Jong in Dukenburg. Vraagpatronen van Jongeren in Dukenburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jong in Dukenburg. Vraagpatronen van Jongeren in Dukenburg"

Transcriptie

1 Jong in Dukenburg Vraagpatronen van Jongeren in Dukenburg Auteur: Joos Meesters, HAN Sociaal, lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

2

3 Inhoudsopgave Samenvatting... 1 Inleiding... 1 Vraagpatroon 1 School en opleiding zijn belangrijk... 1 Vraagpatroon 2 Geef ons de ruimte... 1 Vraagpatroon 3 Heb vertrouwen Inleiding Vraaganalyse-instrument De wijk Dukenburg en haar jongeren Onderzoeksaanpak Coderingsinstrument Vraagstelling en onderzoeksvragen Methode van onderzoek Onderzoeksontwerp Respondenten Gegevens Voorbereiding van de analyse Resultaten Hoe denken jongeren over hun toekomst? Welke ondersteuning hebben jongeren nodig? Wat vertellen jongeren over hun studiekeuze en onderwijscarrière? Hoe ziet de dagbesteding van jongeren er uit? Wie vinden jongeren belangrijk in hun netwerk en waarom vinden ze die mensen belangrijk? In hoeverre hebben jongeren contacten met hun oudere buurtbewoners? Conclusies Overstijgende inzichten Advies Referenties Bijlage 1: Interviewguide Bijlage 2: Selectie van sets narratieven voor de analyse Bijlage 3 respondenten Bijlage 4: Betrokkenen bij de onderzoeksgroep... 30

4

5 Samenvatting Inleiding Het Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief van de Hogeschool Arnhem (HAN) en Nijmegen heeft in opdracht van Tandem Welzijnsorganisatie Nijmegen (Tandem) namens het samenwerkingsverband Jongerenwerk Dukenburg ( bestaande uit Het Inter-lokaal, JC Staddijk en Tandem) in een leerwerktraject met twaalf professionals van Jongerenwerk Dukenburg en zeven studenten van de opleiding pedagogiek van de HAN een onderzoek gedaan naar de wensen, behoeften en vragen van jongeren in Dukenburg. De resultaten van het onderzoek zijn gebaseerd op interviews met 48 jongeren in de leeftijd van 10 tot en met 21 jaar. De verhalen van de jongeren zijn door de onderzoeksgroep omgezet in vraagpatronen met behulp van een narratieve analysemethode. Deze vraagpatronen zijn allereerst in een bijeenkomst met (geïnterviewde) jongeren besproken op herkenning en erkenning. Ook is tijdens deze bijeenkomst besproken welke vraagpatronen jongeren willen delen met volwassenen. Dit heeft geleid tot de volgende drie vraagpatronen: Vraagpatroon 1 School en opleiding zijn belangrijk Eisen Willen Nodig hebben Bijdragen Diploma van een beroepsopleiding Erkenning voor hun talenten van docenten en andere volwassenen Ondersteuning bij zaken die minder gaan op school. Ondersteuning en faciliteiten bij talentontwikkeling Ondersteuning aan elkaar, jongeren helpen elkaar onderling zowel bij school als talentontwikkeling Vraagpatroon 2 Geef ons de ruimte Eisen Willen Nodig hebben Bijdragen Buurtontmoetingsplekken Zowel in de buitenruimte (Voetbalveldjes etc, Ontmoetingsplek etc) Georganiseerde activiteiten zoals sporttoernooitjes, graffity spuiten etc. Gezien mogen worden in de buitenruimte en gelijkwaardigheid bij toedeling ruimtes Begeleiding in verantwoordelijkheid Faciliteiten om elkaar te ontmoeten Onderhoud en verantwoordelijkheid voor eigen ruimtes Vraagpatroon 3 Heb vertrouwen Eisen Willen Nodig hebben Bijdragen Erkenning en herkenning door volwassenen Gezien worden als mede burger Gezien worden als individu en niet als één groep Geloof en vertrouwen van volwassenen in talenten en mogelijkheden Geloof en vertrouwen in elkaar Vertrouwen geven en onderhouden ten aanzien van vrienden, familie en school. Maar ook ten aanzien van andere jongerengroepen 1

6 1. Inleiding Opdrachtgever voor dit onderzoek is Tandem Welzijnsorganisatie Nijmegen (Tandem) namens Jongerenwerk Dukenburg. Tandem heeft het lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) verzocht om een vraagpatronenonderzoek uit te voeren met jongeren die wonen in Dukenburg. 1.1 Vraaganalyse-instrument Door het lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is een vraaganalyse-instrument ontwikkeld waarmee de vragen, behoeften en redeneringen die mensen hebben ten aanzien van wonen, zorg en welzijn in beeld gebracht worden. De samenhangen in vragen, behoeften en redeneringen worden aangeduid met de term vraagpatronen (van Biene, et al, 2008). Inzicht in vraagpatronen is een belangrijke stap in de ontwikkeling van vraaggericht werken, omdat het achterliggende waarden en betekenissen bloot legt, die de fundamentele behoeften van mensen in hun context weergegeven. De vraagpatronen vormen daarmee een ijkpunt voor de zorg- en dienstverlening. 1.2 De wijk Dukenburg en haar jongeren Nijmegen-Dukenburg is het op één na grootste stadsdeel van Nijmegen en bestaat uit negen verschillende wijken met een totale oppervlakte van 709 hectare. De verschillende wijken zijn: Aldenhof, Lankforst, Malvert, Meijhorst, Staddijk, Tolhuis, Vogelzang (natuurgebied), Weezenhof en Zwanenveld. Er zijn grote verschillen in leeftijdsopbouw, huishoudvormen en etniciteit tussen de wijken. Nijmegen Dukenburg heeft ongeveer inwoners (Gemeente Nijmegen, 2013). De wijken zijn gebouwd vanaf Sinds 1975 is gelijktijdig het winkelcentrum en station gebouwd. Er is sprake van een ruime opzet. Interne rondwegen, woonerven, vaak een afwisseling van hoogbouw en laagbouw. De leeftijdsverschillen van de bevolking van Dukenburg als geheel komt redelijk overeen met die van Nijmegen. Het percentage kinderen (16% voor Dukenburg ligt dicht tegen het Nijmeegse gemiddelde aan. Het percentage ouderen ligt inmiddels duidelijk hoger (17% tegenover 13%) en is stijgende. Dukenburg is al langer een vergrijzend stadsdeel. De totale bevolking nam in de periode af met 700 personen. Uitzondering hierop is Zwanenveld waar na 2004 circa 100 woningen zijn toegevoegd. Ook de Dukenburgse huishoudensverdeling is vergelijkbaar met Nijmegen als geheel. Het aandeel eenoudergezinnen is met 8% iets hoger dan het Nijmeegs cijfer (7%). Tussen de wijken binnen het stadsdeel zijn er qua leeftijd en huishouden wel diverse verschillen. In de wijken Weezenhof, Aldenhof en Meijhorst is het aandeel kinderen wat groter (allen 18%). Ook in Tolhuis wonen naar verhouding veel kinderen (24%). Het aantal 65+ers is er zeer gering (5%). In Malvert en Weezenhof is het percentage ouderen (voor beide wijken 24%) aanzienlijk hoger dan het Dukenburgse (17%) en Nijmeegs gemiddelde (13%). Van het totaal aantal inwoners van Nijmegen-Dukenburg is een groot aantal mensen van niet- Nederlandse afkomst. Zo is 13% van de inwoners westers allochtoon en 19% niet westers allochtoon. De grootste populaties zijn van Marokkaanse- (4%), Arubaanse- of Antilliaanse- (3%), Surinaamse (2 %) en Turkse afkomst (3%) (CBS, 2011, p.52). De startkansen voor basisschoolleerlingen in Dukenburg liggen meestal onder het stedelijk gemiddelde. Deze scores liggen met name in Meijhorst, Malvert en Tolhuis (vooral Tolhuis 52-78) onder het gemiddelde. Hier zijn Weezenhof en Lankforst positieve uitzonderingen. De scores in Meijhorst zijn nog verder omlaag gegaan (-2,6 punten), terwijl Tolhuis (+1,3) en ook Malvert (+9,7) het beter nu doen. 2

7 Het aantal leerlingen met een laag schooladvies ligt hoog (48% in het gehele stadsdeel), vooral in Zwanenveld en Meijhorst (66%), Aldenhof (55%) Malvert (54%) en Tolhuis (53%,, Tolhuis 52-78: 63%). In Tolhuis is dit aandeel wel afgenomen (-7%), zo ook in Malvert (- 12%). Dukenburg vertoont geen afwijkend beeld (t.o.v. Nijmegen als geheel) als het gaat om het niet bezoeken van de dichtstbijzijnde basisschool. Aldenhof (48% naar een verreweg gelegen basisschool) en Malvert (43%) vallen op. Weezenhof (16%) en Tolhuis (24%, Tolhuis 52-78: 26%) kennen kennelijk wel echte buurtscholen (Sociale kaart Tandem Welzijn, 2012) 1.3 Onderzoeksaanpak De aanpak voor dit onderzoek is praktijkgericht waarbij kwalitatieve gegevens worden verzameld met behulp van een narratieve onderzoeksmethode. Daartoe werden open interviews gehouden waarmee de verhalen van jongeren in Dukenburg in beeld zijn gebracht. Deze interviews zijn letterlijk uitgeschreven en met een vooraf ontworpen axiaal categorieënsysteem gecodeerd. Analyses van de coderingen leveren uiteindelijk interpretaties op in de vorm van (voorlopers van) vraagpatronen. Deze vraagpatronen worden allereerst voorgelegd aan de geïnterviewde jongeren. In een bijeenkomst worden deze vraagpatronen besproken op herkenning en erkenning en er wordt vastgesteld welke vraagpatronen jongeren willen delen met volwassenen. Hier is voor gekozen om het perspectief van de jongeren leidend te laten zijn in dit onderzoek. Naast dat het onderzoek kennis en inzicht oplevert biedt het ook perspectieven voor het handelen van professionals. Dit perspectief komt tot uitdrukking in de transdisciplinaire bijeenkomst, een bijeenkomst waarin de gevonden vraagpatronen aan betrokken respondenten en professionals worden voorgelegd met de vraag of zij de patronen herkennen en erkennen. In deze bijeenkomst vindt vervolgens gezamenlijke betekenisgeving plaats en wordt met behulp van cocreatieve werkwijzen gezocht naar breed gedragen oplossingen. De conclusies worden alleen dan als vraagpatronen benoemd als dit proces voltooid is en de betrokken personen de concept-patronen herkennen en erkennen. Deze verwerkingsslag met en door betrokkenen kenmerkt het praktijkgerichte van het onderzoek en vormt een opmaat voor daadwerkelijke implementatie van praktijkverbetering. Naast dat het onderzoek resultaten moet opleveren is er ook voor gekozen een leereffect te koppelen aan de manier van onderzoek doen zodat professionals zich deze onderzoeksmethode eigen kunnen maken en de kennis kunnen verspreiden binnen hun professionele setting. Er hebben tien professionals en twee vrijwilligers (jongeren) van Jongerenwerk Dukenburg en zeven studenten pedagogiek (HAN) geparticipeerd in de onderzoeksgroep (zie bijlage 3). Zij hebben een training gevolgd waarbij alle fasen van de narratieve onderzoeksmethode aan bod zijn gekomen: van het maken van een interviewguide, een training open interviewen, het houden van de interviews tot het uitwerken, transcriberen en coderen van de interviews. In de slotbijeenkomst hebben de professionals leren werken met het vraaganalyse-instrument. Op basis van een eerste inventarisatie zijn er een aantal onderzoeksvragen geformuleerd 1.4 Coderingsinstrument In het lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is een vraaganalyse-instrument ontwikkeld waarmee de vragen, behoeften en redeneringen die mensen hebben ten aanzien van wonen, zorg en welzijn in beeld gebracht worden. De samenhangen in vragen behoeften en redeneringen worden 3

8 aangeduid met de term vraagpatronen (van Biene, et al, 2008). Meer specifiek is een vraagpatroon: een samenhangende gereconstrueerde set van vragen, eisen, behoeften en mogelijke bijdragen van leden van een groep of bewoners in een wijk of buurt. De kern van de vraagpatronenanalyse wordt gevormd door een narratieve analysemethode waarvoor een coderingsinstrument is ontwikkeld. Een narratieve analyse gaat verder dan een reguliere kwalitatieve analyse van open interviews in die zin dat niet alleen wordt gekeken naar de inhoudelijke thema s die aan de orde komen, maar dat ook met behulp van taalkundige analyses wordt gekeken vanuit welk perspectief mensen iets zeggen en op welke manier ze dat doen. Een dergelijke analyse geeft inzicht in het onderliggende perspectief van de geïnterviewden waaronder hun levenshouding en identiteit (Culler, 2001; Holstein & Gubrium, 2000). Het instrument bevat drie categorieënsystemen, of clusters van categorieën. Het eerste categorieënsysteem betreft inhoudsdomeinen voor kwaliteit van leven, oftewel categorieën van het WAT : waar gaat de opmerking van de respondent over? Deze inhoudsdomeinen zijn met name gebaseerd op de levensdomeinen van Schalock en Begab (1990), de classificatie van het menselijk functioneren ICF (WHO, 2001). Deze categorieën van onderwerpen worden niet gebruikt als vragenlijst voor de respondent (tijdens de dataverzameling), maar als richtlijn voor het coderen (na de dataverzameling). De categorieën van het WAT staan opgesomd in Tabel 1.1. Het tweede systeem gaat over de radius of schaal waar de geïnterviewde, van dichtbij tot veraf, over spreekt, ook wel aangeduid als het perspectief van de spreker, en de rollen van spreker of andere actanten in de narratieven (Bal, 1979). Dit zijn de categorieën van het WIE (zie Tabel 1.2). Tenslotte, bevat het laatste systeem categorieën van de kwaliteit of de modus van het WAT, namelijk het HOE (zie Tabel 1.3): is de respondent er positief over of juist negatief, biedt de respondent iets aan anderen aan, of heeft de respondent zelf juist een behoefte, ziet de respondent het als een probleem en zo ja welke oplossing ziet de respondent daarvoor? Met deze indeling geven we aan of de onderwerpen die de respondent noemenswaardig vindt een keuze, zorg of discussiepunt is. Daarnaast wordt ook het gebruik van stijlfiguren geanalyseerd. Hoe probeert iemand zijn verhaal te verduidelijken? Dit laatste aspect biedt meerwaarde omdat juist in de wijze waarop iemand zijn taal kiest informatie besloten kan zitten die niet in de woorden zelf tot uitdrukking komt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gebruik van clichématige uitdrukkingen om commentaar te geven op pijnlijke zaken of taboes (bijvoorbeeld: ja zo is dat nu eenmaal, je hebt het er maar mee te doen, maar ja dood gaan we allemaal ). Tabel 1.1 Categorieën van het WAT. De categorieën geven aan binnen welk domein van de kwaliteit van leven het onderwerp van het narratief valt. In feite geeft deze categorie weer waarover de respondent spreekt. Zie de hoofdtekst en Van Biene, et al (2008) voor verdere uitleg. WAT Categorielabel Omschrijving 1 Fysieke omgeving Fysieke omgeving betreft alle fysieke aspecten in de omgeving van een geïnterviewde. Hangplekken, winkelcentra, sportmogelijkheden, groenvoorzieningen, speelruimte etc. 2 Virtuele omgeving Virtuele omgeving betreft alle aspecten in de virtuele ruimte van een geïnterviewde. Sociale media, communiceren via smartphones, internet en gamen 4

9 3 Private omgeving Private omgeving betreft alle privé aspecten in de omgeving van een geïnterviewde. De ruimte thuis, op de eigen kamer, privé ruimte bij vrienden 4 Toegankelijkheid Toegankelijkheid van voorzieningen gaat over de vraag in hoeverre iedereen recht heeft op of van een product of vorm van dienstverlening gebruik kan maken. Bv. over de wijze waarop klanten worden ontvangen door baliepersoneel, of ze worden bijgestaan bij het invullen van formulieren aan de hand van een duidelijke handleiding, enzovoort. Het gaat hier om figuurlijke bereikbaarheid. 5 Bereikbaarheid Bereikbaarheid betreft de geografische ligging of afstand tot gebouwen, voorzieningen of activiteiten, alsmede de vervoersmogelijkheden om hier te komen. Het gaat hier om letterlijke (fysieke) bereikbaarheid. 6 Sociale relaties Familie 7 Sociale relaties Vrienden 8 Sociale relaties overig Sociale relaties betreft de sociale samenhang, controle, contacten, of familieleden iets voor elkaar over hebben en vertrouwen. Tevens valt hieronder het gevoel van jongeren er bij te horen of de aan- of afwezigheid van een sociaal netwerk in de familie. Alles wat tussen familieleden gebeurt en als betekenisvol wordt gezien kan hier onder vallen. Sociale relaties betreft de sociale samenhang, controle, contacten, of vrienden iets voor elkaar over hebben en vertrouwen vrienden onderling, Tevens valt hieronder het gevoel van jongeren er bij te horen of de aan- of afwezigheid van een sociaal netwerk in de vriendenkring. Alles wat tussen vrienden gebeurt en als betekenisvol wordt gezien kan hier onder vallen. Sociale relaties betreft de sociale samenhang, controle, contacten, of mensen iets voor elkaar over hebben en vertrouwen tussen mensen in een straat (buren) of een wijk (alle mensen met wie men een sociale relatie kan hebben) of overige contacten via school of bijbaantjes. Tevens valt hieronder het gevoel van jongeren er bij te horen of de aan- of afwezigheid van een sociaal netwerk. Alles wat tussen mensen gebeurt en als betekenisvol wordt gezien kan hier onder vallen. 9 Welbevinden: Onder welbevinden wordt verstaan de uitingen ten aanzien van de lichamelijke en psychische gezondheid en de lichamelijke situatie van de geïnterviewden. 10 Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid betreft de mate van (on-)afhankelijkheid van zorg en ondersteuning, begeleiding, of voorzieningen ten behoeve van beperkingen. 11 Financieel en materieel Concrete of gevoelsmatige uitingen over de financiële en materiële situatie van de geïnterviewde of zijn/haar omgeving. Hieronder kunnen vallen inkomen, uitkeringen, subsidies, persoonsgebonden budget en materiele bezittingen. 12 Zingeving Zingeving betekent het zoeken naar of toewijzen van zin, bedoeling of doel van of aan het leven, grote gebeurtenissen of activiteiten in het leven. Hieronder vallen ook uitspraken over levenshouding. Bijvoorbeeld praktiseren van een religie, lidmaatschap van een vrijwilligersorganisatie, levensmotto s. 13 Gemeenschapsactiviteiten Gemeenschapsactiviteiten zijn alle (georganiseerde) activiteiten welke in een gemeenschap worden georganiseerd en waar mensen elkaar kunnen ontmoeten (Sport, Spelen in een band etc) 14 Culturele voorzieningen Culturele activiteiten of deelname aan cultuur. (zoals bibliotheek, filmhuis, museum, galerie, et cetera) 15 Commerciële voorzieningen Commerciële voorzieningen zijn dagelijkse voorzieningen in het maatschappelijk verkeer die commerciële diensten of producten aanbieden zoals winkels en banken. 16 Zorg- en dienstverlening Zorg gaat over de zorg die jongeren krijgen of zelf geven.hieronder wordt verstaan lichamelijke zowel als geestelijke gezondheidszorg 17 Veiligheid Veiligheid betekent zowel algemene gevoelens van veiligheid en/of angst als ook specifieke aspecten van veiligheid zoals verkeersveiligheid, criminaliteit, (in)stabiele, (on)voorspelbare omgeving of (on)veilig fysieke inrichting van de woonomgeving. 18 Persoonlijke Ontwikkeling Onderwijs, cursussen, vrijwilligerswerk, beroeps- en vrijetijdsactiviteiten, omgaan met technologie welke de geïnterviewde onderneemt of doet in het kader van de persoonlijke ontwikkeling. 19 Autonomie Autonomie heeft betrekking op de ervaren mogelijkheden van mensen om eigen 20 Biografische informatie beslissingen in vrijheid te kunnen nemen (keuzevrijheid, zelfbeschikking). De respondent gaat in op biografische en persoonlijke informatie zoals leeftijd, aantal kinderen, achtergrondinformatie over het verleden, hoe lang in X woonachtig. 21 Overig Alles wat door de geïnterviewde gezegd wordt, wat niet geplaatst kan worden in de hierboven genoemde categorieën 5

10 Tabel 1.2 Categorieën van het WIE. Hierbij wordt onderscheiden vanuit welk perspectief het WAT moet worden geïnterpreteerd. De eerste drie rijen gaan over het ruimtelijk perspectief. Woning, straat en wijk kunnen gezien worden als schaalniveaus, de nabijheid van waar de respondenten het over hebben. De laatste drie rijen gaan over de verteller en het vertelniveau. Door de inbedding van taaluitingen in narratieve teksten ontstaan verschillende vertelniveaus. De verteller haalt immers anderen aan, die op hun beurt weer een ander kunnen citeren. Daarnaast is de identiteit van degene die spreekt van belang. Er zijn vertellers die niet alleen als verteller optreden, maar tevens zelf deel uitmaken van het verhaal; dat is zeker bij narratieve interviews het geval. Dit onderscheid wordt aangegeven met de categorieën eigen, naasten en veraf. Voor verdere uitleg zie Van Biene, et al (2008). WIE Categorielabel Omschrijving 1 Woning Eigen woning, wooneenheid 2 Straat Straat, omvat verscheidene wooneenheden ook op te vatten als gang of galerij in een flat 3 Wijk Wijk, Wijk, omvat verscheidene straten ook op te vatten als buurt of complex 4 Eigen De geïnterviewde spreekt over/namens zichzelf 5 Naasten De geïnterviewde spreekt over/namens directe familie en buren, goede vrienden 6 Derden De geïnterviewde spreekt over/namens een abstracte ander, zoals jongeren, ouderen of allochtonen, niet-bewoners, of een concrete ander zoals een professional, een buurtbewoner, vrijwilliger 7 Machthebber De persoon van waaruit gesproken wordt heeft invloed over (zaken in) de eigen situatie 8 Onderdaan Degene heeft geen of weinig invloed over (zaken in) de eigen situatie 9 Helper De persoon van waaruit wordt gesproken heeft geen of weinig invloed over (zaken in) de eigen situatie 10 Tegenstander De persoon van waaruit wordt gesproken werkt een ander tegen 11 Actief De persoon van waaruit wordt gesproken neemt initiatief, komt in beweging of handelt 12 Passief De persoon van waaruit wordt gesproken laat het initiatief bij anderen, staat stil of staat buiten de handeling Tabel 1.3 Categorieën van het HOE. Voor de analyse van het HOE is van belang op welke wijze iemand een uitspraak doet. Dit kan zowel gaan over de mening van de respondent over het WAT, maar ook over de wijze waarop de taal vorm gegeven wordt in termen van stijlfiguren en idioom. Bij de eerste twee categorieën gaat het om tevreden- en ontevredenheid. Bij de categorieën vraag en aanbod, probleem en oplossing is bepalend hoe iemand het wat ziet. De laatste vijf categorieën gaan in op de diverse stijlfiguren die mensen hanteren om hun verhaal kracht bij te zetten. Voor verdere uitleg zie Van Biene, et al (2008). 6

11 HOE Categorielabel Omschrijving 1 Positief de geïnterviewde geeft een positieve kwalificatie over het wat, of is tevreden over de kwaliteit van het wat, vindt het wat waardevol, is trots op het wat, heeft sympathie voor het wat 2 Negatief De geïnterviewde geeft een negatieve kwalificatie over het wat, of is niet tevreden over de kwaliteit van het wat, hecht geen waarde aan het wat, schaamt zich voor het wat, heeft een afkeer voor het wat 3 Aanbod de geïnterviewde biedt zelf het 'wat' aan, heeft iets bij te dragen 4 Vraag de geïnterviewde heeft behoefte aan het 'wat', vraagt ernaar of ervaart het wat als een gemis 5 Probleem de geïnterviewde beschouwt het 'wat' als een probleem of problematiseert een situatie 6 Oplossing de geïnterviewde ziet het 'wat' als een oplossing, of oppert een oplossingsrichting 7 Betrokken de geïnterviewde geeft blijk van persoonlijke of emotionele binding met het wat, spreekt over zakelijke wijze over het wat 8 Neutraal de geïnterviewde geeft geen blijk van betrokkenheid dan wel emotionele binding met het wat, spreekt over zakelijke wijze over het wat 9 Conflict De geïnterviewde spreekt over sterk tegengestelde standpunten of frictie tussen betrokken personen of gebeurtenissen 10 Harmonie De geïnterviewde spreekt over met elkaar overeenstemmende standpunten of kwalificaties van personen of gebeurtenissen of is het met anderen eens 11 Beeldspraak De geïnterviewde probeert zijn verhaal te verduidelijken door een vergelijking te maken met iets anders 12 Overdrijving Om kracht bij zijn verhaal te zetten maakt de geïnterviewde gebruik van overdrijving 13 Cliché De geïnterviewde gebruikt afgezaagde uitdrukkingen 14 Cynisme De geïnterviewde gebruikt een verbitterde vorm van spot om wat duidelijk te maken 15 Ironie De geïnterviewde gebruikt een milde vorm van spot, niet kwetsend bedoeld 1.5 Vraagstelling en onderzoeksvragen. In dit onderzoek is de centrale vraagstelling gebaseerd op de praktijkvraag van opdrachtgever Tandem Welzijn. Deze luidt als volgt: Wat zijn de vraagpatronen van de jongeren in Dukenburg? Deze vraagstelling is geoperationaliseerd door narratieve interviews te houden met jongeren in Dukenburg, en deze narratieve interviews te coderen met behulp van het coderingsinstrument. Op deze manier wordt een gecodeerd bestand opgebouwd van narratieven uit de interviews. Met behulp van dit bestand kan gezocht worden naar antwoorden op meer specifieke onderzoeksvragen (het zogenaamde vragen stellen aan de data ). Deze onderzoeksvragen worden in de loop van het onderzoek door de onderzoeksgroep gezamenlijk vastgesteld. De gevolgde werkwijze kenmerkt ook de flexibele onderzoeksopzet: vanwege de open opzet van de analyse, is het mogelijk om ook na voltooiing van onderhavige studie nieuwe vragen aan de data te stellen. In dit onderzoek wordt de centrale vraagstelling beantwoord door in te zoomen op de volgende onderzoeksvragen die zijn vastgesteld door de onderzoeksgroep bestaande uit 7

12 jongerenwerkers van Jongerenwerk Dukenburg,, een kwartiermaker van Tandem, twee jongeren (vrijwilligers bij jongerencentrum Staddijk) en zeven studenten pedagogiek van de HAN. 1. Hoe denken jongeren over hun toekomst? 2. Welke ondersteuning/hulp hebben jongeren nodig? 3. Hoe ziet de dagbesteding van jongeren er uit? 4. Wat willen jongeren aan voorzieningen in de wijk? 5. Welke relaties zijn voor jongeren belangrijk en waarom zijn die belangrijk? 6. In hoeverre hebben jongeren contacten met hun oudere buurtbewoners 8

13 2. Methode van onderzoek 2.1 Onderzoeksontwerp De voorliggende studie betreft een narratief onderzoek met een flexibel onderzoeksdesign (Robson, 2011). Het narratieve aspect heeft betrekking op het type verbale interviewgegevens dat is verzameld en de analysemethode die is gehanteerd. Het praktijkgerichte aspect heeft enerzijds betrekking op het feit dat de praktijkvraag van Tandem als opdrachtgever leidend is geweest gedurende het gehele onderzoek. 2.2 Respondenten De onderzoekspopulatie bestaat uit alle jongeren in de leeftijd tussen de 10 en 21 jaar in Nijmegen Dukenburg. Bij het onderzoek is er op gelet dat alle jongeren in de leeftijdscategorie jaar vielen en dat de geïnterviewde jongeren enigszins een afspiegeling vormen van de jongeren in het stadsdeel Dukenburg. Er is gekeken naar leeftijd, geslacht, wijk, opleidingsniveau en afkomst. Er zijn in totaal 47 jongeren geïnterviewd. De analyse van de interviews is gebaseerd op 43 interviews omdat vier interviews niet conform de interviewleidraad zijn afgenomen en derhalve ongeschikt zijn bevonden. De jongeren zijn via de sneeuwbalmethode geworven. Dat wil zeggen dat er jongeren onder andere zijn benaderd via de jongerenwerkers, de pedagogiek studenten hebben via de middelbare scholen jongeren benaderd en hebben jongeren bevraagd op plekken waar ze op dat moment aanwezig waren (schaatsbaan, sportclubs etc). Ook zijn er vier jongeren via het eigen netwerk van de onderzoekers benaderd. Op drie momenten is gecheckt of de te onderzoeken jongeren een afspiegeling vormden van de totale populatie. Dit om zoveel mogelijk recht te doen aan de verschillende perspectieven die jongeren hebben op hun leven. In bijlage 4 is de samenstelling van de respondentengroep te zien. 2.3 Gegevens Met behulp van een open interviewmethode waarbij gestart is vanuit één centrale vraag zijn zogeheten narratieven verzameld. Narratieven zijn alle gegevens in proza die niet voortkomen uit gesloten vragen of vragen die korte antwoorden vereisen. Ze gaan over biografische bijzonderheden van gebeurtenissen zoals ze verteld worden door degene die ze hebben meegemaakt. Een narratief interview is een gesprek met als doel het verzamelen van narratieven. Dit verzamelen is geen doel op zichzelf maar dient bij te dragen aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag (van Biene, et al, 2008). Bij open interviews is het van belang mensen uit te nodigen om te vertellen over hun ervaringen ten aanzien van een aantal onderwerpen die de interviewer aan de orde wil stellen. In dit onderzoek ging het om de onderwerpen wonen in Dukenburg, toekomstperspectief en vrijetijdsbesteding van jongeren. Belangrijk is dus het stellen van de goede vragen en door te vragen om mensen uit te nodigen meer te vertellen. Hierbij wordt zo min mogelijk door de interviewer gestuurd. Bovendien blijkt pas in de analysefase wat als belangrijke informatie kan worden gezien. 2.4 Voorbereiding van de analyse De transcriptie staat toe dat de letterlijke uitspraken van respondenten te allen tijde in de analyse zichtbaar blijven. In die zin is er dus geen datareductie gepleegd. Ook zijn codes voor respondenten toegevoegd zodat de gesprekscontext van individuele narratieven steeds terug te halen is. Daarnaast kan de interviewer zich volledig concentreren op het interview en op het 9

14 luisteren naar de respondent. Ook is van belang dat pas achteraf blijkt welke betekenis bepaalde opmerkingen hebben van de respondent. Op het eerste gezicht lijken deze wellicht niet relevant. Als laatste kunnen we de kwaliteit van het interview beoordelen. De transcripties (letterlijk uitgeschreven interviews) vormen het basismateriaal voor de coderingen. De narratieven zijn door onderzoekers en studenten pedagogiek gecodeerd in het codeerformat van het vraaganalyse-instrument (zie Tabellen 1.1, 1.2 en 1.3 voor de codeercategorieën). Nadat alle gecodeerde interviews zijn samengevoegd in het coderingsinstrument heeft er een kwaliteitscontrole plaatsgevonden. De studenten hebben een deel van de interviews geanalyseerd en onderzoekers die ervaring hebben met het instrument hebben via het softwareprogramma Atlas ti alle interviews nogmaals gecodeerd en geanalyseerd. In deze analyse onderscheiden we drie fasen (Westers en Peters, 2004): a) exploreren van de onderzoeksvragen; b) specificeren en reduceren van de gegevens: identificeren van thema s; c) integreren: verbanden tussen de thema s uitwerken in patronen. Met behulp van deze fasen wordt de interpretatie iteratief gemaakt, dat wil zeggen: telkens staat dezelfde inhoud centraal maar op verschillende niveaus van abstractie. De analyseprocedure vormt daarmee de eigenlijke patroonherkenningactiviteit: door telkens sets van narratieven in overweging te nemen wordt steeds meer grip gekregen op de meest betekenisvolle aspecten van de totale gegevensset, de zogeheten sensitizing concepts (Glaser & Strauss, 1967; Bowen, 2006). Welke zorgen, keuzes, onderwerpen, discussiepunten worden in de narratieven genoemd? Wat valt er op? Zijn er thema s te zien? Ontstaan er nieuwe vragen? Wat zijn de belangrijkste thema s? En zijn er verbanden tussen de thema s? Deze aspecten leiden tot de geformuleerde vraagpatronen. Hierbij helpen vragen als: Wat valt er op? Zijn er thema s te zien? Wat zijn de belangrijkste thema s en zijn er verbanden tussen de thema s en ontstaan er nieuwe vragen? Aan de hand van de geformuleerde onderzoeksvragen zijn diverse datasets gevormd (zie bijlage 2) en met behulp van de coderingen worden alle narratieven verzameld die betrekking hebben op elk van de onderzoeksvragen. 10

15 3. Resultaten In deze sectie wordt ingegaan op de resultaten van de analyseprocedure. 3.1 Hoe denken jongeren over hun toekomst? Deze vraag is samengevoegd met vraag 3.3 Wat vertellen jongeren over hun studie- en schoolcarriere? Omdat het merendeel van de narratieven over de toekomst, gaan over het volgen van een opleiding en de studiekeuzes die ze willen gaan maken. In de narratieven komt naar voren dat jongeren idealen hebben of uitdagingen willen aangaan. Andere narratieven gaan in op de noodzakelijkheid van het volgen van een opleiding in deze tijd van crisis. Ze spreken ook vanuit het perspectief van hun ouders. Ouders vinden het bijzonder belangrijk dat hun kinderen een goede opleiding volgen. Sommige jongeren onderschrijven ook het belang hiervan. Een aantal weet nog niet wat ze wil en dit wordt als vervelend ervaren. Jongeren spreken vanuit zichzelf over de talenten die ze hebben. Naast opleiding vinden ze het ook belangrijk om deze talenten verder te ontwikkelen. Een aantal jongeren heeft heel duidelijk voor ogen hoe de toekomst eruit ziet. Een gezin, een baan, een eigen huis, een eigen auto, en een goed contact met familie en vrienden worden belangrijk gevonden. Uit sommige narratieven blijkt welke bijdrage ze willen leveren aan de samenleving vanuit de idealen die ze hebben of vanuit persoonlijke interesses. Kenmerkende uitspraken: Een eigen kledinglijn is moeilijk, en als dat niet lukt wil ik kinderarts worden voor kinderen met kanker en daarvoor moet je naar de universiteit en dan woon ik, ik weet niet waar ik dan woon en dan ga ik soms uit. Ja met Vmbo diploma kan ik niet veel eigenlijk. Kun je wel veel maar niet wat ik wil want ik wil iets met architectuur. Ja ik kom hier zo om mijn diploma te halen..pfoee dat is wel moeilijk. Ja mijn moeder wil hier met ons wonen. Mijn moeder wil hier komen met ons en zo om school en dit ja werk krijgen, kan ik moeilijk uitleggen. Maar ik heb natuurlijk vooral nou met deze economie, is het heel belangrijk dat je goed opgeleid bent, omdat het al heel moeilijk is om banen te krijgen. Dan nemen ze natuurlijk een hoog opgeleid iemand eerder dan een laagopgeleid iemand. Ik zou in de toekomst best euhh jongens enthousiast willen maken voor ict want ik heb echt het gevoel dat zeg maar niet echt weten wat het inhoudt en hoeveel toekomst er in zit en hoe leuk het kan zijn. Het liefst zou ik imam worden. Hier in Nederland wordt uh veel meer mensen het geloof kwijtgeraakt. Dat ze het vergeten uh, dat ze er meer aan moeten denken zeg maar. Ja je kan toch niet eerst zeg maar goede moslim zijn en dan kom je naar Nederland en dan word je opeens een slechte moslim. Als ik geen profvoetballer kan worden dan wil ik arts worden. 11

16 3.2 Welke ondersteuning hebben jongeren nodig? Jongeren geven aan dat ze geholpen willen worden bij school activiteiten. Het gaat om huiswerkbegeleiding, begeleiding en sturing bij het concentreren op de taken die ze moeten doen. Uit de narratieven komt het beeld naar voren dat jongeren het druk hebben en sommigen geven aan ook moe te zijn. Jongeren waar het goed mee gaat krijgen steun van familie, ouders helpen daar waar mogelijk met huiswerk. Ook helpen vrienden elkaar onderling met huiswerk. Kennis wordt gedeeld. De een is beter in wiskunde en helpt de vriendin die daar minder goed is in. Ook voelen deze jongeren zich veilig en vertrouwd op school. Ze hebben een goede relatie met leerkrachten en mentoren. Jongeren waar het minder goed mee gaat krijgen minder steun van familie omdat ouders hen vaak niet kunnen helpen om wat voor een reden dan ook. Bij deze jongeren werken vriendschappen eerder belemmerend dan beschermend. Op school voelen ze zich weinig gekend en gehoord. Enkelen geven aan dat ze ondersteuning nodig hebben die betrekking heeft op de persoonlijke levenssfeer. Het merendeel van de jongeren geeft aan dat hun ouders gescheiden zijn. Contact met een van de ouders is vaak niet vanzelfsprekend en dat kan psychische problemen opleveren zo blijkt uit de verhalen. In sommige situaties spreken jongeren van financiële problemen waardoor ze niet in staat zijn om deel te nemen aan activiteiten terwijl ze dat wel zouden willen. Sommige jongeren geven aan dat ze ook hulp nodig hebben om hun weg te kunnen vinden om zaken voor zichzelf te kunnen regelen zoals studiefinanciering. Sommige narratieven gaan in op het blowen en de wil om er mee te stoppen. De narratieven geven aan dat jongeren zich bewust zijn van de invloed van blowen maar desondanks het ze niet lukt om ermee te stoppen. Naast deze specifieke ondersteuningsbehoeften geven vrijwel alle jongeren aan dat ze het vertrouwen willen hebben van volwassenen. Ze hebben behoefte aan veiligheid en een vertrouwenspersoon waar het mee klikt. Iemand waar ze indien nodig hun verhaal aan kunnen vertellen. Kenmerkende uitspraken: Ik ben echt heel slecht in papierwerk en dan vind ik het fijn als jij hier komt en jij mij helpt, dat vind ik wel fijn. en daarnaast vind ik het belangrijk dat je een goede houvast hebt met werk of school dan. Maar ik denk wel voorop dat je iemand hebt, ja met wie je een vertrouwensband hebt. Dat vind ik wel belangrijk. Nee, Mijn ouders die zijn niet euhn met een hoog niveau opgeleid, dus die hebben allebei, die snappen er helemaal niks van. En als er dan iets is wat ze wel, dan was het weer heel anders als dat het nu is. Euhm ja, misschien van mijn moeder of van mijn vader of van ja via whatsapp gewoon iemand vraagt van snap jij het. Of van mijn zussen ook. En ook met proefwerk plannen, want we hebben gewoon zomaar in een week drie proefwerken een twee SO s. En dan worden de leraren boos op jou als je een laag cijfer haalt, terwijl je eigenlijk gewoon niet eens de tijd hebt om het goed te kunnen leren. Want je hebt ook mensen zoals mij die sporten. En dan ja na de sport ben je natuurlijk helemaal moe en dan moet je ook nog douchen enzo en dan ja, dan is de concentratie helemaal weg. 12

17 Ja van de ene kant is hij wel je vader, aan de andere kant niet wat hij mijn moeder allemaal heeft aangedaan, vind ik niet kunnen. Hij dealde vroeger en heel vaak was hij niet bij mijn opvoeding zeg maar, en die heb ik wel een beetje gemist, een beetje een vaderfiguur te hebben. Ja je kan niet altijd zeggen dat het door het blowen komt maar uh die mensen blowen ook niet voor niets die hebben vast ook, ook problemen en uh en zo met hun leven en uh. Ik weet ook wel dat het niet goed is wat ik aan het doen ben, maar soms als ik gefrustreerd ben, soms heb ik een kort lontje. En uuh daarom ben ik ook gaan blowen omdat op de middelbare school had ik altijd een grote bek tegen de leraren enzo en daarom ben ik afgekickt en euh soms word ik er kalmpjes van en dat is het dus wel handig maar ja soms bijvoorbeeld misschien de afgelopen twee jaar is het een beetje uit de hand gelopen dat ik uhm zo mee ben doorgegaan met het blowen. 3.3 Wat vertellen jongeren over hun studiekeuze en onderwijscarrière? Deze vraag is in de analyse samengevoegd bij vraag 3.1 omdat jongeren als ze spreken over de toekomst het met name hebben over hun studiekeuze en onderwijs carrière. 3.4 Hoe ziet de dagbesteding van jongeren er uit? De meeste jongeren gaan naar school en sommigen hebben werk. Dat is veelal parttime. Een groot deel is druk met huiswerk maken voor school, sporten, muziek maken, dansen en andere manieren van georganiseerde vrije tijdsbesteding. De ruimte die dan nog over is wordt besteed aan ontmoeting met anderen. Een deel van de jongeren zoekt elkaar op in de wijk of in het winkelcentrum Dukenburg, of spreekt af om naar het centrum van de stad te gaan. Jongeren ontmoeten elkaar ook virtueel. Vanuit de private omgeving thuis ontmoeten ze via whatsapp, facebook en andere nieuwe media hun vrienden. Vaak is dat aanleiding om met elkaar ook in de publieke ruimte op straat af te spreken. Jongeren creëren hun eigen ruimte. Ze spreken af op (school)pleinen, bij jeugdhonken maar willen vooral niet zichtbaar zijn voor andere wijkbewoners. Elke vriendenclub wil het liefst een eigen ruimte (buiten of binnen) afgeschermd van andere jongeren en oudere wijkbewoners. Kenmerkende uitspraken: In de winter, je ziet het zelf, is er bijna geen fuck te doen en in de zomer, misschien dat je dan een beetje kan zwemmen om af te koelen. Maar in de winter wat doe je dan, ga je een beetje gamen maar op een gegeven moment raak je daar helemaal genoeg van en dan ga je proberen om andere dingen te doen en op een gegeven moment wordt dat een beetje saai. Dus dan ga je elkaar slaan, dan ga je fightclub doen en dan komt iemand thuis met het oog er helemaal eruit of ga je dingen kapot maken of weet ik wat. Of een beetje flirten met de chickies die langs fietsen. Ja gewoon naar buiten gaan, dat vind ik wel belangrijk, dan gaan we veel meer met elkaar om weet je wel. Ja het jeugdhonk is niet alleen voor mij maar voor heel veel andere vrienden belangrijk, jongeren wel heel belangrijk. Want dan hebben we een dak boven ons hoofd. Ik ga veel met vriendinnen om en vaak naar Dukenburg en ik dans in HARA daar, een 13

18 fitnesscentrum, twee keer per week en ik ga volgende week de Ek dansen, en gewoon ja winkelen en met vriendinnen gezellig er naar toe en als je snel iets nodig hebt en de schaatsbaan waar je ook wel eens heen gaat. 3.5 Wie vinden jongeren belangrijk in hun netwerk en waarom vinden ze die mensen belangrijk? Vrienden en familie zijn het belangrijkst in het leven van de jongeren. Vrienden worden altijd als eerste genoemd. Vrienden die net als familie voelen zijn het allerbelangrijkst. Jongeren verkeren in veel verschillende netwerken; school, vrienden vanuit de basisschool, sportclubs, culturele clubs, vrienden in de directe woonomgeving en vrienden (in het buitenland) die ze hebben leren kennen op vakantie en waarmee ze nog steeds via social media contact onderhouden. Vrienden zijn belangrijk om het leven mee te delen. Belangrijk is te weten wat anderen aan het doen zijn, dit wordt gevolgd via social media. Op die manier zijn jongeren van s morgens vroeg tot s avonds laat met elkaar in contact. Jongeren geven ook aan dat ze hopen dat ze de vrienden die ze nu hebben later ook zullen hebben. Jongeren zijn zich ook heel bewust van de invloed van de vriendenkring en kunnen zichzelf daar best in beschermen: als vrienden een negatieve invloed hebben dan geven ze aan dat ze aan deze vriendschappen een einde willen maken of van plan zijn dat te doen. Jongeren leren elkaar ook kennen in de virtuele wereld bijvoorbeeld via online spelletjes. Uit de narratieven blijkt dat fysiek contact door de meesten erg belangrijk wordt gevonden. De directe familie, ouders, broers en zussen zijn belangrijk. Ook als ze er niet (meer) zijn om wat voor reden dan ook. Jongeren spreken dan over het gemis. Sommige jongeren vinden het lastig om met hun ouders te communiceren omdat ze de taal van hun ouders verleerd zijn en de ouders niet goed Nederlands kunnen. Jongeren onderhouden ook via social media veel contact met familie in het buitenland. Neven en nichten en de vrienden daar weer van delen hun ervaringen via facebook, twitter of whatsapp. Jongeren zijn benieuwd en zeer geïnteresseerd in hun roots en willen alles weten over hun land van herkomst. Ze zijn daar heel druk mee. Vaak ontstaat dat contact nadat ze op vakantie zijn geweest in het land waar hun ouders (of een van de ouders) vandaan komen. Kenmerkende uitspraken: Ik vind dat er al een balans is tussen echte vrienden en internet. Je kan meer dingen met hun doen. Je kan meer op stap en dat kan op internet niet. Je kan op internet bijvoorbeeld niet naar de stad gaan of uit eten of samen naar de bioscoop. Nou eigenlijk wat we al die tijd niet met elkaar hebben gedaan, zeg maar gewoon vijftien jaar inhalen. Hoe de school hier is en hoe alles gaat en wat ik met mijn vrienden doe en gewoon ook wel liefdesleven of zo, weet je wel, dat soort dingen. Ik praat met een neef van mij, die is zeventien, daar vertel ik echt alles tegen, die zie ik eerder als goede vriend ook als een broer of zo en daar vertel ik alles tegen. En ja, hij ook aan mij. hij is zeventien jaar en ik heb veel neven van negentien of twintig ja echt heel veel. Ja degenen die jonger zijn dan ik, hebben nog geen whatsapp, alleen degenen die ouder zijn, daar praat ik heel veel mee. En ook nog nichten, dus, ja. Ja of vrienden in het buitenland van vakantie zeg maar. Vooral van vorig jaar in Macedonië dat was heel erg leuk en die hebben ook allemaal facebook. Maar die zijn op facebook en daar kun je ook heel erg leuk mee praten en dingen uitwisselen of zo Ja in het Engels. Ze kunnen niet heel goed Engels maar dat maakt niet uit, ik begrijp ze wel. 14

19 Uitgaan met vrienden, chillen. Natuurlijk, ik heb veel vrienden maar niet echt goede vrienden, er zitten erbij die je flessen en naaien. Nou ik spreek niet echt goed de taal of zo maar af en toe kan ik nog wel met hun praten. Ze schrijven, kwamen al opgegroeid met de Vietnamese taal enne en nu moet ik Engels en Nederlands en zo leren. Ik raak de taal een beetje kwijt. En ja.. ik kan heel goed opschieten met mijn ouders. Ik kan hun alles zeggen. Ook mijn broer kan ik alles zeggen. Maar hij is echt als een bodyguard voor mij. Ik ben zijn kleine zusje en daar gaat hij natuurlijk ook voorzichtig mee zijn want ik ben de enigste kleine zusje, van twee broers. 3.6 In hoeverre hebben jongeren contacten met hun oudere buurtbewoners? Als er in de narratieven gesproken wordt over Dukenburg dan gaat het over de directe woonomgeving en de wijk waarin men woont. Jongeren hebben contact met buurtbewoners die in de directe woonomgeving wonen. Het contact bestaat met name uit het elkaar begroeten. Soms passen jongeren op de kinderen van directe buren. Het verschilt in hoe intensief de contacten zijn in welke wijk en welke straat men woont. In de narratieven wordt weinig positief gepraat over oudere buurtbewoners. Er is weinig contact en als er contact is gaat het er vaak over dat ouderen vinden dat jongeren zich niet goed genoeg gedragen. Kenmerkende uitspraken: Euhm dat zijn gewoon echt onze plekken, verder komt er niemand. De meeste oudere mensen zeuren altijd. Ja niet netjes of zo euhm dat we een keer een blikje op de grond gooien en dan gaan ze gelijk zeuren. Dus daarom zitten we meestal in zulke hoeken. Ja maar vaak niet bij oude mensen maar dan van die mensen van ja, mijn man heeft nachtdienst en ligt nu te slapen en ik zeg ja het is oude en nieuw euh en gooi, en dan zeggen ze ja wegwezen met jullie vuurwerk. En zeggen we ja we gaan en dan gaan ze net naar binnen, vaak gooien we dan nog eentje in de tuin. En dan bam (lachen). Vroeger stond er een heel groot speelding, rek of zo. Maar die is weggehaald omdat de buurvrouw, die is nu wel overleden maar toen vond ze het vervelend dat mensen dan in haar tuin konden kijken. Dus dat was wel jammer. Ja gewoon de buren, ik ken eigenlijk in al deze blokken iedereen wel en daar ook, maar daar schiet ik niet echt mee op, ga ik niet heel veel mee om, maar ik ken ze wel gewoon. 15

20 4. Conclusies Hieronder wordt voor elk van de onderzoeksvragen een eindconclusie beschreven, en wordt afgesloten met een weergave van het overstijgende patroon van de resultaten in de vorm van een beschrijving van wat jongeren in Dukenburg eisen, willen, nodig hebben, en kunnen bijdragen. Onderzoeksvragen Ten aanzien van onderzoeksvraag 1 (Hoe denken jongeren over hun toekomst?) kan geconcludeerd worden dat onderwijs en schoolcarrière heel belangrijk is voor jongeren. Deze vraag wordt om die reden samengevoegd met onderzoeksvraag 3 (Wat vertellen jongeren over hun studiekeuze en onderwijscarrière). Jongeren hebben idealen of willen uitdagingen aangaan. Er zijn ook jongeren die aangeven dat ze later iets willen betekenen voor de maatschappij. Ook geven ze aan dat ze hun talenten zoveel mogelijk willen ontwikkelen. Dus naast een opleiding die nodig is om een baan te krijgen willen ze ook verder met hun talenten, bijvoorbeeld voetballen, zang en dans. Ten aanzien van onderzoeksvraag 2 (Welke ondersteuning hebben jongeren nodig?) geven jongeren aan dat ze met name ondersteuning willen ten aanzien van school. Hulp bij het plannen en organiseren van het huiswerk en inhoudelijke begeleiding. Ook geven jongeren aan hulp nodig te hebben bij het organiseren van hun financiën. Jongeren willen graag op school en directe omgeving iemand die ze kunnen vertrouwen en waar ze alles mee kunnen bespreken. Sommige jongeren hebben ondersteuning nodig om te kunnen stoppen met blowen. Voor wat betreft het onderwerp van schoolcarrière (onderzoeksvraag 3; Wat vertellen jongeren over hun studiekeuze en onderwijscarrière) blijkt dat dit een van de belangrijkste thema s is in het leven van jongeren. Voor een beschrijving hiervan zie onderzoeksvraag 1. Ten aanzien van de dagbesteding (onderzoeksvraag 4; Hoe ziet de dagbesteding van jongeren er uit?) laten de resultaten het volgende beeld zien. Een deel van de jongeren heeft het druk met school en georganiseerde activiteiten zoals sport en cultuur. Alle jongeren zijn druk in het onderhouden van contacten met hun vrienden. Via ontmoetingen in de buurt als ontmoetingen via social media. De virtuele en fysieke wereld lopen door elkaar heen. Jongeren zijn erg benieuwd om voortdurend te weten wat de ander doet. Chillen, voetballen, uitgaan, alles bespreken zijn kernactiviteiten. Met betrekking tot onderzoeksvraag 5 (Wie vinden jongeren belangrijk in hun netwerk en waarom vinden ze die mensen belangrijk?) Vrienden en familie zijn heel belangrijk voor jongeren. Vrienden om dagelijkse activiteiten te ontplooien en familie omdat ze een constante factor zijn in het leven van jongeren. Ouders, broers en zusjes zijn belangrijk ook als ze er niet meer zijn. Familie in het buitenland is belangrijk om contact mee te onderhouden. Jongeren krijgen steun van familie maar geven ook steun. Jongeren willen graag aan het verwachtingspatroon van ouders voldoen. Vrienden zijn belangrijk voor het welbevinden. Veel contacten, lol kunnen maken, erbij en gezien worden is van essentieel belang. Met betrekking tot sociale relaties in de buurt (onderzoeksvraag 6; In hoeverre hebben jongeren contacten met hun oudere buurtbewoners?) valt op dat jongeren relatief weinig 16

21 contact hebben met buurtbewoners als je het afzet tegen de tijd die ze in de buurt en op straat doorbrengen. Dit heeft te maken dat jongeren graag hun eigen ruimte hebben. Zowel fysieke ruimte, een plek waar ze met vrienden onder elkaar kunnen doorbrengen als mentale ruimte, ruimte om zelf uit kunnen maken wat ze wel of niet mogen. Jongeren zijn ook niet uitnodigend naar elkaar. Jongeren claimen en beschermen hun eigen ruimte ook ten aan zien van leeftijdgenoten of andere jongeren. 17

22 Overstijgende inzichten Als we kijken naar wat Jong in Dukenburg betekent dan leiden de resultaten tot drie belangrijke thema s (als voorlopers van patronen). Het eerste thema betreft de centrale rol die school heeft in het leven van jongeren. De wijze waarop jongeren denken over school en opleiding geeft aan dat jongeren school heel belangrijk vinden. In de verhalen van de jongeren komt naar voren dat het behalen van een diploma belangrijk is om later succesvol te kunnen zijn. Een diploma biedt ook mogelijkheden om talenten te kunnen ontwikkelen of in een later beroep van betekenis te kunnen zijn voor de samenleving. Jongeren waar het niet goed mee gaat beseffen heel goed dat school belangrijk is maar voelen zich vaak onmachtig om zelf het eigen gedrag te veranderen en gemotiveerd te worden. Jongeren geven ook aan dat een vertrouwenspersoon op school belangrijk is voor hun welbevinden. Het tweede thema verheldert de behoefte aan eigen ruimte, en heeft zowel betrekking op de publieke ruimte op straat als de mentale ruimte die jongeren willen hebben om zelf te kunnen bepalen wat ze waar willen doen. Er zit een spanningsveld tussen de behoefte aan eigen ruimte alsmede ruimte geven aan andere jongeren. Het laatste thema heeft betrekking op vertrouwen; het gaat dan om het vertrouwen dat jongeren wel of niet hebben in de samenleving, als het vertrouwen dat ze graag zou willen krijgen van volwassenen. Jongeren vinden het belangrijk dat ze op school iemand hebben die ze in vertrouwen kunnen nemen als er bijvoorbeeld problemen zijn thuis. Jongeren die aangeven dat het niet goed gaat op school ervaren vaak minder steun van docenten en mentoren. Vertrouwen heeft ook te maken dat jongeren gezien willen worden door volwassenen en jongeren zouden willen dat volwassenen meer vertrouwen in hen hebben. Ze willen niet steeds als overlastgevers worden gezien maar als mede burgers. In de verhalen van jongeren komt ook naar voren dat een deel van hen zelf minder vertrouwen heeft in de samenleving. De bovenstaande thema s hebben geleid tot een drietal vraagpatronen. Bij conventie noemen we in de vraagpatronenmethodiek de onderzoeksresultaten formeel pas vraagpatronen als deze gevalideerd zijn in een transdisciplinair gesprek waarbij in ieder geval ook (vertegenwoordigers) van de respondenten hun mening over de conclusies hebben kunnen geven. De vraagpatronen zijn allereerst besproken op 22 mei 2013 met een aantal jongeren. Zij herkende de patronen en hebben er nog aan toegevoegd dat ze het belangrijk vonden om als individu gezien te worden door buurtbewoners en niet steeds als groep. Deze aanvulling is verwerkt in de volgende vraagpatronen. Tabel 4.1 Vraagpatroon 1 van jongeren in Dukenburg: School en opleiding zijn belangrijk. Overstijgend vraagpatroon van de behoeften van jongeren in Dukenburg afgebeeld in termen van wat jongeren eisen, willen, nodig hebben, en kunnen bijdragen. Eisen Willen Nodig hebben Bijdragen Diploma van een beroepsopleiding Erkenning voor hun talenten van docenten en andere volwassenen Ondersteuning bij zaken die minder gaan op school. Ondersteuning en faciliteiten bij Ondersteuning aan elkaar, jongeren helpen elkaar onderling zowel bij school als 18

Alvast bedankt voor het invullen!

Alvast bedankt voor het invullen! Deze vragenlijst gaat over jongeren die steun of hulp geven aan een familielid. Wij zijn erg benieuwd hoeveel jongeren er binnen onze school steun of hulp geven en hoe zij dit ervaren. De vragenlijst is

Nadere informatie

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

HET LEIDERDORPPANEL OVER... HET LEIDERDORPPANEL OVER... Resultaten peiling 13: Meedenken en meedoen in de openbare ruimte april 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 13 e peiling met het burgerpanel van

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk

Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk Onderzoek naar de wensen, behoeften en bijdragen van inwoners uit Padbroek, Cuijk Alex de Veld, Daniëlle Damoiseaux MSc., dr. Martha

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving Een eigen huis.. Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving M.H. Kwekkeboom (red.) A.H. de Boer (SCP) C.van Campen

Nadere informatie

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen + > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik JEUGDIGEN Heb jij seksueel misbruik meegemaakt of iemand in jouw gezin, dan kan daarover praten helpen. Het kan voor jou erg verwarrend zijn hierover te praten,

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Juridische medewerker

Juridische medewerker 28-11-2013 Sectorwerkstuk Juridische medewerker Temel, Elif HET ASSINK LYCEUM Inhoudsopgave Inhoud Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 Hoeveel procent van de opleiding bestaat uit stage?... 6 o Begeleiding...

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Ouders over kindcentra

Ouders over kindcentra Ouders over kindcentra Oberon, september 2015 Wat vinden ouders eigenlijk van kindcentra? Kennen zij de gedachte achter Kindcentra2020? We besloten om het maar eens aan ze te vragen. Onderzoeksbureau Oberon

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Jongerenparticipatie in Amersfoort

Jongerenparticipatie in Amersfoort Jongerenparticipatie in Amersfoort gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal november 2013 Samenvatting De gemeente wil Amersfoortse jongeren meer betrekken bij zaken die hen aangaan. We hebben via digitaal

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Onderzoek Stress. 5 Juni 2014. Over het 1V Jongerenpanel

Onderzoek Stress. 5 Juni 2014. Over het 1V Jongerenpanel Onderzoek Stress 5 Juni 2014 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 20 mei tot en met 5 juni 2014 in samenwerking met 7Days, deden 2.415 jongeren mee. Hiervan zijn er 949 scholier en

Nadere informatie

Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief

Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief In 2016 (februari tot juli) hebben acht studenten, in totaal 3 groepen, van de Hogeschool Arnhem Nijmegen nader

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies

Nadere informatie

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen Informatieblad speciaal voor kinderen Datum; Aalsmeer, jaar 2011 Gemaakt door; Bianca Wegbrands daar, Wat leuk dat je dit informatieblad speciaal voor kinderen wilt lezen. Ik zal me eerst even aan jou

Nadere informatie

PeerEducatie Handboek voor Peers

PeerEducatie Handboek voor Peers PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:

Nadere informatie

ADHD: je kunt t niet zien

ADHD: je kunt t niet zien ➂ ADHD: je kunt t niet zien Je ziet het niet aan de buitenkant. Je kunt niet gelijk naar iemand kijken en zeggen: die heeft ADHD. Dat kan een voordeel zijn. Als iemand niet weet dat jij het hebt, dan kunnen

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen) In opdracht van de Gemeente Amsterdam (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling) Als ik mijn vader had gehad vanaf mijn jeugd, dan zou ik misschien anders zijn in het leven. (...) Wat ik allemaal wel niet

Nadere informatie

Voorbereidende les. Basisonderwijs. Educatieteam

Voorbereidende les. Basisonderwijs. Educatieteam Basisonderwijs Voorbereidende les (1) Introductie (2) Huiswerkopdracht (3) Bijlage 1 (4) Bijlage 2 Educatieteam Het educatie team bestaat uit jonge, gemotiveerde en bevlogen medewerkers die dichtbij de

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN

Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN HERKEN JE DIT? Heb je steeds het gevoel het net niet goed genoeg te doen voor iedereen? Zijn de dagen te kort voor

Nadere informatie

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach Je ouders kunnen perfecte last minute studie oriëntatiecoaches zijn, maar weten ze eigenlijk wel wat je dromen en ambities zijn? En omgekeerd: weet jij hoe jouw

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Als je ouders uit elkaar gaan is dat heel ingrijpend. Vaak verandert er nogal wat in je leven. Een rechter wil hierover met je praten tijdens een kinderverhoor.

Nadere informatie

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik Inhoud Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Gevoelens... 4 Hoofdstuk 2 Ontmoeten... 6 Hoofdstuk 3 Verliefd... 8 Hoofdstuk 4 Date... 10 Hoofdstuk 5 Verkering... 12 Hoofdstuk 6 Intimiteit... 14 Hoofdstuk 7 Seks...

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Vragenlijst: Wat vind jij van je Deze vragenlijst is bedacht door leerlingen. Met deze vragenlijst kunnen leerlingen er zelf achter kunnen komen wat andere leerlingen van hun school vinden. De volgende onderwerpen komen langs: Sfeer op

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans In maart 2014 heeft PGGM haar leden gevraagd naar hun persoonlijke balans: wat betekent persoonlijke balans voor

Nadere informatie

Nieuwe A. Amsterdammers en taalcoaches gaan samen op stap

Nieuwe A. Amsterdammers en taalcoaches gaan samen op stap Nieuwe A Amsterdammers en taalcoaches gaan samen op stap Mixen in Mokum Nieuwe Amsterdammers en taalcoaches gaan samen op stap Volwassen Amsterdammers met verschillende culturele achtergronden ontmoeten

Nadere informatie

Het beste uit jezelf

Het beste uit jezelf Het beste uit jezelf 2 3 Met elkaar bouwen aan het Huis van Philadelphia Philadelphia wil dat mensen met een beperking gelukkig kunnen zijn en het beste uit zichzelf kunnen halen. Daarom doen we ons werk

Nadere informatie

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet ik? Houd je spreekbeurt over GGNet 1 Houd je spreekbeurt over GGNet Krijg je zelf hulp van GGNet Jeugd? Of je vader/moeder/broer(tje)/zus(je) of iemand anders die je kent? Werkt één van je ouders bij GGNet?

Nadere informatie

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Diepteanalyse loopbaangesprekken Welk docentgedrag helpt?

Diepteanalyse loopbaangesprekken Welk docentgedrag helpt? Diepteanalyse loopbaangesprekken Welk docentgedrag helpt? Peter den Boer Esther Stukker Lectoraat keuzeprocessen ROC West-Brabant Opzet workshop 1. Introductie en voorstellen 2. U (kort) 3. Presentatie

Nadere informatie

Jongerenenenquête SJeM

Jongerenenenquête SJeM Stichting Jeugdbelangen Malden Jongerenwerk gemeente Heumen / SWG Jongerenenenquête SJeM Onderzoeksrapport 2013-2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Verantwoording methode... 3 2.1. Onderzoeksinstrument...

Nadere informatie

Eerwraak. Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman. Blz 1.

Eerwraak. Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman. Blz 1. Eerwraak Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman Blz 1. Vra!n. 1) Wat voor soort verhaal is je boek? Mijn boek is een eigentijdsverhaal/roman 2) Waar

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Fit in je Hoofd, Goed in je Vel.

Fit in je Hoofd, Goed in je Vel. Fit in je Hoofd, Goed in je Vel. Goed in je vel zitten Vandaag: 1) Wat is geestelijk gezond? 2) Fit in je Hoofd en 10 positieve stappen 3) Slot en doel 1) Wat is geestelijk gezond? Wie zich mentaal goed

Nadere informatie

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving Een eigen huis.. Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving M.H. Kwekkeboom (red.) A.H. de Boer (SCP) C.van Campen

Nadere informatie

Cliëntondersteuner (naam, organisatie):

Cliëntondersteuner (naam, organisatie): Naam: Geboortedatum: Cliëntondersteuner (naam, organisatie): Datum gesprek: DOMEIN Thema s voor gesprek met cliënt. Ondersteuningsvraag van cliënt bij dit thema. A. Familie en vrienden. Huiselijke relaties

Nadere informatie

U gaat de vragenlijst Kansen in Kaart (KiK) invullen. Voordat u begint is het goed een aantal dingen te weten.

U gaat de vragenlijst Kansen in Kaart (KiK) invullen. Voordat u begint is het goed een aantal dingen te weten. De begeleidende instructie brief: Vragenlijst Kansen in Kaart (KiK) U gaat de vragenlijst Kansen in Kaart (KiK) invullen. Voordat u begint is het goed een aantal dingen te weten. Instructie Omcirkel of

Nadere informatie

Bevriend met Bram of met een autist

Bevriend met Bram of met een autist Bevriend met Bram of met een autist Eerste druk, januari 2010 2010 Nanno Ymus isbn: 978-90-484-0990-7 nur: 283 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl De namen, plaatsen en gebeurtenissen

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie VRAGENLIJST Dit is de vragenlijst zoals we die aangeboden hebben. Veel vragen worden door zogenaamde LIkert schalen aangeboden, bij ons op een

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk.

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk. Tevredenheidsonderzoek Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk. Stichting Buitengewoon leren & werken Prins Heerlijk Juni 2013 Stichting Buitengewoon

Nadere informatie

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert Minicursus Verbindend Communiceren Geschreven door: Jan van Koert Geweldloze communicatie is een wijze van communiceren die leidt tot gehoord en verstaan worden. Met helderheid, zonder beschuldigen en

Nadere informatie

Onze cliënten aan het woord

Onze cliënten aan het woord Onze cliënten aan het woord Instrument om ervaringen van cliënten in kaart te brengen Naam cliënt : Naam invuller vragenlijst : Woning cliënt : Datum : 1 Toelichting Inleiding Naam instelling wil graag

Nadere informatie

Verhalen van ouderen en klantgestuurde dienstverlening. Erik Jansen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Roos Pijpers, Radboud Universiteit Nijmegen

Verhalen van ouderen en klantgestuurde dienstverlening. Erik Jansen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Roos Pijpers, Radboud Universiteit Nijmegen Verhalen van ouderen en klantgestuurde dienstverlening Erik Jansen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Roos Pijpers, Radboud Universiteit Nijmegen Effectonderzoek Proeftuinen Woonservicegebieden n In kaart

Nadere informatie

Meedoen en erbij horen

Meedoen en erbij horen Meedoen en erbij horen Resultaten van een mixed method onderzoek naar sociale uitsluiting Addi van Bergen, Annelies van Loon, Carina Ballering, Erik van Ameijden en Bert van Hemert NCVGZ Rotterdam, 11

Nadere informatie

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Toelichting op project Waarom Doelstellingen: Daadwerkelijke

Nadere informatie

Toekomst Vervoer Op Maat. Onderzoeksverslag

Toekomst Vervoer Op Maat. Onderzoeksverslag Toekomst Vervoer Op Maat Onderzoeksverslag Anja van de Boer Elma van Dongen December 2013 Rapport 13-4697-AvdB-MLV Inhoud 1. Samenvatting... 1 2. Inleiding... 3 2.1. Vervoer op Maat... 3 2.2. Balans op

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

Samen sterk voor leefbaarheid. Onderzoek naar de behoeften en bijdragen van inwoners uit Keijenborg en Velswijk

Samen sterk voor leefbaarheid. Onderzoek naar de behoeften en bijdragen van inwoners uit Keijenborg en Velswijk Onderzoek naar de behoeften en bijdragen van inwoners uit Keijenborg en Velswijk Colofon Nijmegen, 19 februari 2014 Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, Kenniscentrum HAN SOCIAAL,

Nadere informatie

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min. Les 6: Gezocht: een vriend Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten wat ze belangrijk vinden in een vriendschap; Kinderen kunnen een aantal kenmerken en voorwaarden benoemen waar een vriendschap aan moet

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Rapportage Juli 2013 Meer informatie: info@wijzeringeldzaken.nl Samenvatting (1/3) 1. Veel 17-jarigen maken de indruk verstandig om te gaan

Nadere informatie

Aanleiding. vragenlijst Erflanden Pagina 2

Aanleiding. vragenlijst Erflanden Pagina 2 Digitale enquête Aanleiding De Smederijen is een samenwerkingsverband van de gemeente Hoogeveen, verenigingen van Plaatselijk Belang, drie woningstichtingen (Actium, Woonconcept, Domesta), SWW Hoogeveen

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Jong spreekt Jong. Lectoraat grootstedelijke ontwikkeling Dick Lammers, Wouter Reith, Vincent Smit

Jong spreekt Jong. Lectoraat grootstedelijke ontwikkeling Dick Lammers, Wouter Reith, Vincent Smit Jong spreekt Jong Lectoraat grootstedelijke ontwikkeling Dick Lammers, Wouter Reith, Vincent Smit Programma 13.00 uur Inleiding; Vincent Smit 13.10 uur Jong spreekt jong; Dick Lammers en Wouter Reith Korte

Nadere informatie

Participatief leiderschap. Hoe leid je een samenwerkingsverband?

Participatief leiderschap. Hoe leid je een samenwerkingsverband? Participatief leiderschap Hoe leid je een samenwerkingsverband? Mr. Drs. Lucien Stöpler Justice in Practice December 2014 Participatief leiderschap: Hoe leid je een samenwerkingsverband? 2014 Justice in

Nadere informatie

Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement

Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement Onderwerpen Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement Wat is sociaal isolement? Oorzaken en gevolgen De leefsituatie van sociaal geïsoleerden Wat kunnen we doen aan sociaal isolement? Conclusies

Nadere informatie

Blok 3. Gesprekstechnieken, 2 uur

Blok 3. Gesprekstechnieken, 2 uur Blok 3. Gesprekstechnieken, 2 uur Wat is communicatie LSD (luisteren, samenvatten en doorvragen) Open vragen stellen Waarderend gesprek Hoe geef je feedback (doorlopend proces) Oefenen d.m.v. rollenspellen

Nadere informatie

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau 3. 2.3 Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau 3. 2.3 Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau 3 2.3 Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen Inhoudsopgave 1 Een zorgvrager begeleiden 5 1.1 Het sociale netwerk begeleiden 5 Praktijk: Ik zie bijna

Nadere informatie

Presentatie kwalitatief onderzoek beleving respondenten moestuinproject Asten - Someren

Presentatie kwalitatief onderzoek beleving respondenten moestuinproject Asten - Someren Presentatie kwalitatief onderzoek beleving respondenten moestuinproject Asten - Someren Dia 1: Hallo allemaal en welkom bij mijn presentatie. Ik heb onderzoek gedaan bij Moestuin d n Erpel in Someren.

Nadere informatie

Lesbrief bij de voorstelling Mijn vriend en ik van Soulshine Connection

Lesbrief bij de voorstelling Mijn vriend en ik van Soulshine Connection Lesbrief bij de voorstelling Mijn vriend en ik van Soulshine Connection 1 Beste docent, Binnenkort gaat u samen met uw klas naar de voorstelling Mijn vriend en ik van Soulshine Connection. Deze lesbrief

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Patiënt redelijk tevreden, maar snelheid en betrokkenheid bij behandeling kan beter Index 1. Inleiding 2. Onderzoeksmethode

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit Iedere tiener is weleens somber en verdrietig, en vaak is het in één, twee dagen voorbij zonder dat je als

Nadere informatie

Oudertevredenheidsonderzoek mei 2013

Oudertevredenheidsonderzoek mei 2013 Basisschool Bocholtz Wijngracht 11 6351 HJ Bocholtz 045 5443614 045 5445952 info.rkbsbocholtz@movare.nl Oudersonderzoek mei 2013 Doelstellingen van het onderzoek De onderzoeksdoelstellingen van het Landelijk

Nadere informatie

Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman

Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman FSU Oktober 2011 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Verantwoording...4 Conclusies...5 De cijfers op een rij.9 Knelpunten/oplossingen 15 Positieve punten.16

Nadere informatie

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens Inleiding Omgangskunde draait om contact maken. Met deze oefeningen hoop ik dat u echt contact kan maken met leerlingen. We willen allemaal gezien en gehoord worden. We zijn allemaal mensen en iedereen

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS) 1 (13) Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS) Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 31 mei kregen de panelleden van 12 tot en met 16 jaar (89 personen) een e-mail met de vraag of zij

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Dit boekje is van:..

Dit boekje is van:.. Ik en mijn plan Dit boekje is van:.. Hallo, Jij bent cliënt bij SOVAK. Je hebt bij SOVAK een persoonlijk begeleider. Samen maak je afspraken over wat jij zelf doet en wat SOVAK doet. Die afspraken staan

Nadere informatie

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Als je ouders uit elkaar gaan is dat heel ingrijpend. Vaak verandert er nogal wat in je leven. Een rechter wil hierover met je praten tijdens een kinderverhoor.

Nadere informatie

! " # # $ % &! ' ()* + " " $,-.-

!  # # $ % &! ' ()* +   $,-.- ! " # # % &! '()*+" ",-.- . &////////////////////////////////////////////0.. ////////////////////////////////////0., ///////////////////////////////////0.1 ///////////////////////////////////2, 3 /////////////////////////////////////5,.

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie

De Winckelsteegh. voor mensen met een ernstig verstandelijke handicap

De Winckelsteegh. voor mensen met een ernstig verstandelijke handicap De Winckelsteegh voor mensen met een ernstig verstandelijke handicap Maak kennis met De Winckelsteegh Wil je deze brochure lezen in eenvoudige taal? Zoek de plaatjes van het vergrootglas. Daaronder staan

Nadere informatie

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE TAALWERKBLAD PARTICIPATIE aanpak coach cultuur deelnemen doel eigenschappen heden integreren kwaliteiten meedoen mentor nu plan samenleving toekomst vaardigheden verleden verwachtingen wensen DE WERKWOORDSTIJDEN

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

gedragsregel in verhaal: pesten

gedragsregel in verhaal: pesten gedragsregel in verhaal: pesten Hallo zwemmers! Zoals jullie weten, is Miep Muis van zwemclub de Spatters nog niet zolang geleden gestopt met zwemmen. Haar trainer heeft mij verteld dat ze niet meer wilde

Nadere informatie

Aan de slag met de Werk Ster!

Aan de slag met de Werk Ster! Aan de slag met de Werk Ster! Werk Ster Copyright EgberinkDeWinter 2013-2014 Werk Ster Stappen naar werk De Werk Ster helpt je duidelijk te krijgen waar jij op dit moment staat op weg naar werk. Je krijgt

Nadere informatie

13/6/2012 TRANSCRIPT RIET INTERVIEW. Sanni

13/6/2012 TRANSCRIPT RIET INTERVIEW. Sanni 13/6/2012 INTERVIEW TRANSCRIPT RIET Naam interviewer Naam respondent Pseudoniem respondent Datum interview 30-05-2012 Plaats interview Alkmaar Begintijd interview 12.00 Eindtijd interview 13.20 Leeftijd

Nadere informatie

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf Vijf woensdagmiddagen kunnen jongens en meiden tussen de 10 en 14 jaar op avontuur naar zichzelf. Het kind leert zichzelf

Nadere informatie

Dit boek kan je helpen Dit boek kan je helpen als bij jou

Dit boek kan je helpen Dit boek kan je helpen als bij jou INLEIDING Is het een uitdaging voor jou om je klaar te maken voor school? Vind je het moeilijk om aandachtig te zijn op school? Vind je het moeilijk om stil te zitten of om op één plaats te blijven? Worstel

Nadere informatie

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) Tabel B2.1 Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) autochtoon moslim 0,2 niet-gelovig 64,0 rooms-katholiek 16,9 protestants 18,0 ander geloof 0,9 Tabel B2.2 Aandeel dat zichzelf

Nadere informatie