain. Regenwaterbeheer voor de particuliere woning Na regen komt Duborain Regenwaterbeheer voor de particuliere woning Regenwater: houd uw terrein eenvoudig droog België krijgt regelmatig af te rekenen met hevige regenbuien en onweer. Door de veranderende

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

BlueTube IT-buizen Drainbuizen INFILTRATIE

BlueTube IT-buizen Drainbuizen INFILTRATIE BlueTube IT-buizen Drainbuizen INFILTRATIE waarom infiltreren Klimaatverandering Hevige regenbuien komen vandaag de dag steeds vaker voor in ons land. Dit heeft onder andere tot gevolg dat veel straten

Nadere informatie

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond Grondwater bestaat uit regenwater en oppervlaktewater dat in de bodem is weg gezakt en kwelwater dat onder druk uit lager

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Resultaten enquête (grond)wateroverlast Hoogeveen

Resultaten enquête (grond)wateroverlast Hoogeveen Resultaten enquête (grond)wateroverlast Hoogeveen Samenvatting Uitgebracht aan: Gemeente Hoogeveen Raadhuisplein 24 7902 NP HOOGEVEEN samenvatting samenvatting Projecttitel : Resultaten enquête (grond)wateroverlast

Nadere informatie

Waterhuishouding in de Contreie

Waterhuishouding in de Contreie Waterhuishouding in de Contreie Water speelt een belangrijke rol in de Contreie. Er is bij de ontwikkeling van deze woonwijk gekozen om het regenwater of te infiltreren in de bodem of hiermee de omliggende

Nadere informatie

Kenmerk Contactpersoon Plaats en datum Ing. B. Mengers Doetinchem, Tel

Kenmerk Contactpersoon Plaats en datum Ing. B. Mengers Doetinchem, Tel ECOPART BV ZEPHIRLAAN 5 7004 GP DOETINCHEM TELEFOON 03 14-36 81 00 FAX 03 14 36 57 43 E-MAIL INFO@ECOPART-BV.NL INTERNET WWW.ECOPART_BV.NL BTW NR. NL 81 01 466 29 B01 HANDELSREGISTER 100 35 993 RABOBANK

Nadere informatie

INFILTRATIE, DROOG & NAT. Verticaal infiltreren in de onverzadigde en verzadigde zone

INFILTRATIE, DROOG & NAT. Verticaal infiltreren in de onverzadigde en verzadigde zone INFILTRATIE, DROOG & NAT Verticaal infiltreren in de onverzadigde en verzadigde zone Afkoppelen en verticaal infiltreren Sijpelende buis als wapen. Het klimaat verandert. Hevige regenval komt steeds vaker

Nadere informatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie NOT01-0252596-01a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze notitie wordt verwoord

Nadere informatie

Drainage voorkomt grondwateroverlast. Ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin

Drainage voorkomt grondwateroverlast. Ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin Drainage voorkomt grondwateroverlast Ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin Inleiding Als gevolg van een hoge grondwaterstand kan grondwater overlast veroorzaken in huis

Nadere informatie

De slimme ecologische oplossing tegen water op de baan én droogte.

De slimme ecologische oplossing tegen water op de baan én droogte. De slimme ecologische oplossing tegen water op de baan én droogte. GOLFBANEN www.hydrorock.com Golfbanen en watermanagement Droogte, hittegolven, hevige regenval en overstromingen. Ze komen vaker voor

Nadere informatie

Datum: 14 mei 2009 RJ/KvdN/MMu/BA 85-3-NO Betreft: Watertoets in het kader van project Zwembad de Krommerijn te Utrecht

Datum: 14 mei 2009 RJ/KvdN/MMu/BA 85-3-NO Betreft: Watertoets in het kader van project Zwembad de Krommerijn te Utrecht Notitie Datum: 14 mei 2009 Ref.: RJ/KvdN/MMu/BA 85-3-NO Betreft: Watertoets in het kader van project Zwembad de Krommerijn te Utrecht 1. Algemeen In opdracht van de Gemeente Utrecht wordt in de onderhavige

Nadere informatie

Gebruikershandleiding ESIS Schoolrapport

Gebruikershandleiding ESIS Schoolrapport ESIS Gebruikershandleiding ESIS Schoolrapport Versie februari 2013-1 - Zonder schriftelijke toestemming van de auteur mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel

Nadere informatie

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen. NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Dibema Montfort B.V. Projectnummer : RDL-007-01 Projectomschrijving : Wonen Aan de Kasteeltuinen Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum

Nadere informatie

Waterbewustzijn Molenhoek. Rogér Derksen

Waterbewustzijn Molenhoek. Rogér Derksen Waterbewustzijn Molenhoek Rogér Derksen 1 AGENDA MOLENHOEK KLIMAATBEWUSTZIJN 1. Voorstelrondje 2. Presentatie en achtergrond 3. Vragen 2 Voorstellen Rogér Derksen Projectleider civiele techniek, adviseur

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

SWOT - analyse. november 2007 van Dromen naar Scoren 1

SWOT - analyse. november 2007 van Dromen naar Scoren 1 SWOT - analyse Een handige methode om uw organisatie te leren kennen en te kijken waar uw organisatie staat en naartoe moet, is de SWOT-analyse. De vier letters staan voor Strengths, Weaknesses, Opportunities

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : A.E.C. Vestjens Projectnummer : BIM-079-01 Projectomschrijving : Gezondheidscentrum te Neer Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 18 oktober

Nadere informatie

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip vastgesteld bestemmingsplan West-Terschelling West Aletalaan fase 4 Gemeente Terschelling Projectnummer 250651 Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip blad 259 van 381 Ruimtelijke Ordening - Oranjewoud WFN1215886

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

DE WATERVRIENDELIJKE STADSTUIN. 2 mei 2016 PRESENTATIE TER INSPIRATIE C A P E. u i n a r cchitectuur

DE WATERVRIENDELIJKE STADSTUIN. 2 mei 2016 PRESENTATIE TER INSPIRATIE C A P E. u i n a r cchitectuur DE WATERVRIENDELIJKE STADSTUIN 2 mei 2016 PRESENTATIE TER INSPIRATIE C A P E ttuinar u i n a r cchitectuur h i t c t u r EVEN VOORSTELLEN... C A P E plein ttuinarchitectuur u i n a r c h i t c t u u r

Nadere informatie

Regenwateroplossingen

Regenwateroplossingen regenwateroplossingen Regenwateroplossingen Na regen komt Duborain Duborain regenwateroplossingen Na regen komt Duborain Regen, regen, regen Op het dak, op het parkeerterrein, in het park, in de tuin,

Nadere informatie

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem Memo DM 1013497 Aan: Marktpartijen uitwerking plannen het Burgje, gemeente Bunnik Van: Beke Romp, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 13 januari 2016 Onderwerp: Notitie gebiedskenmerken (waterthema

Nadere informatie

Stappenplan voor de Rotterdamse watervriendelijke tuin. April 2017

Stappenplan voor de Rotterdamse watervriendelijke tuin. April 2017 Stappenplan voor de Rotterdamse watervriendelijke tuin April 2017 1 Probleem Veel Rotterdamse achtertuinen liggen laag en zijn verzakt, bij heftige regenbuien veroorzaakt dit wateroverlast in de tuin.

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

AANVRAAG SUBSIDIE AFKOPPELEN VERHARD OPPERVLAK

AANVRAAG SUBSIDIE AFKOPPELEN VERHARD OPPERVLAK Postbus 2000 3760 CA Soest Afdeling Dienstverlening Team Vergunning & Handhaving Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Telefoon: (035) 609 34 11 Fax: (035) 609 36 89 Internet: www.soest.nl AANVRAAG SUBSIDIE AFKOPPELEN

Nadere informatie

Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden.

Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden. Haal het maximale uit Spaarne Coaching 360º Hartelijk dank voor het gebruiken van Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden. Lees

Nadere informatie

REGENWATER AFKOPPELEN

REGENWATER AFKOPPELEN Januari 2012 REGENWATER AFKOPPELEN Particulier afkoppelen Brochure 3 REGENWATER AFKOPPELEN Regen, u kunt het er vaak niet bij gebruiken, maar... wat als u het regenwater wél kunt gebruiken? Bijvoorbeeld

Nadere informatie

Ontwikkeling Dishoek Beknopte watertoets

Ontwikkeling Dishoek Beknopte watertoets Ontwikkeling Dishoek 2013189 Beknopte watertoets BADI B.V. 31-01-2014 Documentnummer: 2013189 Watertoets 1 Status: Definitief Revisie: 1 Opsteller: MM Kwaliteitscontroleur: MK Projectleider: DR Akertech

Nadere informatie

AQUAMULTI BOX. het veelzijdige krattensysteem

AQUAMULTI BOX. het veelzijdige krattensysteem FOLIE GEOTEXTIEL EN GEOGRIDS LEIDINGSYSTEMEN VIJVER EN TUIN EPS CONSTRUCTIES KUNSTSTOF FABRICATEN DRAINAGESYSTEMEN GROEIPLAATSVERBETERING AQUAMULTI BOX het veelzijdige krattensysteem FOLIE GEOTEXTIEL EN

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

MEMO. Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl. - Gemeente Gemert-Bakel

MEMO. Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl. - Gemeente Gemert-Bakel MEMO Aan: - Gemeente Gemert-Bakel Van: - Buro SRO Datum: - 20-11-2012 Onderwerp: - Watermemo De Hoef 16 Gemert Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

EEN BODEM VOOR WATER

EEN BODEM VOOR WATER EEN BODEM VOOR WATER Hemel en grondwaterbeleid Breda 2011 RWZI De gemeente is verantwoordelijk voor de afvoer van afvalwater naar de rioolwaterzuivering (RWZI: een soort wasmachine voor water). RWZI De

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie