Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Tracheacanule
|
|
- Josephus Verbeek
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule
2 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma... 3 Bevochtiging luchtwegen bij tracheotomie en tracheostoma... 5 Verzorging tracheotomie en tracheostoma... 7 Spreken met tracheotomie en tracheostoma... 3 Ademhaling en beademen... 6 Tracheacanules... 8 Materialen en hulpmiddelen tracheotomie en tracheostoma Mond-neusmasker en beademingsballon hygiene en onderhoud Vilans
3 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 3 Tracheotomie en tracheostoma Een tracheotomie is het openen van de luchtweg door het insnijden van enkele kraakbeenringen van de luchtpijp (trachea). Dit gebeurt via een snede in de huid in het midden van de hals, vlak boven het borstbeen. Door de opening wordt een buisje (tracheacanule) geplaatst. De tracheacanule houdt de snede open. Bij een tracheostoma wordt de luchtpijp tijdens een operatie ingehecht in de hals. Door de opening in de hals wordt een tracheacanule geplaatst. De tracheacanule voorkomt krimpen van de stoma. In beide gevallen zorgt de tracheacanule voor een kunstmatige verbinding tussen de luchtweg en de buitenlucht. Gebruik termen tracheotomie en tracheostoma De termen tracheostoma en tracheotomie worden vaak niet consequent gebruikt. Hier gebruiken we de termen als volgt. Een tracheotomie is een niet-eindstandig stoma: er wordt een sneetje in de trachea gemaakt. De verbinding die de trachea vormt tussen de onderste en bovenste luchtwegen (mond-, neus- en keelholte) blijft intact. Een tracheostoma is een eindstandig stoma: de luchtpijp eindigt in de hals. Er is geen verbinding tussen de onderste en bovenste luchtwegen. Afbeelding: Links, tracheotomie (niet-eindstandig stoma) rechts, tracheostoma (eindstandig stoma) Tracheotomie Een tracheotomie is noodzakelijk wanneer de natuurlijke ademweg is verstoord. Dit is wanneer de luchtpijp vernauwd of afgesloten is. De ingreep wordt vaak acuut gedaan en kan tijdelijk zijn. Een vernauwing in de ademhalingsweg kan ontstaan door: zwelling bij een allergische reactie; zwelling van ontstoken weefsel; zwelling na operatief ingrijpen in hoofd/halsgebied; zwelling of schade na trauma; verlamming van één of beide stembanden; obstructie door corpus alienum (vreemd voorwerp); obstructie door littekenweefsel ten gevolge van decubitus in de luchtpijp, wanneer bij beademing de ballon rond de tube op weefsel heeft gedrukt; (voorlopig-) inoperatieve tumor ter plaatse; Folder ErasmusMC, 204. Vilans Inleiding Tracheotomie en tracheostoma: (van 2)
4 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 4 langdurige beademing. Een tracheotomie kan ook noodzakelijk zijn voor invasieve beademing bij cliënten die langdurig beademd moeten worden, bv. cliënten met spierziekten. Dit zijn cliënten: bij wie non-invasieve beademing niet meer lukt; die zich voortdurend verslikken en daardoor aspiratiepneumonie oplopen; die niet kunnen hoesten en geen baat (meer) hebben bij aangeleerde hoesttechnieken. Tracheostoma Een tracheostoma wordt aangelegd na een laryngectomie. Vaak is hetzelfde gebied ook beschadigd door chemo- en/of radiotherpie. Bij een laryngectomie worden het strottenhoofd (larynx), waaronder ook de stembanden, verwijderd. Tijdens de operatie wordt de luchtpijp ingehecht in de hals. Dit is een blijvende stoma 2. Verschil in fysiologie tracheotomie en tracheostoma Fysiologie tracheotomie Er blijft een verbinding bestaan tussen de luchtweg en de voedselweg (slokdarm). De cliënt ademt voornamelijk in en uit via de canule, ademen via de neus en mond is mogelijk tenzij een zwelling of obstructie de ademweg volledig afsluit. De cliënt heeft nog wel stembanden, maar kan deze niet gebruiken als voorheen. De lucht(druk) die nodig is om de stembanden te laten werken verdwijnt via de canule. De zwelling of obstructie boven de stembanden blokkeert de verbinding tussen onderste en bovenste luchtwegen. Er kunnen verslikproblemen ontstaan, omdat de cliënt gehinderd wordt bij het slikken vanwege de aanwezigheid van de canule of door een zwelling van het strottenklepje. De snede in de luchtpijp is tijdelijk. Tijdens de verrichting streeft de arts naar het zo min mogelijk veranderen van de bestaande weefselstructuur. Dit heeft tot gevolg dat de vorm en de werking van de tracheotomie afhankelijk zijn van de aanwezigheid van een canule. Fysiologie tracheostoma Er is geen verbinding meer tussen de luchtweg en de voedselweg. Het is dus een eindstandig stoma. De cliënt ademt alleen in en uit via de tracheostoma. Ademen via de neus en mond is niet meer mogelijk. De cliënt heeft geen stembanden meer. Er bestaat geen verbinding meer tussen de onderste en bovenste luchtwegen. Verslikken is onmogelijk. Een tracheostoma is een definitieve constructie en is voor zijn vorm en werking niet afhankelijk van de aanwezigheid van een canule. Een stoma kan de eerste periode na aanleg of bij langdurige slijmvliesirritatie (bijvoorbeeld bij bestraling of ontsteking) wel krimpen. Reanimatie Beadem een cliënt met een eindstandig tracheostoma nooit via de mond of neus! Bronnen Veldnorm chronische beademing, versie.0, Vereniging Samenwerkingsverband Chronische Ademhalingsondersteuning, 202. Websites UMC Utrecht, Leiden en Erasmus MC (ingezien 205). Website Centrum voor Thuisbeademing, Utrecht (ingezien 205). 2 Website LUMC (externe link; ingezien 205). Vilans Inleiding Tracheotomie en tracheostoma: 2 (van 2)
5 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 5 Bevochtigen van de luchtwegen Onder normale omstandigheden zorgt de neus voor conditionering van de ingeademde lucht: de lucht wordt gereinigd, bevochtigd en verwarmd. Wanneer ingeademde lucht niet via de neus gereinigd, bevochtigd en verwarmd wordt, zoals bij een tracheotomie en tracheostoma, kan dit leiden tot indikking van sputum, korstvorming en infectie. De lucht moet dan op een andere manier bevochtigd worden. Er zijn verschillende manieren om de inademingslucht te bevochtigen. Met een kunstneus; een filter of een pleister met filter (bij eindstandige tracheostoma). Door middel van druppelen of sprayen met NaCl 0,9%. Met elektrische bevochtiging, bij invasief beademde cliënten; bij non-invasief beademde cliënten op indicatie. De ingeblazen lucht wordt over verwarmd water geleid. Filter (kunstneus) Plaats de filter op de tracheacanule bij een tracheotomie. Plaats bij een eindstandige tracheostoma de filter op de stomapleister of op de eendelige canule. Bij beademde cliënten wordt de filter in het beademingssysteem geplaatst. De filters worden ook wel kunstneuzen genoemd. Ze nemen de functie van de neus gedeeltelijk over: de ingeademde lucht wordt verwarmd en bevochtigd en de ademhalingsweerstand in de longen wordt hierdoor hersteld. Vervang de filter dagelijks. Een nat filter geeft extra weerstand en kan de ademhaling belemmeren. Aandachtspunt Plaats de kunstneus niet op de tracheacanule of de eindstandige tracheostoma als er veel sputum in de luchtwegen zit. Een flinke hoestbui kan de kunstneus volledig verstoppen. Bij aanwezigheid van sputum kan de weerstand in de filter dusdanig toenemen dat de luchtpassage wordt belemmerd en de cliënt benauwd wordt. Druppelen of sprayen Heeft de cliënt ondanks het gebruik van een filter last van taai sputum en korstvorming in de canule of in de trachea, druppel dan de canule of de eindstandige tracheostoma met fysiologisch zout (NaCl 0,9%). Doorgaans wordt á 2 ml NaCl 0,9% gedruppeld. Herhaal het druppelen tot er geen sputum meer opgehoest wordt (meestal 2 tot 3 keer) Bij cliënten die beademd worden, wordt na het druppelen soms met een beademingsballon wat extra lucht in de longen ingebracht. Hierdoor wordt het fysiologisch zout goed vermengd met het sputum en is het gemakkelijker op te hoesten of weg te zuigen. Aandachtspunten Druppel niet wanneer het sputum helder en dun is; De cliënt dient een hoestrefllex te hebben; Ontlucht de cuff (indien aanwezig) van de canule vóór het starten met druppelen, zodat eerst evt. op de cuff aanwezig sputum opgehoest of weggezogen kan worden; Druppel op de inademing van de cliënt Centrum voor thuisbeademing Utrecht, 200. Vilans Achtergrondinformatie Bevochtiging luchtwegen bij tracheotomie en tracheostoma: (van 2)
6 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 6 Druppel bij voorkeur niet direct voor of na het eten. De cliënt kan misselijk worden, braakneigingen krijgen en/of gaan braken. Er kunnen voedselresten in de trachea komen (aspiratie); Laat na het druppelen niet meteen ophoesten. Laat de NaCl 0,9% even inwerken, laat de cliënt vervolgens diep inademen en hierna ophoesten; Leer de cliënt, in overleg met de arts / fysiotherapeut, ophoesttechnieken (bv. huffen: ophoesten op een krachtige uitademing); Gebruik de druppelvloeistof cliëntgebonden; Houd de vloeistof steriel. Gebruik bij voorkeur eenmalige verpakkingen; Gooi vloeistoffen in een verpakking die meerdere malen wordt gebruikt, na maximaal 24 uur weg. Noteer datum en tijdstip van openen op de verpakking. Uitzuigen Wanneer een kunstneus, druppelen met NaCl 0,9% niet helpen, of wanneer een cliënt niet zelf kan (leren) ophoesten dient de canule of de eindstandige stoma regelmatig te worden uitgezogen (zie uitzuigen luchtwegen). Bronnen Hygiënerichtlijn voor verpleeghuizen en woonzorgcentra, Landelijke Centrum voor Hygiëne en Veiligheid (LCHV), 205. Verzorging van de luchtwegen (revalidatie), Werkgroep Infectiepreventie, Websites UMC Utrecht, Leiden en Erasmus MC, Antoni van Leeuwehoek en Vumc en Patiëntenvereniging voor Stembandlozen (ingezien 205). Richtlijn zorg voor een kind met een tracheacanule, Landelijke Werkgroep TracheaCanule bij Kinderen, Vilans Achtergrondinformatie Bevochtiging luchtwegen bij tracheotomie en tracheostoma: 2 (van 2)
7 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 7 Verzorging tracheotomie en tracheostoma Een tracheotomie met tracheacanule en een eindstandige tracheostoma dienen meerdere malen per dag verzorgd te worden. De frequentie van de verzorging hang af van hoe vers de tracheotomie of het stoma is, of de client veel last heeft van sputum en evt aanwezige complicaties. Doorgaans vindt de verzorging plaats voor de maaltijden en voor het slapen gaan. Doel van goede tracheazorg is het voorkomen van luchtweginfecties, huidirritatie en wondjes. De verzorging bestaat uit: voorkomen van ophoping of vastzitten van slijm (sputum) in de canule of de luchtwegen door voldoende bevochtiging van de inademingslucht, door ophoesten of wegzuigen van sputum (zie hiervoor document bevochtiging luchtwegen bij tracheotomie en tracheostoma); reinigen (het vrijhouden van al of niet aangekoekt slijm) van de trachea(binnen)canule en het eindstandige tracheostoma; verzorgen van de huid rondom de canule en het eindstandige tracheostoma. Reinigen en verzorgen tracheotomie Een tracheotomie (niet eindstandig) heeft altijd een tracheacanule om de verbinding tussen de luchtpijp en de buitenwereld open te houden. De tracheacanule kan eendelig of tweedelig (binnen- en buitencanule) zijn. De halsplaat / flens is het deel waaraan de canule bevestigd is en dat tegen de hals rust. De huid achter het halsplaatje wordt doorgaans beschermd met een metaline splitgaas. Canule met cuff Wanneer de cliënt een canule met cuff heeft, ontlucht de cuff tijdens de verzorging (zie cuff en cuffdrukmeting). De binnencanule Verwijder de binnencanule uit de buitencanule en reinig de binnencanule vervolgens minimaal tweemaal per dag. De eerste vijf dagen na de operatie vaker, om indrogen van wondvocht en sputum te voorkomen. Maak de binnencanule schoon onder stromend water, met gebruik van een gaasje en een kunststof pincet, een kniepincet of een niet pluizend wattenstokje. Droog de canule met een gaasje. Gebruik zo nodig water, of een niet irriterende wateroplosbare gelei (bv Silcospray, K- gel) om het inbrengen te vergemakkelijken. Bij een cliënt die beademd wordt, moet tijdens het reinigen van de binnencanule een reservebinnencanule ingebracht worden, zodat de beademing gecontinueerd kan worden. Bewaar de reservebinnencanule droog en stofvrij. Reinigen spreekdopje of spreekklepje Maak het spreekdopje of het spreekklepje schoon onder stromend water, evt. met gebruik van een gaasje. Droog het spreekdopje of het spreekklepje met een gaasje. Metaline splitgaas Verschoon het metaline splitgaas achter het halsplaatje van de canule tegelijk met de verzorging van de binnencanule of eerder wanneer het zichtbaar vuil is. Canuleband Vilans Achtergrondinformatie Verzorging tracheotomie en tracheostoma: (van 6)
8 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 8 Vervang het canuleband één keer per week of als het vochtig en/of zichtbaar vervuild is. Verwijjder het oude canuleband pas als het nieuwe bevestigd is. De canule is dus even met twee bandjes bevestigd. Op deze manier kan de canule er niet per ongeluk uitgehoest worden. Gebruik een platte knoop aan de zijkant van de hals om het band te fixeren of gebruik canuleband met klittenbandsluiting. Laat ongeveer één vinger ruimte tussen het band en de hals van de cliënt. Aandachtspunten Zorg voor een reservecanule en een tracheaspreider (volgens afspraak) voor het geval de cliënt de canule per ongelijk uithoest. Handel volgens afspraak. Observeer het slikken. Cliënten met een tracheacanule hebben vaker slikproblemen. Schakel zo nodig een logopedist in. Laat bij voorkeur de cuff tijdens het eten leeg, zodat de cliënt voelt hoe het slikken gaat. Zilveren of metalen canule Poets een zilveren canule één keer per week met zilverpoets of tandpasta. Afdoppen tracheacanule Een cliënt kan tijdelijk een tracheacanule nodig hebben. Bouw het gebruik van de tracheacanule geleidelijk af wanneer de indicatie voor de tracheotomie met tracheacanule is opgeheven. Doe dit door afdoppen van de canule volgens afspraak (afdopschema). Een voorwaarde voor het starten met afdoppen is dat de cliënt geen (benauwdheids)klachten heeft bij gebruik van de spreekklep. De frequentie en duur van het afdoppen worden geleidelijk opgevoerd, op geleide van (benauwdheids)klachten, bloedgas en/of saturatie van de clënt. De arts beslist wanneer de tracheacanule definitief verwijderd kan worden. Aandachtspunten Dop alleen af bij een cliënt met een canule zonder cuff of met een lege cuff! Stel de cliënt gerust: afdoppen kan vooral in het begin angst oproepen. Observeer de cliënt. Reinigen en verzorgen eindstandige tracheostoma In een eindstandige tracheostoma zit meestal geen tracheacanule. Soms een eendelige (siliconen) canule om de stoma open te houden. Vaak wordt die alleen s nachts gebruikt. Op de stoma wordt een stomapleister geplakt waarin een filter en/of een spreekklep geplaatst wordt. Tussen de slokdarm en de trachea zit meestal een spraakprothese. Reinigen (eendelige) tracheacanule Maak de canule schoon onder stromend water, met gebruik van een gaasje en een kunststof pincet, een kniepincet of een niet pluizend wattenstokje. Droog de canule met een gaasje of tissue. Bewaar de reserve binnencanule droog en stofvrij wanneer hij niet gebruikt wordt. Voor vervanging van het canuleband gelden dezelfde richtlijnen als bij een canule in een tracheotomie. In bijzondere situaties kan een eindstandige tracheostoma een tweedelige tracheacanule hebben. Bijvoorbeeld wanneer de trachea dichtgedrukt dreigt te worden door een tumor, of een tweedelige tracheacanule met cuff, wanneer er lekkage van veel wondvocht is uit een fistel en voorkomen moet worden dat het vocht in de stoma terecht komt. Vilans Achtergrondinformatie Verzorging tracheotomie en tracheostoma: 2 (van 6)
9 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 9 Verwijderen en vervangen stomapleister In de stomapleister kan een filter en/of spreekklep en een eendelige canule gezet worden. Vervang de pleister bij luchtlekkage of als hij loslaat. Vervang de pleister in ieder geval na 3 dagen. Het plakken van de stomapleisters kan als de huid rond de tracheostoma voldoende genezen is en de hechtingen zijn verwijderd. Verwijder de pleister met daarvoor geschikt materiaal, bv. een removedoekje. Maak de huid vervolgens goed schoon en breng de nieuwe pleister aan. Aandachtspunten : zorg dat de huid rondom de stoma droog is; zorg dat de pleister een beetje warm is door de achterkant in de handen warm te wrijven; voor het fixeren van de pleister zijn er speciale lijmdoekjes bv. Skin Prep; trek de huid strak op het moment van het plakken van de pleister; masseer de pleister, wanneer deze op de huid zit, om hem iets steviger te fixeren. Verzorgen spraakprothese Cliënten met een tracheostoma hebben vaak een spraakprothese die geplaatst wordt tussen de trachea en de slokdarm. De spraakprothese wordt gereinigd via de opening van de tracheostoma. Verwijder met een speciaal borsteltje (Provox Brush) slijm en voedselresten uit de spraakprothese. Doe dit 2x per dag en na elke maaltijd. Verwijder kleine deeltjes die niet met het borsteltje verwijderd kunnen worden met de Provox Flush of Blaasbalgje. Doe dit één keer daags s avonds met water of lucht. Aandachtspunten 2 Observeer de spraakprothese op lekkage van speeksel, vocht en/of voedsel vanuit de slokdarm. Spoel het borsteltje na gebruik met water en droog het af. Het gebruik is per cliënt. Gebruik het borsteltje uiterlijk één maand. Neem contact op met de KNO-arts bij lekkage. Gebruik een Provox Plug (volgens afspraak) om de prothese af te sluiten. Bij lekkage zal de stemprothese poliklinisch vervangen worden door de KNO-arts. De gemiddelde levensduur van de spraakprothese is drie tot vier maanden, doordat zich op het materiaal een schadelijke biofilm vormt van bacteriën en gisten. Hierdoor gaat de prothese lekken of wordt het spreken moeilijker door een hogere weerstand. Zuivelproducten, zoals karnemelk en yakult zouden de biofilmvorming reduceren. Het (krachtig) ventileren van de prothese en het gebruik van cafeïnehoudende frisdranken zoals cola blijkt de biofilmvorming te vertragen. Waarschijnlijk wordt de levensduur van de prothese zo verlengd 3. Afbeelding: spraakprothese tussen slokdarm en trachea 4 Vervangen tracheacanule Website Antoni van Leeuwenhoek (gezien 205). 2 Provox Web (gezien 205). 3 Exogenous factors influencing voice prosthetic biofilm; mw. R.H. Free; maart Website neurolog.be (gezien 205). Vilans Achtergrondinformatie Verzorging tracheotomie en tracheostoma: 3 (van 6)
10 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 0 Drie maanden na de tracheotomie is er in de hals een fistel gevormd. Uit oogpunt van infectiepreventie is er geen reden om de buitencanule (van een tweedelige canule) regelmatig te vervangen. Dit heeft geen zin, omdat deze steeds op dezelfde plaats wordt ingebracht. Tweedelige kunststof canules moeten echter na ongeveer 4 weken vervangen worden. Eendelige canules worden gewisseld wanneer de cliënt alleen s nachts een canule draagt of op een andere specifieke indicatie. Bij kinderen dient de tracheacanule om de tot 4 weken (volgens afspraak) gewisseld te worden, om verstopping te voorkomen en vanwege kwaliteitsverandering van het gebruikte materiaal 2. Verzorgen van de huid Zorg dat de huid rondom de tracheotomie en de tracheostoma intact blijft. Reinig bij de verzorging de huid achter het halsplaatje en bij een eindstandige tracheostoma de huid rondom de stoma, met een vochtig gaasje. Maak de huid droog. Aandachtspunten Inspecteer de huid rondom canule of de eindstandige stoma dagelijks op irritatie, beschadiging en ontstekingsverschijnselen (roodheid, zwelling, temperatuurverschil). Inspecteer de eindstandige tracheostoma en de spraakprothese met een lampje. Gebruik zo nodig (volgens afspraak) huidbeschermingsmiddelen. Smeer de binnenrand van de eindstandige tracheostoma in met vaseline- / lanolinezalf (volgens afspraak) om de stoma soepel te houden, verwijder korstjes zo nodig met een kniepincet. Voorkom decubitus door de druk van het halsplaatje. Let op dat het canuleband niet te strak, maar ook niet te los zit. Zorg dat het splitgaas de huid voldoende beschermt. Gebruik zo nodig foam splitgaas (of ander drukverminderend materiaal (volgens afspraak). Gebruik (volgens afspraak) zilvernitraat bij stomagranuloom (wildvlees). Algemene aandachtspunten en hygiëne tracheotomie en tracheostoma Draag handschoenen en gebruik andere persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals een schort, een bril en een mondneusmasker of een face-shield, wanneer er risico is op contact met excreta. Zorg dat er voerder of mandrijn bij de cliënt aanwezig is. De voerder zorgt voor een rond uiteinde waardoor een nieuw in te brengen canule gemakelijker ingebracht wordt en de kans op een onjuiste route minimaliseert. Zorg dat er een reservecanule aanwezig is (volgens afspraak). Zorg dat er een tracheaspreider bij de cliënt aanwezig is (volgens afspraak). Drie maanden na de tracheotomie is er in de hals een fistel gevormd. Zorg (volgens afspraak) voor uitzuig- en zuurstofapparatuur. Verzorging van de luchtwegen (revalidatie), Werkgroep Infectiepreventie, Richtlijn zorg voor een kind met een tracheacanule, Landelijke Werkgroep TracheaCanule bij Kinderen, Vilans Achtergrondinformatie Verzorging tracheotomie en tracheostoma: 4 (van 6)
11 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule Complicaties bij cliënten met een tracheacanule Probleem Oorzaak Acties Taai slijm. Droge lucht. Irritatie van de luchtpijp. Roken of in verleden veel gerookt hebben. Veel helder en dun slijm. Ophoesten van spoortjes bloed bij het slijm. Geel/groen slijm, soms een beetje bloed. Verkoudheid. Te veel druppelen met NaCl 0,9%. Gebruik van slijmverdunner. Luchtpijp is te droog, waardoor er korstvorming ontstaat. Door deze korstjes steeds op te hoesten raakt de trachea geïrriteerd/beschadigd. Canule drukt tegen de luchtpijp, dit irriteert de luchtpijp. Canulebandje zit te los, waardoor de canule te bewegelijk is, wat trachea weer irriteert en prikkelt. Kan gevolg van een luchtweginfectie zijn. Kriebelhoest. Irritatie van de luchtpijp door droge lucht. Roodheid van de huid onder de canule. Drukplek van de canule. Obstructie in de canule waardoor benauwdheid optreedt. De buitencanule valt uit de luchtpijp/hals. Ophoesten van etensresten. Het slijm irriteert de huid. Het halsplaatje van de canule. á 2 keer extra per dag druppelen met fysiologisch zout (NaCl 0,9%), eventueel vaker. Eventueel in overleg met arts starten met medicatie om het slijm dunner en makkelijker ophoestbaar te maken. Verhoog de luchtvochtigheid in huis. In overleg met arts stoppen met slijmverdunner. Verminder de hoeveelheid NaCl 0,9% met druppelen of druppel minder vaak. De luchtpijp vaker bevochtigen (zoals bij kriebelhoest verder in tabel). Controleer of canulebandje niet te los of te strak zit. Leer goede hoesttechniek aan. Bij blijvend bloedverlies overleg met arts. Gebruik filter. Observeer ademhaling, temperatuur, evt pijn bij ademhalen. Raadpleeg (huis)arts. Druppel zo nodig á 2 keer per dag extra met NaCl 0,9%. Druppel á 2 keer daags extra met NaCl 0,9%. Verhoog de luchtvochtigheid in huis, bijvoorbeeld door vernevelaar. Is de huid erg gevoelig en teer dan kan er preventief beschermd worden met Cavilon of Duoderm Thin (volgens afspraak). Beide zorgen voor een beschermlaag. Daarna een splitgaasje onder de canule doen, dit verschonen zodra het vochtig is. Het halsplaatje van de canule. Gebruik drukverminderend materiaal (volgens afspraak). Slijmprop of korst in de binnencanule. De binnencanule eruit halen en schoonmaken. Canulebandje zit te los. Plaats de buitencanule terug volgens afspraak. Gebruik een voerder. Eventueel tijdelijk de binnencanule in opening plaatsen. Verslikken. Lekkend spraakknoopje (bij eindstandige tracheostoma). Raadpleeg (huis)arts. Raadpleeg KNO-arts. Vilans Achtergrondinformatie Verzorging tracheotomie en tracheostoma: 5 (van 6)
12 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 2 Bronnen Hygiënerichtlijn voor verpleeghuizen en woonzorgcentra, Landelijke Centrum voor Hygiëne en Veiligheid (LCHV), 205. Verzorging van de luchtwegen (revalidatie), Werkgroep Infectiepreventie, Websites UMC Utrecht, Leiden en Erasmus MC, Antoni van Leeuwehoek en Vumc en Patiëntenvereniging voor Stembandlozen (gezien 205). Schema complicaties is van de website van het Leids Universitair Medisch Centrum (update van 204 en 205). Richtlijn zorg voor een kind met een tracheacanule, Landelijke Werkgroep TracheaCanule bij Kinderen, Vilans Achtergrondinformatie Verzorging tracheotomie en tracheostoma: 6 (van 6)
13 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 3 Spreken met tracheotomie en tracheostoma Geluid ontstaat in het strottenhoofd (adamsappel) dat een verbinding vormt tussen de trachea (luchtpijp) en de keelholte. In het strottenhoofd liggen de stembanden. Dit zijn twee plooien die door spieren naar elkaar gebracht kunnen worden en zo de luchtpijp afsluiten. Als de stembanden tegen elkaar gehouden worden, kunnen ze in trilling gebracht worden door de uitgeademde lucht. Deze stembandtrilling veroorzaakt geluid. Afbeelding: strottenhoofd met stembanden Spreken met een tracheotomie met tracheacanule Voor het spreken is nodig dat uitademingslucht de stembanden in trilling brengt. Bij cliënten met een geopende tracheacanule zal de uit te ademen lucht echter de weg van de minste weerstand kiezen. De lucht gaat via de tracheacanule naar buiten. De lucht komt niet langs de stembanden en spreken is niet mogelijk. Afsluiten van de canule met de vinger Om te zorgen dat de uitademingslucht wel langs de stembanden gaat en geluid geeft, kan de cliënt de tracheacanule afsluiten met de vinger. De inademing gaat via de canule en de uitademing gaat via de normale ademweg langs de stembanden. Dit kan alleen als er in de trachea, tussen de tracheacanule en luchtpijpwand, voldoende ruimte is om langs de canule via de mond uit te ademen en/of de cliënt een gevensterde canule heeft. Afbeelding: spreken door afsluiten gevensterde tracheacanule 2 Gebruik spreekdopje, spreekklepje en spreekcanule Een spreekdopje (ook wel spraakhuisje genoemd) vervangt de functie van de vinger. Spreekdopjes kunnen al dan niet een onderdeel zijn van een filter voor bevochting. Een variatie op de spreekdop is het spreekklepje dat inademing van lucht via de canule toestaat maar sluit op het moment van uitademen. Beide zorgen dat de uitgeademde lucht de stembanden passeert waardoor spreken mogelijk is. (ingezien 205). 2 (ingezien 205). Vilans Achtergrondinformatie Spreken met tracheotomie en tracheostoma: (van 3)
14 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 4 Afbeeldingen: spreekdopje metalen canule met spreekklepje 2 spreekcanule (gevensterde canule) 3 Aandachtspunten Gebruik geen spreekdopje of spreekklepje in combinatie met een opgeblazen cuff. Uitademen wordt dan onmogelijk! Gebruik liever geen spreekdopje, spreekklepje tijdens de slaap. Bij kinderen is speciale aandacht nodig voor de spraakontwikkeling. Spreken met een tracheostoma Cliënten met een tracheostoma hebben geen stembanden meer. Bovendien is spreken onmogelijk omdat de verbinding tussen de onderste en bovenste luchtwegen, waar de uitademingslucht doorheen moet, er niet meer. Afbeeldingen: spraakprothese 4 spreken door afdrukken met vinger 5 handsfree spreekklep 6 Spraakprothese Er wordt operatief een verbinding gemaakt tussen slokdarm en luchtpijp. In deze verbinding wordt een kunststof buisje geplaatst, de spraakprothese. Via de spraakprothese kan er lucht naar en van de trachea naar de slokdarm/keelholte door: het afdrukken van de tracheostoma met de duim of vinger; door het plaatsen van een spreekklep (handsfree spreekklep) in de stomapleister. Een handsfree spreekklep maakt het mogelijk om door een korte luchtstoot de tracheostoma af te sluiten en te spreken zonder de stoma met de hand af te drukken. Wanneer de stomapleister niet goed wordt verdragen, kan een speciale siliconen tube (Barton Mayo) in de stoma worden geplaatst. Hierop passen een filter en/of een handsfree spreekklep. Aandachtspunten Breng de stomapleister zorgvuldig aan, luchtlekkage belemmert spreken. Website LUMC (ingezien 205). 2 Website Radboud MC (ingezien 205). 3 Website MC Haaglanden (ingezien 205). 4 Website rug.nl (ingezien 205). 5 Website KNO.nl (ingezien 205). 6 (ingezien 205). Vilans Achtergrondinformatie Spreken met tracheotomie en tracheostoma: 2 (van 3)
15 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 5 Gebruik een gevensterde canule of een canule met gaatjes wanneer de cliënt een canule nodig heeft. Het venster zorgt dat de uitademingslucht naar de spraakprothese kan. De siliconen tube moet goed passen. Slokdarmspraak Voordat de spraakprothese er was leerden alle cliënten spreken met de injectiemethode. Lucht vanuit de slokdarm wordt op een bepaalde manier naar achter in de slokdarm geperst ( geïnjecteerd ). Daarna komt de lucht door een soort opboeren weer terug waardoor het bovenste deel van de slokdarm in trilling wordt gebracht. Hierdoor ontstaat geluid. Elektronische spreekapparatuur Een derde manier spreken is met elektronische spreekapparatuur (bijvoorbeeld de Servox). De cliënt zet het apparaat dat trillingen maakt, tegen de hals. De lucht in mond- en keelholte wordt in trilling gebracht, de trillingen worden omgezet in geluid. Nadeel is dat het spreekapparaat onder handbereik moet zijn. Bovendien klinkt de stem metaalachtig. Bronnen Website Vereniging samenwerkingsverband chronische ademhalingsondersteuning, VSCA. Websites UMC Utrecht, Leiden en Erasmus MC, Antoni van Leeuwehoek, Radboud UMC en Vumc en Patiëntenvereniging voor Stembandlozen (ingezien 205). Websites Verder zonder stembanden en website vrienden van kinderen met een tracheacanule Vilans Achtergrondinformatie Spreken met tracheotomie en tracheostoma: 3 (van 3)
16 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 6 Ademhaling en beademen Als iemand onvoldoende ademhaalt, kan het koolzuurgehalte in het lichaam stijgen en het zuurstofgehalte dalen. Er is dan sprake van hypoventilatie. De oorzaak van hypoventilatie kan een spierziekte of een longziekte zijn. Klachten van hypoventilatie zijn hoofdpijn bij het wakker worden, sufheid overdag, gebrekkige eetlust en concentratiestoornissen. Soms ontbreken deze klachten. Wanneer langdurig hypoventilatie optreedt, loopt het koolzuurgehalte te hoog op. De cliënt kan in coma raken en uiteindelijk overlijden. Dit wordt voorkomen door de ademhaling van de cliënt mechanisch te ondersteunen. Indicaties ademhalingsondersteuning Bij onderstaande ziektebeelden wordt in de progressieve fase mechanische ademhalingsondersteuning toegepast. Spierziekten, zoals: spinale atrofieën; Ziekte van Duchenne; Ziekte van Becker; Amyotrofische Lateraal Sclerose (ALS). Longziekten, zoals longemfyseem. Borstkasafwijkingen. Obesitas hypoventilatiesyndroom (OHS). Centraal Slaap Apnoe Syndroom (CSAS = ademstilstand tijdens de slaap). Obstructief Slaap Apnoe Syndroom (OSAS = blokkade van de ademhaling) tijdens de slaap doordat achter in de keel weefsel de ademhalingsweg dichtdrukt), waarbij CPAP niet effectief is. Soorten beademing Ademhalingsondersteuning kan zowel alleen 's nachts (tijdens de slaap) als continu toegepast worden. Nachtelijke mechanische ademhalingsondersteuning (chronische intermitterende beademing) voorkomt hypoventilatie. Sluit voor het slapen het beademingsapparaat aan en sluit af na het ontwaken. De cliënt ervaart het als een verbetering, de hoeveelheid koolzuur in het bloed neemt niet meer toe, de ademhalingsspieren krijgen rust tijdens ademhalingsondersteuning. Chronisch continue mechanische ademhalingsondersteuning, de cliënt vrijwel volledig afhankelijk van beademing. Dit is nodig wanneer zenuwen van de ademhalingsspieren zijn beschadigd. De noodzaak tot continue ademhalingsondersteuning ontstaat vaak geleidelijk. Bijvoorbeeld bij cliënten met een progressieve spierziekte. Vormen van ademhalingsondersteuning Er zijn twee vormen van ademhalingsondersteuning: non-invasief; invasief. Non-invasieve beademing Dit is ademhalingsondersteuning via de neus of mond of kurasbeademing. Beademing via de neus vindt plaats door een kapje op de neus. Beademing via de mond door een mondstuk. Door het kapje of het mondstuk wordt lucht via de neus of mond in de longen geblazen. Sommige mensen kunnen niet goed aan deze methode wennen en Vilans Achtergrondinformatie Ademhaling en beademen: (van 2)
17 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 7 verliezen te veel lucht via de mond. Anderen kunnen het sputum (slijm) niet goed ophoesten. In dat geval heeft een tracheotomie met tracheacanule de voorkeur. Kurasbeademing Deze vorm van beademen wordt nog maar weinig toegepast. Een kunststof schelp wordt over borst en bovenbuik geplaatst. Door onder de schelp een vacuüm te maken, wordt de borstkas als het ware omhoog gezogen waardoor lucht ingeademd wordt. Door het vacuüm op te heffen, volgt uitademing vanzelf. Kurasbeademing kan alleen in rugligging toegepast worden. Invasieve beademing Het beademingsapparaat wordt via een slangensysteem aangesloten op de tracheacanule in de trachea. De tracheacanule wordt via een tracheotomie geplaatst. De aangeboden lucht wordt zo rechtstreeks de longen ingeblazen. Via de tracheacanule kan slijm uit de luchtwegen gezogen worden. De meeste cliënten worden alleen s nachts beademd. Overdag wordt op de canule een filter en/of een spreekdop of spreekklep geplaatst. De ingeademde lucht gaat langs de stembanden en praten is mogelijk. Beademingsapparatuur Er zijn twee typen van beademingsapparatuur te onderscheiden. Volumegestuurd: een beademingapparaat blaast per ademhaling een ingesteld volume (hoeveelheid lucht, al dan niet vermengd met extra zuurstof) in. Drukgestuurd: een beademingapparaat blaast een luchtstroom (al dan niet vermengd met extra zuurstof) in totdat een bepaalde druk is bereikt. Het Centrum voor thuisbeademing (Ctb) bepaalt de keuze van de beademingsmachine en de interface aan de hand van het persoonlijk profiel van de cliënt. Centra voor thuisbeademing In Nederland zijn er vier centra voor thuisbeademing. In Rotterdam is een beademingscentrum speciaal gericht op kinderen. De centra voor thuisbeademing zijn expertisecentra die cliënten begeleiden en instellen op chronische beademing. Cliënten die chronische beademd worden, zijn meestal erg afhankelijk van zorgverleners en zorgorganisaties. Dit vraagt goede samenwerking en duidelijke afspraken tussen alle betrokkenen. De veldnorm chronische beademing geeft daar goede aanwijzingen voor. Bronnen Filmpje met uitleg over beademing van de Vereniging voor Spierziekten Nederland (externe link; gezien 205). Veldnorm chronische beademing, versie.0, Vereniging Samenwerkingsverband Chronische Ademhalingsondersteuning, 202. Website Vereniging Samenwerkingsverband Chronische Ademhalingsondersteuning (gezien 205). Vilans Achtergrondinformatie Ademhaling en beademen: 2 (van 2)
18 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 8 Tracheacanules Een canule is een buisje dat via een opening in de hals in de luchtpijp (trachea) geplaatst wordt. Door dit buisje vindt de ademhaling plaats. De halsplaat / flens is het deel waaraan de canule bevestigd is en dat tegen de hals rust. Bekende merken zijn Shiley, Portex, Bivona, Mallinckrodt en Tracoe. Ze hebben een diameter van 2,5-0 mm. Er zijn meerdere soorten canules: kunststof canule, disposable (PolyVinylChloride, siliconen - alleen eendelig - of andere plastics); zilveren of metalen canule (nooit met cuff); met binnencanule (tweedelige canule); zonder binnencanule (eendelige canule); met en zonder cuff; met of zonder venster (zie ook spreken met tracheacanule); met en zonder voerder (om de canule in te brengen/ wisselen); met of zonder zuurstoflijn (zie materialen voor zuurstoftoediening); met of zonder uitzuig- of spraakmogelijkheid (zie uitzuigen tracheacanule en spreken met een tracheacanule). Kunststof en metalen canules PVC-canules worden veel gebruikt. Op indicatie wordt een siliconencanule (flexibeler) (nadeel: aankoeken sputum, voordeel: kan langer blijven zitten) of een zilveren canule (in algemeen minder last van sputumproductie) gebruikt. Metalen en zilveren canules worden gebruikt als een cliënt langdurig een canule nodig heeft. Ze gaan lang mee en geven weinig allergische reacties. Een kunststof canule heeft een dikkere wand en daardoor een kleiner lumen dan een zilveren canule. Kunststof canules zijn kwetsbaarder, ze kunnen gemakkelijk beschadigd raken bij het reinigen. Ze kunnen ongeveer 4 weken blijven zitten. Afbeelding: zilveren canule met voerder, binnencanule en spraakklepje, buitencanule met flens Tweedelige tracheacanule De canule bij een niet-eindstandige tracheotomie bestaat meestal uit een binnen- en een buitencanule. De buitencanule zit in de tracheotomie of de tracheostoma. De binnencanule wordt met een palletje (of andere bevestiging) vastgemaakt in de buitencanule. Vanwege verhoging van de ademweerstand zijn binnencanules niet geschikt voor jonge kinderen 2. Tweedelige kunstof canules zijn er met en zonder cuff. Een cuff is een ballonnetje dat als een manchet om de buitencanule van een tweedelige canule zit (zie cuff en cuffdruk). Website Radboud UMC Nijmegen (gezien 205). 2 Richtlijn zorg voor een kind met een tracheacanule, Landelijke Werkgroep TracheaCanule bij Kinderen, Vilans Materiaalbeschrijving Tracheacanules: (van 2)
19 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 9 Afbeelding: tweedelige kunststof tracheacanule (binnencanule zit in de buitencanule) met cuff en cufflijn Eendelige tracheacanule Bij een eindstandig tracheostoma wordt direct na de operatie vaak een canule geplaatst om krimpen van de stoma te voorkomen. Dit is meestal een eendelige canule. Als de wond is genezen, is een canule meestal niet meer nodig. Sommige cliënten dragen alleen s nachts een canule om krimpen van de stoma tegen te gaan. Afbeelding: ééndelige tracheacanule 2 Gevensterde canule Een canule kan een venster hebben (een gefenestreerde canule). Het venster zit in het gebogen deel van de canule (binnen- en buitencanule) en kan spreken en ademhalen via de mond soms vergemakkelijken als de canule is afgesloten. Afbeelding: gevensterde tracheacanule 3 Bronnen Veldnorm chronische beademing, versie.0, Vereniging Samenwerkingsverband Chronische Ademhalingsondersteuning, 202. Websites UMC Utrecht, Leiden en Erasmus MC (gezien 205). Richtlijn zorg voor een kind met een tracheacanule, Landelijke Werkgroep TracheaCanule bij Kinderen, Website Smith Medical (ingezien 205). 2 Website MediqTefa (ingezien 205). 3 Website Erasmus MC (gezien 205). Vilans Materiaalbeschrijving Tracheacanules: 2 (van 2)
20 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 20 Materialen en hulpmiddelen tracheotomie en tracheostoma Een tracheotomie (niet eindstandig) heeft een tracheacanule om de verbinding tussen de luchtpijp en de buitenwereld open te houden. De halsplaat / flens is het deel waaraan de canule bevestigd is en dat tegen de hals rust. De huid achter het halsplaatje wordt beschermd met een metaline splitgaas. De canule wordt om de hals bevestigd met canuleband. Op de canule of op een pleister op de eindstandige tracheostoma wordt een filter geplaatst. Metalline splitgazen De huid rond de tracheotomie wordt beschermd door metaline gaas. Dit gaas bestaat uit twee laagjes: een laag Engels pluksel (witte kant) en een laagje aluminium (grijze kant). Het aluminium laagje komt tegen de huid aan. Afbeelding: metaline gaas met split Filters Filters nemen de functie van de neus gedeeltelijk over: de ingeademde lucht wordt verwarmd en bevochtigd en de ademhalingsweerstand in de longen wordt hersteld. Een kunstneus bestaat uit een plastic omhulsel met daarin een opgerolde lange strook papier. Dit papier houdt vocht vast. De uitgeademde lucht die waterdamp bevat, passeert de kunstneus. De kunstneus houdt de waterdamp vast. Bij een nieuwe inademing passeert droge lucht de vochtige kunstneus waardoor de ingeblazen lucht wordt bevochtigd. Bij een tracheotomie wordt de filter op de canule geplaatst. Bij cliënten met een (eindstandige) tracheostoma wordt de filter op een stomapleister of eendelige tracheacanule geplaatst. Afbeelding: filter voor tracheacanule 2 Er zijn 3 typen filters 3 : hygroscopische kunstneuzen: hebben een goede bevochtigingswerking, met een zeer beperkte bacteriefilterende werking; hydrofobe kunstneuzen: hebben vooral een bacteriefilterende werking, met beperkte luchtbevochtiging; Website vrienden van kinderen met een tracheacanule (ingezien 205). 2 Website VUmc en Patiëntenvereniging voor Stembandlozen (ingezien 205). 3 Verzorging van de luchtwegen (revalidatie), Werkgroep Infectie Preventie, Vilans Materiaalbeschrijving Materialen en hulpmiddelen tracheotomie en tracheostoma: (van 3)
21 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 2 combinatiekunstneuzen, bestaande uit hygroscopisch materiaal en een bacterievirusfilter: hebben een goede bevochtigingswerking en een goede bacteriefilterende werking. Er zijn ook filters met een opening voor zuurstoftoediening en een hersluitbare opening voor uitzuigen. Stomapleisters en filters Er zijn diverse tracheostomapleisters verkrijgbaar (bijvoorbeeld Provox, Prim-air, Neo Naze en Free Vent en Servox) variërend in plakkracht (pleisters met verschillende lijmsoorten), vorm (ovaal of rond), gebruiksduur en gebruiksvriendelijkheid. De filters kunnen gemakkelijk in het pleister worden geplaatst. In geval van hoesten en ophoping van slijm, kunnen de filters eenvoudig uit de pleister worden verwijderd en zo nodig vervangen. Afbeelding: stomapleister met filter voor bevochtiging Reiniging spraakprothese Gebruik voor het reinigen van de spraakprothese een speciaal borsteltje (Provox Brush). Kleine deeltjes die niet met het borsteltje verwijderd kunnen worden, kunnen verwijderd worden met de Prvox Flush of Blaasbalgje. Afbeeldingen: reinigingsborstel stemprothese 2, ProVox Flush of Blaasbalg 3 Canuleband De canule zit met een canulebandje om de hals van de cliënt. Er is canuleband dat geknoopt moet worden en canuleband met klittenband. Website Antoni van Leeuwenhoek (ingezien 205). 2 Website MediqTefa (gezien 205). 3 Website Urmeehealthcare (ingezien 205). Vilans Materiaalbeschrijving Materialen en hulpmiddelen tracheotomie en tracheostoma: 2 (van 3)
22 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 22 Afbeelding: canuleband met klittenbandsluiting Reinigen canule De tracheacanule wordt gereinigd met gebruik van een gaasje en een kunststof pincet, een kniepincet of een niet pluizend wattenstokje. Afbeelding: kniepincet 2 Kunststof pincet 2 Douchebeschermer Om met een tracheotomie of tracheostoma te douchen kan een douchebeschermer gebruikt worden. Afbeelding: twee verschillende douchebeschermers 3 Hulpmiddelen voor inhalatie van medicijnen Medicijnen voor inhalatie kunnen met een pariboy of een voorzetkamer gegeven worden. Er zijn speciale voorzetkamers die op een tracheacanule passen. Van belang is om na te gaan of de dosering van het medicijn aangepast moet worden. Bronnen Richtlijn zorg voor een kind met een tracheacanule, Landelijke Werkgroep TracheaCanule bij Kinderen, Website MedigTefa (ingezien 205). 2 Website Pluspunt mediqmedeco (ingezien 205). 3 Website hoofdhalskanker en website de tweede stemwinkel (ingezien 205). Vilans Materiaalbeschrijving Materialen en hulpmiddelen tracheotomie en tracheostoma: 3 (van 3)
23 Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 23 Mond-neusmasker en beademingsballon, hygiëne en onderhoud Zowel bij airstacken als bij PEP behandeling worden een mond-neusmasker of mondstuk gebruikt. Bij PEP behandeling worden ook koppelstukjes, een driewegstuk en een dopje gebruikt. Bij airstacken een beademingsballon. Bij CPAP behandeling worden naast een mondneusmasker ook andere maskers, zoals een neusmasker of neusdoppen gebruikt. Mond- en neusmasker, mondstuk en koppelstukjes Reinig het masker, het mondstuk en de koppelstukjes na gebruik met warm water en zachte zeep (bv. babyshampoo). Spoel na met water. Zorg er ook voor dat de gaatjes waarlangs de lucht wordt afgevoerd schoon en open blijven, anders gaat het masker sissen of fluiten. Droog na met schone niet pluizende doek. Desinfecteer het masker, het mondstuk en de koppelstukjes, na reiniging, minimaal één maal daags met alcohol 70%. Laat drogen. Aandachtspunten Raadpleeg voor reiniging ook altijd de gebruiksinstructie van de fabrikant; Gebruik een mond-neusmasker of mondstuk cliëntgebonden. Beademingsballon Beademingsballonnen kunnen al of niet disposable zijn. Gebruik bij voorkeur een ballon met een (cliëntgebonden) bacterie/virusfilter. De filter dient om inwendige besmetting van de ballon te voorkomen. Reinig en desinfecteer de ballon dagelijks en bij zichtbare verontreiniging. Reinig de ballon aan de buitenzijde met een sopje. Na reinigen met ruim water afspoelen en zo goed mogelijk drogen. Eventueel met een föhn de binnenzijde van de ballon drogen. Desinfecteer de buitenzijde met alcohol 70%. Laat drogen. Aandachtspunten Raadpleeg voor reiniging de gebruiksinstructie van de fabrikant; Reinig en desinfecteer een niet cliëntgebonden ballon na ieder gebruik; Vervang de filter wanneer de ballon voor een andere cliënt gebruikt wordt. Wanneer geen filter gebruikt wordt dient de ballon gesteriliseerd te worden ; Wanneer geen gebruik wordt gemaakt van een filter, moet de ballon steriliseerbaar zijn. Neusmasker Een neusmasker kan slijten en vervuilen. Vervang het masker als er slijtageplekken zijn ontstaan of als het niet meer te reinigen is. Reiniging volgens voorschrift fabrikant. Vervang het klittenband als het niet meer klit, als de rek eruit is of als het niet meer te reinigen is. Bronnen Centrum voor Thuisbeademing Utrecht; (gezien 206). Module verzorgen van de luchtwegen (maart 2004), Werkgroep Infectie Preventie: Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg, gezien 206). Module Beademing, Werkgroep Infectie Preventie: Ziekenhuis. (gezien 206) Verzorging van de luchtwegen REV, WIP, vastgesteld 2008, revisie 203 (gezien 206) Vilans Materiaalbeschrijving Mond-neusmasker en beademingsballon : (van )
Verzorging tracheotomie en tracheostoma
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 7 Verzorging tracheotomie en tracheostoma Een tracheotomie met tracheacanule en een eindstandige tracheostoma dienen meerdere
Nadere informatieVerzorging tracheotomie en tracheostoma
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 7 Verzorging tracheotomie en tracheostoma Een tracheotomie met tracheacanule en een eindstandig tracheostoma dienen meerdere malen
Nadere informatieVerzorging tracheotomie en tracheostoma
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 6 Verzorging tracheotomie en tracheostoma Een tracheotomie met tracheacanule en een eindstandig tracheostoma dienen meerdere malen
Nadere informatieProtocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...
Nadere informatieProtocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...
Nadere informatieProtocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...
Nadere informatieProtocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...
Nadere informatieProtocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...
Nadere informatieonbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 1 Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...1
Nadere informatieonbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 1 Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...1
Nadere informatieonbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 1 Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...1
Nadere informatieonbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 1 Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...1
Nadere informatieonbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 1 Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...1
Nadere informatieProtocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen. Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...
Nadere informatieonbewaakte kopie Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Tracheacanule Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Tracheacanule 1 Inhoudsopgave Tracheotomie en tracheostoma...1
Nadere informatieTracheotomie en tracheacanule bij kinderen
Tracheotomie en tracheacanule bij kinderen Wat is een tracheotomie? Een tracheotomie is een chirurgische ingreep (operatie) waarbij er een tracheostoma in de trachea (luchtpijp) wordt aangelegd. Dit gebeurt
Nadere informatieIntensive Care, afdeling R1 TRACHEOSTOMA. Een opening in de hals waardoor een buis in de luchtpijp wordt geplaatst
Intensive Care, afdeling R1 TRACHEOSTOMA Een opening in de hals waardoor een buis in de luchtpijp wordt geplaatst U krijgt een tracheostoma. In deze folder leest u wat een tracheostoma is en hoe deze wordt
Nadere informatieHet aanbrengen van een buisje in de luchtpijp Tracheotomie
Het aanbrengen van een buisje in de luchtpijp Tracheotomie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is een tracheotomie? 1 Waarom een tracheotomie? 2 Soorten tracheacanules 2 Na een
Nadere informatieWat is een tracheotomie? Wanneer wordt er een tracheotomie gedaan?
Tracheotomie In deze folder vindt u informatie over een tracheotomie (luchtpijpsnede). Een tracheotomie is over het algemeen bedoeld als een tijdelijke ingreep. Mocht u na het lezen van deze informatie
Nadere informatieWaarom een tracheostoma? Tracheostoma
Tracheostoma 2 Uw familielid of naaste is opgenomen op de intensive care en heeft ondersteuning van de ademhaling nodig. Deze folder geeft u informatie over het aanleggen van een tracheostoma. Het is aanvullende
Nadere informatieNeusmasker Mond-neusmasker Neuskussentjes ofwel nasal pillows Mondstuk ten behoeve van mondbeademing. Dit kan recht of gehoekt zijn
Informatie neusmaskerbeademing Inleiding Non-invasieve beademing is beademing zonder een tracheostoma. De beademing gaat via een masker, neuskussentjes of mondstuk. Het is een langdurige, in principe levenslange,
Nadere informatie3. Tracheacanules. Handelingsschema
3. Tracheacanules Handelingsschema 3.1 Verwisselen van binnencanule. Binnencanule reinigen van ingedroogd sputum/slijm, schone binnencanule inbrengen. Benodigdheden - Wegwerphandschoenen. - Uitzuigapparaat
Nadere informatieTracheostoma. Informatie voor familie en bezoekers van het Intensive Care Centrum UMC Utrecht. Afdeling Intensive Care, locatie AZU
Tracheostoma Informatie voor familie en bezoekers van het Intensive Care Centrum UMC Utrecht Afdeling Intensive Care, locatie AZU Tracheostoma Tracheostoma 1 Inleiding Uw familielid of naaste is opgenomen
Nadere informatieTracheacanule (Luchtpijp)
Tracheacanule (Luchtpijp) Een KNO-arts of een chirurg maakt een paar centimeter onder uw adamsappel een kleine opening in uw hals (tracheotomie). De opening in de luchtpijp heet een tracheostoma. Daarna
Nadere informatieHet verzorgen van een tracheacanule en een tracheostoma
0 0 0 0 0 0 Opdrachtformulier Het verzorgen van een tracheacanule en een tracheostoma Naam student: Datum: Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze
Nadere informatieTracheotomie Radboud universitair medisch centrum
Tracheotomie Deze folder geeft uitleg over de tracheotomie. Het heeft de voorkeur om eerst de folder De beademingspatiënt te lezen. Heeft u na het lezen nog vragen of onduidelijkheden, dan kunt u terecht
Nadere informatieNaar huis na een Totale Larynx Extirpatie (TLE)
Naar huis na een Totale Larynx Extirpatie (TLE) Inhoud Inleiding 3 Wat is een totale Totale Larynx Extirpatie? 3 Waarom een totale Totale Larynx Extirpatie? 3 Gevolgen van een totale Totale Larynx Extirpatie:
Nadere informatieThuisbeademing. Beademing die plaats vindt buiten het ziekenhuis. Thuisbeademing
Thuisbeademing Beademing die plaats vindt buiten het ziekenhuis Thuisbeademing Inleiding 3 Ademhaling 3 Ademhalingsproblemen 5 Thuisbeademing 6 neus-, mond-, maskerbeademing 6 endotracheale beademing 7
Nadere informatieEerste Hulp bij stem bandlozen N S v G
Eerste Hulp bij stem bandlozen N S v G In Nederland zijn ongeveer 2.500 mensen gelaryngectomeerd voor de operatie na de operatie Bij een laryngectomie wordt het strottenhoofd, vaak ten gevolge van kanker,
Nadere informatieEen tijdelijke tracheostoma
Een tijdelijke tracheostoma Informatie voor familie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding De arts heeft u verteld dat uw familielid of naaste een tijdelijke tracheostoma
Nadere informatieChirurgie. Tracheostoma.
Chirurgie Tracheostoma www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl CHI070 / Tracheostoma / 18-04-2019 2 Tracheostoma U, uw familielid of naaste krijgt
Nadere informatieKunstmatige beademing via een tracheostoma: informatie voor naasten
Intensive Care Unit (ICU) Kunstmatige beademing via een tracheostoma: informatie voor naasten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Uw naaste is opgenomen op de afdeling Intensive Care.
Nadere informatieTracheacanule Afdeling intensive care en medium care.
Tracheacanule Afdeling intensive care en medium care www.nwz.nl Inhoud Wat is een tracheacanule? 3 De ingreep: plaatsen van een tracheacanule 4 Hoe lang is de tracheacanule nodig? 5 Uw vragen 6 Notities
Nadere informatieCentrum voor Thuisbeademing (CTB)
Centrumlocatie Deze folder geeft u informatie over het Centrum voor Thuisbeademing (CTB) van het Erasmus MC te Rotterdam. U heeft deze folder gekregen omdat u in aanmerking komt voor chronische ademhalingsondersteuning.
Nadere informatieEen tracheacanule verwisselen
1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Een tracheacanule verwisselen Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten
Nadere informatie,QIRUPDWLHEULHI µfkurqlvfkh EHDGHPLQJ YRRU SDWLsQWHQ PHW DP\RWURILVFKHODWHUDOHVFOHURVH$/6
,QIRUPDWLHEULHI µfkurqlvfkh EHDGHPLQJ YRRU SDWLsQWHQ PHW DP\RWURILVFKHODWHUDOHVFOHURVH$/6 *HDFKWHPHYURXZKHHU U bent door uw behandelend specialist verwezen naar het Centrum voor Thuisbeademing (CTB) voor
Nadere informatieDE BEADEMINGSPATIËNT. Franciscus Gasthuis
DE BEADEMINGSPATIËNT Franciscus Gasthuis Inleiding Een familielid of naaste van u is opgenomen op de afdeling Intensive Care. Op dit moment krijgt hij of zij tijdelijke ondersteuning van een beademingsmachine.
Nadere informatieVerzorging van de luchtwegen
Verpleeghuis- woon- en thuiszorg Verzorging van de luchtwegen Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie als auteur wordt vermeld. Vergewis
Nadere informatieCriteria bij de beoordeling van de voorbehouden handeling: Verwisselen tracheacanule (inclusief eventuele binnencanule)
Criteria bij de beoordeling van de voorbehouden handeling: Verwisselen tracheacanule (inclusief eventuele binnencanule) De gedelegeerde toetser: Benoemt de indicatie voor het verwisselen tracheacanule:
Nadere informatieEerste Hulp. en stembandlozen. NSvG
Eerste Hulp en stembandlozen NSvG Larynx = strottenhoofd Ectomeren = operatief verwijderen! In uw opleiding Eerste Hulp heeft u wellicht weinig of niets gehoord over eerstehulpverlening aan gelaryngectomeerden
Nadere informatieNon invasieve beademing
Non invasieve beademing Deze folder geeft uitleg over non invasieve beademing (NIV). Heeft u na het lezen van deze folder vragen of zijn er onduidelijkheden, dan kunt u terecht bij de verpleegkundige
Nadere informatieEen tracheacanule verwijderen en de stoma afplakken
1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Een tracheacanule verwijderen en de stoma afplakken Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek
Nadere informatieDit document is max. 1 dag geldig na Huidige datum: Raadpleeg het Kwaliteitsinformatiesysteem voor een geldige versie.
Titel: Tracheacanule, het verzorgen van de tracheawond en verwisselen van het canulebandje bij volwassenen Beoordelaars Dr. J. Goumans, KNO-arts Petra Zevenbergen, regieverpleegkundige afdeling KNO en
Nadere informatieWanneer de patiënt ondersteuning/overname van de ademhaling nodig heeft, kennen we de volgende vormen:
Beademing 2 Inleiding Uw familielid of naaste is opgenomen op de intensive care en wordt beademd met een beademingsapparaat. Dit apparaat ondersteunt de natuurlijke ademhaling. Wat dit voor u betekent,
Nadere informatieToedieningswijzen van zuurstof
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Zuurstof toedienen Toedieningswijzen van zuurstof Via de neus en/of mond Zuurstof kan worden toegediend via een zuurstofneusbril, een (nasofaryngeale)
Nadere informatiePatiënteninformatie. Tracheostomie
Patiënteninformatie Tracheostomie Inhoud Inleiding... 3 Wat is een tracheostomie?... 3 Waarom is een tracheostomie nodig?... 4 Verloop en nazorg... 4 Verzorging van een tracheostomie... 4 Mogelijke ongemakken
Nadere informatieModule 2 Canulezorg. Ton Haans November
Module 2 Canulezorg Ton Haans November 2013 Ton.Haans@radboudumc.nl Inhoud Wat is een tracheostoma? Wat zijn de indicaties voor een tracheacanule? Voordelen en nadelen van een tracheacanule. De verschillende
Nadere informatieDit document is max. 1 dag geldig na Huidige datum: Raadpleeg het Kwaliteitsinformatiesysteem voor een geldige versie.
Titel: Tracheacanule, het reinigen van de binnen en buitencanule bij volwassenen Beoordelaars Dr. J. Goumans, KNO-arts Petra Zevenbergen, regieverpleegkundige afdeling KNO en Oogheelkunde, 8 midden Sander
Nadere informatieIntensive Care: de beademingspatiënt
Intensive Care: de beademingspatiënt U heeft een familielid of naaste, bij wie het noodzakelijk is een beademingsapparaat in te schakelen. Dit apparaat ondersteunt tijdelijk de ademhaling. Wat dit voor
Nadere informatieBeademing. Afdeling Intensive Care Locatie Veldhoven
Beademing Afdeling Intensive Care Locatie Veldhoven Inleiding Bij ziektes zoals longontsteking en andere ernstige infecties, maar ook na ongevallen of grote operaties kan de ademhaling tijdelijk onvoldoende
Nadere informatieVerpleegkundige aspecten van tracheacanules. Broekaert Tom
Verpleegkundige aspecten van tracheacanules Broekaert Tom Tracheotomie Een tracheotomie is een opening in trachea. Dit is geen permanente opening! Bij verwijdering van de buitencanule, zal de opening dicht
Nadere informatieKunstmatige beademing
Kunstmatige beademing Informatie voor familie en naasten van de patiënt Intensive Care Locatie Hoorn/Enkhuizen Informatie voor familie en naasten van de patiënt Inleiding Een familielid of naaste van u
Nadere informatieHet uitzuigen van de keelholte via een tracheacanule
1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Het uitzuigen van de keelholte via een tracheacanule Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.
Nadere informatieWat bevordert het snurken
Snurken Inleiding Deze folder geeft u informatie over oorzaken en behandeling van snurken. Als u recent voor deze aandoening bij een keel-, neus- en oorarts (kno-arts) bent geweest, dan kunt u in deze
Nadere informatieAirstacken en ademhalingsoefeningen
Airstacken en ademhalingsoefeningen ademhalingstechnieken en -oefeningen voor mensen met een spierziekte Sterk in beweging Inleiding U bent onder behandeling bij een fysiotherapeut van het Revalidatiecentrum
Nadere informatieThuisaspiratie. Stef Bouduin Centrum voor Neurofysiologische Monitoring UZ Gent Thuisbeadmingsverpleegkundige. 6 december 2012
Thuisaspiratie Stef Bouduin Centrum voor Neurofysiologische Monitoring UZ Gent Thuisbeadmingsverpleegkundige 6 december 2012 Thuisaspiratie via canule Inleiding Fysiologie van hoesten Wanneer aspireren?
Nadere informatieProtocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Vernevelen 2
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Vernevelen Vernevelen Vernevelen is het inhaleren van medicijnen in een waterige oplossing. De vloeistof uit de medicijncup wordt door het vernevelapparaat
Nadere informatieTracheostoma. Intensive Care. alle aandacht. (kunstmatige opening in de. luchtpijp)
Tracheostoma (kunstmatige opening in de luchtpijp) Intensive Care alle aandacht Tracheostoma Informatie over het aanbrengen van een kunstmatige opening in de luchtpijp Informatie over het aanbrengen van
Nadere informatieVerpleeghuis- woon- en thuiszorg. Verzorging van de luchtwegen
Verpleeghuis- woon- en thuiszorg Verzorging van de luchtwegen Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: maart 2004 Revisie: maart 2009 Aan de samenstelling van deze richtlijn werd, behalve door leden en
Nadere informatieGeplande opname Intensive Care
Geplande opname Intensive Care U heeft gehoord dat u na de operatie op een Intensive Care (IC) - unit van de afdeling Intensive Care van het Radboudumc komt te liggen. Belangrijke functies van uw lichaam
Nadere informatieZorg voor eigen stem
Zorg voor eigen stem Afdeling keel-, neus- en oorheelkunde Veel mensen die hun stem dagelijks (professioneel) gebruiken hebben nog weinig inzicht in de functie van de stem: om stemproblemen te voorkomen
Nadere informatieTips. voor gelaryngectomeerden en hun naasten
s voor gelaryngectomeerden en hun naasten Inleiding Wat te doen als Wat te doen Wat te doen als een gelaryngectomeerde niet meer in staat is zelf zijn stoma te verzorgen? in een noodsituatie? er geen partner
Nadere informatie,QIRUPDWLHYRRULQVWHOOLQJHQ
,QIRUPDWLHYRRULQVWHOOLQJHQ,QOHLGLQJ Chronische beademing wordt vaak toegepast bij mensen met een progressieve spierziekte of neuromusculaire ziekte, een borstkasafwijking, sommige longziekten en diverse
Nadere informatieDe beademingspatiënt op de intensive care
De beademingspatiënt op de intensive care U heeft een familielid of naaste, bij wie het noodzakelijk is een beademingsapparaat in te schakelen. Dit apparaat dient ter tijdelijke ondersteuning of het volledig
Nadere informatiePatiënteninformatie. Beademing. Beademing
Patiënteninformatie Beademing Beademing 1102970 IC beademing.indd 1 1 24-03-17 10:48 Beademing Intensive Care, route 3.3 Telefoon (050) 524 6540 Inleiding Bij uw familielid of naaste is het op dit moment
Nadere informatieTotale laryngectomie. (versie 4/4/2015)
Totale laryngectomie (versie 4/4/2015) De larynx/strottenhoofd is het bovenste gedeelte van de luchtpijp. Door de larynx stroomt de lucht bij het ademen en binnenin liggen de stembanden. Aan de bovenzijde
Nadere informatieAandachtspunten bij het vernevelen
Vernevelen thuis Verneveltherapie is een methode om medicatie aan de longen toe te dienen wanneer inhalatiemedicatie niet via de gangbare vormen (poederinhalator en dosis-aërosol met voorzetkamer) gegeven
Nadere informatieTracheostoma. (kunstmatige opening in de luchtpijp) Intensive Care. Locatie Hoorn/Enkhuizen
Tracheostoma (kunstmatige opening in de luchtpijp) Intensive Care Locatie Hoorn/Enkhuizen Tracheostoma Informatie over het aanbrengen van een kunstmatige opening in de luchtpijp Informatie over het aanbrengen
Nadere informatieAdemhalingsondersteuning
LONGGENEESKUNDE Ademhalingsondersteuning Non Invasive Positive Pressure Ventilation (NPPV) BEHANDELING Ademhalingsondersteuning U of uw familielid/naaste heeft tijdelijk ondersteuning van de ademhaling
Nadere informatieSnurken Oorzaken en behandeling. Maatschap KNO IJsselland Ziekenhuis
Snurken Oorzaken en behandeling Maatschap KNO IJsselland Ziekenhuis Inleiding Deze folder heeft tot doel u informatie te geven over oorzaken en behandeling van snurken. Als u recent voor deze aandoening
Nadere informatieHet kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC)
Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC) Eén van de behandelingsmogelijkheden op de IC is het kunstmatig overnemen of ondersteunen van de ademhaling. Dit wil zeggen dat de ademhaling wordt geregeld
Nadere informatieBeademing en ontwennen van de beademing
Intensive- en Cardio Care Beademing en ontwennen van de beademing Inleiding U hebt een familielid of naaste die volledig of gedeeltelijk ondersteund wordt in de ademhaling. Wat dit voor de patiënt en voor
Nadere informatieInterne Geneeskunde Nazorg na het plaatsen van een PEG-sonde
Interne Geneeskunde Nazorg na het plaatsen van een PEG-sonde Vandaag is bij u een PEG-sonde geplaatst, deze folder geeft informatie over de nazorg na het plaatsen van een PEG-sonde. Merk en maat van de
Nadere informatieThuistoets A. Cursus : Datum : Naam cursist : Instelling: De Thuistoets bestaat uit: 7 meerkeuze vragen 3 juist/onjuist vragen 5 open vragen
Thuistoets A Cursus : Datum : Naam cursist : Instelling: De Thuistoets bestaat uit: 7 meerkeuze vragen 3 juist/onjuist vragen 5 open vragen Je mag deze toets niet tegelijk met andere cursisten maken. Weet
Nadere informatieReiniging en desinfectie anesthesie
Ziekenhuizen Reiniging en desinfectie anesthesie Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie als auteur wordt vermeld. Vergewis u er van dat
Nadere informatieAdemhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen
Ademhalingsoefeningen bij neuromusculaire aandoeningen In overleg met uw behandelend fysiotherapeut en/of revalidatiearts komt u in aanmerking voor ademhalingsoefeningen. Zoals u weet kan dit bij Neuromusculaire
Nadere informatieWat gebeurt er met iemand die aan een beademingsmachine ligt
Beademing Wat gebeurt er met iemand die aan een beademingsmachine ligt Uw familielid of naaste wordt beademd door een zogenaamde beademingsmachine. Dit is een ingrijpende gebeurtenis voor de patiënt zelf
Nadere informatieObstructief Slaapapneusyndroom
Obstructief Slaapapneusyndroom Onderzoek voor de operatie Informatie voor patiënten F0961-4350 november 2014 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1
Nadere informatieNoninvasive Positive Pressure Ventilation (NPPV) Vorm van ademhalingsondersteuning op de afdeling Hartbewaking / Eerste Hart Hulp / CCU
Noninvasive Positive Pressure Ventilation (NPPV) Vorm van ademhalingsondersteuning op de afdeling Hartbewaking / Eerste Hart Hulp / CCU In deze folder vindt u informatie over Non Invasive Positive Pressure
Nadere informatieInfectie bij een prothese
Infectie bij een prothese U bent nu opgenomen op de verpleegafdeling Orthopedie omdat er mogelijk sprake is van een infectie bij uw prothese. In deze folder vindt u informatie over een infectie en de
Nadere informatieLeefregels na een mondkaakoperatie
Leefregels na een mondkaakoperatie In overleg met uw behandelend arts is er besloten tot een operatieve behandeling in de mond. Tijdens de opname heeft u van uw arts en de verpleegkundigen op de verpleegafdeling
Nadere informatieLogopedie bij laryngectomie
hoofd, hals en zenuwstelsel info voor de patiënt Logopedie bij laryngectomie UZ Gent, Dienst Neus-, Keel- en Oorheelkunde en Hoofd- en Halschirurgie Logopedie bij laryngectomie Inleiding In deze brochure
Nadere informatieKunstmatige beademing
Kunstmatige beademing INFORMATIEFOLDER VOOR FAMILIE EN NAASTEN KUNSTMATIGE BEADEMING Kunstmatige beademing is nodig als de patiënt om verschillende redenen hulp nodig heeft met ademhalen. Een beademingsapparaat
Nadere informatieKunstmatige beademing
INTENSIVE CARE Kunstmatige beademing Uw familielid of naaste is opgenomen op de afdeling Intensive Care. Hij of zij wordt kunstmatig beademd. Dit kan verschillende redenen hebben. De intensivist zal u
Nadere informatieObstructief slaapapneu syndroom Onderzoek voor de operatie
Obstructief slaapapneu syndroom Onderzoek voor de operatie Belangrijke informatie over dit onderzoek Belangrijk om te weten is dat er bij de eerste afspraak elektroden op uw hoofd en lichaam worden geplakt.
Nadere informatieLaryngo-tracheoscopie bij uw kind door de KNO-arts; informatie voor ouders
Laryngo-tracheoscopie bij uw kind door de KNO-arts; informatie voor ouders Inleiding In deze folder geven we uitleg over het onderzoek laryngo-tracheoscopie en de gang van zaken rondom de voorbereiding
Nadere informatieInformatie voor patiënten die een laryngectomie ondergaan
Laryngectomie Informatie voor patiënten die een laryngectomie ondergaan Binnenkort ondergaat u een laryngectomie op advies van uw behandelend arts. Dit betekent dat het strottenhoofd met de stembanden
Nadere informatieThuistoets B cursus zorgvaardigheden
Thuistoets B cursus zorgvaardigheden Cursus : Datum : Naam cursist : Instelling: De Thuistoets bestaat uit: 7 meerkeuze vragen 3 juist/onjuist vragen 5 open vragen Je mag deze toets niet tegelijk met andere
Nadere informatieRode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Beademing. rkz.nl
Patiënteninformatie rkz.nl Inleiding Een familielid of naaste wordt beademd met een beademingsapparaat. Dit apparaat ondersteunt de natuurlijke ademhaling. Tijdens het bezoek aan de patiënt is het belangrijk
Nadere informatieBeademing. Intensive Care. Beter voor elkaar
Beademing Intensive Care Beter voor elkaar 2 Uw familielid of naaste wordt momenteel beademd door een zogenaamde beademingsmachine. Dit is een ingrijpende gebeurtenis voor de patiënt zelf en voor diens
Nadere informatiePatiënteninformatie. Non-invasieve beademing. Beademing via een masker. Beademing via een masker beadming via een masker.
Patiënteninformatie Beademing via een masker Non-invasieve beademing Beademing via een masker 1224665 beadming via een masker.indd 1 1 29-05-18 11:25 Beademing via een masker Non-invasieve beademing Intensive
Nadere informatieSnurken. Hinderlijk snurken en pauzes in de slaap van de ademhaling (slaapapneu), de oorzaken en wat ertegen gedaan kan worden
Snurken Hinderlijk snurken en pauzes in de slaap van de ademhaling (slaapapneu), de oorzaken en wat ertegen gedaan kan worden 2 Uw behandelend arts heeft voorgesteld om vanwege uw snurkklachten een onderzoek
Nadere informatieNiet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure Ventilation) (NPPV)
Niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure Ventilation) (NPPV) Deze folder is bedoeld voor uzelf en uw naasten. Hierin kunt u lezen wat niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure
Nadere informatie7KXLVEHDGHPLQJ. Algemene informatie en informatie over basisverzorging. Vereniging Samenwerkingsverband Chronische Ademhalingsondersteuning
7KXLVEHDGHPLQJ Algemene informatie en informatie over basisverzorging Vereniging Samenwerkingsverband Chronische Ademhalingsondersteuning April 2006 1 Algemene informatie en basiszorgverlening thuisbeademing
Nadere informatiePatiënteninformatie Lage luchtweginfecties
Patiënteninformatie Lage luchtweginfecties Een lage luchtweginfectie is een ontsteking van het onderste deel van de luchtwegen en kan u erg ziek maken. In deze folder vindt u informatie over de klachten,
Nadere informatiePatiënten op de. Intensive Care. zien er soms anders uit. Intensive Care. alle aandacht
Patiënten op de Intensive Care zien er soms anders uit Intensive Care alle aandacht Inleiding Patiënten op de IC zien er soms anders uit en reageren anders. Dit is vooral voor de familie / naasten van
Nadere informatieINFORMATIEBROCHURE. Slaapapneu en CPAP. Gezonde nachtrust... ons doel!
INFORMATIEBROCHURE Slaapapneu en CPAP Gezonde nachtrust... ons doel! Beste patiënt, Na een grondig slaaponderzoek is bij u het slaapapneusyndroom vastgesteld. Hiervoor heeft u begeleidende arts een CPAP-therapie
Nadere informatieMedewerkerinformatie. Beademing. Informatie over beademing en uitleg over bijkomende gevolgen. 1234567890-terTER_
Medewerkerinformatie Beademing Informatie over beademing en uitleg over bijkomende gevolgen 1234567890-terTER_ Beademing Informatie over beademing en uitleg over bijkomende gevolgen. Uw naaste is opgenomen
Nadere informatieAdemhalingsondersteuning
LONGGENEESKUNDE Ademhalingsondersteuning Non Invasive Positive Pressure Ventilation (NPPV) BEHANDELING Ademhalingsondersteuning U of uw familielid/naaste heeft tijdelijk ondersteuning van de ademhaling
Nadere informatiekno specialisten in keel-, neus- & oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen
kno haarlemmermeer specialisten in keel-, neus- & oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen Hoe belangrijk is spreken? Spreken is bij mensen het meest gebruikte communicatiemiddel. In veel beroepen moeten
Nadere informatie