Dienst/afdeling SROL bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010;

Transcriptie

1 Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer Vaststelling structuurvisie Dienst/afdeling SROL bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss-2010 De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010; gelet op het advies van de raadscommissie Wonen, Openbare ruimte en Milieu van 21 juni 2010; besluit: De structuurvisie bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss-2010 ten opzichte van het ontwerp ontgewijzigd vast te stellen; Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 1 juli De gemeenteraad voornoemd, Coll:

2 Gemeenteraad Aan de gemeenteraad Volgnummer Dienst/afdeling SROL Onderwerp: Oss, 29 juni 2010 Gewijzigd voorstel tot vaststelling van de structuurvisie bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss en bestemmingsplan Buitengebied Oss 2010 Inleiding In dit voorstel wordt uw raad voorgesteld om de structuurvisie bebouwingconcentraties Buitengebied Oss en bestemmingsplan Buitengebied Oss 2010 vast te stellen. Deze documenten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zoals hieronder uiteen wordt gezet. Structuurvisie bebouwingsconcentraties buitengebied Oss 2010 In een structuurvisie worden afwegingen gemaakt voor het toekomstig ruimtelijk beleid op lokaal niveau. Er worden keuzes gemaakt over de gewenste ruimtelijke ontwikkeling op de lange termijn, en de daarvoor noodzakelijke maatregelen op korte termijn. Het is het richtinggevende document waarin voor overheden, maatschappelijke organisaties, private partijen en burgers duidelijk wordt welk ruimtelijk beleid een gemeente (of provincie) nastreeft. Een structuurvisie is een op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) wettelijk verplichte lange termijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling. In 2008 heeft uw raad de ontwikkelingsvisie Buitengebied in beweging vastgesteld. Deze ontwikkelingsvisie is formeel niet te beschouwen als een structuurvisie op grond van de Wro, aangezien de (nieuwe) Wro pas net in werking was getreden (1 juli 2008) toen de ontwikkelingsvisie werd vastgesteld en (dus) niet de vereiste procedure was gevolgd die nodig was voor een formele structuurvisie. Inhoudelijk kan de in 2008 vastgestelde ontwikkelingsvisie wél beschouwd worden als een structuurvisie; aan dit beleidskader dient op basis van de Wro alleen een uitvoeringsparagraaf te worden gekoppeld. De nu voorliggende structuurvisie voor de bebouwingsclusters binnen het buitengebied van Oss (bijgevoegd als bijlage 8) is dan ook inhoudelijk hetzelfde als de vastgestelde ontwikkelingsvisie, met uitzondering van de in dit plan toegevoegde uitvoeringsparagraaf, het verwijderen van het hoofdstuk met betrekking tot de concrete aanwijzingen voor het

3 bestemmingsplan Buitengebied, waarbij verder wordt opgemerkt dat de structuurvisie zich nu alleen beperkt tot de bebouwingsclusters omdat alleen daarvoor een uitvoeringsparagraaf wettelijk verplicht is vanwege de mogelijkheden tot nieuwe ontwikkelingen, in het bijzonder woningbouw. Een structuurvisie is overigens formeel (alleen) noodzakelijk om als basis te kunnen dienen voor het maken van afspraken met burgers in anterieure overeenkomsten over te leveren tegenprestaties in het kader van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De uitvoeringsparagraaf gaat dan ook vooral daar op in. Hieronder wordt kort inhoudelijk hierop ingegaan. Op grond van de ontwikkelingsvisie Buitengebied in beweging kunnen ontwikkelingen, al dan niet met een aparte bestemmingsplanprocedure of met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, worden vergund. Uitgangspunt daarbij is dat een landschappelijke tegenprestatie wordt geleverd voor het toestaan van (extra) mogelijkheden in het buitengebied. In de uitvoeringsparagraaf wordt met name deze tegenprestatie concreet benoemd. Een groot deel van de uitvoeringsparagraaf gaat in op de wijze waarop de tegenprestatie wordt berekend voor nieuwe burgerwoningen in het buitengebied. De tegenprestatie per woning is vergelijkbaar met de aankoop van een ruimtevoorruimterecht bij de provincie, dat ongeveer euro kost. Verder wordt ingegaan op de te leveren tegenprestatie voor andere ontwikkelingen, die afhankelijk is van de waardevermeerdering van de grond. Het ontwerp van de structuurvisie heeft op basis van de gemeentelijke inspraakverordening gedurende 2 weken ter visie gelegen. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn geen zienswijzen ingekomen. Voorgesteld wordt dan ook om de Structuurvisie bebouwingsconcentraties buitengebied Oss 2010 ongewijzigd vast te stellen conform het bijgevoegde besluit (bijlage 7). Bestemmingsplan Buitengebied Oss 2010 a. zienswijzeprocedure ontwerp bestemmingsplan Buitengebied Oss 2010 Het ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Oss 2010 heeft gedurende 6 weken ter visie gelegen, met ingang van 24 december Gedurende deze termijn zijn 169 zienswijzen ingediend. De zienswijzen hebben voor het overgrote deel betrekking op zeer concrete situaties, maar tevens ook op beleidsuitgangspunten van het plan. In het bijgevoegde zienswijzenverslag (bijlage 4) zijn alle 169 zienswijzen samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien. Een afvaardiging van uw raad heeft, indien de reclamant aangaf hieraan behoefte te hebben, de reclamant gehoord en in de gelegenheid gesteld om de eerder ingebrachte zienswijze toe te 2

4 lichten. Het indienen van nieuwe aspecten was daarbij niet toegestaan. Het verslag van de hoorzittingen is met de ingediende pleitnotities bijgevoegd als bijlage 5. Een groot aantal zienswijzen geeft aanleiding tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan ten opzichte van het ontwerp. d. wijzigingen in het ontwerp ten opzichte van het voorontwerp bp Buitengebied Naast de wijzigingen die het gevolg zijn van ingediende zienswijzen, is in het vast te stellen bestemmingsplan een aantal andere, ambtshalve, wijzigingen doorgevoerd. In bijlage 1 zijn deze wijzigingen benoemd. In bijlage 3 wordt ingegaan op enkele vragen van de commissie WOM. Voor een deel van de vragen verwijzen wij naar het zienswijzenverslag. In het voorstel tot besluitvorming met betrekking tot dit bestemmingsplan wordt er vanuit gegaan dat het geluidbeleid door uw raad (ongewijzigd) wordt vastgesteld. Indien hiervan geen sprake is, zal nader bezien moeten worden welke consequenties dit heeft voor het bestemmingsplan. e. concrete projecten In het verleden is een groot aantal verzoeken ingediend die, al dan niet met ruimtelijke onderbouwing, meegenomen zouden moeten worden in deze integrale herziening. In de praktijk blijkt het erg lastig om grotere projecten in te passen in een integrale herziening met een omvang als de onderhavige. Zo vragen losse projecten vaak om separaat overleg met omwonenden en dorpsraad, terwijl daarvoor, vanwege de hoge prioriteit die gegeven wordt aan de voorbereiding van een nieuw bestemmingsplan, geen tijd voor is, zeker niet indien een groot aantal verzoeken is ingediend. In een separate bijlage (bijlage 2) is een opsomming gegeven van een aantal projecten en is vermeld óf een plan is meegenomen in dit bestemmingsplan. Voor een aantal projecten moet nog een overeenkomst worden gesloten, voornamelijk met betrekking tot planschade, landschappelijke inpassing, plankosten en kosten voor civieltechnische voorzieningen. Indien deze overeenkomst niet is gesloten voordat onderhavig bestemmingsplan in de commissie WOM wordt behandeld, dan wordt voorgesteld om, conform hetgeen hierover in bijlage 2 is opgenomen, geen medewerking te verlenen aan deze plannen en de vigerende bestemming te handhaven. In een aantal gevallen betekent dit dat het bestemmingsplan ten opzichte van het voorstel gewijzigd vastgesteld dient te worden. Zoals uit het zienswijzenverslag blijkt, is er ook in de zienswijzenprocedure nog verzocht om een aantal concrete projecten mee te nemen in dit bestemmingsplan. De zienswijzenfase is niet het geschikte moment om nog in overleg te kunnen gaan over een plan, mede gelet op de korte wettelijke termijnen in een bestemmingsplanprocedure; tevens is een ruimtelijke onderbouwing, inclusief onderzoeken, vereist om ontwikkelingen mee te kunnen nemen. Als die ontbreekt, zijn deze verzoeken in dit stadium van de bestemmingsplanprocedure niet meer meegenomen. Bezien wordt op welke wijze eventueel (al dan niet met toepassing van een in het 3

5 bestemmingsplan opgenomen wijzigingsregel) wel medewerking kan worden verleend aan ruimtelijk acceptabele verzoeken. f. verdere procedure Na vaststelling door uw raad van het bestemmingsplan Buitengebied Oss 2010 zal conform wettelijk voorschrift na 6 weken publicatie van de vaststelling plaatsvinden, waarna binnen 6 weken beroep kan worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. g. landbouwbeleid Het provinciale landbouwbeleid is op het ogenblik sterk in ontwikkeling. In deze paragraaf zetten wij op een rijtje welke wijzigingen zich hebben voorgedaan en welke relatie er ligt met dit bestemmingsplan. Voor onderhavig bestemmingsplan zijn de volgende provinciale documenten van belang: het voorbereidingsbesluit d.d. 11 december 2009 met betrekking tot de geiten- en schapenhouderij; het voorbereidingsbesluit d.d. 20 maart 2010 met betrekking tot de intensieve veehouderij; de Verordening ruimte Noord-Brabant fase 1, door Provinciale Staten vastgesteld op 23 april Op basis van de voorbereidingsbesluiten is een aanhoudingsverplichting in het leven geroepen voor verzoeken om bouwvergunningen. In de verordening worden vervolgens regels gegeven die verplicht in een bestemmingsplan moeten worden opgenomen en die tevens rechtstreeks doorwerken als toetsingskader voor bouwvergunningen. In eerste instantie was het de bedoeling om in deze verordening alleen bestaand beleid op te nemen. Op basis van de discussies en besluiten in de afgelopen maanden is er echter steeds meer nieuw beleid in de verordening geslopen. Onder andere het volgende nieuwe beleid is door de provincie opgenomen in de Verordening ruimte Noord-Brabant fase 1 : de definitie van een intensieve veehouderij is gewijzigd. Dit heeft als consequentie dat ook grote rundveehouderijen nu als intensief bedrijf worden beschouwd; in verwevingsgebied mogen agrarische bouwvlakken slechts groeien tot maximaal 1,5 ha (op duurzame locaties). Het oude beleid ging uit van een groei tot 2,5 ha op een duurzame locatie; binnen het landbouwontwikkelingsgebied kan worden uitgebreid tot 1,5 ha en in sommige gevallen tot 2,5 ha, waarvoor een ontheffing van gedeputeerde staten noodzakelijk is; de criteria voor uitbreiding tot 1,5 ha zijn opgenomen en zullen vertaald moeten worden in het bestemmingsplan; gebouwen waarin dieren worden gehouden mogen uit slechts één bouwlaag bestaan; 4

6 binnen extensiveringsgebied mag nog slechts tot 1 januari 2011 gebruik gemaakt worden van de rechten binnen een bestaand bouwvlak; daarna komt er een slot op de muur. De Wet ruimtelijke ordening verplicht om in principe binnen een jaar een provinciale verordening door te vertalen in een bestemmingsplan. De regels uit de verordening met betrekking tot de intensieve veehouderij werken echter rechtstreeks, zodat verzoeken om bouwen aanlegvergunning hieraan moeten worden getoetst. Inhoudelijk maakt het dan ook geen verschil of het bestemmingsplan nu al dan niet wordt aangepast aan het nieuwe provinciale beleid. Aangezien ook het provinciale beleid, in de structuurvisie, nog zal worden aangepast en er eind 2010 ook een verordening ruimte Noord-Brabant fase 2 komt en (ook) op grond daarvan het bestemmingsplan zal moeten worden aangepast, stellen wij nu voor om het bestemmingsplan Buitengebied Oss 2010 nog niet aan te passen aan het nieuwe provinciale beleid maar dit eerst te doen nadat het provinciale beleid en de bijbehorende regelgeving is uitgekristalliseerd. Doorvertaling van het provinciaal beleid is overigens ook praktisch onmogelijk, omdat bijvoorbeeld alle rundveehouderijen moeten worden beoordeeld op het intensief of extensief karakter daarvan. h. exploitatieplan Op grond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is de gemeente verplicht om grondexploitatiekosten te verhalen. Daartoe dient de raad in beginsel een exploitatieplan vast te stellen. Onder bepaalde voorwaarden is dit niet nodig; onder meer dient dan het kostenverhaal anderszins verzekerd te zijn. Het kostenverhaal is in casu anderszins verzekerd voor projecten die als grondexploitatie zijn te beschouwen (woningbouwprojecten) omdat met de exploitanten van die gebieden overeenkomsten worden gesloten met betrekking tot (onder andere) de exploitatiekosten. In dit geval is het dan ook niet nodig om een exploitatieplan vast te stellen. Hiertoe dient op grond van de wet expliciet besloten te worden. i. wijzigingen Mede naar aanleiding van de vergadering van de gemeenteraadscommissie WOM van 21 juni 2010 stellen wij een aantal wijzigingen voor ten opzichte van het eerder aan uw raad aangeboden voorstel d.d. 18 mei 2010 met betrekking tot de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan Buitengebied Oss 2010 en de structuurvisie bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss Deze wijzigingen zijn verwoord in bijlage A waarnaar in het conceptraadsbesluit wordt verwezen. Een aantal opmerkingen van de commissie hebben wij overgenomen. Deze zijn opgenomen in bijlage A bij het raadsbesluit. Aan enkele opmerkingen c.q. vragen komen wij niet geheel tegemoet. 5

7 De aangeleverde stukken met betrekking tot Berghemseweg 18a Herpen en Elsstraat 15 Herpen leiden niet tot het toekennen van een agrarische bestemming omdat de daarvoor ingediende bewijzen hiervoor te mager zijn. Wel kan een aanduiding sw-vab (voormalig agrarisch bedrijf) worden toegekend, zodat eventueel, indien aan de daarvoor geldende criteria wordt voldaan, met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid gewijzigd kan worden naar een agrarisch bedrijf. Advies 1. de structuurvisie Bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss ten opzichte van het ontwerp ongewijzigd vast te stellen; 2. op de zienswijzen die naar voren zijn gebracht over het ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Oss te besluiten als aangegeven in het zienswijzenverslag; 3. het bestemmingsplan Buitengebied Oss ten opzichte van het ontwerp gewijzigd vast te stellen; 4. geen exploitatieplan voor het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Oss vast te stellen; 5. het beeldkwaliteitsplan Dorpenweg 31 Deursen-Dennenburg zoals verwoord in bijlage 1 (Ontwerpschetsen woningbouwproject) van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 13 bij de toelichting) vast te stellen als onderdeel van de Welstandsnota gemeente Oss; 6. in te stemmen met de in bijlage A bij dit raadsvoorstel opgenomen wijzigingen in het zienswijzenverslag, de planregels, de plankaart en de bijlagen ten opzichte van het eerdere raadsvoorstel d.d. 18 mei Burgemeester en wethouders van Oss, De secretaris, De burgemeester, drs. M.J.H. van Schaijk H.W.M. Klitsie. Coll: 6