Naar aanleiding van het bezwaarschrift is bezwaarde op 4 oktober 2012 gehoord, van welke hoorzitting een verslag is gemaakt (bijlage).

Transcriptie

1 Nederlandse Zorgaumrllell BESLISSING OP BEZWAAR Bij brief van 10 april 2012 (ontvangen door NZa op 10 april 2012) is namens Stichting Trimenzo (hierna: bezwaarde), bezwaar gemaakt tegen het besluit van de NZa van 29 februari 2012, kenmerk Care/AWBZ/12/009/12D (hierna: het bestreden besluit). Het bezwaarschrift is bij brief van 12 juni 2012 (kenmerk 39/ ) aangevuld (ontvangen door de NZa op 12 juni 2012). In het bestreden besluit wordt het verzoek van bezwaarde van 17 oktober 2011 om in te stemmen met een aanpassing van de aanvaardbare huurkosten als gevolg van een wijziging van de afschrijvingssystematiek, door de NZa afgewezen. 2 van 12 Naar aanleiding van het bezwaarschrift is bezwaarde op 4 oktober 2012 gehoord, van welke hoorzitting een verslag is gemaakt (bijlage). In haar vergadering van 18 december 2012 heeft de NZa het bestreden besluit in heroverweging genomen. De NZa heeft besloten dat gedeeltelijk tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar. Als gevolg van deze gedeeltelijke gegrondverklaring wordt niet meer toegekomen aan de beoordeling van het overige gedeelte van het bezwaar. Hieronder volgt de motivering van deze beslissing. DE AANGEVOERDE BEZWAREN 1. De aanvraag van bezwaarde van is al op 24 juni 2009 Ingediend bij de NZa, dat wil zeggen vóór de inwerkingtreding van de Beleidsregel Beëindiging. Mondeling en per is door de NZa in 2009 bevestigd dat de Nza instemt met een verhoging van de huurkosten van hetpand over 2009 en Bezwaarde stelt dat hij al eerder een aanvraag ter zake heeft Ingediend, namelijk op 24 juli Op 20 augustus 2009 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen bezwaarde en de NZa over de nieuwbouwplannen en het hiermee samenhangende verzoek om boekwaardereparatie. Op respectievelijk 20 augustus 2009 en 4 november 2009 is mondeling en op 22 december 2009 is per door de NZa bevestigd dat de NZa instemt met een verhoging van de huur voor het pand het Grotenhuis In de jaren 2009 en 2010 met een bedrag van per jaar. Bezwaarde geeft aan dat hij tot zijn verbazing op 29 februari 2012 het bestreden besluit ontving. 2. Vanwege de slechte staat van het gebouw, wordt een exploitatie van 50 jaar niet gehaald. Bovendien is de huidige huurprijs relatiefhoog als gevolg van de gehanteerde annuïtaire afschrijving. Het weigeren van het verzoek tot aanpassing van de huurvergoeding als gevolg van omzetting afschrijvingssystematiek leidt tot stagnatie in herontwikkeling en mogelijke expioitetietekorten:

2 De locatie Grotenhuls dateert van 1956 en is deels gerenoveerde in 1978 en deels herontwikkeld In Het pand kent een groot aantal functionele beperkingen. Het zorgkantoor en bezwaarde deelden de mening dat vervangende nieuwbouw de enige optie was. Daarom is enige tijd geleden met de bouw van een 'nieuw Grotenhuis' gestart. De oplevering staat gepiand voor juli De boekwaarde is thans nog relatief hoog (en niet reëel) als gevolg van een annuïtaire methode van afschrijving. BIJ deze afschrijvingsmethodiek ligt het zwaartepunt van de afschrijvingen, in tegenstelling tot de lineaire methode van afschrijven, in de laatste exploitatieperiode (15 à 20 Jaar). Bij een verzorgingshuis van 20 à 30 jaar oud is de boekwaarde, wanneer gewerkt wordt met annuïteiten, relatief hoog. Dat het niet vreemd Is om uit te gaan van een levensduur van bijvoorbeeld 40 jaar, volgt onder meer uit de 'Enquête boekwaarde Care en GGZ' van april De boekwaardeprobjematiek leidt onder meer tot stagnatie in herontwikkeling en tot mogelijke exploitatietekorten. De annuïtaire afschrijvingsmethodiek werd In het verieden van overheidswege gestimuleerd. De nieuwe bekostiging van kapitaallasten (NHC) heeft grote invloed op de financiering van zorgvastgoed. De huidige boekwaarde (en dus: huurprijs) drukt zwaar op de toekomstige exploitatie. Immers, de oude (annuitaire) lening / financiering dient nog te worden 'afgelost' uit de middelen die op grond van de NHC aan zorginstellingen beschikbaar worden gesteld. Deze middelen zijn In veel gevallen niet voldoende om aan de bestaande huurverplichtingen of om de noodzakelijke investeringen te doen. De exploitatie van het Grotenhuis komt onder het nieuwe financieringssysteem (NHC), in ieder geval wanneer geen boekwaardereparatie plaatsvindt, fors onder druk te staan, ofwel: wordt onmogelijk. Ais vanaf 1968 / 1997 lineaire afschrijving had plaatsgevonden, dan zou de boekwaarde van de locatie het Grotenhuis nu substantieel lager (en reëler) zijn geweest. Indien in het verleden was gekozen voor een lineaire methode van afschrijven, dan zou de boekwaarde van de iocatie het Grotenhuis op 31 december 2010 substantieel iager zijn geweest. 3. De NZa dient de beleidsregel Beëindiging onverbindend te verkleren wegens onrechtmatigheid. Zorgaanbieders konden geen gedetailleerd inzicht hebben in de uitgangspunten van het nieuwe beleid De Beleidsregel beëindiging mogelijkheid wijziging afschrijvingssystematiek (hierna: Beleidsregei Beëindiging) is op 29 augustus 2011 bekend gemaakt en diende direct in werking te treden, zo volgt uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en uit artikel 4 van de Beleidsregel Beëindiging. Deze beleidsregel wordt door de NZa echter toegepast met terugwerkende kracht op aanvragen die op of na 1 juni 2011 door de NZa zijn ontvangen. 3 van 12

3 Bezwaarde is het niet eens met het standpunt van de NZa dat zorgaanbieders door de brief van 1 juni 2011 ' gedetailleerd inzicht konden hebben in de uitgangspunten van het nieuwe beleid van 1januari 2012 en dat om die reden de NZa de beieidsregel ad hoc en met terugwerkende kracht kon invoeren. Nu het op grond van artikel 8:2 Awb niet mogelijk Is om beroep In te stellen tegen een algemeen verbindend voorschrift en beieidsregeis, kan er ingevolge artikel 7:1 Awb ook geen bezwaar tegen worden gemaakt. Wel kan het beleid onrechtmatig en / ofonverbindend worden verklaard in een procedure tegen de uitvoering van dat beleid (de zogeheten exceptieve toetsing). Bezwaarde verzoekt de NZa in deze bezwaarprocedure de Beleidsregel Beëindiging exceptief te toetsten. 4. De Beleidsregel Beëindiging is in strijd met de rechtszekerheid en derhalve onrechtmatig Het hanteren van terugwerkende kracht en het niet voorzien in een overgangsregeling is onrechtmatig en in strijd met de rechtszekerheid. Voor zover de NZa van mening is dat in de periode vanaf 1 juni 2011 gezien moet worden als een overgangstermijn, stelt bezwaarde dat dit een onjuist uitgangspunt is. De brief van 1 juni 2011 beschrijft een overgangsregeling na de invoering van de NHC's. De brief beschrijft geen overgangsregeling met betrekking tot de Beleidsregel Beëindiging. Op geen enkele wijze behoefden zorgaanbieders na het lezen van deze brief te begrijpen dat verzoeken om wijziging van de afschrijvingssystematiek vanaf 1 juni 2011 ofvanaf 29 augustus 2011 zouden worden afgewezen. Dit geldt temeer omdat de Beleidsregel Kapitaalasten ongewijzigd van kracht bleef en er per 1 juni 2012 geen nieuwe beleidsregel is vastgesteld. Op basis van het overgangsrecht van de NHes mocht verwacht mocht worden dat de NZa in elk geval verzoeken om wijziging van de afschrijvingssystematiek, gedaan vóór 1 januari 2012, zou honoreren. Bezwaarde kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de Beieidsregel Beëindiging is vastgesteld naar aanleiding van de ingediende aanvragen om boekwaardecorrectie en tijdens die procedures aangevoerde argumenten. Ter onderbouwing van zijn standpunt dat het hanteren van terugwerkende kracht en het niet voorzien in een overgangsregeling onrechtmatig is, haalt bezwaarde een jurisprudentieonderzoek uit 1982 ten aanzien van beleidswijzigingen aan, dat ts opgenomen in 'Hoofdstukken van bestuursrecht' van Van Wijk Konijnenbelt & van Male uit Tevens verwijst hij naar een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van 29 april 2003 (AB 2004, 203, r.o, ) In het voornoemde onderzoek is een aantal criteria neergelegd waaraan een bestuursorgaan bij het wijzigen van beleid aan dient te voldoen om strijdigheid met het rechtszekerheidsbeginsel te voorkomen. De belangrijkste voorwaarden zijn volgens bezwaarde: PagÎna 4 van 12 1 De brief van de Staatssecretaris aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 1 juni 2011 (TK, Kamerstuk 30597, nr. 187)

4 Nederlandse ZDrgautorlteit beleidswijzigingen hebben in beginsel geen terugwerkende kracht, en zij kunnen slechts met inachtneming van een redelijke overgangstermijn ingevoerd worden. Bezwaarde is van mening dat de Beleidsregel Beëindiging niet aan deze criteria voldoet en derhalve onrechtmatig is xenmerk Pi'lgina 5 van 12 Tenslotte verwijst bezwaarde naar een beslissing op bezwaar van de NZa van 20 oktober 2010, inzake de Stichting ïnsuta Dei met betrekking tot de wijziging van de afschrijvingssystematiek van het vastgoed Huize Kohlman te Arnhem. 5. Het bestreden besluit is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel Bezwaarde stelt zich op het standpunt dat de beleidswijziging tijdig en behoorlijk bekendgemaakt had moeten worden omdat het een wijziging betreft die ten nadele is van betrokkenen en die ingrijpende financiële consequenties heeft. De beleidsregel had moeten voorzien in een overgangsregeling en een coulanceregeling voor de periode na 29 augustus Verwezen wordt naar een uitspraak van het CBb van 10 november 2005 (AB 2006,64). Hierin wordt overwogen dat bij de voorbereiding van een beleidsregel zorgvuldig te werk gegaan dient te worden, rekening gehouden moet worden met de bij het besluit betrokken belangen. Het voorzienbare aspect van de beleidsregel brengt met zich mee dat aan betrokkenen een redelijke termijn moet worden gegund teneinde zich in te kunnen stellen op wijziging van hun financiëie situatie. Voorts heeft de centrale Raad van Beroep In zijn uitspraak van 12 december 1994 (AB 1995, 406) naar de mening van bezwaarde overwogen dat het zorgvuldigheidsbeginsel vereist dat van een aanscherping van het beleid slechts sprake kan zijn indien tegelijkertijd een behoorlijke overgangsmaatregel wordt getroffen. Uit de uitspraak van het CBb van 28 mei 2009, LJN B31784volgt naar de mening van bezwaarde dat in het kader van de rechtszekerheid, een instelling als gevolg van nieuw beleid niet geconfronteerd mag worden met negatieve financiëie gevolgen. 6. Beleidsregel Beëindiging is niet op de juiste wijze bekendgemaakt Bezwaarde stelt dat niet is gebleken dat beleidsregel Beëindiging op de juiste wijze bekend rs gemaakt. Het vaststellen van een beleidsregel dient bij besluit en derhalve schriftelijk te gebeuren. Het besluit dient bekend te worden gemaakt conform het bepaalde In artikel 3:42 Awb. Bezwaarde Is van mening dat niet Is gebleken dat het besluit op de juiste wijze bekend Is gemaakt. Bezwaarde Is van mening dat het bestreden besluit is gestoeld op onrechtmatig beleid. Derhalve komt bezwaarde tot de conclusie dat het bestreden besluit zelf ook onrechtmatig Is en niet in stand kan blijven.

5 Kenmel'k In het geval dat de Beleidsregel Beëindiging niet onverbindend verklaard wordt, beroept bezwaarde zich op de navolgende bezwaargronden. 7. Het bestreden besluit dient gebaseerd te worden op de Beleidsregel Kapitaal/asten Bezwaarde stejt dat teruggevallen dient te worden op de Beleidsregel Kapitaallasten aangezien de Beleidsregel Beëindiging onverbindend verklaard moet worden dan wel op grond van artikel 4:84 Awb niet kan worden toegepast. De Beleidsregel Kapitaallasten is niet gewijzigd of ingetrokken. In de Beieldsregel Kapitaallasten isvermeid dat vergoedingen voor afschrijvingen zowel plaats dienen te vinden op basis van een lineaire als op basis van een annuïtaire afschrijvingsmethode. Op basis van iaatstgenoemde beleidsregel (en voorgangers) honoreerde de NZa aanvragen tot wijziging van afschrijvingssystematiek In situaties waarin voor activa In de aanvaardbare kosten een vergoeding voor rente en afschrijving of voor huur was opgenomen. De onderhavige aanvraag dient daarom ook te worden gehonoreerd. Bezwaarde verwijst naar een uitspraak van de Rechtbank Assen (4 oktober 2007, LJN BB5539) waarin het uitgangspunt werd doorbroken dat in een beslissing op bezwaar ex nunc moet worden beslist, omdat er hangende bezwaar een voor de aanvrager negatieve beleidswijziging had plaatsgevonden. Met toepassing van het In de literatuur aangeduide beginsel van rechtsherstel, was de rechtbank van oordeel dat de oude regelgeving van toepassing was. Bezwaarde stelt dan ook dat hij in de situatie dient te worden gebracht waarin hij zou zijn geweest indien van meet af aan op de juiste wijze door verweerder was beslist. Bezwaarde stelt zich op het standpunt dat In deze casus het beginsel van rechtsherstel moet worden toegepast. 8. Het bestreden besluit heeft een motiveringsgebrek Bezwaarde stelt dat de ratio van de Beleidsregel Beëindiging ('omzetting afschrijvingssystematiek is na invoering van de NHC's niet langer kostenneutraal') niet geldt voor deze aanvraag. De aanvraag Is namelijk gedaan vóór de Invoering van de NHC'sop 1 januari Bezwaarde verwijst hierbij naar een uitspraak van het CBb (AB 2006, 364), waarin wordt overwogen dat het bestuursorgaan, voorafgaand aan de vaststelling van de betreffende nieuwe beleidslijn, de zorgplicht had te onderzoeken ofde gemaakte veronderstellîng op basis waarvan het beleid is geformuleerd, ook gold ten aanzien van betrokkene. Nu dit niet aantoonbaar was gebeurd, aldus de Rechtbank, was het besluit niet deugdelijk gemotiveerd (ex artikel 7:12 Awb) en was niet voldaan aan het vereiste van een zorgvuldige voorbereiding. Bezwaarde trekt een parallel met deze uitspraak omdat naar zijn mening de reden waarom de Beleidsregel Beëindiging (blijkens de toelichting) is vastgesteld, niet ziet op het onderhavige geval. Daarom kleeft er een motiveringsgebrek aan het bestreden besluit. 6 van 12

6 9. Het bestreden besluit heeft onevenredige gevolgen zoals omschreven in de artikelen 3:2,3:4 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht Pagfnill 7 van 12 Ten aanzien van artikel 4:84 Awb: in afwijking van de Beleidsregel Beëindiging dient het verzoek van bezwaarde te worden gehonoreerd. Gezien de onevenredige gevoigen van afwijzing van het verzoek van bezwaarde ten opzichte van de met de Beleidsregel Beëindiging te dienen doelen, kan de NZa zich niet verschuilen achter haar beleid. Ter aanvulling en toelichting van het bezwaarschrift heeft bezwaarde tijdens de hoorzitting nog het voigende aangevoerd. Er is sprake van zeer gevorderde (feitelijk afgeronde) nieuwbouw. Blijkbaar vond ook het College Bouw dat vervangende nieuwbouw nodig was en heeft zij - zonder voorbehoud - haar goedkeuring verleend. Bezwaarde verwijst naar de uitspraak van het CBb waarin het College aangeeft dat aan deze goedkeuring waarde gehecht dient te worden. Voorts is door bezwaarde tijdens de hoorzitting gesteld dat met de invoering van de NHCde afschrijvingstermijn door de NZa is veriaagd van 50 naar 30 jaar. Volgens bezwaarde erkent de NZa hiermee dat een afschrijvingstermijn van 50 jaar niet realistisch is en niet hanteerbaar is. De huidige boekwaarde drukt zwaar op de exploitatie omdat de oude (annuïtatre) financiering moet worden meegenomen naar de nieuwe ontwikkeling en dus in feite te zijner tijd moet worden afgelost uit de middelen die op grond van de NHC vanaf 2012 ter beschikking worden gesteld. Vanuit de destijds door de rijksoverheid geïnitieerde afschrijvingsmethodiek (annuïtair) is het dus voor zorginstellingen van het grootste belang om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheid om de annuïtaire afschrijving om te zetten in een lineaire. OORDEEL NZA Alvorens in te gaan op de aangevoerde bezwaren zal de achtergrond van het geschil en het beleid en de totstandkoming van het bestreden besluit worden toegelicht. achtergrond beleid en bestreden besluit Kapitaal/asten Bouwkundige Investeringen leiden tot afschrijvlngs- en rentekosten. Maatstaven voor de in de tarieven op te nemen kosten van bouwkundige investeringen van zorgaanbieders in de AWBZ-sector werden tot en met 2011 opgenomen in de regels inzake de kapitaallasten, waaronder in het bijzonder Beleidsregel CA-337 ('Afschrijving') en Beleidsregel CA-445 ('Rente') en de Beleidsregel Huur en erfpacht (CA-339), per 1 januari 2011 opgevolgd door Beleidsregel CA ('Kapitaallasten).

7 Nederfandse Zorgautoriteit In de Beleidsregel Kapitaallasten zijn percentages opgenomen die worden gehanteerd om de budgetvergoeding voor de benodigde afschrijvingen te bepalen. Bij de bepaling van de aanvaardbare kosten wordt uitgegaan van de vaste afschrijvingspercentages. Zo wordt voor stenen gebouwen uitgegaan van een percentage van 2% en voor renovaties van 5% van de historische kostprijs per jaar (resulterend in een afschrijvingstermijn van respectievelijk 50 en 20 jaar). 8 van 12 De in de Beleidsregel Kapitaallasten (en daaraan voorafgaande en opvolgende beleidsregels) opgenomen afschrijvingspercentages en -termijnen worden in beginsel strikt gehanteerd. Hiernaast werden verzoeken tot omzetting van de afschrijvingswijze tot 1 juni 2011 in beginsel gehonoreerd. In dat geval ontving de zorgaanbieder gedurende één ofenkele jaren een hogere budgetvergoeding. In de jaren daarna was de budgetvergoeding (posten afschrijving en rente dan wel post huur) lager (de afschrijvingstermijn wijzigt door de omzetting niet). Hierdoor werd de boekwaarde van de betreffende panden verlaagd. Het honoreren van de wijziging van de afschrijvingswijze had tot gevolg dat de daarmee gepaard gaande aanvullende afschrijvingskosten eveneens in de rekenstaat van de aanbieder werden opgenomen (In geval van eigendom en In geval van huur). Introductie nieuwe bekostigingssystematiek Inmiddels Is In de intramurale AWBZ een nieuw bekostigingssysteem ingevoerd, de zorgzwaartebekostiging. In dit systeem is de hoogte van het budget van een zorgaanbieder afhankelijk van de zorgzwaarte van cliënten. Voor de beschrijving van deze zorgzwaarte zijn zorgzwaartepakketten (ZZP's) gemaakt. Een ZZP omvat het wonen, de zorg, diensten, dagbesteding en/of behandeling. De ZZP's worden vanaf 1 januari 2010 gebruikt voor de bekostiging, de zorginkoop en de verantwoording over de geleverde zorg door de zorgaanbieder. De overgang naar het nieuwe bekostigingssysteem was aanvankelijk nog niet volledig. Met de overgang naar ZZP's was tevens de Invoering van een normatieve huisvestingscomponent (NHC) per ZZP voorzien, waardoor zorgaanbieders volledig risicodragend zouden worden voor de door hen geleverde zorg en hun vastgoed. Met ingang van januari 2012 is met de invoering van de NHC gestart. Bij brief van 9 juli 2009 (kenmerk: TK, , , nr. 114) heeft de minister van VWS de Tweede Kamer de uitgangspunten voor de Integrale tarieven en een overgangsregeling kenbaar gemaakt. Door de minister wordt erkend dat veel instellingen te maken hebben met een minder goede solvabiliteit en dat onder het oude regime boekwaardeverliezen zijn ontstaan. De oplossing voor boekwaardeverliezen zal volgens de minister allereerst moeten worden gezocht binnen de eigen vastgoedportefeuille en de stille reserves. Daarnaast zal worden voorzien in een overgangsregeling.

8 N<!derlandse Zorgauloriteit Op 15 oktober 2010 verzendt het ministerie van VWS aan brancheorganisaties in de langdurige zorg en enkele andere relevante partijen als verzekeraars en woningbouwcorporaties een ambtelijk bericht, met daarin opgenomen de hoofdlijnen van de voorgenomen besluitvorming ter zake van de NHC's als onderdeel van de tarieven voor de ZZP's. In het ambtelijk bericht is onder meer een overgangstraject beschreven. Aangegeven wordt dat enerzijds sprake Is van een nacalculatiesysteem en anderzijds een opbouw van risico in een systeem van integraie tarieven. PilIgÎna 9 van 12 Bij brief van 1 juni 2011 (kenmerk' DLZ-U ) heeft de minister van VWS haar voornemen tot het geven van een aanwijzing kenbaar gemaakt. In deze brief ts aangegeven dat een deel van de problematiek die voor zorgaanbieders met niet langer bestaande of leegstaande gebouwen kan ontstaan door de situatie dat alleen verleende zorg en 'bezette' plaatsen worden vergoed, wordt opgelost door de extra beschikbare middelen in het kader van de financiële crisisaanpek", Instellingen die hierop geen geslaagd beroep hebben kunnen doen, zullen hun voornemen voor (ver)nieuwbouw moeten inpassen In de systematiek van het overgangsregime van de procentuele afbouw van de nacalculatie en de procentuele opbouw naar de NHC (één en ander passend binnen het daarvoor beschikbare budgettaire kader). Wel wordt aangegeven dat onder voorwaarden zal worden voorzien in een compensatieregeling voor bestaande zorgaanbieders die nog beschikken over resterende boekwaarde van vaste activa. Op 12 juli 2011 heeft de Minister van VWS de NZa een aanwijzing gegeven om een uniforme kapitaallastenvergoeding voor instellingen voor langdurige zorg in te voeren (Stcrt. 2011, 13319), zoals gewijzigd bij aanwijzing van 8 augustus 2011 (Stcrt. 2011, 16189). De maatregelen in de aanwijzing komen overeen met de beschrijving in de brief van 1 juni In artikel 3 van de aanwijzing is bepaald dat de uitvoering van de aanwijzing budgettair neutraal dient plaats te vinden, dat wii zeggen binnen het BKZ, rekening houdend met de jaarlijkse groei (volume en inflatie). In navolging van voornoemde aanwijzing heeft de NZa de beleidsvoornemens ten aanzien van de invoering van de NHCop 26 juli 2011 in een circuiaire en een set beleidsregels vertaald (kenmerk: AWBZ/11/12c en nrs. CA t/rn CA ). Met deze beleidsregels wordt de vergoeding voor rente van en afschrijving op vastgoed van zorgaanbieders met ingang van januari 2012 onderdeel van de integrale tarieven en wordt de vergoeding voor deze kapitaallasten in de vorm van de NHCverbonden aan de ZZP's. De periode van 2012 tot 2018 is een overgangsperiode, waarin de huidige bekostiging van kapitaallasten wordt afgebouwd en de vergoeding op basis van de NHC wordt opgebouwd, waarbij de vergoeding stapsgewijs steeds meer wordt gebaseerd op geleverde zorg. Gedurende de overgangsperiode is er sprake van enerzijds een nacalculatiesysteem en anderzijds een opbouw van een systeem van integraie tarieven. Vanaf 2018 geldt een volledig integraal tarief. 2 Zie tn dit verband de beleidsregel Invulling bouwimpuls AWBZ (CA-399)

9 In aanvulling op voornoemde set beleidsregels, heeft het ministerie van VWS de NZa bij brief van 22 augustus 2011 (kenmerk: DLZjSFI-U ) expliciet verzocht het beleid ten aanzien van het omzetten van de afschrijvlnqsrnethodlek van annuitair naar lineair per direct te wijzigen en dergelijke aanpassingen niet langer toe te staan. Het ministerie van VWS verzoekt het gewijzigde beieid tevens toe te passen op reeds gedane aanvragen. De reden van dit verzoek was dat de verlaging van de uitgaven voor hetzij de budgetvergoeding voor de posten afschrijving en rente, hetzij de budgetvergoeding voor de post huur na de invoering van de NHe's slechts gedeeltelijk ten gunste van het BKZ komen. Anders dan voorheen kan een omzetting van de afschrijvingssystematiek met ingang van 2012 (het moment van invoering van de integrale tarieven) derhalve niet langer budgetneutraal plaatsvinden en leidt het wijzigen van de afschrijvingsmethodiek tot een onvermijdelijk en te voorkomen overschrijding van het BKZ. Immers, na het vervallen van de overgangsregeling in 2018 komen de voordelen van een verlaagde boekwaarde niet meer ten gunste van de AWBZ. 10 van 12 Met de vaststelling van de Beleidsreçel Beëindiging heeft de NZa uitvoering gegeven aan dit verzoek van het ministerie van VWS. In de Beleidsregel Beëindiging is bepaald dat - zo nodig in afwijking van de Beieidsregel Kapitaallasten dan wel voorgaande beleidsregels aanvragen van zorgaanbieders tot aanpassing van de aanvaardbare kosten op grond van een wijziging van de afschrijvingsmethodiek worden afgewezen. De Beleidsregel Beëindiging wordt toegepast op aanvragen die op huur- dan wel eigendomssituaties zien en die op of na 1 juni 2011 door de NZa zijn ontvangen. Beoordeling bezwaren In dit bezwaarschrift staat de vraag centraal of de NZa in redelijkheid tot een afwijzing heeft kunnen komen van de door bezwaarde ingediende verzoeken om aanpassing van de huurvergoeding. Ten aanzien van de eerste bezwaargrond (De aanvraag van bezwaarde van is al op 24 juni 2009 ingediend bä de NZa, dat wil zeggen vóór de InwerkIngtreding van de Beleidsregel BeëindIgIng. Mondeilng en per is door de NZa in 2009 bevestigd dat de NZa instemt met een verhoging van de huurkosten van het pand over 2009 en ) De NZa oordeelt over dit bezwaar als volgt. De Beleidsregel Beëindiging Is op 29 augustus 2011 in werking getreden. In deze beieidsregel Is bepaald dat aanvragen die zien op wijziging van de afschrijvingssystematiek en die door de NZa ontvangen zijn op of na 1 juni 2011, afgewezen worden. Bezwaarde heeft de NZa op 24 juni 2009 de NZa een verzoek gedaan om de toegestane huur ad. voor het huidige Grotenhuls voor de jaren 2009 en 2010 met per jaar te verhogen tot. per jaar naar aanleiding van een wijziging in de afschrijvingssystematiek.

10 Naar aanleiding van dit verzoek hebben de volgende gebeurtenissen plaatsgevonden. Op 20 augustus 2009 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de NZa, bezwaarde en Woonzorg Nederland. In dit gesprek Is bezwaarde In de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag toe te lichten Pilgina 11 van 12 Op 22 december 2009 heeft de NZa een verstuurd aan bezwaarde om schriftelijk te bevestigen dat de NZa Instemde met een verhoging van de huur 2009 en 2010 met per jaar. Op 17 oktober 2011 stuurt bezwaarde de NZa een brief met het verzoek om de door de NZa gedane toezegging In de van 22 december 2009 alsnog bij brief te bevestigen. Op 29 februari 2012 wordt het verzoek van 17 oktober 2011 afgewezen op grond van de Beleidsregel Beëindiging. Op grond van het bovenstaande komt de NZa tot de volgende conclusies. In de van 22 december 2009 wordt naar aanleiding van de aanvraag van 24 juni 2009 door de NZa aan bezwaarde de toezegging gedaan de huurvergoeding te mogen aanpassen. Dit betekent concreet dat de inhoud van deze een aanspraak vestigt op hetgeen hierin is toegekend, te weten een verhoging van de huurvergoeding In de jaren 2009 en 2010 met een bedrag van In elk van de voornoemde twee jaren. De aanvraag tot aanpassing van de huurvergoeding naar aanleiding van een wijziging in de afschrijvingssystematiek is door de NZa ontvangen vóór 1 juni Dit betekent dat de Beleidsregel Beëindiging niet van toepassing Is (deze beleidsregel bepaalt dat aanvragen tot wijziging van de afschrijvingssystematiek die door de NZa zijn ontvangen op of na 1 juni 2011 worden afgewezen. De NZa komt dan ook tot het oordeel dat de eerste bezwaargrond gegrond Is en dat het bestreden besluit gewijzigd dient te worden. Het bestreden besluit wordt aangepast In die zin dat het een bevestiging bevat van hetgeen In de van 22 december 2009 Is toegekend. De NZa stelt bij de voornoemde aanpassing van de huurvergoeding in de Jaren 2009 en 2010 als voorwaarde dat een aangepast huurcontract aan de NZa wordt overgelegd. Uit dit contract dient te blijken dat de huurvoorwaarden zijn aangepast naar aanleiding van de wijziging van de afschrijvingssystematiek en de hiermee samenhangende verlaging van de boekwaarde. Nadat de NZa heeft geoordeeld dat de wijziging van de huurvoorwaarden zoals opgenomen in deze aangepaste huurovereenkomst in lijn is met het gewijzigde bestreden besluit, zullen aangepaste tariefbeschikkingen van de Jaren 2009 en 2010 aan bezwaarde worden toegestuurd.

11 Gelet op de gegrondverklaring van de eerste bezwaargrond, wordt niet meer toegekomen aan de beoordeling van de overige bezwaargronden. CONCLUSIE 12 van 12 Gelet op het voorgaande heeft de NZa besloten het bezwaar gegrond te verklaren voor zover het ziet op het bezwaar zoals vermeld in de eerste bezwaargrond. Gelet op de gegrondverkiaring van de eerste bezwaargrond, wordt niet meer toegekomen aan de beoordeling van de overige bezwaargronden. Indien en voor zover de primaire beslissing niet voldoende is gemotiveerd wordt dit gebrek in deze beslissing op bezwaar hersteld met bovenstaande overwegingen. Ingevolge artikel 105 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) kan een belanghebbende binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021, 2500 EA 's-gravenhage. Het beroep dient conform artikel 6:5 lid 1 Awb schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en moet tenminste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van de indiener, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt en de gronden van het beroep. Indien beschikbaar dient een afschrift van het besluit te worden meegezonden. Hoogachtend, De Nederlandse Zorgautoriteit mr. drs. T.W. Langejan, voorzitter Raad van Bestuur