gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Eindhoven 2011

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Mens & Maatschappij, Jeugd Raadsnummer Inboeknummer 11R bst01531 Beslisdatum B&W 04 oktober 2011 Dossiernummer OplegvelRaadsvoorstel Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Eindhoven 2011 tva/qi

2 gemeente Eindhoven Mens & Maatschappij, Jeugd Raadsnummer Inboeknummer 11R bst01531 Beslisdatum B&W 04 oktober 2011 Dossiernummer RaadsvoorstelVerordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Eindhoven 2011 Inleiding Op 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door educatie (hierna: wet OKE) in werking getreden. Gemeenten hebben hierdoor de wettelijke verantwoordelijkheid om een goed voorschools aanbod te doen aan alle jonge kinderen met een taalachterstand. Onderdeel van deze wet is een landelijk kwaliteitskader voor peuterspeelzalen en aanvullende kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie. Met de inwerkingtreding van de wet OKE is de Wet kinderopvang gewijzigd in Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (hierna: Wko) en uitgebreid met het hoofdstuk Kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In het verlengde hiervan is het landelijk ontwikkelde afwegingsmodel handhaving kinderopvang (op 27 juli 2010 door het college vastgesteld als handhavingsbeleid kinderopvang) uitgebreid met het hoofdstuk Handhaving peuterspeelzaal. Tevens is de Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk Eindhoven van rechtswege vervallen. Hoewel door recente ontwikkelingen het in de wet bedoelde peuterspeelzaalwerk nog slechts op een zeer beperkt aantal plaatsen in Eindhoven wordt aangeboden (zie Kanttekeningen ) laat dit onverlet dat er een gemeentelijk handhavingskader peuterspeelzaalwerk dient te zijn. Doelstelling Door het optimaliseren van het handhavingskader kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen wordt de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk in Eindhoven wettelijk in lijn gebracht met de kwaliteit van de kinderopvang. De kwaliteitseisen gelden als een minimum dat nodig is om verantwoord peuterspeelzaalwerk te bieden waaronder wordt verstaan dat het peuterspeelzaalwerk bijdraagt aan en stimuleert tot een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Het handhavingskader c.q. beleid sluit aan op het programma onderwijs en jeugd, programma-onderdeel onderwijs 12-.

3 Voorstel 1. De Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Eindhoven 2011 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk Eindhoven, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 april Argumenten De Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen is van rechtswege vervallen per 1 augustus 2010 Het Eindhovense beleid ten aanzien van de kwaliteit van peuterspeelzalen is opgenomen in de Verordening Kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk zoals vastgesteld op 22 april 2008 (gemeenteblad 2008, nr. 25). Op 1 december 2009 is deze verordening aangepast naar aanleiding van de invoering van de Europese Dienstenrichtlijn. Met ingang van 1 augustus 2010 geldt een landelijk kwaliteitskader voor peuterspeelzalen. De kwaliteitseisen zijn opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Hiermee is de gemeentelijke verordening, toegevoegd als bijlage 1, komen te vervallen De gemeente dient voor ruimte- en inrichtingseisen nadere regels te stellen Voor het uitvoeren van verantwoord en veilig peuterspeelzaalwerk is het belangrijk dat er minimale eisen worden gesteld aan ruimte en inrichting van peuterspeelzalen. Deze eisen zijn echter niet opgenomen in het landelijk kwaliteitskader. De VNG heeft daarom in aanvulling op deze landelijke kwaliteitseisen een modelverordening opgesteld. Op basis van deze modelverordening is de Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen 2011 opgesteld. Hierbij is het minimaal vereiste bruto oppervlakte voor binnen- en buitenspeelruimte in overeenstemming gebracht met het vereiste voor dagopvang Kanttekeningen In het verlengde van de inwerkingtreding van de wet OKE heeft PeuterPlaza (onderdeel van Stichting Lumensgroep) in maart 2011 voor alle 45 onder haar vallende gesubsidieerde peuterspeelzalen een aanvraag ingediend tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang als kinderopvangvoorziening/peutercentrum. Op basis van deze aanvragen heeft de GGD alle 45 locaties geïnspecteerd waarbij de kwaliteitseisen voor kinderdagverblijven/buitenschoolse opvang leidend zijn geweest. Deze inspectie ( onderzoek na aanvraag registratie ) wordt conform standaard-werkwijze gevolgd door een inspectie onderzoek na aanvang exploitatie in de periode 10 oktober tot 22 november Door de integratie van het gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk in het kinderopvangwerk zal met ingang van het schooljaar 2011/2012 het peuterspeelzaalwerk in Eindhoven uitsluitend worden aangeboden door een aantal 2

4 particuliere houders. Een van deze houders heeft recentelijk eveneens een verzoek ingediend tot registratie als kinderopvangvoorziening. Kosten N.v.t. Communicatie De verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Eindhoven 2011 zal worden gepubliceerd in het gemeenteblad. Een exemplaar van de verordening zal worden toegestuurd aan de houders van peuterspeelzalen. Planning en uitvoering N.v.t. Evaluatie N.v.t. 1 Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: b Gemeenteblad van Eindhoven (2008, nr. 25) : Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk Eindhoven 2008 b Toelichting en artikelsgewijze toelichting Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Een ontwerp-raadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,, secretaris 3

5 OntwerpRaadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven, overwegende, dat het gewenst is om in aanvulling op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen nadere eisen te stellen aan de inrichting van peuterspeelzalen, gelet op artikel 149 van de gemeentewet, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2011 besluit: de Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Eindhoven 2011 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen Eindhoven, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 april Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Eindhoven 2011 Artikel 1 Begripsbepaling In deze verordening wordt verstaan onder peuterspeelzaal hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. Artikel 2 Groepspeelruimte 1. In een peuterspeelzaal is voor ieder kind minimaal 3,5 m² bruto-oppervlakte aan groepsspeelruimte beschikbaar. 2. Elke ruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Artikel 3 Buitenspeelruimte 1. De peuterspeelzaal beschikt over aangrenzende buitenspeelruimte. 2. De buitenspeelruimte voldoet aan de volgende eisen: a. voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar; 4

6 b. een oppervlakte van minimaal 3 m2 bruto-oppervlakte speelruimte per aanwezig kind; c. ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. Artikel 4 Aanwijzing toezichthouders 1. Burgemeester en wethouders zien toe op de naleving van de bij deze verordening gestelde regels. 2. Burgemeester en wethouders wijzen de directeur van de GGD aan als toezichthouder. Artikel 5 Onderzoek door de toezichthouder 1. De toezichthouder onderzoekt na een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2. eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen binnen 10 weken of de instandhouding redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening. 2. Onverminderd het eerste lid onderzoekt de toezichthouder jaarlijks of de exploitatie van een peuterspeelzaal plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening 3. Naast het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de toezichthouder incidenteel onderzoek verrichten naar de naleving van de bij deze verordening gestelde voorschriften Artikel 6 Vastleggen onderzoeksresultaten 1. De toezichthouder legt zijn oordeel, naar aanleiding van een onderzoek bij een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 5, schriftelijk vast in een inspectierapport. 2. Indien de toezichthouder oordeelt, dat door de houder de voorschriften van deze verordening niet zijn of zullen worden nageleefd, vermeldt hij dat in het rapport. 3. Alvorens het rapport vast te stellen, stelt het college de houder in de gelegenheid van het ontwerprapport kennis te nemen en daarover zijn zienswijze kenbaar te maken. De toezichthouder vermeldt de zienswijze van de houder in een bijlage bij het rapport. 5

7 4. De toezichthouder zendt het inspectierapport onverwijld aan de houder van de peuterspeelzaal, die een afschrift daarvan ter inzage legt op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats 5. De toezichthouder maakt het inspectierapport uiterlijk drie weken na de vaststelling daarvan openbaar 6. Indien bij een onderzoek, als bedoeld in het eerste lid, tekortkomingen zijn geconstateerd zendt de toezichthouder een afschrift van het inspectierapport aan burgemeester en wethouders Artikel 7 Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders kunnen artikel 2 en 3 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van kwalitatief verantwoorde opvang voor kinderen in een peuterspeelzaal leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 8 Overgangsbepaling Binnen twaalf maanden na inwerkingtreding van deze verordening voldoet de houder van een peuterspeelzaal aan de voorschriften uit deze verordening. Artikel 9 Intrekking voorgaande regeling en inwerkingtreding 1. De Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk Eindhoven 2008 wordt ingetrokken. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking. Artikel 10 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Eindhoven 2011 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, voorzitter., griffier. 6

8 tva/qi