Verslag Jaarvergadering van de HuurdersAdviesRaad St. Joseph (HAR) op dinsdag 17 mei 2011 in de ontvangstruimte van STJA, aanvang 19.

Transcriptie

1 Verslag Jaarvergadering van de HuurdersAdviesRaad St. Joseph (HAR) op dinsdag 17 mei 2011 in de ontvangstruimte van STJA, aanvang uur Aanwezig: Bewoners: Notulist: Gastspreker: Mevr. G. Lentz-Fleming (voorzitter) en de bestuursleden F. Reefhuis, G.J. van Silfhout en kandidaat bestuurslid dhr. A.van Nes. zie bijgaande presentielijst Mevr. J.Willemsen Dr.ir. Peter Reichsmann (lid Europäische Tisch). 1. Opening. De voorzitter van de HAR, mevrouw G. Lentz-Fleming, opent de jaarvergadering en heet allen van harte welkom. Ze is blij verrast door de grote opkomst vanavond, waaronder ze tot haar genoegen ook veel nieuwe gezichten ziet. De voorzitter introduceert nog even kort het huidige HAR bestuur, bestaand uit haarzelf als voorzitter en de bestuursleden de heren F. W. Reefhuis, G.J. van Silfhout en als kandidaat bestuurslid de heer A. van Nes. Het afgelopen jaar beschikte de HAR over te weinig menskracht om de voor 2010 gestelde doelen zoals verwoord in het werkplan 2010, optimaal uit te kunnen voeren. Om die reden is in overleg met STJA met ingang van maart dit jaar als uitvoerend secretaris Mevr. J. Willemsen- Boers aangetrokken, voorlopig voor 6 uur per week. Het secretariaat is vanaf die datum dan ook wekelijks bezet, in principe op de donderdag. De HAR hoopt met deze maatregel de meest urgente problemen die door de onderbezetting in het verleden voorkwamen, nu sneller te kunnen oplossen; zoals een snellere afhandeling van correspondentie en mail, het actueel houden van de website, bevordering van een betere communicatie met de BC s. Verder memoreert ze dat de HAR in 2001 is opgericht en dit jaar dus 10 jaar bestaan. De HAR maakt zich niet alleen zorgen over de landelijke, maar ook over de Europese ontwikkelingen ten aanzien van het huurbeleid. Dit thema wordt dan ook één van de speerpunten voor het jaar 2011 (zie ook het Activiteitenplan 2011 agendapunt 6). Vanuit de vergadering worden geen punten aan de agenda toegevoegd, waarna deze wordt vastgesteld. 2. Mededelingen. Berichten van verhindering zijn ontvangen van: a) het college B&W Almelo vanwege hun eigen college vergadering vanavond (standaard op dinsdag). b) de heer A. Fien, lid van de Raad van Commissarissen STJA. c) de kascommissieleden mevr. Bolte en dhr. Nijhuis, eveneens om gegronde redenen, waarvoor zij zich excuseren. 3. Notulen jaarvergadering 25 mei Naar aanleiding van het verslag zijn er geen op- of aanmerkingen, waarmee de notulen met algemene stemmen door de vergadering worden goedgekeurd en vastgesteld, onder dankzegging aan notulist mevr. E. Tolle

2 4. Jaarverslag Vanuit de vergadering worden met betrekking tot de laatste ontwikkelingen op het gebied van het huurbeleid en de daaruit voortvloeiende jaarlijkse huurverhogingen, enkele kritische vragen gesteld. De koopkracht van huurders gaat de laatste jaren steeds verder achteruit en daardoor dreigen de huren voor velen onbetaalbaar te worden. Is de HAR zich hiervan wel voldoende bewust of wordt het beleid min of meer als een hamerstuk behandeld? Is het niet mogelijk de verhoging een keertje over te slaan? De HAR heeft vanzelfsprekend met STJA gesproken over het voorstel om de huren met 1,3% per 1 juli 2011 te verhogen en de gevolgen daarvan voor de huurders. De HAR is nog steeds van mening dat de huren zo laag als mogelijk en zo hoog als noodzakelijk moeten blijven. Het betreft hier echter wel een door het Rijk opgelegd beleid en daarom heeft de HAR gemeend een positief advies op het door STJA gedane voorstel te moeten uitbrengen. Voor woningen in de Rumerslanden fase I en fase IIA, woningen Canadahof 2 t/m 16 en de wisselwoningen in de St. Josephbuurt heeft STJA geen huurverhoging doorgevoerd. Ook niet voor woningen verhuurd onder de Leegstandswet en nieuwbouwcomplexen van na 1 juli Vanuit de vergadering komt de vraag of het niet mogelijk is in de toekomst notulen, verslagen van bijeenkomsten e.d. via de mail te verspreiden, zodat alle huurders er persoonlijk kennis van kunnen nemen. Nu ontvangen alleen de BC s informatie in tweevoud. Blijft natuurlijk het feit dat niet alle bewoners over een pc beschikken, zoals mevr. de Boer aangeeft. Hiervoor moet dan een andere oplossing worden gevonden. Als mogelijke optie wordt publicatie in Har(t)Slag genoemd. Verslagen worden overigens al op de website gepubliceerd. De HAR zal zich hierover nader beraden en komt er na de zomer op terug. Het jaarverslag 2010 wordt vervolgens zonder verdere op- of aanmerkingen goedgekeurd. 5. Verslag Kascontrolecommissie.. De kascontrolecommissie, bestaande uit mevr. C. Bolte en de heer P. Nijhuis beide zoals eerder vermeld vanavond helaas niet aanwezig hebben de administratie gecontroleerd. Zij hebben de voorzitter schriftelijk gemeld dat de uitgaven en inkomsten over het jaar 2010 akkoord zijn bevonden, ook het genoemde kasgeld was per 31 december 2010 aanwezig. De kascommissie stelt voor het HAR bestuur te dechargeren voor het gevoerde beleid. Ook de controller van STJA heeft zijn akkoord voor het gevoerde financiële beleid gegeven. De vergadering is hiermee akkoord. Het financiële verslag wordt hiermee vastgesteld met dank aan de penningmeester, dhr. H. van den Bos voor zijn werkzaamheden ondanks het feit dat hij geen deel meer uitmaakte van het HAR bestuur en uiteraard aan de kascontrolecommissie. De voorzitter memoreert dat zoals bekend, de heer van den Bos vorig jaar maart 2010 als lid van de HAR afgetreden is, maar bereid was de financiën te blijven voeren tot er voor hem een opvolger was gevonden. Tot op heden is dat helaas niet gelukt. De voorzitter stelt de vergadering voor dat zij de taak van dhr. van den Bos overneemt tot er een nieuwe penningmeester is benoemd, waarnaar de HAR naarstig naar op zoek is. De vergadering gaat met dit voorstel akkoord zodat de voorzitter met onmiddellijke ingang het penningmeesterschap op zich neemt. Benoeming nieuwe kascommissie: Dhr. P. Nijhuis is aftredend, maar herkiesbaar en wordt door de vergadering herbenoemd. Mevr. Bolte is aftredend en niet herkiesbaar. Dhr. H. van den Bos meldt zich spontaan aan en de vergadering gaat akkoord met zijn benoeming tot kascommissielid omdat hij al meer dan een jaar geen deel meer uitmaakt van de HAR. De vergadering vraagt zich ook af of er geen 3 e lid als reserve benoemd moet worden. Op uitnodiging van de voorzitter om zich hiervoor beschikbaar te stellen, meldt zich helaas niemand aan, zodat de kascommissie het komende jaar bestaat uit de heren Nijhuis en van den Bos. De HAR zal de statuten er op na zien en als daaruit blijkt dat er een reservelid nodig is, zal de HAR naarstig op zoek gaan naar een 3 e persoon. 6. Vaststelling HAR-activiteitenplan 2011 Aan de hand van een power point presentatie geeft dhr. Reefhuis een korte toelichting op de plannen voor het jaar Het activiteitenplan ligt in de pauze voor een ieder op schrift klaar. Na de inleiding en het overzicht van de jaarlijkse beleidscyclus - zoals jaarvergadering HAR, opstelling van het bedrijfsplan, uitbrenging advies op het jaarverslag van STJA, bijeenkomsten - 2 -

3 met huurders en BC s en HC s en dergelijke - geeft de heer Reefhuis aanvullende informatie over de huuraanpassing in 2011 en een overzicht van de geplande, jaarlijkse activiteiten met vermelding van speerpunten, welke in 2011 de speciale aandacht krijgen van het HAR bestuur, zoals 1) Landelijke en Europese ontwikkelingen t.a.v. huurbeleid (inkomensgrens p.j.- voor toewijzing; inkomensgrens % extra huurverhoging voor scheef wonen). Voor deze laatste categorie is de wetgeving nog niet afgerond. Definitieve plannen worden dit najaar verwacht. Consequenties zoals schaarste aan woningen, scheef wonen, energielabels, 25 extra punten in schaarstegebieden enz. worden de komende tijd door het bestuur op de voet gevolgd. 2) Het Energiebeleid in relatie met onderhoudsplannen (slechte isolatie, hoe hier mee om te gaan enz.). Inventarisatie ervan is gewenst in overleg met BC s op complex niveau (want elk complex heeft zo zijn eigen problemen en wensen). Het onderhoudsplan is al besproken, maar het energie beleid is hierin nog in te schuiven. 3) Het Strategisch voorraad beleid in samenhang met verkoopbeleid en huurbeleid. De toetsingskaders zijn afgesproken, kunnen echter ook per wijk verschillend zijn. In het systeem is meer duidelijkheid aan te brengen met een overzicht van de consequenties ervan. 4) Evaluatie eigen functioneren en verbetering in de relatie met de achterban. Dit onderwerp is geagendeerd voor de eerstvolgende HAR bestuursvergadering. Er zijn verder geen vragen en/of opmerkingen gedaan, waarmee het activiteitenplan 2011 eveneens wordt goedgekeurd met dank aan de heer Reefhuis voor zijn presentatie. De voorzitter benadrukt dat om dit ambitieuze activiteitenplan te kunnen realiseren, het dringend nodig is het HAR bestuur compleet te maken. Ondanks eerdere oproepen, ook nog tijdens het overleg met de BC s begin dit jaar, is het nog steeds niet gelukt de HAR van 3 naar de gewenste 7 leden uit te breiden. Het bestuur zal in overleg met STJA een nieuwe wervingsactie opstarten en doet hierbij nogmaals een dringende oproep op de aanwezigen zich als lid aan te melden, of melding te maken van iemand die ze kennen en misschien interesse zou kunnen hebben. 7. Samenstelling Bestuur. Dhr. A. van Nes heeft vanaf januari 2011 als kandidaat lid meegedraaid en is bereid zitting te nemen in het HAR bestuur. De voorzitter stelt voor hem tot lid te benoemen, waarmee de vergadering unaniem akkoord is. In het eerstvolgende Har(t)Slag zal de heer van Nes iets over zichzelf vertellen. De voorzitter is aftredend en heeft zich, ondanks haar aanvankelijke aarzeling, opnieuw van harte voor 4 jaar herkiesbaar gesteld. De herbenoeming wordt onder applaus met algemene stemmen goedgekeurd. Helaas heeft naast mevr. P. Slot ook mevr. A. Willems door persoonlijke omstandigheden moeten besluiten tussentijds af te treden. Extra redenen tot de dringende oproep ter versterking van het bestuur! Beide dames zijn helaas niet aanwezig, maar er is op gepaste wijze afscheid van hen genomen. 8. Rondvraag. Mevr. Kuipers (Rumerslanden): Geldt de huurverhoging ook voor woningen met achterstallig onderhoud? Zoals al besproken, zijn er een aantal woningen waarvoor de huurverhoging niet geldt. Als dit voor uw woning niet zo is, is het altijd mogelijk om persoonlijk bezwaar aan te tekenen. De voorzitter: Er staat al een bespreking met de tijdelijke BC van Rumerslanden gepland. Na de zomervakantie wordt er een afspraak met deze BC gemaakt

4 9. Presentatie door mevr. A. Weusthuis en dhr. R. Hekman over het thema: Maatschappelijk ondernemen bij STJA. Het onderwerp Maatschappelijk ondernemen staat hoog op de agenda bij STJA, net als bij Gemeente Sociaal. De samenwerking is daarbij als uitgangspositie te nemen, zowel op macro als ook op micro niveau. Na een korte inleiding over hoe corporaties zijn ontstaan, vervolgens vorm is gegeven aan de regelgeving en waarom de leefbaarheid in wijken de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt, geeft mw. Weusthuis een toelichting op het maatschappelijk ondernemen. Hoe denkt STJA als woningcorporatie daarover en hoe is hieraan uitvoering te geven. Haar voordracht wordt volledigheidshalve als bijlage bij dit verslag gevoegd. Vervolgens geeft dhr. R. Hekman (maatschappelijk woonconsulent STJA) aan de hand van enkele voorbeelden weer wat STJA op uitvoerend en praktisch vlak al doet aan maatschappelijk ondernemen. 1) Project Een goede buurt maak je samen! Rembrandtlaan Ossenkoppelerhoek. STJA vond dat een aantal zaken beter konden, vriendelijker, socialer en leefbaarder. Een groot aantal bewoners van de appartementen in deze wijk dachten er ook zo over. In samenwerking met de gemeente Almelo, Scoop Welzijn en de bewoners van de Rembrandtlaan kon STJA dit project uitvoeren. Huisbezoeken en bijeenkomsten werden georganiseerd. Problemen die spelen in de buurt, zoals het gevoel van veiligheid en de wens voor het opzetten van gezamenlijke activiteiten, kwamen aan de orde. Een portiekflat (18 bewoners van de 126 woningen) startte een eigen actie op en ontwierpen de bewoners een folder in eigen beheer. Bewoners werden onverwacht bezocht, waarbij ca. 60% van de bewoners bereikt werden. Een viertal bewonerssessies vond plaats. De doelstelling van het project: - Een aantal bewoners actief benaderen. Bewoners hebben vaak meer ideeën dan verwacht. - Om mensen uit hun isolement te halen. - Te weten te komen hoe het wonen in de wijk bevalt. - Wat zijn de ideeën over het woon- en leefklimaat, welke gedragsregels horen daarbij (de kunst van het samenleven)? - Om iedereen er bij te betrekken werd een prijsvraag uitgeschreven. Ter afsluiting van het project werd in juni 2011 bij de officiële opening een feestje georganiseerd met bewoners en genodigden, met bekendmaking van de uitslag van de prijsvraag. 2) Overlast situaties in de wijk Als er signalen binnenkomen over problemen bij bewoners in de wijk (bijvoorbeeld bij een echtscheiding, depressiviteit of om welke reden dan ook), probeert STJA in overleg een oplossing te vinden. Bewoners worden persoonlijk bezocht om achter de deur te kijken hoe de werkelijke situatie is en hoe het zover heeft kunnen komen. Wel worden de bewoners er nadrukkelijk op gewezen dat ze ook in deze zaken hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen ten opzichte van hun medebewoners. Hr. Hekman benadrukt dat het niet alleen allochtone bewoners betreft, ook bij ouderen en andere groepen komen dergelijke problemen voor. Hierin is beslist geen onderscheid te maken. 10. Lezing door Dr. Ir. Peter Reichsmann. De heer Kamst introduceert dhr. Dr. ir. Peter Reichsmann, lid van de Europäische Tisch, waarin STJA al jaren samenwerkt met zijn Duitse collega s. Door de recessie staan ons vele veranderingen te wachten. Er zal flink bezuinigd moeten worden en de koopkracht neemt af. Dhr. Kamst is er echter van overtuigd dat door een goede samenwerking met alle partners aan het maatschappelijk ondernemen, ook als woningcorporatie, hieraan goed vorm gegeven kan worden om de schade voor iedereen zoveel mogelijk te beperken. Geeft vervolgens het woord aan de heer Reichsmann. De heer Reichsmann heeft gestudeerd aan de TU Delft (wat verklaart waarom hij vloeiend Nederlands spreekt) en neemt deel aan de Europäische Tisch en is vicevoorzitter van de overkoepelende organisatie Nordrhein-Westfalen. In 1991 is de Ver. Europäische Tisch opgericht, een grens overschrijdende samenwerking tussen België, Luxemburg, Duitsland en Nederland. Met deze vereniging hoopt men gezamenlijk meer - 4 -

5 invloed te kunnen uitoefenen op de ontwikkelingen in Europa.. Als de aanwezigen al dachten een serieuze lezing bij te wonen, kwamen zij (positief) bedrogen uit. Dhr. Reichsmann gaf op een ludieke, maar zeer humorvolle wijze aan wat zoal de verschillen zijn in de volksaard en eigenaardigheden van Nederlanders en Duitsers! Nederlanders zijn klagers, echter creatief, maar komen op het punt van PR z.i. duidelijk te kort. Daarvoor moet je in de VS zijn! Duitsers daartegenover hebben geen enkele humor, Dit gegeven logenstraft hij als Duitser echter van alle kanten door zijn opmerkingen, uitspraken en voorbeelden. Of zou dat komen doordat hij zo lang onder en nabij Nederlanders heeft gewoond? Het is te veel om op een juiste manier weer te geven hoe dhr. Reichsmann met een paar woorden zo duidelijk het verschil tussen Duitsers en Nederlanders wist te typeren. Kortom het slot van de jaarvergadering is door alle aanwezigen overduidelijk gewaardeerd gezien de lachsalvo s en het applaus dat dr. Reichsmann kreeg. 11. De voorzitter sluit de vergadering om uur met dank aan alle aanwezigen voor hun inbreng en nodigt allen uit voor de informele afsluiting onder het genot van een hapje en drankje

6 Bijlage bij verslag jaarvergadering HAR op 17 mei Presentatie mw. A.Weusthuis over het thema Maatschappelijk Ondernemenbij STJA. Corporaties ontstaan vanuit particulier initiatief Al snel betrokkenheid overheid : 1901 Woningwet Tot plm. 1980: hoofdzaak: bouwen en beheren: woning nood na WO II Laatste 15 jaar taken van corporatie veranderd: steeds meer taken die op andere terreinen liggen dan bouwen en beheren. Daarvoor zijn twee oorzaken aan te wijzen. De regelgeving vanuit de overheid De taakopvatting van de corporatie Regelgeving. Ergens in de jaren negentig ontstond het BBSH (besluit beheer sociale huursector). Verantwoordingsvelden waarin wordt aangegeven op welke terreinen de corporatie actief moet zijn. Een van deze terreinen is leefbaarheid Leefbaarheid: Aanvankelijk vooral in direct aan het wonen gerelateerde zaken zoals, verharding en verlichting van achterpaden, het opknappen van de fysieke woonomgeving, dus groenvoorzieningen e.d. De invulling van leefbaarheid hangt natuurlijk af van de individuele situatie van de corporatie, met name financieel en de opgave die er ligt. De laatste jaren gebruiken corporaties steeds meer de term maatschappelijk ondernemen om aan te geven dat ze met meer zaken bezig zijn die ten goede komen aan de omgeving. De definitie van maatschappelijk ondernemen is dan ook dat er niet altijd een direct rendement in geldelijke zin tegenover staat. Het gaat veel meer om het rendement, het profijt dat de maatschappij erbij heeft. Corporaties vinden op dit terrein allemaal hun eigen wiel uit. Er zijn geen wettelijke bepalingen en ieder geeft zijn eigen invulling aan het geheel. De ontwikkelingen die gaande zijn, zijn de volgende. Voormalig minister van der Laan heeft in 2009 een brief gestuurd waarin hij aankondigde een nieuwe rechtspersoon te willen creëren: de maatschappelijke onderneming.. Onder deze rechtspersoon zouden diverse organisatie moeten worden ondergebracht, zoals corporaties maar ook ziekenhuizen en onderwijsinstellingen. Door het voortijdig einde van het toenmalig kabinet is deze kwestie blijven liggen. Inmiddels zijn er wel wat ontwikkelingen. Er ligt nu een wetsvoorstel over de aanpassing van de woningwet. Inhoud nog onbekend, schijnt neer te komen op de instelling van een nieuwe autoriteit die financieel toezicht houdt op de corporaties, een versterking van de rol van de interne toezichthouder, de commissarissen, dus. Het kabinet geeft aan dat met de aanpassingen het functioneren van corporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak wordt verbeterd. Er is dus nog geen wettelijk kader waarbinnen corporaties als maatschappelijk ondernemer kunnen optreden. Dat betekent niet dat we er niet mee bezig zijn. Het afgelopen jaar hebben we ons beziggehouden met de vraag op welke terreinen we nu eigenlijk actief willen zijn als maatschappelijk ondernemer. Wat vinden we dat tot onze taak hoort en wat niet? Tot hoever mag dat gaan? Wie bepaalt of we ergens wel of niet mee aan de slag gaan? Hierover is gesproken binnen de werkorganisatie en de raad van commissarissen gesproken. Onderwerpen die daarbij aan de orde kwamen zijn geweest: - 6 -

7 De primaire doelgroep is hoofdzaak Onze hoofdtaak ligt bij de huisvesting van de primaire doelgroep. In onze taakopvatting moet huisvesting hier breed worden gezien. Ook activiteiten die bevorderen dat leden van de primaire doelgroep sociale stijging kunnen doormaken, vinden we tot onze taakopvatting behoren. Hier kom ik zo nog op terug. De omgang met belanghouders De omgang met belanghouders wordt in het beleid rond maatschappelijk ondernemen ondergebracht. Wie zijn onze belanghouders? Zitten er gradaties in de relaties die we met onderscheiden belanghouders onderhouden? Is er sprake van eenrichtingverkeer of bestaat er een wederkerige relatie? Hoe leggen we de betrekkingen vast en maken we helder wat de intenties zijn? Hoe communiceren we met elkaar? Inzicht in de maatschappelijke opgaven Zoals gezegd zijn de verwachtingen die anderen van ons hebben uiteenlopend. We rekenen de wijken of buurten waar we bezit hebben of bezit wensen te verkrijgen tot ons geografische taakgebied. Daarbij maakt het niet uit of dat bezit uitsluitend is bestemd voor leden van de primaire doelgroep of ook andere doelgroepen. Wel zal er een evenredigheid bestaan tussen de bijdrage die we op een bepaald terrein leveren en de omvang van het bezit in het betreffende gebied. Met andere woorden: de aanwezigheid van een beperkt aantal woningen betekent een geringere betrokkenheid dan de aanwezigheid van een substantieel deel van de voorraad in het betreffende gebied in eigendom van STJA. Samen met onze belanghouders willen we in beeld brengen welke maatschappelijke opgaven er binnen ons werkgebied liggen. Maatschappelijk vastgoed Ten aanzien van maatschappelijk vastgoed geldt dat we daarin willen investeren onder randvoorwaarden. Deze zijn dat onze belangen rond de verbetering van leefbaarheid in de buurt, verbetering van de verhuurbaarheid van bezit of waardevermeerdering van eigen bezit ermee gemoeid zijn. Bovendien worden er rendementseisen gesteld aan maatschappelijk vastgoed. Agenderen maatschappelijke kwesties Als maatschappelijk ondernemer hebben we een taak bij het op de maatschappelijke agenda plaatsen van relevante onderwerpen. Deze onderwerpen moeten gelieerd zijn aan het brede terrein van wonen. Ze kunnen variëren van het vragen van aandacht voor de toenemende eenzaamheid onder bepaalde groepen tot het plaatsen van vraagtekens bij voorgenomen bouwplannen. Bij het agenderen van dergelijke punten zal zoveel mogelijk worden samengewerkt met andere maatschappelijke partners. Formuleren sponsoringbeleid Het sponsoringbeleid zal worden ondergebracht in het beleid rond maatschappelijk ondernemen. Sponsoring moet een maatschappelijk belang dienen. Reikwijdte investeringen We moeten vaststellen welk bedrag er jaarlijks beschikbaar zal zijn voor maatschappelijk ondernemen. Het bedrag zal waarschijnlijk worden uitgedrukt in een percentage van de kasstromen en worden opgenomen in het bedrijfsplan. Transparantie Het gehele traject rond maatschappelijk investeren moet inzichtelijk zijn. Daarom zal er telkens een uitvoeringsbesluit worden gemaakt waarin de aanleiding, het te realiseren doel, de motivatie, de inhoud van de activiteit, een kwalificatie van de mogelijke risico s, de bandbreedte van het te investeren bedrag en het tijdsbeslag zal worden beschreven. Na afloop zal er worden geëvalueerd. De resultaten zullen op papier worden gezet Projecten worden ieder kwartaal vermeld in de kwartaalrapportage en er zal aandacht aan worden besteed in het jaarverslag. Organisatie - 7 -

8 We willen dat maatschappelijk ondernemen in de gehele organisatie verankerd zit. De top van de organisatie, raad van commissarissen en directie zijn zich terdege bewust van hun voorbeeldfunctie. Iedereen die binnen onze organisatie actief is zal in houding en gedrag uitstralen dat hij of zij bij een maatschappelijke onderneming werkt. We gaan nadenken over de wijze waarop dit het beste geïmplementeerd kan worden. De bovenstaande besprekingen waren intern. Daarnaast hebben we begin dit jaar een bijeenkomst van belanghouders gehad over het onderwerp. Thema daar was: Welke belemmeringen maken mensen in Almelo door om stijging op de sociale ladder door te maken. Almelo heeft groot aantal inwoners met relatief laag inkomen heeft, beperkte opleiding enz. Deze mensen hebben over het algemeen een slecht perspectief. We hebben begin dit jaar gesproken met een aantal vertegenwoordigers gesproken vanuit het college van B en W, hulpverleners, zorgorganisaties, huisartsen, onderwijs, cliëntenorganisatie, het ministerie.ook de commissarissen en de HAR waren hierbij aanwezig. Het beeld werd bevestigd. Wij hebben daarop gezegd ons te willen inspannen hier wat aan te doen. Concreet heeft dit geleid tot inspanningen om bijvoorbeeld goede voorschoolse opvang van de grond te krijgen. Doel hiervan is de startpositie van kinderen te verbeteren zodat ze betere kansen hebben in het leven. Natuurlijk is het niet zo dat dit allemaal nieuw is. We doen al een heleboel, zonder dat het allemaal vastligt in beleidsnota s. We willen het nu echter wel vastleggen in beleid om daarover transparanter te kunnen zijn. Dit zijn beleidsmatige zaken, waarmee je op een strategisch niveau vooral preventief bent en wat doet voor toekomstige generaties. Veel van de zaken die we nu doen zijn vooral praktisch: reactief. STJA signaleert zaken en trekt erover aan de bel; STJA heeft als verhuurder een sterkere positie dan sommige andere partijen; STJA trekt geen jas aan die niet past: d.w.z. wij zijn geen hulpverleners, gaan geen begeleidingstrajecten doen. Rudolf Hekman (Maatschappelijk Woonconsulent) geeft vervolgens een indruk van hetgeen STJA vooral op uitvoerend, praktisch vlak al doet als maatschappelijk ondernemer en waar hij zoal mee wordt geconfronteerd