Logano plus GB312. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur kw. Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen.

Transcriptie

1 Condensatieketel op gas T (2014/08) BE Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Logano plus GB kw Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen.

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsvoorschriften Uitleg van de symbolen Veiligheidsvoorschriften Productinformatie Over dit voorschrift EG-conformiteitsverklaring Gebruik volgens de voorschriften Benaming van de cv-ketel Leveringsomvang Toebehoren Productoverzicht Afmetingen en aansluitingen Technische gegevens Gasdebiet Specifieke gascategorieën en aansluitdrukken per land Voorschriften Normen en richtlijnen Goedkeurings- en informatieplicht Opstellingsruimte Aansluiting verbrandingslucht Kwaliteit van het cv-water Kwaliteit van de leidingen Vorstbeveiliging Gereedschap, materialen en hulpmiddelen Geldigheid van de voorschriften CV-ketel transporteren CV-ketel optillen en dragen CV-ketel op rollen transporteren Installatie Eisen voor de opstellingsruimte Afstanden tot de wand CV-ketel Uitlijnen Rookgas- en luchttoevoeraansluiting Aansluiten rookgasafvoerleiding Aansluiting voor luchttoevoer maken (werking onafhankelijk van de omgevingslucht) Hydraulische aansluitingen uitvoeren CV-aanvoerleiding aansluiten CV-retour aansluiten Tapwaterboiler installeren Veiligheidsklep en automatische ontluchter of veiligheidsgroep (lokaal) monteren Installeer de condensafvoer Monteer de aansluiting voor het expansievat CV-installatie vullen en dichtheid controleren Brandstoftoevoer tot stand brengen Aansluiten elektriciteit Regeltoestel monteren Netaansluiting en aansluitingen van extra modules Afdekkap monteren Lijn de cv-ketel verticaal uit In bedrijf nemen Controleren bedrijfsdruk Noteer de gaskenwaarden Keteluitrusting controleren Op lekken controleren Omschakeling gassoort Ombouw voor keteltype 90 en 120 kw Ombouw voor keteltype 160 kw Omschakeling voor ketelgroottes van 200 tot 280 kw Typeplaat actualiseren Gasleiding ontluchten Luchttoevoer en -afvoeropeningen evenals de rookgasaansluiting controleren Luchttoevoermembraan controleren CV-installatie gebruiksklaar maken Schakel de cv-ketel in op BC Rookgastest uitvoeren Servicemenu's op de bedieningseenheid RC35 oproepen en monitorgegevens weergeven Controleer de CO2 instelling bij vollast en stel deze in CO2-instelling bij deellast controleren en instellen, afsluitende controle en overname van de waarden in het inbedrijfnameprotocol De statusindicatie op de BC 10 veranderen in de statusindicatie cv-watertemperatuur Terugkeren van de rookgastest naar de bedrijfsmodus Meetwaarden opnemen Trek CO-gehalte Functiecontroles Controleer de ionisatiestroom (vlamstroom) Meet de gasaansluitdruk en de rustdruk Dichtheid bij werking controleren Manteldelen monteren Gebruiker informeren, technische documentatie overhandigen Inbedrijfstellingsprotocol CV-installatie buiten bedrijf stellen Neem de cv-installatie via de Basiscontroller uit bedrijf CV-installatie in noodsituatie buiten bedrijf stellen Procedure in geval van nood Milieubescherming/recyclage Inspectie en onderhoud CV-ketel voor de inspectie voorbereiden Algemene werkzaamheden Inwendige dichtheidstest Testvolume bepalen Dichtheidsproef uitvoeren Werkdruk van de cv-installatie controleren CO2-gehalte meten Logano plus GB (2014/08)

3 Inhoudsopgave 9.6 Graad van vervuiling van de brander en de warmtewisselaar bepalen Graad van vervuiling bepalen Brander en warmtewisselaar reinigen Brander demonteren Warmtewisselaar nat reinigen Brander reinigen Elektrodenpositie controleren en afstellen Gedemonteerde componenten monteren Dichtheid bij werking controleren Ionisatiestroom controleren Sluit de inspectie en het onderhoud af Manteldelen monteren Bevestig de inspectie en het onderhoud Inspectie- en onderhoudsprotocollen Storingen verhelpen Bedrijfstoestand herkennen en storingen resetten Noodmodus Bedrijfs- en storingsmeldingen Bedrijfsindicaties regeltoestel Storingsmeldingen regeltoestel Bedrijfsindicatie branderautomaat Bijlage Sensorkarakteristiek Temperatuursensor op de branderautomaat Debietweerstand aan cv-waterzijde Aansluitschema MC Aansluitschema branderautomaat Omrekening vol. % CO2 in vol. % O2 voor branderinstelling Index Logano plus GB (2014/08) 3

4 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsvoorschriften 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsvoorschriften 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwingen Signaalwoorden voor een waarschuwingsaanwijzing geven de soort en de ernst van de gevolgen aan, wanneer de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet gerespecteerd worden. OPMERKING betekent dat materiële schade kan ontstaan. VOORZICHTIG betekent, dat licht tot middelzwaar persoonlijk letsel kan ontstaan. WAARSCHUWING betekent dat zwaar lichamelijk letsel kan ontstaan. GEVAAR betekent dat er levensgevaarlijk lichamelijk letsel kan ontstaan. Belangrijke informatie Aanvullende symbolen Symbool Waarschuwingsaanwijzingen in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek met grijze achtergrond en een kader. Belangrijke informatie, zonder gevaar voor mens of materialen, wordt met het nevenstaande symbool gemarkeerd. Dit wordt gescheiden van de tekst door een lijn onder en boven de tekst. Betekenis Handelingsstap Kruisverwijzing naar andere plaatsen in het document of naar andere documenten Opsomming/lijstpositie Opsomming/lijstpositie (2e niveau) Tabel Veiligheidsvoorschriften Ontploffingsgevaar bij gasgeur Sluit de gaskraan ( pagina 33). Ramen en deuren openen. Bedien geen elektrische schakelaars, trek geen stekkers uit het stopcontact, telefoneer niet en gebruik de deurbel niet. Open vlammen doven. Niet roken. Geen aansteker gebruiken. Waarschuw de bewoners van buiten af, maar bel niet aan. Schakel het gasbedrijf en een erkend installateur in. Bij hoorbaar uitstromen onmiddellijk het gebouw verlaten. Toegang van derden voorkomen, informeer de politie en de brandweer van buiten het gebouw. Gevaar bij rookgaslucht De cv-installatie buiten bedrijf stellen ( pagina 33). Ramen en deuren openen. Informeer een erkend installateur. Gevaar door vergiftiging. Onvoldoende luchttoevoer kan ontsnappen van gevaarlijke rookgas tot gevolg hebben. Let erop, dat toe- en afvoerluchtopeningen niet zijn verkleind of afgesloten. Wanneer u het probleem niet meteen oplost, mag de cv-ketel niet in werking gesteld worden. Wijs de eigenaar van de installatie schriftelijk op de gebreken en het gevaar. Gevaar door explosie van ontvlambare gassen Werkzaamheden aan gasvoerende onderdelen alleen door een erkend installateur laten uitvoeren. Gevaar door elektrische stroom bij geopende cv-ketel Voordat de cv-ketel wordt geopend: cv-installatie met de verwarmingsnoodschakelaar spanningsloos schakelen of de cv-installatie via de bijbehorende huiszekering van het net loskoppelen. Het is niet voldoende, het regeltoestel uit te schakelen. Beveilig de cv-installatie tegen onbedoeld opnieuw inschakelen. Gevaar door explosieve en licht ontvlambare materialen. Licht ontvlambare materialen (papier, verdunningsmiddelen, verf, enz.) niet in de nabijheid van de cv-ketel gebruiken of opslaan. Gevaar door het niet respecteren van de eigen veiligheid in noodsituaties, bijv. bij een brand. Breng uzelf nooit in levensgevaar. De eigen veiligheid gaat vóór alles. Gevaar voor brandwonden CV-ketel voor inspectie en onderhoud laten afkoelen. In de cv-installatie kunnen temperaturen van meer dan 60 C optreden. Opstelling, ombouw: Voorzichtig schade aan de installatie Bij open bedrijf de be- en ontluchtingsopeningen in deuren, ramen en wanden niet sluiten of verkleinen. Bij inbouw van voegdichte ramen verbrandingsluchttoevoer waarborgen. Wanneer u het probleem niet meteen oplost, mag de cv-ketel niet in werking gesteld worden. De boiler uitsluitend gebruiken voor het opwarmen van tapwater. Overstortventielen nooit afsluiten. Tijdens het opwarmen kan water uit de veiligheidsklep van de boiler komen. Rookgasafvoerende delen niet wijzigen. Werkzaamheden aan de cv-ketel Installatie-, inbedrijfstellings-, inspectie- en eventuele reparatiewerkzaamheden alleen door een erkend installateur laten uitvoeren. Respecteer daarbij de voorschriften ( hoofdstuk 3, pagina 10). Houd tevens geldende handleidingen van installatiecomponenten, toebehoren en reserveonderdelen aan. Informatie aan de klant Informeer de klant over de werking en bediening van de cv-ketel. De eigenaar is verantwoordelijke voor de veiligheid en milieuvriendelijkheid van de cv-installatie. Wijs de gebruiker erop, dat hijzelf geen wijzigingen of reparaties mag uitvoeren. Onderhoud en reparatie mogen alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd. Er mogen alleen originele onderdelen worden gemonteerd. Andere combinaties, toebehoren en slijtende onderdelen alleen gebruiken, wanneer deze voor deze toepassing zijn bedoeld. 4 Logano plus GB (2014/08)

5 Productinformatie 2 2 Productinformatie 2.1 Over dit voorschrift Deze installatie- en onderhoudshandleiding bevat belangrijke informatie over de veilige en deskundige montage, inbedrijfstelling en onderhoud van de gascondensatieketel. Deze installatie- en onderhoudsinstructie is bedoeld voor de installateur, die op basis van zijn vakopleiding en ervaring kennis heeft van de omgang met cv-installaties en gasinstallaties. Voor de cv-ketel zijn de volgende documenten verkrijgbaar: Bedieningshandleiding Installatie- en onderhoudshandleiding Planningsdocument Reserve-onderdelen catalogus Logboek waterkwaliteit De bovengenoemde documenten zijn ook via Buderus op internet beschikbaar. Wanneer u voorstellen heeft ter verbetering van de bovengenoemde documenten of onjuistheden constateert, kunt u contact met ons opnemen. De adressen en het internetadres vindt u op de achterzijde van dit document. 2.2 EG-conformiteitsverklaring Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Europese richtlijnen evenals aan de bijkomende nationale vereisten. De conformiteit wordt aangetoond door het CE-kenmerk. U kunt de conformiteitsverklaring van het product opvragen. Gebruik daarvoor het adres op de achterzijde van deze handleiding. Respecteer de specificaties op de typeplaat van de cvketel. 2.3 Gebruik volgens de voorschriften De ketel mag uitsluitend volgens de voorschriften en met inachtneming van het installatie- en onderhoudsvoorschrift gebruikt worden. De cv-ketel uitsluitend voor het opwarmen van cv-water voor cv-systemen en/of indirecte verwarming van drinkwater bijvoorbeeld boiler gebruiken. Een andere toepassing is niet voorgeschreven. 2.4 Benaming van de cv-ketel De benaming van de ketel is uit de volgende delen samengesteld: Logano: GB Tabel 2 CV-ketel benaming Typenaam Condensatieketel op gas Maximale cv-vermogen in kw 2.5 Leveringsomvang De Logano plus GB312 wordt compleet met Basiscontroller Logamatic BC10 en het regeltoestel MC10 in twee verpakkingseenheden uitgeleverd. Controleer bij levering of de verpakking niet beschadigd is. Controleer de leveringsomvang op volledigheid. Sorteer en recycleer de verpakking op milieuvriendelijke wijze. Verpakkingseenheid Onderdeel Verpakking 1 (cv-ketel) CV-ketel gemonteerd 1 doos Instelbare stelpoten 1 folieverpakking Technische documenten 1 folieverpakking 2 (separaat) Regeltoestel MC10 (inclusief BC10) 1 doos Tabel 3 Leveringsomvang 2.6 Toebehoren Bij de cv-ketel zijn vele toebehoren verkrijgbaar. In de catalogus kunt u de exacte specificaties van de geschikte toebehoren vinden. De volgende toebehoren zijn in de filialen leverbaar: Inlaatcombinatie Rookgassysteem Bedieningseenheid, bijvoorbeeld RC35 Logano plus GB (2014/08) 5

6 2 Productinformatie 2.7 Productoverzicht De cv-ketel is een condensatieketel op gas met een aluminium warmtewisselaar. Afhankelijk van de softwareversie van de branderautomaat is de cv-ketel uitgerust met of zonder terugslagklep ( hoofdstuk 5.5.1, pagina 16) TT Afb. 1 Productoverzicht [1] Regeltoestel [2] gasbrander [3] voorwand ketel [4] Sifon [5] Ketelblok met isolatie [6] Ontstekingsautomaat [7] Gasblok [8] Ketelmantel [9] Terugslagklep ( hfdst , pagina 16) [10] Instelkaliber voor ontstekingselektroden (positie bij uitlevering; hfdst , pagina 40) De cv-ketel bestaat uit: Regeltoestel Ketelframe met mantel Ketelblok met isolatie gasbrander Het regeltoestel bewaakt en regelt alle elektrische componenten van de ketel. Het ketelblok draagt de door de brander opgewekte warmte over op het cv-water. De isolatie vermindert het energieverlies. 6 Logano plus GB (2014/08)

7 Productinformatie Afmetingen en aansluitingen T Afb. 2 Afmetingen en aansluitingen GB312 [1)] Wordt niet meegeleverd Aansluitingen AA = aansluiting rookgassen AKO = Uitgang condenswater AL = aansluiting leiding verbrandingslucht (enkel bij kamerluchtonafhankelijke GAS = Gasaansluiting werking) VK = CV-aanvoer ST = Aansluiting veiligheidsklep of veiligheidsgroep MAG = Aansluiting expansievat RK = CV-retour Tabel 4 Aansluitingen Ketelgrootte (vermogen in kw) Eenheid Aantal elementen Breedte B mm Maat X AA mm Maat X RK (= X AL = X Gas ) mm Maat F mm Maat A mm ØAA mm , , ,5 200 ± 0,5 200 ± 0,5 200 ± 0,5 Benodigde buitendiameter van de in te steken buis ØAA mm Minimaal benodigde insteekdiepte ØAA mm Maximale afschuiningshoogte op insteekuiteinde in asrichting Maat Y AA mm Maat Y MAG mm Maat Z AA mm AL (alleen gesloten systeem) Benodigde gemiddelde buitendiameter van de in te steken buis mm , , , , , ,4 Tabel 5 Afmetingen en aansluitdimensies Logano plus GB (2014/08) 7

8 2 Productinformatie Ketelgrootte (vermogen in kw) Eenheid mm Technische gegevens mm 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 Rp 2" (DN 50) AL (alleen gesloten systeem) Minimaal benodigde insteekdiepte AL (alleen gesloten systeem) Maximale afschuiningshoogte op insteekuiteinde in de asrichting Aansluiting VK en RK Rp 2" (DN 50) PN6-normflens (DN 65) PN6-normflens (DN 65) PN6-normflens (DN 65) PN6-normflens (DN 65) Aansluiting ST R 1" R 1" R 1¼ " R 1¼ " R 1¼ " R 1¼ " ØGAS R ¾ " R ¾ " R 1¼ " R 1¼ " R 1¼ " R 1¼ " Aansluiting condenswater ¾ " (DN20) Tabel 5 Afmetingen en aansluitdimensies ¾" (DN20) ¾" (DN20) ¾" (DN20) ¾" (DN20) Ketelgrootte (vermogen in kw) Eenheid Aantal elementen Nominale warmtevermogen [Pn 50/30] 1) Temperatuurregime 50/30 C Nominale warmtevermogen [Pn 80/60] 1) Temperatuurpaar 80/60 C Nominale warmtebelasting [Qn (Hi)] 1) Rookgas- en verbrandingsluchtsysteem Nominaal rookgasdebiet 50/30 C Nominaal rookgasdebiet 80/60 C Nominaal CO 2 -gehalte bij aardgas Nominale rookgastemperatuur Temperatuurregime 50/30 C Nominale rookgastemperatuur Temperatuurregime 80/60 C Trek ventilator (rookgas- en verbrandingsluchtsysteem) Te gebruiken temperatuurklasse Rookgasafvoerinstallatie conform EN 1443 Te gebruiken drukklasse Rookgasafvoerbuis conform EN 1443 Te gebruiken drukklasse Verbindingsstuk conform EN 1443 Te gebruiken condensaatbestendigheidsklasse Rookgasafvoerinstallatie conform EN 1443 Te gebruiken corrosieweerstandsklasse Rookgasafvoerinstallatie conform EN 1443 Te gebruiken roetbrandbestendigheidsklasse Rookgasafvoerinstallatie conform EN 1443 Maximaal toegestane rookgasretourstroom onder windcondities Tabel 6 Technische gegevens ¾" (DN20) volledige kw belasting Deellast kw ,2 87,2 volledige kw belasting Deellast kw ,2 67,6 79,2 volledige kw 86,5 115, belasting Deellast kw ,8 57,9 69,6 81,3 volledige g/s 40,0 53,7 71,7 89,3 107,4 125,4 belasting Deellast g/s 13,2 13,2 17,6 26,3 31,6 36,9 volledige g/s 40,0 53,7 71,7 89,3 107,4 125,4 belasting Deellast g/s 13,2 13,2 17,6 26,3 31,6 36,9 volledige Vol. % 9,1 9,1 9,1 9,1 9,1 9,1 belasting Deellast Vol. % 9,3 9,3 9,3 9,3 9,3 9,3 volledige C belasting Deellast C volledige C belasting Deellast C Pa min. T120 min. T120 min. T120 min. T120 min. T120 min. T120 H1, P1 H1, P1 H1, P1 H1, P1 H1, P1 H1, P1 H1, P1 met extra mechanische drukstootstabiliteit tot 5000 Pa w w w w w w min. 2 min. 2 min. 2 min. 2 min. 2 min. 2 G, O G, O G, O G, O G, O G, O % Logano plus GB (2014/08)

9 Productinformatie 2 Ketelgrootte (vermogen in kw) Eenheid Maximale toegestane temperatuur van de verbrandingslucht C GAS Ventilator G1G 170 G1G 170 G1G 170 G1G 170 G1G 170 G1G 170 Gasblok Honeywell Honeywell Honeywell Kromschröder Kromschröder Kromschröder mm 15,7 15,7 Geen mm 15,0 15,0 Geen mm 14,5 14,5 Geen VR 4615V VR 4615V VR 415VE CG 20 CG 25 CG 25 Diameter gassmoorklep aardgas E, H, Es (G20) 2), 14,2 13,6 12,6 Wobbe-index 14,9 kwh/m 3 3) gasklep aanwezig Aardgas LL (G25) 2) (Duitsland) 14,2 13,6 12,6 Wobbe-index 12,8 kwh/m 3 3) gasklep aanwezig Aardgas LL (G25) 2) (Duitsland) 14,2 13,6 12,6 Wobbe-index 11,7 kwh/m 3 3) gasklep aanwezig Aardgas L, Ei (G25) 2) (België, Frankrijk, Nederland), Wobbe-index 12,2 kwh/m 3 3) mm 14,8 14,8 Geen gasklep aanwezig 14,2 13,6 12,6 Model (conform DVGW-regelgeving) B 23, C 63 open en gesloten bedrijf Bouwwijze (België) B 23 open bedrijf Bouwwijze (Nederland) B 23, C 63 open en gesloten bedrijf CV-circuit Waterinhoud cv-ketel [V] 1) l Waterzijdig drukverlies mbar Zie diagram, pagina 55 Maximale aanvoertemperatuur C STB-beveiligingstemperatuur [T max ] 1) C Toegestane bedrijfsdruk [PMS] 1) bar Maximaal toelaatbaar debiet door de ketel 4) volledige K belasting Deellast K l/h Elektrische gegevens Beschermingsklasse IPX0D IPX0D IPX0D IPX0D IPX0D IPX0D NETAANSLUITING V/Hz 230/50 230/50 230/50 230/50 230/50 230/50 Opgenomen vermogen [P(el)] 1) volledige w belasting Deellast w Beveiliging tegen elektrische schokken Maximale verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Veiligheidsklasse 1 Maximaal toegestane zekering A Ketelafmetingen en gewicht Afmetingen Breedte x diepte x hoogte mm 859 x 563 x x 563 x x 563 x 1400 Gewicht kg Tabel 6 Technische gegevens 1) De specificaties [xxx] komen overeen met de gebruikte symbolen en formuletekens op de typeplaat 2) Nominale last bij opgegeven Wobbe-index. 3) Bovenste Wobbe-index voor 0, 1013 mbar: C 4) Moet via de installatiedimensionering worden gewaarborgd en komt overeen met een minmaal verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur van 8 K Logano plus GB (2014/08) 9

10 3 Voorschriften 2.10 Gasdebiet Aardgas E, H, Es (G20) Wobbe-index 14,9 kwh/m 3 1) Gasdebiet Aardgas LL (DE) Wobbe-index 12,8 kwh/m 3 1) Aardgas LL, L, Ei (G25) Wobbe-index 12,2 kwh/m 3 1) kw m 3 /h m 3 /h m 3 /h 90 9,2 9,8 10, ,3 13,2 14, ,4 17,6 19, ,4 21,9 23, ,6 26,3 28, ,7 30,7 33,4 Tabel 7 Gasdebiet (gerelateerd aan 15 C gastemperatuur en 1013 mbar luchtdruk) 1) Bovenste Wobbe-index voor 0, 1013 mbar: C 2.11 Specifieke gascategorieën en aansluitdrukken per land Nominale gasdruk Bij uitlevering van een ingestelde gasfamilie, gasgroep en referentiegas 1) Ingesteld op nominale gasdruk bij uitlevering in Ketelvermogen Gascategorie Land mbar mbar 2) DE 20 i 2ELL 2E, G i 2H 2H, G20 20 AT, BA, BG, BY, CH,CZ, DK, EE, ES, GB, GR, HR, IE, IT, KZ, LT, LU, LV, NO, PT, RO, RU, SE, SI, SK, UA FR 20/25 3) I 2Esi 2Es 3), G20 20 BE 20/25 I 2E(R) 2Es 3), G20 20 PL 20 i 2E 2E, G20 20 HU 25 i 2H 2H, G20 25 DE 4) 20 i 2ELL 2LL, G25 20 NL 25 i 2L 2L, G25 25 Tabel 8 Specifieke gascategorieën en aansluitdrukken per land 1) Ombouwsets voor de gassoort zijn als toebehoren leverbaar of afhankelijk van de bestelde uitvoering meegeleverd. 2) De gasleveranciersbedrijven moeten de minimale en maximale drukken (overeenkomstig de nationale voorschriften van de openbare gasvoorziening) garanderen. 3) Es en Ei zijn bereiken van de gasgroep E 4) De levering van de gasgroep LL voor DE volgt met een instelling voor een Wobbeindex voor 0, 1013 mbar van 12,8 kwh/m 3. Dit komt overeen met het gemiddelde van de standaard levering in toepassingsgebieden van de gasgroep LL en moet de inbedrijfstelling vergemakkelijken. C 3 Voorschriften De CV-ketel voldoet qua instructie en bedrijfsgedrag aan de volgende eisen: EN 677 EN 656, EN 483 EN 437 Richtlijn voor gasketels 2009/142/EG Richtlijn betreffende het rendement 92/42/EWG EMC-richtlijn 2004/108/EG Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG 3.1 Normen en richtlijnen Respecteer bij de installatie en het bedrijf de nationale normen en voorschriften, met in het bijzonder: de lokale bouwvoorschriften omtrent de opstellingsvoorwaarden, de lokale bouwbepalingen voor de toevoer- en afvoerluchtvoorziening alsmede de schoorsteenaansluiting, de bepalingen omtrent de elektrische aansluiting op de voeding, de technische regels van het gasbedrijf voor wat betreft de aansluiting van de gasbrander op het plaatselijke gasnet, de voorschriften en normen voor wat betreft de veiligheidstechnische uitrusting van de water-cv-installatie, Voor Zwitserland geldt bovendien: de ketels zijn conform de eisen van de "Luftreinheitsverordnung" (LRV, bijlage 4) en de richtlijnen voor brandpreventie van de VKF getest en door SVGW toegelaten. Houd bij de installatie de richtlijnen voor de bouw en het gebruik van gasstookplaatsen G3 d/f, de SVGW-richtlijn G1 en de kantonale brandpreventievoorschriften aan. Respecteer in Oostenrijk bij de installatie de richtlijn G 1 (ÖVGW TR- Gas) en de regionale bouwverordeningen. Aan de eisen voor wat betreft de veiligheidsmaatregelen voor kleine stookplaatsen (emissies) en de besparing van energie (rendement) conform art. 15a B-VG en de implementatie daarvan in nationale wetgeving (verordeningen) wordt voldaan. Respecteer voor België het volgende: Voorschriften van de Belgian Royal Decree van (maximale CO-gehalte bij 100% branderbelasting = 110 mg/kwh) en NOx < 70 mg/kwh (zie conformiteitverklaring) NBN D binnenleidingen voor aardgas en plaatsen van verbruikstoestellen - algemene bepalingen NBN B cv-sectoren en schoorstenen: cv-ketels met een nominaal vermogen van 70 kw of meer - voorschriften voor de opstellingsruimte, de luchttoevoer en de rookgasafvoer 3.2 Goedkeurings- en informatieplicht Let erop dat de installatie van een condensatieketel op gas bij de gasmaatschappij wordt aangegeven en goedgekeurd. Let erop, dat afhankelijk van de regio goedkeuringen voor de rookgasinstallatie en de condensaataansluiting op het openbare riool nodig zijn. Vooraleer de installatie aan te vatten, contact opnemen met de dienst voor waterlozing. Wanneer in bestaande installaties de ketel moet worden vervangen: Stem met het gasbedrijf af, dat de nominale gasdruk conform tab. 8 (nationale gascategorie en aansluitdrukken) wordt gerespecteerd. 10 Logano plus GB (2014/08)

11 CV-ketel transporteren Opstellingsruimte OPMERKING: Schade aan de installatie door vorst! Stel de cv-installatie op in een vorstvrije ruimte. GEVAAR: Brandgevaar door ontbrandbare materialen of vloeistoffen! Bewaar geen ontvlambare materialen of vloeistoffen in de onmiddellijke nabijheid van de ketel. OPMERKING: Schade aan de ketel door verontreinigde verbrandingslucht of verontreinigde lucht in de omgeving van de cv-ketel! CV-ketel nooit in een stoffige of chemisch agressieve omgeving toepassen. Dat kunnen bij spuiterijen, kapsalons en landbouwbedrijven (mest) zijn. CV-ketels nooit op plaatsen installeren, waar met trichlooretheen of hologeenwaterstoffen en met andere agressieve chemische middelen wordt gewerkt of die daar worden opgeslagen. Deze stoffen zijn bijv. aanwezig in spuitbussen, bepaalde lijmstoffen, oplosmiddelen of schoonmaakmiddelen. In dat geval altijd een gesloten bedrijf in een separate, hermetisch afgegrendelde opstellingsruimte kiezen, die is voorzien van verse luchttoevoer. 3.4 Aansluiting verbrandingslucht Wanneer de cv-ketel open wordt gebruikt, moet de opstellingsruimte van de benodigde verbrandingsluchtopeningen worden voorzien. Geen objecten voor deze openingen plaatsen. Voor het open bedrijf: Verbrandingsluchtopening conform tabel 9 uitvoeren. 1) Ketelvermogen Min. Ø verbrandingsluchtopeningen 90/ cm cm cm cm cm 2 Tabel 9 Verbrandingsluchtopeningen Voor het gesloten systeem geldt: De opstellingsruimte moet voor de ruimteventilatie een naar de buitenatmosfeer open ventilatieopening hebben van minimaal 150 cm2 of ventilatieopeningen van minimaal 2x75 cm 2 of leidingen naar buiten toe met stromingstechnisch equivalente doorsneden. 1) Geen objecten voor de verbrandingsluchtopeningen plaatsen. Houd de verbrandingsluchtopeningen altijd vrij. Bereken de afmetingen van de toevoerluchtleiding conform de geldende voorschriften. 3.5 Kwaliteit van het cv-water Let op de waterkwaliteit omdat er geen puur water voor de warmte-overdracht bestaat. Een slechte waterkwaliteit leidt in cv-installaties tot beschadigingen door ketelsteenvorming en corrosie. De kwaliteit van het water speelt een belangrijke rol voor het verhogen van het rendement, de werkingszekerheid, de levensduur en de functionaliteit van een cv-installatie. Respecteer de eisen uit het meegeleverde "Logboek waterkwaliteit". De garantie voor de cv-ketel geldt alleen in combinatie met het respecteren van de eisen aan de waterkwaliteit en een bijgehouden logboek. 3.6 Kwaliteit van de leidingen Bij gebruik van kunststof leidingen in de installatie, bijvoorbeeld voor vloerverwarmingen, moeten deze leidingen zuurstofdicht zijn conform DIN 4726/4729. Wanneer de kunststofleidingen niet aan deze normen voldoen, moet een systeemscheiding via een warmtewisselaar worden uitgevoerd. OPMERKING: Schade aan de ketel door corrosie! Gebruik de cv-ketel niet als natuurlijke circulatie cv of als open cv-installatie. 3.7 Vorstbeveiliging OPMERKING: Schade aan de installatie door bevriezen! Wanneer bij gebruik van een kamerthermostaat een leiding kan bevriezen (bijvoorbeeld een radiator in de garage), de pompnadraaitijd instellen op 24 uur. 3.8 Gereedschap, materialen en hulpmiddelen Voor de montage en het onderhoud van de cv-ketel zijn de standaard gereedschappen nodig op het gebied van de cv-bouw en de gas- en waterinstallatie. Bovendien is het volgende nuttig: 2 pijpen (ca. R 1¼, ca. 2 m lang) voor het dragen of 5 pijpen (ca. R 1¼, 0,7 m lang) als onderleggers voor het rollen van de cv-ketel. 3.9 Geldigheid van de voorschriften Gewijzigde voorschriften of aanvullingen zijn ook op het tijdstip van de installatie geldig en moeten worden nageleefd. 4 CV-ketel transporteren In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de cv-ketel veilig vervoerd kan worden. OPMERKING: Schade aan de ketel door stoten! De leveringsomvang van de cv-ketel bevat onderdelen die beschadigd kunnen worden wanneer ze vallen. Bescherm alle onderdelen tijdens het transport tegen schokken. Respecteer de transportkenmerken op de verpakkingen. OPMERKING: Schade aan de ketel door vervuiling! Wanneer de cv-ketel na het uitpakken nog niet in bedrijf wordt genomen: Aansluitingen van de cv-ketel tegen vervuiling beschermen, door alle kappen op de aansluitingen te laten zitten. 1) Bovendien moeten de nationale en lokale voorschriften worden gerespecteerd. Logano plus GB (2014/08) 11

12 4 CV-ketel transporteren 4.1 CV-ketel optillen en dragen Wanneer de voorwand en de zijwanden worden gedemonteerd, kan de cv-ketel met behulp van 2 pijpen (R 1¼, ca. 2 m lang) naar de opstellingsplaats worden gedragen. Til de cv-ketel van de pallet Om de cv-ketel van de pallet [2] te tillen, moeten de beide borgschroeven [1] onder aan de cv-ketel worden uitgeschroefd. Demonteer de voorwand en de zijwanden Draai de borgschroef [3] van de voorwand boven in het midden van de cv-ketel uit. Til de voorwand [1] iets op en neem deze naar voren toe weg. Draai de borgschroeven [3] in de zijwanden aan de voor- en achterkant van de cv-ketel uit. Til de zijwanden [2] iets op en neem deze weg. Afb. 4 Til de cv-ketel van de pallet [1] Borgschroeven [2] Pallet De cv-ketel met behulp van de buizen verplaatsen WAARSCHUWING: Gevaar voor lichamelijk letsel door verkeerd tillen en dragen! Til en draag de cv-ketel met minimaal 4 personen. Hef en draag de cv-ketel alleen aan de voorziene handgrepen. Hef en draag de cv-ketel alleen aan de voorziene handgrepen. Borg de cv-ketel tegen wegglijden. Afb. 3 Demonteer de voorwand en de zijwanden [1] Voorwand [2] Zijwand [3] Borgschroeven Buizen door de gaten op de kopse kant van de cv-ketel schuiven. Borg de pijpen tegen wegglijden op de in afb. 5 getoonde posities [1], bijvoorbeeld met plakband. cv-ketel naar de opstellingsruimte dragen. Afb. 5 De cv-ketel met behulp van de buizen verplaatsen [1] Posities voor het beveiligen tegen wegglijden van de cv-ketel [2] Buis 12 Logano plus GB (2014/08)

13 Installatie CV-ketel op rollen transporteren Als de weg naar de opstellingsruimte vlak is, kan de cv-ketel ook gerold worden. Daarvoor moet er gebruik gemaakt worden van ten minste 5 buizen van ca. 700 mm lengte (diameter R 1¼ ) als basis voor het rollen. Buizen van ca. 400 mm onderlinge afstand op de vloer leggen. De cv-ketel op de buizen tillen en voorzichtig naar de opstellingsruimte transporteren. Er kunnen standaard transportrollen worden gebruikt. Let op een gelijkmatige lastverdeling over de dragende delen zodat de bodemplaat niet wordt ingedrukt. OPMERKING: Schade aan de ketel door verontreinigde verbrandingslucht! Geen chloorhoudende reinigingsmiddelen en halogeenkoolwaterstoffen (bijv. in spuitbussen, oplos- en reinigingsmiddelen, verf, lijm) gebruiken. Bewaar of gebruik deze stoffen niet in de opstellingsruimte. Voorkom optreden van veel stof (bouwstof). OPMERKING: Schade aan de ketel door oververhitting! Niet toegestane omgevingstemperaturen kunnen beschadiging van de cv-installatie tot gevolg hebben. Omgevingstemperaturen boven 0 C en onder 35 C waarborgen. Gebruik in een gevoelige toestelomgeving (bijvoorbeeld woningbouw) de geluidisolerende maatregelen van de leverancier. 5.2 Afstanden tot de wand Stel de cv-ketel op met de aanbevolen wandafstanden. Bij niet respecteren van de minimale afstanden is de cv-ketel slechts moeilijk toegankelijk. Het opstelvlak of de fundering moet vlak en horizontaal zijn. Houd rekening met eventueel extra benodigde afstanden tot de wanden voor andere componenten zoals bijvoorbeeld boiler, leidingverbindingen, rookgasgeluiddemper of andere onderdelen aan de rookgaszijde, enzovoort. Afb. 6 ~700 cv-ketel op rollen transporteren (maten in mm) 5 Installatie ~400 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de cv-ketel dient te installeren. Dit omvat: Opstelling Rookgasaansluiting Hydraulische aansluiting Brandstofaansluiting Maat Wandafstand [mm] minimaal Aanbevolen A B C D Tabel 10 Aanbevolen en minimale wandafstand (maten in mm). 5.1 Eisen voor de opstellingsruimte OPMERKING: Schade aan de installatie door vorst! Stel de cv-installatie op in een vorstvrije ruimte. GEVAAR: Gevaar door explosieve en licht ontvlambare materialen! Gebruik of bewaar licht ontvlambare materialen (papier, gordijnen, kleding, verf enz.) niet in de buurt van de cv-ketel. Afb. 7 Afstanden tot de wand in de opstellingsruimte (ketel links of rechts geplaatst) Logano plus GB (2014/08) 13

14 5 Installatie 5.3 CV-ketel Uitlijnen De cv-ketel moet horizontaal zijn uitgelijnd zodat lucht zich niet in de cvketel kan verzamelen en het condensaat ongehinderd uit de condensbak kan wegstromen. OPMERKING: Schade aan de ketel door onvoldoende draagkracht van het opstellingsvlak of door niet geschikte ondergrond. Waarborg, dat het opstellingsoppervlak voldoende draagkracht heeft. CV-ketel in de uiteindelijke positie brengen. Lijn de cv-ketel met behulp van de stelpoten [1] en een waterpas [2] horizontaal uit. De windbeschermingsinrichtingen van de verbrandingsluchttoevoer en de rookgasafvoer mogen niet op tegenover elkaar liggende wanden van het gebouw worden aangebracht. De ketel mag niet op een gecombineerde rookgasafvoerinstallatie met verbrandingsmotorinstallaties (bijvoorbeeld WKK) worden aangesloten. GEVAAR: Levensgevaar door uittredende rookgassen in de opstellingsruimte! Afdichtingen die zich in de rookgasaansluitingen bevinden, moeten onbeschadigd en correct geplaatst zijn. Steek de toestelaansluitbocht of -stuk (accessoire) op de rookgasafvoeraansluiting. Voer de rookgasaansluiting uit volgens de specifieke nationale eisen. Voor de montage van de ketelaansluitbochten of -stukken op de mof van de condensbak moet Centrocerin (toebehoren) als glijmiddel worden gebruikt. OPMERKING: Beschadiging van de afdichtingen door randen met bramen aan de insteekuiteinden van de buisdelen! Waarborg dat er geen bramen op de insteekuiteinden aanwezig zijn. Eventueel lokaal afschuinen conform de instructies van de leverancier. Afb. 8 Ketel uitlijnen [1] Instelbare stelpoten [2] Waterpas 5.4 Rookgas- en luchttoevoeraansluiting Aansluiten rookgasafvoerleiding De rookgasafvoerinstallatie moet in drukklasse (EN 1443) H1 of in drukklasse (EN 1443) P1 met extra mechanische drukstootstabiliteit tot 5000 Pa worden uitgevoerd. Klasse Lekhoeveelheid Nominale druk bedrijfswijze I*s -1 *m -2 [Pa] P1 0, Over-/onderdruk 1)2) H1 0, Over-/onderdruk 3) Tabel 11 Drukklassen van de rookgasafvoerinstallatie 1) Overdruk tot maximaal 200 Pa 2) Toepassing alleen met extra mechanische drukstootstabiliteit tot 5000 Pa in verbindingsstuk 3) Overdruk tot maximaal 5000 Pa Let op bij de installatie van de rookgasafvoer: Nationale voorschriften. Installatiehandleidingen van de rookgastoebehoren respecteren. De diameter van de rookgasleiding moet overeenkomen met de berekening volgens de geldende voorschriften. De rookgasweg zo kort mogelijk kiezen. De rookgasleidingen moeten stijgend geplaatst worden. Het in de rookgasafvoerbuis optredende condenswater moet voor de cv-ketel worden afgevoerd. Een condensafvoer in het toestel is niet toegestaan. Afb. 9 Rookgasaansluiting monteren [1] Ketelaansluitbocht (toebehoren) [2] Aansluitstuk (accessoire) T Voor het afvoeren van het condens voor de cv-ketel is de ketelaansluitbocht respectievelijk het aansluitstuk leverbaar in een uitvoering met condenswaterafvoer als accessoire. Wanneer de ketelaansluitbocht of het aansluitstuk uit de toebehoren niet wordt gebruikt, moet voldoende dimensionering van de condensaatafvoerleiding worden gewaarborgd (minimaal DN20). 14 Logano plus GB (2014/08)

15 Installatie Aansluiting voor luchttoevoer maken (werking onafhankelijk van de omgevingslucht) De verbrandingslucht wordt naar de cv-ketel gevoerd door een aansluiting in de buitenwand, door een schacht of door een gescheiden leiding in de schacht. Bereken de afmetingen van de toevoerluchtleiding conform de geldende voorschriften. Voor de kamerluchtonafhankelijke werking is de vereiste aansluitbocht voor luchttoevoer RLU verkrijgbaar als toebehoren. Neem de zijwand weg indien dit nog niet is gebeurd. Schroef de afdekking van de achterwand. Monteer de aansluiting van de aanvoerluchtaansluitbocht RLU rechts of links om problemen bij de montage van de gasaansluiting te vermijden. 5.5 Hydraulische aansluitingen uitvoeren OPMERKING: Schade aan de installatie door lekkende aansluitingen! Aansluitleidingen spanningsvrij op de aansluitingen van de cv-ketel installeren. Gebruik een nieuwe dichting, wanneer koppelingen weer werden losgemaakt. Trek de flenzen in de cv-aanvoer en cv-retour pas na de montage van de aansluitingen vast aan. Controleer de dichtingen en aansluitingen op de cvketel voor de montage van de leidingverbinding op eventuele beschadiging. Steek de aansluitbocht voor luchttoevoer RLU door de rugwand in de steun voor luchtaanzuig. Isoleer het aanvoerluchtsysteem om ontstaan van condens in het aanvoerluchtsysteem te voorkomen. Verbind de aansluiting voor luchttoevoer conform de plaatselijke vereisten met de aansluitbocht voor luchttoevoer RLU met een standaardsysteem voor luchttoevoer. Installatiehandleidingen van het standaard luchttoevoersysteem aanhouden. OPMERKING: Beschadiging van de afdichtingen door randen met bramen aan de insteekuiteinden van de buisdelen! Waarborg dat er geen bramen op de insteekuiteinden aanwezig zijn. Eventueel lokaal afschuinen conform de instructies van de leverancier. De windbeschermingsinrichtingen van de verbrandingsluchttoevoer en de rookgasafvoer mogen niet op tegenover elkaar liggende wanden van het gebouw worden aangebracht. Afb. 11 [RK] Retour [VK] Aanvoer CV-aanvoer (VK) ketelvermogen CV-retour (RK) kw DN 50 Rp kw DN 65 PN6-normflens EN1092 Tabel 12 Dimensies van de waterzijdige aansluitingen Afb. 10 De aansluiting voor luchttoevoer uitvoeren [1] Schroef [2] Afdekking [3] Aansluitbocht voor luchttoevoer RLU (toebehoren) [4] Verbreding (toebehoren) We raden u aan om op de montageplaats een vuilfilter (toebehoren) te installeren in de retourleiding, om verontreinigingen aan de waterzijde te vermijden. Logano plus GB (2014/08) 15

16 5 Installatie CV-aanvoerleiding aansluiten Afhankelijk van de softwareversie van de branderautomaat is de cv-ketel uitgerust met of zonder terugslagklep. Terugslagklep meegeleverd: Terugslagklep [4] in de aanvoer inbouwen. Schroef de tegenflens [3] van de aanvoer VK af. Breng de tegenflens op de aanvoer (lokaal) aan ( tab. 12, pagina 15). OPMERKING: Schade aan de installatie door een verkeerd of niet gemonteerde terugslagklep! Monteer de terugslagklep in de stromingsrichting, weg van de verwarmingsketel (letten op pijl op terugslagklep, tegen de pijlrichting in blokkeert de terugslagklep). Plaats de dichting [8] tussen de tegenflens [3] en de terugslagklep [4]. Plaats de dichting tussen de flens aan de cv-ketel en de terugslagklep. Zet de flensverbinding telkens met vier bouten [1] en moeren [7] (met vulringen) handvast. Lijn de terugslagklep met de montagehulp [5] op het midden uit en draai de bouten stevig vast. Installaties met meer ketels of cascades Bouw een terugslagklep [4] in bij installaties met meerdere toestellen om afkoelverliezen en storingen te voorkomen (onafhankelijk van de softwareversie van de branderautomaat). Bij gebruik van de toestelaccessoires voor het aansluiten van cascades is de terugslagklep in het accessoirepakket opgenomen. Gebruik bij het uitvoeren van bouwzijdige installaties met meerdere toestellen of cascades de volgende terugslagkleppen: voor cv-ketel 90/120 kw: bestelnr terugslagklep DN50-PN6-Oventrop verp voor cv-ketel kw: art.nr terugslagklep DN65-PN6-Oventrop verp CV-retour aansluiten Schroef de tegenflens [3] van de retourleiding RK. Breng de tegenflens op de retourleiding (op de montageplaats) aan ( tab. 12, pagina 15). Plaats de afdichting [8] tussen de flens op de cv-ketel en de tegenflens. Zet de flensverbinding telkens met vier bouten [1] en moeren [7] (met onderlegringen) vast. Terugslagklep niet meegeleverd. Bij installaties met 1 ketel is geen terugslagklep nodig. De software van de branderautomaat herkent een verkeerde doorstroming. Er volgt een storingsuitschakeling. Afb. 13 Retour monteren [1] Schroef (4 x) [2] Vulring (4 x) [3] Tegenflens [6] Flens aan de retour van de ketel [7] Moeren met vulringen (4 x) [8] Dichting Tapwaterboiler installeren Op de aansluitingen VK en RK kunt u ook een boiler installeren. De vereiste externe boilerlaadpomp kan door het regeltoestel gestuurd worden. Afb. 12 Monteer de aanvoer [1] Schroef (4 x) [2] Vulring (4 x) [3] tegenflens [4] Terugslagklep [5] montagehulp [6] Flens op de aanvoer van de cv-ketel [7] Moeren met vulringen (4 x) [8] Dichting (2 x) 16 Logano plus GB (2014/08)

17 Installatie Veiligheidsklep en automatische ontluchter of veiligheidsgroep (lokaal) monteren OPMERKING: Schade aan de installatie door verkeerde montage! Veiligheidsklep en automatische ontluchter of veiligheidsgroep op veiligheidsaansluiting op de aanvoer monteren. Installeer bouwzijdig een afblaasleiding op het overstortventiel. De volgende automatische ontluchters kunnen in combinatie met het overstortventiel worden gebruikt: Automatische ontluchter met afsluiting Ontluchter Taco-Hy-Vent Houd de installatiehandleidingen van de accessoires aan. Vervang de afdichtring [8] door de aansluiting [4] wanneer voor de condenswaterafvoer uit de rookgasinstallatie voor de cv-ketel de interne sifon wordt gebruikt. Monteer de sifon [3] Afb. 14 Overstortventiel monteren [1] Veiligheidsklep en automatische ontluchter (aansluiting ter plekke; benodige toebehoren) [2] Veiligheidsgroep (noodzakelijke toebehoren) [3] Veiligheidsaansluiting R 1" (bij 90 tot 120 kw) R 1¼ " (bij 160 tot 280 kw) Installeer de condensafvoer GEVAAR: Levensgevaar door rookgassen! Wanneer de sifon niet met water is gevuld, kan levensgevaar ontstaan door uitstromende rookgassen. Siphon met water vullen. Let erop, dat de sifon- en rookgasaansluiting zijn afgedicht. Let erop, dat de afdichtring met de dichting zich in de kap bevindt. Demonteer de sifon [3]. Schroef de kap [9] af en vul de sifon met ca. 2 liter water. GEVAAR: Levensgevaar door rookgassen! Wordt de sifon in de ketel niet gebruikt, voer dan het condenswater uit de rookgasinstallatie af via een aparte sifon T Afb. 15 Condenswaterslang installeren [1] Condensbak [2] neutralisatie-eenheid (toebehoren) [3] Sifon [4] Aansluiting op de sifon voor de condensafvoer van ketelaansluitbocht of aansluitstuk [5] Dichting [6] Aftakking van de sifon naar het neutralisatiesysteem en afvoerwater [7] Beluchtingsopening van de sifon [8] afdichtingschijf [9] kapje Condensuitloop door de beluchtingsopening op de sifon [7] mogelijk! Installeer de condensafvoer van de sifon onder afschot. Respecteren bij de afvoer van het condenswater. Blokkeren of veranderen van de condensafvoeropening is niet toegestaan. Voer optredend condenswater af conform de voorschriften. Voer het condenswater in het openbaar riool af conform de nationale voorschriften. Respecteer de regionale bepalingen. Monteer de kap [9] met afdichtring [8] en dichting [5]. Logano plus GB (2014/08) 17

18 5 Installatie T Afb. 16 Installeer de condensafvoer [1] Sifon [2] Uitloop van de sifon naar de neutralisatie-unit of de rioleringsleiding [3] Aansluiting op de sifon voor de condensafvoer van ketelaansluitbocht of aansluitstuk [4] Slang [5] Condensafvoer (rookgastoebehoren) VOORZICHTIG: Schade aan de ketel door condenswaterstroom in de ketel! Het in de rookgasafvoerbuis optredende condenswater moet voor de cv-ketel worden afgevoerd. Sluit op de cv-ketel de ketelaansluitbocht (rookgastoebehoren), het aansluitstuk (rookgastoebehoren) of een bouwzijdig aansluitstuk met condenswaterafvoer aan. Monteer de slang aan de ketelaansluitbocht (rookgastoebehoren). Monteer de slang aan de sifon. Let op het afschot naar de sifon, kort eventueel de slang in. Als toebehoren is een neutralisatie-unit leverbaar. Voor de ketelgrootten 160 kw tot 280 kw kan deze onder de ketelmantel worden gemonteerd. Installeer en onderhoud het neutralisatiesysteem (toebehoren) conform het meegeleverde installatievoorschrift Monteer de aansluiting voor het expansievat Neem voor het beveiligen van een afzonderlijke ketel een expansievat (toebehoren) op in de retourleiding conform EN Breng hiervoor bouwzijdig een T-stuk en een dubbele nippel aan ( afb. 17, [2] en [1], pagina 18) op de retour. Demonteer de aftapkraan ( afb. 17, [3], pagina 18) op de retour. De dubbele nippel in plaats van de aftapkraan afdichten en vastschroeven op de montageplaats. T-stuk (op de montageplaats) afdichten en met de opening naar de achterwand op de dubbele nippel schroeven. Schroef de aftapkraan op het T-stuk. Installeer de leiding naar het expansievat bouwzijdig door de aansluiting in de achterwand. 2 Afb. 17 Expansievat aansluiten [1] dubbele nippel [2] T-stuk [3] Aftapkraan [4] Uitsparing voor de aansluiting van het expansievat (in de achterwand) Installeer het expansievat voor drukbehoud in de installatie in de retour voor de pomp. Montagehandleiding expansievat respecteren. 5.6 CV-installatie vullen en dichtheid controleren Controleer voor de inbedrijfstelling de cv-installatie op dichtheid, zodat er geen lekkages optreden tijdens bedrijf. Open voor het vullen alle cv-circuits en thermostaatkranen om een goede ontluchting te waarborgen. OPMERKING: Schade aan de installatie door ketelsteen! Let op de waterkwaliteit overeenkomstig het "logboek waterkwaliteit" en vul de hoeveelheid en de kwaliteit van het vulwater in. OPMERKING: Schade aan de installatie door overdruk bij de dichtheidstest! Druk-, regel- of veiligheidsinrichtingen kunnen bij grote druk worden beschadigd. Pers de cv-installatie na het vullen af met de druk, die overeenkomt met de openingsdruk van het overstortventiel. OPMERKING: Schade aan de installatie! Wanneer u de cv-installatie in warme toestand vult, kunnen temperatuurspanningen spanningsscheurtjes veroorzaken. De ketel gaat lekken. Vul de cv-installatie enkel in koude toestand (de aanvoertemperatuur mag maximaal 40 C bedragen). Vul de cv-installatie tijdens het bedrijf niet via de vul- en aftapkraan van de ketel, maar uitsluitend via de vulkraan van het leidingensysteem (retour) van de installatie. 18 Logano plus GB (2014/08)

19 Installatie 5 VOORZICHTIG: Gevaar voor de gezondheid door verontreiniging van het drinkwater! De nationale voorschriften en normen ter voorkoming van verontreiniging van het drinkwater respecteren. Voor Europa de EN 1717 respecteren. Open de kap op de automatische ontluchter. Sluit de slang aan op de waterkraan. Steek de met water gevulde slang op de slangpilaar van de vul- en aftapkraan en zet deze vast met een slangklem. Vul- en aftapkraan openen. CV-installatie langzaam vullen. Let daarbij op de drukmeter (manometer) T Afb. 18 Manometer voor gesloten installaties [1] rode wijzer [2] Manometerwijzer [3] groene markering Sluit de waterkraan en vul- en aftapkraan, wanneer de testdruk is bereikt. 2 3 Wanneer de cv-installatie is getest op dichtheid en er geen lekken zijn, correcte bedrijfsdruk instellen. 5.7 Brandstoftoevoer tot stand brengen GEVAAR: Levensgevaar door explosie van brandbare gassen! Alleen erkende installateurs mogen werkzaamheden aan gastransporterende onderdelen uitvoeren. Respecteer bij de gasaansluiting de lokale voorschriften. Dicht de gasaansluitingen af met een toegestaan afdichtingsmiddel. WAARSCHUWING: Schade aan de installatie door vervuiling in de gasleiding! Beïnvloeding van het ventieltestsysteem (VPS) door vervuiling in de gasleiding. Bouw voor ketels met geïntegreerd testsysteem (200 tot 280 kw) een gasfilter in met een porie 50 μm (bijvoorbeeld DIN 3386) overeenkomstig de lokale voorschriften in de nabijheid van de ketel in de gasleiding. Het drukverlies van het gasfilter mag maximaal 70 Pa (0,7 mbar) niet overschrijden, zodat nog voldoende reserve voor de resterende gasleiding ter beschikking staat, om aan de plaatselijke voorschriften te voldoen (maximale drukverlies van de gasleiding 300 Pa = 3 mbar conform TRGI 2008). Gekeurde gaskraan in de gasleiding installeren. Borg de gasleiding in de cv-ketel daarbij tegen verdraaien. Bouw conform de lokale voorschriften moet een thermische afsluitinrichting (TAE) in. Bovendien adviseren wij de inbouw van een gasfilter en compensator in de gasleiding overeenkomstig de plaatselijke voorschriften. Sluit de compensator (aanbevolen) op de gaskraan aan. Sluit de gasleiding spanningloos op de gasaansluiting of de compensator aan. Bevestig de gasleiding plaatselijk zodanig met beugels, dat de gasaansluiting niet wordt belast. Sluit de gaskraan. 5.8 Aansluiten elektriciteit De cv-ketel is pas met geïnstalleerd regeltoestel volledig functioneel. Respecteer bij het aansluiten van elektrische componenten het aansluitschema en de handleidingen van de betreffende producten. Afb. 19 Vul- en aftapkraan in de retour [1] Vul- en aftapkraan Dichtheidstest overeenkomstig de lokale voorschriften uitvoeren. Controleer de aansluitingen en de leidingen op dichtheid. Ontlucht de cv-installatie met behulp van de ontluchtingsventielen op de radiatoren. Als de proefdruk daalt door het ontluchten, moet er water bijgevuld worden. Trek de slang van de vul- en aftapkraan af. Zorg ervoor, dat er een genormeerde scheidingsinstallatie (contactafstand > 3 mm) aanwezig is voor de afschakeling van de cv-ketel van het stroomnet over alle polen. Bouw een scheidingsinstallatie in, wanneer geen scheidingsinstallatie is geïnstalleerd. Logano plus GB (2014/08) 19