Uitgangspuntennotitie persoonsgebonden budget (pgb)

Transcriptie

1 (pgb) Inhoud Inleiding... 1 Historie... 1 Waarom pgb?... 2 Wettelijk kader... 2 Uitgangspunten Wie kunnen er van het pgb gebruik maken? Welke ondersteuning kan de budgethouder met een pgb inkopen en welke ondersteuning niet? Bij wie kan de budgethouder ondersteuning inkopen? Tarieven Kwaliteitseisen Tegengaan oneigenlijk gebruik en fraude Wat houdt het overgangsrecht in voor budgethouders die overkomen naar de gemeente?... 9 Inleiding De gemeente verstrekt momenteel persoonsgebonden budgetten (pgb s) aan Wmo-cliënten, namelijk voor huishoudelijke hulp en hulpmiddelen. Per 2015 komen daar de taken Begeleiding, Dagbesteding, Kortdurend Verblijf, Beschermd wonen en Jeugdzorg en Jeugdhulp bij. Ook bij deze nieuwe taken kunnen cliënten straks kiezen voor een pgb. Het pgb bestaat uit een geldbedrag waarmee mensen die in aanmerking komen voor zorg of ondersteuning, zelf de benodigde hulp kunnen inkopen. Het is bedoeld als alternatief voor een individuele (maatwerk) voorziening in natura. Een voorziening in natura is ondersteuning die rechtstreeks door een zorginstelling wordt geleverd, ook wel ZIN (zorg in natura) genoemd. Het kabinet heeft in de Jeugdwet en de Wmo opgenomen dat het persoonsgebonden budget (pgb) vanaf 2015 beschikbaar blijft voor cliënten. Deze notitie schetst de uitgangspunten van een gezamenlijk afwegingskader voor het pgb voor de jeugd en volwassenen (Jeugdwet en Wmo). In deze uitgangspuntennotitie leest u over de belangrijkste politieke besluiten die genomen moeten worden op het pgb-dossier. Historie Het pgb bestaat ongeveer 20 jaar. In de loop van de jaren is het aantal mensen met een pgb sterk gestegen, vooral bij de functie begeleiding en bij de jeugdigen. Hiermee is de financiële houdbaarheid van het pgb binnen de AWBZ onder druk komen te staan. Dit terwijl de hulp die de budgethouder met het pgb inkoopt, vaak goedkoper is dan zorg in natura. Budgethouders geven ongeveer een kwart minder uit dan wanneer zij zorg in natura zouden gebruiken. Fraude en oneigenlijk gebruik spelen bij deze stijging een rol, evenals de aanzuigende werking van de pgb-regeling op mensen die geen beroep op zorg zouden doen als er alleen zorg in natura voorhanden zou zijn. De afgelopen jaren is op verschillende wijzen geprobeerd grip te krijgen op de pgb-uitgaven. In juli 2010 is er voor AWBZ-zorg een pgb-stop geweest, omdat toen het macro-plafond was bereikt en de keuze Gemeente Zeist 6 november 2014 pagina 1

2 door de staatsecretaris was gemaakt om dit niet op te plussen. Deze pgb-stop betekende dat er tot 1 januari 2011 geen nieuwe pgb-houders toegelaten werden. Een andere maatregel per 1 januari 2012, was dat een cliënt minimaal een indicatie van 10 uur zorg moest hebben om in aanmerking te komen voor een pgb. Voor bestaande budgethouders is deze regel uiteindelijk niet doorgevoerd. Ook bij het vormgeven van de nieuwe Wmo en Jeugdwet per 2015 is lang onduidelijkheid geweest of het pgb blijft bestaan. En wanneer deze toch blijft bestaan of gemeenten zelf mogen beslissen wanneer zij een pgb aanbieden ( kan-bepaling ) of dat het pgb onder strikte voorwaarden een recht blijft, zoals nu in de Jeugdwet en Wmo per 2015 is opgenomen. De afgelopen periode ging gepaard met veel onduidelijkheid en onzekerheid voor pgb-houders en hun hulpen. Inmiddels is een koers richting een solide pgb-regeling ingezet. Ontwikkelingen die effectief bleken binnen de AWBZ zijn: Een persoonlijk Pgb-plan; Materiële controles; Het afleggen van huisbezoeken. De wijzigingen in de Wmo en de Jeugdwet zijn een volgende stap om de continuïteit van het pgb te kunnen garanderen. De regering wil de nadelen binnen de huidige situatie tegengaan, zonder de voordelen van het pgb teniet te doen. Dit kan door een lokale aanpak, waarbij gemeenten meer verantwoordelijkheid krijgen om het pgb-beleid af te stemmen op de lokale behoeften. Waarom pgb? Het pgb heeft zowel voor cliënten als voor de gemeente voordelen. Hieronder staan deze voordelen op een rijtje. Voordelen voor de cliënt Keuze voor een zorgverlener die bij je past Werkwijze en taken in overleg Flexibiliteit in inzet Hulp op de plaats waar het nodig is Hulp op de tijden dat het nodig is Zekerheid van een vaste hulpverlener Met een pgb is het mogelijk de zorg te laten draaien om het leven, in plaats van het leven om de zorg. Voordelen voor de gemeente Doelmatige inzet van hulp Vraaggestuurde inzet van hulp Scherpe prijs-kwaliteitverhouding Innovatief Arbeidsmarktalternatief (voor medewerkers van zorgorganisaties) Wettelijk kader De Jeugdwet en de Wmo bevatten een aantal kaders met betrekking tot het pgb. De kern hiervan is: Gemeente Zeist 6 november 2014 pagina 2

3 Als een cliënt (danwel zijn ouders in geval van een jeugdige) dit wenst, verstrekt het college een pgb die hem in staat stelt ondersteuning die tot de individuele voorziening (Jeugdwet) danwel maatwerkvoorziening (Wmo) behoort van derden te betrekken; Een pgb wordt verstrekt als: o een cliënt (danwel zijn ouders) naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde in staat is de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren; o een cliënt (danwel zijn ouders) zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de maatwerkvoorziening als pgb geleverd wenst te krijgen (Wmo 2015) danwel dat de voorziening die een gecontracteerde aanbieder levert niet passend is (Jeugdwet); o naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de ondersteuning van goede kwaliteit is en bijdraagt aan het beoogde resultaat; Bij verordening kan worden bepaald onder welke voorwaarden (wat betreft het tarief) de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, ondersteuning kan betrekken van een persoon die behoort tot zijn sociaal netwerk; Het pgb kan worden geweigerd voor zover de kosten van het betrekken van de ondersteuning via een pgb hoger zijn dan de kosten van de individuele voorziening/maatwerkvoorziening in natura. Een cliënt kan in dat geval eventueel zelf de aanvullende kosten bijleggen. Daarnaast staat in beide wetten aan welke kwaliteitseisen de ondersteuning moet voldoen (o.a. veilig, doeltreffend en cliëntgericht). Zowel in de Jeugdwet als de Wmo is een overgangsperiode van maximaal 1 jaar of 5 jaar voor beschermd wonen opgenomen voor cliënten die ondersteuning gebruiken die per 2015 overkomt naar de gemeente. Indien er sprake is van een op te leggen eigen bijdrage zal deze achteraf worden geïnd door het CAK. Op deze wijze is de anticumulatie geregeld, en betaalt een cliënt voor alle individuele (maatwerk) voorzieningen samen nooit meer dan haalbaar is op grond van zijn inkomen. Bij de huidige AWBZ-pgb houders wordt de eigen bijdrage nog vooraf op het pgb ingehouden. Verder is relevant dat landelijk per 2015 bij het pgb een model van trekkingsrechten wordt gehanteerd. Hierbij krijgen pgb-houders geen geld meer op de rekening. In plaats daarvan geven zij aan wie hen welke ondersteuning verleent. Nadat de ondersteuning is geleverd wordt tot uitbetaling aan de hulp overgegaan (tot een maximum van het pgb-bedrag). Voor de uitbetaling aan de hulp en enkele bijkomende zaken, worden gemeenten wettelijk verplicht de Sociale Verzekeringsbank (SVB) in te schakelen. De SVB zal ook de (arbeids)overeenkomsten die pgb-houders afsluiten toetsen op arbeidsrechtelijke aspecten. Uitgangspunten 1. Wie kunnen er van het pgb gebruik maken? Het pgb is in beginsel beschikbaar voor alle inwoners van de gemeente Zeist die in aanmerking komen voor ondersteuning op grond van de Jeugdwet en/of Wmo We willen dat inwoners die een pgb willen, een bewuste keuze maken en weten welke verantwoordelijkheden daarmee samenhangen. Wat Gemeente Zeist 6 november 2014 pagina 3

4 betreft het laatste gaat het niet alleen om het beheren van het budget maar ook om het aansturen van de hulp (regievoeren). De toekenning van een pgb is gebaseerd op de individuele situatie van iemand. Als een cliënt aangeeft dat hij een pgb wil, wordt bijvoorbeeld gekeken: Of de aanvrager deze verantwoordelijkheden kan dragen; Of hij zich georiënteerd heeft op het aanbod in natura; Of het voorstel van cliënt voor invulling van de ondersteuning aansluit op de resultaten die worden beoogd. In het geval de cliënt zelf niet beschikt over de benodigde vaardigheden om de regie te voeren over het pgb, kan in een aantal situaties toch een pgb worden verstrekt. Zo kan bijvoorbeeld iemand uit het netwerk of een wettelijk vertegenwoordiger in dat geval de regierol op zich nemen. Ook dan wordt op basis van de individuele situatie beoordeeld of een pgb toegekend kan worden (waarbij vergelijkbare afwegingscriteria gelden als bij beoordeling van een cliënt). Naast individuele personen kan ook een pgb-bureau de cliënt ondersteunen bij de regie over het pgb. We willen in dit soort situaties aanhaken bij het keurmerk voor pgb-bureaus, ook omdat één van de eisen bij dit keurmerk is dat het pgb-bureau zelf geen ondersteuning mag leveren. 2. Welke ondersteuning kan de budgethouder met een pgb inkopen en welke ondersteuning niet? De cliënt voor de meeste voorzieningen in het kader van de Jeugdwet en de meeste maatwerkvoorzieningen Wmo kiezen om deze in natura of via een pgb te ontvangen. Ondersteuning in de vorm van een pgb is niet mogelijk voor algemene, voorliggende voorzieningen die in de gemeente aanwezig zijn. Voor alle individuele voorzieningen uit de Jeugdwet waarbij geen sprake is van dwang, drang of spoed, kan gekozen worden voor een pgb. Denk bij dwang, drang of spoed aan Jeugdzorg Plus, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering en Spoedeisende hulp. Voor de volgende voorzieningen in het kader van de Wmo 2015 kan pgb worden ontvangen: Huishoudelijke hulp; Begeleiding en dagbesteding; Kortdurend verblijf; Roerende woonvoorzieningen (bijvoorbeeld drempelhulpen); Trapliften; Vervoermiddelen (bijvoorbeeld aangepaste fiets en scootmobiel); Rolstoelvoorzieningen. Bemiddelingskosten De gemeente Zeist geeft de pgb-houder de mogelijkheid om maximaal 250,- per jaar van het toegekende pgb te besteden aan bemiddelingskosten. In sommige gevallen is het namelijk mogelijk om via een bemiddelingsbureau (bijvoorbeeld Hulpstudent.nl) relatief goedkope hulp in te kopen, waarbij het bemiddelingsbureau ook enige kosten rekent. Deze bemiddelingskosten willen we dus tot op zekere hoogte toestaan om de cliënt meer keuzevrijheid te geven. Andere bijkomende kosten, zoals administratie en coördinatiekosten mogen niet uit het pgb worden betaald. Gemeente Zeist 6 november 2014 pagina 4

5 3. Bij wie kan de budgethouder ondersteuning inkopen? Een cliënt die met een pgb de ondersteuning zelf organiseert, kan deze ondersteuning afnemen bij een informele hulp (bijvoorbeeld een familielid of bekende), een zelfstandig werkende professionele hulp of een zorgaanbieder. Zorg van een gecontracteerde partij Als een cliënt overweegt om met een pgb zorg in te kopen bij een gecontracteerde aanbieder, dan kunnen de overwegingen van cliënt om de zorg zelf in te kopen bij de betreffende aanbieder in het gesprek met hem worden besproken. Daarbij kan tevens aangegeven worden dat dezelfde ondersteuning ook in natura beschikbaar is. De keuze ligt uiteindelijk bij de cliënt. Combinatie natura en pgb In het geval dat een cliënt meerdere producten en/of meerdere vormen van ondersteuning nodig heeft op meerdere resultaatgebieden, dan is het mogelijk om een deel van de producten/resultaatgebieden met informele hulp te organiseren en de overige benodigde ondersteuning in te kopen bij een aanbieder. Dit laatste kan zowel in natura als via een pgb. Cliënten kunnen ook zorg in natura en een pgb combineren, evenals formele en informele zorg. Mantelzorg Om het pgb ook voor de toekomst solide in te richten is het noodzakelijk om normen te stellen aan het uitbetalen van informele hulpen. Dit betekent enerzijds de kapitalisatie van mantelzorg inperken, maar ook de mogelijkheid van het uitbetalen van structureel zwaarbelaste mantelzorgers te behouden. Dit past in de gemeentelijke koers die is uitgezet, waarbij juist een groter beroep wordt gedaan op de eigen kracht en de zelfredzaamheid van cliënten en hun sociale netwerk, maar ook ondersteuning te bieden op maat waar nodig. In situaties waar het voor de mantelzorger lastig is om werk en zorgtaken te combineren zal samen met de cliënt en de mantelzorger gezocht worden naar een oplossing, bijvoorbeeld in de vorm van betaalde mantelzorg. Wij vinden het belangrijk dat zowel de cliënt als de mantelzorger een eigen leven heeft en zo mogelijk in een eigen inkomen voorziet. Wij weten ook dat dit niet altijd haalbaar is; levert de mantelzorger structureel een aanzienlijk aantal uren ondersteuning, dan kan de budgethouder ervoor kiezen om de mantelzorger hiervoor uit te betalen. 4. Tarieven Professionele hulp is duurder vanwege overheadkosten en overige kosten, zoals opleidingskosten. Door verschillende tarieven te hanteren, sluit de hoogte van het pgb goed aan bij de keuze van de cliënt. De cliënt is vrij om voor professionele of niet-professionele hulp te kiezen, zolang maar de hulp geboden wordt die de cliënt (volgens de indicatie) nodig heeft. Huishoudelijke hulp De percentages zijn afgeleid van de tarieven voor zorg in natura voor de betreffende soort zorg. hulp door een persoon uit het eigen netwerk 60% hulp door een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) of een schoonmaakbedrijf dat de 75% cao Schoonmaak hanteert hulp door een thuiszorgorganisatie die de cao VVT hanteert: 85% Gemeente Zeist 6 november 2014 pagina 5

6 Individuele begeleiding, groepsbegeleiding en kortdurend verblijf begeleiding/kortdurend verblijf door een persoon uit het eigen netwerk 50% begeleiding/kortdurend verblijf door een organisatie zonder AGB-code 1 met erkenning 75% Wmo begeleiding/kortdurend verblijf door een zelfstandige zonder personeel of beroepsmatige 75% kracht 2 begeleiding/kortdurend verblijf door een organisatie met AGB-code met erkenning Wmo 90% Jeugdhulp Jeugdhulp door een persoon uit het eigen netwerk geldt als maximaal tarief de door het Zorginstituut Nederland (CVZ) voor nieuwe budgethouders opgenomen maximumtarieven voor het inkopen van zorg bij niet-professionele zorgaanbieders. Jeugdhulp door een organisatie, door een zelfstandige zonder personeel of beroepsmatige kracht (tenzij aannemelijk is dat dit percentage niet toereikend is om de zorg in te kopen) Jeugdhulp door een organisatie die werkt volgens gangbare zorgvuldigheidsmaatstaven (zoals AGB kwaliteitsstandaarden) 75% 90% Onderbouwing van de percentages Het gaat bij het toekennen van pgb s voor diensten steeds om percentages van de kosten van de betreffende soort (en eventuele subsoort) van de diensten in natura. Bij het bepalen van de percentages voor pgb ten opzichte van zorg in natura is zowel gekeken naar de zorg in natura tarieven voor 2015 als naar het overzicht van tarieven bij een pgb in functies en klassen van Per Saldo uit Het percentage van 60% voor huishoudelijke hulp is afgeleid van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waaruit blijkt dat een tarief van 12,50 per uur toereikend is voor hulp die wordt geleverd door een naaste. Ons naturatarief is 21,50 per uur. 60% Daarvan is 12,90. Een passend tarief dus. Het percentage van 75% voor hulp door een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) of een schoonmaakbedrijf dat de cao Schoonmaak hanteert is de gulden middenweg. Deze zorg is duurder dan zorg door naasten maar, omdat een andere cao wordt toegepast, goedkoper dan zorg van een officiële thuiszorgorganisatie. Het percentage van 85% voor hulp door een thuiszorgorganisatie die de cao VVT hanteert, is gebaseerd op het toewijzingssysteem Stipter, dat voor zorg in natura wordt toegepast. Met dit systeem kunnen de zorgaanbieders kortingen bieden, tot 15%. Vaak worden deze korting van 15% daadwerkelijk geboden, waardoor er ook een tarief van 85% voor de zorg in natura overblijft. 1 AGB-code: Het AGB (voluit Algemeen Gegevens Beheer) is een uniek identificerende registratie van zorgaanbiedergegevens ter ondersteuning van de verschillende processen in de zorg, waaronder het elektronische declaratie- en communicatieverkeer tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar, zorginkoop en het 'gidsen' van verzekerden naar de juiste zorg. 2 De beroepsmatige kracht moet wel bij de beoordeling van de maatwerkvoorziening en inhuur zorgverlener gecontroleerd worden op de benodigde diploma s zoals maatschappelijk werk, verpleegkundige, psycholoog etc.. Daarnaast moet ook gecheckt worden bij de volgende beroepsgroepen: verpleegkundigen, artsen, gezondheidspsychologen, psychotherapeuten of zij in het bezit zijn van een geldige BIG registratie. Gemeente Zeist 6 november 2014 pagina 6

7 Het percentage van 50% voor begeleiding/kortdurend verblijf door een persoon uit het eigen netwerk is afgeleid van een uitspraak van Per Saldo, waarin gesteld wordt dat voor de begeleiding door een naaste een tarief van 20,- per uur passend is. Voor de goedkoopste vorm van begeleiding in natura is het uurtarief ca. 44,-. 50% Daarvan is 22,-. Een passend tarief dus. Het percentage van 75% voor begeleiding/kortdurend verblijf door een organisatie zonder AGB-code met erkenning Wmo begeleiding/kortdurend verblijf door een zelfstandige zonder personeel of beroepsmatige kracht is de gulden middenweg. De budgethouder is meer verzekerd van kwalitatieve resultaatgerichte zorg dan van een familielid of buurman. Dit mag ook in de beloning terugkomen. Deze zorg is duurder dan zorg door naasten maar goedkoper dan zorg van een organisatie met AGB-code. Voor organisaties met AGB-code met erkenning Wmo die begeleiding/kortdurend verblijf via pgb leveren wordt 90% van het basistarief toegepast. Reden hiervan is dat bij zorg via pgb lagere eisen worden gesteld aan de organisatie ten opzichte van bij zorg in natura. Denkt u hierbij aan voor Zorg in natura extra eisen op het gebied van kwaliteit, rechtmatigheidstoetsen, monitoring, facturatie systematiek, samenwerking aan 1 huishouden, 1 plan, een regisseur, etc.. Voor Jeugdhulp door een persoon uit het eigen netwerk geldt als maximaal tarief de door het Zorginstituut Nederland (CVZ) voor nieuwe budgethouders opgenomen maximumtarieven voor het inkopen van zorg bij niet-professionele zorgaanbieders. We sluiten hiervoor aan bij de huidige Regeling subsidies AWBZ. Sinds 2014 zijn door het CVZ voor nieuwe budgethouders maximumtarieven opgenomen voor het inkopen van zorg bij niet-professionele zorgaanbieders. Het gaat hierbij om de volgende tarieven: ten hoogste 20,- per uur, 20,- per dagdeel of indien het kortdurend verblijf betreft, 30,- per etmaal. Dat komt voor 2015 overeen met het advies wat Per Saldo geeft als richtprijs voor een pgb voor begeleiding door een privépersoon, namelijk 20,- per uur en per jaar maximaal modaal. Het tarief van 75% voor jeugdhulp door een organisatie, door een zelfstandige zonder personeel of beroepsmatige kracht, is gezien de huidige prijzen (2014) voor pgb gemiddeld 25% lager liggen dan de huidige prijzen voor zorg in natura en gezien de lagere overheadskosten ten opzichte van zorgorganisaties, een reëel tarief. De budgethouder is meer verzekerd van kwalitatieve resultaatgerichte zorg dan van een familielid of buurman. Dit mag ook in de beloning terugkomen. Deze zorg is duurder dan zorg door naasten maar goedkoper dan zorg van een organisatie met bijvoorbeeld AGB-code. Hier kan in uitzonderingsgevallen beargumenteerd van afgeweken worden tot maximaal 90% van het tarief voor zorg in natura. Dit uiteraard alleen als aannemelijk is dat het percentage van 75% niet toereikend is om de zorg in te kopen. En er geen alternatieven zijn. Voor jeugdhulp door een organisatie die werkt volgens gangbare zorgvuldigheidsmaatstaven (zoals AGB kwaliteitsstandaarden) geld een tarief van 90% van zorg in natura. Dit tarief is lager dan zorg in natura omdat aan deze organisaties minder hoge eisen worden gesteld in relatie tot organisaties die zijn gecontracteerd voor het leveren van zorg in natura. Apart tarief voor werkgevers niet nodig Wanneer er ondersteuning wordt gegeven tot en met maximaal 3 dagen per week, hoeft de budgethouder geen werkgeverslasten af te dragen. Vanaf 4 dagen per week (ongeacht het aantal uren per dag) moet dat wel. Wettelijk is bepaald dat het beheer van het pgb en afdracht van sociale lasten een taak is/wordt van de SVB. Gemeente Zeist 6 november 2014 pagina 7

8 Dit betekent in de praktijk dat bij maximaal 3 dagen ondersteuning het bruto salaris van de ondersteuner (nagenoeg) ook netto salaris is. Bij 4 dagen of meer ondersteuning houdt de ondersteuner er netto (veel) minder aan over. Dat is zuur en in praktijk betekent dit dat een cliënt vaak meerdere ondersteuners in dienst neemt om niet over die 3 dagen maximaal uit te komen. Dit is een praktische oplossing voor dit probleem die voor nagenoeg alle cliënten werkbaar zal zijn. Wij stellen daarom geen apart tarief in voor cliënten die werkgever zijn. In uitzonderlijke gevallen kan er voor cliënten die werkgevers zijn een maatwerkoplossing worden bewerkstelligd. Cursussen Het volgen van cursussen kan een mantelzorger uit het eigen netwerk van de cliënt helpen om de hulp of zorg beter en doelmatiger uit te oefenen. Overwogen is of dit ook uit het pgb gefinancierd zou moeten worden. Dit lijkt niet wenselijk, omdat het pgb zoveel mogelijk aan zorg ten goede moet komen. Het belang van cursussen wordt echter wel onderkend. Hiervoor zal een andere voorziening worden getroffen. Eigen bijdrage De eigen bijdrage wordt geheven op basis van het bedrag dat de cliënt daadwerkelijk besteedt aan hulp. De SVB geeft aan het Centraal Administratie Kantoor (SVB) door om welke bedragen dat gaat. 5. Kwaliteitseisen Het toetsen van de kwaliteit van de voorziening of de hulp ligt primair bij de budgethouder. De budgethouder geeft aan voor welk doel de zorg wordt ingekocht. Dit wordt ook vastgelegd in een plan dat gemeente vooraf goedkeurt, bijvoorbeeld in de afspraken die tijdens het gesprek met de gemeente worden gemaakt. De gemeente stelt in ieder geval de kwaliteitseisen aan de formele hulp (=professionals). De ingekochte formele ondersteuning met het pgb: Is veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht; Voldoet aan de noodzakelijke/ gebruikelijke professionele standaard; Is afgestemd op de behoefte van de cliënt en op andere ontvangen zorg; Is verstrekt in overeenstemming met de op de aanbieder rustende verantwoordelijkheid voortvloeiende uit de professionele standaard; Is verstrekt met respect voor de rechten van de cliënt; Is proportioneel zodat onder- en overgebruik van de individuele (maatwerk)voorziening wordt vermeden. De wetgever acht een aantal kwaliteitseisen zo fundamenteel dat deze in de Jeugdwet uniform zijn vastgelegd. De volgende kwaliteitseisen gelden voor alle professionele jeugdhulpaanbieders: De norm van verantwoorde hulp, inclusief de verplichting om geregistreerde professionals in te zetten; Gebruik van een hulpverleningsplan of plan van aanpak als onderdeel van verantwoorde hulp; Systematische kwaliteitsbewaking door de jeugdhulpaanbieder; Verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor alle medewerkers van een jeugdhulpaanbieder, uitvoerders van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering; De verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; Gemeente Zeist 6 november 2014 pagina 8

9 De meldplicht calamiteiten en geweld; Verplichting om de vertrouwenspersoon in de gelegenheid te stellen zijn taak uit te oefenen. Het onderwerp kwaliteit zal in de praktijk verder worden uitgewerkt. Bekeken zal ook worden of en in welke mate er kwaliteitseisen gesteld kunnen worden aan betaalde mantelzorgers. Gemeenten kunnen in het kader van de Jeugdwet waarborgen vragen over de kwaliteit van hulp die wordt geboden bij een pgb (art , tweede lid, onder c). Afhankelijk van het type hulp dat wordt gevraagd kunnen meer of minder eisen worden gesteld. Bijvoorbeeld dat aan de gemeente wordt doorgegeven wie de hulp verleent, dat een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) moet worden overgelegd of dat voor bepaalde vormen van hulp een geregistreerde professional nodig is. De kwaliteit en effectiviteit van de ondersteuning zal gemonitord worden. Denk hierbij aan gesprekken met cliënten, steekproefsgewijze controles en het reageren op signalen van de SVB of anderen binnen of buiten de gemeente. De controle op de kwaliteit van de hulp en ondersteuning blijft primair liggen bij de budgethouder. 6. Tegengaan oneigenlijk gebruik en fraude Het college streeft er naar om terugvordering achteraf te voorkomen. De gemeente zal daarom alle (arbeids)overeenkomsten die budgethouders sluiten, voordat betaling aan deze hulpverlener plaatsvinden, toetsen aan het resultaatsgerichte ondersteuningsplan of gezinsplan. De gemeente kan wel achteraf om aanvullende informatie vragen als hier aanleiding voor is. De gemeente geeft geen indicaties af die langer dan 3 jaar duren. Hiermee wordt periodiek bezien of de indicatie die iemand heeft, en daarmee zijn pgb, nog past bij zijn individuele situatie. We communiceren helder over welke kosten wel en niet voor pgb-vergoeding in aanmerking komen. Op grond van de Jeugdwet en de Wmo wijst de gemeente toezichthouders aan. Daarnaast voert de gemeente trekkingsrecht in. Hierdoor vindt direct controle op betalingen plaats en is fraude minder makkelijk. Op basis van signalen worden zonodig heronderzoeken bij budgethouders ingepland. Beheer van het pgb door de ondersteuner De situatie kan zich voordoen dat de persoon die de cliënt ondersteunt bij de regie over het pgb ook zelf de ondersteuning verleent. In dat geval ligt het aansturen van de hulp en het uitvoeren van de ondersteuning in één hand. Wij willen graag dat alleen in bepaalde situaties deze rollen door één en dezelfde persoon vervuld kunnen worden (in geval ouders of partner dit doen). Op basis van de individuele situatie en het zorg- en budgetplan dat voorligt, zal worden beoordeeld of er sprake is van een onwenselijke vermenging van rollen. 7. Wat houdt het overgangsrecht in voor budgethouders die overkomen naar de gemeente? Huidige budgethouders (Wmo en Jeugdzorg) houden recht op pgb onder de voorwaarden van AWBZ tot en met Dit geldt in de praktijk ook voor keuze aanbieder en de hoogte van het pgb. De gemeente heeft de mogelijkheid om een ander aanbod te doen, maar de keuze hierover ligt bij de cliënt/budgethouder. Als de indicatie eindigt in 2015, dan gaat het nieuwe Wmo- of Jeugdregime gelden. Gemeente Zeist 6 november 2014 pagina 9