bureau veldweg project: Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel opdrachtgever: Dhr. M.W.C van Duijnhoven te Odiliapeel

Transcriptie

1 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS project: Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel opdrachtgever: Dhr. M.W.C van Duijnhoven te Odiliapeel document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6383N01 b datum: 1 juni 2017 projectleider: Ing. Arnold A.M. Roelofs opgesteld door: Ing. L.T. Raijmakers Bureau Veldweg BV Postbus 100 Veldweg 33A T: (0485) E: info@bureauveldweg.nl 5430 AC Cuijk 5431 CH Cuijk F: (0485) W: KvK:

2 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS Inhoudsopgave 1. Algemeen Doel van de rapportage Uitgangspunten Situatieoverzicht Overige Bijlage(n) Uitwerking gelijkwaardigheidsonderbouwing Principe Toepassing De functionele eis beperking van uitbreiding van brand Het gebruik van het gebouw De omgeving buiten het gebouw Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag Overige brandveiligheidsaspecten Bouwconstructie (sterkte bij brand) Brandvoortplanting en rookdichtheid van constructieonderdelen 4.3 Dakoppervlak Aankleding Maatregelen voor risicoverlaging ontstaan van brand Ontvluchting Installaties en voorzieningen t.b.v. bestrijden van brand Brandmeldinstallatie (BMI) Ontruimingsalarminstallatie (OAI) Algemene noodverlichting Vluchtrouteaanduiding Brandslanghaspels Draagbare blustoestellen Bereikbaarheid Openbare bluswatervoorziening Conclusie N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 2/15

3 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS 1. Algemeen Het rapport 6383N01a d.d. 13 december 2016 is onlangs d.d. 20 mei 2017 door de brandweer veiligheidsregio beoordeeld waarbij zij bemerkingen hadden. Deze heb ik telefonisch besproken met de toetser en de aanpassingen t.o.v. het eerdere rapport is in rood verwerkt in het nu voorliggende rapport In opdracht van Dhr. M.W.C. van Duijnhoven heeft Bureau Veldweg BV voor de aanvraag omgevingsvergunning voor de uitbreiding en de nieuwbouw van twee varkensstallen aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel de voorliggende brandveiligheidsrapportage opgesteld. Stal B wordt met circa 644 m2 uitgebreid tot een totale brandcompartimentsoppervlakte 1.881,8 m2, waarmee deze stal valt binnen de contouren van het bouwbesluit. De totale gebruiksoppervlakte van de nieuw te bouwen stal C 3.267,6 m2, waarmee de maximale compartimentsgrootte van m2, zoals gesteld in het bouwbesluit, wordt overschreden. Er wordt middels deze rapportage voor de nieuw te bouwen stal C gelijkwaardigheid aangetoond, waarmee dat gebouw als één brandcompartiment kan worden beschouwd, waarvoor vergunning voor bouwen wordt aangevraagd. Er wordt middels de voorliggende rapportage gelijkwaardigheid aangetoond. In deze rapportage worden daarnaast de voor de aanvraag omgevingsvergunning benodigde brandveiligheids-aspecten behandeld zoals:» De constructieve veiligheid;» Het beperken van de ontwikkeling en uitbreiding van brand en rook;» Het veilig vluchten;» De eventuele mogelijkheden tot een veilige repressieve inzet;» De toepassing van brandbeveiligingsinstallaties. 1.1 Doel van de rapportage Het doel van deze rapportage is om een brandveilig plan aan te leveren conform de geldende regelgeving, AMvB Bouwbesluit 2012 en de daarbij behorende ministeriele regelingen. Indien afgeweken wordt van de bouwregelgeving kan op basis van het Bouwbesluit 2012 artikel 1.3 gelijkwaardigheid" een gelijkwaardige oplossing geboden worden: Artikel 1.3. Gelijkwaardigheidsbepaling Lid 1 Aan een in hoofdstuk 2 tot en met 7 gesteld voorschrift behoeft niet te worden voldaan in dien het bouwwerk of het gebruik daarvan anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten mínste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt ais is beoogd met de in die hoofdstukken gestelde voorschriften. Met deze rapportage wordt ten aanzien van de brandcompartimentering gelijkwaardigheid geboden op basis van brandveiligheid voor grote brandcompartimenten. Op basis van deze gelijkwaardigheid is het toegestaan dat een gebouw in één of meer brandcompartimenten wordt ingedeeld die groter zijn dan is bedoeld in de afdeling Beperking van uitbreiding van brand. Dit gebeurt door middel van functionele eisen die voor de relevante aspecten van brandveiligheid een gelijk beschermingsniveau vereisen. De aanvrager van de bouwvergunning moet ten genoegen van burgemeester en wethouders aangeven welke voorzieningen zijn getroffen om hieraan te voldoen. 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 3/15

4 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS 1.2 Uitgangspunten Voor de gelijkwaardigheid is gekeken naar de gehele stal C als één brandcompartiment. Het object wordt gebruikt als varkensstal en heeft daarom als functie 'lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren'. De dierenverblijven in het voorliggende plan hebben een gebruiksoppervlakte van 2.617,2 m2. Bij de beoordeling en het opstellen van de gelijkwaardigheidsnotitie is uitgegaan van het bouwniveau nieuwbouw. De hal heeft een bezetting waarbij minder dan 1 persoon per 30 m2 gebruiksoppervlakte per persoon van toepassing is. De onderbouwingen voor gelijkwaardigheid in dit document zijn ontleend aan genoemde literatuur en omschreven uitgangspunten:» Bouwkundig tekenwerk van FG Bedrijfsontwikkeling te Erp, behorende bij de aanvraag omgevingsvergunning;» Berekening /vaststelling WBDBO volgens NEN 6068, bouwbesluit Situatieoverzicht uitbreiding fokvarkensstal Stal B Stal C nieuwe vleesvarkensstal Figuur 1: Situatietekening 1.4 Overige Tenzij anders vermeld, wordt bij 'het Bouwbesluit' bedoeld het Besluit van 29 augustus 2011 houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken (Bouwbesluit 2012), Stb Publicatiedatum: Bijlage(n)» Bijlage A: Berekeningsbijlage wbdbo conform NEN 6068: N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 4/15

5 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS J 2. Uitwerking gelijkwaardigheidsonderbouwing 2.1 Principe De functionele eis van het bouwbesluit stelt geen vaste omvang aan voor brandcompartimenten, maar stelt de omvang afhankelijk van de situering, van aan te brengen voorzieningen en van de hoeveelheid brandbaar materiaal aan en in een groot brandcompartiment. Het gaat hier om brandbare bestanddelen van de constructie (permanente vuurbelasting) plus de beoogde maximale inhoud aan brandbaar materiaal (variabele vuurbelasting). De verbrandingswaarde van de materialen is daarbij van belang. De methode is dus gebaseerd op de hoeveelheid brandbaar materiaal. Bij weinig brandbaar materiaal kan men met beperkte voorzieningen tot veel grotere compartimenten komen dan m2 respectievelijk m2 in nieuwbouwsituaties. Is meer brandbaar materiaal aanwezig, dan nemen de vereiste voorzieningen toe, maar zijn nog steeds brandcompartimenten van aanzienlijke omvang mogelijk. De hoeveelheid brandbaar materiaal wordt vertaald in een totale vuurlast, in tonnen vurenhout equivalent of in GigaJoules en een vuurbelasting in termen van kilogram vurenhout equivalent per vierkante meter of in Megajoules^. De wbdbo, de vereiste weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van de omhulling, hangt (meestal) af van de maatgevende vuurbelasting". Dat is de vuurbelasting op of boven de m2 van het grondvlak van het compartiment waar zich de hoogste vuurbelasting bevindt. De bedoelde omhulling bestaat uit de wanden en vloeren die als begrenzing van het compartiment dienen, met inbegrip van de aanwezige ruimte op eigen terrein en langs de perceelgrenzen. Met de gehanteerde de bepalingsmethode wordt het betrokken gebouw/brandcompartiment afgestemd op het beoogde gebruik. De gekozen grootte, de constructie en eventuele brandbeveiligingsvoorzieningen zijn daarop afgestemd. Dit houdt wel in dat een bijpassende gebruiksbeperking moet worden vastgelegd. Een vorm van toezicht is daarbij noodzakelijk om onbeheersbaarheid van brand te voorkomen (vergelijk: inspectie en certificering van brandbeveiligingsinstallaties). 2.2 Toepassing Gezien de afmeting en de indeling van het gebouw is de maatgevende vuurbelasting gelijkgesteld aan de gemiddelde vuurbelasting en deze is voor een varkensstal kleiner dan 60 kg/m2. Dit geeft de vuurlast weer in een hoeveelheid vurenhout, die daarmee in theorie dezelfde brandduur heeft als de aanwezige materialen. 1 kg vheq/m2 staat gelijk aan 1 minuut brandduur en is daarmee direct gerelateerd aan de vereiste brandwerendheid van de omhulling. 2.3 De functionele eis beperking van uitbreiding van brand Afdeling 2.10 in bouwbesluit2012, Artikel lid 1 1 Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat de kans op een snelle uitbreiding van brand voldoende wordt beperkt. De functionele eis van het eerste lid luidt dat een te bouwen bouwwerk zodanig is dat de kans op een snelle uitbreiding van brand voldoende wordt beperkt. Dit is een samenhang tussen de weerstand tegen uitbreiden van brand van het gebouw zelf en het menselijk ingrijpen om het uitbreiden van brand te beperken. 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 5/15

6 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS J De functionele eis van het bouwbesluit stelt geen vaste omvang aan een brandcompartiment, maar stelt voorwaarden aan de omvang afhankelijk van de situering, van aan te brengen voorzieningen en van de hoeveelheid brandbaar materiaal om uitbreiding van brand te beperken. Het gaat daarbij ook om brandbare bestanddelen van de constructie die de permanente vuurbelasting vormen. Bij weinig brandbaar materiaal kan men met beperkte voorzieningen grotere compartimenten worden toegestaan Als bij een vooraf aangenomen afmeting van een brandcompartiment er voldoende zekerheid op de beperking uitbreiding van brand wordt geboden, wordt feitelijk op basis van gelijkwaardigheid voldaan aan de functionele eis. Een groot compartiment waarbij geen brandoverslag zich voordoet naar een ander compartiment op eigen perceel of naar een ander gebouw bij de buren voldoet dan aan beperken van een snelle uitbreiding van brand. 2.4 Het gebruik van het gebouw Met het oog op de gewenste inrichting en het gewenste gebruik van een gebouw kan er gekozen worden uit verschillende maatregel. Uit het oogpunt van beheersing van brand te treffen voorzieningen zijn primair gericht op het voorkomen van schade buiten het brandcompartiment en verschillen in de mate van schadebeperking er binnen. 2.5 De omgeving buiten het gebouw Voor gevels hangt de precieze eis mede af van de situering, vooral de vrije ruimte naar de omgeving is bepalend of een snelle brand uitbreiding wordt uitgesloten. De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag de WBDBO is daarbij bepalend. Er is een beheersbaar brandcompartiment als gerelateerd aan de afmetingen van het compartiment, voldaan wordt een de eisen voor WBDBO. Uitgangspunt is hierbij de berekeningsmethode zoals die in de NEN 6068 is aangegeven. 3. Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag Volgend uit de vuurbelasting en de gelijkwaardigheidsonderbouwing is er bij een maximale gemiddelde vuurbelasting van 60 kg/m2 een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo)eis van 60 minuten (minimum waarde) van toepassing. De inpandige brandscheidingen tussen de brandcompartimenten moeten voldoen aan 60 minuten brandwerendheid. Te voldoen aan de criteria E, I, en R volgens NEN Naar de omgeving zijn de warmtestralingsberekeningen bij brand gemaakt op basis van NEN 6068:2016. De berekeningsmethode conform de NEN 6068:2016 kan ons inziens gehanteerd worden omdat de vuurbelasting beperkt is ( varkensstallen hebben een vuurbelasting kleiner dan 60 kg/m2) en de afmetingen hoogte en lengte van de stal gevels beperkt zijn en daarmee voldoen aan de voorwaarden als gesteld in de NEN 6068:2016. Dat volgens de NEN 6068 met een 30 minuten brandwerende buitengevel een WBDBO van 60 minuten tussen naast elkaar gelegen brandcompartimenten wordt beschouwd heeft de onderbouwing in de NEN 6069 waarin is aangegeven dat dit met inzet van brandweer kan worden beschouwd. Daarmee dient de bereikbaarheid voor brandweer gewaarborgd te zijn. De mogelijkheid van brandweerinzet dient aan beide zijden van de stal geboden te worden. Aan de eisen m.b.t. brandoverslag wordt voldaan indien de stralingsintensiteit op de doelgevel kleiner is dan 15 kw/m2. Onderstaand in de tabellen 1 en 2 zijn de berekeningsresultaten weergegeven. 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 6/15

7 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS uitbreiding fokvarkensstal Stal B Stal C nieuwe vlees vanen sstal Figuur 2: wbdbo-bepalingen stralingsberekeningen De onderstaande waarden zijn hierbij van toepassing: Gevel Hoogte (m) Breedte (m) Afstand (m) Straling (KW/m2) Resultaat Noordgevel 3,2 110,5 7,0 5,11 Geen brandoverslag ũostgevel 4,2 18,2 620,0 0,00 Geen brandoverslag Zuidgevel 3,2 110,5 24,0 1,46 Geen brandoverslag Westgevel 4,2 18,2 8,5 4,62 Geen brandoverslag Tabel 1: Bepaling afstandsbijdrage Stal B Gevel Hoogte (m) Breedte (m) Afstand (m) Straling (KW/m2) Resultaat Noordgevel 3,7 113,5 50,0 0,70 Geen brandoverslag ũostgevel 5,2 28,8 620,0 0,00 Geen brandoverslag Zuidgevel 3,7 113,5 6,0 6,76 Geen brandoverslag Westgevel 5,2 28,8 44,0 0,52 Geen brandoverslag Tabel 2: Bepaling afstandsbijdrage Stal C Uit de stralingsberekeningen blijkt dat er ter plaatse van de gevels voldoende afstand richting de perceelgrens en de beschouwde bebouwing op eigen terrein aanwezig is, om te voldoen aan de eisen ten aanzien van brandoverslag. 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 7/15

8 bureau ueldweg BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS J 4. Overige brandveiligheidsaspecten 4.1 Bouwconstructie (sterkte bij brand) Uitgangspunt hierbij is dat in het (sub-)brandcompartiment waarin een brand heerst, de bouwconstructie mag bezwijken, zolang dit binnen een bepaalde tijdsduur maar niet leidt tot het bezwijken van bouwconstructies buiten dit (sub-)brandcompartiment. Het gaat om het voorkomen van voortschrijdende instorting. Artikel 2.10 íid 1: Een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert, bezwijkt niet binnen 30 minuten bij brand in een subbrandcompartiment waarin die vluchtroute niet Hat. Bij brand in een subbrandcompartiment mogen de vluchtroutes buiten dit subbrandcompartiment niet binnen 30 minuten bezwijken. Dit is niet van toepassing omdat er in beide gebouwen geen sprake is van 'andere' subbrandcompartimenten. Artikel 2.10 id 4: Een bouwconstructie van een gebruiksfunctie met een vloer van een gebruiksgebied hoger dan 5 m boven het meetniveau of lager dan 5 m onder het meetniveau bezwijkt bij brand in een brandcompartiment waarin de bouwconstructie niet Hgt, niet binnen 90 minuten door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan het brandcompartiment. De eis van brandwerendheid op bezwijken van een constructie is van toepassing als bij bezwijken van die constructie er voortschrijdend instorten volgt in een ander brandcompartiment. Artikel 2.10 lid 4 is niet van toepassing, omdat er in beide gebouwen geen sprake is van 'andere' brandcompartimenten. 4.2 Brandvoortplanting en rookdichtheid van constructieonderdelen De constructieonderdelen aan de buitengevel (m.u.v. kozijn/deurconstructies) van de bouwdelen dienen vanaf maaiveld te voldoen aan brandklasse D overeenkomstig NEN De constructieonderdelen in het brandcompartiment waar de dieren verblijven, grenzend aan de binnenlucht, dienen te voldoen aan brandklasse B en rookklasse s2 overeenkomstig NEN De vloeren en bovenzijden van trappen grenzend aan de binnenlucht dienen te voldoen aan rookklasse s1fl en brandklasse Dfl van de NEN Dit geldt uitsluitend voor de nieuw te bouwen constructieonderdelen. De bestaande bouw van stal B blijft hiermee ongewijzigd. Op ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van de constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte, waarvoor volgens de artikelen 2.67 tot en met 2.69 een eis geldt, is die eis niet van toepassing. 4.3 Dakoppervlak De bovenzijde van een dak van een bouwwerk dient, bepaald volgens NEN 6063, niet brandgevaarlijk te zijn, indien de brandbare delen van het dak minder dan 15 meter vanaf de perceelgrens liggen. Dat is in voorliggend plan niet het geval, waardoor er geen eisen gelden met betrekking tot het brandgevaarlijk zijn van het dak. 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 8/15

9 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS 4.4 Aankleding Aankleding in een besloten ruimte die niet direct op de vloer, trap of hellingbaan is aangebracht mag geen brandgevaar opleveren. Dit gevaar is niet aanwezig indien de aankleding: a. een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert; b. onbrandbaar is, bepaald volgens NEN 6064; c. voldoet aan brandklasse A1 als bedoeld in NEN-EN , of d. voldoet aan de eisen voor constructieonderdelen als hierboven weergegeven op basis van bouwbesluit afdeling 2.9. Materiaal ter plaatse van of nabij apparatuur en installaties die warmte ontwikkelen voldoet aan brandklasse A1, als bedoeld in NEN-EN of is onbrandbaar, bepaald volgens NEN 6064, indien: a. op het materiaal een intensiteit van de warmtestraling kan optreden die, bepaald volgens NEN 6061, groter is dan 2 kw/m2, of b. in het materiaal een temperatuur kan optreden die, bepaald volgens NEN 6061, hoger is dan 90 0C. In een besloten ruimte zijn geen met brandbaar gas gevulde ballonnen aanwezig. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven over de bijdrage aan brandgevaar van aankleding. Er is nog geen regeling genomen door de Rijksoverheid Nederlandse brand- en rookklassen Euroklassen NEN 6064 NEN 1775 NEN 6065 NEN 6066 NEN-EN Onbrandbaarheid Brandklasse1 (bijdrage tot brandvoortplanting) Rookklasse2 Brandklasse3 (materiaalgedrag bij brand) Rookklasse4 Materialen Constructie-onderdelen materialen constructieonderdelen constructieonderdelen beloopbaar vlak (bovenzijde van vloer, hellingbaan of trap) Onbrandbaar T1 T2 T3 niet-beloopbaar vlak (niet zijnde bovenzijde van vloer, hellingbaan of trap) A1 of A1fl 10 m-1 en lager Niet-besloten vluchtroute Cfl s1fl 1 - B - 2 C Alle andere toepassingen 1 10 m-1 en B s2 2 3 lager C 4 D 1 Zou moeten heten: brandvoortplantingsklasse. 2 Zou moeten heten: rookproductieklasse. 3 Zou moeten heten: klasse van materiaalgedrag bij brand. 4 Zou moeten heten: rookproductieklasse. Tabel 3: Overzicht huidige Nederlandse brandvoortplanting- en rookklassen en de euroklassen Dfl 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 9/15

10 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS J 5. Maatregelen voor risicoverlaging ontstaan van brand Om de kans op het ontstaan van brand terug te dringen en daarmee het risico te verkleinen (of minimaal gelijk te houden), zijn de volgende maatregelen van toepassing, indien van toepassing in het betreffende bouwplan. De toepassing hiervan is bovenwettelijk en als advies te beschouwen. De onderstaande maatregelen zijn voornamelijk passief van aard en hebben dan ook in grote mate te maken met het gebruik van de specifieke stal. Deze maatregelen leveren een kansverlaging op het ontstaan van brand en daarmee een beperking van het risico ^ kans x effect). De maatregelen voor verlaging van de kans op ontstaan van brand en verkleining van het effect bij brand zijn de volgende: 1. De elektrische installatie dient minimaal één keer in het jaar thermografisch gecontroleerd te worden. 2. Een technische ruimte waar ontstaansrisico van brand aanwezig is dient voorzien te worden van een branddetectiesysteem waarmee een ontstaan van brand gesignaleerd wordt. Een koppeling van een brandmelding aan een storingsmelding vanuit de klimaatinstallatie kan daarbij een snelle signalering geven en daarmee een inzet van blussing bieden. 3. Brandklasse B isolatiematerialen moeten worden toegepast. 4. Brandveiligere isolatie zoals minerale wol, steenwol en glaswol dient bij voorkeur te worden toegepast. Minimaal dient de isolatie aan de binnenzijde bij de dierenverblijven te voldoen aan klasse B volgens NEN-EN Indien van toepassing dienen transportbanden en kunststof materialen van hokinrichting van brandvertragende kunststof of vlamdovende kwaliteiten te zijn. 6. Er dient onderhoud en controle plaats te vinden op alle brandveiligheidsinstallaties zoals brandkleppen, blusmiddelen en bluswatervoorzieningen zoals geboorde putten. Een logboek dient hiervoor bijgehouden te worden. 7. Er dient een functionele bluswatervoorziening nabij de stal aanwezig te zijn. 8. Men dient alert te zijn bij (onderhouds-) werkzaamheden waarbij gewerkt wordt met elektrische apparatuur. Daarbij moet de uitvoering bedacht zijn op mogelijke risico's naar de directe omgeving bij las en slijpwerkzaamheden. De acties die daarvoor genomen moeten worden zijn: de omgeving afschermen met brandwerend doek; bijplaatsen van een draagbaasblustoestel; bij het stoppen van de werkzaamheden en het verlaten van de ruimte de directe omgeving nogmaals inspecteren. 9. Ongediertebestrijding moet worden gedaan ter voorkoming van schade aan elektrische apparatuur en daaruit voortkomende kortsluiting met verhoogde kans op ontstaan van brand. Met een frequentie van vier keer per jaar dient dit uitgevoerd te worden en in een logboek bijgehouden te worden. 10. Verlichting en elektrische apparatuur dient op een ontbrandbaar materiaal gemonteerd te worden en vrij gehouden te worden van direct hierboven hangende brandbare materialen. 11. Er dienen geen overige gebruiksfuncties in het gebouw gelegen te zijn, zoals opslagruimten voor voer c.q. stro en hooi. Eveneens dient er in het compartiment geen materieelopslag zoals tractoren en landbouwvoertuigen plaats te vinden of er dient vanuit deze ruimten een brandwerendheid gemaakt te worden zodat bij brand dit niet leidt tot brandontwikkeling in het gedeelte waar de dieren verblijven. De maatregelen volgens bovengenoemde punten 3,4,6,7,8,10 en 11 dienen daadwerkelijk te worden getroffen. Het onderhoud hiervan dient in een logboek te worden vastgelegd waarmee aantoonbaar de maatregelen gewaarborgd zijn. 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 10/15

11 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS J 6. Ontvluchting In samenhang met de bezetting en de gebruiksfunctie van de gebruiksoppervlakte of het verblijfsgebied zijn de loopafstanden gelimiteerd volgens het bouwbesluit Zo is de loopafstand voor de (lichte)industriefunctie met een bezetting van > 30 m^persoon maximaal 60 meter. Artikel is hierbij van toepassing. Artikel Lid 4. De gecorrigeerde loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en een uitgang van het subbrandcompartiment waarin dat gebruiksgebied Hgt, is niet groter dan de in tabel aangegeven waarde. Lid 5. In afwijking van het vierde lid, wordt bii een niet nader in te delen gebruiksgebied en bij een verblijfsruimte in plaats van de gecorrigeerde loopafstand uitgegaan van de loopafstand die niet groter is dan de in tabel aangegeven waarde. Lid 6. In afwijking van het vierde en vijfde lid geldt bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 12 m2 gebruiksoppervlakte van het subbrandcompartiment een waarde van ten hoogste 45 m. Lid 7. In afwijking van het vierde en vijfde lid geldt bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 30 mř gebruiksoppervlakte van het subbrandcompartiment een waarde van ten hoogste 60 m. Er wordt uitgegaan van een niet nader in te delen gebruiksgebied, met gebruiksruimten zoals getekend. Er hoeft daarbij niet gerekend te worden met de gecorrigeerde loopafstand van 40 meter maar met een maximaal te lopen afstand van 60 meter. Omdat voldaan wordt aan de loopafstanden zoals gesteld in het bouwbesluit is geen verdere gelijkwaardigheidsonderbouwing in relatie tot grote brandcompartimenten vereist. De vluchtdeuren moeten zonder losse hulpmiddelen van binnen uit te openen zijn. Schuifdeuren mogen ook als vluchtdeuren dienen mits deze zonder losse hulmiddelen direct te openen zijn en voor regulier gebruik dienen. Een nooddeur is een deur die uitsluitend voor vluchten wordt gebruikt en mag niet als schuifdeur worden uitgevoerd. 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 11/15

12 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS J 7. Installaties en voorzieningen t.b.v. bestrijden van brand 7.1 Brandmeldinstallatie (BMI) Op grond van de gebruiksoppervlakte en gebruiksfuncties is er voor dit plan op basis van het bouwbesluit 2012 geen brandmeldinstallatie vereist. 7.2 Ontruimingsalarminstallatie (OAI) Omdat er geen brandmeldinstallatie vereist is hoeft er ook geen ontruimingsalarminstallatie te worden gerealiseerd. 7.3 Algemene noodverlichting Er is op grond van het bouwbesluit geen vereiste voor noodverlichting in het gebouw omdat er geen verblijfsruimte is voor meer dan 75 personen en er geen sub-brandcompartimentering is waarbij er door een besloten ruimte een beschermde vluchtroute voert. 7.4 Vluchtrouteaanduiding Er is op grond van het bouwbesluit geen vereiste voor een vluchtrouteaanduiding conform NEN Brandslanghaspels Volgens het bouwbesluit is er geen vereiste voor de toepassing van brandslanghaspels voor de lichte industriefunctie. 7.6 Draagbare blustoestellen Op basis van het bouwbesluit worden draagbare blustoestellen vereist. Dit is vereist als er geen brandslanghaspels aanwezig zijn en als er stoffen zijn die alleen geblust kunnen worden met een andere blusstof dan water. Die andere blusstof, die uit poeder, schuim of gassen kan bestaan, bevindt zich in draagbare blustoestellen. Op basis van de ARBO wet zijn brandblusmiddelen vereist:» nabij de keuken minimaal 6 kg poederblusser;» bij open vuur een blusdeken;» nabij opslagkasten en kluizen met gevaarlijke stoffen een blustoestel met minimaal een blusequivalent van 6 kg poeder;» in ruimten waar brandbare stoffen worden verwerkt. Met betrekking tot de omgevingsvergunning voor het bouwen zijn draagbare blustoestellen vereist. Daarvoor dienen nabij de vluchtdeuren (toegangen tot de stal en overige ruimten) 9 liter sproeischuimblustoestellen te worden opgehangen. 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 12/15

13 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS 7.7 Bereikbaarheid Op basis van het bouwbesluit worden er eisen gesteld aan de bereikbaarheid van bouwwerken. Afhankelijk van de situering en de diepte van het terrein zal er een opstelplaats voor een brandweervoertuig op het terrein gerealiseerd moeten worden met een afmeting van 4 x 10 meter, een vrije hoogte van 4,2 meter, bestand tegen een as-last van 10 ton en een totaal gewicht van 15 ton. Deze opstelplaats dient bereikbaar te zijn voor een brandweervoertuig waardoor er een rijbaan gerealiseerd dient te worden met een rijbaanbreedte van 3,5 meter, een doorgangshoogte van 4,2 meter welke bestand is tegen een as-belasting van 10 ton en een maximaal gewicht van 15 ton. Gezien de diepte van het terrein voldoet de openbare weg niet als opstelplaats voor de TAS en dient er op het terrein een opstelplaats voor de TAS aanwezig te zijn, welke voldoet aan bovenstaande voorwaarden. Gezien de bestaande bebouwing wordt deze opstelplaats aanwezig geacht. 7.8 Openbare bluswatervoorziening Op basis van het bouwbesluit worden er eisen gesteld aan de brandblusvoorzieningen Bij afwezigheid van een toereikende openbare bluswater voorziening moet worden voorzien in een doeltreffende niet openbare bluswatervoorziening. Een niet openbare bluswatervoorziening is bijvoorbeeld een:» aansluiting op het distributienet van de drinkwaterleiding;» aansluiting op een leidingnet voor water, geen drinkwater;» waterput of bron;» oppervlakte water;» speciale gegraven blusvijver. Een openbare bluswatervoorziening is niet toereikend indien de afstand tussen de openbare brandkraan en de (brandweer)toegang van het object te groot is. De maximale afstand van 40 meter wordt hierbij in acht genomen. In verband met de bestaande bebouwing mag worden verondersteld dat er een toereikende bluswatervoorziening op het eigen terrein is voorzien. In verband met de brandoverslag inzet en bereikbaarheid door brandweer dient er aan beide zijden van de stal een opstelplaats en bluswatervoorziening te worden gemaakt. Er is daarmee een aanvullende voorziening voor bluswater vereist bij deze uitbreiding. Er dient een aanvullende bluswatervoorziening als een niet openbare bluswatervoorziening op eigen terrein te worden aangevuld. De vereiste bluswatercapaciteit hiervan dient gelijk te zijn aan die van een openbare bluswatervoorziening; minimaal 60 m'vh gedurende onbepaalde tijd of 90 m'vh gedurende een onafgebroken levertijd van vier uur. 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 13/15

14 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS uitbreiding fokvarkensstal blad ta t/m, 4A TAS Hntginningswefl nieuwe vleesvarkensstal blad 1 t/m Figuur 3: Situatietekening met bereikbaarheidsaspecten Legenda: tas ] Opstelplaats TAS (tankautospuit) 4 x 10 m binnen 40 meter van de brandweeringang, met in de nabijheid een niet openbare bluswatervoorziening (brandkraan of een gesloten geboorde put) (Niet openbare) primaire bluswatervoorziening, gesloten geboorde put. Terreinverharding 6383N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 14/15

15 BRANDVEILIGHEIDSADVISEURS J 8. Conclusie Op basis van voorliggende rapportage zijn beide brandcompartimenten met hun respectievelijke oppervlakten beheersbaar. De wbdbo naar de omgeving, c.q. andere brandcompartimenten is voldoende waarbij brandoverslag voorkomen wordt geacht. Ten aanzien van ontvluchting wordt voldaan aan de gestelde eisen in het bouwbesluit. Vluchtdeuren dienen van binnen uit zonder losse hulpmiddelen te openen zijn. In verband met de bestaande bebouwing mag worden verondersteld dat er een toereikende bluswatervoorziening op het eigen terrein is voorzien. In verband met de brandoverslag inzet en bereikbaarheid door brandweer dient er aan beide zijden van de stal een opstelplaats en bluswatervoorziening te worden gemaakt. Er is daarmee een aanvullende voorziening voor bluswater vereist bij deze uitbreiding. De conclusie is dat op basis van het bouwkundige pakket van maatregelen en installatietechnische voorzieningen in combinatie met de vuurbelasting volgend uit het gebruik, er een beheersbaarheid is voorgesteld van grote brandcompartimenten, waarmee het plan als gelijkwaardig wordt beschouwd aan de beoogde veiligheid conform Bouwbesluit N01 b - 1 juni Nieuwbouw en uitbreiding stal aan de Ontginningsweg 6A te Odiliapeel 15/15

16 nna Mnx/rn ipi inno a nx/ion mo Bijlage A Wbdbo-bepaling naar de omgeving - Stal B

17 Berekening WBDBO conform NEN6068:2011 Industriefunctie Locatie gevel:noordgevel ten opzichte van bestaande bebouwing op eigen terrein Toepassing: NEN 6068 paragraaf Brandcompartiment waarvan de gebruiksoppervlakte voor meer dan 75 /o bestemd is voor industriefunctie. Bijlage D.3.4. eenvoudige berekening van de warmtestralingsflux bij brandcompartimenten met industriefunctie die voldoen aan de voorwaarden in Voorwaarden: maximaal inwendige hoogte 15 meter niet bedoeld voor verticale brandoverslagberekeningen, geen stapeling van brandruimte of brandcompartiment horizontale afstand tot observatie niet kleiner dan 5 meter. Invoergegevens: stralings hoogte (h): 3,2 m stralings breedte (b): 110,5 m Afstand tot het observatiepunt (x): 7,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m2 transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel 9 doel = 9 bron. Fv. T waarin: 9 doel - doel stralingsintensiteit (KW^) 9 bron - bronstraling (KW^) 45 KW/m2 Fv - zichtfactor 0,113 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux 9 doel = 5,11 kw7m2

18 Berekening WBDBO conform NEN6068:2011 Industriefunctie Locatie gevel:oostgevel spiegelsymmetrisch ten opzichte van het hart openbare weg Toepassing: NEN 6068 paragraaf Brandcompartiment waarvan de gebruiksoppervlakte voor meer dan 75 /o bestemd is voor industriefunctie. Bijlage D.3.4. eenvoudige berekening van de warmtestralingsflux bij brandcompartimenten met industriefunctie die voldoen aan de voorwaarden in Voorwaarden: maximaal inwendige hoogte 15 meter niet bedoeld voor verticale brandoverslagberekeningen, geen stapeling van brandruimte of brandcompartiment horizontale afstand tot observatie niet kleiner dan 5 meter. Invoergegevens: stralings hoogte (h): 4,2 m stralings breedte (b): 18,2 m Afstand tot het observatiepunt (x): 620 m stralingsemittantie: 45 KW/m2 transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel 9 doel = 9 bron. Fv. T waarin: 9 doel - doel stralingsintensiteit (KW^) 9 bron - bronstraling (KW^) 45 KW/m2 Fv - zichtfactor 0,000 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux 9 doel = 0,00 kw7m2

19 Berekening WBDBO conform NEN6068:2011 Industriefunctie Locatie gevel:zuidgevel spiegelsymmetrisch ten opzichte van de perceelgrens Toepassing: NEN 6068 paragraaf Brandcompartiment waarvan de gebruiksoppervlakte voor meer dan 75 /o bestemd is voor industriefunctie. Bijlage D.3.4. eenvoudige berekening van de warmtestralingsflux bij brandcompartimenten met industriefunctie die voldoen aan de voorwaarden in Voorwaarden: maximaal inwendige hoogte 15 meter niet bedoeld voor verticale brandoverslagberekeningen, geen stapeling van brandruimte of brandcompartiment horizontale afstand tot observatie niet kleiner dan 5 meter. Invoergegevens: stralings hoogte (h): 3,2 m stralings breedte (b): 110,5 m Afstand tot het observatiepunt (x): 24,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m2 transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel 9 doel = 9 bron. Fv. T waarin: 9 doel - doel stralingsintensiteit (KW^) 9 bron - bronstraling (KW^) 45 KW/m2 Fv - zichtfactor 0,032 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux 9 doel = 1,46 kw7m2

20 Berekening WBDBO conform NEN6068:2011 Industriefunctie Locatie gevel: Westgevel ten opzichte van bestaande bebouwing op eigen terrein Toepassing: NEN 6068 paragraaf Brandcompartiment waarvan de gebruiksoppervlakte voor meer dan 75 /o bestemd is voor industriefunctie. Bijlage D.3.4. eenvoudige berekening van de warmtestralingsflux bij brandcompartimenten met industriefunctie die voldoen aan de voorwaarden in Voorwaarden: maximaal inwendige hoogte 15 meter niet bedoeld voor verticale brandoverslagberekeningen, geen stapeling van brandruimte of brandcompartiment horizontale afstand tot observatie niet kleiner dan 5 meter. Invoergegevens: stralings hoogte (h): 4,2 m stralings breedte (b): 18,2 m Afstand tot het observatiepunt (x): 8,5 m stralingsemittantie: 45 KW/m2 transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel 9 doel = 9 bron. Fv. T waarin: 9 doel - doel stralingsintensiteit (KW^) 9 bron - bronstraling (KW^) 45 KW/m2 Fv - zichtfactor 0,103 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux 9 doel = 4,62 kw7m2

21 nna Mnx/rn ipi inno a nx/ion mo Bijlage B Wbdbo-bepaling naar de omgeving - Stal C

22 Berekening WBDBO conform NEN6068:2011 Industriefunctie Locatie gevel:noordgevel spiegelsymmetrisch ten opzichte van het hart openbare weg Toepassing: NEN 6068 paragraaf Brandcompartiment waarvan de gebruiksoppervlakte voor meer dan 75 /o bestemd is voor industriefunctie. Bijlage D.3.4. eenvoudige berekening van de warmtestralingsflux bij brandcompartimenten met industriefunctie die voldoen aan de voorwaarden in Voorwaarden: maximaal inwendige hoogte 15 meter niet bedoeld voor verticale brandoverslagberekeningen, geen stapeling van brandruimte of brandcompartiment horizontale afstand tot observatie niet kleiner dan 5 meter. Invoergegevens: stralings hoogte (h): 3,7 m stralings breedte (b): 113,5 m Afstand tot het observatiepunt (x): 50,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m2 transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel 9 doel = 9 bron. Fv. T waarin: 9 doel - doel stralingsintensiteit (KW^) 9 bron - bronstraling (KW^) 45 KW/m2 Fv - zichtfactor 0,016 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux 9 doel = 0,70 kw7m2

23 Berekening WBDBO conform NEN6068:2011 Industriefunctie Locatie gevel:oostgevel spiegelsymmetrisch ten opzichte van het hart openbare weg Toepassing: NEN 6068 paragraaf Brandcompartiment waarvan de gebruiksoppervlakte voor meer dan 75 /o bestemd is voor industriefunctie. Bijlage D.3.4. eenvoudige berekening van de warmtestralingsflux bij brandcompartimenten met industriefunctie die voldoen aan de voorwaarden in Voorwaarden: maximaal inwendige hoogte 15 meter niet bedoeld voor verticale brandoverslagberekeningen, geen stapeling van brandruimte of brandcompartiment horizontale afstand tot observatie niet kleiner dan 5 meter. Invoergegevens: stralings hoogte (h): stralings breedte (b): Afstand tot het observatiepunt (x): stralingsemittantie: 5,2 m OO co" CM transmissiefactor: 1 m 620 m 45 KW/m2 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel 9 doel = 9 bron. Fv. T waarin: 9 doel - doel stralingsintensiteit (KW^) 9 bron - bronstraling (KW^) 45 KW/m2 Fv - zichtfactor 0,000 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux 9 doel = 0,00 kw7m2

24 Berekening WBDBO conform NEN6068:2011 Industriefunctie Locatie gevel:zuidgevel ten opzichte van bestaande bebouwing op eigen terrein Toepassing: NEN 6068 paragraaf Brandcompartiment waarvan de gebruiksoppervlakte voor meer dan 75 /o bestemd is voor industriefunctie. Bijlage D.3.4. eenvoudige berekening van de warmtestralingsflux bij brandcompartimenten met industriefunctie die voldoen aan de voorwaarden in Voorwaarden: maximaal inwendige hoogte 15 meter niet bedoeld voor verticale brandoverslagberekeningen, geen stapeling van brandruimte of brandcompartiment horizontale afstand tot observatie niet kleiner dan 5 meter. Invoergegevens: stralings hoogte (h): 3,7 m stralings breedte (b): 113,5 m Afstand tot het observatiepunt (x): 6,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m2 transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel 9 doel = 9 bron. Fv. T waarin: 9 doel - doel stralingsintensiteit (KW^) 9 bron - bronstraling (KW^) 45 KW/m2 Fv - zichtfactor 0,150 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux 9 doel = 6,76 kw7m2

25 Berekening WBDBO conform NEN6068:2011 Industriefunctie Locatie gevel: Westgevel ten opzichte van bestaande bebouwing op eigen terrein Toepassing: NEN 6068 paragraaf Brandcompartiment waarvan de gebruiksoppervlakte voor meer dan 75 /o bestemd is voor industriefunctie. Bijlage D.3.4. eenvoudige berekening van de warmtestralingsflux bij brandcompartimenten met industriefunctie die voldoen aan de voorwaarden in Voorwaarden: maximaal inwendige hoogte 15 meter niet bedoeld voor verticale brandoverslagberekeningen, geen stapeling van brandruimte of brandcompartiment horizontale afstand tot observatie niet kleiner dan 5 meter. Invoergegevens: stralings hoogte (h): stralings breedte (b): Afstand tot het observatiepunt (x): stralingsemittantie: 5,2 m OO co" CM m 44,0 m transmissiefactor: 1 45 KW/m2 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel 9 doel = 9 bron. Fv. T waarin: 9 doel - doel stralingsintensiteit (KW^) 9 bron - bronstraling (KW^) 45 KW/m2 Fv - zichtfactor 0,012 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux 9 doel = 0,52 kw7m2