HANDICAP EN ARBEID. Overzicht van de ontwikkelingen. Erik Samoy. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Departement Werk en Sociale Economie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDICAP EN ARBEID. Overzicht van de ontwikkelingen. Erik Samoy. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Departement Werk en Sociale Economie"

Transcriptie

1 1 HANDICAP EN ARBEID Overzicht van de ontwikkelingen Erik Samoy Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Werk en Sociale Economie Update december 2006

2 2 Handicap en Arbeid 1 Inleiding 3 1. De arbeidsdeelname van mensen met een handicap Omschrijving van het begrip arbeidshandicap Gehandicapten in de bevolking op werkzame leeftijd Focus op de arbeidsgehandicapten Het arbeidsmarktbeleid ten aanzien van mensen met een handicap Regulerende sturing Compenserende sturing Revalidatie Arbeidstrajectbegeleiding Assessment in de verschillende stadia van een traject naar de arbeidsmarkt Beroepsopleidingen Loonkostensubsidies Aanpassingen van de arbeidspost en arbeidsgereedschap Terugbetaling reiskosten Vervangende sturing Besluit 84 2

3 3 Inleiding In dit document wordt actuele informatie bijeengebracht over de situatie van mensen met een handicap op de arbeidsmarkt (punt 1) en over het beleid dat in dit verband wordt gevoerd (punt 2). De laatste jaren zijn de resultaten van meerdere enquêtes beschikbaar gekomen die toelaten om een redelijk goed beeld te schetsen van het voorkomen van handicaps bij de bevolking op werkzame leeftijd en van hun deelname aan het arbeidsproces. De VDAB-statistieken over arbeidsgehandicapten leveren een actueel beeld op van de werkzoekende gehandicapten in Vlaanderen. Over werkende personen met een handicap hebben we maar partiële informatie. De bespreking van het arbeidsmarktbeleid is beperkt tot het actief beleid. Het passief beleid (in hoofdzaak uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid en werkloosheidsvergoedingen) wordt in deze nota slechts in de marge behandeld. Het actief beleid ten aanzien van arbeidsgehandicapten is vooral een Vlaamse aangelegenheid, met als objectief het wegwerken van de achterstand inzake arbeidsparticipatie, in het kader van een globale verhoging van de werkzaamheidgraad (cf. de doelstellingen van het Pact van Vilvoorde). Op Federaal vlak is er de wet ter bestrijding van discriminatie die belangrijk kan worden. Ook Vlaanderen heeft een antidiscriminatie regeling, die aansluit bij het beleid van gelijke behandeling en waarderen van diversiteit. De traditionele maatregelen zoals revalidatie, assessment en screening, trajectbegeleiding en beroepsopleiding hebben heel wat ontwikkelingen doorgemaakt, evenals de loonkostensubsidieregelingen. En het sluitstuk van het beleid, de beschutte tewerkstelling blijft een belangrijke plaats innemen. In een kort besluit worden enkele grote lijnen aangegeven. In de bijlagen vindt de lezer een overzicht van de uitgaven voor de diverse vormen van bijstand van het Vlaams Fonds en het aantal personen die ermee bereikt werden, evenals enkele deelstudies. 3

4 4 1. De arbeidsdeelname van mensen met een handicap Er is de laatste jaren veel goede informatie over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap beschikbaar gekomen, maar toch blijven de gegevens soms moeilijk te interpreteren en te vergelijken. Dit heeft voor een deel te maken met problemen inzake de definitie van handicaps en de operationalisering ervan. 1.1 Omschrijving van het begrip arbeidshandicap Het begrip arbeidshandicap kan worden omschreven als : "elk langdurig en belangrijk probleem van deelname aan het arbeidsleven dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren." 1 Mensen met een arbeidshandicap zijn dus mensen met functiestoornissen (van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard) en/of beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten, voor wie er langdurige en belangrijke problemen zijn inzake deelname aan het arbeidsleven, die mede bepaald worden door persoonlijke en externe factoren. Deelname aan het arbeidsleven omvat het verwerven en behouden van een arbeidsplaats of er vooruitgang maken. Dit betekent dat de doelgroep arbeidsgehandicapten enkel het segment A uit het volgende schema omvat. 1 Deze omschrijving is gebaseerd op de definitie van handicap in het Decreet van 7 mei 2004 ter oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (Belgisch Staatsblad van , pag e.v.) Art.2,2 : handicap : elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren. Deze definitie verwijst naar het model dat aan de basis ligt van de ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health) opgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie in De handicap is het resultaat, op het domein van maatschappelijke participatie (in casu arbeid) van het samenspel tussen functiestoornissen (bv. in de mobiliteit van de gewrichten), beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten (bv. het handhaven van een staande houding), persoonlijk factoren (bv. aanvaarding van de aandoening, compenserende persoonlijke vaardigheden) en externe factoren (de fysieke en sociale omgeving). De aanwezigheid van een mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke functiestoornis is een noodzakelijke voorwaarde opdat een handicapsituatie zou ontstaan, maar die handicapsituatie of anders gezegd, het participatieprobleem, is het resultaat van het samenspel van meerdere factoren.. 4

5 5 Functiestoornissen - activiteitsbeperkingen Geen Functiestoornissen - activiteitsbeperkingen Langdurig en belangrijk participatieprobleem inzake arbeid A C Geen langdurig en belangrijk participatieprobleem inzake arbeid B D Een theoretische definitie moet operationeel worden gemaakt opdat men zou weten welke personen eraan beantwoorden. Dit gebeurt op verschillende manieren. Een heel pak prestaties (gespecialiseerde beroepsopleiding - beschutte tewerkstelling - loonsubsidies - aanpassingen arbeidspost) worden tot op vandaag toegekend aan personen die ingeschreven zijn in het Vlaams Agentschap voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, op grond van 'nood aan bijstand op het domein van arbeidsintegratie'. De criteria hiervoor zijn vervat in de definitie van handicap van het Vlaams Agentschap en de procedure is eveneens vastgelegd in het decreet (beslissing van een Provinciale Evaluatiecommissie op basis van een door een externe dienst opgemaakt multidisciplinair verslag). Sinds april 2006 staat de VDAB in voor de uitvoering van de prestaties (voor sommige zoals loonkostensubsidies als actor voor andere zoals gespecialiseerde opleidingen als regisseur) maar de toegang blijft afhangen van een 'erkenning' op basis van de criteria en de procedure van het Vlaams Agentschap. Deze operationalisering van 'arbeidsgehandicapten' blijft dus belangrijk ook al zou de procedure kunnen wijzigen. Iemand kan echter ook op grond van andere criteria en/of procedures tot de groep arbeidsgehandicapten worden gerekend. De statistieken tonen aan dat veel mensen die tijdens hun schoolloopbaan naar het buitengewoon onderwijs werden verwezen (officieel gebeurt dit op basis van 'types handicap') een moeilijke intrede maken op de arbeidsmarkt en het ook nadien moeilijk blijven hebben. Voor bepaalde maatregelen kan men dus een Buitengewoon-Onderwijs verleden (op secundair niveau : BuSO) aannemen als operationalisering van het begrip arbeidsgehandicapten. 5

6 6 Een aantal werkzoekenden staan bij de VDAB aangemerkt als 'gedeeltelijk' of 'zeer beperkt' geschikt voor de arbeidsmarkt, op basis van medische antecedenten en bevindingen bij de plaatsing door de arbeidsbemiddelaars-trajectbegeleiders. Niet alle redenen om iemand als zodanig aan te merken zijn evident terug te voeren op gezondheidsproblemen of handicaps, maar een groot deel zijn dit wel en dan gaat het om arbeidsgehandicapten. In het geval iemand geïdentificeerd wordt als arbeidsgehandicapte op basis van een inschrijving in het Vlaams Agentschap, een BuSO schoolverleden of gedeeltelijk / zeer beperkt geschikt, is er een toetsing geweest van beide criteria om tot arbeidsgehandicapten gerekend te mogen worden (functiestoornissenactiviteitsbeperkingen én langdurige en belangrijke participatieproblemen inzake arbeid) door daartoe bevoegde Vlaamse instanties (Vlaams Agentschap - Centra voor Leerlingenbegeleiding / BuSO-School - VDAB). Er zijn nog andere officiële instanties die 'toetsen' op handicap en op 'arbeidsongeschiktheid'. Dit is het geval in de ziekte- en invaliditeitsverzekering, de arbeidsongevallenverzekering, de beroepsziekteverzekering en het stelsel van de inkomensvervangende tegemoetkoming voor gehandicapten. Ook deze toetsingen kunnen gezien worden als 'evidentie' voor het bestaan van een arbeidshandicap. Tenslotte zijn er 'zelfdefinities' zoals in de Gezondheidsenquête, de Socioeconomische enquête en de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) van het NIS. In deze enquêtes kunnen mensen aangeven dat ze gezondheidsproblemen hebben en daardoor moeilijkheden ervaren, zij het in hun dagelijks leven, zij het inzake arbeid (dit laatste expliciet in de EAK, onrechtstreeks in de andere enquêtes). De vragen die in de enquêtes worden gesteld kunnen, voor bepaalde doeleinden zoals het toetsen of evenredige participatie wordt bereikt, aanvaard worden als een operationalisering van het begrip arbeidshandicap. Er kan dus wel één theoretische definitie van arbeidshandicap worden gegeven, maar er zijn meerdere mogelijkheden tot operationalisering die alle, naargelang de context waarin ze gehanteerd worden en het doel dat men beoogt, als legitiem kunnen worden aanvaard. Wil de overheid maatregelen nemen ten voordele van arbeidsgehandicapten dan moet ze die mensen kunnen identificeren en het aantal personen in kaart krijgen. Om dit identificatieproces te beschrijven gaan we in twee stappen tewerk. Eerst proberen we te bepalen hoeveel mensen op werkzame leeftijd beperkingen 6

7 7 ervaren als gevolg van gezondheidsproblemen (die beperkingen hoeven zich niet noodzakelijk voor te doen op het domein van arbeid) en we gaan na welke hun situatie is op de arbeidsmarkt (punt 1.2). Binnen die groep 'gehandicapten' gaan we daarna op zoek naar deelgroepen van werkzoekenden en werkenden die duidelijk tot de groep 'arbeidsgehandicapten' behoren (punt 1.3). 7

8 Gehandicapten in de bevolking op werkzame leeftijd De op het eerste zicht eenvoudige vraag 'Hoeveel mensen met een handicap zijn er' blijkt niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Er bestaat immers niet één register waarin alle 'gehandicapten' ingeschreven zijn. Voor algemene cijfers moeten we dan ook een beroep doen op enquêtegegevens. We presenteren hierna de resultaten van verschillende enquêtes die soms gehouden werden bij de volledige bevolking (=alle leeftijden) en soms bij een deel ervan. Gezien de thematiek van deze nota - arbeid - geven we enkel resultaten voor wat de 'werkzame bevolking' wordt genoemd. Sinds het begin van de jaren negentig wordt een panel van huishoudens jaarlijks bevraagd in de 'Panel Studie Belgische Huishoudens' (PSBH). In 2002 is deze enquête stopgezet. We maken gebruik van de gegevens voor de jaren 1998 en Aangezien er in de vragenlijst een vraag is opgenomen over handicaps - chronische ziektes, kan de PSBH ons wat leren over het voorkomen van handicaps. Er zijn ook al drie Gezondheidsenquêtes gehouden (in 1997, 2001 en 2004) die eveneens vragen over handicaps en chronische ziektes bevatten. Daarnaast is er de jaarlijkse survey in opdracht van de Vlaamse Regering (APSsurvey) die vanaf 2002 vragen over handicaps en chronische ziektes bevat en er is de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) van het Nationaal Instituut voor de Statistiek, waar in 2002 ook dergelijke vragen zijn gesteld (zie Samoy 2001; Samoy 2003a; Samoy 2003b; Samoy 2004, Devisch & Samoy 2003). In 2002 werd gestart met de 'European Social Survey' (ESS), die eveneens een vraag over handicaps bevat. De meest omvangrijke enquête waaruit we gegevens kunnen putten is de Socio-economische enquête uit 2001 (SEE2001, zie Samoy 2005). Om de resultaten van enquêtes juist te interpreteren is het van belang om de vraagformulering te kennen. We zetten de diverse vragen in de enquêtes op een rij. 8

9 9 PSBH-1998 en PSBH-2000 Hebt U een chronisch gezondheidsprobleem (fysisch of psychisch), een ziekte of een handicap? Ja - Neen. Wordt U erdoor gehinderd in uw dagelijkse activiteiten? Ja, ernstig - Ja, enigermate - Neen. Gezondheidsenquête 1997, 2001 en 2004 Heeft U last van één of meerdere langdurige ziekten, langdurige aandoeningen of handicaps? Ja - Neen. Is U vanwege deze ziekte(n), aandoening(en) of handicap(s) belemmerd in uw dagelijkse bezigheden? Voortdurend / Af en toe / Niet of zelden Is U als gevolg van deze ziekte(n), aandoening(en) of handicap(s) bedlegerig? Voortdurend / Af en toe / Niet of zelden. SEE2001 Hebt u last van één of meerdere langdurige ziekten, langdurige aandoeningen of handicaps? Ja - Nee. Indien JA, bent u door deze ziekten, aandoeningen of handicaps belemmerd in uw dagelijkse bezigheden? Voortdurend / Af en toe / Niet of zelden. Indien JA, bent u bedlegerig vanwege deze ziekten, aandoeningen of handicaps? Voortdurend / Af en toe / Niet of zelden. APS-survey 2002 en volgende Heeft U last van één of meerdere langdurige ziekte(n), langdurige aandoening(en) of handicap(s)? Ja - Neen. Is U vanwege deze ziekte(n), aandoening(en) of handicap(s) voortdurend, af en toe of zelden of niet belemmerd in uw dagelijkse bezigheden? Voortdurend - Af en Toe -Zelden of Niet. EAK 2002 Hebt u een handicap of lijdt u aan een langdurig gezondheidsprobleem? Ja - Neen. ESS 2002 Wordt u op de een of andere manier in uw dagelijkse activiteiten beperkt (gehinderd in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten) door een langdurige ziekte of door een handicap, of door een lichamelijke of geestelijke aandoening? Ja, erg - Ja, in zekere mate - Nee. De vraagformulering in de verschillende enquêtes is weliswaar niet identiek maar toch voldoende gelijklopend om onderlinge vergelijking van de resultaten toe te laten. In alle enquêtes wordt zowel gepeild naar het voorkomen van handicaps als van langdurige gezondheidsaandoeningen. Het onderscheid tussen beide kan niet worden gemaakt aangezien de twee termen in dezelfde vraag voorkomen. De notie 'langdurigheid' zit in het begrip handicap zelf vervat, en voor de ziektes wordt er steeds gevraagd naar langdurige of chronische ziektes (of aandoeningen of gezondheidsproblemen). Kortstondige ziektes of ziektes waarvan de 9

10 10 respondent verwacht dat ze niet lang zullen duren zouden dus niet vermeld mogen worden. Door de vraagformulering is een breed net uitgeworpen maar in alle enquêtes is het mogelijk om de 'vangst' te reduceren door vervolgvragen waarin gepeild wordt naar de mate waarin ziektes en handicaps gevolgen hebben op het leven. In de PSBH, de Gezondheidsenquête en de APS-survey is gevraagd of er hinder is of belemmeringen in het dagelijkse leven en in de gezondheidsenquêtes en de SEE2001 kan men ook nog de bedlegerigheid in aanmerking nemen. In de EAK kan men op basis van meerdere vragen (die hierboven niet vermeld zijn) nagaan of er beperkingen zijn inzake de deelname aan het arbeidsleven. De vervolgvragen laten dus toe om binnen de groep personen die verklaren dat ze een handicap of een langdurige ziekte hebben, een deelgroep te onderscheiden met personen die er ook last van hebben, in het dagelijkse leven of in hun arbeidsleven. In de ESS zit de vraag naar het voorkomen van handicaps, ziekten of aandoeningen en de beperkingen in één vraag vervat. Wanneer we het hebben over 'arbeidsgehandicapten' dan is vereist dat de gezondheidsbeperkingen samengaan met beperkingen in het functioneren in de arbeidswereld. Enkel in de EAK is dit goed direct meten. Maar alle andere enquêtes laten wel toe om na te gaan of handicaps en langdurige gezondheidsproblemen voorkomen en welke de invloed is op het dagelijks functioneren. We geven hieronder de cijfers en duiden tevens aan wie beperkingen in het dagelijks leven ondervindt of in de arbeidswereld (enkel EAK). Tabel 1 : Resultaten van diverse enquêtes (gegevens voor het Vlaams Gewest) Enquête leeftijd % met handicap of % met beperkingen langdurige ziekte PSBH PSBH Gezondheidsenquête Gezondheidsenquête Gezondheidsenquête SEE APS-survey EAK ESS

11 11 Tabel 2 : Werkzaamheidsgraad van mensen met beperkingen (Vlaams Gewest) survey totale allen met lichte ernstige populatie beperkingen beperkingen beperkingen EAK PSBH PSBH SEE Er is nogal wat variatie in de vastgestelde percentages, maar zo verwonderlijk is dat niet. Het gaat tenslotte om diverse soorten surveys, bij andere populaties en in verschillende jaren. De omvangrijkste enquête, de SEE2001 met respondenten tussen 15 en 64 jaar, levert de meest betrouwbare cijfers op (16% %). De PSBH, de Gezondheidsenquête, de APS-survey en de SEE2001 laten toe na te gaan hoe het gesteld is met de arbeidsdeelname van mensen die door hun handicap of een langdurig gezondheidsprobleem beperkingen in hun dagelijks leven ervaren. Bovendien kan er, zij het niet steeds op dezelfde manier, rekening worden gehouden met de ernst van de beperkingen. De volgende tabel vat de bevindingen samen. Ter vergelijking nemen we ook de resultaten op van de EAK- 2002, maar hiervoor kan het onderscheid naar ernst van de beperkingen niet op dezelfde manier worden gemaakt. Gezondheidsurvey 1997 Gezondheidsurvey 2001 Gezondheidsurvey APS ESS Gemiddeld, over alle surveys heen, is de werkzaamheidsgraad van mensen met beperkingen (handicaps - langdurige ziekten) 22% lager dan in de totale bevolking op werkzame leeftijd. Bij lichte beperkingen is dit verschil gemiddeld maar 14% maar bij ernstige beperkingen is het verschil gemiddeld bijna 40%. 11

12 12 We werken een en ander meer in detail uit op basis van de Socio-Economische enquête 2001, omdat deze veruit de omvangrijkste enquête is die ooit gehouden werd (zie Samoy, 2005). In de bevolking op arbeidsleeftijd geeft 16% van de respondenten aan last te hebben van één of meerdere langdurige ziekten, langdurige aandoeningen of handicaps, 12.3% geeft aan dat ze daardoor voortdurend of 'af en toe' belemmerd te worden in hun dagelijkse bezigheden. 2. Op grond van de intensiteit van de belemmering (voortdurend - af en toe) kan een opdeling worden gemaakt tussen mensen met zware functiebeperkingen (4.5% of ongeveer personen) of lichte (7.8% of ongeveer personen). Zij die aangeven dat ze 'niet of zelden' belemmerd zijn of op de vraag naar de ernst van de belemmering geen antwoord gaven (samen 3.7%) beschouwen we in het vervolg van de analyse niet als mensen met functiebeperkingen. In absolute cijfers staat de 12.3% voor ongeveer mensen met functiebeperkingen (Vlaanderen jaar). Door de vraagformulering zijn twee groepen samen genomen die ook onderscheiden kunnen worden, hoewel dit niet eenvoudig is. Enerzijds zijn er de mensen met langdurige ziekten of aandoeningen, anderzijds mensen met een handicap. Als men de vraag in twee delen zou opsplitsen dan zouden mensen met bv. een mobiliteitshandicap ook nog wel kunnen aangeven dat ze een ziekte of aandoening hebben, maar dit is niet vanzelfsprekend (bv. wanneer de oorzaak van hun handicap een ongeval is, en ze voor de rest niet 'ziek' zijn). Op basis van de vraag naar de algemene gezondheidstoestand kan er wel een opdeling worden gemaakt. Bij de mensen met functiebeperkingen zijn er 24% die hun algemene gezondheidstoestand als slecht of zeer slecht omschrijven, drie vierde (76%) zegt dat hun gezondheidstoestand redelijk tot zeer goed is. Deze laatste groep zouden we in enge zin als 'gehandicapt' kunnen omschrijven, de anderen zijn dan ofwel chronisch zieken of mensen met een handicap (in enge zin) die ook acuut of chronisch ziek zijn. Ter vergelijking, in de groep zonder functiebeperkingen 2 De berekeningen zijn niet op de totale enquête gebeurd maar op een steekproef die 10% van de huishoudens omvat. Onze analyses hebben betrekking op de personen in die huishoudens. Cijfers over het geheel van de socio-economische enquête laten toe de representativiteit te toetsen op het punt van 'voorkomen van functiebeperkingen'. In de hele populatie geeft eveneens 16% aan dat ze last hebben van en 12.3% wordt 'voortdurend of 'af en toe' belemmerd. De non-respons op die vraag bedroeg in Vlaanderen slechts 6.3% (15-64 jaar). De absolute cijfers in de tekst zijn vrijwel allemaal veralgemeningen op basis van de 10% steekproef (N uit de steekproef x 10). Ze zijn dus niet exact en bovendien afgerond omdat we enkel een grootte-orde willen aangeven. 12

13 13 omschrijft slechts 0.3% zijn gezondheidstoestand als slecht tot zeer slecht. Aangezien we geen sluitend onderscheid kunnen maken zal de analyse steeds betrekking hebben op de volledige groep. De werkzaamheidsgraad Het aantal werkenden in de bevolking op arbeidsleeftijd bedraagt 64.1%. 'Werkend' zijn diegenen die in de enquête gezegd hebben dat ze een job hebben (met eender welk statuut, leerjongen/leermeisje inbegrepen, zelfs al wordt de betrekking tijdelijk niet uitgeoefend wegens ziekte, verlof, loopbaanonderbreking, tijdelijke werkloosheid, enz.). Tabel 3: De bevolking op arbeidsleeftijd (15-64) naar statuut en functiebeperkingen (VL- SEE2001) Statuut Met functiebeperkingen (FB) Zonder FB Zwaar Licht Totaal Student Werkend Werkzoekend Inactief Totaal % Totaal (N)* * De totalen zijn afgerond op de duizendtallen. Het zijn schattingen waarbij ervan uitgegaan wordt dat het voorkomen van functiebeperkingen bij de non-respons gelijk is aan het voorkomen bij de respons. Uit een analyse van de non-respons, die in de steekproef 7.2% bedraagt bij de bevolking op arbeidsleeftijd, blijkt dat er in vergelijking met de respons 5% meer vrouwen zijn, 10% meer 50- plussers en 15% meer met een lage opleiding. Op basis daarvan verwachten we bij de non-respons meer personen met een functiebeperking dan bij de respons. Onze hypothese van geen verschil is een conservatieve schatting. De werkzaamheidsgraad bij mensen met functiebeperkingen (ongeacht de intensiteit) ligt bijna 30% lager dan bij mensen zonder functiebeperkingen. Bij mensen met lichte beperkingen is dit verschil slechts 20%, maar bij mensen met zware beperkingen loopt het op tot 44%. In die laatste groep is slechts één persoon op de vier aan het werk. De tegenhanger van de lage werkzaamheidsgraad bij mensen met functiebeperkingen is de hoge graad van inactiviteit. Bij de gehele groep met functiebeperkingen is de helft niet actief en in het geval van zware beperkingen is zelfs twee derde inactief. Het percentage werkzoekenden is maar iets hoger bij mensen met functiebeperkingen dan bij mensen zonder, maar het percentage dat (nog) studeert is wel een heel stuk lager. Dit laatste is ongetwijfeld vooral een gevolg van de verschillende leeftijdsverdeling tussen beide groepen 13

14 14 (zie verder). Het verschillend patroon in de verdeling over de statuten op verschillende leeftijden blijkt duidelijk uit de twee volgende grafieken : de eerste voor mensen met functiebeperkingen, de tweede voor de hele bevolking op arbeidsleeftijd. Het onderste vlak in de grafiek zijn de studerenden, daarbovenop komen de werkenden, nog eens daarop een smalle strook werkzoekenden en tenslotte wordt het kader opgevuld met de inactieven. Op elke leeftijd is de som van de percentages voor elk van de vier statuten gelijk aan 100%. Grafiek 1 : Personen met functiebeperkingen naar statuut 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Grafiek 2 : De bevolking op arbeidsleeftijd naar statuut 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

15 15 De situatie kan ook als volgt worden beschreven : Grafiek 4 brengt dit in beeld Werk en Handicap (SEE2001) 100% 90% 80% 70% 60% Werkend-geh Tabel 4 :Tewerkstelling van personen met een handicap naar leeftijd (SEE2001, Vlaanderen) Leeftijd Werkende nietgehandicapten Werkende Niet-werkende Niet-werkende Tot. gehandicapten gehandicapten niet gehandicapten Tot. (15-64) Niet-werkend-Nietgeh 50% 40% Werkend-Niet-geh Niet-werkend-geh 30% 20% 10% 0% De grafiek toont hoe de middenste zone waarin zich alle personen met een handicap bevinden - breder wordt op hogere leeftijden. De afstand tussen de twee lijnen die de ruimte begrenzen is slechts 5% à 6% op de leeftijd tussen 20 en 30 jaar, maar ze bereikt meer dan 20% op 55 jaar en meer. Dit illustreert het bekende gegeven dat er op hogere leeftijden meer personen met een handicap zijn. Wat ons hier bijzonder aanbelangt is de positie van de middenste lijn die de werkenden 15

16 16 van de niet-werkenden scheidt. Die lijn loopt min of meer in het midden van de 'gehandicapten'-zone tot op de leeftijd van 50 jaar maar buigt dan sterk naar beneden. Vanaf de leeftijd van 50 jaar zijn er dus veel meer mensen met een handicap, maar er zijn er nog maar heel weinig aan het werk. Deze trend is niet beperkt tot mensen met een handicap want ook het aantal werkenden in de globale bevolking van boven de vijftig neemt sterk af. In het algemeen hangt de werkzaamheidsgraad samen met meerdere factoren, waaronder sekse leeftijd en opleidingsniveau. Dit blijkt uit de volgende cijfers voor de volledige bevolking op arbeidsleeftijd in de steekproef (situatie in 2001). De werkzaamheidsgraad bij mannen is 72.1%, bij vrouwen 55.9%. Bij jarigen is de werkzaamheidsgraad dubbel zo hoog als die bij jaringen (81.9% versus 40.6%). De werkzaamheidsgraad bij laaggeschoolden (hoogstens lager secundair) is veel geringer dan bij hoger geschoolden (47.7% versus 75.9%). Maar die factoren staan ook in relatie tot het voorkomen van functiebeperkingen. Bij de mannen heeft 12.0% functiebeperkingen, bij de vrouwen is dit 12.6%. Bij de jarigen heeft 9.2% functiebeperkingen, bij de jarigen is dit 22.4%. Bij mensen met een laag opleidingsniveau (hoogstens lager secundair) zijn er vrijwel dubbel zoveel mensen met functiebeperkingen als bij mensen met een hoger opleidingsniveau (17.5% versus 8.4%) Omdat sekse, leeftijd en opleidingsniveau ook nog eens onderling in relatie staan betrekken we ze allemaal, samen met de functiebeperkingen, in de analyse van de werkzaamheidsgraad. We beperken de analyse tot de groep jarigen, omdat de overgrote meerderheid tussen 15 en 20 jaar nog studeert (90%). 16

17 17 Tabel 5 : Werkzaamheidsgraad naar sekse, leeftijd, opleidingsniveau (laag = hoogstens lager secundair) en het voorkomen van functiebeperkingen (VL SEE2001). Man Vrouw laag hoog laag hoog laag hoog Laag hoog Zonder FB (1) Met FB (2) (1) - (2) Zware FB (3) (1) - (3) Binnen elk van de gecombineerde categorieën op basis van sekse, leeftijd en opleidingsniveau is de werkzaamheidsgraad van mensen met functiebeperkingen lager dan die van mensen zonder. De grootte van het verschil varieert van 11.7% tot 31.9%, naargelang de categorie. De werkzaamheidsgraad van mensen met zware functiebeperkingen ligt nog een heel stuk lager, waardoor het verschil met de mensen zonder functiebeperkingen nog groter wordt. Zo is in de groep vrouwen boven de 50 jaar met een lage opleiding en met zware functiebeperkingen minder dan één op de tien aan het werk, tegenover nog bijna één op de vier in de groep zonder functiebeperkingen. Het gaat dan weliswaar niet meer om grote absolute aantallen maar in die groep vrouwen boven de 50 jaar met een laag opleidingsniveau én zware functiebeperkingen zijn er totaal toch nog een tal personen, waarvan er dus minder dan aan het werk zijn. Aangezien verschillende factoren de werkzaamheidsgraad beïnvloeden is het de vraag of handicaps en gezondheidsproblemen nog wel een onafhankelijk effect hebben, eens men al die andere factoren in rekening heeft gebracht. De voorgaande tabel toont dit eigenlijk wel al aan, maar het is op basis van die analyse niet mogelijk om het belang van de verschillende factoren onderling te vergelijken. Dit kan wel op basis van een logistische regressie waarin de kenmerken leeftijd, sekse, opleidingsniveau en het hebben van functiebeperkingen ingevoerd zijn, met het al dan niet werkzaam zijn als afhankelijke variabele. We geven de resultaten voor de socio-economische enquête 2001 (Vlaanderen) en ter vergelijking ook die van drie andere enquêtes, met resultaten voor heel België (de Panel Studie Belgische Huishoudens -Wave 2000; de Gezondheidsenquête 2001 en de Enquête naar de Arbeidskrachten 2002) In drie van de vier enquêtes is de variabele 'beperkingen' geconstrueerd op basis van vrijwel identiek geformuleerde vragen, in de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) is enkel gevraagd naar het 17

18 18 voorkomen van handicaps of langdurige gezondheidsproblemen, zonder rekening te houden met de weerslag op de dagelijkse bezigheden. Tabel 6 : Geschatte parameters voor de logit op het werkzaam zijn. Socio-Econ. Vlaanderen 2001 PSBH-België 2000 Gezondheidsenquête België 2001 EAK België jaar jaar jaar jaar Leeftijd 0= =50-64 Geslacht M=0 V=1 Opleiding 0=laag 1=hoog Beperkingen geen = referentie = 0 Exp(B) Exp(B) Exp(B) Exp(B) * Zwaar - Ernstig of Ernstig +Matig = Matig = Licht of Enigermate = Nagelkerke Alle effecten zijn significant (p<0.01) *leeftijd : 0 = / 1 = De functiebeperkingen vormen een autonome factor die de kans op het hebben van werk bepaalt ook nadat de effecten van leeftijd, geslacht en opleiding in rekening zijn gebracht. In het model hebben de variabelen leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en functiebeperkingen alle vier een significante invloed op de (logaritme van) de kansverhouding werkzaam - niet werkzaam, maar ze wegen niet allemaal even zwaar. De waarden van de Exp(B) geven aan wat de kans is om te werken versus niet te werken. Zo is in de Socio-economische enquête 2001 de kans om te werken versus niet te werken veel kleiner (0.14) voor iemand met zware beperkingen dan voor iemand zonder beperkingen, indien de andere variabelen constant zijn gehouden. Op basis van de Exp(B) kunnen we stellen dat 'zware' beperkingen de sterkste invloed hebben, gevolgd door leeftijd, geslacht, lichte beperkingen en opleidingsniveau. Als we geen onderscheid maken naar het niveau van beperkingen (en ze dus allemaal bijeen nemen - cijfers niet in de tabel) 18

19 19 dan komt die factor beperkingen (met ) op de tweede plaats na de leeftijd (0.1776) maar vóór de sekse (0.3380) en het opleidingsniveau ( ). In de PSBH 2000 vinden we eveneens een sterke invloed van zware beperkingen, maar lichte beperkingen hebben er ook een grote invloed. In de gezondheidsenquête 2001 blijkt de invloed van de beperkingen kleiner te zijn, hoewel de zware beperkingen nog wel op de tweede plaats komen. In de EAK komen de beperkingen pas op de vierde plaats, maar er is geen onderscheid gemaakt naar ernst en bovendien is de vraagformulering er ook verschillend van die in de drie andere enquêtes. Ter afsluiting volgen de resultaten van de eerste "European Social Survey" (2002). Tabel 7 : Aandeel mensen die in hun dagelijkse activiteiten beperkt worden door een langdurige ziekte, een handicap of een lichamelijke of geestelijke aandoening, in diverse Europese landen en de werkzaamheidsgraad (15-64 jaar / 2002). % met Werkzaamheidsgraad beperkingen jaar Allen 15-64jaar met verschil (1)-(2) (1) beperkingen (2) Italië Portugal Spanje Ierland Luxemburg Griekenland België Oostenrijk Verenigd Koninkrijk Duitsland Denemarken Nederland Finland Zweden De percentages van voorkomen van beperkingen lopen zo sterk uiteen (8% tot 23.4%) dat men zich afvraagt of het wel over dezelfde "soorten" mensen gaat. Ook in de Europese EAK stelt men dezelfde variatie vast (Samoy, Tielens, 2004). De werkzaamheidsgraden van mensen met beperkingen zijn hoger in die landen waar er meer mensen zeggen dat ze beperkingen ervaren. Van belang is vooral de achterstand in werkzaamheid die varieert van 9.5% tot 23.7%. In vrijwel alle opzichten neemt België een middenpositie in tussen de landen. 19

20 Focus op de arbeidsgehandicapten Na de algemene verkenning van de positie van mensen met een handicap of met langdurige gezondheidsproblemen proberen we de arbeidsmarktsituatie nog beter in kaart te krijgen. Het komt erop aan in de groep mensen met een handicap of langdurige gezondheidsproblemen die personen te identificeren die belangrijke en langdurige beperkingen ondervinden in de deelname aan het arbeidsleven. Dit kan erin bestaan dat men geen werk vindt of heel moeilijk, niet in staat is om te werken of als men wel werk heeft toch beperkingen ondervindt. Enkel in de Enquête naar de Arbeidskrachten worden daarover expliciete vragen gesteld. Het aantal mensen die in de EAK-2002 zeggen dat ze lijden aan een handicap of een langdurig gezondheidsprobleem bedraagt 16.2% of ongeveer personen (Vlaams Gewest). In de enquête worden daarna nog meerdere vragen gesteld, onderscheiden voor werkenden en niet-werkenden over de problemen die ze ervaren in hun arbeidssituatie of in hun zoektocht naar werk. Arbeidsgehandicapten zijn de niet-werkenden die stellen dat hun handicap of gezondheidsprobleem eender welke beroepsactiviteit onmogelijk maakt, die beperkingen signaleren in het soort werk dat ze zouden kunnen doen, in de hoeveelheid werk en/of in de verplaatsingen naar een eventuele arbeidsplaats én de werkenden die stellen dat hun handicap of gezondheidsprobleem beperkingen met zich brengen op dezelfde domeinen (aard van het werk - hoeveelheid werk - verplaatsing naar de arbeidsplaats). Wanneer we deze condities stellen dan zijn er in de EAK-Vlaams Gewest 12.4% arbeidsgehandicapten (in absolute cijfers zijn dit ongeveer personen). De werkzaamheidsgraad van die EAKarbeidsgehandicapten bedraagt 37.4% tegenover 63.5% voor de globale werkzaamheidsgraad in Vlaanderen (cijfers tweede kwartaal 2002). We gaan na of we dit half miljoen zelf-verklaarde personen met handicaps of gezondheidsproblemen ook op een andere manier kunnen identificeren. Daarom delen we de groep eerst op in de werkenden en de niet-werkenden. Afgerond zijn er werkenden en niet werkenden. Een deel van de niet-werkenden treffen we aan in de vergoedingstelsels op basis van arbeidsongeschiktheid. Op de eerste plaats zijn er in het Vlaamse Gewest ongeveer mensen die een invaliditeitsuitkering krijgen (ZIV). Voorts zijn er een tal mensen met een inkomensvervangende tegemoetkoming voor gehandicapten (het overgrote deel niet werkenden). Het precieze aantal mensen bepalen die leven van een uitkering op basis van een 20

21 21 arbeidsongeval of een beroepsziekte (en niet meer werken) is niet mogelijk, maar met een ruime schatting komen we uit op personen. Als we daar dan nog de bijna niet werkende werkzoekende arbeidsgehandicapten op de VDAB bijtellen (zie verder), bedraagt het totaal zowat Er zijn dan nog personen die wel aangeven in de EAK dat ze een handicap of een ziekte hebben én niet werkend zijn, maar die we niet in uitkeringstelsels op basis van arbeidsongeschiktheid of op de werkloosheid kunnen terugvinden. Een deel ontvangt misschien leefgeld, maar het grootste deel van de is wellicht huisvrouw of huisman, zonder uitkering. Er zijn ook werkenden met langdurige gezondheidsproblemen of een handicap. We kennen daar maar een heel kleine fractie van, namelijk zij die in een beschutte of sociale werkplaats werken of op de reguliere arbeidsmarkt met een loonkostensubsidie en/of een arbeidspostaanpassing. Samen gaat het om ongeveer mensen. De anderen blijven buiten blikveld van het categoriale gehandicaptenbeleid. In het volgende punt gaan we wat dieper in op enkele deelgroepen Werkzoekende arbeidsgehandicapten A. De eerste groep arbeidsgehandicapten definiëren we als diegenen die behoren tot één of meerdere van de volgende categorieën bij de VDAB ingeschreven werkzoekenden : 1. Geregistreerd staan bij de VDAB als persoon die een aanvraag heeft gedaan bij het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap die positief beoordeeld is geworden, wat inhoudt dat betrokkene op een of andere vorm van bijstand inzake arbeid van dat Fonds een beroep kon doen (=met VFerkenning voor bijstand inzake arbeid). 2. Door de RAV en/of de VDAB ondergebracht zijn in de categorieën gedeeltelijk of zeer beperkt geschikt. De volgende opdeling was tot voor kort van toepassing (en langdurig werkzoekenden zijn nog onder deze categorieën geklasseerd). De werkzoekenden met normale geschiktheid zijn de voor de arbeidsmarkt beschikbare werkzoekenden die geschikt zijn om het beroep uit te oefenen waarin zij ingeschreven zijn; zij moeten bijgevolg over de beroepsvaardigheid en het rendement beschikken, die normaal van een werknemer van hun leeftijd in hetzelfde beroep geëist wordt. 21

22 22 Beschikken over een gedeeltelijke geschiktheid, de werkzoekenden voor wie de lichamelijke geschiktheid iets onder de geschiktheid ligt die in het beroep gewoonlijk verlangd wordt of voor wie karakteriele of morele factoren een ernstige handicap vormen voor hun wederinschakeling in het normale productieproces (ongeacht of het in het oorspronkelijk beroep is of in welke andere betrekking dan ook) en ook lichamelijk gehandicapten wier wedertewerkstelling afhankelijk is van een beroepsherscholing of een revalidatie. Werkzoekenden met een zeer beperkte geschiktheid zijn de lichamelijk of geestelijk gehandicapten die voor een beroepsherscholing en/of revalidatie niet in aanmerking komen, zodat zij slechts zeer moeilijk opnieuw in het normale productieproces kunnen ingeschakeld worden. De categorieën die recent door de VDAB in gebruik zijn genomen luiden : gedeeltelijke geschiktheid : - Het niet kunnen uitvoeren van bepaalde functies of functietaken omwille van medische en/of psychische beperkingen (attestering van arbeidsongeschiktheid minder dan 33%) OF - Werkzoekenden met een Vlaams Fonds inschrijving, bijstandsveld W3 (normaal economisch circuit) zeer beperkte geschiktheid : - Werkzoekenden die om medische en/of psychische redenen niet tewerkgesteld kunnen worden in het normale economisch circuit en toegeleid moeten worden naar een beschermde tewerkstelling (attestering van arbeidsongeschiktheid vanaf 33% tot 66%) - de gegevens van de RVA komen automatisch op de dossiers van de werkzoekenden; OF - Werkzoekenden met een Vlaams Fonds inschrijving, bijstandsveld W2 (beschutte tewerkstelling) 3. Als hoogste onderwijsniveau Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO) hebben. Deze vorm van onderwijs is bedoeld voor personen met een handicap van diverse types. Het overgrote deel van deze personen hebben in het buitengewoon secundair onderwijs opleidingsvorm 3 gevolgd en behoren tot de groep licht mentaal gehandicapten. Tabel 8 toont de evolutie van het aantal arbeidsgehandicapten in Vlaanderen. 22

23 23 Tabel 8 : Niet-werkende werkzoekende arbeidsgehandicapten in Vlaanderen (VDAB) Juni 2001 Juni 2002 Juni 2003 Juni 2004 Juni 2005 Juni 2006 Met Vlaams Fonds erk BuSO afgestudeerden Gedeeltelijk geschikt Zeer beperkt geschikt Gedeeltelijk + zeer beperkt geschikt Totaal arbeidsgehandicapten* Andere werkzoekenden.* Totaal werkzoekenden* % arbeidsgehandicapten * Inclusief personen in beroepsopleiding Tussen 2001 en 2006 gaat het aantal werkzoekende arbeidsgehandicapten in stijgende lijn. De opvallende toename tussen 2004 en 2005 doet zich vooral voor bij oudere werkzoekenden die opnieuw beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt. Het aantal arbeidsgehandicapten bedraagt nu bijna 13% van alle werkzoekenden. Tabel 9 laat zien hoe de verschillende deelpopulaties zijn samengesteld en elkaar overlappen. Tabel 9 : Niet werkende werkzoekende arbeidsgehandicapten in Vlaanderen ( ) Normaal geschikt Niet normaal geschikt Totaal BuSO Niet-BuSO BuSO Niet-BuSO VF Niet-VF Totaal Tabel 10 geeft enkele kenmerken van de arbeidsgehandicapten. 23

24 24 Tabel 10 : Kenmerken van de arbeidsgehandicapten en de deelgroepen ( VDAB) Vlaams Fonds % BuSO % Nietnormaal geschikt % Totaal % Categorie Andere Schoolverlaters U.V.W Vrij ingeschreven Totaal In beroepsopleiding Ja Neen Totaal Sekse Man Vrouw Totaal Leeftijd < 20 jaar >= 20 & < 25 jaar >= 25 & < 45 jaar > = 45 jaar Totaal Werkloosheidsduur < 10 mnd >= 10 & < 24 mnd >= 24 & < 36 mnd >= 36 mnd Totaal Studieniveau <=LSO BUSO < = LSO Niet BUSO > LSO Niet BUSO Totaal Nationaliteit Belg EU Niet EU Totaal Rijbewijs Geen Wel Totaal Met VF-nummer Ja Neen Totaal Geschiktheid Gedeeltelijk geschikt Zeer beperkt geschikt Normaal geschikt Totaal

25 25 Midden 2006 behoort bijna 13% van de niet-werkende werkzoekenden tot de arbeidsgehandicapten. De groep arbeidsgehandicapten bestaat uit drie deelgroepen die elkaar gedeeltelijk overlappen. Slechts 7% (1958/28995) behoort tot alle drie de deelgroepen (ingeschreven in het Vlaams Fonds; BuSOafgestudeerde en Niet-normaal geschikt). Er zijn 16% arbeidsgehandicapten (4582/28995) die tot twee deelgroepen behoren en 77% (22455/28995) die slechts tot één deelgroep behoren. De grootste afzonderlijke groep zijn de Niet-normaal geschikten die geen ex-buso leerling zijn en niet in het Vlaams Fonds zijn ingeschreven (17797/28995 = 61%). Wanneer we de vergelijking maken tussen de hele groep arbeidsgehandicapten (28995) en alle werkzoekenden (226178) dan zijn er enkele opvallende verschillen. Bij de arbeidsgehandicapten zijn er meer UVW's (93% t.o.v. 83%) en bijgevolg minder van de andere categorieën. Naar leeftijd zijn er bij de arbeidsgehandicapten veel meer personen boven de 45 jaar (43% t.o.v. 32%). Personen met een hoge werkloosheidsduur (meer dan 2 jaar) zijn veel talrijker bij de arbeidsgehandicapten (48% t.o.v. 27%). Naar studieniveau behoort 58% van de arbeidsgehandicapten tot de groep die hoogstens een diploma lager secundair onderwijs heeft (inclusief BuSO), daar waar dit voor alle werkzoekenden 'slechts' 29% is. De deelgroepen arbeidsgehandicapten verschillen ook onderling van elkaar, maar men moet er rekening mee houden dat eenzelfde persoon tot meerdere van die groepen kan behoren. Opvallend is dat de helft van de Niet-normaal geschikten 45 jaar en ouder is en dat 40% meer dan drie jaar werkloos is. Hoewel de Vlaams Fonds groep in het algemeen jonger is, is ook daar één derde meer dan drie jaar werkloos. Meestal gaat het om personen die tevens als niet-normaal geschikt geklasseerd staan. Zoals verwacht kon worden heeft de BuSO groep het 'jongste' leeftijdsprofiel. Tot slot geven we nog de verdeling naar provincie. Tabel 11 : Arbeidsgehandicapten naar provincie (VDAB ) Antwerpen Brabant Limburg OVL WVL N % N % N % N % N % VF BuSO NNG Totaal Antwerpen Brabant Limburg OVL WVL 25

26 26 Sinds de zomer van 2006 kunnen gegevens over werkzoekende arbeidsgehandicapten worden opgevraagd op de VDAB-website (Arvastat). Die cijfers wijken enigszins af van de cijfers hierboven, onder andere omdat werkzoekenden in beroepsopleiding er niet in voorkomen. Het is niet mogelijk om de deelgroepen arbeidsgehandicapten (Vlaams Fonds / BuSO / niet-normaal geschikt) te onderscheiden, maar het kenmerk 'arbeidshandicap' kan wel in kruistabellen met vele andere kenmerken worden gecombineerd en de gegevens zijn beschikbaar op meerdere niveau's (Vlaanderen, arrondissement, LKC, gemeente, etc.). Er zijn tellingen mogelijk op basis van de 'stock' op het einde van elke maand en er worden ook jaargemiddelden gegeven. De volgende tabel bevat cijfers voor Vlaanderen. Tabel 12 : Arbeidsgehandicapte NWWZ (Vlaanderen) Jaar Op 30 juni Aantal % van NWWZ 10,6 11,0 10,7 10,7 11,1 12,3 13,1 Jaargemiddelde Aantal nb % van NWWZ 10,1 10,2 10,0 10,1 10,7 11,8 nb Bron : VDAB (Arvastat) Op 6 jaar tijd is het (gemiddeld) aantal arbeidsgehandicapte NWWZ met bijna eenheden toegenomen (+62%). Hun aandeel in de totale groep van NWWZ steeg daardoor van 10,1% in 2000 tot 11,8% in B. Naast de in de VDAB ingeschrevenen zijn er ook werkzoekende arbeidsgehandicapten die niet zijn ingeschreven. Onder de gerechtigden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering (zoals een invaliditeitsuitkering of een tegemoetkoming aan gehandicapten) zijn er zeker ook mensen die op zoek zijn naar baan, maar als ze zich niet in de VDAB hebben ingeschreven dan hebben we op dit moment geen enkel zicht op wie dit zijn en met hoeveel ze zijn. Voorts zijn er ook nog personen met een handicap die niet actief zijn maar geen arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben en ook niet in de VDAB zijn ingeschreven maar toch werkzoekend zijn. Ook die personen kennen we niet. 26

27 Werkende arbeidsgehandicapten Volgens de EAK-2002 zijn er ongeveer werkende arbeidsgehandicapten. Dit vertegenwoordigt 7.5% van alle Vlaamse werkenden. Slechts enkelen kunnen we op basis van institutionele-administratieve criteria terugvinden. Eén criterium is dat ze werken met een loonkostensubsidie die voor gehandicapten is bedoeld. Op basis van de gegevens van het Vlaams Fonds waren er aanvang 2005 in Vlaanderen personen met een handicap waarvoor de werkgever een subsidie ontving in het kader van de CAO-26 en ongeveer in het kader van de Vlaamse Inschakelingspremie. Een andere indicator is het tewerkgesteld zijn in een beschutte werkplaats. In het eerste kwartaal van het jaar 2006 was dit het geval voor ongeveer personen met een handicap. Ook in de Sociale werkplaatsen werken er mensen met een handicap. Hun aantal bedraagt ongeveer 500 (Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie, 2006). In totaal kunnen we dus maar ongeveer 10% van de werkende arbeidsgehandicapten terugvinden. De meerderheid maakt duidelijk geen gebruik van categoriale voorzieningen. 27

28 28 2. Het arbeidsmarktbeleid ten aanzien van mensen met een handicap Het arbeidsmarktbeleid houdt in dat er sturing is van het arbeidsmarktgebeuren door de overheid, eventueel in samenspraak met de sociale partners. Het heeft twee uitzichten die men als actief en passief betitelt. Bij passief beleid wordt aan personen die (tijdelijk) geen inkomen kunnen verwerven op de arbeidsmarkt een andere bron van inkomen bezorgd. Als arbeidsongeschiktheid aan de basis ligt van het onvermogen tot verdienen worden arbeidsongeschiktheidsuitkeringen toegekend (zie bijlage 4). Het passief beleid, waarmee personen de mogelijkheid wordt geboden om zich uit de arbeidsmarkt terug te trekken, heeft als tegenhanger het actief beleid dat erop gericht is om personen wel te laten participeren. In wat volgt zal enkel het actief beleid worden behandeld. Om de arbeidsmarktparticipatie op niveau te houden of te verhogen is het passief beleid echter van evenveel belang. Immers, het inpompen van nieuw water (arbeidskrachten) in een reservoir (de arbeidsmarkt) zal niet veel opleveren wanneer de afloop (de passieve arbeidsmarktregelingen) wijd open staat. In het actief beleid zijn er diverse soorten sturing. Om een en ander wat overzichtelijk bijeen te brengen is de opdeling in regulerende, compenserende en vervangende sturing een geschikt kader (Samoy, 1998). In de praktijk komen de verschillende types van sturing samen voor. A. Regulerende sturing betreft het gebruik van instrumenten die direct of indirect ingrijpen op de verhoudingen tussen de actoren op de arbeidsmarkt. Deze verhoudingen worden gestuurd door 'geboden en verboden', door 'materiële of immateriële prikkels' en door 'procedures'. B. Compenserende sturing werkt op een andere manier. Door middel van financiële of materiële transfers worden de actoren op de arbeidsmarkt in staat gesteld op de (door de overheid) gewenste manier te handelen of wordt de uitkomst van marktmechanismen achteraf gecorrigeerd. Tot deze vorm van sturing behoren beroepsrevalidatie en beroepsopleiding, aanvullende inkomensondersteuning aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt, loonkostensubsidies en aanpassingen van de werkplek aan de vraagzijde, en informatie, bemiddeling en begeleiding voor beide zijden. C De overheid kan tenslotte ook afzien van het sturen van de private arbeidsmarkt en door vervangende sturing arbeidsplaatsen scheppen voor gehandicapten in het 28

Arbeidsgehandicapten : wie zijn ze?

Arbeidsgehandicapten : wie zijn ze? 1 Arbeidsgehandicapten : wie zijn ze? Erik Samoy (PhD) Studiecel VFSIPH -okt 2001 2 1. Omschrijving van het begrip arbeidsgehandicapten Theoretisch kunnen arbeidsgehandicapten worden omschreven als : personen

Nadere informatie

Deel I. Definities en Statistieken

Deel I. Definities en Statistieken Deel I Definities en Statistieken !" #!!!!!" $" 2 Inhoud Deel I De arbeidsdeelname van mensen met een handicap...6 1.1 Definitie van het begrip arbeidshandicap...6 1.2. Gehandicapten in de bevolking op

Nadere informatie

Deel I. Definities en Statistieken. (update juli 2008)

Deel I. Definities en Statistieken. (update juli 2008) Deel I Definities en Statistieken (update juli 2008) !" #!!!!!" $"#$ 2 Inhoud Deel I De arbeidsdeelname van mensen met een handicap...6 1.1 Definitie van het begrip arbeidshandicap...6 1.2. Gehandicapten

Nadere informatie

HANDICAP EN ARBEID. Overzicht van de ontwikkelingen ( ) Erik Samoy. Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap

HANDICAP EN ARBEID. Overzicht van de ontwikkelingen ( ) Erik Samoy. Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap 1 HANDICAP EN ARBEID Overzicht van de ontwikkelingen (1991-2004) Erik Samoy Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap Studiecel Update augustus 2004 2 Handicap en Arbeid 1 Inleiding

Nadere informatie

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse

Nadere informatie

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (update juli 2009)

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (update juli 2009) HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (update juli 2009) Erik Samoy Departement Werk en Sociale Economie Inhoud Deel I Definities en Statistieken

Nadere informatie

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK De resultaten op de vraag naar het voorkomen van hinder (voor de precisie vraagstelling, zie bijlage), zijn als volgt : Tabel 1: Het voorkomen

Nadere informatie

DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET FUNCTIONERINGSPROBLEMEN

DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET FUNCTIONERINGSPROBLEMEN 1 DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET FUNCTIONERINGSPROBLEMEN Op basis van de Gezondheidsenquête 2001 Erik Samoy - Studiecel VFSIPH - juni 2003 Sedert 1997 worden de Belgen om de drie à vier jaar ondervraagd

Nadere informatie

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (update december 2010)

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (update december 2010) HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (update december 2010) Erik Samoy Departement Werk en Sociale Economie Inhoud Definities en Statistieken

Nadere informatie

Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap

Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap Samenvatting De ene persoon met een arbeidshandicap is

Nadere informatie

HANDICAP EN ARBEID. Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap. UPDATE maart 2015.

HANDICAP EN ARBEID. Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap. UPDATE maart 2015. HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap UPDATE maart 2015 Erik Samoy Inhoud 1.1 Definitie van het begrip arbeidshandicap... 5 1.2. Gehandicapten

Nadere informatie

Vlamingen met een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Vlamingen met een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Vlamingen met een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een verkennende schets van hun sociale positie en hun situatiebeleving aan de hand van concrete onderzoekscijfers Jan Verbelen Erik Samoy Hendrik

Nadere informatie

Beschutte werkplaatsen

Beschutte werkplaatsen Beschutte werkplaatsen Het programma Beschutte werkplaatsen (BW) zijn wellicht de oudste vorm van sociale economie ondernemingen. Ze bestonden reeds in de jaren vijftig, maar werden voor het eerst gereglementeerd

Nadere informatie

Arbeid en niet-arbeid bij personen met functiebeperkingen in de Panel Studie van Belgische Huishoudens

Arbeid en niet-arbeid bij personen met functiebeperkingen in de Panel Studie van Belgische Huishoudens 1 Arbeid en niet-arbeid bij personen met in de Panel Studie van Belgische Huishoudens Erik Samoy (PhD) Studiecel VFSIPH Brussel, juni 2001 1. De panel studie (PSBH) De PSBH startte in 1990 als een project

Nadere informatie

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap UPDATE (januari 2014)

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap UPDATE (januari 2014) HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap UPDATE (januari 2014) Erik Samoy Departement Werk en Sociale Economie Inhoud 1.1 Definitie van het

Nadere informatie

MET ÉÉN BEEN OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 16

MET ÉÉN BEEN OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 16 MET ÉÉN BEEN OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 16 Erik Samoy 1 Dat personen met een handicap of met langdurige gezondheidsproblemen het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt is bekend, maar onze kennis daarover

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2013 De arbeidsmarkt in augustus 2013 Datum: 5 september 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2012 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in oktober 2013 De arbeidsmarkt in oktober 2013 Datum: 8 november 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2013 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in maart 2016 De arbeidsmarkt in maart 2016 Datum: 11 april 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015 De arbeidsmarkt in oktober 2015 Datum: 9 november 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in november 2015 De arbeidsmarkt in november 2015 Datum: 7 december 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche november 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016 De arbeidsmarkt in januari 2016 Datum: 12 februari 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers 2016

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers 2016 FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers 2016 Inleiding In de conceptnota Focus op talent en competenties als sleutel naar een hogere werkzaamheidsgraad in het kader van Evenredige Arbeidsdeelname,

Nadere informatie

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk 1 Arbeidsparticipatie en gezondheidsproblemen of handicap De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2016

De arbeidsmarkt in mei 2016 De arbeidsmarkt in mei 2016 Datum: 17 juni 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2016 De arbeidsmarkt in augustus 2016 Datum: 8 september 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2016

De arbeidsmarkt in oktober 2016 De arbeidsmarkt in oktober 2016 Datum: 9 november 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in april 2016 De arbeidsmarkt in april 2016 Datum: 10 mei 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2017

De arbeidsmarkt in januari 2017 De arbeidsmarkt in januari 2017 Datum: 7 februari 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2017

De arbeidsmarkt in februari 2017 De arbeidsmarkt in februari 2017 Datum: 8 maart 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers Inleiding In de conceptnota Focus op talent en competenties als sleutel naar een hogere werkzaamheidsgraad in het kader van Evenredige Arbeidsdeelname,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2015 De arbeidsmarkt in augustus 2015 Datum: 8 september 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2017

De arbeidsmarkt in maart 2017 De arbeidsmarkt in maart 2017 Datum: 12 april 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in december 2014

De arbeidsmarkt in december 2014 De arbeidsmarkt in december 2014 Datum: 14 januari 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche december 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in juli 2014 De arbeidsmarkt in juli 2014 Datum: 13 augustus 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juli 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

1. Wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden 3

1. Wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden 3 II. DEFINITIES A. Definities in het kader van de wetgevingen betreffende de sociale integratie van personen met een handicap en hun inschakeling in het arbeidsproces 1. Wet van 16 april 1963 betreffende

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2015

De arbeidsmarkt in juni 2015 De arbeidsmarkt in juni 2015 Datum: 15 juli 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2015

De arbeidsmarkt in maart 2015 De arbeidsmarkt in maart 2015 Datum: 9 april 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2014

De arbeidsmarkt in juni 2014 De arbeidsmarkt in juni 2014 Datum: 17 juli 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in mei 2017 De arbeidsmarkt in mei 2017 Datum: 6 juni 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2017

De arbeidsmarkt in april 2017 De arbeidsmarkt in april 2017 Datum: 10 mei 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016 De arbeidsmarkt in februari 2016 Datum: 16 maart 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 Inleiding De situatie op de Vlaamse arbeidsmarkt in 2014 lijkt te zijn gestabiliseerd ten opzichte van het jaar voordien: de werkzaamheidsgraad is licht gestegen, maar

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers 217-218 Inhoudsopgave 1. Verklarende woordenlijst... 2. Samenvatting... 4. PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP... 7 4. PERSONEN GEBOREN BUITEN EU28... 12

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in september 2014

De arbeidsmarkt in september 2014 De arbeidsmarkt in september 2014 Datum: 13 oktober 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche september 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2017

De arbeidsmarkt in augustus 2017 De arbeidsmarkt in augustus 2017 Datum: 7 september 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2015

De arbeidsmarkt in mei 2015 De arbeidsmarkt in mei 2015 Datum: 11 juni 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2014

De arbeidsmarkt in mei 2014 De arbeidsmarkt in mei 2014 Datum: 13 juni 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (januari 2013)

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (januari 2013) HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (januari 2013) Erik Samoy Departement Werk en Sociale Economie Inhoud Definities en Statistieken

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt in augustus 2014 De arbeidsmarkt in augustus 2014 Datum: 17 september 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2016

De arbeidsmarkt in juni 2016 De arbeidsmarkt in juni 2016 Datum: 8 juli 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2015

De arbeidsmarkt in februari 2015 De arbeidsmarkt in februari 2015 Datum: 24 maart 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP

DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP Ontwikkelingen in de arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten Op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten is de arbeidsparticipatie van mensen

Nadere informatie

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen

Nadere informatie

RESULTATEN VAN 2 JAAR VOP GEKOPPELD AAN DE WERKLOOSHEIDSCIJFERS VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP

RESULTATEN VAN 2 JAAR VOP GEKOPPELD AAN DE WERKLOOSHEIDSCIJFERS VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP RESULTATEN VAN 2 JAAR VOP GEKOPPELD AAN DE WERKLOOSHEIDSCIJFERS VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP BRONNEN Cijfers VDAB-studiedienst juli 2010: Kansengroepen in Kaart, arbeidsgehandicapten op de Vlaamse

Nadere informatie

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (update januari 2012)

HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (update januari 2012) HANDICAP EN ARBEID Deel I Definities en Statistieken over de arbeidsdeelname van mensen met een handicap (update januari 2012) Erik Samoy Departement Werk en Sociale Economie Inhoud Definities en Statistieken

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland en in Nederland Ingrid Beckers In 22 waren er in Nederland ruim anderhalf miljoen arbeidsgehandicapten. Dit komt overeen met 14,7 procent van de 15 64-jarigen. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2.2 Uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid 2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het wordt steeds belangrijker om met voldoende kwalificaties naar de arbeidsmarkt te kunnen gaan. In Europees

Nadere informatie

Ter voorbereiding van de platformtekst van 2 december 2003 werd een groeiscenario

Ter voorbereiding van de platformtekst van 2 december 2003 werd een groeiscenario Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Migratie en Arbeidsmarktbeleid Markiesstraat 1, 1000 BRUSSEL Tel. 02-553 40 60 - Fax. 02-553 40 10 Internet: www.vlaanderen.be/werk Rondetafelconferentie

Nadere informatie

DE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN PERSONEN MET EEN HANDICAP IN BELGIË

DE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN PERSONEN MET EEN HANDICAP IN BELGIË 1 DE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN PERSONEN MET EEN HANDICAP IN BELGIË Erik Samoy (Phd) Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap Studiecel Juni 2001 Deze nota is de Belgische bijdrage

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 Inhoud Inleiding... 3 1 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 3 2 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 5 3 Regionale spreiding... 12 Methodologie...

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid

Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid Op 1 juli 2016 ging het nieuwe Vlaams Doelgroepenbeleid van start. Dit vernieuwde doelgroepenbeleid

Nadere informatie

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)?

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 221 van SABINE VERMEULEN datum: 12 januari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Doelgroepmedewerkers sociale-economiebedrijven - Erkenning

Nadere informatie

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Tanja Termote Sociaaleconomisch beleid, WES Van de 25.500 werkzoekenden in West-Vlaanderen wonen er 306 in en 166 in Moorslede. Maar hoe zit dat precies in uw gemeente?

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2014

De arbeidsmarkt in oktober 2014 De arbeidsmarkt in oktober 2014 Datum: 19 november 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

Arbeidsmarkt vijftigplussers

Arbeidsmarkt vijftigplussers Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt vijftigplussers Samenvatting 2012) 50.216 werkende 50+ ers (2011) aantal werkende vijftigplussers

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN 1 DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 1.1. DE WERKZOEKENDE VOLLEDIG WERKLOZE IN STRIKTE ZIN... 3 1.2. BREDERE DEFINITIE VAN WERKLOOSHEID... 4 2. DE CIJFERS VAN DE

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa. Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011

De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa. Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011 De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011 IDEA Consult 1. Inleiding Studie naar de arbeidsmarktsituatie van personen met een handicap

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak

Nadere informatie

Allochtoon en Gehandicapt in cijfers

Allochtoon en Gehandicapt in cijfers Departement Werk en Sociale Economie Afdeling Werkgelegenheidsbeleid Koning Albert II-laan 35, bus 20, 1030 Brussel Tel. 02 553 40 60 - Fax 02 553 40 10 werkgelegenheidsbeleid@vlaanderen.be Allochtoon

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave...1 Afkortingslijst...4 Lijst van tabellen...6 Lijst van schema s...7 Dankwoord...8 Vraagstelling...10 Inleiding...

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave...1 Afkortingslijst...4 Lijst van tabellen...6 Lijst van schema s...7 Dankwoord...8 Vraagstelling...10 Inleiding... INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave...1 Afkortingslijst...4 Lijst van tabellen...6 Lijst van schema s...7 Dankwoord...8 Vraagstelling...10 Inleiding...13 THEORETISCH DEEL...16 Deel 1: Arbeidsgehandicapten...17

Nadere informatie

MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11

MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11 MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11 Maarten Tielens In het kader van de Europese werkgelegenheidsdoelstellingen tracht de regering zoveel mogelijk personen aan het werk te krijgen. In hoofdstuk

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013)

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013) Directie statistieken, begroting en studies Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013) Inleiding In juli 2013 werd de studie Activering en opleiding van

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 Tom Vandenbrande Op het vlak van de gelijke vertegenwoordiging van kansengroepen op de arbeidsmarkt bengelt Vlaanderen aan de staart van het Europese peloton.

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie

Nadere informatie