Beleidsnota leerplicht Goeree-Overflakkee gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Transcriptie

1 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Goeree-Overflakkee. Nr januari 2017 Beleidsnota leerplicht Goeree-Overflakkee De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016; gelet op artikel 108, eerste lid, en artikel 147, tweede lid, van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de Beleidsnota leerplicht Goeree-Overflakkee , zoals deze is opgenomen in de bij dit besluit behorende en gewaarmerkte bijlage. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee op 15 december griffier, voorzitter, drs. J. Mimpen mr. A. Grootenboer-Dubbelman BELEIDSNOTA LEERPLICHT Samenvatting Sinds de oprichting van het Bureau Leerplicht in 2009 is er behalve dat uitvoering wordt gegeven aan de wettelijke taak, te weten handhaving van de Leerplichtwet 1969, ook veel aandacht en energie gestoken in preventieve taken gericht op het voorkomen van voortijdig ongediplomeerd schoolverlaten. In deze beleidsnota zijn de missie van Bureau Leerplicht en de daarvan afgeleide visie verwoord. Alles is erop gericht dat de jongeren op Goeree-Overflakkee in staat worden gesteld een startkwalificatie te behalen en daarmee een passende positie in de maatschappij kunnen verwerven. Naar de jongeren in een kwetsbare positie zal extra aandacht uit moeten gaan. Bij de uitvoering van de taken vormen de leerplichtambtenaren een vast aanspreekpunt voor o.a. scholen en gezinnen, werken zij niet alleen vanuit de locatie De Dillenburg maar werken zij ook outreachend waar nodig en wordt met nadruk ingezet op preventie. Hierbij worden de landelijke wet- en regelgeving, de regionale en lokale kaders in acht genomen. 1

2 De uitgangspunten van het Bureau Leerplicht zijn helder: geen ongeoorloofd verzuim, een strikte aanpak van eenvoudig verzuim, een integrale aanpak van signaalverzuim en een voortvarende aanpak bij voortijdig schoolverlaten. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de medewerkers van Bureau Leerplicht verschuift steeds meer van de handhavende taken naar preventieve taken. Bureau Leerplicht vervult in dit kader een adviserende en voorlichtende rol, maar ook een bemiddelende rol. De in deze beleidsnota benoemde resultaatafspraken zijn dan ook grotendeels preventief van aard, zoals het onderhouden en uitbreiden van de participatie in diverse zorgnetwerken, het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters en het in beeld krijgen en volgen van de thuiszitters om deze vervolgens terug te leiden naar het onderwijs. Hiertoe zal ook een thuiszittersoverleg worden opgezet. Dit neemt echter niet weg dat de handhavende taak altijd een onderdeel van de taken van Bureau Leerplicht zal blijven. Behoud van de BOAbevoegdheid is eveneens van belang, zodat ook dit als resultaatafspraak is opgenomen. Inleiding Voor u ligt de Beleidsnota Leerplicht Deze nota bevat beleidsuitgangspunten die relevant zijn voor de komende periode op het gebied van leerplicht binnen de gemeente Goeree-Overflakkee. Het belangrijkste kader voor deze nota wordt gevormd door de landelijke wet- en regelgeving, de regionale samenwerking en lokale invulling, zoals bijvoorbeeld het verzuimprotocol. Alle kinderen in Nederland hebben recht op onderwijs. Zo kunnen zij zich voorbereiden op de maatschappij en de arbeidsmarkt. De rijksoverheid heeft de leerplicht en de kwalificatieplicht hiervoor ingesteld. In de Leerplichtwet 1969 (hierna: Leerplichtwet) is bepaald, dat jongeren tussen de 5 en 18 jaar verplicht zijn om onderwijs te volgen, totdat ze een startkwalificatie hebben behaald. Voor jongeren van 5 tot 16 jaar heet dit de volledige leerplicht. Voor jongeren van 16 tot 18 jaar heet dit de kwalificatieplicht. Voor alle leerplichtige en kwalificatieplichtige jongeren geldt de Leerplichtwet. Jongeren tussen 16 en 18 jaar moeten onderwijs volgen tot zij een startkwalificatie hebben. Een startkwalificatie is minimaal een havo-diploma, vwo-diploma of een mbo-diploma op niveau 2. Jongeren moeten de kwalificatieplicht vervullen door volledig dagonderwijs te volgen of leren en werken te combineren. In aanvulling op de Leerplichtwet regelt de RMC-wetgeving (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten): het registreren van niet-leerplichtige deelnemers tot 23 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald. De uitvoering van de Leerplichtwet draagt het karakter van maatschappelijke zorg. Die maatschappelijke zorgtaak bestaat uit twee onderdelen: 1. handhaving van de Leerplichtwet en 2. uitvoering geven aan het beleid voorkomen voortijdig ongediplomeerd schoolverlaten. In dat kader neemt de leerplichtambtenaar de positie in van intermediair tussen verschillende partijen die zich met jeugdhulp bezig houden. Ook treedt de leerplichtambtenaar met politie/justitie op tegen overtreders van de Leerplichtwet en werkt samen met scholen en zorginstellingen om te voorkomen dat jongeren voortijdig, zonder startkwalificatie, de school verlaten. Het bestrijden van verzuim- en 2

3 spijbelgedrag op school is een belangrijk middel om jongeren met goed gevolg hun schoolloopbaan af te laten maken. Regelmatig schoolverzuim is een belangrijke voorbode van verder maatschappelijk afglijden van jongeren. Beide onderdelen van het takenpakket hebben om politiek maatschappelijke redenen (handhaven van regels, veiligheid in en buiten scholen, toenemende jeugdwerkloosheid) steeds meer aandacht. Duidelijk is dat de uitvoering van de taken rondom leerplicht belangrijk en omvangrijk is. De laatste tijd verschuift het zwaartepunt van deze taken steeds meer van handhaving richting preventie. Dit rechtvaardigt de behoefte om een betere aansluiting te realiseren bij de overlegstructuur binnen de jeugdhulp. Alle taken rondom leerplicht zijn erop gericht dat alle kinderen in de leerplichtige leeftijd onderwijs volgen en dat zij (zo mogelijk) hun startkwalificatie behalen. Leeswijzer De beleidsnota leerplicht is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 1 wordt de organisatie van het Bureau Leerplicht Goeree-Overflakkee omschreven. Hier komen de missie en visie, werkwijze, formatie en locatie aan de orde. Vervolgens worden in hoofdstuk 2 de vertrekpunten voor deze beleidsnota uiteengezet. Onderscheid wordt gemaakt tussen het landelijke kader (wet- en regelgeving), het regionale kader en lokale kader. De doelstellingen en taken in het kader van de leerplicht worden in hoofdstuk 3 verwoord. In hoofdstuk 4 worden de uitgangspunten (en de subdoelstellingen behorende bij deze uitgangspunten) van het leerplichtbeleid benoemd die door het Bureau Leerplicht worden gehanteerd om de in hoofdstuk 3 genoemde hoofddoelstelling te kunnen behalen. Hoofdstuk 5 geeft vervolgens een weergave van de resultaatafspraken en actiepunten voor de komende periode en in hoofdstuk 6 worden de evaluatiemomenten genoemd. Ter ondersteuning van de beleidsnota wordt in bijlage 1 een toelichting gegeven op de in hoofdstuk 3 genoemde taken van de leerplichtambtenaren en worden in bijlage 2 de verschillende vormen van verzuim op een rijtje gezet. Hoofdstuk 1 Organisatie Bureau Leerplicht Goeree-Overflakkee Het Bureau Leerplicht is opgericht om op Goeree-Overflakkee adequaat uitvoering te geven aan het preventief jeugdbeleid toegespitst op het voorkomen van schooluitval in combinatie met de handhaving van de Leerplichtwet. Het Bureau Leerplicht maakt onderdeel uit van het Team Zorg. Missie Het Bureau Leerplicht heeft uitvoerende taken gekregen in het kader van de Leerplichtwet. Die taken staan niet op zichzelf; ze staan in nauwe relatie tot overige overheidstaken, waarbij het welzijn en de goede positie van jongeren op het eiland centraal staan. De Leerplichtwet en in het verlengde daarvan - de RMC-wetgeving, stellen het behalen van een startkwalificatie als streven centraal. Met 3

4 een startkwalificatie verwerven jongeren een duurzame plaats op de arbeidsmarkt. Dat doel is vooral te bereiken als jongeren ten volle gebruik (kunnen) maken van de mogelijkheden die het onderwijs hen biedt. Het Bureau Leerplicht heeft dus alles te maken met de mogelijkheden en de verplichtingen die de Leerplichtwet in dit verband biedt. Dat gegeven vormt de leidraad in de uitvoering en behoort dus in de missie een plaats te krijgen. Missie: Jongeren op Goeree-Overflakkee in de leeftijd van 4 tot 23 jaar worden in staat gesteld een startkwalificatie te behalen en zich daarmee te kwalificeren voor een passende positie in de maatschappij, met behulp van een sluitende aanpak van schoolverzuim en (dreigend) voortijdig schoolverlaten. Visie Door ondertekening van de universele verklaring van de rechten van het kind, heeft de Nederlandse staat het recht van het kind op onderwijs erkend en zich er toe verbonden maatregelen te nemen om regelmatig schoolbezoek te bevorderen en het aantal kinderen dat de school vroegtijdig verlaat, te verminderen. [1] Dit recht op onderwijs komt onder meer tot uiting in de Leerplichtwet en creëert een aantal rechten en plichten voor overheid, ouders/verzorgers en jongeren, voor scholen/schoolbesturen en instellingen die onderwijs (laten) verzorgen. De overheid heeft, naast de algemene zorg voor onder meer voldoende aanbod van onderwijs, de plicht te bewaken dat kinderen gebruik (gaan) maken van het recht op onderwijs. Scholen en schoolbesturen dragen zorg voor kwalitatief goed onderwijs dat jongeren in staat stelt zich persoonlijk te ontplooien tot volwaardige deelnemers aan de maatschappij en het behalen van een startkwalificatie. Ouders/verzorgers en jongeren hebben de plicht om van dat onderwijs gebruik te (laten) maken (inschrijving- en deelnameplicht) en kunnen bij nalatigheid hierop worden aangesproken door de overheid. Het Bureau Leerplicht is belast met de uitvoering van de taken die voortvloeien uit de Leerplichtwet binnen de gemeente. Het maakt daarbij gebruik van preventieve, curatieve en repressieve mogelijkheden, met als uitgangspunten: 1. De basis op orde: 1. een actueel bijgewerkte leerplichtadministratie vormt de basis voor de werkzaamheden die binnen het Bureau Leerplicht worden verricht; 2. in de houding van de medewerkers staat de overtuiging centraal dat door een afgewogen gebruikmaking van de preventieve, repressieve en curatieve middelen en het adequaat gebruik maken van het beschikbare netwerk, de mogelijkheden voor het behalen van een startkwalificatie van jongeren worden vergroot. 2. Verzuimgedrag heeft een reden en is een signaal van problematiek op één van de drie leefgebieden: thuis, school, vrije tijd. 3. Het optreden van de medewerkers is vrijblijvend waar mogelijk en verplichtend waar nodig. 4. Samenwerking met interne partijen (gemeentelijke afdelingen) en externe partijen (scholen, zorginstellingen en andere partijen [2] ) is een voorwaarde voor het kunnen volbrengen van de missie. 4

5 Visie: De medewerkers van het Bureau Leerplicht Goeree-Overflakkee leveren een positieve bijdrage aan de ontplooiingsmogelijkheden van jongeren op Goeree-Overflakkee en dragen daarmee bij aan de mogelijkheid tot het behalen van een startkwalificatie. Zij doen dit door afgewogen en adequaat gebruik te maken van de preventieve, repressieve en curatieve middelen en het beschikbare netwerk. Werkwijze Bureau Leerplicht Het Bureau Leerplicht hanteert de volgende werkwijze: Een vast aanspreekpunt voor scholen en gezinnen. Het Bureau Leerplicht werkt met twee vaste leerplichtambtenaren die van alle zaken op de hoogte zijn. De leerplichtambtenaren worden ondersteund door een administratieve kracht. Voor scholen en gezinnen is het duidelijk welke leerplichtambtenaar hun partner is. Outreachend werken waar nodig. Het Bureau Leerplicht werkt in principe vanuit hun eigen kantoor, maar dit kan ook vanuit een andere locatie zijn als dit een meerwaarde oplevert. Verzuimgesprekken kunnen op school plaats vinden of vanuit een andere locatie. Indien nodig voert het Bureau Leerplicht een huisbezoek uit. Daarnaast bezoeken de leerplichtambtenaren met regelmaat de scholen om hen te ondersteunen bij het tegengaan van verzuim. Nadruk op preventie. Naast de handhaving van de Leerplichtwet, zet het Bureau Leerplicht met name in op preventie. In deze rol geeft het Bureau Leerplicht adviezen en voorlichting, denkt mee over oplossingen, speelt een bemiddelende rol tussen ouders en school om verzuim van een leerling te voorkomen, neemt deel aan verschillende overlegstructuren, zoekt afstemming met de samenwerkingsverbanden, zet in op terugdringing van voortijdig schoolverlaten, etc. Formatie Bureau Leerplicht GO Het Bureau Leerplicht heeft in totaal 2,114 fte ter beschikking en is als volgt verdeeld: Bureau Leerplicht Leerplichtambtenaar Leerplichtambtenaar Administratief Medewerkster Totale formatie formatie 0,7778 0,6667 0,6667 2,1114 Locatie Bureau Leerplicht Het Bureau Leerplicht is gevestigd in het gebouw De Dillenburg aan de Juliana van Stolberglaan 19 in Middelharnis. Dit is een bedrijfsverzamelgebouw voor organisaties gerelateerd aan jeugd(zorg). Het is een logische keuze geweest om het Bureau Leerplicht hier te huisvesten, omdat alle jeugdpartijen hier gevestigd zijn en op deze manier efficiënt en effectief kan worden samengewerkt binnen het netwerk. [1] Artikel 28 Verdrag inzake de rechten van het kind [2] (jeugd)hulpverlening, Gecertificeerde Instelling (GI) (Jeugdbescherming en Jeugdreclassering), Jeugdbeschermingsplein, Centrum voor Jeugd en Gezin, Raad vd Kinderbescherming, Veilig Thuis (voorheen AMHK), JOT, Samenwerkingsverbanden PO en VO, IB ers en COO s, Politie en OM. Hoofdstuk 2 Kader In dit hoofdstuk worden de vertrekpunten van het leerplichtbeleid weergegeven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een landelijk, regionaal en lokaal kader. 5

6 Landelijk kader: wet- en regelgevingleerplichtwet 1969 en RMC-wetgeving Het landelijk kader voor de leerplicht wordt gevormd door de Leerplichtwet en de RMC-wetgeving. In deze wetgeving zijn rechten en plichten van ouders, leerlingen, scholen en leerplichtambtenaren vastgelegd, zoals bijvoorbeeld: 1. Ieder kind heeft recht op onderwijs; 2. Ouders hebben de plicht om hun kind op een school in te schrijven en als hun kind niet naar school kan komen, de school hierover te informeren; 3. Scholen houden de aan- en afwezigheid van hun leerlingen bij. Als er sprake is van ongeoorloofd verzuim, spreken zij de ouders hierop aan en maken zij hier melding van bij de leerplichtambtenaar (PO en (V)SO) of DUO (VO en MBO); 4. Leerplichtambtenaren zien erop toe dat ouders, leerlingen en scholen zich aan de Leerplichtwet houden. De Leerplichtwet is een rechtsmiddel waarmee gewaarborgd wordt dat alle jongeren in Nederland aan onderwijs kunnen en zullen deelnemen. Het doel van de Leerplichtwet is het recht op onderwijs te waarborgen. Jongeren worden zo goed mogelijk toegerust met kennis en vaardigheden, die zij nodig hebben om een zelfstandige plek in de samenleving te verwerven. Een afgeronde schoolopleiding is daarvoor een eerste vereiste. In de Leerplichtwet is bepaald, dat jongeren tussen de 5 en 18 jaar verplicht zijn om onderwijs te volgen, totdat zij een startkwalificatie hebben. De leerplicht begint op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de jongere 5 jaar is geworden en eindigt aan het einde van het schooljaar waarin de jongere 16 jaar is geworden. Vanaf deze leeftijd geldt vervolgens de kwalificatieplicht. Dit betekent dat jongeren zonder startkwalificatie tot hun 18 e verjaardag onderwijs moeten volgen. Een startkwalificatie is een diploma op havo-, vwo- of mbo-2 niveau. Na de kwalificatieplicht vallen jongeren zonder startkwalificatie van hun 18 e tot hun 23 e jaar onder de RMC-wetgeving. Met ingang van 2002 is naast de Leerplichtwet de RMC-wetgeving van toepassing. RMC staat voor: Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. Deze wetgeving verplicht gemeenten om jongeren die niet meer leerplichtig zijn tot hun 23 e te volgen op hun weg naar een startkwalificatie. Als deze jongeren dreigen uit te vallen op school, moeten gemeenten een passend aanbod organiseren, zodat deze jongeren alsnog een startkwalificatie kunnen halen. Voor de gemeente Goeree-Overflakkee wordt de RMC-functie door de gemeente Nissewaard uitgevoerd. De RMC-wetgeving is niet in een aparte wet vastgelegd. In de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO), de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) en de Wet op de Expertise Centra (WEC) is een aantal artikelen opgenomen over verzuim, voortijdig schoolverlaten en de functie van het RMC hierin. Algemene Kinderbijslagwet Per 1 oktober 2009 is de Algemene Kinderbijslagwet aangepast aan de kwalificatieplicht. Ouders van jongeren van 16 en 17 jaar oud zonder startkwalificatie kunnen gekort worden op de kinderbijslag wanneer die jongeren verzuimen. Met deze aanpassing is er een extra dwangmiddel voor ouders van jongeren die dreigen uit te vallen. Ouders krijgen in principe alleen kinderbijslag voor hun 16- of 17- jarige kind wanneer deze bezig is met het behalen van de startkwalificatie en daarbij voldoet aan de eisen van de Leerplichtwet. Wanneer een jongere van 16 of 17 jaar zonder startkwalificatie (absoluut of relatief) verzuimt, kan de leerplichtambtenaar dit melden bij de Sociale Verzekeringsbank, die op grond daarvan kan besluiten de kinderbijslag stop te zetten. De leerplichtambtenaar kan ook besluiten die melding (nog) niet te doen, bijvoorbeeld omdat het verzuim de jongere niet te verwijten valt. Het is aan de leerplichtambtenaar om te beslissen wanneer melding wordt gedaan. 6

7 Regionaal kader RMC-regio Rijnmond De gemeente Goeree-Overflakkee valt onder de RMC-regio Rijnmond. Nederland is verdeeld in 39 RMCregio s. De RMC-regio Rijnmond is onderverdeeld in vier subregio s. Deze subregio s hebben elk een Steunpunt Onderwijs dat jongeren verder begeleidt naar school en als dat niet haalbaar is naar werk, liefst met een opleidingscomponent. Gemeente Nissewaard is de kerngemeente van sub-regio Zuid- Hollandse Eilanden (hierna: ZHE), bestaande uit gemeenten op Voorne-Putten en de gemeente Goeree- Overflakkee. Om de samenwerking in RMC-regio Rijnmond te borgen, wordt er gewerkt met een Samenwerkingsovereenkomst RMC. Een RMC-regio is verantwoordelijk voor de bovenleerplichtige jongeren zonder startkwalificatie tot 23 jaar. De kerntaken van een RMC-regio zijn: 1. Een sluitende melding en registratie, doorverwijzing en herplaatsing van voortijdig schoolverlaters; 2. Het bevorderen van een goede samenwerking tussen alle partijen in de regio die te maken hebben met jongeren tot 23 jaar; 3. Het realiseren van een sluitende aanpak met een zo goed mogelijk op maat traject voor de jongere die extra zorg nodig heeft. Werkgroep Uitvoering Leerplicht Zuid-Hollandse Eilanden (WUL-ZHE) In regionaal verband werken de leerplichtambtenaren van de gemeenten op het eiland Voorne-Putten en de gemeente Goeree-Overflakkee intensief samen. Dit krijgt onder andere vorm in een regionaal overleg, de WUL-ZHE, waarin leerplichtzaken worden besproken en zaken worden afgestemd. Hierbij komen onderwerpen aan de orde zoals: samenwerking met Steunpunt Onderwijs ZHE, de Boa-opleiding, no-showactie, thuiszitters, aanpak schoolverzuim MBO, Intergrip, overleg met Officier van Justitie, Passend Onderwijs, Entreeopleidingen, etc. Lokaal kaderambtsinstructie leerplicht Goeree-Overflakkee Het toezicht houden op de naleving van de Leerplichtwet en de aanvullende kwalificatieplicht is opgedragen aan het College van Burgemeester en Wethouders. Het College van de gemeente Goeree- Overflakkee heeft, door het vaststellen van de Ambtsinstructie leerplicht Goeree-Overflakkee, hetgeen op grond van artikel 16 lid 4 van de Leerplichtwet verplicht is, de leerplichtambtenaren gemandateerd om deze taak uit te voeren. In de ambtsinstructie wordt een omschrijving gegeven van de wijze waarop de taken moeten worden uitgevoerd. Verzuimprotocol voor PO, VO en MBO op Goeree-Overflakkee 2015 Scholen zijn in principe zelf verantwoordelijk voor het stoppen en voorkomen van verzuim. Hun administratie dient verzuim snel te signaleren. De procedures moeten op school bekend zijn, zodat gesignaleerd verzuim op schoolniveau kan worden aangepakt. In aanvulling op het wettelijk kader is ten behoeve van het verbeteren van het handhavingsbeleid van de gemeente en het versterken van het verzuimbeleid van de onderwijsinstellingen in 2010 met alle bevoegde gezagsorganen van de scholen op Goeree-Overflakkee een convenant ondertekend. Overeengekomen is dat een verzuimprotocol een goed instrument is om te komen tot een uniforme en duidelijke werkwijze aangaande het verzuim in het onderwijs. Door ondertekening van het convenant hebben alle scholen op Goeree-Overflakkee te kennen gegeven achter het gestelde in het verzuimprotocol te staan en zich gezamenlijk te zullen inspannen om de samenwerking tussen de verschillende partijen te stimuleren om daardoor het handhavingsbeleid van de gemeente te verbeteren en het verzuimbeleid van de onderwijsinstellingen te versterken. Het belangrijkste doel van het verzuimprotocol is door middel van samenwerking en een eenduidige en heldere werkwijze het verzuim goed in beeld te krijgen, te voorkomen en te bestrijden. Inherent aan het maken van afspraken over de toepassing van de Leerplichtwet is een stringentere handhaving. Daarnaast wordt het verzuimbeleid van scholen kwalitatief verbeterd door een betere samenwerking tussen de gemeente en de scholen. 7

8 In het verzuimprotocol is duidelijk beschreven wat in dit kader de verantwoordelijkheden en taken van de school en de gemeente zijn. Het is een ondersteunende en praktische handreiking om het verzuimbeleid uit te voeren. Het schept duidelijkheid naar scholen, ouders/verzorgers en leerplichtambtenaren omtrent regels, afspraken en taken. Het protocol bevordert de communicatie en informatieoverdracht over verzuimende leerlingen tussen ketenpartners zoals docenten, coördinatoren, mentoren, leerplichtambtenaren en hulpverleners. Het verzuimprotocol is voor het laatst in 2015 aangepast in verband met de ontwikkelingen op het gebied van jeugdhulp en de rol die het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en het Jeugd OndersteuningsTeam (JOT) hierin innemen. Een belangrijk uitgangspunt in de samenwerking is dat naast de wettelijke kaders, de proactieve houding van leerplichtambtenaren, kwalificatiemedewerkers en RMC-functionarissen bepalend is om verzuim en voortijdig schoolverlaten te voorkomen en aan te pakken. Een actieve samenwerking tussen scholen, leerplichtambtenaren en de ketenpartners is daarbij een vereiste. Alleen op die manier kan ervoor gezorgd worden dat jongeren uiteindelijk een startkwalificatie binnen halen. De diverse ketenpartners leveren hieraan allemaal een bijdrage. Hoofdstuk 3 Doelstellingen en taken Beleidsdoel De hoofddoelstelling van Bureau leerplicht is dat alle kinderen in de leerplichtige en kwalificatieplichtige leeftijd onderwijs volgen en dat zij zo mogelijk hun startkwalificatie behalen.. Doel Leerplichtwet Het doel van de Leerplichtwet is het recht op onderwijs te waarborgen. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is de garantie dat kinderen naar school gaan en daar goed worden voorbereid op het functioneren in de samenleving van nu en morgen. Zowel leerplichtigen als kwalificatieplichtigen vallen onder de Leerplichtwet. Kerntaken Bureau Leerplicht De uitvoering van de Leerplichtwet draagt het karakter van maatschappelijke zorg. Die maatschappelijke zorgtaak bestaat uit twee onderdelen: 1. handhaving van de Leerplichtwet; en 2. uitvoering geven aan het beleid voorkomen voortijdig ongediplomeerd schoolverlaten. Het schooljaar begint op 1 augustus en eindigt op 31 juli. Het is de taak van leerplicht om zowel het recht op als de plicht tot het volgen van onderwijs te bewaken en te handhaven. De leerplichtambtenaar is geen hulpverlener, maar zorgt ervoor dat alle leerlingen die daartoe in staat zijn, onderwijs volgen of weer gaan volgen. Als een jongere niet meer naar school wil omdat het een probleem heeft, zoekt de leerplichtambtenaar, in overleg met ouders en school, naar een oplossing. Ouders en school blijven echter als eerste verantwoordelijk voor de jongere. Is de jongere twaalf jaar of ouder, dan is hij/zij mede verantwoordelijk. Het toezicht houden op de naleving van de Leerplichtwet en de aanvullende kwalificatieplicht is opgedragen aan het College. Het College heeft de leerplichtambtenaren gemandateerd om deze taak uit te voeren. Het College heeft daartoe de Ambtsinstructie Leerplicht Goeree-Overflakkee vastgesteld. Zie onder hoofdstuk 2 Lokaal Kader. Taken van de leerplichtambtenaren: 8

9 Onderstaand treft u een overzicht aan van de taken van de leerplichtambtenaren. Dit overzicht is niet uitputtend, maar geeft een beeld van de taken die worden uitgevoerd. Voor een toelichting op deze taken verwijzen wij u naar bijlage 1. a. opsporing en behandeling van gevallen van absoluut en relatief verzuim (zie bijlage 2 Vormen van verzuim); b. verlenen van vervangende leerplicht, vrijstelling en extra verlof; c. justitiële aanpak door middel van het opmaken van proces-verbaal; d. het jaarlijks aanleveren van de gegevens voor het jaarverslag leerplicht; e. het onderhouden van een leerlingenadministratie; f. opgave aan de minister van de omvang en behandeling van het schoolverzuim (leerplichttelling); g. uitvoeren van verzuimcontroles op de scholen; h. voorlichting geven; i. overleg met de leerplichtambtenaren in de regio; j. samenwerking met (hulpverlenende) instanties bij de uitvoering van taken; k. bemiddeling en advisering ten behoeve van leerling/ouders en scholen: l. deelname aan lokale (jeugd)netwerken; m. melden Verwijs Index Risicojongeren (VIR): n. terugdringen aantal voortijdig schoolverlaters (VSV ers); o. terugdringen aantal thuiszitters; p. jongeren intensief begeleiden naar school of werk in samenwerking met de medewerkers van Sociale Zaken. Hoofdstuk 4 Uitgangspunten Om de in hoofdstuk 3 genoemde hoofddoelstelling te behalen, hanteert het Bureau Leerplicht de volgende vier uitgangspunten: Geen ongeoorloofd verzuim Duidelijk moet zijn wat de verantwoordelijkheden van de school zijn en welke verantwoordelijkheid Bureau Leerplicht heeft. Partijen spreken elkaar hierop aan. Om dit te bewerkstelligen hebben de bevoegde gezagsorganen van alle scholen op Goeree-Overflakkee een convenant ondertekend. Hiermee hebben zij te kennen gegeven achter het gestelde in het verzuimprotocol te staan en zich gezamenlijk te zullen inspannen om de samenwerking tussen de verschillende partijen te stimuleren. Hierdoor zal het handhavingsbeleid van de gemeente verbeteren en het verzuimbeleid van de onderwijsinstellingen worden versterkt. In het verzuimprotocol is duidelijk beschreven wat de verantwoordelijkheden en taken van de school en de gemeente zijn om verzuim te signaleren, te voorkomen en te bestrijden. Scholen hebben verzuim in beeld Het Bureau Leerplicht kan alleen effectief handelen wanneer het verzuim van leerlingen goed in beeld wordt gebracht. Scholen zijn verantwoordelijk voor het volledig registreren en tijdig melden van verzuim. Eén en ander is uitvoerig in het verzuimprotocol beschreven. De Inspectie voor het Onderwijs controleert steekproefsgewijs en bij signalen de verzuimadministratie van de scholen. Bureau Leerplicht heeft de leerlingen in beeld Het Bureau Leerplicht voert de leerlingenadministratie voor geheel Goeree-Overflakkee. Hierdoor heeft het Bureau Leerplicht goed zicht op alle jongeren tussen de 5 en 18 jaar die geacht worden naar school te gaan om een startkwalificatie te behalen. De scholen kunnen ervan op aan dat alle meldingen van ongeoorloofd verzuim worden behandeld door het Bureau Leerplicht. Voorwaarde is wel dat scholen al het ongeoorloofd verzuim tijdig melden. Absoluut verzuim direct aanpakken 9

10 Absoluut verzuim wordt direct aangepakt. Hiervan is sprake als een jongere tussen de 5 en 18 jaar niet ingeschreven staat op een school en geen vrijstelling heeft van leerplicht. De leerplichtambtenaar onderzoekt de zaak en spreekt partijen aan op hun verantwoordelijkheden en maakt zo nodig proces-verbaal op. Absoluut verzuim is voornamelijk vsv (voortijdig school verlaten)-problematiek, waarbij het met name 16- en 17-jarige kwalificatieplichtigen betreft. Vrijstelling van leerplicht Iedere jongere tussen de 5 en 18 jaar valt onder de Leerplichtwet. Er kunnen echter omstandigheden zijn, waardoor de jongere (tijdelijk) niet naar school kan. In zulke gevallen heeft de leerplichtambtenaar volgens de Leerplichtwet de mogelijkheid om vrijstelling van de leerplicht te verlenen. In principe betreft het een tijdelijke vrijstelling, totdat de redenen voor het verlenen van de vrijstelling van de leerplicht zijn opgeheven. Vrijstelling wordt pas verleend als andere opties niet mogelijk blijken te zijn. Thuiszitters in beeld en leveren van maatwerk Bij thuiszitters gaat het specifiek om leerlingen die niet naar school gaan, terwijl ze wel bij een instelling staan ingeschreven. De opdracht verbonden aan de Wet op Passend Onderwijs is om iedere leerling een passende onderwijsplaats in de regio te bieden. Van belang hierbij is de samenwerking tussen de jeugdhulpverlening en de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) en Bureau Leerplicht. De samenwerkingsverbanden PO en VO leggen de te bieden ondersteuning vast in verschillende arrangementen. Deze arrangementen worden beschreven in een Ondersteuningsplan dat in overleg met de gemeente wordt opgesteld. Deze arrangementen dragen bij aan het terugdringen van het aantal thuiszitters. Hiermee wordt maatwerk geleverd. Voorts is op 1 juli 2015 is een Samenwerkingsovereenkomst Maatwerkvoorziening Trajecten gesloten tussen de gemeente en het Samenwerkingsverband VO. Het doel is om aan leerlingen, die aantoonbaar niet meer gehandhaafd kunnen worden binnen de reguliere scholen en doorgaans wachten op een behandelplaats en/of onderwijsplaats in het speciaal onderwijs, een tijdelijke dagbesteding te kunnen bieden. Hiermee wordt een situatie van thuiszitten voorkomen of doorbroken en worden ritme en regelmaat gestimuleerd. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de behoefte van zowel Bureau Leerplicht als van het Samenwerkingsverband VO om deze leerlingen een (tijdelijke) oplossing te kunnen bieden. Om de thuiszitters nog beter te kunnen volgen en het verzuim te kunnen stoppen, heeft het Bureau Leerplicht de ambitie om met het onderwijsveld een overlegvorm, de zogenaamde thuiszitterstafel, te introduceren. Hiermee wordt aansluiting gezocht bij de landelijke doelstelling dat in 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuis zit zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. Eenvoudig verzuim: strikte aanpak Is er sprake van spijbelverzuim, veelvuldig te laat komen of luxe verzuim, dan voert het Bureau Leerplicht een strikt beleid. Recidive op verzuim moet zo laag mogelijk zijn. Hier ligt de invloed van het Bureau Leerplicht, omdat zij beschikt over sanctiemogelijkheden voor handhaving bij leerplichtigen. Spijbelverzuim / veelvuldig te laat komen Bij spijbelverzuim of veelvuldig te laat komen van leerplichtigen zonder achterliggende problematiek volgt een officiële waarschuwing en vervolgens een verzuimgesprek. Leidt dit niet tot verbetering, dan volgt een verwijzing naar Bureau Halt. Bureau Halt biedt jongeren de kans om zonder justitiële aantekening hun strafbare gedrag recht te zetten. Als de jongere en/of ouders geen toestemming geven voor verwijzing naar Halt, bij recidive en ernstige problematiek of als de Halt afdoening mislukt, dan wordt 10

11 alsnog een volledig proces-verbaal opgemaakt door de leerplichtambtenaar. Door al snel een Haltverwijzing in te zetten, wordt een duidelijk signaal afgegeven dat de jongere op school hoort te zitten. Zij worden aangesproken op het verzuim en krijgen bij Halt een pedagogische straf opgelegd. Hier gaat een duidelijke preventieve werking vanuit. Luxe verzuim Er is sprake van luxe verzuim wanneer er vakantie of verlof wordt opgenomen buiten de schoolvakanties om en zonder dat de school hiervoor toestemming heeft verleend. Bij luxe verzuim wordt veelal eerst een officiële waarschuwing gegeven en bij recidive wordt zo mogelijk afhankelijk van de bewijslast proces-verbaal opgemaakt. Deze zaken worden door het Openbaar Ministerie meestal afgedaan met een boete. Inmiddels weten ouders dat er gehandhaafd wordt bij luxe verzuim. Dit heeft een preventieve werking en in de afgelopen jaren is een duidelijke daling waar te nemen in het luxe verzuim. Signaalverzuim: integrale aanpak! Signaalverzuim Er is sprake van signaalverzuim indien achterliggende problematiek één van de oorzaken van verzuim is. Bijvoorbeeld psycho- en/of sociaal emotionele problemen of een moeilijke thuissituatie. Signaalverzuim vraagt vaak om een gerichte, intensieve aanpak waarbij er samengewerkt wordt met alle betrokkenen en eventueel andere instanties ingeschakeld kunnen worden. Wanneer er bij leerplichtigen meer aan de hand is dan eenvoudig verzuim, dan streeft Bureau Leerplicht naar het toepassen van de methodiek één leerling één gezin één plan. Deze werkwijze sluit aan bij hetgeen gesteld wordt in het jeugdbeleidsplan Goeree-Overflakkee Omdat het Bureau Leerplicht de vooruitgeschoven post van de gemeente is in de vroegsignaleringsketen is het van belang dat de rol en de positie van Bureau Leerplicht in de keten van jeugdhulp en onderwijs wordt versterkt. Verzuim is vaak het gevolg van achterliggende problematiek. Doel van Bureau Leerplicht is om het verzuim zo spoedig mogelijk te stoppen. Hiervoor zullen dus inspanningen geleverd moeten worden om de grondoorzaak van het verzuim aan te pakken. Alle bij deze jongere (en gezin) betrokken partijen dienen hiertoe een gezamenlijk plan van aanpak op te stellen. In het verzuimprotocol is uiteengezet wanneer verschillende partijen betrokken moeten worden. Ook bij signaalverzuim kan het voorkomen dat, ondanks interventie van het Bureau Leerplicht, het verzuim voortduurt en handhaving noodzakelijk is. Bureau Leerplicht maakt proces-verbaal op wanneer ouders en/of leerling verwijtbaar niet meewerken aan het beëindigen van het verzuim. Voortijdig schoolverlaten (VSV): Bureau Leerplicht pakt het op Een VSV er is een leerling van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat gedurende het schooljaar. Bureau Leerplicht monitort de groep tot en met 17 jaar en het Steunpunt Onderwijs ZHE volgt de groep 18 tot 23 jaar. Steunpunt Onderwijs voert namens de gemeenten uit het RMC gebied een actief beleid om jongeren te begeleiden. Het doel van Steunpunt Onderwijs is het begeleiden en herplaatsen van jeugdigen naar onderwijs of opleiding in combinatie met arbeid. Landelijk gezien stopt jaarlijks ongeveer 2% van de onderwijsdeelnemers met een opleiding zonder dat zij een startkwalificatie hebben gehaald. Op Goeree-Overflakkee ligt dit percentage op 1,4% (2013/2014). Relatief gezien, valt de grootste groep uit in het eerste jaar van het MBO. Studiekeuzeproblematiek is vaak de achterliggende reden. Er is ook een groep die al eerder uitvalt en komt na het voortgezet onderwijs niet aan bij het MBO. 11

12 Het onderwijs heeft een verantwoordelijkheid voor begeleiding bij de juiste studiekeuze en het bieden van een stimulerend onderwijsklimaat. Het Bureau Leerplicht heeft een verantwoordelijkheid als het in individuele gevallen knelpunten oplevert die tot schooluitval leiden. Voor de voortijdig schoolverlaters geldt dat zij vaak nog leerplichtig zijn en vanuit de Leerplichtwet door het Bureau Leerplicht worden opgepakt. Jongeren die tussen de 18 en 23 jaar zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten, vallen onder de RMC-wetgeving. Het is belangrijk dat leerlingen die verwacht worden op een MBO opleiding ook daadwerkelijk starten aan het begin van het nieuwe schooljaar. Daarom is de No-Show Actie in het leven geroepen. Het doel is te voorkomen dat jongeren zonder startkwalificatie de school verlaten. Tijdens deze actie wordt bij de start van het schooljaar geïnventariseerd wie de No-Showers zijn om ze vervolgens op te sporen en ze vóór 1 oktober op een opleiding te plaatsen. Omdat het moment, waarbij een leerling van het voortgezet onderwijs (VO) de overstap maakt naar het MBO een moment is waar het regelmatig mis gaat, worden overstapcoaches ingezet. Deze overstapcoaches hebben een taak bij de aansluiting en doorstroom binnen het onderwijs en begeleiden de leerling bij de overgang van VO naar MBO. Daarnaast hebben zij ook een begeleidende taak bij de uitstroom vanuit het onderwijs naar de arbeidsmarkt. De overstapcoaches zijn onderdeel van het Convenant Voortijdig Schoolverlaten regio Rotterdam-Rijnmond. Subdoelstellingen behorende bij de uitgangspunten: De subdoelstellingen van deze uitgangspunten om uiteindelijk te komen tot de hoofddoelstelling zijn de volgende: Iedereen die in staat is onderwijs te volgen vindt een passende onderwijsplek in de regio. Het Bureau Leerplicht streeft er naar om het aantal thuiszitters en daarmee het aantal voortijdig schoolverlaters zo veel mogelijk terug te dringen. Alle thuiszitters zijn in beeld en worden gevolgd. Er wordt een plan van aanpak opgesteld en er wordt maatwerk geleverd om deze jongeren terug te leiden naar het onderwijs. Er wordt een overlegvorm met het onderwijsveld inzake thuiszitters opgezet, de zgn. thuiszitterstafel. In 2020 zit geen enkel kind langer dan drie maanden thuis zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. Terugdringen van de aantallen luxe verzuim en signaalverzuim. Versterken van de rol en positie van Bureau Leerplicht in de keten van jeugdhulp en onderwijs. Hoofdstuk 5 Resultaatafspraken en actiepunten In deze beleidsnota is de positie van Bureau Leerplicht binnen onze gemeente beschreven. De wettelijke, regionale en lokale kaders zijn bepaald. Binnen deze kaders opereert Bureau Leerplicht met als doel om alle kinderen in de leerplichtige en kwalificatieplichtige leeftijd onderwijs te laten volgen, zodat zij zo mogelijk hun startkwalificatie behalen. Het zwaartepunt van de taken rondom leerplicht verschuift steeds meer van handhaving richting preventie. De in dit hoofdstuk genoemde resultaatafspraken en actiepunten zijn derhalve grotendeels preventief van aard. De handhavende taak zal echter altijd een belangrijke taak blijven. Reden waarom ook het behoud van de BOA-bevoegdheid opgenomen is als resultaatafspraak. Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA-bevoegdheid) Beide leerplichtambtenaren beschikken over de BOA-bevoegdheid. Het is van belang om deze bevoegdheid binnen onze gemeente te behouden. Nadat éénmalig de opleiding Basisbekwaamheid BOA is behaald, kan daarna worden deelgenomen aan de Permanente Her- en Bijscholing (PHB). 12

13 Actie Onderhouden van de BOA-bevoegdheid binnen de gemeente. Jaarlijks wordt ingezet op her- en bijscholing. De bevoegdheid van de leerplichtambtenaar blijft van kracht onder de voorwaarde dat elke vijf jaar vier modulen uit de permanente her- en bijscholing (PHB) afgerond worden. Daarna vraagt de leerplichtambtenaar verlenging van de bevoegdheid aan. Opleidingsgelden hiervoor zijn beschikbaar. Resultaat Behoud van de BOA-bevoegdheid. Jongeren intensief begeleiden naar school (of werk) Om de leerplichtfunctie goed te kunnen uitvoeren, moeten naast de wettelijke taken ook preventieve taken worden uitgevoerd. De medewerkers van het Bureau Leerplicht vervullen al een groot aantal terugkerende preventieve taken. Voor de komende periode is de ambitie om nog meer de samenwerking te zoeken met de afdeling Sociale Zaken om op die manier zoveel mogelijk jongeren intensief te begeleiden naar school en indien dat niet haalbaar blijkt te begeleiden naar werk. Onderwijs is een voorliggende voorziening voor jongeren van 18 tot 27 jaar met een uitkering op grond van de Participatiewet die nog recht hebben op studiefinanciering. Dit betekent dat de gemeente de uitkering kan weigeren of stopzetten wanneer de jongere nog studiefinanciering kan krijgen. Actie De leerplichtambtenaren kijken samen met de medewerkers van Sociale Zaken of leerlingen die dreigen uit te vallen op school, door bijvoorbeeld het ontbreken van een stageplaats of die niet meer terug kunnen / willen naar school, arbeidsvaardigheden op kunnen doen bij het Werkbedrijf van de gemeente of een ander bedrijf waar de gemeente contacten mee heeft. Vervolgens kan onderzocht worden of deze groep jongeren door de trajectconsulenten bemiddeld kunnen worden naar werk. Voor jongeren die niet in staat blijken een startkwalificatie te behalen, wordt onderzocht of zij in aanmerking kunnen komen voor een loonwaardebepaling waardoor zij met een loonkostensubsidie van de gemeente bij een werkgever aan de slag kunnen. Hiermee worden jongeren al vroegtijdig begeleid bij het zoeken naar werk, doen ze arbeidsvaardigheden op en wordt voorkomen dat zij thuis komen te zitten en een beroep doen op een uitkering. Extra aandacht wordt besteed aan jongeren in een kwetsbare positie. Het gaat hier om jongeren die de overstap maken van vmbo (basis beroepsgerichte leerweg/leerwerk-trajecten) naar de entreeopleiding of mbo niveau 2 en om leerlingen die uitstromen vanuit het praktijkonderwijs (pro) en voortgezet speciaal onderwijs (vso). Voor deze jongeren wordt ingezet op het realiseren van een sluitend regionaal vangnet door de verbinding te leggen met partijen uit de jeugdhulp en het sociale domein. Voor jongeren die reeds een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen, wordt onderzocht of zij terug geleid kunnen worden naar onderwijs, als zijnde een voorliggende voorziening op de uitkering. Resultaat Alle voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar die de capaciteiten hebben en waarbij geen belemmeringen aanwezig zijn die niet binnen een half jaar kunnen worden opgelost, benutten onderwijs als voorliggende voorziening of worden door het opdoen van arbeidsvaardigheden naar werk begeleid. De verbinding tussen de leerplichtambtenaren en de medewerkers van Sociale Zaken wordt verder uitgebouwd door de aanpak van voortijdig schoolverlaten beter te laten aansluiten op de aanpak van jeugdwerkloosheid. 13

14 Behoud en zo mogelijk uitbreiding van de Entreeopleiding (MBO 1) op het eiland. Participatie zorgnetwerk Leerplichtambtenaren zijn belangrijke participanten in de diverse zorgnetwerken. Deze participatie moet blijven bestaan en de leerplichtambtenaren moeten de mogelijkheid hebben om in (nieuwe) zorgteams te participeren, zowel met betrekking tot het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs. Actie Continueren en (indien noodzakelijk) uitbreiden van de participatie in diverse zorgnetwerken en de verbinding leggen met partijen uit de jeugdhulp. Het tot stand brengen van een periodiek structureel afstemmingsmoment met het JOT. Op dit moment wordt door een extern bureau onderzoek gedaan naar de organisatiestructuur van het JOT en de verbinding tussen JOT en onderwijs. De vormgeving van het afstemmingsmoment tussen leerplicht en het JOT kan worden meegenomen in de uitwerking van de uitkomsten van dit onderzoek. Resultaat De leerplichtambtenaren zorgen voor (preventieve) afstemming en nemen deel aan overleggen met relevante ketenpartners. Er zal aansluiting worden gezocht bij bestaande overleggen, dan wel zal een nieuwe overlegstructuur worden opgezet om zo met een preventief karakter in een vroeg stadium betrokken te worden. Realiseren periodiek afstemmingsmoment tussen leerplicht en het JOT. Terugdringing voortijdig schoolverlaters De afgelopen jaren is al zeer intensief ingezet op het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters en de cijfers laten dan ook een duidelijke afname zien. Met name op het MBO is de uitval echter aanzienlijk. Het aantal voortijdig schoolverlaters in het schooljaar bedroeg in onze gemeente 57, waarvan 6 op het voortgezet onderwijs en 51 op het MBO. Met name bij de overstap van het VMBO naar het MBO ligt een risico van voortijdig schoolverlaten. Het percentage vsv ers bedraagt 1,4%. De voorlopige vsv-cijfers van het schooljaar 2014/2015 geven aan dat het percentage eveneens 1,4% van het aantal schooldeelnemers bedraagt. Actie Terugdringing van het aantal voortijdig schoolverlaters binnen het VO en het MBO met 20% in 2021 (schooljaar 2019/2020) t.o.v. de aantallen van 2014/2015. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de landelijk gestelde nieuwe doelstelling door de Minister van OCW. Dit zal o.a. worden aangepakt door: 1. aan alle geslaagde vmbo-leerlingen de flyer Geslaagd maar nu toe te zenden, waarin zij worden gewezen op de kwalificatieplicht en het belang van het tijdig inschrijven op een vervolgopleiding; 2. het beter begeleiden van VMBO-leerlingen bij de overstap naar het MBO met behulp van het registratiesysteem Intergrip. Dit is één van de maatregelen van het Convenant Voortijdig School Verlaten. Al deze leerlingen worden in Intergrip al vóór hun diplomering geregistreerd en gevolgd tot het moment dat zij (voor de start van het nieuwe opleidingsjaar) definitief op een MBO zijn ingeschreven. Het Steunpunt Onderwijs ZHE, de VMBO-scholen en de leerplichtambtenaren werken met behulp van dit registratiesysteem nauw samen om dit te realiseren; 3. de inzet van overstapcoaches voor de begeleiding van kwetsbare jongeren bij de overstap van VO naar MBO; 4. het aanbieden van maatwerktrajecten aan leerlingen, die een time-out nodig hebben, waarbij indien mogelijk terug geleiding naar het reguliere onderwijs plaats vindt, of aan leerlingen die wachten op een behandelplaats en/of onderwijsplaats in het speciaal onderwijs. Voor deze leerlingen zijn er voorzieningen noodzakelijk om te voorkomen dat ze voortijdig schoolverlaten en thuis komen te zitten. Resultaat 14

15 Terugdringing aantal voortijdig schoolverlaters binnen het VO en MBO met 20% in 2021 (schooljaar 2019/2020) t.o.v. 2014/2015. Thuiszitters in beeld Om de thuiszitters beter in beeld te krijgen en hen te kunnen volgen, heeft het Bureau Leerplicht de ambitie om met het onderwijsveld een overlegvorm, de zogenaamde thuiszitterstafel, te introduceren. Het doel is om voor iedereen die in staat is onderwijs te volgen een passende onderwijsplek in de regio te vinden. Het Bureau Leerplicht streeft er naar om het aantal thuiszitters zo veel mogelijk terug te dringen. Actie Bureau Leerplicht verkrijgt in gezamenlijkheid met het onderwijsveld inzicht in de thuiszitters en de redenen waarom deze leerlingen thuis zitten. Thuiszitten bedreigt de ontwikkeling van de jongere en zal voorkomen moeten worden. Hierbij is de jongere het uitgangspunt en wat hij of zij nodig heeft. Afspraken worden gemaakt in het belang van de jongere. De jongere en ouders worden hierbij actief betrokken. Resultaat Alle thuiszitters zijn in beeld en worden gevolgd. Zo mogelijk wordt het verzuim gestopt. Er wordt een plan van aanpak opgesteld en er wordt maatwerk geleverd om deze jongeren terug te leiden naar het onderwijs. Er is een overlegvorm met het onderwijsveld inzake thuiszitters opgezet, de zgn. thuiszitterstafel. Aangesloten wordt bij de landelijke doelstelling dat in 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuis zit zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. Hoofdstuk 6 Rapportage en evaluatie Regelmatig vindt evaluatie plaats van het leerplichtbeleid. Artikel 25 van de Leerplichtwet verplicht ons na afsluiting van ieder schooljaar een jaarverslag op te stellen. Op die momenten wordt op het betreffende schooljaar terug gekeken en zullen voor het nieuwe schooljaar korte termijn doelen worden gesteld. Tussentijdse evaluatie en rapportage Bij tussentijdse wijzigingen van wet- en regelgeving wordt de uitvoering hierop aangepast. Tussentijdse evaluatie vindt jaarlijks plaats in het jaarverslag leerplicht. Het college van B&W moet jaarlijks verslag uitbrengen aan de gemeenteraad over het afgelopen schooljaar. In dit verslag wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en wordt een cijfermatig overzicht gegeven van o.a. aantallen onderwijsdeelnemers, voortijdig schoolverlaters, verzuimmeldingen, verleende vrijstellingen, strafafdoeningen. Eindevaluatie De beleidsnota leerplicht beslaat de periode Aan het eind van deze periode wordt de nota geëvalueerd. Vervolgens zal aangepast of nieuw beleid worden geformuleerd. Bijlage 1: Toelichting op de taken van de leerplichtambtenaar genoemd in hoofdstuk 3 a) Opsporing en behandeling van gevallen van absoluut en relatief verzuim In het kader van de handhavende en toezichthoudende taak vraagt de Leerplichtwet om controle van absoluut verzuim en afhandeling van de verschillende vormen van verzuim en aanvragen voor verlof. Voor een overzicht van de vormen van verzuim wordt verwezen naar bijlage 2 bij deze beleidsnota. b) Verlenen van vervangende leerplicht, vrijstelling en extra verlof 15

16 Vervangende leerplicht is een alternatief leerproject voor jongeren vanaf 14 jaar die niet geschikt zijn voor het volgen van volledig dagonderwijs. Het praktijkonderwijs vormt hierbij een belangrijk onderdeel. De leerplichtambtenaar dient hiermee in te stemmen. Ook kan vrijstelling worden verleend voor het volgen van onderwijs. Hiervoor moet een grondige reden zijn. In de Leerplichtwet is geregeld op welke gronden vrijstelling kan worden verleend. In het verzuimprotocol is nader uitgewerkt wanneer extra verlof mogelijk is. c) Justitiële aanpak door middel van het opmaken van proces-verbaal In het geval dat een proces-verbaal wordt opgemaakt, wil de leerplichtambtenaar hier iets mee bereiken. Bij relatief verzuim wordt een afschrift van het proces-verbaal naar de politie en de Raad voor de Kinderbescherming gezonden. Met uitzondering van de gevallen van luxe verzuim voert de Raad voor de Kinderbescherming voorafgaand aan de rechtszitting een onderzoek uit en maakt een rapport op. Achter verzuim gaat vaak een ander probleem schuil, zoals bijvoorbeeld problemen thuis. Tijdens de zitting bij het parket van de Sector Kanton is de leerplichtambtenaar aanwezig om de rechter de laatste stand van zaken door te geven. De rechter doet meteen na de zitting uitspraak. Bij luxe verzuim wordt veelal een geldboete opgelegd, bij signaalverzuim bij voorkeur een taak- of leerstraf. d) Het jaarlijks aanleveren van de gegevens voor het jaarverslag leerplicht Volgens de Leerplichtwet is het verplicht om vóór 1 oktober een verslag uit te brengen aan de gemeenteraad over het afgelopen schooljaar. In de praktijk is 1 oktober niet haalbaar, omdat de cijfers over het afgelopen schooljaar dan nog niet bekend zijn. Rekening houdend met het verwerken van de gegevens en het besluitvormingstraject is presentatie van het jaarverslag in de gemeenteraad haalbaar in januari/februari. Het jaarverslag wordt samengesteld door de beleidsambtenaar leerplicht en hierin komen o.a. de feiten en cijfers aan de orde van het afgelopen schooljaar met betrekking tot het verzuim, verleende vrijstellingen of verlof, vroegtijdig schoolverlaten, strafafdoeningen, activiteiten en taken van de leerplichtambtenaren en de samenwerking met andere partijen. e) Het onderhouden van een leerlingenadministratie Bureau Leerplicht houdt een administratie bij van alle leerplichtige inwoners van de gemeente Goeree- Overflakkee. Uit deze administratie blijkt op welke scholen de leerplichtige inwoners staan ingeschreven. f) Opgave aan de minister van de omvang en behandeling van het schoolverzuim (leerplichttelling) Bureau Leerplicht moet jaarlijks uiterlijk 14 oktober aan de minister gegevens verstrekken over de omvang en de behandeling van het gemelde schoolverzuim van leerplichtige en kwalificatieplichtige leerlingen die zijn ingeschreven in de bevolkingsadministratie in hun gemeente (Leerplichtwet 1969, artikel 25, tweede lid). Op basis van deze gegevens wil de minister inzicht krijgen in de omvang en wijze van behandeling van het ongeoorloofde schoolverzuim van leerplichtige leerlingen. Dit inzicht is noodzakelijk voor het beleid van onderwijsinstellingen, samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten voor het terugdringen van het schoolverzuim, de aanpak van thuiszittende leerplichtige jongeren evenals voor het landelijke beleid van de rijksoverheid en landelijke organisaties om het voortijdig schoolverlaten te bestrijden. De gegevens worden opgenomen in het Verzuim en voortijdig SchoolVerlaten-kompas ( het benchmarkinstrument van Ingrado, de brancheorganisatie voor leerplicht en RMC. g) Uitvoeren van verzuimcontroles op de scholen De leerplichtambtenaren voeren controles uit op de scholen met betrekking tot het luxe verzuim. Luxe verzuim wordt actief aangepakt. Periodiek worden controles uitgevoerd, waarbij alle soorten verzuimmeldingen schriftelijk of telefonisch worden gecontroleerd. Zo nodig wordt proces-verbaal opgemaakt. 16