DOCENTENHANDLEIDING PROJECT Portret: wie ben ik (in het MBO)

Transcriptie

1 DOCENTENHANDLEIDING PROJECT Portret: wie ben ik (in het MBO) Instroom februari 2015/2016 (1G)

2 Inhoud Inleiding... 3 Doelen... 3 Het project... 3 Deel Inleiding... 4 Workshop 1: wat is het MBO... 4 Deel Workshop 2: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik?... 6 Deel Workshop 3: de Nederlandse cultuur... 9 Deel Workshop 4: afronding Verslag maken Presenteren Bijlage 1 A: vragenstencil Hoe ziet het MBO onderwijs er uit Bijlage 1B: leestekst hoe ziet het MBO onderwijs eruit? Bijlage 1C: vragenlijst normen en waarden Bijlage 2: Hoe ziet een verslag er uit op het MBO? Bijlage 3: opdracht - schijf een verslag over jouw cultuur Bijlage 4: Hoe zie ik mijzelf: wie ben ik? (vragenlijsten: sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen) Bijlage 5: Presenteren, waarom en hoe? Bijlage 6: Aftekenlijst... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2

3 Inleiding In februari 2016 start een nieuw groep studenten op de Entreeopleiding van ROC Friese Poort Leeuwarden. Deze studenten hebben weinig tot geen ervaring met het MBO en zullen daarom in de eerste weken een oriëntatie programma doorlopen. In deze periode heeft de student de kans om te ontdekken wat het MBO is en of de student klaar is voor het beroepsonderwijs. Hoe deze oriëntatie er verder uit komt te zien leest u verderop in de handleiding. Na de oriëntatieperiode zal wordt er gestart met het (aangepaste) reguliere lesprogramma van de Entreeopleiding. De studenten hebben de mogelijkheid om een half jaar over hun opleiding te doen, in plaats van één jaar. Het reguliere programma zal dan ook worden verspreid over dit half jaar. In die tijd krijgen de studenten 1 dag les waarbij de vakken Burgerschap, Nederlands, Rekenen en Projecten worden aangeboden. Op woensdag volgen zij de beroepsrichting. Ook is er ruimte voor studieloopbaan begeleiding. Doelen Het doel van de oriëntatieperiode is de student kennis laten maken met het MBO onderwijs. Het werken in projecten, samenwerken, presenteren en een professionele houding zijn onderdelen die aan bod zullen komen. Dit zal gecombineerd worden met het gebruik van vaktaal, correct Nederlands en het maken van verslagen. Om deze combinatie te kunnen maken is gekozen voor projectonderwijs, dit is een veelgebruikte vorm binnen de Entreeopleidingen. Voor de docenten welke betrokken zijn bij dit project is het noodzakelijk om contact met elkaar te houden over het werkproces van de studenten. Ook de inhoud zal regelmatig geëvalueerd moeten worden. Het project Het doel voor de studenten is om kennis te maken met het MBO. Hierbij zullen verschillende aspecten aan bod komen. Studenten werken aan het maken van een verslag en het voorbereiden van een presentatie. Hierbij worden ze voornamelijk beoordeeld op inzet en houding. Aan het einde van het project kan de student een presentatie geven over zichzelf: een zelfportret. Om dit resultaat te behalen zullen er verschillende workshops gegeven worden door de docenten als voorbereiding op de presentatievaardigheden. Wat is het MBO Wat wil je later worden (beroepsrichting) Wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik Normen en waarden (andere culturen) Kwaliteiten 3

4 Deel 1 Inleiding De docent geeft een introductie over het leren binnen het mbo. Hierbij geeft ze een kort beeld van de beroepshouding van de studenten. Daarna maakt ze de koppeling naar het project. Hoe het MBO in elkaar zit, en welke beroepshouding daarbij past gaan de studenten de komende weken ontdekken door het uitvoeren van het project portret: wie ben ik (in het MBO) Uitleg: elke week krijgen jullie nieuwe informatie en opdrachten, waardoor je uiteindelijk een goed portret van jezelf kan maken. Uitleg geven over het einddoel: presenteren en een verslag maken. Houd er als docent rekening mee dat er studenten zijn die geen ervaring hebben met presenteren. Workshop 1: wat is het MBO Elk deel bestaat uit een onderdeel theorie (oranje kader) en een onderdeel praktijk (groene kader) Hoe ziet het MBO onderwijs er uit? o Welke niveaus zijn er? o Welke vormen zijn er? o Gebruik de hyperlink van de afbeelding voor uitleg. Duur van de workshop: een half uur tot drie kwartier (zonder opdracht). Opdracht 1: hoe ziet het MBO onderwijs er uit? o Je krijg van je docent een filmpje te zien met uitleg over het MBO. o Dit filmpje bekijken jullie klassikaal. o Daarna maak je de vragen op het stencil, bekijk het filmpje eventueel nog een keer. o Wanneer iedereen klaar is bespreken we de antwoorden klassikaal. Het vragenstencil vind je in de bijlagen van de docentenhandleiding. 4

5 Opdracht 2: Welke opleiding wil ik gaan doen? o Ga naar de website o Ga naar het kopje jongerenonderwijs o Bekijk de beroepsrichtingen en onderzoek welke jouw het meeste aanspreken o Schrijf 3 opleidingen van niveau 2 op o Onderzoek ook de mogelijkheden voor een vervolgopleiding (Niveau 3 of 4) In de leerlingenhandleiding wordt ruimte gemaakt voor het opschrijven van de antwoorden. Opdracht 3: klassenregels o Je bent gestart op het MBO. Je hebt al een beetje kennis gemaakt met het MBO en hoe wij hier met elkaar omgaan. Een leuke klas maakt het studeren vaak makkelijker. Het is dan wel belangrijk dat wij met elkaar respectvol met elkaar omgaan. Om dit doel te bereiken gaan jullie met elkaar klassenregels afspreken. Dit doen we door afspraken te maken over de dingen die jullie belangrijk vinden! o Om klassenregels te kunnen maken moet je rekening houden met de normen en waarden van je klasgenoten. Wat zijn normen en waarden? o Maak de vragen die horen bij deze opdracht. De vragenlijst vind je in de bijlage. Opdracht 4: woordschrift o Je hebt bij opdracht 1 een vragenstencil gemaakt over het filmpje bij het MBO. Hierbij moest je 8 woorden opschrijven waar je meer over wilt weten/vertalen. o De docent deelt een informatieve tekst uit over het MBO. Deze tekst kan de docent vinden in de bijlage. o De studenten kunnen hun woordenlijst aanvullen uit deze tekst o De docent bespreekt de moeilijke woorden klassikaal met de groep. Opdracht 5: Een verslag schrijven, hoe doe je dat? o Je hebt vanmorgen geleerd dat je op het MBO veel werkt met het maken van verslagen. Tijdens deze opdracht ga je leren hoe je de verslagen inlevert op het MBO. o Je gaat een verslag maken over jezelf, dit is het begin van je portret. Je gaat een verslag schrijven over je eigen cultuur Beide uitwerkingen zijn in de bijlagen te vinden. 5

6 Deel 2 Workshop 2: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? Elk deel bestaat uit een onderdeel theorie (oranje kader) en een onderdeel praktijk (groene kader) Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? o Identiteit is in het MBO een belangrijk onderdeel van/bij je opleidingskeuze o Wat voor iemand ben ik eigenlijk? o Kwaliteitenspel gebruiken o Sterke en zwakke kanten (en kansen en bedreigingen) Duur van de workshop: half uur tot drie kwartier. 6

7 Opdracht 1: kwaliteitenspel o In het midden van de tafel liggen allemaal kaartjes met kwaliteiten. o Schrijf 3 kwaliteiten op die goed bij jou passen. o Schrijf 2 kwaliteiten op die je nodig hebt bij het werk/opleiding die je graag wilt doen. o Verwerk je antwoorden ook in je verslag: portret wie ben ik (in het MBO). Het kwaliteitenspel is verkrijgbaar in de teamkamer of te bestellen via diverse websites. Opdracht 2: Hoe zie ik mijzelf? o Mijn sterke en zwakke kanten: vul de lijsten in (sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen. o Welke conclusies kan je doen na het invullen van de lijsten? Bespreek ze met je klasgenoten en docent. De lijsten zijn te vinden in de bijlagen. Workshop presenteren: waarom en hoe? o In het MBO moet je vaak je gemaakte werk presenteren voor de klas. o Dat presenteren is vooral de eerste keren heel spannend. o Om je kennis te laten maken met dit presenteren ga je hiermee oefenen. o De docent bereid de inhoud van deze workshop voor aan de hand van de opdracht. o De opdracht is te vinden in de studentenhandleiding. 7

8 Opdracht 4: korte presentaties o Vertel kort iets over de periode voordat je met de entreeopleiding bent gestart. o Zet je presentatie in het schema. Inleiding Verhaal Afsluiting De onderdelen De aankleding van je verhaal Opdracht 3: persoonlijk profiel Je gaat in deze opdracht een persoonlijk profiel maken, hier heb je de volgende materialen voor nodig: o Gekleurd A3 papier o Tijdschriften o Foto s (hiervoor mag je internet/ Facebook gebruiken) o Lijm, schaar en stiften In het persoonlijk profiel laat je zien wie je bent, de belangrijkste personen in je leven (netwerk), je kwaliteiten en je doelen. Je start met je eigen foto in het midden van het A3 papier, daarom heen plaats je de rest. Belangrijke personen (netwerk) karakter eigenschappen welk persoon zou je graag voor 1 dag willen zijn? Foto van jezelf Hobby's/ sport Woonplaats Favoriete eten / drinken 8

9 Deel 3 Workshop 3: de Nederlandse cultuur Elk deel bestaat uit een onderdeel theorie (oranje kader) en een onderdeel praktijk (groene kader) De Nederlandse cultuur (ook in het onderwijs) o Afspraak is afspraak o Op tijd komen o Het weer o Gedoogbeleid o Sport o Tulpen / klompen / delfts blauw / o Weinig taboes (ook op tv) o Etc. Bron: Opdracht 1: een 3 luik maken o Maak tweetallen. o Je hebt zojuist een presentatie gehad over de Nederlandse cultuur. o Zoek nu 3 plaatjes op van 3 onderwerpen die horen bij de Nederlandse cultuur die jullie nog niet kenden. Dus welke gebruiken zijn nieuw voor jullie?! Opdracht 2: een memoriespel maken o Je mag deze opdracht alleen doen of in tweetallen. o Je gaat een memoriespel maken van verschillende culturen. o Maak minimaal 10 setjes met plaatjes. o Elk setje bestaat uit 2 plaatjes. o Plak de plaatjes op dikker papier en knip ze in dezelfde vorm. o Klaar?! Speel het spel (en die van je klasgenoten!) 9

10 Opdracht 3: collage maken in PowerPoint o Bedenk van jouw cultuur minimaal 6 onderwerpen waar je graag iets over wilt vertellen. o Zoek van elk onderwerp een plaatje op. o Open op de computer het programma PowerPoint. o Je mag 1 sheet vullen over jouw cultuur. Gebruik hierbij de plaatjes. o Je mag steekwoorden gebruiken, geen zinnen! 10

11 Deel 4 Workshop 4: afronding Verslag maken Eindopdracht deel A: verslag portret wie ben ik (in het MBO) o Je hebt de afgelopen weken veel informatie gekregen over het MBO en hoe we met elkaar omgaan. Ook heb je meer over jezelf geleerd. o Nu is het tijd om alles wat je geleerd hebt te verwerken in een verslag. o Je hoeft geen nieuwe dingen te maken, je kunt het materiaal gebruiken wat je de afgelopen weken verzameld hebt. o Wat je bij deze opdracht gaat toepassen/leren is hoe je een verslag maakt, dit hebben we ook al eerder behandeld. o Dit product wordt beoordeeld met een onvoldoende / matig / voldoende / goed. Je verslag bestaat uit de volgende onderdelen: o Gebruik onderdelen uit je persoonlijke profiel. o Vertel iets over je eigen cultuur. o Benoem je kwaliteiten en je zwaktes. o Let op: het uiterlijk van je verslag wordt ook beoordeeld! Presenteren Eindopdracht deel B: presenteren o Je hebt de afgelopen weken veel informatie gekregen over het MBO en hoe we met elkaar omgaan. Ook heb je meer over jezelf geleerd. o Je hebt geleerd dat veel van het werk dat je maakt gepresenteerd worden. o Dit is precies wat je bij deze opdracht gaat doen! o Deze opdracht is bedoeld als oefening: ervaring opdoen met presenteren. o Later in je opleiding moet je examen doen in presenteren, daarom oefenen we het! o Waar letten we op bij presenteren? Verstaanbaarheid Eigen woorden Niet voorlezen (spiekbriefje mag!) Je houding: sta je recht op? Hoe gebruik je je handen? Je presentatie gaat over de volgende onderdelen: o Onderdelen uit je persoonlijke profiel. o Over je eigen cultuur. o Je kwaliteiten en je zwaktes. o Gebruik de uitwerking van je verslag voor de voorbereiding van je presentatie. o Je mag zelf bepalen op welke manier/ met welke vorm je gaat presenteren. 11

12 Bijlage 1 A: vragenstencil Hoe ziet het MBO onderwijs er uit Je hebt klassikaal een filmpje gekeken over het MBO. Maak nu onderstaande opdrachten die bij het filmpje horen. Opdracht 1 In het filmpje komen waarschijnlijk woorden voor die je niet kent. Schrijf minimaal 8 woorden op waar je de betekenis van wilt weten. Deze woorden worden later vandaag bij Nederlands met vaktaal uitgelegd. Woord Betekenis 12

13 Opdracht 2 1) Niet elke opleiding biedt kans op werk. Hoe kun je het beste een opleiding kiezen? ) Het mbo kent verschillende niveaus. Welke niveaus heeft het mbo? ) Geef van elk niveau aan wat je na het behalen van dit niveau kunt ) Wat is het verschil tussen de niveaus?.... 5) Opleidingen worden vaak met een afkorting aangegeven. Zoek de betekenis op van de verschillende afkortingen a. VMBO b. VMBO BB c. VMBO KB d. VMBO GT e. VMBO TL f. HAVO g. VWO 13

14 6) Benoem nu met eigen woorden de toelatingseisen voor de verschillende niveaus in het MBO. MBO niveau 1 MBO niveau 2 MBO niveau 3 MBO niveau 4 7) Het mbo heeft twee verschillende opleidingsvormen a. Benoem welke vormen dit zijn b. Geef aan wat de verschillen zijn 8) Je hebt nu een idee van de opleidingen die je kunt doen binnen het mbo a. Welke opleiding zou jij kunnen en willen doen als je niveau 1 behaald hebt? b. Wat moet je daar nog voor doen? 14

15 Bijlage 1B: leestekst hoe ziet het MBO onderwijs eruit? Opdracht 4: woordschrift o Je hebt bij opdracht 1 een vragenstencil gemaakt over het filmpje bij het MBO. Hierbij moest je 8 woorden opschrijven waar je meer over wilt weten/vertalen. o Lees onderstaande tekst om je lijst met woorden aan te vullen. o De docent bespreekt de woorden klassikaal. o Let op: je hoeft niet alle woorden te kennen om de tekst te kunnen begrijpen. o Tip: lees eerst globaal (Inleiding, kopjes en afsluiting lezen), maak daarna de vragen. MBO opleidingen, hoe kies je? Moet je nu juist gaan werken of één van de vele MBO opleidingen gaan volgen? Wij adviseren je bij twijfel om door te studeren en niet te gaan werken na je middelbare school (vmbo, havo of ISK). Niemand weet immers precies welke mensen er na jouw opleidingstraject op de arbeidsmarkt nodig zijn. Kijk verder dan je neus lang is en kies gewoon de MBO opleiding die leuk jij leukt vindt, uiteindelijk heb je daar het meeste aan. MBO opleidingen volgen op 4 verschillende niveaus» Niveau 1 - entreeopleiding» Niveau 2 - basisberoepsopleiding» Niveau 3 - vakopleiding» Niveau 4 middenkaderopleiding Wat zijn de toelatingseisen voor een MBO opleiding?» Je kunt zonder eisen een niveau 1 MBO opleiding doen.» Voor niveau 2 is de eis dat men minimaal een vmbo-diploma (BB) moet hebben. Voor sommige MBO opleidingen op niveau 2 zijn er geen eisen, omdat er dan geen verwante opleiding niveau 1 bestaat. Je moet dan wel 16 jaar zijn.» Bij niveau 3 en 4 moet je overal minimaal in bezit zijn van een vmbo-diploma (KB, GL of TL). Ook kun je aan deze MBO opleidingen beginnen wanneer je een overgangsbewijs van Havo / VWO 3 naar Havo / VWO 4 bezit. MBO opleidingen in 2 studievormen: Je kunt bijna alle MBO opleidingen in deze 2 varianten volgen.» Beroeps begeleidende leerweg (BBL). Als MBO student heb je dan een dienstverband van 20 uur (minimaal) bij een bedrijf of organisatie. Je gaat 1 dag per week naar je opleiding. De oude namen van deze onderwijsvorm zijn leerlingstelsel, vakschool of streekschool.» Beroeps opleidende leerweg (BOL). Je hebt hier geen (vast) dienstverband en je gaat 4 of 5 dagen per week naar je MBO opleiding. Bij bijna alle MBO opleidingen moet je stage lopen, waar je veel praktijkervaring op doet. 15

16 Met een mbo diploma niveau 2 kun je makkelijk doorstromen naar een niveau 3 opleiding, of van 3 naar niveau 4. Over het algemeen kom je met een MBO diploma gemakkelijk aan een baan. Al kan dat per opleiding wel verschillen. Met een MBO opleiding op niveau 4, kun je zelfs doorstromen naar het HBO. MBO opleidingen kunnen dus een prima basis zijn om verder te gaan met studeren. Niveau verschillen Het MBO kent vier verschillende niveaus. Wat betekenen die? Doe je niveau 1, dan krijg je echt een basisopleiding. Die duurt maximaal een jaar, en zorgt ervoor dat je genoeg weet en kan als assistent. Voor een goede baan is meer nodig, maar je kunt ook later nog door leren. Er zijn een paar specifieke beroepsrichtingen op niveau 1. Met een opleiding op niveau 2 ga je een stap verder: daarmee word je medewerker in de sector die je hebt gekozen. Je krijgt een baan met uitvoerende werkzaamheden. Niveau 1 heet ook wel 'entreeopleiding' en niveau 2 'basisberoepsopleiding'. Opleidingen op niveau 3 worden ook wel de 'vakopleidingen' genoemd. Hier leer je werkzaamheden volledig zelfstandig uit te voeren. Vaak stuur je ook andere medewerkers aan tijdens het werk. Op niveau 4 volg je een 'middenkaderopleiding'. Je leert dan niet alleen het vak, maar je leert ook verantwoordelijkheid te dragen over het werk van anderen, leidinggeven en werkplanningen maken. Extra: moeilijke woorden 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 16

17 Bijlage 1C: vragenlijst normen en waarden 1) Wanneer maak je voor het eerst kennis met belangrijke waarden en normen? a. In je gezin b. Op school 2) Wat is socialisatie? a. Het leren van waarden en normen thuis en op school b. Het leren van waarden en normen van je vrienden 3) Welke norm hoort bij de waarde beleefdheid? a. Je laat eerst iedereen uit de bus stappen voor je zelf instapt b. Je oordeelt niet over het geloof van een ander Bekijk de lijst met waarden. Beantwoord daarna de vragen. 4) Kies drie waarden uit de lijst die je belangrijk vindt voor jezelf ) Kies drie waarden uit de lijst die je belangrijk vindt voor anderen Eerlijkheid Familie Geld Geloof Geluk Gezondheid Luxe Milieu Plezier Respect Schoonheid Uiterlijk Veiligheid Verantwoordelijkheid Vrienden Vriendschap Werk Zelfrespect Zelfstandigheid 6) Heb je voor jezelf en anderen dezelfde waarden gekozen? a. Ja b. Nee 7) Leg je antwoord van vraag 6 uit ) Ongeschreven regels zijn voor iedereen hetzelfde. a. Waar b. Niet waar 17

18 9) Bij sociale controle letten anderen erop of je je wel aan de groepsnormen houdt. a. Waar b. Niet waar 10) Sociale controle kan een gevoel van veiligheid geven. a. Waar b. Niet waar 11) Fysiek pesten is erger dan verbaal pesten. a. Waar b. Niet waar 12) Fysiek pesten is bijvoorbeeld duwen, verbaal pesten is bijvoorbeeld schelden. a. Waar b. Niet waar 13) Pesten is iets wat alleen bij kinderen voor komt. a. Waar b. Niet waar 18

19 Bijlage 2: Hoe ziet een verslag er uit op het MBO? Hoe ziet een verslag er uit op het MBO? Voorblad: o Naam o Klas o Datum o Onderwerp o Een plaatje ter illustratie Inhoudsopgave: hierin staat welke onderwerpen op welke bladzijde staan Paginanummering: onder aan de pagina staat een paginanummer (niet op de voorpagina) Gebruik van kopjes en subkopjes (automatische inhoudsopgave) Correct gebruik van de Nederlandse taal (grammatica, zinsopbouw, spelling etc.) Indeling: inleiding middenstuk - slot Gebruik van subkopjes LET OP: verder uitwerken!! (optioneel) Bijlage 3: opdracht - schijf een verslag over jouw cultuur Je gaat een verslag schrijven over jouw cultuur, het bestaat uit de volgende kopjes: o o o Inleiding Noem 3 waarden en normen die een belangrijke rol spelen binnen jouw cultuur. Benoem waarom je deze gekozen hebt. Middenstuk Beschrijf een middag en of een avond die je doorbrengt met jouw vrienden. Slot Welke waarde is voor jou het aller belangrijkst? Waarom? In de studentenhandleiding staat de uitgebreide versie van deze opdracht. 19

20 Bijlage 4: Hoe zie ik mijzelf: wie ben ik? (vragenlijsten: sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen) Wat kan ik goed? sterktes Waar weet ik veel van? Wat doe ik graag? Wat heb ik vaak gedaan? Waar heb ik spullen voor? Wat houd ik lang vol? Heb ik geduld? Ben ik optimistisch? Leg uit waarom.. Leg uit waarom.. Met wie heb ik contact? Wie vertrouw ik? Leg uit waarom.. Waar weet ik weinig van? Zwaktes Wat kan ik nog niet? Waar ben ik niet handig in? Stel ik vaak dingen uit? Ben ik chaotisch? Hoe gezond ben ik? Heb ik materialen om de dingen te doen die ik wil? Heb ik een eigen ruimte om dingen te doen die ik wil doen? Ken ik mensen? Heb ik goed vervoer? Veel want.. Weinig want 20

21 Kansen Wat kan ik goed? Is er vraag naar wat ik goed kan? Is wat ik goed kan nieuw? Zijn er technologische mogelijkheden voor wat ik doe? Is wat is kan te betalen? Heb ik genoeg tijd? Heb ik de tijd mee? Heb ik veel concurrentie? Krijg ik steun van mijn omgeving? Werken mijn gezinsomstandigheden tegen? Bedreigingen 21

22 Bijlage 5: Presenteren, waarom en hoe? Presenteren is een vak apart. Als je het op de televisie ziet, lijkt het allemaal heel makkelijk voor de presentatoren. Maar ze hebben er veel voor geoefend. Jij zult ook nog veel moeten gaan presenteren. De presentaties in de toekomst zullen vaak gaan over opdrachten die je voor school hebt uitgevoerd. Tijdens deze workshop leer hoe je een presentatie kunt houden. Het belangrijkste is veel oefenen en elkaar daarbij op een goede manier helpen. Je start je voorbereiding met het maken van een schema. Inleiding Verhaal Afsluiting De onderdelen De aankleding van je verhaal In de eerste kolom komt puntsgewijs de inhoud van je verhaal; In de tweede kolom zet je daarna de voorbeelden, de grapjes, je ervaringen, de vragen die je het publiek wilt stellen, de plaatjes die je wilt laten zien, de opdrachten die je het publiek wilt geven. De inleiding 1. Zorg voor een leuke binnenkomer, een aandachtstrekker. 2. Geef een overzicht van wat je wilt presenteren. Het verhaal 1. Bespreek punt voor punt je onderwerp. 2. Vertel daarbij iets van je eigen ervaring. 3. Leg daarbij uit wat van belang is. 4. Geef daarbij je gevoel weer. De afsluiting 1. Vat je verhaal kort samen. 2. Zeg iets persoonlijks. 3. Bedank je toehoorders en vraag of er nog vragen zijn. Houding Tijdens de presentatie 1. Sta je met beide benen op de grond. 2. Handen niet in je zakken en sla je handen niet over elkaar. 3. Kun je gebaren maken met je handen, niet te groot en niet te klein. 4. Houd je lichaam niet stokstijf, maar draai je soepel met je hoofd. 22

23 Korte presentaties Vertel kort iets over de periode voordat je bent gestart met de Entreeopleiding. Zet je presentatie in het schema. Inleiding Verhaal Afsluiting De onderdelen De aankleding van je verhaal 23

24 Bijlage 6: Aftekenlijst Deel 1: wat is het MBO Thema s project wie ben ik Datum Handtekening docent 1. Hoe ziet het mbo eruit? 2. Welke opleiding wil ik gaan doen? 3. Klassenregels 4. Woordschrift 5. Verslag schrijven Deel 2: Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? 1. Kwaliteitenopdracht 2. Hoe zie ik mijzelf? 3. Presenteer je persoonlijke profiel 4. Presenteren opdracht Deel 3: De Nederlandse cultuur 1. Maak een drieluik 2. Maak een memoriespel 3. Collage in PowerPoint Deel 4: Eindopdrachten Eindopdracht deel A: verslag maken Eindopdracht deel B: Je werk presenteren 24