LEERARRANGEMENT 0: Integratie Integration

Transcriptie

1 LEERARRANGEMENT 0: Integratie Integration Opleiding: Hogeschool Rotterdam; Master Leren & Innoveren Cursuscode:: MLIINTO1X Collegejaar: Versie: 1.0 Studiepunten: 3 ECTS Cursusbeheerders: E.M.I.Bouman Begeleiders: Coaches

2 INHOUDSOPGAVE 01. Inleiding: p Doeloriëntatie: p Toegangseisen: p Rollen: p Competenties & indicatoren: p Body of knowledge & skills: p Structuur p Verantwoording ECTS p Beschrijving programma p Begeleiding p Toetsing p Literatuur p. 17 Bijlage 1 Competenties, gedragsindicatoren en leerdoelen Bijlage 2 Competenties en gedragsindicatoren MLI Bijlage 3 Rolbeschrijvingen MLI 2

3 1. INLEIDING De masteropleiding is gericht op het kunnen onderzoeken, ontwerpen en vernieuwen van onderwijs(beleid), het adviseren van de schoolleiding over dit beleid en het coachen en begeleiden van collega's bij de implementatie en uitvoering hiervan (Opleidingsprofiel MLI 2013). In de integratiefase van de opleiding moet je aantonen dat je het Masterniveau, zoals is geëxpliciteerd in het competentieprofiel MLI en in de rolbeschrijvingen MLI, hebt bereikt (zie bijlage 2 en 3). In Leerarrangement 0 (Integratie) wordt de opleiding Master Leren en Innoveren (MLI) afgesloten met het opleveren van een Masterdossier en de verdediging daarvan. In dit document wordt de weg die we hiertoe bewandelen, inclusief het tijdpad met hierbij geldende deadlines, beschreven. 2. DOELORIËNTATIE In de integratiefase van de opleiding toon je met een Masterdossier en een daarbij behorende mondelinge verdediging aan dat je de competenties MLI beheerst en dat je deze competenties in de onderscheiden rollen MLI integraal kunt toepassen in verschillende praktijksituaties. Je toont je masterniveau aan. Dat wil zeggen dat je: in kritische beroepssituaties in de praktijk; gebruikmakend van de hiervoor noodzakelijke kennisbasis; in de uitvoering van de rollen van de MLI; alle hierbij benodigde competenties in samenhang hebt ontwikkeld. 3. TOEGANGSEISEN Ter voorbereiding op het samenstellen van je Masterdossier en op de mondelinge verdediging ervan wordt een training aangeboden. Voor deelname aan het training LA0 integratie, gelden geen toelatingseisen. Voor de toelating tot de verdediging van het Masterdossier moet je: - Vijf leerarrangementen hebben behaald (LA 5.1 en LA 5.2 worden hierbij gezien als aparte leerarrangementen). - Het zesde leerarrangement behaald of ingeleverd hebben afhankelijk van de inleverdatum van het Masterdossier (zie tijdpad). - Een Masterdossier samenstellen waarin je de leerdoelen van dit arrangement zodanig aantoont dat deze verdedigd kan worden. 4. ROLLEN Het Masterniveau dat de MLI nastreeft wordt zichtbaar in het handelen van de Master in kritische beroepssituaties (KBS). Dit zijn situaties die jouw eigen lesen leerlijnniveau overstijgen, waarbij behalve onderwijskundige, ook organisatie- en veranderingskundige aspecten spelen en waarbij eveneens het krachtenveld rond de onderwijsinstelling een rol speelt. 3

4 De kritische beroepssituaties die je kiest, moeten van dien aard zijn dat je als Master Leren & Innoveren de situatie alleen succesvol het hoofd kunt bieden als je: effectief je rolpositie en roltoepassing bepaalt. Die positiebepaling blijkt uit de verantwoording van de keuze voor een (combinatie van) de MLI-rollen. Je baseert de keuze op een conceptueel onderbouwde analyse en diagnose. Daarbij is het ook belangrijk dat je laat zien dat je effectief omgaat met rolverwachtingen van collega s, management, leerlingen/studenten en andere bij het onderwijs en de onderwijsorganisatie betrokken stakeholders. de MLI-competenties integratief, d.w.z. in samenhang tot elkaar, inzet en zo het gedrag vertoont dat jouw handelen, gelet op de situatie, het meest waarschijnlijk tot succes leidt. De rollen van de Master Leren & Innoveren zijn (zie ook bijlage 3): de excellente leraar de ondernemende ontwikkelaar de begeleider en gesprekspartner van collega s de reflective practitioner De rol van excellente leraar en die van ondernemende ontwikkelaar verwijzen naar een expliciete, bij deze rollen passende, onderwijskundige kennisbasis. Beide kennisbases vormen het noodzakelijke fundament voor het succesvol kunnen uitoefenen van deze rollen. Het vormt ook een voorwaarde voor het kunnen vormgeven aan de rol van begeleider en gesprekspartner voor collega s. Alleen op basis van een gedegen onderwijskundige kennisbasis is het mogelijk collega s te stimuleren, te enthousiasmeren, te inspireren, te overtuigen en inhoudelijk te ondersteunen. Die onderwijskundige kennisbasis (Dublindescriptor kennis en inzicht ) wordt in LA0-integratie als bekend verondersteld op basis van het feit dat je met succes de overige leerarrangementen hebt afgesloten. Bij LA0-integratie gaat het er om dat je met die kennisbasis doordacht je eigen handelen kunt ontwerpen, daarop kunt reflecteren en daarvoor flexibiliteit toont in de inzet van de MLI-rollen. Die flexibele rolinzet is hierna getypeerd. De rol van reflective practitioner refereert aan de voortdurende onderzoekende houding die de Master Leren & Innoveren in zijn werk demonstreert, zowel in het analyseren van het eigen handelen als bij het onderzoeken van de onderwijspraktijk waarin hij 1 functioneert. De onderscheidende kennisbasis in deze rol bestaat uit research en methodologische kennis. De onderscheidende kwaliteit van deze rol is het vermogen om met een helicopterview het eigen handelen bewust te ontwerpen, te evalueren met theoretische inzichten als basis en te beoordelen wat van je handelen te transfereren is naar andere situaties. Daar hoort een onderzoekende basishouding bij en het daarvoor benodigde metacognitief vermogen. Vanuit deze rol moet je in kritische beroepssituaties kunnen reflecteren op de inzet van de andere drie rollen en moet je de keuzes voor de inzet van die rollen theoretisch kunnen verantwoorden. In die verantwoording toont je de mate van integratie van de kennisbasis, de competenties en de rollen aan. 1 Omwille van de leesbaarheid is in tekst de hij-vorm gebruikt. Overal waar hij staat kan uiteraard ook zij worden gelezen. 4

5 Kritische Beroepssituaties Ondernemende ontwikkelaar Excellente docent Reflective practitioner Begeleider en gesprekspartner van collega s Afbeelding 1: Visualisatie positionering van de MLI-rollen t.o.v. elkaar In bovenstaande figuur zijn de rollen visueel getypeerd en t.o.v. elkaar gepositioneerd. De rol van reflective practitioner is in het midden gepositioneerd omdat op basis van systematisch reflectie wordt beoordeeld welke (combinatie van) rollen worden ingezet in de gegeven kritische beroepssituatie. De betreffende kritische beroepssituatie kan zowel de inzet van een enkele rol vergen als de inzet van een combinatie daarvan. Dat is in de afbeelding gevisualiseerd door de rollen als venndiagram weer te geven. 5

6 5. COMPETENTIES, INDICATOREN & LEERDOELEN Het volledige competentieprofiel van de MLI vormt het uitgangspunt van het onderdeel integratie. In het Masterdossier toon je aan dat je de alle competenties en bijbehorende prestatie-indicatoren hebt verworven. Bij de verdediging van het masterdossier demonstreer je dat je in je beroepspraktijk de MLI-rollen en competenties weloverwogen en geïntegreerd, dus in samenhang tot elkaar, inzet in kritische beroepssituaties en dat je bewust weet om te gaan met rolverwachtingen van collega s, management, leerlingen/studenten en andere bij het onderwijs en de onderwijsorganisatie betrokken stakeholders. De competenties die in het assessmentgesprek aan de orde zijn: De interpersoonlijke competentie De organisatorische competentie De omgevingscompetentie De reflectie en onderzoekscompetentie 6. BODY OF KNOWLEDGE & SKILLS De gehele kennisbasis van de MLI (Opleidingsprofiel MLI 2013) ligt ten grondslag aan LA0-integratie. Het gaat bij LA0-integratie om het weloverwogen en gefundeerd kiezen voor de toepassing ervan. 7. STRUCTUUR 16/11 Voorlichting Integratiefase TIJD ACTIVITEIT WERKVORM GROEPERINGSVORM DOCENT(EN) LOKAAL Principes van een portfolioassessment Inleiding over de begrippen beroepskritische situatie, concreet waarneembaar gedrag, rollen, bewijzen, criterium gericht interviewen Jaargroep Bartel Dorhout en Iris Bouman MP.P Bespreken van de handleiding integratie Toelichtende inleiding met de mogelijkheid tot het stellen van vragen Jaargroep idem 6

7 17/5 BIJEENKOMST 1 Training samenstellen Masterdossier TIJD ACTIVITEIT WERKVORM GROEPERINGSVORM DOCENT(EN) LOKAAL Opstart Dialoog Jaargroep Bartel Dorhout en Iris Bouman MP.P Analyseren van een voorbeeld portfolio Pauze Bekijken van conceptfragmenten masterdossiers Plenair delen en bespreken van bevindingen uit de drietallen en behandelen van vragen Oefening in drietallen, plenaire nabespreking Drietallen Idem Oefening in drietallen Drietallen Idem Plenaire bespreking Jaargroep Idem 31/5 BIJEENKOMST 2 Training verdediging Masterdossier TIJD ACTIVITEIT WERKVORM GROEPERINGSVORM DOCENT(EN) LOKAAL Opstart Dialoog Jaargroep Bartel Dorhout en Iris Bouman MP.P Demonstratie verdediging Masterdossier Gesprek tussen een student en de docent voor het plenum. Jaargroep Idem Nabespreking Plenair inventariseren van leerpunten Pauze Voorbereiden oefengesprek Voorbereiden van vragen over een BKS van een medestudent Jaargroep Individueel Idem Idem 7

8 16.15 Oefengesprekken In drietallen waarbij elke deelnemer bij toerbeurt kandidaat is, assessor is en de observatorrol inneemt Wrap-up Plenair bespreken van de ervaringen uit de subgroepen en de vragen of dilemma s die het oefenen heeft opgeleverd. Drietallen Jaargroep idem Idem 8. VERANTWOORDING ECTS SOORT ACTIVITEIT AANTAL UREN Samenstellen Masterdossier 65 Workshop schrijven Masterdossier 6 Workshop verdediging Masterdossier 6 Coaching bij samenstelling 2,5 Eindassessmentgesprek (voeren en voorbereiden) 2 Totaal 82,5 uur 9. BESCHRIJVING PROGRAMMA In LA0-Integratie, stel je een Masterdossier samen en bereid je je voor op de verdediging daarvan. Ter voorbereiding op het samenstellen van het Masterdossier en de verdediging ervan, kun je deelnemen aan een training die bestaat uit twee delen, namelijk samenstellen Masterdossier en verdediging Masterdossier. VOORLICHTING Doel: Voorbereiden: Na de voorlichting weet je wat er van je verwacht wordt bij LA 0 Integratie 1. Leerarrangement 0 met bijlagen lezen; 8

9 Aanpak: Tijdens de voorlichting wordt geschetst wat de theoretische opzet van een portfolio-assessment is en wordt de handleiding van LA 0 Integratie besproken. BIJEENKOMST 1: Training samenstellen Masterdossier Doel: Voorbereiden: ` Aanpak: Na de training kun je een start maken met de vormgeving van jouw masterdossier. 1. Leerarrangement 0 met bijlagen lezen; 2. Vaststellen wat jouw leervragen zijn rond het samenstellen van het Masterdossier; 3. Maak een conceptbeschrijving van een kritische beroepssituatie waarin je probeert aan te tonen dat je beschikt over de competenties en gebruik maakt van de verschillende rollen (N.B. De beschrijving hoeft niet af te zijn maar wel zichtbaar maken hoe jij de kritische zelfreflectie denkt te gaan aanpakken). In de training wordt ingegaan op de wijze waarop het masterdossier kan worden samengesteld en wat aandachtspunten daarbij zijn. Op basis daarvan wordt praktisch geoefend in kleine groepen in het feedback geven op elkaars conceptbeschrijvingen. Plenair worden de mogelijke aanpakken, die in de groepen naar voren gebracht zijn, gedeeld en verder besproken. BIJEENKOMST 2 Training verdediging Masterdossier Doelen: Je kunt de elementen benoemen die van belang zijn bij een succesvolle verdediging van zijn Masterdossier Je kunt na afloop van de training aangeven wat nog voor verbetering vatbaar is ten aanzien van de verdediging van jouw Masterdossier. Voorbereiden i : 1. Maak een keuze uit een onderdeel van je Masterdossier (in wording) waarop je tijdens een simulatie bevraagd wil worden. 2. Bereid een introductie voor op het punt waarop jij bevraagd wil worden voor wat betreft: de competentie en/of rol; de kritische beroepssituatie; het beoogde resultaat; jouw oordeel of de mate waarin jij in de gegeven context/situatie effectief gedrag toonde. Benoem ook het punt /de punten voor waarover je graag feedback zou willen ontvangen (bijvoorbeeld de mate waarin je to the point bent in je betoog; in staat bent te argumenteren op basis van verworven kennis). 9

10 Aanpak: Tijdens de training wordt het verdedigen van een Masterdossier gesimuleerd. De docenten en twee studenten demonstreren een gesprek plenair, de overige aanwezigen observeren de werkwijze. Na de nabespreking daarvan wordt in groepjes van drie geoefend, waarbij bij alle drie de deelnemers bij toerbeurt bevragen, bevraagd worden en observeren. 10. BEGELEIDING Tijdens het samenstellen van je Masterdossier kun je begeleiding vragen van jouw coach. Deze begeleiding behelst de proceskant van de dossiersamenstelling. Het is voor de eindbeoordeling essentieel dat de beroepssituaties die je wilt inbrengen voldoende kritisch zijn, dit kun je toetsen bij je coach. 11. TOETSING De toetsing bestaat uit de beoordeling van het door jou samengestelde Masterdossier en de verdediging daarvan ten overstaan van de assessoren van de MLI op het voldoen aan de leerdoelen zoals geëxpliciteerd in bijlage 1. De toetsing van LA0-integratie houdt niet in dat je opnieuw op het hele competentieprofiel van de MLI wordt getoetst. Met de behaalde leerarrangementen bij elkaar worden alle competenties gedekt. Vandaar dat die beoordelingen ook onderdeel vormen van je Masterdossier. Aan de hand van de reflectieve beschrijving die je maakt in jouw Masterdossier en de verdediging wordt vastgesteld of je de MLI-rollen en de competenties integratief, dat wil zeggen bewust afgewogen en in samenhang tot elkaar, kunt inzetten. Dat integratieve element wordt beoordeeld met behulp van de geformuleerde leerdoelen. Opdrachtomschrijving & vormvoorschriften Masterdossier Om je Masterniveau aan te tonen en te verdedigen stel je een Masterdossier samen. Het dossier bevat alle elementen die hierna beschreven zijn: 1. Een up to date CV 2. De beschrijving van minimaal twee en maximaal drie kritische beroepssituaties. Het gaat hier om een door jou geschreven verantwoording van jouw handelen in complexe projecten/taken in de afgelopen twee jaar. Het gaat om situaties: die in belangrijke mate hebben bijgedragen aan je ontwikkeling tot MLI; die exemplarisch zijn voor het door jou getoonde competentieniveau in verschillende rollen en situaties; waarin alle vier rollen van de MLI aan de orde komen; waarbij je de door jou gemaakte strategische keuzes in de door jou gekozen complexe projecten/taken voor wat betreft de toegepaste rol(len) en competentie(s) beschrijft, verantwoordt en onderbouwt vanuit de kennisbasis die aan de rollen en competenties ten grondslag ligt; die worden verantwoord met een bewijsvoering. 4. Bewijsmateriaal. Om te bewijzen dat je het vereiste Masterniveau daadwerkelijk hebt behaald, lever je in je masterdossier bewijzen aan. Er wordt een brede variëteit aan actueel en relevant bewijsmateriaal verwacht. Je kunt gebruik maken van materiaal dat je tijdens de MLI verzameld hebt. Je moet in je zelfbeoordeling precies en eenduidig verwijzen naar dit bewijsmateriaal. 10

11 Neem in ieder geval op: 360 graden feedback. Voeg per beroepskritische situatie van minimaal twee personen feedback toe op jouw handelen in die situatie. verslagen, werkmaterialen en indien mogelijk publicaties. Bij het samenstellen van het Masterdossier neem je de volgende vormvoorschriften in acht: Het Masterdossier heeft een voorblad met daarop vermeld: titel, voor- en achternaam van de student, studentnummer, inlevermoment, en om welke herkansing het gaat indien van toepassing; is opgesteld in lettertype Arial, 10-punts, regelafstand 1; is geschreven volgens de APA-richtlijnen; is taalkundig correct; is volledig; wordt zowel hardcopy (in tweevoud) ingeleverd als digitaal via de map inleveropdrachten in Het bestand wordt aangeleverd in een in Word bewerkbaar formaat (.doc of.docx). De bestandsnaam is opgebouwd volgens het volgende format: [LA0]_[voor- en achternaamstudent]_[inleverdatum] (voorbeeld: LA5_janjanssen_ ). Vorm en omvang De redactionele vormgeving van het masterdossier is vrij. Onderdeel 2 (beschrijving kritische beroepssituaties) heeft een maximale lengte van 5000 woorden exclusief bijlagen. De bewijslast bij de kritische beroepssituaties zijn opgenomen als bijlage; Het masterdossier is op zichzelf staand te lezen. De beschrijving van de kritische beroepssituaties bevat expliciete verwijzingen naar ingezette rollen, competenties en het bewijsmateriaal. Criteria beoordeling Masterdossier Het Masterdossier geeft toegang tot de verdediging ervan indien het voldoet aan de volgende criteria: 1. Het dossier bevat alle elementen die bij de opdrachtomschrijving beschreven zijn. 2. De opgenomen kritische beroepssituaties en het onderliggende bewijsmateriaal zijn uit een oogpunt van diepgang en navolgbaarheid van voldoende niveau om tot een oordeel naar aanleiding van de beoordelingscriteria (zie de rubric) te kunnen komen. 3. Het dossier voldoet aan de algemene voorwaarden voor het inleveren van opdrachten, zoals omschreven in het punt Opdrachtomschrijving & vormvereisten. 11

12 4. Indien het vermoeden bestaat dat er in het Masterdossier gebruik gemaakt is van een fictieve praktijksituatie wordt dit door de opleiding gecheckt bij jouw onderwijsorganisatie. Als het vermoeden wordt bevestigd wordt dit door de opleiding benoemd als verdenking van fraude en wordt het dossier met toelichting overgedragen aan de examencommissie, belast met de borging van eindniveau en toetskwaliteit. Uiterlijk 14 werkdagen na ontvangst van het dossier krijg je uitsluitsel over het Masterdossier. Indien het Masterdossier voldoet aan de hiervoor vermelde criteria, word je uitgenodigd voor de verdediging ervan tijdens een assessmentgesprek. Het eindcijfer voor LA0-integratie wordt echter bepaald door de beoordeling van het Masterdossier en de verdediging daarvan samen. Een als toelaatbaar verklaard Masterdossier vormt daarmee nog geen garantie voor het behalen van een voldoende eindresultaat. Indien het dossier niet voldoet, krijg je hiervan een schriftelijk onderbouwde bevestiging en motivering. Je kunt dan je dossier aanpassen en gebruik maken van een tweede gelegenheid voor het inleveren van het dossier en voor het deelnemen aan een assessmentgesprek. De inleverdata hiervoor kun je vinden onder tijdpad. Verdediging Masterdossier De verdediging van het Masterdossier vindt plaats in een gesprek tussen jou als kandidaat, twee assessoren van de MLI en je leidinggevende. Het gesprek is besloten. De assessoren hebben een beoordelende rol, je leidinggevende heeft een adviserende rol. Hij/zij kan uiteraard wel vragen stellen tijdens het gesprek. De bevraging vindt plaats aan de hand van de beoordelingscriteria (zie rubric). In het gesprek krijg je de gelegenheid om je masterwaardigheid verder toe te lichten en te onderbouwen. De assessoren nemen in het gesprek het Masterdossier als uitgangspunt. Aan de hand van vragen wordt verkend of het getoonde niveau ook blijkt uit argumentatie, brede theoretische onderbouwing en toepassingsniveau. De assessoren stellen per student specifieke vragen. De bevraging is maatwerk, waardoor het verloop van het gesprek en de diepgang per kandidaat kan verschillen. Het gesprek duurt 45 minuten. In een op het gesprek aansluitend besloten beraad (waarbij jij niet aanwezig bent), stellen de assessoren vast of je voldoet aan de vereiste competenties MLI. Je leidinggevende heeft daarbij een adviserende rol. Zowel het dossier als de mondelinge verdediging worden bij deze beoordeling betrokken. De assessoren geven een overall summatief oordeel over de mate waarin het Masterniveau is getoond. Indien zij niet tot overeenstemming komen, wordt een derde beoordelaar gevraagd om een oordeel te vellen. Tijdens het gesprek wordt een geluidsopname gemaakt, die deel uitmaakt van het examendossier. De opname dient tevens om een eventuele derde beoordelaar in de gelegenheid te stellen het gesprek te beoordelen. Beoordelingsprocedure De beoordeling van LA0 Integratie bestaat uit een summatieve beoordeling van het Masterdossier en de verdediging van het Masterdossier in het assessmentgesprek. De competenties van LA0 Integratie vormen de beoordelingsrubric. De beoordeling wordt opgemaakt door twee assessoren van de MLI. De assessoren zijn niet tevens de coach van de student. Het is de verantwoordelijkheid van de assessoren om een summatief oordeel te geven over de mate 12

13 waarin het Masterniveau is getoond. Na het gesprek krijg je een beoordeling in termen van voldoende of onvoldoende. Een oordeel in de vorm van een eindcijfer en feedback volgt binnen twee weken na afloop van het gesprek. Tijdpad Integratie 1 e pad: Indien op alle LA s met een voldoende zijn beoordeeld 07 juni inleveren masterdossier (uitslag over de toelaatbaarheid volgt uiterlijk 21-06) Indien dossier toelaatbaar: assessmentgesprek op 28 juni Indien dossier niet toelaatbaar: dossier opnieuw inleveren op 28 juni (uitslag over toelaatbaarheid op 4 juli) Indien toelaatbaar: assessment gesprek 5 juli Indien niet toelaatbaar: aanvragen 3 de kans bij examencommissie en dossier opnieuw inleveren op juni 21 juni uitslag: 28 juni 4 juli 5 juli Toelaatbaar Gesprek Inleveren dossier Toelaatbaar Gesprek Niet toelaatbaar Opnieuw inleveren Niet toelaatbaar Opnieuw inleveren

14 2 de pad: Indien op vijf LA s met een voldoende zijn beoordeeld en de zesde minimaal is ingeleverd 14 juni inleveren masterdossier (uitslag over de toelaatbaarheid volgt uiterlijk 28-06) Indien dossier toelaatbaar: assessmentgesprek op 05 juli Indien dossier niet toelaatbaar: dossier opnieuw inleveren op 18 augustus (uitslag over toelaatbaarheid op 22 augustus) Indien toelaatbaar: assessment gesprek 23 augustus Indien niet toelaatbaar: aanvragen 3 de kans bij examencommissie en in samenspraak met assessoren een nieuwe datum bepalen voor het inleveren van het dossier en het gesprek 14 juni 28 juni uitslag 05 juli 22 augustus 23 augustus Toelaatbaar Gesprek Inleveren dossier Niet toelaatbaar Opnieuw inleveren Toelaatbaar Niet toelaatbaar Gesprek Nieuwe datum plannen 18 augustus 14

15 Rubrics Integratie Naam student: Studentnummer: Beoordelaars: & Eindcijfer: (cesuur = 5.5) Datum: / / 2017 Gelegenheid: N.B.: om niveau overstijgend te scoren dient men ook de voorwaarden van het voldoende niveau bereikt te hebben 1. De Master Leren & Innoveren demonstreert dat hij oog heeft voor zijn eigen rol (en die van anderen) in de onderwijsinstelling en in veranderingsprocessen. Overstijgt Voldoet Voldoet niet 2. De Master Leren & Innoveren weet onderwijsontwikkelingen doelgericht en met gevoel voor verhoudingen te begeleiden. VOLDOET De verschillende rollen en bijbehorende interventies zijn navolgbaar beschreven. Bij de inname van verschillende rollen en bijbehorende interventies is systematisch gehandeld. De inname van verschillende rollen en bijbehorende interventies zijn onderbouwd met relevante theorieën en/of researchgegevens, ook uit de eigen praktijk. OVERSTIJGT Bij de invulling van de rollen en bijbehorende interventies is sprake van een uitbreiding van het eigen handelingsrepertoire. De student toont aan dat hij zich staande kan houden in zijn rol in een complex krachtenveld. VOLDOET Er wordt inzichtelijk gemaakt welk doel de student in de beschreven beroepssituatie voor ogen had en welke stakeholders hierbij een rol speelde. De student toont aan dat hij organisatiesensitief is en situationeel kan handelen. De student toont aan hoe ingezette veranderingen een bijdrage (gaan) leveren aan het verbeteren van het primair proces. 15

16 Overstijgt Voldoet Voldoet niet 3. De Master Leren & Innoveren herkent en erkent de belangen van externe betrokkenen bij het onderwijs en de onderwijsinstelling en kan hier evenwichtig mee omgaan. Overstijgt Voldoet Voldoet niet 4. De Master Leren & Innoveren is zich bewust van zijn taken en bevoegdheden en zijn verantwoordelijkheid richting leerlingen, ouders/verzorgers en collega s en zijn kwetsbare positie daarin. Overstijgt Voldoet Voldoet niet OVERSTIJGT De student koppelt de beoogde effecten van eigen interventies aan de (on)mogelijkheden van de eigen organisatie. De student toont aan dat hij resultaatgericht is door het doel voor ogen te houden, de voortgang te bewaken en indien nodig bij te sturen. VOLDOET De gepresenteerde vraagstukken in de kritische beroepssituaties zijn geplaatst in een bredere maatschappelijke en/of politieke context. De gepresenteerde vraagstukken in de kritische beroepssituaties sluiten aan bij actuele ontwikkelingen/thema s in de eigen onderwijspraktijk. OVERSTIJGT In de gepresenteerde kritische beroepssituaties heeft de student externe betrokkenen ingezet/geraadpleegd. In de gepresenteerde kritische beroepssituaties blijkt duidelijk dat de student belangen van extern betrokkenen kan vertalen naar concreet handelen. VOLDOET De student reflecteert kritisch op het eigen persoonlijk en professioneel handelen, onderkent en benoemt de invloed en gevolgen van het eigen handelen op (het leren van) anderen. De student heeft een onderbouwd oordeel op de eigen kwaliteit en betrekt hierin feedback van anderen. De student kan acties benoemen voor de verdere eigen leerontwikkeling en verbeteringen benoemen voor het eigen professioneel handelen in andere kritische beroepssituaties. OVERSTIJGT De student is in staat om bij een complex vraagstuk een gemeenschappelijke belangenbasis te vinden tussen diverse stakeholders. De student laat zien hoe hij vanuit de positie van teacher leader invloed uitoefent op (veranderings)processen in de (eigen) onderwijsorganisatie. Feedback & feedforward: 16

17 Herkansing Van herkansing is sprake als het summatieve oordeel onvoldoende is. De herkansing vindt plaats op basis van een waar nodig bijgesteld masterdossier en de verdediging ervan. De herkansing heeft betrekking op de onvoldoende punten uit de beoordeling. De herkansing vindt in dezelfde vorm plaats als de eerste toetsing. Voor de herkansingsdata wordt verwezen naar het kopje tijdpad. 12. LITERATUUR Niet specifiek van toepassing. In het masterdossier gebruik je de literatuur aan de hand waarvan jij jouw professioneel handelen in de kritische beroepssituatie kunt onderbouwen en verantwoorden. Dat betreft behalve de kennisbasis van de MLI alle voor de kritische reflectie en de verdediging relevante literatuur. 17

18 Bijlage 1 Dublin descriptoren en competenties Dublin descriptor Communicatie Toepassen kennis en inzicht Oordeelsvorming Leervaardigheden Competentie Interpersoonlijke competentie De Master Leren & Innoveren heeft oog voor zijn eigen rol (en die van anderen) in de onderwijsinstelling en in veranderingsprocessen en kan zo nodig zijn of haar handelingen variëren. Organisatorische competentie De Master Leren & Innoveren weet onderwijsontwikkelingen doelgericht en met gevoel voor verhoudingen te begeleiden. Omgevingscompetentie De Master Leren & Innoveren herkent en erkent de belangen van externe betrokkenen bij het onderwijs en (veranderingsprocessen binnen) de onderwijsinstelling en kan hier evenwichtig mee omgaan. Reflectie- en onderzoekscompetentie De Master Leren & Innoveren is zich bewust van zijn taken en bevoegdheden en zijn verantwoordelijkheid richting leerlingen, ouders/verzorgers en collega s en zijn kwetsbare positie daarin. Hij is in staat om het bestaande onderwijs en veranderingen adequaat te voorzien van onderzoek om evidence op te bouwen met betrekking tot de leereffecten van zijn onderwijs op korte en lange termijn 18

19 Bijlage 2 Competenties en indicatoren MLI COMPETENTIES EN INDICATOREN 1. Interpersoonlijke competentie De Master Leren & Innoveren heeft oog voor zijn eigen rol (en die van anderen) in de onderwijsinstelling en in veranderingsprocessen en kan zo nodig zijn handelingen variëren. indicatoren 1 communiceert op heldere wijze over onderwijs(-ontwikkeling), herkent daarbij communicatiepatronen en zet gesprekstechnieken bewust in 2 gaat bij zijn taakvervulling op verantwoorde en doelmatige wijze relaties aan en onderhoudt deze (met individuen, groepen en/of grotere sociale verbanden) 3 neemt initiatief en houdt in het handelen rekening met de belangen en verwachtingen en eisen van diverse stakeholders met betrekking tot het onderwijs en weegt deze belangen kritisch af 4 brengt goed beargumenteerde en gemotiveerde visies, motieven, opvattingen en keuzes duidelijk en ondubbelzinnig over aan diverse betrokkenen 5 stelt zich flexibel op, schakelt gemakkelijk tussen de verschillende rollen die hij binnen de onderwijsinstelling vervult 6 pakt signalen m.b.t. veranderingsprocessen op (bijv. van collegae) en past zo nodig zijn handelingswijze op basis van deze signalen aan 7 neemt actief deel aan discussies (ook buiten de eigen organisatie) met betrekking tot leren en innoveren, educatieve, pedagogische en andere vraagstukken op het gebied van de beroepsuitoefening 2. Pedagogische competentie De Master Leren & Innoveren is in staat op basis van zijn pedagogische kennis het leerproces van leerlingen te optimaliseren en de effectiviteit van veranderingen met betrekking tot het pedagogische klimaat binnen de onderwijsinstelling en de leerprestaties van leerlingen te beoordelen en te verbeteren. Indicatoren 1 past actuele kennis op het gebied van leren en innoveren toe; heeft kennis van en inzicht in relevante concepten, ideeën en onderwerpen 2 levert een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke pedagogische visie en pedagogisch beleid binnen de eigen onderwijsinstelling, brengt (verbeter)voorstellen 3 stelt zich constructief kritisch op t.o.v. verschillende (pedagogische) theorieën, invalshoeken 4 toont analytisch vermogen, combineert op beargumenteerde wijze inzichten uit verschillende theorieën, onderzoeken en de praktijk en vertaalt deze naar concrete mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling binnen de eigen onderwijsinstelling 5 geeft binnen de door het management gestelde kaders- op professionele wijze vorm en richting aan onderwijsontwikkeling 6 zet acties in die een positieve bijdrage leveren aan het pedagogisch klimaat binnen de onderwijsinstelling, maakt daarbij gebruik van relevante inzichten (bijv. m.b.t. het vergroten van het leervermogen en de zelfredzaamheid van leerlingen, de effectiviteit van onderwijs- en leerstrategieën en de veiligheid en uitdaging die in een leef- en leeromgeving aanwezig moet zijn) 7 houdt bij onderwijsontwikkeling expliciet rekening met verschillen tussen leerlingen, bijvoorbeeld wat betreft hun sociale/ culturele achtergrond, het niveau, leerstijlen en leervragen 3. Didactische competentie: De Master Leren & Innoveren is in staat systematisch de effectiviteit en de kwaliteit van het bestaande onderwijs te beoordelen. Hij initieert nieuwe werkvormen, materiaalontwikkeling, begeleidingsmodellen en toetsvormen, behorend bij onderwijsontwikkelingen. Hij kan daarbij ook collega s begeleiden en scholen. Indicatoren 1 stelt zich constructief kritisch op t.o.v. de effectiviteit en kwaliteit van het bestaande onderwijs en t.o.v. onderwijsontwikkelingen (zowel nationaal als internationaal), overziet de didactische consequenties van ontwikkelingen en kan voor- en nadelen van verschillende benaderingen/werkwijzen benoemen en onderbouwen 19

20 2 signaleert op basis van recente kennis uit de onderwijsresearch en inzichten uit good practices kansen en belemmeringen om de doelmatigheid en doelgerichtheid van het onderwijs binnen de eigen onderwijsinstelling te verbeteren 3 ontwerpt op een systematisch verantwoorde wijze onderwijsarrangementen die leiden tot effectieve leerprocessen en is in staat om gemaakte ontwerpkeuzes expliciet te beargumenteren 4 vervult een voortrekkersrol binnen het eigen team/vakgebied, initieert de ontwikkeling en het ontwerp van bijvoorbeeld nieuwe werkvormen, materialen, toetsvormen etc. 4. Organisatorische competentie De Master Leren & Innoveren weet onderwijsontwikkelingen doelgericht en met gevoel voor verhoudingen te begeleiden. Indicatoren 1 erkent het belang van verschillende relevante elementen van het schoolsysteem (bijv. de cultuur, interne organisatie en structuur, de politiek-maatschappelijke omgeving, beschikbare wetenschappelijke kennis, persoonlijke belangen etc.) bij veranderingsprocessen, houdt hier bij de ontwikkeling van het onderwijs expliciet rekening mee om te komen tot haalbare en realistische onderwijsontwikkelingen 2 vervult een regiefunctie bij het ontwikkelen en invoeren van nieuw onderwijs en houdt overzicht over daarmee samenhangende complexe besluitvormingsprocessen; treedt besluitvaardig op en neemt weloverwogen en beargumenteerde besluiten 3 heeft zicht op het implementatieproces van innovaties, (h)erkent de verschillende fasen in het proces, (h)erkent de ontwikkelingssnelheid van betrokkenen, (mogelijke) weerstanden tegen veranderingsprocessen en overziet de consequenties van innovaties binnen de onderwijsinstelling (op diverse terreinen, zoals personeelsbeleid, kwaliteitszorg, inzet van middelen) 4 bewaakt de kwaliteit en voortgang van onderwijsontwikkelingen, maakt regelmatig de balans op wat betreft voortgang en behaalde resultaten en neemt indien nodig gepaste actie 5 toont verantwoordelijkheidsbesef, verantwoordt bij de opzet en uitvoering van projecten de gemaakte keuzes, behaalde resultaten en ingezette middelen 5. Teamontwikkelingscompetentie De Master Leren & Innoveren draagt bij aan het creëren en organiseren van leergemeenschappen binnen de eigen onderwijsinstelling, gericht op concrete gedeelde en gedragen resultaten en zelfsturing van het onderwijsteam. Indicatoren 1 signaleert mede op basis van (gevraagde en ongevraagde) feedback leervragen binnen het onderwijsteam en initieert leeractiviteiten die het leerproces binnen het onderwijsteam ondersteunen, houdt hierbij rekening met de samenstelling en de behoeften van de leden van de eigen onderwijsinstelling 2 bewerkstelligt binnen de eigen onderwijsinstelling draagvlak voor onderwijsontwikkeling, licht ontwikkelingen toe en beargumenteert zijn visie op heldere wijze, toont daarbij overtuigingskracht 3 fungeert als vraagbaak voor de leden van de eigen onderwijsinstelling en staat open voor de inbreng en standpunten van leden. 4 demonstreert leiderschapskwaliteiten, geeft op effectieve wijze leiding aan gesprekken, overleg en vergaderingen van het onderwijsteam van de de eigen onderwijsinstelling 6. Omgevingscompetentie De Master Leren & Innoveren herkent en erkent de belangen van externe betrokkenen bij het onderwijs en (veranderingsprocessen binnen) de onderwijsinstelling en kan hier evenwichtig mee omgaan. Indicatoren 1 volgt relevante actuele (nationale en internationale) onderwijsontwikkelingen en kan deze plaatsen in een bredere maatschappelijke en politieke context, vertaalt ontwikkelingen naar consequenties voor de eigen onderwijsinstelling 2 verantwoordt de gekozen onderwijsaanpak en de bereikte leerresultaten richting externe partijen op heldere en overtuigende wijze, en betrekt waar nodig relevante externen (bijv. bedrijven, instellingen, ouders/verzorgers) bij onderwijsontwikkeling 20

21 3 gaat op diplomatieke wijze om met de belangen van diverse externe betrokkenen, weegt deze belangen mee bij onderwijsontwikkeling en vindt daarbij de balans tussen externe belangen en de belangen van de eigen onderwijsinstelling 4 toont originaliteit in het vinden van oplossingen, zoekt ook buiten de eigen context naar nieuwe concepten, ideeën en oplossingen, brengt deze in en weet deze over te brengen aan de betrokkenen 5 gaat op effectieve wijze om met onverwachte gebeurtenissen en situaties 6 participeert in (landelijke/ regionale) onderwijsinnovatietrajecten 7 zoekt naar (nieuwe) samenwerkingsvormen met het afnemend onderwijs- en beroepenveld 7. Reflectie- en onderzoekscompetentie De Master Leren & Innoveren is zich bewust van zijn taken en bevoegdheden en zijn verantwoordelijkheid richting leerlingen, ouders/verzorgers en collega s en zijn kwetsbare positie daarin. Hij is in staat om het bestaande onderwijs en veranderingen adequaat te voorzien van onderzoek om evidence op te bouwen met betrekking tot de leereffecten van zijn onderwijs op korte en lange termijn. Indicatoren 1. reflecteert kritisch op het eigen persoonlijk en professioneel handelen, onderkent en benoemt de invloed en gevolgen van het eigen handelen op anderen en verbetert zijn werkwijze voortdurend 2. demonstreert continu een onderzoekende houding, stelt relevante, kritische vragen bij onderwijsontwikkelingen en de onderwijspraktijk, durft te experimenteren en weegt mogelijke voor- en nadelen van diverse werkwijzen systematisch tegen elkaar af 3. formuleert relevante, heldere, richtinggevende en duidelijk afgebakende probleemstellingen voor praktijkgericht onderzoek, werkt deze uit in een consistente onderzoeksopzet en kiest daarin beargumenteerd en gemotiveerd voor methoden en technieken van onderzoek 4. analyseert en interpreteert de onderzoeksresultaten en kan deze in een bredere (onderzoeks)traditie plaatsen, verbindt de resultaten van onderzoek met bevindingen uit ander (nationaal en internationaal) onderzoek uit verschillende disciplines en formuleert conclusies 5. verbindt onderzoeksresultaten aan de onderwijspraktijk, gebruikt onderzoeksresultaten om onderwijsontwikkelingen te stimuleren, verspreidt resultaten van onderzoek (rapportages, presentaties enz.)en kan expliciet voorbeelden van hierop gerichte kennisdeling aantonen 6. speelt een leidende of coördinerende rol bij de totstandkoming en/of uitvoering van onderzoeksprojecten 21

22 Bijlage 3 Rollen van de Master Leren & Innoveren 1. Excellente leraar Algemene omschrijving De master leren & innoveren is in de eerste plaats een excellente leraar. In die rol draagt de master, vanuit zijn expertise, bij aan het pedagogische en didactische klimaat binnen de school als totaal. De master leren & innoveren heeft een gedegen kennis van actuele inzichten in het leren van lerenden en de kenmerken van krachtige leeromgevingen voor lerenden van uiteenlopend niveau. De master leren & innoveren expliciteert mede op basis van zijn kennis zijn persoonlijke onderwijsvisie en relateert deze aan de onderwijsvisie van de school. Verantwoordelijkheid De master leren & innoveren is verantwoordelijk voor het optimaal laten aansluiten van zijn eigen onderwijs bij de leerbehoeften van de lerenden en het afnemend veld. Ambities van de opleiding De master leren & innoveren is in staat om boven de eigen onderwijspraktijk uit te stijgen en met een helikopterview naar onderwijs en onderwijsprocessen te kijken. De master leren & innoveren combineert inzichten uit diverse ((semi-)wetenschappelijke) theorieën en invalshoeken. Hij beschikt over een gedegen kennis van zijn vakgebied en van de factoren die van belang zijn voor het leren van lerenden. Hij maakt de vertaalslag van abstracte kennis naar kansen en mogelijkheden voor (verbetering van) de eigen onderwijspraktijk. Hij houdt rekening met en speelt in op verschillen tussen lerenden teneinde zo goed mogelijke resultaten te realiseren. Hij maakt een inschatting welke eisen dit stelt aan het eigen handelen en het handelen van collega s. Belangrijkste competenties Competentie op interpersoonlijk niveau Competentie op pedagogisch niveau Competentie op didactisch niveau Competentie op het niveau van de omgeving 2. Ondernemende ontwikkelaar Algemene omschrijving De master leren & innoveren initieert innovaties en ontwikkelt materialen en instrumenten op basis van expliciete kennis van het leren van lerenden en het ontwerpen van onderwijs. Daarnaast implementeert hij (op kleine schaal) vernieuwingen, rekening houdend met de nieuwste inzichten op dit gebied en met maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften. De master leren & innoveren werkt daarbij interdisciplinair samen met collega s, leidinggevenden en partijen uit de omgeving van de school. 22

23 Verantwoordelijkheid De master leren & innoveren is (mede) verantwoordelijk voor het optimaal laten aansluiten van het onderwijs van zijn team bij de leerbehoeften van de lerenden en het afnemend veld. Van hem wordt verwacht dat hij binnen het team het initiatief neemt tot onderwijsontwikkeling en op dit gebied een voortrekkersrol vervult. Ambities van de opleiding De master leren & innoveren stelt zich ondernemend op om kansen en mogelijkheden voor ontwikkeling te signaleren. Hij geeft onderwijsontwikkelingen op een goede manier vorm en beschikt over grondige kennis met betrekking tot het leren van lerenden en het ontwerpen van onderwijs. Hij heeft kennis van relevante theorieën (bijv. innovatiediffusie-, organisatie- en opleidingskundige theorieën) en past deze inzichten in de praktijk toe. Hij is in staat om verschillende theorieën te doorgronden en kan deze op hun waarde beoordelen. Hiervoor zijn analytisch vermogen en een kritische instelling onontbeerlijk. Verder houdt hij bij onderwijsontwikkeling expliciet rekening met de belangen, verwachtingen en eisen van de diverse stakeholders en weegt deze tegen elkaar af. Het creëren van draagvlak voor vernieuwing en ontwikkeling is een moeilijke opgave. De master leren & innoveren houdt hierbij rekening met signalen uit de omgeving en mogelijke weerstanden. Hij past zijn strategie en handelingswijze hierop aan. Flexibiliteit, creativiteit en sociale en communicatieve vaardigheden zijn hierbij van groot belang. Hij is zich bewust van zijn eigen verantwoordelijkheden en de grenzen van zijn kennen en kunnen. Hij maakt een goede inschatting wanneer hij de hulp van anderen in dient te schakelen. Belangrijkste competenties Competentie op interpersoonlijk niveau Competentie op pedagogisch niveau Competentie op didactisch niveau Competentie op organisatorisch niveau Competentie op teamniveau Competentie op het niveau van de omgeving Competentie op het niveau van reflectie en onderzoek 3. Reflective practitioner Algemene omschrijving De master leren & innoveren onderzoekt onderwijs met betrekking tot leren en innoveren. Zo brengt hij leerbehoeften van lerenden en de effecten van onderwijs kritisch in kaart. De master leren & innoveren voert praktijkgericht onderzoek uit, op basis van expliciete kennis van onderzoeksmethodieken. De master leren & innoveren is in staat om binnen het team aanwezige praktijkkennis te expliciteren, te onderbouwen door concreet onderzoek en te verspreiden door publicaties of workshops (disseminatie). De master is in staat de resultaten van door derden verricht onderzoek kritisch op zijn merites voor de eigen onderwijspraktijk te beoordelen. 23

24 Verantwoordelijkheid De master leren & innoveren is verantwoordelijk voor het aanleveren van evidence waarmee op een goede manier richting kan worden gegeven aan onderwijsontwikkeling. Ambities van de opleiding De master leren & innoveren is een reflective practicioner. Hij reflecteert op en kan met de nodige afstand kijken naar (onderwijs)processen en demonstreert in zijn werk continu een onderzoekende houding. Hij stelt zich daarbij constructief-kritisch op. Analytisch vermogen is van groot belang om de rol van onderzoeker adequaat te kunnen vervullen. De master leren & innoveren kijkt met de nodige afstand naar onderwijs èn onderzoek. Hij maakt een inschatting van de waarde van onderzoek voor de onderwijspraktijk. Hij stelt zich kritisch en oordeelvormend op ten opzichte van zowel onderzoek van derden als zijn eigen onderzoek. Hij vertaalt abstracte begrippen, concepten en theorieën naar concreet onderzoek. Dit is bijvoorbeeld van belang voor het maken van een goede onderzoeksopzet, het maken van een vertaalslag van een probleemstelling naar handzame onderzoeksvragen en de operationalisering van begrippen. Het is van belang dat hij onderzoeksmateriaal helder en inzichtelijk maakt. Hij maakt een gedegen analyse van onderzoeksgegevens (zowel bij kwalitatief als kwantitatief onderzoek) en maakt een vertaalslag naar conclusies en handvaten voor (verbetering van) de onderwijspraktijk. Belangrijkste competenties Competentie op interpersoonlijk niveau Competentie op het niveau van de omgeving Competentie op het niveau van reflectie en onderzoek 4. Begeleider en gesprekspartner voor collega s Algemene omschrijving De master leren & innoveren begeleidt collega s bij innovatieprocessen en bij de ontwikkeling van onderwijs. Hij stimuleert en motiveert collega s tot onderwijsontwikkeling, onderlinge samenwerking en verdere professionalisering. Hij is tevens in staat om collega s te scholen en hij ondersteunt ze op zijn inhoudelijke expertisegebied. Hij heeft inzicht in het leren van professionals. Verantwoordelijkheid De master leren & innoveren is verantwoordelijk voor het enthousiasmeren, inspireren en inhoudelijk ondersteunen van collega s om het onderwijs optimaal aan te laten sluiten bij de leerbehoeften van lerenden en het afnemend veld. Ambities van de opleiding Van de master leren & innoveren wordt verwacht dat hij collegiale uitwisseling stimuleert en docenten aanzet tot gezamenlijke probleemverheldering. Hij kan zijn collega s overtuigen van het belang van onderwijsontwikkeling en onderlinge samenwerking en durft hen aan te spreken m.b.t. (het belang van) de verdere ontwikkeling van de leergemeenschap. Hij vindt daarbij een goede balans tussen coaching, begeleiding en sturing. De master leren & innoveren heeft en houdt het overzicht op de (professionele) ontwikkeling van de leergemeenschap. Hij signaleert tijdig (ook met het oog op toekomstige ontwikkelingen) de leervragen die binnen de leergemeenschap spelen en maakt de juiste vertaalslag naar concrete leeractiviteiten. Hij 24

25 vervult daarbij een schakelfunctie naar de omgeving. Van de master leren & innoveren wordt verwacht dat hij op verschillende niveaus binnen de instelling draagvlak voor onderwijsontwikkeling creëert, waarvoor uitstekende sociale en communicatieve vaardigheden van belang zijn. Hij moet ideeën en vernieuwingsinitiatieven van collega s kunnen ontdekken, op waarde kunnen schatten en formaliseren, waarbij het verkrijgen van draagvlak en het zorgdragen voor facilitering vanuit het management van groot belang is. Hierbij is overtuigingskracht onontbeerlijk. Belangrijkste competenties Competentie op interpersoonlijk niveau Competentie op teamniveau 25