1. Inleiding Duurzame locaties veehouderij Slot Bijlage...18

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Inleiding Duurzame locaties veehouderij Slot Bijlage...18"

Transcriptie

1

2 1. Inleiding Behoefte aan beleidskader voor afwijken of partieel herzien Juridische status, karakter Opzet Duurzame locaties veehouderij Hoofdstuk 9 Verordening ruimte Grondgebonden veehouderij Duurzame locatie? Beoordelingstabel duurzame locaties Maatlat Duurzame Veehouderij Gezondheidseffectscreening Slot Borging Inwerkingtreding Evaluatie en actualisatie Bijlage Beoordelingstabel duurzame locaties veehouderij

3 1. Inleiding 1.1. Behoefte aan beleidskader voor afwijken of partieel herzien In mei 2013 is het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Landerd vastgesteld. Het plan heeft een conserverend karakter (geldende rechten worden bestendigd) en kent wat betreft veehouderij geen wijzigingsbepalingen. Ondanks het conserverend karakter kunnen altijd verzoeken worden ingediend om van het bestemmingsplan af te wijken of het plan partieel te herzien. Voor een goede afhandeling van die verzoeken is deze beleidsnota opgesteld. Bij elke afwijking of herziening moet worden gemotiveerd dat aan het criterium goede ruimtelijke ordening wordt voldaan. Daarbij dient rekening te worden gehouden met wet- en regelgeving en gemeentelijk, provinciaal en rijksbeleid. De onderhavige nota vormt onderdeel van het gemeentelijke Kwaliteitskader buitengebied dat vooralsnog uit twee delen zal bestaan. In dit kwaliteitskader worden enkele open normen uit de provinciale Verordening ruimte op gemeentelijk niveau uitgewerkt. In dit eerste deel gaat het om de begrippen grondgebonden veehouderij en duurzame locatie. Wanneer deze begrippen nader zijn ingevuld, kan relatief eenvoudig worden beoordeeld of en zo ja, onder welke voorwaarden aan een concreet initiatief medewerking kan worden verleend. Zo wordt ook tegemoetgekomen aan de maatschappelijke roep om indringender en eenduidiger toetsing van ontwikkelingen in het buitengebied en van ontwikkelingen van veehouderij in het bijzonder. De nota geldt ook voor soortgelijke ontwikkelingen in het buitengebied die in een ander bestemmingsplan dan het bestemmingsplan Buitengebied vallen. Vanwege de leesbaarheid wordt alleen over het bestemmingsplan Buitengebied gesproken Juridische status, karakter Wat betreft de juridische status van deze nota is van belang dat het bevoegde bestuursorgaan ingevolge artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Wordt wegens bijzondere omstandigheden van de in deze nota opgenomen beleidsregels afgeweken, dan moet dat uiteraard goed worden gemotiveerd. Omdat het kwaliteitskader een dynamisch en modulair karakter heeft, kan het niet (geheel) in een bestemmingsplan worden verwerkt,. Zo kunnen bijvoorbeeld de uitkomsten van de globale gezondheidseffectscreening (GES), die het tweede kwartaal van 2013 door de GGD Hart voor Brabant zal worden uitgevoerd, effect hebben op het beleid en tot aanpassingen leiden. Hetzelfde geldt voor ontwikkelingen rond de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) en eventuele nieuwe toetsingskaders 1. 1 Zoals de AMvB fijn stof, aanpassing(en) van de Verordening ruimte, de Omgevingswet, een mogelijk verbod op pelsdierenhouderij, etc. 3

4 1.3. Opzet In hoofdstuk 2 wordt uitgewerkt hoe moet worden getoetst of een locatie als duurzaam kan worden aangemerkt. Op grond van de provinciale Verordening ruimte is doorontwikkeling van intensieve veehouderij uitsluitend mogelijk op duurzame locaties. Volgens de verordening geldt de voorwaarde van een duurzame locatie niet voor grondgebonden agrarische bedrijven, doch aanstaande wijzigingen in provinciaal beleid lijken ertoe te zullen leiden dat dit onderscheid steeds verder vervaagt. Omdat in de praktijk discussie is ontstaan over welke melkveebedrijven grondgebonden (en dus niet intensief) zijn en omdat dit onderscheid onverminderd relevant is en (voorlopig) zal blijven voor de beoordeling van ontwikkelingen met betrekkin tot nieuwvestiging en omschakeling, wordt daar in deze nota afzonderlijk op ingegaan. Bovendien wordt in deze nota voor ontwikkelingen bij meer dan 200 melkkoeien een duurzame locatie wel voorwaardelijk gesteld. Aldus wordt duidelijk wanneer er sprake moet zijn van een duurzame locatie, als voorwaarde voor het verlenen van medewerking aan een initiatief. Vervolgens wordt het begrip duurzame locatie uitgewerkt en wordt daar een beschermingsregime aan gekoppeld. Hoofdstuk 3 regelt het een en ander over inwerkingtreding en evaluatie en actualisatie van deze nota. Tot slot bevat hoofdstuk 4 bevat een bijlage ten behoeve van de uitvoeringspraktijk. 4

5 2. Duurzame locaties veehouderij 2.1. Hoofdstuk 9 Verordening ruimte Ten tijde van het opstellen van deze nota luidt artikel 9.3 van de provinciale Verordening ruimte voor zover relevant: 1. Een bestemmingsplan dat is gelegen in een verwevingsgebied: a. bepaalt dat nieuwvestiging van een intensieve veehouderij niet is toegestaan; b. [ ] c. kan bepalen dat hervestiging van en omschakeling naar intensieve veehouderij zijn toegestaan op een duurzame locatie tot een omvang van ten hoogste 1,5 ha [ ]; d. kan voorzien in uitbreiding van bouwblokken voor intensieve veehouderij die kleiner zijn dan 1,5 ha tot een omvang van ten hoogste 1,5 ha op een duurzame locatie [ ] e. kan bepalen dat vormverandering van een bouwblok voor intensieve veehouderij is toegestaan op een duurzame locatie; [ ] 2. Uit de toelichting bij een bestemmingsplan blijkt ten aanzien van een duurzame locatie als bedoeld in het eerste lid, onder b en d, dat: a. aantoonbare ruimtelijk-economische belangen voor de lange termijn aanwezig zijn die noodzaken tot hervestiging, omschakeling of uitbreiding ter plaatse; b. zuinig ruimtegebruik wordt toegepast door aan te sluiten bij bestaande bebouwing of, al dan niet door herschikking, optimaal gebruik te maken van de beschikbare ruimte; c. de beoogde ontwikkeling zowel vanuit milieuoogpunt, in het bijzonder wat betreft ammoniak, geur en fijn stof en gezondheid voor mensen, als vanuit ruimtelijk oogpunt, in bijzonder wat betreft natuur, landschap en cultuurhistorie, aanvaardbaar is. 3. Tot het tijdstip waarop het bestemmingsplan dat in overeenstemming is met het eerste lid, onder b, in werking is getreden, geldt de regel dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren, met uitzondering van volière- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden. 4. In afwijking van het eerste lid, onder d, is voor bouwblokken die op 20 maart 2010 een omvang hebben van 1,5 ha of meer en geheel zijn benut, eenmalig uiterlijk tot 1 januari 2013 vergroting van het bouwblok toegestaan om bij een gelijk blijvend aantal dieren te kunnen voldoen aan de huisvestingseisen voortvloeiend uit het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij en uit de op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gestelde eisen. Zonering Uit het eerste lid van artikel 9.3 van de Verordening ruimte (zie boven) volgt dat in de verwevingsgebieden hervestiging van, omschakeling naar of uitbreiding van het bouwvlak ten behoeve van intensieve veehouderij mogelijk is, mits sprake is van een duurzame locatie en bouwvlakken niet groter worden dan 1,5 hectare. 2 Ten minste 10% van het bouwvlak moet worden aangewend voor goede landschappelijke inpassing. Nieuwvestiging is niet mogelijk. Het vierde lid bepaalt dat bouwvlakken die op 20 maart 2010 een omvang hadden van 1,5 hectare en geheel werden benut, eenmalig uiterlijk tot 1 januari 2013 tot boven de 1,5 hectare mochten worden vergroot om bij een gelijkblijvend aantal dieren te kunnen voldoen aan de huisvestingseisen voortvloeiend uit het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij en uit de op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gestelde eisen. 2 Overigens is dit inclusief de oppervlakte die eventueel voor grondgebonden (melkrund)veehouderij wordt gebruikt en onafhankelijk van de verhouding tussen de twee bedrijfstakken. 5

6 In de landbouwontwikkelingsgebieden geldt ingevolge artikel 9.4 van de verordening hetzelfde regime als in verwevingsgebieden, doch voor de landbouwontwikkelingsgebieden wordt de voorwaarde van een duurzame locatie niet gesteld. Overigens zijn de mogelijkheden voor ontwikkeling van intensieve veehouderij op basis van de verordening in het algemeen aanzienlijk beperkter dan op basis van de inmiddels ingetrokken reconstructieplannen. De discussie en besluitvorming naar aanleiding van het burgerinitiatief inzake negatieve gevolgen van schaalvergroting van de intensieve veehouderij ( megastallen-néé! ) heeft namelijk ook voor de landbouwontwikkelingsgebieden grote gevolgen gehad. In vergelijking met hetgeen in de reconstructieplannen was opgenomen, zijn de uitbreidingsmogelijkheden van bestaande bedrijven beperkt en is nieuwvestiging van intensieve veehouderijen uitgesloten. Wij zijn van mening dat ook in de landbouwontwikkelingsgebieden niet bij voorbaat sprake is van een duurzame locatie, aangezien ook daar bepaalde landschappelijke, cultuurhistorische of natuurwaarden van toepassing kunnen zijn en bovendien de volksgezondheid in het geding kan komen. Ten aanzien van ontwikkelingen van intensieve veehouderij maakt de gemeente Landerd dus geen onderscheid tussen verwevingsgebieden en landbouwontwikkelingsgebieden en zal altijd een toets aan de hand van deze nota plaatsvinden. Beleidsregel 1 Ook binnen landbouwontwikkelingsgebieden worden ontwikkelingen van intensieve veehouderij getoetst aan voorwaarde van een duurzame locatie. Dit betekent dat altijd (ongeacht de zonering ingevolge de Verordening ruimte) sprake moet zijn van een duurzame locatie. Tevens achten wij omschakeling naar intensieve veehouderij in de gehele gemeente in beginsel niet mogelijk. Hier kan uitsluitend van worden afgeweken, wanneer op een andere locatie een intensieve veehouderij staakt en daardoor een knelpunt wordt weggenomen. Beleidsregel 2 Omschakeling naar intensieve veehouderij is binnen de gehele gemeente in beginsel niet mogelijk. Hier kan uitsluitend van worden afgeweken, wanneer op een andere locatie in hetzelfde gebied een intensieve veehouderij staakt en daardoor een knelpunt wordt weggenomen. Uit artikel 9.2 van de verordening volgt dat in extensiveringsgebieden geen nieuwvestiging, uitbreiding van bouwvlakken, hervestiging van of omschakeling naar intensieve veehouderij mogelijk is. Het vierde lid regelt bovendien dat ook uitbreiding van bebouwing binnen het bestaande bouwvlak in deze gebieden sinds 1 oktober 2010 niet meer mogelijk is. 6

7 Begrip duurzame locatie In het tweede lid van artikel 9.3 van de Verordening ruimte geeft de provincie aan wat in ieder geval ten aanzien van een duurzame locatie moet worden gemotiveerd. Ontwikkeling is mogelijk, mits er sprake is van aantoonbaar ruimtelijk-economische belangen, zuinig ruimtegebruik en er vanuit het oogpunt van milieu (met name ammoniak, geur, fijn stof en gezondheid voor mensen) en ruimte (met name natuur, landschap en cultuurhistorie) geen doorslaggevende belemmeringen zijn. De provinciale definitie wordt in paragraaf 2.4 aan de hand van het formuleren van randvoorwaarden op gemeentelijk niveau uitgewerkt en verduidelijkt. Geiten- en schapenhouderijen Naar aanleiding van de Q-koorts en gelet op de voortdurende onduidelijkheid rond het gezondheidsrisico voor mensen, is de bouwstop voor geiten- en schapenhouderijen verlengd tot 1 juni Artikel 9.6 van de Verordening ruimte luidt: In afwijking van het bepaalde in dit hoofdstuk geldt tot 1 juni 2014 de regel dat: 1. Uitbreiding, hervestiging en omschakeling naar een geiten- of schapenhouderij niet zijn toegestaan; 2. Tot het tijdstip waarop het bestemmingsplan in overeenstemming is met het eerste lid in werking is getreden, geldt de regel dat vergroting van de bebouwing ten behoeve van een geitenof schapenhouderij welke op de peildatum 12 december 2090 aanwezig of in uitvoering was dan wel gebouwd mag worden krachtens een onherroepelijk verleende vergunning niet is toegestaan; 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan het college van Burgemeester en wethouders overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.1 lid 3 van de wet een omgevingsvergunning verlenen, mits: a. Er sprake is van een verplaatsing van een geiten- of schapenhouderij uit een kern of een bebouwingsconcentratie onder het feitelijk, planologisch en juridisch opheffen van de achterblijvende locatie; b. Er sprake is van een VAB vestiging; c. Er aantoonbaar sprake is dat de verplaatsing bijdraagt aan een vermindering van volksgezondheidsrisico s wat in ieder geval blijkt uit een advies van de GGD; d. Er op de VAB vestiging aantoonbaar sprake is van een aanvaardbare situatie vanuit volksgezondheidsrisico s, wat in ieder geval blijkt uit: Een advies van de GGD; Het betrekken van de meest moderne inzichten bij de inrichting van het bedrijf. Als gevolg van deze provinciale bouwstop zijn de geiten- en schapenhouderijen in de bestemmingsplannen Buitengebied en Graspeel van een aanduiding voorzien. Op het moment dat voldoende duidelijkheid bestaat over het gezondheidsrisico zal een aanpassing van de provinciale verordening worden overwogen. Zodra het bouwverbod is opgeheven, dienen ontwikkelingen bij deze bedrijven ook aan deze nota te worden getoetst. 7

8 2.2. Grondgebonden veehouderij Provinciale definitie Aangezien grondgebonden veehouderij niet als intensieve veehouderij wordt aangemerkt, is op dergelijke bedrijven de voorwaarde van een duurzame locatie niet van toepassing. De definitie van intensieve veehouderij in de verordening luidt: agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkrundveehouderij. Uit deze definitie volgt welke soorten veehouderijen in ieder geval intensief en dus niet grondgebonden zijn. Artikel 1.1, lid 36, van de provinciale Verordening ruimte geeft een definitie van grondgebonden agrarisch bedrijf : agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt. De toelichting op de definitie luidt (ged.): In de definitie is expliciet bepaald dat grondgebonden melkveehouderijen niet onder de definitie intensieve veehouderij vallen. Dit zijn in ieder geval melkrundveehouderijen die op de huiskavel en de directe omgeving voldoende areaal grond ter beschikking hebben voor ruwvoederproductie en/of weidegang. Een indicatie voor de aard van de bedrijfsvoering wordt gegeven door het gebruikte stalsysteem en de feitelijke inrichting van de stal. Voor de vraag of er voldoende areaal grond voor ruwvoederproductie aanwezig is, wordt nagegaan hoe de ligging van de stallen ten opzichte van aangrenzende gronden en de omvang van aangrenzende gronden is. Het raadplegen van de vereiste milieuvergunning of melding en de meitellingen zijn tevens een hulpmiddel. Bij een aanvraag voor uitbreiding van het bedrijf moet de ondernemer het al dan niet grondgebonden zijn onderbouwen. [ ] Bij het toepassen van een beweidingssysteem verblijven de koeien een aantal maanden in de zomerperiode een substantieel deel van de dag buiten het dierverblijf - in de wei - voor ruwvoeropname van gras, hetgeen met name vanuit de aspecten dierenwelzijn, milieu (sluiten van kringlopen) en (cultuur)landschap wenselijk wordt geacht. Gemeentelijke uitwerking De algemeen geformuleerde indicatoren in de (toelichting op) de definitie van grondgebonden agrarisch bedrijf van de provincie (zie boven) laten ruimte voor interpretatie, waardoor in de praktijk ten aanzien van de melkrundveehouderij veelal gebruik wordt gemaakt van een handreiking die in samenwerking tussen de gemeenten Oss en St. Anthonis, SRE Milieudienst en RMB Cuijk is voorgelegd aan IGO adviescommissie Landbouw en Milieu en MOLO werkgroep Veehouderij en Milieu. In die handreiking is een systematiek uitgewerkt waarbij is uitgegaan van hetgeen in de verordening en de toelichting daarop over grondgebonden melkrundveehouderij is geregeld. Daarbij is rekening gehouden met de bedoeling van de provincie, gelet op de besluitvorming in gedeputeerde staten en provinciale staten naar aanleiding van het debat over megastallen. Dit heeft geresulteerd in een systematiek die niet in strijd is met de verordening en die praktisch en controleerbaar is. In de volgende alinea wordt deze systematiek samengevat weergegeven. 8

9 Melkrundveehouderijen met een bouwvlak kleiner dan 1,5 hectare én minder dan 200 koeien en 140 stuks bijbehorend jongvee worden in beginsel als grondgebonden beschouwd. Wanneer sprake is van een bouwvlak groter dan 1,5 hectare of meer dan 200 koeien met 140 stuks bijbehorend jongvee (uitruil is niet toegestaan), moet worden getoetst aan de minimale huiskavel voor beweiden. Volgens het rapport Een definitie voor grondgebonden veehouderij van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) bedraagt die minimale huiskavel 0,125-0,25 hectare per koe. Onder huiskavel worden die gronden verstaan die direct aansluitend aan het bedrijf zijn gelegen, met een maximale afstand van de stal tot het perceel van 1 kilometer. Een aanvullende, doch niet noodzakelijke of doorslaggevende, indicatie voor grondgebondenheid is het kunnen beschikken over voldoende areaal grond voor ruwvoerproductie. Daarvan is sprake wanneer minimaal 80% van het ruwvoer afkomstig is van gronden die zijn gelegen binnen een straal van 15 km om de betreffende bedrijfslocatie. Deze gronden moeten in eigendom zijn of daar moet een langjarige pacht (minimaal 4 jaar) voor gelden. Wij kunnen ons grotendeels vinden in deze systematiek en zullen die dan ook hanteren bij de toetsing van concrete ontwikkelingen. Omdat in het rapport van CLM als robuuste huiskavel een oppervlakte van 0,25 hectare per melkkoe wordt genoemd en wij willen voorkomen dat bedrijven met grote dieraantallen intensiveren, zullen wij bij meer dan 200 melkkoeien, inclusief 140 stuks bijbehorend jongvee, deze minimale huiskavel hanteren. Op 31 mei 2013 is een wijziging van de Verordening ruimte in werking getreden die onder andere inhoudt dat ook de bouwvlakken van grondgebonden bedrijven maximaal 1,5 ha groot mogen zijn. Alle lopende aanvragen worden aan deze wijziging getoetst, waarbij niet van belang is wanneer de aanvraag in ontwerp ter visie is gelegd of wanneer het plan zal worden vastgesteld. In de provinciale overgangsregeling is slechts bepaald dat wanneer een ontwerp voor 22 maart 2013 jaar in ontwerp ter visie is gelegd en voor 1 juli 2013 jaar is vastgesteld, de betreffende beperking niet van toepassing is (Landerd gaat dus nog een stapje verder). Het omslagpunt van 1,5 ha vanaf welk punt aan een minimale huiskavel moet worden getoetst, is voor deze nota in feite dan ook niet meer relevant. Indien niet aan de voorwaarde van een minimale huiskavel wordt voldaan, moet advies worden opgevraagd bij de commissie Advies Agrarische Bouwaanvragen (AAB). Indien de AAB negatief adviseert ( het bedrijf is niet grondgebonden ), dan is sprake van intensieve veehouderij en moet worden getoetst aan de daarvoor geldende beperkingen met betrekking tot nieuwvestiging en omschakeling. Beleidsregel 3 Alvorens planologische medewerking wordt verleend aan een ontwikkeling van een grondgebonden melkrundveehouderij met meer dan 200 stuks melkrundvee, inclusief 140 stuks bijbehorend jongvee, dient aan de hand van de hierboven beschreven systematiek te zijn aangetoond dat sprake is van een grondgebonden bedrijf (bedrijven tot 200 melkkoeien worden in beginsel als grondgebonden gezien). Daarbij is uitsluitend de minimale oppervlakte van de huiskavel doorslaggevend. Uitruil tussen melkkoeien en jongvee is niet toegestaan. 9

10 Zogenoemde gemengde bedrijven zijn bedrijven die zowel een grondgebonden bedrijfstak als een ondergeschikte intensieve veehouderijtak uitvoeren. Doordat deze situaties reeds onder de oude milieuregelgeving vanwege het geringe aantal dieren vaak slechts meldingplichtig waren, was er geen toetsingsmoment. Vanuit het milieuspoor konden deze situaties dan ook relatief ongehinderd konden ontstaan. Met de inwerkingtreding van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en de incorporatie daarin van het Besluit landbouw zijn de maximale dieraantallen voor de meldingplichtige categorieën overigens nog eens sterk verruimd. In de bestemmingsplannen werden deze bedrijven doorgaans als grondgebonden aangeduid. Gelet op het feit dat met enige regelmaat aanvragen worden ingediend die betrekking hebben op ontwikkeling van zo n gemengd bedrijf en de Verordening ruimte ook voor die situaties geen helderheid biedt (grondgebonden of intensief?), moet kunnen worden beoordeeld vanaf welk omslagpunt een gemengd bedrijf als zijnde intensieve veehouderij moet worden getoetst. Daartoe wordt aansluiting gezocht bij de meest voorkomende drempelwaarde voor de vergunningplicht onder de oude milieuregelgeving (Wet milieubeheer / Besluit landbouw), te weten vanaf meer dan 50 landbouwhuisdieren 3 van één soort. In feite betekent dit een planologische inperking van de mogelijkheden die het milieuspoor biedt (een bedrijf is pas vanaf veel grotere dieraantallen OBM-/vergunningplichtig). Beleidsregel 4 Indien sprake is van een gemengd bedrijf waarin naast de grondgebonden tak meer dan 50 landbouwhuisdieren van één soort worden gehouden, dient de ontwikkeling als zijnde een intensieve veehouderij te worden getoetst. 3 Landbouwhuisdieren zijn dieren die worden gehouden voor productiedoeleinden (melk, vlees, wol, eieren), zoals koeien, varkens, schapen, paarden, kippen, kalkoenen, eenden, pelsdieren, waterbuffels, lama's, struisvogels, ganzen, fazanten en herten. 10

11 2.4. Duurzame locatie? Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij Op 22 maart 2013 hebben Provinciale Staten ingestemd met het voorstel om een provinciale maatlat (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij) in te voeren die inhoudt dat uitbreiding van bebouwing of bouwvlak ten behoeve van een - al dan niet grondgebonden - veehouderij alleen mogelijk is als er voldoende punten op deze maatlat worden gescoord. Er kan worden gescoord op de thema s volksgezondheid, dierenwelzijn, dierengezondheid, natuur en milieu. Verwacht wordt dat begin 2014 een wijziging van de Verordening ruimte in werking zal treden, waarmee deze provinciale maatlat wordt ingevoerd. Alsdan zal de onderhavige gemeentelijke beleidsnota grotendeels, zo niet geheel, worden overruled door de provinciale verordening. Vanwege het zwaarwegende maatschappelijke belang van een duurzame veehouderij en vanuit het voorzorgsbeginsel op basis van de Wet publieke gezondheid is besloten niet te wachten totdat het provinciale beleid in werking is getreden, maar alvast met het onderhavige gemeentelijke beleid te werken. Doordat de aanstaande veranderingen in provinciaal beleid er naar verwachting toe zullen leiden dat een groot gedeelte van de randvoorwaarden voor ontwikkeling van intensieve veehouderij ook voor ontwikkeling van grondgebonden veehouderij zal gelden, wordt ervoor gekozen het bepaalde in deze paragraaf ook van toepassing te verklaren op laatstgenoemde ontwikkelingen die leiden tot het houden van meer dan 200 melkkoeien, inclusief 140 stuks bijbehorend jongvee. Beleidsregel 5 Alvorens planologische medewerking wordt verleend aan een ontwikkeling van: - een intensieve veehouderij; - een grondgebonden melkrundveehouderij met meer dan 200 stuks melkrundvee, inclusief 140 stuks bijbehorend jongvee; dient aan de hand van de in deze paragraaf opgenomen beleidsregels te zijn aangetoond dat sprake is van een duurzame locatie. (grotendeels) Uitgekristalliseerde wet- en regelgeving Voor de beoordeling of sprake is van een duurzame locatie, dient in de eerste plaats rekening te worden gehouden met aspecten die (vaak tot op detailniveau) in wet- en regelgeving en daaruit voortvloeiend beleid zijn geregeld, zoals milieutechnische voorschriften met betrekking tot stikstof, geur, fijn stof, ammoniak, dierenwelzijn, etc. Bij toepassing van dit onderdeel van het toetsingskader is de gemeentelijke beleidsvrijheid doorgaans beperkt. De impact van bijvoorbeeld een zeugenbedrijf is echter van een andere orde dan die van een vleesvarkensbedrijf. Vanwege een gradatie in ontwikkelingsmogelijkheden, de benodigde ontwikkelingsruimte per type bedrijf en de onbekende strategieën van ondernemers, is het niet mogelijk gebleken in deze nota algemene geldende normen op te nemen, laat staan bepaalde locaties op voorhand als duurzaam te bestempelen. De gemeente toetst elk initiatief op een evenredige verdeling van de beperkte milieuruimte. Daarbij moet in ieder geval worden aangetoond dat de op dat moment best beschikbare en betaalbare technieken worden gebruikt die leiden tot een beperkte milieubelasting, rekening houdend met het type en de grootte van het bedrijf en de milieusituatie en belasting ter plaatse. Er wordt een 11

12 afweging op lokaal niveau gemaakt, waarbij op te leggen maatregelen altijd proportioneel moeten zijn. Regelgeving en beleid dat nog in ontwikkeling is Anderzijds dient rekening te worden gehouden met criteria die niet (tot op detailniveau) in wet- en regelgeving zijn geregeld en waarbij er een grotere mate beleidsvrijheid is voor de gemeente. Daarbij moet worden gedacht aan de afweging omtrent zuinig ruimtegebruik (locatietoets), bedrijfseconomische belangen en volksgezondheid. Aan deze categorie wordt hieronder kort aandacht besteed. Zuinig ruimtegebruik In geval van hervestiging kan alleen sprake zijn van een duurzame locatie wanneer uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat in het desbetreffende gebied geen alternatieve bestaande locaties beschikbaar zijn. De AAB beoordeelt concrete initiatieven ten aanzien van zuinig ruimtegebruik. Uit het onderzoek moet blijken welke inspanningen zijn verricht bij het zoeken naar vrijgekomen locaties en moet per onderzochte locatie worden gemotiveerd waarom een bepaalde locatie wel of niet geschikt is voor de hervestiging van het bedrijf. Bij uitbreiding moet worden aangesloten bij bestaande bebouwing of moet, al dan niet door herschikking, optimaal gebruik worden gemaakt van de beschikbare ruimte. Noodzaak: economische duurzaamheid Een tweede criterium waarbij er sprake is van een grote mate van beleidsvrijheid, is de economische duurzaamheid van het bedrijf. Daarbij dient onder andere te worden bekeken of er een bedrijfseconomische noodzaak is het bedrijf uit te breiden of te verplaatsen. Een en ander is uiteraard sterk afhankelijk van ontwikkelingen in markt en maatschappij, de bedrijfsspecifieke situatie en de strategie van de ondernemer. Zo is bijvoorbeeld de noodzakelijke omvang van een zeugenbedrijf van een andere orde dan die van een vleesvarkensbedrijf. Het is dan ook niet mogelijk algemene normen vast te stellen voor de omvang van bedrijven. De commissie AAB beoordeelt concrete initiatieven ten aanzien van een duurzame economische omvang. Volwaardigheid en voldoende continuïteit zijn belangrijke toetsingsaspecten bij de vraag of uitbreiding, verplaatsing of vormverandering noodzakelijk is. Volksgezondheid In het algemeen geldt te allen tijde dat sprake moet zijn van een goede ruimtelijke ordening. Een goed woon- en leefklimaat vormt daar een belangrijk aspect van, waardoor dus ook de volksgezondheid moet worden beschermd. Vooralsnog bestaat echter nog veel onduidelijkheid over de relatie tussen omvang en type bedrijf, de locatie en de gezondheidseffecten. Zo ontbreekt een toereikend landelijk of provinciaal toetsingskader. De huidige wet- en regelgeving is namelijk vooral gericht op geurhinder en fijn stof en niet op biologische agentia zoals endotoxinen en microorganismen die de gezondheid van mensen kunnen aantasten. Daardoor dreigt in het ruimtelijke ordeningsproces het gevaar dat onvoldoende rekening wordt gehouden met de gezondheidsrisico s die mogelijk een gevolg zijn van veehouderij. Om die reden hebben wij in paragraaf een beschermingsregime opgenomen. 12

13 Beoordelingstabel duurzame locaties De initiatiefnemer dient te allen tijde aan te gegeven op welke wijze wordt voldaan aan de randvoorwaarden die in de als bijlage opgenomen Beoordelingstabel duurzame locaties veehouderij zijn opgenomen. Voor het opstellen van de tabel is aansluiting gezocht bij de provinciale Handleiding duurzame (project)locaties intensieve veehouderij en de provinciale notitie over toepassing van die handleiding. 4 Waar noodzakelijk, zijn er randvoorwaarden geschrapt of juist toegevoegd als gevolg van gewijzigde of nieuwe (criteria in) wet- en regelgeving en beleid. Daarbij kan worden gedacht aan de provinciale Structuurvisie ruimtelijke ordening, de Verordening ruimte, de Verordening stikstof en Natura2000, de Verordening geurhinder en veehouderij 2008, etc. De beoordelingstabel bevat weinig tot geen harde normen. Indien er sprake is van een stapeling van bepaalde beschermenswaardige functies of waarden, zal de kans op een duurzame locaties echter geringer zijn. Hoe deze afweging uitvalt, is altijd maatwerk en moet blijken uit de integrale omgevingstoets, waarin minimaal aan alle in de beoordelingstabel genoemde aspecten aandacht wordt besteed Maatlat Duurzame Veehouderij Bovendien moet het bedrijf aantonen dat het na ontwikkeling zal voldoen aan de ten tijde van indiening van de aanvraag voor het betreffende bedrijf geldende ambitieniveaus van de ruimtelijk relevante aspecten in de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) van Stichting Milieukeur (SMK). De MDV is een certificatieschema met als doel het bevorderen van investeringen in een duurzame veehouderij. De huidige maatlat ziet op het (ver)bouwen van stallen en waardeert alleen aanpassingen die bovenwettelijk zijn. Veestallen die aan de criteria van de maatlat voldoen, tonen daarmee aan dat zij kunnen voldoen aan duurzaamheidsdoelstellingen van overheidsregelingen zoals Milieu Investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Deze doelstellingen zijn weergegeven in concrete criteria op het gebied van ruwvoerproductie, beweiden, ammoniakemissie, dierenwelzijn, diergezondheid en energie. De maatlat heeft een dynamisch karakter; aanpassing van de maatlat vindt jaarlijks plaats, waardoor maximaal wordt ingespeeld op de nieuwste (technologische) ontwikkelingen. De deelnemende bedrijven worden op tal van aspecten beoordeeld met punten en moeten een bepaalde totale score behalen om een stalcertificaat te kunnen verkrijgen. Voor bedrijven met grote en zeer grote aantallen dieren geldt een hoger ambitieniveau op de maatlatten dierenwelzijn en diergezondheid. Het minimum aantal punten op de genoemde maatlatten is gerelateerd aan de bedrijfsgrootte gerekend in nge (Nederlandse grootte-eenheid) en op drie niveaus gedefinieerd (<350 nge, >350 nge en > of gelijk aan 700 nge). 4 De handleiding heeft, doordat de reconstructieplannen inmiddels zijn ingetrokken, geen juridische status meer. 13

14 Als een ondernemer een stal laat certificeren, wordt voor de bepaling van de bedrijfsgrootte (aantal dierplaatsen) het bedrijf in zijn geheel meegerekend en niet alleen de omvang van de gemelde stal. Consequentie hiervan zou kunnen zijn dat geen MDV-certificaat kan worden afgegeven, omdat het bedrijf niet in zijn geheel aan alle op dat moment geldende ambitieniveaus voldoet. Wanneer ingevolge het bovenstaande geen certificaat kan worden afgegeven, maar de gevraagde staluitbreiding/nieuwbouw wel voldoet aan de op dat moment geldende MDV-criteria, wordt de ontwikkeling geacht voldoende duurzaam te zijn en wordt alsnog planologische medewerking verleend. Aan de van toepassing zijnde algemene criteria die voor het bedrijf in zijn geheel gelden, zoals ten aanzien van erfbeplanting, moet echter altijd worden voldaan. Beleidsregel 6 Alvorens planologische medewerking wordt verleend aan een ontwikkeling van: - een intensieve veehouderij; - een grondgebonden melkrundveehouderij met meer dan 200 stuks melkrundvee, inclusief 140 stuks bijbehorend jongvee; moet zijn aangetoond dat het bedrijf na ontwikkeling zal voldoen aan de ten tijde van indiening van de aanvraag voor het betreffende bedrijf geldende ambitieniveaus van de Maatlat Duurzame Veehouderij, waarbij op ruimtelijke relevante aspecten gescoord moet worden. Voor de reikwijdte van de borgingsmogelijkheden wordt verwezen naar paragraaf Gezondheidseffectscreening Gelet op de Wet publieke gezondheid, de voortdurende onduidelijkheid omtrent de mogelijk nadelige gevolge van intensieve veehouderij op de gezondheid van omwonenden en het gebrek aan een toereikend (landelijk of provinciaal) toetsingskader, neemt de gemeente Landerd uitdrukkelijk haar eigen verantwoordelijkheid, waarbij zij wordt geadviseerd door de GGD Hart voor Brabant die naar verwachting de eerste helft van 2013 een globale gezondheidseffectscreening (GES) opstelt. Vooruitlopend op de uitkomsten van het globale GES en handelend vanuit het voorzorgsbeginsel, is in het hele buitengebied vanuit het oogpunt van volksgezondheid in beginsel geen sprake van een duurzame locatie. Bij elke ontwikkeling moet middels een individuele GES worden aangetoond dat vanuit het aspect volksgezondheid geen belemmeringen bestaan om medewerking te kunnen verlenen. 14

15 Zodra er meer inzicht is in de mogelijke gezondheidsrisico s en de maatregelen die kunnen worden genomen om die risico s te beperken, kan het onderhavige beschermingsregime eventueel worden bijgesteld. Zo kan bijvoorbeeld een zonering worden aangebracht met als gevolg dat bijvoorbeeld alleen onderzoek nodig is binnen 250 meter tot bebouwingsconcentraties. Deze afstandsmaat wordt genoemd in het Informatieblad Intensieve veehouderij en Gezondheid Update 2011 van de GGD. Binnen deze afstand zijn hogere concentraties fijn stof, endotoxinen en veespecifieke MRSA-bacterie gemeten met mogelijk negatieve gezondheidseffecten. De GGD heeft deze afstand opnieuw geadviseerd in haar brief d.d. 11 december 2012 n.a.v. het rapport van de Gezondheidsraad Gezondheidsrisico s rond veehouderijen (november 2012). 5 Beleidsregel 7 Alvorens planologische medewerking wordt verleend aan een ontwikkeling van: - een intensieve veehouderij; - een grondgebonden melkrundveehouderij met meer dan 200 stuks melkrundvee, inclusief 140 stuks bijbehorend jongvee; moet middels een individuele gezondheidseffectscreening zijn aangetoond dat vanuit het aspect volksgezondheid geen belemmeringen bestaan. 5 In het rapport van IRAS Universiteit Utrecht (juni 2011), waar de GGD haar advies ook op heeft gebaseerd, wordt het volgende gesteld: [...] Het IRAS onderzoek concludeert dat tot 250 meter afstand van agrarische bedrijven concentraties endotoxinen verhoogd zijn. [...]. En uit hetzelfde rapport: [...] Dat betekent, dat met uitzondering van de nertsenhouderij, in alle gevallen de veehouderij (varkens en pluimvee) bijdraagt aan verhoogde endotoxineniveaus in de directe omgeving van een veehouderij. De verhoging neemt af met toenemende afstand benedenwinds en op 250 meter afstand is de verdunning al zo groot dat de gemeten concentratie vergelijkbaar is met het achtergrondniveau. 15

16 3. Slot 3.1. Borging Om zeker te stellen dat wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze nota worden beschreven en om deze alsnog af te kunnen dwingen op het moment dat blijkt dat dit nog niet het geval is, dient de gemeente die voorwaarden goed te borgen. Voorwaardelijke verplichting bestemmingsplan, voorschrift omgevingsvergunning Daartoe kan enerzijds een voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan worden opgenomen. Een voorwaardelijke verplichting houdt in dat een bepaald gebruik slechts is toegestaan of een bepaald bouwwerk pas mag worden opgericht op het moment dat en zolang als aan een bepaalde voorwaarde wordt voldaan. Op die manier wordt een goede ruimtelijke ordening gewaarborgd. Een voorwaardelijke verplichting dient, net als alle andere planregels, te allen tijde ruimtelijke relevantie te hebben. Ruimtelijke relevantie is echter een rekbaar begrip. Zo heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) op 29 december 2010 (LJN: BO9160) een uitspraak gedaan waaruit blijkt dat bijvoorbeeld de aanleg en het onderhoud van een haag, die een beschermende functie heeft, ruimtelijk relevant is en derhalve in een bestemmingsplan moet worden geborgd (de Afdeling vond een privaatrechtelijke intentieovereenkomst in dit geval onvoldoende). Vooralsnog is echter onduidelijk of ook (alle) maatregelen in het belang van de volksgezondheid, met name die als doel hebben het voorkomen van de verspreiding van zoönosen, in een bestemmingsplan kunnen worden verankerd. Gelet op het feit dat overwegingen met betrekking tot gezondheidsklachten door het gebruik van bestrijdingsmiddelen en door magneetveldzones van hoogspanningsmasten volgens de afdeling wel ruimtelijke relevantie hebben en dat de nationale Gezondheidsraad in zijn advies Gezondheidsrisico s rond veehouderijen (november 2012) weliswaar geen vaste afstanden tussen veehouderijen en gevoelige bestemmingen voorschrijft, maar in ieder geval wel lijkt te concluderen dat er sprake is van een verband tussen intensieve veehouderij en de verspreiding van zoönosen die ook mensen ziek kunnen maken (bijvoorbeeld Q-koorts), lijkt het erop dat de Afdeling ook dergelijke overwegingen en de doorwerking daarvan in het RO-spoor zal gaan accepteren. Ons inziens kunnen zaken als de uitstoot van fijn stof (en daarmee zoönosen) invloed hebben op het woon- en leefklimaat en, waardoor zij ruimtelijk relevantie hebben. Daar staat tegenover dat in een bestemmingsplan waarschijnlijk niet de voorwaardelijke verplichting mag worden opgenomen dat aan de (gehele) Maatlat Duurzame Veehouderij wordt voldaan. Niet alle onderdelen van die maatlat hebben immers ruimtelijke relevantie. Daarbij moet met name worden gedacht aan onderdelen met betrekking tot dierenwelzijn. Derhalve moet telkens aan de hand van de specifieke situatie en de actuele jurisprudentiële lijn worden beoordeeld of sprake van is van ruimtelijke relevantie. Bovendien moet een bestemmingsplanbepaling die een voorwaardelijke verplichting behelst, voldoende objectief begrensd zijn. 16

17 Ingeval geen bestemmingsplanprocedure wordt gevolgd, maar enkel een omgevingsvergunning wordt verleend waarmee van het bestemmingsplan wordt afgeweken, kunnen voorschriften aan die omgevingsvergunning worden verbonden. Artikel 2.22, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) luidt voor zover van belang: Aan een omgevingsvergunning worden de voorschriften verbonden, die nodig zijn met het oog op het belang dat voor de betrokken activiteit is aangegeven in het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2.10 tot en met [...] Bij elk op te nemen voorschrift moet dus worden beoordeeld of het een van de in artikelen 2.10 t/m 2.20 Wabo aangegeven belangen beoogt te beschermen. Indien ook een omgevingsvergunning wordt verleend voor de activiteit milieu, moeten de voorschriften bovendien op elkaar worden afgestemd. Privaatrechtelijke overeenkomst Aanvullend op het bestemmingsplan of de omgevingsvergunning waarmee van een bestemmingsplan wordt afgeweken, kan het grondgebruik contractueel verder worden beperkt. Zo kunnen over aanvullende zaken, zoals bijvoorbeeld het voldoen aan (bepaalde onderdelen van) de Maatlat Duurzame Veehouderij, afspraken worden gemaakt. Niet uit het oog mag worden verloren dat het bestuur in beginsel voorrang moet geven aan de bestuursrechtelijke instrumenten die haar ter beschikking staan (zie boven). Overigens verdienen die bestuursrechtelijke instrumenten ook de voorkeur, omdat met gebruikmaking daarvan eenzijdig voorwaarden kunnen worden opgelegd en bij handelen in strijd met een bestemmingsplan of een omgevingsvergunning handhavend kan worden opgetreden Inwerkingtreding Deze nota treedt in werking daags na bekendmaking in het huis-aan-huisblad de Omroeper. Bekendmaking zal tevens op de gemeentelijke website plaatsvinden Evaluatie en actualisatie Bij alle partijen bestaat de behoefte aan een zo helder mogelijke afbakening van de relevante begrippen. Daarbij mag echter niet uit het oog worden verloren dat elke uitwerking en aanduiding een bepaalde mate van tijdgebondenheid bevat. Nieuwe kennis en nieuw verworven inzichten (met name over de relatie tussen intensieve veehouderij en de gezondheid van omwonenden), maar ook nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied kunnen leiden tot een noodzakelijke bijstelling. Tot slot kunnen nieuwe toetsingskaders hier hun uitwerking op hebben en tot aanpassing nopen. Gelet op het dynamische en modulaire karakter zal deze nota over een jaar, maar zo nodig eerder, worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld, aangevuld en geactualiseerd op basis van ontwikkelingen die zich in die periode hebben voortgedaan, alsmede op basis van eventuele nieuwe inzichten. 17

18 4. Bijlage 1. Beoordelingstabel duurzame locaties veehouderij 18

Kwaliteitskader buitengebied gemeente Landerd

Kwaliteitskader buitengebied gemeente Landerd Kwaliteitskader buitengebied gemeente Landerd Deel 1: Grondgebonden agrarische bedrijven en duurzame locaties intensieve veehouderij afdeling Ruimte, 18 december 2012 concept 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding:

Nadere informatie

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert Onderbouwing grondgebonden karakter Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Onderbouwing grondgebonden karakter rundveehouderij Esdonk 8 - Gemert 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Locatie 4 3 Beschrijving van de inrichting

Nadere informatie

Amendementen nota Grondgebonden veehouderij en duurzame locaties intensieve veehouderij

Amendementen nota Grondgebonden veehouderij en duurzame locaties intensieve veehouderij Amendementen nota Grondgebonden veehouderij en duurzame locaties intensieve veehouderij Algemeen Ontwikkeling provinciaal beleid Provinciale Staten hebben op 22 maart jongstleden ingestemd met het voorstel

Nadere informatie

: IGO adviescommissie Landbouw en Milieu

: IGO adviescommissie Landbouw en Milieu IGO adviescommissie Landbouw en Milieu Intergewestelijk overleg en bestuurlijke samenwerking van gemeenten uit de regio s Brabant Zuidoost (SRE), Brabant Noordoost (RMB) en Noord- en Midden Limburg Onderlinge

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017 Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017 Nota van wijzigingen Vastgesteld Gedeputeerde Staten Datum 13 juni 2017 1 Inleiding Voor u ligt de Nota van wijzigingen behorende bij de Wijziging

Nadere informatie

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking

Nadere informatie

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht j o artikel 4 van bijlage II Besluit omgevingsrecht Gemeente Barneveld maart 2013 Afwijkingenbeleid

Nadere informatie

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid Bijlage 2 Bij statenmededeling Brabants Mestbeleid d.d. 15 november 2016 CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid 1. Definities Hokdierenhouderij Het houden

Nadere informatie

Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013

Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013 Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid 5 november 2013 Inhoud Rijksoverheid provincie Noord Brabant Beleid Oirschot Toetsingsinstrument gezondheid bij veehouderijen Beleid rijksoverheid Dierrechten/mestoverschot

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bestemmingsplan: Oud bestemmingsplan: Gemert-Bakel Buitengebied 2006 Bouwblok: Agrarisch bedrijf, met de aanduiding Intensieve

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

VERZONDEN 12 OEC. 2013

VERZONDEN 12 OEC. 2013 Provincie' Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 Besluit 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 1 1 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 VERZONDEN 12 OEC.

Nadere informatie

^ERIOWW 15«M IllOtt. Het college van burgemeester en wethouders van Bernheze postbus ZG HEESCH

^ERIOWW 15«M IllOtt. Het college van burgemeester en wethouders van Bernheze postbus ZG HEESCH Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073)681 28 12 Fox (073) 614 11 15 info@brabant.nl Het college van burgemeester en wethouders van Bernheze postbus 9 5384 ZG HEESCH www.brabant.nl

Nadere informatie

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2015 / rapportnummer 3060 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente

Nadere informatie

Beleidsnotitie vergroting of vormverandering agrarische bouwvlakken voor intensieve veehouderij

Beleidsnotitie vergroting of vormverandering agrarische bouwvlakken voor intensieve veehouderij Beleidsnotitie vergroting of vormverandering agrarische bouwvlakken voor intensieve veehouderij De in de notitie opgenomen beleidsregels worden gehanteerd voor verzoeken om een vergroting of vormverandering

Nadere informatie

Besluit. Nr. 26. Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011

Besluit. Nr. 26. Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011 Besluit Nr. 26 Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011 gelet op: de Partiële Herziening Structuurvisie de Nota van Beantwoording Partiële

Nadere informatie

Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer:

Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer: Memo Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer: 208.00.00.00.00 Aan: Fons d'haens Van: Henk Veldhuis Onderwerp: Ammoniakregels in het bestemmingsplan Datum: 25-11-2013 W a t i s h e t probleem?

Nadere informatie

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning. Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2013 Nummer: 33 Uitgifte: 24 december 2013 Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot

Nadere informatie

O Pagina 1 van 5

O Pagina 1 van 5 Definitief besluit omgevingsvergunning 2 e fase voor de activiteiten het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen en het ambtshalve wijzigen van de omgevingsvergunning 1 e fase voor

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert 1. Inleiding Het plan betreft vormverandering van het agrarische bouwblok van de intensieve veehouderij(pluimveebedrijf)

Nadere informatie

Criteria. voor het. aanwijzen van. sterlocaties

Criteria. voor het. aanwijzen van. sterlocaties BIJLAGE 10 Criteria voor het aanwijzen van sterlocaties Sterlocaties intensieve veehouderij Hieronder wordt ingegaan op de motieven die aan sterlocaties ten grondslag liggen, het beleid voor sterlocaties,

Nadere informatie

10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte

10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte 10 april 2017 Nota van zienswijzen ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte Nota van zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte 1 Aanleiding Het ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Beleid paardenbakken (buitenmaneges)

Beleid paardenbakken (buitenmaneges) Beleid paardenbakken (buitenmaneges) Inleiding Met name in het buitengebied van de gemeente bevinden zich een aantal paardenbakken. Aangezien het ongewenst is dat paardenbakken op elke willekeurige locatie

Nadere informatie

ONTWERP Omgevingsvergunning UV

ONTWERP Omgevingsvergunning UV ONTWERP Omgevingsvergunning UV 42868. Burgemeester en Wethouders hebben op 6 maart 2018 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het legaliseren van het gebruik van een loods. De aanvraag

Nadere informatie

Duurzame locatie toets Klotterpeellaan 3, De Rips

Duurzame locatie toets Klotterpeellaan 3, De Rips Duurzame locatie toets Toets duurzame locatie Klotterpeellaam 3, De Rips Projectlocatie Omschrijving project Duurzame locatietoets varkensbedrijf aan de Klotterpeellaan 3 De Rips Projectnummer: TR13.OV01

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden concept Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden DLV Dier Groep B.V. Adviseur / projectleider

Nadere informatie

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Versie: vastgesteld Gemeente Landsmeer, januari 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding...

Nadere informatie

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Notitie Beleid ten behoeve van Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting September 2009 1 1. AANLEIDING De gemeente Bussum heeft in het jaar

Nadere informatie

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' 'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT, TWEEDE HERZIENING Aanleiding. Op 22 april 2014 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre. Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA EERSEL info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 3825558

Nadere informatie

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017 Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017 Artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 Wabo Beleidsregels toepassing artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 Wabo, gemeente Cranendonck 1 Hoofdstuk

Nadere informatie

LOG Graspeel. Toetsingsadvies over het geactualiseerde milieueffectrapport. 4 maart 2013 / rapportnummer

LOG Graspeel. Toetsingsadvies over het geactualiseerde milieueffectrapport. 4 maart 2013 / rapportnummer LOG Graspeel Toetsingsadvies over het geactualiseerde milieueffectrapport 4 maart 2013 / rapportnummer 2220 75 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Landerd heeft het voornemen een

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Kiplekker Topklimaat

Kiplekker Topklimaat Kiplekker Topklimaat Symposium 3 februari 2015 Arvalis Jan Rutten Adviseur Intensieve veehouderij, Milieu en Vergunningen 06-20995446 jrutten@arvalis.nl Kiplekker Topklimaat Wet- en regelgeving: Wat moeten

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014 Bestemmingsplan Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014 2 Toelichting Status: vastgesteld Datum: 2 oktober 2014 3 4 Inhoud Hoofdstuk 1. Achtergrond en opzet... 6 1.1 Aanleiding... 6 1.2 Planopzet...

Nadere informatie

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016 ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 206 Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. PM Gelet op artikel 6, derde lid, en artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij,

Nadere informatie

Inspraaknota ontwerp 'Beleidsregel omgekeerde werking woon- en leefklimaat'.

Inspraaknota ontwerp 'Beleidsregel omgekeerde werking woon- en leefklimaat'. Inspraaknota ontwerp 'Beleidsregel omgekeerde werking woon- en leefklimaat'. Inspraaknota ontwerp Beleidsregel omgekeerde werking woon- en leefklimaat. 1. Procedure zienswijze/inspraak. Het doel van deze

Nadere informatie

Veehouderij en volksgezondheid

Veehouderij en volksgezondheid Veehouderij en volksgezondheid Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie Peter Bokelaar Inleiding Gezondheidseffecten veehouderij nog steeds een actueel thema. Q-koorts uitbraak in 2008/2009: bewustwording

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober 2012 Nummer 2730 Onderwerp Grotere bouwvlakken dan 2 ha veehouderij. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting In een

Nadere informatie

Beleidsnota Plattelandswoning

Beleidsnota Plattelandswoning Beleidsnota Plattelandswoning Hoofdstuk 1. 1.1. Aanleiding Op 1 januari 2013 is de wet plattelandswoning in werking getreden. Deze wet biedt de mogelijkheid om als 'burger' in (voormalige) agrarische bedrijfswoningen

Nadere informatie

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Nieuw beleid 3 2.1 Relevante regelgeving betreffende ruimtelijke ontwikkelingen 3 2.2 Relevante regelgeving

Nadere informatie

Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Speelt de veebezetting een rol bij de beoordeling op staldering?

Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Speelt de veebezetting een rol bij de beoordeling op staldering? Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Stalderen is verplicht wanneer de oppervlakte van een hokdierenverblijf toeneemt. De oppervlakte van een hokdierenverblijf kan toenemen door nieuwbouw

Nadere informatie

Beleidsregel Plattelandswoningen 2014

Beleidsregel Plattelandswoningen 2014 Beleidsregel Plattelandswoningen 2014 Foto: Ellen Koelewijn Registratienummer: 13bwb00094 december 2013 1. Inleiding Agrarische bedrijven beschikken meestal over één of meerdere bedrijfswoningen. De gemeente

Nadere informatie

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ; Raadsvoorstel nr. : 2002/180 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 17 december 2002 Agendapunt : 19 Steenwijk, 3 december 2002. Onderwerp: Rijstelling bestemmingsplan Giethoorn 1994 Voorstel besluit

Nadere informatie

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening

Nadere informatie

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf Noordman

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 3 1.1. Het project 3 2. Beschrijving huidige en

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Inleiding/aanleiding Op 19 maart 2010 is het burgerinitiatief Megastallen Nee behandeld door Provinciale Staten.

Inleiding/aanleiding Op 19 maart 2010 is het burgerinitiatief Megastallen Nee behandeld door Provinciale Staten. Raadsinformatiebrief Onderwerp Besluitvorming debat Megastallen Nee Inleiding/aanleiding Op 19 maart 2010 is het burgerinitiatief Megastallen Nee behandeld door Provinciale Staten. Provinciale Staten hebben

Nadere informatie

Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen uitbreiding agrarisch bedrijf Nansumerweg 58a Holwierde met wintertuinen.

Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen uitbreiding agrarisch bedrijf Nansumerweg 58a Holwierde met wintertuinen. Vergadering gemeenteraad d.d. 19 juli 2018 Agenda nummer 8 Portefeuillehouder: wethouder de heer IJ.J. Rijzebol Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen uitbreiding agrarisch bedrijf Nansumerweg 58a

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen

Nota van Zienswijzen A2161 [ s---isi oe Olci-?-551 Nota van Zienswijzen behorende bij het wijzigingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, Lage Zegstraat 17 te Zegge' INHOUD: 1. Procedure 2. Onderwerp 3. Ingediende zienswijze 4.

Nadere informatie

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp Zaaknummer : WABO-2017-1420) OLO nummer : 3326517 Documentnummer : Burgemeester en wethouders van Dinkelland beschikken op de aanvraag

Nadere informatie

* * * *

* * * * *17-0084632* *17-0084632* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0333 Aanvraagnummer (OLO) : 2961503 Aanvrager : E.P.C. Sijbers - Wijnhoven Onderwerp : verbouwen van een bestaande schuur tot kleinschalig

Nadere informatie

GRONINGER VERDIENMODEL. Provincie Groningen LTO Noord Natuur- en Milieufederatie Groningen

GRONINGER VERDIENMODEL. Provincie Groningen LTO Noord Natuur- en Milieufederatie Groningen GRONINGER VERDIENMODEL Provincie Groningen LTO Noord Natuur- en Milieufederatie Groningen AANLEIDING - motie PS 20 maart 2013 - ontwikkelen Groninger Verdienmodel - samen met landbouw en natuur- en milieu

Nadere informatie

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 De gemeenteraad van Rucphen Postbus 9 4715 ZG RUCPHEN Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20180094 Aanvraag Op 30 mei 2018 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van de heer C.W. Salimans voor het plaatsen van een erfafscheiding op het adres Rietdekker

Nadere informatie

Dienst/afdeling SROL bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010;

Dienst/afdeling SROL bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010; Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2010-47 Vaststelling structuurvisie Dienst/afdeling SROL bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss-2010 De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Omgevingsvergunning UV 25091

Omgevingsvergunning UV 25091 Omgevingsvergunning UV 25091 Burgemeester en Wethouders hebben op 1 juli 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het gebruik van een veldschuur als. De aanvraag gaat over Belversestraat

Nadere informatie

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25. Laddertoets De Smaragd Waalre Laddertoets De Smaragd Waalre 1 Inleiding 2 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3 3 Uitgangspunten 5 4 Marktanalyse 11 5 Laddertoets 19 Bijlage A 25 Artikel 4.3 Nieuwbouw

Nadere informatie

VRAGEN INCLUSIEF BEANTWOORDING GEDEPUTEERDE STATEN

VRAGEN INCLUSIEF BEANTWOORDING GEDEPUTEERDE STATEN Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Datum ingekomen vragen : 31 oktober 2016 Datum GS-besluit: : 13 december 2016 Vragen nr. 124 Vragen van de heren mr. J.M. Bruggeman (SP) J.H. Leever

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Seminar Veehouderij en volksgezondheid

Seminar Veehouderij en volksgezondheid Seminar Veehouderij en volksgezondheid Dick Heederik Universiteit Utrecht (IRAS) Fred Stouthart Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Paul Bodden Hekkelman Advocaten Doorn 3 november 2016 Programma Seminar

Nadere informatie

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 juni 2013 / rapportnummer 2787 31 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Van Deijne Zeeland

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels Bestemmingsplan Onderdeel Regels Buitengebied, herziening 1 Gemeente Sliedrecht BESTEMMINGSPLAN Buitengebied, herziening 1 Gemeente Sliedrecht Inhoud IDN-nummer : Regels : NL.IMRO.0610.bp03buitengebiedh1-3001

Nadere informatie

Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1)

Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1) Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke- en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Juridische

Nadere informatie

Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Spijk Kolholsterweg 14"

Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan Spijk Kolholsterweg 14 Vergadering gemeenteraad d.d. 1 november 2018 Agenda nummer 9 Portefeuillehouder: burgemeester de heer G. Beukema Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Spijk Kolholsterweg 14" Korte inhoud: Om de bouw

Nadere informatie

Notitie Achterhoekse uitwerking provinciale Omgevings verordening niet-grondgebonden veehouderij.

Notitie Achterhoekse uitwerking provinciale Omgevings verordening niet-grondgebonden veehouderij. Notitie Achterhoekse uitwerking provinciale Omgevings verordening niet-grondgebonden veehouderij. Poho RO/Plato 9 juli 2015. Provinciaal omgevingsbeleid. Artikel 2.5.6.2 van de provinciale verordening

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning *18-2246023* *18-2246023* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0517 Aanvraagnummer (OLO) : 3127455 Aanvrager : Maatschap Vestjens-Van Enckevort Onderwerp : oprichten van een rijhal met ontvangst-

Nadere informatie

Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006

Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006 Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006 Geldig sinds 01 januari 2006. Inhoud regeling Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet op op de artikelen 1:3, vierde lid en de artikelen 4:81 tot en met 4:84 van

Nadere informatie

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen Burgemeester en wethouders hebben op 30 mei 2012 van Grinie B.V., Broek 1C, 5446 PS Wanroij

Nadere informatie

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS Aanvraag Datum aanvraag Datum ontwerp beschikking Datum definitieve beschikking Olo nummer Dossier nummer BAG nummer 03 maart

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING OV

OMGEVINGSVERGUNNING OV Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 31 januari 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het gebruiken van een parkeerterrein van Maxima Medisch Centrum door personeel van

Nadere informatie

Vragen en handhavingsverzoek omwonenden over Kapelstraat 46a in Elshout

Vragen en handhavingsverzoek omwonenden over Kapelstraat 46a in Elshout Collegevoorstel Aanleiding In de raadsvergadering van 20 december 2016 is het bestemmingsplan Elshout vastgesteld. In dit bestemmingsplan is het perceel Kapelstraat 46a in Elshout opgenomen. Over deze

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 5 juni 2014 1. INLEIDING Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied:

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD1309454 Burgemeester en wethouders hebben op 16 december 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het project herbouw van de stal. De aanvraag

Nadere informatie

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013 Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013 1. - Pagina 1 - Inleiding Algemene doelstelling Deze toelichting is opgesteld om duidelijkheid te geven over deze beleidsnotitie. Ook wordt

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016.

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016. Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!stuur DIT RAADSVOORSTEL

Nadere informatie

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1 DEEL C - PROCEDURE . Inhoudsopgave pagina DEEL C - PROCEDURE 1 9. WELSTANDSPROCEDURE 1 9.1 De status van de welstandsnota 1 9.2 Organisatie van welstand 1 9.3 De welstandsprocedure 1 9.4 Nieuwe bouwprojecten

Nadere informatie

Megastallen en kaders. Peter Broekmans Gemeente Cuijk

Megastallen en kaders. Peter Broekmans Gemeente Cuijk Megastallen en kaders Peter Broekmans Gemeente Cuijk Megastallen: ook een rol voor de gemeente? Ruimtelijke sturing bij ontwikkelingen in het buitengebied Vormgeven aan de ruimtelijke kwaliteit Omgevingsvergunningen

Nadere informatie

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 november 2016 / projectnummer: 3157 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Landbouwbedrijf

Nadere informatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie Bijlage: beoordeling duurzame locatie Het bedrijf is gelegen in een verwevingsgebied. In een verwevingsgebied is een bouwblokvergroting voor intensieve veehouderijen toegestaan indien het bedrijf is gelegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2872

ECLI:NL:RVS:2016:2872 ECLI:NL:RVS:2016:2872 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507981/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

INLEIDING. 3 BjflO. Hoofdstuk 1

INLEIDING. 3 BjflO. Hoofdstuk 1 INLEIDING De gemeente Drimmelen heeft van de heer Rasenberg het verzoek ontvangen om het rundveehouderijbedrijf aan de Zandstraat 5 te Hooge Zwaluwe te mogen verplaatsen naar een perceel aan de Zonzeelseweg

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr.14

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr.14 Raadsvoorstel Agenda nr.14 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Dooleggersbaan 20 Soort: Besluitvormend Opsteller: S. Salemans-Dusch Portefeuillehouder: Zaaknummer: SOM/2015/001617 Documentnummer: SOM/2015/001635

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK GEMEENTE OLDEBROEK STRUCTUURVISIE PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK 188197 Inhoudsopgave 1 Beleidskader 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Beleidsmatige aspecten 5 2 Toetsingskader

Nadere informatie

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 juli 2016 bij hen ingekomen aanvraag van J.P. Hendriks te

Nadere informatie

Voorschriften en overwegingen

Voorschriften en overwegingen Hof van Tholen 2 4691 DZ Tholen Postbus 51 4690 AB Tholen telefoon: 14 0166 e-mail: gemeente@tholen.nl website: www.tholen.nl Voorschriften en overwegingen bank: NL14BNGH0285008315 bic: BNGHNL2G btw-nummer:

Nadere informatie

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) (beleidsregel voor verlening van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo van

Nadere informatie

Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen)

Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen) GEMEENTEBLAD Nr. 53720 29 september Officiële uitgave van gemeente Tilburg. 2014 Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen) Dit

Nadere informatie

Commissie van advies voor de bezwaarschriften

Commissie van advies voor de bezwaarschriften Commissie van advies voor de bezwaarschriften Advies van de Commissie van advies voor de bezwaarschriften aan het college van burgemeester en wethouders van Asten alsmede aan de gemeenteraad van de gemeente

Nadere informatie

Nieuwe woning van 750 m³ met bijgebouw van 75 m² - sloop van 850 m² bebouwing.

Nieuwe woning van 750 m³ met bijgebouw van 75 m² - sloop van 850 m² bebouwing. Wijzigingen nieuw en huidig Rood voor Rood beleid In het nieuwe Rood voor Rood beleid 2015 zijn een aantal wijzigingen aangebracht ten opzichte van het in 2011 vastgestelde beleid. Dit betreffen wijzigingen

Nadere informatie

Telefoonnummer: Datum: 24 januari 2013 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer:

Telefoonnummer: Datum: 24 januari 2013 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer: Vestiging Haarlem Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerhugowaard Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD Telefoonnummer: 088-888 66 66 Datum: 24 januari 2013 Referentie: Faxnummer:

Nadere informatie