Richtlijnen voor de Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijnen voor de Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam"

Transcriptie

1 Richtlijnen voor de Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam

2 Richtlijnen voor de Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam Vastgesteld door de Minister van Verkeer en Waterstaat overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.15 Wet milieubeheer Den Haag, juli 2004 Vastgesteld door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.15 Wet milieubeheer Den Haag, juli 2004

3 Inhoudsopgave INLEIDING PROBLEEMSTELLING, DOEL EN BESLUITVORMING PROBLEEMSTELLING DOEL BESLUITVORMING VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN ALTERNATIEVEN ALGEMEEN ALTERNATIEVEN BESTAANDE TOESTAND, AUTONOME ONTWIKKELING EN TE ONDERZOEKEN EFFECTEN ALGEMEEN Bestaande toestand en autonome ontwikkeling Mate van uitwerking VERKEER EN VERVOER RUIMTELIJKE ORDENING WOON EN LEEFOMGEVING Algemeen Geluid en trillingen Lucht Externe Veiligheid NATUURLIJKE OMGEVING Landschap, cultuurhistorie en archeologie Flora, fauna en ecologie Bodem en Water OVERIGE ASPECTEN Bouwfase Sociale aspecten Ruimtegebruik Economie VERGELIJKING VAN DE ALTERNATIEVEN LEEMTEN IN INFORMATIE EVALUATIEPROGRAMMA VORM EN PRESENTATIE SAMENVATTING VAN HET MER BIJLAGEN... 21

4 1 Inleiding... Het project A4 Delft-Schiedam kent een lange voorgeschiedenis, met veel discussie over de noodzaak van een nieuwe snelweg door Midden-Delfland en de wijze van uitvoering van deze weg. De Tracéwetprocedure voor de A4 Delft-Schiedam is in 1993 gestart en in 1996 onderbroken na het standpunt. Om vanaf dit punt in de procedure nieuwe alternatieven of varianten toe te voegen en deze op een volwaardige manier te onderzoeken is een aanvulling op de Trajectnota/MER uit 1996 nodig. Deze aanvulling is ook een actualisatie. De informatie waarop de Trajectnota/MER van 1996 is gebaseerd, is namelijk deels verouderd. Zo is het verkeer inmiddels flink gegroeid en gelden nieuwe regels voor bijvoorbeeld luchtkwaliteit en geluid. Het is daarom noodzakelijk de informatie in lijn te brengen met de meest recente inzichten, en af te stemmen op de wet- en regelgeving zoals die nu van kracht is (of binnenkort van kracht wordt). Voor deze aanvulling op en actualisatie van de Trajectnota/MER uit 1996 wordt de procedure conform de Tracéwet gevolgd. Ten behoeve van het tracébesluit wordt een milieueffectrapport opgesteld. Het doel van de hier onderhavige richtlijnen is om aan te geven welke informatie de aanvulling op en actualisatie van het MER moet bevatten om de effecten op de omgeving van de aanleg van de weg te bepalen. Het bevoegd gezag is de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De initiatiefnemer is de Hoofdingenieur- Directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Holland. De richtlijnen zijn gebaseerd op de startnotitie van maart 2004, alsmede op de adviezen van de wettelijke adviseurs (waaronder de Commissie voor de m.e.r.) en de commentaren en opmerkingen die naar aanleiding van deze startnotitie zijn ingebracht (zie bijlage). Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 1

5 2 Probleemstelling, doel en besluitvorming... Artikel 7.10, lid 1 onder a van de Wet milieubeheer Een MER bevat tenminste: een beschrijving van hetgeen met de voorgenomen activiteit wordt beoogd. Artikel 7.10, lid 1, onder c van de Wet milieubeheer Een MER bevat tenminste: een aanduiding van de besluiten bij de voorbereiding waarvan het milieu-effectrapport wordt gemaakt, en een overzicht van de eerder genomen besluiten van overheidsorganen, die betrekking hebben op de voorgenomen activiteit en de beschreven alternatieven. 2.1 Probleemstelling De probleemstelling is in de startnotitie als volgt omschreven: de autosnelwegverbinding tussen Den Haag en Rotterdam (A13) wordt zwaar belast en kan het aangeboden autoverkeer niet op een adequate en betrouwbare manier verwerken. De verwachte groei van het autoverkeer zal dit probleem versterken. De bereikbaarheid van dit deel van de Randstad en de Haagse en Rotterdamse agglomeraties in het bijzonder komt daardoor steeds verder onder druk te staan; de beschreven situatie levert knelpunten op op het gebied van leefbaarheid. Belangrijke aspecten zijn hierbij luchtkwaliteit en geluid. Onder meer bij Overschie, Groenoord en Delft bestaan momenteel reeds knelpunten; de problemen in de verkeersafwikkeling leiden tot overschrijding van normen voor externe veiligheid en verkeersveiligheid ter plaatse van de A13 en A20; de dagelijkse files op de A13 en de A20 leiden tot problemen voor bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid op het onderliggende wegennet in Midden- Delfland, de B-Driehoek en het Westland. Het MER dient deze problemen verder uit te werken. Hiertoe dient in het MER een goede probleemanalyse te worden opgenomen. 2.2 Doel Uit de probleemstelling moet een concrete en duidelijk omschrijving van de doelen worden afgeleid. Daarbij dient Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 2

6 de relatie met de doelstellingen van het landelijk verkeer- en vervoerbeleid te worden aangegeven. Doelen moeten zodanig worden beschreven dat ze kunnen dienen voor de afbakening van de alternatieven. Ook moeten de alternatieven op basis van de beschrijving van de doelen getoetst kunnen worden op hun doeltreffendheid. De doelstelling zoals verwoord in de startnotitie dient hierbij als uitgangspunt. 2.3 Besluitvorming Kort moet worden aangegeven welke randvoorwaarden en uitgangspunten (ruimtelijke beperkingen, grenswaarden emissies e.d.) gelden bij dit voornemen. Hierbij dient te worden verwezen naar de beleidsnota's, (ontwerp-)plannen en wetten, waarin deze zijn of worden vastgelegd. Hiervoor kunnen de regelingen zoals genoemd in de startnotitie worden gebruikt. Ook moet worden aangegeven wat de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit voor de probleemstelling, mogelijke oplossingen en beoordeling van de alternatieven betekenen. Het MER dient aan te geven dat het is opgesteld voor een tracébesluit door de Ministers van Verkeer en Waterstaat (V&W) en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Het MER dient vervolgens te beschrijven volgens welke procedure en welk tijdpad dit geschiedt en welke adviesorganen en instanties daarbij formeel en informeel zijn betrokken. Tot slot moeten de besluiten worden aangegeven die in een later stadium nog moeten worden genomen om de voorgenomen activiteit te realiseren. Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 3

7 3 Voorgenomen activiteit en alternatieven... Artikel 7.10, lid 1, onder b van de Wet milieubeheer Een MER bevat tenminste: een beschrijving van de voorgenomen activiteit en van de wijze waarop zij zal worden uitgevoerd, alsmede van de alternatieven daarvoor, die redelijkerwijs in beschouwing dienen te worden genomen en de motivering van de keuze voor de in beschouwing genomen alternatieven. Artikel 7.10, lid 3 van de Wet milieubeheer Tot de ingevolge het eerste lid, onder b, te beschrijven alternatieven behoort in ieder geval het alternatief waarbij de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen, dan wel, voor zover dat niet mogelijk is, deze met gebruikmaking van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming van het milieu, zoveel mogelijk worden beperkt. 3.1 Algemeen De voorgenomen activiteit en alternatieven moeten worden beschreven voor zover deze gevolgen hebben voor het milieu. De trajectnota/mer dient een afweging op hoofdlijnen tussen verschillende (verkeerskundige) alternatieven te bevatten. Een samenhangende visie op het gewenste functioneren van de verkeerskundige structuur van de Zuidvleugel van de Randstad is daarbij onontbeerlijk. Met samenhangend wordt gedoeld op een integrale benadering van het mobiliteitsvraagstuk, waarbij ook de milieueffecten ervan in de beschouwing betrokken zullen moeten worden. Het MER dient daarom uit twee stappen te bestaan: een alternatieven-mer en een inrichtings-mer waarbij de hierboven genoemde visie de schakel vormt van stap 1 naar stap 2 te komen. In de eerste stap wordt een serie alternatieven op hoofdlijnen getoetst aan de probleemstelling. Hierbij dient te worden ingegaan op de vervoers- en verkeerskundige effecten, en dient globaal te worden getoetst aan de milieunormen, de beschermingsformules van het Structuurschema Groene Ruimte, de haalbaarheid en uitvoerbaarheid. De kosten van de alternatieven dienen te worden ingeschat en te worden beoordeeld vanuit het beschikbare budget. In stap 1 dient ook het nemen van maatregelen voor dynamisch verkeersmanagement te worden meegenomen; Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 4

8 Het detailniveau moet worden afgestemd op het te nemen besluit. Stap 2 bestaat - na een onderbouwde keuze van stap 1 - uit het beschrijven en beoordelen van de inrichtingsaspecten van het gekozen alternatief (naast het mma). Voor het alternatief dat in stap 2 wordt onderzocht, moet worden aangegeven waar mitigerende en compenserende maatregelen nodig zijn ter vermindering van nadelige milieugevolgen zoals hinder voor omwonenden en aantasting van ecologisch of anderszins gevoelige gebieden en relaties. Denk hierbij aan: geluidwerende voorzieningen en bronmaatregelen (stille wegdekken); bescherming van waardevolle archeologische gebieden en cultuurhistorische structuren; beperking van verstoring van de (geo-)hydrologische relaties; ecologische verbindingen bij kruisingen van watergangen. Ook zal duidelijk moeten worden gemaakt in hoeverre aanpassingen van het onderliggend regionale wegennet mogelijk zijn zodanig dat de doorstroming en buffercapaciteit significant wordt vergroot, zonder toename van verkeersonveiligheid en verlies aan leefbaarheid in de omgeving; Het studiegebied dient te worden beschreven. Onder studiegebied wordt verstaan, dat gebied dat beïnvloed wordt door significante veranderingen in de verkeersintensiteit en -samenstelling op het op de tracédelen aansluitende verkeersnetwerk. Met andere woorden, het studiegebied omvat het tracé en de omgeving daarvan waaronder ook het onderliggende wegennet voor zover daar effecten van de voorgenomen activiteit kunnen gaan optreden. De begrenzing van de studiegebieden moet worden gemotiveerd en op kaart worden aangegeven. De in het studiegebied gelegen gevoelige objecten en functies moeten worden onderscheiden en voor zover mogelijk dienen deze ook op kaart te worden aangegeven. Per milieuaspect (lucht, bodem, water, enz.) kan de omvang van het studiegebied verschillen. Daar waar in het MER effecten worden beschreven wordt gedoeld op die effecten die optreden bij realisatie van de voorgenomen activiteit, waarbij een planhorizon wordt aangehouden van Alternatieven De keuze van de alternatieven (inclusief flankerende maatregelen) moet in het MER worden gemotiveerd in relatie tot de verdere uitwerking van de problematiek. Dit wil zeggen dat de relatie tussen het probleem en de mogelijke oplossing in de vorm van alternatieven duidelijk moet kunnen worden gelegd. Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 5

9 De volgende alternatieven dienen in het onderzoek te worden betrokken: de referentiesituatie; A4: met twee varianten: IODS-basisvariant en Modulaire aanpak; A54: met en zonder Oranjetunnel; verbreding van de A 13, gekoppeld aan de aanleg van de A13/16; meest milieuvriendelijke alternatief (mma). Referentiesituatie In stap 1 is de autonome verkeersontwikkeling in het studiegebied een belangrijke referentie. Meest milieuvriendelijk alternatief (mma) In stap 1 worden de alternatieven afgewogen op de criteria van het SGR. Voor stap 2 gelden de volgende opmerkingen: Indien de Veilingroute als voorkeursalternatief en/of mma wordt uitgewerkt zal ook aan de aspecten geluid en lucht, met name nabij het Wateringse Veld en rond het knooppunt Westerlee, extra aandacht geschonken moeten worden. Indien gekozen wordt voor inpassing van de A4 door Midden- Delfland en het stedelijk gebied van Schiedam/Vlaardingen, dan geldt dat: zoveel mogelijk de huidige ecologische barrières moeten worden opgelost; zo weinig mogelijk openheid moet worden aangetast en minimale geluid-en lichthinder plaats moet vinden; onderzoek binnen dit alternatief hoe de situatie in het stedelijk gebied verdergaand is te optimaliseren ten aanzien van de luchtkwaliteit opdat de gevoelige gebieden maximaal worden ontzien. Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 6

10 4 Bestaande toestand, autonome ontwikkeling en te onderzoeken effecten... Artikel 7.10, lid 1, onder d van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschrijving van de bestaande toestand van het milieu, voor zover de voorgenomen activiteit of de beschreven alternatieven daarvoor gevolgen kunnen hebben, alsmede van de te verwachten ontwikkeling van dat milieu, indien de activiteit noch de alternatieven worden ondernomen." Artikel 7.10, lid 1, onder e van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschrijving van de gevolgen voor het milieu, die de voorgenomen activiteit, onderscheidenlijk de alternatieven kunnen hebben, alsmede een motivering van de wijze waarop deze gevolgen zijn bepaald en beschreven." 4.1 Algemeen Bestaande toestand en autonome ontwikkeling Voor de beschrijving van de huidige situatie dient het jaar 2002 of later te worden gebruikt. Voor de autonome ontwikkeling en de effectvergelijking dient uitgegaan te worden van het jaar Daar waar dit beleidsmatig of wettelijk is vereist worden effecten vergeleken met doelstellingen voor andere jaren. In het bijzonder geldt dat voor het jaar 2010 of zoveel later als de weg wordt opengesteld voor lucht, en 10 jaar na openstelling voor geluid. De bestaande toestand van het milieu in het studiegebied en de autonome ontwikkeling hiervan, moet worden beschreven als referentie voor de te verwachten milieueffecten. Daarbij wordt onder de autonome ontwikkeling verstaan: de toekomstige ontwikkeling van het milieu, zonder dat één van de alternatieven wordt gerealiseerd. Bij deze beschrijving moet het MER uitgaan van ontwikkelingen van de huidige activiteiten in het studiegebied, van reeds genomen besluiten over nieuwe activiteiten, en van conceptbesluiten die binnen afzienbare tijd worden vastgesteld. In het MER zal voor de probleemstelling inzichtelijk moeten worden gemaakt wat de autonome ontwikkelingen zijn van: modal split: openbaar vervoer (OV), verplaatsing per auto; en combinatie auto-ov (kwalitatief); herkomst/bestemming-relaties: oriëntaties en de vertaling ervan in intensiteiten op verschillende delen Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 7

11 van het hoofdwegennet en verbindend onderliggend wegennet; verhouding personen/vrachtverkeer op delen van het netwerk. Van deze autonome ontwikkelingen dienen de effecten op congestie, verkeersveiligheid en emissies (lucht, geluid) te worden gegeven. Met deze informatie dient de probleemstelling nader te worden onderbouwd. In de trajectnota/mer dient op hoofdlijnen te worden ingegaan op de relevante (ruimtelijke) ontwikkelingen. Er dient rekening gehouden te worden met de (ruimtelijke) ontwikkelingen in de regio, waarvoor plannen in voorbereiding zijn. Tevens zal een gevoeligheidsanalyse moeten worden gemaakt voor het heffen van tol conform de huidige Wet Bereikbaarheid en Mobiliteit. Tijdens de trajectstudie dient er vanuit te worden gegaan dat er in 2020 geen nieuwe technieken beschikbaar zijn die leiden tot wezenlijk andere verkeersoplossingen dan wel andersoortige verplaatsingen Mate van uitwerking Wat betreft de aspecten en hun uitwerking in stap 1 of 2 geeft de volgende tabel meer inzicht: Aspecten Stap1 Stap 2 Bereikbaarheid Ja Ja Verkeersveiligheid Globaal Gedetailleerd OV Ja Ruimte Globaal Gedetailleerd Economie Ja Geluid en trillingen Globaal Gedetailleerd Lucht Globaal (car II) Gedetailleerd Externe veiligheid Globaal Gedetailleerd Sociale aspecten Ja Recreatie Ja Natuur, inclusief Globaal Gedetailleerd lichthinder Landschap etc. Globaal Gedetailleerd Bodem etc. Globaal Gedetailleerd Tol Globaal Ja Kosten Globaal Gedetailleerd De onderstaande richtlijnen per te onderzoeken aspect zijn van toepassing op het onderzoek in stap 2 tenzij uitdrukkelijk anders is omschreven. In algemene zin kan het onderzoek in stap 1 een meer globaal karakter hebben. 4.2 Verkeer en vervoer Het MER dient de huidige situatie van het wegverkeer en de autonome ontwikkeling hiervan te beschrijven, alsmede het effect van de verschillende alternatieven op de intensiteiten, doorstroming en verkeersveiligheid. Hiervoor kan de aanzet zoals gegeven in de startnotitie verder worden uitgewerkt, waarbij ook aan bod komen: Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 8

12 een verkeersprognose (inclusief bandbreedte) voor 2020 op basis van de actuele situatie en gebaseerd op realistische uitgangspunten van het mobiliteitsbeleid, voor het betreffende wegvak en de aansluitende wegvakken ga daarbij in op de intensiteit/capaciteitverhouding; de verkeersafwikkeling op het hoofdwegennet uitgedrukt in de gemiddelde reistijd in de spitsperioden en bij vrije doorstroom. De indicator voor dit project is dat de reistijd in de maatgevende spitsperiode maximaal 1,5 keer de reistijd onder de conditie van vrije doorstroom. NB: de indicator voor bereikbaarheid wordt momenteel nog uitgewerkt in het kader van de Nota Mobiliteit, afhankelijk van de uitkomst hiervan kan een aanpassing/aanvulling noodzakelijk zijn; de verkeersafwikkeling op het hoofdwegennet uitgedrukt in (gewogen) voertuigverliesuren in relatie tot de vervoersprestatie (uitgedrukt in voertuigkilometers voor het traject); hou rekening met de onzekerheid ten aanzien van de ontwikkelingen in de omgeving; geef op basis van deze analyse aan welke uitgangspunten worden gekozen voor de verkeerskundige prognose; de effecten op gebied van de verkeersveiligheid; deze dienen zoveel mogelijk kwantitatief in beeld te worden gebracht: toets aan de verkeersveiligheidsnorm; naast risicocijfers is ook van belang of er sprake is van black spots: concentratie van (ernstige) ongevallen. Dit duidt doorgaans op een probleem met de infrastructuur; de effecten op de kwetsbaarheid van het hoofdwegennetwerk; de aansluiting van en doorstroming op het onderliggende wegennet; de herkomst en bestemming van het verkeer op de weg; in de modal split dient naast het aandeel reizigers met OV en reizigers met de auto, ook kwalitatief zichtbaar te worden gemaakt het aandeel reizigers dat reist in de combinatie van auto-ov. Dit gezien de in de toekomst geplande uitbreiding van het netwerk voor hoogwaardig OV in combinatie met bestaande en in ontwikkeling zijnde transferia en P&R faciliteiten; het effect van de verschillende alternatieven op de genoemde aspecten. 4.3 Ruimtelijke Ordening In de trajectnota/mer dient de huidige situatie en de autonome ontwikkeling beschreven te worden. Daarnaast dienen ook de effecten van de verschillende alternatieven in beeld te worden gebracht. Het gaat om de effecten op ruimtebeslag, het ontstaan van functioneel gehinderde locaties en het ontstaan van restgebieden. Het gaat hierbij met name om woon, werk en recreatiegebieden. Er dient nagegaan te worden wat de vervoerskundige gevolgen zijn van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, voor zover opgenomen in bestaande streek- en Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 9

13 bestemmingsplannen, mede in relatie tot de toe- en afritten. In het bijzonder geldt dit voor: de interne grootschalige ontwikkeling binnen regio Rotterdam; de Binnenflankontwikkeling; de Zuidplaspolder; het Streekplan Zuid-Holland West. 4.4 Woon en leefomgeving Algemeen Per alternatief dienen de milieueffecten van de bestaande situatie, de autonome ontwikkeling en voorgenomen activiteiten te worden onderzocht. De mate van detail is afhankelijk van of het onderzoek in stap 1 of in stap 2 plaatsheeft. Voor negatieve effecten die niet kunnen worden voorkomen dienen in stap 2 mitigerende en compenserende maatregelen te worden voorgesteld. Hierbij moet worden uitgegaan van de redelijkerwijs te verwachten technische ontwikkeling. Aangegeven moet worden of er in of nabij het plangebied gebieden liggen, die op grond van milieuaspecten een speciale status in het beleid hebben of krijgen, zoals de bodembeschermingsgebieden, stiltegebieden, waardevolle cultuurlandschappen, archeologische vindplaatsen of onderdelen van de ecologische hoofdstructuur (EHS) Geluid en trillingen Het geluidsbelaste oppervlakte Door middel van contouren en hectaren dient het geluidsbelaste oppervlakte ten gevolge van het wegverkeer in kaart te worden gebracht. Hieronder vallen ook de gebieden voor dag- en verblijfsrecreatie. Allereerst dient het referentieniveau (de bestaande situatie) te worden bepaald en daarna dienen, in geval van het wegverkeer, in stappen van 5 db(a) de contouren van 50 tot 70 db(a) te worden weergegeven. Indien er sprake is van een specifieke status, zoals stiltegebieden en gebieden aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur (EHS), dienen de contouren vanaf db(a) te worden weergegeven. Verder dient ter indicatie een beeld te worden gegeven van het geluidsverloop op een aantal representatieve punten langs het studietraject. Geluidsbelaste woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen Er dient een kwantitatieve beschrijving te komen van de verandering van het aantal geluidsbelaste woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Hierbij dient onderscheid te worden gemaakt in bestaande en nieuwe functies. Tevens dient inzicht gegeven te worden in de cumulatie van geluidbelasting van de weg en geluidbelasting van overige geluidsbronnen (spoorwegverkeer, industrie). Geluidsbeperkende maatregelen Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 10

14 De alternatieven moeten met elkaar worden vergeleken met betrekking tot geluidsbeperkende maatregelen. Aansluitende weg- en baanvakken In het MER dient te worden onderzocht in welke mate er sprake is van geluidstoename of -afname op de aansluitende weg- en baanvakken van de trajecten in studie. Grenswaarde Er moet worden aangegeven voor hoeveel woningen en andere geluidgevoelige objecten de grenswaarde wordt overschreden. Aandachtspunten In het MER dient gedetailleerde informatie te worden gegeven over de geluidsbelastingen tijdens dag-, avond- en nachtperiode, alsmede piekniveaus en etmaalwaarden. Het is de ambitie dat de akoestische kwaliteit in EHS-gebieden in 2010 niet is verslechterd ten opzichte van de huidige situatie. Voor de aanpak aan de bron geldt voor wegverkeer dat de best toepasbare en beproefde technologie wordt gebruikt. Trillingen Naast geluidshinder kan als gevolg van het verkeer trillingshinder optreden als woningen dicht bij de weg staan. Ook deze effecten zullen worden onderzocht en worden getoetst aan de daarvoor geldende NEN-norm Lucht De doelstelling is tweeledig: het geven van inzicht in de gevolgen van de verschillende alternatieven voor het aantal woningen en personen binnen zones waar de concentraties van luchtverontreinigende stoffen hoger zijn dan de wettelijke grenswaarden in het jaar van openstelling ( vaststellen knelpunten ); indien uit de luchtanalyse blijkt dat één of meer alternatieven kunnen leiden tot knelpunten, dient voor elk van deze alternatieven inzicht te worden gegeven in de mogelijke maatregelen om de knelpunten op te lossen, en de financiële consequenties van deze maatregelen. In het MER dienen de huidige en de toekomstige concentraties voor NO 2 en fijn stof (PM 10 ) te worden weergegeven en de verandering van deze stoffenconcentraties als gevolg van wijziging van verkeersintensiteiten van de bestaande wegen. Geef op kaart aan: het gebied waarbinnen de jaargemiddelde concentraties (immissies) van NO2 en fijn stof (PM10) de jaargemiddelde grenswaarde van 40 microgram/m3 overschrijden, waarbij ook de woningen binnen dit 'overschrijdingsgebied' worden aangegeven; het gebied waarbinnen de jaargemiddelde concentratie (immissie) van fijn stof (PM10) de jaargemiddelde grenswaarde van 30 microgram/m3 overschrijdt. Dit als indicator voor, en in plaats van de daggemiddelde PM10-norm van 50 microgram/m3 die in 2005 niet meer dan 35 dagen/jaar overschreden mag worden; Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 11

15 waar de hoogste waarden (voor NO 2 en fijn stof) voorkomen en hoe hoog die zijn; hoeveel woningen en welke gevoelige bestemmingen (voor fijn stof), dan wel hoeveel bebouwd gebied (voor NO 2 ) zich in het gebied bevinden waar van overschrijding sprake is; de keuze van het zichtjaar is afhankelijk van de jaren waarin uiterlijk aan de vastgestelde grenswaarde dient te worden voldaan. In ieder geval dient het jaar van openstelling als zichtjaar meegenomen te worden. In stap 1 kan de luchtkwaliteitsanalyse meer indicatief worden uitgevoerd middels het Car II-model. In stap 2 dient bij de analyse van de lokale luchtkwaliteit gebruik te worden gemaakt van het rekenmodel van TNO: het TNO-verkeersmodel Externe Veiligheid Externe veiligheid betreft de risico s van de vervoerssystemen voor de omgeving. Per alternatief dient aandacht te worden besteed aan het individueel risico en het groepsrisico, waarbij rekening dient te worden gehouden met eventuele wijzigingen in het vervoer van gevaarlijke stoffen in de toekomst. Plaatsgebonden risico (individueel risico): (verandering in de) ligging van het plaatsgebonden risicocontour voor de niveaus van 10-5 en 10-6 per jaar; toetsing aan de grenswaarden (10-5 en 10-6 ) voor het plaatsgebonden risico door ter hoogte van (bestaande en geplande kwetsbare) objecten de contour te confronteren met bebouwingsgegevens; Groepsrisico: weergave van groepsrisico in klassen, met de klassenindeling: >10 en >100 slachtoffers; in geval van knelpunten met betrekking tot het groepsrisico, het groepsrisico per km bepalen; indicatie van verandering in het groepsrisico. Apart aandachtspunt is de bereikbaarheid van locaties (b.v. hoog- of diepgelegen wegdelen, knooppunten HWN) voor hulpverlening en brandweer bij calamiteiten. Ingeval er sprake is van omvangrijke tunneltrajecten of overkluizingen (zoals bij Schiedam) dient er voor dat betreffende traject te worden aangegeven hoe in het ontwerp rekening gehouden wordt met de interne veiligheid. 4.5 Natuurlijke omgeving Landschap, cultuurhistorie en archeologie Het aspect landschap dient te worden beschreven vanuit de volgende deelaspecten: cultuurhistorie alleen bij verbreding, vergraving van de aardebaan of (tijdelijke) grondwaterstandsverlaging. Hieronder vallen historische geografie, historische bouwkunde en archeologie; Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 12

16 aardkundige waarden alleen bij verbreding of vergraving van de aardebaan. Hieronder vallen geologie, geomorfologie en bodem; aantasting/vernietiging landschappelijk waardevolle gebieden. Aan landschappelijke inpassing/ontwerp dient in de OTB-fase aandacht te worden geschonken, waarbij wordt gerefereerd aan het huidige kwaliteitsniveau; ruimtelijke barrièrewerking /visuele hinder van de weg. Voor cultuurhistorische elementen wordt verwezen naar de Monumentenwet, de cultuurhistorische waardenkaart van de Nota Belvedere, provinciale karteringen en de inspraakreactie en gegevens van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek. Het in beeld brengen van effecten op bijzondere aardkundige waarden kan geschieden met behulp van de geomorfologische kaart van Nederland en gebiedskennis (GEA-objecten vallen hier vanzelf onder). Voor de effectbeoordeling geldt dat een deskundigenoordeel dient te worden toegepast nadat een globale inventarisatie van mogelijke knelpunten heeft plaatsgevonden. Voor landschappelijk waardevolle gebieden wordt verwezen naar de gebieden uit de Nota Landschap en provinciale karteringen. Voor effectbeschrijving met betrekking tot landschappelijk waardevolle gebieden dient, na het uitvoeren van een inventarisatie van landschappelijk waardevolle gebieden en locaties waar inpassing tot knelpunten kan leiden, deskundigenoordeel te worden toegepast Flora, fauna en ecologie Aangegeven is dat er bestaande en geplande natuurgebieden in Midden-Delfland als Ecologische Hoofdstructuur (EHS)- gebied aanwezig zijn. Duidelijk moet worden gemaakt om welke gebieden het gaat en wat de (beoogde) status is. Tevens is het gebied aangewezen als Belvederegebied. Beschrijf de consequenties van deze beschermingen voor de ontwikkeling van alternatieven. In het MER moeten die habitats, doelsoorten en overige soorten met een natuurbeschermingstatus in beschouwing worden genomen die voorkomen in het studiegebied, die worden beïnvloed door de voorgenomen activiteit. Indien deze habitats en soorten voorkomen in het studiegebied, maar niet door de voorgenomen activiteit worden beïnvloed, moet het MER dit aantonen. Hierbij dient te worden aangegeven: het voorkomen in het studiegebied van de habitats en van de populaties (naast aanwezigheid ook verspreiding, grootte en dichtheid) en de kwaliteit en functie van het habitat voor de soorten; het belang/bijdrage van populaties voor de nationale populatie; de verwachte verandering in de kwaliteit van het habitat en van de aanwezige stand van populaties door genoemde milieugevolgen zowel met als zonder mitigatie Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 13

17 / natuurcompensatie en / of andere natuurbevorderende maatregelen. Voor mitigerende en compenserende maatregelen geldt dat het huidige kwaliteitsniveau (rekening houdend met de uitvoering van vigerende plannen) als uitgangspunt dient. Indien sprake is van aanpassing van aanwezige compenserende maatregelen dan vormt dit een integraal onderdeel van de alternatieven Bodem en Water Voor de beschrijving van het abiotisch milieu en het bepalen van de invloed van de ingrepen op abiotische milieu, op biotische patronen en processen en op landbouwkundig gebruik moeten aan de volgende aspecten voor bodem en water minimaal aandacht worden besteed: bestaande en toekomstige bodem- en grondwaterkwaliteit; bestaande en toekomstige grondwaterhuishouding (verdroging/vernatting, grondwaterpeil, kwel/infiltratie); bestaande en toekomstige oppervlaktewaterkwaliteit en huishouding Conform het kabinetsstandpunt Anders omgaan met water. Waterbeleid in de 21 e eeuw dient binnen het kader van het MER een watertoets te worden uitgevoerd, waarbij getoetst wordt aan de effecten op veiligheid, wateroverlast en verdroging. 4.6 Overige aspecten Bouwfase Bij alle te beschrijven effecten dient de vraag te worden gesteld of ze tevens in de bouwfase optreden. Indien dit het geval is dient het MER hiervan melding te maken Sociale aspecten In deze studie dient voor wat betreft de sociale aspecten de bereikbaarheid voor omwonenden, de barrièrewerking en de visuele hinder te worden meegenomen Ruimtegebruik De effecten op de ruimtelijke functies (wonen, werken, landbouw) worden beschreven in de vorm van het ruimtebeslag van de alternatieven. Er dient nagegaan te worden wat de vervoerskundige gevolgen zijn van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, voor zover opgenomen in bestaande streek- en bestemmingsplannen, mede in relatie tot de toe- en afritten Economie In het MER dienen in ieder geval de directe economische effecten te worden beschreven en een kwalitatieve beschrijving van de aard en invloed op de economische structuur. Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 14

18 Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 15

19 5 Vergelijking van de alternatieven... Artikel 7.10, lid 1, onder f van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een vergelijking van de ingevolge onderdeel d beschreven te verwachten ontwikkeling van het milieu met de beschreven gevolgen voor het milieu van de voorgenomen activiteit, alsmede met de beschreven gevolgen voor het milieu van elk der in beschouwing genomen alternatieven." De milieueffecten van de alternatieven moeten zoveel mogelijk onderling worden vergeleken. Daarbij dient ook de autonome ontwikkeling te worden betrokken. Doel van de vergelijking is om inzicht te geven in de mate waarin positieve en negatieve effecten van de alternatieven, mede tegen de achtergrond van de bestaande milieusituatie en autonome milieuontwikkeling, een beoordeling van de alternatieven mogelijk maken. De vergelijking dient als volgt gepresenteerd te worden: de (globale) effecten van de verschillende alternatieven dienen per aspect tegen de normen (wet dan wel beleid) en autonome ontwikkeling te worden afgezet; vervolgens dient te worden bepaald welke aspecten belangrijk zijn dan wel een onderscheidend vermogen hebben. Deze keuze dient in het MER te worden onderbouwd; de eindpresentatie vloeit hieruit voort en bevat de geselecteerde aspecten en hun score. Er dient een indicatie te worden gegeven van de kosten van de verschillende alternatieven. Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 16

20 6 Leemten in informatie... Artikel 7.10, lid 1, onder g van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een overzicht van de leemten in de onder d en e bedoelde beschrijvingen [d.w.z. van de bestaande milieutoestand en autonome ontwikkeling daarvan, resp. van de milieu-effecten] ten gevolge van het ontbreken van de benodigde gegevens." Het MER moet aangeven over welke milieuaspecten geen informatie kan worden opgenomen vanwege gebrek aan gegevens. Deze inventarisatie moet worden toegespitst op die milieuaspecten, die (vermoedelijk) in verdere besluitvorming een belangrijke rol spelen. Op die manier kan worden beoordeeld, wat de consequenties moeten zijn van het gebrek aan milieuinformatie. Beschreven moet worden: welke onzekerheden zijn blijven bestaan en wat hiervan de reden is; in hoeverre op korte termijn zou kunnen worden voorzien in de leemten in informatie; in hoeverre de leemten en onzekerheden de kwaliteit van de besluitvorming beïnvloeden. Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 17

21 7 Evaluatieprogramma... Artikel 7.39 van de Wm: "Het bevoegd gezag dat een besluit heeft genomen, bij de voorbereiding waarvan een milieu-effectrapport is gemaakt, onderzoekt de gevolgen van de betrokken activiteit voor het milieu, wanneer zij wordt ondernomen of nadat zij is ondernomen." De Minister van V&W en de Minister van VROM moeten bij het besluit een evaluatieprogramma opstellen om de voorspelde effecten met de daadwerkelijk optredende effecten te kunnen vergelijken en zo nodig aanvullende mitigerende maatregelen te treffen. Aandacht dient te worden besteed aan de effectiviteit van mitigerende en compenserende maatregelen. Het MER dient reeds een aanzet tot zo'n evaluatieprogramma te bevatten, omdat er een sterke koppeling bestaat tussen de gebruikte voorspellingsmethoden, de leemten in kennis en het op te stellen evaluatieprogramma. De evaluatie dient in ieder geval betrekking te hebben op de relatie tussen de verkeersprognose(s) en de daarbij optredende geluidbelastingen. Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 18

22 8 Vorm en presentatie... Ten aanzien van de presentatie wordt geadviseerd: het MER zo beknopt mogelijk te houden, onder andere door achtergrondgegevens (die conclusies, voorspellingen en keuzen onderbouwen) niet in de hoofdtekst zelf te vermelden, maar in een bijlage op te nemen; een verklarende woordenlijst, een lijst van gebruikte afkortingen en een literatuurlijst bij het MER op te nemen; bij gebruik van kaarten recent kaartmateriaal te gebruiken, alle in de tekst gebruikte topografische aanduidingen op kaart aan te geven, de namen goed leesbaar weer te geven en een duidelijke legenda te presenteren; de voorgestelde aanpak vereist - zeker nu de maatschappelijke belangstelling voor de te verschaffen informatie en afweging groot is - dat gebruik gemaakt wordt van adequate (grafische) middelen om de relevante informatie en de feitelijke afwegingen zo beknopt en helder mogelijk voor het voetlicht te brengen. Het MER bestaat uit een samenvatting en een hoofdnota. Daarnaast zijn er onderzoeken waar de informatie uit de hoofdnota op is gebaseerd. Het is niet noodzakelijk deze onderzoeken om te werken in een deelnota alvorens deze wordt opgenomen in de hoofdnota. Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 19

23 9 Samenvatting van het MER... Artikel 7. 10, lid 1, onder h van de Wet milieubeheer: Een MER bevat ten minste: een samenvatting die aan een algemeen publiek voldoende inzicht geeft voor de beoordeling van het milieu-effectrapport en van de daarin beschreven gevolgen voor het milieu van de voorgenomen activiteit en van de beschreven alternatieven. De samenvatting is het deel van het MER dat vooral wordt gelezen door besluitvormers en insprekers. Het verdient daarom bijzondere aandacht. De samenvatting moet als zelfstandig betoog leesbaar zijn en een goede afspiegeling vormen van de inhoud van het MER. Daarbij moeten de belangrijkste zaken zijn weergegeven, zoals: de hoofdpunten voor de besluitvorming; de belangrijkste informatie over het milieu in het studiegebied; de voorgenomen activiteit en de alternatieven; de belangrijkste milieueffecten van de voorgenomen activiteit en de alternatieven (zo mogelijk in tabelvorm); de vergelijking van de alternatieven; eventuele leemten in kennis; Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 20

24 Bijlagen... Antwoorden op adviezen en inspraakreacties Nr. persoon of instantie Richtlijnen Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam 21

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 561 Tracé A4 Delft Schiedam Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls, abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301

Nadere informatie

RichtlijnenTrajectnota/MER Rijksweg 1 3/16 Rotterdam

RichtlijnenTrajectnota/MER Rijksweg 1 3/16 Rotterdam RichtlijnenTrajectnota/MER Rijksweg 1 3/16 Rotterdam Minkterie van Verkeer en Waterrtut Rijkswaterstaat Richtlijnen TrajectnotaIMER Rijksweg 13/16 Rotterdam w Vastgesteld door de Minister van Verkeer en

Nadere informatie

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result Meteren-Boxtel Klankbordgroep Vught - 29 augustus 2013 Martijn de Ruiter - ARCADIS Imagine the result Toelichting Beoordelingskader MER Afweging varianten Ontwerp s-hertogenbosch-vught Toelichting varianten

Nadere informatie

Provincie Zeeland. M.E.R.-Iokaties voor, grootschalige opwekking van windenergie in Zeeland. Richtlijnen milieu-effectrapport. '"tj. -...

Provincie Zeeland. M.E.R.-Iokaties voor, grootschalige opwekking van windenergie in Zeeland. Richtlijnen milieu-effectrapport. 'tj. -... Provincie Zeeland M.E.R.-Iokaties voor, grootschalige opwekking van windenergie in Zeeland '"tj -...J 1Il N r w o Richtlijnen milieu-effectrapport milieu-effectrapportage Lokaties voor grootschalige opwekking

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1 3. DOEL EN BESLUITVORMING... 2 3.1 Doel en achtergrond van de voorgenomen activiteit...2 3.2 Besluitvorming...2 4. VOORGENOMEN ACTIVITEIT

Nadere informatie

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-

Nadere informatie

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)

Nadere informatie

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. 1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000

Nadere informatie

Richtlijnen voor de Trajectnota/MER A2 Maastricht

Richtlijnen voor de Trajectnota/MER A2 Maastricht Richtlijnen voor de Trajectnota/MER A2 Maastricht Vastgesteld door de Minister van Verkeer en Waterstaat overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.15 Wet milieubeheer Den Haag, november 2004 Vastgesteld

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 23 februari 2012 / rapportnummer 2621 14 1. Hoofdpunten van

Nadere informatie

Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam

Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam Stap 1 Alternatieven MER December 2005 ......................................................................................................................................................................

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES INLEIDING... 3

INHOUDSOPGAVE HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES INLEIDING... 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1 1. INLEIDING... 3 2. DOEL EN BESLUITVORMING... 4 2.1 Doel en achtergrond van de voorgenomen activiteit...4 2.2 Locatiekeuze...4 2.3 Besluitvorming...4 3. VOORGENOMEN

Nadere informatie

Startnotitie A2 Passage Maastricht. Jeroen Maas Rijkswaterstaat directie Limburg projectleider Infrastructuur (TW)

Startnotitie A2 Passage Maastricht. Jeroen Maas Rijkswaterstaat directie Limburg projectleider Infrastructuur (TW) Startnotitie A2 Passage Maastricht Jeroen Maas Rijkswaterstaat directie Limburg projectleider Infrastructuur (TW) Programma Procedure Probleem Alternatieven Effecten Vervolgstappen Waar staan we nu? Wat

Nadere informatie

Bijlage I Verklarende woordenlijst

Bijlage I Verklarende woordenlijst Bijlage I Verklarende woordenlijst Aansluiting De plaats waar een weg van het onderliggend wegennet aansluit op een weg van het hoofdwegennet. Door middel van toe- en afritten van de aansluiting kan de

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast). Proces en procedure Wat ging vooraf? Na de publicatie van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) in december 2017 zijn: Wegontwerpen gemaakt van de alternatieven Smart Mobility-maatregelen vertaald

Nadere informatie

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Deze samenvatting bevat de hoofdlijn van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) van de MIRT Verkenning

Nadere informatie

Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen. Startnotitie

Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen. Startnotitie Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen Startnotitie Het probleem Er is een bereikbaarheidsprobleem in de regio Arnhem Nijmegen na 2020. Het Rijk, de provincie en

Nadere informatie

Richtlijnen Voor het MER Themapark het Land van Ooit. Vastgesteld door de gemeenteraad van heusden op..

Richtlijnen Voor het MER Themapark het Land van Ooit. Vastgesteld door de gemeenteraad van heusden op.. Richtlijnen Voor het MER Themapark het Land van Ooit Vastgesteld door de gemeenteraad van heusden op.. INHOUDSOPGAVE 1. AANLEIDING... 3 2. Hoofdpunten van het MER... 3 3. Inhoud MER...3 4. Beoordelingskader...

Nadere informatie

MER militaire luchthaven Volkel Samenvatting

MER militaire luchthaven Volkel Samenvatting MER militaire luchthaven Volkel Samenvatting Maart 2013 Langenboom Zeeland Mill Uden Wilbertoord Wanroij Volkel Odiliapeel Figuur 1: Ligging Luchthaven Volkel Samenvatting MER Volkel Aanleiding Initiatiefnemer

Nadere informatie

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking traject Enkhuizen-Hoorn

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking traject Enkhuizen-Hoorn Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking traject Enkhuizen-Hoorn 1298-67 ISBN 90-421-1089-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...

Nadere informatie

LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011

LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011 LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011 Voorafgaand Opbouw van dit document Deze leeswijzer hoort bij de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht / onderdeel A27/A12 (vastgesteld

Nadere informatie

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Inhoud Deel I Achtergronden... 3 Waarom deze m.e.r.-studie?... 3 Wat zijn de knelpunten op de Sloeweg?... 3 Welke stappen zijn

Nadere informatie

Herinrichting Neherkade Den Haag

Herinrichting Neherkade Den Haag Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de

Nadere informatie

De Chocoladefabriek, te Amsterdam Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

De Chocoladefabriek, te Amsterdam Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport De Chocoladefabriek, te Amsterdam Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 22 augustus 2007 / rapportnummer 1939-14 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1 2.1 Bezoekersaantallen...

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Tussenresultaten Inhoud Waar staan we nu, vervolgstappen en planning? NRD januari 2018 en zienswijzen Drie alternatieven A20 Resultaten van het onderzoek:

Nadere informatie

Richtlijnen voor de m.e.r.-studie en het MER Sloeweg (N62)

Richtlijnen voor de m.e.r.-studie en het MER Sloeweg (N62) Richtlijnen voor de m.e.r.-studie en het MER Sloeweg (N62) Vastgesteld door de gemeenteraad van Borsele op 1 april 2004 Vastgesteld door de gemeenteraad van Goes op 18 mei 2004 Richtlijnen voor de m.e.r.-studie

Nadere informatie

Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude

Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2012 / rapportnummer 2557 72 1. Oordeel over het MER De gemeenten Rijnwoude en Alphen aan den Rijn willen

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Project A4 Delft- Schiedam

Project A4 Delft- Schiedam Project A4 Delft- Schiedam Plannen voor verbeteren bereikbaarheid Den Haag Rotterdam Handout 16 februari 2009 Vanavond Informeren over de onderzoekstrajecten van RWS Presenteren van de voorlopige uitkomsten

Nadere informatie

1. OORDEEL OVER HET MER FASE 1

1. OORDEEL OVER HET MER FASE 1 1. OORDEEL OVER HET MER FASE 1 1 2 3 4 De samenwerkende partijen uit het programma VERDER hebben het voornemen de problemen met de doorstroming in de hele provincie Utrecht op te lossen. De planstudie

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding bedrijventerreinen A12-zone gemeente Duiven. 14 mei

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding bedrijventerreinen A12-zone gemeente Duiven. 14 mei Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding bedrijventerreinen A12-zone gemeente Duiven 14 mei 2003 1055-78 ISBN 90-421-1150-x Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde. 10 juni

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde. 10 juni Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde 10 juni 2003 1218-65 ISBN 90-421-1174-7 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1

Nadere informatie

Samenvatting Startnotitie A4 Delft-Schiedam

Samenvatting Startnotitie A4 Delft-Schiedam Samenvatting Startnotitie A4 Delft-Schiedam Samenvatting van het startdocument voor de aanvulling op en actualisatie van de Trajectnota/MER in het kader van de tracé/m.e.r.-procedure van de rijksweg A4

Nadere informatie

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7april 2011 / rapportnummer 2281 61-1- 1. Voorlopig oordeel over het MER De gemeente Amersfoort en woningcorporatie

Nadere informatie

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer Verbinding A8/A9 Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten 27 november 2014 / rapportnummer 2977 07 1. Oordeel over de afbakening van alternatieven Verbinding A8-A9 Gedeputeerde

Nadere informatie

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Oprichting elektriciteitscentrale in het Sloegebied (Zeeland) 10 september 2002 1272-37

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Oprichting elektriciteitscentrale in het Sloegebied (Zeeland) 10 september 2002 1272-37 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Oprichting elektriciteitscentrale in het Sloegebied (Zeeland) 10 september 2002 1272-37 ISBN 90-421-1043-0 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage.

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop 3 oktober 2002 1179-104 ISBN 90-421-1030-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Vervanging CKI Akzo Nobel, Rotterdam-Botlek Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Vervanging CKI Akzo Nobel, Rotterdam-Botlek Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Vervanging CKI Akzo Nobel, Rotterdam-Botlek Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 15 maart 2010 / rapportnummer 2368-39 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER Akzo Nobel Industrial Chemicals BV, locatie

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij Notitie 20110073-02 Bouwplan Ringbaan West 15 te Weert Inventarisatie luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

Reconstructie N329 Oss Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Reconstructie N329 Oss Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Reconstructie N329 Oss Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 juni 2009 / rapportnummer 1759-94 1. OORDEEL OVER HET MER De gemeente Oss en de provincie Noord-Brabant hebben het voornemen om de

Nadere informatie

Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 september 2007 / rapportnummer 1953-51 1. HOOFDPUNTEN VOOR HET MER ECN Windenergy Facilities BV heeft

Nadere informatie

Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Datum Mei 214 Versie Definitief Pagina 2 van 9 Samenvatting Milieueffectrapport A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Mei 214 Samenvatting Voor

Nadere informatie

Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam Stap 1 Alternatieven MER

Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam Stap 1 Alternatieven MER Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam Stap 1 Alternatieven MER november 2007 ........................................................................................ Colofon Uitgave door: Rijkswaterstaat Zuid-Holland

Nadere informatie

Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu?

Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu? Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu? In 2013 is de planstudie voor het project Duinpolderweg gestart. Na een tussenstap in 2015 en 2016 hebben de provincies Noord- en Zuid-Holland onlangs besloten

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Komen overeen zich in te spannen dat de volgende stappen genomen worden: 1. standpunt Bevoegd Gezag (ministers van VROM en VenW) 2009

Komen overeen zich in te spannen dat de volgende stappen genomen worden: 1. standpunt Bevoegd Gezag (ministers van VROM en VenW) 2009 1. A4 Delft-Schiedam doel Doel van het project A4 Delft-Schiedam is de problemen rond bereikbaarheid, leefbaarheid (inclusief externe veiligheid) en verkeersveiligheid tussen Rotterdam en Den Haag zo veel

Nadere informatie

Ontheffingenbeleid hogere waardeprocedure Wet geluidhinder Gemeente Oirschot

Ontheffingenbeleid hogere waardeprocedure Wet geluidhinder Gemeente Oirschot Ontheffingenbeleid hogere waardeprocedure Wet geluidhinder Gemeente Oirschot Maart 2007 1 Inleiding Decentralisatie van de hogere waardeprocedure is onderdeel van de gewijzigde Wet geluidhinder die per

Nadere informatie

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening. WETTELIJK KADER

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening. WETTELIJK KADER memo aan: van: Gemeente De Ronde Venen en De Stichtse Vecht Johan van der Burg datum: 28 augustus 2014 betreft: Luchtkwaliteit Fietsbrug bij Nigtevecht project: 130530 INLEIDING Aan de zuidzijde van Nigtevecht

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Planstudie A27/A1. Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010)

Planstudie A27/A1. Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010) Planstudie A27/A1 Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010) Een samenwerkingsverband dat werkt aan oplossingen voor de mobiliteitsproblematiek

Nadere informatie

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiden en wijzigen van legkippenbedrijf Van Diermen te Barneveld. 24 januari

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiden en wijzigen van legkippenbedrijf Van Diermen te Barneveld. 24 januari Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiden en wijzigen van legkippenbedrijf Van Diermen te Barneveld 24 januari 2003 1313-19 ISBN 90-421-1112-7 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage.

Nadere informatie

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen. Memo aan: van: Gemeente Arnhem SAB datum: 18 maart 2015 betreft: Luchtkwaliteit Schuytgraaf Arnhem project: 150131 INLEIDING Het voornemen bestaat om veld 13 van de in aanbouw zijnde woonwijk Schuytgraaf

Nadere informatie

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Informatiebijeenkomst Inhoud De MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk a/d IJssel - Gouda Drie alternatieven Voorlopig voorkeursalternatief Resultaten onderzoek

Nadere informatie

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; Gemeente Hof van Twente Johan van der Burg

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; Gemeente Hof van Twente Johan van der Burg memo aan: van: Gemeente Hof van Twente Johan van der Burg datum: 20 februari 2014 betreft: Luchtkwaliteit Hengevelde, Marke III project: 120218 INLEIDING Aan de zuidwestzijde van de kern van Hengevelde

Nadere informatie

Ontwerp-Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder VLK: Verbindingsweg Ladonk-Kapelweg, Boxtel Aanvraag

Ontwerp-Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder VLK: Verbindingsweg Ladonk-Kapelweg, Boxtel Aanvraag Ontwerp-Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder VLK: Verbindingsweg Ladonk-Kapelweg, Boxtel Aanvraag Op 31 maart 2017 hebben wij een verzoek ontvangen van de gemeente Boxtel, voor het op grond van artikel

Nadere informatie

Verbreding N209 Capaciteitsvergroting Doenkade en Reconstructie Knoop A13-N209 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verbreding N209 Capaciteitsvergroting Doenkade en Reconstructie Knoop A13-N209 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N209 Capaciteitsvergroting Doenkade en Reconstructie Knoop A13-N209 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 september 2009 / rapportnummer 1844-78 1. OORDEEL OVER HET MER Gedeputeerde

Nadere informatie

Evaluatieprogramma MER Ellerveld Pagina 1 van 6

Evaluatieprogramma MER Ellerveld Pagina 1 van 6 Evaluatieprogramma MER Ellerveld 1-12-2009 Pagina 1 van 6 Evaluatieprogramma MER Ellerveld Gemeente Dronten, november 2009 1. Inleiding Ten behoeve van de realisatie van een evenemententerrein, een recreatiebungalowpark

Nadere informatie

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Bogor projectontwikkeling

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Bogor projectontwikkeling memo aan: van: Bogor projectontwikkeling SAB datum: 4 februari 2015 betreft: Luchtkwaliteit Plantageweg 35 Alblasserdam project: 140479 INLEIDING Het gebied tussen de Plantageweg, de Cornelis Smitstraat,

Nadere informatie

Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht. lijnen ME AAN

Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht. lijnen ME AAN Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht lijnen ME AAN 1 INLEIDING Overeenkomstig het Masterplan Stationsgebied willen Holland Casino, Wolff Cinema Groep en de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs op de

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam HOOFDSTUK 1 Inleiding De gemeente Werkendam heeft in december 2009 het ontwerpbestemmingsplan Zonering industrieterreinen in procedure

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

/0/0'r9(^. Richtlijnen. voor het milieueffectrapport Omlegging provinciale weg N831 in Hedel Q Z. o c 5 O) -1) o I

/0/0'r9(^. Richtlijnen. voor het milieueffectrapport Omlegging provinciale weg N831 in Hedel Q Z. o c 5 O) -1) o I /0/0'r9(^. Richtlijnen voor het milieueffectrapport Omlegging provinciale weg N831 in Hedel _ o I o c 5 Q Q Z < lu o LU O i 0) I c O) -1) ff Richtlijnen voor hel milieueffectrapport Omlegging provinciale

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. ruimtelijke aspecten

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. ruimtelijke aspecten Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith ruimtelijke aspecten INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Tiel Johan van der Burg

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Tiel Johan van der Burg memo aan: van: Gemeente Tiel Johan van der Burg datum: 3 september 2012 betreft: Luchtkwaliteit Tuincentrum Hamsche Biezen project: 110281 INLEIDING In Wadenoijen (gemeente Tiel) is het tuincentrum Life

Nadere informatie

Aanleg parallelweg N248

Aanleg parallelweg N248 Aanleg parallelweg N248 Onderzoek luchtkwaliteit Definitief Provincie Noord-Holland Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 14 juli 2014 Verantwoording Titel : Aanleg parallelweg N248 Subtitel : Onderzoek luchtkwaliteit

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Aan de raad AGENDAPUNT 3 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010 Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Voorstel: 1. Het toetsingsadvies van de Commissie voor de mer over het milieueffectrapport (mer) oostelijke

Nadere informatie

Bestemmingsplan Maximabrug te Alphen aan den Rijn Geluidbeperkende maatregelen aan de nieuwe wegen

Bestemmingsplan Maximabrug te Alphen aan den Rijn Geluidbeperkende maatregelen aan de nieuwe wegen Bestemmingsplan Maximabrug te Alphen aan den Rijn Geluidbeperkende maatregelen aan de nieuwe wegen Inhoud Inhoud...3 1 Inleiding...4 2 Selectie uit wettelijk kader...5 2.1 Wegverkeerslawaai wet geluidhinder...5

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

uw kenmerk uw brief ons kenmerk DSB/ mei /Od/mw

uw kenmerk uw brief ons kenmerk DSB/ mei /Od/mw Burgemeester en Wethouders van Den Haag d.t.k. Dienst Stadsbeheer, afdeling milieu Postbus 12651 2500 LP Den Haag uw kenmerk uw brief ons kenmerk DSB/2001.12754 22 mei 2001 1172-17/Od/mw onderwerp doorkiesnummer,

Nadere informatie

de Kortsluitroute. Dit nieuw aan te leggen spoortracé verbindt de Havenspoorlijn met de Betuweroute (hier ook wel de verlegde

de Kortsluitroute. Dit nieuw aan te leggen spoortracé verbindt de Havenspoorlijn met de Betuweroute (hier ook wel de verlegde De Kortsluitroute Een onderdeel van het project Betuweroute is het aanleggen van de Kortsluitroute. Dit nieuw aan te leggen spoortracé verbindt de Havenspoorlijn met de Betuweroute (hier ook wel de verlegde

Nadere informatie

M.e.r.-beoordeling Spui Forum

M.e.r.-beoordeling Spui Forum M.e.r.-beoordeling Spui Forum projectnr. Xxxxx revisie 0 auteur(s) drs. R. (Robbert) Martens datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave Concept Artz v.d. Wetering Inhoud 1 Inleiding...2 1.1

Nadere informatie

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten Notitie Contactpersoon Sander Kamp Datum 7 februari 2017 Kenmerk N001-1233768KMS-evp-V03-NL Luchtkwaliteit Paleis het Loo 1 Inleiding Paleis het Loo is voornemens uit te breiden en een groei te realiseren

Nadere informatie

Megabioscoop en ontwikkelingen NAC-stadion en omgeving

Megabioscoop en ontwikkelingen NAC-stadion en omgeving Megabioscoop en ontwikkelingen NAC-stadion en omgeving Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 6 maart 2007 / rapportnummer 1862-46 Gemeenteraad van de gemeente Breda Postbus 3920 4800 DX

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 november 2012 20121559-02 M. Souren

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 november 2012 20121559-02 M. Souren Notitie 20121559-02 Brede Maatschappelijke Voorzieningen (BMV) Molenberg Beoordeling luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 november 2012 20121559-02 M. Souren 1 Inleiding

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant. Aanvulling. bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk. april 2005 / Definitief

Provincie Noord-Brabant. Aanvulling. bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk. april 2005 / Definitief Provincie Noord-Brabant Aanvulling bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk april 2005 / Definitief Provincie Noord-Brabant Aanvulling bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk dossier D0582A1001

Nadere informatie

Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project

Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 4 juli 2013 / rapportnummer 2791 18 1. Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER) De Technische

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek 1 extra woning Landsweg deelgebied 2 te Brielle Geluidsrapport ten behoeve van vaststellen hogere waarde in het kader van de Wet

Akoestisch onderzoek 1 extra woning Landsweg deelgebied 2 te Brielle Geluidsrapport ten behoeve van vaststellen hogere waarde in het kader van de Wet Akoestisch onderzoek 1 extra woning Landsweg deelgebied 2 te Brielle Geluidsrapport ten behoeve van vaststellen hogere waarde in het kader van de Wet geluidhinder Akoestisch onderzoek 1 extra woning Landsweg

Nadere informatie

Reconstructie N329 Oss Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Reconstructie N329 Oss Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Reconstructie N329 Oss Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 11 juli 2006 / rapportnummer 1759-43 Gemeenteraad Oss Postbus 5 5340 BA Oss uw kenmerk uw brief ons kenmerk 20 mei 2006 1759-42/Do/ks

Nadere informatie

N11 Zoeterwoude-Alphen aan den Rijn

N11 Zoeterwoude-Alphen aan den Rijn N11 Zoeterwoude-Alphen aan den Rijn Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 maart 2011 / rapportnummer 1311 79 1. Oordeel over het MER De N11 tussen Zoeterwoude en Alphen aan den Rijn is in 1999

Nadere informatie

Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 17 mei Projectnummer Luchtkwaliteit Laagraven te Nieuwegein

Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 17 mei Projectnummer Luchtkwaliteit Laagraven te Nieuwegein Memo Ter attentie van Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 17 mei 2016 Distributie B.J.M. (Erna) Beernink Projectnummer 160712 Onderwerp Luchtkwaliteit Laagraven te Nieuwegein 1 WETTELIJK KADER

Nadere informatie

Ontwikkelas Weert Roermond Studie N280-West. Toelichting effectenstudies Informatiebijeenkomst 12 januari 2011

Ontwikkelas Weert Roermond Studie N280-West. Toelichting effectenstudies Informatiebijeenkomst 12 januari 2011 Ontwikkelas Weert Roermond Studie N280-West Toelichting effectenstudies Informatiebijeenkomst 12 januari 2011 1 Effectenstudies Doelstellingen regiovisie ontwikkelas N280: Doorstromingsproblemen Leefbaarheids-

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart M. Souren

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart M. Souren Notitie 20120273-02 BP Vijverdalseweg te Maastricht Inventarisatie luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20120273-02 M. Souren 1 Inleiding In opdracht van

Nadere informatie

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg aansluiting 2 rotondes Hamelandweg te Lichtenvoorde Versie opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 7130 AA Lichtenvoorde auteur drs. A.D. Postma INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... I SAMENVATTING... 1

Nadere informatie

BELEIDSREGELS HOGERE WAARDE WET GELUIDSHINDER GEMEENTE HEUMEN

BELEIDSREGELS HOGERE WAARDE WET GELUIDSHINDER GEMEENTE HEUMEN BELEIDSREGELS HOGERE WAARDE WET GELUIDSHINDER GEMEENTE HEUMEN Datum: 15 augustus 2007 Locatie: Malden INHOUD Pagina 1 INLEIDING... 3 2 ACHTERGROND... 4 2.1 Wat willen we bereiken?... 4 2.2 Argumenten en

Nadere informatie

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU Klaver 4 Greenport Venlo 12 JANUARI 2016

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU Klaver 4 Greenport Venlo 12 JANUARI 2016 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU Klaver 4 Greenport Venlo 12 JANUARI 2016 NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com

Nadere informatie

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 januari 2008 / rapportnummer 2017-19 1. HOOFDPUNTEN VAN

Nadere informatie

Vrije Universiteit/Vrije Universiteit medisch centrum

Vrije Universiteit/Vrije Universiteit medisch centrum Vrije Universiteit/Vrije Universiteit medisch centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 september 2011 / rapportnummer 2418 89 1. Oordeel over het MER De Vrije Universiteit (VU) van Amsterdam

Nadere informatie

Verkeersonderzoek bij Planstudies. Casus A4 Delft-Schiedam

Verkeersonderzoek bij Planstudies. Casus A4 Delft-Schiedam Verkeersonderzoek bij Planstudies Casus A4 Delft-Schiedam 14 april 2010 Inhoud presentatie Tracéwetprocedure is kader voor onderzoek Werkwijze bij planstudies Probleemschets Den Haag - Rotterdam Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Ontwikkeling Borgronden Naarden Toetsing aan milieu- en natuurwetgeving. 6 december 2017 Gerlof Wijnja

Ontwikkeling Borgronden Naarden Toetsing aan milieu- en natuurwetgeving. 6 december 2017 Gerlof Wijnja Ontwikkeling Borgronden Naarden Toetsing aan milieu- en natuurwetgeving 6 december 2017 Gerlof Wijnja De toetsing en het plangebied In deze onderzoeksfase zijn de volgende vragen onderzocht: Is woningbouw

Nadere informatie

25 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

25 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR RICHTLIJNEN VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT UITBREIDING CHLOORPRODUCTIE AKZO NOBEL TE ROTTERDAM-BOTLEK 25 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES...2 3. PROBLEEMSTELLING,

Nadere informatie

bestemmingsplan Ambachtsezoom e.o. BIJLAGE 7 Onderzoek Luchtkwaliteit OD 205 SL stedenbouw + landschap 103

bestemmingsplan Ambachtsezoom e.o. BIJLAGE 7 Onderzoek Luchtkwaliteit OD 205 SL stedenbouw + landschap 103 bestemmingsplan Ambachtsezoom e.o. BIJLAGE 7 Onderzoek Luchtkwaliteit OD 205 SL stedenbouw + landschap 103 Rapport Dossier 22793 Zaaknummer 0109847 Kenmerk 2013002405 / CHK Opsteller mevrouw A. Celik-Ozbek

Nadere informatie

Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie

Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie Drachten Ureterp 1 2 Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie 3 4 Donkerbroek 5 Oosterwolde Appelscha Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie Datum: 1 augustus 2003

Nadere informatie

Ambtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat

Ambtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat Ambtelijk advies 1. Baardwijkse overlaat Voor de Baardwijkse overlaat is het ambtelijk advies aan de Stuurgroep GOL om variant A (voorkeursvariant NRD) en variant C (nr. 369) beide mee te nemen in de MER.

Nadere informatie