Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice"

Transcriptie

1 Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Verslag over het algemeen toezicht op en bevordering van het gebruik van de middelen van interne controle binnen de rechterlijke orde Kalenderjaar 2001 Goedgekeurd tijdens de Algemene Vergadering van 24 september 2003

2 Inhoudstafel 1. Wettelijk kader Praktische beschouwingen Methodologie Opvolging jaarverslag Rechtbank van Eerste Aanleg Ieper (punt 1) Rechtbank van Eerste Aanleg Oudenaarde (punt 2) Hof van Beroep Luik (punt 3) en de Arbeidsrechtbanken Kortrijk Ieper Veurne (punt 8) Hof van Beroep Luik (punt 3) Arbeidsrechtbanken te Kortrijk-Ieper-Veurne (punt 8) Parket-generaal Luik (punt 4) Parket-Generaal Brussel (punt 5) Rechtbank van Eerste Aanleg Hasselt (punt 6) Arbeidsrechtbanken Aarlen, Marche en-famenne en Neufchâteau (punt 7) Bespreking van de middelen van interne controle Toezicht op de regelmatigheid van de dienst (art. 140 Ger. W.) Toezicht op de regelmatigheid van de dienst, handhaving van de orde, handhaving van de tucht, en uitvoering van de wetten en verordeningen in de hoven en rechtbanken (art. 140 en 399 Ger. W.) De algemene vergaderingen (art. 340 Ger. W.) Hiërarchisch toezicht van de hoven en rechtbanken (art. 398 Ger. W.) Het hiërarichisch toezicht van het openbaar ministerie (art. 400 Ger. W.) Kennisgeving van de miskenning van de ambtsplichten van de leden van het openbaar ministerie (art. 401 Ger. W.) Toezicht op de leden van het parket in hun hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie (art. 402 Ger. W.) Toezicht op de referendarissen bij het Hof van Cassatie (art. 402bis Ger. W.) Toezicht door het openbaar ministerie op griffiers, griffiepersoneel, vertalers, opstellers, en beambten van alle rechtbanken, vredegerechten en politierechtbanken (art. 403 Ger. W.) Het tuchtrecht (art. 404 tot 414 Ger. W.) Onttrekking van de zaak aan de rechter op grond van openbare veiligheid (651 Ger.W.) Onttrekking van de zaak aan de rechter wegens langdurig beraad (652 Ger.W.) De wraking (art. 838 Ger.W.) Vernietiging wegens machtsoverschrijding (art Ger.W) Aangifte van rechterlijke beslissingen door de procureur-generaal op bevel van de minister van Justitie (art. 441 Wetboek van Strafvordering) Cassatie in het belang van de wet (art. 442 Wetboek van Strafvordering) Conclusies en aanbevelingen... 77

3 1. Wettelijk kader De Hoge Raad voor de Justitie is toe aan zijn derde jaarverslag over het toezicht op de middelen van interne controle, dat betrekking heeft op het kalenderjaar De bevoegdheden van de Verenigde Advies- en Onderzoekscommissie (V.A.O.C.) inzake het algemeen toezicht op en de bevordering van het gebruik van de middelen van interne controle binnen de rechterlijke orde zitten vervat in art. 259bis-14 Ger.W. De verschillende mechanismen voor interne controle zijn opgenomen in de wet : Ger. W. Toezicht op de regelmatigheid van de dienst Ger. W. en 399 Ger. W. Toezicht op de regelmatigheid van de dienst - Handhaving van orde en tucht, regelmatige uitoefening van de dienst, uitvoering van wetten en verordeningen in hoven en rechtbanken Ger. W. De opdrachten van de algemene vergaderingen van hoven en rechtbanken Ger.W. Hiërarchisch toezicht van de hoven en rechtbanken Ger. W. Het hiërarchisch toezicht binnen het openbaar ministerie Ger. W. Kennisgeving van de miskenning van de ambtsplichten van de leden van het openbaar ministerie Ger. W. Toezicht op de leden van de parketten, in hun hoedanigheid van officieren van gerechtelijke politie bis Ger. W. Toezicht op de referendarissen van het Hof van Cassatie Ger. W. Toezicht op de leden en het personeel van de griffies en op het personeelsleden van de parketten tot 414 Ger. W. Tuchtrecht Ger. W. Onttrekking van de zaak aan de rechter op grond van openbare veiligheid Ger. W. Onttrekking van de zaak aan de rechter wegens langdurig beraad Ger. W. Wraking Ger. W. Vernietiging ingevolge machtsoverschrijding Sv. Aangifte van rechterlijke beslissingen door de procureur-generaal op bevel van de Minister van Justitie Sv. Cassatie in het belang van de wet. Aangezien het wettelijk kader voor deze materie niet veranderde in de beschouwde periode, volstaat het te verwijzen naar hetgeen hierover werd uiteengezet in het eerste jaarverslag. 1. De informatie die in het kader van art. 259bis- 14 Ger.W. in voorkomend geval door de V.A.O.C. wordt gevraagd over de toepassing van artikel 340 Ger.W. beschouwd als middel van interne controle, is uiteraard te onderscheiden van het verslag dat de hoven en rechtbanken in uitvoering van art Ger.W. elk jaar voor 15 oktober aan de Hoge Raad voor de Justitie en van de verslagen die de hoven overeenkomstig art , lid 2, 2,3 en 4 Ger. W. aan diverse instanties moeten bezorgen. 1

4 2. Praktische beschouwingen De meeste rechtscolleges hebben, overeenkomstig artikel 259bis-14 van het Gerechtelijk Wetboek, een verslag over hun werkzaamheden ingestuurd. Het Arbeidshof te Brussel, de rechtbanken van Ieper en Tongeren, de parketten van Aarlen, Brussel, Hasselt, Hoei en Neufchâteau, het arbeidsauditoraat te Brussel, en ook de voorzitters van de algemene vergaderingen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken van Antwerpen, Brussel en Gent hebben geen verslag ingestuurd. 3. Methodologie 1. Ook dit jaar werd gewerkt met voorgestructureerde formulieren m.b.t. de verschillende wetsartikels inzake interne controle. De uiterste inleveringsdatum werd bepaald op 20 december Rechtsmachten die op die datum nog niet hadden geantwoord werden aangeschreven en verzocht per kerende te antwoorden. 2. De verslagen over het toezicht op de middelen van interne controle worden met een jaar vertraging openbaar gemaakt. Daarom zal de V.A.O.C. proberen de verslagen over de kalenderjaren 2002 en 2003 af te werken tegen 15 maart In overleg met een werkgroep, samengesteld door het College van procureurs-generaal en de Raad van de procureurs des Konings, heeft de Verenigde Advies- en Onderzoekscommissie (VAOC) de formulieren, die betrekking hadden op de verslaggeving over de bevoegdheden voortvloeiende uit de artikelen 140 en 399 Ger.W., gewijzigd. Die twee bevoegdheden zijn niet duidelijk te scheiden. Een formulier werd dan ook voor de twee bevoegdheden samen opgesteld, waarbij het openbaar ministerie meer vrijheid werd gegeven over de wijze van verslaggeving. 4. Voorliggend verslag over het kalenderjaar 2001 is enigszins anders opgevat dan de vorige, doordat het zich niet beperkt tot kwantitatieve gegevens die door de bevraagde korpschefs werden meegedeeld maar daarnaast ook nader wil ingaan op het kwalitatieve aspect van de verschillende middelen van interne controle. De H.R.J. vindt het immers noodzakelijk dat de korpschefs informatie krijgen over de wijze waarop die interne-controlemechanismen in andere arrondissementen en rechtsgebieden worden toegepast zodat zij er eventueel inspiratie in kunnen vinden. 2

5 4. Opvolging jaarverslag 2000 In het vorig jaarverslag (2000) over de middelen van interne controle werd aangekondigd dat overleg zou worden georganiseerd met de diverse actoren over de bevindingen van de toezichtsverslagen van 1999 en Op 26 november 2002 vond de aangekondigde overlegvergadering plaats met een vertegenwoordiging van de staande magistratuur en van de zetelende magistratuur. Het verslag van beide vergaderingen wordt aan alle korpschefs overgemaakt. Daarnaast werden via de ingevulde formulieren een aantal mogelijke disfuncties gesignaleerd, die een oplossing vereisten. 2 Alvorens te beslissen over de meest geschikte reactie (formuleren van een advies, een voorstel of het verrichten van een bijzonder onderzoek), zou de Hoge Raad zich verder informeren over de volgende acht feiten: 1. de eventuele gebrekkige voorbereiding van de zittingen en de slechte organisatie van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Ieper die door de procureur des Konings aldaar wordt aangeklaagd (art. 140 en 399 Ger.W.); 2. de lange duur van de gerechtelijke onderzoeken die de procureur des Konings van Oudenaarde vermeldt (art. 140 en 399 Ger.W.); 3. de problematiek van de verschijning voor de medische commissie op vraag van de hiërarchische overste, opgeworpen door de eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Luik (398 Ger.W.); 4. de maatregelen getroffen door de procureur-generaal te Luik om te verhelpen aan de gevolgen van het chronisch gebrek aan magistraten in de parketten van eerste aanleg, het gebrek aan tijd die aan vorming kan gewijd worden en de afvloeiïng van ervaren magistraten die overstappen naar de zetelende magistratuur (art. 400 Ger. W.). 5. de mogelijke miskenning van de ambtsplichten door een lid van het openbaar ministerie (art. 401 Ger.W.) ingevolge misbruik van alcohol en geneesmiddelen, waarvan de eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Brussel melding maakte; 6. de mogelijke aantasting van de onafhankelijkheid van de onderzoeksrechter door het parket die volgens de voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt, spijts overleg, blijft voortduren (art. 401 Ger.W.); 7. de afwikkeling van de tuchtprocedure die reeds op 9 oktober 1996 werd ingezet, waarop de voorzitter van de Arbeidsrechtbank te Aarlen de aandacht vestigt (art Ger.W.); 8. de ongeschiktheid van de evaluatie en van het tuchtrecht om tot een kwaliteitsvolle rechtspraak te komen, aangebracht door de voorzitter van de Arbeidsrechtbank te Kortrijk-Ieper-Veurne (art Ger.W.). Hierna worden elk van deze punten uitgebreider besproken met inbegrip van het gevolg dat er door de Hoge Raad aan wordt gegeven. 2 Zie het Verslag over het algemeen toezicht op en bevordering van het gebruik van de middelen van interne controle binnen de rechterlijke orde, kalenderjaar 2000, pg

6 4.1. Rechtbank van Eerste Aanleg Ieper (punt 1) «Een gebrekkige voorbereiding en een slechte organisatie» doelde volgens de procureur des Konings vooral op de geregeld voorkomende «stoelendans» tijdens de correctionele zittingen van de kamers met drie rechters (meestal met één beroepsmagistraat), wanneer ter zitting van samenstelling moet veranderd worden en plaatsvervangende rechters (advocaten) uit de zaal worden gepikt. Bij parket, advocaten en publiek zou deze «stoelendans» vaak leiden tot onbegrip en ergernis, gezien de chaos en de vele nodeloze uitstellen die dit met zich meebrengt. Het chaotisch verloop van deze zittingen zou vooral te wijten zijn aan een totaal gebrek aan management en organisatie. Uit het onderzoek blijkt dat de verstandhouding tussen de voorzitter van de rechtbank en de procureur des Konings ernstig verstoord is. De voorzitter meent dat er door het parket al te veel onzorgvuldige inleidingen van zaken gebeuren, die vaak tot verhindering of onverenigbaarheid van magistraten leiden. Het parket ontkent dit en stelt dat dit uitsluitend toe te schrijven is aan een gebrekkige en laattijdige organisatie van de zittingen door de rechtbank. De voorzitter weerlegt dan weer deze aantijgingen van de procureur des Konings. Tevens beklemtoont de voorzitter de nadelige gevolgen van de beperkte personeelsformatie (o.a. elke magistraat cumuleert meerdere taken, problemen bij personeelsverloop, extra belasting door zaak Lernout&Hauspie) op de organisatie van de rechtbank. De procureur des Konings zou hier geen oog voor hebben. De voorzitter herhaalt ook de vraag naar een bijzonder onderzoek bij zijn rechtbank - wegens de toegenomen werklast en de dreigende achterstand - die hij reeds vroeger aan de Hoge Raad heeft gericht. Wanneer, na verder over en weer geschrijf tussen de procureur des Konings en de voorzitter, het meningsverschil eind 2002/begin 2003 nog steeds niet opgelost was, werd de eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Gent door de voorzitter op de hoogte gebracht. De eerste voorzitter contacteerde meteen de procureur-generaal met de bedoeling de misverstanden op te lossen en een constructief overleg op te starten tussen de voorzitter en de procureur. Een substituutprocureur-generaal werd ter plaatse gestuurd om na te gaan of er een vergelijk mogelijk is. Na enkele gesprekken zijn beide korpschefs akkoord kunnen gaan over een bepaalde werkwijze, met een duidelijke regeling voor de zaken met rechtstreekse dagvaarding door het O.M., de zaken zonder aangehoudenen en de zaken met aangehoudenen. De verdere concrete en praktische uitwerking is overgelaten aan de korpschefs en zal in werking treden vanaf 1 september De Hoge Raad meent op dit vlak dan ook momenteel geen verdere initiatieven te moeten nemen. Over de opportuniteit van een bijzonder onderzoek in het kader van de hoge werklast en de dreigende achterstand, zal de Hoge Raad in september 2003 op grond van alle beschikbare informatie een beslissing nemen. 4

7 4.2. Rechtbank van Eerste Aanleg Oudenaarde (punt 2) De procureur des Konings meldde ons dat er te gemakkelijk zaken werden uitgesteld waardoor de rol overbelast geraakte en dat er problemen ontstonden bij de onderzoeksrechters wegens al te lang aanslepende gerechtelijke onderzoeken. Volgens ingewonnen informatie zouden de problemen die werden opgeworpen door de vorige procureur des Konings niet meer acuut aanwezig zijn dankzij een strakkere opvolging van de zaken en het aantreden van een extra onderzoeksrechter. Tenzij in een navolgend schrijven het voorgaande zou worden herroepen, acht de Hoge Raad het niet nodig hierin verdere stappen te ondernemen Hof van Beroep Luik (punt 3) en de Arbeidsrechtbanken Kortrijk Ieper Veurne (punt 8) Beide gevallen gaan in essentie over hetzelfde, nl. de problematiek van zieke en langdurig afwezige magistraten, hun verschijning voor de Administratieve Gezondheidsdienst bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (AGD) en de ontoereikendheid van de huidige evaluatie- en tuchtregeling in geval van misbruik Hof van Beroep Luik (punt 3) De eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Luik stelt dat het voor een korpschef zeer moeilijk is op te treden in - geregeld voorkomende - situaties, waarbij magistraten zich als het ware bevinden in de schemerzone tussen gebrekkige gezondheidstoestand en disciplinaire tekortkoming. Een precieze regelgeving daaromtrent ontbreekt en vooral de verschijning voor de AGD zou beter gereglementeerd moeten worden. De artikelen 383 tot 397 Ger. W. voorzien wel procedures voor het geval magistraten «wegens een ernstige en blijvende gebrekkigheid niet langer in staat zijn hun ambt naar behoren te vervullen», maar deze vooronderstellen dat de ongeschiktheid bewezen is. De enige mogelijkheid om deze gebrekkige gezondheidsstaat vast te stellen lijkt de controle door de AGD, maar deze dienst wordt nergens in het Gerechtelijk Wetboek vermeld. De vraag rijst dus naar de legaliteit van zijn eventuele tussenkomsten t.a.v. magistraten, vooral wanneer de betrokken magistraat weigert zich spontaan aan te bieden bij deze dienst Arbeidsrechtbanken te Kortrijk-Ieper-Veurne (punt 8) De voorzitter van de Arbeidsrechtbanken te Kortrijk-Ieper-Veurne meent dat noch het huidig tuchtrecht noch de regeling inzake arbeidsongeschiktheid de korpschef voldoende instrumenten geeft om effectief op te treden tegen magistraten, die niet langer in staat zijn hun ambt op een correcte en aanvaardbare wijze uit te oefenen. Hij stelt dat niet minder dan twee van de zes beroepsrechters in zijn rechtbank niet in staat zijn om hun ambt van rechter op een aanvaardbare wijze uit te oefenen en dat deze toestand al meer dan tien jaar bestaat. 5

8 Hij beschrijft uitgebreid en chronologisch de disfuncties en tekortkomingen die hij, of zijn voorganger, bij deze magistraten ondervond. Daarbij valt op dat verschillende keren een onderzoek aan de AGD gevraagd werd. In het geval van de ene rechter kwam de AGD tot de conclusie dat deze medisch gezien niet aan de voorwaarden voldeed om toegelaten te worden tot het vervroegd pensioen wegens gezondheidsredenen en geschikt was om op een normale en regelmatige wijze zijn functies te vervullen. De voorzitter wees hem verschillende keren op de disfuncties en tekortkomingen en raadde hem meermaals aan met vervroegd pensioen te gaan. De rechter ging hier niet op in. Inmiddels is hij overleden. In het geval van de andere rechter oordeelde de AGD dat deze geschikt was om de dienst op normale wijze waar te nemen, waarop een (zoveelste) nieuwe ziekteperiode van drie maand begon. Het tuchtrecht biedt volgens de voorzitter weinig mogelijkheden om het slecht functioneren van een magistraat naar binnenin (ten aanzien van de rest van het korps) en naar buitenuit (vooral ten aanzien van de rechtszoekenden) te sanctioneren. De huidige tuchtregeling voorziet te weinig concrete en efficiënte sancties en een nieuwe tuchtregeling (wet van 7 mei 1999) is nooit in werking getreden en inmiddels opgeheven door de wet van 7 juli 2002, die op haar beurt een nieuwe tuchtregeling voorziet. De bepalingen van deze wet zullen echter pas in werking treden bij Koning Besluit of ten laatste op 14 februari Deze nieuwe tuchtregeling zou de korpschef wel heel wat meer mogelijkheden bieden om beter toezicht te kunnen uitoefenen via concrete sancties op zijn rechters (zie o.m. tweede lid art ). Ook de evaluatie biedt geen oplossing : indien men de betrokken disfunctionerende magistraten een onvoldoende zou geven, riskeert een verdere samenwerking helemaal onmogelijk te worden. Ten einde aan de klachten van de korpschefs m.b.t. de huidige regeling van de arbeidsongeschiktheid bij magistraten via aanbeveling te kunnen remediëren, ondernam de Hoge Raad een poging om deze problematiek in kaart te brengen. 1. Regeling van de arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval bij magistraten Wetgeving De artikelen 331 tot 333 Ger. W. regelen de afwezigheid van meer dan drie dagen en minder dan één maand 4 : - Afwezigheden van minder dan één maand: vergunning vereist van de FOD Justitie of de rechterlijke overheid zelf (meestal de korpschef) naargelang het niveau van de magistraat. - Afwezigheden meer dan één maand: vergunning vereist van de FOD Justitie. 3 De tuchtstraffen bedoeld in dit hoofdstuk kunnen tevens worden opgelegd aan personen die de taken van hun ambt verwaarlozen en zodoende afbreuk doen aan de goede werking van de justitie of aan het vertrouwen in die instelling. 4 Gedurende de periode van afwezigheid blijft de wedde van de magistraat in principe onbeperkt verder uitbetaald. De FOD Justitie stelt echter dat in de praktijk elke periode van afwezigheid wegens ziekte wel wordt gecomptabiliseerd. 6

9 De artikelen 383 tot 390 regelen de procedure van de verplichte inruststelling na een langdurige ziekteperiode: - Art. 383 Ger. W.: de magistraten worden in rust gesteld bij het bereiken van de leeftijd van 67 jaar (70 jaar voor de leden van het Hof van Cassatie) of wanneer zij wegens een ernstige en blijvende gebrekkigheid niet langer in staat zijn hun ambt naar behoren te vervullen. - Art Ger. W. voorzien een procedure waarbij de magistraten van de zetel die door een ernstige en blijvende gebrekkigheid zijn aangetast en niet om hun inruststelling hebben verzocht, door de eerste voorzitter (van het Hof van Cassatie, het Hof van Beroep of het Arbeidshof, al naargelang) ambtshalve of op vordering van het O.M. gewaarschuwd worden. Als binnen een maand na de waarschuwing niet om een inruststelling wordt verzocht, doet de algemene vergadering van het Hof (in de raadkamer en na de schriftelijke conclusie van het OM gehoord te hebben) uitspraak over de inruststelling. De personeelsdienst van de FOD Justitie heeft er geen kennis van dat deze procedure ooit werd toegepast. Art. 392 Ger. W.: de magistraat van wie bevonden is dat hij wegens een gebrekkigheid niet meer in staat is zijn ambt te vervullen maar die de voor het emeritaat vereiste leeftijd niet heeft, kan ongeacht zijn leeftijd gepensioneerd worden. Het probleem is echter dat niet wettelijk is bepaald op welke manier of door welke instantie de blijvende gebrekkigheid moet vastgesteld worden. In de praktijk gebeurt dit door de pensioenscommissie van de Administratieve Gezondheidsdienst bij FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, hoewel voor de bevoegdheid van deze commissie t.a.v. de magistratuur dus geen precieze wettelijke basis bestaat. De aanvraag gebeurt door de FOD Justitie na inwinning van advies bij de bevoegde rechterlijke overheid (of op verzoek van de korpschef). Tegenwoordig wordt zo n aanvraag aan de AGD gericht vanaf het ogenblik dat een magistraat langer dan drie maand ononderbroken afwezig is. 5 De magistraat die definitief ongeschikt wordt verklaard wegens gebrekkigheid ontvangt een pensioen op basis van art. 392 Ger. W. 6 Deze procedure wordt soms wel toegepast. 5 Aanvankelijk gebeurde dit pas na een jaar afwezigheid, later na zes maanden. De reden waarom deze termijn werd ingekort is, volgens de FOD Justitie, de gerechtelijke achterstand en een algemeen gebrek aan magistraten. 6 Het pensioen wordt berekend op dezelfde wijze als van een magistraat die in rust wordt gesteld voor de leeftijdsgrens, op basis van de wet van 15 mei 1984 (t.t.z. gebaseerd op de gemiddelde wedde gedurende de laatste vijf jaren en het aantal jaren loopbaan, waarvan de eerste vijf jaren worden berekend in dertigsten en de overige in vijfendertigsten). 7

10 1.2. Toepassing: cijfergegevens Volgende cijfergegevens werden bekomen bij de personeelsdienst van de FOD Justitie i.v.m. de aanvragen door de minister van Justitie om voor de AGD te verschijnen: Jaar Aanvragen Beslissing AGD aanvragen aanvragen 1 ongeschikt en 1 geschikt verklaard aanvragen 4 ongeschikt en 1 geschikt verklaard aanvragen 1 ongeschikt en 1 geschikt verklaard aanvragen 2 ongeschikt verklaard aanvragen 2 ongeschikt verklaard aanvragen 5 ongeschikt en 1 geschikt verklaard (1 overleden) aanvragen 6 ongeschikt en 3 geschikt verklaard (1 geen onderzoek). TOTAAL 30 aanvragen 21 ongeschikt en 7 geschikt verklaard aanvragen 4 ongeschikt tot nu toe 7 2. Leemten in de wetgeving of praktijk De wetsartikelen gaan uit van de vooronderstelling van een «gebrekkigheid waardoor de magistraat niet meer in staat is zijn ambt te vervullen», maar nergens wordt bepaald hoe en door wie deze gebrekkigheid dient vastgesteld te worden. Deze controles gebeuren meestal door geneesheren aangeduid door de AGD. Vóór de introductie van artikel 332bis (zie verder in punt 3) bestond er evenwel geen wettelijke basis voor zodat de vraag rijst naar de wettelijkheid ervan, zeker in het geval de magistraat niet akkoord gaat met een onderzoek. De laatste tijd weigerden sommige geneesheren van de AGD deze controles uit te voeren wegens moeilijkheden met de magistraten (die zich niet willen laten onderzoeken of de toegang tot hun woning weigeren). In Antwerpen bijvoorbeeld zou men stelselmatig de aanvragen om controle uit te oefenen afwijzen. De praktijk wijst uit dat weinig magistraten zelf vragen om te verschijnen voor de AGD. Zij die om gezondheidsredenen niet langer in staat zijn hun ambt uit te oefenen voldoen immers meestal aan de voorwaarden van inruststelling op basis van de wet van 15 mei Zij die de aanvraag toch indienen worden meestal ongeschikt verklaard. De praktijk wijst ook uit dat bij de aanvragen die uitgaan van de FOD Justitie (al dan niet op voorstel van de rechterlijke overheden) vaak ofwel de ongeschiktheid voor een beperkte periode (nadien volgt dan een nieuw onderzoek) ofwel de geschiktheid om de functie te hernemen wordt vastgesteld. In dit laatste geval gebeurt het meermaals dat enkele weken na de herneming van het werk, de betrokken magistraat opnieuw ziekteattesten voorlegt waarna soms een nieuw onderzoek volgt. 7 Deze cijfergegevens lopen tot eind oktober

11 Er blijft een probleem bestaan indien de betrokken magistraat veelvuldig en langdurig afwezig is, maar nooit meer dan drie maand onafgebroken. In die gevallen neemt de FOD Justitie geen initiatief om de AGD te vatten. De procedure voor de AGD sleept soms maanden aan. 3. Wetgevend initiatief Voorgaande vaststellingen tonen overduidelijk aan dat de problematiek van de magistraten die wegens ziekte hun ambt niet meer naar behoren kunnen vervullen, slecht geregeld was en een wetgevend initiatief zich opdrong, wat ook de visie van de FOD Justitie was. Met de wet van 3 mei 2003 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek (B.S. 2 juni 2003) wordt een artikel 332bis in het Gerechtelijk Wetboek ingevoegd dat luidt als volgt: «Art. 332bis: Indien de afwezigheid van een magistraat te wijten is aan ziekte, kan het verlenen van de vergunning bedoeld in de artikelen 331 en 332 afhankelijk worden gesteld van een medische controle door de AGD die deel uitmaakt van de Medische expertise zoals bepaald in het administratief reglement van die dienst». De wetgever komt dus tegemoet aan de tot nu toe bestaande leemte, in zoverre: de geneeskundige controle van magistraten door de AGD een wettelijke basis krijgt; bij afwezigheid van de magistraat wegens ziekte, de korpschef of de minister van Justitie een aanvraag zal kunnen richten aan de AGD om een medische controle uit te oefenen; er daadwerkelijk door de korpschefs kan opgetreden worden ingeval van herhaalde of langdurige afwezigheden, of wanneer er aanwijzingen van misbruik zijn. Of deze regeling volstaat zal de toekomst moeten uitwijzen. Volgende kanttekeningen kunnen evenwel worden gemaakt: 1. Hoewel het aantal gevallen beperkt is, is het verbazend dat de AGD magistraten geschikt blijft verklaren om hun ambt uit te oefenen in gevallen waar deze manifest en sedert maanden (soms zelfs jaren) niet functioneren zoals mag worden verwacht. Hopelijk zal de AGD zich met de nieuw ingevoerde wettelijke basis beter geruggesteund voelen. 2. Zelfs met een coherente en daadwerkelijke aanpak van de problemen, zou een oplossing moeten gevonden worden voor de tijdelijke vervanging door beroepsmagistraten van magistraten die voor min of meer lange periodes ongeschikt zijn hun ambt naar behoren te vervullen. We denken hierbij aan een pool van magistraten die in functie van lokale noden kan ingezet worden. 3. Tenslotte verdient het aanbeveling de mogelijkheid te voorzien na een ziekteperiode het werk eventueel deeltijds te laten hervatten indien hier medische gronden voor bestaan, net zoals dit voorzien is voor b.v. de federale ambtenaren. 9

12 4.4. Parket-generaal Luik (punt 4) De Procureur-generaal bij het hof van beroep van Luik laat weten dat het chronisch tekort aan parketmagistraten in eerste aanleg, het gebrek aan tijd voor de opleiding van jongeren en de uittocht van oudere magistraten, hoofdzakelijk naar de zetel, als gevolg hebben dat tenlasteleggingen overhaast geformuleerd worden en dat dossiers niet met de nodige zorgvuldigheid worden aangelegd. Gevolg gevend aan het verzoek van de H.R.J. om die drie problemen te expliciteren en te laten weten of die situatie ondertussen verbeterd is, antwoordt de procureur-generaal dat het eerste en het derde probleem niet eigen zijn aan het rechtsgebied van het Hof van beroep van Luik. De remedies die ervoor moeten worden aangebracht vallen meer onder de bevoegdheid van de wetgever en de FOD Justitie dan van de rechterlijke macht. Hij heeft herhaaldelijk de aandacht van de minister van Justitie en van het College van procureurs-generaal gevestigd op het gebrek aan kandidaten van de parketten en op de aantrekkingskracht van de zittende magistratuur. Er dient niettemin te worden opgemerkt dat het kader van de parketten thans versterkt werd en dat in zekere mate de periode van vernieuwing van het personeelsbestand voorbij is en men mag hopen dat de periode van opleiding voor vele jonge substituten verstreken zal zijn. De situatie lijkt overigens verbeterd te zijn, enkele losstaande tekortkomingen niet te na gesproken. Uit een bevraging bij de parketten van eerste aanleg, lijkt er geen bijzonder probleem meer te bestaan in verband met de opleiding van de jongeren. M.b.t. de gevolgen van die situatie, namelijk het overhaast opstellen van bepaalde vorderingen, blijkt uit de antwoorden dat elke procureur des Konings binnen zijn mogelijkheden - de nodige maatregelen genomen heeft. Dit lost evenwel niet alle problemen op het parket van Luik bijvoorbeeld lijkt geen systematische controle op de kwaliteit van de vorderingen uit te oefenen Parket-Generaal Brussel (punt 5) De eerste voorzitter van het Hof van Beroep Brussel meldde dat een magistraat van het openbaar ministerie meerdere keren niet in staat was om ter zitting behoorlijk te vorderen, om reden van medicijn- en alcoholmisbruik. Deze magistraat, die een gezondheidsprobleem had, zou de zetel soms in verlegenheid brengen door ongepast gedrag en ondoordachte handelingen, zoals onsamenhangende uiteenzettingen. Uit het onderzoek blijkt dat de procureur-generaal hier ook van op de hoogte was. Hij bevestigt dat deze magistraat een tijdlang gezondheidsproblemen heeft gehad waarbij zware medicatie werd opgelegd. Hoewel deze magistraat zich beter (tijdelijk) had teruggetrokken, is deze moedig blijven doorwerken, al kon hij inderdaad enkele keren de invloed van de medicatie moeilijk verbergen, aldus de procureur-generaal, die hem meermaals op zijn verantwoordelijkheid heeft gewezen. Intussen zou de situatie genormaliseerd zijn en zouden er geen problemen meer geweest zijn. We noteren evenwel dat de eerste voorzitter nog geen antwoord gaf op de vraag van de Hoge Raad van 26 mei 2003 of dit inderdaad zo is. Gezien het blijkbaar om een probleem van individuele en tijdelijke aard ging, acht de Hoge Raad het niet noodzakelijk hierin verdere stappen te ondernemen. 10

13 De Hoge Raad stelt wel vast dat om menselijke redenen op dergelijke situaties doorgaans niet onmiddellijk en ad rem wordt gereageerd, wat enerzijds begrijpelijk is maar anderzijds voor de goede werking en beeldvorming van de Justitie nefaste gevolgen kan hebben Rechtbank van Eerste Aanleg Hasselt (punt 6) De voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt meldde dat hij het parket diende te wijzen op de vereiste onafhankelijkheid van de onderzoeksrechters in de uitvoering van hun onderzoeken. Het overleg dat dienaangaande reeds gepleegd werd zou niet tot een oplossing geleid hebben. De voorzitter gaf er de voorkeur aan dit probleem eerst te bespreken met de nieuwe eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Antwerpen, vooraleer de Hoge Raad verder te informeren. Sedertdien zijn er met de procureur des Konings wekelijks overlegontmoetingen gehouden met het oog op het voorkomen van disfuncties en conflicten in de uitoefening van de bevoegdheden van de onderzoeksrechters en het parket. Deze werkwijze was van aard om de toestand te normaliseren. Er dringen zich bijgevolg geen verdere stappen op vanwege de Hoge Raad Arbeidsrechtbanken Aarlen, Marche en-famenne en Neufchâteau (punt 7) De voorzitter van de Arbeidsrechtbanken te Aarlen, Marche-en-Famenne en Neufchâteau maakte melding van een (tucht)zaak die reeds sinds oktober 1996 aansleepte. De voorzitter meent dat de ontegensprekelijk lange duur van het strafonderzoek en de bedenkelijke kwaliteit van het geleverde werk (vooral het feit dat de Correctionele Rechtbank van Neufchâteau uitspraak deed over niet gecorrectionaliseerde feiten, waardoor het Hof van Beroep van Luik zich in graad van beroep onbevoegd moest verklaren) gedurende jaren een negatieve invloed heeft gehad op de werking van de betrokken griffie. 1. Korte beschrijving en chronologie van de zaak: In oktober 1996 schrijft de voorzitter van deze arbeidsrechtbanken de arbeidsauditeur aan naar aanleiding van vastgestelde malversaties in hoofde van een griffier bij deze arbeidsrechtbanken. Wegens het strafrechtelijk karakter van de feiten wordt de zaak door de arbeidsauditeur overgemaakt aan de procureur des Konings te Neufchâteau, die op zijn beurt meteen een onderzoeksrechter vat. De griffier wordt in januari 1997, bij wijze van ordemaatregel, voorlopig geschorst (met inhouding van 20% op het loon) voor de duur van de vervolging. Na een lange gerechtelijke procedure wordt de griffier op 25 april 2000 door de corectionele rechtbank veroordeeld. Betrokkene gaat hiertegen in beroep. Het Hof van Beroep te Luik oordeelt op 22 augustus 2000 dat het onbevoegd is wegens een kwalificatieprobleem (er waren namelijk geen verzachtende omstandigheden aangenomen). Het Hof van Cassatie verwijst op 27 september 2000 de zaak terug naar de Kamer van Inbeschuldigingstelling te Luik, die bij arrest van 23 april 2001 de verzachtende omstandigheden aanneemt en de zaak vervolgens terugstuurt aan de procureur des Konings te Neufchâteau die opnieuw dagvaardt. 11

14 In december 2001 wordt de griffier door de Correctionele Rechtbank van Neufchâteau veroordeeld tot een gevangenisstraf met uitstel en een geldboete wegens oplichting, ten nadele van het ministerie van Justitie, en valsheid in geschrifte. Inmiddels is door het openbaar ministerie, na het definitief worden van het vonnis, de afzetting gevorderd om tuchtredenen, op grond van artikel 415 van het Gerechtelijk Wetboek en wordt in oktober 2002 de afzetting bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. 2. Uit het onderzoek en de bijkomende informatie bekomen van de minister van Justitie, de procureur des Konings te Neufchâteau en de voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Neufchateau blijkt het volgende: M.b.t. de gerechtelijke procedure: - In de eerste procedure voor de correctionele rechtbank vonden niet minder dan tien zittingen plaats. Verschillende keren werd de zaak uitgesteld op vraag van de burgerlijke partij, de FOD Justitie. Verschillende keren werden bijkomende onderzoeksdaden gevraagd, die volgens de voorzitter ongetwijfeld gerechtvaardigd waren vermits dit door alle partijen werd erkend. Er deden zich ook enkele incidenten voor met de verdediging. - Het parket kan volgens de procureur weinig verweten worden m.b.t. de lange duur van deze procedure. Dit moet blijken uit: - nog dezelfde dag van ontvangst van het schrijven van de voorzitter van de arbeidsrechtbank werd een onderzoeksrechter gevat; - wanneer de zaak terug werd overgemaakt, werd de vordering tot verwijzing binnen een redelijke termijn opgesteld; - wanneer de zaak nogmaals werd overgemaakt nadat de K.I. verzachtende omstandigheden had aangenomen, werd vrijwel meteen gedagvaard; - wanneer opdracht werd gegeven om kennis te geven van de tuchtprocedure, gebeurde dit binnen de drie weken. - Wat de kwalificatie van de feiten betreft, meldt de procureur dat de vordering van het parket de dag van de ondertekening ter informatie werd overgemaakt aan de procureurgeneraal, dat de raadkamer conform de vordering heeft verwezen en de correctionele rechtbank op grond van de kwalificatie in de vordering een veroordeling heeft uitgesproken. Het probleem met de kwalificatie van de vordering ligt in het feit dat tussen het moment waarop de vordering was opgesteld en het arrest van het hof van beroep de wetgeving is veranderd. Volgens de voorzitter is het probleem met de kwalificatie het enige wat de rechtbank mogelijk kan verweten worden en is het zeer uitzonderlijk dat zo n incident voorvalt. De competentie en de ervaring van de behandelende magistraat worden volgens hem bovendien algemeen erkend. - De griffier trachtte in deze zaak de verantwoordelijkheid af te wentelen op anderen, waardoor zij tijdens het onderzoek haar korpsoversten en de rest van het griffiepersoneel betrok en bekritiseerde. Dit zorgde vanzelfsprekend voor een ongezond klimaat op de betrokken griffie en had een invloed op de werking. 12

15 M.b.t. de tuchtprocedure: - De lange duur van de (voorlopige) schorsing van de betrokken griffier bracht volgens de voorzitter de goede werking van de betrokken griffie in het gedrang, in zoverre de functie van adjunct-griffier bijna zes jaar lang uitgeoefend werd door een beambte, die op zijn beurt werd vervangen door een contractueel bediende. De FOD Justitie stelt dat deze regeling juist werd getroffen om de werking van de griffie zo weinig mogelijk in het gedrang te brengen. De regeling werd ook behouden tijdens de aanwervingsprocedure van een nieuwe griffier in vervanging van de inmiddels afgezette griffier. - Nadat beroep werd aangetekend tegen het vonnis van 25 april 2000, vroeg de procureurgeneraal te Luik aan de minister van Justitie uitdrukkelijk om de definitieve beslissing af te wachten alvorens de afzettingsprocedure in te zetten. Om deze reden werd deze procedure pas opgestart nadat de definitieve beslissing door de procureur-generaal werd meegedeeld. - De minister meent dat de nieuwe wet van 7 juli 2002 m.b.t. het tuchtrecht moet toelaten het lang aanslepen van tuchtprocedures in de toekomst te vermijden. Het nieuwe art. 405 Ger. W. stelt immers dat de tuchtschorsing wordt uitgesproken voor een periode van ten minste een maand en ten hoogste een jaar. Het nieuwe art. 406 Ger. W. bepaalt dat de ordemaatregel uitgesproken wordt voor een maand en vervolgens maand per maand kan verlengd worden tot de eindbeslissing. Er zal dus maandelijks een evaluatie gebeuren van de situatie en de noodzaak om de ordemaatregel te handhaven. De Hoge Raad is van mening dat de gerechtelijke procedure wellicht sneller afgehandeld had kunnen worden mits een doortastender optreden van de rechter belast met de behandeling ten gronde. Gezien echter ook - en niet in geringe mate externe factoren (diverse uitstellen op vraag van de burgerlijke partij, het laattijdig verschaffen van noodzakelijke documenten van de burgerlijke partij aan haar eigen raadsman, de uitvoering van bijkomende onderzoeken door het C.D.B.C 8., ) aan de basis liggen van de lange duur van deze procedure, mag deze allerminst volledig toegeschreven worden aan de gerechtelijke instanties. Wat de duur van de voorlopige schorsing betreft kan de Hoge Raad zich niet uitspreken gezien dit tot de bevoegdheid van de minister van Justitie behoort. De Hoge Raad stelt wel vast dat tijdelijke maatregelen werden genomen de delegatie van een beambte tot adjunct-griffier en de aanwerving van een contractueel bediende tijdens de schorsing van de griffier met de bedoeling de werking van de betrokken griffie zo weinig mogelijk in het gedrang te brengen. De minister geeft zelf aan dat de nieuwe wet m.b.t. het tuchtrecht in de toekomst een beter opvolging zou moeten toelaten en zou moeten vermijden dat dergelijke tuchtprocedure lang aansleept. In het licht van wat voorafgaat meent de Hoge Raad dan ook dat hierin geen verdere stappen moeten worden ondernomen. 8 Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie. 13

16 5. Bespreking van de middelen van interne controle Toezicht op de regelmatigheid van de dienst (art. 140 Ger. W.) «Het openbaar ministerie waakt voor de regelmatigheid van de dienst van de hoven en rechtbanken».. 1. Doelstelling van de wet Het is de bedoeling het openbaar ministerie langs deze weg in staat te stellen een algemeen toezicht uit te oefenen op de werking van de terechtzittingen: samenstelling van de zetel, aantal op de rol ingeschreven zaken, stand van de hangende zaken, aantal uitgesproken vonnissen, aantal tussenvonnissen, aantal zaken dat werd uitgesteld voor uitspraak, aantal zaken in beraad, aantal uitgestelde zaken, aantal zaken in voortzetting, rationeel tijdsgebruik op de terechtzittingen, regelmatigheid van de vonnissen naar de vorm, en toezicht op de griffies. 2. Hoe wordt dit toezicht uitgeoefend? De parketten bij de hoven en de auditoraten-generaal Het parket van het Hof van Cassatie oefent dit toezicht uit wanneer de procureur-generaal bij het Hof de algemene vergaderingen van het Hof bijwoont, alsook de vergaderingen van de afdelingsvoorzitters over de taken van de onderscheiden kamers van het Hof. De procureurgeneraal houdt eveneens toezicht op de spreiding van de terechtzittingen en op de zittingsrollen. Bij het parket-generaal te Brussel berust dit toezicht hoofdzakelijk op bestendig en zeer informeel overleg met de eerste voorzitter van het hof van beroep, de eerste voorzitter van het arbeidshof en de hoofdgriffiers van die beide hoven. Het parket-generaal te Luik oefent geen gestructureerd toezicht uit, maar wijst op het bestaande overleg tussen de eerste voorzitter, de procureur-generaal en de hoofdgriffier, waarbij onregelmatigheden aan het licht kunnen komen. De parketten-generaal te Antwerpen, Gent, en Bergen geven geen informatie. Het auditoraat-generaal bij het Arbeidshof te Luik meldt dat het openbaar ministerie de meeste algemene vergaderingen van het hof bijwoont en dat alle arresten worden meegedeeld. Het auditoraat-generaal vindt dan ook dat het goed geplaatst is om na te gaan of zijn adviezen worden tijdig gelezen of neergelegd en of de arresten tijdig worden uitgesproken. Het auditoraat-generaal te Bergen oefent het toezicht op het hof uit aan de hand van : een analyse van de zittingsverslagen die de griffiers na elke zitting overzenden (ongeacht of een zaak al dan niet mededeelbaar is) ; zo kan het auditoraat-generaal de activiteit van het hof volgen ; dagelijkse verslagen over de terechtzitting door de magistraten van het openbaar ministerie, waarbij wordt nagegaan of die gegevens overeenstemmen met deze uit de verslagen van de griffiers ; maandelijkse statistische verslagen van de griffie, zodat het mogelijk is zowel globaal als per materie de evolutie van de voor het hof hangende zaken te volgen ; 14

17 het onderzoek van de voor eventuele goedkeuring of opmerkingen voorgelegde ontwerpbeschikkingen van de (eerste) voorzitter betreffende de regeling van de dienst van de terechtzittingen. Het toezicht op de arbeidsrechtbanken uit het rechtsgebied gebeurt aan de hand van : maandelijkse toezending door de arbeidsauditeurs van de dagelijkse zittingsverslagen die de magistraten van het openbaar ministerie bij de arbeidsrechtbanken opstellen ; maandelijkse statistische verslagen meegedeeld door de arbeidsauditeurs. De auditoraten-generaal bij de Arbeidshoven te Antwerpen, Brussel en Gent delen geen gegevens mee. Tijdens het betrokken referentiejaar hebben het parket van het Hof van Cassatie, de parkettengeneraal noch de auditoraten-generaal inbreuken op de regelmatigheid van de dienst vastgesteld. De parketten van eerste aanleg Het Antwerpse parket maakt voor het toezicht een onderscheid tussen strafzaken en burgerlijke zaken. In strafzaken oefent het parket zijn effectief toezicht op de regelmatigheid van de dienst van de rechtbank uit door middel van de individuele verslagen van de zittingsmagistraten. Dagelijks worden volgende gegevens bijgehouden : de samenstelling van de zetel, het aantal zaken dat op de rol werd gebracht, de stand van de hangende zaken, de uitgesproken eindvonnissen, de tussenvonnissen, de uitgestelde vonnissen, de zaken in beraad, de zaken die werden verwezen naar een kamer met drie rechters, de uitgestelde zaken en de zaken in voortzetting (met opgave van de reden). Voorts stellen de zittingsmagistraten maandelijks een verslag op over hun stock aan dossiers die nog geen rechtsdag hebben en een schatting van de bezettingsgraad van hun zittingen. Op basis van die verslagen worden maandelijks voortgangsrapporten aan de procureur-generaal gericht. In burgerlijke zaken wordt het toezicht vooral actief uitgeoefend in zaken waarvoor het openbaar ministerie advies dient te geven. Om de twee weken bezorgt de griffie aan het parket de zittingsverslagen van de burgerlijke kamers. Verder worden de proceduredossiers op voorhand meegedeeld aan het openbaar ministerie, dat zodoende het verloop van de rechtspleging kan volgen en eventuele tekortkomingen kan opsporen. Ook wordt systematisch gecontroleerd of de uitspraak gebeurt binnen de termijn en of de vonnissen ondertekend zijn. Wegens een chronisch gebrek aan magistraten was men genoodzaakt af te zien van de inspectie van de griffies. Het parket van Brugge is niet meer in de mogelijkheid om een formele en gedetailleerde controle uit te oefenen, terwijl in Ieper de inspectie van de griffies wel nog gebeurt. Op het parket van Luik waken de afdelingshoofden over de regelmatigheid van de rechtsdagbepalingen via een systeem van een vaste parketmagistraat per terechtzitting, zodat iedere magistraat op de terechtzitting dossiers behandelt die hij ab initio volgt; in burgerlijke zaken hangt de rechtsdagbepaling af van de griffie. Op het parket van Marche-en-Famenne wordt het toezicht uitgeoefend door bemiddeling van de zittingsmagistraat, die incidenten of moeilijkheden van op de zitting ter kennis brengt van de procureur des Konings. Aan de hand van regelmatige controle van het register van de rechtsdagbepalingen krijgt het parket een totaalbeeld van het aantal behandelde zaken, het aantal uitgestelde zaken en de redenen voor eventueel uitgestelde vonnissen. 15

18 Het toezicht door het parket van Mechelen gebeurt via de adviezen over de reglementen van de rechtbank, de tijdelijke aanwijzing van rechters tot een bijzonder mandaat, enz. Het wordt daarnaast ook uitgeoefend via de aanwezigheid van het parket op de algemene vergaderingen van de rechtbanken van eerste aanleg en van koophandel, zijn aanwezigheid op tal van terechtzittingen en het toezicht op het verloop van de gerechtelijke onderzoeken. Bovendien moeten de hoofdgriffiers de procureur des Konings alle in beraad genomen zaken ter kennis brengen waarin na drie maanden nog geen uitspraak is. In Namen werd tussen het parket, de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de stafhouder van de Naamse orde van advocaten, en de hoofdgriffier een overlegstructuur opgezet. Samen met een beheerder van de strafzittingen wordt geanalyseerd om welke redenen zaken worden uitgesteld op de strafzittingen en wordt geëvalueerd hoeveel dossiers een rechtsdag kregen. Op basis daarvan moeten dan nuttige initiatieven worden genomen opdat de rechtsdagbepaling vlotter zou verlopen en opdat de rechtbank, waarvoor een rechtsdag is bepaald, dossiers daadwerkelijk zou behandelen en in beraad nemen. Het toezicht door het parket van Nijvel verloopt door middel van zowel de dagelijkse zittingsverslagen als overleg, waarbij zowel de korpschefs als de hoofdgriffiers van de rechtbanken van eerste aanleg en van koophandel worden betrokken. De parketten van Doornik, Turnhout en Verviers oefenen geen systematisch en formeel georganiseerd toezicht uit. Uit de verslagen valt af te leiden dat blijkbaar telkens de aangewezen maatregelen werden getroffen wanneer er inbreuken werden vastgesteld. De arbeidsauditoraten De toezichtuitoefening door de arbeidsauditoraten verloopt grotendeels op identieke wijze : regelmatig contact met de korpschef en de hoofdgriffier, rapportering door de zittingsmagistraten, jaarlijks toezicht op de griffies, controle van de vonnissen, enz. 3. Welke tekortkomingen werden vastgesteld? Er werden geen tot zeer weinig inbreuken vastgesteld. Dankzij het bestendig toezicht is het mogelijk te anticiperen op problemen en voor een efficiënte oplossing te zorgen. 4. Opmerkingen en aanbevelingen van de H.R.J. Het toezicht op de griffies wordt nog nauwelijks georganiseerd omdat er te weinig magistraten zijn. In de conclusies wordt hierover een standpunt ingenomen (zie punt 6. Conclusies en aanbevelingen ). 16

19 5.2. Toezicht op de regelmatigheid van de dienst, handhaving van de orde, handhaving van de tucht, en uitvoering van de wetten en verordeningen in de hoven en rechtbanken (art. 140 en 399 Ger. W.). Onverminderd de toepassing van de artikelen 143bis en 143ter waakt de procureur-generaal bij het hof van beroep, onder het gezag van de minister van Justitie, voor de handhaving van de orde in de hoven en in de rechtbanken. Onverminderd de toepassing van de artikelen 143bis en 143ter waken de procureur-generaal, de procureur des Konings en de arbeidsauditeurs, onder hetzelfde gezag, voor de handhaving van de tucht, de regelmatige uitoefening van de dienst en de uitvoering van de wetten en verordeningen in de rechtbanken. Wanneer de procureur-generaal, de procureur des Konings of de arbeidsauditeur dienaangaande opmerkingen heeft te maken, zijn de eerste voorzitter van het hof en de voorzitter van de rechtbank ertoe gehouden op zijn verzoek de algemene vergadering bijeen te roepen. 1. Doelstelling van de wet De ambtenaren van het openbaar ministerie zijn ambtenaren van de uitvoerende macht bij de rechtbanken. Hun taak bestaat erin om in de vonnissen die zullen worden uitgesproken de wetten van openbare orde te doen respecteren, en om de uitgesproken vonnissen te doen uitvoeren 9. Tal van bevoegdheden in burgerlijke zaken komen toe aan het openbaar ministerie. Zij zijn verschillend al naargelang de mate waarin zij deel uitmaken van het specifieke werk van de rechter. Gemeenschappelijk aan al die aldus gediversifieerde interventies is dat zij verband houden met het uitoefenen van taken die aan het gezag van de regering toekomen in zijn rol van beschermer en bewaker van de openbare orde. Het valt nauwelijks te ontkennen dat het openbaar ministerie de activiteit zelf van de uitvoerende macht uitvoert wanneer het waakt over de regelmatigheid van de dienst van de hoven en rechtbanken 10. In de Commissie voor de Justitie van de Kamer werd gevraagd om te preciseren wat het toezichtrecht van het openbaar ministerie inhoudt. Komt die opdracht niet toe aan de voorzitter van de rechtbank? De voorgestelde tekst, aldus het verslag van M. Hermans, werd overgenomen in artikel 6 van het decreet van augustus 1790 [In iedere rechtbank zal de commissaris van de Koning waken over de handhaving van de tucht en de regelmatigheid van de dienst in de rechtbank op de wijze die zal worden bepaald door de Assemblée nationale.] Het openbaar ministerie is de geëigende tussenpersoon tussen de rechterlijke en de uitvoerende macht. Het openbaar ministerie brengt de minister van Justitie de moeilijkheden ter kennis die kunnen optreden in de werking van de rechtbanken personeel, gebouwen, materiële uitrusting, enz. Eventueel kan hij bij de rechtbank een tuchtvordering aanhangig maken. Hij 11 waakt eveneens over de regelmatige werking van de dienst. 2. Hoe wordt dit toezicht uitgeoefend? De parketten-generaal en de auditoraten-generaal 9 Decreet van augustus 1790 betreffende de gerechtelijke organisatie, Titel VIII, artikel Traité élémentaire de droit judiciaire privé, Bruylant, 1979, p Traité élémentaire de droit judiciaire privé, Bruylant, 1979, p

BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG

BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG 1 Nr. : 75/2014 Rep. : 1855 BESCHIKKING Wij, T. HEEREN, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Limburg, bijgestaan door dhr. Y. KIELICH,

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie

Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Verslag over het algemeen toezicht op en de bevordering van de aanwending van de middelen van interne controle binnen de rechterlijke orde Kalenderjaren

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

Publicatie : Numac :

Publicatie : Numac : pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het

Nadere informatie

HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 CORRECTIONELE ZAKEN 4

HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 CORRECTIONELE ZAKEN 4 Tabellen HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 2015 2016 Input Hangende zaken op 1/1 9.408 8.869 8.235 Nieuw ingeleide zaken 3.737 3.358 3.426 Totaal 13.145 12.227 11.661 Tussenarresten 605 586 479 Output

Nadere informatie

I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht.

I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. BIJLAGE BIJ HET ADVIES VAN DE ADVIESRAAD VAN DE MAGISTRATUUR GOEDGEKEURD TIJDENS DE ALGEMENE VERGADERING VAN 26 OKTOBER 2009 I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht. Krachtens artikel 151 4, van de

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2003 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie.

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie. Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk Federale Overheidsdienst Justitie U bent gedagvaard >voor de politierechtbank >voor de correctionele

Nadere informatie

Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie

Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Verslag over het algemeen toezicht op en de bevordering van de aanwending van de middelen van interne controle binnen de rechterlijke orde Kalenderjaar

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2009 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2010 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 CORRECTIONELE ZAKEN 4

HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 CORRECTIONELE ZAKEN 4 HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 2013 2014 Input Hangende zaken op 1/1 9.682 9.856 9.408 Nieuw ingeleide zaken 3.973 3.821 3.737 Totaal 13.655 13.677 13.145 Tussenarresten 605 586 514 Output Eindarresten

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Toegestuurd aan de dames en heren Toegestuurd aan de dames en heren Eerste Substituten,

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5489 Arrest nr. 155/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2011 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN Inleiding. Nico Biesmans, Magistraat-assessor Provinciale Raad van Antwerpen Bij de oprichting van de Orde der Geneesheren heeft de wetgever het toezicht

Nadere informatie

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Omschrijving van het advocatenkantoor, het bedrijf, de juridische dienst of het notariskantoor: FOD Justitie. Functie Antwerpen : 4. Deze plaatsen vervangen deze

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2012 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

Gehoord de uiteenzetting van appellante en haar raadsman ter zitting; Gelet op de neergelegde stukken en het grievenschrift van appellante.

Gehoord de uiteenzetting van appellante en haar raadsman ter zitting; Gelet op de neergelegde stukken en het grievenschrift van appellante. Jurisdictie: Nederlandstalige Kamer van Beroep Datum: 05/04/2011 beslissing: op tegenspraak beslissingsnr.: KvB 662 Gezien de tuchtrechtelijke beslissing van de Uitvoerende Kamer van het Beroepsinstituut

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2015 P.14.1796.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1796.F PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK, tegen A. S., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie. I.

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 OKTOBER 2008 P.08.0706.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.0706.N I H T V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, ter rechtszitting bijgestaan

Nadere informatie

Strategische doelstelling

Strategische doelstelling Naar een nieuw Openbaar Ministerie in samenspraak met de politie Strategische doelstelling Een strafrechtelijk optreden moet maatschappelijk relevant zijn D.w.z. : Beteugeling strafbaar feit: I Binnen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. 1. De Koning

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie. Conseil Supérieur de la Justice

Hoge Raad voor de Justitie. Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Verslag over het algemeen toezicht op en bevordering van het gebruik van de middelen van interne controle binnen de rechterlijke orde Kalenderjaar

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur.

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Juni 2015 Ambtshalve advies Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de

Nadere informatie

Organisatie van de rechtspraak - België

Organisatie van de rechtspraak - België Organisatie van de rechtspraak - België c) Nadere bijzonderheden over de rechterlijke instanties 1. Vredegerecht De vrederechter is de rechter die het dichtst bij de burgers staat. Hij wordt overeenkomstig

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE INLEIDING De HRJ heeft een drievoudige opdracht die sinds 2 augustus 2000 effectief uitgeoefend wordt: Een bepalende rol spelen in het benoemingsbeleid bij de magistratuur, op

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MAART 2010 P.10.0284.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0284.F I - II PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, beide cassatieberoepen tegen 1. M. B., Mr. Carine Couquelet,

Nadere informatie

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011 Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven

Nadere informatie

Akkoordprotocol inhoudende een aantal maatregelen die een efficiënter procesverloop beogen in het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Antwerpen.

Akkoordprotocol inhoudende een aantal maatregelen die een efficiënter procesverloop beogen in het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Antwerpen. Akkoordprotocol inhoudende een aantal maatregelen die een efficiënter procesverloop beogen in het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Antwerpen. Een gemengde werkgroep bestaande uit enerzijds magistraten

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09)

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Artikel 1. PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Titel I. De instellingen. Er bestaat een Disciplinaire Commissie

Nadere informatie

BIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL

BIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL BIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL Toelichting: Zie artikel 459 Ger.W. Onderafdeling 5. Ereloongeschillen 1. Algemene

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 5841 * FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Vredegerechten en politierechtbank arrondissement Antwerpen [C 2018/10152] Beschikking tot vaststelling van de bijzondere reglementen van de Vredegerechten en de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen

Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE BETREFFENDE DE BIJSTANDSREGELING Art. 1. Het VSOA - Politie, hierna de organisatie genoemd, verdedigt de belangen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 C.14.0195.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0195.F 1. S. D., 2. R. D., 3. J. D., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJ HAACHT nv, Mr.

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. [1 1. De kandidaten die zich voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke

Nadere informatie

JUSTITIEPLAN EEN EFFICIËNTE JUSTITIE VOOR MEER

JUSTITIEPLAN EEN EFFICIËNTE JUSTITIE VOOR MEER JUSTITIEPLAN EEN EFFICIËNTE JUSTITIE VOOR MEER RECHTVAARDIGHEID Wetsontwerp Burgerlijk procesrecht Koen Geens Minister van Justitie 8 mei 2015 Plan-methode op maat van uitdaging» 9 december 2014 (budget

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Rechtbanken van koophandel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Rechtbanken van Koophandel

Nadere informatie

Rechtbanken van Koophandel. Gegevens 2015

Rechtbanken van Koophandel. Gegevens 2015 Rechtbanken van Koophandel Gegevens 2015 Met dank aan het personeel van de Rechtbanken van koophandel en de stafdienst ICT (FOD Justitie). Het gebruik van de inhoud van deze publicatie als toelichting

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 02 november 2015 Rolnummer op JGR 2015/BB/35 Arbeidshof te Brussel elfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/BB/35 p. 2 COLLECTIEVE

Nadere informatie

Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie

Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Verslag over het algemeen toezicht op en de bevordering van de aanwending van de middelen van interne controle binnen de rechterlijke orde Kalenderjaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

PROCEDUREREGLEMENT. Raad van de. Versie

PROCEDUREREGLEMENT. Raad van de. Versie PROCEDUREREGLEMENT Nederlandstalige Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen (NGROD) Versie 12.04.2016 Driekoningenplein 12, 9820 Merelbeke Tel.: 09 225.58.18 E-mail: info@ordederdierenartsen.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2013 P.12.1919.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1919.F 1. H. M. e.a., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. A. F. e.a., Mr. Jacqueline Oosterbosch,

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2014

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2014 De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2014 Anvers Anvers II Anvers III Anvers IV Anvers V Anvers VI Anvers VII Anvers VIII Anvers IX Anvers X Anvers XI Anvers XII Boom Brasschaat

Nadere informatie

De sancties die door de Federale Bemiddelingscommissie kunnen opgelegd worden, zijn:

De sancties die door de Federale Bemiddelingscommissie kunnen opgelegd worden, zijn: Beslissing van 25 september 2008 betreffende de procedure tot intrekking van de erkenning, de bepaling van de sancties die voortvloeien uit de gedragscode en de procedure tot toepassing van deze sancties

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/206 BERAADSLAGING NR. 16/092 VAN 4 OKTOBER 2016 INZAKE DE TOEGANG TOT DE PERSOONSGEGEVENSBANK E-PV DOOR

Nadere informatie

l llhllllllm111. Hof van beroep. Antwerpen. Arrest. burgerlijke zaken. 2018/6t=t' 2018/AR/1199. VAK3 - vakantiekamer

l llhllllllm111. Hof van beroep. Antwerpen. Arrest. burgerlijke zaken. 2018/6t=t' 2018/AR/1199. VAK3 - vakantiekamer Repertoriumnummer 2018/6t=t' Ui t1:1 'ft e " Uitgereikt aan Ultgetelkt aan Uitgereikt aan,.. Datum van uitspraak 14 augustus 2018 Rolnummer 2018/AR/1199 op op { 6UR 6UR op BUR D Niet aan te bieden aan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1103.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN CASSATIE, verzoeker tot vernietiging van een vonnis, eiser, inzake van M V, beklaagde.

Nadere informatie

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 O. Ref. : 10 / A / 2002 / 046 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de bijzondere aanwervingsvoorwaarden van het statutaire en het contractuele

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG PROTOCOL IN CORRECTIONELE ZAKEN De voorzitter van de rechtbank, de procureur des Konings, de stafhouders van de balies Hasselt en Tongeren en de hoofdgriffier sluiten

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties REGLEMENT Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2008 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MEI 2011 P.10.2037.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.2037.F I. DE PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, II. BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, op vervolging en benaarstiging

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4 a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2015 C.15.0017.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0017.F P. S. E., Mr. François Sabakunzi, advocaat bij de balie te Brussel, verzoeker tot wraking in de zaak die onder nummer 3/13

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0428.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0428.N I PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWER- PEN, vervolgende partij, eiser, tegen 1. H J M V D K, 2. T P J M V Z,

Nadere informatie

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4499 Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals dat artikel

Nadere informatie

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1553 Datum van uitspraak 12 juni 2019 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000545 Notitienummer parket

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JANUARI 2015 P.14.0564.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0564.N inverdenkinggestelde, eiseres, met als raadsman mr. toor te kiest,. _ advocaat bij de balie te Gent, met kan - waar de eiseres

Nadere informatie

Politierechtbank arrondissement Limburg

Politierechtbank arrondissement Limburg Politierechtbank arrondissement Limburg Beschikking tot vaststelling van het bijzondere reglement van de Politierechtbank LIMBURG (Hasselt, Tongeren, Beringen, Genk, Sint- Truiden en Maaseik) Het bijzonder

Nadere informatie

In zake: 2010/AR/3198

In zake: 2010/AR/3198 Nummer: Rep. nr.: 2011/ Zitting van: 8 maart 2011 Tussenarrest Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, TWEEDE KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: In zake:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2006 P.06.0527.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0527.N 1. M. L. J. M., verdachte, met als raadsman mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie te Kortrijk, 2. V. N. C. C., verdachte,

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR REGLEMENT VAN ORDE VAN DE COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR TITEL 1. Definities Artikel 1. Voor de toepassing van het reglement van orde wordt verstaan onder: 1 het decreet: het decreet van 13 juli 2001 betreffende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2012 P.11.1908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1908.N I R. L. M. P., inverdenkinggestelde. eiser, met als raadsman mr. Michaël Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent. II M. G.

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Advies v/d Hoge Raad voor de Justitie overeenkomstig artikel 259bis-12, 1 v/h gerechtelijke Wetboek bepalend dat de adviesen onderzoekscommissie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 OKTOBER 2014 C.13.0164.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0164.N BESTLEASE bvba, met zetel te 8670 Koksijde, Goudbloemstraat 8, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek

Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek Het deskundigenonderzoek neemt in de burgerlijke procedure een belangrijke plaats in. Hoewel de rechters niet verplicht zijn

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; 1/5 Advies nr. 21/2008 van 11 juni 2008 Betreft: Advies betreffende de mogelijkheid voor een werkgever uit de overheidssector om in het raam van een tuchtprocedure gebruik te maken van documenten die door

Nadere informatie

Rolnummer : 26 Arrest nr. 20 van 25 juni 1986

Rolnummer : 26 Arrest nr. 20 van 25 juni 1986 Rolnummer : 26 Arrest nr. 20 van 25 juni 1986 In zake : de prejudiciële vraag gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen bij arrest van 26 september 1985 in de zaak van de N.V. TRENAL tegen DE BUSSCHERE

Nadere informatie

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie 1

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie 1 CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN Huishoudelijk reglement van de commissie 1 TITEL I UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEDEN MET BETREKKING TOT DE CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN

Nadere informatie

Blauwdruk van de justitiehervorming definitief vastgelegd

Blauwdruk van de justitiehervorming definitief vastgelegd Blauwdruk van de justitiehervorming definitief vastgelegd Recht zal worden gesproken in 12 arrondissementen met meer autonomie Meer dan twintig jaar wordt er gesproken over de justitiehervorming. Sinds

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0423.N I D P O R, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom Van Bockstaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, tegen Y B, burgerlijke

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 7 APRIL 2011 7e KAMER SOCIALEZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - beroep Bureau Juridische Bijstand tegensprekelijk (art. 747, 2, Ger.

Nadere informatie