Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit"

Transcriptie

1 Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit Vooral meer registratie, nauwelijks meer criminaliteit Karin Wittebrood en Paul Nieuwbeerta* De afgelopen 25 jaar is in ons land de omvang van door de politie geregistreerde criminaliteit fors toegenomen. In 1980 was het aantal door de politie geregistreerde geweldsdelicten 24 per inwoners en dat nam gestaag toe tot 87 in 2004: bijna een verviervoudiging. De vermogenscriminaliteit is de afgelopen 25 jaar gestegen, van 459 naar 625 delicten per inwoners. Het aantal door de politie geregistreerde vernielingen is in dezelfde periode eveneens toegenomen: van 65 naar 132 per inwoners (Eggen & Van der Heide, 2005). Kortom, het aantal door de politie opgemaakte processen-verbaal, de geregistreerde criminaliteit, is de afgelopen 25 jaar fors gestegen. Deze cijfers lijken aan duidelijkheid niets te wensen over te laten en schetsen een beeld dat ons land de laatste decennia fors onveiliger is geworden. De sterke stijging in de door de politie geregistreerde criminaliteit is de afgelopen decennia, en zeker de laatste jaren, dan ook een belangrijke aanleiding geweest om bestrijding van criminaliteit hoog op de maatschappelijke en politieke agenda te plaatsen. Sinds de start van het beleidsprogramma Naar een veiliger samen leving in 2002 is het bevorderen van een veiliger samenleving [ ] één van de centrale doelstellingen in het kabinetsbeleid (Justitie/BZK, 2002, 17). Het kabinet streeft naar een afname met 20 tot 25 procent van de criminaliteit in de periode (TK, 2004/2005). De ontwikkelingen in de door de politie geregistreerde criminaliteit zijn de afgelopen decennia op uiteenlopende wijze verklaard. Zo zouden demografische ontwikkelingen een rol spelen (toegenomen aantal jongeren en etnische minderheden), economische ontwikkelingen (meer welvaart, werkloosheid) en maatschap pelijke ontwikkelingen, zoals individualisering, verstedelijking en ontzuiling (SCP, 1998, ). Kenmerkend voor deze verklaringen is dat zij zich richten op de totstand koming van de criminaliteit zelf en niet op de totstandkoming van de registratie van criminaliteit. De feitelijk gepleegde criminaliteit en de door de politie geregistreerde criminaliteit worden hierbij dus als overeenkomstig gezien. * De auteurs danken Wim Bernasco, Gerben Bruinsma, Henk Ellfers, Evelien Eggink, Frits Huls, Harry Huys, Jan de Keijser, alsmede de redactie en twee anonieme referenten van het Tijdschrift voor Criminologie voor hun gedegen en bruikbare commentaren op eerdere versies van dit artikel. Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3 227

2 Karin Wittebrood en Paul Nieuwbeerta Een aanvullende verklaring voor de stijging in geregistreerde criminaliteit die veel minder aandacht heeft gekregen en dat is enigszins verrassend gezien de term geregistreerde criminaliteit is dat ontwikkelingen hierin juist ver oorzaakt worden door veranderingen in de registratie van criminaliteit. Voordat delicten in de politieregistraties en -statistieken terechtkomen, moeten deze immers eerst gemeld worden bij de politie en vervolgens ook nog als zodanig worden geregistreerd. Toch is al verschillende malen gewezen op het belang van deze verklaring. In 1985 concludeerde Van Tulder op basis van gegevens over de periode dat de invloed van het registratiegedrag van de politie op cijfers betreffende ter kennis van de politie gekomen misdrijven ( ) aanzienlijk [is]. (...) De politiecijfers stijgen bijna over de hele linie sneller dan slachtoffercijfers. Het lijkt erop, dat (...) het uiteenlopen van beide trends voornamelijk moet worden toegeschreven aan een toegenomen bereidheid van de politie misdrijven te registreren. (Van Tulder, 1985, 137). Tien jaar later kwamen Kester en Junger-Tas op basis van de gegevens over de jaren tot een gelijksoortige conclusie: een aanzienlijk deel van de stijging in de geregistreerde criminaliteit door de tijd heen [is] veroorzaakt ( ) door een vergroting van het deel van de delicten dat in de registratie komt en dus niet door een toename van de werkelijke criminaliteit (Kester & Junger-Tas, 1994, 99). Recenter, maar toch ook alweer ruim vijf jaar geleden, hebben Wittebrood en Junger (1999) op basis van gegevens over de periode er opnieuw op gewezen dat de sterke stijging in de door de politie geregistreerde geweldscriminaliteit voor een belangrijk deel veroorzaakt wordt door een toenemende kans dat delicten geregistreerd worden door de politie (Wittebrood & Junger, 2000). 1 De conclusie uit het laatste onderzoek zorgde destijds voor veel discussie (Van de Bunt & Bijleveld, 2000; Rovers, 2000; Wittebrood & Junger, 2000), waarbij vooral vraagtekens werden gezet bij de omvang van het veronderstelde registratie-effect. 2 Inmiddels zijn we enkele jaren verder en is het mogelijk over een langere periode de gegevens te analyseren, namelijk 25 jaar ( ). 3 Vooral ten opzichte van Van Tulder (1985) en van Kester en Junger-Tas (1994) is dit een belangrijke vooruitgang. Verder is het nu mogelijk om ook voor andere delicten trends te analyseren, terwijl het onderzoek van Wittebrood en Junger (1999) zich beperkte tot geweldscriminaliteit. Reden genoeg om de ontwikkeling in de geregistreerde criminaliteit van meerdere typen delicten en een aantal mogelijke verklaringen daarvan nogmaals te onderzoeken. In dit artikel gaan we expliciet na, op basis van de slachtofferenquêtes van het CBS, in welke mate de stijging in geregistreerde criminaliteit veroorzaakt is door een toename in (a) de kans dat een delict plaatsvindt, (b) de kans dat dit delict bij de politie wordt gemeld, en (c) de kans dat van een gemeld delict een proces-verbaal wordt opgemaakt. We hopen hiermee meer duidelijkheid te scheppen over de omvang van het registratie-effect. 1 In Wittebrood en Junger (2000) is ook over 1997 en 1998 gerapporteerd. 2 Zie voor een systematisch overzicht van deze discussie ook Schinkel (2005). 3 De gegevens uit de slachtofferenquêtes uit de periode zijn niet vergelijkbaar met die uit latere jaren en zullen hier dan ook niet worden gebruikt. 228 Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3

3 Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit Zicht op criminaliteit: slachtofferenquêtes De door de politie geregistreerde criminaliteit omvat misdrijven die door opsporing ter kennis komen van de politie en die door slachtoffers of getuigen bij de politie worden aangegeven. Maar niet alle criminaliteit komt ter kennis van de politie en bovendien wordt niet van alle bij de politie bekende delicten procesverbaal opgemaakt. Sinds begin jaren zeventig van de vorige eeuw worden daarom in Nederland slachtofferenquêtes gehouden, waarin aan burgers zelf wordt gevraagd of zij slachtoffer zijn geweest van bepaalde delicten. Het voordeel van deze manier van informatie verzamelen is dat de gegevens afkomstig zijn van burgers zelf en dus niet afhankelijk zijn van politieregistraties. Van alle criminaliteit die via deze enquêtes wordt vastgesteld, wordt ook aan de slachtoffers gevraagd of het ondervonden delict bij de politie is gemeld. Bovendien wordt geïnformeerd of er na melding ook een aangifteformulier of proces-verbaal is ondertekend. Dit laatste is vanuit de enquêtes de indicator of het gemelde delict door de politie is geregistreerd. Dit betekent dat de informatie uit de slachtofferenquêtes unieke mogelijkheden biedt om meer te weten te komen over de filteringprocessen die plaatsvinden en daardoor meer inzicht te krijgen in de totstandkoming van de door de politie geregistreerde criminaliteit. In dit artikel maken we gebruik van de landelijke slachtofferenquêtes die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) sinds 1980 uitvoert. In deze enquêtes wordt aan een aselecte steekproef uit de bevolking van 15 jaar en ouder gevraagd of zij slachtoffer zijn geweest van bepaalde delicten. Delicten waarvan geen melding wordt gedaan of die de politie om een andere reden niet registreert, kunnen in deze bevolkingsonderzoeken door de ondervraagden dus ook worden gerapporteerd. Totaal heeft het CBS in de periode in 22 enquêtes ruim personen ondervraagd over hun ervaringen met criminaliteit en hun reacties daarop (zie bijlage). 4 Over de periode is eerst jaarlijks en later tweejaarlijks de Enquête Slachtoffers Misdrijven (ESM) gehouden. Aan de ondervraagde personen wordt gevraagd of zij ooit slachtoffer zijn geweest van een bepaald delict en in welk jaar. Indien het delict is voorgevallen in het voorgaande kalenderjaar, wordt eveneens vastgesteld hoe vaak dat is gebeurd. Voor alle soorten delicten is voor het laatste voorval gevraagd of zij of iemand anders het gebeurde bij de politie hebben gemeld. Indien deze vraag bevestigend is beantwoord, is vervolgens gevraagd of er een aangifteformulier, proces-verbaal of schriftelijke verklaring [is] ondertekend. Vanaf 1992 is de ESM opgevolgd door de Enquête Rechtsbescherming en Veiligheid (ERV) en sinds 1997 maakt deze onderdeel uit van het Permanent Onderzoek 4 Naast de enquêtes van het CBS, wordt sinds 1993 ook de Politiemonitor Bevolking (PMB) gehouden. De PMB is een enquête die (twee)jaarlijks wordt uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Justitie, waarin eveneens gevraagd wordt naar slachtofferervaringen met criminaliteit. Voor dit artikel over langetermijntrends verdienen de enquêtes van het CBS de voorkeur, omdat zij betrekking hebben op een periode van 25 jaar en de PMB over 13 jaar. Bovendien zijn in de enquêtes van het CBS aanvullende gegevens per afzonderlijk voorval bekend. Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3 229

4 Karin Wittebrood en Paul Nieuwbeerta Leefsituatie (POLS). In de ERV (en POLS) is de opzet van de slachtofferenquête op een aantal aspecten gewijzigd ten opzichte van de ESM: de selectie van respondenten is bijvoorbeeld veranderd en de enquête wordt doorlopend afgenomen in plaats van in een bepaalde periode van het jaar. Ook de vraagstelling is veranderd. In de ERV is eerst geïnformeerd naar slachtofferervaringen in de afgelopen vijf jaar (in plaats van ooit). Net als in de ESM wordt voor het voorafgaande kalenderjaar vastgesteld hoe vaak dat is gebeurd. Voor elk ondervonden delict is gevraagd of de respondent of iemand anders het voorval bij de politie heeft gemeld, en zo ja, of de respondent (of degene die het heeft gemeld) een document heeft ge tekend, zoals een aangifteformulier, aangiftekaart of een proces-verbaal. Op basis van de uitkomsten van de slachtofferenquêtes kan een schatting worden gemaakt van het aantal delicten waar de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder jaarlijks slachtoffer van is, hoeveel daarvan gemeld worden bij de politie en bij hoeveel een document is ondertekend. 5 Omdat in de ESM en de ERV naar uiteenlopende slachtofferervaringen is gevraagd, zijn de gegevens over de periode en niet direct vergelijkbaar. De ESM onderscheidt gewelddelicten (handtastelijkheden binnen en buiten, bedreigingen binnen en buiten), diefstallen (inbraak, fietsdiefstal, bromfietsdiefstal, autodiefstal, diefstal uit of vanaf de auto, inbraak, zakkenrollerij, overige diefstal) en vernielingen (beschadiging auto, overige vernielingen), terwijl de ERV andere gewelddelicten (seksuele delicten, mishandeling, bedreiging), diefstallen (inbraak, fietsdiefstal, autodiefstal, diefstal uit auto, zakkenrollerij, overige diefstal) en vernielingen (beschadiging auto, overige vernielingen) onderscheidt (voor precieze vraagstelling zie: Wittebrood, 2006). Op basis van onderzoek naar de mogelijke gevolgen van de veranderingen tussen de ESM en de ERV, heeft het CBS de gegevens over de periode uit de ESM op basis van het gemeenschappelijke jaar 1992 omgerekend naar gegevens die vergelijkbaar zijn met de gegevens uit de periode na 1992 (CBS, 1993; Kester & Junger-Tas, 1994). Wanneer de hoofdcategorieën gewelddelicten, diefstallen en vernielingen bestudeerd worden, zijn de gegevens van de slachtofferenquêtes zeer geschikt voor onderzoek naar langetermijntrends. In dit artikel presenteren we de cijfers voor deze drie hoofdcategorieën afzonderlijk en voor het totaal van de drie categorieën. Het CBS publiceert deze langetermijntrends ook op hun website ( zie ook: Eggen & Van der Heide, 2005). 6 5 Het CBS hanteert bij het berekenen van het aantal delicten per respondent een maximum aantal per jaar: in de ESM zijn dit er vijf; in de ERV en POLS drie. Dit betekent dat extreem scorende respondenten in de enquêtes niet voorkomen en derhalve niet kunnen zorgen voor sterke schommelingen. 6 Het aantal geregistreerde delicten wordt alleen vanaf 1992 gerapporteerd; voor de periode zijn deze met terugwerkende kracht geschat. Uitgangspunt hierbij was het aantal geregistreerde delicten op basis van de ESM, zoals die door Kester en Junger-Tas (1994) zijn gepubliceerd voor de periode Op basis van het aantal gemelde delicten hebben we vervolgens het registratiepercentage berekend en dat toegepast op het aantal gemelde delicten in de periode , zoals het CBS die nu publiceert over deze periode. Deze strategie komt overeen met die het CBS eerder heeft gebruikt om de trendbreuk te corrigeren voor het aantal gemelde delicten (CBS 1993). 230 Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3

5 Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit Trends in verklarende factoren Voordat we de centrale vraag van dit artikel gaan beantwoorden, beschrijven we eerst de trends in de drie factoren die in meerdere of mindere mate verantwoordelijk kunnen zijn voor de toename in de door de politie geregistreerde criminaliteit. Het gaat hierbij om (a) de kans dat een delict plaatsvindt (incidentie); (b) de kans dat dit delict bij de politie wordt gemeld (meldingskans); en (c) de kans dat van een gemeld delict een proces-verbaal wordt opgemaakt (registratiekans). Deze beschrijvingen geven een eerste indicatie van de mogelijke bijdragen van deze factoren aan de toename van de door de politie geregistreerde criminaliteit. Op basis van de uitkomsten uit de slachtofferenquêtes die in de periode zijn gehouden, hebben we kwadratische trendlijnen geschat voor de ontwikkelingen in het aantal ondervonden en geregistreerde delicten per inwoners, de meldingskans en de registratiekans. Bij het schatten van de trendlijnen is rekening gehouden met het verschillende aantal respondenten dat in de afzonderlijke jaren is ondervraagd (zie bijlage) door daarop te wegen. Hiermee geven we een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van de langetermijnontwikkelingen en maken we optimaal gebruik van alle gegevens die over de afgelopen 25 jaar beschikbaar zijn. Omdat de trends gebaseerd zijn op steekproefgegevens, hebben we voor alle jaren de 95 procent betrouwbaarheidsintervallen rond de geschatte waarden berekend. Hieruit blijkt dat de kwadratische trendlijnen goede weergaven zijn van de feitelijke ontwikkelingen. Voor vrijwel alle jaren liggen de trendlijnen binnen de betrouwbaarheidsmarges. De fluctuaties betreffen dus voornamelijk toevalsschommelingen. Trends in de kans dat een delict plaatsvindt Een eerste reden waarom de geregistreerde criminaliteit gestegen kan zijn, is uiteraard dat de criminaliteit daadwerkelijk is toegenomen. Op basis van de slachtofferenquêtes kan hier inzicht in worden verkregen door over de afgelopen 25 jaar te kijken naar het aantal delicten waar respondenten in de 12 maanden voorafgaand aan het interview slachtoffer van is geweest. Het aantal ondervonden delicten laat volgens de enquêtes de afgelopen decennia een vrij stabiel beeld zien van de ontwikkeling van de criminaliteit en ligt rond de delicten per inwoners (zie de trendlijnen in figuur 1). Ook het aantal gewelddelicten laat geen statistisch significante verandering zien: over de gehele periode vinden gemiddeld bijna 800 gewelddelicten per inwoners plaats. Voor diefstallen is gemiddeld genomen een geringe daling te zien: van naar delicten per inwoners. De enige significante stijging is te zien bij het aantal vernielingen. Opnieuw is de verandering echter beperkt: van naar delicten per inwoners. Kortom, er is de afgelopen 25 jaar nauwelijks sprake van een stijging in de kans dat een delict plaatsvindt. Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3 231

6 Karin Wittebrood en Paul Nieuwbeerta Figuur 1: Aantal ondervonden delicten per inwoners, geweld trend geweld vernieling trend vernieling diefstal trend diefstal totaal trend totaal Bron: CBS, ESM ( ), ERV ( ), POLS/ERV ( ) Trends in de kans dat een delict bij de politie wordt gemeld Een tweede verklaring waarom de door de politie geregistreerde criminaliteit mogelijk een sterke stijging laat zien, is dat delicten die hebben plaatsgevonden vaker bij de politie worden gemeld. De redenen om delicten te melden zijn divers (Goudriaan e.a., 2004; Goudriaan, 2006). Mogelijk kan de politie de ontvreemde goederen achterhalen, een schadevergoeding regelen en/of de dader opsporen en deze laten vervolgen en straffen. Vaak worden delicten ook gemeld om andere praktische redenen. Zo verlangen verzekeringsmaatschappijen over het algemeen een bewijs van aangifte voordat zij tot uitbetaling overgaan. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom relatief veel diefstallen zoals inbraak en autodiefstal bij de politie worden gemeld. Het is aannemelijk te veronderstellen dat de meldingsbereidheid onder slachtoffers de laatste jaren is toegenomen. In de eerste plaats zijn mensen steeds gevoeliger geworden voor criminaliteit en met name voor geweld, waardoor ze eerder delicten bij de politie zullen melden (Franke, 1991; Egelkamp, 2002). Daarnaast wordt het slachtoffers steeds makkelijker gemaakt om aangifte te doen, bijvoorbeeld via de telefoon of internet. Figuur 2 laat voor de periode op basis van de slachtofferenquêtes de kans zien dat slachtoffers of anderen delicten melden bij de politie. Gemiddeld wordt in deze periode iets meer dan eenderde van alle ondervonden delicten door burgers bij de politie gemeld. De kans dat een delict gemeld wordt, is sinds 1980 licht gestegen. De stijging is statistisch significant, maar gering in omvang: van 31 naar 34 procent. Kleine verschillen zijn er in de ontwikkeling van de meldingskansen tussen de afzonderlijke typen criminaliteit. Het percentage diefstallen dat gemeld wordt bij de politie varieert al decennia rond de 50 procent. De kans dat gewelddelicten en vernielingen gemeld worden is de afgelopen decennia gestegen van rond 20 naar 25 procent. In grote lijnen is er dus een lichte stijging waar te nemen in het meldingsgedrag van burgers over de afgelopen 25 jaar. 232 Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3

7 Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit Figuur 2: Percentage ondervonden delicten dat bij de politie is gemeld, geweld trend geweld vernieling trend vernieling diefstal trend diefstal totaal trend totaal Bron: CBS, ESM ( ), ERV ( ), POLS/ERV ( ) Trends in de kans dat van een gemeld delict een proces-verbaal wordt opgemaakt Een derde verklaring voor de toename in de geregistreerde criminaliteit is, dat van een steeds groter deel van de gemelde delicten proces-verbaal wordt opgemaakt. Bij de beslissing om van een gemeld delict al dan niet een officiële aangifte op te maken, spelen zowel het slachtoffer als de politie een rol (Wittebrood, 2004). Het slachtoffer kan bijvoorbeeld expliciet aangeven dat hij of zij voorkeur heeft voor een formele afhandeling (en dus wil dat er officieel aangifte wordt opgemaakt) of dat de zaak juist informeel moet worden afgehandeld. Maar ook de politie speelt een rol: deze moet immers het delict registreren. Hoewel de politie verplicht is een aangifte in ontvangst te nemen, doet zij dit niet altijd. Een toename in de kans dat van gemelde delicten een proces-verbaal wordt opgemaakt, kan het gevolg zijn van een algemeen toenemende productiviteit van de politie, bijvoorbeeld omdat de politiesterkte is toegenomen of door automatisering. Maar ook de druk op politie en justitie om bepaalde beleidsdoelstellingen te halen, bijvoorbeeld door het toekennen van geld te koppelen aan criminaliteitscijfers, kan invloed hebben op de bereidheid van de politie om proces-verbaal op te maken. Verder kunnen veranderingen in het gedrag van slachtoffers een rol spelen. Mogelijk benadrukken slachtoffers steeds vaker dat zij daadwerkelijk aangifte willen doen. Ook kunnen politie en justitie, net als de bevolking, steeds gevoeliger zijn geworden voor criminaliteit en meer bereid zijn dergelijke delicten te registreren (Franke, 1991; Indermauer, 1996). Egelkamp (2002) laat bijvoorbeeld zien dat waarschijnlijk steeds meer zaken als ernstiger geweld worden geclassificeerd door het Openbaar Ministerie en door rechters. Wat de achterliggende oorzaak ook is, de kans dat een gemeld delict wordt geregistreerd is het afgelopen decennium aanzienlijk toegenomen. De trendlijnen in figuur 3 laten deze toename duidelijk zien: begin jaren tachtig werd volgens de respondenten in de slachtofferenquêtes bij 60 procent van alle gemelde delicten een schriftelijk document ondertekend; tegenwoordig ligt dat rond 80 procent. Er Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3 233

8 Karin Wittebrood en Paul Nieuwbeerta zijn echter verschillen tussen de diverse vormen van criminaliteit. De stijging is het grootst voor vernielingen. Begin jaren tachtig lag de kans dat van een gemeld delict een proces-verbaal is opgemaakt rond de 40 procent, de laatste jaren rond de 75 procent. Deze stijging was het sterkst in de jaren tachtig en begin jaren negentig. Ook voor geweld is een grote toename zichtbaar van de kans dat van een gemeld delict een proces-verbaal wordt opgemaakt: van 45 procent begin jaren tachtig tot 60 procent de laatste jaren. Vooral in de jaren negentig nam de registratiekans van mishandelingen toe; de laatste jaren is deze enigszins gestabiliseerd en ligt rond de 70 procent. Voor bedreigingen is een wat meer geleidelijke stijging zichtbaar. Voor diefstallen is alleen begin jaren tachtig een stijging te zien; het laatste decennium ligt het aandeel net onder de 90 procent. Figuur 3: Percentage van de bij de politie gemelde delicten waarbij een schriftelijk document is ondertekend, Bron: CBS, ESM ( ), ERV ( ), POLS/ERV ( ) geweld trend geweld vernieling trend vernieling diefstal trend diefstal totaal trend totaal Trends in aantal delicten waarbij een proces-verbaal is opgemaakt Op basis van de drie hiervoor beschreven ontwikkelingen kan eenvoudig worden nagegaan in welke mate deze hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het aantal delicten waarbij volgens de slachtoffers zelf een proces-verbaal is opgemaakt. Immers, het aantal door de politie geregistreerde delicten in elk jaar is gelijk aan: aantal ondervonden delicten * meldingskans * registratiekans. In figuur 4 zijn de geschatte trendlijnen weergegeven van het aantal delicten waarbij een proces-verbaal is opgemaakt: deze lijnen laten zien dat het aantal geregistreerde delicten per inwoners sterk is toegenomen sinds Het totale aantal delicten waarbij een schriftelijk document is ondertekend, is gestegen van 666 tot 946 per inwoners: een toename dus van 280 delicten. Net als in de politiestatistiek is het aantal volgens de slachtoffers zelf geregistreerde geweldsdelicten sterk gestegen: van 71 per inwoners in 1980 tot 122 in De geregistreerde diefstalcriminaliteit nam volgens de ondervraagde slachtoffers toe van 479 delicten per inwoners in 1980 tot 546 in 2004, het aantal geregi- 234 Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3

9 Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit streerde vernielingen is in de afgelopen 25 jaar meer dan verdubbeld, van 113 per inwoners tot 286. Op basis van de slachtofferenquêtes kan dus worden geconcludeerd dat de afgelopen 25 jaar een sterke stijging van het aantal delicten heeft plaatsgevonden waarbij een schriftelijk document is ondertekend. 7 Figuur 4: Aantal delicten (per inwoners) waarbij een schriftelijk document is ondertekend op basis van feitelijke gegevens en geschatte kwadratische trendlijnen, Totaal totaal trend totaal 140 Geweld geweld trend geweld 7 Het is opmerkelijk dat het aantal delicten dat volgens slachtoffers is geregistreerd redelijk overeenkomt met de aantallen uit de politiestatistiek (zie Eggen & Van der Heide, 2005). In zekere zin is dit opvallend, omdat de definities en meetmethoden tussen de politieregistratie en de slachtofferenquêtes uiteenlopen. Deze verschillen lijken echter vooral tot uitdrukking te komen in de absolute aantallen. Juist waar het gaat om de ontwikkelingen, zien we aanzienlijke overeenkomsten in de geregistreerde criminaliteit zoals die in beide databronnen is vastgesteld. Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3 235

10 Karin Wittebrood en Paul Nieuwbeerta 800 Diefstal diefstal trend diefstal 350 Vernieling vernieling trend vernieling Bron: CBS, ESM ( ), ERV ( ), POLS/ERV ( ) Een scenariostudie Om de precieze bijdrage van elk van de drie verklarende factoren, incidentie, meldingskans en registratiekans, aan de ontwikkeling van de geregistreerde criminaliteit te bepalen, hebben we een scenariostudie verricht, die uit vier onderdelen bestaat (scenario s). In het eenvoudigste scenario veronderstellen we dat geen van de drie verklarende factoren in de loop van de tijd varieert. Vervolgens laten we in elk volgend scenario een extra factor variëren, waarbij we uitgaan van de geschatte trends zoals hierboven beschreven. De volgorde waarin deze factoren worden gevarieerd, beïnvloedt uiteraard de uitkomsten van de scenariostudies. We hebben de factoren laten variëren in de volgorde volgens de daadwerkelijke justitiële keten zodat we het meest reële beeld kunnen schetsen. Door deze werkwijze geeft elk scenario inzicht in de relatieve bijdrage van die extra factor. De scenariostudie hebben we verricht voor de totale ondervonden criminaliteit en afzonderlijk voor gewelddelicten, diefstallen en vernielingen. De resultaten van de scenariostudies zijn weergegeven in tabel Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3

11 Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit In het eerste scenario veronderstellen we dat in de periode de kans dat een delict plaatsvindt (incidentie), de kans dat dit delict bij de politie wordt gemeld (meldingskans), en de kans dat van een gemeld delict een proces-verbaal wordt opgemaakt (registratiekans) niet zijn veranderd. Dit leidt uiteraard tot de bevinding dat het aantal delicten waarbij een schriftelijk document is ondertekend in 2004 op hetzelfde niveau is als in Het totaal aantal geregistreerde delicten is dan bijvoorbeeld gelijk aan 647 per inwoners. Dit is 300 delicten per inwoners minder dan het feitelijke aantal geregistreerde delicten in 2004 (zie de totaal -kolom in tabel 1). In het tweede scenario veronderstellen we dat in de periode alleen de kans dat een delict plaatsvindt zich volgens de geschatte trendlijnen ontwikkelt (zie figuur 1), maar dat de meldingskans en de registratiekans constant zijn op het niveau van Volgens dit scenario zou het totaal aantal geregistreerde delicten de afgelopen 25 jaar zijn gestegen van 647 tot 650 per inwoners, ofwel met 3 per inwoners. Dit betekent dat slechts 1 procent (= 3 / 300; zie de laatste kolom van tabel 1) van de totale stijging in het aantal geregistreerde delicten veroorzaakt wordt door een toename van de kans dat een delict plaatsvindt. In het derde scenario veronderstellen we dat zowel de kans dat een delict plaatsvindt als de kans dat een delict bij de politie gemeld wordt in de loop van de tijd variëren en dat de registratiekans gelijk blijft. Ten opzichte van het vorige scenario resulteert dit in 76 extra delicten per inwoners, waarmee de toename in de meldingsbereidheid voor 25 procent (= 76 / 300) verantwoordelijk is voor de totale stijging van geregistreerde delicten in de afgelopen 25 jaar. In het vierde scenario laten we alle drie ontwikkelingen volgens de geschatte trendlijnen verlopen. In vergelijking met het vorige scenario, waarin de registratiekansen nog constant werden verondersteld, blijkt de toename in registratiekansen verantwoordelijk voor 221 extra geregistreerde delicten per inwoners, oftewel 74 procent ( = 221 / 300) van de totale stijging in het aantal delicten waarbij een schriftelijk document is ondertekend. Samenvattend: ongeveer 1 procent van de stijging in volgens de slachtoffers zelf geregistreerde criminaliteit is dus veroorzaakt door een stijging in de kans dat delicten plaatsvinden. Vijfentwintig procent van de stijging is veroorzaakt door toename in meldingsbereidheid. Het grootste deel, bijna driekwart van de stijging in de geregistreerde criminaliteit in ons land, kan worden toegeschreven aan het feit dat van steeds meer gemelde delicten een proces-verbaal wordt opgemaakt. Voor gewelddelicten, diefstallen en vernielingen laten de scenariostudies een vergelijkbaar beeld zien als voor de totale criminaliteit (tabel 1). Bij elke afzonderlijke vorm van criminaliteit blijkt de toename in de registratiekans veruit de belangrijkste determinant van de stijging in het aantal delicten waarbij een procesverbaal is opgemaakt. De toename van registratiekansen van gewelddelicten is verantwoordelijk voor 62 procent van de toename van het aantal gewelddelicten waarvoor proces-verbaal is opgemaakt. Voor diefstal en vernielingen is de toename in registratiekansen verantwoordelijk voor zelfs 117 en 72 procent van de stijging in het aantal delicten waarvoor proces-verbaal is opgemaakt. Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3 237

12 Karin Wittebrood en Paul Nieuwbeerta Tabel 1: Samenvatting scenariostudies aantal delicten per inwoners % toename geregistreerde delicten aantal geschatte delicten 1980 aantal geschatte delicten 2004 geweld diefstal vernieling totaal aantal delicten per inwoners % aantal delicten per inwoners % aantal delicten per inwoners % toename bijdrage van oorzaken aan toename bijdrage van toename incidentie (I) bijdrage van toename meldingskans (M) bijdrage van toename registratiekans (R) totale toename (I+M+R) Zie trendlijnen in fi guur 4. Onze scenariostudies laten tegelijkertijd zien dat de veranderingen in de feitelijke criminaliteitsontwikkeling nauwelijks een bijdrage hebben geleverd aan de stijging van het aantal geregistreerde delicten. De kans dat een geweldsdelict of een diefstal plaatsvindt, is zelfs afgenomen, terwijl de toename in de kans op vernielingen slechts marginaal bijdraagt (10 procent). Het resterende deel van de stijging in het aantal geweldsdelicten, diefstallen en vernielingen waarbij een proces-verbaal is opgemaakt, is voor bijna 20 tot ruim 40 procent toe te schrijven aan een stijging in de meldingsbereidheid. Conclusie: sterk stijgende registratie, weinig stijgende criminaliteit De afgelopen 25 jaar is in ons land de door de politie geregistreerde criminaliteit fors toegenomen, zo laten de politiestatistieken zien. In dit artikel zijn verschillende oorzaken van deze sterke stijging geanalyseerd. Aan de hand van gegevens uit 22 slachtofferenquêtes van het CBS die in de periode zijn verricht, is onderzocht in welke mate de stijging in het aantal volgens de respondenten van deze enquêtes door de politie geregistreerde delicten veroorzaakt is door een toename in de kans dat een delict plaatsvindt (incidentie), de kans dat dit delict bij de politie wordt gemeld (meldingskans) en de kans dat van een gemeld delict een proces-verbaal wordt opgemaakt (registratiekans). 238 Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3

13 Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit De analyses laten zien dat de stijging in het aantal delicten waarbij een procesverbaal is opgemaakt nauwelijks is veroorzaakt door een toename in de kans dat delicten plaatsvinden. Een kwart blijkt te kunnen worden toegeschreven aan een toename in de meldingskans van ondervonden delicten. Het grootste deel van de stijging in de geregistreerde criminaliteit, bijna driekwart, blijkt volgens onze analyses te worden veroorzaakt doordat van steeds meer gemelde delicten procesverbaal wordt opgemaakt. 8 Wat betekenen de uitkomsten van ons onderzoek gebaseerd op slachtofferenquêtes nu voor de interpretatie van de door de politie geregistreerde criminaliteit? Allereerst dienen we enige voorzichtigheid te tonen, waarbij twee aspecten in het bijzonder relevant zijn. In de eerste plaats is kenmerkend voor de gebruikte slachtofferenquêtes dat ze gericht zijn op het vaststellen van criminaliteit die door de bevolking wordt ondervonden. Bepaalde vormen van criminaliteit, zoals strafbare feiten waar bedrijven en instellingen het slachtoffer van zijn, alsmede slachtofferloze delicten, zoals wapenbezit of rijden onder invloed, blijven in deze enquêtes buiten beschouwing. Deze vormen van criminaliteit komen wel terecht in de politieregistraties. Omdat bij naar schatting 90 procent van alle door de politie geregistreerde delicten natuurlijke personen als slachtoffer zijn betrokken (Wittebrood, 2006, 115), zijn de uitkomsten van dit artikel waarschijnlijk ook van toepassing op de door de politie geregistreerde criminaliteit zoals die uit de Politiestatistiek van het CBS blijkt. Daarnaast moeten we rekening houden met methodologische kenmerken van de slachtofferenquêtes. We gaan er bij het gebruik van de enquêtegegevens vanuit dat de informatie verkregen is van respondenten die een afspiegeling vormen van de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder en dat zij betrouwbare en valide antwoorden geven. Over deze onderwerpen is in algemene zin al eerder gepubliceerd (Wittebrood en Nieuwbeerta, 2000; Wittebrood, 2004; 2006). In dit artikel is vooral relevant of er veranderingen hebben plaatsgevonden in het antwoord gedrag van respondenten en in de mate waarin mensen willen meewerken aan de slachtofferenquêtes. Vooral veranderingen hierin kunnen immers van invloed zijn op onze uitkomsten. Zo kan gedacht worden dat respondenten in de loop der tijd minder tolerant zijn geworden en daardoor eerder delicten zullen rapporteren aan de enquêteur en mogelijk ook eerder (zeggen) delicten bij de politie (te) melden. Ons is echter geen empirisch onderzoek bekend waaruit dit het geval blijkt. Bovendien is het de vraag of de eventuele verminderde tolerantie wél leidt tot een grotere kans dat respondenten de interviewer meedelen dat een gemeld delict door de politie is geregistreerd, maar er tegelijkertijd niét toe 8 Een voor de hand liggende vervolgvraag is waarom de politie meer gemelde delicten is gaan registreren. Een mogelijk antwoord is dat de ernst van de criminaliteit is toegenomen. In dat geval is niet zozeer het registratiegedrag veranderd, maar de aard van de criminaliteit. Een aanvullende analyse op de slachtofferenquêtes uit laat zien dat deze verklaring niet zo waarschijnlijk is. Het aandeel delicten dat door slachtoffers als ernstig wordt aangeduid is in die jaren vrij stabiel gebleven. Bovendien zijn er geen veranderingen zichtbaar in het meldingsgedrag voor ernstige en minder ernstige delicten. Ook het registratiegedrag voor ernstige en minder ernstige delicten is onveranderd. Om de omvang van dit artikel beperkt te houden, hebben we de resultaten van deze analyses niet uitgebreid weergegeven. Deze zijn op te vragen bij de auteurs. Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3 239

14 Karin Wittebrood en Paul Nieuwbeerta leidt dat dezelfde respondenten vaker een ondervonden delict aan de interviewer rapporteren of vaker aangeven een delict aan de politie gemeld te hebben. Ook kunnen veranderingen in de (non)respons bij de enquêtes een rol spelen bij de interpretatie van onze bevindingen. De algemene respons in de slachtofferenquêtes van het CBS is gedaald van 69 procent in 1980 tot 54 procent in Deze daling vond overigens vooral in de jaren tachtig plaats (zie de bijlage). Of deze dalende respons ook voor meer selectiviteit heeft gezorgd, is onduidelijk, en ook de richting van de eventuele vertekening is niet bekend. 9 We kunnen echter gevoeglijk aannemen dat de invloed van de afnemende respons beperkt is. De omvang van deze afname houdt bijvoorbeeld geen gelijke tred met de ontwikkelingen die in dit artikel centraal staan; met name niet met de gestegen registratiebereidheid. Bovendien is het onwaarschijnlijk dat eventuele toegenomen selectiviteit er wél voor zou hebben gezorgd dat de respondenten steeds vaker aangeven dat een delict is geregistreerd, maar niet vaker aangeven dat ze delicten ondervonden hebben en deze gemeld hebben bij de politie. Kortom, het is zeer onwaarschijnlijk dat onze bevindingen substantieel worden vertekend door (veranderingen in) de methodologische kenmerken van de slachtofferenquêtes. We denken dan ook dat we op basis van ons onderzoek kunnen concluderen dat de geregistreerde criminaliteit, zoals die uit de politieregistraties naar voren komt, ons maar weinig leert over de criminaliteitsontwikkeling in Nederland. De bevindingen van dit artikel lijken het best samen te vatten als een prestatieparadox (Wittebrood, 2002). Het lijkt er immers op dat een steeds nauwkeuriger registrerende politie de officiële criminaliteitscijfers heeft doen stijgen. Hoe beter de politie haar werk doet, des te meer criminaliteit er in ons land lijkt te zijn (Wittebrood & Junger, 2002; Elffers & Bruinsma, 2005). Dit verklaart ook waarom de twee databronnen die over het algemeen als basis dienen om het veiligheidsbeleid te beoordelen de door de politie geregistreerde criminaliteitsgegevens en de door burgers in landelijke slachtofferenquêtes aangegeven aantallen ondervonden delicten soms belangrijke verschillen in ontwikkelingen in de criminaliteit laten zien. De conclusies van dit artikel benadrukken nog eens dat er met de nodige voorzichtigheid dient te worden omgegaan met de interpretatie van cijfers over geregistreerde criminaliteit. Uiteraard roepen de conclusies ook de vraag op waarom de politie de afgelopen jaren zoveel meer delicten is gaan registreren: op deze vraag zal in vervolgonderzoek een antwoord moeten worden gezocht. 9 Het CBS corrigeert overigens voor leeftijd, geslacht en huishoudensituatie van de respondenten en stedelijkheid van hun woongemeenten. Bij de berekening van het aantal delicten wordt bovendien een correctie toegepast in verband met het feit dat meer personen tegelijkertijd slachtoffer van eenzelfde gebeurtenis kunnen zijn. 240 Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3

15 Een kwart eeuw stijging in geregistreerde criminaliteit Bijlage: CBS-slachtofferenquêtes, Naam enquête aantal respondenten % respons Enquête Slachtoffers Misdrijven Enquête Slachtoffers Misdrijven Enquête Slachtoffers Misdrijven Enquête Slachtoffers Misdrijven Enquête Slachtoffers Misdrijven Enquête Slachtoffers Misdrijven Enquête Slachtoffers Misdrijven Enquête Slachtoffers Misdrijven Enquête Slachtoffers Misdrijven Enquête Rechtsbescherming en Veiligheid n.b. Enquête Rechtsbescherming en Veiligheid n.b. Enquête Rechtsbescherming en Veiligheid Enquête Rechtsbescherming en Veiligheid Enquête Rechtsbescherming en Veiligheid POLS (REM/REP) POLS (REM/REP) POLS (REM/REP) POLS (REM/REP) POLS (REM/REP) POLS (REM/REP) POLS (REM/REP) POLS (REM/REP) Totaal Literatuur Bunt, H. van de & Bijleveld, C. (2000). Het luisterend oor van de criminoloog, Tijdschrift voor Criminologie, 42(1), CBS (1993). De overgang van Enquête Slachtoffers Misdrijven naar Enquête Rechtsbescherming en Veiligheid. Voorburg/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek. Egelkamp, M.M. (2002). Inflation von Gewalt? Strafrechtliche und kriminologische Analysen von Qualifikationsentscheidungen in den Niederlanden und Deutschland (diss). Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. Eggen, A.Th.J. & Heide, W. van der (red.). (2005). Criminaliteit en rechtshandhaving 2004: ontwikkelingen en samenhangen. Den Haag/Voorburg: Ministerie van Justitie/WODC en CBS. Elffers, H. & Bruinsma, G. (2005). De misdaadcijfers lopen terug! Politie, proficiat! Of, eh,?, Tijdschrift voor Criminologie, 47(4), Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3 241

16 Karin Wittebrood en Paul Nieuwbeerta Franke, H. (1991). Geweldscriminaliteit in Nederland: een historisch-sociologische analyse, Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, 18(3), Goudriaan, H. (2006). Reporting victimization to the police: effects of social context on the decision of victims to notify the police (diss. Leiden), Leiden: NSCR. Goudriaan, H., Nieuwbeerta, P. & Wittebrood, K. (2005). Overzicht van onderzoek naar determinanten van aangifte doen bij de politie: theorieën, empirische bevindingen, tekortkomingen en aanbevelingen, Tijdschrift voor Veiligheid en Veiligheidszorg, 4(1), Justitie/BZK (2002). Naar een veiliger samenleving. Den Haag: Ministerie van Justitie en Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Kester, J.G.C. & Junger-Tas, J. (1994). Criminaliteit en strafrechtelijke reactie: ontwikkelingen en samenhangen. Arnhem: Gouda Quint. Indermauer, D. (1996). Violent crime in Australia: interpreting the trends. Canberra: Australian Institute of Criminology. Rovers, B. (2000). Toename van geweld leidt tot betere registratie, Tijdschrift voor Criminologie, 42(1), Schinkel, W. (2005). Aspects of violence (diss), Rotterdam: Erasmus Universiteit. SCP (1998). Sociaal en Cultureel Rapport Rijswijk: Sociaal en Cultureel Planbureau. TK (2004/2005). Naar een veiliger samenleving (vierde voortgangsrapportage). Tweede Kamer, vergaderjaar 2004/2005, 28684, nr. 36. Tulder, F. van (1985). Criminaliteit, pakkans en politie: schattingen met een macromodel. Rijswijk: Sociaal en Cultureel Planbureau. Wittebrood, K. (2002). De prestatieparadox van politie en justitie. In: P. Schnabel (red.). Averechtse effecten. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, Wittebrood, K. (2004). Van delictmelding tot officiële aangifte: sprake van sociale ongelijkheid?, Tijdschrift voor Criminologie, 46(1), Wittebrood, K. (2006). Slachtoffers van criminaliteit: feiten en achtergronden. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Wittebrood, K. & Junger, M. (1999). Trends in geweldscriminaliteit: een vergelijking tussen politiestatistieken en slachtofferenquêtes, Tijdschrift voor Criminologie, 41(3), Wittebrood, K. & Junger, M. (2000). Trends in geweldscriminaliteit: een repliek, Tijdschrift voor Criminologie 42(1), Wittebrood, K. & Junger, M. (2002). Trends in violent crime: a comparison between police statistics and victimization surveys, Social Indicators Research, 59(2), Tijdschrift voor Criminologie 2006 (48) 3

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Geregistreerde criminaliteit

Geregistreerde criminaliteit 4 Geregistreerde criminaliteit A.Th.J. Eggen In dit hoofdstuk staat centraal de vraag naar de aard, de omvang en de ontwikkeling van de door de politie geregistreerde criminaliteit. De gegevens voor dit

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.

Nadere informatie

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends 8 secondant #3/4 juli/augustus 2008 Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007 Diefstallen in winkels en horeca nemen toe Crimi-trends De criminaliteit tegen het bedrijfsleven moet in 2010 met een kwart

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

6 SECONDANT #1 MAART 2013. Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave

6 SECONDANT #1 MAART 2013. Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave 6 SECONDANT #1 MAART 2013 Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND SECONDANT #1 MAART 2013 7 De laatste jaren voelen burgers zich minder vaak

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Bijlage 1 Gebruikte gegevens

Bijlage 1 Gebruikte gegevens Bijlagen hoofdstuk 7 Tabellen bij Huijbregts en Leertouwer (2007) De invloed van etniciteit en pakkans op de geweldscriminaliteit van minderjarigen. In Van der Laan et al (red) Justitie en Demografie.

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp 2000 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2014 In 2013 registreerde de politie voor Amersfoort 10.249 misdrijven. Het aantal misdrijven is sinds

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

5 Samenvatting en conclusies

5 Samenvatting en conclusies 5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,

Nadere informatie

Veiligheidstrends in Leiden

Veiligheidstrends in Leiden Veiligheidstrends in Leiden 25 214 Inleiding BOA (Beleidsonderzoek en Analyse) maakt jaarlijks een uitgave Veiligheid in cijfers. Hierin worden de belangrijkste trends en cijfers weergegeven. De analyse

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2015 In 2014 registreerde de politie voor Amersfoort 9.134 misdrijven. Ten opzichte van een jaar eerder

Nadere informatie

Slachtoffers van criminaliteit

Slachtoffers van criminaliteit Slachtoffers van criminaliteit Slachtoffers van criminaliteit: Feiten en achtergronden Karin Wittebrood Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, april 2006 Het Sociaal en Cultureel Planbureau is ingesteld

Nadere informatie

Inleiding. Beleving van veiligheid. Veiligheid als begrip

Inleiding. Beleving van veiligheid. Veiligheid als begrip Inleiding In het kader van veiligheid zijn politie en gemeenten eerstverantwoordelijk voor openbare orde, handhaving van wettelijke regels en bestrijding van criminaliteit. Burgers ervaren veiligheid als

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 229 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKS- RELATIES

Nadere informatie

8.2 Omvang en ontwikkeling van de criminaliteit 170

8.2 Omvang en ontwikkeling van de criminaliteit 170 8 CRIMINALITEIT In 1999 ondervond de Nederlandse bevolking naar schatting 4,8 miljoen delicten, waarvan zij er 1,6 miljoen bij de politie meldde. De politie registreerde in datzelfde jaar 1,3 miljoen misdrijven.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Slachtoffers van criminaliteit in Nederland Een vergelijking met zestien andere geïndustrialiseerde landen op basis van de ICVS 2000

Slachtoffers van criminaliteit in Nederland Een vergelijking met zestien andere geïndustrialiseerde landen op basis van de ICVS 2000 Slachtoffers van criminaliteit in Nederland Een vergelijking met zestien andere geïndustrialiseerde landen op basis van de ICVS 2000 John van Kesteren & Paul Nieuwbeerta7 Het aantal burgers dat slachtoffer

Nadere informatie

Misdrijven en opsporing

Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing R.J. Kessels en W.T. Vissers In 2015 registreerde de politie 960.000 misdrijven, 4,6% minder dan in 2014. Sinds 2007 is de geregistreerde criminaliteit met ruim een kwart afgenomen.

Nadere informatie

Geweld in Nederland Een verkenning

Geweld in Nederland Een verkenning Geweld in Nederland Een verkenning dr. F.M.H.M. Driessen Bureau Driessen Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek Congres Agressie, Geweld en het Politiewerk Nunspeet 14-11-28 Achtergrond Politie wordt vaker

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld Hieronder staan drie tekstfragmenten en één figuur uit het rapport Sociale veiligheid ontsleuteld, veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid; Lonneke

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap H.W.J.M. Huys In dit hoofdstuk staat de vraag naar de aard, de omvang en de ontwikkeling van de veelvoorkomende criminaliteit 1 centraal zoals die door burgers en bedrijfsleven

Nadere informatie

Jaarrapportage Veiligheid 2004

Jaarrapportage Veiligheid 2004 Jaarrapportage Veiligheid 2004 Jaarrapportage Veiligheid 2004 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding 10 1.1 De Jaarrapportage Veiligheid en het Veiligheidsprogramma 12 1.2 De indicatoren van het Veiligheidsprogramma

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013 Factsheet 14-6 Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 13 Auteurs: S.J. Vergouw, R.P.W. Jennissen, G. Weijters & P.R. Smit 14 Het WODC heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de ontwikkelingen in

Nadere informatie

Tabel 3.1 Slachtofferschap van veelvoorkomende criminaliteit onder burgers van 15 jaar en ouder, volgens de ESM*

Tabel 3.1 Slachtofferschap van veelvoorkomende criminaliteit onder burgers van 15 jaar en ouder, volgens de ESM* Bijlage 4 Tabellen Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.1 Slachtofferschap van veelvoorkomende criminaliteit onder burgers van 15 jaar en ouder, volgens de ESM* 1980 1981 1982 1983 1984 1986 1988 1990 1992

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen Veiligheid Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen 17 Geregistreerde criminaliteit sinds 2005 gedaald Vermogensmisdrijven vormen met 60 procent het grootste aandeel Gevolgd

Nadere informatie

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11 De Eindhovense Eindhoven, oktober 11 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Objectieve index: 3 2.I Inbraak 3 2.II Diefstal 4 2.III Geweld 4 2.IV Overlast/vandalisme 4 2.V Veilig ondernemen (niet in index) 5 3 Subjectieve

Nadere informatie

Slachtoffers van woninginbraak

Slachtoffers van woninginbraak 1 Slachtoffers van woninginbraak Fact sheet juli 2015 Woninginbraak behoort tot High Impact Crime, wat wil zeggen dat het een grote impact heeft en slachtoffers persoonlijk raakt. In de regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap H.W.J.M. Huys en P.R. Smit In 2010 werden burgers en bedrijven geconfronteerd met naar schatting in totaal bijna 8,2 miljoen delicten. Tussen 2005 en 2006 is dit totale

Nadere informatie

VEILIGHEIDSRAPPORTAGE ROTTERDAM-RIJNMOND 2008 EMBARGO TOT 7 JULI 2008

VEILIGHEIDSRAPPORTAGE ROTTERDAM-RIJNMOND 2008 EMBARGO TOT 7 JULI 2008 VEILIGHEIDSRAPPORTAGE ROTTERDAM-RIJNMOND 2008 EMBARGO TOT 7 JULI 2008 Colofon 1 e druk juli 2008 Uitgave van de Begeleidingscommissie Integrale Veiligheid en de Politie -Rijnmond, in opdracht van het naal

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans en M.M. van Rosmalen Eén op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder is in 2013 slachtoffer geweest van veelvoorkomende criminaliteit, zoals gewelds-,

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Den Haag/Hilversum, april 2004 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zevende meting van het landelijke onderzoek Politiemonitor Bevolking

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 1950 woorden 16 april 2002 6,3 166 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding: Nederland is de afgelopen

Nadere informatie

2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één of meer keer slachtoffer)

2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één of meer keer slachtoffer) 338 Criminaliteit en rechtshandhaving 2013 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.5 Slachtofferschap en door burgers ondervonden delicten naar delictsoort, volgens de VM a 2012 b 2013 b 2012 b 2013 b (% één

Nadere informatie

Politiecijfers verbeteren met slachtofferenquête-cijfers?

Politiecijfers verbeteren met slachtofferenquête-cijfers? Politiecijfers verbeteren met slachtofferenquête-cijfers? Henk Elffers & Jasper van der Kemp Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving en Vrije Universiteit Amsterdam Het verdriet van

Nadere informatie

1 Inleiding. S.N. Kalidien en A.Th.J. Eggen

1 Inleiding. S.N. Kalidien en A.Th.J. Eggen 1 Inleiding S.N. Kalidien en A.Th.J. Eggen Neemt de criminaliteit toe of juist af? Deze veel gestelde vraag is erg lastig te beantwoorden. Wat wordt onder criminaliteit verstaan? En wat zeggen de uit enquêtes

Nadere informatie

0 SAMENVATTING. Ape 1

0 SAMENVATTING. Ape 1 0 SAMENVATTING Aanleiding Vraagbaak voor preventie van fraude en doorverwijzen van slachtoffers Op 26 februari 2011 is de Fraudehelpdesk (FHD) opengegaan voor (aanvankelijk) een proefperiode van één jaar.

Nadere informatie

Criminaliteit en opsporing

Criminaliteit en opsporing 4 Criminaliteit en opsporing A.Th.J. Eggen en R.J. Kessels In 2010 registreerde de politie ruim 1 miljoen misdrijven. De geregistreerde criminaliteit is daarmee lager dan in 2009. In de periode 2005-2010

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage Politiemonitor Bevolking 2003 Landelijke rapportage Den Haag/Hilversum, november 2003 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zesde meting van het landelijk onderzoek Politiemonitor

Nadere informatie

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 5 Vervolging M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In 2012 werden 218.000 misdrijfzaken bij het Openbaar Ministerie (OM) ingeschreven. Dit is een daling van 18% ten opzichte van 2005. In 2010 was het aantal ingeschreven

Nadere informatie

Slachtofferschap, slachtofferhulp, onveiligheidsgevoelens en preventie H.W.J.M. Huys

Slachtofferschap, slachtofferhulp, onveiligheidsgevoelens en preventie H.W.J.M. Huys 3 Slachtofferschap, slachtofferhulp, onveiligheidsgevoelens en preventie H.W.J.M. Huys In dit hoofdstuk staat de aard, de omvang en de ontwikkeling in de tijd van de criminaliteit centraal, zoals die door

Nadere informatie

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich

Nadere informatie

7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES 7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk wordt allereerst een beknopt overzicht gegeven van de belangrijkste verschillen tussen de eindmeting (twee jaar na invoering) en de meting voorafgaande

Nadere informatie

Bijlage 4 Tabellen. Verklaring van tekens in tabellen

Bijlage 4 Tabellen. Verklaring van tekens in tabellen Bijlage 4 Tabellen Verklaring van tekens in tabellen. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim - = nihil - = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner

Nadere informatie

Slachtofferschap van huiselijk geweld: Prevalentieonderzoek naar de omvang, aard, relaties en gevolgen van slachtoffer- en plegerschap

Slachtofferschap van huiselijk geweld: Prevalentieonderzoek naar de omvang, aard, relaties en gevolgen van slachtoffer- en plegerschap Slachtofferschap van huiselijk geweld: Prevalentieonderzoek naar de omvang, aard, relaties en gevolgen van slachtoffer- en plegerschap Lienja van Eijkern, Róisín Downes, & René Veenstra Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

3 Sectorrapporten. Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 WODC 30 december 2005 35

3 Sectorrapporten. Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 WODC 30 december 2005 35 3 Sectorrapporten Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 WODC 30 december 2005 35 Inhoud sector Bouw Kerncijfers sector Bouw 38 Achtergrondkenmerken sector Bouw 39 1 Slachtofferschap criminaliteit 40

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie steeds beter De veiligheidssituatie in s-hertogenbosch verbetert. Dit bleek al uit de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

4 Misdrijven en opsporing

4 Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing A.Th.J. Eggen en R.J. Kessels In 2012 registreerde de politie 1,14 miljoen misdrijven, 5% minder dan in 2011. In de periode 2005-2012 daalde de geregistreerde criminaliteit met

Nadere informatie

Inhoud sector Horeca. Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 WODC 30 december 2005 128

Inhoud sector Horeca. Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 WODC 30 december 2005 128 Inhoud sector Horeca Kerncijfers sector Horeca 130 Achtergrondkenmerken sector Horeca 131 1 Slachtofferschap criminaliteit 132 1.1 Bijna de helft horecazaken slachtoffer criminaliteit 132 1.2 Een op de

Nadere informatie

Q1 Heeft u in uw werk te maken met het systeem Basisvoorziening Handhaving (BVH)?

Q1 Heeft u in uw werk te maken met het systeem Basisvoorziening Handhaving (BVH)? Q1 Heeft u in uw werk te maken met het systeem Basisvoorziening Handhaving (BVH)? Answered: 1.480 Skipped: 0 Ja Ja 79,26% 1.173 20,74% 307 TOTAAL 1.480 1 / 31 Q2 Sinds enkele jaren is er discussie over

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

Analyse cijfers prioriteiten Veiligheid 2012 t/m 2016

Analyse cijfers prioriteiten Veiligheid 2012 t/m 2016 Analyse cijfers prioriteiten Veiligheid 2012 t/m 2016 Delict / periode 2012 2013 2014 2015 2016 Streefwaarde MJP 2018*** Burenruzie 83 77 83 83 86 Geen Stabiel Incidenten Huiselijke geweld* Opmerking/analyse

Nadere informatie

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.

Nadere informatie

2000 2001 2002 2003 2004 (% één of meer keer slachtoffer) Totaal 47,7 49,5 46,9 47,0 44,0

2000 2001 2002 2003 2004 (% één of meer keer slachtoffer) Totaal 47,7 49,5 46,9 47,0 44,0 Bijlage 4 291 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.2 Slachtofferschap van veelvoorkomende criminaliteit onder burgers van 15 jaar en ouder, volgens de PMB* 2000 2001 2002 2003 2004 (% één of meer keer slachtoffer)

Nadere informatie

Van: M. van Milligen Tel nr: Nummer: 17A.00002

Van: M. van Milligen Tel nr: Nummer: 17A.00002 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: M. van Milligen Tel nr: Nummer: 17A.00002 Datum: 31 januari 2017 Team: Openbare Orde en Veiligheid Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Inhoud sector Transport

Inhoud sector Transport Inhoud sector Transport Kerncijfers sector Transport 178 Achtergrondkenmerken sector Transport 180 1 Slachtofferschap criminaliteit 181 1.1 Slachtofferschap algemeen 181 1.2 Meervoudig slachtofferschap

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Rijk 2008 Landelijke rapportage

Veiligheidsmonitor Rijk 2008 Landelijke rapportage Veiligheidsmonitor Rijk 2008 Landelijke rapportage Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

1 Inleiding. M.M. van Rosmalen, S.N. Kalidien en F.P. van Tulder

1 Inleiding. M.M. van Rosmalen, S.N. Kalidien en F.P. van Tulder 1 Inleiding M.M. van Rosmalen, S.N. Kalidien en F.P. van Tulder De bestrijding van criminaliteit en de rechtshandhaving zijn al vaker belangrijke pijlers van het kabinetsbeleid geweest. Dat gold zeker

Nadere informatie

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM*

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM* 346 Criminaliteit en rechtshandhaving 2010 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.4 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM* VMR IVM** 2005*** 2006*** 2007*** 2008**** 2009****

Nadere informatie

Via deze raadsinformatiebrief bieden wij de politie(criminaliteits)cijfers 2016 en de duiding er van ter kennisname aan.

Via deze raadsinformatiebrief bieden wij de politie(criminaliteits)cijfers 2016 en de duiding er van ter kennisname aan. RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00004 gemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum 7 februari 2017 Portefeuillehouder(s) : Burgemeester Molkenboer Portefeuille(s) : Openbare Orde en Veiligheid

Nadere informatie

DE KOSTEN VAN CRIMINALITEIT

DE KOSTEN VAN CRIMINALITEIT DE KOSTEN VAN CRIMINALITEIT iii Samenvatting Criminaliteit gaat gepaard met behoorlijke kosten. De overheid besteedt geld aan de preventie, opsporing, vervolging, berechting en bestraffing van criminelen.

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Inhoud sector Zakelijke Dienstverlening

Inhoud sector Zakelijke Dienstverlening Inhoud sector Zakelijke Dienstverlening Kerncijfers sector Zakelijke dienstverlening 226 Achtergrondkenmerken sector Zakelijke dienstverlening 228 1 Slachtofferschap criminaliteit 229 1.1 Slachtofferschap

Nadere informatie

Wie worden slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit?

Wie worden slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit? Wie worden slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit? Harry Huys Ruim een kwart van Nederlandse inwoners gaf in 2006 aan slachtoffer geweest te zijn van veelvoorkomende criminaliteit zoals geweld-

Nadere informatie

4 Misdrijven en opsporing

4 Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing A.Th.J. Eggen en R.J. Kessels In 2011 registreerde de politie bijna 1,2 miljoen misdrijven. De geregistreerde criminaliteit is daarmee even hoog als in 2010. In de periode 2005-2011

Nadere informatie

Datum 7 april 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht 7 op de 10 hoort niets na aangifte woninginbraak

Datum 7 april 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht 7 op de 10 hoort niets na aangifte woninginbraak 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006 Deze factsheet is geschreven door RD Friele en R Coppen van het NIVEL in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt. Versie

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 4 Verklaringen voor daling van de criminaliteit 15 maximumscore 2 a de sociaal-economische benaderingswijze Voorbeelden van verklarende vragen (één van de volgende): 1 Is er een verband tussen verkleinen

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie