Rapportage Beheersbaarheid van Brand

Transcriptie

1 opdrachtgever firma Beker Holthuizerweg JE Brummen project Nieuwbouw melkveebedrijf referentie datum auteur jc bouwlocatie Cortenoeverseweg 105, Brummen Rapportage Beheersbaarheid van Brand 1 van 18

2 Rapportage Beheersbaarheid van Brand A. Algemeen / Inleiding Er wordt door firma Beker een omgevingsvergunning aangevraagd voor het oprichten van een melkveebedrijf aan Cortenoverseweg 105 te Brummen, kadastraal bekend gemeente Brummen, sectie I en nummer 919. Deze rapportage is opgesteld ten behoeve van de nieuw te bouwen ligboxenstal. Op basis van de gelijkwaardigheidsbepaling (artikel 1.3) en de paragraaf beperking van uitbreiding van brand (afdeling 2.10) uit het Bouwbesluit 2012 wordt middels deze rapportage aangetoond dat het gebouw, welke als één brandcompartiment groter dan de toelaatbare gebruiksoppervlakte als bedoeld in artikel 2.83 BB wordt uitgevoerd, eenzelfde mate van brandveiligheid bezit als een brandcompartiment die deze toelaatbare gebruiksoppervlakte niet overschrijdt. Het aantonen van deze gelijkwaardigheid volgt het stramien van de leidraad Beheersbaarheid van Brand 2007, een uitgave uit april 2007 van het Ministerie van BZK, Directie Brandweer en GHOR te Den Haag. Als uitgangspunten voor deze rapportage zijn de volgende documenten en/of tekeningen gebruikt: - bouwvergunningtekeningen, projectnummer , tekeningnummer(s) BO-11-E, BO-20-E en BO-40-E d.d ; - toetsing en resultaten bouwbesluit, projectnummer B d.d Overige aspecten van het Bouwbesluit worden verder niet behandeld in deze rapportage, dit zal door de aanvrager separaat behandeld moeten worden. 2 van 18

3 B. Basisgegevens Situering Op de tekening onder bijlage A is het beoogde BvB-compartiment weergegeven, evenals de aangrenzende brandcompartimenten, perceelgrenzen en aangrenzende wegen, water of openbaar groen. Daaruit blijkt dat het gebouw aan 3 zijden grenst aan een perceelgrens, en zich aan 1 kant bouwwerk (brandcompartiment) bevindt. Indeling Het gebouw heeft een grondoppervlak van 38,0 bij 111,0 meter en een maximale inwendige hoogte van 11,3 meter. De oppervlakte van het gebruiksgebied bedraagt ca m 2. Het BvBcompartiment is geheel vrijstaand van andere brandcompartimenten, alle buitenwanden worden daarmee aangemerkt als een uitwendige scheidingsconstructie. De hoogte en breedte van alle gevels en wanden zijn in de onderstaande tabel vermeld, evenals de vrije afstanden tot de perceelgrens, een ander gebouw / brandcompartiment of een aangrenzende weg, water of openbaar groen. Tabel 1: basisgegevens wanden en gevels wand / gevel hoogte (m) breedte (m) afstand (m) afstand gerekend tot: noordgevel 11,3 38,0 >100,0 perceelgrens oostgevel 4,77 111,0 15,0 perceelgrens zuidgevel 11,3 38,0 >100,0 perceelgrens westgevel 4,77 111,0 15,0 jongveestal Bouwwijze Een opsomming en de hoeveelheden (brandbaar) materiaal in het brandcompartiment zijn genoemd in tabel B2 van bijlage B. Gevelopeningen De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en -overslag van een brandcompartiment naar een ander brandcompartiment, een besloten rook- en brandvrije route of een niet besloten veiligheidstrappenhuis bedraagt minimaal 60 minuten (art BB). Deze NEN 6068 berekend in principe de straling uit gevelopeningen. Maar als een brandcompartiment voor meer dan 75% uit industriefunctie bestaat dan mag de warmtestralingsflux berekend worden zoals omschreven staat in bijlage D3.4 van de NEN 6068, welke gelijk is aan de berekening uit de methode BvB. Het brandcompartiment bestaat voor 100% uit een (lichte) industriefunctie, daarmee hoeven de gevelopeningen niet apart beschouwd te worden. Verbindingen Het gebouw is opgedeeld in 2 brandcompartiment. Van compartiment naar compartiment zijn er 3 verbindingsdeuren. Deze deuren zullen als een brandwerende zelfsluitende deuren worden uitgevoerd. 3 van 18

4 Beoogd gebruik De stal wordt als geheel aangemerkt als een lichte industriefunctie, daarbij krijgen de ruimtes waarbinnen de dieren lopen, liggen en fourageren volgens de methode BvB de functie dierverblijf. Daardoor is het brandcompartiment enkel te toetsen aan maatregelpakket I uit de methode BvB. Voor de berekening van de vuurlast mag de levende have niet worden meegenomen. Een ander aanvullende voorwaarde die hieruit voortvloeit is een maximale maat van het brandcompartiment: maximaal m 2 mag als gebruiksfunctie dierverblijf zijn. 4 van 18

5 C. Spoor A: toegestane omvang De toegestane grootte van een groot brandcompartiment is gekoppeld aan de daarin aanwezige totale vuurlast. De totale vuurlast is de som van de totale bruto verbrandingswaarde van het brandbare materiaal in constructieonderdelen (de permanente vuurlast) en de bruto verbrandingsenergie van de materialen die geen deel uitmaken van de constructie (de variabele vuurlast). Zo maken bijvoorbeeld houten gordingen deel uit van de constructie en dus de permanente vuurlast, maar valt de opslag van hout onder de variabele vuurlast. In formulevorm is de relatie tussen vuurlast en maximale compartimentgrootte als volgt uit te drukken: M A max q M of Amax = q waarin: A max maximale gebruiksoppervlakte van het brandcompartiment (m 2 ); q gemiddelde vuurbelasting van het totale brandcompartiment (kg vh-eq/m 2 ); basis-vuurlast (kg vh-eq); M maatregelfactor (afhankelijk van het gebruikte maatregelpakket). De maatregelfactor voor maatregelpakket bedraagt 1, waardoor de maximale vuurlast beperkt blijft tot kg vurenhoutequivalenten (kg vh-eq). De gemiddelde vuurbelasting (q) is de som van de permanente en variabele vuurlast verdeeld over de vloeroppervlakte van het BvB-compartiment. Deze vloeroppervlakte is de gebruiksoppervlakte zoals deze wordt opgemeten volgens NEN In formulevorm: H i mi 1 q = A 19 waarin: q gemiddelde vuurbelasting van het totale brandcompartiment (kg vh-eq/m 2 ); H i netto-verbrandingswaarde van het brandbaar materiaal (MJ/kg); m i totale massa van het brandbaar materiaal i dat bijdraagt aan de vuurbelasting (kg); A gebruiksoppervlakte van het brandcompartiment (m 2 ). De aantallen en hoeveelheden brandbare materialen staan vermeld in de tabellen onder bijlage B, de uitkomsten in de tabel hieronder. Tabel 2: gemiddelde vuurlast Q (MJ) Q (kg vh-eq) Q / A (kg vh-eq/m²) permanent ,6 18,2 variabel ,9 14,5 totaal ,6 32,7 De gemiddelde vuurlast bedraagt 32,7 kg vh-eq/m 2. Met deze getalwaarde mag de maximale compartimentsgrootte ( / 32,7) = 9174 m 2 bedragen. De aanwezige oppervlakte van het gebruiksgebied (ca m 2 ) blijkt kleiner dan de maximaal toegestane omvang bij toepassing van maatregelpakket I en is dus acceptabel. 5 van 18

6 Figuur 1: relatie tussen q en GBO q (kg vh-eq/m²) , ,0; 32, gebruiksoppervlakte (m²) In figuur 1 wordt de relatie tussen gemiddelde vuurbelasting en gebruiksgebied voor maatregelpakket I getoond. Het maatregelpakket is acceptabel voor het beschouwde BvBcompartiment als de berekende waarde zich links van het snijpunt tussen de verticale en hyperbolische lijn bevindt. 6 van 18

7 D. Spoor B: brandwerendheid van de omhulling Ieder deel van de omhulling moet apart worden gecontroleerd, de vereiste brandwerendheid kan immers per gevel- of wanddeel verschillen. Daarvoor moeten achtereenvolgens de volgende stappen worden doorlopen: 1. bepaling maatgevende vuurbelasting (q m ); 2. controle bij stapeling van brandcompartimenten; 3. bepaling WBDBO-eisen van inwendige scheidingen en verbindingen; 4. bepaling WBDBO-eisen van uitwendige scheidingen; 5. afleiden vereiste brandwerendheid. Maatgevende vuurbelasting De maatgevende vuurbelasting is het totaal van brandbaar materiaal in een aaneengesloten gebied van m 2 in het brandcompartiment waarin de hoogste vuurlast wordt verwacht. De getalwaarde van de vuurbelasting binnen deze zone wordt voor het gehele compartiment als de maatgevende vuurbelasting beschouwd. De maatgevende vuurbelasting kan niet lager zijn dan de gemiddelde vuurlast, bij een gelijkmatig verdeelde vuurlast over een brandcompartiment zal de maatgevende vuurbelasting gelijk zijn aan de gemiddelde vuurlast. De maatgevende vuurbelasting is berekend in bijlage C. In formulevorm: H m 1 q = i i m waarin: q m maatgevende vuurbelasting (kg vh-eq/m 2 ); H i netto-verbrandingswaarde van het brandbaar materiaal (MJ/kg); totale massa van het brandbaar materiaal i dat bijdraagt aan de vuurbelasting (kg). m i Op de tekening in bijlage A is het grondvlak van de maatgevende vuurbelasting weergegeven, de resultaten hiervan staan in tabel 3. Tabel 3: maatgevende vuurlast Q (MJ) Q (kg vh-eq) Q / A (kg vh-eq/m²) permanent ,9 28,6 variabel ,8 12,0 totaal ,8 40,6 De maatgevende vuurlast bedraagt 40,6 kg vh-eq/m 2. Stapeling Er worden geen andere brandcompartimenten boven het beschouwde BvB-compartiment gebouwd. De vaste toeslag van 60 minuten op de scheidingsconstructie is daarmee niet van toepassing. Inwendige scheidingen en verbindingen De scheidingsconstructie tussen een BvB-compartiment dat direct aansluit op een ander brandcompartiment zal een bepaalde mate van brandweerstand moeten bezitten. Ook de 7 van 18

8 verbindingen tussen de compartimenten moeten aan die eis voldoen. De volgende berekening is daarop van toepassing: WBDBO- eis = q m + t De maatgevende vuurbelasting is al eerder berekend, de toeslag (t) is afhankelijk van de oppervlakte van de inwendige scheidingsconstructie en kan 0, 20, 30, 45 of 60 minuten bedragen. Tabel 4: berekening toeslagen van comp. naar q m oppervlak marge voorbouw stal 40,6 76,00 0 Bijlage D geeft de grafiek weer met daarin de oorspronkelijke waarden van figuur 7.5 (toepassingsinstructie BvB 2007) gecombineerd met de sprongpunten zoals deze voor de verschillende compartimenten zouden gelden. Het oppervlak van alle brandscheidingen is kleiner dan het maximaal toelaatbare oppervlak wanneer de marge t=0 zou zijn. De inwendige scheidingen moeten daarmee een minimale WBDBO-eis bezitten van alleen de maatgevende vuurbelasting. Uitwendige scheidingen De vereiste brandwerendheid van alle uitwendige scheidingsconstructies wordt middels de volgende formule bepaald: brandweren dheid = q + t -C -C waarin: q m t C a C b m a maatgevende vuurbelasting (minuten); toeslag (minuten); afstandsbijdrage (minuten); brandwerendheid buurgevel (minuten). b Wanneer zich binnen een afstand van 5 meter van het beschouwde BvB-compartiment een ander brandcompartiment bevindt kan het zijn dat de WBDBO-eis middels een toeslag wordt verhoogd. Ook wanneer de afstand tussen een buitengevel en de perceelsgrens 2,5 meter of minder bedraagt kan dit het geval zijn. In dit geval is hiervan geen sprake. De WBDBO-eis bedraagt voor een BvB-compartiment minimaal 60 minuten, ook al is de som van de maatgevende vuurbelasting (in plaats van kg vh-eq/m 2 nu uitgedrukt in minuten) en de toeslag lager. De maatgevende vuurbelasting van het beschouwde brandcompartiment bedraagt 40,6 en er is geen sprake van een toeslag op één of meer gevels. In de volgende berekeningen wordt uitgegaan van een minimale WBDBO-eis van 60 minuten. Het bepalen van de brandwerendheid van een buurgevel (C b ) kent twee opties. Wanneer een ander brandcompartiment zich op hetzelfde perceel als het BvB-compartiment bevindt moet van de doelgevel de werkelijke brandwerendheid worden ingevuld. Wanneer deze onbekend is krijgt de C b de waarde 0. De tweede optie is wanneer de te berekenen zijde aan een perceelgrens ligt. Op basis van spiegelsymmetrie wordt er een fictief gebouw gesitueerd. De 8 van 18

9 brandwerendheid van de gevel van het fictieve gebouw bedraagt dan 30 minuten. Het bepalen van de afstandsbijdrage (C a ) vraagt om een berekening met de hoogte en breedte van de brongevel, en de afstand van de brongevel tot een (fictief) overliggende gevel. Uit die berekening volgt de viewfactor F v, die vervolgens vermenigvuldigd wordt met de stralingsemittantie van de bron. De uitkomst is de berekende stralingsflux, de te verwachten straling van de brongevel op de doelgevel. Als de straling lager is of gelijk aan 4 kw/m 2 dan bedraagt de afstandsbijdrage 240 minuten. Is de stralingsflux gelijk aan of hoger dan 15 kw/m 2 dan mag er 0 minuten, dus geen afstandsbijdrage worden gerekend. De stralingen tussen de 4 en 15 kw/m 2 worden lineair geïnterpoleerd tussen een afstandsbijdrage van 240 aflopend naar 60 minuten. Tabel 5 geeft de resultaten van iedere gevel weer, met als uitkomst de vereiste brandwerendheid van die gevel, afgerond op overtuigende waarden. Figuur 2 is een weergave van de berekende afstandsbijdragen, volgens de bepalingsmethode uit de methode Beheersbaarheid van Brand (deel 1, paragraaf 5.1.2). 9 van 18

10 Tabel 5: berekening vereiste brandwerendheid gevels compartiment stralingsbron doelobject situatie 1: oostgevel perceelgrens situatie 2: noordgevel perceelgrens situatie 3: westgevel perceelgrens situatie 4: zuidgevel bouwwerk situatie hoogte stralingsbron (h) 11,30 4,77 11,30 4,77 breedte stralingsbron (b) 38,00 111,00 38,00 111,00 afstand stralingsbron tot doelgevel 100,00 11,50 100,00 10,00 rekenafstand (x) 200,00 23,00 200,00 10,00 relatieve hoogte (h r ) 0,30 0,04 0,30 0,04 relatieve afstand (x r ) 10,53 0,41 10,53 0,18 viewfactor (F v ) 0,00 0,10 0,00 0,23 stralingsemittantie (kw/m 2 ) straling op doelobject (kw/m 2 ) 0,15 4,53 0,15 10,41 straling lager dan 4 kw/m²? ja nee ja nee straling tussen 4 en 15 kw/m²? nee ja nee ja straling hoger dan 15 kw/m²? nee nee nee nee afstandsbijdrage C a (min) WBDBO-eis afstandsbijdrage C a brandwerendheid buurgevel C b vereiste brandwerendheid gevel Figuur 2a: bepaling WBO per situatie warmtestraling (kw/m²) WBO (min) 10 van 18

11 E. Conclusies Vuurbelasting De gemiddelde vuurbelasting bedraagt 32,7 kg vh-eq/m 2 ( MJ). Hiervan is 55,6% permanent, de overige 44,4% komt uit het variabele deel. Bij een oppervlakte van het gebruiksgebied van ca m 2 mag de maximale gemiddelde vuurbelasting ( /4.060 ) 74 kg/m² bedragen. Het beschouwde brandcompartiment voldoet daarmee aan maatregelpakket I. De maatgevende vuurbelasting bedraagt 40,6 kg vh-eq/m 2. Hiervan is 70,4% permanent, de overige 29,6% komt uit het variabele deel. Voorwaarden gebruik Het gehele gebouw is bij de bouwvergunningaanvraag aangemerkt als lichte industrie. In de leidraad Beheersbaarheid van Brand 2007 wordt bij de industriefunctie een onderscheid gemaakt tussen dierverblijven en overige industriefuncties. Brandcompartimenten aangemerkt als dierverblijven mogen volgens de leidraad een maximale gebruiksoppervlakte van m 2 bezitten. De totale oppervlakte van het beschouwde BvB-compartiment is ca m 2 Permanente opslag van materialen anders dan is opgesomd in de variabele vuurbelasting (tabel B.2) is niet toegestaan. Constructie / Omhulling Er bevinden zich andere brandcompartimenten binnen een afstand van 5 meter aan het beschouwde BvB-compartiment. Een toeslag wordt niet gerekend, omdat het oppervlak van de scheidende wand kleiner is dan het toelaatbare oppervlak. De brandscheidende wand moet een inwendige WBDBO bezitten van minimaal 60 min. De toe te passen constructiematerialen dienen te voldoen aan brandklasse B. De WBDBO van de uitwendige scheidingsconstructies bestaat enkel uit de maatgevende vuurbelasting van 40,6 minuten. De minimumeis van een BvB-compartiment bedraagt echter 60 minuten, waarmee rekenkundig verder is gewerkt. Door het bepalen van de afstandbijdrage (C a ) en de brandwerendheid van de buurgevel (C b ) is gebleken dat alle buitengevels geen verdere brandwerendheid hoeven te bezitten. De constructie moet wel (blijven) voldoen aan de minimale eisen zoals gesteld in het Bouwbesluit, deze zijn niet in dit rapport behandeld. Situering Het bouwwerk zal uitgevoerd worden zoals op de diverse tekeningen is aangegeven. Ook de maatvoeringen tussen het gebouw en eventuele belendingen, perceelgrenzen en openbare wegen, water of groen zullen gerespecteerd worden. Het is uiteindelijk aan het bevoegd gezag om goedkeuring te verlenen voor het bouwplan. Bluswater Op het terrein worden een 2-tal bluswatervoorzieningen geboord. De positie en de capaciteit zijn aangegeven op tekening. 11 van 18

12 Bereikbaarheid Rondom het bouwwerk is erfverharding aanwezig zodat hulvoertuigen het gebouw nagenoeg van alle kanten kunnen benaderen. Bovendien zijn de langsgevels van het bouwwerk grotendeels open waardoor een eventuele brand direct van buitenaf te blussen is. De toegangsweg heeft een breedte van tenminste 4,5 meter en is over een breedte van minimaal 3,25 meter verhard en hebben een vrije hoogte van tenminste 4,2 meter. Tevens is de toegangsweg geschikt is voor motorvoertuigen met een massa van tenminste kg. De toegangsweg is op voldoende wijze afwaterend en vrij van obstakels. Binnen 40 meter van de bluswatervoorziening is een opstelplaats van de brandweer aanwezig, zodat de toegangsweg beschikbaar blijft voor overig verkeer. Vluchtmogelijkheden dieren De stal is voorzien van voldoende vluchtmogelijkheden voor de dieren, zodat de dieren in geval van calamiteiten het bouwwerk veilig kunnen verlaten. Wanneer een brand ontstaat en gemeld is aan de brandweer, hebben de agrariër en zijn personeel de mogelijkheid om tijdens de aanrijdtijd de dieren in veiligheid te brengen. Rondom het gebouw zijn voldoende weidegronden aanwezig waar de dieren in geval van een calamiteit heengebracht kunnen worden. De veiligheid van de dieren is daarmee integraal onderdeel van het plan. Branddetectie Een bedrijf van dit formaat kan niet door één persoon gerund worden. Op deze locatie zijn daarom twee bedrijfswoningen aanwezig, zodat er altijd minimaal twee personen vierentwintig uur per dag aanwezig zijn. De ligboxenstal bestaat uit grote open ruimten waardoor een eventuele calamiteit snel waar te nemen is en kan bestrijding in een vroeg stadium plaatsvinden. De ruimtes waar het meeste risico op het ontstaan van brand bestaat worden voorzien van rookmelders, met een doormelding naar een mobiele telefoon. Het gaat daarbij om de volgende ruimtes: de melkrobotruimtes in de stal en de vertrekken in de voorbouw. Samenvattend geschied de branddetectie dus door een combinatie van technische en menselijke middelen. Voorwaarden In overleg met de gemeente of de brandweer moet bekeken worden of er een voldoende doeltreffende bluswatervoorziening aanwezig is. Meestal is voldoende oppervlaktewater beschikbaar dicht, bij het perceel, zo niet dan kan eventueel een bron worden geboord. Wijzigingen in de functie of het gebruik van de ligboxenstal moeten vooraf ter controle bij de gemeente worden aangegeven. 12 van 18

13 Bijlage A: situatietekening BvB-compartiment 13 van 18

14 Bijlage B: berekeningen t.b.v. gemiddelde vuurlast (q) BvB-compartiment Tabel B.1: berekening permanente vuurbelasting brandbaar materiaal hoeveelheid gewicht per eenheid verbrandingswaarde vuurbelasting dak houten gordingen 42,2 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ sandwichpaneel PU 203,7 m 3 35 kg/m 3 28 MJ/kg MJ sandwichpaneel 5cm PIR 5,7 m 3 35 kg/m 3 28 MJ/kg MJ geïso. lichtplaat 105 stuk 3,2 kg/stuk 40 MJ/kg MJ hwa ,0 m 1,4 kg/m 17 MJ/kg MJ balklaag 0,5 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ dakbeschot 1,0 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ platdak isolatie 0,8 m 3 45 kg/m 3 0,5 MJ/kg 18 MJ dakbedekking 13,4 m 2 5,3 kg/m 2 42 MJ/kg MJ buitenwanden steenwol spouwisolatie 16,0 m 3 45 kg/m 3 0,5 MJ/kg 360 MJ sandwichpaneel 18,2 m 3 35 kg/m 3 28 MJ/kg MJ wandregels 57,0 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ muurplaat spouw 0,4 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ regelwerk tbv gordijn 1,1 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ buitenwand openingen kozijnen 23,4 m 1,3 kg/m 43 MJ/kg MJ multiplex deur enkel 5 stuk 77,3 kg/stuk 19 MJ/kg MJ meranti kozijn enkel 5 stuk 37,7 kg/stuk 17 MJ/kg MJ multiplex deur dubbel 3 stuk 141,7 kg/stuk 19 MJ/kg MJ meranti kozijn dubbel 3 stuk 44,1 kg/stuk 17 MJ/kg MJ schuifdeur sandwich 1,4 m 3 35 kg/m 3 28 MJ/kg MJ ovh deur 3,2 m 3 35 kg/m 3 28 MJ/kg MJ windbreekgaas 651,0 m 2 0,19 kg/m 2 43 MJ/kg MJ oplierbaar gordijn 651,0 m 2 0,9 kg/m 2 17 MJ/kg MJ binnenwand openingen meranti raamkozijn 2 stuk 37,7 kg/stuk 17 MJ/kg MJ multiplex deur enkel 3 stuk 77,3 kg/stuk 19 MJ/kg MJ meranti kozijn enkel 3 stuk 37,7 kg/stuk 17 MJ/kg MJ Agridoor deur PP 14 stuk 30 kg/stuk 45 MJ/kg MJ plafond / zolder / verdieping isolatie 4,8 m 3 27 kg/m 3 26,3 MJ/kg MJ profisol H-profiel 76,3 m 0,1 kg/m 17 MJ/kg 143 MJ balklaag 2,3 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ bevloering 1,5 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ onvoorzien 10% MJ totaal permanente vuurbelasting MJ 14 van 18

15 Tabel B.2: berekening variabele vuurbelasting brandbaar materiaal hoeveelheid gewicht per eenheid verbrandingswaarde vuurbelasting stalinrichting rundvee strooisel in ligboxen 93,6 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ stro in hokken 74,4 m kg/m 3 14,6 MJ/kg MJ kuilvoer (dagvoorraad) 60,0 m3 250 kg/m 3 3,88 MJ/kg MJ voer in silo 36,0 m kg/m 3 15,7 MJ/kg MJ Kengetallen NIBRA verlichting/installatie 4.060,0 m 2 2 kg/m 2 19 MJ/kg MJ machinekamer 19,4 m 2 30 kg/m 2 19 MJ/kg MJ opslag 12,0 m 2 30 kg/m 2 19 MJ/kg MJ tanklokaal 5,3 m 2 5 kg/m 2 19 MJ/kg 504 MJ melkrobot 64,0 m 2 30 kg/m 2 19 MJ/kg MJ mestscheider 15,0 m 2 30 kg/m 2 19 MJ/kg MJ onvoorzien 10% MJ totaal variabele vuurbelasting MJ 15 van 18

16 Bijlage C: berekeningen t.b.v. maatgevende vuurlast (q m ) BvB-compartiment Tabel C.1: berekening permanente vuurbelasting brandbaar materiaal hoeveelheid gewicht per eenheid verbrandingswaarde vuurbelasting dak houten gordingen 10,2 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ sandwichpaneel PU 45,6 m 3 35 kg/m 3 28 MJ/kg MJ sandwichpaneel 5cm PIR 5,7 m 3 35 kg/m 3 28 MJ/kg MJ geïso. lichtplaat 23 stuk 3,2 kg/stuk 40 MJ/kg MJ hwa ,0 m 1,4 kg/m 17 MJ/kg MJ balklaag 0,5 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ dakbeschot 1,0 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ platdak isolatie 0,8 m 3 45 kg/m 3 0,5 MJ/kg 18 MJ dakbedekking 13,4 m 2 5,3 kg/m 2 42 MJ/kg MJ buitenwanden steenwol spouwisolatie 16,0 m 3 45 kg/m 3 0,5 MJ/kg 360 MJ sandwichpaneel 7,6 m 3 35 kg/m 3 28 MJ/kg MJ wandregels 28,5 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ muurplaat spouw 0,4 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ regelwerk tbv gordijn 0,2 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ buitenwand openingen kozijnen 23,4 m 1,3 kg/m 43 MJ/kg MJ multiplex deur enkel 3 stuk 77,3 kg/stuk 19 MJ/kg MJ meranti kozijn enkel 3 stuk 37,7 kg/stuk 17 MJ/kg MJ multiplex deur dubbel 2 stuk 141,7 kg/stuk 19 MJ/kg MJ meranti kozijn dubbel 2 stuk 44,1 kg/stuk 17 MJ/kg MJ ovh deur 1,9 m 3 35 kg/m 3 28 MJ/kg MJ windbreekgaas 161,0 m 2 0,19 kg/m 2 43 MJ/kg MJ oplierbaar gordijn 161,0 m 2 0,9 kg/m 2 17 MJ/kg MJ binnenwanden binnenwand openingen meranti raamkozijn 2 stuk 37,7 kg/stuk 17 MJ/kg MJ multiplex deur enkel 3 stuk 77,3 kg/stuk 19 MJ/kg MJ meranti kozijn enkel 3 stuk 37,7 kg/stuk 17 MJ/kg MJ Agridoor deur PP 13 stuk 30 kg/stuk 45 MJ/kg MJ plafond / zolder / verdieping balklaag 0,5 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ bevloering 0,6 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ onvoorzien 10% MJ totaal permanente vuurbelasting MJ 16 van 18

17 Tabel C.2: berekening variabele vuurbelasting brandbaar materiaal hoeveelheid gewicht per eenheid verbrandingswaarde vuurbelasting stalinrichting rundvee strooisel in ligboxen 10,8 m kg/m 3 19 MJ/kg MJ stro in hokken 74,4 m kg/m 3 14,6 MJ/kg MJ kuilvoer (dagvoorraad) 12,0 m3 250 kg/m 3 3,88 MJ/kg MJ Kengetallen NIBRA verlichting/installatie 1.000,0 m 2 2 kg/m 2 19 MJ/kg MJ machinekamer 19,4 m 2 30 kg/m 2 19 MJ/kg MJ opslag 12,0 m 2 30 kg/m 2 19 MJ/kg MJ onvoorzien 10% MJ totaal variabele vuurbelasting MJ 17 van 18

18 Bijlage D: berekening WBDBO-toeslagen marge (min) voorbouw Oppervlakte brandscheiding , scheidend oppervlak (m²) 18 van 18