Vooronderzoek Conventionele Explosieven De Roggenplaat suppletie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vooronderzoek Conventionele Explosieven De Roggenplaat suppletie"

Transcriptie

1 Vooronderzoek Conventionele Explosieven De Roggenplaat suppletie De Roggenplaat suppletie 0

2 Dit document is bestemd voor de opdrachtgever. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van de auteur. (Artikel 16 Auteurswet 1912). Het is de opdrachtgever toegestaan voor intern gebruik kopieën te maken zonder voorafgaande toestemming van de auteur. Voor informatie, vragen of suggesties: Bodac B.V. Postbus AA Schijndel Bezoekadres: Hermalen XX Schijndel T: E: info@bodac.nl Opdrachtgever: Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu Projectlocatie: Oosterschelde, Zeeland Documentnaam: Vooronderzoek Conventionele Explosieven Documentnummer: _H6022_VOB/01 Versie: 1 Aantal pagina s: 45 (excl. bijlagen) Datum: Naam Datum Paraaf Opgesteld door: historisch onderzoeker de heer J.D. van Boeijen MSc historica mevrouw R.A.J. Hoebens MA Geaccordeerd door: Dhr. ing. H.J.A. (Dirk) van de Vleuten Distributielijst Naam Functie Bedrijf 1 Dhr. ing. C.J. van Westenbrugge Systeemcoördinator Oosterschelde RWS Zee en Delta 2 Dhr. ing. H.J.A. van de Vleuten Manager Bodac B.V. De Roggenplaat suppletie 1

3 Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor Bodac, onderdeel van de Den Ouden Groep. Wij onderzoeken, saneren, bewerken, verbeteren, bouwen, bemesten en richten de openbare ruimte in, maar ook groenrecycling en advies behoren tot onze kernactiviteiten. Den Ouden realiseert al decennia lang succesvol civiel- en cultuurtechnische werken. Vakbekwaamheid, hoogstaande kwaliteit en creativiteit maken Den Ouden een serieuze partij op het gebied van infra en engineering. Wij onderscheiden ons met een gepassioneerde, persoonlijke en betrokken benadering van elk werk, klein of groot. Door te investeren in duurzame relaties zijn we in staat om onze klanten verspreid door Nederland en ook daar buiten optimaal te bedienen. Kwaliteit en betrouwbaarheid spelen hierbij een belangrijke rol. Door continu te investeren in materieel, kennis en de ontwikkeling van onze medewerkers zijn wij een betrouwbare partner voor al onze opdrachtgevers. Wij staan voor: - Betrouwbaarheid; - Klantgerichtheid; - Samenwerking; - Duurzaamheid; - Kwaliteit. Centraal in de werkwijze van Den Ouden staat communicatie. Wij doen wat we zeggen, maar we zeggen vooral ook wat we doen. Deze regel passen wij niet alleen toe bij onze opdrachtgevers, maar ook voor andere belanghebbenden. Hierdoor zijn wij in staat om zonder vervelende verrassingen achteraf werken uit te voeren en ontstaat wederzijds betrokkenheid en begrip. Jochem Langenhuijzen September 2015 De Roggenplaat suppletie 0

4 Inhoudsopgave 1 INLEIDING Aanleiding van het vooronderzoek Omschrijving en doelstelling van de opdracht Begrenzing van het onderzoeksgebied Werkwijze Verantwoording 3 2 INVENTARISATIE BRONNENMATERIAAL Inleiding In het verleden uitgevoerd onderzoek naar de aanwezigheid van CE Literatuur Gemeentelijk en provinciaal archief Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Nationaal Archief te Den Haag Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) Semistatische archiefdiensten Ministerie Defensie te Rijswijk Archief Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) Luchtfotocollecties The National Archives Londen/Stafkaarten 16 3 UITWERKING BRONNENMATERIAAL Chronologie relevante gebeurtenissen Munitieruimingen en mijnenvelden 38 4 BEOORDELING BRONNENMATERIAAL Beoordeling indicaties Beoordeling contra-indicaties Leemte in kennis Advies 45 Bijlage 1. Inventarisatiekaart en CE-bodembelastingkaart 46 Bijlage 2. Definitie en uitleg conventionele explosieven 47 Bijlage 3. Uitgangspunten horizontale afbakening 52 De Roggenplaat suppletie I

5

6 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding van het vooronderzoek De aanleiding tot het uitvoeren van een vooronderzoek naar mogelijk aanwezige Conventionele Explosieven (CE) voor het project Roggenplaat suppletie vloeit voort uit het voornemen tot het uitvoeren van werkzaamheden in het projectgebied en het vermoeden van de mogelijke aanwezigheid van CE in de bodem. Vanwege de aanleg van de Oosterscheldewerken is de doorstroomopening in de Oosterscheldemonding verkleind, waardoor het getijvolume fors is verminderd. Dit verminderde getijvolume zorgt ervoor dat de geulen in de Oosterschelde kleiner worden door opvulling van materiaal dat afkomstig is van de getijdeplaten, schorren, slikken en oevers. Dit verschijnsel staat bekend als de zandhonger van de Oosterschelde en heeft verschillende nadelige gevolgen voor o.a. de natuur, scheepvaart en veiligheid van het gebied. Om deze gevolgen tegen te gaan zullen delen van de Roggenplaat worden gesuppleerd met zand van de winlocatie Roompot. Dit opgespoten zand wordt daarna met bulldozers in de gewenste vorm geschoven. Omdat zowel op de winlocatie Roompot als op de Roggenplaat grondwerkzaamheden zullen plaatsvinden, bestaat het projectgebied uit twee deelgebieden, namelijk deelgebied Roompot en deelgebied Roggenplaat. Indien er zich CE in de bodem bevinden, is dat een risico in het kader van de Openbare Veiligheid. Daarbij kan stagnatie van de werkzaamheden aanzienlijke kostenverhogingen tot gevolg hebben. Het is van belang om duidelijkheid te krijgen over de aard en omvang van de situatie aangaande CE ten einde de veiligheid van personeel en (directe) omgeving tijdens de realisatiefase op een verantwoorde wijze te kunnen waarborgen. Om inzicht te krijgen in de mogelijke risico s heeft Rijkswaterstaat opdracht verleend tot het uitvoeren van een vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van CE of delen daarvan binnen het projectgebied. 1.2 Omschrijving en doelstelling van de opdracht Het doel van een vooronderzoek is beoordelen of er indicaties zijn dat binnen het projectgebied CE aanwezig zijn, en zo ja, om het op CE verdachte gebied in horizontale en verticale dimensies af te bakenen. Indien sprake is van de vermoedelijke aanwezigheid van CE, wordt de conclusie VERDACHT gerapporteerd. Indien er geen sprake is van de vermoedelijke aanwezigheid van CE, wordt de conclusie ONVERDACHT gerapporteerd. De conclusie wordt vastgesteld op basis van onafhankelijk bronnen, bij voorkeur twee of meer. In de rapportage wordt gerapporteerd hoe de betrouwbaarheid van de bron(nen) is beoordeeld. De Roggenplaat suppletie 1

7 1.3 Begrenzing van het onderzoeksgebied Teneinde een gefundeerde uitspraak te kunnen doen omtrent de mogelijke aanwezigheid van CE in het projectgebied hebben wij tevens gezocht naar voor het projectgebied relevante gebeurtenissen met betrekking tot de aan de oevers van de Oosterschelde gelegen plaatsen Westenschouwen, Burghsluis, Schelphoek, Serooskerke, Moriaanshoofd, Zierikzee, Colijnsplaat en Wissenkerke. De classificatie verdacht/onverdacht wordt echter uitsluitend afgegeven voor het gebied binnen de grenzen van het projectgebied. Afbeelding: Plattegrond waarop het projectgebied in rood is weergegeven. Het noordelijke projectgebied is het deelgebied Roggenplaat, waar zand zal worden opgespoten, het zuidelijke projectgebied is deelgebied Roompot, de winlocatie van het op te spuiten zand. 2 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

8 1.4 Werkwijze Het vooronderzoek CE wordt uitgevoerd conform de vigerende wet- en regelgeving, zijnde het Werkveldspecifiek Certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven 2012 (WSCS- OCE) zoals opgenomen in bijlage XII van de Arbeidsomstandighedenregeling. Door het Centraal College van Deskundigen OCE (CCvD-OCE) is een wijzigingsversie van het WSCS-OCE voorbereid. Het concept wijzigingsvoorstel is in januari 2014 door het CCvD-OCE vastgesteld en door het bestuur goedgekeurd. In samenspraak met het ministerie is inmiddels een nieuw Wijzigingsvoorstel ingediend op 11 maart Wederom opgesteld door het CCvD-OCE en goedgekeurd door het bestuur. Met het ministerie van SZW vindt ter zake nog overleg plaats. Omdat de wijzigingen een meerwaarde bieden hebben wij onze onderzoeken alvast hierop aangepast. Dit houdt in dat wij meer bronnen raadplegen dan het WSCS-OCE 2012, versie 1 voorschrijft. In paragraaf 6.5 en bijlage 3 van het WSCS-OCE zijn richtlijnen opgenomen voor het inventariseren en beoordelen van historisch bronnenmateriaal. In het vooronderzoek wordt conform deze richtlijnen onderscheid gemaakt in de volgende onderdelen: - inventarisatie van bronnenmateriaal; - beoordelen en evalueren van bronnenmateriaal; - opstellen rapportage en CE bodembelastingkaart. Het bronnenonderzoek vindt plaats op basis van een inventarisatie van: - gebeurtenis/informatie die een aanwijzing vormt dat het onderzoeksgebied, of een gedeelte daarvan, verdacht is op de aanwezigheid van CE (indicaties); - gebeurtenis/informatie die een aanwijzing vormt dat het verdacht gebied, of een gedeelte daarvan, als onverdacht kan worden aangemerkt (contra-indicatie). Alle indicaties en contra-indicaties worden indien mogelijk vertaald naar een locatie in het RD-coördinatenstelsel en opgeslagen in een geografisch informatiesysteem (ARCGIS). Luchtfoto s en stafkaarten uit de periode worden gepositioneerd ten opzichte van de huidige topografie. Vervolgens worden alle op de luchtfoto s zichtbare indicaties voor de aanwezigheid van CE ingetekend in ARCGIS. Ook andere indicaties en contra-indicaties worden zo veel mogelijk ingetekend in ARCGIS (Inventarisatiekaart). De ARCGIS-database vormt vervolgens de basis voor de beoordeling of sprake is van op CE verdachte gebieden binnen het projectgebied en de afbakening van deze gebieden (CE-Bodembelastingkaart). De indicaties en contra-indicaties uit het bronnenonderzoek worden beoordeeld en op basis daarvan wordt gemotiveerd vastgesteld: - of er sprake is van een CE verdacht gebied, en zo ja; - hoofdsoort, kaliber, nationaliteit en verschijningsvorm van vermoedelijke CE en voor de hoofdsoort afwerpmunitie tevens de subsoort, type ontsteker(s) en het verwachte aantal; - horizontale en verticale afbakening van het verdachte gebied. Eindresultaat is een rapportage en een bijbehorende CE bodembelastingkaart en inventarisatiekaart (GIS). 1.5 Verantwoording Het vooronderzoek is uitgevoerd door - historisch onderzoeker de heer J.D. van Boeijen MSc - historica mevrouw R.A.J. Hoebens MA In samenspraak met en onder verantwoording van de heer ing. H.J.A. (Dirk) van de Vleuten, manager van Bodac B.V. De Roggenplaat suppletie 3

9 2 INVENTARISATIE BRONNENMATERIAAL 2.1 Inleiding Conform het wijzigingsvoorstel van het WSCS-OCE: 2012, versie 1 dienen ten minste de in de onderstaande tabel weergegeven verplichte bronnen te worden geraadpleegd. 1 Indien noodzakelijk worden ook aanvullende bronnen geraadpleegd. In de rapportage wordt gemotiveerd waarom een aanvullende bron wel/niet geraadpleegd is. Het inventariseren van bronnenmateriaal wordt op een eenduidige wijze gedocumenteerd, zodanig dat gebruikte bronnen te herleiden zijn door een derde partij. Het bronnenonderzoek resulteert in een lijst met oorlogshandelingen die mogelijk hebben geleid tot het achterblijven van CE in het onderzoeksgebied (indicaties). Deze lijst bevat tevens een bronvermelding en verwijzing naar de datums waarop de oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden. De indicaties en contraindicaties uit het bronnenonderzoek worden beoordeeld in Hoofdstuk 4. Bron Verplicht Aanvullend Geraadpleegd Literatuur X X Gemeentelijk en provinciaal archief X X Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie X X (NIOD) Nationaal Archief Den Haag X X Semistatische archiefdiensten Ministerie Defensie X X te Rijswijk Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) X X Luchtfotocollectie Wageningen UR en Kadaster X X Nederlands Instituut voor Militaire Historie X X (NIMH) The National Archives te Londen / Bundesarchiv-Militärarchiv X X te Freiburg / National Archives te College Park (VS) Luchtfotocollectie Royal Commission on the X X Ancient and Historical Monuments of Scotland te Edinburgh Getuigen X Tabel: overzicht verplichte en aanvullende bronnen 1 Een aantal bronnen die in het WSCS-OCE 2012 aanvullend waren, zijn in het wijzigingsvoorstel aangemerkt als verplicht. Het gaat hierbij om het NIOD, het Nationaal Archief Den Haag en de Semistatische archiefdiensten Ministerie Defensie te Rijswijk. 4 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

10 2.2 In het verleden uitgevoerd onderzoek naar de aanwezigheid van CE Conform het WSCS-OCE dient bij aanvang van het onderzoek te worden nagegaan of er in het verleden onderzoek is uitgevoerd naar de aanwezigheid van CE, en zo ja, te worden gerapporteerd op welke wijze deze informatie is betrokken bij het onderzoek. Vooronderzoek In juni 1999 is door TNO een onderzoeksrapport opgesteld met betrekking tot de voormalige munitiedump in de Oosterschelde (Rapport TNO PML 1999 A59, Onderzoek Munitiedump Oosterschelde, Drs. N.H.A. van Ham en W. Duvalois). Deze munitiedump ligt nabij de haveningang van Zierikzee, buiten het onderzoeksgebied. In het rapport is onderzoek gedaan naar de verspreiding van de gedumpte munitie. Deze munitie kan op twee momenten zijn verspreid. Ten eerste is verspreiding door stroming mogelijk, maar dit heeft waarschijnlijk alleen plaatsgevonden op het moment van afzinken van de kisten. TNO verwacht dus niet dat de munitie door de stroming is verspreid nadat het de bodem heeft bereikt. Hoe ver de munitie tijdens het afzinken kan zijn afgedreven wordt in het rapport niet vermeld. Wel wordt de mogelijkheid beschreven dat een langzaam zinkende munitiekist een afstand van 850 meter bereikt. 2 De Roggenplaat ligt op een afstand van ongeveer 3 kilometer van de dumpplaats. Ten tweede is incidentele munitieverspreiding mogelijk als gevolg van de beroepsvisserij. In de Oosterschelde werden sleepnetten ingezet waardoor af en toe munitie werd opgevist. Deze munitie werd vervolgens gedumpt in de nabijheid van bekende scheepswrakken, omdat hier niet kan worden gevist. 3 In het onderzoeksgebied bevinden zich geen scheepswrakken. Voor het huidige onderzoeksgebied betekent dit dat verspreiding van de gedumpte munitie geen risicofactor is. In juli 2003 is door TNO een onderzoeksrapport opgesteld naar de mogelijke gevaren van aangespoelde AT 26 ontstekers (TNO PML 2003-A60, "Onderzoek AT 26 ontstekers ). Deze ontstekers zijn afkomstig uit de munitiedump bij Zierikzee. Ten gevolge van de gehanteerde verpakking konden deze ontstekers uit de dumplocatie zich verspreiden over de Oosterschelde, zodat ze door mensen konden worden aangetroffen op de stranden. Uit onderzoek van TNO is gebleken dat na een verblijf van 2 tot 3 jaar op de zeebodem geen enkele ontsteker nog functioneert. Het risico op persoonlijk letsel ten gevolge van een nog reagerende ontsteker kan derhalve worden verwaarloosd, aangezien de ontstekers thans minstens 35 jaar op de zeebodem liggen. 4 De provincie Zeeland heeft in het voorjaar van 2009 het initiatief genomen om toe te werken naar een kaart met aandachtsgebieden wat betreft de risico s op het aantreffen van conventionele explosieven voor de hele provincie. Deze kaart en de bijbehorende rapportage, opgesteld door Planterra in december 2010 (Project P291-03, Kenmerk ) is opgenomen op de internetpagina s van het Zeeuws bodemvenster. Op de kaart zijn geen aandachtsgebieden weergegeven binnen de huidige onderzoeksgebieden. 2 Rapport TNO, opgesteld door N.H.A. van Ham en W. Duvalois, Onderzoek munitiedump Oosterschelde, rapportnummer PML 1999-A59 (juni 1999), Rapport TNO, opgesteld door N.H.A. van Ham en W. Duvalois, Onderzoek munitiedump Oosterschelde, rapportnummer PML A59 (juni 1999), Rapport TNO, opgesteld door N.H.A. van Ham en W. Duvalois, Onderzoek AT 26 ontstekers, rapportnummer PML 2003-A60 (juli 2003). 5 De Roggenplaat suppletie

11 Afbeelding: een uitsnede van het Zeeuws Bodemvenster waarop met kleur gebieden zijn aangegeven waar mogelijk CE kunnen zijn achtergebleven. Binnen de huidige onderzoeksgebied zijn geen aandachtsgebieden ingetekend. Bron: In 2013 is in opdracht van de Provincie Zeeland (Dienst Landelijk Gebied) door Bodac B.V. een historisch vooronderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van CE voor het project Duinzoom te Schouwen-Duiveland (projectnummer H3014). De relevante informatie uit deze rapportage is meegenomen in dit onderzoek. In 2013 is in opdracht van Rijkswaterstaat door Bodac B.V. een historisch vooronderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van CE voor het project Vooroeververdediging Ooster- en Westerschelde, locaties Burghsluis en Schelphoek (projectnummer H3029) en Noord-Bevelandse oever (projectnummer H3049). De relevante informatie uit deze rapportages is meegenomen in dit onderzoek. In 2015 is in opdracht van het Waterschap Schelderstromen door Bodac B.V. een historisch vooronderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van CE voor het project Vispassage Prommelsluis (projectnummer H5010). De relevante informatie uit deze rapportage is meegenomen in dit onderzoek. Opsporing Bij het bevoegd gezag hebben wij navraag gedaan naar eerder uitgevoerde opsporingswerkzaamheden naar de aanwezigheid van CE in het projectgebied. Voor zover bekend is niet eerder dergelijk onderzoek uitgevoerd. 6 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

12 2.3 Literatuur Voor het onderzoeksgebied zijn de onderstaande relevante literatuurbronnen geraadpleegd, zowel standaardwerken als eventuele specifieke regionale informatiebronnen. Auteur Titel Plaats + datum Amersfoort, H. en P. Kamphuis Mei De strijd op Nederlands grondgebied Den Haag, 2005 Barth, A.J. en A.L. Kort Tussen isolement en ontsluiting. Een bestuurlijke geschiedenis Noord-Beveland 2005 van Noord-Beveland, Blankenstein, E. van Defensie- en oorlogsschade in kaart gebracht Zeist, 2006 Boiten, T.E.W. The Nachtjagd War Diaries: an operational history of the German night fighter force in the West, volumes 1 and 2 Walton on Thames, 2008 Bollen, H. en P. Vroemen Canadezen in actie. Nederland najaar 44 voorjaar 46 Arnhem, 1994 Bree, L.W. de Zeeland , deel 1 Middelburg,1979 Brongers, E.H. Inventarisatie uit diverse bronnen van in de meidagen van Z.p., tijdens of door de strijd in Nederland neergeschoten, vernielde of door vuur beschadigde Duitse vliegtuigen, weergegeven per provincie of gebied Crouchman, A. en Mighty Eighth War Diary Londen 1981 V. Maslen Eversteijn, T. Bombardementen, raketbeschietingen, neergekomen V- Z.p wapens en militaire vliegtuigverliezen in de periode 10 mei mei 1945 Fey, G.M. Verzet! Schouwen Duiveland in de frontlinie Zierikzee 1983 Guldemond, L De vergeten Marine. De geschiedenis van de Kathy Mijnen Z.P Party s in de periode van Grimm, P., E. van Loo en R. Vliegvelden in oorlogstijd. Nederlandse vliegvelden tijdens Amsterdam, 2009 de Winter bezetting en bevrijding Ham, G. van der Zeeland , deel 2 Zwolle, 1990 Heijkoop, P.C. en J. Rijpsma De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland. Planning en realisatie Middelburg, Heijkoop, C. Klein venijn. Kleinkampfmittel en de konvooivaart op Antwerpen Vlissingen, Jong, L. de Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog Den Haag, Kamerling, C.D. en F.M.J. De strijd in Zeeland Den Haag, 1954 Stuvel Karhof, N.J. Noord Beveland in bezettingstijd. Het vergeten eiland. Souburg, z.j. Klep, C. en De bevrijding van Nederland Oorlog op de s-gravenhage 1995 B. Schoenmaker flank Klerk, F. de De oorlog in stukken. De beleving van de jaren Goes 2009 op de Bevelanden Korthals-Altes, A. Luchtgevaar. Luchtaanvallen op Nederland Amsterdam 1984 Linden, H.M. van der, en L. Zeeland in de Eerste Wereldoorlog Soesterberg, 2015 van der Vliet Lith, H. van Plotseling een vreselijke knal. Bommen en mijnen treffen Zaltbommel 2001 neutraal Nederland Louisse, M. De Bevelanden in oorlog. Lesbrief over de Tweede Wereldoorlog Goes 2009 in Zuid- en Noord-Beveland voor het basis en voortgezet onderwijs Middlebrook, M. en C. Everitt The bomber command war diaries Bungay 1995 Molenaar, F.J. De luchtverdediging in de meidagen 1940, 2 delen Den Haag, 1970 Nierstrasz, V.E. De geschiedenis van de Koninklijke Nederlandse Brigade Den Haag 1959 Prinses Irene Prince, C. De RAF tijdens de Slag om de Schelde Krabbendijke, 2011 Sakkers, H. en H. Houterman Atlantikwall in Zeeland en Vlaanderen gedurende opbouw Rijswijk, 2000 en strijd Studiegroep Luchtoorlog (SGLO) Bulletin Air War Deventer, De Roggenplaat suppletie 7

13 Auteur Titel Plaats + datum Studiegroep Luchtoorlog Verliesregister Alle militaire vliegtuigverliezen Den Haag, (SGLO) in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Verburg, L.A. Zierikzee tijdens de oorlogsjaren Zierikzee 1945 Visser, T. en A. Visser Zeeland in de oorlog Middelburg, 1985 Zwanenburg, G.J. En nooit was het stil Kroniek van een luchtoorlog Den Haag, 1990 Website Datum Vooronderzoek Conventionele Explosieven

14 2.4 Gemeentelijk en provinciaal archief Beide deelgebieden van het projectgebied zijn gelegen binnen de grenzen van de toenmalige gemeente Zierikzee. Sinds 1997 maken beide deelgebieden deel uit van de gemeente Schouwen-Duiveland. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was Zierikzee een zelfstandige gemeente. Het archief van de voormalige gemeente Zierikzee is ondergebracht binnen de collectie van de gemeente Schouwen-Duiveland. Omdat er in deze archieven weinig informatie is aangetroffen over het projectgebied, hebben wij ons onderzoek ook gericht op de plaatsen die rond de Oosterschelde liggen, zoals Westenschouwen, Burghsluis, Schelphoek, Serooskerke, Moriaanshoofd, Zierikzee, Colijnsplaat en Wissenkerke. Relevante stukken over deze plaatsen zijn ondergebracht binnen de collecties van de gemeente Schouwen-Duiveland, de gemeente Noord-Beveland en het Zeeuws Archief. Bij het raadplegen van het gemeentelijke en provinciaal archief worden conform het WSCS-OCE ten minste de stukken van de luchtbeschermingsdienst, de stukken over aangetroffen/geruimde CE en de oorlogsschaderapporten geraadpleegd. In overleg met opdrachtgever is bepaald dat in het gemeentelijk en provinciaal archief niet wordt gezocht naar gegevens over naoorlogse ontwikkelingen (contra indicaties). Het onderzoek naar de naoorlogse ontwikkelingen beperkt zich tot een vergelijking van de luchtfoto s uit de Tweede Wereldoorlog met de huidige satellietbeelden van het onderzoeksgebied. Geraadpleegde stukken in het gemeentearchief Schouwen-Duiveland: 4 Gemeente Burgh Inv. nr. Omschrijving Relevant 945 Beschrijving door Adrianus Marinus van der Weel te Burgh van gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog te Haamstede en Burgh Nee 9 Gemeente Haamstede Inv. nr. Omschrijving Relevant 29 Rapporten luchtbeschermingsdienst Nee 31 Lijst van verwoeste of door de Wehrmacht afgebroken gebouwen Nee 32/149 Lijsten van graven van militairen en civiele oorlogsslachtoffers. Verstrekken van inlichtingen. Nee Bescherming tegen luchtaanvallen. Diverse stukken Ja 53 Wederopbouwplan. Ca Nee 61 Inlevering, vernietiging enz. Van wapenen en munitie. Ca Nee 152 Openbare werken. Puinruimen Nee 288 Brandrapporten Nee 360 Slopen en opruimen bunkers Nee 186, 212, 214, 218, 250 Wederopbouw. Oorlogsschade, schadegevallen. Woningen en bedrijfsgebouwen Stukken betreffende de luchtbeschermingsdienst Nee Registers van de rapporten van de luchtbeschermingsdienst Nee 23 Gemeente Zierikzee Inv. nr. Omschrijving Relevant 470 Onteigening van puin en sloop van in de Tweede Wereldoorlog onherstelbaar verwoeste Nee panden Wederopbouw Nee 1897 Voorschriften betreffende puinruiming in het kader van de wederopbouw en uitvoering Nee door de Nederlandse Heidemaatschappij Correspondentie en lijsten houdende namen inzake de inlevering van wapens Nee 2808 Verlening van verlof tot het opgraven, vervoeren en herbegraven van lijken Nee 2830 Verstrekken en verkrijgen van inlichtingen betreffende in Zierikzee aanwezige oorlogsgraven. Nee Evacuatie in oorlogstijd, Nee 3078 Hulpverlening na luchtaanvallen Nee Nee De Roggenplaat suppletie 9

15 3079 Correspondentie en voorschriften betreffende afhandeling van oorlogsschade aan roerende Nee eigendommen Correspondentie en voorschriften betreffende mijnenvelden en aanwezigheid van mijnen. Ja Overdracht van de werkzaamheden betreffende wederopbouw aan de gemeenten Nee Evacuatie bij oorlogsomstandigheden en huisvesting van havenarbeiders in geval Zierikzee Nee als noodhaven dienst moet doen Hulpverlening na de ontploffing van een mijn op het terrein van sloper Groenleer aan de Nee Karnemelksvaart / Gravenstraat Opslag van munitie en openbare waarschuwing hiervoor Nee 3146 Uitvoering van een onderzoek door de Explosieven Opruimingsdienst naar de aanwezigheid Nee van niet ontplofte explosieven op een bouwterrein aan de Platteweg Uitvoering van een verkennend onderzoek door de Explosieven Opruimingsdienst naar Nee de aanwezigheid van niet ontplofte explosieven op het terrein van Groenleer aan de Gravenstraat en overige correspondentie Verslag omtrent de toestand van Zierikzee en omgeving Nee 4541 Waterstaatszaken Nee 4547 Afhandeling van bomschade Nee 4550 Correspondentie betreffende de evacuatie Nee 4551 Gedane publicaties tijdens de evacuatieperiode Nee 4552 Rapporten en beschrijvingen van incidentele gebeurtenissen Ja 4556 Inzet van medewerkers van de Dienst Gemeentewerken Nee Dagaantekeningen Nee 40 Gemeentepolitie Zierikzee Inv. nr. Omschrijving Relevant 40 XIV Nachtrapporten politie. Aantekeningen betreffende vijandelijke vliegtuigen enz. Nee 10 Gemeente Kerkwerve Inv. nr. Omschrijving Relevant 52 ( ) Stukken betreffende herstel oorlogsschade aan diverse percelen van particulieren, Nee ( ) Onbewoonbaar verklaring van woningen: Ringdijk N22 en N23; toestand der woning Ring 5 en sloop woning K94, (oorlogsschade; verboden geschriften; militair gezag; arbeids- en opbouwdienst). Ja (luchtbescherming) Nee (luchtbescherming, ) (straatverlichting; parken en plantsoenen; Ja wegen, verkeer te land) 124 (-1.851/2a.06) Besluit tot instandhouding OLS te Kerkwerve ex art. 22 LO wet, Nee (-1.851/2b.06) Herstel oorlogsschade en inundatieschade Chr. School Moriaanshoofd, (-1.851/2b.06) Aanschaf leer- en hulpmiddelen ten behoeve van het vak lichamelijke opvoeding Chr. School Moriaanshoofd, ( ) Herbeplantingsplan voor Kerkwerve wegens herstel oorlogsschade. Nee ( ) Correspondentie betreffende vergoedingen wegens herstel oorlogsschade Nee van gemeente-eigendommen c Archief van de Luchtbeschermingsdienst Kerkwerve Nee 152 ( ) Correspondentie betreffende vergoedingen wegens herstel oorlogsschade van gemeente-eigendommen Nee 10 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

16 Geraadpleegde stukken in het gemeentearchief Noord-Beveland: Gemeente Wissenkerke Inv. nr. Omschrijving Relevant 770 Verslagen omtrent de toestand van de gemeente en haar gemeenteambtenaren tijdens Ja de oorlog en na de bevrijding Stukken betreffende de plaatsing van 2 oorlogsmonumenten op algemene begraafplaats Nee te Wissenkerke en een monument in het dorp Kamperland Register op het beheer der strandvonderij Nee Geraadpleegde stukken in het Zeeuws Archief: 3227 Waterkering Onrustpolder, Jacobapolder en Anna-Frisopolder Inv. nr. Omschrijving Relevant 69 Stukken betreffende de uitvoering van gewone en buitengewone werken aan en langs de Nee zeedijk Calamiteuze Anna-Frisopolder, gemeente Wissenkerke sectie F, met het af te graven stuk Nee land ten behoeve van de kleibekleding tussen de dijkpalen 17 en 19 voor de herstelwerkzaamheden als gevolg van de bomschade op 11 oktober 1944 (kaart) Herstellingswerken als gevolg van de bomschade van 11 oktober 1944 aan de zeedijk van de calamiteuze Anna Frisopolder tussen de dijkpalen 7 en 9 en 17 en 19, met dwarsprofielen, dienst 1945/'46 (kaart) 1945/1946 Nee De Roggenplaat suppletie 11

17 2.5 Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Voor dit onderzoek is de collectie Departement van Justitie (toegangsnummer 216k) en de Collectie Generalkommissariat für das Sicherheitswesen Höhere SS- und Polizeiführer Nord-West (toegangsnummer 077) uit het archief van het NIOD geraadpleegd. Geraadpleegde stukken: 216k Departement van Justitie Inv. nr. Omschrijving Relevant 150 Circulaires inzake de beschadiging van Duitse verkeersborden, het dansverbod en de melding Nee van bominslagen en andere oorlogshandelingen, 25 september - 24 december 1940, 1 omslag 180 Hoofdinspectie LBD: Rapporten van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, politiekorpsen Nee en de Marechaussee inzake het geven van het sein luchtalarm, het neerstorten van vliegtuigen en vliegtuigonderdelen en de vondst van niet-ontplofte explosieven, 23 juni april 1944, 1 omslag Hoofdinspectie LBD: Processen-verbaal van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, Nee politie en Marechaussee met betrekking tot vijandelijke vliegtuigen, bomaanvallen en ontploffingen in verschillende gemeenten, 5 omslagen 181 Aalsmeer-Apeldoorn 182 Arcen-Arnhem 183 Baarn-Burgh 184 Capelle a/d IJssel-Dwingeloo 185 Echt-Zwolle 186 Hoofdinspectie LBD: Meldingen van verschillende gemeenten betreffende ongevallen, beschietingen, bombardementen en het afwerpen van (lege) benzinetanks door vliegtuigen., 1 omslag Nee 077 Generalkommissariat für das Sicherheitswesen (Höhere SS- und Polizeiführer Nord-West) Inv. nr. Omschrijving Relevant 1328 Dagberichten van de Befehlshaber der Ordnungspolizei Den Haag betreffende vijandelijke Nee luchtaanvallen, , 1 band 1332 Stukken betreffende vijandelijke luchtaanvallen, landingen van vijandelijke vliegeniers, Nee het vinden van versperringsballons, het werpen van springstoffen en het gebruik van sabotagematerialen, , 1 band 1759 Berichtgevingen betreffende neergekomen vliegtuigen, 1943, 1 omslag Nee 2.6 Nationaal Archief te Den Haag Voor dit onderzoek is de collectie Isp. Bescherming Bevolking Luchtaanvallen (toegangsnummer ) geraadpleegd, waarin de berichten van gemeenten aan de Rijksinspectie Luchtbescherming te Den Haag in de periode zijn ontsloten. Geraadpleegde stukken: Isp. Bescherming Bevolking Luchtaanvallen Inv. nr. Omschrijving Relevant 77 Meldingen en proces-verbaal ontvangen van gemeenten over geallieerde luchtactiviteiten, Zeeland Nee Bunkerarchief Bureau registratie Verdedigingswerken Inv. nr. Omschrijving Relevant 279 Blokkaarten van werken, Blokkaart 5A, Schouwen-Duiveland Ja 280 Blokkaarten van werken, Bolkkaart 5F, Noord-Beveland Ja 419 Stellingen en complexen in Zuid-Nederland, calques , nrs. 5/10.1-6/9.1 Ja 413 Stellingen en complexen in Zuid-Nederland, calques , nrs. 3/ /4.22 Ja 414 Stellingen en complexen in Zuid-Nederland, calques , nrs. 4/5.1-4/6.9 Ja 556 Registratietekeningen van afzonderlijke werken, calques, , Haamstede, nrs. K43- Ja K Registratietekeningen van afzonderlijke werken, calques, , Serooskerke (Schouwen) nrs. K1-K19 Ja 12 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

18 Ministerie van Marine Inv. nr. Omschrijving Relevant 912 Opgave posities voormalige mijnenvelden i.v.m. mogelijk ontploffingsgevaar tijdens werkzaamheden Ja bij afsluiting van de Oosterschelde Situatiekaarten van mijnen voor de Nederlandse kust Ja 2219 Bergingsrapport van de commandant Hr Ms Meppel inzake het zoeken naar de KLu Hunter N 260 in de schaar van Roggenplaat Ja 2.7 Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) In de collectie "Duitse verdedigingswerken in Nederland en rapporten van het Bureau Inlichtingen te Londen ( )" met collectienummer 575 van het NIMH is geen informatie aangetroffen met betrekking tot de aanwezigheid van Duitse militaire werken in het onderzoeksgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voor dit onderzoek is de collectie gevechtsverslagen en rapporten mei 1940 met collectienummer 409 van het NIMH niet geraadpleegd, aangezien er geen indicaties zijn dat er grondgevechten hebben plaatsgevonden in het projectgebied in de periode mei Duitse verdedigingswerken in Nederland en rapporten van het Bureau Inlichtingen te Londen ( ) Inv. nr. Omschrijving Relevant 386 GB/5851/44: Verbindingen: telefoonkabel van Breda naar Eindhoven; ; particuliere lijnen bunker Ockenburg (Den Haag) bijlage: 2 schetsen; Evacuatie: Walcheren en Zuid-Beveland, Ontruiming Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden, Defensie: Tankgracht van Stampersgat naar Roosendaal, Tankgracht Breda, Voorbereidingen vernieling Waalbrug te Nijmegen, Mijnen in Zeeuwse wateren, Blokschepen bij Dordrecht, Prikkeldraad te Rotterdam, ; en luchtafweer. Hout voor defensie kust, Maas- en IJsellinie, Administratie: Ortskommandant te Zierikzee; vestigingen te Arnhem en Baarn; Garnizoen Gouda. Troepensterkte: Schouwen-Duiveland, Gouda en Zwolle. Vliegveld: Hoogerheide en Waalhaven. Depots: Voedselvoorraden Den Haag; olieaanboring te Schoonebeek en Coevorden. Nee 2.8 Semistatische archiefdiensten Ministerie Defensie te Rijswijk Munitieruimingen Voor dit onderzoek is de collectie van de Mijn- en Munitieopruimingsdienst ( MMOD ) geraadpleegd, waarin de munitieruimingen in de periode zijn ontsloten. In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog was de Mijn- en Munitie Opruimings Dienst (MMOD) verantwoordelijk voor het opruimen van mijnen en achtergelaten munitie in Nederland. Het archief van de MMOD bevindt zich bij de Semistatische Archiefdiensten van het ministerie van Defensie in Rijswijk. Het archief bestaat uit meldingen, kaarten, plattegronden en ruimingrapporten van Nederlandse gemeenten. In sommige gevallen is deze informatie omtrent munitieruimingen in de naoorlogse jaren eveneens aanwezig in de betreffende gemeentearchieven. In het archief van de MMOD zijn geen meldingen van CE aangetroffen die betrekking hebben op het onderzoeksgebied. Er is gezocht op vermeldingen van de voormalige gemeenten Zierikzee, Burghsluis, Wissenkerke, Kerkwerve, Serooskerke, Schelphoek, Colijnsplaat en Roggenplaat. Munitieruimingen In februari 1946 werd het Korps Hulpverleningsdienst geformeerd uit personeel van luchtbeschermingsdiensten van verschillende gemeenten. Het korps hielp bij de ruiming van achtergebleven munitie. In 1972 werd besloten om de verantwoordelijkheid voor het opruimen van munitie over te dragen aan het ministerie van Defensie en werd het Korps opgeheven. Het archief van het Korps Hulpverleningsdienst bevindt zich bij het Nationaal Archief. Detailinformatie uit de periode waarin het Korps Hulpverleningsdienst actief was ( ) is vermoedelijk wel gedocumenteerd, maar vervolgens vernietigd of niet zodanig gearchiveerd dat deze informatie tegenwoordig nog vindbaar is. Raadpleging van het archief van het Korps Hulpverleningsdienst wordt derhalve niet zinvol geacht. De Roggenplaat suppletie 13

19 2.9 Archief Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) Munitieruimingen 1971-heden In 1971 heeft de EOD de taak voor het ruimen van aangetroffen CE van de Hulpverleningsdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken overgenomen. Pas vanaf die tijd zijn alle meldingen van aangetroffen/geruimde CE bijgehouden. Tot 1990 werden deze meldingen MORA s genoemd (Melding Opdracht Ruimrapportage Afdoening). Na 1990 werden deze meldingen WO s (Werkopdrachten) of UO s (Uitvoeringsopdrachten) genoemd. Bij het raadplegen van het archief van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie wordt in eerste instantie de database met meldingen van aangetroffen CE geraadpleegd. Indien in de database indicaties voor de aanwezigheid van CE worden aangetroffen, wordt vervolgens de collectie MORA s/uo s te Rijswijk geraadpleegd. De aangetroffen meldingen van de EOD die betrekking hebben op het onderzoeksgebied zijn uitgewerkt in paragraaf 3.2. Er is gezocht op vermeldingen van Zierikzee, Burghsluis, Wissenkerke, Kerkwerve, Serooskerke, Schelphoek, Colijnsplaat en Roggenplaat. Mijnenvelden In de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog zijn de Duitse en geallieerde mijnenvelden geruimd. Informatie over mijnenvelden die op land zijn gelegd is beschikbaar via de EOD. Hier bevindt zich echter geen informatie met betrekking tot zeemijnen. De EOD heeft ons hiervoor verwezen naar de Hydrografische Dienst, die onder de Koninklijke Marine valt. Na navraag bleek hier echter ook geen informatie aanwezig te zijn met betrekking tot mijnenvelden in de Oosterschelde. De Hydrografische Dienst verwees ons daarvoor door naar Rijkswaterstaat. Via opdrachtgever en meerdere andere personen binnen Rijkswaterstaat hebben wij geprobeerd informatie over mijnenvelden te verkrijgen, maar deze informatie bleek ook hier niet voorhanden. Ook bij het NIMH en het Nationaal Archief hebben wij gezocht naar informatie over mijnenvelden. Bij het NIMH bleek één archiefstuk te zijn dat mogelijk interessant was, maar dat na inzage niet relevant bleek te zijn (zie paragraaf 2.7). In het Nationaal Archief zijn enkele stukken aangetroffen over mijnenvelden, maar dit betrof geen informatie over mijnenvelden in het projectgebied (zie paragraaf 2.6). 14 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

20 2.10 Luchtfotocollecties In Nederland bestaan momenteel twee archieven die samen een vrij complete collectie beheren van relevante luchtfoto s die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gemaakt door zowel de Britse als Amerikaanse luchtmacht. Een deel van deze luchtfotocollectie bevindt zich in de afdeling Speciale Collecties, Bibliotheek Wageningen UR te Wageningen. Het andere deel bevindt zich in de collectie van het Kadaster Geo-informatie te Zwolle. Luchtfoto's uit beide archieven worden geleverd via Dotkadata. Conform het WSCS-OCE zijn de in de Nederlandse archieven beschikbare luchtfoto s betreffende de datum waarop de oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden geïnventariseerd. Daaruit zijn de bruikbare luchtfoto s geselecteerd. Bij de selectie van luchtfoto s is rekening gehouden met: opnamedatum in relatie tot oorlogshandelingen, kwaliteit van het fotobeeld en de schaal. Indien in de Nederlandse archieven geen luchtfoto s aanwezig zijn van datums vlak na een relevante oorlogshandeling om deze te verifiëren, dan dient aanvullend de luchtfotocollectie van de Royal Commission on the Ancient and Historical Monuments of Scotland (RCAHMS) te Edinburgh te worden geraadpleegd. Deze collectie is voor dit onderzoek geraadpleegd, omdat de Nederlandse archieven onvoldoende informatie hebben opgeleverd. Voor dit onderzoek is alleen gezocht naar foto s van het deelgebied Roggenplaat. Het deelgebied Roompot ligt geheel onder water, waardoor op luchtfoto s geen oorlogshandelingen zichtbaar zullen zijn. Het deelgebied Roggenplaat is alleen goed zichtbaar bij eb, wat de zoektocht naar bruikbare luchtfoto s bemoeilijkte. Bovendien worden sporen van oorlogshandelingen bij iedere overspoeling van de Roggenplaat weggespoeld. Bij de RCAHMS hebben wij een Search Report opgevraagd. Omdat er al vanaf 1940 meldingen zijn van bombardementen in de omgeving van de Roggenplaat, hebben wij een overzicht van luchtfoto s opgevraagd van Omdat de meeste oorlogshandelingen vanaf september 1944 hebben plaatsgevonden, zijn foto s vanaf deze maand het meest relevant. Er waren een aantal foto s beschikbaar die het gebied geheel of gedeeltelijk afdekten. Een groot deel van de foto s was echter van slechte kwaliteit, bijvoorbeeld door bewolking of een te kleine schaal. Op de overige foto s waren op de previews geen oorlogshandelingen zichtbaar, waardoor wij het niet zinvol achtten deze luchtfoto s voor nadere analyse te bestellen. In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de beschikbare en geselecteerde luchtfoto s. Inv. nummer Herkomst Datum Kwaliteit Relevantie Geselecteerd HAA/0026/223 RCAHMS Goed Matig Nee HAA/0028/235 RCAHMS Goed Matig Nee H/0021/275 RCAHMS Slecht Matig Nee H/0022/70-71 RCAHMS Goed Matig Nee H/0100/270 RCAHMS Slecht Matig Nee H/0107/232 RCAHMS Redelijk Matig Nee H/0218/48 RCAHMS Redelijk Matig Nee H/0218/ RCAHMS Redelijk Matig Nee B/0262/58 RCAHMS Redelijk Matig Nee E/0461/ RCAHMS Slecht Matig Nee AA/0599/1002 RCAHMS Geen preview Matig Nee AA/0661/1002 RCAHMS Slecht Matig Nee AA/0661/12008 RCAHMS Slecht Matig Nee AA/0713/1006 RCAHMS Geen preview Matig Nee BB/0064/1001 RCAHMS Geen preview Matig Nee US7/1352/ RCAHMS Slecht Matig Nee US7/1426/7114 RCAHMS Slecht Matig Nee 16/0733/2034 RCAHMS Slecht Matig Nee US7/2363/8007 RCAHMS Slecht Matig Nee 106G/2763/7076 RCAHMS Slecht Matig Nee 16/1141/ RCAHMS Slecht Goed Nee 4/0775/3075 RCAHMS Slecht Goed Nee 140/1000/ RCAHMS Slecht Goed Nee De Roggenplaat suppletie 15

21 16/1174/1022 RCAHMS Slecht Goed Nee US7/3345/8015 RCAHMS Slecht Goed Nee US7/3348/8002 RCAHMS Slecht Goed Nee 16/1261/ RCAHMS Slecht Goed Nee 4/1573/ RCAHMS Slecht Goed Nee 2.11 The National Archives Londen/Stafkaarten Er dient aanvullend bronnenonderzoek plaats te vinden indien uit raadpleging van de verplichte bronnen blijkt dat er indicaties zijn dat oorlogshandelingen in de vorm van luchtaanvallen met afwerpmunitie hebben plaatsgevonden, maar daarover geen concrete en volledige informatie aanwezig is in de Nederlandse archieven en op de geraadpleegde luchtfoto s over: 1. het aantal, de hoofd- en subsoort, kaliber en het type ontsteker(s) van de afwerpmunitie die tijdens de luchtaanval is ingezet; 2. de inslaglocaties daarvan. Aanvullend onderzoek omvat één of meerdere van de onderstaande buitenlandse archieven: 1. The National Archives te Londen; 2. Bundesarchiv-Militärarchiv te Freiburg; 3. The National Archives te College Park (VS). Operations Record Books R.A.F. The National Archives in Londen beschikken over Operations Record Books van de R.A.F. met informatie met betrekking tot bombardementsgegevens uit de periode mei 1944 t/m mei De gegevens uit de periode september 1944 t/m mei 1945 zijn door ons verwerkt in een database. Binnen onze database is gezocht op vermeldingen van de plaatsnaam Oosterschelde en vermeldingen van de kaartvierkanten D.2040 t/m D.2643 en D2345 t/m Voor dit onderzoek zijn de onderstaande Operations Record Books van 2nd Tactical Air Force gebruikt. Inv. nummer Eenheid Tijdsperiode AIR Tactical Air Force Mei-juni 1944 AIR Tactical Air Force Juli-aug 1944 AIR Tactical Air Force Sep-okt 1944 AIR Tactical Air Force Nov-dec 1944 AIR Tactical Air Force Jan-feb 1945 AIR Tactical Air Force Mrt-mei 1945 Squadron Record Books R.A.F. Behalve Operations Record Books van de Second Tactical Airforce, beschikken The National Archives ook over Operations Record Books van individuele squadrons. In deze Operations Record Books bevindt zich soms aanvullende informatie over beschietingen en bombardementen. Van een aantal squadrons hebben wij de Operations Record Books opgevraagd om meer informatie over een gebeurtenis te achterhalen. Met betrekking tot het onderzoeksgebied zijn de onderstaande Operations Record Books van de squadrons gebruikt: Inv. nummer Squadron Tijdsperiode AIR Squadron Augustus 1944 AIR Squadron Januari 1945 War Diaries The National Archives in Londen beschikken over gevechtsverslagen (War Diaries) van diverse Britse en Canadese eenheden die in Nederland actief zijn geweest. Deze gevechtsverslagen geven een overzicht van de activiteiten van deze eenheden. Met betrekking tot het onderzoeksgebied zijn geen War Diaries aangetroffen. 16 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

22 Stafkaarten Bij de afdeling GEO-informatie van het kadaster te Zwolle hebben wij geallieerde stafkaarten uit 1943 en 1944 besteld. Op deze stafkaarten is het onderzoeksgebied te zien zoals het was ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. In sommige gevallen zijn zelfs kaarten beschikbaar met daarop aantekeningen van tankgrachten, loopgraven, mijnenvelden en geschutposities en/of artilleriedoelen. Dit is op deze kaarten niet het geval. Voor dit onderzoek is de onderstaande stafkaart gebruikt: Inv. nummer Omschrijving Herkomst Tijdsperiode 7 S.E. Zierikzee First Edition Kadaster Geo-Informatie Zwolle N.E. Brouwershaven First Edition Kadaster Geo-Informatie Zwolle N.W. Middelburg Second Edition Kadaster Geo-Informatie Zwolle 1944 Deze stafkaarten worden door ons tevens gebruikt om oorlogshandelingen uit de geallieerde Operations Record Books en War Diaries te analyseren aan de hand van het destijds door de geallieerden gebruikte Nord de Guerre coördinaatsysteem. De in de War Diaries en Operations Record Books genoemde coördinaten kunnen zodoende worden herleid tot een positie in de huidige topografie. Door middel van deze stafkaarten zijn de voor het onderzoeksgebied relevante kaartvierkanten geselecteerd. Met behulp hiervan is vastgesteld of er volgens de War Diaries/Operations Record Books bombardementen of andere gevechtshandelingen binnen deze kaartvierkanten hebben plaatsgevonden. Afbeelding: Het project- en onderzoeksgebied geprojecteerd op de geallieerde stafkaart uit Het rode kader geeft de kaartvierkanten weer waarbinnen is gezocht op bombardementsgegevens. De Roggenplaat suppletie 17

23 3 UITWERKING BRONNENMATERIAAL 3.1 Chronologie relevante gebeurtenissen In deze paragraaf wordt een chronologisch overzicht gegeven van de bevindingen uit het bronnenonderzoek. Van sommige oorlogshandelingen is het niet mogelijk gebleken de exacte locatie vast te stellen. Deze gebeurtenissen zijn omwille van het historisch overzicht en/of relevantie wel opgenomen in onderstaand overzicht. Wanneer een gebeurtenis buiten het onderzoeksgebied heeft plaatsgevonden, of als de precieze locatie niet bekend is, dan wordt dit vermeld. In het overzicht wordt tevens vermeld of een gebeurtenis als relevant of niet relevant kan worden beschouwd voor het projectgebied Tijdens de Eerste Wereldoorlog spoelden regelmatig zeemijnen aan op de Zeeuwse kust. In totaal zou het om meer dan mijnen gaan die in Zeeland aanspoelden. 5 Op 26 september 1914 liet de burgemeester van Wissenkerke de inwoners weten dat eventueel aangespoelde mijnen niet mochten worden aangeraakt. Een dag eerder hadden alle Zeeuwse burgemeesters een telegram ontvangen waarin gewaarschuwd werd voor het mijnengevaar. Overigens lagen er in de Oosterschelde tijdens de Eerste Wereldoorlog geen vaste mijnversperringen. Deze mijnversperringen kwamen wel in de vaargeulen voor Walcheren en Zuid-Beveland, om de monding van de Westerschelde tegen invallen te beschermen. 6 De aangespoelde mijnen waren voornamelijk van Britse en Duitse nationaliteit. Op 13 november 1914 spoelde de eerste mijn aan langs de kustlijn van de gemeente Wissenkerke. Op 16 november schreef de burgemeester dat er inmiddels al zes mijnen waren aangespoeld. Op 19 januari 1915 ontplofte er een zeemijn op de dijk bij Colijnsplaat. Op 14 april 1916 spoelde er een mijn aan op het grondgebied van Colijnsplaat, bij de Glasjesnol, en eind 1917 gebeurde dat nog twee keer. In dat jaar spoelde ook een mijn aan op de oever van de Anna Frisopolder. In 1917 was het op het grondgebied van de gemeente Wissenkerke wederom raak: in oktober 1917 spoelden vier mijnen aan. 7 Afbeelding: burgers poseren bij een op het strand van Renesse aangespoelde mijn. Bron: REASeuro, Site studies Wind Farm Zone Borssele. Unexploded Ordnance (UXO) desk study, Netherlands Enterprise Agency (9 december 2014), H.H.M. van der Linden en L. van der Vliet, Zeeland en de Eerste Wereldoorlog: de oorlog en het Brabantse land (Soesterberg, 2015), 156 en 169; H. van Lith, Plotseling een vreselijke knal. Bommen en mijnen treffen neutraal Nederland ( ) (Zaltbommel, 2001), A.J. Barth en A.L. Kort, Tussen isolement en ontsluiting. Een bestuurlijke geschiedenis van Noord-Beveland, (2005), Vooronderzoek Conventionele Explosieven

24 Najaar 1939 Eind 1939 werden de eerste voorbereidingen voor de oorlog getroffen en werden enkele gebieden in Zeeland onder water gezet. Ook ging er in het late najaar geen dag voorbij of er spoelden mijnen aan, Engelse en Nederlandse. Dikwijls slaagden de mannen van de mijnopruimingsdienst er in ze te demonteren, soms explodeerden ze nog eer de koelbloedige technici gealarmeerd waren. De ontploffingen richtten aanzienlijke schade aan. Westkapelle, Borssele, Kerkwerve konden er van mee spreken: kraters in dijklichamen, pannen van de daken geveegd, muren ontzet, een regen van glasscherven. Het was alleen nog maar mobilisatie mei mei 1940 Tussen 10 en 15 mei 1940 werd het grootste deel van Nederland door Duitse troepen veroverd. Op 15 mei capituleerde Nederland, met uitzondering van Zeeland. Op 16 en 17 mei werd ook de weerstand daar door de Duitsers gebroken. De grootste gevechten vonden plaats op het eiland Walcheren, buiten het onderzoeksgebied. Op Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland bleef het grotendeels rustig. Alleen in grote plaatsen, waaronder Zierikzee, vonden enige gevechten plaats. 9 Er zijn geen aanwijzingen dat binnen het onderzoeksgebied oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden. Wel zou er volgens Eversteijn op 10 mei een Duits vliegtuig zijn neergekomen in de Oosterschelde. 10 Waar dit vliegtuig precies zou zijn neergekomen wordt in de bron niet vermeld. Deze crash wordt in geen enkele andere bron genoemd en staat ook niet in het Verliesregister van de Studiegroep Luchtoorlog. 12 juni 1940 augustus 1942 Tussen 12 juni 1940 en medio augustus 1942 boekte de Luchtbeschermingsdienst te Haamstede 115 meldingen: brand- en brisantbommen op het vliegveld, op hofsteden, schuren en broeikassen, op dorpskernen en op dijken; beschietingen, ontploffingen, neerstortende vliegtuigen. Weinig doden onder de burgers, meer onder de militairen op het vliegveld; ook enig vee dat in de weiden crepeerde. 11 De locatie Haamstede en omgeving ligt buiten het onderzoeksgebied. 30 juli 1940 Britse Blenheim bommenwerpers vielen enkele schepen aan op de Oosterschelde tussen Walcheren en Noord-Beveland. 12 Deze locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 31 juli 1940 Door een Engels vliegtuig worden bommen geworpen in het Havenkanaal in Zierikzee. Bij het tot ontploffing brengen van de bommen sprongen verschillende ruiten, terwijl enkele daken van woningen werden beschadigd. 13 De Duitsers rapporteerden dat om uur een Blenheim bommenwerper een aanval deed op een bij Zierikzee binnenlopend schip, maar dat alle bommen misten. 14 Het Havenkanaal ligt buiten het onderzoeksgebied. 17 oktober 1940 De Janna A zonk voor de haven van Burghsluis, tussen de kust van Schouwen-Duiveland en de Roggenplaat. De klipper was op een mijn gevaren. 15 Het zou gaan om een Engelse magnetische mijn die door een vliegtuig in de Oosterschelde was gedropt. 16 We kunnen deze informatie echter niet verifiëren, omdat er niet naar een bron wordt verwezen waaruit deze informatie afkomstig zou zijn. Het is wel mogelijk dat het om een Britse magnetische mijn ging, omdat dit soort mijnen in oktober 1940 wel bestonden. 8 L.W. de Bree, Zeeland , deel 1 (1979), H. Amersfoort en P. Kamphuis, Mei De strijd op Nederlands grondgebied (2005), 240, 250; L.W. de Bree, Zeeland , deel 1 (1979), ; M.R.H. Calmeyer en V.E. Nierstrasz eds., De strijd in Zeeland, mei De strijd op Nederlands grondgebied tijdens Wereldoorlog II, Hoofddeel III, Deel 6 (1954), T. Eversteijn, Bombardementen, raketbeschietingen, neergekomen V-wapens en militaire vliegtuigverliezen in de periode 10 mei mei 1945 (2011), 82. De studie van Theo Eversteijn uit 2011 is een nuttige bron met zeer veel informatie. Omdat de informatie niet te herleiden is tot een bron, is de informatie echter niet te controleren en daarom niet betrouwbaar. Gebeurtenissen uit de studie van Eversteijn worden daarom alleen voor waar aangenomen als ze kunnen worden gecombineerd met informatie uit andere bronnen. 11 L.W. de Bree, Zeeland , deel 1 (1979), Eversteijn, Bombardementen (2011), L.A. Verburg, Zierikzee tijdens de oorlogsjaren (1945), Zwanenburg deel 1-67; Eversteijn, Bombardementen (2011), Wrakinformatie Janna A, < online geraadpleegd op 7 september De Vrijdagavondduikers, Janna A, < (online geraadpleegd op 2 november 2016). 19 De Roggenplaat suppletie

25 3 april 1941 Er wordt gemeld dat er brandbommen en vermoedelijk ook brisantbommen waren afgeworpen in de gemeente Kerkwerve. Een woning aan de Bootsweg (buiten onderzoeksgebied, ter hoogte van Moriaanshoofd) werd getroffen door een brandbom. De volgende morgen werden in twee percelen weiland gelegen aan de Westelijke zijde van de Serooskerkseweg (de huidige Provincialeweg) vijf bomtrechters gevonden en een gat dat vermoedelijk was ontstaan door een niet tot ontploffing gekomen bom. Deze bom is niet opgegraven omdat die waarschijnlijk minstens drie meter in den grond zou zijn geboord en daardoor geen gevaar meer vormde. Daarnaast werden 40 inslagen van brandbommen waargenomen. Alle bommen, met uitzondering van die op de woning aan de Bootsweg, kwamen in het open veld terecht zonder schade aan te richten. 17 Waar de bommen precies zijn neergekomen is onbekend. De genoemde locaties liggen buiten het onderzoeksgebied. Wij gaan er daarom van uit dat het onderzoeksgebied bij deze aanval niet is getroffen. 28 april 1941 Spitfires van 611 Squadron vielen doelen aan in het kustgebied van Nederland. Onder de piloten bevonden zich drie Nederlanders. Eén van hen, F/O Bruinier, beschoot enkele schepen op de Oosterschelde voordat hij terugkeerde naar Engeland. 18 De exacte locatie van deze beschieting is onbekend. 17 augustus 1941 Volgens Eversteijn stortte een Hampden serienummer AE239 neer. Het toestel kwam neer in de Oosterschelde nabij Burghsluis. 19 Deze crash wordt in geen enkele andere bron genoemd en staat ook niet in het Verliesregister van de Studiegroep Luchtoorlog. 1 september 1941 Een Havoc met serienummer AW404 kwam volgens Eversteijn neer in de Oosterschelde op een zandbank ten zuidwesten van Schouwen Duiveland. 20 Volgens SGLO kwam het toestel neer in de Noordzee. 21 Wij gaan er daarom van uit dat het buiten het onderzoeksgebied is neergekomen. 16/17 september 1941 Op 16/17 september 1941 werden bommen afgeworpen op een Flakbatterij op Schouwen. 22 De exacte locatie is onbekend. Het onderzoeksgebied bevindt zich buiten het vasteland van Schouwen, dus is het niet aannemelijk dat bommen van deze aanval in het onderzoeksgebied zijn neergekomen. 11 november 1941 Er kwam een brisantbom neer achter Burghsluis in de Oosterschelde. 23 De exacte locatie is onbekend. 25 november 1941 Op 25 november 1941 werden door twee Spitfires een gebouw, een meteostation en een geschutsopstelling op Schouwen met boordwapens aangevallen, waarbij treffers werden waargenomen. Tijdens de aanvallen was er hevig Flakvuur. 24 Het onderzoeksgebied bevindt zich buiten het vasteland van Schouwen, dus is het niet aannemelijk dat er munitie van deze aanval in het onderzoeksgebied is neergekomen. 30 mei 1942 Een Wellington met serienummer Z8577 kwam neer in de Oosterschelde bij Schelphoek. De bommenwerper was neergeschoten door jachtvliegtuigen. Waar het vliegtuig precies is neergekomen of wat er daarna mee is gebeurd wordt in de bronnen niet vermeld Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 10 Gemeente Kerkwerve , inventarisnummer Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Eversteijn, Bombardementen (2011), Eversteijn, Bombardementen (2011), SGLO, T1238A, < online geraadpleegd op 6 september Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 9 Gemeente Haamstede , inventarisnummer 34 Bescherming tegen luchtaanvallen. Diverse stukken Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Eversteijn, Bombardementen (2011), 1145; SGLO, T1528, < online geraadpleegd op 6 september Vooronderzoek Conventionele Explosieven

26 18 juli 1942 Op 18 juli 1942 meldden de Duitsers dat stellingen op Walcheren en Schouwen door jagers met boordwapens werden beschoten, echter zonder schade aan te richten. 26 In het onderzoeksgebied bevonden zich geen stellingen. Daarnaast zou deze dag een schip op de Oosterschelde zijn gebombardeerd, maar misten alle bommen. 27 Waar het schip zich op de Oosterschelde bevond wordt in de bronnen niet vermeld. Oktober 1942 Aanvankelijk was Schouwen-Duiveland van gering strategisch belang voor de Duitsers, alleen Zierikzee als haven voor de Kriegsmarine en het vliegveld Haamstede als uitvalsbasis voor de Luftwaffe waren te verdedigen gebieden. Na verloop van tijd veranderde het inzicht en moest het Zeeuwse eiland onderdeel gaan uitmaken van een langs de gehele Nederlandse kust op te werpen verdedigingslinie, de zogenaamde Atlantikwall. Zodoende werd de gehele kuststrook, van duin tot dijk, aangewezen als potentieel gebied waar de geallieerden een landingspoging zouden kunnen ondernemen. Om dit te voorkomen verrees een keten van stellingen op de Kop van Schouwen, maar ook verder richting het binnenland. De ruggengraat van de Schouwse kustverdediging werd gevormd door de geschutsbatterijen van de Kriegsmarine en de landmacht (Heer). Deze hadden ten doel om een vijandelijke aanvalsvloot op zee uit te schakelen, nog voordat deze de kust zou kunnen bereiken. 28 Rond de Roggenplaat werden stellingen geplaatst bij Schelphoek, Koudekerke, Burghsluis, Haamstede en Wissenkerke. In Schelphoek werden volgens informatie uit het Nationaal Archief te Den Haag behalve bergplaatsen en woonschuilplaatsen ook vier open geschutopstellingen gebouwd. 29 Volgens Heijkoop en Rijpsma, die Duitse overzichtskaarten van deze stellingen hebben gebruikt, stonden in tenminste twee van deze geschutopstellingen tankkanonnen met een kaliber van 5cm. 30 Dit geschut was gericht op de Oosterschelde, richting het huidige onderzoeksgebied. Begin 1944 werd één van de 5cm kanonnen weggehaald. 31 Daarnaast bevonden zich in Schelphoek nog drie tobrukopstellingen. Volgens Heijkoop en Rijpsma stonden hier mitrailleurs en een middelzware granaatwerper in. 32 In en rond Haamstede werden de grootste bunkercomplexen gebouwd. Aan de Oosterschelde verrezen bij Koudekerke en Burghsluis enkele bunkers. Bij Koudekerke stonden twee open geschutopstellingen en vijf tobruk bunkers. Volgens Heijkoop en Rijpsma stonden in de geschutopstellingen twee lichte antitankkanonnen van 4,7cm opgesteld. In de tobruk bunkers stonden mitrailleurs en mortieren opgesteld. 33 Bij Burghsluis stonden twee tobruk bunkers, één open geschutopstelling en twee kanonkazematten. Volgens Heijkoop en Rijsma werden de kanonkazematten pas in de zomer van 1944 gebouwd en stonden hier 5cm tankkanonnen in. 34 Geen van beide kanonnen was op het huidige onderzoeksgebied gericht. De geschutsopstelling was volgens Heijkoop en Rijpsma bedoeld voor een mortier van vermoedelijk 8cm. 35 In de tobruk bunkers stonden vermoedelijk mitrailleurs. Ook in de gemeente Wissenkerke op Noord-Beveland werden enkele bunkers gebouwd. Drie hiervan waren tobrukopstellingen. 36 Wat voor wapens hierin hebben gestaan is onbekend. Vermoedelijk ging het, net als in Schelphoek en Haamstede, om infanteriestellingen met mitrailleurs of granaatwerpers. Alle bunkers en verdedigingswerken werden op de kust, buiten het onderzoeksgebied, gebouwd. Tijdens het inschieten is echter vermoedelijk wel geschoten richting het onderzoeksgebied. 26 Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), 381; Rapport Bodac BV, Duinzoom project 2 e fase Schouwen West, projectnummer H3014 (2013). 27 Eversteijn, Bombardementen (2011), 1126; Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Rapport Bodac BV, Duinzoom project 2 e fase Schouwen West, projectnummer H3014 (2013). 29 Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Defensie: 2e Geniecommandement Bureau Registratie Verdedigingswerken (Bunkerarchief), nummer toegang , inventarisnummer P.C. Heijkoop en J. Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland. Planning en realisatie (2010), Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Defensie: 2e Geniecommandement Bureau Registratie Verdedigingswerken (Bunkerarchief), nummer toegang , inventarisnummer De Roggenplaat suppletie

27 Afbeelding: een uitsnede van de kaart van het bunkercomplex bij Schelphoek. Bron: Nationaal Archief, , inv.nr oktober 1942 Op 5 oktober 1942 kwam de Focke Wulf 190A-4 met nummer 584 van 12./JG 1 (Fw F. Roden) neer te Zierikzee, 1 km ten zuidoosten van de haveningang. Het betrof een noodlanding als gevolg van brandstofproblemen. 37 De locatie van de noodlanding ligt buiten het onderzoeksgebied. 6 december 1942 Op 6 december 1942 om uur kwam een Boston III (Z2252) van 107 Squadron neer in Noordzee bij Noord-Beveland. Uit gegevens van de Stichting Wings to Victory blijkt dat het vliegtuig om 11:22 uur was opgestegen van Great Massingham Norfolk. Ten noorden van Noord-Beveland werd het toestel onderschept en neergeschoten waarna het om 12:52 uur in zee stortte. Het Duitse Lagebericht vermeldde: Abschuß einer Boston bei Nordspitze Insel Nord-Beveland über See durch Jäger. 38 Waar het vliegtuig precies is neergekomen is onbekend. 30 december 1942 Met enige regelmaat spoelden in 1943 en 1944 mijnen en lijken van militairen aan, meestal in de buurt van Colijnsplaat. 39 Op 30 december 1942 dreven er twee mijnen voor Colijnsplaat, bij de Wanteskuip en bij de Glasjesnol. De Duitse marine, die toevallig met een boot in de haven van Colijnsplaat lag, zorgde voor de opruiming. Een week later brachten de Duitsers zelf twee mijnen aan wal bij Colijnsplaat en er was toen ook nog een exemplaar gesignaleerd bij de Oesterput tussen Colijnsplaat en Wissenkerke. Op 8 april 1943 was het opnieuw raak, bij Stormbal ter hoogte van Colijnsplaat Medio 1943 besloot de geallieerde legerleiding de aanvallen op binnenvaartschepen in Nederland te concentreren op de scheepvaart van Rotterdam en Dordrecht naar Antwerpen en Gent. Hierdoor kwam ook de scheepvaart op de Oosterschelde onder druk te staan. 41 De aanvallen die tot het onderzoeksgebied te herleiden zijn staan hieronder beschreven. Een groot aantal aanvallen is echter niet tot een concrete locatie te SGLO, T1869, < online geraadpleegd op 6 september Stichting Wings to Victory, Crash no. 209, Douglas Boston III AL737, , Noordzee ten westen van Goeree-Overflakkee, < online geraadpleegd op 6 september 2016; SGLO, T1931, < online geraadpleegd op 6 september Barth en Kort, Tussen isolement en ontsluiting (2005), Barth en Kort, Tussen isolement en ontsluiting (2005), G. van der Ham, Zeeland , deel 2 (1990), 201 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

28 herleiden. Bij deze aanvallen wordt in de archiefstukken alleen beschreven dat ze hebben plaatsgevonden op de Schelde. Zo vond op 10 september 1944 een duikbombardement plaats op een 800 ton schip dat op de River Schelde voer. Bij deze aanval werden 16x 500lbs bommen afgeworpen. 42 Op 11 september 1944 vonden twee aanvallen in het Scheldegebied plaats waarbij in totaal 15 Typhoon jachtbommenwerpers met 37 raketten en boordkanonnen een groot aantal schepen aanvielen. 43 Een exacte locatie van de aanvallen wordt in de omschrijvingen niet gegeven. Deze aanvallen zijn daarom niet bij de verdere analyse betrokken. De vele aanvallen op de Schelde tonen wel aan dat er rond het onderzoeksgebied veel is gebeurd. 11 april 1943 Het SGLO-Verliesregister vermeldt dat op 11 april 1943 een Duitse Messerschmitt Bf110F-4 (4706) van 1./NJG 1 neerkwam bij Wissenkerke. De Stichting Wings to Victory meldt dat het vliegtuig als gevolg van een motorstoring nabij Wissekerke in zee stortte. De onbekend gebleven bemanning slaagde er bijtijds in om het toestel per parachute te verlaten en bleef ongedeerd. 44 Er zijn geen concrete aanwijzingen dat het vliegtuig binnen het projectgebied is neergekomen. 13/14 mei 1943 Op 13/14 mei 1943 wierp een Stirling brandbommen af op het eiland Schouwen. 45 Waar deze bommen precies zijn neergekomen is niet bekend. Er zijn geen aanwijzingen dat er bommen van deze aanval in het onderzoeksgebied zijn terechtgekomen. Volgens A.J. Barth en A.L. Kort kregen de oorlogshandelingen boven Noord-Beveland vanaf mei 1943 een grimmiger karakter. Ze vermoeden dat de aanvliegroutes van geallieerde bombardementsvluchten naar Duitsland en weer terug over Noord-Beveland lagen. Om thuis in Engeland te komen lieten de geallieerde machines niet zelden bommen vallen die in het doelgebied om welke reden dan ook niet gebruikt waren. 46 Op de website van de Library of Congress is een kaart uit 1942 aangetroffen met daarop de aanvliegroutes van Engeland naar Duitsland. 47 Enkele routes liggen inderdaad over Zeeland. Afbeelding: een kaart waarop de geallieerde aanvliegroutes voor bombardementen in Duitsland zijn weergegeven. 42 The National Archives London, AIR 37/715, Operations Record Books Second Tactical Air Force, sheet The National Archives London, AIR 37/715, Operations Record Books Second Tactical Air Force, sheet 1538 en Stichting Wings to Victory, Crash no. 235, Bf , , Wissenkerke, < story.pdf> online geraadpleegd op 6 september 2016; SGLO, T2195, < online geraadpleegd op 6 september Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Barth en Kort, Tussen isolement en ontsluiting (2005), Benjamin Witten Collection, Veterans History Project, Library of Congress, Raids 1942, < online geraadpleegd op 27 september De Roggenplaat suppletie

29 Op een andere kaart die recent is uitgegeven door de Nederlandse kustwacht is de gehele provincie Zeeland en de Noordzee tussen Zeeland en Engeland aangemerkt als gebied voor vliegroutes uit de Tweede Wereldoorlog. Volgens de kaart kunnen in deze gebieden verhoogde concentraties explosieven worden aangetroffen. Het gaat hierbij om (nood)afworpen van bommenwerpers die hun niet-gebruikte bommen boven zee dumpten. Afbeelding: kaart van de Kustwacht met daarop concentratiegebieden van explosieven. 24 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

30 3 juni 1943 Vlak nadat de veerboot Zuiderzee de haven van Zierikzee had verlaten werd deze door een vliegtuig dat op 25 tot 40 meter hoogte vloog van een afstand van zo n tweehonderd meter met boordwapens beschoten. De reis naar Katseveer moest worden afgebroken. Met zes gewonden en geringe schade kwam men in Zierikzee terug. 48 Zowel Zierikzee als Kats en de route daar tussen liggen buiten het onderzoeksgebied. Deze gebeurtenis vond buiten het onderzoeksgebied plaats. 12 juni 1943 Een Lancaster met serienummer ED786 kwam om 00:40 uur neer in de Oosterschelde nabij Schelphoek. De bommenwerper was neergeschoten door een Duitse jager. Volgens de Nachtjagd War Diaries kwam het toestel op een afstand van ongeveer 6 kilometer van Schelphoek neer. 49 Op een kaart van de Hydrografische dienst is de crashlocatie op de coördinaten 51 40,16'N: 03 52,15'O ingetekend, buiten het projectgebied. Afbeelding: een uitsnede van de kaart van De crashlocatie van de Lancaster is met een rode pijl aangegeven. 17 juni 1943 Op 17 juni 1943 om uur stortte Lancaster Mk.I (W4332) van No.460 RAAF squadron ten noordwesten van Wissenkerke in de Oosterschelde. De bommenwerper was om uur opgestegen van Binbrook Lincolnshire. Volgens de Nachtjagd War Diaries kwam het toestel 6 kilometer ten noordwesten van Wissenkerke neer. 50 In de Duitse Lagemeldungen staat: Abschuß eines Feindflugzeuges unbekannten Musters nordwestlich Wissekerke über See durch Nachtjäger wobei Schicksal der Besatzung unbekannt. 51 Omdat het vliegtuig 6 kilometer van Wissenkerke is neergekomen, is het vermoedelijk buiten het projectgebied neergekomen. De exacte crashlocatie is onbekend. 48 De Bree, Zeeland , deel 1 (1979), SGLO, T2426, < online geraadpleegd op 6 september 2016; Eversteijn, Bombardementen (2011), 1615; T.E.W. Boiten, The Nachtjagd War Diaries: an operational history of the German night fighter force in the West, volume 1 (2008), T.E.W. Boiten, The Nachtjagd War Diaries: an operational history of the German night fighter force in the West, volume 1 (2008), Stichting Wings to Victory, Crash no. 269, Lancaster W4332, , Oosterschelde, < online geraadpleegd op 6 september 2016; SGLO, T2479, < online geraadpleegd op 6 september 2016; Eversteijn, Bombardementen (2011), De Roggenplaat suppletie

31 22 juni 1943 Er wordt gemeld dat een Duitse piloot met behulp van een valscherm bij de algemene begraafplaats was neergekomen. Zijn vliegtuig was neergekomen in de gemeente Duivendijke op Schouwen-Duiveland. Deze locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 52 Daarnaast meldden Duitse bronnen dat enkele boten op de Oosterschelde met boordwapens waren aangevallen door geallieerde vliegtuigen. Zwanenburg: Van RAF-zijde wordt hierover niets gezegd, maar gezien de vele luchtgevechten die nacht is het zeer goed mogelijk dat enkele verdwaalde kogels de schepen hebben geraakt. 53 Waar de aangevallen schepen zich bevonden wordt in de bronnen niet vermeld. 23 juni 1943 Er spoelden twee lege reserve benzinetanks aan vanuit zee en twee andere werden opgevist uit het Polderwater 1 e inlaag bij de haven Flaauwers. 54 Deze locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 25 juni 1943 Op 25 juni 1943 om uur kwam een Stirling III (EH902) van 75 Squadron terecht in de Oosterschelde bij Wissenkerke. Het vliegtuig was om uur opgestegen van Newmarket Suffolk voor een aanval op Wuppertal met 30lbs en 4lbs brandbommen. 55 Het werd door Flak neergeschoten, waarna het om uur ter hoogte van Wissenkerke in de Oosterschelde neerstortte. Lagemeldungen aus den Niederlanden: Abschuß eines Feindflugzeuges unbekannten Musters 12 km nordwestlich Vlissingen über See durch Flak wobei Schicksal der Besatzung unbekannt. 56 Britse bronnen melden dat het onbekend is of het toestel op de heenof terugvlucht is neergestort. Gezien de tijd tussen het opstijgen van het vliegtuig en het neerstorten in de Oosterschelde is het vermoedelijk op de terugvlucht neergestort. Op een kaart van de Hydrografische dienst is de crashlocatie op de coördinaten 51 36,518'N; 03 44,890'O ingetekend. Het vliegtuigwrak is echter nooit gevonden. Mogelijk is de Stirling daarom indicatief ingetekend op deze kaart. Afbeelding: een uitsnede van de kaart van De crashlocatie van de Stirling is met een rode pijl aangegeven Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 10, inventarisnummer Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 10, inventarisnummer Stichting Wings to Victory, Geoffrey Walter Strong, < online geraadpleegd op 6 september Stichting Wings to Victory, Crash no. 285, Stirling EH902, , Noordzee, < story.pdf> online geraadpleegd op 6 september 2016; SGLO, T2574, < online geraadpleegd op 6 september Vooronderzoek Conventionele Explosieven

32 26 juli 1943 Op 26 juli 1943 kwam Halifax II met nummer JB838 van 77 Squadron (F/O F.D. Matheson) neer twee kilometer ten oosten van Zierikzee. 57 Deze locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 30/31 juli 1943 Een Britse Stirling bommenwerper met serienummer EE915 kwam neer in de Oosterschelde. Het toestel was neergeschoten door luchtafweer. Een nadere omschrijving van de crashlocatie wordt in de bronnen niet gegeven. 58 Er zijn geen concrete aanwijzingen dat het vliegtuig binnen het projectgebied is neergekomen. 3 september 1943 Omstreeks 07:45 uur werd de "Prins Hendrik" nabij de Leendert Abrahampolder (Noord-Beveland) door zeven vliegtuigen aangevallen en tot zinken gebracht. Het schip was met burgerpassagiers en Duitse militairen op weg van Zierikzee naar Katseveer (Zuid-Beveland). Een aantal personen kon worden gered, negentien burgers en twee Duitse militairen kwamen om. Bij de aanval werden zowel bommen als boordwapens gebruikt. Omdat werd aangenomen dat de ramp had plaatsgehad op het grondgebied van de gemeente Kortgene heeft het bestuur van die gemeente herhaaldelijk pogingen ondernomen om het wrak van de "Prins Hendrik" te doen lichten, opdat alle lijken geborgen zouden kunnen worden. Deze pogingen hebben echter tot op heden geen resultaat gehad. 59 Alle genoemde locaties liggen buiten het onderzoeksgebied. Het schip is buiten het onderzoeksgebied tot zinken gebracht. 16 september 1943 Wederom werd de spoorboot Zuiderzee, die 's avonds kwart voor zeven van Katseveer vertrok, door vliegtuigen beschoten. Twee personen werden daarbij gedood. Ditmaal werd het schip met honderden kogels doorboord; vlak buiten Katseveer, de haven van vertrek, kon het nog net voor het zonk aan de grond worden gezet. De aanval werd uitgevoerd door Typhoons die op de Oosterschelde verschillende vijandelijke schepen aanvielen. Behalve de veerboot werden ook sleepboten, een stoomschip en een Riviermijnenveeg Flottille aangevallen. 60 De Zuiderzee bevond zich op het moment van beschieting buiten het onderzoeksgebied. Waar deze andere boten zich bevonden toen ze werden aangevallen is onbekend. 17 september 1943 Op 17 september 1943 werden door acht Typhoons o.a. aanvallen uitgevoerd op een vrachtschip bij Zierikzee en een veerpont bij Kruiningen. Veerpont en schip werden zwaar beschadigd. Drie burgers liepen verwondingen op. 61 Kruiningen ligt buiten het onderzoeksgebied. Op welke locatie het vrachtschip zich bevond toen het werd beschoten is uit de bronnen niet af te leiden. 23 september 1943 Omstreeks uur werd het stoomschip "Stad Zierikzee" door 6 à 7 Typhoons aangevallen en met boordwapens beschoten bij de haveningang van Zierikzee. Het schip liep lichte schade op. 62 Waar het stoomschip zich precies bevond toen het werd aangevallen is onbekend. De haveningang van Zierikzee ligt buiten het onderzoeksgebied. Volgens Eversteijn kwam er deze dag ook een P-47 Thunderbolt met nummer neer in de Oosterschelde. 63 Deze crash wordt in geen enkele andere bron genoemd en staat ook niet in het Verliesregister van de Studiegroep Luchtoorlog. 57 SGLO, T2703, < online geraadpleegd op 6 september SGLO, T2774, < online geraadpleegd op 6 september 2016; Eversteijn, Bombardementen (2011), Verburg, Zierikzee tijdens de oorlogsjaren (1945), 22; De Bree, Zeeland , deel 1 (1979), 202; Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), 77; Korthals Altes, Luchtgevaar, Verburg, Zierikzee tijdens de oorlogsjaren (1945), 23; De Bree, Zeeland , deel 1 (1979), 202; Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Verburg, Zierikzee tijdens de oorlogsjaren (1945), 23; Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Eversteijn, Bombardementen (2011), De Roggenplaat suppletie

33 27 september 1943 Op 27 september 1943 meldden de Duitsers dat om uur, drie kilometer ten zuidoosten van Zierikzee en op de straat tussen Zijpe en Zierikzee, twee Typhoons door de Flak waren neergeschoten. Beide toestellen maakten een noodlanding buiten het onderzoeksgebied, waarna de vliegers gevangen werden genomen oktober 1943 Op 3 oktober 1943 werden aanvallen uitgevoerd op drie vrachtschepen ten zuidoosten van Zierikzee, waarbij één in brand werd geschoten en twee beschadigd. Op één van de vrachtboten werden elf man gewond. 65 Het onderzoeksgebied ligt ten westen van Zierikzee. Wij gaan er daarom van uit dat de aanvallen buiten het onderzoeksgebied hebben plaatsgevonden. 3 november 1943 Om in de avond kwamen veertien stalen kisten met brandbommen die uit een vliegtuig gevallen waren op een perceel bouwland neer, dat was gelegen aan de Zwaneweg 14 in Kerkwerve. Twaalf kisten waren leeg, één kist die gedeeltelijk gevuld was met staafbrandbommen ontbrandde, een volle kist met staafbrandbommen was intact. 66 Deze gebeurtenis vond buiten het onderzoeksgebied plaats In het voorjaar van 1944 werden door de bezetter grote gedeelten van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden geïnundeerd. Ruim driekwart van Schouwen-Duiveland werd onder water gezet. De bevolking van de geïnundeerde gebieden werd geëvacueerd; in Kerkwerve bijvoorbeeld waren op 1 juni 1944 nog slechts acht inwoners aanwezig. 67 In de niet onder water gezette delen werden zogenaamde Rommelasperges geplaatst; op een onderlinge afstand van 20 tot 25 meter werden boomstammen ingegraven, teneinde luchtlandingen te voorkomen. Daarnaast werden ook mijnenvelden aangelegd. Schouwen telde al zo n 20 mijnenvelden in de kuststrook, waarvan sommige honderden meters lang. Ook waren er nog eens een kleine 20 mijnenvelden achter de duinenrij gelegen, bijvoorbeeld rondom het vliegveld, het pompstation, het slotbos en rond de divisiebatterij bij Striepheule. 68 De genoemde mijnenvelden lagen buiten het onderzoeksgebied. 3 januari 1944 Aan de zeedijk bij Flaauwers spoelde een kist met Minengeräte aan. De kist werd in Zierikzee bij het Duitse leger afgegeven januari 1944 Bij de haven Flaauwers spoelde een zeemijn aan. Er werden waarschuwingsborden bij de haventoegangen geplaatst. Wat er met de zeemijn is gebeurd, wordt niet vermeld. 70 De haven Flaauwers ligt buiten het projectgebied. In het archief van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie is een stuk aangetroffen waarin op 28 januari 1944 melding wordt gemaakt van het gerucht dat er op 25 januari 1944 mijnen gelegd zouden zijn in Zeeuwsche wateren. 71 Een nadere locatieomschrijving wordt niet gegeven. 1 februari 1944 Aan de dijk op de grens tussen de gemeenten Zierikzee en Kerkwerve lagen twee (onderdelen van) mijnen, die geen gevaar meer vormden. De burgemeester van Zierikzee doet in dit stuk een verzoek de mijnen te ruimen. 72 Deze locatie ligt buiten het onderzoeksgebied Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), 90; SGLO, T2899, < online geraadpleegd op 6 september 2016; SGLO, T2900, < online geraadpleegd op 6 september Zwanenburg, En nooit was het stil dl 1 (1990), Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 10, inventarisnummer G. van der Ham, Zeeland , deel 2 (1990), 297; T. Visser en A. Visser, Zeeland in de oorlog (1985), Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 10, inventarisnummer Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 10, inventarisnummer Nederlands Instituut voor Militaire Historie, toegangsnummer 575, inventarisnummer Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 23, Gemeente Zierikzee , inventarisnummer 3080 Correspondentie en voorschriften betreffende mijnenvelden en aanwezigheid van mijnen Vooronderzoek Conventionele Explosieven

34 25 februari Typhoons vielen in de Oosterschelde schepen aan en beschadigden daarbij een sleepboot en twee binnenschepen en in de Rijnmonding een coaster en nog eens drie sleepboten. 73 Waar de boten zich bevonden toen ze werden aangevallen wordt niet nader omschreven. De Rijnmonding ligt buiten het onderzoeksgebied. 27 april 1944 Op 27 april 1944 kwam een Lancaster II (DS719) van 408 Squadron neer in de Oosterschelde. De bommenwerper was om uur gestart van Linton-on-Ouse Yorkshire. Het stortte ter hoogte van Wissenkerke in de Oosterschelde. De machine werd naar alle waarschijnlijkheid door een Duitse nachtjager neergeschoten. Alle bemanningsleden kwamen om het leven. 74 Waar de bommenwerper precies is neergekomen en of er nog bommen aan boord waren is onbekend. 11/12 mei 1944 Op 11/12 mei 1944 meldden De Duitsers dat grote formaties bommenwerpers over het zuiden van Nederland naar België en Frankrijk waren gevlogen, waarbij in noodafworpen bommen waren gevallen op de kop van de eilanden Goeree en Schouwen, ook dat in Zierikzee een gashouder in brand was gegooid. 75 Er zijn geen concrete aanwijzingen dat het projectgebied werd getroffen. 25 mei 1944 Op 25 mei 1944 kwam een Halifax Mk.III (LW118) van No.158 squadron neer in de Oosterschelde bij Wissenkerke. Het vliegtuig was om uur van Lissett Yorkshire opgestegen en crashte ter hoogte van Wissekerke in de Oosterschelde. De machine werd naar alle waarschijnlijkheid onderschept door Oblt. Alfons Köstler (Stab III./ NJG2), die om uur ten noordwesten van Bergen op Zoom/Tholen een viermotorige bommenwerper claimde te hebben neergeschoten. Alle bemanningsleden kwamen om het leven. 76 Waar de bommenwerper precies is neergekomen en of er nog bommen aan boord waren is onbekend. 2 juli 1944 Een Duitse mijnenlegger voer tijdens het leggen van mijnen in het krabbegat voor Westenschouwen op een strandversperring met daarop waarschijnlijk een antitankmijn. Door de opgelopen schade moest het schip op het strand worden gezet. 77 Het schip ligt buiten het onderzoeksgebied. 4 augustus 1944 Door Typhoons van het 137ste Squadron werden deze dag een aantal aanvallen uitgevoerd op schepen in de Oosterschelde. De schepen werden aangevallen met raketten en boordkanonnen. Bij de eerste aanval om 8:25u werden door vier Typhoons aanvallen uitgevoerd op twee schepen. Eén Typhoon viel in de Oosterschelde een schip van ton aan met het boordkanon, waarbij onder meer de brug werd geraakt. Waar het schip zich precies bevond is niet bekend. Drie andere Typhoons vielen een schip van ton bij Noord Beveland aan met raketten en kanonnen, die geen van alle raakten. Twee uur later, om 10:50u, gingen zes andere Typhoons naar de Oosterschelde. Zij vielen een schip met raketten aan, die alle misten. Het schip werd ook met het boordkanon aangevallen. Daarna werd weer het schip van ton voor de kust van Noord Beveland gezien. Het schip werd aangevallen met kanon en raketten, waarbij treffers door het kanon gezien werden. Eén salvo was een voltreffer, waarna een explosie volgde. Het schip werd brandend achtergelaten. Laat in de middag, om 16:05u, vlogen nog eens vier Typhoons uit om het schip van ton te bekijken. Bij de kust ten westen van Colijnsplaat werden twee kustvaarders van 500 ton en een kleine motorboot aangevallen. Eén Typhoon keerde terug voor een tweede aanval, maar werd daarbij door FLAK geraakt en stortte in zee neer, tussen de schepen en de kust. Over het in brand geschoten schip wordt niets meer vermeld Zwanenburg, En nooit was het stil dl 2 (1990), Stichting Wings to Victory, Crash no. 383, Lancaster DS719, , Oosterschelde, < online geraadpleegd op 6 september 2016; SGLO, T3627, < online geraadpleegd op 6 september 2016; Eversteijn, Bombardementen (2011), Zwanenburg, En nooit was het stil dl 2 (1990), Stichting Wings to Victory, Crash no. 394, Halifax LW118, , Oosterschelde, < story.pdf> online geraadpleegd op 6 september 2016; SGLO, T3716, < online geraadpleegd op 6 september 2016; Eversteijn, Bombardementen (2011), Wrakkeninformatie MFP-827, < online geraadpleegd op 7 september The National Archives London, AIR 27/954/69, Operations Record Book 137 Squadron, augustus De Roggenplaat suppletie

35 De neergekomen Typhoon staat ook in het Verliesregister. Hierin staat dat het toestel werd neergeschoten door FLAK van een schip. 79 De locatie van het in brand geschoten schip is ook bekend. Op een kaart van de Hydrografische dienst is nabij Wissenkerke een wrak ingetekend van een schip dat op 4 augustus 1944 tot zinken werd gebracht. Het gaat om een Duitse patrouilleboot met de naam SAT12, Schwere Artillerie Träger 12. Op de boot stond zwaar Duits luchtafweergeschut. Van oorsprong was de boot een Nederlandse kustvaarder met de naam Globe. Volgens de kaart van de Hydrografische Dienst ligt het wrak ten westen van het deelgebied Roompot, buiten het projectgebied. De Typhoon is waarschijnlijk niet door de SAT12 neergeschoten. Dit schip werd in de ochtend in brand geschoten, terwijl de Typhoon pas aan het einde van de middag neerstortte. Afbeelding: een uitsnede van de wrakkenkaart van De locatie van het scheepswrak van de SAT 12 is met een rode pijl aangegeven. Afbeelding: een uitsnede uit het Squadron ORB van 137 Squadron. 79 SGLO, T3913, < online geraadpleegd op 6 september 2016, ; Eversteijn, Bombardementen (2011), 2194; Zwanenburg, En nooit was het stil dl 2 (1990), Vooronderzoek Conventionele Explosieven

36 24 augustus 1944 Op de Oosterschelde werden een coaster, twee sleepboten en een flakschip door acht Spitfires aangevallen met boordwapens. Acht andere Spitfires vielen dezelfde coaster aan met 500lbs bommen, waarvan er twee near misses waren. 80 De exacte locatie van de aanvallen wordt in de bron niet beschreven. In de Operations Record Books van de 2nd Tactical Air Force hebben wij geen informatie over deze aanvallen aangetroffen. 5 september 1944 Volgens Eversteijn kwam een Typhoon met serienummer MP121 neer in de Oosterschelde. Uit het Verliesregister blijkt echter dat het toestel boven de Oosterschelde was geraakt door luchtafweer waarna het een noodlanding maakte in Wilhelminadorp september 1944 Op 9 september 1944 deden Mustangs een duikbomaanval op doelen bij de Nederlandse eilanden. Op Schouwen werden verbindingsdoelen aangevallen. 82 De locaties van deze doelen zijn onbekend. Er zijn geen aanwijzingen dat er bommen van deze aanval in het onderzoeksgebied zijn terechtgekomen. 25 september 1944 Op 25 september 1944 werden 16 Tempests uitgestuurd voor een gewapende verkenning in het gebied van Den Haag. Onder andere een flakschip bij Zierikzee werd aangevallen. 83 Waar de aanval precies heeft plaatsgevonden wordt in de bron niet vermeld. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat het projectgebied bij deze aanval is beschoten. Oktober 1944 april 1945 In de laatste maanden van 1944 en aan het begin van 1945 werd de haven van Burghsluis gebruikt als uitvalsbasis voor de zogeheten Kleinkampfmittel. Met kleine strijdmiddelen in de vorm van eenpersoonsonderzeeërs (Biber), explosieve speedboten (Linsen) en kikvorsmannen (Kampfschwimmer), probeerde men het geallieerde scheepvaartverkeer op de Westerschelde te verstoren. Vanuit Burghsluis werden zowel Linsen als Biber ingezet. Deze acties waren militair gezien weinig succesvol, maar hadden wel een effect op het geallieerde moreel. Om deze reden vonden herhaaldelijk luchtaanvallen plaats op Burghsluis. Zo werd eind oktober 1944 door een Engelse jager s-ochtends rond uur de haven aangevallen, met als resultaat dat verschillende Linsen beschadigd werden. De vaartuigen werden in het havenbekken gedumpt om te voorkomen dat ze in geallieerde handen zouden vallen oktober 1944 Regelmatig bombardeerde de geallieerde luchtmacht de Duitse stellingen en de veersteiger van Kortgene. Het kwam bovendien tot een bombardement van de dijken van de Thoornpolder en de Anna Frisopolder. Wellicht probeerden de geallieerden daarmee Duitse bunkers uit te schakelen. Het bombardement, met tijdbommen, op de Zeedijk van de Thoornpolder vond plaats op 11 oktober Ruim 40 meter van de dijk raakte verzakt. 85 De dijk ligt buiten het onderzoeksgebied. 30 oktober Spitfires van 127 Sqn/132 Wing vielen verschillende doelen in Nederland aan. In het kaartvierkant D.2549 werd een voltreffer op een schip gemeld. Dit kaartvierkant verwijst naar de haven van Burghsluis, ten noordwesten van het deelgebied Roggenplaat. Met was voor wapens het schip werd aangevallen wordt in de bron niet vermeld Zwanenburg, En nooit was het stil dl 2 (1990), Eversteijn, Bombardementen (2011), 2240; SGLO, T3980, online geraadpleegd op 6 september 2016, Zwanenburg, En nooit was het stil dl 2 (1990), Zwanenburg, En nooit was het stil dl 2 (1990), Zwanenburg, En nooit was het stil dl 2 (1990), Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), ; G. van der Ham, Zeeland , deel 2 (1990), Barth en Kort, Tussen isolement en ontsluiting (2005), 147; Gemeentearchief Noord-Beveland, Gemeente Wissenkerke, inventarisnummer The National Archives London, AIR 37/715, Operations Record Books Second Tactical Air Force, sheet De Roggenplaat suppletie

37 Afbeelding: Uitsnede van AIR 37/715, sheet November mei 1945 Vanaf november 1944, na de verovering van Walcheren en delen van Brabant, veranderde de verdedigingssituatie van Schouwen-Duiveland drastisch. Het eiland kwam in het frontgebied te liggen, de zuid- en oostkant van het eiland vormden de grens van het bezette gebied. Noord-Beveland was wel bevrijd. Hier werd een sterke geallieerde bezetting gelegerd, waaronder de Nederlandse Prinses Irene Brigade. 87 Deze situatie bleef tot het einde van de oorlog onveranderd, nadat geallieerde plannen voor de bevrijding van Schouwen-Duiveland werden geannuleerd. 88 Toch was het ook over de Oosterschelde onrustig. Zo vonden er af en toe acties plaats naar het bezette Schouwen-Duiveland, terwijl omgekeerd de Duitsers af en toe acties naar Noord- en Zuid-Beveland ondernamen. 89 Het doel van deze patrouilles was bijvoorbeeld om de vijandelijke sterkte te testen of vernielingen aan te richten. Daarnaast werden geregeld artillerieduels over de Oosterschelde uitgevoerd. Vanaf medio december tot het einde van de oorlog werden de Duitse stellingen vrijwel elke dag beschoten. Slechts bij uitzondering beantwoordden de Duitsers dit vuur. 90 Burghsluis werd tussen 28 februari en 29 april 1945 veertien keer beschoten door geallieerde artillerie. 91 In februari 1945 verschoot de batterij artillerie van de Prinses Irene Brigade projectielen op Schouwen. Met name Westenschouwen, Haamstede en Zierikzee werden veelvuldig getroffen. 92 Er zijn geen concrete aanwijzingen dat bij deze beschietingen ook het projectgebied werd getroffen. Het is echter niet uitgesloten dat er ook granaten in de Oosterschelde zijn neergekomen, aangezien over de Oosterschelde heen werd geschoten. 18 november 1944 Er kwam een V1 (V1637) neer in de Oosterschelde. Op de website vergeltungswaffen.nl is de crashlocatie buiten het onderzoeksgebied ingetekend. 93 Als plaatsaanduiding is echter alleen de locatie Oosterschelde bekend, dus is de V1 bij benadering op de kaart ingetekend. Waar deze precies is neergekomen is niet bekend. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat de vliegende bom binnen het onderzoeksgebied is neergekomen. 25 november 1944 Op 25 november 1944 vertrokken vanuit Zierikzee een aantal Linsen (explosieve speedboten) met aan boord manschappen van het Marine Einsatz Kommando 40 (MEK 40) voor een commandoraid op Colijnsplaat. Deze N.J. Karhof, Noord Beveland in bezettingstijd. Het vergeten eiland, Rapport Bodac BV, Duinzoom project 2 e fase Schouwen West, projectnummer H3014 (2013). 89 F. de Klerk, De oorlog in stukken. De beleving van de jaren op de Bevelanden (1990), De Bree, Zeeland , deel 1 (1979), Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 9, inventarisnummer Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), ; T. Visser en A. Visser, Zeeland in de oorlog (1985), 48; C. Klep en B. Schoenmaker, De bevrijding van Nederland Oorlog op de flank (Den Haag, 1995), 240; V.E. Nierstrasz, De geschiedenis van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene (1959), Bulletin Air War, nr. 341 (2013), 27; V1 en V2 inslagen in Nederland, < online geraadpleegd op 7 september Vooronderzoek Conventionele Explosieven

38 actie mislukte volledig en de gehele groep werd krijgsgevangen gemaakt. 94 Colijnsplaat ligt buiten het onderzoeksgebied. December 1944 Tijdens het Ardennenoffensief in december 1944 gingen de Duitsers Schouwen-Duiveland gebruiken als uitvalsbasis voor een beoogde aanval, via West-Brabant, op de stad Antwerpen en haar haven. Vele duizenden Duitse troepen werden via Goeree-Overflakkee aangevoerd. De aanval was begin januari 1945 bijna doorgegaan, als niet op het laatste moment een noodzakelijke versterking aan een ander frontvak noodzakelijk werd geacht door het Duitse opperbevel. Hierna trokken de meeste Duitse troepen zich terug en bleef alleen de zogenaamde veiligheidsbezetting op het eiland aanwezig december 1944 Op 8 december vond een grootschalig bombardement plaats op de haven van Burghsluis, waarbij een tiental Linsen en Biber werden verwoest. De aanval werd uitgevoerd door 24 Typhoons van 609 en 183 Squadron. 96 De Typhoons van 609 squadron vuurden meer dan 100 R/P s (raketten) af op verschillende aan de pier afgemeerde doelen waarbij meer dan 90 R/P s explodeerden in het doelgebied en waarna rookontwikkeling werd waargenomen in het oostelijke deel van de haven alsmede olievlekken op het water buiten het havengebied. De Typhoons van 183 squadron dropten 22 x 500 lbs bommen waarbij geen treffers werden waargenomen maar moest worden volstaan met een tweetal near misses direct naast de aanlandingssteiger. Hierna vond vanuit Burghsluis geen noemenswaardige actie meer plaats en een half jaar later zou de haven door de Duitsers buiten gebruik worden gesteld toen op 22 april de oostelijke havenkade werd opgeblazen. 97 Afbeelding: ORB (AIR 37/715) 28 december 1944 Het havenhoofd van Zierikzee werd door de geallieerden vanuit Colijnsplaat met granaten beschoten. Sinds die datum werden de stad Zierikzee of haar omstreken bijna dagelijks met granaten bestookt. Hierbij werd niet alleen schade aangericht aan gebouwen, er vielen ook doden en gewonden. 98 Er zijn geen concrete aanwijzingen dat hierbij ook het onderzoeksgebied werd geraakt. 31 december 1944 Geschut van de Prinses Irene Brigade beschoot de haven van Zierikzee op 31 december 1944 met 300 granaten. 99 De haven ligt buiten het onderzoeksgebied. 5 januari 1945 Op 5 januari 1945 vlogen 220 Spitfires, 179 Typhoons en 74 Tempests boven de noordelijke sector ter ondersteuning van de grondtroepen, waarbij o.a. aanvallen werden uitgevoerd in het gebied van Schouwen. Bij 94 Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), Rapport Bodac BV, Duinzoom project 2 e fase Schouwen West, projectnummer H3014 (2013). 96 The National Archives London, AIR 37/715, Operations Record Books Second Tactical Air Force, sheet Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), ; Van der Ham, Zeeland , deel 2 (1990), Verburg, Zierikzee tijdens de oorlogsjaren (1945), V.E. Nierstrasz, De geschiedenis van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene (1959), De Roggenplaat suppletie

39 Renesse werd door 12 vliegtuigen 5,4 ton aan brisantbommen uitgeworpen. 100 Deze locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 6 januari 1945 Op 6 januari 1945 werden met goed gevolg aanvallen uitgevoerd op doelen op Schouwen. 101 Welke doelen dit waren is onbekend. Er zijn geen aanwijzingen dat bij deze aanval het projectgebied werd getroffen. 17/18 januari 1945 Op 18 januari 1945 vond s nachts van 3 tot 7.30 uur een zware beschieting en een geallieerde landingspoging op het Westhavenhoofd in Zierikzee plaats. Het doel van de geallieerde 4th Commando Brigade was om een Duitse hoofdkwartier in Zierikzee te vernielen. De aanval veroorzaakte aanvankelijk paniek onder de Duitse troepen, maar de Britten werden uiteindelijk toch gedwongen zich terug te trekken, zonder het hoofdkwartier bereikt te hebben. 102 De aanval vond buiten het projectgebied plaats. 23 januari 1945 Tien Spitfires van 317 Sqn/131 Wing vernietigden een schip in kaartvierkant D.2851 met 6x500lbs bommen en 16x250lbs bommen. Daarna werd het schip beschoten met boordkanonnen en mitrailleurs. 103 Dit kaartvierkant ligt volledig op land, dus is het waarschijnlijk foutief. Het bedoelde kaartvierkant ligt vermoedelijk een rij zuidelijker, zoals D.2850, dat onder het genoemde kaartvierkant ligt. Dit kaartvierkant verwijst naar de Oosterschelde bij Schelphoek, waaronder ook de haven van Schelphoek. Het deelgebied Roggenplaat ligt buiten dit kaartvierkant. Wij gaan er daarom van uit dat er geen bommen binnen het projectgebied zijn neergekomen. 15 februari 1945 In verband met de landing van een geallieerde verkenningspatrouille bij Flaauwers werd tussen 3:15 en 4:45 uur Westenschouwen met artillerie beschoten. 104 Deze locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 15/16 februari 1945 De geallieerden voerden vanaf januari 1945 regelmatig verkenningstochten uit vanaf Noord-Beveland naar Schouwen-Duiveland. In de nacht van 15 op 16 februari landde een patrouille bij Flaauwers; er werden zo'n tien personen mee naar Noord-Beveland genomen. 105 Flaauwers ligt buiten het onderzoeksgebied. 27 februari 1945 Er kwam een V1 (V1140) neer in de Oosterschelde. Op de website vergeltungswaffen.nl is de crashlocatie buiten het onderzoeksgebied ingetekend. 106 Als plaatsaanduiding is echter alleen de locatie Oosterschelde bekend, dus is de V1 bij benadering op de kaart ingetekend. Waar deze precies is neergekomen is niet bekend. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat de vliegende bom binnen het onderzoeksgebied is neergekomen. 8 april 1945 Van 9.00 tot uur artilleriebeschieting op de gehele zuidkust van het eiland van Burghsluis tot Zierikzee. 107 Het onderzoeksgebied was geen doel van deze beschietingen en er zijn geen concrete aanwijzingen dat het onderzoeksgebied werd getroffen. Het is echter niet uitgesloten dat er ook granaten in de Oosterschelde zijn neergekomen, aangezien over de Oosterschelde heen werd geschoten Zwanenburg, En nooit was het stil dl 2 (1990), Zwanenburg, En nooit was het stil dl 2 (1990), Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 23, inventarisnummer 4552, Rapporten en beschrijvingen van incidentele gebeurtenissen ; De Bree, Zeeland , deel 1 (1979), ; C. Klep en B. Schoenmaker, De bevrijding van Nederland Oorlog op de flank (Den Haag, 1995), The National Archives London, AIR , 2nd Tactical Air Force, sheet 2430; The National Archives London, AIR , Operations Record Book 317 Squadron, January Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 9, inventarisnummer G. van der Ham, Zeeland , deel 2 (1990), Bulletin Air War, nr. 333 (2012), 28; V1 en V2 inslagen in Nederland, < online geraadpleegd op 7 september Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 9, inventarisnummer 34. Vooronderzoek Conventionele Explosieven

40 Afbeelding: een archiefstuk van de Luchtbeschermingsdienst Haamstede. Een groot aantal artilleriebeschietingen in april 1945 op Schouwen-Duiveland wordt gerapporteerd. Bron: Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 9, inventarisnummer 34. De Roggenplaat suppletie 35

41 11/12 april 1945 Vanuit Zierikzee werd een enkele maal de dwergonderzeeër ingezet. In de nacht van 11 op 12 april werden 1945 twee Kleinst U-Boote van het type 'Biber' ingezet om mijnen uit te zetten in de Zandkreek (buiten onderzoeksgebied). Eén boot keerde terug in Zierikzee en had kans gezien om zijn twee mijnen te droppen. De andere werd vermist. Wat er met deze onderzeeër en de mijnen is gebeurd is onbekend. 108 Daarnaast werd op 11 april 1945 Colijnsplaat beschoten door Duitse artillerie op Schouwen-Duiveland. Drie granaten kwamen in het dorp terecht, waarbij twee meisjes van zeven jaar oud om het leven kwamen april 1945 Artilleriebeschieting Flaauwers van tot s Nachts nog enkele artillerieschoten. 110 Flaauwers ligt achter de Roggenplaat. Ook al was het projectgebied geen doel van deze beschietingen, toch is het niet uitgesloten dat er ook granaten in de Oosterschelde zijn neergekomen, aangezien over de Oosterschelde heen werd geschoten. Mei 1945 Twee dagen na de capitulatie van de Duitse troepen in Nederland zouden Franse commando s behorende tot de 4 e Commando Brigade aan land komen bij Bruinisse en hun Britse collega s van het 47. Royal Marine Commando te Zierikzee. Dit waren de eerste geallieerde bevrijders die voet aan land zetten op Schouwen- Duiveland. Een dag later volgden meer Britse commando s aangevuld met Nederlandse troepen, die aan land gingen bij Burghsluis om de aanwezige Duitse troepen in Haamstede en omgeving te ontwapenen. Tijdens de bevrijding van Schouwen-Duiveland hebben geen gevechten plaatsgevonden augustus 1945 De burgemeester van Wissenkerke meldde dat er geen niet-ontplofte bommen meer in zijn gemeente aanwezig waren. In de maanden voorafgaand aan dit bericht waren enkele van deze bommen opgeruimd. 112 Waar deze bommen gevonden werden wordt in de stukken niet vermeld. 19 april 1949 In het Nationaal Archief is een kaart aangetroffen met daarop de van mijnen vrijgegeven gebieden voor de Nederlandse kust. Hierop is ook het huidige onderzoeksgebied zichtbaar. Het onderzoeksgebied is gemarkeerd als zijnde veilig voor alle soorten schepen. 113 In de overige stukken wordt niet vermeld op basis van welke informatie de gebieden zijn vrijgegeven. In een ander inventarisnummer zijn stukken uit 1969 aangetroffen over de locaties van enkele gelegde mijnenvelden, onder andere in het vaarwater Roompot en het Westgat. Hier zouden respectievelijk 52 en 51 grondmijnen zijn gelegd. Beide gebieden liggen buiten het projectgebied, ten westen van de huidige Oosterscheldekering. Deze mijnenvelden waren geruimd, maar hierbij werd opgemerkt: De mogelijkheid is echter niet uitgesloten dat hierbij zij het voor de oppervlaktescheepvaart ongevaarlijke mijnen op de zeebodem of onder het zand zijn achtergebleven. De posities van deze voormalige mijnenvelden werden daarom opgegeven, omdat dit wellicht van belang was voor de toekomstige zandwinning in de Oosterschelde ten behoeve van de Oosterscheldekering Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), Barth en Kort, Tussen isolement en ontsluiting (2005), Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 9, inventarisnummer Heijkoop en Rijpsma, De Atlantikwall op Schouwen-Duiveland (2010), Gemeentearchief Noord-Beveland, Gemeente Wissenkerke, inventarisnummer Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Marine, sinds 1959 van Defensie (Marine), nummer toegang , inventarisnummer Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Marine, sinds 1959 van Defensie (Marine), nummer toegang , inventarisnummer 912. Vooronderzoek Conventionele Explosieven

42 Afbeelding: een uitsnede van de kaart met de van mijnen vrijgegeven gebieden. 13 april 1961 Tijdens een nachtelijke oefening kwam een Nederlandse Hawker Hunter boven Goeree in botsing met een Delta Dagger van de Amerikaanse Luchtmacht. De Delta Dagger kon naar Soesterberg terugkeren, maar de Hunter, die rond de cockpitkap was geraakt, stortte neer in de Roompot. De vlieger, reserve eerste luitenant A.A.F. van der Gaag, kwam om het leven. 115 In mei 1961 werd een bergingsoperatie opgezet. Van de Hunter werden binnen het zoekgebied slechts enkele brokstukken teruggevonden. Geconcludeerd werd dat de Hunter óf al met zand was bedekt, óf buiten het zoekgebied was neergekomen. 116 Het zoekgebied overlapt deels met het deelgebied Roggenplaat, maar er werd alleen in het water gezocht naar het vliegtuig. De Hunter is niet op de Roggenplaat neergekomen. Afbeelding: het zoekgebied waarbinnen naar de Hunter werd gezocht. Het omcirkelde gebied is het oorspronkelijke zoekgebied. De gebieden met blauwe, rode en zwarte arcering zijn met netten afgezocht. 115 Militaire Luchtvaart Nederland, Hawker Hunter F.6, N241-N260, < online geraadpleegd op 12 september Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Marine, sinds 1959 van Defensie (Marine), nummer toegang , inv. nr De Roggenplaat suppletie 37

43 3.2 Munitieruimingen en mijnenvelden Munitieruimingen 1971-heden In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de aangetroffen/geruimde CE in het onderzoeksgebied in de periode 1971-heden die zijn aangetroffen in het archief va de EOD. Zowel in de database als op de ruimrapporten zelf zijn de locatieomschrijvingen meestal vrij summier omschreven. Dit betekent dat de betreffende locaties meestal slechts indicatief kunnen worden ingetekend op de inventarisatiekaart in bijlage 1. Om het verschil in nauwkeurigheid enigszins aan te geven maken wij daarbij onderscheid in munitieruimingen op adresniveau (rood) en op straatnaamniveau (geel). Hierbij dient nog opgemerkt te worden dat ook een munitieruiming op adresniveau als indicatief dient te worden beschouwd, omdat de exacte locatie meestal niet is te achterhalen uit de stukken. Verklaring gebruikte afkortingen: Bgr = brisantgranaat Hgr = handgranaat KKM = klein kaliber munitie Lbs = Libra Pound (Britse gewichtsaanduiding) Mgr = mortier granaat Ost = ontsteking Pgr = pantsergranaat Pr = ponder (Britse gewichtsaanduiding) Rkg = rookgranaat Sb = schokbuis UO Nr. = uitvoeringsopdracht nummer vza = verkennende zoekactie za = zoekactie UO nr. Datum Object Locatie x Hollandse Percussie mijn Oosterschelde, laagwaterlijn nabij dijkpaal te Zierikzee vlammenwerper. Ontsteker is verwijderd en Strand paal 35-36, Serooskerke ligt op buro x granaat op strand tegen de duinen, Serooskerke x granaat 20cm Zandzuiger x 8cm art. gr. H.E. Werkeiland Oosterschelde x bgr 75mm met afgebroken (?) 36's (oud Werkeiland Neeltje Jans, Damvak Geul hollands) x granaat 12cm Werkeiland Neeltje Jans, bouwdok x granaat 12cm Werkeiland Neeltje Jans, bouwdok x mortiergranaat strand, in strandpost Kamperland Banjaard x Coverburn Mk17 + hoorn UK strand a/d roompot tussen laag/hoogwaterlijn x abwehr flammenwerfer 42 Op het strand Westerschelde bij strandpaal x mortiergranaat strand "De Banjaard" x contactmijn type 1907 (Nederlandse percussiemijn) Roompot, "DECCA" D04,35 F46, x 8cm granaat Mosselperceel 23 te vianen, alleen te bereiken bij laag water x ongevaarlijk voorwerp Strandweg 41, Burghaamstede x mortierstaart strand de Banjaard gemeld explosief niet te vinden Strand Zierikzee x 8,8cm gr. Op ponton in haven Zierikzee x 12cm granaat Oosterschelde t.h.v. Boei GVR x 3inch mgr HE Op steiger in de haven Zierikzee x klein kaliber munitie + 1x Anti-personeelmijn Strand Banjaard-Kampenland 38 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

44 x 40mm granaat Strand Kamperland 1e overgang op strand x 50 kg bom Strand 'de Banjaard' vermoedelijke bom (Frans) Strand de Banjaard te Kamperland x granaat pantser brisant, 90x25cm, verschoten Roggeplaat, kan alleen bij eb geruimd worden x handgranaat strand balie, Zierikzee x AT mijnen visserijhaven, op schip geladen met mosselen markeringsboei Schouweveersezeedijk langs de Oosterschelde ongevaarlijk voorwerp Visserijweg Colijnsplaat x 120mm bmg Vissershaven, kade, Colijnsplaat 1x 5cm bmg x Brisantpantsergranaat van 24cm OH met restant ontsteker, verschoten Havenkanaal Rond het onderzoeksgebied zijn verschillende munitievondsten gedaan. Het ging hierbij vooral om granaten vanaf 5cm. Daarnaast zijn twee Nederlandse percussiemijnen gevonden, waarvan één van het type Deze laatste mijn werd in 1985 gevonden in de Roompot. Omdat deze mijn op de Noordzee werd vernietigd gaan wij ervan uit dat de mijn aan de westelijke zijde van de Oosterscheldekering is aangetroffen, dus buiten het projectgebied. De exacte locaties van de aangetroffen CE zijn in de meeste gevallen niet te achterhalen. Behalve deze munitievondsten is er in het onderzoeksgebied ook munitie vernietigd. Nadat een munitievondst is gedaan wordt het munitieartikel vernietigd, tenzij het ongevaarlijk is. De vernietigingslocaties zijn vaak in afgelegen gebieden, zoals de Roggenplaat. Binnen onze organisatie hebben wij navraag gedaan of ook de Roggenplaat voor dit soort vernietigingen is gebruikt. Het blijkt dat dit inderdaad het geval is. De pantserbrisantgranaat die in 1996 bij de Roggenplaat werd gevonden is bijvoorbeeld op de Roggenplaat vernietigd (UO nr ). 117 Conform WSCS-OCE zijn dit soort vernietigingslocaties verdacht op achtergebleven CE. De afbakening voor zo n locatie is situationeel te bepalen, bijvoorbeeld met behulp van een luchtfoto waarop springputten zichtbaar zijn. Wat betreft de Roggenplaat is niet bekend waar deze vernietigingen precies hebben plaatsgevonden. Het is daardoor niet mogelijk een afgebakend verdacht gebied vast te stellen. Mijnenvelden Zowel tijdens de Eerste als tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn mijnen in de Noordzee en bij de Nederlandse kust gelegd. Ook al was Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal, toch kregen wij ook te maken met de oorlog. De monding van de Westerschelde werd met behulp van mijnenvelden tegen invallen beschermd. In de Oosterschelde bestond zo n versperring niet, maar er spoelden aan de kust van de Oosterschelde wel verschillende keren mijnen aan. Deze mijnen waren hier onder invloed van (getijde)stromingen naar toe gedreven en spoelden op de stranden aan. Het leggen en ruimen van de mijnenvelden is niet nauwkeurig geregistreerd. Na de Eerste wereldoorlog hebben mijnenruimactiviteiten plaatsgevonden, maar de exacte resultaten hiervan zijn niet bekend. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de Duitse bezetter mijnenvelden aan de Nederlandse kust gelegd. Ook in de monding van de Oosterschelde werden mijnen gelegd. In het gedeelte van het vaarwater Roompot dat nu ten westen van de Oosterscheldekering ligt (buiten het onderzoeksgebied), werden 52 grondmijnen gelegd. Daarnaast werden vijftig grondmijnen in het Westgat (buiten onderzoeksgebied) gelegd. 118 Ook de geallieerden hebben mijnen in de Oosterschelde gelegd. Er zijn geen concrete aanwijzingen gevonden dat deze mijnen ook binnen het onderzoeksgebied zijn gelegd. Dit sluit echter niet uit dat er mijnen van andere mijnenvelden, zoals die in de Roompot en het Westgat, naar de Oosterschelde zijn afgedreven en in het onderzoeksgebied zijn terechtgekomen. Na de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen en Walcheren lag de vaarroute naar Antwerpen voor de geallieerden open. Er werd een operatie met de codenaam Calendar gestart om de Westerschelde vrij te maken van mijnen. 117 Op het EOD-formulier staat als locatie voor de vernietiging Op de koggerplaat. Een plaat met de naam koggerplaat bestaat echter niet. Vermoedelijk wordt Roggenplaat bedoeld. 118 Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Marine, sinds 1959 van Defensie (Marine), nummer toegang , inv.nr De Roggenplaat suppletie 39

45 In de laatste oorlogsmaanden hebben de Duitsers geprobeerd de scheepvaart in de Westerschelde te ontregelen door schepen te torpederen en mijnen in de vaargeul te leggen. Dit gebeurde met behulp van zogenaamde Kleinkampfmittel, zoals minionderzeeërs. Onder andere vanuit de havens van Burghsluis en Zierikzee voeren deze minionderzeeërs uit. Sommige van deze onderzeeërs zijn tijdens hun missie verdwenen. Waar de onderzeeërs met hun lading terecht zijn gekomen is onbekend. Omdat Schouwen-Duiveland nog in Duitse handen was, zijn er tot het einde van de oorlog geen mijnenruimacties op de Oosterschelde gedaan. Wel is bekend dat de Oosterschelde in 1949 veilig werd verklaard voor alle soorten schepen. 119 Ook in de Westerschelde en voor de Nederlandse kust waren na de oorlog nog mijnenvegers actief. Vanwege verschuivende zandbanken konden niet alle mijnen in één keer geruimd worden, omdat de mijnen soms onder het zand verdwenen. Dit was ook in de Schelde het geval. Een bijkomend probleem was dat de mijnenveldkaarten, die door de Duitsers gemaakt waren, niet altijd meer klopten, omdat de velden door de stroming waren verschoven. 120 Naar schatting zijn slechts 10 tot 15% van alle gelegde mijnen geruimd. Jaarlijks worden nog altijd diverse zeemijnen aangetroffen door voornamelijk vissers. De Nederlandse Marine schat in dat nog circa zeemijnen aanwezig zijn in de Noordzee en de Zeeuwse wateren. Vanwege het hoog dynamische karakter van het gebied en het naoorlogs gebruik van de zeebodem is de aanwezigheid van zeemijnen niet beperkt tot de locaties waar deze zijn gelegd. Zeemijnen kunnen over grote afstanden zijn verplaatst. 121 De aanwezigheid van zeemijnen kan daarom op vrijwel geen enkele plaats geheel worden uitgesloten Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Marine, sinds 1959 van Defensie (Marine), nummer toegang , inv.nr L. Guldemond, De vergeten Marine. De geschiedenis van de Kathy Mijnen Party s in de periode van (2004). 121 Rapport REASeuro, Aanvullend onderzoek Cadzand, RO versie 0.1 (maart 2015), 13. Vooronderzoek Conventionele Explosieven

46 4 BEOORDELING BRONNENMATERIAAL In dit hoofdstuk worden de indicaties en contra-indicaties uit het bronnenonderzoek beoordeeld en op basis daarvan wordt gemotiveerd vastgesteld: - of er sprake is van een CE verdacht gebied, en zo ja; - hoofdsoort, kaliber, nationaliteit en verschijningsvorm van vermoedelijke CE en voor de hoofdsoort afwerpmunitie tevens de subsoort, type ontsteker(s) en het verwachte aantal; - horizontale en verticale afbakening van het verdachte gebied. Tevens zijn de bevindingen weergegeven op de CE bodembelastingkaart en op de inventarisatiekaart in bijlage Beoordeling indicaties De volgende indicaties voor de aanwezigheid van CE zijn achterhaald: Geschutmunitie In 1942 werd begonnen met de bouw van de Atlantikwall. Ook op Schouwen-Duiveland werd geschut geplaatst waarmee een geallieerde invasiemacht tegengehouden moest worden. Een aantal stukken geschut, zoals het geschut bij Schelphoek, was gericht op de Oosterschelde en de Roggenplaat. In de laatste oorlogsmaanden, tussen november 1944 en mei 1945, was de Oosterschelde een soort niemandsland tussen het bezette Schouwen-Duiveland en het bevrijde Noord-Beveland. Over de Oosterschelde werden artillerieduels uitgevochten. Ook al waren de Roggenplaat en de Roompot hierbij geen doel, het is niet uitgesloten dat hier Duitse of geallieerde granaten zijn neergekomen. Op de stranden rond het projectgebied zijn verschillende munitievondsten gedaan waarbij granaten werden aangetroffen. De munitievondst met UO nr lag dicht bij het deelgebied Roggenplaat, namelijk ter hoogte van boei GVR-5. Het betrof een 12 cm granaat. Mijnen(velden) Er zijn verschillende indicaties voor de mogelijke aanwezigheid van zeemijnen in het projectgebied. In de eerste plaats zijn er zowel tijdens de Eerste als tijdens de Tweede Wereldoorlog mijnenvelden gelegd voor de Nederlandse kust. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er grondmijnen zijn gelegd in de monding van de Oosterschelde, namelijk in de Roompot en het Westgat. Er geen concrete aanwijzingen aangetroffen dat er ook mijnen in het projectgebied zijn gelegd. Het is echter bekend dat de gelegde mijnen kunnen afdrijven waarna ze terechtkomen in gebieden waar ze niet gelegd zijn. Op de stranden rond de projectgebieden zijn zowel tijdens de Eerste als tijdens de Tweede Wereldoorlog mijnen aangespoeld. Alleen al tijdens de Eerste Wereldoorlog spoelden aan de Zeeuwse stranden meer dan mijnen aan. De mijnen vormden ook een gevaar voor het scheepvaartverkeer. In oktober 1940 liep een klipper op een mijn bij de haven van Burghsluis. Na de oorlog werden veel mijnen geruimd, maar vanwege het verschuiven van zandbanken en het afdrijven van mijnen worden jaarlijks nog altijd diverse zeemijnen aangetroffen. Vanwege de onvoorspelbaarheid van deze gebeurtenissen is het onmogelijk exact aan te geven hoeveel mijnen er zijn weggespoeld en waar deze naar toe zijn gedreven. De Nederlandse Marine schat in dat nog circa zeemijnen aanwezig zijn in de Noordzee en de Zeeuwse wateren. De aanwezigheid van zeemijnen kan daarom op vrijwel geen enkele plaats geheel worden uitgesloten. Afwerpmunitie en lucht-gronddoel raketten Gedurende de oorlog zijn meerdere schepen op de Oosterschelde door vliegtuigen aangevallen. Waar deze schepen zich op het moment van de aanval bevonden is uit de geraadpleegde bronnen niet af te leiden. De bommen en raketten die bij deze aanvallen werden afgeworpen en verschoten, zijn (als ze hun doel misten) in de Oosterschelde neergekomen. Als gevolg van getijdestromingen kan deze munitie zijn verplaatst. Waar deze munitie zich nu bevindt is niet met zekerheid te zeggen. De Roggenplaat suppletie 41

47 Daarnaast vlogen geallieerde vliegtuigen boven Zeeland wanneer zij op weg waren naar, of terug kwamen van, bombardementen in Duitsland. Voor de Nederlandse Kustwacht is dit een reden om alle Zeeuwse wateren en een deel van de Noordzee te markeren als gebied waar verhoogde concentraties explosieven aangetroffen kunnen worden. Het gaat hierbij met name over (nood)afworpen van bommenwerpers, waarbij niet-gebruikte munitie boven zee werd gedumpt. 4.2 Beoordeling contra-indicaties Van contra-indicaties is sprake indien er in het projectgebied gerichte opsporing van CE heeft plaatsgevonden, of dat grondwerkzaamheden binnen het verdachte gebied hebben plaatsgevonden waarbij grond tot ten minste de maximale penetratiediepte is ontgraven en afgevoerd. Dergelijke gegevens over naoorlogs grondverzet worden alleen verzameld en geanalyseerd, indien er in het bronnenonderzoek indicaties voor de aanwezigheid van CE zijn aangetroffen. Er zijn indicaties voor de aanwezigheid van CE in het projectgebied. Hieronder volgt het onderzoek naar contraindicaties voor de verdachte gebieden. Gerichte opsporing Voor zover bekend heeft er binnen het projectgebied geen gerichte opsporing van CE plaatsgevonden. Bodemroerende werkzaamheden Conform het WSCS-OCE dienen tijdens het onderzoek naar contra-indicaties satellietbeelden te worden verzameld met dekking van het onderzoeksgebied uit de naoorlogse periode. Deze dienen te worden vergeleken met de luchtfoto s uit het tijdvak , met als doel te inventariseren welke naoorlogse ontwikkelingen in het onderzoeksgebied hebben plaatsgevonden waarbij grond is geroerd of verzet. Bij dit project is een vergelijking met luchtfoto s en satellietbeelden niet relevant, omdat het projectgebied zich grotendeels onder water bevindt. Uit door opdrachtgever aangeleverde informatie blijkt dat uit het deelgebied Roompot zand zal worden opgezogen tot een diepte van ongeveer 4 meter. 122 De zandwinlocatie ligt in een gebied waar sinds 1968 pleistoceen zand is gesedimenteerd. Dit zand is afkomstig van de ontgrondingskuilen die tijdens en na de aanleg van de Oosterscheldekering zijn ontstaan. Door de verdieping van die kuilen is het zand oostelijk gedreven en onder meer op de locatie van het zandwingebied terechtgekomen. De hoeveelheid zand die sinds 1968 in het zandwingebied is gesedimenteerd varieert van 5 tot 15 meter. 123 Tijdens de werkzaamheden in het deelgebied Roompot zal dus alleen zand worden opgezogen dat ná 1968 is gesedimenteerd. Wij verwachten niet dat in dit naoorlogs gesedimenteerde zand CE aanwezig zijn. In het deelgebied Roggenplaat zal het opgezogen zand wordt opgespoten en vervolgens over de Roggenplaat verspreid worden. Hier zullen geen graafwerkzaamheden plaatsvinden. Eventueel aanwezige CE op de Roggenplaat zullen tijdens deze werkzaamheden niet beroerd worden. Wij verwachten daarom niet dat de werkzaamheden op de Roggenplaat van invloed zijn op eventueel aanwezige CE. 122 Projectplan Waterwet, Projectplan voor De Roggenplaat Suppletie, eerste versie (z.d.), TNO, Zandafzetting sinds 1968, (Februari 2012). 42 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

48 Afbeelding: het deelgebied Roompot geprojecteerd op de kaart met zandafzettingen sinds Leemte in kennis Door middel van een WSCS-OCE (opsporing conventionele explosieven), ISO 9001 (kwaliteit), ISO (milieu), en VCA** (veiligheid) gecertificeerd kwaliteitssysteem borgt Bodac de kwaliteit en veiligheid van haar diensten. Het vooronderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen van de WSCS-OCE: 2012, versie 1. Het is uiteraard altijd mogelijk dat bepaalde oorlogshandelingen niet zijn beschreven, gearchiveerd of in de tijd verloren zijn gegaan, waardoor deze in het heden niet als feitenmateriaal terug te vinden zijn. - Zowel tijdens de Eerste als tijdens de Tweede Wereldoorlog spoelden zeemijnen aan op de stranden rond het onderzoeksgebied. Ook na de oorlogen bleven aangespoelde mijnen een gevaar vormen. Mijnen waren ook gevaarlijk voor het scheepvaartverkeer op de Oosterschelde. In oktober 1940 liep de klipper Janna A voor de haven van Burghsluis op een mijn waarna het schip zonk. De mijnen waren afkomstig van mijnenvelden die onder meer in de monding van de Oosterschelde gelegd waren. Door de stroming konden mijnen op drift raken, waardoor er mijnen in de Oosterschelde terecht kwamen. Vanwege de onvoorspelbaarheid van deze gebeurtenissen is het onmogelijk exact aan te geven hoeveel mijnen er zijn weggespoeld en waar deze naar toe zijn gedreven; - Er zijn geen mijnenveldkaarten aangetroffen van het projectgebied en de omgeving. Uit archiefinformatie aangetroffen in het Nationaal Archief is bekend dat er mijnenvelden lagen in de monding van de Oosterschelde. Of deze mijnenvelden ook nabij of in de projectgebieden zijn gelegd is niet bekend. In het Nationaal Archief is ook informatie aangetroffen waaruit blijkt dat het projectgebied veilig was voor alle soorten schepen. Op basis van welke informatie de gebieden zijn vrijgegeven wordt in de stukken niet vermeld; - Niet alle bombardementen/luchtaanvallen konden tot een exacte locatie worden herleid. Gedurende de Tweede Wereldoorlog zijn schepen op de Oosterschelde vanuit de lucht aangevallen. Uit de geraadpleegde bronnen is niet af te leiden waar deze schepen zich op dat moment bevonden. De bommen en rakketten die hun doel misten zijn in de Oosterschelde neergekomen. Waar deze munitie is neergekomen is niet bekend. Door getijdestromingen kan deze munitie in de jaren daarna bovendien zijn verplaatst. De huidige locatie van de munitie is daarom onmogelijk te achterhalen; - Tussen oktober 1944 en april 1945 werden de havens van Burghsluis en Zierikzee gebruikt door Duitse mini-onderzeeërs die met mijnen moesten proberen het scheepvaartverkeer in de Westerschelde te verstoren. Soms verdwenen deze mini-onderzeeërs en keerden ze niet terug. Waar de boten gezonken zijn is onbekend. Wat er gebeurd is met de mijnen die de boten bij zich hadden is onbekend; - Met name tijdens de laatste oorlogsmaanden hebben er artillerieduels plaatsgevonden tussen Noord- Beveland en Schouwen-Duiveland. Het projectgebied was geen concreet doel van deze beschietingen, maar er werd wel over de Oosterschelde heen geschoten. Het is daarom niet uitgesloten dat ook hier De Roggenplaat suppletie 43

49 granaten zijn neergekomen. Dit blijkt ook uit de munitievondst van een 12cm granaat nabij de Roggenplaat (UO-nummer ). Deze granaat werd ter hoogte van boei GVR-5 aangetroffen; - Op 11 november 1941 kwam een brisantbom neer achter Burghsluis in de Oosterschelde. 124 De exacte locatie is onbekend. - Er zijn geen geschikte luchtfoto s van het projectgebied aangetroffen. Het deelgebied Roompot ligt altijd onder water, waardoor het niet zinvol is van dit gebied luchtfoto s te raadplegen. De beschikbare luchtfoto s van het deelgebied Roggenplaat bleken wat betreft relevantie en/of kwaliteit ongeschikt voor verdere analyse; - De locaties van enkele V-1 inslagen konden niet met zekerheid worden vastgesteld. Er zijn zeker twee V1 s neergekomen in de Oosterschelde. Een nadere locatieomschrijving wordt in de bronnen niet genoemd; - De locaties van enkele vliegtuigcrashes konden niet met zekerheid worden vastgesteld. Tijdens de oorlog zijn verschillende vliegtuigen neergekomen in de Oosterschelde. Een nadere locatiebepaling ontbreekt. Bovendien zijn niet alle vliegtuigwrakken gevonden. Waar deze vliegtuigen precies zijn neergekomen wordt in de bronnen niet beschreven. - Op 13 april 1961 kwam een Nederlandse Hawker Hunter neer in de Roompot. In mei 1961 werd naar de Hunter gezocht. Het zoekgebied overlapt deels met het deelgebied Roggenplaat. Er werden slechts enkele brokstukken gevonden. Geconcludeerd werd dat het vliegtuig al bedekt was met zand, of dat het buiten het zoekgebied was neergekomen; - Niet alle boven Nederland uitgevoerde bombardementen zijn nauwkeurig geregistreerd; - Er is geen informatie beschikbaar m.b.t. munitieruimingen gedurende de periode ; - De ligplaatsen van gemelde en geruimde CE konden niet allemaal achterhaald worden Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, toegangsnummer 9 Gemeente Haamstede , inventarisnummer 34 Bescherming tegen luchtaanvallen. Diverse stukken Vooronderzoek Conventionele Explosieven

50 4.4 Advies In en rond de Oosterschelde hebben veel oorlogshandelingen plaatsgevonden. In de Oosterschelde zijn mijnen gevonden uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog schepen op de Oosterschelde door vliegtuigen aangevallen met boordwapens en raketten. Ook zijn diverse vliegtuigen in de Oosterschelde neergestort. De Oosterschelde is ook aangemerkt als gebied waar mogelijk noodafworpen door bommenwerpers hebben plaatsgevonden. Tot slot zijn in de laatste oorlogsmaanden tussen Schouwen- Duiveland en Noord-Beveland artillerieduels uitgevochten. Uit onze analyse van de naoorlogse gebeurtenissen in de projectgebieden in relatie tot de uit te voeren werkzaamheden blijkt echter dat er geen risico s betreffende CE te verwachten zijn. Uit het deelgebied Roompot zal zand worden opgezogen om daarna te worden opgespoten in het deelgebied Roggenplaat. Op de zandwinlocatie Roompot is na 1968 tussen de 5 en 15 meter zand gesedimenteerd. Er zal tot 4 meter zand worden opgezogen. Omdat het op te zuigen zand uit de naoorlogs gesedimenteerde laag komt, verwachten wij niet dat hierin CE aanwezig zijn. In het deelgebied Roggenplaat zal het opgezogen zand worden opgespoten. Hier wordt dus alleen zand opgebracht, dat vervolgens over de Roggenplaat wordt verspreid. Wij verwachten niet dat deze werkzaamheden van invloed zijn op eventueel aanwezige CE. Wij adviseren opdrachtgever daarom om de werkgebieden voorafgaand aan de werkzaamheden niet te laten onderzoeken op CE. De Roggenplaat suppletie 45

51 Bijlage 1. Inventarisatiekaart en CE-bodembelastingkaart (Losbladig) 46 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

52 Bijlage 2. Definitie en uitleg conventionele explosieven Algemeen In totaal worden er 16 hoofdgroepen CE onderscheiden. De meest voorkomende hoofdgroepen worden hieronder kort omschreven. Klein kaliber munitie Definitie: munitie voor wapens met een kaliber < 20 mm. Uitleg: klein kaliber munitie is een verzamelnaam bedoeld voor alle munitie van handvuurwapens zoals revolvers, pistolen, geweren, machinegeweren en dergelijke. Afbeelding: Brits machinegeweer Bren MkII (kaliber.303).303 Afbeelding: Klein Kaliber Munitie, kaliber Handgranaten Definitie: een lichaam al of niet voorzien van springstof en voorzien van een ontsteker bedoeld om met de hand te werpen. Uitleg: een handgranaat bestaat uit een lichaam, meestal vuistgrootte, vaak voorzien van een beugel en veiligheidspin, dat al of niet is gevuld met een spring-, een chemische-, een pyrotechnische- of kruitlading. Een handgranaat is voorzien van een ontsteker met het doel te detoneren, brand te stichten, een rookgordijn te leggen, etc. Dit is afhankelijk van de soort handgranaat en haar vulling. Britse Mills No.36 handgranaat Amerikaanse MkII handgranaat Duitse Stielhandgranate 24 Geweergranaten Definitie: een granaat bedoeld om met behulp van een geweer te verschieten. Uitleg: een geweergranaat is betrekkelijk klein en meestal voorzien van een staartstuk. Het is een munitieartikel dat speciaal is ontworpen om met behulp van een geweer en een afvuur- c.q. scherpe patroon te worden verschoten. De opbouw en gevechtslading van een geweergranaat is in het algemeen te vergelijken met de opbouw van die van handgranaten. Geweergranaten hebben een groter bereik dan handgranaten. De Roggenplaat suppletie 47

53 Afbeelding: Duitse Geweergranaten Afbeelding: het verschieten van een geweergranaat Granaatwerpers Definitie: munitieartikelen die met een speciaal wapensysteem worden verschoten, gelanceerd of weggeslingerd. Uitleg: munitie voor granaatwerpers verschilt van geweergranaten in die zin, dat zij een speciaal wapensysteem hebben om verschoten of gelanceerd te worden. Ook zijn ze groter dan geweergranaten. Het gebruik van de speciale afschiet- of lanceerinrichting werd niet direct geaccepteerd in militaire kringen, omdat dit inhield dat de militair een extra wapen moest dragen, meestal ten koste van zijn persoonlijke handvuurwapen. Op het slagveld bleken deze lanceerinrichtingen echter zeer doeltreffend te zijn, aangezien hiermee de vuurkracht van een kleine eenheid vergroot werd. Bovendien konden allerlei soorten granaten nauwkeurig gericht en verschoten worden op diverse vijandelijke doelen op uiteenlopende afstand. Munitie voor granaatwerpers heeft meestal een herkenbaar staartstuk. Afbeelding: Britse PIAT Afbeelding: Duitse Panzerfaust Raketten (munitie voor raketwerpers) Definitie: munitieartikelen die na te zijn afgevuurd tijdens de vlucht worden voortgestuwd door een raketmotor. Uitleg: raketten zijn te herkennen aan een raketmotor met daarin een venturi (uitstroomopening). Anders dan hedendaagse geleide raketten waren deze raketten na het lanceren niet meer bestuurbaar. Bij de Amerikanen werd de Bazooka gebruikt en bij de Duitsers de Panzerschreck. N.B. Voor raketten die werden afgevuurd door vliegtuigen zie Lucht-gronddoelraketten. 48 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

54 Afbeelding: Amerikaanse bazooka Afbeelding: Duitse Panzerschreck Geschutmunitie Definitie: munitie voor diverse soorten vuurmonden met een kaliber van 20 mm of groter. Uitleg: geschutmunitie is een verzamelnaam voor verschillende soorten munitie gebruikt voor b.v. kanonnen en mortieren. Hieronder vallen bijvoorbeeld granaten, mortiergranaten, terugstootloze vuurmonden (TLV s), maar ook hulzen e.d. Afbeelding: Duitse 10,5cm granaat Afbeelding: 3 inch mortier granaat De Roggenplaat suppletie 49

55 Mijnen(velden) Definitie: een hoofdlading, al of niet in een omhulsel, voorzien van een ontsteker, in of op een terrein of gebied aangebracht om te hinderen, schade toe te brengen of buiten gevecht te stellen en dat door het te treffen doel wordt geactiveerd. Uitleg: hoewel andere vormen voorkomen, hebben landmijnen vaak een ronde (schijf)vorm. Anti-personeelsmijnen zijn meestal zo groot als een schoenpoetsdoosje, terwijl anti-tankmijnen zo groot zijn als een wiel. Mijnen worden in of op het terrein (of ander gebied) aangebracht om de toegang tot en het gebruik van bepaalde terreingedeelten te ontzeggen, de vijand te hinderen in zijn beweging en/of de vijand buiten gevecht te stellen. Mijnen uit de Tweede Wereldoorlog waren vaak voorzien van een drukontsteker. Moderne mijnen kunnen voorzien zijn van ontstekers met sensoren, zodat deze reageren op licht, geluid, trilling, warmte, e.d. Afbeelding: Duitse Anti-tank Tellermine.42 Afbeelding: Duitse Anti-tank Riegelmine 43 Afwerpmunitie Definitie: munitieartikelen, bedoeld om vanuit een vliegtuig te worden afgeworpen. Uitleg: bommen komen voor in allerlei vormen en maten. De meeste bommen hebben een cilindrisch of sigaarvormig lichaam met een springstoflading (brisantbommen). Verder komen chemische en pyrotechnische ladingen voor (brand- en fotoflitsbommen). Bommen komen tot uitwerking in de lucht of bij inslag (direct of na het verlopen van een tijd) of na indringen. Om de beoogde uitwerking te verkrijgen kunnen bommen voorzien zijn van een grote verscheidenheid aan ontstekingsmechanismen. De meest voorkomende zijn de direct werkende of (lange) vertraging ontstekers. Afbeelding: opslag 500lbs bommen Afbeelding: 500lbs bom in Cadzand 50 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

56 Lucht-gronddoelraketten Definitie: munitieartikelen die na te zijn afgevuurd tijdens de vlucht worden voortgestuwd door een raketmotor. Uitleg: raketten zijn te herkennen aan een raketmotor met daarin een venturi (uitstroomopening). Anders dan hedendaagse geleide raketten waren deze raketten na het lanceren niet meer bestuurbaar. De Britse 60-lbs raket werd voornamelijk vanuit jachtbommenwerpers afgevuurd op tanks, treinen, voertuigen en gebouwen. Afbeelding: Engelse SAP 60LB vliegtuigraketten De Roggenplaat suppletie 51

57 Bijlage 3. Uitgangspunten horizontale afbakening 52 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

58 De Roggenplaat suppletie 53

Projectnummer: 1211GPR2855.1

Projectnummer: 1211GPR2855.1 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ten behoeve van een te realiseren hoge druk gasleiding van Donkerbroek naar Ureterp Deeltracé 1 Projectnummer: 1211GPR2855.1 In opdracht

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vispassage Wittemermolen te Wittem

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vispassage Wittemermolen te Wittem Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vispassage Wittemermolen te Wittem Vispassage Wittemermolen te Wittem 0 Dit document is bestemd voor de opdrachtgever. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vooronderzoek Conventionele Explosieven Epen Volmolen Epen Volmolen 0 Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor Bodac, onderdeel van

Nadere informatie

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 3 2.4 Historisch overzicht... 3 2.4.1 Historisch overzicht onderzoeksgebied...

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Wijk en Aalburg Bosseweg 4

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Wijk en Aalburg Bosseweg 4 ProcesVerbaal van Oplevering OCE Wijk en Aalburg Bosseweg 4 OCE I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de

Nadere informatie

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE.

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE. Briefrapportage Saricon bv Aan: Havenbedrijf Rotterdam N.V. Van: Saricon: E.R. Beute, M. van Riel, MA, Datum : 27 augustus 2015 Betreft:, Theemswegtracé Rotterdam Inleiding Sinds 2012 werkt Saricon in

Nadere informatie

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv Toetsing Vooronderzoek CE Opdrachtgever: KWS lnfra bv Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: 51 40526-TVO-00 I 16 april2014 CErrt Opsporen Conventionele Explosieven Status: Definitief WSCS - OCE

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog Projectnummer: 0415GPR5104 Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2 Quickscan... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3

Nadere informatie

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Postbus 92 Industrieweg 24 www.saricon.nl Tel. +31 (184) 422 538 KvK-nummer: 23.063.102 3360 AB Sliedrecht 2261 HJ Sliedrecht

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst OCE Vathorst I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de Den Ouden

Nadere informatie

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk documentcode: aantal pagina's: 10S062-PI-01 18 pag. (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 16 augustus 2010

Nadere informatie

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede Rapportage Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede Projectnummer: 1011GPR2724 In opdracht van: Ingenieursbureau Oranjewoud

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vughtse Hoeve

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vughtse Hoeve Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vughtse Hoeve Vughtse Hoeve 0 Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor Bodac, onderdeel van

Nadere informatie

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Rotterdam, S.Y.P.Y. Tjan Van: L.J. van Oudheusden; E.R. Beute Datum : 27-09-2013 Betreft: 1. Inleiding Saricon heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam een (beperkt)

Nadere informatie

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863 SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 17-04-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00489 Chantal Akkermans Frederik Stouten PLS Prinses Irenestraat te Elst Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 27 maart

Nadere informatie

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Saricon bv Safety & Risk Consultancy Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Pascalkwartier te Rotterdam documentcode: aantal pagina's: 72259-VO-01 18 incl. bijlagen Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 23 mei 2006 Herzien

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis

Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal

Nadere informatie

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: Quickscan Conventionele Explosieven OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839 Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: www.topotijdreis.nl) ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl

Nadere informatie

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 9-4-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00457 GEM Westeraam Gemeente Overbetuwe PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen Inleiding Naar

Nadere informatie

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven Certificatieschema voor het Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven Vaststelling door : Centraal College van Deskundigen OCE Vaststellingsdatum : DATUM Goedkeuring

Nadere informatie

Briefrapportage. Saricon bv

Briefrapportage. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Maastricht, Dhr R. Bongaerts Van: Saricon, T.M. Blok Datum : 13 september 2017 Documentcode: 17S086-BR-01 Betreft: Aanvullend onderzoek Tramtracé Vlaanderen-Maastricht

Nadere informatie

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse CE

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse CE Certificatieschema voor het Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse CE Vaststelling door : Centraal College van Deskundigen OCE Vaststellingsdatum : DATUM Goedkeuring door : bestuur SCVE Goedkeuringsdatum

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek Historisch Vooronderzoek Gilze en Rijen Hultens End Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg 4a, 5133 NE Riel, Nederland Postbus 21, 5133 ZG Riel, Nederland

Nadere informatie

Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel

Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel Datum: 9 augustus 2013 Kenmerk: 13P016 conceptrapport Pagina 2 van 22 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 5 1.1 AANLEIDING... 5

Nadere informatie

Onderstaand overzicht behoort tot het project Waddenarchieven, dat wordt gefaciliteerd door de Waddenacademie (www.waddenacademie.knaw.nl).

Onderstaand overzicht behoort tot het project Waddenarchieven, dat wordt gefaciliteerd door de Waddenacademie (www.waddenacademie.knaw.nl). TWEEDE WERELDOORLOG Versie 27-6-2011 Onderstaand overzicht behoort tot het project Waddenarchieven, dat wordt gefaciliteerd door de Waddenacademie (www.waddenacademie.knaw.nl). Het overzicht is als volgt

Nadere informatie

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247 Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247 Spitsbusbaan N235-2016 713 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid Datum: 28 oktober 2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2016-BB-68 dhr. J. Bongers dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Europaplein Zuid Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 18 oktober j.l. naar de mogelijke aanwezigheid

Nadere informatie

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem 2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N 2.1. Algemene informatie CE n in de bodem Ten behoeve van de voorgenomen werkzaamheden zullen er grondroerende werkzaamheden verricht worden. Bij het roeren van de ondergrond

Nadere informatie

1 INLEIDING REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN AANVULLEND VOORONDERZOEK CONCLUSIE EN ADVIES... 19

1 INLEIDING REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN AANVULLEND VOORONDERZOEK CONCLUSIE EN ADVIES... 19 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 INLEIDING... 3 1.1 AANLEIDING... 3 1.2 WERK- EN ONDERZOEKSGEBIED... 3 1.3 DOEL... 4 1.4 METHODIEK... 4 1.5 LEESWIJZER... 4 2 REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN... 5 2.1 ECG, BAGGEREN

Nadere informatie

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Datum: 4 december 2015 Projectnr.: 150108 Status: V2.0 definitief Gemeente Houten: Opdrachtgever 1 Armaex B.V.: Directeur¹

Nadere informatie

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost Documentcode: Aantal pagina's: 13S093-VO-02 54 blz. (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 16 september

Nadere informatie

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM INHOUD Historisch Vooronderzoek Noodzaak Zuurstoffabriek De Alblas De Risocokaart Voor- en nadelen Hoe te werken met de risicokaart Vervolgstappen Financiën Vragen

Nadere informatie

Wij vertrouwen erop u hiermee een passende aanbieding te hebben gedaan en zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

Wij vertrouwen erop u hiermee een passende aanbieding te hebben gedaan en zien uw reactie met belangstelling tegemoet. Gemeente Loppersum T.a.v. de heer M. Postema Postbus 25 9919 ZG Loppersum Uw referte : Afspraak 27 maart 2015 Onze referte : 72138/UO-151089 Onderwerp : Offerte Historisch Vooronderzoek-Niet Gesprongen

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietsbrug Nigtevecht

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietsbrug Nigtevecht Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietsbrug Nigtevecht Documentcode: Aantal pagina's: 40 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief Herzien Concept 6 oktober 2014 Opgesteld

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad Ouwelsestraat Zaltbommel

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad Ouwelsestraat Zaltbommel Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad Ouwelsestraat Zaltbommel INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding van het vooronderzoek 1 1.2 Omschrijving en doelstelling van de opdracht 1

Nadere informatie

2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) KENMERK: QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN BETREFT: N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROJECT: PROVINCIE UTRECHT OPDRACHTGEVER:

2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) KENMERK: QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN BETREFT: N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROJECT: PROVINCIE UTRECHT OPDRACHTGEVER: KENMERK: BETREFT: PROJECT: OPDRACHTGEVER: 2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROVINCIE UTRECHT Documentcode: 2016-BB-12 Aantal pagina s: 21 Datum:

Nadere informatie

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Datum : 14 november 2014 Projectnaam : Spooruitbreiding Utrecht Centraal Leische Rijn Projectnummer : GJZ-B-227105.01.01 Steller : Herman Punte

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst OCE Vathorst I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de Den Ouden

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Polder t Hoekje

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Polder t Hoekje Vooronderzoek Conventionele Explosieven Polder t Hoekje Documentcode: Aantal pagina's: 61 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 23 juli 2013 Herzien Concept 16 mei 2013 Opgesteld

Nadere informatie

Lijst van bijlagen... 2. 5 Betrouwbaarheid... 11

Lijst van bijlagen... 2. 5 Betrouwbaarheid... 11 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 3 2 Probleeminventarisatie...4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Onderzoekslocatie... 4 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 4 2.4 Historisch

Nadere informatie

Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6

Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6 Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6 Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Opzet van het onderzoek... 4

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen Projectnummer: GPR5155 Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Tennet locatie Oostzaan

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Tennet locatie Oostzaan Vooronderzoek Conventionele Explosieven Tennet locatie Oostzaan INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding van het vooronderzoek 1 1.2 Omschrijving en doelstelling van de opdracht 1 1.3 Begrenzing

Nadere informatie

Notitie. Een update van het vooronderzoek was daarom niet nodig. Referentienummer Datum Kenmerk GM-0163023 16 juni 2015 315112. Betreft NGE-onderzoek

Notitie. Een update van het vooronderzoek was daarom niet nodig. Referentienummer Datum Kenmerk GM-0163023 16 juni 2015 315112. Betreft NGE-onderzoek Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0163023 16 juni 2015 315112 Betreft NGE-onderzoek Onderhavige rapportage omvat het in 2012 uitgevoerde vooronderzoek over niet gesprongen explosieven. Het vooronderzoek

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Maasdriel Maas-Waalweg

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Maasdriel Maas-Waalweg Vooronderzoek Conventionele Explosieven Maasdriel Maas-Waalweg INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding van het vooronderzoek 1 1.2 Omschrijving en doelstelling van de opdracht 1 1.3 Begrenzing

Nadere informatie

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding PLS-NGE Datum: 6 juli 2015 Kenmerk: 2015-10-83-BR-01 Aan: Mw. E. Luggenhorst Projectbureau Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren Van: F.G.J. Barink (BeoBOM) Betreft: Aanwezigheid NGE binnen projectgebied

Nadere informatie

VOORONDERZOEK NHW Batterij-Poederoijen

VOORONDERZOEK NHW Batterij-Poederoijen VOORONDERZOEK NHW Batterij-Poederoijen AVG Explosieven Opsporing Nederland Vestiging Heijen Vestiging Waalwijk Postadres De Grens 7 Professor Asserweg 24 Postbus 160 6598 DK Heijen 5144 NC Waalwijk 6590

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Projectnummer : 71099 Locatie Opdracht Opdrachtgever : Barneveld-Noord Station : Vooronderzoek

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Molenstraat Kerkwijk

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Molenstraat Kerkwijk Vooronderzoek Conventionele Explosieven Molenstraat Kerkwijk INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Probleemstelling 1 1.3 Doelstelling 1 1.4 Werkwijze 1 1.5 Verantwoording 1 2. LOCATIEGEBONDEN

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Project Magnitude FII in de provincie Groningen

Onderzoekslocatie: Project Magnitude FII in de provincie Groningen Projectnummer: GPR6045 Onderzoekslocatie: Project 411437 Magnitude FII in de provincie Groningen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3

Nadere informatie

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief Vooronderzoek Conventionele Explosieven Oosterhoutse Golf Club Gemeente Oosterhout Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief Copyright 2015. Niets uit dit projectplan mag

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink Datum: 22 november 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: EU17-193 dhr. H. de Baaij dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Martinuskerk Nijmeegsestraat, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek van 7 november j.l.,

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek Historisch Vooronderzoek Afsluitdijk Vispassages Figuur 1: De Afsluitdijk bij Kornwerderzand en Den Oever (bron: Google.nl). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V.

Nadere informatie

Datum: Projectnummer: Status: V.1.0 Definitief

Datum: Projectnummer: Status: V.1.0 Definitief Datum: 01-11-2017 Projectnummer: 1702140001 Status: V.1.0 Definitief Armaex B.V. Vooronderzoek CE Transferium De Punt Verantwoordelijk voor rapport: J. Slagers S. Fikkert G. Nijland Copyright 2016. Niets

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard Datum: 5 oktober 2015 Kenmerk: 15P038 definitief rapport 15P038 VO Hoge Boezem van de Overwaard

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Dijkversterking Vianen Waterschap Rivierenland

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink Datum: 21 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-76-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Karbrugsevoetpad 4, Huissen Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 10 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Datum: 28 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-78-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 14 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch. W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012

Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch. W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012 Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012 1 Inhoudsopgave: 1. INLEIDING... 4 1.1. AANLEIDING... 4 1.2. DOELSTELLING... 4 1.3. UITVOERING... 4 1.4. OVERZICHT RELEVANTE

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Benedenveer Sliedrecht

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Benedenveer Sliedrecht Vooronderzoek Conventionele Explosieven Benedenveer Sliedrecht Documentcode: Aantal pagina's: 53 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 3 november 2014 Herzien Concept 13 oktober

Nadere informatie

Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron: www.brugwachters.nl).

Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron: www.brugwachters.nl). Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron: www.brugwachters.nl). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Pagina 2 van 53 12S107-VO-01

Pagina 2 van 53 12S107-VO-01 Foto omslag: Britse militairen bestuderen een kaart bij de Maas (bron: M. van den Berg, M. Greve- Snijders en J. Kessels (red.), Beegden bezet bevrijd: de oorlogsjaren 1940-1945 in Beegden, Beegden 2005,

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen Projectnummer: 0214GPR4026.1 Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken

Nadere informatie

Quickscan Conventionele Explosieven. Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Quickscan Conventionele Explosieven. Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: Quickscan Conventionele Explosieven Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: www.topotijdreis.nl) ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl www.explovision.nl

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Project Zutphen

Onderzoekslocatie: Project Zutphen Projectnummer: GPR5831 Onderzoekslocatie: Project Zutphen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage...

Nadere informatie

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK Opsporing Conventionele Explosieven Guido de Jong (HbR) Programma 1. Waar hebben we het over? 2. Historie en vooronderzoek Rotterdam 3. OCE proces Verdieping

Nadere informatie

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014 Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord Conventionele Explosieven (CE n) Datum Status definitief Colofon Referentienummer RW1929-28/14-005-909 Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland Informatie Telefoon

Nadere informatie

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg Vooronderzoek Hilversum Monnikenberg Figuur 1: Uitsnede overzichtskaart: verdedigingslinie om Hilversum (bron: PAT, 457). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V.

Nadere informatie

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Papendrecht aansluiting A15-N3

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Papendrecht aansluiting A15-N3 Vooronderzoek Papendrecht aansluiting A15-N3 Figuur 1: Aansluiting N3-A15 (bron: www.google.nl/maps - streetview). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg

Nadere informatie

CORIO GLANA HIGH LIGHT 20 VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN UIT DE TWEEDE WERELDOORLOG RN DEFINITIEVE VERSIE 1.

CORIO GLANA HIGH LIGHT 20 VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN UIT DE TWEEDE WERELDOORLOG RN DEFINITIEVE VERSIE 1. RN-18010-1.0 10-07-2018 EFINITIEVE VERSIE 1.0 VOORONERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN UIT E TWEEE WERELOORLOG CORIO GLANA IG LIGT 20 OPGEMAAKT OOR EXPLOA ANELSREGISTER CULEMBORG 54955890 BTW NL851505971B01

Nadere informatie

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000*

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Uw email van 19 november 2014 Behandeld door J. van der Heijden Uw kenmerk -- Doorkiesnummer (026)

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp

Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp Projectnummer: 1214GPR4876 Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp Rapportage Projectnummer: 1214GPR4876 Datum: 15-05-2015 Betreft: Historisch vooronderzoek naar de aanwezigheid van

Nadere informatie

Gemeente De Wolden (DR) Postbus AA ZUIDWOLDE.

Gemeente De Wolden (DR) Postbus AA ZUIDWOLDE. >Retouradre5: EODD - Sm Scheickkazerne - Postbus 109, 3769 ZJ SOESTERBERG. Gemeente De Wolden (DR) Postbus 20 7920 AA ZUIDWOLDE. Commando land Opruimingsdienst Sm Scheickkazerne Zeisterspoor 12 3769 AP

Nadere informatie

Kadeversterking Giessen-Noordeloos

Kadeversterking Giessen-Noordeloos Kadeversterking Giessen-Noordeloos Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Kadeverbetering Giessen-Noordeloos 3 Kadeversterking Giessen-Noordeloos

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Winklerlaan 365 te Utrecht Buro Ontwerp

Nadere informatie

VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN

VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN KENMERK: BETREFT: PROJECT: (DEFINITIEF) VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN ZUIDERZEELAND PROJECTNUMMER: - 1 OPDRACHTGEVER: AVECO DE BONDT Documentcode: Projectnummer: - Aantal pagina s: 53 Datum:

Nadere informatie

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling Collegevoorstel Inleiding Uit rapporten uit of na de Tweede Wereldoorlog blijkt dat op verschillende plaatsen in de Nederlandse bodem mogelijk nog een aanzienlijke hoeveelheid explosieven (de zogenaamde

Nadere informatie

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider)

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Datum: 23-12-2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Gemeente Overbetuwe PLS Spoorkruisingen Elst Noord Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op

Nadere informatie

Pagina 2 van 38. Foto voorblad: Engelse vliegtuigen boven Zaandam, 1945. Bron: Beeldbank Gemeentearchief Zaanstad.

Pagina 2 van 38. Foto voorblad: Engelse vliegtuigen boven Zaandam, 1945. Bron: Beeldbank Gemeentearchief Zaanstad. Foto voorblad: Engelse vliegtuigen boven Zaandam, 1945. Bron: Beeldbank Gemeentearchief Zaanstad. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

2016-BB (CONCEPT) VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN NIERS DIJKVERSTERKING OEVERGEBIED NIERS TE GENNEP

2016-BB (CONCEPT) VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN NIERS DIJKVERSTERKING OEVERGEBIED NIERS TE GENNEP KENMERK: BETREFT: PROJECT (NR): 206-BB-0-0 (CONCEPT) VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN NIERS DIJKVERSTERKING OEVERGEBIED NIERS TE GENNEP OPDRACHTGEVER: WATERSCHAP PEEL EN MAAS Documentcode: 206-BB-0-0

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE VO-02 De Purmer Pagina 2 van 38

INHOUDSOPGAVE VO-02 De Purmer Pagina 2 van 38 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 5 1.1 AANLEIDING... 5 1.2 PROBLEEMSTELLING... 5 1.3 DOELSTELLING... 5 1.4 ONDERZOEKSGEBIED... 5 1.5 ONDERZOEKSMETHODE... 6 1.5.1 Algemeen... 6 1.5.2 Inventarisatie bronnenmateriaal...

Nadere informatie

Datum: 25 september 2014 Projectnr.: Status: concept

Datum: 25 september 2014 Projectnr.: Status: concept Vooronderzoek Conventionele Explosieven N489 Binnenmaas Datum: 25 september 2014 Projectnr.: 140012 Status: concept Copyright 2014. Niets uit dit projectplan mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt

Nadere informatie

Pagina 2 van 32 12S041-VO-01

Pagina 2 van 32 12S041-VO-01 Foto omslag: De Afdeling Delft in stelling met een Oerlikon-vuurmond 2 tl. nr. 1. In het onderzoeksgebied stonden drie stukken opgesteld (bron: C.A. de Bruijn en A.C. Verschoor, Gedenkboek voor de vrijwillige

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0013 Wipbrug te Opmeer.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0013 Wipbrug te Opmeer. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0013 Wipbrug te Opmeer. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: BB0013 Wipbrug te Opmeer Hoogheemraadschap

Nadere informatie

BeoBOM, Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 Noord-Holland (kenmerk VO-01, definitief d.d. 18 november 2015), p. 5.

BeoBOM, Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 Noord-Holland (kenmerk VO-01, definitief d.d. 18 november 2015), p. 5. ANTEA GROUP t.a.v. de heer ing. R. van Trigt Postbus 8590 3009 AN Rotterdam Kenmerk: 2017-BB-69-BR-01 Rotterdam, 19 oktober 2017 Betreft: addendum op vooronderzoek 2015-70-VO-01 Geachte heer Van Trigt,

Nadere informatie

Vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven Hoevelaar Woudenberg

Vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven Hoevelaar Woudenberg Vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven Hoevelaar Woudenberg Datum : 6 april 2017 Kenmerk : 16120510/CKU/rap1 Status : Definitief Versie : 1.0 Auteurs : R.J.W.J. Bücking

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Soesterberg-Noord Gemeente Soest DATUM: 18 december

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel Datum: 14 september 2015 Kenmerk: 15P068 conceptrapport 15P068 VO Fietspad & Rotonde N831 conceptrapport d.d. 14 september

Nadere informatie

CEES VAN DEN AKKER ADVIES

CEES VAN DEN AKKER ADVIES CEES VAN DEN AKKER ADVIES Vooronderzoek Conventionele Explosieven Opdrachtgever : Dienst Landelijk Gebied Project : Inrichtingswerken Natuur Winterswijk Oost Nr : PWE 526901-801H Gemeente : Winterswijk

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Waternet Amsteldijk

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Waternet Amsteldijk Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Waternet Amsteldijk RO-160206 versie 1.0 27 september 2016 Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Waternet Amsteldijk Opdrachtgever :

Nadere informatie

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. E. Weijde Afd. Team Ruimtelijk Beleid Postbus AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000*

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. E. Weijde Afd. Team Ruimtelijk Beleid Postbus AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. E. Weijde Afd. Team Ruimtelijk Beleid Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Uw email van 23 december 2014 Behandeld door J. van der Heijden Uw kenmerk -- Doorkiesnummer

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Cruijslandse kreken

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Cruijslandse kreken Vooronderzoek Conventionele Explosieven Cruijslandse kreken INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding van het vooronderzoek 1 1.2 Omschrijving en doelstelling van de opdracht 1 1.3 Begrenzing

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied " Rijnlandroute t.b.v. Gasunie.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied  Rijnlandroute t.b.v. Gasunie. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied "408310 Rijnlandroute t.b.v. Gasunie. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: 408310 Rijnlandroute t.b.v.

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0014 Engewormerbrug te Wormer.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0014 Engewormerbrug te Wormer. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0014 Engewormerbrug te Wormer. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: BB0014 Engewormerbrug te Wormer Hoogheemraadschap

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling Notitie : 3VEO-VOO.05667.V Voor : betrokkenen OCE werkveld Van : secretariaat Datum : 16 april 2013 Betreft : handreiking vooronderzoeken BRL-OCE versus WSCS-OCE 1. Inleiding Op 1 juli 2012 is het Werkveldspecifiek

Nadere informatie

Vooronderzoek (WSCS-OCE 2016) Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht

Vooronderzoek (WSCS-OCE 2016) Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht Vooronderzoek (WSCS-OCE 2016) Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht Datum: 10 oktober 2017 Kenmerk: 17P144 definitief rapport versie 3 Zaaknummer: 31115711 17P144 VO A15 Papendrecht -

Nadere informatie

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Datum: Kenmerk: 2 juni 2016 16P077 definitief rapport 1 Distributielijst - RHDHV - Bombs Away B.V. Opdrachtgever Dhr. R. Van Bruchem RHDHV Opgesteld: Dhr. M.C. Bosma

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Stationsgebied Vlaardingen, gemeente Vlaardingen

Onderzoekslocatie: Stationsgebied Vlaardingen, gemeente Vlaardingen Projectnummer: GPR5808 Onderzoekslocatie: Stationsgebied Vlaardingen, gemeente Vlaardingen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie