project: Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid grote brandcompartimenten

Transcriptie

1 project: Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo opdrachtgever: Lintrailers BV te Venlo document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid grote brandcompartimenten kenmerk: 6715N01a datum: 23 juni 2017 projectleider: Ing. Arnold A.M. Roelofs opgesteld door: Ing. L.T. Raijmakers Bureau Veldweg BV Postbus 100 Veldweg 33 A T: (0485) E: info@bureauveldweg.nl 5430 AC Cuijk 5431 CH Cuijk F: (0485) W: KvK:

2 Inhoudsopgave 1. Algemeen Doel van de rapportage Uitgangspunten Situatieoverzicht Overige Bijlage(n) Uitwerking gelijkwaardigheidsonderbouwing BvB Principe van de methode BvB Gebruik van de methode Toepassing Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag Brandoverslag naar de omgeving Overige brandveiligheidsaspecten Bouwconstructie (sterkte bij brand) Brandvoortplanting en rookdichtheid van constructieonderdelen Brandgevaarlijkheid dak Ontvluchting Installaties en voorzieningen t.b.v. bestrijden van brand Brandmeldinstallatie (BMI) Ontruimingsalarminstallatie (OAI) Algemene noodverlichting Vluchtrouteaanduiding Brandslanghaspels Draagbare blustoestellen Bereikbaarheid Openbare bluswatervoorziening Conclusie N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 2/16

3 1. Algemeen Deze notitie is opgesteld ten behoeven van de aanvraag omgevingsvergunning bouwen voor de uitbreiding van het bedrijfspand van Lintrailers BV aan de Coehoornstraat 4 te Venlo. In opdracht van Lintrailers BV te Venlo heeft Bureau Veldweg B.V. voor de aanvraag omgevingsvergunning de brandveiligheidsrapportage opgesteld, waarbij een overschrijding van de brandcompartimentsgrootte is geconstateerd. Er wordt middels deze notitie, op basis van gelijkwaardigheid, aangetoond dat de uitbreiding van het pand samen met het bestaande aangrenzende brandcompartiment mag worden beschouwd als één brandcompartiment waarvoor vergunning voor bouwen wordt aangevraagd. De uitbreiding van het bedrijfspand heeft een totale gebruiksoppervlakte van het brandcompartiment tot gevolg van ca ,6,0 m 2. Hierbij wordt de maximale compartimentsgrootte van m 2, zoals gesteld in het bouwbesluit, overschreden. 1.1 Doel van de rapportage Het doel van deze rapportage is om een brandveilig plan aan te leveren conform de geldende regelgeving, AMvB Bouwbesluit 2012 en de daarbij behorende ministeriele regelingen. Indien afgeweken wordt van de bouwregelgeving kan op basis van het Bouwbesluit 2012 artikel 1.3 gelijkwaardigheid een gelijkwaardige oplossing geboden worden: Artikel 1.3. Gelijkwaardigheidsbepaling Lid 1 Aan een in hoofdstuk 2 tot en met 7 gesteld voorschrift behoeft niet te worden voldaan indien het bouwwerk of het gebruik daarvan anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt als is beoogd met de in die hoofdstukken gestelde voorschriften. Met deze rapportage wordt ten aanzien van de brandcompartimentering gelijkwaardigheid geboden op basis van de methode Beheersbaarheid van Brand Op basis van deze gelijkwaardigheid is het toegestaan dat een gebouw in één of meer brandcompartimenten wordt ingedeeld die groter zijn dan is bedoeld in de afdeling Beperking van uitbreiding van brand. Voor bestemmingen als bijvoorbeeld een tentoonstellingshal of veilinghal, industriële en agrarische bedrijven kan zo'n grootte van meer dan m 2 of m² noodzakelijk zijn. Het doel van de voorschriften is het bereiken van een inrichting van deze grote brandcompartimenten welke zodanig is, dat zij een zelfde mate van brandveiligheid bieden als is gewaarborgd door de voorschriften voor brandcompartimenten die wél vallen binnen de gestelde maximumafmetingen. Dit gebeurt door middel van functionele eisen die voor de relevante aspecten van brandveiligheid een gelijk beschermingsniveau vereisen. De aanvrager van de bouwvergunning moet ten genoegen van burgemeester en wethouders aangeven welke voorzieningen zijn getroffen om hieraan te voldoen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er een sprinklerinstallatie of een rook- en warmte afvoerinstallatie wordt toegepast, of dat er verhoogde eisen aan de omhulling van het compartiment worden voorgesteld. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 3/16

4 1.2 Uitgangspunten De voorgestelde uitbreiding wordt zonder brandwerend scheiding aan de bestaande bouw gerealiseerd en is daarmee gelegen in het bestaande brandcompartiment. Voor deze rapportage is uitsluitend gekeken naar de uitbreiding en het compartiment waarin deze industriehal is gelegen. De overige bestaande aangrenzende hallen zijn bestaand en als zodanig vergund en worden met de huidige bouwplannen niet gewijzigd. Voor de bestaande bouw is in verband met de overschrijding van gebruiksoppervlakte een gelijkwaardigheidsonderbouwing geschreven op basis van de methode Beheersbaarheid van Brand. Gezien deze bestaande vergunde situatie is het gebouw inclusief de nieuwe uitbreiding op dezelfde methodiek getoetst. Het brandcompartiment bestaat uit een groot industriegebouw met productieruimten, magazijn, showroom, kantoren en andere bijeenkomstfuncties. Het gebouw heeft daarmee als hoofdelijke gebruiksfunctie andere industriefunctie. In de gebruikte methodiek wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende industriefuncties. Met betrekking tot het gelijkwaardigheidsonderbouwing is de navolgende gebruiksfunctie aangehouden: Industriefunctie Bij de beoordeling en het opstellen van de gelijkwaardigheidsnotitie is uitgegaan van het bouwniveau: Nieuwbouw De hal heeft een bezetting waarbij minder dan 1 persoon per 30 m 2 gebruiksoppervlakte per persoon van toepassing is. De onderbouwingen voor gelijkwaardigheid in dit document zijn ontleend aan genoemde literatuur en omschreven uitgangspunten.: Bouwkundige tekeningen t.b.v. de aanvraag omgevingsvergunning i.s.w.m. adviseur F. Van Enckvort; Gelijkwaardigheidsonderbouwing op basis van de Methode Beheersbaarheid van Brand 2007 ; Vuurlastberekening is uitgevoerd conform NEN 6090 van de toegepaste brandbare materialen op basis van aangereikte tekeningen, kenwaarden en informatie gebruiker; Berekeningen/vaststelling WBDBO uitgewerkt conform methode BvB. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 4/16

5 1.3 Situatieoverzicht Figuur 1: Situatietekening met beschouwd compartiment 1.4 Overige Tenzij anders vermeld, wordt bij het Bouwbesluit bedoeld het Besluit van 29 augustus 2011 houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken (Bouwbesluit 2012), Stb Publicatiedatum: Bijlage(n) Bijlage A: Bepaling vuurlast conform NEN6090 Bijlage B: Stralingsberekeningen naar de omgeving conform Methode BvB 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 5/16

6 2. Uitwerking gelijkwaardigheidsonderbouwing BvB 2.1 Principe van de methode BvB De methode Beheersbaarheid van Brand geeft géén bepaalde, vaste omvang aan voor brandcompartimenten, maar stelt de omvang afhankelijk van de situering, van aan te brengen voorzieningen en van de hoeveelheid brandbaar materiaal aan en in een groot brandcompartiment. Het gaat hier om brandbare bestanddelen van de constructie (permanente vuurbelasting) plus de beoogde maximale inhoud aan brandbaar materiaal (variabele vuurbelasting). De verbrandingswaarde van de materialen is daarbij van belang. De methode is dus gebaseerd op de hoeveelheid brandbaar materiaal. Bij weinig brandbaar materiaal kan men met beperkte voorzieningen tot veel grotere compartimenten komen dan m² respectievelijk m² in nieuwbouwsituaties. Is meer brandbaar materiaal aanwezig, dan nemen de vereiste voorzieningen toe, maar zijn nog steeds brandcompartimenten van aanzienlijke omvang mogelijk. De hoeveelheid brandbaar materiaal wordt vertaald in een totale vuurlast, in tonnen vurenhout equivalent of in GigaJoules en een vuurbelasting in termen van kilogram vurenhout equivalent per vierkante meter of in MegaJoules/m². De WBDBO, de vereiste weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van de omhulling, hangt (meestal) af van de maatgevende vuurbelasting. Dat is de vuurbelasting op of boven de m² van het grondvlak van het compartiment waar zich de hoogste vuurbelasting bevindt. De bedoelde omhulling bestaat uit de wanden en vloeren die als begrenzing van het compartiment dienen, met inbegrip van de aanwezige ruimte op eigen terrein en langs de perceelgrenzen. Met de bepalingsmethode BvB wordt het betrokken gebouw/brandcompartiment afgestemd op het beoogde gebruik. De gekozen grootte, de constructie en eventuele brandbeveiligingsvoorzieningen zijn daarop afgestemd. Dit houdt wel in dat een bijpassende gebruiksbeperking moet worden vastgelegd. Een vorm van toezicht is daarbij noodzakelijk om onbeheersbaarheid van brand te voorkomen (vergelijk: inspectie en certificering van brandbeveiligingsinstallaties). 2.2 Gebruik van de methode Met het oog op de gewenste inrichting en het gewenste gebruik van het gebouw kan er gekozen worden uit verschillende maatregelpakketten. Een maatregelpakket bevat aanwijzingen voor de uit oogpunt van beheersing van brand te treffen voorzieningen. Die voorzieningen zijn primair gericht op het voorkomen van schade buiten het brandcompartiment en verschillen onder andere in de mate van schadebeperking er binnen. De pakketten hebben elk een eigen toepassingsgebied in termen van gebruiksfuncties, de aard van betrokken brandcompartimenten en combinatiemogelijkheden daarvan in gestapelde bouw. Maatregelpakket I In dit maatregelpakket is de totale vuurlast aan en in het brandcompartiment voor nieuwbouw beperkt tot 300 ton vurenhoutequivalent (= GJ). De gemiddelde vuurbelasting geeft vervolgens aan hoe groot het brandcompartiment mag zijn. Wanneer het beoogde gebruik een hogere vuurlast met zich meebrengt, is een onderverdeling in meer brandcompartimenten of een ander maatregelpakket nodig. De eisen aan de omhulling van brandcompartimenten volgens pakket I, hangen vooral af van de zogenaamde maatgevende vuurbelasting. Afhankelijk van de maatgevende vuurbelasting, de omvang van de brandscheidingen en de eventuele vrije ruimte langs gevels, dient men extra marge te nemen in de WBDBO van de omhulling ter plaatse van deze maatgevende vuurbelasting. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 6/16

7 De totale WBDBO-eis kan per zijde of gedeelte van een zijde variëren van 60 tot 240 minuten. Bij aanbouw of opbouw vertaalt deze eis zich direct in onder andere de vereiste brandwerendheid van de scheidingswand of de scheidende vloer. Voor gevels hangt de precieze eis mede af van de situering; vooral van de vrije ruimte die voor de gevel aanwezig is. De methode bevat een specifieke berekening van de afstandsbijdrage tot de wbdbo. 2.3 Toepassing Van het brandcompartiment zijn de gemiddelde en maatgevende vuurbelasting bepaald. Op basis van de toepassing van bouwmaterialen is de permanente vuurbelasting bepaald en de variabele vuurbelasting is bepaald op basis van gegevens betreffende het gebruik van de ruimte. In de berekeningen(bijlage A) zijn de aantallen, afmetingen en gewichten vermeld met de bijbehorende verbrandingswaarden waarmee de gemiddelde en maatgevende vuurbelasting zijn bepaald. De gemiddelde vuurbelasting is bepaald voor het gehele bouwdeel en de maatgevende vuurbelasting is bepaald over de aaneengesloten m 2 van het bruto grondoppervlak waar(boven) zich de grootste bijdrage aan de vuurlast bevindt. Gezien de inrichting en het gebruik van het object is de maatgevende vuurbelasting gelijkgesteld aan de gemiddelde vuurbelasting De aanwezige vuurbelasting wordt weergegeven in MJ/m 2 en in het vurenhoutequivalent (vheq) hiervan. Dit geeft de vuurlast weer in een hoeveelheid vurenhout, die daarmee in theorie dezelfde brandduur heeft als de aanwezige materialen. 1 kg vheq/m 2 staat gelijk aan 1 minuut brandduur en is daarmee direct gerelateerd aan de vereiste brandwerendheid van de omhulling. Vuurbelasting MJ/m 2 kg/m 2 vurenhoutequivalent Permanent 322,9 17,0 Variabel 563,2 29,6 Gemiddeld 886,1 46,6 Maatgevend 886,1 46,6 Totale vuurlast: MJ kg vheq Tabel 1: Vuurbelasting beschouwd compartiment volgend uit bijlage A Met de aanwezige gemiddelde vuurbelasting is het gewenste brandcompartiment met een totale gebruiksoppervlakte van 5.275,6 m 2 toelaatbaar. Gekozen is voor maatregelenpakket I. De totale vuurlast bedraagt hierbij kg vurenhout en valt daarmee binnen de toepassingsvoorwaarden van het gekozen maatregelpakket. Conform het brandbeveiligingsconcept is er daarmee een beheersbaar brandcompartiment waarbij de overige aspecten, gerelateerd aan de afmetingen van het compartiment, zoals WBDBO en ontvluchting nader beschouwd dienen te worden. Ondanks de vergroting van het brandcompartiment wordt in dit plan voldaan de loopafstanden zoals gesteld in het bouwbesluit en is derhalve geen verdere gelijkwaardigheidsonderbouwing in relatie tot grote brandcompartimenten vereist. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 7/16

8 3. Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag 3.1 Brandoverslag naar de omgeving Volgend uit de vuurbelasting en de gelijkwaardigheidsonderbouwing uit de NEN6060 is er bij een maatgevende vuurbelasting van 46,6 kg/m 2 een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) eis van 46,6 minuten van toepassing. De te hanteren WBDBO-toeslag naar direct aangrenzende brandcompartimenten wordt bepaald door onderstaande grafiek, behalve wanneer er op het betrokken perceel voor de betreffende scheidingen een onbebouwde (vrije) ruimte aanwezig is van minimaal 5 m loodrecht op de scheiding. In dat geval wordt de veiligheidsmarge geacht aanwezig te zijn en mag voor de toeslag een waarde van 0 worden ingevuld. Tabel 2: Toeslagbepaling m.b.t. het scheidend oppervlak Omdat voor de te verlengen zuidwestgevel en de noordwest- en noordoostgevel van de uitbreiding deze minimale afstand van 5 meter niet aanwezig is, is er afhankelijk van de oppervlakte van deze gevels een marge van toepassing. Met de gegeven geveloppervlakte en vuurlast is er voor de zuidwestgevel een marge van toepassing van 30 minuten. De overige twee gevels van de uitbreiding overschrijden de oppervlaktecriteria niet, waarmee geen marge van toepassing is. Op basis van het gelijkwaardigheidsconcept en de bijbehorende vuurbelasting kan daarmee voor deze gevels worden volstaan met 60 minuten WBDBO. Voor de zuidwestgevel geldt inclusief marge een WBDBO van ten minste 86,6 minuten. Dit mag conform de methode voor buitengevels afgerond worden naar 60 minuten en spiegelsymmetrisch om de perceelgrens worden bepaald. De onderstaande waarden zijn hierbij van toepassing: Gevel Hoogte (m) Breedte (m) Afstand (m) Straling (KW/m 2 ) WBDBO-eis (min) Afstandsbijdrage (min) Traject 1 (ZW) 9,5 106,8 9,0 20,96 60,0 0,0 Traject 1b (ramen) 2,0 3,7 9,0 1,26 60,0 240,0 Traject 2 (NW) 9,5 21,95 12,0 12,92 60,0 94,0 Traject 3 (NO) 9,5 24,0 11,0 14,92 60,0 61,2 Tabel 3: Bepaling afstandsbijdrage Uit de berekeningen blijkt dat er ter plaatse van de gevels onvoldoende afstand richting de beschouwde bebouwing op eigen terrein en richting de perceelgrens aanwezig is om brandoverslag tegen te gaan. Hiervoor dient voor brandoverslag via de buitenlucht een brandwerendheid van 30 minuten op de E- en W-criteria te worden aangehouden. In figuur 2 en 3 zijn de benodigde brandwerende geveldelen weergegeven. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 8/16

9 Bestaande bebouwing geen brandcompartiment conform BB Art lid 7 Figuur 2: Situatietekening met aanduiding van de beschouwde WBO-trajecten en brandwerendheden Figuur 3: Uitbreiding met brandwerende geveldelen 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 9/16

10 4. Overige brandveiligheidsaspecten 4.1 Bouwconstructie (sterkte bij brand) Uitgangspunt hierbij is dat in het (sub-)brandcompartiment waarin een brand heerst, de bouwconstructie mag bezwijken, zolang dit binnen een bepaalde tijdsduur maar niet leidt tot het bezwijken van bouwconstructies buiten dit (sub-)brandcompartiment. Het gaat om het voorkomen van voortschrijdende instorting. Artikel 2.10 lid 1: Een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert, bezwijkt niet binnen 30 minuten bij brand in een subbrandcompartiment waarin die vluchtroute niet ligt. Bij brand in een subbrandcompartiment mogen de vluchtroutes buiten dit subbrandcompartiment niet binnen 30 minuten bezwijken. Omdat er geen sprake is van meerdere subbrandcompartimenten is bovenstaand artikel niet van toepassing. Artikel 2.10 lid 4: Een bouwconstructie van een gebruiksfunctie met een vloer van een gebruiksgebied hoger dan 5 m boven het meetniveau of lager dan 5 m onder het meetniveau bezwijkt bij brand in een brandcompartiment waarin de bouwconstructie niet ligt, niet binnen 90 minuten door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan het brandcompartiment. De eis van brandwerendheid op bezwijken van een constructie is van toepassing als bij bezwijken van die constructie er voortschrijdend instorten volgt in een ander brandcompartiment. Omdat het gehele object bestaat uit één brandcompartiment, is bovenstaand artikel niet van toepassing. Wel dient de constructieve brandwerendheid van de zuidwestgevel te zijn gewaarborgd. 4.2 Brandvoortplanting en rookdichtheid van constructieonderdelen De constructieonderdelen grenzende aan de buitenlucht dienen te voldoen aan klasse D overeenkomstig NEN Afwijkend hierop dienen constructieonderdelen grenzend aan de buitenlucht (uitgezonderd ramen, deuren en kozijnen) tot 2,5 meter vanaf maaiveld te voldoen aan brandklasse B. De constructieonderdelen grenzend aan de binnenlucht dienen te worden uitgevoerd in brand- en rookklasse D-s2, overeenkomstig NEN Aanvullend hierop dient de bovenzijde van een vloer, een trap of een hellingbaan te worden uitgevoerd in brand- en rookklasse D fl-s1 fl overeenkomstig NEN N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 10/16

11 Gebruiksfunctie Art Art Art Zijde constructieonderdeel grenzend aan de binnenlucht Zijde constructieonderdeel grenzend aan de buitenlucht Bovenzijde vloer/trap/hellingbaan grenzend aan de binnenlucht Extra beschermde vluchtroute Beschermde vluchtroute Overig Extra beschermde vluchtroute Beschermde vluchtroute Overig Extra beschermde vluchtroute Beschermde vluchtroute Overig Industriefunctie - andere industriefunctie B D D C D D Cfl Dfl Dfl Tabel 4: Brand- en rookklassen conform bouwbesluit 2012 Op ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van de constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte, waarvoor volgens de artikelen 2.67 tot en met 2.69 een eis geldt, is die eis niet van toepassing. 4.3 Brandgevaarlijkheid dak De bovenzijde van een dak van een bouwwerk dient, bepaald volgens NEN 6063, niet brandgevaarlijk te zijn. Dit geldt niet indien het bouwwerk geen voor personen bestemde vloer heeft die hoger ligt dan 5 m boven het meetniveau, en de brandgevaarlijke delen van het dak ten minste 15 m vanaf de perceelgrens liggen. Indien het perceel waarop het bouwwerk ligt, grenst aan een openbare weg, openbaar water, openbaar groen, of een perceel dat niet is bestemd voor bebouwing of voor een speeltuin, een kampeerterrein of opslag van brandgevaarlijke stoffen of van brandbare niet milieugevaarlijke stoffen wordt die afstand aangehouden tot het hart van de weg, dat water, dat groen of dat perceel. Het dak dient hiermee niet brandgevaarlijk te zijn. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 11/16

12 5. Ontvluchting In samenhang met de bezetting en de gebruiksfunctie van de gebruiksoppervlakte of het verblijfsgebied zijn de loopafstanden gelimiteerd volgens het bouwbesluit Zo is de loopafstand voor de (lichte)industriefunctie met een bezetting van >30 m 2 /persoon maximaal 60 meter. Artikel is hierbij van toepassing. Artikel Lid 4. De gecorrigeerde loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en een uitgang van het subbrandcompartiment waarin dat gebruiksgebied ligt, is niet groter dan de in tabel aangegeven waarde. Lid 5. In afwijking van het vierde lid, wordt bij een niet nader in te delen gebruiksgebied en bij een verblijfsruimte in plaats van de gecorrigeerde loopafstand uitgegaan van de loopafstand die niet groter is dan de in tabel aangegeven waarde. Lid 6. In afwijking van het vierde en vijfde lid geldt bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 12 m 2 gebruiksoppervlakte van het subbrandcompartiment een waarde van ten hoogste 45 m. Lid 7. In afwijking van het vierde en vijfde lid geldt bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 30 m 2 gebruiksoppervlakte van het subbrandcompartiment een waarde van ten hoogste 60 m. Omdat voldaan wordt aan de loopafstanden zoals gesteld in het bouwbesluit is geen verdere gelijkwaardigheidsonderbouwing in relatie tot grote brandcompartimenten vereist. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 12/16

13 6. Installaties en voorzieningen t.b.v. bestrijden van brand 5.1 Brandmeldinstallatie (BMI) Er moet worden voorzien in een brandmeldinstallatie conform NEN 2535 met bewakingsomvang niet automatische bewaking. De brandmeldinstallatie hoeft niet door te melden naar de alarmcentrale van de brandweer. De brandmeldinstallatie hoeft niet te zijn voorzien van een geldig certificaat. De bestaand installatie dient te worden uitgebreid en het bestaande PvE dient hiervoor te worden aangepast. 5.2 Ontruimingsalarminstallatie (OAI) Op basis van het bouwbesluit is een ontruimingsalarminstallatie conform NEN 2575 vereist voor het gehele object, uitgevord als Luid alarm Type B. De bestaand installatie dient te worden uitgebreid en het bestaande PvE dient hiervoor te worden aangepast. 5.3 Algemene noodverlichting Er is op grond van het bouwbesluit geen vereiste voor noodverlichting omdat er geen verblijfsruimte is waar meer dan 75 personen verblijven. Echter indien de ARBO wetgeving van toepassing is dient een risico werkplek wel te worden voorzien van noodverlichting. Op basis van ARBO wetgeving is daarbij tot wel een lichtsterkte van lux vereist. De uitvoering van de noodverlichting conform NEN EN Voor de omgevingsvergunning is conform het bouwbesluit geen noodverlichting vereist. 5.4 Vluchtrouteaanduiding Op basis van het bouwbesluit is vluchtrouteaanduiding vereist indien er in een verblijfsruimte meer dan 50 personen aanwezig zijn. Ruimten waardoor een vluchtroute voert, dienen eveneens voorzien te zijn van vluchtrouteaanduiding. Gezien de gelijkwaardigheid wordt ook in de industriehal vluchtrouteaanduiding toegepast. 5.5 Brandslanghaspels Volgens het bouwbesluit is er een vereiste voor de toepassing van brandslanghaspels. Een brandslanghaspel moet zijn aangesloten op een voorziening voor drinkwater. Een brandslanghaspel heeft een slang met een lengte van niet meer dan 30 m en heeft een statische druk van niet minder dan 100 kpa en een capaciteit van 1,3 m³/h, bij gelijktijdig gebruik van twee brandslanghaspels aangesloten op dezelfde voorziening voor drinkwater. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 13/16

14 5.6 Draagbare blustoestellen Op basis van het bouwbesluit worden draagbare blustoestellen vereist als niet hoeft te worden voorzien in brandslanghaspels. Omdat hierin voorzien wordt, zijn in de industriefunctie geen draagbare blustoestellen vereist tenzij er niet met water geblust mag worden. Op basis van de ARBO wet zijn brandblusmiddelen vereist voor: nabij de keuken minimaal 6 kg poederblusser; bij open vuur een blusdeken; nabij opslagkasten en kluizen met gevaarlijke stoffen een blustoestel met minimaal een ; blusequivalent van 6 kg poeder. In ruimten waar brandbare stoffen worden verwerkt. Omdat er in de uitbreiding wordt voorzien in een dekkend patroon van brandslanghaspels zijn uitgezonder bovenstaande geen draagbare blustoestellen vereist. 5.7 Bereikbaarheid Op basis van het bouwbesluit worden er eisen gesteld aan de bereikbaarheid van bouwwerken. Indien de toegang van een gebouw op meer dan 10 meter afstand is gelegen van de openbare weg, dient er een verbindingsweg tussen de openbare weg en ten minste een toegang van het gebouw aanwezig te zijn voor voertuigen van de brand brandweer en andere hulpverleningsdiensten. Tevens dient er op een afstand van 40 meter van een brandweeringang een opstelplaats voor een brandweervoertuig aanwezig te zijn. Genoemde verbindingsweg, opstelplaatsen en de rijbaan waarover deze opstelplaatsen voor brandweervoertuigen bereikbaar zijn, dienen een breedte te hebben van ten minste 4,5 meter en een verharding te hebben over een breedte van ten minste 3,25 meter, die geschikt is voor motorvoertuigen met een massa van ten minste kilogram. Daarnaast dient een vrije hoogte boven de kruin van de weg aanwezig te zijn van ten minste 4,2 meter. Indien deze verbindingsweg kan worden afgesloten middels een hek, dient dit hek snel en gemakkelijk door de hulpdiensten te kunnen worden geopend. Hiervoor kan in het hekwerk een sleutelbuis worden toegepast. 5.8 Openbare bluswatervoorziening Op basis van het bouwbesluit worden er eisen gesteld aan de brandblusvoorzieningen Bij afwezigheid van een toereikende openbare bluswater voorziening moet worden voorzien in een doeltreffende niet openbare bluswatervoorziening. Een niet openbare bluswatervoorziening is bijvoorbeeld een: aansluiting op het distributienet van de drinkwaterleiding; aansluiting op een leidingnet voor water, geen drinkwater; waterput of bron; oppervlakte water; speciale gegraven blusvijver. Ervan uitgaande dat er een bestaande toereikende primaire bluswaterbron (openbare brandkraan) binnen de gestelde afstand van 40 meter aanwezig is, hoeft er geen aanvullende niet openbare bluswatervoorziening gemaakt worden. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 14/16

15 Figuur 4: Situatiefoto met bluswatervoorziening Figuur 5: Situatie met uit te breiden compartiment en inzetvoorzieningen Legenda: Brandweeringang Openbare bluswatervoorziening met een minimale capaciteit van 90 m³/h. 6715N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 15/16

16 6. Conclusie Samenvattend is het beschouwde brandcompartiment, met een gelimiteerde gemiddelde vuurbelasting, zoals berekend, als één groot brandcompartiment op basis van BvB 2007 toegestaan. De WBDBO naar de omgeving, c.q. andere brandcompartimenten voldoet waarbij er in enkele nieuwe en bestaande (doel)gevels brandwerendheid moet worden gemaakt. Uitgezonderd hierbij zijn de raamkozijnen in de zuidwestgevel. De bijgaande vuurbelastingberekening geeft inzicht in de gemiddelde en maatgevende vuurbelasting, hierbij dient te worden aangegeven dat er bij wijziging van functie of gebruik van het gebouw er een controle dient te worden overlegd aan de overheid. Ten aanzien van ontvluchting wordt voldaan aan het bouwbesluit. Vluchtdeuren dienen van binnen uit zonder losse hulpmiddelen te openen zijn. Ervan uitgaande dat er een toereikende primaire bluswaterbron (openbare brandkraan) binnen de gestelde afstand van 40 meter aanwezig is, hoeft er geen aanvullende opstelplaats of niet openbare bluswatervoorziening gemaakt worden. De conclusie is dat op basis van het bouwkundige pakket van maatregelen en installatietechnische voorzieningen in combinatie met de vuurbelasting volgend uit het gebruik, er een beheersbaarheid is voorgesteld zoals in het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand is toegestaan en het plan als gelijkwaardig wordt beschouwd aan de beoogde veiligheid conform het Bouwbesluit N01a - 23 juni Uitbreiding bedrijfsgebouw Lintrailers BV te Venlo 16/16

17 Berekening vuurbelasting conform NEN6090 Gebouwgegevens Bepaling gebruiksoppervlakten conform NEN2580 van de beschouwde bouwdelen De gebruiksoppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen. Gebruiksoppervlakte bestaand 4.475,0 m² Gebruiksoppervlakte uitbreiding (Hal 5) 782,6 m² Totaal gebruiksoppervlak 5.257,6 m² Bepaling permanente en variabele vuurbelasting De permanente vuurbelasting is de bijdrage aan vuurbelasting van de brandbare materialen in de constructie-onderdelen die zich binnen het (beschouwde gedeelte van het) bouwwerk bevinden dan wel begrenzen. De variabele vuurbelasting is de vuurbelasting van het (beschouwde gedeelte van het) bouwwerk verminderd met de permanente vuurbelasting. totale permanente vuurbelasting MJ kg vurenhout totale variabele vuurbelasting MJ kg vurenhout totale vuurbelasting MJ kg vurenhout permanente vuurbelasting 322,9 MJ/m² 17,0 kg/m² vurenhout variabele vuurbelasting 563,2 MJ/m² 29,6 kg/m² vurenhout Bepaling gemiddelde en maatgevende vuurbelasting De gemiddelde vuurbelasting (q) is de hoeveelheid warmte die per vierkante meter gebruiksoppervlakte vrijkomt bij volledige verbranding van alle aanwezige brandbare materialen. De maatgevende vuurbelasting (qm) wordt bepaald over de aaneengesloten m² van de bruto grondoppervlakte waar(boven) zich de grootste bijdrage aan de vuurlast bevindt. Gezien het gebruik en de inrichting is de maatgevende vuurbelasting gelijk gesteld aan de gemiddelde vuurbelasting. gemiddelde vuurbelasting 886,1 MJ/m² 46,6 kg/m² vurenhout maatgevende vuurbelasting over 1000 m2 886,1 MJ/m² 46,6 kg/m² vurenhout

18 Berekening vuurbelasting conform NEN6090 Permanente vuurbelasting aantal volume soort. massa verbr.waarde verbr.waarde per aantal kg/eenheid Mj/eenheid Mj Dak Bitumen dakbedekking 4.999,9 m² 0, ,00 27, ,7 Stalen dakplaten 4.999,9 m² PIR isolatie 4.999,9 m² 0,080 30,0 30, ,1 Polycarbonaat lichtstraten 257,8 m² 4,0 31, ,0 Gevels Betonplint 1,5 m bestaande bouw metselwerk bestaande stalen damwandbeplating met steenwol nieuwe stalen damwand met steenwol Minerale wol isolatie 2.643,0 m² 0,130 3,6 29, ,7 Vloeren betonvloer Diversen massieve deuren 48,0 stuks 2,3 450, ,0 houten kozijnen 806,4 m¹ 0, ,0 19, ,4 aluminium buitenkozijnen stalen trappen overheaddeur 14,0 stuks 18,0 450, ,0 vul- en stelhout 5,3 m³ 470,0 19, ,5 Onvoorzien 10,0 % ,1 totale vuurbelasting ,5

19 Berekening vuurbelasting conform NEN6090 Variabele vuurbelasting aantal volume soort. massa verbr.waarde verbr.waarde per aantal kg/eenheid Mj/eenheid Mj kenwaarde bepaling van een trailer wagen , ,0 banden 12 st 50,0 40, ,0 bankirai dekopbouw 0,68 m3 700,0 19, ,0 subtotaal ,0 Hal 1 werkplaats hangereedschap 1.633,0 m² 5,0 19, ,0 lastrafo's 9,0 st 2.500, ,0 stophout 1,0 m3 500,0 19, ,0 hydrauliek slangen 500 m 1 1,0 33, ,0 werkbanken 9 st 2.016, ,0 dekopbouw hout voorraad 12,00 m3 700,0 19, ,0 Hal 2 machinale werkplaats hangereedschap 450 m² 5,0 19, ,0 trekker 1 st , ,0 Hal 3 banden 250 st 50,0 40, ,0 pallets 200 st 369, ,0 Hal 4 showroom trailers trailers 9,0 st , ,0 nevenfunctie ruimten 136,4 m² 750, ,0 Kantoor/kantine kenwaarde 750 MJ/m² GO 378 m² 750, ,0 overige gebruiksfunctie elektra trafo 1,0 st 5.000, ,0 Magazijn kenwaarde 1710 MJ/m2 147 m² 1.710, ,0 Hal 5 Kenwaarde fysisch brandmodel tabel A.3 Tractor mfg 300 MJ/m² 782,6 m² 300, ,9 Trailers 1,0 st , ,0 Verlichting/Installatie kenwaarde 2 kg/m² GO 5.257,6 m² 2,0 19, ,3 Onvoorzien 20,0 % ,4 totale vuurbelasting ,6

20 Bepaling WBO bijdrage conform BvB versie 2007 Locatie gevel: Traject 1 - Zuidwestgevel spiegelsymmetrisch ten opzichte van de perceelsgrens Invoergegevens: stralings hoogte (h): 9,5 m stralings breedte (b): 106,8 m Afstand tot het observatiepunt (x): 9,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m² transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel φ doel = φ bron. Fv. T waarin: φ doel - doel stralingsintensiteit (KW/m²) φ bron - bronstraling (KW/m²) 45 KW/m² Fv - zichtfactor 0,466 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux φ doel = 20,96 kw/m² Vertaling van de warmtestraling naar een WBO-bijdrage conform BvB versie 2007 De bijdrage van de afstand in de WBDBO van de scheiding tussen twee naburige brandcompartimenten is afhankelijk van de warmtestraling vanuit het beschouwde brandcompartiment naar het andere. De Methode BvB hanteert de volgende normatieve uitgangspunten voor het bepalen van afstandsbijdrage tot de WBDBO (zie grafiek): a) Bij een stralingsniveau van 4 kw/m² is er 240 minuten afstandsbijdrage; b) Net onder 15 kw/m² is er een bijdrage van 60 minuten WBDBO; wordt de 15 kw/m² overschreden dan is de bijdrage 0 minuten; c) Tussen 4 en 15 kw/m² is er sprake van een lineair verloop. Uit de grafiek volgt dat bij de berekende stralingsflux een weerstand tegen brandoverslag in minuten aanwezig is van: Afstandsbijdrage = 0,0 min.

21 Bepaling WBO bijdrage conform BvB versie 2007 Locatie gevel: Traject 1b - Ramen in de zuidwestgevel spiegelsymmetrisch ten opzichte van de perceelsgrens Invoergegevens: stralings hoogte (h): 2,0 m stralings breedte (b): 3,7 m Afstand tot het observatiepunt (x): 9,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m² transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel φ doel = φ bron. Fv. T waarin: φ doel - doel stralingsintensiteit (KW/m²) φ bron - bronstraling (KW/m²) 45 KW/m² Fv - zichtfactor 0,028 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux φ doel = 1,26 kw/m² Vertaling van de warmtestraling naar een WBO-bijdrage conform BvB versie 2007 De bijdrage van de afstand in de WBDBO van de scheiding tussen twee naburige brandcompartimenten is afhankelijk van de warmtestraling vanuit het beschouwde brandcompartiment naar het andere. De Methode BvB hanteert de volgende normatieve uitgangspunten voor het bepalen van afstandsbijdrage tot de WBDBO (zie grafiek): a) Bij een stralingsniveau van 4 kw/m² is er 240 minuten afstandsbijdrage; b) Net onder 15 kw/m² is er een bijdrage van 60 minuten WBDBO; wordt de 15 kw/m² overschreden dan is de bijdrage 0 minuten; c) Tussen 4 en 15 kw/m² is er sprake van een lineair verloop. Uit de grafiek volgt dat bij de berekende stralingsflux een weerstand tegen brandoverslag in minuten aanwezig is van: Afstandsbijdrage = 240,0 min.

22 Bepaling WBO bijdrage conform BvB versie 2007 Locatie gevel: Traject 2 - Noordwestgevel spiegelsymmetrisch ten opzichte van de perceelgrens Invoergegevens: stralings hoogte (h): 9,5 m stralings breedte (b): 21,95 m Afstand tot het observatiepunt (x): 12,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m² transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel φ doel = φ bron. Fv. T waarin: φ doel - doel stralingsintensiteit (KW/m²) φ bron - bronstraling (KW/m²) 45 KW/m² Fv - zichtfactor 0,287 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux φ doel = 12,92 kw/m² Vertaling van de warmtestraling naar een WBO-bijdrage conform BvB versie 2007 De bijdrage van de afstand in de WBDBO van de scheiding tussen twee naburige brandcompartimenten is afhankelijk van de warmtestraling vanuit het beschouwde brandcompartiment naar het andere. De Methode BvB hanteert de volgende normatieve uitgangspunten voor het bepalen van afstandsbijdrage tot de WBDBO (zie grafiek): a) Bij een stralingsniveau van 4 kw/m² is er 240 minuten afstandsbijdrage; b) Net onder 15 kw/m² is er een bijdrage van 60 minuten WBDBO; wordt de 15 kw/m² overschreden dan is de bijdrage 0 minuten; c) Tussen 4 en 15 kw/m² is er sprake van een lineair verloop. Uit de grafiek volgt dat bij de berekende stralingsflux een weerstand tegen brandoverslag in minuten aanwezig is van: Afstandsbijdrage = 94,0 min.

23 Bepaling WBO bijdrage conform BvB versie 2007 Locatie gevel: Traject 3 - Noordoostgevel ten opzichte van bestaande bebouwing(haaks op langsgevel bestaande bebouwing) Invoergegevens: stralings hoogte (h): 9,5 m stralings breedte (b): 24,0 m Afstand tot het observatiepunt (x): 11,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m² transmissiefactor: 1 Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel φ doel = φ bron. Fv. T waarin: φ doel - doel stralingsintensiteit (KW/m²) φ bron - bronstraling (KW/m²) 45 KW/m² Fv - zichtfactor 0,332 T - transmissiefactor 1 Stralingsflux φ doel = 14,92 kw/m² Vertaling van de warmtestraling naar een WBO-bijdrage conform BvB versie 2007 De bijdrage van de afstand in de WBDBO van de scheiding tussen twee naburige brandcompartimenten is afhankelijk van de warmtestraling vanuit het beschouwde brandcompartiment naar het andere. De Methode BvB hanteert de volgende normatieve uitgangspunten voor het bepalen van afstandsbijdrage tot de WBDBO (zie grafiek): a) Bij een stralingsniveau van 4 kw/m² is er 240 minuten afstandsbijdrage; b) Net onder 15 kw/m² is er een bijdrage van 60 minuten WBDBO; wordt de 15 kw/m² overschreden dan is de bijdrage 0 minuten; c) Tussen 4 en 15 kw/m² is er sprake van een lineair verloop. Uit de grafiek volgt dat bij de berekende stralingsflux een weerstand tegen brandoverslag in minuten aanwezig is van: Afstandsbijdrage = 61,2 min.