Beroepscompetentieprofiel Osteopathie 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beroepscompetentieprofiel Osteopathie 2014"

Transcriptie

1 Beroepscompetentieprofiel Osteopathie 2014 deeldocument osteopathie Concept voor de bespreekdag op 27 juni 2014 College van Advies Osteopathie mei 2014 Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

2 Samenstelling College van Advies Namens NVO en NRO Ton Kouwenberg, D.O.-MRO, voorzitter NVO Gert Jan Goede, D.O.-MRO, (voorzitter NRO, tot december 2012) Harold Launspach, D.O.-MRO, (voorzitter NRO, vanaf januari 2013 Inhoudsdeskundigen Sander Tolenaar, D.O.-MRO, (tot december 2012) Immanuel van Tintelen, D.O.-MRO, (vanaf januari 2013) Mendel Blokland, D.O.-MRO, bestuurslid NVO en SWOO Namens de opleidingen Rob Muts, D.O.-MRO, directeur College Sutherland Tim Daelemans, D.O.-MRO, directeur FICO Jöry Pauwels, D.O.-MRO, directeur FICO René Zweedijk, D.O.-MRO, directeur Panta Rhei Externe deskundigen Hetty ten Wolde, onderwijskundige (tot medio 2013) Tits Jansen, arts MBA, organisatieadviseur, voorzitter van het College van Advies Nederlandse Vereniging voor Osteopathie, Hilversum, en Stichting het Nederlands Register voor Osteopathie, Emmeloord. Mei 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Nederlandse Vereniging voor Osteopathie en het Nederlands Register voor Osteopathie Nederlandse Vereniging voor Osteopathie (NVO) Stichting het Nederlands Register voor Osteopathie (NRO) NVO-secretariaat NRO-secretariaat Leonoradal 12 Gezelweg BK Valkenswaard 3892 XE Zeewolde Tel: Tel: Website: Website: Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding beroepscompetentieprofiel en geschiedenis van dit document 2. Definitie van osteopathie 3. Wetenschappelijke basis van osteopathie 4. Beroepscompetentieprofiel osteopathie 4.1. opbouw beroepscompetentieprofiel osteopathie, CanMEDS 4.2. algemene competentiegebieden en prestatie-indicatoren voor het beroepscompetentieprofiel osteopaat 5. Uitwerking inhoud van het vak osteopathie 5.1. indicaties osteopathie 5.2. contra-indicaties, vlaggen en beperkingen osteopathie 5.3. het osteopathisch consult 5.4. a. piramide van Miller b. diagnostische vaardigheden 5.5. behandelvaardigheden Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

4 Inleiding beroepscompetentieprofiel en geschiedenis van dit document In 1995 werd door de gezamenlijke medische faculteiten, het artsengenootschap KNMG en afgevaardigden van het ministerie van WVC en van de landelijke organisatie van coassistenten het Raamplan vastgesteld en aan de ministers van O&W en WVC aangeboden. Het Raamplan 1994 was een beschrijving van het beroepsprofiel en de eindtermen van de basisartsopleiding. Het Raamplan beschrijft in de eindtermen de eisen waaraan een afgestudeerd basisarts dient te voldoen en is als zodanig de handleiding voor de onderwerpen welke in de opleiding behandeld en bij het examen gekend en beheerst dienen te worden. In 1997 werd een algemeen hoofdstuk uit het Raamplan als uitvoerende maatregel toegevoegd aan de wet BIG. In de jaren daarna is deze systematiek verspreid over alle medische en paramedische vakken. Vrij kort daarna verscheen het eerste beroepscompetentieprofiel. Een vak werd niet meer beschreven in kennis- en vaardigheidsonderdelen, maar uitgangspunt voor de beschrijving werd wat men in de dagelijkse praktijk moest beheersen. Competenties zijn combinaties van kennis, vaardigheden en gedrag/attitude. Met deze laatste inbreng kreeg men onderwijskundig een nieuw instrument in handen: studenten moeten zaken niet alleen weten en kunnen, maar ze dienen ook effectief gedrag geleerd te hebben, waardoor zij hun medische doelstellingen ook werkelijk bereiken. In 2000 werd in Canada voor medische opleidingen een nieuwe systematische indeling van deze competenties geïntroduceerd, CanMEDS, Canadian Medical Education Directives for Specialists 2. De focus van het CanMEDS-model is gericht op verbetering van de zorg door naast de betreffende medische expertise (in dit geval de osteopathie) onderscheid te maken in rollen waar de (para)medisch beoefenaar mee te maken krijgt bij de beroepsuitoefening. Deze rollen zijn: communicator, gezondheidswerker, onderzoeker, gezondheidsbevorderaar, organisatie en beroepsbeoefenaar/professional. Zie verder hoofdstuk 4. In 2003 besloten NRO en NVO tot een gezamenlijke en algemene revisie van al hun regulerende documenten. Enerzijds betrof dit alle reglementering en anderzijds de inhoudelijke documenten beroepsprofiel en beroepscode. Dit nieuwe bouwwerk was in 2009 gereed. Gesteld mag worden dat het eerste beroepscompetentieprofiel en het bouwwerk aan regelgeving haar verwachting meer dan waargemaakt heeft. Na eerdere kleine aanpassingen is er de laatste 2 jaar behoefte en noodzaak aan grotere revisies ontstaan. Maatschappelijke ontwikkelingen en mogelijkheden noodzaken tot een duidelijkere omschrijving van het vak, aansluiting bij het geneeskundig gedachtegoed is beter mogelijk. Het geproduceerde leidt tot een nieuw beroeps competentie profiel (BCP1a). Het geeft een nieuwe definitie van osteopathie die de artificiële driedeling tussen pariëtale, viscerale en craniale aspecten van de osteopathie overstijgt, en die duidelijker dan de eerdere definitie van BCP1 de kern weergeeft van wat wel en niet onder osteopathie begrepen moet worden. 1. Raamplan 1994, eindtermen van de artsopleiding. Onder redactie van J.C.M. Metz, E.H. Pels Rijcken-van Erp Taalman Kip, en B.W.M. van den Brand-Valkenburg. Uitgave Kath. Universiteit Nijmegen, ISBN. (In 2001 verscheen Raamplan 2001 met een aantal aanvullingen en een overzichtelijker indeling.) 2. CanMEDS 2000 project: Skills for the new millennium: report of the societal needs working group. Sept Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

5 In het BCP1a ligt daarnaast een groter accent op de wetenschappelijke onderbouwing van de osteopathie en op de ontwikkeling van een wetenschappelijke attitude van osteopaten (in opleiding). Dit document beschrijft in de hoofdstukken Wetenschappelijke basis van osteopathie, Beroepscompetentieprofiel osteopathie en Uitwerking inhoud van het vak osteopathie het minimum aan competenties dat van een net afgestudeerd osteopaat verwacht mag worden. Het beschrijft daar dus niet het hele vak. Voor de beschrijving van de osteopathie-inhoudelijke aspecten van het hele vak is het hoofdstuk Definitie van osteopathie richtinggevend. Geplande veranderingen buiten het onderwerp van de bespreekdag Een grote wijziging wordt dat er een duidelijk accent gelegd is op de vereiste medische basiskennis om verantwoord en veilig in de eerste lijn te kunnen werken. Hiermee willen osteopaten duidelijk aangeven dat hun vak veilig en verantwoord uitgeoefend dient te worden. Een andere wijziging is dat bij verdere revisie het gehele BCP zich gaat beperken tot de vakomschrijving. De overige onderdelen (vereisten aan de onderwijskundige vormgeving, getalsmatige (lesuren)overzichten, operationele criteria voor visitatie en accreditatie van opleidingen) worden afzonderlijk uitgewerkt en zullen zich richten op een HBO bachelor- en masterniveau zoals algemeen in Nederland gebruikelijk. In principe richt BCP1a zich op een 4 jarig HBO bachelor niveau. Een HBO masterniveau is een mogelijke volgende stap. De maatschappelijke ontwikkelingen betreffende de eisen in deze zijn voor Nederland en België verschillend. Op de bespreekdag wordt hoofdstuk 4, dat naast een beschrijving van de competenties voor het osteopathische vakinhoudelijke ook de overige competenties die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van een gezondheidszorgvak, besproken. Tits Jansen, arts MBA voorzitter College van Advies Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

6 Definitie van osteopathie Osteopathy is a system of medicine that emphasizes the theory that the body can make its own remedies, given normal structural relationships, environmental conditions, and nutrition. It differs from allopathy primarily in its greater attention to body mechanics and manipulative methods in diagnosis and therapy. World Health Organization (WHO) Osteopathie is een manuele, diagnostische en therapeutische benadering voor het behandelen van de mobiliteit van alle weefsels en voor het vaststellen van het aandeel hiervan in het ontstaan van ziekteverschijnselen. Voor een optimale functie heeft elke structuur in het lichaam een eigen specifieke mobiliteit. Daar waar deze verstoord is, is de osteopathische behandeling gericht op herstel van deze mobiliteit. Door het herstel van mobiliteit kan de functie geoptimaliseerd en pijn verminderd worden met als doel een betere gezondheid van de patiënt. Er wordt gesproken van een osteopathische disfunctie indien er sprake is van een verminderde of veranderde functie met als oorzaak een verminderde of veranderde mobiliteit van weefsel. De osteopaat onderzoekt de patiënt op osteopathische disfuncties en poogt deze te herstellen. De osteopaat heeft de kennis en kunde om verbanden te leggen en de interactie tussen verschillende structuren in het lichaam vast te stellen. De interacties in het lichaam kunnen per persoon verschillend zijn. Een verminderde mobiliteit van een bepaalde structuur kan bij de ene persoon een volledig ander klachtenbeeld geven dan bij een ander persoon. Vaak is er sprake van een keten aan disfuncties, ontstaan door eerdere disfuncties en daarop volgende compensaties. Dit in samenhang met zijn genetisch aangelegde en door levensontwikkeling verworven totale functionaliteit. De belangrijkste schakels bepalen uiteindelijk het klachtenbeeld. Iedere patiënt wordt daarom individueel benaderd. Concept en principes Tot de basisprincipes van de osteopathie behoren: het benaderen van de mens als een biologische eenheid, het besef van het wederzijds afhankelijk zijn van structuur en functie, en de integratie in de therapie van het zelfherstellend vermogen van het lichaam. Deze principes zijn niet exclusief van toepassing op de osteopathie. Waar de osteopathie zich echter onderscheidt van andere manuele behandelwijzen is dat deze principes worden doorgevoerd in theorie en praktijk. Hierbij kan het aangrijpingspunt in onderzoek en behandeling iedere structuur van het lichaam zijn. Dit betreft zowel pariëtale, craniale als viscerale structuren. Het klinisch redeneren heeft als vertrekpunt de ondeelbare biologische eenheid, het menselijk lichaam kan alleen als eenheid functioneren. Binnen deze biologische eenheid zijn structuur en functie afhankelijk van elkaar. Functie kan slechts existeren als de structuur het toelaat. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

7 Met hulp van kennis van anatomie, fysiologie, neurologie, pathologie, embryologie, psychologie en biomechanica zal reeds bij het diagnostisch proces de klacht in een zo n breed mogelijk perspectief worden geplaatst. Door deze kennis te combineren kan een geïntegreerd beeld ontstaan van het functioneren van het lichaam en de klachten die voorkomen. Niet het symptoom staat centraal maar de mogelijke causale verbanden. Deze kunnen zich bevinden op de plek van de klacht zelf maar ook elders in het lichaam. Vanuit dit perspectief kunnen regio s die ogenschijnlijk niets met de klacht te maken hebben toch gevonden worden in causaal verband met de klacht. De theoretische kennis, geplaatst in het perspectief van de basisprincipes van de osteopathie, is het vertrekpunt van de osteopaat bij de diagnostiek en de behandeling. De patiënt wordt niet vanuit een algemeen schema beoordeeld maar iedere keer beoordeeld op de individuele aanpassingen op fysieke, biochemische, sociale of psychologische invloeden. Modellen Voor de theoretische verklaring van de waargenomen fenomenen bij diagnostiek en behandeling zijn 5 theoretische modellen opgesteld. De modellen beschrijven de invloeden van het houdings- en bewegingsapparaat op het vermogen te compenseren op stressfactoren of ziektes, de invloed van het zenuwstelsel op het lichamelijk, mentaal en emotioneel welbevinden, het belang van het respiratoir en circulatoir systeem bij het onderhouden van een goede cel- en weefselfunctie, de rol van psychosociale factoren op het gebied van preventie en behandeling van ziekte, en factoren die de bio-energetische behoeftes zoals zuurstof- en nutriëntenverbruik beïnvloeden. Deze modellen zijn: Het biomechanisch model: In dit model wordt het lichaam beschouwd als een geheel van somatische componenten die met elkaar in balans zijn. Onevenwicht binnen dit systeem zal het dynamisch functioneren beïnvloeden en zal kunnen leiden tot: gewijzigde proprioceptie, wijzigingen in articulaire structuren, verstoring van het neurovasculaire functioneren en tot een gewijzigd metabolisme. De osteopathische behandeling binnen dit model maakt gebruik van manuele technieken die leiden tot herstel van houding en lichaamsbalans en tot een efficiënt gebruik van het musculoskeletale systeem. Het neurologisch model: Dit model houdt zich bezig met de effecten die spinale facilitatie, het proprioceptieve functioneren, het evenwicht tussen de componenten van het autonome zenuwstelsel en de nocisensorische activiteit (pijnvezels) hebben op het functioneren van het neuro-endocriene immuunnetwerk. Een osteopathische behandeling is gericht op het verminderen van mechanische stress, op het in evenwicht brengen van de neurale input en op het elimineren van de nociceptieve impulsen. Het respiratoire, metabole en circulatoire model: Dit model houdt zich bezig met het onderhouden van de extra- en intracellulaire omgeving door de onbelemmerde toevoer van bouwstoffen en het verwijderen van cellulaire afvalstoffen. Elke weefselspanning die de vrije toevoer of circulatie van de lichaamsvloeistoffen belemmert, kan de gezondheidstoestand van het weefsel beïnvloeden. Een osteopathische behandeling is gericht op het optimaliseren van de spijsvertering en de ademhalingsmechanica en tracht de circulatie van lichaamsvloeistoffen te bevorderen. Het biopsychosociaal model: Dit model bekijkt het welbevinden en de verschillende reacties op psychologische stress waarmee patiënten kampen. De gezondheid kan beïnvloed worden door omgevingsfactoren, socio-economische, culturele, fysiologische en psychologische factoren. Een verminderde beweeglijkheid binnen het fasciale systeem en een verhoogde weefselspanning kunnen het gevolg zijn van reacties op de omgeving, sociaaleconomische-, culturele-, fysiologische- en psychologische omstandigheden, maar kan op haar beurt de psychosociale stress beïnvloeden. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

8 Het bio-energetisch model: Het lichaam streeft naar een balans tussen energieproductie, energieverdeling en energieverbruik. Dit ondersteunt de mogelijkheid van het organisme om zich aan te passen aan verschillende invloeden; betreffende immunologie, voeding, psyche, etc. Een osteopathische behandeling richt zich op de disfuncties die het potentieel hebben om deze energiebalans te verstoren. Een osteopathische behandeling richt zich op die disfuncties die in staat zijn de productie, de distributie en het verbruik van energie te ontregelen. De osteopaat gaat bij de benadering van de patiënt in onderzoek en behandeling uit van de parameters die objectief en subjectief vast te stellen zijn. Deze fenomenen kunnen dan verklaard worden door 1 van de 5 modellen of een combinatie van de modellen. Uitgangspunt is altijd dat de functie zich uitdrukt in de beweeglijkheid (mobiliteit) van de structuur. De waargenomen fenomenen zijn leidend en kunnen vervolgens (mogelijk) hypothetisch verklaard worden. Het toepassen van de osteopathische principes gevoegd bij de theoretische kennis stelt de osteopaat in staat deze fenomenen op te sporen en te interpreteren. Het kan dus voorkomen dat een gestoorde mobiliteit in een bepaalde regio invloed heeft op een heel andere regio. Dit wordt vastgesteld en vervolgens gepoogd te verklaren. De osteopathie erkent de complexiteit van de interactie tussen lichaam en psyche en daarmee de aspecten van circulaire causaliteit. De osteopaat werkt altijd op het niveau van mobiliteit van weefsel. Dit is de belangrijkste parameter die binnen de osteopathische behandeling gediagnosticeerd en therapeutisch beïnvloed kan worden. Daarbij gevoegd het aspect van de patiëntcentrale zorg met invoelend vermogen voor het subjectieve lichamelijk, sociaal en geestelijk welbevinden van de patiënt (WHO). Door de veranderde mobiliteit kunnen ook andere parameters veranderen. Dit kan mogelijk verklaard worden door een of meerdere modellen. Objectief zal vaak niet aantoonbaar gemaakt kunnen worden dat de veranderde parameters of fenomenen ook werkelijk volgens het verklarende model beïnvloed zijn. Hoogstens kan dit verondersteld worden. Anders gezegd: de praktijk gaat voor de hypothese (practice based evidence). Het theoriemodel wordt gebruikt om fenomenen te verklaren of te begrijpen. Vanuit wetenschappelijk oogpunt zal getwijfeld kunnen worden aan de theorie die gebruikt wordt. Hierdoor blijft het een hypothese. De osteopathie onderzoekt echter haar practice based evidence op wetenschappelijke wijze. Aangrijpingspunt van behandeling Het aangrijpingspunt van de osteopathische behandeling is de veranderde of verminderde mobiliteit van bindweefsel. Voor een optimale functie heeft elke structuur of weefsel een eigen specifieke mobiliteit. De uitdruk van de mobiliteit kan heel verschillend zijn. Zo zijn het buigen en strekken van een elleboog en de elasticiteit van het heiligbeen de peristaltiek of de ademhaling vormen van mobiliteit. Deze mobiliteit kan veranderen (verminderen of vermeerderen). Dit kan een effect hebben op de functie (structuur - functie): lokaal of op een andere plek in het lichaam Elke structuur in het lichaam is omgeven door bindweefsel. Dit bindweefsel heeft verschillende gedaanten en komt overal in het lichaam voor. Het kan ligamentair of kapsulair zijn maar ook fasciaal of zelfs losmazig. Het bindweefsel bestaat uit extracellulaire matrix, bestaande uit vezels, grondsubstantie en weefselvocht. In deze matrix liggen de bindweefselcellen. Zoals het woord bindweefsel al suggereert verbindt het alle onderdelen van het lichaam. Het heeft ook eigen specifieke functies. Het vormt de kapsels rond de organen. Ook de interne architectuur die de cellen van de organen ondersteunt bestaat uit bindweefsel. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

9 Pezen en ligamenten worden uit bindweefsel gevormd en het bindweefsel bekleedt en verbindt het bewegingsapparaat. Het bekleedt de ruimtes in het abdomen en de thorax. Bot, kraakbeen en vetweefsel zijn ook gespecialiseerde vormen van bindweefsel. Door deze verfijnde samenhang ontstaat een biomechanica tussen alle delen. Naast de biomechanica speelt het bindweefsel een belangrijke rol in de afweer, immuniteit,transport en stofwisseling. Elke cel in het menselijk lichaam is voor zijn stofwisseling afhankelijk van een goed functionerend bindweefsel. Vloeistofstromen, noodzakelijk voor de stofwisseling van de cel, lopen via het bindweefsel. Anders gezegd: voor een optimale functie is elke structuur in het lichaam afhankelijk van de mobiliteit van het bindweefsel. De consistentie van het bindweefsel drukt zich uit in mobiliteit. Deze mobiliteit kan zoals eerder gesteld een driedimensionale beweging van een gewricht zijn, het bewegen van een orgaan in het abdomen of de elastische eigenschap van een bot. Er zijn vele redenen waardoor bindweefselstructuur kan veranderen: trauma, litteken van een operatie, ontstekingen, ziektes, slechte leefgewoonten, stress, medicijngebruik etc. Door deze oorzaken kan de organisatie van de vezels in het bindweefsel veranderen, kan de verhouding tussen de verschillende vezels veranderen, kunnen er adhesies ontstaan, en kan de kwaliteit en kwantiteit van de vloeistof veranderen. Hierdoor verandert de structuur (en dus de functie) die zich uitdrukt in een veranderde mobiliteit. Alle vormen van mobiliteit van bindweefsel zijn manueel vast te stellen, de een eenvoudiger dan de andere. Specifiek voor de osteopaat is dat deze getraind is in het beoordelen van kwaliteit en kwantiteit van mobiliteit van bindweefsel en de mobiliteit van de daarmee samenhangende structuur. Door specifieke training en ontwikkeling is de osteopaat in staat mobiliteit te interpreteren die door ongetrainde derden niet direct objectief of instrumenteel te bevestigen is. Behandeling De functionaliteit (mobiliteit) kan dus door de osteopaat manueel proprioceptief worden vastgesteld, en daarmee de verstoorde functie. Deze drukt zich immers uit in een kwalitatief of kwantitatief veranderde mobiliteit. Door mobilisatie middels osteopathische technieken kan deze mobiliteit worden hersteld. Doel is hierbij de organisatie van de matrix en of de vezels van het bindweefsel te beïnvloeden en daarmee de functie van de structuren die het ondersteunt. Mechanisch, vasculair, neurologisch, metabool of anderszins. Door de behandeling van de mobiliteit van het bindweefsel worden gunstiger voorwaarden geschapen voor herstel. Door de zelfregulatie van het lichaam en het zelfherstellende vermogen kan herstel ook werkelijk optreden. Voor het vaststellen van het resultaat van de behandeling heeft de osteopaat geen andere gereedschappen dan zijn beide handen en de uitspraken van de patiënt. Aanvullend kunnen wel meetinstrumenten gebruikt worden ter objectivering De referenties voor herstel zijn de door de osteopaat vast te stellen verbeterde mobiliteit van weefsel en de hiermee door de patiënt vast te stellen verbeterde functie en verminderde pijn. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

10 De rol van wetenschap binnen de osteopathie Het BCP stelt zich mede ten doel het onderwijs op wetenschappelijke basis te laten doceren. Dat wil zeggen dat de kennis op het gebied van anatomie, fysiologie, neurologie, pathologie, embryologie, interne geneeskunde, psychologie gedoceerd wordt vanuit de meest recente wetenschappelijke inzichten. De kennis van de osteopathische vakgebieden wordt gedoceerd vanuit de algemeen aanvaarde principes binnen de osteopathie, waarbij een zekere evidentie noodzakelijk is. De osteopathie als zelfstandige vorm van diagnostiek en therapie zal de wetenschappelijke toetsing te allen tijde nastreven. Zoveel mogelijk zal evidence based werken worden nagestreefd. Echter met dien verstande dat de wetenschappelijke benadering van het onderzoek de individualiteit van de mens nimmer uit het oog verliest. Daarom is de moderne visie van Practice Based Medicine meer op de osteopathie van toepassing. Clinical practice, dat alleen gebaseerd is op het filosofisch geloof van de therapeut, kan niet in de beste interesse van de patiënt zijn en is al helemaal niet wetenschappelijk verdedigbaar. Alleen maar evidence based werken plaatst de patiënt echter buiten de context van zijn individuele klachten. Filosofie en wetenschap zullen daarom geïntegreerd moeten worden! De wetenschappelijke toetsing van de osteopathie kent twee toepassingsvormen: 1. Het concept osteopathie wordt als zodanig getoetst aan de nieuwste ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied. Worden er fundamenteel wetenschappelijke ontdekkingen gedaan die het tegendeel laten zien van een onderdeel uit het concept osteopathie, dan dient dit onderdeel van het concept osteopathie aangepast te worden aan de (hernieuwde) wetenschappelijke inzichten. 2. De diagnostische en therapeutische methoden die de osteopathie in haar concept hanteert worden op wetenschappelijke wijze onderzocht. Met dien verstande dat de wetenschappelijke toetsing toegepast wordt op de studie naar de effecten (o.a. RCT s, blackbox, maar ook sham- en interventiebeschrijvend) binnen het menselijk functioneren en dat de wetenschappelijke toetsing de individualiteit en ondeelbaarheid van de mens niet uit het oog verliest. Dit heeft voor de osteopaat de volgende consequenties : De juist afgestudeerde osteopaat heeft de bekwaamheid om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen of toepassen van ideeën en is in staat hiervoor : Een beperkt empirisch wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te voeren en hiervoor een probleem- en vraagstelling te formuleren. Een literatuuronderzoek uit te voeren Een eenvoudige methodologisch verantwoorde opzet te maken Gegevens te verzamelen Een eenvoudige statistische analyse uit te voeren Onderzoeksresultaten schriftelijk te rapporteren Onderzoeksuitkomsten te presenteren en te bespreken De principes van kritisch denken toe te passen op bronnen van medische informatie (literatuur, boeken, internet, etc.) ook in interactie met anderen: Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

11 hypothese(n) te vormen een gezondheidszorg probleem systematisch aan de hand van modellen en (besliskundige) theorieën te benaderen objectief en verstandig om te gaan met informatie verstrekt door belanghebbende(n) literatuuronderzoek voor een concreet patiënt probleem uit te voeren in staat probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden. Bij concrete beslissingen in de klinische praktijk waar mogelijk het beschikbare wetenschappelijke bewijs te betrekken, waar mogelijk een besluit te nemen ten aanzien van diagnostische of therapeutische beslissingen op basis van evidence based medicine. De afgestudeerde osteopaat is in staat om persoonlijke leerbehoeften te identificeren en een geschikt studie-/bijscholingsplan te ontwerpen. Doel is de eigen vakbekwaamheid te onderhouden en te bevorderen door zichzelf voortdurend op de hoogte te houden van de belangrijkste ontwikkelingen in de medische en osteopatische wetenschap en het nieuw geleerde in de praktijkvoering te integreren. De afgestudeerde osteopaat is in staat zichzelf en anderen te toetsen, bijvoorbeeld door intervisie. De osteopaat is vervolgens in staat op sterke en zwakke kanten in het eigen functioneren te reflecteren en daardoor sturing te geven aan het eigen leerproces en verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen professionele groei met als doel levenslange ontwikkeling als osteopaat De organisaties voor osteopathie in Nederland zullen het wetenschappelijk onderzoek op haar diagnostische en therapeutische methoden bevorderen of doen bevorderen. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

12 Beroepscompetentieprofiel osteopathie Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

13 Opbouw beroepscompetentieprofiel osteopathie, CanMEDS Keuze voor modellen voor competentie ontwikkeling De afgelopen 30 jaar heeft er een grote onderwijskundige ontwikkeling plaats gevonden bij de Nederlandse (para)medische beroepsopleidingen. Aanvankelijk bepaalden opleidingsinstituten zelf welke vakken er in de verplichte hoeveelheid lesjaren gegeven werden. In de medische wereld verscheen in 1994 voor het eerst een voorstel van de gezamenlijke Nederlandse universiteiten aan welke eindtermen medische opleidingen zouden moeten voldoen. Een deel van dit voorstel is bij Algemene Maatregel van Bestuur tot een wettelijke norm verheven. Er vond hiermee voor het eerst een afstemming plaats tussen de opleidingen. Met eindtermen wordt een lijst van kennis en vaardigheden inclusief een niveau-aanduiding bedoeld, destijds met name vanuit twee kijkrichtingen: kennis en vaardigheden van ziekten (reuma, hypertensie, etc.), en kennis en vaardigheden rond specifieke klachten (moe, pijn, hartkloppingen, etc.). Een artsdiploma hield hier in dat men kennis op een bepaald niveau had verkregen van alle opgesomde eindtermen. Parallel werd een zelfde ontwikkeling gezien bij paramedische opleidingen. Een volgende grote ontwikkeling is dat niet alleen kennis en vaardigheden, maar ook opleiding in attitude, dat is hoe bij een patiënt om te gaan met betreffende kennis en vaardigheden, noodzakelijk geacht werd. Een qua kennis- en vaardigheden goed opgeleid persoon moest ook in staat zijn middels goede communicatievaardigheden en adequaat gedrag bij te dragen aan het welslagen van een behandeling. Vervolgens heeft in Nederland vanaf 2000 een nog grotere omslag in het denken over (para)medische opleidingen plaatsgevonden. Het Canadese CanMEDS model als basisschema voor opleidingen in de medische sector werd over de volle breedte overgenomen. Korte toelichting op het CanMEDS competentiemodel. Het CanMEDS is een model dat heel geschikt is voor het ontwikkelen van een beroepscompetentieprofiel in de medische beroepen. Het is afkomstig uit het uit 1996 stammende rapport Skills for the New Millennium van het CanMEDS 2000 project, (de Canadian Medical Education Directions for Specialists) van de Canadian Medical Education, waarmee in Canada en andere landen vergelijkbare exercities zijn ingezet voor artsen en specialistenopleidingen. Na bestudering van diverse modellen voor het ordenen, vaststellen en formuleren van competenties hebben wij gekozen voor dit CanMEDS model als hulpmiddel voor vaststellen, formuleren en ordenen van het beroepscompetentieprofiel osteopathie. Redenen hiervoor zijn: Het is een heel praktisch model De ontwikkeling wordt ingezet vanuit het daadwerkelijk kunnen handelen in de beroepspraktijk, het gewenste gedrag, de gewenste competenties, en niet vanuit losse elementen van kennis, houding en vaardigheid. Via traditionele modellen om te komen tot beroepsprofielen komt het accent vaak teveel op cognitieve aspecten te liggen en dit model gaat inderdaad uit van competenties. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

14 Het biedt een kader voor zowel de ontwikkeling van eindtermen als de ontwikkeling naar specifiekere competenties, deelcompetenties en prestatie indicatoren. Het wordt overal in de medische beroepen succesvol gehanteerd en het is een herkenbaar en geaccepteerd model. Het kan dienen als uitgangspunt voor internationale samenwerking Het CanMEDS model 2000 Bij de CanMEDS-aanpak zijn een zevental competentiegebieden te onderscheiden: 1. Medisch handelen Medical expert / clinical decision maker 2. Communicatie Communicator 3. Samenwerking Collaborator 4. Kennis en wetenschap Scholar 5. Maatschappelijk handelen Health advocate 6. Organisatie Manager 7. Professionaliteit Professional In navolgend CanMEDS model van het beroepscompetentieprofiel osteopathie worden competenties beschreven. Van elk van de zeven competentiegebieden wordt eerst een definitie gegeven, vervolgens worden de deelcompetenties beschreven Uit de competenties en deelcompetenties zijn prestatie-indicatoren afgeleid, een doorvertalen van de competenties naar specifieke doelen / specifiek observeerbaar en toetsbaar gedrag. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

15 CanMEDS voor osteopathie 1. Inleiding Het CanMEDS van BCP2 is gebaseerd op enerzijds het beroepscompetentieprofiel Osteopathie zoals vastgesteld in juni 2009 door NVO en NRO, dat nu als norm geldt voor alle opleidingen, en anderzijds op het CanMEDS-model voor medische opleidingen en op het huidige Beroepscompetentieprofiel Fysiotherapie. De eisen aan dit Beroepscompetentieprofiel Osteopathie zijn: consistentie met Beroepscompetentieprofiel Osteopathie 2009 aansluiten bij beroepsrollen van het CanMEDS model aansluiten bij opleidingen in Nederland op bachelorniveau (HBO) aansluiten bij de eisen die het Nederlandse Vlaams Accreditatie Orgaan en de BIG wet stelt richting geven aan alle te accrediteren opleidingen Osteopathie, maar tegelijkertijd ruimte bieden voor eigen invullingen door deze opleidingen. Praktische toepasbaarheid van het beroepscompetentieprofiel Het beroepscompetentieprofiel osteopathie geeft de competenties, deelcompetenties en gedragsindicatoren aan als eindniveau voor de osteopathieopleiding. De opleidingen behouden zelf de vrijheid binnen de kaders van dit BCP2 om naar eigen inzichten hun opleiding in te richten en vorm te geven. Wel is noodzakelijk dat elke opleiding voor alle deelcompetenties aangeeft in welke opleidingsonderdelen/vakken ze geleerd worden, welke didactische werkvormen hiervoor gebruikt worden en op welke wijze ze getoetst worden. Voor parttime opleidingen osteopathie voor bijvoorbeeld fysiotherapeuten kan op basis van deze competentiebeschrijving voor alle onderdelen een ingangstoets of screening worden geformuleerd. Rollen Bij de beschrijving van het Competentieprofiel Osteopathie is in principe uitgegaan van de 7 beroepsrollen die osteopaten in hun werk vervullen. In de praktijk voeren osteopaten deze beroepsrollen geïntegreerd uit. Rollen lopen in elkaar over. In de nieuwe generatie Beroepscompetentieprofielen in het HBO gebruikt men de terminologie: opleidingskwalificaties, beroepsrollen en competenties. Als we de 7 rollen van CanMEDS-model en het Versie 2.0 Raamplan Beroepscompetentieprofiel vergelijken, zijn er slechts verschillen in benamingen. We gaan in dit document uit van de volgende benamingen: Vernieuwd beroepscompetentieprofiel 2014 Raamplan BCP 2009 CanMEDS-model 1. Osteopatisch expert Osteopatisch expert Medisch expert 2. Communicator Communicator Gezondheidswerker 3. Gezondheidswerker Samenwerker Samenwerker 4. Onderzoeker Student Academicus Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

16 5. Gezondheidsbevorderaar Pleitbezorger van volksgezondheid Gezondheidsbevorderaar 6. Organisator Manager Manager 7. Beroepsbeoefenaar/Professional Beroepsbeoefenaar Beroepsbeoefenaar Toelichting: Ad 3 Gezondheidswerker dekt de benaming beter dan Samenwerker. De naam samenwerker lijkt op communicator. Ad 4 Onderzoeker past beter bij de bedoelde competenties, dan academicus of student. Het gaat om een onderzoekende houding. Ad 5 Gezondheidsbevorderaar is een meer toegankelijke en concrete benaming dan Pleitbezorger van volksgezondheid. Opbouw document Dit onderdeel is als volgt opgebouwd. Gekozen is voor een format, waarin per rol de competenties, deelcompetenties en gedragscriteria (of indicatoren) beschreven zijn. Deze gedragscriteria vormen de basis voor toetsing en accreditatie. Enerzijds concreet, anderzijds ruimte overlatend aan scholen. Het onderdeel onderscheidt 7 beroepsrollen en per beroepsrol 1 tot 4 (kern)competenties. Bijvoorbeeld in de rol van Communicator zijn dat: relatie opbouwen, gesprek voeren en rapporteren. In Paragraaf 2 vindt u een overzicht van de 7 beroepsrollen en bijbehorende competenties. In paragraaf 3 zijn per beroepsrol alle competenties uitgewerkt en geconcretiseerd. Per competentie zijn een aantal (soms wel 6) componenten van de competentie geconcretiseerd. We noemen dat deelcompetenties. Voor die deelcompetenties zijn gewenste gedragscriteria onderscheiden, die gebruikt worden voor het toetsplan. Er zijn geen niveaus in de (deel)competenties onderscheiden, zoals in het geldende BCP1 d.d. 2009: Knows, Knows how, Shows how en Does. Het niveau van een beginnend osteopaat is beschreven. Een beginnend start bekwaam osteopaat laat het eindgedrag zien, zoals omschreven in de gedragsindicatoren en hij wordt verondersteld de drie eerdere niveaus, die eerst aangeleerd worden ook te beheersen (Knows, Knows how, Shows how en Does). Op basis van praktijkervaring en eventuele vervolgscholing bereikt de osteopaat dan na zijn opleiding het gevorderd niveau. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

17 2. Overzicht van beroepsrollen en beroepscompetenties rollen competenties 1. Osteopatisch expert 1. Diagnose stellen 2. Behandelplan opstellen 3. Behandelen 4. Adviseren 2. Communicator 1. Relatie opbouwen 2. Gesprek voeren 3. Rapporteren 3. Gezondheidswerkers 1. Multidisciplinair samenwerken 2. Samenwerken in (multidisciplinair) team 3. Patiëntveiligheid bewaken 4. Onderzoeker 1. Beroepskennis onderhouden 2. Evidence based handelen 3. Bijdragen aan wetenschappelijke ontwikkeling en legitimering van het beroep en vak 4. Kennis over osteopathie verspreiden 5. Gezondheidsbevorderaar 1. Nood van patiënten herkennen 2. Reageren op maatschappelijke noden op vlak van gezondheid 3. Bijdragen aan verbetering van de gezondheid van patiënt en maatschappij 4. Actuele kennis met betrekking tot zorgverzekeringen toepassen Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

18 6. Organisator 1. Efficiënt organiseren van eenmans- of groepspraktijk en/of dienstverband 2. Ondernemen en netwerken 3. Financiën en administratie efficiënt organiseren 4. Effectief omgaan met patiënteninformatie 7. Beroepsbeoefenaar/professional 1. Toegewijd professioneel handelen 2. Verantwoordelijkheid nemen 3. Patiëntenzorg leveren, volgens beroepscode der Osteopaten, 4. Zelfstandig en met hoogstaande kwaliteit 5. Handelen in overeenstemming met de aan beroepsgroep gestelde eisen. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

19 3. Uitwerking beroepsrollen, competenties en deelcompetenties met gedragsindicatoren. rol competentie deelcompetentie Gedragscriteria/gedragsindicatoren Algemeen medische basis Heeft voldoende algemeen medisch basiskennis om de reikwijdte van eerdere medische Diagnose stellen kennis gegevens te kunnen overzien en goed te kunnen overleggen met de patiënt en medebehandelaars over de klachten en ziekten van de patiënt. Een veilige behandeling bieden Heeft voldoende algemeen medische basiskennis om bij een patiënt met medisch niet gediagnosticeerde klachten risicofactoren te herkennen en daarnaar te handelen, c.q. daarvoor te verwijzen. Algemene diagnose stellen Is in staat een algehele anamnese van en een lichamelijk onderzoek naar de gezondheidssituatie en het niveau (kwaliteit & kwantiteit) van welbevinden van de patiënt uit te voeren. Is 1 Osteopatisch expert Behandelplan opstellen Behandelen Adviseren Osteopathische diagnose stellen Kennis van contra-indicaties Indicatie osteopathische behandeling stellen Opstellen van behandelplan Uitleggen behandelplan Instemming voor behandelplan onderzoeken Evalueren behandelplan Beheersen de belangrijkste osteopathische behandeltechnieken Beheersen EHBOvaardigheden Beheersen algemene gezondheidsadvisering zich volledig bewust van de reikwijdte van de bevindingen uit deze assessment. In staat voorafgaand aan de osteopatische diagnosestelling alle relevante informatie vanuit verschillende bronnen en vanuit een verscheidenheid aan methoden (zoals anamnese, lichamelijk onderzoek, RX, artsenrapporten e.d.) te verzamelen en op te nemen met als uitkomst een complete osteopatische diagnose. Heeft kennis omtrent contra-indicaties voor een volledige osteopatische behandeling en contra-indicaties voor bepaalde osteopatische technieken Is op basis van alle diagnostische gegevens in staat tot het opstellen van differentiaal diagnostische overwegingen en onderbouwd een keuze te maken voor osteopatische behandeling dan wel door te verwijzen naar een andere behandelaar. In staat tot het opstellen van een behandelplan op basis van de algemeen medische én osteopathische diagnose. In staat tot het uitleggen aan de patiënt van het behandelplan. Laat zien dat hij steeds rekening houdt met het feit dat een goed advies pas effectief kan zijn wanneer het door de patiënt wordt geaccepteerd (Advies= kwaliteit x acceptatiegraad). In staat tot het tussentijds en aan het eind van de behandeling evalueren van het behandelplan Is volledig in staat tot het toepassen van de belangrijkste osteopathische behandeltechnieken. In staat tot EHBO / reanimatie zoals mond-op-mond beademing, hartmassage, behandeling van bloedingen, aanleggen van verbanden / zwachtels. In staat tot het herkennen en adequaat eerste hulp bieden aan patiënten in eerste lijn in geval van specifieke levensbedreigende aandoeningen zoals acuut syncope, hartaandoeningen en hersenaandoeningen (CVA). aansluitend op de algemene en osteopathische diagnosestelling en de behandeling is de osteopaat in staat om de patiënt handelings- en gedragsadviezen (waarbij ook voedingsad- Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

20 aansluitend bij de osteopathische diagnose viezen) aan te bieden die tot een algehele verbetering van de gezondheid en het welzijn van de patiënt leiden. Een nadere uitwerking van de rol osteopathisch expert treft u elders in dit document aan. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

21 rol competentie deelcompetentie Gedragscriteria/gedragsindicatoren Vertrouwen en inleven in Ontwikkelt een positieve therapeutische relatie met patiënt, gekenmerkt door vertrouwen en Relatie opbouwen andermans gevoelens empathie. Respect, betrokkenheid en Bouwt een goede verstandhouding op, verwoordt daarbij het osteopatisch onderzoek en begrip tonen handelen, met respect, betrokkenheid en begrip. Contact leggen/ontvangen Legt het eerste contact, en stelt zichzelf en de praktijk professioneel voor, telefonisch en fysiek. Ontvangt de patiënt en begeleidt hem bij de organisatie van de praktijk. Verdraagzaamheid tonen voor Houdt rekening met diversiteit en het unieke van zijn patiënten: cultureel etnisch, sociaal diversiteit economisch, sekse, leeftijd en persoonlijke opvattingen. Bezorgdheid tonen voor de Stelt de patiënt gerust, zowel voor, tijdens als na de behandeling. patiënt Actief luisteren Luistert actief: laat de ander uitspreken, stelt vragen ter verduidelijking en vervollediging, Gesprek voeren toetst of de ander het begrepen heeft, identificeert de vraag en verwachtingen. Non verbale communicatie Beantwoordt op gepaste manier de non verbale communicatie. Rustig spreken Spreekt rustig en formuleert helder, last zo nodig pauzes in, zodat de patiënt ruimte heeft om te reflecteren. Vragen stellen Kan verschillende soort vragen stellen en doorvragen: inleidende vragen, vervolgvragen, reflectievragen, open en gesloten vragen. Informatie zoeken, verwerken Zoekt relevante informatie bij patiënt en indien nodig, bij familie, collega s en andere en verhelderen disciplines binnen de gezondheidszorg. Informatie en verklaringen Informeert de patiënt over mogelijkheden en beperkingen van de osteopathie. overbrengen Respectvol omgaan met Gaat respectvol om met gevoelige informatie van de patiënt, zodat de privacy en het gevoelige informatie vertrouwen niet worden geschonden. Actieve rol van patiënt Nodigt de patiënt uit actief ruimte in te nemen in het gesprek, en stimuleert actieve rol in stimuleren bewustwording van zijn levensstijl en het gevolg voor zijn gezondheid. Uitleg betreffende diagnose en Geeft uitleg betreffende diagnose en behandelstrategie en eventuele alternatieven, in begrijpbare opstellen behandelplan taal voor de patiënt, rekening houdend met leeftijd en achtergrond. Geeft bij een complex diagnostisch beeld, indien nodig, een gedetailleerde uitleg van de 2 Communicator Rapporteren aanleggen van verbanden / zwachtels Samenvatten Patiëntgegevens uit consultatie in dossier noteren mogelijke oorzaken (en hun samenhang) van disfunctioneren. Stimuleert een open discussie met patiënt, familie en andere disciplines en betrekt hen bij het komen tot overeenstemming en het nemen van beslissingen. Vraagt steeds om toestemming met betrekking tot het behandelplan. Kan een heldere en bondige samenvatting geven van het gesprek. Noteert patiëntgegevens overzichtelijk, overdraagbaar en in correct Nederlands in een medisch dossier, en hanteert correct medisch taalgebruik, volgens de richtlijnen Osteopathische verslaglegging van de NVO. In alle fases van het behandelproces: Diagnostische fase: anamnese, onderzoek, osteopathisch diagnose. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

22 Mondeling reageren op moeilijke communicatieve situaties Therapeutische fase: behandelplan, behandeling, evaluatie Reageert gepast en op humane manier op moeilijke communicatieve situaties, zoals het brengen van slecht nieuws, het reageren op frustratie, boosheid, verwarring. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

23 rol competentie deelcompetentie Gedragscriteria/gedragsindicatoren Actieve en doelmatige Streeft overleg na, kan zijn competenties beschrijven en bespreken met collega s in de Multidisciplinair samenwerking met collega s in gezondheidszorg, maar toont zich ook bewust van de grenzen van de samenwerking en de samenwerken de gezondheidszorg nastreven grenzen van het vak. Realiseren van ketenzorg Respecteert competenties, functies en verantwoordelijkheden van andere zorgverleners, draagt bij aan continuïteit en kan adequaat en tijdig doorverwijzen. Netwerken met professionals Kan netwerken met andere professionals opbouwen en onderhouden. Respecteren van Houdt zich aan afspraken en behandelt verkregen informatie volgens Beroepscode Osteopathie. beroepsgeheim 3 Gezondheidswerker Samenwerken in (multidisciplinair) team Patiëntveiligheid bewaken In teamverband een behandelplan opstellen Afstemmen van werkzaamheden op anderen In teamverband beslissingen nemen Onderzoeksvraagstukken samen oplossen en leren van elkaar Kan adequaat en effectief vergaderen Feedback geven en ontvangen Conflicten hanteren Behandelrichtlijnen van NVO/NRO toepassen Werkt in interprofessioneel team van experts samen aan onderzoek en optimaal behandelplan voor patiënt, en is daarbij hulpvaardig en collegiaal. Kan adequaat functioneren in teamverband, houdt daarbij rekening met consequenties van eigen handelen voor andere professionals in het team en stemt eigen werkzaamheden af op die van anderen, met respect voor diversiteit. Kan gemeenschappelijke beslissingen nemen. Lost in teamverband onderzoeksvraagstukken op, deelt osteopatische kennis met het team, diept samenwerkingsmogelijkheden uit, met multilaterale invloed en betrokkenheid op elkaars domein. En deelt daarbij administratieve verantwoordelijkheden. Neemt deel aan interprofessionele vergaderingen en respecteert de dynamiek, de ethiek, vertrouwelijkheid en professionaliteit van een team. Kan professioneel en constructief feedback geven en ontvangen volgens de regels van feedback. Respecteert misverstanden en meningsverschillen, herkent eigen vooroordelen en grenzen, en voert in het team een opbouwende discussie om conflicten op te lossen. Houdt bij de behandeling rekening met patiëntveiligheid, zoals geformuleerd in de behandelrichtlijnen. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

24 rol competentie deelcompetentie Gedragscriteria/gedragsindicatoren Eigen leerbehoeften en Reflecteert op eigen ontwikkeling in de rollen, herkent hiaten in kennis en vaardigheden, Beroepskennis leervragen kennen stelt leervragen en pakt die zelfstandig aan. onderhouden Levenslang leren Stelt zich voortdurend op de hoogte van nascholingscursussen en seminaries, onderhoudt een eigen nascholingsplan en dat van anderen om de kennis op peil te houden en voldoet daarbij aan zich ontwikkelende eisen voor nascholing van beroepsgroep. Intercollegiale toetsing Bevordert intercollegiale toetsing en maakt effectief gebruik van intercollegiale consultatie. Onderzoeksresultaten Kan onderzoeksresultaten betreffende osteopathie en geneeskunde adequaat analyseren Evidence based interpreteren en kritisch interpreteren, met voldoende methodologische vaardigheid. Kent daarbij de handelen huidige wetenschappelijke begrenzingen van de praxis. Onderzoeksresultaten toepassen Past relevante en actuele onderzoeksresultaten c.q. wetenschappelijke informatie in, in de eigen osteopathie praktijk. 4 Onderzoeker Bijdragen aan wetenschappelijke ontwikkeling en legitimering van het beroep en vak wetenschappelijk onderzoeken uitvoeren Actief participeren in kennisnetwerken bewijsmateriaal zoeken Stagiaires begeleiden Onderzoekt wetenschappelijk verantwoorde vragen naar effectiviteit en kwaliteit van osteopathie, registreert systematisch behandelgegevens. Neemt actief deel aan intervisie, kennisnetwerken, beroepsverenigingen. Voert ethisch verantwoorde onderzoeken uit of zoekt bewijsmateriaal in de vakliteratuur. Is bereid stagiaires te begeleiden in de praktijk. Kennis over osteopathie verspreiden Nood aan kennis identificeren Actuele kennis overdragen kennisoverdracht evalueren Identificeert de nood aan kennis rond zijn beroep. Gebruikt effectieve media om kennis met betrekking tot Osteopathie over te dragen naar individuen, studenten, collega s of het publiek. Evalueert zijn overdracht aan kennis. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

25 rol competentie deelcompetentie Gedragscriteria/gedragsindicatoren Vragen en noden van patiënt Herkent en reageert op vragen van patiënt als deel van zijn zorg. Nood van herkennen patiënten herkennen 5 Gezondheidsbevorderaar Reageren op maatschappelijke noden op vlak van gezondheid Bijdragen aan verbetering van de gezondheid van patiënt en maatschappij Actuele kennis met betrekking tot zorgverzekeringen toepassen Relevante vakliteratuur en actuele ontwikkeling in gezondheidszorg kennen Belangen van beroepsorganisatie herkennen Preventiebeleid voeren Adviseren over preventie en voorlichting Osteopatische informatie publiceren Eigen verantwoordelijkheid voor de gezondheid stimuleren Eigen invloed op structuur van gezondheidszorg uitoefenen Open staan voor second opinion Met justitie communiceren Inzicht met betrekking tot maatschappelijke invloed factoren op gezondheid toepassen Kennis van Zorgverzekeringen toepassen Toegang tot polisgegevens realiseren Houdt relevante vakliteratuur en media bij, betreffende de actuele ontwikkeling in de gezondheidszorg. Volgt actief de ontwikkelingen van relevante beroeps- of branche organisatie. Ontwikkelt maatregelen met betrekking tot gezondheidsbevorderend gedrag en verminderen van risico s zoals preventieplan. Adviseert over preventie en geeft voorlichting over gezondheidsproblemen aan individuen en maatschappij, als representant van de beroepsgroep der Osteopaten. Is in staat relevante osteopatische informatie aan publiek of media over een gezondheidsprobleem te presenteren. Stimuleert patiënten om eigen verantwoordelijkheid te nemen voor eigen gezondheid, betreffende levensstijl. Herkent zijn invloed op de structuur van de gezondheidszorg. Voert eenmalig consult uit ten behoeve van second opinion. Communiceert, indien nodig, en conform de deontologische code, met justitie. Past zijn brede inzicht toe met betrekking tot psychologische, biologische, sociale, culturele en economische factoren die de gezondheid van patiënten mede bepalen. Past zijn actuele kennis van aanvullende verzekeringen en vergoedingen geleverd door zorgverzekeringen, toe in eigen praktijk. Laat zien dat hij toegang kan krijgen tot polisgegevens van zorgverzekeringen en interpreteert deze wat betreft vergoeding voor osteopatische behandelingen. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

26 rol competentie deelcompetentie Gedragscriteria/gedragsindicatoren Efficiënt managen en aansturen Organiseert mensen, middelen en informatie binnen de praktijk zodat een continue zorg Efficiënt van collega s op startniveau geboden kan worden. organiseren van Optimaliseren van Draagt constructief en doelmatig bij aan inrichting, realisatie en verbetering van bedrijfsvoering: eenmans- of werkprocessen, faciliteiten en werkprocessen, faciliteiten en werkklimaat. groepspraktijk werkklimaat en/of Richtlijnen van beroepsgroep Richt de praktijk in volgens de richtlijnen van de beroepsgroep. dienstverband toepassen Plannen van tijd en menskracht Organiseert zijn tijd- en werkschema efficiënt, evenals afstemming van onderlinge taak en werkverdeling. Bereikbaarheid organiseren Is goed bereikbaar conform richtlijnen van WGBO. Transparante werkafspraken Hanteert, evalueert en actualiseert transparante werkafspraken. hanteren Patiënten tijdig en goed Informeert patiënten adequaat en tijdig over het eventueel niet doorgaan van afspraken. informeren over afspraken Loopbaan plannen Reflecteert voortdurend op zijn kwaliteiten en werkmotieven, dilemma s en uitdagingen en stuurt zijn eigen loopbaan. Welzijn- en Time management Waakt over eigen tijd en arbeidsomstandigheden en zoekt een goed werk / vrije tijdsevenwicht. Strategisch beleid voeren Signaleert veranderingen in omgeving, schat de betekenis voor de potentiële behoefte aan osteopathie. Brengt sterkte en zwakte analyse van eigen praktijk in kaart en draagt bij aan een ondernemingsplan. 6 Organisator Ondernemen en netwerken Financiën en administratie efficiënt organiseren Praktijk positioneren en PR netwerken Financiën en administratie Positioneert zijn praktijk in de regio en brengt deze op een positieve manier onder de aandacht. Onderhoudt relevante netwerken van collega s en andere relevante partijen over nieuwe diensten en faciliteiten osteopathie. Neemt zijn administratieve, financiële en sociale verplichtingen op tegenover patiënt, zorgverzekeringen en regelgevende instanties. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

27 Effectief omgaan met patiënteninformatie Patiënt registratiesystemen effectief gebruiken Privacy van patiënt beschermen Adequaat en efficiënt administratief handelen Is in staat tot het volwaardig gebruik van een papieren of software-patiëntenregistratiesysteem. Heeft kennis van een effectieve softwaresystemen voor patiëntenregistratie. Draagt zorgvuldig zorg voor patiëntgegevens. Handelt volgens de richtlijnen voor de privacybescherming van de patiënt. Vervult zijn administratieve verplichtingen tegenover de patiënt, de zorgverzekeringen en de regelgevende instanties op een efficiënte manier. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

28 rol competentie deelcompetentie Gedragscriteria/gedragsindicatoren Ethisch verantwoord handelen Toont ethisch professioneel gedrag in zijn beroepsuitoefening conform het beroepscompetentieprofiel, Toegewijd beroepscode en aanhangende reglementering. professioneel Compassie en zorg tonen Toont toewijding, empathie en altruïsme in zijn beroepsuitoefening. handelen Respectvolle Integere Bejegent patiënten integer en respectvol. bejegening Omgaan met eigen emoties Reflecteert bij uitoefening van zijn beroep op eigen emoties. Reageert gepast op non-professionaliteit van anderen. Omgaan met verantwoordelijkheden Toont de verantwoordelijkheden te kennen ten opzichte van patiënten, collega s en be- Verantwoordelijkheid ten opzichte van roepsgroep. nemen patiënten, collega s en beroepsgroep Professionele Gaat op gepaste wijze om met moeilijke en indrukwekkende situaties. verantwoordelijkheid nemen voor moeilijke situaties 7 Beroepsbeoefenaar (professional) Patiëntenzorg leveren, volgens beroepscode der Osteopaten, zelfstandig en met hoogstaande kwaliteit Handelen in overeenstemming met de aan beroepsgroep gestelde eisen Bijdragen aan kwaliteit van leven en welbevinden Uitgaan van probleemervaring patiënt Kritisch inzicht in eigen mogelijkheden en beperkingen toepassen Kritisch inzicht ten aanzien van osteopatische indicatiestelling en behandeling hanteren Verantwoordelijkheid nemen en aanspreekbaar zijn Kritisch vinden en omgaan met informatiebronnen Actuele wetgeving en ethische overwegingen toepassen Handelen conform de Wet Persoonsregistratie Handelen conform de Beroepscode Osteopathie Levert zelfstandig, onafhankelijke en specifieke gezondheidszorg die bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van leven en welbevinden. Werkt patiëntgericht en stelt de individuele probleemervaring van de patiënt centraal. Beschikt over kritische vaardigheden in eigen mogelijkheden en beperkingen. Kan een osteopatische indicatiestelling en behandeling naar aanleiding van een evaluatie bijstellen. Is verantwoordelijk en aanspreekbaar op genomen beslissingen, feitelijk handelen en de consequenties daarvan en handelt in overeenstemming met de vigerende regelgeving. Kan, in geval van twijfel, aanvullende informatie en literatuur uit moderne media zoeken, selecteren en kritisch beoordelen. Past actuele wetgeving zoals zwijgplicht, en beroepscode toe in eigen praktijk. Handelt conform de essentie van de Wet Persoonsregistratie en kent de relatie tussen de Wet en de osteopatische beroepspraktijk. Handelt conform de essentie van de Beroepscode Osteopathie en kent de relatie tussen de Wet en de osteopatische beroepspraktijk. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

29 Geraadpleegde bronnen: - Beroepscompetentieprofiel Osteopathie CVA, NVO en NRO maart, Raamplan opleiding tot Osteopaat 2013, Beroepscompetentieprofiel versie 2.0 Osteopathie 2013, vernieuwde versie in opdracht van NVO en NRO, versie CanMEDS rollen en belangrijkste aandachtspunten per rol Erasmus MC, Opleidingsinstituut Geneeskunde - Beroepsprofiel Fysiotherapie, (SROF) Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, Amersfoort, Meijers, F.J.M. (2004). Het verantwoordelijkheidsdilemma in het beroepsonderwijs. Intreerede als lector Pedagogiek van de Beroepsvorming aan de Haagse Hogeschool - Meijers, F.J.M., M. Kuijpers & Bakker. Over leerloopbanen en loopbaanleren. Het Platform beroepsonderwijs 2006 Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

30 Uitwerking inhoud van het vak osteopathie Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

31 Indicaties osteopathie De indicatie voor een osteopathische behandeling is de aanwezigheid van mobiliteitsverlies van bindweefselstructuren in relatie tot hun deelname aan de klachten van de patiënt. Osteopathie kan in de meeste klinische omstandigheden, met uitsluiting van contra-indicaties, een bijdrage leveren aan het herstel van de patiënt. Het specifieke terrein waarbij osteopathie bij uitstek een toegevoegde waarde heeft op het regulier medisch handelen is de behandeling van functionele aandoeningen, aspecifieke klachten en somatisch onverklaarbare lichamelijke klachten (SOLK). Daarnaast zijn er vele aandoeningen / syndromen / klachten bekend waarbij osteopathie zijn complementaire waarde kan hebben. Voorbeelden van klachten en aandoeningen waarvoor osteopaten regelmatig geconsulteerd worden: Hoofdpijn, migraine, duizeligheid, functionele buikklachten zoals prikkelbare darmsyndroom, nek- en rugklachten met en zonder irradiatie, pijn tussen de schouderbladen, diverse problemen met de gezondheid van kinderen en baby s, enz. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

32 Contra-indicaties, rode en gele vlaggen en beperkingen van het beroep osteopaat Inleiding Werkend in de eerstelijns gezondheidszorg hebben osteopaten de verantwoordelijkheid een diagnostiek te stellen die hen moet toelaten een onderscheid te maken wat al dan niet binnen de bekwaamheid en de bevoegdheid valt van de osteopathische geneeskunde. Specifieke handelingen en technieken kunnen gecontraïndiceerd zijn binnen specifieke omstandigheden. Echter een contra- indicatie bij een manuele behandeling van een bepaald lichaamsdeel sluit geen osteopathische behandeling in een andere regio uit. In hetzelfde opzicht is een contra- indicatie voor een specifieke handeling geen uitsluitsel voor een andere en meer aangepaste techniek bij diezelfde klinische situatie. Zo kan bijvoorbeeld een gebied, dat niet behandeld mag worden met een directe techniek, in alle veiligheid en met voldoende efficiëntie via een indirecte techniek genormaliseerd worden. Absolute en relatieve contra- indicaties binnen de osteopathische geneeskunde refereren meestal naar de uitgevoerde techniek. Directe technieken zoals Muscle Energy technieken (MET), manipulaties (HVLA- technieken) en articulaire mobilisaties hebben andere veiligheidscriteria dan indirecte technieken zoals bepaalde fascia technieken. Het is bekend dat het toepassen van manipulatieve HVLA technieken in gecontraïndiceerde situaties gevaren op kan leveren voor de patiënt. Daarentegen is er slechts weinig gepubliceerd over de gevaren van andere technieken. Maatregelen om de veiligheid te optimaliseren betreffen een nauwkeurige anamnese en onderzoek voorafgaande aan de behandeling. Signalen en symptomen van vasculaire- en neurogene belemmeringen en andere relatieve en absolute contra-indicaties dienen te worden opgemerkt voorafgaande aan eventuele manipulatieve behandeling. De meeste complicaties van high velocity thrusts kunnen voorkomen worden door mensen met contra-indicaties niet te behandelen. De volgende factoren kunnen een indicatie zijn voor mogelijke contraindicaties: ouder dan 50 jaar, geschiedenis van een ernstig ongeval, koorts, geschiedenis van langdurig gebruik van corticosteroïden, onverklaarbaar gewichtverlies, verleden met kanker, adenopathie, geschiedenis van ernstige systemische inflammatoire artritiden of vasculitiden, endocrinologische aandoeningen die het calcium metabolisme beïnvloeden, de aanwezigheid van neurologische symptomen en arteriële insufficiëntie. Osteopaten gebruiken hun kennis van de pathologie en hun kennis over de werkingsmechanismen van hun technieken om tot mogelijke contra-indicaties te komen. Op deze manier is de onderstaande lijst samengesteld. De weigering van een patiënt of het ontbreken van zijn toestemming voor bepaalde technieken is een absolute contra- indicatie. Directe technieken Absolute contra- indicaties voor directe krachtige technieken bij systemische aandoeningen Ongecontroleerde of vermoede bloedingproblematiek Coagulatieproblematiek Behandeling met anticoagulantia zonder recente evaluatie en laboratoriumgegevens Congenitale of verworven bindweefselpathologie met verlies van weefselintegriteit Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

33 Omschreven bot-, pees-, ligamentaire of gewrichtsinstabiliteit die voortkomt uit metabole pathologie, maligniteiten, reumatische aandoeningen, bottuberculose, etc. Absolute contra-indicaties voor het toepassen van cervicale HVLA technieken en doorvoeren maximale cervicale flexie Zuigelingen Acute artritis Relatieve contra- indicaties voor directe technieken Osteopenie Osteoporose Prepubertaire kinderen Ouderen Absolute contra- indicaties voor directe technieken toegepast op een lokale structuur Aneurysma Acute hydrocephalus Hydrocephalus van onbekende oorsprong Acute CVA Acute cerebrale ischemie, inculief TIA Vermoeden van arterio- veneuse malformatie Acute cholecystits Acute appendicitis Acute discushernia met progressieve neurologische evolutie Evidentie van vasculair lijden Gecompromitteerde arteria vertebralis Acuut cauda equina syndroom Lens implantaat (vroeg postoperatieve periode) Ongecontroleerd glaucoom Neoplasmata Risico van botpathologie, zoals: osteomyelitis, bottuberculosis, etc. Absolute contra- indicaties voor directe technieken, in het bijzonder HVLA of impulsen toegepast op een lokale structuur Specifieke technieken ter hoogte van intern fixatiemateriaal Lokale bot- of gewrichtsinstabiliteit Acute fracturen en pseudartrose Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

34 Bot of intramusculaire hematomen Relatieve contra- indicaties voor directe technieken, in het bijzonder HVLA of impulsen toegepast op een lokale structuur Vertebrale discushernia zonder progressieve neurologische evolutie Instabiele (progressieve) spondylolisthesis Articulaire hypermobiliteit Benigne bottumoren Ligamentaire verrekking Acute whiplash traumata Postoperatieve situaties Acuut of subacuut trauma Indirecte technieken Absolute contra- indicaties voor indirecte technieken toegepast op een lokale structuur Acute hydrocephalus van onbekende oorsprong Acute CVA (hypoxisch of ischemisch) Acute cerebrale bloeding Arterio- veneuze malformatie Cerebraal aneurysma Acute peritonitis Acute appendicitis of andere viscerale ziekte met vermoeden van lekkage of ruptuur Recent gesloten hoofdtrauma met vermoeden van intern trauma Relatieve contra- indicaties voor indirecte technieken toegepast op een lokale structuur De relatieve contra- indicaties, eigen aan indirecte technieken, gaan samen met de graad van het acuut zijn van het probleem. Neoplasma Metastasen Rode en gele vlaggen Rode en gele vlaggen betreffen respectievelijk medische- en psychosociale signalen die door osteopaten moeten worden opgemerkt en die aanleiding kunnen geven voor verwijzing naar de huisarts of behandelend specialist. Het kunnen signaleren van de betreffende symptomen en op grond daarvan adequate beslissingen nemen is uitermate belangrijk met het oog op de patiëntveiligheid. Daarbij moet worden opgemerkt dat deze signalen in de praktijk niet op zich zelf staan. Dan gaat het vaak om combinaties van symptomen. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

35 Beperkingen van het beroep osteopaat Naast de taakgebieden van het beroep osteopaat behoren verschillende taken niet tot het functiegebied van de osteopaat: i. Het plegen van aan artsen voorbehouden handelingen (wet-big) De voorbehouden handelingen staan beschreven in de wet-big (wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg, 1993). Deze handelingen zijn voorbehouden aan de beroepen die in de wet-big beschreven staan onder artikel 3. De voorbehouden handelingen zijn: heelkundige handelingen (verstoring van de samenhang van lichaamsweefsels) verloskundige handelingen cathererisaties en endoscopieën injecteren (intraveneus, intramusculair, intracutaan) verrichten van puncties toepassen van algehele anesthesie toepassen van ioniserende straling electieve cardioversie (electrotherapie bij hartritmestoornissen) defibrillatie toepassen van electroconvulsieve therapie (electroshock) toepassen van steenvergruizing door middel van geluidsgolven en laserlicht handelingen gericht op het anders dan op natuurlijke wijze tot stand brengen van een zwangerschap. ii. Het behandelen van levensbedreigende aandoeningen De term levensbedreigend dient te worden toegepast op deelgebieden van: acute aandoeningen infectieziekten besmettelijke aandoeningen oncologie (De behandeling van reeds manifeste ernstige aandoeningen kan wel bestaan uit het op een osteopathische manier begeleiden en ondersteunen van de symptomen die de aandoening met zich mee brengt. De eindverantwoordelijkheid blijft echter te allen tijde bij de behandeld arts of specialist. Indien geen arts of specialist in de therapie betrokken is, dient van verdere behandeling te worden afgezien met uitzondering van het toepassen van E.H.B.O. en reanimatie.) Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

36 Het osteopathisch consult Osteopaten beoefenen een manueel beroep met een specifieke handvaardigheid. De behandeling berust op een osteopathische diagnostiek gevormd door een diepgaande anamnese, een klassiek lichamelijk onderzoek aangevuld met een specifiek osteopathisch onderzoek van de patiënt, waarbij de osteopaat specifieke aandacht heeft voor bewegingsbeperkingen van alle mogelijke bindweefselstructuren. Het osteopathische zorgverleningsproces wordt gekenmerkt door een aantal fases (bv. diagnostische en therapeutische fase, etc.). In elk van deze fases wordt een aantal stappen doorlopen (bv. anamnese, onderzoek, etc.). Het spreekt vanzelf, dat uitvoerige bespreking van anamnese en de vele onderzoeksen behandelmethoden buiten het bestek van dit BCP vallen. Niettemin zal in dit hoofdstuk een indeling van de diagnostische en therapeutische fases met de bijbehorende stappen worden beschreven en zal per stap worden aangegeven welke stappen worden doorlopen. De inhoud van elk onderzoek en van elke behandeling wordt vastgelegd conform de NVO Richtlijn Osteopathische Verslaglegging. (zie bijlage xx) In de klinische setting kunnen onderzoek en behandeling vloeiend in elkaar overlopen en zal er tijdens de behandeling regelmatig terug onderzocht worden wat de reactie van de behandeling op het lichaam is. De duur van een consult staat niet vast. Het doel is resultaat bereiken: verdwijnen of afname van de osteopathische disfunctie: verbetering van de weefselmobiliteit, normalisering tonus en/of afname van de pijn. Zodra een optimaal resultaat voor dat moment bereikt is kan de hands on behandeling afgesloten worden. In de dagelijkse praktijk kan de duur van een consult afhangen van de ervaring van de osteopaat, de complexheid van het klinische beeld van de patiënt, de aangewende technieken en de tijd die benodigd is de patiënt uitleg te verschaffen over de behandeling, het behandelplan en -doel en prognose. Diagnostische fase, de aanmelding Om op voorhand te kunnen inschatten of de patiënt bij de osteopaat op de juiste plaats is wordt gevraagd naar de reden van aanmelding. Hiermee kan een vertraging in het verkrijgen van de juiste (wellicht andere dan osteopathische) zorg worden voorkomen. Diagnostische fase, de anamnese Door een anamnese vormt de osteopaat zich een beeld van de gepresenteerde klacht(en). Tevens wordt er uitvoerig ingegaan op de medische voorgeschiedenis van de patiënt om ook een beeld te vormen van de algehele gezondheid van de patiënt en van de voorvallen die zijn voorafgegaan aan het actuele beeld van de patiënt. Hij let op de mogelijke fysische en mechanische omgevingsinvloeden (bv. traumata, zwangerschap en bevalling, soort werk en sportactiviteiten, etc.). Een gerichte bevraging dient de osteopaat in staat te stellen om potentieel ernstige pathologieën (rode en gele vlaggen) uit te sluiten en het differentiaal diagnostisch landschap verder uit te diepen. De anamnese ondersteunt het klinisch redeneren en de uiteindelijke analyse van het gezondheidsprobleem, de osteopathische diagnose. Een goede anamnese is ook een instrument in handen van de osteopaat om een gericht lichamelijk onderzoek uit te voeren en informeert hem tevens over hoe de patiënt zijn klacht ervaart. In het verslag van de anamnese worden alle gegevens vastgelegd die tijdens het consult worden gevraagd. Ook gegevens die verkregen zijn met vragenlijsten, relevante onderzoeksgegevens die de patiënt meebrengt (röntgenverslagen, overdrachten, etc.) worden vastgelegd. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

37 Reden van contact/hulpvraag: Tijdens het eerste consult zal de patiënt de reden van het bezoek aan de osteopaat verwoorden en zal de osteopaat vragen stellen om deze hulpvraag en de verwachtingen van de patiënt duidelijk te krijgen. Klachtbeschrijving, ontstaansgeschiedenis, beloop: De osteopaat stelt vragen over de aard, het ontstaan en de evolutie van de klachten. Medische voorgeschiedenis: De osteopaat vraagt naar alle (relevante) gegevens die betrekking hebben op de medische voorgeschiedenis van de patiënt. Overige factoren: De osteopaat vraagt naar overige factoren. Te denken aan persoonlijke en sociale omstandigheden, medicijngebruik, traumatische gebeurtenissen en voedingspatroon. Tractusanamnese: Een onderdeel van het osteopathische diagnostische proces is de tractusanamnese. Hier wordt doorgevraagd naar alle gegevens op het gebied van doorgemaakte ziektes, aandoeningen en klachten. Deze informatie kan gevolgen hebben voor het klinisch redeneren en de osteopathische diagnose maar in het bijzonder ook voor het bepalen van de aanwezigheid van contra-indicaties en rode en gele vlaggen. Anamnese bij zuigelingen en kinderen: Bij kinderen wordt er voor een groot deel gebruik gemaakt van een heteroanamnese indien mogelijk aangevuld door informatie afkomstig van het kind. Speciale aandacht wordt gegeven aan de zwangerschap, de geboorte en de postnatale periode, de groei, de voeding, de slaap en aanwezige allergieën. Ook zijn de motorische mijlpalen, de sensomotorische ontwikkeling, de prestaties op bijvoorbeeld school en sport, etc. van belang. Samenvatting anamnese: Samengevat vergaart de osteopaat in de anamnese informatie over de volgende onderwerpen: Reden van contact/hulpvraag, klachtbeschrijving, ontstaansgeschiedenis, beloop, beïnvloedende factoren, dag/nachtpatroon, geassocieerde klachten, verwachtingen patiënt, medische voorgeschiedenis waaronder andere/ eerdere (para-)medische zorg, medische verrichtingen, medicatie, aanvullend onderzoek, trauma's, nevenpathologie, familieanamnese. Navraag van factoren als woon- en thuissituatie, beroep, sport, hobby's en psychosociale aspecten. In de tractusanamnese worden screenend vragen gesteld over het functioneren van de diverse lichaamsgebieden. Diagnostische fase, het onderzoek Het osteopathisch onderzoek bestaat meestal uit een combinatie van specifiek osteopathische onderzoekstechnieken en klassiek klinische onderzoekstechnieken. De osteopaat maakt gebruik van inspectie, actief en passief bewegingsonderzoek, weerstandstesten, palpatie, percussie, auscultatie, neurologisch onderzoek, differentiatietesten, provocatietesten en maakt indien nodig gebruik van meetinstrumenten om een indruk te krijgen van omvang van lichaamsdelen, lengte, gewicht, pols en bloeddruk. De osteopaat zal het betroffen gebied eerst onderwerpen aan een aantal specifieke tests om de aard van de klacht vast te stellen. Zo wordt het bewegingsapparaat onderzocht, maar wordt ook het zenuwstelsel, de orgaansystemen, de huid, de schedel en dergelijke aan een indicatie en uitsluitingonderzoek onderworpen. Hierbij heeft de osteopaat speciale aandacht voor rode vlaggen en contra-indicaties voor osteopathische behandeling. Op deze manier stelt de osteopaat vast wat de aard van de klacht is om dan vervolgens via zijn specifiek osteopatisch onderzoek op zoek te gaan naar verandering van mobiliteit in kwaliteit en kwantiteit in de weefsels welke een rol kunnen spelen bij het ontstaan of onderhouden van de klacht. Aan de hand van de gegevens uit de anamnese en lichamelijk onderzoek kan de osteopaat beslissen of aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Daarvoor verwijst hij naar de huisarts of behandelend specialist. De osteopaat is competent om onderzoeksverslagen van basaal aanvullend medisch onderzoek zoals laboratoriumonderzoek en medische beeldvorming te interpreteren. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

38 Tijdens het lichamelijk onderzoek zoekt de osteopaat naar weefselveranderingen en verminderde weefselmobiliteit. De osteopaat maakt gebruik van diverse soorten tests bij de uitvoering van het lichamelijk onderzoek om deze osteopathische disfuncties op te sporen. De osteopaat begint met een algemeen onderzoek naar de verandering van mobiliteit in kwaliteit en kwantiteit. Hierbij besteedt hij aandacht aan alle bindweefselstructuren van het menselijk lichaam. Hij gaat vervolgend een bepaalde regio in het lichaam nader onderzoeken. Hierbij maakt hij gebruik van palpatie en mobiliteitsonderzoek waarbij er met name op mobiliteit gelet wordt maar ook op asymmetrie, veranderingen in tonus en weefseltextuur en -gevoeligheid. Er zijn geen afgebakende grenzen in het menselijk bindweefsel en de osteopaat onderzoekt dan ook het gehele lichaam, zowel oppervlakkig als diep. In het onderzoek richt de osteopaat zich op het vaststellen van de meest relevante osteopathische disfuncties die worden gekenmerkt door een verandering van de weefselmobiliteit. De osteopaat tracht het ontstaansmechanisme van deze disfuncties aan de hand van verschillende specifieke tests te achterhalen. De osteopaat tracht door middel van de testen te achterhalen welke van de veranderingen van mobiliteit in kwaliteit en kwantiteit meer oorzakelijk zijn en welke meer een gevolg zijn van de oorzakelijke disfuncties. Hij tracht zo inzicht te krijgen in de oorzaak gevolg relaties binnen het disfunctioneren van de patiënt. Na het osteopathische onderzoek en eventueel aangevuld met resultaten van aanvullend medisch onderzoek heeft de osteopaat gegevens die leiden tot de uiteindelijke osteopathische werkdiagnose en het opstellen van een behandelplan. Dit alles wordt besproken met de patiënt. Diagnostische fase, de osteopathische diagnose Na het stellen van de osteopathische diagnose bespreekt de osteopaat met de patiënt de prognose en of de klachten een indicatie vormen voor osteopathie. De osteopaat geeft in voorkomende gevallen tevens aan wanneer voor enige behandeling geen osteopathie maar een andere methode gebruikt zou kunnen worden. In principe behandelt een osteopaat alleen met osteopathie, en verwijst hij voor andere methoden naar betreffende beroepsbeoefenaren. De indicatie voor een osteopathische behandeling is de aanwezigheid van veranderingen van mobiliteit in kwaliteit en kwantiteit van bindweefselstructuren in relatie tot hun deelname aan de klachten van de patiënt. Therapeutische fase, het behandelplan Er is een osteopathische diagnose gesteld en er wordt een plan van aanpak met de patiënt besproken. Dit behandelplan bestaat uit een osteopathische conclusie, de behandeldoelstellingen en de geplande verrichtingen. Er wordt met de patiënt besproken wat het beoogde eindresultaat / hoofddoel is en de beoogde tussenresultaten en het aantal sessies die verwacht worden. Ook worden de beperkingen van de osteopathie en / of de osteopaat aangegeven. De patiënt wordt tevens geïnformeerd over mogelijke risico s en nevenverschijnselen. Er is pas sprake van een behandelingsovereenkomst indien de patiënt akkoord heeft gegeven. Dit akkoord wordt genoteerd in het dossier. De toestemmingsverklaring bij handelingen van ingrijpende aard vindt plaatst volgens een informed consent procedure. Therapeutische fase, de behandeling De behandeling is gebaseerd op de deskundige toepassing van osteopathische manuele technieken afgestemd op de individuele persoon, en versterkt met andere zelfhulp maatregelen, zoals begeleiding bij voeding, levensstijl en lichaamsbeweging. De aanpak benadrukt de integratie van het steun- en bewegingsapparaat (bindweefsel) met andere lichaamsstructuren en -systemen en de wederkerige invloeden die de verschillende lichaamssystemen op elkaar hebben. De osteopaat tracht door manuele handelingen gericht op anatomische structuren, de mobiliteit van lichaamsweefsels te normaliseren. Op deze wijze tracht de osteopaat pijn te verminderen en lichaamsfuncties te verbeteren met als streven de gezondheid van de patiënt te bevorderen. De osteopaat staat een gamma aan manuele technieken ter beschikking. Factoren die de keuze van aanwending van een bepaald behandelingsverloop en bepaalde manuele technieken bepalen, zijn: de klacht van de patiënt, zijn ziektetoestand, zijn leeftijd, zijn algemene gezondheidstoestand en de bevindingen uit zijn voorgeschiedenis en het osteopathisch onderzoek. Daardoor zijn de gekozen technieken en haar integratie in het globaal behandelingsverloop specifiek te noemen voor elke patiënt en worden de klachten van de patiënt in een zo breed mogelijke context gezien. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

39 Therapeutische fase, vervolgbehandeling Behandelduur en frequentie zijn afhankelijk van de individuele patiënt en zijn klacht. Bij elk patiëntencontact vindt een evaluatie plaats door te vragen naar het effect van de behandeling en het beloop van de klacht, gevolgd door een lichamelijk onderzoek. Dit als controlemiddel of de behandeldoelen en de behandeling nog in overeenstemming zijn. Tevens vraagt de osteopaat zich hier af of osteopathie nog steeds de aangewezen therapie is of wellicht een andere discipline moet worden overwogen. Lange termijn controles kunnen ook plaatsvinden. Therapeutische fase, de afsluiting Wanneer de behandeldoelen zijn bereikt of wanneer er na enkele behandelingen ondanks herhaalde diagnostiek en behandeling geen vooruitgang wordt geboekt of om andere redenen geen verdere behandeling plaats vindt wordt het behandelproces afgesloten. Er kunnen echter redenen zijn om vervolgafspraken te blijven maken. Hierbij kan gedacht worden aan preventie van terugval / periodieke controle. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

40 Piramide van Miller In de context van het medisch onderwijs maakt Miller gebruik van een piramide om de niveaus te schetsen waarop de bekwaamheid van geneeskundestudenten kan worden beschreven. Onderliggende niveaus vormen steeds het fundament voor de bovenliggende laag. Knows (het weten: toetsbare kennis) Het onderste niveau wordt gevormd door de kennis waarover een student moet beschikken om zijn toekomstige taken als osteopaat uit te kunnen voeren. Het kennisniveau kan worden vastgesteld met schriftelijke tentamens. Knows how (het kunnen: toetsbare vaardigheden) Op het volgende niveau gaat het erom of de student weet hoe hij die kennis moet gebruiken bij het uitvoeren van zijn probleemoplossende taken. Een osteopaat weet bijvoorbeeld hoe hij een diagnose moet stellen en waar hij dan op moet letten. Ook het niveau knows how is relatief gemakkelijk schriftelijk te tentamineren. Shows how (het demonstreren: laten zien) Op dit derde niveau laat de student zien dat hij kan handelen in een gesimuleerde omgeving, onder meer op basis van zijn kennis. Het gaat hier dus om kennen en handelen (cognitie en gedrag). De student weet niet alleen hoe hij een diagnose moet stellen maar toont ook dat hij die kan uitvoeren, bijvoorbeeld op basis van een onderzoek bij een simulatiepatiënt. In het geneeskundeonderwijs worden dergelijke vaardigheden vaak beoordeeld door studenten consulten te laten uitvoeren bij simulatiepatiënten (van der Vleuten & Driessen, 2000). Ook binnen assessmentcenters wordt gebruik gemaakt van simulaties om vaardigheden te beoordelen. Beroepscompetentieprofiel 1a - deeldocument osteopathie - Concept voor /50

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

Integrale lichaamsmassage

Integrale lichaamsmassage Integrale lichaamsmassage Eindtermen theorie: - De therapeut heeft kennis van anatomie/fysiologie en pathologie m.b.t. Integrale lichaamsmassage; - De therapeut is zich ervan bewust dat een massage behandeling

Nadere informatie

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1 Eindtermen Voetreflexzonetherapie: Eindtermen theorie: - De therapeut behandelt vanuit een holistische mensvisie en stelt binnen het kader van beroepsprofiel het lichamelijk en geestelijk functioneren

Nadere informatie

Stagedoelstelling exploratiestage

Stagedoelstelling exploratiestage Stagedoelstelling exploratiestage 2018-2019 1 Zorgverlener: verlenen verpleegkundige zorg/technische vaardigheden volgens de verpleegkundige basisprincipes Werkt systematisch en gestructureerd. Besteedt

Nadere informatie

Raamplan Artsopleiding 2009

Raamplan Artsopleiding 2009 Raamplan Artsopleiding 2009 Prof. dr. Roland Laan UMC St Radboud Nijmegen Onderwerpen - Historie en Doel - Student wordt Arts; wordt Specialist - Rollen en competenties - Kennis, vaardigheden en attitudes

Nadere informatie

Beroepscompetentieprofiel Osteopathie

Beroepscompetentieprofiel Osteopathie Beroepscompetentieprofiel Osteopathie Discussie-document met het oog op het bereiken van een consensus. G N R P O v z w, 1 1 8, I n v a l i d e n l a a n, 1 1 6 0 B r u s s e l Inhoudstabel 1. Het beroep

Nadere informatie

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend. Kerncompetenties Kerncompetentie 1 Vakinhoudelijk handelen De beroepsbeoefenaar integreert alle vakinhoudelijk kennis en vaardigheden en een professionele attitude t.b.v. optimale patiëntenzorg en werkprocessen.

Nadere informatie

Klinische Stage Interne Geneeskunde. Bijlage 1

Klinische Stage Interne Geneeskunde. Bijlage 1 Klinische Stage Interne Geneeskunde Bijlage 1 len 30/06/2015 Page 1 Professional Communicator Scholar Collaborator Health advocate Manager Medisch expert len 30/06/2015 Page 2 MEDISCH EXPERT heeft inzicht

Nadere informatie

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback (MSF) beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF (collega s) is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst

Nadere informatie

Osteopathie. Presentatie Passage Bergentheim

Osteopathie. Presentatie Passage Bergentheim Osteopathie Presentatie Passage Bergentheim Inhoud vragen positie zorg praktijk opleiding enquete Motivatie Uitgebreide interesse in het begrijpen van het functioneren van het menselijk lichaam Anatomie

Nadere informatie

Curriculum voltijdse opleiding Academiejaar

Curriculum voltijdse opleiding Academiejaar Curriculum voltijdse opleiding Academiejaar 2017-2018 1. Algemeen 2. Indeling van de modules 1 Jaar 1 Modules Indeling in vakken Credits (ECTS) Bachelor*/** Anatomie 1 Musculoskeletale anatomie Basis wetenschappen

Nadere informatie

Competentieprofiel van de genetisch consulent

Competentieprofiel van de genetisch consulent Competentieprofiel van de genetisch consulent De genetisch consulent is werkzaam binnen het specialisme klinische genetica. Het specialisme klinische genetica is gericht op zorgvragen van patiënten/ adviesvragers

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Visie op verpleegkundige professionaliteit Visie op verpleegkundige professionaliteit Verpleegkundige professionaliteit en trots Verpleegkundigen zijn van cruciaal belang voor het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg in het MCL. De afgelopen

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Competentieprofiel kaderhuisarts

Competentieprofiel kaderhuisarts profiel kaderhuisarts Versie 2017 Inleiding De kaderhuisarts is het antwoord op de vraag van het werkveld naar huisartsen met specifieke bekwaamheden. Voor huisartsen, specialisten, voorzieningen, instellingen,

Nadere informatie

C u r r i c u l u m v o l t i j d s e o p l e i d i n g A c a d e m i e j a a r

C u r r i c u l u m v o l t i j d s e o p l e i d i n g A c a d e m i e j a a r C u r r i c u l u m v o l t i j d s e o p l e i d i n g A c a d e m i e j a a r 2 0 1 6-2 0 1 7 1. Algemeen 2. Indeling van de modules 1 Jaar 1 Modules Indeling in vakken Credits (ECTS) Principes en filosofie

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Gedragsindicatoren HBOV cohort Competentie 1 (HBOV cohort 2010-2014 leerjaar 2) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op

Nadere informatie

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 HET GEHEIM VAN GOED BEGELEIDEN IS GOED LUISTEREN NAAR DE STUDENTEN JOHN HATTIE HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 Beroepsprofiel 2020-Christine Rietveld Aan de slag Wat gaan we doen?

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde 1. Inleiding Vanuit de tandheelkundige praktijk komt de vraag naar een gedifferentieerde tandarts

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind. De opleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen van de opleiding tot kinderverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De kinderverpleegkundige verzamelt

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289 Keuzedeel mbo Triage gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0289 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2016 2 van

Nadere informatie

Verzamelen en interpreteren van gegevens

Verzamelen en interpreteren van gegevens De opleiding tot obstetrieverpleegkundige Eindtermen van de opleiding tot obstetrieverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De obstetrieverpleegkundige verzamelt

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Competentieprofiel arts Maatschappij en Gezondheid

Competentieprofiel arts Maatschappij en Gezondheid Competentieprofiel arts Maatschappij en Gezondheid COMPETENTIEGEBIED 1 MEDISCH HANDELEN 1.1 De arts Maatschappij en Gezondheid bezit adequate kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied 1.1.1

Nadere informatie

De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige

De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De recovery verpleegkundige verzamelt continu gegevens, maakt een situationele

Nadere informatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende

Nadere informatie

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden Module 1 Inhoud programma: Nieuw beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020. Informatie over het nieuwe beroepsprofiel t.a.v. praktijkleren, CanMEDS-rollen. Stagewerkplan/portfolio, opstellen leerdoel, begeleiden

Nadere informatie

Eindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen

Eindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen Eindtermen voor de Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen Faculteit der Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen 1 Opbouw eindtermen BW Groningen De bewegingswetenschapper is op bachelor niveau

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

Functieprofiel doktersassistent(e)

Functieprofiel doktersassistent(e) Functieprofiel doktersassistent(e) Algemene uitgangspunten Respectvol omgaan met patiënten en collega s. Je bent allround doktersassistent(e) in een team die samen verantwoordelijk is voor alle doktersassistent(e)

Nadere informatie

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011 Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011 Inleiding Door het toenemende belang van echoscopisch onderzoek in de zwangerschap en de invoering van prenatale screening in Nederland, wordt het

Nadere informatie

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 2018-2019 1 ZORGVERLENER: De student/verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de

Nadere informatie

C u r r i c u l u m v o l t i j d s e o p l e i d i n g

C u r r i c u l u m v o l t i j d s e o p l e i d i n g C u r r i c u l u m v o l t i j d s e o p l e i d i n g 1 1. Algemeen 2 2. Indeling van de modules Jaar 1 Modules Indeling in vakken Credits Osteopathische principes Osteopathische Medische en principes,

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de

Nadere informatie

WORKSHOP: Competentiegericht opleiden

WORKSHOP: Competentiegericht opleiden Praktijkopleidersmiddag 15 november 2012 RINO Groep WORKSHOP: Competentiegericht opleiden Prof. dr. Theo K. Bouman & Drs. Valerie A. Hoogendoorn Hoofdopleider GZ & Praktijkcoördinator Opleidingsinstituut

Nadere informatie

Evaluatie stage extra muros

Evaluatie stage extra muros Evaluatie stage extra muros Naam student: Stageplaats: Stagemeester ZIV Nummer : Stageperiode : Een competentie is het vermogen om adequaat te functioneren in een bepaalde (beroeps)context door het kiezen

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

CanMEDS in het Medisch Onderwijs. Peter van Dijken, huisarts, universitair docent UMCG

CanMEDS in het Medisch Onderwijs. Peter van Dijken, huisarts, universitair docent UMCG CanMEDS in het Medisch Onderwijs Peter van Dijken, huisarts, universitair docent UMCG 1 2 Ik heb zeker belangen maar geen commerciële belangen bij het houden van deze presentatie Peter van Dijken 3 Ars

Nadere informatie

Informatiegids 2011 Opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde

Informatiegids 2011 Opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde Informatiegids 011 Opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde NVOMG469 Informatiegids 011 1 Inhoudsopgave 0. Voorwoord 1. Het vak OrthoManuele Geneeskunde. Competenties van de arts OrthoManuele Geneeskunde

Nadere informatie

Beroepscompetentieprofiel!Osteopathie!

Beroepscompetentieprofiel!Osteopathie! BeroepscompetentieprofielOsteopathie Discussie"documentmethetoogophetbereikenvaneenconsensus. GNRPO vzw, 1 1 8, I n v a l i d e n l a a n, 1 1 6 0 B r u s s e l Document goedgekeurd door de kamer osteopathie

Nadere informatie

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties? LOGO-congres 15 juni 2012 Onderwijsvernieuwing met Ambitie en Passie WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties? Theo Bouman & Valerie Hoogendoorn Opleidingsinstituut PPO Groningen 1 Doel Feeling te krijgen

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

TBN - Beroepscode Tarotprofessional

TBN - Beroepscode Tarotprofessional De Tarot Beroepsvereniging Nederland zet zich in voor de belangen van tarotprofessionals in Nederland. De bij de Tarot beroepsvereniging aangesloten leden werken door het hele land. Door opleiding en nascholing

Nadere informatie

geleid zelfstandig sturend lastig Complex 3 4 5

geleid zelfstandig sturend lastig Complex 3 4 5 Eindevaluatie Naam student: Michelle van der Aalst Huidtherapeutische praktijk: Huidtherapie Boxtel & Best Naam praktijkbegeleider: Doortje Putmans Datum: 16-10-2017 Invulinstructie: Als de student volgens

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen De opleiding tot intensivecareverpleegkundige In dit deskundigheidsgebied wordt de specifieke intensive care zorg van de intensivecareverpleegkundige, de intensivecare-kinderverpleegkundige en de intensivecareneonatologieverpleegkundige

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016 PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016 Modeltraject eerste jaar Semester 1 Professioneel redeneren 1 6 ECTS Je zal de geschiedenis en de specifieke plaats van ergotherapie binnen de organisatie

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Bachelorcompetenties Mastercompetenties Afstudeerrichtingspecifieke mastercompetenties

Bachelorcompetenties Mastercompetenties Afstudeerrichtingspecifieke mastercompetenties Bachelorcompetenties Mastercompetenties Afstudeerrichtingspecifieke mastercompetenties Competentiegebied 1: Competenties in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie en aanverwante wetenschappen B.1.1

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek Opleiding tot radiodiagnostisch/radiotherapeutisch laborant Datum Maart 2017 Versie 1 Versie 1 maart 2017 Handleiding Eindgesprek Radiodiagnostisch Therapeutisch

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement h. Functie docent Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub h Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

Beroepscompetentieprofiel Osteopathie

Beroepscompetentieprofiel Osteopathie Beroepscompetentieprofiel Osteopathie College van Advies Nederlandse Vereniging voor Osteopathie en Stichting het Nederlands Register voor Osteopathie 17 maart 2009 Nederlandse Vereniging voor Osteopathie,

Nadere informatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging De zorg verandert en vindt zoveel mogelijk thuis of dichtbij huis plaats. Er worden minder mensen opgenomen

Nadere informatie

Wat kan u verwachten van uw osteopaat

Wat kan u verwachten van uw osteopaat Wat kan u verwachten van uw osteopaat Kwaliteitsnormen voor de osteopathie in Europa What to expect from your osteopath 1 De Europese norm voor Osteopathische Gezondheids Voorziening verzekert patiënten

Nadere informatie

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO) RLLL-RLLL-EXT-ADV-007bijl3 Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO) Opleiding AO BE 20 (Ontwerp) Versie {1.0} (Ontwerp) Pagina 1 van 11 Inhoud Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 15

Nadere informatie

BEROEPSCODE PHYSICIAN ASSISTANT 2012

BEROEPSCODE PHYSICIAN ASSISTANT 2012 BEROEPSCODE PHYSICIAN ASSISTANT 2012 1-1-2012 Gedragsregels ter bevordering van de beroepsuitoefening Physician Assistant Versie 1.0 Nederlandse Associatie Physician Assistants, Utrecht Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Competenties van de klinisch psycholoog. Ger Keijsers

Competenties van de klinisch psycholoog. Ger Keijsers Competenties van de klinisch psycholoog Ger Keijsers Onderwerpen 1. achtergrond 2. CanMEDS 3. competenties KP 4. themakaarten 5. waterscheiding 6. implementatie Achtergrond competentiegericht opleiden

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. A. Plaats in de organisatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. A. Plaats in de organisatie FUNCTIEBESCHRIJVING A. Plaats in de organisatie 1. Doelstelling discipline Het inzetten van fysiotherapeutische expertise in samenhang met andere disciplines en in het kader van revalidatiegeneeskundige

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Nota van toelichting. Algemeen

Nota van toelichting. Algemeen Nota van toelichting Algemeen Met de onderhavige algemene maatregel van bestuur wordt uitvoering gegeven aan artikel 36a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) om voor een

Nadere informatie

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Inleiding Dat goede voeding een bijdrage levert aan de gezondheid van mensen, is algemeen bekend. Toch eet slechts een klein percentage van

Nadere informatie

Kwalificatieprofiel NGS Sportmasseur

Kwalificatieprofiel NGS Sportmasseur Kwalificatieprofiel NGS Sportmasseur 2013, NGS Nederlands Genootschap voor Sportmassage Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT Naam stagiair(e):... Stageplaats (+ adres):...... Tussentijdse evaluatie Eindevaluatie Stageperiode:... Datum:.. /.. / 20.. Stagementor:...

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS De ondersteuner passend onderwijs is werkzaam in een team van professionals dat wordt aangestuurd door een ondersteuningsmanager. De ondersteuner passend

Nadere informatie

Competentie-invullingsmatrix

Competentie-invullingsmatrix Competentie-invullingsmatrix masterprf afstudeerrichtingsopleidingsonderdelen Master of Science in de psychologie onderwijs Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen H000079

Nadere informatie

Instrumenten EIF: de essentie. 10 oktober 2017

Instrumenten EIF: de essentie. 10 oktober 2017 Instrumenten EIF: de essentie 10 oktober 2017 Disclaimer 1. Work in progress: nu fase identificeren (kwaliteits)instrumenten die EIF ondersteunen. 2. Ben geen onderwijskundige. 3. Ben een verzekeringsarts,

Nadere informatie

De ontwikkeling tot professional binnen de artsenopleiding

De ontwikkeling tot professional binnen de artsenopleiding De ontwikkeling tot professional binnen de artsenopleiding Prof. dr. Paul Van Royen Decaan Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Professionalisme en professioneel gedrag Verschillende definities?

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Bijlage Beroepscompetenties Fysiotherapeuten

Bijlage Beroepscompetenties Fysiotherapeuten Let op! Dit formulier kunt u het beste downloaden en digitaal invullen. Daarna uitprinten, ondertekenen en retour sturen. Bijlage Beroepscompetenties Fysiotherapeuten Deze bijlage is een verplicht onderdeel

Nadere informatie

Functieprofiel Young Expert

Functieprofiel Young Expert 1 Laatst gewijzigd: 20-7-2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Ervaringen opdoen... 3 1.1 Internationale ervaring in Ontwikkelingssamenwerkingsproject (OS)... 3 1.2 Nieuwe vaardigheden... 3 1.3 Intercultureel

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

Toelichting bij het formulier

Toelichting bij het formulier Voor het leren van de VS i.o. is het essentieel dat hij/zij frequent feedback ontvangt op zijn/haar functioneren, ook als er geen sprake is van een formeel beoordelingsmoment. Toelichting bij het formulier

Nadere informatie

Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur

Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur 2013, NGS Nederlands Genootschap voor Sportmassage Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

Algemene competenties van de medisch specialist

Algemene competenties van de medisch specialist KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Algemene competenties van de medisch specialist 1. Medisch handelen 1:1. De specialist bezit adequate kennis en vaardigheid naar de

Nadere informatie

Beschrijving van competenties als hulpmiddel bij het beoordelen en accrediteren van onderwijskwaliteit

Beschrijving van competenties als hulpmiddel bij het beoordelen en accrediteren van onderwijskwaliteit Beschrijving van competenties als hulpmiddel bij het beoordelen en accrediteren van onderwijskwaliteit Toelichting Het is de kerntaak van een accreditatie-instituut om de kwaliteit van een te beoordelen

Nadere informatie

Leraar basisonderwijs LB

Leraar basisonderwijs LB Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Voorstel BVVS, juni 2018 1. Definitie... 2 2. Rollen... 2 2.1 Verantwoordelijk voor het zorgproces... 2 2.2 Communicator... 3 2.3 Samenwerker... 3 2.4 Professionele

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie