Evolutie van de spraakvaardigheden bij studenten logopedie en audiologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evolutie van de spraakvaardigheden bij studenten logopedie en audiologie"

Transcriptie

1 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Evolutie van de spraakvaardigheden bij studenten logopedie en audiologie Chloé Tierenteyn & Eline Vanderschommen Promotor: Prof. Dr. Kristiane Van Lierde Copromotor: Anke Luyten Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van master in de logopedische en audiologische wetenschappen

2

3 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Evolutie van de spraakvaardigheden bij studenten logopedie en audiologie Chloé Tierenteyn & Eline Vanderschommen Promotor: Prof. Dr. Kristiane Van Lierde Copromotor: Anke Luyten Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van master in de logopedische en audiologische wetenschappen

4

5 0. Inhoudstabel 1. VOORWOORD ABSTRACT NEDERLANDSTALIG ABSTRACT ENGELSTALIG ABSTRACT LITERATUURSTUDIE METHODOLOGIE PARTICIPANTEN EERSTE ONDERZOEKSVRAAG Dataverzameling en instrumentarium Data-analyse TWEEDE ONDERZOEKSVRAAG Dataverzameling en instrumentarium STATISTISCHE ANALYSE RESULTATEN ONDERZOEKSVRAAG Benoemingstaak Spontane spraak en lezen ONDERZOEKSVRAAG Benoemingstaak Spontane spraak en lezen DISCUSSIE EN CONCLUSIE EERSTE ONDERZOEKSVRAAG TWEEDE ONDERZOEKSVRAAG STERKTES EN LIMITATIES SUGGESTIES CONCLUSIE

6 8. BIBLIOGRAFIE APPENDICI APPENDIX I: STANDAARDTEKST IPA DE NOORDENWIND EN DE ZON APPENDIX II: LIJST MET DOELWOORDEN APPENDIX III: EVALUATIEFORMULIER APPENDIX IV: INTERBEOORDELAARSBETROUWBAARHEID Consonanten Vocalen Diftongen

7 1. Voorwoord Beste lezer Hierbij presenteren wij u onze masterproef Evolutie van de spraakvaardigheden bij studenten logopedie en audiologie. Deze masterproef is geschreven in het kader van ons afstuderen aan de opleiding Logopedische en audiologische wetenschappen aan de Universiteit van Gent (UZ Gent). Het onderwerp is door ons gekozen vanuit interesse en passie voor het vak. Door ons te verdiepen in de articulatie en spraak van de studenten, leerden we onze eigen competenties beter kennen wat bijdroeg tot onze groei als volwaardige logopedisten. Het was een eer om gedurende een jaar deel uit te maken van het team en wij hopen dan ook dat ons werk een bijdrage kan betekenen voor de kwaliteit van de opleiding. In de eerste plaats willen wij in het bijzonder onze promotor Prof. Dr. Kristiane Van Lierde bedanken voor haar begeleiding en deskundig advies, alsook voor het kritisch nalezen van de teksten. Een tweede woord van dank gaat uit naar Dr. Heidi Buysse, onze copromotor mevrouw Anke Luyten en mevrouw Veronique Vanhaverbeke voor hun begeleiding bij het verwerken van de gegevens, de statische analyse, het interpreteren van de resultaten en het opmaken van de tabellen. Daarnaast bedanken wij de broers Michiel en Kwinten Bonte, alsook Frank Tierenteyn en Anita Heyvaerts voor het nalezen van de masterproef en de vertaling van het abstract. Uiteraard vergeten we onze vele vrienden, familieleden en ouders niet voor hun hulp en vooral steun bij het volbrengen van deze opdracht. Tot slot een dankjewel aan alle studenten die aan dit onderzoek deelnamen. Zonder hen was deze studie niet mogelijk geweest. Voor allen hierboven vermeld, een welgemeende dankjewel. Veel leesplezier. 7

8 8

9 2. Abstract 2.1 Nederlandstalig abstract Doelstelling: Het doel van deze pilootstudie was tweeledig. Enerzijds gingen de onderzoekers na in hoeverre vrouwelijke tweedejaarsstudenten logopedie en audiologie een evolutie op vlak van spraak (stem, articulatie, ritme) en taal doormaakten. Anderzijds werd onderzocht of deze studenten in staat waren om hun eigen spraak aan de hand van een video opname te analyseren. Methode: In totaal namen 54 vrouwelijke tweedejaarsstudenten logopedie en audiologie (m.a. = 19.5 jaar; 18.6 tot 22.1 jaar) deel aan het onderzoek. Gedurende het eerste contactmoment werden de spraakstalen (spontane spraak, lezen en benoemen) van de studenten verzameld. Deze werden vervolgens, volgens een strikt bepaald evaluatieformulier, geanalyseerd en vergeleken met de resultaten van de screening in het eerste bachelorjaar. Dit om de doorgemaakte evolutie van de studenten in kaart te brengen. Tijdens het tweede contactmoment moesten de studenten hun eigen spraak (stem, articulatie, ritme) en taal aan de hand van de verzamelde spraakstalen evalueren. Op die manier kregen de onderzoekers een beeld van de perceptievaardigheden van de studenten. Resultaten: Uit de resultaten blijkt dat de meeste studenten een positieve evolutie op vlak van spraak (stem, articulatie, ritme) en taal doormaken. Toch blijft aandacht voor een nauwkeurige uitspraak en professionele houding tijdens het spreken aangewezen. Het analyseren van de eigen spraak- en taalvaardigheden daarentegen is een moeilijke opgave. Zelfperceptie blijft echter een absolute prioriteit met het oog op een verbetering van de eigen spraak en articulatie. Conclusie: Er kan besloten worden dat een verbetering van de articulatie en stem optreedt. Toch blijven diverse werkpunten aanwezig. Bovendien dient er extra aandacht uit te gaan naar het verder uitbouwen van de perceptievaardigheden van de studenten. Tot slot is het aangewezen om verder onderzoek uit te voeren. 9

10 2.2 Engelstalig abstract Purpose: This pilot project has a twofold goal. On the one hand the researchers determed the evolution of speech (voice, articulation, rhythm) and language of female second-year students in the department of speech therapy and audiology. On the other hand they examined if those students were capable of judging their own speech using a video recording. Method: In all 54 female second-year students (m.a. = 19.5 year; 18.6 to 22.1 year) in the department of speech therapy and audiology took part in the research. During the first meeting the speech samples (spontaneous speech, reading and labelling) were gathered. The speech samples were then analysed using a strict evaluation form and compared to the results of the screening of those students in their first year. In this way the researchers mapped out the evolution of the students. At the next meeting the students had to evaluate their own speech and articulation on the basis of the speech samples. In this way the researchers gained insight in the perception abilities of the students. Results: The results revealed that most students evolve in a positive way in terms of speech (voice, articulation, rhythm) and language. However, it remains important to pay constant attention to an accurate pronunciation and a professional attitude in the process of speaking. Analysing your own speech and linguistic competence turned out to be difficult. Nevertheless, self-assessment is an absolute priority in order to improve your own speech and articulation. Conclusion: Despite the observed positive evolution of articulation and voice, there is still room for further improvement. Moreover, efforts have to be made in order to increase the self-assessment abilites of the students. To conclude, further research into this topic is highly recommended. 10

11 3. Literatuurstudie In het werkveld worden logopedisten regelmatig geconfronteerd met een afwijkende articulatie bij hun patiënten. Om de kwaliteit van de toegepaste behandeling te waarborgen, is het noodzakelijk dat de behandelende logopedist in staat is om de articulatie op een eenduidige manier te evalueren. De therapeut dient te weten wat verstaan wordt onder een correcte articulatie alsook wat beschouwd wordt als een afwijkende. Daarbij moet de logopedist op de hoogte zijn van interculturele verschillen tussen diverse individuen. Bovendien is het van belang dat de logopedist de eigen werkpunten (zelfreflectie) op vlak van articulatie kan (h)erkennen met het oog op het hanteren van een optimale articulatie. Een goede logopedist heeft immers inzicht in de eigen stem, resonantie en articulatie. De opleiding Logopedische en audiologische wetenschappen aan de Universiteit van Gent (UZ Gent) streeft ernaar om een dergelijk professionele houding al vanaf het eerste bachelorjaar bij te brengen. Tijdens de lessen Spraak- en taalvaardigheden wordt enerzijds gewerkt op het verkrijgen van een correcte articulatie. Aan de hand van hoorcolleges alsook groepswerken worden de verschillende aspecten van een optimale articulatie stap voor stap aangebracht. De theorie wordt hierbij gekoppeld aan de praktijk door oefeningen. Anderzijds wordt aan de studenten geleerd hoe zij articulatie eenduidig moeten beoordelen zowel bij zichzelf als bij anderen. Zelfperceptie vormt immers het uitgangspunt voor een goede eigen articulatie en is een houding die aangeleerd dient te worden. Daarenboven vormt het correct kunnen beoordelen van de spraak van patiënten een basisvereiste voor het uitoefenen van het beroep. De eindcompetenties van deze lessenreeks omvatten met andere woorden: (1) het kunnen toepassen van een correcte articulatie in het sociale en professionele leven, (2) weten wat de kenmerken van een correcte/gestoorde articulatie zijn en (3) vaststellen van een afwijkende articulatie bij zichzelf en anderen. 11

12 Om een individuele opvolging van de studenten mogelijk te maken, worden de eerstejaarsstudenten aan het begin van het academiejaar uitgenodigd voor een screeningsonderzoek. Hierbij wordt de articulatie onderzocht aan de hand van spontane spraak in combinatie met een leestekst en een benoemingstaak. Op die manier wordt informatie verkregen over het spraakprofiel van de student. Verschillende componenten worden beoordeeld: ademhaling, spreektempo, toonhoogte, etc. Op basis van de resultaten van het screeningsonderzoek worden de geteste studenten al dan niet doorverwezen voor bijkomende logopedie in een externe setting. De keuze wordt gemaakt om zo spoedig mogelijk een perfecte articulatie te verkrijgen en moet gezien worden als een vorm van extra ondersteuning voor de studenten. De vraag rijst of deze invulling van de lessen Spraak- en taalvaardigheden leidt tot een significante verbetering van de articulatie bij de studenten enerzijds en een verbeterd waarnemen van de articulatie bij zichzelf en anderen anderzijds. Om dit tweeluik binnen de articulatie (productie en perceptie) te onderzoeken, wordt gebruik gemaakt van een tweedelige studie. In een eerste onderdeel wordt de onderzoeksvraag Is er een evolutie in de spraak (voornamelijk articulatie en stem) bij eerste bachelorstudenten welke nu (academiejaar ) in tweede bachelor logopedie en audiologie zitten? beantwoord. Hierbij wordt gekeken of de articulatie van de studenten significant verbeterd is of niet. Om deze vraag te beantwoorden wordt een vergelijking gemaakt tussen de huidige resultaten en deze verkregen tijdens het screeningsonderzoek bij aanvang van de opleiding. Op die manier wordt een duidelijk beeld van de articulatorische vaardigheden van de studenten voor en na het volgen van de lessenreeks Spraak- en taalvaardigheden verkregen en kan een eventuele evolutie opgespoord worden. Zoals reeds hierboven aangehaald, dient een goede logopedist niet alleen te beschikken over een nauwkeurige, correcte articulatie. Daarnaast dient de therapeut in staat te zijn de articulatie van, in eerste instantie zichzelf, en in een later stadium, de patiënt op een zo objectief mogelijke manier te beoordelen. Dit wordt in het tweede luik van de studie onderzocht. 12

13 Hierbij wordt de onderzoeksvraag Kunnen de studenten hun eigen spraak analyseren aan de hand van een video-opname? onder de loep genomen. Op die manier kunnen de perceptievaardigheden van de participanten worden nagegaan. Er wordt geëvalueerd in hoeverre de studenten in staat zijn hun eigen stem te analyseren en beoordelen. In wat volgt wordt de relevante literatuur met betrekking tot de huidige studie besproken. In de studie van Masterson, Bernhardt, & Hofheinz (2005) werd het gebruik van spontane spraakstalen, bij het evalueren van fonologische vaardigheden, vergeleken met het gebruik van gedeeltelijk geïndividualiseerde woordenlijsten. Het onderzoek werd uitgevoerd bij twintig kinderen (m.a. = 5.08; ). Voor de woordenlijsten werd gebruik gemaakt van CAPES 1. Uit deze studie bleek dat het gebruik van dergelijke woordenlijsten helpt bij het fonologisch evalueren van de spraak van de proefpersonen. Spontane spraakstalen bleven echter noodzakelijk voor wat betreft het beoordelen van de prosodie, spraakverstaanbaarheid en andere aspecten van de taal. Dit tweedelig design voor het beoordelen van de articulatie wordt binnen de huidige studie, waarbij de onderzoekers opteren voor een gestandaardiseerde woordenlijst, gerespecteerd. Bij het beoordelen van de articulatie van diverse sprekers botsen de onderzoekers op problemen wat betreft de eenvoud, accuraatheid en objectiviteit van de beoordeling. Zo toonde de studie van Heald & Nusbaum (2014), bij 46 volwassen luisteraars (m.a. = n.a.; ), aan dat het zien van het gezicht van de sprekers (audiovisuele opname) het proces van woordherkenning versnelde. Bij verandering van spreker daarentegen werd dit proces vertraagd doordat de luisteraars meer tijd besteedden aan het identificeren van de verschillende sprekers. 1 Computerized Articulation and Phonology Evaluation System; Masterson & Bernhardt (2001) 13

14 Daarnaast worden onderzoekers tijdens de spontane spraak geconfronteerd met deleties van diverse klanken. Zo is deletie van de finale /t/ in woorden een fenoneem dat regelmatig optreedt in de Germaanse talen. Duitstalig onderzoek (Zimmerer & Reetz, 2014) naar de wijze waarop een luisteraar omgaat met deze verdwenen fragmenten toonde aan dat de veertien luisteraars (m.a. = 24.9; ) slechts in 45% van de gevallen in staat zijn de /t/ te reconstrueren. Daarbij trad wel een leereffect op waarbij het identificeren steeds accurater gebeurde. Bij het reconstrueren maakten luisteraars gebruik van de fonologische fijnstructuur van de taal, al speelden andere factoren eveneens een rol. De toegepaste strategieën bleken taalspecifiek te zijn. Het percipiëren en beoordelen van de articulatie blijft een subjectief proces beïnvloed door diverse factoren zoals de ervaring, deskundigheid alsook het taalgevoel van de onderzoekers. De subjectiviteit in het beoordelen van de articulatie werd eveneens aangetoond in de studie van Chan & Yiu (2002). Zij onderzochten of anchors 2 bijdroegen tot het verbeteren van de betrouwbaarheid van perceptuele stemevaluatie. Daarnaast werd het effect van een systematische training - op de betrouwbaarheid van de evaluatie van de stemkwaliteit - nagegaan. In totaal namen 28 volwassenen (m.a. = 20.7; ) deel aan de studie. Onderzoek wees uit dat de anchors bestaande uit gesynthetiseerde spraakstalen in combinatie met training effectiever zijn dan de combinatie training met natuurlijke spraakstalen bij het verbeteren van de betrouwbaarheid in het beoordelen van de perceptuele roughness en breathiness. In de studie van Van Lierde, et al. (2011), bij 119 vrouwelijke studenten (m.a. = 18.7; ), werd onderzocht in hoeverre een opwarmingsprogramma van de stem bijdraagt tot het verbeteren van de objectieve stemkwaliteit, in het bijzonder de intrinsieke en extrinsieke laryngeale spieren. 2 Natuurlijke en/of gesynthetiseerde spraakstalen 14

15 Uit de resultaten bleek dat na een opwarmingsprogramma van de stem, de DSI 3 - waarde en de fundamentele frequentie significant toenamen en er een verbetering van de vocale prestaties was. Het belang van dergelijke opwarmingsoefeningen wordt in de huidige studie meegenomen. In het eerste luik van het huidig onderzoek wordt de evolutie voor wat betreft de articulatie en stem bij tweede bachelorstudenten logopedie en audiologie bestudeerd. In een eerdere studie van Van Lierde, et al. (2011) werd de impact van een voorafgaand infomoment omtrent stem en spraak op de spraakvaardigheden van toekomstige logopediestudenten nagegaan. Uit de resultaten bleek dat de 71 vooraf geïnformeerde studenten (m.a. = 18.8; ) objectief en subjectief een betere stem hadden in vergelijking met de 83 studenten (m.a. = 18.6; ) die deze informatie niet gekregen hadden. Zo vertoonden de participanten in de controlegroep significant meer risicofactoren voor stemmisbruik en -klachten. In navolging van dit onderzoek werd besloten de infosessie als standaard introductiemoment aan beginnende logopediestudenten aan te bieden. Daarnaast werd eveneens door Van Lierde, et al. (2008) onderzoek verricht naar de vocale kwaliteit, risicofactoren en aanwezigheid van stemklachten en/of lichaamspijnen bij 197 toekomstige Vlaamse logopediestudenten (m.a. = 20.0; ) gedurende de vierjarige opleiding. Uit de studie bleek dat logopediestudenten een borderlinescore behalen voor wat betreft de stemkwaliteit (DSI = +1.8). Daarbij werd er geen evolutie van de stem doorheen de opleiding waargenomen. Risicofactoren en stemklachten werden door 29% (57/197) van de deelnemers gerapporteerd. Tot slot gaf 93% (183/197) aan te kampen met lichaamspijnen tijdens en/of na het spreken. In de huidige studie worden uitsluitend de articulatorische vaardigheden van de tweede bachelorstudenten onder de loep genomen. De bevindingen uit bovenvermelde studies worden hierbij in acht genomen. 3 Dysphonia Severity Index 15

16 Zoals eerder vermeld bestudeert de huidige studie de evolutie voor wat betreft de articulatie en stem bij tweede bachelorstudenten logopedie en audiologie. In een studie van Amir, Primov-Fever, Kushnir, Kandelshine-Waldman, & Wolf (2013) werden de stemkarakteristieken bij 79 eerstejaarsstudenten (m.a. = 24.5; ) van de opleiding Acteren onderzocht aan de hand van verschillende evaluatiemiddelen. Het onderzoek wees uit dat er enkele verschillen waren tussen beide groepen (met en zonder laryngeale problemen). Op vlak van gender werden geen significante verschillen geobserveerd. In het tweede luik van de huidige studie worden de perceptievaardigheden van de studenten beoordeeld. Er wordt nagegaan in hoeverre zij in staat zijn hun eigen articulatie en stem correct te evalueren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de opnames van hun eigen spraakstalen. In de studie van Shuster & Durrant (2003) werd onderzocht hoe luisteraars hun eigen stem ervaren en hoe het gebruik van een laagdoorlaatfilter een invloed heeft op de vertrouwdheid en herkenning van de eigen stem. Het onderzoek wees uit dat door het gebruik van een dergelijke filter (DAF 4 ) de achttien luisteraars (m.a. = 23.1; ) meer geneigd waren de gehoorde stem als die van zichzelf aan te wijzen. Bijgevolg kan het gebruik van een laagdoorlaatfilter bijdragen tot een verbeterde waarneming van de eigen geproduceerde spraak. Bij het beoordelen van de spontane spraak alsook het lezen wordt in de huidige studie rekening gehouden met een belangrijk aspect van de spraak, namelijk de intonatie. In de studie van Vicenik & Sundara (2013) werd nagegaan of Amerikaans- Engels sprekende volwassenen in staat zijn om hun moedertaal van een prosodisch vergelijkbare taal (in dit geval Duits) te discrimineren. Daarnaast werd onderzocht of deze volwassenen hun moedertaal kunnen onderscheiden van een dialect (Australisch-Engels), dat niet behoort tot de moedertaal, wanneer segmentele informatie niet beschikbaar is. Men ging na welke types prosodische informatie hiervoor noodzakelijk zijn. Bij alle onderdelen van de studie namen telkens acht volwassen luisteraars (m.a. = n.a.) deel. Het onderzoek wees uit dat er bij het vergelijken van Amerikaans-Engels met Duits enkel toonhoogtecues nodig waren. 4 Delayed Auditory Feedback 16

17 Dit in tegenstelling tot de vergelijking tussen Amerikaans-Engels en Australisch- Engels waarbij toonhoogtecues en ritmische timingcues niet voldoende waren maar toch bijdroegen tot de classificatie tussen beide dialecten. Bij taaldiscriminatie heeft intonatie een belangrijke rol die niet genegeerd kan worden. In het onderzoek van Shuster (1998) werden 26 kinderen en adolescenten (m.a. = 9.1; ) die geen correcte /r/ konden produceren, net zoals de studenten uit de huidige studie, onderworpen aan een luistertaak. Deze bestond uit 200 woorden die een /r/ bevatten. Uit de resultaten kwam naar voor dat de subjecten een significant slechter oordeel gaven wanneer ze hun eigen incorrecte /r/ beoordeelden. Wanneer zij hun eigen correcte (bewerkte) producties van /r/ evalueerden, konden zij met meer succes beslissen of de /r/ correct geproduceerd was, in vergelijking met het benoemen van de identiteit van de spreker. Hieruit kon besloten worden dat er een relatie bestaat tussen spraakperceptie en -productie bij sommige sprekers met een fonologische stoornis. In de huidige studie komen twee onderzoeksvragen aan bod. De eerste onderzoeksvraag peilt naar een eventuele evolutie die tweedejaarsstudenten logopedie en audiologie doormaken. De vraag luidt: Is er een evolutie in de spraak (voornamelijk articulatie en stem) bij eerste bachelorstudenten welke nu (academiejaar ) in tweede bachelor logopedie en audiologie zitten? Voorafgaand aan de studie vermoeden de onderzoekers dat er een positieve evolutie bij de studenten merkbaar zal zijn. Dit door de studenten een jaar lessen, begeleiding op school (tijdens de praktijklessen van het vak) en/of externe logopedie te laten volgen. 17

18 De tweede onderzoeksvraag Kunnen de studenten hun eigen spraak analyseren aan de hand van een video-opname? gaat de beoordelingscapaciteiten van de studenten na. Verwacht wordt dat, gezien de complexiteit van de taak, het merendeel van de studenten hier niet in zullen slagen. De hypothese wordt mede ondersteund doordat bepaalde stoornissen en vakterminologie pas later in de opleiding aan bod komen. In tabel 1 worden de diverse studies uit het literatuuronderzoek nogmaals verkort samengevat. 18

19 1998 Tabel 1: Overzicht literatuurstudie Auteur(s) Taal Participanten Leeftijd (jaren) Methode Resultaten Shuster Amerikaans m.a. = 9.1 Engels ( ) n = Luistertaak: 200 woorden met /r/: door subjecten (helft bewerkt correct) door andere spreker (incorrecte /r/) Beoordeling eigen incorrecte /r/: significant slechter (p = 0,001). Beoordeling bewerkte /r/: meer succes (juist of fout) in vergelijking met benoemen van identiteit spreker. Relatie tussen spraakperceptie en - productie Chan & Yiu 2002 Engels n = m.a. = 20.7 ( ) Anchors 5 Pre-training rating test Training sessie Post-training test Gesynthetiseerde spraakstalen + training effectiever dan natuurlijke spraakstalen + training voor het verbeteren van de betrouwbaarheid in het beoordelen van de perceptuele roughness (R) en breathiness (B). Shuster & Durrant 2003 Engels Exp. 1: n = Exp. 1: m.a. = 23.1 ( ) EXPERIMENT 1: - Laagdoorlaatfilter (DAF) - Onderzoeker OF participant past instrument aan - Vijfpuntenschaal EXPERIMENT 1: 1) Lichte voorkeur voor lage frequentiefilters maar geen significante verschillen. 2) Variërende resultaten: geen duidelijke voorkeur voor een bepaalde frequentie taak is té complex! Exp. 2: n = Exp. 2: Idem EXPERIMENT 2: - 20 woordgroepen niet/wel gefilterd - 20 gefilterde woordgroepen van controlepersonen EXPERIMENT 2: Gebruik van een laagdoorlaatfilter spraak lijkt meer op de natuurlijke spraak betere perceptie van de zelf geproduceerde spraak 5 Natuurlijke en/of gesynthetiseerde spraakstalen 19

20 20 Masterson, Bernhardt, & Hofheinz 2005 Amerikaans Engels n = m.a. = 5.08 ( ) Spontane spraak: conversatie Woordenlijsten: CAPES = aangepast aan fonologische vaardigheden van individu. vier bijkomende lijsten (IPE 1 4) Woordenlijsten: bruikbaar voor fonologische evaluatie. Vergelijkbare accuraatheid Zelfde therapie indicaties Spontaan spraakstaal blijft noodzakelijk en nuttig voor suprasegmentele aspecten van de taal Van Lierde, et al Vlaams n = m.a. = 20.0 ( ) Onderzoek van stem: Vragenlijsten: VHI Subjectieve onderzoekstechnieken: GRABSI Objectieve onderzoekstechnieken: DSI A. Vragenlijsten o Geen negatieve impact op stem o 29%: risicofactoren en stemklachten o 93%: lichaamspijnen pijnlijke keel en hoofdpijn meest frequent B. Subjectieve onderzoekstechnieken: o GRABSI: binnen normale range C. Objectieve onderzoekstechnieken: o DSI = +1.8 (borderline normale stem) geen evolutie Van Lierde, et al Vlaams Proefgroep: n = Controlegroep: n = m.a. = 18.8 ( ) m.a. = 18.6 ( ) Voorafgaand infomoment Onderzoek van stem: Vragenlijsten: VHI Subjectieve onderzoekstechnieken: GRABSI en videolaryngostroboscopie Objectieve onderzoekstechnieken: DSI Betere stem bij geïnformeerde studenten impact van voorafgaand infomoment! Infomoment wordt standaard gegeven. Impact op studiekeuze is niet duidelijk.

21 Van Lierde, et al Vlaams n = m.a. = 18.7 ( ) Experimentele groep: - 45 studenten - Uitgebreid vocaal opwarmingsprogramma Controlegroep: - 45 studenten - 30 minuten vocale rust De DSI-waarde (p = 0,000) en de fundamentele frequentie (p = 0,00) zijn significant toegenomen bij de experimentele groep. Er is een verbetering van de vocale prestaties. Amir, Primov- Fever, Kushnir, Kandelshine- Waldman, & Wolf 2012 Arabisch n = m.a. = 24.5 ( ) Gebruik van objectieve metingen, aerodynamische en akoestische metingen, vocale range en DSI. Stroboscopisch onderzoek: 2 groepen: wel of geen laryngale problemen Onderzoek: - Akoestische analyse - Aerodynamische metingen - Perceptuele evaluatie - Self-report Verschil tussen beide groepen: één fundamentele frequentiefactor één Grade, Roughness, Breathiness, Asthenia, Strain factor drie zelfevaluatiefactoren geen verschil bij aerodynamische factoren Genderverschil aerodynamische factor: expiratoir volume één enkele zelfevaluatiefactor: neiging om therapie te zoeken Vicenik, & Sundara Engels Amerikaans- Engels (AmE): n = Australisch- Engels (AE): idem m.a. = n.a. Akoestische analyse: 1) AmE met Duits 2) AmE met AE Stimuli: 39 spraakopnames van Engelse zinnen (AmE/AE/Duits) Vergelijking Amerikaans Engels met Duits: enkel toonhoogtecues nodig. Vergelijking Amerikaans Engels en Australisch Engels: niet in staat om enkel toonhoogtecues te gebruiken. Duits: idem 21

22 22 Mogelijkheid tot discrimineren van prosodisch, vergelijkbare talen: - Laagdoorlaatfilter - Monotoon, gesynthetiseerde spraak (enkel ritmische timing informatie) MAAR: classificatie tussen beide dialecten is verbeterd dankzij toevoeging van toonhoogtecues aan de ritmische timingcues. Heald, & Nusbaum 2014 Amerikaans Engels Luisteraars: n = Sprekers: n = m.a. = n.a. ( ) Gebalanceerde woordenlijst 6 Audio(visuele) opname Variatie in sprekers Luisteraars: woordherkenning Visuele informatie (audiovisuele opname) helpt bij woordherkenning maar bij variatie in sprekers vertraagt het proces doordat luisteraars meer aandacht besteden aan het identificeren van de sprekers. Zimmerer, & Reetz 2014 Duits n = m.a. = 24.9 ( ) TEST: 180 stimuli (elk 3x aangeboden) - 90 items met /t/ (+t) - 90 items zonder /t/ (-t) 30 items waarbij de /t/ verdwenen is (Ot) - geëxtraheerd uit spontane spraak Luisteraars: /t/ aanwezig of niet? De verdwenen finale /t/ wordt slechts in 45% van de gevallen gereconstrueerd. Accuraatheid neemt toe leereffect Gebruik van fijnstructuur maar dit is niet het enige mechanisme taalspecifiek 6 Harvard phonetic balanced word list: IEEE Subcommittee on Subjective Measurements, 1969

23 4. Methodologie Dit wetenschappelijk onderzoek werd goedgekeurd door het Ethisch Comité verbonden aan het Universitair Ziekenhuis te Gent (EC/2014/0956 & EC/2014/0955). 4.1 Participanten In totaal namen 54 vrouwelijke studenten deel aan het onderzoek. De leeftijd varieerde van 18.6 tot 22.1 jaar (m.a. = 19.5 jaar). De participanten werden gerekruteerd vanuit de opleiding Logopedische en Audiologische Wetenschappen aan de Universiteit van Gent. Zowel studenten logopedie als audiologie, uit het tweede bachelorjaar, werden toegelaten aan het onderzoek. Daarnaast dienden de kandidaten aan een aantal inclusiecriteria te voldoen. Deze inclusiecriteria zijn: 1) De deelnemers startten de opleiding in het academiejaar ) Zij legden allen het vak Spraak- en taalvaardigheden, gedoceerd door Prof. Dr. K. Van Lierde, met succes af. Geen van hen volgde het vak tweemaal. 3) Alle participanten spraken Nederlands als moedertaal en hadden een normaal gehoor. Op basis van bovenstaande inclusiecriteria werd één proefpersoon uit het onderzoek geweerd wegens het hanteren van Noord-Hollands als moedertaal. Daarnaast werd één mannelijke student uitgesloten. Tot slot werd gedurende het verloop van het onderzoek een andere participant geëxcludeerd wegens een gebrek aan medewerking en motivatie. Het doel van het onderzoek werd vooraf door middel van een informed consent aan de deelnemers meegedeeld. Deelname aan het experiment gebeurde op vrijwillige basis. Alle participanten gaven hun schriftelijke goedkeuring. 23

24 4.2 Eerste onderzoeksvraag Is er een evolutie in de spraak (voornamelijk articulatie en stem) bij eerste bachelorstudenten welke nu (academiejaar ) in tweede bachelor logopedie en audiologie zitten? Dataverzameling en instrumentarium Gezien het grote aantal deelnemers werden de studenten at random tussen de twee onderzoekers verdeeld. De afname van het onderzoek werd bovendien over twee contactmomenten gespreid. Gedurende het eerste contactmoment werden de spraakstalen van de studenten verzameld. Naast spontane spraak dienden het lezen en hardop benoemen geëvalueerd te worden. Zo werd getracht om een zo volledig mogelijk beeld over de articulatie van de kandidaten te bekomen. Een exacte beschrijving van de opnames van de spraakstalen wordt hieronder beschreven. Gedurende de opnames werden de participanten op een gestandaardiseerde wijze 7 met behulp van een videocamera (Sony; HDR CX280E) gefilmd. Er werd geen gebruik gemaakt van een externe microfoon. Spontane spraak Er werd met de evaluatie van de spontane spraak gestart. Gedurende één minuut moest de student een beschrijving over voorwerpen of plaatsen geven. De inhoud was hierbij niet van belang 8. Bijkomend stelde de onderzoeker een aantal vragen over het aangereikte onderwerp om op die manier de conversatie verder te zetten. 7 Frontaal met enkel hoofd en schouders zichtbaar. 8 Voorbeelden waren: tandenborstel, koffie, wasmachine, garage, etc. 24

25 Lezen Vervolgens werd aan de participant gevraagd om de Nederlandstalige standaardtekst De Noordenwind en de zon (appendix I) van het International Phonetic Alphabet (International Phonetic Association, 1974) hardop voor te lezen. Deze tekst omvatte bij benadering 120 woorden en het lezen ervan nam ongeveer 40 seconden in beslag. Benoemen Voor het laatste onderdeel werd gebruik gemaakt van de benoemingstest van Van Borsel, et al. De deelnemers kregen de opdracht om de 135 afbeeldingen van alledaagse voorwerpen te benoemen. Bij afwezigheid van het correcte doelwoord werd de student door middel van semantische, fonologische en visuele cues door de onderzoeker bijgestuurd (een lijst met de doelwoorden is te vinden in appendix II) Data-analyse Na het testen van de studenten werden de bekomen spraakstalen door de onderzoekers geanalyseerd. Voor de analyse van het onderdeel spontane spraak en het lezen van de IPAleestekst maakten de onderzoekers gebruik van een evaluatieformulier, zoals gebruikt bij de screening in het eerste bachelorjaar. Dit evaluatieformulier scoort de diverse aspecten van spraak en stem zoals: toonhoogte, intensiteit, ademhaling, vloeiendheid, spraakverstaanbaarheid, houding, aanwezigheid van articulatiestoornissen, etc. (zie appendix III). Om de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid na te gaan, werd elk sample eerst door elke beoordelaar afzonderlijk geëvalueerd. Hierbij werd het spraakstaal tweemaal audiovisueel via de laptop van de onderzoekers aangeboden. Nadien werden de individuele beoordelingen van beide onderzoekers naast elkaar gelegd om tot consensus te komen. Punten van overeenkomst werden rechtstreeks op het eindevaluatieformulier van de betreffende participant neergeschreven. 25

26 Bij onenigheid werd het spraakstaal opnieuw door beide onderzoekers beluisterd tot er een overeenkomst bekomen werd. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid werd voor elke klank afzonderlijk berekend. Door deze samen te tellen en te delen door het totaal aantal klanken, kon de algemene consensus bepaald worden. Deze gegevens vindt u terug in appendix IV. Bij het analyseren van de benoemingstaak werden de woorden in blokken van acht tweemaal audiovisueel overlopen. De beoordelaars duidden hierbij de woorden aan die volgens hen foutief gearticuleerd worden. Deze woorden werden getranscribeerd en in fonetisch schrift neergeschreven op het daarvoor voorziene document. Opnieuw werd de analyse in een eerste fase individueel uitgevoerd om nadien in een tweede fase te komen tot consensus. Woorden waarbij de beoordelingen van beide onderzoekers verschillend waren, werden herbekeken en beluisterd. Dit proces werd herhaald totdat er voor elk woord een overkomst tussen beide beoordelaars verkregen werd. In tegenstelling tot de analyse van de spontane spraak en het lezen lag de focus bij de benoemingstaak op het vaststellen van de diverse articulatiestoornissen. Hiervoor werd op klankniveau gewerkt. Om te oordelen of een bepaalde articulatiestoornis al dan niet bij een student aanwezig was, werd gebruik gemaakt van de fonetische transcripties. Vooreerst werd nagegaan welke stoornissen er per klank kunnen optreden. Hiervoor baseerden de onderzoekers zich op de classificatie uit de thesis Spraak- en taalvaardigheden van eerstejaarsstudenten logopedische wetenschappen (2014). Daarna werd bepaald hoeveel keer een stoornis per klank bij de student optrad. Om een percentage van voorkomen te berekenen, werd dit aantal gedeeld door het aantal keer dat die specifieke klank in de doelwoorden gezegd werd. In navolging van het artikel van Mc Reynolds & Elbert (1981) werd beslist om een stoornis als aanwezig te beschouwen bij een voorkomenspercentage van 20% of meer. Hieraan werd voor de statische analyse een code 1 toegekend, zo niet een code 0. Dit proces werd herhaald voor elke mogelijke stoornis van elke aanwezige klank en dit voor elke student afzonderlijk. 26

27 Vervolgens dienden de spraakstalen, verkregen tijdens het screeningsmoment bij aanvang van de opleiding, eveneens geanalyseerd te worden. Deze spraakstalen werden na deontologisch overleg met de opleiding bekomen en het analyseren ervan gebeurde op identieke wijze als hierboven beschreven. Een tijdsinterval van een aantal maanden werd gerespecteerd alvorens met deze fase van start te gaan. Bovendien werden de samples in een random volgorde door beide onderzoekers vooraf individueel geanalyseerd. Beide maatregelen hadden als een doel een eventuele bias door herkenning van de participanten uit te sluiten. Op die manier kon na overleg tussen beide onderzoekers naar een betrouwbare consensus gestreefd worden. Door tot slot de analyses van beide screeningsmomenten met elkaar te vergelijken, kon de doorgemaakte evolutie per student in kaart gebracht worden. 4.3 Tweede onderzoeksvraag Kunnen de studenten hun eigen spraak analyseren aan de hand van een videoopname? Dataverzameling en instrumentarium Gedurende het tweede contactmoment werden de, in het eerste deel bekomen, spraakstalen gebruikt. De evaluatie van de perceptuele vaardigheden van de studenten gebeurde door na te gaan in welke mate zij hun eigen spraak correct konden analyseren en beoordelen. In een eerste fase werd het, hierboven beschreven, evaluatieformulier (appendix III) aan de deelnemers gegeven. Ze kregen hierbij de opdracht om dit formulier goed door te nemen en bij het bekijken van hun eigen video op de aangegeven aspecten te letten. Daarbij werd gevraagd om zich niet vast te pinnen op het evaluatieformulier maar te kijken naar het groter geheel. Eventueel bijkomende opmerkingen konden in de daarvoor voorziene ruimte op het blad neergeschreven worden. 27

28 In deze fase werd het onderdeel spontane spraak en het lezen van de IPA-tekst afgespeeld. In totaal werd het spraakstaal tweemaal audiovisueel via de laptop van de onderzoeker aangeboden. Na de eerste aanbieding kregen de studenten even de tijd om al een deel van het evaluatieformulier in te vullen. Vervolgens werd de video nog een tweede maal afgespeeld en moesten de participanten het evaluatieformulier vervolledigen. In een tweede fase werd de opname van de benoemingstaak audiovisueel aangeboden. De doelwoorden werden hierbij opgedeeld in blokken van telkens acht woorden. De participant kreeg elke blok tweemaal te zien/horen. Na elke aanbieding moest de student aangeven welke woorden er foutief uitgesproken werden. Vervolgens dienden de deelnemers aan te geven waarom het woord foutief was. De studenten waren hierbij niet verplicht om de correcte vakterminologie te gebruiken en werden gestimuleerd om breder te kijken dan enkel de correcte articulatie van het woord. De, door de student aangegeven, woorden werden door de onderzoeker in fonetisch schrift op het daarvoor voorziene document neergeschreven. Vervolgens werden de stoornissen per klank geturfd om zo het 20% aanwezigheidscriterium toe te passen. Klanken die op regelmatig basis als foutief aangeduid werden, konden op die manier in de analyse opgenomen worden. Door tot slot deze set van gegevens naast de resultaten van het screeningsmoment in het tweede bachelorjaar te plaatsen, konden de perceptievaardigheden van de studenten geëvalueerd worden. Het was hierbij de bedoeling dat de mening van de studenten zoveel mogelijk overstemde met die van de onderzoekers. 28

29 5. Statistische analyse Voor de statische verwerking van de resultaten werd IBM SPSS Statistics 22 gebruikt. Om de evolutie van de studenten na te gaan, werden de resultaten van de screening uit het eerste bachelorjaar ( ) vergeleken met deze van het huidige academiejaar ( ). Een derde set van gegevens werd bekomen door de evaluatie door de studenten zelf. Deze set werd vergeleken met de gegevens van het huidige academiejaar om de perceptievaardigheden van de studenten in kaart te brengen. onderzoekers perceptie zelfevaluatie evolutie Voor beide onderzoeksvragen (evolutie en perceptie) hanteerden de onderzoekers een gepaarde vergelijking gebruik makend van een McNemar-test. De p-waarde werd vastgelegd op α = 0,05. Dr. H. Buysse (cel biostatistiek, UGent) heeft dit proces gestuurd en begeleid, waarvoor oprechte dank. 29

30 30

31 6. Resultaten In wat volgt, worden de resultaten van beide screeningsonderzoeken beschreven. Hierbij wordt gestart met het bespreken van de eerste onderzoeksvraag waarbij de evolutie van de studenten bestudeerd wordt. In een tweede deel wordt de tweede onderzoeksvraag onder de loep genomen. Er wordt gekeken in hoeverre de studenten in staat zijn zichzelf (vooral stem en articulatie) te beoordelen conform het oordeel van de onderzoekers. 6.1 Onderzoeksvraag 1 Is er een evolutie in de spraak (voornamelijk stem en articulatie) bij eerste bachelorstudenten welke nu (academiejaar ) in tweede bachelor logopedie en audiologie zitten? Er wordt gestart met het beschrijven van de resultaten van de benoemingstaak. Achtereenvolgens worden de aanwezige stoornissen bij de consonanten en vocalen meegedeeld. Daarbij worden de consonanten gegroepeerd in klankgroepen naargelang hun articulatieplaats. Voor wat het onderdeel spontane spraak en de leestekst betreft, worden de gegevens weergegeven in volgorde van de verschillende aspecten die op het gehanteerde evaluatieformulier aan bod komen. Per categorie zijn er diverse deelgroepen waaronder de resultaten worden neergeschreven. Voorbeeld: Algemene articulatiebasis monotoon/posterieur/geringe verticaliteit NOOT: Een afwezige stoornis betekent in het kader van deze huidige studie niet dat een dergelijke stoornis zich nooit voordoet. Het betekent wel dat het aantal keer dat de stoornis optreedt niet voldoet aan het 20% - aanwezigheidscriterium dat vooraf door de onderzoekers werd vastgelegd. 31

32 6.1.1 Benoemingstaak Consonanten Apico-alveolaire klanken /t/ Bij het uitspreken van de /t/ traden twee belangrijke stoornissen op. Zo vertoonden twee studenten (2/54; 3,7%) een addentale uitspraak in het eerste bachelorjaar. Beide studenten maakten een positieve evolutie door. Daarnaast werd bij 18,5% van de deelnemers (10/54) een natte /t/-klank geobserveerd. Zeven studenten (7/54; 13%) evolueerden positief. Hiertegenover staan acht studenten (8/54; 14,8%) waarbij de stoornis pas in het tweede academiejaar aan het licht kwam. /d/ Stoornissen van de klank /d/ werden niet geobserveerd, noch in het eerste noch in het tweede bachelorjaar. Dit betekent dat er niet aan het vooropgesteld 20% - aanwezigheidscriterium werd voldaan. Dit betekent echter niet dat geen enkele student een stoornis van de klank vertoonde. /n/ De meest voorkomende stoornis bij de eerstejaarsstudenten was addentaliteit (6/54; 11,1%), gevolgd door deletie van finale klank (2/54; 3,7%). Alle studenten maakten op vlak van addentaliteit een positieve evolutie door. Wat deletie van finale /n/ betreft, bleef één student (1/54; 1,9%) de stoornis vertonen. 32

33 /s/ In totaal kampten vier eerstejaarsstudenten (4/54; 7,4%) met een sigmatisme stridens. Bij twee van hen (2/54; 3,7%) werd de distorsie in het tweede jaar niet meer geobserveerd. Tot slot vertoonden twee studenten (2/54; 3,7%) een negatieve evolutie inzake de uitspraak van de /s/ met het optreden van een sigmatisme stridens in het tweede academiejaar. Daarnaast maakte één student uit het tweede jaar (1/54; 1,9%) een negatieve evolutie door. Er was sprake van een addentale uitspraak van de /s/ die tijdens het eerste jaar niet geobserveerd werd. /z/ Een verstemlozing van de /z/-klank trad op bij twee studenten van het eerste jaar (2/54; 3,7%). Bij één van hen (1/54; 1,9%) werd bij de tweede testing een positieve evolutie geobserveerd. /l/ In het eerste bachelorjaar spraken zes studenten (6/54; 11,1%) de /l/ op addentale wijze uit. Alle studenten evolueerden positief. 33

34 Tabel 2: Apico alveolaire klanken Tautacismen Aantal = 54 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie Addentaliteit 3,7% (2) 3,7% (2) 0% (0) 0% (0) 0% (0) / Nat 18,5% (10) 13% (7) 5,6% (3) 14,8% (8) 20,4% (11) 1,000 Productie /n/ Aantal = 54 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie Addentaliteit 11,1% (6) 11,1% (6) 0% (0) 0% (0) 0% (0) / Deletie finale /n/ 3,7% (2) 1,9% (1) 1,9% (1) 0% (0) 1,9% (1) 1,000 Sigmatismen Aantal = 54 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie Addentaliteit 0% (0) 0% (0) 0% (0) 1,9% (1) 1,9% (1) / Stridens 7,4% (4) 3,7% (2) 3,7% (2) 3,7% (2) 7,4% (4) 1,000 Productie /z/ Aantal = 54 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie Verstemlozing 3,7% (2) 1,9% (1) 1,9% (1) 0% (0) 1,9% (0) 1,000 Lambdacismen Aantal = 54 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie Addentaliteit 11,1% (6) 11,1% (6) 0% (0) 0% (0) 0% (0) / Positief (groen) = de studenten waarbij de stoornis niet langer opgemerkt wordt. Stagnatie (rood) = de studenten waarbij de stoornis aanwezig blijft. Negatief (rood) = de studenten waarbij de stoornis pas in het tweede bachelorjaar aan het licht komt. Bachelor 1 = positieve evolutie + stagnatie Bachelor 2 = stagnatie + negatieve evolutie 34

35 NOOT: Bij de rhotacismen (/r/ en /R/) werd geopteerd voor een opsplitsing naargelang de plaats van voorkomen van de doelklank in het woord (initieel, mediaal, finaal en in clusters). Op die manier hoopten de onderzoekers om een tendens betreffende een foutieve uitspraak van de rhotacismen te kunnen vaststellen. Tongpunt /r/ INITIEEL In totaal vertoonden vier deelnemers uit het eerste jaar (4/38; 10,5%) een rhotacismus non vibrans. Zij maakten allen een positieve evolutie door. In het tweede bachelorjaar trad de stoornis bij één andere student (1/38; 2,6%) op. Daarnaast kwam een rhotacismus non sonans in initiële positie voor bij één eerstejaarsstudent (1/38; 2,6%). Deze maakte eveneens een positie evolutie door. MEDIAAL Bij 13,2% van de participanten uit het eerste jaar (5/38) werd een rhotacismus non vibrans geobserveerd. Hiervan vertoonden vier studenten (4/38; 10,5%) een positieve evolutie. Dit in tegenstelling tot de twee studenten (2/38; 5,3%) uit het tweede jaar die een negatieve evolutie doormaakten. FINAAL In finale positie kwam een rhotacismus non vibrans voor bij 92,1% (35/38) van de eerstejaarsstudenten. Hiervan maakten slechts acht studenten (8/38; 21,1%) een evolutie in positieve zin door. Daarbij kwam één tweede bachelorstudent (1/38; 2,6%) waarbij de stoornis pas later significant aanwezig bleek. Slechts één participant uit het eerste jaar (1/54; 2,6%) vertoonde een rhotacismus non sonans in finale positie. Deze student evolueerde in positieve zin. 35

36 CLUSTER Een rhotacismus non vibrans werd bij zes deelnemers uit het eerste bachelorjaar (6/38; 15,8%) geobserveerd. Vijf van hen (5/38; 13,2%) kenden een positieve evolutie. Daarentegen kwam bij één tweede bachelorstudent (1/38; 2,6%) een rhotacismus non vibrans pas in het tweede jaar aan het licht. Tabel 3: Productie van de tongpunt /r/ Rhotacismus non vibrans Aantal = 38 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie INITIEEL 10,5% (4/38) 10,5% (4/38) 0% (0/38) 2,6% (1/38) 2,6% (1/38) 0,180 MEDIAAL 13,2% (5/38) 10,5% (4/38) 2,6% (1/38) 5,3% (2/38) 7,9% (3/38) 0,414 FINAAL 92,1% (35/38) 21,1% (8/38) 71,1% (27/38) 2,6% (1/38) 73,7% (28/38) 0,020* CLUSTER 15,8% (6/38) 13,2% (5/38) Rhotacismus non sonans 2,6% (1/38) 2,6% (1/38) 5,3% (2/38) 0,120 Aantal = 38 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie INITIEEL 2,6% (1/38) 2,6% (1/38) FINAAL 2,6% (1/38) 2,6% (1/38) 0% (0/38) 0% (0/38) 0% (0/38) / 0% (0/38) 0% (0/38) 0% (0/38) / Positief (groen) = de studenten waarbij de stoornis niet langer opgemerkt wordt. Stagnatie (rood) = de studenten waarbij de stoornis aanwezig blijft. Negatief (rood) = de studenten waarbij de stoornis pas in het tweede bachelorjaar aan het licht komt. Bachelor 1 = positieve evolutie + stagnatie Bachelor 2 = stagnatie + negatieve evolutie 36

37 Huig /R/ INITIEEL In initiële positie vertoonden zes studenten uit het eerste jaar (6/16; 37,5%) een rhotacismus non vibrans. Hiervan maakten vijf studenten (5/16; 31,3%) een positieve evolutie door. Dit in tegenstelling tot één tweedejaarsstudent (1/16; 6,3%) waarbij de stoornis pas later optrad. Een rhotacismus non sonans werd bij één eerste bachelorstudent (1/16; 6,3%) geobserveerd die een positieve evolutie doormaakte. Tot slot trad de stoornis op bij twee studenten (2/54; 12,5%), tweede bachelor. MEDIAAL Acht eerstejaarsstudenten (8/16; 50%) vertoonden een rhotacismus non vibrans in mediale positie. Vijf van hen (5/16; 31,3%) evolueerden positief. Een rhotacismus non sonans in mediale positie werd bij één eerste bachelorstudent (1/16; 6,3%) geobserveerd die vervolgens een positieve evolutie doormaakte. FINAAL Bij het merendeel van de eerste bachelorstudenten (13/16; 81,3%) werd een rhotacismus non vibrans geregistreerd. Slechts twee van hen (2/16; 12,5%) vertoonden een positieve vooruitgang. Tot slot trad de stoornis op bij twee deelnemers in het tweede academiejaar (2/16; 12,5%). Een rhotacismus non sonans kwam voor bij twee studenten uit het eerste jaar (2/16; 12,5%). Beide studenten maakten een positieve evolutie door. Tot slot werd een rhotacismus non sonans bij één tweede bachelorstudent (1/16; 6,3%) opgemerkt. CLUSTERS Een rhotacismus non vibrans in clusters werd bij zeven deelnemers uit het eerste academiejaar (7/16; 43,8%) genoteerd. Slechts drie studenten (3/16; 18,8%) maakten een positieve evolutie mee. Hiertegenover staat één student (1/16; 6,3%) waarbij de stoornis pas in het tweede academiejaar aan het licht kwam en die een negatieve evolutie doormaakte. 37

38 Een rhotacismus non sonans trad op bij één eerstejaarsstudent (1/16; 6,3%). Deze vertoonde vervolgens een positieve evolutie. Tabel 4: Productie van de huig /R/ Rhotacismus non vibrans Aantal = 16 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie INITIEEL 37,5% (6/16) 31,25% (5/16) 6,25% (1/16) 6,25% (1/16) 12,5% (2/16) 0,160 MEDIAAL 50% (8/16) 31,25% (5/16) 18,8% (3/16) 0% (0/16) 18,8% (3/16) 0,050 FINAAL 81,3% (13/16) 12,5% (2/16) 68,75% (11/16) 12,5% (2/16) 81,3 (13/16) 0,607 CLUSTER 43,8% (7/16) 18,8% (3/16) 25% (4/16) 6,25% (1/16) 31,3 (5/16) 0,368 Rhotacismus non sonans Aantal = 16 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie INITIEEL 6,25% (1/16) MEDIAAL 6,25% (1/16) FINAAL 12,5% (2/16) CLUSTER 6,25% (1/16) 6,25% (1/16) 6,25% (1/16) 12,5% (2/16) 6,25% (1/16) 0% (0/16) 12,5% (2/16) 12,5% (2/16) 0,564 0% (0/16) 0% (0/16) 0% (0/16) / 0% (0/16) 6,25% (1/16) 6,25% (1/16) 0,564 0% (0/16) 0% (0/16) 0% (0/16) / Positief (groen) = de studenten waarbij de stoornis niet langer opgemerkt wordt. Stagnatie (rood) = de studenten waarbij de stoornis aanwezig blijft. Negatief (rood) = de studenten waarbij de stoornis pas in het tweede bachelorjaar aan het licht komt. Bachelor 1 = positieve evolutie + stagnatie Bachelor 2 = stagnatie + negatieve evolutie 38

39 Bilabiale klanken /p/ Vijf eerstejaarsstudenten (5/54; 9,3%) vertoonden een distorsie van de /p/. Alle studenten spraken deze klank onvoldoende plosief uit. Bij allen was er sprake van een positieve evolutie. Tabel 5: Bilabiale klanken Productie /p/ Aantal = 54 Bachelor 1 Positief Stagnatie Negatief Bachelor 2 Significantie Onvoldoende plosief 9,3% (5) 9,3% (5) 0% (0) 0% (0) 0% (0) / Positief (groen) = de studenten waarbij de stoornis niet langer opgemerkt wordt. Stagnatie (rood) = de studenten waarbij de stoornis aanwezig blijft. Negatief (rood) = de studenten waarbij de stoornis pas in het tweede bachelorjaar aan het licht komt. Bachelor 1 = positieve evolutie + stagnatie Bachelor 2 = stagnatie + negatieve evolutie Labiodentale klanken /v/ Articulatiestoornissen van de /v/ kwamen niet systematisch ( 20%) voor bij de 54 deelnemers, noch in het eerste, noch in het tweede bachelorjaar. Velaire klanken /k/ Bij de uitspraak van de /k/ werden eveneens geen persisterende stoornissen ( 20%) geregistreerd. 39

Vakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen

Vakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen Het effect van kortdurende, intensieve logopedische therapie op articulatie en resonantie bij patiënten met een lip-, kaak- en verhemeltespleet: een pilootstudie Kim Bettens Anke Luyten Andrew Hodges George

Nadere informatie

PATIËNTENINFO Dysartrie

PATIËNTENINFO Dysartrie PATIËNTENINFO Dysartrie LOGOPEDIE / AFASIOLOGIE Wat is dysartrie? Dysartrie is een verworven motorische spraakstoornis ten gevolge van een neurologische aandoening. We lichten de belangrijkste termen van

Nadere informatie

LOGOPEDISCHE PATHOLOGIE BIJ ORTHODONTISCHE PATIËNTEN

LOGOPEDISCHE PATHOLOGIE BIJ ORTHODONTISCHE PATIËNTEN LOGOPEDISCHE PATHOLOGIE BIJ ORTHODONTISCHE PATIËNTEN Laurence Becue, Master in de Logopedische en Audiologische wetenschappen (UGent) K.M. Van Lierde, A. Luyten, E. D haesleer, G. Van Maele, L. Becue,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44267 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Spierings, M.J. Title: The music of language : exploring grammar, prosody and

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP

Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Inleiding In 2010 is het Nederlandse Gebarencentrum een onderzoek gestart naar hulpwerkwoorden (auxilaries) binnen de Nederlandse Gebarentaal (NGT). In de Nederlandse

Nadere informatie

UITSPRAAKTRAINING BIJ JONGVOLWASSENEN COCO

UITSPRAAKTRAINING BIJ JONGVOLWASSENEN COCO UITSPRAAKTRAINING BIJ JONGVOLWASSENEN COCO I. Smits, A. Labaere: didactische implicaties W. Heeringa: technische uitwerking In samenwerking met VRT TAAL 1 UITSPRAAKTRAINING OP DE HOGESCHOOL Waarom? Voor

Nadere informatie

Verdere informatie over de EHBO- cursus

Verdere informatie over de EHBO- cursus Verdere informatie over de EHBO- cursus Inhoud: 1. Programma 2. Persoonlijke gegevens Invullen en terugsturen naar: melanie.vanduren@student.kuleuven.be 3. Informed consent Invullen en ondertekend terugsturen

Nadere informatie

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5 Pagina: 1 van 5 Het ondervragen van patiënten in het kader van een eindwerk voor het bekomen van een graad van bachelor of bachelor na bachelor komt neer op een prospectieve verzameling van gegevens met

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Introductie Dit proefschrift geeft het theoretische en experimentele werk weer rondom de auditieve en cognitieve mechanismen van het top-down herstel van gedegradeerde spraak. In het dagelijks

Nadere informatie

Informatiebrochure voor hulpverleners

Informatiebrochure voor hulpverleners Informatiebrochure voor hulpverleners Hoe ervaren vrouwelijke moslimpatiënten en hulpverleners de zorg in kraamafdelingen in het Vlaamse ziekenhuis? Een interviewstudie over de ethische aspecten van interculturele

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Sita Minke ter Title: Birds and babies : a comparison of the early development

Nadere informatie

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training op Existentiële Voldoening Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program on Existential Fulfillment Y. Ducaneaux-Teeuwen Eerste begeleider:

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER Erasmusprogramma Evaluatie Het Erasmusprogramma

Nadere informatie

PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT

PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT 1. OPSTELLEN OBSERVATIE-INSTRUMENT Stap 1 Voor het opstellen van het observatie-instrument hebben we in eerste instantie diverse bronnen

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Eén aspect van het leren van een taal is het leren omgaan met de spraakklanken die in die taal voorkomen. Een algemeen probleem in de spraakwaarneming is het feit dat meerdere realisaties

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Openbare Masterproefverdediging

Openbare Masterproefverdediging FACULTEIT GENEESKUNDE LOGOPEDISCHE EN AUDIOLOGISCHE WETENSCHAPPEN HERESTRAAT 49 / 721 BE-3000 LEUVEN Openbare Masterproefverdediging Logopedische en Audiologische Wetenschappen - juni 2013 - INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek

Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek A Doel De doelstelling van deze procedure is het waarborgen van een standaardverloop bij aanvragen tot het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

1. ONDERZOEK. Voorwaarden bij onderzoek:

1. ONDERZOEK. Voorwaarden bij onderzoek: Charter voor onderzoek en behandeling van spraak-, taal- en communicatieproblemen bij de ziekte van Huntington Versie voor zorgmedewerkers, mantelzorgers en patiënten 1. ONDERZOEK Voorwaarden bij onderzoek:

Nadere informatie

Doelstelling en protocol

Doelstelling en protocol STUDIE OVER DE INVLOED VAN CURREX SOLES OP DE VOETBELASTING EN OP SPRONGTESTEN BIJ VOLLEYBALLERS Door Sportmedisch Testcenter RUNNING AND MORE Uit enquêtes bij onze huidige gebruikers van de Currex-zolen

Nadere informatie

Spreekvaardigheidstraining met behulp van Automatische Spraak-Herkenning (ASH)

Spreekvaardigheidstraining met behulp van Automatische Spraak-Herkenning (ASH) Spreekvaardigheidstraining met behulp van Automatische Spraak-Herkenning (ASH) Helmer Strik Afdeling Taalwetenschap Centre for Language and Speech Technology (CLST) Radboud Universiteit Nijmegen Overview

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Testplan Module 12: Bachelor assignment ( )

Testplan Module 12: Bachelor assignment ( ) Testplan Module 12: Bachelor assignment (201500466) BSc Chemical Engineering, academic year: 2017-2018 Module information Module examiners Module parts EC Gardeniers, Bouwmeester, Betlem, Huskens, Brilman,

Nadere informatie

PATIËNTENPARTICIPATIECULTUUR OP MICRONIVEAU IN ALGEMENE EN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN

PATIËNTENPARTICIPATIECULTUUR OP MICRONIVEAU IN ALGEMENE EN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN 23 JANUARI 2020 PATIËNTENPARTICIPATIECULTUUR OP MICRONIVEAU IN ALGEMENE EN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN Presentatie: belang van het thema in het kader van: Het P4Pprogramma Het derde meerjarige programma

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Evaluatie stagemeester industriestage

Evaluatie stagemeester industriestage Evaluatie stagemeester industriestage 2016-2017 Naam stagemeester & stageplaats: Naam student: Datum: Beste stagemeester Rond deze tijd, na ongeveer 3 maand stage, willen wij graag de stagiair feedback

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Van Waelvelde, De Roubaix A, Steppe L, et al. (2017) Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties.

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 STUDIE NAAR DE RELEVANTIE VAN MISSION STATEMENTS IN VLAAMSE

Nadere informatie

Het vormen van een eerste indruk en vertrouwen in virtuele project teams (2)

Het vormen van een eerste indruk en vertrouwen in virtuele project teams (2) Het vormen van een eerste indruk en vertrouwen in virtuele project teams (2) Ellen Rusman 18 februari 2008 m.m.v. Prof. Dr. M. Valcke Gastcollege Praxis, Pedagogische wetenschappen Universiteit Gent Probleemstelling

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1 TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1 Tijdsperspectief en Geluk gedurende de Levensloop Time perspective and Happiness across the Lifespan L.K. Welp Open Universiteit Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen. Even voorstellen.. Inhoudsopgave. Introductie. Doel onderzoek.

Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen. Even voorstellen.. Inhoudsopgave. Introductie. Doel onderzoek. Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen Even voorstellen.. Marouska van Ommen Promotie-onderzoek tijdens studie Geneeskunde Onderzoek bij afdelingen Neurologie en Psychiatrie, UMC Groningen

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Inhoud. Woord Vooraf 13. De normale stem 15

Inhoud. Woord Vooraf 13. De normale stem 15 Inhoud Woord Vooraf 13 Hoofdstuk 1 De normale stem 15 1. Anatomie en fysiologie 15 Macroscopische anatomie van de larynx 15 Het larynxskelet 15 De larynxmembranen 15 De larynxspieren 19 De innervatie van

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Kun je met statistiek werkelijk alles bewijzen?

Kun je met statistiek werkelijk alles bewijzen? Kun je met statistiek werkelijk alles bewijzen? Geert Verbeke Biostatistisch Centrum, K.U.Leuven International Institute for Biostatistics and statistical Bioinformatics geert.verbeke@med.kuleuven.be http://perswww.kuleuven.be/geert

Nadere informatie

Opleiding Master in de Fysica en Sterrenkunde. Procedure voor de evaluatie van de masterproef

Opleiding Master in de Fysica en Sterrenkunde. Procedure voor de evaluatie van de masterproef Opleidingsraad van 5/3/2013. Opleiding Master in de Fysica en Sterrenkunde Procedure voor de evaluatie van de masterproef De evaluatieprocedure is in voege vanaf academiejaar 2013-14. Voor het academiejaar

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

Uitgangsvragen en aanbevelingen

Uitgangsvragen en aanbevelingen Uitgangsvragen en aanbevelingen behorende bij de richtlijn Diagnostiek en Behandeling van afasie bij volwassenen. De aanbevelingen dienen te worden gelezen in relatie tot de tekst in de desbetreffende

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

EEN VIRTUELE LEERMODULE TER

EEN VIRTUELE LEERMODULE TER EEN VIRTUELE LEERMODULE TER VERBETERING VAN DE KENNIS EN VROEGTIJDIGE DETECTIE VAN DELIRIUM DOOR VERPLEEGKUNDIGEN Detroyer Elke 1 e Vlaamse Onderzoeksdag 1 april 2011 Week van verpleegkundigen en vroedvrouwen

Nadere informatie

University of Groningen. Direct and indirect speech in aphasia Groenewold, Rimke

University of Groningen. Direct and indirect speech in aphasia Groenewold, Rimke University of Groningen Direct and indirect speech in aphasia Groenewold, Rimke IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Model informatiebrief medisch onderwijsonderzoek Met voorbeeldpassages versie juli 2017

Model informatiebrief medisch onderwijsonderzoek Met voorbeeldpassages versie juli 2017 Model informatiebrief medisch onderwijsonderzoek Met voorbeeldpassages versie juli 2017 De brief kan voor studenten op HBO/WO niveau geschreven worden omdat de doelgroep in onderwijsonderzoek meestal studenten

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten Dienst Orthopedie : Universitair Ziekenhuis Gent pagina 1 van 6 Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: Unicompartimentele Knieprothesen > 10 jaar follow-up. 2 Doel van

Nadere informatie

RvC-verslagen geven weinig inzicht

RvC-verslagen geven weinig inzicht RvC-verslagen geven weinig inzicht Erasmus Universiteit Rotterdam September 2010 Dr. Mijntje Lückerath-Rovers Drs. Margot Scheltema contact: luckerath@frg.eur.nl Het onderzoek Ondernemingen : Van 60 ondernemingen

Nadere informatie

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling SCHEMA AFASIE Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 4 Wat is voor

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

Masterproef Inhoud en Evaluatie

Masterproef Inhoud en Evaluatie Masterproef Inhoud en Evaluatie Inhoudstafel 1. De masterproef en haar onderwerp 2. Goedkeuring van het onderwerp 3. Het vak Master s Thesis 4. Output van de Master s Thesis 5. Evaluatoren en evaluatie

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015

EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015 EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015 dr. Kaatje Van Roy en prof. dr. Sara Willems Februari 2016 In opdracht van

Nadere informatie

Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012

Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012 TGO TOEGEPAST GEZONDHEIDS ONDERZOEK Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012 dr. Roel Bakker dr. G.J. Dijkstra TGO A. Deusinglaan 1, Gebouw 3217 Postbus 58285 9713 AV Groningen (050) 3632857

Nadere informatie

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014 Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Samenvatting. Synchronisatie met fractal ritmes: Complexiteit matching bij statistische structuur

Samenvatting. Synchronisatie met fractal ritmes: Complexiteit matching bij statistische structuur Samenvatting Synchronisatie met fractal ritmes: Complexiteit matching bij statistische structuur De uitvoering van dagelijkse fysieke activiteiten is sterk variabel. Deze variabiliteit kan worden beschreven

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie

Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie informatie voor gezonde proefpersonen en patïenten INLEIDING 3 KLINISCHE STUDIES: EEN INLEIDING 4 De ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel

Nadere informatie

GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT BIJ SCHISISPATIËNTEN: ONTWIKKELING EN VALIDATIE VAN DE NEDERLANDSTALIGE VELO-

GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT BIJ SCHISISPATIËNTEN: ONTWIKKELING EN VALIDATIE VAN DE NEDERLANDSTALIGE VELO- VAKGROEP SPRAAK-, TAAL- EN GEHOORWETENSCHAPPEN GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT BIJ SCHISISPATIËNTEN: ONTWIKKELING EN VALIDATIE VAN DE NEDERLANDSTALIGE VELO- VRAGENLIJST Laura Bruneel, Hannah Keppler,

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Non Diffuse Point Based Global Illumination

Non Diffuse Point Based Global Illumination Non Diffuse Point Based Global Illumination Karsten Daemen Thesis voorgedragen tot het behalen van de graad van Master of Science in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Promotor: Prof. dr.

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Masterproef oktober 2009

Masterproef oktober 2009 Masterproef 1 29 oktober 2009 Wat is een masterproef? Beslaat +/- 50 blz (15000 woorden) Volgt de structuur van een wetenschappelijk artikel (onderzoek of literatuurstudie) Volgt de APA richtlijnen Deontologie

Nadere informatie

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U. NVFO 2009 Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.Leuven V. Foulon, S. Simoens, G. Laekeman en P.

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie